ISSN 1725-2598

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 1

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

51e jaargang
4 januari 2008


Inhoud

 

I   Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie verplicht is

Bladzijde

 

 

VERORDENINGEN

 

*

Verordening (EG) nr. 1/2008 van de Raad van 20 december 2007 houdende tijdelijke opschorting van de douanerechten bij invoer van bepaalde granen voor het verkoopseizoen 2007/2008

1

 

 

Verordening (EG) nr. 2/2008 van de Commissie van 3 januari 2008 tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

3

 

 

II   Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie niet verplicht is

 

 

BESLUITEN/BESCHIKKINGEN

 

 

Commissie

 

 

2008/20/EG

 

*

Beschikking van de Commissie van 20 december 2007 houdende de principiële erkenning dat de dossiers die zijn ingediend voor grondig onderzoek met het oog op de eventuele opneming van ipconazool en maltodextrine in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG van de Raad, volledig zijn (Kennisgeving geschied onder nummer C(2007) 6479)  ( 1 )

5

 

 

Europese Centrale Bank

 

 

2008/21/EG

 

*

Besluit van de Europese Centrale Bank van 7 december 2007 houdende wijziging van Besluit ECB/2001/15 van 6 december 2001 betreffende de uitgifte van eurobankbiljetten (ECB/2007/19)

7

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


I Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie verplicht is

VERORDENINGEN

4.1.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 1/1


VERORDENING (EG) Nr. 1/2008 VAN DE RAAD

van 20 december 2007

houdende tijdelijke opschorting van de douanerechten bij invoer van bepaalde granen voor het verkoopseizoen 2007/2008

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 26 en artikel 133, lid 4,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EG) nr. 1784/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (1) voorziet in een beschermingsregeling tegen de eventuele nadelige effecten van invoer, met het doel de communautaire markt te stabiliseren.

(2)

De meeste douanerechten voor landbouwproducten die vallen onder overeenkomsten in het kader van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) zijn in het gemeenschappelijk douanetarief vastgesteld. Voor bepaalde granen evenwel is de invoer, in het kader van tariefcontingenten die voortvloeien uit internationale overeenkomsten die zijn gesloten overeenkomstig het Verdrag of die resulteren uit andere besluiten van de Raad, aan specifieke rechten onderworpen.

(3)

Aangezien de mondiale vraag structureel toeneemt in verband met de stijging van de levensstandaard in de opkomende landen en de ontwikkeling van de productie van biobrandstoffen, zijn de mondiale graanvoorraden aan het einde van het verkoopseizoen 2007/2008 voor het derde opeenvolgende jaar gedaald en zullen ze waarschijnlijk hun laagste niveau bereiken sinds het verkoopseizoen 1979/1980. In een dergelijke context zijn de mondiale graanmarktprijzen sinds het begin van het verkoopseizoen 2007/2008 fors gestegen, namelijk met ca. 50 % voor zachte tarwe, ca. 30 % voor gerst en 20 à 30 % voor maïs.

(4)

Wegens ongunstige weersomstandigheden in de meeste lidstaten zal de graanproductie in het verkoopseizoen 2007/2008 naar schatting 258 miljoen ton bedragen, d.w.z. een daling van 8 miljoen ton (3 %) ten opzichte van de toch al matige oogst van het verkoopseizoen 2006/2007. Deze daling van de communautaire productie betreft meer bepaald zachte tarwe en maïs, maar heeft gevolgen voor de hele graansector en bemoeilijkt de evenwichtige voorziening van de communautaire markt. De verstoring van het evenwicht heeft met name betrekking op voedergranen wegens de op het vlak van kwaliteit en kwantiteit van de geproduceerde granen geconstateerde verschillen tussen de verschillende regio’s van de Gemeenschap en de daaruit voortvloeiende gewijzigde gedragspatronen bij de marktdeelnemers inzake het gebruik van de verschillende beschikbare granen. Deze mondiale productiedaling kan overigens niet worden gecompenseerd door de zeer plaatselijke productietoename van gerst, rogge en haver.

