ISSN 1725-2598 |
||
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 316 |
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Wetgeving |
50e jaargang |
Inhoud |
|
I Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie verplicht is |
Bladzijde |
|
|
VERORDENINGEN |
|
|
|
||
|
|
||
|
* |
||
|
* |
Verordening (EG) nr. 1418/2007 van de Commissie van 29 november 2007 betreffende de uitvoer, met het oog op terugwinning, van bepaalde in bijlage III of III A bij Verordening (EG) nr. 1013/2006 van het Europees Parlement en de Raad genoemde afvalstoffen naar bepaalde landen waarop het OESO-besluit betreffende het toezicht op de grensoverschrijdende overbrenging van afvalstoffen niet van toepassing is ( 1 ) |
|
|
|
(1) Voor de EER relevante tekst |
NL |
Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben. Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten. |
I Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie verplicht is
VERORDENINGEN
4.12.2007 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 316/1 |
VERORDENING (EG) Nr. 1415/2007 VAN DE COMMISSIE
van 3 december 2007
tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 3223/94 van de Commissie van 21 december 1994 houdende uitvoeringsbepalingen van de invoerregeling voor groenten en fruit (1), en met name op artikel 4, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
In Verordening (EG) nr. 3223/94 zijn op grond van de multilaterale handelsbesprekingen in het kader van de Uruguayronde de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de periodes die in de bijlage bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt. |
(2) |
Op grond van de bovenvermelde criteria moeten de forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld op de in de bijlage bij deze verordening vermelde niveaus, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 3223/94 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld zoals aangegeven in de tabel in de bijlage bij deze verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 4 december 2007.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 3 december 2007.
Voor de Commissie
Jean-Luc DEMARTY
Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling
(1) PB L 337 van 24.12.1994, blz. 66. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 756/2007 (PB L 172 van 30.6.2007, blz. 41).
BIJLAGE
bij de verordening van de Commissie van 3 december 2007 tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit
(EUR/100 kg) |
||
GN-code |
Code derde landen (1) |
Forfaitaire invoerwaarde |
0702 00 00 |
IL |
114,0 |
MA |
68,2 |
|
SY |
68,2 |
|
TR |
100,9 |
|
ZZ |
87,8 |
|
0707 00 05 |
JO |
196,3 |
MA |
51,7 |
|
TR |
102,2 |
|
ZZ |
116,7 |
|
0709 90 70 |
MA |
51,0 |
TR |
118,5 |
|
ZZ |
84,8 |
|
0709 90 80 |
EG |
301,9 |
ZZ |
301,9 |
|
0805 20 10 |
MA |
70,1 |
ZZ |
70,1 |
|
0805 20 30, 0805 20 50, 0805 20 70, 0805 20 90 |
CN |
62,5 |
HR |
52,3 |
|
IL |
66,3 |
|
TR |
73,3 |
|
UY |
82,5 |
|
ZZ |
67,4 |
|
0805 50 10 |
EG |
79,1 |
TR |
104,8 |
|
ZA |
104,9 |
|
ZZ |
96,3 |
|
0808 10 80 |
AR |
87,7 |
CA |
87,3 |
|
CL |
86,0 |
|
CN |
76,4 |
|
MK |
30,6 |
|
US |
83,1 |
|
ZA |
95,7 |
|
ZZ |
78,1 |
|
0808 20 50 |
AR |
49,2 |
CN |
42,4 |
|
TR |
145,7 |
|
US |
109,4 |
|
ZZ |
86,7 |
(1) Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1833/2006 van de Commissie (PB L 354 van 14.12.2006, blz. 19). De code „ZZ” staat voor „andere oorsprong”.
4.12.2007 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 316/3 |
VERORDENING (EG) Nr. 1416/2007 VAN DE COMMISSIE
van 3 december 2007
houdende vaststelling van de uiterste datum voor de indiening van aanvragen voor steun voor de particuliere opslag in de sector varkensvlees
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EEG) nr. 2759/75 van de Raad van 29 oktober 1975 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector varkensvlees (1), en met name op artikel 4, lid 6,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De steun voor de particuliere opslag die wordt verleend op grond van Verordening (EG) nr. 1267/2007 van de Commissie van 26 oktober 2007 betreffende de bijzondere voorwaarden voor de toekenning van steun voor de particuliere opslag in de sector varkensvlees (2), heeft een gunstig effect gehad op de varkensmarkt en verwacht mag worden dat de prijzen voor varkensvlees zich tijdelijk zullen stabiliseren. Derhalve moet de steun voor de particuliere opslag van varkensvlees worden beëindigd. |
(2) |
Het Comité van beheer voor varkensvlees heeft geen advies uitgebracht binnen de door zijn voorzitter vastgestelde termijn, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De uiterste datum voor het indienen van aanvragen voor steun voor de particuliere opslag in de sector varkensvlees is 4 december 2007.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 4 december 2007.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 3 december 2007.
Voor de Commissie
Mariann FISCHER BOEL
Lid van de Commissie
(1) PB L 282 van 1.11.1975, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1913/2005 (PB L 307 van 25.11.2005, blz. 2).
(2) PB L 283 van 27.10.2007, blz. 53.
4.12.2007 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 316/4 |
VERORDENING (EG) Nr. 1417/2007 VAN DE COMMISSIE
van 28 november 2007
tot indeling van bepaalde goederen in de gecombineerde nomenclatuur
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (1), en met name op artikel 9, lid 1, onder a),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Om de uniforme toepassing te waarborgen van de gecombineerde nomenclatuur die als bijlage bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 is gevoegd, dienen bepalingen te worden vastgesteld voor de indeling van de in de bijlage bij de onderhavige verordening opgenomen goederen. |
(2) |
Bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 zijn de algemene regels voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur vastgesteld. Deze regels zijn ook van toepassing op iedere andere nomenclatuur die, geheel of gedeeltelijk of met toevoeging van onderverdelingen, de gecombineerde nomenclatuur overneemt en die bij specifieke communautaire voorschriften is vastgesteld voor de toepassing van tarief- of andere maatregelen in het kader van het goederenverkeer. |
(3) |
Met toepassing van genoemde algemene regels, dienen de in kolom 1 van de tabel omschreven goederen die zijn opgenomen in de bijlage te worden ingedeeld onder de daarmee corresponderende GN-codes die zijn vermeld in kolom 2, op grond van de motiveringen die zijn opgenomen in kolom 3 van voornoemde tabel. |
(4) |
Het is wenselijk dat een beroep kan worden gedaan op een door de douaneautoriteiten van de lidstaten verstrekte bindende tariefinlichting betreffende de indeling van goederen in de gecombineerde nomenclatuur die niet in overeenstemming is met de bepalingen van onderhavige verordening, door de rechthebbende, gedurende drie maanden, overeenkomstig de bepalingen van artikel 12, lid 6, van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (2). |
(5) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité douanewetboek, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De goederen omschreven in kolom 1 van de in de bijlage opgenomen tabel worden in de gecombineerde nomenclatuur ingedeeld onder de corresponderende GN-codes vermeld in kolom 2 van voornoemde tabel.
Artikel 2
Op de door de douaneautoriteiten van de lidstaten verstrekte bindende tariefinlichting die niet in overeenstemming is met de bepalingen van de onderhavige verordening, kan gedurende drie maanden, overeenkomstig de bepalingen van artikel 12, lid 6, van Verordening (EEG) nr. 2913/92, een beroep worden gedaan.
Artikel 3
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 28 november 2007.
Voor de Commissie
László KOVÁCS
Lid van de Commissie
(1) PB L 256 van 7.9.1987, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1352/2007 van de Commissie (PB L 303 van 21.11.2007, blz. 3).
(2) PB L 302 van 19.10.1992, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1791/2006 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 363 van 20.12.2006, blz. 1).
BIJLAGE
Omschrijving |
Indeling (GN-code) |
Motivering |
||||||||||||||
(1) |
(2) |
(3) |
||||||||||||||
|
3926 90 97 |
De indeling is vastgesteld op basis van de algemene regels 1, 3 (b) en 6 voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur, en de tekst van de GN-codes 3926, 3926 90 en 3926 90 97. De artikelen, zoals aangeboden, vormen een set in de betekenis van algemene indelingsregel 3 (b). De set bestaat niet uit manicure producten van onderverdeling 3304 30 00 omdat het kunstnagels bevat die op de vingernagels moeten worden gehecht en geen preparaten bevat voor de verzorging van de hand en natuurlijke nagels (zie de GS-toelichting op post 3304, onder B). De set bestaat uit verschillende artikelen en moet worden ingedeeld in onderverdeling 3926 90 97 op grond van de kunstnagels die het wezenlijke karakter van de set verlenen. |
||||||||||||||
|
3926 90 97 |
De indeling is vastgesteld op basis van de algemene regels 1 en 6 voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur, en de tekst van de GN-codes 3926, 3926 90 en 3926 90 97. De producten worden niet aangemerkt manicure producten te bevatten van onderverdeling 3304 30 00, omdat het kunstnagels bevat die op de vingernagels moeten worden gehecht en geen preparaten bevat voor de verzorging van de hand en natuurlijke nagels (zie de GS-toelichting op post 3304, onder B). Zij moeten daarom naar aard en samenstelling worden ingedeeld als overige artikelen van kunststof in onderverdeling 3926 90 97. |
||||||||||||||
|
3506 10 00 |
De indeling is vastgesteld op basis van de algemene regels 1 en 6 voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur en de tekst van de GN-codes 3506 en 3506 10 00. Het product kan niet worden aangemerkt als manicure of pedicure bereidingen van post 3304. Het product is een lijm volgens de tekst van post 3506. |
4.12.2007 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 316/6 |
VERORDENING (EG) Nr. 1418/2007 VAN DE COMMISSIE
van 29 november 2007
betreffende de uitvoer, met het oog op terugwinning, van bepaalde in bijlage III of III A bij Verordening (EG) nr. 1013/2006 van het Europees Parlement en de Raad genoemde afvalstoffen naar bepaalde landen waarop het OESO-besluit betreffende het toezicht op de grensoverschrijdende overbrenging van afvalstoffen niet van toepassing is
(Voor de EER relevante tekst)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1013/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2006 betreffende de overbrenging van afvalstoffen (1), en met name op artikel 37, lid 2, derde alinea,
Na overleg met de betrokken landen,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De Commissie heeft in overeenstemming met artikel 37, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1013/2006 een schriftelijk verzoek gezonden aan elk van de landen waarop Besluit C(2001) 107 def. van de OESO-Raad inzake de herziening van Besluit C(1992) 39 def. betreffende het toezicht op de grensoverschrijdende overbrenging van afvalstoffen bestemd voor handelingen ter nuttige toepassing niet van toepassing is, opdat zij schriftelijk bevestigen dat de in bijlage III of III A genoemde afvalstoffen waarvan de uitvoer niet is verboden krachtens artikel 36, met het oog op terugwinning vanuit de Gemeenschap naar hun land mogen worden uitgevoerd en aangeven welke controleprocedure in het land van bestemming in dat geval van toepassing is. |
(2) |
Elk land werd verzocht aan te geven of het met betrekking tot die afvalstoffen had gekozen voor een verbod of voor een voorafgaande schriftelijke kennisgeving en toestemming, dan wel of het geen controle uitoefent. |
(3) |
Overeenkomstig artikel 37, lid 2, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 1013/2006 moest de Commissie vóór de datum van toepassing van die verordening een verordening vaststellen waarin rekening werd gehouden met alle ontvangen antwoorden. De Commissie heeft Verordening (EG) nr. 801/2007 (2) vastgesteld. Sinds die datum ontvangen verdere antwoorden en verduidelijkingen laten beter zien hoe met de antwoorden van de landen van bestemming rekening moet worden gehouden. |
(4) |
De Commissie heeft nu antwoorden op haar schriftelijke verzoeken ontvangen van Algerije, Andorra, Argentinië, Bangladesh, Belarus, Benin, Botswana, Brazilië, Chili, China, Chinees Taipei, Costa Rica, Cuba, Egypte, Filipijnen, Georgië, Guyana, Hongkong (China), India, Indonesië, Israël, Ivoorkust, Kenia, Kirgizstan, Kroatië, Libanon, Liechtenstein, Macau (China), Malawi, Maleisië, Mali, Marokko, Moldavië, Oman, Pakistan, Paraguay, Peru, de Russische Federatie, Seychellen, Sri Lanka, Thailand, Tunesië, Vietnam en Zuid-Afrika. |
(5) |
Sommige landen hebben geen schriftelijke bevestiging gestuurd dat vanuit de Gemeenschap afvalstoffen naar hen kunnen worden gestuurd met het oog op terugwinning. Overeenkomstig artikel 37, lid 2, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 1013/2006 moeten die landen derhalve worden geacht te hebben gekozen voor een procedure met voorafgaande schriftelijke kennisgeving en toestemming. |
(6) |
Sommige landen hebben in hun antwoorden aangegeven dat zij voornemens waren controleprocedures volgens hun nationale wetgeving te volgen die afwijken van die van artikel 37, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1013/2006. Bovendien is overeenkomstig artikel 37, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1013/2006 artikel 18 van die verordening mutatis mutandis op deze overbrengingen van toepassing, tenzij voor het afval ook een procedure met voorafgaande schriftelijke kennisgeving en toestemming geldt. |
(7) |
Verordening (EG) nr. 801/2007 moet dienovereenkomstig worden gewijzigd. Voor de duidelijkheid en gezien het aantal aan te brengen wijzigingen is het dienstig dat die verordening wordt ingetrokken en door deze verordening wordt vervangen. Afval dat in Verordening (EG) nr. 801/2007 beschouwd wordt als afval dat in het land van bestemming aan geen controle onderworpen is maar waarvoor krachtens deze verordening een voorafgaande kennisgeving en toestemming vereist is, moet gedurende een overgangsperiode van 60 dagen na de inwerkingtreding beschouwd blijven worden als afval dat in het land van bestemming aan geen controle onderworpen is, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De uitvoer voor terugwinning van in bijlage III of III A bij Verordening (EG) nr. 1013/2006 opgenomen afval, die niet is verboden krachtens artikel 36 van die verordening, naar bepaalde landen waarop Besluit C(2001) 107 def. van de OESO-Raad inzake de herziening van Besluit C(1992) 39 def. betreffende het toezicht op de grensoverschrijdende overbrenging van afvalstoffen bestemd voor handelingen ter nuttige toepassing niet van toepassing is, vindt plaats volgens de in de bijlage vastgestelde procedures.
