ISSN 1725-2598

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 6

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

51e jaargang
10 januari 2008


Inhoud

 

I   Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie verplicht is

Bladzijde

 

 

VERORDENINGEN

 

 

Verordening (EG) nr. 12/2008 van de Commissie van 9 januari 2008 tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

1

 

 

Verordening (EG) nr. 13/2008 van de Commissie van 9 januari 2008 tot vaststelling van de toewijzingscoëfficiënt die moet worden toegepast op de aanvragen voor invoercertificaten die in de periode van 2 tot en met 4 januari 2008 zijn ingediend in het kader van het bij Verordening (EG) nr. 955/2005 geopende tariefcontingent voor rijst van oorsprong uit Egypte

3

 

 

RICHTLIJNEN

 

*

Richtlijn 2008/4/EG van de Commissie van 9 januari 2008 tot wijziging van Richtlijn 94/39/EG ten aanzien van diervoeders bestemd voor de vermindering van het risico op melkziekte ( 1 )

4

 

 

II   Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie niet verplicht is

 

 

BESLUITEN/BESCHIKKINGEN

 

 

Europees Parlement en Raad

 

 

2008/29/EG

 

*

Besluit van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2007 tot wijziging van het Interinstitutioneel akkoord van 17 mei 2006 betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer ten aanzien van het meerjarig financieel kader

7

 

 

2008/30/EG

 

*

Besluit van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2007 betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering

9

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


I Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie verplicht is

VERORDENINGEN

10.1.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 6/1


VERORDENING (EG) Nr. 12/2008 VAN DE COMMISSIE

van 9 januari 2008

tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1580/2007 van de Commissie van 21 december 2007 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van de Verordeningen (EG) nr. 2200/96, (EG) nr 2201/96 en (EG) nr. 1182/2007 van de Raad in de sector groenten en fruit (1), en met name op artikel 138, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In Verordening (EG) nr. 1580/2007 zijn op grond van de multilaterale handelsbesprekingen in het kader van de Uruguayronde de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de perioden die in de bijlage bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt.

(2)

Op grond van de bovenvermelde criteria moeten de forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld op de in de bijlage bij deze verordening vermelde niveaus,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 138 van Verordening (EG) nr. 1580/2007 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld zoals aangegeven in de tabel in de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 10 januari 2008.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 9 januari 2008.

Voor de Commissie

Jean-Luc DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 350 van 31.12.2007, blz. 1.


BIJLAGE

bij de verordening van de Commissie van 9 januari 2008 tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

(EUR/100 kg)

GN-code

Code derde landen (1)

Forfaitaire invoerwaarde

0702 00 00

IL

161,6

MA

65,9

TN

127,9

TR

106,8

ZZ

115,6

0707 00 05

JO

172,9

MA

41,7

TR

115,4

ZZ

110,0

0709 90 70

MA

112,6

TR

133,2

ZZ

122,9

0709 90 80

EG

313,6

ZZ

313,6

0805 10 20

CL

64,2

EG

44,1

IL

46,7

MA

68,6

TR

82,5

ZA

35,8

ZZ

57,0

0805 20 10

MA

84,1

ZZ

84,1

0805 20 30, 0805 20 50, 0805 20 70, 0805 20 90

CN

59,5

HR

29,7

IL

61,6

TR

90,0

ZZ

60,2

0805 50 10

EG

77,2

IL

149,9

TR

95,2

ZA

76,9

ZZ

99,8

0808 10 80

CA

95,9

CN

77,6

MK

33,0

TR

118,1

US

107,9

ZA

89,0

ZZ

86,9

0808 20 50

CN

72,5

US

105,7

ZA

134,7

ZZ

104,3


(1)  Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1833/2006 van de Commissie (PB L 354 van 14.12.2006, blz. 19). De code „ZZ” staat voor „andere oorsprong”.