(5)

Op de communautaire graanmarkten zijn de prijzen sedert het begin van het verkoopseizoen 2007/2008 spectaculair gestegen. De stijging is substantieel, zowel nominaal als met inachtneming van het uitzonderlijk grote verschil tussen de marktprijzen en de interventieprijs. Zowel strogranen als maïs staan onder druk. De prijs van maaltarwe in Rouen steeg van 179 EUR/ton bij het begin van het verkoopseizoen 2007/2008 tot bijna 300 EUR/ton begin september 2007, terwijl de prijs van voedergerst in Rouen meer dan verdubbelde ten opzichte van de prijs in de zomer van 2006 en zelfs 270 EUR/ton bereikte eind september 2007. Brouwgerst steeg eveneens fors en bereikte bijna 310 EUR/ton eind september 2007. Franse maïs franco Bayonne volgde dezelfde trend en steeg van 183 EUR/ton bij het begin van het verkoopseizoen tot een piek van 255 EUR/ton medio september 2007. Een en ander is het gevolg van de verminderde communautaire voorraden van zachte tarwe en maïs, van middelmatige kwalitatieve resultaten en van de uitputting van de communautaire interventievoorraden, die nu kleiner zijn dan 500 000 t.

(6)

Om deze gespannen situatie op de markten te verhelpen, is het dienstig de graanvoorziening van de communautaire markt te bevorderen en met het oog daarop te voorzien in een opschorting van de douanerechten bij invoer voor bepaalde granen, zowel wat de tariefcontingenten met verlaagd recht als wat de gewone invoer betreft. Het is evenwel raadzaam de toepassing van een dergelijke maatregel tot het verkoopseizoen 2007/2008 te beperken.

(7)

Deze maatregel moet overigens zonder uitstel kunnen worden ingetrokken indien de communautaire markt wordt of dreigt te worden verstoord. Derhalve dient te worden bepaald dat de Commissie onmiddellijk passende maatregelen kan nemen om de douanerechten weer in te stellen zodra de marktsituatie dit rechtvaardigt, en de criteria kan bepalen om uit te maken wanneer dit laatste het geval is.

(8)

De maatregelen dienen te worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden (2),

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   De toepassing van de douanerechten bij de invoer van producten die vallen onder de GN-codes 1001 90 99, 1001 10, 1002 00 00, 1003 00, 1005 90 00 en 1007 00 90 wordt tot en met 30 juni 2008 opgeschort voor alle normale invoer overeenkomstig artikel 9 van Verordening (EG) nr. 1784/2003 en voor alle invoer in het kader van tariefcontingenten met verlaagd recht overeenkomstig artikel 12 van diezelfde verordening.

2.   De Commissie kan de douanerechten weer instellen op de niveaus en onder de voorwaarden van artikel 10 van Verordening (EG) nr. 1784/2003 wanneer voor een of meer van de in lid 1 bedoelde producten de in de communautaire havens geconstateerde prijs FOB minder bedraagt dan 180 % van de interventieprijs of, wat de producten betreft waarvoor geen interventieprijs bestaat, 180 % van 101,3 EUR/ton.

3.   Zo nodig worden de bepalingen ter uitvoering van deze verordening vastgesteld volgens de in artikel 25, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1784/2003 bedoelde procedure.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is van toepassing op de invoer die plaatsvindt op basis van de invoercertificaten die worden afgegeven met ingang van de dag van haar bekendmaking.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 20 december 2007.

Voor de Raad

De voorzitter

F. NUNES CORREIA


(1)  PB L 270 van 21.10.2003, blz. 78. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 735/2007 (PB L 169 van 29.6.2007, blz. 6).

(2)  PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23. Besluit gewijzigd bij Besluit 2006/512/EG (PB L 200 van 22.7.2006, blz. 11).


4.1.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 1/3


VERORDENING (EG) Nr. 2/2008 VAN DE COMMISSIE

van 3 januari 2008

tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 3223/94 van de Commissie van 21 december 1994 houdende uitvoeringsbepalingen van de invoerregeling voor groenten en fruit (1), en met name op artikel 4, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In Verordening (EG) nr. 3223/94 zijn op grond van de multilaterale handelsbesprekingen in het kader van de Uruguayronde de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de periodes die in de bijlage bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt.

(2)

Op grond van de bovenvermelde criteria moeten de forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld op de in de bijlage bij deze verordening vermelde niveaus,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 3223/94 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld zoals aangegeven in de tabel in de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 4 januari 2008.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 3 januari 2008.

Voor de Commissie

Jean-Luc DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 337 van 24.12.1994, blz. 66. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 756/2007 (PB L 172 van 30.6.2007, blz. 41).