Artikel 2
Verordening (EG) nr. 801/2007 wordt ingetrokken.
Artikel 3
Deze verordening treedt in werking op de veertiende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing met ingang van de datum van inwerkingtreding.
Verordening (EG) nr. 801/2007 blijft echter gedurende 60 dagen na die datum van toepassing op in kolom c) van de bijlage bij die verordening opgenomen afval dat is opgenomen in kolom b) of in de kolommen b) en d) van de bijlage bij deze verordening.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 29 november 2007.
Voor de Commissie
Peter MANDELSON
Lid van de Commissie
(1) PB L 190 van 12.7.2006, blz. 1.
(2) PB L 179 van 7.7.2007, blz. 6.
BIJLAGE
De letters a), b), c) en d) boven de kolommen in deze bijlage betekenen:
a) |
verbod; |
b) |
voorafgaande schriftelijke kennisgeving en toestemming, als beschreven in artikel 35 van Verordening (EG) nr. 1013/2006; |
c) |
geen controle in het land van bestemming; |
d) |
er zullen in het land van bestemming volgens het toepasselijke nationale recht andere controleprocedures worden gevolgd. Voor het in kolom c) opgenomen afval zijn de in artikel 18 van Verordening (EG) nr. 1013/2006 vastgestelde algemene informatievoorschriften mutatis mutandis van toepassing, tenzij het afval ook is opgenomen in kolom b). |
Wanneer twee codes door een streepje worden gescheiden, betekent dit dat de rubriek de twee codes en alle tussenliggende codes omvat.
Wanneer twee codes door een puntkomma worden gescheiden, betekent dit dat de rubriek de twee codes in kwestie omvat.
Algerije
a) |
b) |
c) |
d) |
||||||
alleen als het frame asbest kan bevatten |
behalve wanneer het frame asbest kan bevatten |
|
behalve wanneer het frame asbest kan bevatten |
||||||
als geen analyse is voorgelegd waaruit blijkt dat het afval niet gevaarlijk is |
als een analyse is voorgelegd waaruit blijkt dat het afval niet gevaarlijk is |
|
als een analyse is voorgelegd waaruit blijkt dat het afval niet gevaarlijk is |
||||||
als geen analyse is voorgelegd waaruit blijkt dat het afval niet gevaarlijk is |
als een analyse is voorgelegd waaruit blijkt dat het afval niet gevaarlijk is |
|
als een analyse is voorgelegd waaruit blijkt dat het afval niet gevaarlijk is |
||||||
|
|
|
alle andere afvalstoffen, opgenomen in bijlage III bij Verordening (EG) nr. 1013/2006 |
Andorra
a) |
b) |
c) |
d) |
alle afvalstoffen, opgenomen in bijlage III bij Verordening (EG) nr. 1013/2006 |
|
|
|
Argentinië
a) |
b) |
c) |
d) |
||||||||
|
B1010 |
|
|
||||||||
B1020 |
|
|
|
||||||||
|
B1030-B1050 |
|
|
||||||||
B1060 |
|
|
|
||||||||
|
B1070-B1130 |
|
|
||||||||
B1140 |
|
|
|
||||||||
|
B1150-B1170 |
|
|
||||||||
B1180; B1190 |
|
|
|
||||||||
|
B1200-B1230 |
|
|
||||||||
B1240 |
|
|
|
||||||||
|
B1250-B2110 |
|
|
||||||||
B2120; B2130 |
|
|
|
||||||||
uit B3010:
|
uit B3010: alle andere afvalstoffen |
|
|
||||||||
uit B3020:
|
uit B3020: alle andere afvalstoffen |
|
|
||||||||
|
B3030; B3035 |
|
B3030; B3035 |
||||||||
|
B3040; B3050 |
|
|
||||||||
|
B3060 |
|
B3060 |
||||||||
|
B3065 |
|
|
||||||||
uit B3070:
|
uit B3070: alle andere afvalstoffen |
|
B3070 |
||||||||
|
B3080-B3110 |
|
|
||||||||
|
B3120 |
|
B3120 |
||||||||
B3130-B4020 |
|
|
|
||||||||
|
B4030 |
|
|
||||||||
|
|
|
|
||||||||
|
GC010 |
|
|
||||||||
GC020 |
|
|
|
||||||||
|
|
|
|
||||||||
|
GC050 |
|
|
||||||||
|
|
|
|
||||||||
|
GF010 |
|
|
||||||||
|
|
|
|
||||||||
|
|
|
|
||||||||
|
|
|
|
||||||||
|
|
|
|
||||||||
|
|
|
|
||||||||
|
|
|
|
Bangladesh
a) |
b) |
c) |
d) |
||||||
uit B1010: alle andere afvalstoffen |
|
|
uit B1010:
|
||||||
B1020-B2130 |
|
|
|
||||||
uit B3010: alle andere afvalstoffen |
|
|
uit B3010:
|
||||||
uit B3020: alle andere afvalstoffen |
|
|
uit B3020:
|
||||||
B3030-B4030 |
|
|
|
||||||
|
|
|
|
||||||
GC010 |
|
|
|
||||||
GC020 |
|
|
|
||||||
|
|
|
|
||||||
GC050 |
|
|
|
||||||
|
|
|
|
||||||
GF010 |
|
|
|
||||||
|
|
|
|
||||||
|
|
|
|
||||||
|
|
|
|
||||||
|
|
|
|
||||||
|
|
|
|
||||||
|
|
|
|
Belarus
a) |
b) |
c) |
d) |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
uit B1010:
|
uit B1010: alle andere afvalstoffen |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
uit B1020:
|
uit B1020: alle andere afvalstoffen |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
uit B1030: alleen vanadiumstof |
uit B1030: alle afvalstoffen met uitzondering van afval dat vanadiumstof bevat |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
uit B1031: alleen titaniumstof |
uit B1031: alle afvalstoffen met uitzondering van afval dat titaniumstof bevat |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
B1040; B1050 |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
B1060 |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
B1070 |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
B1080 |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
B1090 |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
B1100; B1115 |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
uit B1120:
|
uit B1120:
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
B1130-B1170 |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
B1180 |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
B1190 |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
B1200-B1240 |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
B1250 |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
B2010 |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
B2020 |
uit B2020: alleen afval dat geen door Belarus te specificeren stoffen bevat |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
B2030 |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
uit B2040:
|
uit B2040:
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
B2060; B2070 |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
B2080; B2090 |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
B2100; B2110 |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
uit B2120: alleen afgewerkte zure of basische oplossingen die door Belarus gespecificeerde stoffen bevatten |
uit B2120: alle afvalstoffen, met uitzondering van afgewerkte zure of basische oplossingen die door Belarus gespecificeerde stoffen bevatten |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
B2130 |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
uit B3010:
|
uit B3010:
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
B3020 |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
uit B3030:
|
uit B3030: alle andere afvalstoffen |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
B3035 |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
B3040 |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
B3050 |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
uit B3060:
|
uit B3060: alle andere afvalstoffen |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
B3065 |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
uit B3070:
|
uit B3070: alle andere afvalstoffen |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
B3080-B3100 |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
B3110; B3120 |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
B3130; B3140 |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
B4010-B4030 |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
uit GB040 7112 2620 30 2620 90: alleen galvanische slak die koper bevat |
|
uit GB040: 7112 2620 30 2620 90 alleen slak afkomstig van de behandeling van edele metalen |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
GC010 |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
GC020 |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
GC050 |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Alleen glasvezelafval dat soortgelijke fysico-chemische eigenschappen bezit als asbest |
|
alle afvalstoffen met uitzondering van glasvezelafval dat soortgelijke fysico-chemische eigenschappen bezit als asbest |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
GF010 |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
|
Benin
a) |
b) |
c) |
d) |
alle afvalstoffen, opgenomen in bijlage III bij Verordening (EG) nr. 1013/2006 |
|
|
|
Botswana
a) |
b) |
c) |
d) |
|
alle afvalstoffen, opgenomen in bijlage III bij Verordening (EG) nr. 1013/2006 |
|
|
Brazilië
a) |
b) |
c) |
d) |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
uit B1010:
|
uit B1010:
|
uit B1010:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
B1020-B1040 |
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
B1050 |
|
B1050 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
B1060 |
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
B1070; B1080 |
|
B1070; B1080 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
B1090 |
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
uit B1100:
|
uit B1100:
|
uit B1100:
|
uit B1100:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
B1115 |
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
B1120; B1130 |
|
B1120; B1130 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
B1140 |
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
B1150; B1160 |
|
B1150; B1160 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
B1170-B1190 |
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
B1180 |
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
B1200-B1250 |
|
B1200-B1250 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
B2010; B2020 |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
uit B2030:
|
uit B2030: alle andere afvalstoffen |
uit B2030:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
uit B2040:
|
uit B2040:
|
uit B2040: alle andere afvalstoffen |
uit B2040:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
B2060 |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
B2070-B2110 |
|
B2070-B2110 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
B2120; B2130 |
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
B3010; B3020 |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
uit B3030:
|
uit B3030: alle andere afvalstoffen |
|
uit B3030: alle andere afvalstoffen |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
B3035 |
|
B3035 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
B3040 |
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
B3050-B3065 |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
B3060 |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
uit B3070:
|
|
uit B3070:
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
B3080; B3090 |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
B3100-B3120 |
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
B3130 |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
B3140-B4030 |
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
GC010 |
|
GC010 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
GC020 |
|
GC020 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
GC050 |
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
GF010 |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
|
Chili
a) |
b) |
c) |
d) |
||
|
|
|
B1010 |
||
|
|
|
B1031 |
||
|
|
|
B1050 |
||
|
|
|
B1070; B1080 |
||
|
|
|
B1115 |
||
|
|
|
B1250 |
||
|
|
|
B2060 |
||
|
|
|
B2130 |
||
|
|
|
B3010 |
||
|
|
|
B3030 |
||
|
|
|
B3035 |
||
|
|
|
B3060; B3065 |
||
|
|
|
|
||
|
|
|
GC010 |
||
|
|
|
GC020 |
||
|
|
|
|
||
|
|
|
GC050 |
||
|
|
|
|
||
|
|
|
GF010 |
||
|
|
|
|
||
|
|
|
|
||
|
|
|
|
||
|
|
|
|
||
|
|
|
|
||
|
|
|
|
||
|
|
alle andere afvalstoffen, opgenomen in bijlage III bij Verordening (EG) nr. 1013/2006 |
|
China
a) |
b) |
c) |
d) |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
uit B1010:
|
|
|
uit B1010:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
uit B1020: alle andere afvalstoffen |
|
|
uit B1020:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
B1030 |
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
uit B1031: alle andere afvalstoffen |
|
|
uit B1031: wolfraam, titaan, tantaal |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
B1040 |
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
B1050 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
B1060 |
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
B1070; B1080 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