10.1.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 6/3


VERORDENING (EG) Nr. 13/2008 VAN DE COMMISSIE

van 9 januari 2008

tot vaststelling van de toewijzingscoëfficiënt die moet worden toegepast op de aanvragen voor invoercertificaten die in de periode van 2 tot en met 4 januari 2008 zijn ingediend in het kader van het bij Verordening (EG) nr. 955/2005 geopende tariefcontingent voor rijst van oorsprong uit Egypte

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1785/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening van de rijstmarkt (1),

Gelet op Verordening (EG) nr. 1301/2006 van de Commissie van 31 augustus 2006 houdende gemeenschappelijke voorschriften voor het beheer van door middel van een stelsel van invoercertificaten beheerde invoertariefcontingenten voor landbouwproducten (2), en met name op artikel 7, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 955/2005 van de Commissie (3) is een jaarlijks tariefcontingent geopend voor de invoer van 5 605 ton rijst van GN-code 1006 van oorsprong uit Egypte (volgnummer 09.4097).

(2)

Uit de overeenkomstig artikel 5, onder a), van Verordening (EG) nr. 955/2005 verstrekte gegevens blijkt dat de aanvragen die overeenkomstig artikel 4, lid 1, van die verordening vóór 4 januari 2008 om 13.00 uur plaatselijke tijd Brussel zijn ingediend, betrekking hebben op een grotere hoeveelheid dan die welke beschikbaar is. Daarom dient door de toewijzingscoëfficiënt vast te stellen die op de aangevraagde hoeveelheden moet worden toegepast, te worden bepaald in hoeverre de invoercertificaten kunnen worden afgegeven.

(3)

Ook mogen voor de lopende contingentsperiode geen invoercertificaten op grond van Verordening (EG) nr. 955/2005 meer worden afgegegeven,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   Op grond van de aanvragen voor certificaten voor de invoer van rijst van oorsprong uit Egypte in het kader van het in Verordening (EG) nr. 955/2005 bedoelde contingent die zijn ingediend vóór 4 januari 2008 om 13.00 uur plaatselijke tijd Brussel, worden certificaten afgegeven voor de aangevraagde hoeveelheden, vermenigvuldigd met een toewijzingscoëfficiënt die 8,123188 % bedraagt.

2.   De afgifte van certificaten voor hoeveelheden die worden aangevraagd vanaf vrijdag 4 januari 2008 om 13.00 uur plaatselijke tijd Brussel, wordt voor de lopende contingentsperiode geschorst.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 9 januari 2008.

Voor de Commissie

Jean-Luc DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 270 van 21.10.2003, blz. 96. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 797/2006 van de Commissie (PB L 144 van 31.5.2006, blz. 1). Verordening (EG) nr. 1785/2003 wordt per 1 september 2008 vervangen door Verordening (EG) nr. 1234/2007 (PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1).

(2)  PB L 238 van 1.9.2006, blz. 13. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 289/2007 (PB L 78 van 17.3.2007, blz. 17).

(3)  PB L 164 van 24.6.2005, blz. 5. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1456/2007 (PB L 325 van 11.12.2007, blz. 76).


RICHTLIJNEN

10.1.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 6/4


RICHTLIJN 2008/4/EG VAN DE COMMISSIE

van 9 januari 2008

tot wijziging van Richtlijn 94/39/EG ten aanzien van diervoeders bestemd voor de vermindering van het risico op melkziekte

(Voor de EER relevante tekst)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 93/74/EEG van de Raad van 13 september 1993 betreffende diervoeders met bijzonder voedingsdoel (1), en met name op artikel 6, onder c),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Richtlijn 94/39/EG (2) heeft de Commissie een lijst van bestemmingen voor diervoeders met bijzonder voedingsdoel vastgesteld.