BIJLAGE

bij de verordening van de Commissie van 3 januari 2008 tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

(EUR/100 kg)

GN-code

Code derde landen (1)

Forfaitaire invoerwaarde

0702 00 00

IL

175,4

MA

53,6

TR

120,2

ZZ

116,4

0707 00 05

JO

172,9

MA

62,6

TR

134,0

ZZ

123,2

0709 90 70

MA

57,5

TR

119,2

ZZ

88,4

0805 10 20

EG

63,0

IL

47,6

MA

75,9

TR

73,1

ZA

46,8

ZZ

61,3

0805 20 10

MA

73,7

ZZ

73,7

0805 20 30, 0805 20 50, 0805 20 70, 0805 20 90

HR

29,7

IL

62,7

TR

72,1

ZZ

54,8

0805 50 10

EG

81,4

TR

123,4

ZA

134,4

ZZ

113,1

0808 10 80

CN

85,6

MK

31,1

US

100,0

ZZ

72,2

0808 20 50

CN

73,3

US

111,2

ZZ

92,3


(1)  Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1833/2006 van de Commissie (PB L 354 van 14.12.2006, blz. 19). De code „ZZ” staat voor „andere oorsprong”.


II Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie niet verplicht is

BESLUITEN/BESCHIKKINGEN

Commissie

4.1.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 1/5


BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 20 december 2007

houdende de principiële erkenning dat de dossiers die zijn ingediend voor grondig onderzoek met het oog op de eventuele opneming van ipconazool en maltodextrine in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG van de Raad, volledig zijn

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2007) 6479)

(Voor de EER relevante tekst)

(2008/20/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 91/414/EEG van de Raad van 15 juli 1991 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (1), en met name op artikel 6, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Richtlijn 91/414/EEG voorziet in de opstelling van een communautaire lijst van werkzame stoffen die mogen worden gebruikt in gewasbeschermingsmiddelen.

(2)

Op 30 maart 2007 heeft Kureha GmbH bij de autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk een dossier ingediend met een aanvraag om de werkzame stof ipconazool op te nemen in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG. Op 2 juli 2007 is door Biological Crop Protection Ltd bij de autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk een dossier ingediend met een aanvraag om de werkzame stof maltodextrine op te nemen in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG.

(3)

De autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk hebben de Commissie meegedeeld dat de dossiers betreffende deze werkzame stoffen op grond van een eerste onderzoek blijken te voldoen aan de in bijlage II bij Richtlijn 91/414/EEG vervatte voorschriften inzake gegevens en informatie. De ingediende dossiers blijken ten aanzien van één gewasbeschermingsmiddel dat de werkzame stof in kwestie bevat, ook te voldoen aan de in bijlage III bij Richtlijn 91/414/EEG vervatte voorschriften inzake gegevens en informatie. Overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG hebben de aanvragers de dossiers aan de Commissie en de andere lidstaten toegezonden en zijn de dossiers aan het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid voorgelegd.

(4)

Met deze beschikking moet op het niveau van de Gemeenschap officieel worden bevestigd dat de dossiers in beginsel voldoen aan de in bijlage II vastgestelde voorschriften inzake gegevens en informatie en, voor ten minste één gewasbeschermingsmiddel dat de desbetreffende werkzame stof bevat, aan de in bijlage III bij Richtlijn 91/414/EEG vastgestelde voorschriften.

(5)

Deze beschikking mag geen afbreuk doen aan het recht van de Commissie om de aanvrager te verzoeken aanvullende gegevens of informatie in te dienen teneinde bepaalde punten uit het dossier te verduidelijken.

(6)

De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

Onverminderd artikel 6, lid 4, van Richtlijn 91/414/EEG voldoen de dossiers betreffende de in de bijlage bij deze beschikking genoemde werkzame stoffen, die aan de Commissie en de lidstaten zijn voorgelegd met het oog op opneming van deze stoffen in bijlage I bij die richtlijn, in beginsel aan de in bijlage II bij die richtlijn vervatte voorschriften inzake gegevens en informatie.

De dossiers voldoen ten aanzien van één gewasbeschermingsmiddel dat de desbetreffende werkzame stof bevat, rekening houdend met het beoogde gebruik van dat middel, ook aan de in bijlage III bij die richtlijn vervatte voorschriften inzake gegevens en informatie.

Artikel 2

De als rapporteur aangewezen lidstaat bestudeert de in artikel 1 genoemde dossiers grondig en deelt de conclusies van het onderzoek, vergezeld van een aanbeveling over het al dan niet opnemen van de in artikel 1 genoemde werkzame stof in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG en van eventuele aan die opneming te verbinden voorwaarden, zo spoedig mogelijk en uiterlijk één jaar na de bekendmaking van deze beschikking in het Publicatieblad van de Europese Unie, aan de Commissie mee.

Artikel 3

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 20 december 2007.