B1090 |
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
uit B1100: alle andere afvalstoffen |
|
|
uit B1100:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
B1115 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
uit B1120:
|
|
|
uit B1120: alle andere afvalstoffen |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
B1130-B1200 |
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
B1210 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
B1220 |
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
B1230 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
B1240 |
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
B1250 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
B2010; B2020 |
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
uit B2030:
|
|
|
uit B2030:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
B2040-B2130 |
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
uit B3010:
|
|
|
uit B3010:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
B3020 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
uit B3030: alle andere |
|
|
uit B3030:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
B3035; B3040 |
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
B3050 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
uit B3060: alle andere |
|
|
uit B3060:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
B3065-B4030 |
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
alle andere afvalstoffen |
|
|
alleen slak afkomstig van de behandeling van koper |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
GC010 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
uit GC020: alle andere afvalstoffen |
|
|
uit GC020: alleen afvaldraad, motorschroot |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
GC050 |
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
GF010 |
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
|
Chinees Taipei
a) |
b) |
c) |
d) |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
uit B1010:
|
|
uit B1010:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
B1020-B1031 |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
B1040 |
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
B1050-B1090 |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
uit B1100:
|
|
uit B1100:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
B1115; B1120 |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
B1130 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
B1140-B1220 |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
B1230 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
B1240 |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
B1250 |
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
B2010-B2030 |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
uit B2040: alle andere afvalstoffen |
|
uit B2040:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
B2060-B2130 |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
uit B3010:
|
|
uit B3010: alle andere afvalstoffen |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
B3020 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
B3030; B3035 |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
B3040; B3050 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
B3060-B4030 |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
GC010 |
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
GC020 |
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
GC050 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
GF010 |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
|
Costa Rica
a) |
b) |
c) |
d) |
alle afvalstoffen, opgenomen in bijlage III bij Verordening (EG) nr. 1013/2006 |
|
|
|
Cuba
a) |
b) |
c) |
d) |
|
|
alle afvalstoffen, opgenomen in bijlage III bij Verordening (EG) nr. 1013/2006 |
|
Egypte
a) |
b) |
c) |
d) |
||
uit B1010:
|
|
|
uit B1010: alle andere afvalstoffen |
||
B1020-B1040 |
|
|
|
||
|
B1050-B1070 |
|
|
||
B1080-B1140 |
|
|
|
||
|
B1150 |
|
|
||
B1160-B1190 |
|
|
|
||
|
|
|
B1220; B1230 |
||
|
B1240 |
|
|
||
|
|
|
B1250 |
||
B2010; B2020 |
|
|
|
||
|
B2030 |
|
|
||
uit B2040:
|
uit B2040: alle andere afvalstoffen |
|
|
||
|
B2060-B2080 |
|
|
||
B2090 |
|
|
|
||
|
B2100-B2110 |
|
|
||
B2120 |
|
|
|
||
|
B2130 |
|
|
||
B3010 |
|
|
|
||
uit B3020: oud papier en karton
2. ongesorteerd afval |
uit B3020: alle andere afvalstoffen |
|
|
||
|
B3030-B3110 |
|
|
||
B3120 |
|
|
|
||
|
B3130-B4030 |
|
|
||
|
|
|
|
||
GC010 |
|
|
|
||
GC020 |
|
|
|
||
|
|
|
|
||
GC050 |
|
|
|
||
|
|
|
|
||
|
GF010 |
|
|
||
|
|
|
|
||
|
|
|
|
||
|
|
|
|
||
|
|
|
|
||
|
|
|
|
||
|
|
|
|
Filipijnen
a) |
b) |
c) |
d) |
||||
uit B1010:
|
uit B1010: alle andere afvalstoffen |
|
|
||||
uit B1020:
|
uit B1020: alle andere afvalstoffen |
|
|
||||
|
B1030-B1115 |
|
|
||||
uit B1120:
|
uit B1120: alle andere afvalstoffen |
|
|
||||
|
B1130-B1150 |
|
|
||||
B1160; B1170 |
|
|
|
||||
|
B1180-B1220 |
|
|
||||
B1230; B1240 |
|
|
|
||||
|
B1250 |
|
|
||||
B2010 |
|
|
|
||||
|
|
B2020 |
|
||||
|
uit B2030:
|
uit B2030:
|
|
||||
|
B2040 |
|
|
||||
B2060 |
|
|
|
||||
|
B2070-B3010 |
|
|
||||
|
|
B3020-B3050 |
|
||||
|
B3060-B3070 |
|
|
||||
|
|
B3080 |
|
||||
|
B3090-B3140 |
|
|
||||
B4010; B4020 |
|
|
|
||||
|
B4030 |
|
|
||||
|
|
|
|
||||
|
GC010 |
|
|
||||
|
GC020 |
|
|
||||
|
|
|
|
||||
|
GC050 |
|
|
||||
|
|
|
|
||||
|
|
GF010 |
|
||||
|
|
|
|
||||
|
|
|
|
||||
|
|
|
|
||||
|
|
|
|
||||
|
|
|
|
||||
|
|
|
|
Georgië
a) |
b) |
c) |
d) |
||
|
|
B1010; B1020 |
|
||
|
B1030 |
|
|
||
B1031-B1080 |
|
|
|
||
|
B1090 |
|
|
||
B1100; B1115 |
|
|
|
||
|
B1120-B2130 |
|
|
||
|
|
B3010-B3030 |
|
||
|
B3035 |
|
|
||
B3040 |
|
|
|
||
|
|
B3050 |
|
||
|
B3060; B3065 |
|
|
||
B3070; B3080 |
|
|
|
||
|
B3090-B3110 |
|
|
||
B3120-B4010 |
|
|
|
||
|
|
|
|
||
|
B4020 |
|
|
||
B4030 |
|
|
|
||
|
|
|
|
||
GC010 |
|
|
|
||
GC020 |
|
|
|
||
|
|
|
|
||
GC050 |
|
|
|
||
|
|
|
|
||
GF010 |
|
|
|
||
|
|
|
|
||
|
|
|
|
||
|
|
|
|
||
|
|
|
|
||
|
|
|
|
||
|
|
|
|
Guyana
a) |
b) |
c) |
d) |
|
|
|
alle afvalstoffen, opgenomen in bijlage III bij Verordening (EG) nr. 1013/2006 |
Hongkong (China)
a) |
b) |
c) |
d) |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
uit B1010:
|
|
|
uit B1010: alle andere afvalstoffen |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
B1020 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
B1030-B1040 |
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
B1050 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
B1060-B1090 |
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
uit B1100:
|
|
|
uit B1100: alle andere afvalstoffen |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
B1115 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
uit B1120:
|
|
|
uit B1120: alle andere afvalstoffen |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
B1130 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
B1140-B1190 |
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
B1200 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
B1210; B1220 |
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
B1230 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
B1240 |
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
B1250-B2060 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
B2070; B2080 |
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
B2090 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
B2100-B2130 |
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
uit B3010:
|
|
|
uit B3010:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
B3020; B3030 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
B3035 |
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
B3040-B3060 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
B3065 |
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
B3070-B3090 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
B3100-B3130 |
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
B3140 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
B4010-B4030 |
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
GC010 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
GC020 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
GC050 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
GF010 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
|
India
a) |
b) |
c) |
d) |
||||||||||||||
|
|
|
uit B1010:
|
||||||||||||||
|
|
B1020 |
|
||||||||||||||
|
uit B3010: alle andere afvalstoffen |
uit B3010:
|
|
||||||||||||||
|
|
B3020 |
|
||||||||||||||
|
uit B3030: alle andere afvalstoffen |
|
uit B3030:
|
||||||||||||||
|
alle andere afvalstoffen, opgenomen in bijlage III bij Verordening (EG) nr. 1013/2006 |
|
|
Indonesië
a) |
b) |
c) |
d) |
||||
|
|
|
B1010; B1020 |
||||
B1030-B1100 |
|
|
|
||||
|
|
|
B1115 |
||||
B1120-B2010 |
|
|
|
||||
|
|
|
B2020 |
||||
uit B2030:
|
|
|
uit B2030:
|
||||
uit B2040: alle andere afvalstoffen |
|
|
B2040:
|
||||
B2060-B3010 |
|
|
|
||||
|
|
|
B3020 |
||||
uit B3030:
|
|
|
uit B3030: alle andere afvalstoffen |
||||
B3035 |
|
|
|
||||
|
|
|
B3040-B3090 |
||||
B3100-B3130 |
|
|
|
||||
|
|
|
B3140 |
||||
B4010-B4030 |
|
|
|
||||
|
|
|
|
||||
|
|
|
GC010 |
||||
|
|
|
GC020 |
||||
|
|
|
|
||||
GC050 |
|
|
|
||||
|
|
|
|
||||
|
|
|
GF010 |
||||
|
|
|
|
||||
|
|
|
|
||||
|
|
|
|
||||
|
|
|
|
||||
|
|
|
|
||||
|
|
|
|
Israël
a) |
b) |
c) |
d) |
|
|
|
alle afvalstoffen, opgenomen in bijlage III bij Verordening (EG) nr. 1013/2006 |
Ivoorkust
a) |
b) |
c) |
d) |
||
|
|
|
B1250 |
||
|
|
|
uit B3030:
|
||
|
|
|
B3140 |
||
alle andere afvalstoffen, opgenomen in bijlage III bij Verordening (EG) nr. 1013/2006 |
|
|
|
Kenia
a) |
b) |
c) |
d) |
||||||||||||||||||||||||
|
B1010-B1030 |
|
|
||||||||||||||||||||||||
B1031 |
|
|
|
||||||||||||||||||||||||
|
B1040-B1080 |
|
|
||||||||||||||||||||||||
B1090 |
|
|
|
||||||||||||||||||||||||
uit B1100:
|
uit B1110:
|
|
|
||||||||||||||||||||||||
uit B1120: alle andere afvalstoffen |
uit B1120:
|
|
|
||||||||||||||||||||||||
B1130-B2130 |
|
|
|
||||||||||||||||||||||||
|
B3010 |
|
|
||||||||||||||||||||||||
B3020 |
|
|
|
||||||||||||||||||||||||
uit B3030:
|
uit B3030: alle andere afvalstoffen |
|
|
||||||||||||||||||||||||
B3035-B3130 |
|
|
|
||||||||||||||||||||||||
|
B3140 |
|
|
||||||||||||||||||||||||
B4010-B4030 |
|
|
|
||||||||||||||||||||||||
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||||
GC010 |
|
|
|
||||||||||||||||||||||||
GC020 |
|
|
|
||||||||||||||||||||||||
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||||
GC050 |
|
|
|
||||||||||||||||||||||||
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||||
GF010 |
|
|
|
||||||||||||||||||||||||
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||||
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||||
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||||
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||||
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||||
|
|
|
|
Kirgizstan
a) |
b) |
c) |
d) |
|
|
|
alle afvalstoffen, opgenomen in bijlage III bij Verordening (EG) nr. 1013/2006 |
Kroatië
a) |
b) |
c) |
d) |
|
alle afvalstoffen, opgenomen in bijlage III bij Verordening (EG) nr. 1013/2006 |
|
alle afvalstoffen, opgenomen in bijlage III bij Verordening (EG) nr. 1013/2006 |
Libanon
a) |
b) |
c) |
d) |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
uit B1010:
|
uit B1010: alle andere afvalstoffen |
|
B1010 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
B1020-B1090 |
|
|
B1020-B1090 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
uit B1100:
|
uit B1100:
|
|
B1100 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
B1115 |
|
B1115 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
B1120-B1140 |
|
|
B1120-B1140 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
B1150-B2030 |
|
B1150-B2030 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
uit B2040: alle andere afvalstoffen |
uit B2040:
|
|
B2040 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
B2060-B2130 |
|
|
B2060-B2130 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
uit B3010:
|
uit B3010:
|
|