(2)

In haar advies van 8 december 2004 heeft de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) geconcludeerd dat zeoliet (synthetisch natriumaluminiumsilicaat) het risico op melkziekte bij melkkoeien kan verminderen (3). De EFSA kon echter het risico voor de gezondheid van mens en dier niet afdoende beoordelen als gevolg van ontbrekende gegevens. In het licht van de ontvangen aanvullende inlichtingen heeft de EFSA in haar advies van 11 juli 2007 geconcludeerd dat toevoeging van zeoliet aan diervoeders voor melkkoeien gedurende een periode van ongeveer twee weken vóór het kalven geen risico oplevert voor de gezondheid van mens en dier en voor het milieu (4). Zeoliet dient daarom te worden opgenomen onder de regel „Vermindering van het risico op melkziekte” in de lijst van bestemmingen in deel B van de bijlage bij Richtlijn 94/39/EG.

(3)

In haar advies van 12 juni 2007 heeft de EFSA geconcludeerd dat diervoeders met een hoog calciumgehalte die omstreeks het tijdstip van kalven worden toegediend, zeer doeltreffend kunnen zijn bij de behandeling van niet-ernstige gevallen van melkziekte en bij de preventie van een herhaling van de ziekte bij melkkoeien en dat daarom een nieuwe vermelding betreffende de vermindering van het risico op melkziekte aan de lijst moet worden toegevoegd (5). De EFSA concludeerde voorts dat een marginaal risico voor de diergezondheid niet volledig kan worden uitgesloten, waardoor er een afweging tussen het individuele risico en de algemene voordelen van toediening moet worden gemaakt. Om de voor de melkkoeien verantwoordelijke persoon in staat te stellen een dergelijke afweging te maken, moeten de verschillende bronnen van calcium en de hoeveelheid ervan op het etiket worden vermeld. Ook dient het etiket een aanbeveling te bevatten om advies van een diervoederdeskundige in te winnen. De EFSA verwacht een risico voor de consument noch een extra risico voor het milieu. Daarom moeten diervoeders met een hoog calciumgehalte worden opgenomen onder de regel „Vermindering van het risico op melkziekte” in de lijst van bestemmingen in deel B van de bijlage bij Richtlijn 94/39/EG.

(4)

Richtlijn 94/39/EG dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd.

(5)

De in deze richtlijn vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

De bijlage bij Richtlijn 94/39/EG wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze richtlijn.

Artikel 2

De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk 24 juni 2008 aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.

Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor die verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

Artikel 3

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 4

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 9 januari 2008.

Voor de Commissie

Markos KYPRIANOU

Lid van de Commissie


(1)  PB L 237 van 22.9.1993, blz. 23. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 806/2003 (PB L 122 van 16.5.2003, blz. 1).

(2)  PB L 207 van 10.8.1994, blz. 20. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2002/1/EG (PB L 5 van 9.1.2002, blz. 8).

(3)  Opinion of the Scientific Panel on Additives and Products or Substances used in Animal Feed on the request from the Commission on the use of synthetic sodium aluminium silicate (zeolite) for the reduction of risk of milk fever in dairy cows. Goedgekeurd op 8 december 2004. The EFSA Journal (2004) 160, blz. 1-11.

(4)  Opinion of the Scientific Panel on Additives and Products or Substances used in Animal Feed on the safety of zeolite (sodium aluminosilicate, synthetic) for the reduction of risk of milk fever in dairy cows. Goedgekeurd op 11 juli 2007. The EFSA Journal (2007) 523, blz. 1-11.

(5)  Opinion of the Scientific Panel on Additives and Products or Substances used in Animal Feed on the safety of feedingstuffs with high calcium content for the reduction of milk fever in dairy cows. Goedgekeurd op 12 juni 2007. The EFSA Journal (2007) 504, blz. 1-10.