Voor de Commissie

Markos KYPRIANOU

Lid van de Commissie


(1)  PB L 230 van 19.8.1991, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2007/52/EG van de Commissie (PB L 214 van 17.8.2007, blz. 3).


BIJLAGE

ONDER DEZE BESCHIKKING VALLENDE WERKZAME STOFFEN

Benaming, CIPAC-identificatienummer

Aanvrager

Datum van de aanvraag

Als rapporteur aangewezen lidstaat

Ipconazool

CIPAC-nr.: 798

Kureha GmbH

van 30 maart 2007

UK

Maltodextrine

CIPAC-nr.: 801

Biological Crop Protection Ltd

van 2 juli 2007

UK


Europese Centrale Bank

4.1.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 1/7


BESLUIT VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

van 7 december 2007

houdende wijziging van Besluit ECB/2001/15 van 6 december 2001 betreffende de uitgifte van eurobankbiljetten

(ECB/2007/19)

(2008/21/EG)

DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, met name op artikel 106, lid 1,

Gelet op de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, inzonderheid op artikel 16,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Ingevolge artikel 1 van Beschikking 2007/503/EG van de Raad van 10 juli 2007 overeenkomstig artikel 122, lid 2, van het Verdrag betreffende de aanneming van de eenheidsmunt door Cyprus op 1 januari 2008 (1) en ingevolge artikel 1 van Beschikking 2007/504/EG van de Raad van 10 juli 2007 overeenkomstig artikel 122, lid 2, van het Verdrag betreffende de aanneming van de eenheidsmunt door Malta op 1 januari 2008 (2) voldoen Cyprus en Malta aan de nodige voorwaarden voor de aanneming van de euro en zullen de in artikel 4 van het Toetredingsverdrag (3) aan deze lidstaten verstrekte derogaties met ingang van 1 januari 2008 worden ingetrokken.

(2)

Artikel 1, onder d), van Besluit ECB/2001/15 van 6 december 2001 betreffende de uitgifte van eurobankbiljetten (4) definieert de „verdeelsleutel voor de toedeling van bankbiljetten” onder verwijzing naar de bijlage bij dat besluit houdende de specificatie van de vanaf 1 januari 2007 toepasselijke verdeelsleutel. Aangezien Cyprus en Malta op 1 januari 2008 de euro zullen aannemen, dient Besluit ECB/2001/15 te worden gewijzigd, ten einde de met ingang van 1 januari 2008 toepasselijke verdeelsleutel voor de toedeling van bankbiljetten vast te stellen,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Wijziging van Besluit ECB/2001/15

Besluit ECB/2001/15 wordt als volgt gewijzigd:

1.

De laatste zin van artikel 1, onder d) wordt als volgt vervangen:

„De bijlage bij dit besluit legt de met ingang van 1 januari 2008 toepasselijke verdeelsleutel voor de toedeling van bankbiljetten vast.”.

2.

De bijlage bij Besluit ECB/2001/15 wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij dit besluit.

Artikel 2

Slotbepaling

Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2008.

Gedaan te Frankfurt am Main, 7 december 2007.

De president van de ECB

Jean-Claude TRICHET


(1)  PB L 186 van 18.7.2007, blz. 29.

(2)  PB L 186 van 18.7.2007, blz. 32.

(3)  Akte betreffende de toetredingsvoorwaarden voor de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek en de aanpassing van de Verdragen waarop de Europese Unie is gegrond (PB L 236 van 23.9.2003, blz. 33).

(4)  PB L 337 van 20.12.2001, blz. 52. Besluit, laatstelijk gewijzigd bij Besluit ECB/2006/25 (PB L 24 van 31.1.2007, blz. 13).


BIJLAGE

VERDEELSLEUTEL VOOR TOEDELING VAN BANKBILJETTEN VANAF 1 JANUARI 2008

Europese Centrale Bank

8,0000 %

Nationale Bank van België/Banque Nationale de Belgique

3,2615 %

Deutsche Bundesbank

27,0880 %

Central Bank and Financial Services Authority of Ireland

1,1730 %

Bank of Greece

2,3980 %

Banco de España

9,9660 %

Banque de France

18,9915 %

Banca d’Italia

16,5395 %

Central Bank of Cyprus

0,1650 %

Banque centrale du Luxembourg

0,2080 %

Bank Centrali ta’ Malta/Central Bank of Malta

0,0825 %

De Nederlandsche Bank

5,1395 %

Oesterreichische Nationalbank

2,6610 %

Banco de Portugal

2,2620 %

Banka Slovenije

0,4215 %

Suomen Pankki

1,6430 %

Totaal

100,0000 %