B3010: |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
B3020-B3130 |
|
B3020-B3130 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
B3140 |
|
|
B3140 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
B4010-B4030 |
|
B4010-B4030 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
GC010 |
|
GC010 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
GC020 |
|
GC020 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
GC050 |
|
|
GC050 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
GF010 |
|
GF010 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
|
Liechtenstein
a) |
b) |
c) |
d) |
|
|
|
alle afvalstoffen, opgenomen in bijlage III bij Verordening (EG) nr. 1013/2006 |
Macau (China)
a) |
b) |
c) |
d) |
alle afvalstoffen, opgenomen in bijlage III bij Verordening (EG) nr. 1013/2006 |
|
|
|
Malawi
a) |
b) |
c) |
d) |
alle afvalstoffen, opgenomen in bijlage III bij Verordening (EG) nr. 1013/2006 |
|
|
|
Maleisië
a) |
b) |
c) |
d) |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
uit B1010:
|
uit B1010:
|
uit B1010:
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
B1020-B1100 |
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
B1115 |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
B1120-B1140 |
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
B1150 |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
B1160-B1190 |
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
B1200; B1210 |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
B1220-B1240 |
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
B1250-B2030 |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
uit B2040:
|
|
uit B2040: alle andere afvalstoffen |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
B2060 |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
B2070; B2080 |
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
B2090 |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
B2100 |
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
B2110-B2130 |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
B3010 |
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
B3020-B3035 |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
B3040 |
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
uit B3050:
|
uit B3050:
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
uit B3060:
|
|
uit B3060:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
B3065-B3140 |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
B4010 |
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
B4020 |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
B4030 |
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
GC010 |
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
GC020 |
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
GC050 |
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
GF010 |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
|
Mali
a) |
b) |
c) |
d) |
||||
uit B1010: alle andere afvalstoffen |
uit B1010:
|
|
|
||||
|
B1020 |
|
|
||||
B1030-B1040 |
|
|
|
||||
|
B1050 |
|
|
||||
B1060 |
|
|
|
||||
|
B1070; B1080 |
|
|
||||
B1090-B1120 |
|
|
|
||||
|
B1130 |
|
|
||||
B1140-B2030 |
|
|
|
||||
uit B2040: alle andere afvalstoffen |
uit B2040:
|
|
|
||||
|
B2060 |
|
|
||||
B2070-B2100 |
|
|
|
||||
|
B2110; B2120 |
|
|
||||
B2130-B4030 |
|
|
|
||||
|
|
|
|
||||
GC010 |
|
|
|
||||
GC020 |
|
|
|
||||
|
|
|
|
||||
GC050 |
|
|
|
||||
|
|
|
|
||||
GF010 |
|
|
|
||||
|
|
|
|
||||
|
|
|
|
||||
|
|
|
|
||||
|
|
|
|
||||
|
|
|
|
||||
|
|
|
|
Marokko
a) |
b) |
c) |
d) |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
uit B1010:
|
|
uit B1010:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
uit B1020:
|
|
uit B1020:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
B1030-B1200 |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
B1210 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
B1220-B1250 |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
B2010-B2020 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
uit B2030:
|
|
uit B2030:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
B2040-B2130 |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
uit B3010:
|
|
uit B3010:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
B3020-B3050 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
uit B3060: alle andere afvalstoffen |
|
uit B3060:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
B3065 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
B3070-B4030 |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
GC010 |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
GC020 |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
GC050 |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
GF010 |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
|
Moldavië
a) |
b) |
c) |
d) |
||||||
uit B3020: alle andere afvalstoffen |
uit B3020:
|
|
|
||||||
alle andere afvalstoffen, opgenomen in bijlage III bij Verordening (EG) nr. 1013/2006 |
|
|
|
Oman
a) |
b) |
c) |
d) |
||
uit B1010: alle andere |
uit B1010:
|
|
|
||
alle andere afvalstoffen, opgenomen in bijlage III bij Verordening (EG) nr. 1013/2006 |
|
|
|
Pakistan
a) |
b) |
c) |
d) |
||
uit B3060:
|
|
|
|
||
B3140 |
|
|
|
||
uit GN010 ex 0502 00: afval van haar van varkens of van wilde zwijnen |
|
|
|
||
|
|
|
alle andere afvalstoffen, opgenomen in bijlage III bij Verordening (EG) nr. 1013/2006 |
Paraguay
a) |
b) |
c) |
d) |
|
|
alle afvalstoffen, opgenomen in bijlage III bij Verordening (EG) nr. 1013/2006 |
|
Peru
a) |
b) |
c) |
d) |
||||||||||||||||||||||||||
|
uit B3030:
|
|
uit B3030:
|
||||||||||||||||||||||||||
|
uit B3060:
|
|
uit B3060: alle andere afvalstoffen |
||||||||||||||||||||||||||
|
uit B3065: afval van spijsoliën en -vetten van dierlijke oorsprong (bv. frituurolie), mits deze geen [gevaarlijk] kenmerk van bijlage III van het Verdrag van Bazel vertonen |
|
uit B3065: afval van spijsoliën en -vetten van plantaardige oorsprong (bv. frituurolie), mits deze geen [gevaarlijk] kenmerk van bijlage III van het Verdrag van Bazel vertonen |
||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
alle andere afvalstoffen, opgenomen in bijlage III bij Verordening (EG) nr. 1013/2006 |
Russische Federatie
a) |
b) |
c) |
d) |
||||||
|
B1010-B2120 |
|
B1010-B2120 |
||||||
B2130 |
|
|
|
||||||
|
B3010-B3030 |
|
B3010-B3030 |
||||||
B3035; B3040 |
|
|
|
||||||
|
B3050-B3070 |
|
B3050-B3070 |
||||||
B3080 |
|
|
|
||||||
|
B3090 |
|
B3090 |
||||||
B3100 |
|
|
|
||||||
|
B3110-B3130 |
|
B3110-B3130 |
||||||
B3140 |
|
|
|
||||||
|
B4010-B4030 |
|
B4010-B4030 |
||||||
|
|
|
|
||||||
|
GC010 |
|
GC010 |
||||||
|
GC020 |
|
GC020 |
||||||
|
|
|
|
||||||
|
GC050 |
|
GC050 |
||||||
|
|
|
|
||||||
|
GF010 |
|
GF010 |
||||||
|
|
|
|
||||||
|
|
|
|
||||||
|
|
|
|
||||||
|
|
|
|
||||||
|
|
|
|
||||||
|
|
|
|
Seychellen
a) |
b) |
c) |
d) |
||
|
GF010 |
|
|
||
|
|
|
|
||
|
|
|
|
||
|
|
|
|
||
alle andere afvalstoffen, opgenomen in bijlage III bij Verordening (EG) nr. 1013/2006 |
|
|
|
Sri Lanka
a) |
b) |
c) |
d) |
|
alle afvalstoffen, opgenomen in bijlage III bij Verordening (EG) nr. 1013/2006 |
|
|
Thailand
a) |
b) |
c) |
d) |
||||||||||||||||||
|
|
B1010 |
|
||||||||||||||||||
|
B1020; B1030 |
|
|
||||||||||||||||||
|
|
B1031 |
|
||||||||||||||||||
|
B1040-B1090 |
|
|
||||||||||||||||||
|
uit B1100: alle andere |
uit B1100:
|
|
||||||||||||||||||
|
B1115-B1140 |
|
|
||||||||||||||||||
|
|
B1150 |
|
||||||||||||||||||
|
B1160-B1240 |
|
|
||||||||||||||||||
B1250 |
|
|
|
||||||||||||||||||
|
B2010; B2020 |
|
|
||||||||||||||||||
|
|
B2030 |
|
||||||||||||||||||
|
uit B2040:
|
uit B2040: alle andere afvalstoffen |
|
||||||||||||||||||
|
|
B2060; B2070 |
|
||||||||||||||||||
|
B2080; B2090 |
|
|
||||||||||||||||||
|
|
B2100 |
|
||||||||||||||||||
|
B2110-B2130 |
|
|
||||||||||||||||||
|
uit B3010:
|
uit B3010:
|
|
||||||||||||||||||
|
|
B3020 |
|
||||||||||||||||||
|
uit B3030:
|
uit B3030: alle andere |
|
||||||||||||||||||
|
B3035 |
|
|
||||||||||||||||||
|
uit B3040:
|
uit B3040:
|
|
||||||||||||||||||
|
|
B3050-B3140 |
|
||||||||||||||||||
|
B4010-B4030 |
|
|
||||||||||||||||||
|
|
|
|
||||||||||||||||||
|
GC010 |
|
|
||||||||||||||||||
|
GC020 |
|
|
||||||||||||||||||
|
|
|
|
||||||||||||||||||
|
GC050 |
|
|
||||||||||||||||||
|
|
|
|
||||||||||||||||||
|
|
GF010 |
|
||||||||||||||||||
|
|
|
|
||||||||||||||||||
|
|
|
|
||||||||||||||||||
|
|
|
|
||||||||||||||||||
|
|
|
|
||||||||||||||||||
|
|
|
|
||||||||||||||||||
|
|
|
|
Tunesië
a) |
b) |
c) |
d) |
||||||||||||||||||
|
B1010 |
|
|
||||||||||||||||||
B1020-B1220 |
|
|
|
||||||||||||||||||
|
B1230; B1240 |
|
|
||||||||||||||||||
B1250 |
|
|
|
||||||||||||||||||
|
B2010 |
|
|
||||||||||||||||||
B2020; B2030 |
|
|
|
||||||||||||||||||
uit B2040: alle andere afvalstoffen |
uit B2040:
|
|
|
||||||||||||||||||
B2060-B2130 |
|
|
|
||||||||||||||||||
uit B3010:
|
uit B3010:
|
|
|
||||||||||||||||||
|
B3020 |
|
|
||||||||||||||||||
|
uit B3030: alle andere |
uit B3030:
|
|
||||||||||||||||||
|
B3035-B3065 |
|
|
||||||||||||||||||
uit B3070:
|
uit B3070:
|
|
|
||||||||||||||||||
|
B3080 |
|
|
||||||||||||||||||
B3090-B3130 |
|
|
|
||||||||||||||||||
|
B3140 |
|
|
||||||||||||||||||
B4010-B4030 |
|
|
|
||||||||||||||||||
|
|
|
|
||||||||||||||||||
GC010 |
|
|
|
||||||||||||||||||
GC020 |
|
|
|
||||||||||||||||||
|
|
|
|
||||||||||||||||||
GC050 |
|
|
|
||||||||||||||||||
|
|
|
|
||||||||||||||||||
GF010 |
|
|
|
||||||||||||||||||
|
|
|
|
||||||||||||||||||
|
|
|
|
||||||||||||||||||
|
|
|
|
||||||||||||||||||
|
|
|
|
||||||||||||||||||
|
|
|
|
||||||||||||||||||
|
|
|
|
Vietnam
a) |
b) |
c) |
d) |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
uit B1010:
|
|
|
uit B1010:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
uit B1020:
|
|
|
uit B1020:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
B1030-B1190 |
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
B1200 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
B1210-B2010 |
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
B2020 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
B2030 |
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
uit B2040: alle andere afvalstoffen |
|
|
uit B2040:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
B2060-B2130 |
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
uit B3010: alle andere afvalstoffen dan plastic schroot van de volgende niet-gehalogeneerde polymeren en co-polymeren:
|
|
B3010 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
B3020 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
B3030-B4030 |
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
GC010 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
GC020 |
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
GC050 |
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
GF010 |
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
|
Zuid-Afrika
a) |
b) |
c) |
d) |
|
alle afvalstoffen, opgenomen in bijlage III bij Verordening (EG) nr. 1013/2006 |
|
|
(1) Zie voetnoot op bladzijde 64 van Verordening (EG) nr. 1013/2006 van het Europese Parlement en de Raad (PB L 190 van 12.7.2006, blz. 1).
(2) Zie voetnoot op bladzijde 64 van Verordening (EG) nr. 1013/2006 van het Europese Parlement en de Raad (PB L 190 van 12.7.2006, blz. 1).
(3) Zie voetnoot op bladzijde 64 van Verordening (EG) nr. 1013/2006 van het Europese Parlement en de Raad (PB L 190 van 12.7.2006, blz. 1).
(4) Zie voetnoot op bladzijde 64 van Verordening (EG) nr. 1013/2006 van het Europese Parlement en de Raad (PB L 190 van 12.7.2006, blz. 1).
(5) Zie voetnoot op bladzijde 64 van Verordening (EG) nr. 1013/2006 van het Europese Parlement en de Raad (PB L 190 van 12.7.2006, blz. 1).
(6) Zie voetnoot op bladzijde 64 van Verordening (EG) nr. 1013/2006 van het Europese Parlement en de Raad (PB L 190 van 12.7.2006, blz. 1).
(7) Zie voetnoot op bladzijde 64 van Verordening (EG) nr. 1013/2006 van het Europese Parlement en de Raad (PB L 190 van 12.7.2006, blz. 1).
(8) Zie voetnoot op bladzijde 64 van Verordening (EG) nr. 1013/2006 van het Europese Parlement en de Raad (PB L 190 van 12.7.2006, blz. 1).
II Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie niet verplicht is
BESLUITEN/BESCHIKKINGEN
Commissie
4.12.2007 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 316/53 |
BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE
van 29 maart 2006
waarbij een concentratie verenigbaar wordt verklaard met de gemeenschappelijke markt en de werking van de EER-overeenkomst
(Zaak COMP/M.3975 — Cargill/Degussa)
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2006) 1034)
(Slechts de tekst in de Engelse taal is authentiek)
(Voor de EER relevante tekst)
(2007/783/EG)
Op 29 maart 2006 heeft de Commissie een beschikking gegeven met betrekking tot een zaak in het kader van artikel 8, lid 1, van Verordening (EG) nr. 139/2004 van 20 januari 2004 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (1). Een niet-vertrouwelijke versie van de volledige tekst van de beschikking in de oorspronkelijke taal van de zaak en in de werktalen van de Commissie is te vinden op de website van DG Concurrentie op het volgende adres: http://ec.europa.eu/comm/competition/index_en.html
I. SAMENVATTING
(1) |
Op 21 oktober 2005 ontving de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie overeenkomstig artikel 3, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad van 20 januari 2004 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (hierna „de concentratieverordening” genoemd). |
(2) |
Na onderzoek van de aanmelding is de Commissie tot de slotsom gekomen dat de aangemelde transactie in de werkingssfeer van de concentratieverordening valt. |
(3) |
Op 23 november 2005 hebben de partijen toezeggingen gedaan aan de Commissie. Op 14 december 2005 concludeerde de Commissie dat de concentratie - zelfs wanneer met de aangeboden toezeggingen werd rekening gehouden — aanleiding gaf tot ernstige twijfel over de verenigbaarheid ervan met de gemeenschappelijke markt. De Commissie besloot derhalve de procedure van artikel 6, lid 1, onder c), van de concentratieverordening in te leiden. |
(4) |
Na een diepgaand onderzoek concludeerde de Commissie evenwel dat de aangemelde transactie geen bezwaren oplevert met betrekking tot verenigbaarheid met de gemeenschappelijke markt. Derhalve werd voorgesteld de aangemelde transactie goed te keuren overeenkomstig artikel 8, lid 1, van de concentratieverordening. |
II. DE PARTIJEN EN DE TRANSACTIE
(5) |
Cargill is een in de Verenigde Staten gevestigde particuliere onderneming die over de gehele wereld actief is als producent van en handelaar in landbouwgrondstoffen, veevoeder en levensmiddelen en die op deze terreinen ook actief is als financiële dienstverlener. DFI is een Duitse onderneming die voedingsingrediënten produceert en die momenteel in handen is van Degussa AG, waarvan RAG en E.ON de belangrijkste aandeelhouders zijn. De twee belangrijkste bedrijfsafdelingen van DFI zijn „DFI Lebensmittel-Texturierungssysteme” en „DFI Aromen”. De transactie betreft de overname van alle DFI-aandelen die momenteel in handen zijn van Degussa AG. |
III. CONCENTRATIE MET EEN COMMUNAUTAIRE DIMENSIE
(6) |
De voorgenomen transactie betreft de verwerving door Cargill van de zeggenschap over de volledige onderneming DFI in de zin van artikel 3, lid 1, onder b) en artikel 1, lid 3, van de concentratieverordening. |
IV. DE RELEVANTE PRODUCTMARKTEN
(7) |
In het kader van het marktonderzoek dat de Commissie in deze zaak heeft uitgevoerd, werd bijzondere aandacht besteed aan de markten voor niet genetisch gemodificeerde vloeibare lecithine en niet genetisch gemodificeerde ontoliede lecithine (1). De andere betrokken markten waren die voor genetisch gemodificeerde lecithine, pectine en ruwe zaadolie (2). |
1. De verschillende lecithinemarkten
(8) |
Lecithine is een voedselingrediënt dat als een zogeheten „emulgator” wordt gebruikt voor het stabiliseren van emulsies, dit zijn mengsels van hydrofiele (bv. water) en hydrofobe (bv. olie) substanties. Lecithine wordt hoofdzakelijk gebruikt bij toepassingen op het gebied van levensmiddelen en diervoeders, maar ook voor cosmetische, farmaceutische en industriële producten (zoals onkruidverdelgers en leer). Hoewel lecithine in het algemeen minder dan 1 % van de totale productiekosten vertegenwoordigt, is het meestal essentieel voor het industrieel proces van de eindgebruikers en kan het de kwaliteit van eindproducten verregaand beïnvloeden. |
(9) |
Lecithine is een bijproduct dat ontstaat bij het persen van oliezaden, meestal van sojabonen: de op de markt verhandelde lecithine is grotendeels uit sojaolie geëxtraheerd (95 %), terwijl andere bronnen zoals raapzaad en zonnebloem eerder marginaal blijven. Lecithine vertegenwoordigt minder dan 1 % van de sojabooninhoud in volume en ligt ver beneden de 5 % in waarde. |
a) Lecithine en synthetische emulgators zijn niet op dezelfde productmarkten aanwezig
(10) |
Emulgators kunnen worden onderverdeeld in natuurlijke emulgators (bv. lecithine) en synthetische emulgators (zoals mono- en diglyceriden). Terwijl natuurlijke emulgators uit oliezaden worden geëxtraheerd, worden synthetische emulgators op artificiële wijze geproduceerd door middel van chemische reacties. Uit het marktonderzoek van de Commissie is gebleken dat beide soorten emulgatoren niet tot dezelfde productmarkt behoren, hoofdzakelijk wegens de volgende redenen: |
(11) |
Uit oogpunt van de vraagzijde heeft de markttoets uitgewezen dat lecithine en synthetische emulgatoren niet onderling substitueerbaar zijn wegens zowel technologische redenen als kwaliteitsredenen. Dit geldt voor producenten van diervoeders en levensmiddelen. Hoewel de prijzen van niet genetisch gemodificeerde lecithine in de loop van de voorbije twee jaar zijn verdubbeld, is in het verleden nagenoeg geen enkele afnemer van niet genetisch gemodificeerde lecithine overgeschakeld op synthetische emulgatoren. Evenmin zou de grote meerderheid onder hen overschakelen op synthetische emulgatoren indien de lecithineprijs in de toekomst met 10 % zou stijgen. |
b) Genetisch gemodificeerde en niet genetisch gemodificeerde lecithine moeten afzonderlijk worden beoordeeld.
(12) |
Uit het marktonderzoek is ook gebleken dat in Europa een onderscheid dient te worden gemaakt tussen de afzonderlijke markten voor genetisch gemodificeerde en niet genetisch gemodificeerde lecithine. Europese afnemers (in tegenstelling tot afnemers in andere delen van de wereld) zijn immers sterk gekant tegen genetisch gemodificeerde producten. Derhalve heeft de Europese Unie verscheidene verordeningen aangenomen op grond waarvan etikettering en traceerbaarheid voor genetisch gewijzigde levensmiddelen en diervoerders vanaf 2004 verplicht is (2). Bijgevolg kan lecithine slechts van de etiketteringverplichting worden vrijgesteld indien er een vaste certificatieprocedure (een zogeheten „controlespoor”) is die betrekking heeft op de volledige productie- en bevoorradingsketen en waaruit blijkt dat de desbetreffende sojagewassen niet genetisch gemodificeerd zijn en de basisproducten voor de tussenproducten en de eindproducten niet in contact zijn gekomen met genetisch gemodificeerd materiaal tijdens het planten, het oogsten, het opslaan, het verwerken en de distributie. |
(13) |
Uit oogpunt van de vraagzijde zijn de productiekosten van niet genetisch gemodificeerde lecithine aanzienlijk hoger dan die van genetisch gemodificeerde lecithine. De bevoorradingsketen van niet gemodificeerde lecithine is namelijk verschillend van die van gemodificeerde lecithine. Bijgevolg lopen de prijzen van gemodificeerde en niet-gemodificeerde lecithine sterk uiteen. |
c) Vloeibare, ontoliede en gefractioneerde lecithine moeten afzonderlijk worden beoordeeld
(14) |
Voorts stelde de Commissie vast dat een onderscheid kan worden gemaakt tussen verschillende productsoorten of kwaliteitsklassen van lecithine, aangezien vloeibare lecithine (het basisproduct) door deze te ontoliën verder kan worden geraffineerd tot „ontoliede” lecithine of door middel van fractionering tot „gefractioneerde” lecithine (3). Cargill produceert geen gefractioneerde lecithine. In het kader van het marktonderzoek zijn verscheidene punten aan het licht gekomen die pleiten voor een onderscheid tussen vloeibare, ontoliede en gefractioneerde lecithine. |
(15) |
Bijna alle afnemers hebben erop gewezen dat zij niet kunnen omschakelen van vloeibare naar ontoliede lecithine, aangezien de respectieve productsoorten lecithine beantwoorden aan zeer specifieke behoeften van de afnemers (bijvoorbeeld op het vlak van smaak, verwerking, enz.) en door middel van een verschillend productieproces worden aangemaakt. Uit oogpunt van de aanbodzijde zijn aanvullende productiefaciliteiten en aanzienlijke investeringen nodig voor de productie van ontoliede en gefractioneerde lecithine en dient hierbij ook een beroep te worden gedaan op een andere productie-knowhow. |
2. Pectine
(16) |
Wat pectine betreft, overlappen de activiteiten van de partijen elkaar ook. Pectine wordt gebruikt voor het gelatineren, stabiliseren en laten opstijven van producten. De Commissie heeft overwogen een verder onderscheid te maken tussen verschillende productsoorten pectine (bijvoorbeeld appel- en citruspectine en op basis van het percentage methoxy), maar kon uiteindelijk het vraagstuk van de marktdefinitie onbeantwoord laten, aangezien op grond van beide marktdefinities de mededinging door de transactie niet zou worden belemmerd. |
V. DE RELEVANTE GEOGRAFISCHE MARKTEN
1. Lecithine
(17) |
De Commissie kwam tot de conclusie dat ten minste de markten voor niet gemodificeerde lecithine de gehele EER omvatten. |
(18) |
De sterke voorkeur van Europese afnemers voor niet genetisch gemodificeerde producten, die duidelijk tot Europa is beperkt, heeft namelijk tot gevolg dat de marktomstandigheden in Europa verschillend zijn. Binnen de EER wordt 80 % van alle niet genetisch gemodificeerde lecithine verkocht. Nochtans vindt slechts 45 % van de wereldwijde verkoop van lecithine binnen de EER plaats. Voorts kopen afnemers slechts zelden rechtstreeks aan bij leveranciers buiten Europa, niet alleen omdat transportkosten een relevante factor zijn, maar tevens omdat tijdige levering en bijstand op het vlak van product- en productie-knowhow voor vele afnemers van cruciaal belang zijn. Derhalve verschilt de structuur van de vraag naar lecithine binnen de EER aanzienlijk van die in de rest van de wereld. |
(19) |
Wat de markten voor genetisch gemodificeerde lecithine (vloeibaar en ontolied) betreft, kon de Commissie in het kader van deze beschikking de vraag naar de exacte definitie van de geografische markt onbeantwoord laten, hoewel sommige factoren lijken te pleiten voor een wereldwijde markt (bv. op wereldvlak doen zich geen aanzienlijke verschillen inzake regelgeving voor). |
2. Pectine
(20) |
Zelfs indien het marktonderzoek aanwijzingen had opgeleverd dat de geografische reikwijdte van de markten tot de EER beperkt zou kunnen blijven, zou het niet nodig zijn de geografische markt precies af te bakenen, omdat ongeacht de afbakening geen mededingingsbezwaren bestaan. |
VI. BEOORDELING