BIJLAGE

In deel B bij Richtlijn 94/39/EG wordt de regel betreffende het bijzonder voedingsdoel „Vermindering van het risico op melkziekte” vervangen door:

Bijzonder voedingsdoel

Essentiële voedingskenmerken

Diersoort of -categorie

Vermeldingen op het etiket

Aanbevolen gebruiksduur

Andere vermeldingen

„Vermindering van het risico op melkziekte

Laag calciumgehalte

Melkkoeien

Calcium

Fosfor

Magnesium

1-4 weken vóór het kalven

In de gebruiksaanwijzing moet worden vermeld:

„Stop toediening vanaf het kalven”

en/of

 

 

 

lage verhouding kationen/anionen

Calcium

Fosfor

Natrium

Kalium

Chloriden

Zwavel

1-4 weken vóór het kalven

In de gebruiksaanwijzing moet worden vermeld:

„Stop toediening vanaf het kalven”

of

 

 

 

hoog gehalte aan zeoliet (synthetisch natriumaluminiumsilicaat)

Gehalte aan natriumaluminiumsilicaat

De 2 weken vóór het kalven

In de gebruiksaanwijzing moet worden vermeld:

„De hoeveelheid voeder moet worden beperkt zodat een dagelijkse opname van 500 g natriumaluminiumsilicaat per dier niet wordt overschreden”;

„Stop toediening vanaf het kalven”

of

 

 

 

hoog gehalte aan calcium in de vorm van in hoge mate beschikbare calciumzouten

Totaal calciumgehalte, bronnen en respectieve hoeveelheid calcium

Vanaf eerste tekenen van kalven tot twee dagen na het kalven

Op de verpakking, de recipiënt of het etiket moet worden vermeld:

de gebruiksaanwijzing, d.w.z. het aantal toepassingen en de tijd vóór en na het kalven;

de tekst: „Aanbevolen wordt om voor het gebruik het advies van een diervoederdeskundige in te winnen”.”


II Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie niet verplicht is

BESLUITEN/BESCHIKKINGEN

Europees Parlement en Raad

10.1.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 6/7


BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 18 december 2007

tot wijziging van het Interinstitutioneel akkoord van 17 mei 2006 betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer ten aanzien van het meerjarig financieel kader

(2008/29/EG)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (1), met name de punten 21 en 22, eerste en tweede alinea, en 23 daarvan,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Tijdens de begrotingsoverlegvergadering van 23 november 2007 zijn de beide takken van de begrotingsautoriteit overeengekomen te voorzien in een deel van de benodigde financiering voor het Europese GNSS systeem voor radionavigatie per satelliet (EGNOS — Galileo) door middel van een herziening van het meerjarig financieel kader 2007-2013 in overeenstemming met de punten 21, 22 en 23 van het Interinstitutioneel Akkoord, teneinde de plafonds voor vastleggingskredieten in subrubriek 1a voor de jaren 2008-2013 te verhogen met een bedrag van 1 600 miljoen EUR op basis van het huidige prijsniveau. Deze verhoging wordt gecompenseerd door een verlaging van het plafond van de vastleggingskredieten in rubriek 2 in 2007 met eenzelfde bedrag.

(2)

Teneinde een passende verhouding tussen vastleggingen en betalingen te handhaven, worden de jaarplafonds voor betalingskredieten aangepast. De aanpassing is neutraal.

(3)

Bijlage 1 van het Interinstitutioneel Akkoord betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd (2).

BESLUITEN:

Enig artikel

Bijlage 1 bij het Interinstitutioneel Akkoord betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer wordt vervangen door de bijlage bij dit besluit.

Gedaan te Brussel, 18 december 2007.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

H.-G. PÖTTERING

Voor de Raad

De voorzitter

M. LOBO ANTUNES


(1)  PB C 139 van 14.6.2006, blz. 1.

(2)  Te dien einde zijn uit bovenstaande overeenkomst resulterende cijfers omgerekend naar het prijsniveau van 2004.


BIJLAGE

FINANCIEEL KADER 2007-2013 (herzien)

(EUR miljoen — prijzen 2004)

BETALINGSKREDIETEN

2007

2008

2009

2010

2011

2012

2013

Totaal 2007-2013

1.