1. Niet genetisch gemodificeerde vloeibare lecithine
(21) |
Wat de EER-markt voor niet genetisch gemodificeerde vloeibare lecithine betreft, werd de ernstige twijfel over verenigbaarheid van de voorgenomen transactie met de gemeenschappelijke markt daadwerkelijk weggenomen door de resultaten van het diepgaande marktonderzoek. |
(22) |
Uit het onderzoek bleek dat het daadwerkelijke marktaandeel van de partijen ([30-40 %]) kleiner is dan het door partijen geraamde marktaandeel ([40-50 %]), waardoor werd bevestigd dat de concurrentiedruk die wordt teweeggebracht door andere concurrenten voldoende sterk is om op doeltreffende wijze de positie in te perken die de partijen op deze markt bekleden. Het aandeel van de concurrenten van Cargill, DFI en Solae stijgt namelijk gestaag en aanzienlijk. Niet alleen gevestigde distributeurs van voedselingrediënten zoals Nore Ingredients (marktaandeel van [5-15] %) of Helm AG (marktaandeel van [0-10] %) konden hun marktdeel verhogen. Ook Braziliaanse en Indiase concurrenten zijn recentelijk een meer geloofwaardig alternatief voor Europese afnemers geworden, aangezien vele van deze ondernemingen (in tegenstelling tot Cargill en Degussa) directe toegang hebben tot de grondstoffen die nodig zijn voor de productie van niet genetisch gemodificeerde lecithine. Sommige grote afnemers uit de voedings- en chocoladesector kopen momenteel reeds direct aan bij Braziliaanse leveranciers. De grootste Braziliaanse producten hebben aangetoond dat zij hun eigen netwerk voor distributie en logistiek in Europa kunnen uitbouwen en direct kunnen concurreren met gevestigde ondernemingen zoals de gefuseerde onderneming en Solae. |
(23) |
De aanzienlijke prijsstijging en de aantrekkelijke marges voor niet genetisch gemodificeerde lecithine zijn extra stimuli voor de Braziliaanse en Indiase producenten om agressiever met de partijen op de Europese markt te concurreren. Aangezien de grootste spelers op de EER-markt (Cargill, DFI, Solae) momenteel bijna al hun niet genetisch gemodificeerde grondstoffen afnemen van daadwerkelijke of minstens potentiële Braziliaanse concurrenten, zal zich waarschijnlijk geen wijziging van de huidige concurrentiesituatie op de markt voor niet genetisch gemodificeerde vloeibare lecithine voordoen die een aanzienlijke mededingingsbelemmering tot gevolg zou hebben. |
(24) |
Tevens bleek uit het marktonderzoek van de Commissie dat de concentratie geen mededingingsbeperkende gevolgen zal hebben wegens gecoördineerde effecten. Dit is niet alleen het gevolg van de asymmetrie tussen de marktaandelen van de twee belangrijkste spelers na de fusie. Uit de resultaten van het marktonderzoek blijkt ook duidelijk dat de markt voor niet genetisch gemodificeerde vloeibare lecithine niet als transparant kan worden beschouwd. Over de prijs voor niet genetisch gemodificeerde lecithine wordt tussen de leverancier en zijn afnemers op individuele basis onderhandeld. Er zijn geen prijslijsten beschikbaar. Bijgevolg kunnen de prijzen voor vloeibare lecithine tussen individuele afnemers aanzienlijk schommelen, zelfs tussen afnemers van een vergelijkbare omvang. |
2. Niet genetisch gemodificeerde ontoliede lecithine
(25) |
In het onderzoek van de Commissie werd bijzondere aandacht besteed aan de markt voor niet genetisch gemodificeerde ontoliede lecithine, aangezien het gecombineerde marktaandeel van de partijen op deze markt bijzonder hoog is. Volgens de aanmelding waren slechts drie ondernemingen op deze markt actief. Uit het diepgaande onderzoek bleek evenwel dat een aantal nieuwe leveranciers reeds tot de markt voor niet genetisch gemodificeerd lecithine zijn toegetreden of voornemens zijn weldra tot deze markt toe te treden, waardoor het vermogen van de partijen om zich onafhankelijk van hun concurrenten op te stellen, doeltreffend wordt ingeperkt. |
(26) |
Uit het marktonderzoek bleek dat DFI in 2005 nog steeds de grootste leverancier van niet genetisch gemodificeerde ontoliede lecithine was, met een marktaandeel van [50-60] %. Samen met het marktaandeel van Cargill ten belope van [0-10] % in 2005, zou de gefuseerde onderneming binnen de EER [60-70] % van de markt voor niet genetisch gemodificeerde lecithine in handen hebben. |
(27) |
Voorts bleek uit het onderzoek dat de positie van Cargill op de markt voor ontoliede lecithine relatief zwak is. Door het verdwijnen van Cargill als concurrent zou de huidige concurrentiestructuur van de markt niet aanzienlijk wijzigen. In tegenstelling tot haar belangrijkste concurrenten heeft Cargill geen eigen productiefaciliteiten voor ontoliede lecithine. De ontoliede lecithine van Cargill wordt namelijk geproduceerd in een in Arkansas (Verenigde Staten) gevestigde fabriek. Deze fabriek heeft een relatief beperkte capaciteit, die wegens ernstige technische problemen niet kon worden gebruikt. Voorts bracht het marktonderzoek aan het licht dat de strategie om lage prijzen te hanteren, waarmee Cargill toegang wenste te krijgen op de markt voor niet genetisch gemodificeerde ontoliede lecithine, niet houdbaar was, wegens de dramatische stijging van de kosten voor de grondstoffen (niet genetisch gemodificeerde vloeibare lecithine). |
(28) |
Voorts bleek uit het onderzoek dat de nieuwe leveranciers van niet genetisch gemodificeerde ontoliede lecithine reeds op de markt aanwezig waren of voornemens waren tijdig en met voldoende omvangrijke activiteiten tot de markt toe te treden. De meeste van deze leveranciers (bv. Berg & Schmidt/Sternchemie, Ruchi en Matlani) hebben reeds hun eigen productielijnen voor het ontoliën gebouwd of zullen volgend jaar kunnen beschikken over bedrijfsklare lijnen (bv. SG Lecitinas). Uit de nieuwe, aanzienlijke capaciteit voor het ontoliën blijkt dat de Indiase en Zuid-Amerikaanse leveranciers met grote inzet streven naar een toetreding op de Europese markt. De nieuw beschikbare productiecapaciteit voor niet genetisch gemodificeerde ontoliede lecithine in India en Brazilië zal hoger zijn dan het volume van de volledige EER-markt. |
(29) |
Uit de toetreding van een relatief groot aantal ondernemingen blijkt dat de toetredingsdrempels voor de markt voor ontoliede lecithine aanzienlijk, maar niet onoverkomelijk zijn. Hoewel ontoliede lecithine geen „grondstof” is en voor de productie ervan op technologie en knowhow een beroep moet worden gedaan, hebben de concurrenten bevestigd dat deze technologie op de markt beschikbaar was (bv. via engineeringbedrijven) en dat zij in staat waren om niet genetisch gemodificeerde ontoliede lecithine te produceren met een kwaliteitsniveau dat vergelijkbaar was met dat van de marktleiders. Het feit dat talrijke afnemers uit de voedingssector een Europese aanwezigheid van hun leverancier vereisen is geen aanzienlijke belemmering voor deze concurrenten, aangezien de meeste onder hen samenwerken met gevestigde Europese distributeurs die de noodzakelijke knowhow over afnemers en hun specifieke behoeften kunnen verstrekken. Talrijke afnemers hebben inderdaad bevestigd dat zij belangstelling hebben voor alternatieve leveranciers van ontoliede niet genetisch gemodificeerde lecithine. |
3. De markten voor genetisch gemodificeerde lecithine
(30) |
Uit het marktonderzoek is niet gebleken dat op de markten voor genetisch gemodificeerde lecithine concurrentieproblemen bestaan. Wat vloeibare lecithine betreft, zal ADM, zelfs indien van Europese markten wordt uitgegaan, nog steeds de duidelijke marktleider zijn met een marktaandeel van [40-50] %. Daarna komen de bij deze beschikking betrokken partijen, Solae en een aantal kleinere concurrenten. Hieruit vloeit voort dat de nieuwe onderneming weinig speelruimte zou hebben om over te gaan tot unilaterale prijsverhogingen of om op een andere wijze de mededinging te belemmeren. Voorts spitst Cargill haar marketingstrategie voor lecithine niet toe op de markten voor genetisch gemodificeerde producten. Wat betreft het risico dat de concentratie onderling afgestemde gedragingen zou teweegbrengen, is de Commissie van oordeel dat zo’n risico verwaarloosbaar is, hoofdzakelijk wegens dezelfde redenen als voor niet genetisch gemodificeerde vloeibare lecithine (geen prijstransparantie, asymmetrische marktaandelen, enz.). Wat genetisch gemodificeerde ontoliede lecithine betreft, zou Solae [50-60] % van de Europese markt in handen hebben. Daarna volgt DFI, waarvan het marktaandeel door de toevoeging van Cargill slechts een beperkte stijging zou vertonen. Er zijn nog een aantal andere concurrenten op de markt aanwezig (bv. ADM). De overlapping op de markten voor genetisch gemodificeerde ontoliede lecithine is bijgevolg zeer beperkt. |
4. Pectine
(31) |
Het gecombineerde marktaandeel van de partijen voor pectine is niet hoger dan 25 %, zowel wereldwijd als binnen de EER, met slechts een zeer beperkte stijging. De positie van de marktleider, CP Kelco en de huidige nummer 2 (Danisco) komen door de concentratie niet in het gedrang. Deze beoordeling moet niet worden gewijzigd wanneer met alternatieve markten (bijvoorbeeld wereldwijde markten, markten voor appel- of citruspectine of markten op basis van het percentage methoxy) zou worden rekening gehouden, omdat de positie van Cargill op deze markten zelfs nog zwakker zou zijn. |
5. Verticale effecten (ruwe zaadolie)
(32) |
Hoewel op basis van een hypothetische definitie van een upstream-markt voor ruwe zaadolie in de EER, de voorgenomen transactie technisch gezien verticale effecten op de markt zal veroorzaken, geeft zij geen aanleiding tot enige verticale concurrentiebezwaren, hoofdzakelijk omdat DFI en Cargill gebruiksklare, vloeibare niet genetisch gemodificeerde lecithine van derde partijen afnemen en geen niet genetisch gemodificeerde grondstoffen van hun eigen productie gebruiken om niet genetisch gemodificeerde lecithine te produceren. |
VII. CONCLUSIE
(33) |
In de beschikking wordt derhalve geconcludeerd dat de voorgenomen concentratie niet tot gevolg zal hebben dat de daadwerkelijke mededinging op de gemeenschappelijke markt of op een wezenlijk deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd. |
(34) |
Bijgevolg wordt de concentratie verenigbaar verklaard met de gemeenschappelijke markt en de EER-overeenkomst, overeenkomstig artikel 2, lid 2, en artikel 8, lid 1, van de concentratieverordening en artikel 57 van de EER-overeenkomst. |
(1) PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.
(2) Verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2003 inzake genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders (PB L 268 van 18.10.2003, blz. 1) en Verordening (EG) nr. 1830/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2003 betreffende de traceerbaarheid en etikettering van genetisch gemodificeerde organismen en de traceerbaarheid van met genetisch gemodificeerde organismen geproduceerde levensmiddelen en diervoeders en tot wijziging van Richtlijn 2001/18/EG (PB L 268 van 18.10.2003, blz. 24).
(3) Daarnaast zijn er nog enkele gewijzigde/op de klant afgestemde „speciale lecithines”, die evenwel slechts een verwaarloosbaar deel van de markt innemen.
4.12.2007 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 316/57 |
BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE
van 18 juli 2007
waarbij een concentratie verenigbaar wordt verklaard met de gemeenschappelijke markt en de werking van de EER-overeenkomst
(Zaak COMP/M.4504 — SFR/Télé 2 France)
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2007) 3443)
(Slechts de tekst in de Franse taal is authentiek)
(Voor de EER relevante tekst)
(2007/784/EG)
Op 18 juli 2007 heeft de Commissie een beschikking gegeven met betrekking tot een zaak in het kader van artikel 8, lid 2, van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad van 20 januari 2004 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen. Een niet-vertrouwelijke versie van de volledige tekst van de beschikking is in de oorspronkelijke taal van de zaak en in de werktalen van de Commissie te vinden op de website van DG Concurrentie op het volgende adres: http://ec.europa.eu/comm/competition/index_en.html
INHOUDSOPGAVE
(1) |
Op 28 november 2006 ontving de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 (1) (hierna: „de concentratieverordening”) van de Raad waarin is meegedeeld dat de onderneming SFR SA („SFR”, Frankrijk), die onder gezamenlijke zeggenschap staat van Vivendi SA („Vivendi”, France) en Vodafone Group plc („Vodafone”, Verenigd Koninkrijk), in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van genoemde verordening volledige zeggenschap verkrijgt over de activiteiten op het gebied van internettoegang en vaste telefonie van de onderneming Télé 2 France („Télé 2”, Frankrijk, dochteronderneming van het concern Télé 2) door de aankoop van aandelen. De activiteiten op het gebied van mobiele telefonie van Télé 2 vallen buiten deze transactie. |
(2) |
SFR is een Franse onderneming die actief is in de sector van de mobiele telefonie in Frankrijk. Zij staat onder zeggenschap van Vivendi en Vodafone. |
(3) |
Vivendi is de moedermaatschappij van een Franse media- en telecommunicatiegroep. De Vivendi-groep is hoofdzakelijk actief in de sectoren betaaltelevisie (via de groep Canal+), film, muziek, interactieve spelen en telecommunicatie. |
(4) |
Vodafone is de moedermaatschappij van een Britse groep die als exploitant van een mobieletelecommunicatienetwerk en leverancier van andere telecommunicatiediensten in verscheidene lidstaten van de Europese Unie en daarbuiten activiteiten heeft. |
(5) |
Télé 2 France (Télé 2) is de Franse dochteronderneming van de Télé 2-groep. De onderneming heeft activiteiten op het gebied van vaste telefonie, levering van internettoegang en, sinds het in juni 2006 een DSL-aanbod lanceerde, ook op het gebied van betaaltelevisie (2). Télé 2 is voorts actief in de sector van de mobiele telefonie. |
(6) |
Uit het marktonderzoek is gebleken dat de aangemelde concentratie een aanzienlijke verzwakking van de concurrentiedruk die door DSL-aanbieders wordt uitgeoefend op alle markten voor betaaltelevisie in Frankrijk en daardoor op termijn een stijging van de prijzen en een daling van de kwaliteit van het aanbod tot gevolg zou kunnen hebben. Er bestaat dan ook ernstige vrees dat de aangemelde concentratie de daadwerkelijke concurrentie op de gemeenschappelijke markt of een wezenlijk deel daarvan op significante wijze belemmert. SFR en Vivendi hebben echter passende maatregelen voorgesteld om deze concurrentiebezwaren weg te nemen. |
I. MARKTAFBAKENING
Inleiding
(7) |
De concentratie in kwestie heeft betrekking op de sector betaaltelevisie in Frankrijk. Deze sector is als volgt georganiseerd. Upstream bevinden zich de houders van uitzendrechten voor programma’s (films, series, sportevenementen enz.). Op het intermediaire niveau staan de samenstellers van zenders die voor hun programma’s intern hun eigen uitzendingen produceren en/of zendrechten voor programma’s (films, series, sportevenementen enz.) verkrijgen. Downstream bevinden zich de distributeurs die van de programmamakers het recht kopen die programma’s uit te zenden en aanbiedingen van betaaltelevisie in de vorm van zenderpakketten samenstellen, die middels een abonnement toegankelijk zijn. De distributie van het betaaltelevisieaanbod naar de eindverbruiker kan via verschillende vormen van transmissie plaatsvinden, waarbij in Frankrijk kabel, satelliet, DSL en terrestrische transmissie (analoog en digitaal) de meest gangbare zijn. |
Productmarkten
De markten van de „eerste fase” van verwerving van uitzendrechten
(8) |
De belangrijkste criteria voor segmentatie en differentiatie van de uitzendrechten met betrekking tot audiovisuele programma’s zijn:
|
(9) |
Op de upstreammarkten zijn de aanbieders van televisie via DSL in Frankrijk voornamelijk actief op het gebied van de verwerving van uitzendrechten voor VoD. Hoewel Télé 2 tot dusverre geen VoD-diensten heeft aangeboden, was deze onderneming niettemin een potentiële nieuwkomer op de markt voor de verwerving van VoD-uitzendrechten. Met het oog op de beoordeling van deze concentratie uit het oogpunt van de mededinging moet, op basis van de resultaten van het marktonderzoek, een afzonderlijke markt voor de verwerving van VoD-uitzendrechten voor films worden afgebakend. |
De intermediaire markten voor de groothandelsdistributie van televisiekanalen
(10) |
Op deze intermediaire markten treden televisieprogrammamakers en aanbieders van betaaltelevisiediensten met elkaar in contact. Volgens de vaste praktijk van de Commissie wordt er een onderscheid gemaakt tussen gratis televisieprogramma’s, die in zeer ruime mate uit reclame-inkomsten worden gefinancierd (welke in het geval van publieke zenders eventueel met overheidsmiddelen worden aangevuld) en betaaltelevisieprogramma’s, die hoofdzakelijk worden gefinancierd uit de vergoedingen die door de distributeurs worden betaald. |
(11) |
De Commissie heeft verscheidene keren een onderverdeling van de markten aan de hand van de thema’s van de verschillende zenders (met name zenders met premiuminhoud en sport) overwogen, maar heeft daarover tot nog toe geen besluit genomen. Hoewel het niet noodzakelijk is dit besluit te nemen, is de Commissie in haar analyse tot de slotsom gekomen dat een aantrekkelijk zenderpakket bestaat uit een basispakket dat uit verschillende hoofdthema’s (premiuminhoud, films, jeugd, sport, informatie) en aanvullende, meer of minder onderling substitueerbare genres is samengesteld. |
(12) |
Voorts passen de mededingingsautoriteiten doorgaans geen onderverdeling volgens het distributieprocedé toe (dat wil zeggen door een onderscheid te maken tussen de verschillende transmissieplatforms, zoals kabel, satelliet en, meer recentelijk, DSL), omdat de programmamakers hun programma’s met het oog op maximalisering van hun inkomsten in beginsel op zo groot mogelijke schaal willen verkopen via multiplatformexclusiviteitsovereenkomsten en op alle transmissieplatforms aanwezig willen zijn. |
De downstreammarkt voor de kleinhandelsdistributie van betaaltelevisiediensten
(13) |
Volgens de vaste praktijk van de Commissie vormen de distributie van betaaltelevisie en de distributie van gratis televisie onderscheiden productmarkten. De aanbiedingen van betaaltelevisie enerzijds en gratis televisie anderzijds zijn immers uit het oogpunt van de vraag weinig substitueerbaar. Het onderzoek naar de onderhavige concentratie heeft niets aan deze fundamentele segmentatie veranderd. |
(14) |
Daarnaast bevestigt het in het kader van de concentratie verrichte marktonderzoek dat de markt niet aan de hand van de verschillende wijzen van transmissie van betaaltelevisie (kabel, satelliet, DSL, terrestrisch) moet worden onderverdeeld, met name gelet op het feit dat op de verschillende platforms in toenemende mate dezelfde inhoud wordt geboden. Bovendien is het voor de concentratie in kwestie, wat de zich in het beginstadium bevindende ontwikkeling betreft van diensten op het gebied van televisiedistributie die via mobieletelefonieplatforms worden aangeboden, niet noodzakelijk zich uit te spreken over de vraag of deze diensten een afzonderlijke markt vormen omdat, enerzijds, SFR al voor de concentratie als aanbieder van mobiele telefonie actief is en, anderzijds, de activiteiten van Télé 2 op het gebied van mobiele telefonie buiten het bestek van deze concentratie vallen. |
Geografische markten
(15) |
De Commissie gaat er, in overeenstemming met haar vaste beschikkingspraktijk, van uit dat het bij elk van de hierboven beschreven markten een nationale markt betreft. Wat de verwerving van inhoud (rechten of programma’s) betreft, vinden de onderhandelingen tussen aanbieders en afnemers op nationaal niveau plaats (los van de vraag of de rechten op binnenlandse of buitenlandse inhoud betrekking hebben). Wat de downstreammarkt voor de distributie van betaaltelevisiediensten betreft, moet erop worden gewezen dat de verschillende transmissiewijzen het gehele nationale grondgebied (satelliet) dekken of geleidelijk het gehele grondgebied dan wel een groot deel daarvan zullen beslaan (TNT, DSL en kabel). Daarenboven zij erop gewezen dat de distributeurs van betaaltelevisie een uniform tariefbeleid toepassen. |
II. BEOORDELING UIT HET OOGPUNT VAN DE MEDEDINGING
Werking van de markt voor de aangemelde concentratie
(16) |
Het Vivendi-concern is tot nog toe rechtstreeks actief als aanbieder van betaaltelevisie in Frankrijk die via satelliet en terrestrisch wordt doorgegeven. De zenderpakketten van Vivendi worden ook via DSL doorgegeven. Aangezien Vivendi tot nog toe echter niet over een DSL-infrastructuur beschikt, moet de onderneming voor de distributie van zijn programma’s verplicht het netwerk van DSL-aanbieders gebruiken.. DSL-aanbieders houden zich derhalve alleen bezig met het doorzenden van de pakketten van Vivendi en zijn in geen geval bevoegd voor de distributie ervan, omdat Vivendi de directe commerciële relatie met zijn abonnees zelf houdt. |
(17) |
Derhalve kunnen DSL-aanbieders zoals Télé 2 slechts programmapakketten met programma’s en televisiediensten distribueren waarvoor zij de transmissierechten bij de programmamakers hebben verworven, om deze pakketten vervolgens rechtstreeks aan de eindverbruikers aan te bieden. De eigen programmapakketten worden in het kader van „multiple play”-aanbiedingen samen met telecommunicatiediensten (telefonie en/of breedbandinternettoegang) op de markt gebracht. |
(18) |
De DSL- en digitale terrestrische tv (DVB-T)-platforms zijn de meest dynamische transmissiemethoden en leveren de grootste bijdrage tot de groei van de markt voor betaaltelevisie in Frankrijk, terwijl de toename van het aantal abonnees bij satelliet en kabel slechts betrekkelijk gering is. Aangezien in de komende jaren een groei van het aantal DSL-aansluitingen in Frankrijk valt te verwachten, zal naar verwachting het aantal „multiple play”-abonnees bij DSL-aanbieders vanzelf sterk blijven toenemen. |
(19) |
De dynamische groei van de DSL-aanbieders valt te verklaren uit het feit dat zij ten opzichte van andere platforms bepaalde relatieve voordelen genieten:
|
(20) |
Het marktonderzoek heeft echter aangetoond dat van de eigen programmapakketten van de DSL-aanbieders op dit ogenblik slechts een geringe concurrentiedruk uitgaat op de Vivendi-groep doordat deze aanbieders geen toegang tot aantrekkelijke televisie-inhoud hebben. Deze beperking vloeit rechtstreeks voort uit de exclusiviteitsovereenkomsten die Vivendi met bijna alle programmamakers — zowel binnen als buiten de Vivendi-groep — van de aantrekkelijkste en bekendste zenders in Frankrijk heeft gesloten. |
Horizontale effecten
(21) |
Aan de hand van de gegevens die in de tweede fase van het marktonderzoek zijn vergaard, schat de Commissie dat het marktaandeel van Vivendi in aantal abonnees tussen [60-70]*% ligt. Het marktaandeel van Vivendi naar omzet ligt in ieder geval nog aanzienlijk hoger dan het aan de hand van het aantal abonnees berekende marktaandeel doordat de verkoopprijs van het televisieaanbod van Vivendi hoger ligt dan die van zijn concurrenten. |
(22) |
Télé 2 heeft een zeer gering marktaandeel van minder dan 1 %. Volgens de gegevens van de aanmeldende partij voor 2006 vertegenwoordigde Télé 2 minder dan 2 % van de netto-abonnementen op de gehele markt. |
(23) |
Hoewel het geringe marktaandeel van Télé 2 valt te verklaren uit het feit dat de onderneming de markt voor betaaltelevisie vrij laat heeft betreden (juni 2006), lijkt deze onderneming echter geen bijzondere rol op de markt te spelen of bestemd te zijn om in de nabije toekomst een dergelijke rol te spelen. Op basis van de door de aanmeldende partij voorgelegde feiten en de antwoorden van de in het kader van het marktonderzoek bevraagde derden is het huidige marktaandeel van Télé 2 in grote lijnen representatief voor de concurrentiedruk die de onderneming uitoefent of zou kunnen uitoefenen. Uit het marktonderzoek is namelijk gebleken dat Télé 2 geen specifieke voordelen ten opzichte van andere DSL-aanbieders geniet en dat de onderneming dus zonder de concentratie in kwestie geen bovengemiddelde groei had te verwachten. |
(24) |
Niettemin is uit het marktonderzoek duidelijk geworden dat, indien Télé 2 via Vivendi een geprivilegieerde toegang tot audiovisuele inhoud zou krijgen, de onderneming haar positie op de downstreammarkt voor de distributie van betaaltelevisie snel en in aanzienlijke mate zou kunnen versterken. |
Verticale effecten
(25) |