Duurzame groei

51 267

52 913

54 071

54 860

55 379

56 845

58 256

383 591

1a

Concurrentiekracht ter bevordering van groei en werkgelegeheid

8 404

9 595

10 209

11 000

11 306

12 122

12 914

75 550

1b

Samenhang ter bevordering van groei en werkgelegenheid

42 863

43 318

43 862

43 860

44 073

44 723

45 342

308 041

2.

Bescherming en beheer van natuurlijke hulpbronnen

53 478

54 322

53 666

53 035

52 400

51 775

51 161

369 837

waarvan: marktgerelateerde uitgaven en rechtstreekse betalingen

43 120

42 697

42 279

41 864

41 453

41 047

40 645

293 105

3.

Burgerschap, vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid

1 199

1 258

1 380

1 503

1 645

1 797

1 988

10 770

3a

Vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid

600

690

790

910

1 050

1 200

1 390

6 630

3b

Burgerschap

599

568

590

593

595

597

598

4 140

4.

De EU als mondiale partner

6 199

6 469

6 739

7 009

7 339

7 679

8 029

49 463

5.

Administratie (1)

6 633

6 818

6 973

7 111

7 255

7 400

7 610

49 800

6.

Compensaties

419

191

190

 

 

 

 

800

TOTAAL VASTLEGGINGSKREDIETEN

119 195

121 971

123 019

123 518

124 018

125 496

127 044

864 261

% van het BNI

1,10 %

1,08 %

1,07 %

1,04 %

1,03 %

1,02 %

1,01 %

1,048 %

TOTAAL BETALINGSKREDIETEN

115 142

119 805

112 182

118 549

116 178

119 659

119 161

820 676

% van het BNI

1,06 %

1,06 %

0,97 %

1,00 %

0,97 %

0,97 %

0,95 %

1,00 %

Beschikbare marge

0,18 %

0,18 %

0,27 %

0,24 %

0,27 %

0,27 %

0,29 %

0,24 %

Maximum van de eigen middelen als @ van het BNI

1,24 %

1,24 %

1,24 %

1,24 %

1,24 %

1,24 %

1,24 %

1,24 %


(1)  De in het maximumbedrag van deze rubriek opgenomen uitgaven voor pensioenen zijn exclusief de personeelsbijdragen aan de pensioenregelingen, ten bedrage van 500 miljoen EUR in prijzen van 2004 voor de periode 2007-2013.


10.1.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 6/9


BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 18 december 2007

betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering

(2008/30/EG)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie over de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (1), en met name op punt 28,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1927/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot oprichting van een Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering (2),

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het begrotingsoverleg van 13 juli 2007,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Europese Unie heeft een Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering, hierna „het fonds” genoemd, ingesteld om aanvullende steun te geven aan werknemers die te lijden hebben van de gevolgen van grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen en hen te helpen bij hun re-integratie op de arbeidsmarkt.

(2)

Het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 staat uitgaven uit het fonds toe tot het jaarlijkse maximum van 500 miljoen EUR.

(3)

Verordening (EG) nr. 1927/2006 bevat de voorwaarden waaronder middelen uit het fonds beschikbaar kunnen worden gesteld.

(4)

Duitsland en Finland hebben aanvragen ingediend om middelen uit het fonds beschikbaar te stellen met betrekking tot twee zaken betreffende ontslagen in de sector mobiele telefonie: BenQ in Duitsland en Perlos Oyj in Finland,

BESLUITEN:

Artikel 1

Voor de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2007 worden middelen uit het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering ten bedrage van 14 794 688 EUR ter beschikking gesteld.

Artikel 2

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, op 18 december 2007.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

H.-G. PÖTTERING

Voor de Raad

De voorzitter

M. LOBO ANTUNES


(1)  PB C 139 van 14.6.2006, blz. 1.

(2)  PB L 406 van 30.12.2006, blz. 1.