De tweede fase van het marktonderzoek bevestigde de ernstige twijfels die in het besluit betreffende de inleiding van de procedure waren aangegeven en bevestigde tevens dat er voor Vivendi na de concentratie geen of slechts nog zeer weinig stimulans zal zijn om bepaalde DSL-aanbieders niet te begunstigen wat de toegang tot televisie-inhoud (audiovisuele zenders en programma’s) betreft. Zodra Vivendi zelf als volwaardige DSL-aanbieder kan optreden, valt de stimulans om niet tussen andere DSL-aanbieders te discrimineren immers weg. De onderneming zal er juist belang bij hebben, SFR/Télé 2 te begunstigen om een zo groot mogelijk deel van het groeiende DSL-segment van de downstreammarkt van de distributie van betaaltelevisie aan te trekken. |
(26) |
Dankzij de uitstekende positie die Vivendi op de upstream- en de intermediaire markten heeft, zou de onderneming het eigen programmapakket van SFR/Télé 2 aanzienlijk kunnen uitbreiden door daarin aantrekkelijke en/of gedifferentieerde inhoud (programma’s en audiovisuele rechten) op te nemen die voor andere DSL-aanbieders niet of tegen minder gunstige voorwaarden dan voor SFR/Télé 2 toegankelijk zou zijn. Aangezien de telecommunicatiecomponent (telefonie en internet) van de multiple play-diensten die door de DSL-aanbieders worden aangeboden betrekkelijk gestandaardiseerd is, zou Télé 2 zich door een dergelijke versterking van de televisiecomponent van zijn multiple play-aanbod duidelijk van de concurrentie onderscheiden en de aantrekkelijkheid van zijn aanbod aanzienlijk vergroten. |
(27) |
Door dit soort discriminerende praktijken zou immers de aantrekkelijkheid van het aanbod van Télé 2 (en dus van haar abonneebestand) sterk toenemen, zonder dat concurrerende DSL-aanbieders toegang tot andere gelijkwaardige inhoud zouden hebben. Hierdoor zou de positie van de DSL-aanbieders op de downstreammarkt van de distributie van betaaltelevisie aanmerkelijk worden verzwakt, waardoor ook hun positie als potentiële kopers van de distributierechten van zenders of van uitzendrechten voor audiovisuele programma’s zou verzwakken. De onderhandelingspositie van Vivendi op de upstream- en intermediaire markten zou dientengevolge door de uitbreiding van haar abonneebestand aanmerkelijk worden versterkt. |
Conclusie
(28) |
De conclusie luidt dat de aangemelde concentratie een afzwakking tot gevolg zou kunnen hebben van de zich nu juist ontwikkelende concurrentiedruk die door de DSL-aanbieders op de downstreammarkt van de distributie van betaaltelevisie wordt uitgeoefend, terwijl deze al fragiel is door de zeer sterke positie van Vivendi op alle betaaltelevisiemarkten in Frankrijk. Een dergelijke verzwakking van de potentiële concurrentie van de DSL-aanbieders op de downstreammarkt zou op zijn beurt de zeer sterke posities van Vivendi op de upstream- en de intermediaire markt nog verder versterken. |
III. CORRIGERENDE MAATREGELEN
(29) |
Om het risico op concurrentiebeperking te verminderen hebben SFR en Vivendi op 13 juni 2007 verbintenissen voorgesteld. Inhoudelijk hebben deze verbintenissen betrekking op de voorwaarden inzake toegang tot drie soorten inhoud: zenders (verbintenissen 1 en 2), zenderpakketten en minizenderpakketten (verbintenis 3) en VoD-rechten (verbintenis 4). |
(30) |
De verbintenissen hebben betrekking op drie categorieën zenders:
|
(31) |
Met verbintenis 1 wordt beoogd dat Vivendi aan SFR/Télé 2 geen gunstigere voorwaarden dan aan andere DSL-aanbieders zal verlenen ten aanzien van zenders die de onderneming zelf produceert of waarvoor de onderneming exclusieve distributierechten bezit of zou bezitten. Overeenkomstig deze verbintenis moet Vivendi aan de andere DSL-aanbieders de zenders die door SFR/Télé 2 worden gedistribueerd tegen normale marktvoorwaarden aanbieden, die niet ongunstiger dan de aan SFR/Télé 2 aangeboden voorwaarden mogen zijn. |
(32) |
Verbintenis 1 betreft niet de zenders waarop punt 21 betrekking heeft van de verbintenissen die Vivendi en de groep Canal+ tegenover de Franse minister van Economische Zaken in het kader van de operatie Canal Satellite/TPS zijn aangegaan. De interpretatie van deze verbintenis is gepreciseerd door SFR en Vivendi, die in een brief van 13 juni 2007 hebben bevestigd dat met deze toezegging ieder gevaar van positieve discriminatie van SFR/Télé 2 wat de toegang tot deze zeven zenders betreft, wordt uitgesloten. |
(33) |
Door verbintenis 2 wordt SFR/Télé 2 verboden exclusieve distributierechten voor DSL te verwerven of te exploiteren. Het belang van deze verbintenis vloeit voort uit het feit dat DSL-aanbieders die zich van het aanbod van Vivendi willen onderscheiden en onafhankelijk van Vivendi hun eigen televisieaanbod willen ontwikkelen, alleen zenders van categorie 3 ter beschikking staan. SFR/Télé 2 had na de concentratie in kwestie dankzij de sterke positie van Vivendi op de globale markt van de aankoop van zenders het exclusieve recht op de distributie van DSL voor deze zenders kunnen verwerven. |
(34) |
In verbintenis 2 is een evaluatieclausule („rendez-vousclausule”) vastgelegd die het de Commissie mogelijk maakt om bij een eventuele verwerving van exclusieve DSL-rechten voor de zenders van categorie 3 door SFR/Télé 2 een controle vooraf te verrichten en ervoor te zorgen dat de verwerving van deze rechten de andere DSL-aanbieders in de praktijk niet belet onafhankelijk van Vivendi een eigen televisieaanbod te ontwikkelen. |
(35) |
Volgens verbintenis 3 is het Vivendi verboden de abonnees van SFR/Télé 2 te bevoorrechten bij de toegang tot de zenderpakketten die deze onderneming distribueert, namelijk: het pakket Canal+ (dat op dit ogenblik vier premiumkanalen omvat met hoofdzakelijk sport en nog niet eerder vertoonde speelfilms) en de pakketten Canal Satellite en TPS, die in hun verschillende onderafdelingen enkele tientallen themazenders (jeugd, informatie, ontdekking, speelfilms (tweede uitzending)) omvatten. Bij het pakket Canal+ en de pakketten Canal Satellite en TPS gaat het om premiumbetaaltelevisieaanbod in Frankrijk waarvoor op de Franse markt geen onmiddellijk alternatief bestaat. Zij vormen daarom een belangrijke aanvulling voor de abonnees op het multiple play-aanbod van DSL-aanbieders die toegang willen hebben tot een breed betaaltelevisieaanbod. |
(36) |
Verbintenis 3 geldt ook voor de PPV-diensten die Vivendi programmeert of waarvan Vivendi de programmering mogelijk zal verzorgen. Zij geldt dus met name voor de dienst PPV Foot+, die bijzonder aantrekkelijke (en derhalve voor abonneewerving belangrijke) en gedifferentieerde sportprogramma’s distribueert. |
(37) |
Overeenkomstig verbintenis 4 mogen Vivendi en SFR geen exclusieve VoD-rechten op recente Amerikaanse en Franse films verwerven. Met deze toezegging wordt beoogd de DSL-aanbieders die met SFR/Télé 2 concurreren de mogelijkheid te geven VoD-rechten op recente Amerikaanse en Franse films te verwerven, die voor de differentiatie van het betaaltelevisieaanbod belangrijke programma’s zijn. Er is een evaluatieclausule ingesteld voor het geval een verandering van de marktpraktijken zou kunnen leiden tot de constatering dat de concurrenten van Vivendi exclusieve VoD-rechten verwerven. |
(38) |
De bepalingen betreffende de toepassing en de follow-up van de verbintenissen waarborgen het toezicht en een doeltreffende controle op de verbintenissen en dus ook de doeltreffendheid van de verbintenissen zelf. Met name is in de verbintenissen een snelle procedure voor de beslechting van geschillen vastgelegd (hof van arbitrage). |
(39) |
De geldigheidsduur van de verbintenissen bedraagt vijf jaar. Deze duur lijkt gelet op de dynamiek van de markten op het gebied van de nieuwe technologieën voldoende. Deze periode van vijf jaar heeft bovendien het voordeel dat de duur van deze verbintenissen samenvalt met de tegenover de Franse mededingingsautoriteiten naar aanleiding van de fusie Canal Satellite/TPS aangegane verbintenissen. |
(40) |
Gelet op het voorgaande kan de conclusie worden getrokken dat de door SFR en Vivendi voorgestelde verbintenissen van zodanige aard zijn dat zij alle mededingingsbezwaren wegnemen die de aangemelde operatie op de markten voor betaaltelevisie in Frankrijk deed rijzen. |
IV. CONCLUSIE
(41) |
Mits SFR en Vivendi de door hen aangegane verplichtingen volledig naleven, wordt geconcludeerd dat de voorgenomen transactie de daadwerkelijke concurrentie op de gemeenschappelijke markt of een wezenlijk deel daarvan niet op significante wijze zal belemmeren. Derhalve wordt de aangemelde concentratie, zoals gewijzigd bij de door SFR en Vivendi voorgestelde verbintenissen, verenigbaar verklaard met de gemeenschappelijke markt en met de werking van de EER-overeenkomst, overeenkomstig artikel 2, lid 2, artikel 8, lid 2, en artikel 10, lid 2, van de van de EU-concentratieverordening en van artikel 57 van de EER-overeenkomst. |
(1) PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.
(2) Digital Subscriber Line. DSL is een technologie waarmee de capaciteit van de conventionele telefoonlijnen aanmerkelijk kan worden vergroot. Er bestaan verscheidene varianten van deze technologie, waarvan de meest courante ADSL (Asymmetric Digital Subscriber Line) is.
4.12.2007 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 316/62 |
BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE
van 3 december 2007
tot wijziging van Beschikking 2006/415/EG betreffende bepaalde beschermende maatregelen in verband met hoogpathogene aviaire influenza van het subtype H5N1 bij pluimvee in het Verenigd Koninkrijk, Roemenië en Polen
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2007) 6109)
(Voor de EER relevante tekst)
(2007/785/EG)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Richtlijn 89/662/EEG van de Raad van 11 december 1989 inzake veterinaire controles in het intracommunautaire handelsverkeer in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (1), en met name op artikel 9, lid 4,
Gelet op Richtlijn 90/425/EEG van de Raad van 26 juni 1990 inzake veterinaire en zoötechnische controles in het intracommunautaire handelsverkeer in bepaalde levende dieren en producten in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (2), en met name op artikel 10, lid 4,
Gelet op Richtlijn 2005/94/EG van de Raad van 20 december 2005 betreffende communautaire maatregelen ter bestrijding van aviaire influenza en tot intrekking van Richtlijn 92/40/EEG (3), en met name op artikel 63, lid 3,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Beschikking 2006/415/EG van de Commissie van 14 juni 2006 betreffende bepaalde beschermende maatregelen in verband met hoogpathogene aviaire influenza van het subtype H5N1 bij pluimvee in de Gemeenschap en tot intrekking van Beschikking 2006/135/EG (4) bevat bepaalde beschermende maatregelen om de verspreiding van die ziekte te voorkomen, onder meer door het instellen van gebieden A en B na een vermoedelijke of bevestigde uitbraak van de ziekte. |
(2) |
Naar aanleiding van een uitbraak van hoogpathogene aviaire influenza van het subtype H5N1 in het graafschap Suffolk in het Verenigd Koninkrijk is de bijlage bij Beschikking 2006/415/EG gewijzigd bij Beschikking 2007/731/EG (5). |
(3) |
De door het Verenigd Koninkrijk in het kader van Beschikking 2006/415/EG genomen beschermende maatregelen, waaronder de instelling van gebieden A en B overeenkomstig artikel 4 van die beschikking, zijn nu in het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid bestudeerd. |
(4) |
Aangezien zich in het gebied waarvoor beperkende maatregelen zijn ingesteld een nieuwe uitbraak heeft voorgedaan, moeten de afbakening van dat gebied en de duur van de maatregelen aan de epizoötiologische situatie worden aangepast. |
(5) |
Naar aanleiding van een uitbraak van hoogpathogene aviaire influenza van het subtype H5N1 in een hobbypluimveehouderij in het district Tulcea in Roemenië is de bijlage bij Beschikking 2006/415/EG gewijzigd bij Beschikking 2007/770/EG (6). |
(6) |
De door Roemenië in het kader van Beschikking 2006/415/EG genomen beschermende maatregelen, waaronder de instelling van gebieden A en B overeenkomstig artikel 4 van die beschikking, zijn nu in het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid bestudeerd. |
(7) |
Polen heeft de Commissie in kennis gesteld van twee uitbraken van hoogpathogene aviaire influenza van het subtype H5N1 in pluimveehouderijen op zijn grondgebied in de gemeente Brudzeń Duży en heeft passende maatregelen genomen zoals bepaald bij Beschikking 2006/415/EG, waaronder de instelling van gebieden A en B overeenkomstig artikel 4 van die beschikking. |
(8) |
De Commissie heeft die maatregelen in samenwerking met Polen bestudeerd en heeft geconstateerd dat de grenzen van de door de bevoegde autoriteit van die lidstaat ingestelde gebieden A en B op voldoende afstand van de plaats van de uitbraak liggen. Derhalve kunnen de gebieden A en B in Polen worden bevestigd en kan de duur van die regionalisatie worden vastgelegd. |
(9) |
Beschikking 2006/415/EG moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(10) |
De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid, |
HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:
Artikel 1
De bijlage bij Beschikking 2006/415/EG wordt vervangen door de bijlage bij deze beschikking.
Artikel 2
Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 3 december 2007.
Voor de Commissie
Markos KYPRIANOU
Lid van de Commissie
(1) PB L 395 van 30.12.1989, blz. 13. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2004/41/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 157 van 30.4.2004, blz. 33; rectificatie in PB L 195 van 2.6.2004, blz. 12).
(2) PB L 224 van 18.8.1990, blz. 29. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2002/33/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 315 van 19.11.2002, blz. 14).
(3) PB L 10 van 14.1.2006, blz. 16.
(4) PB L 164 van 16.6.2006, blz. 51. Beschikking laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 2007/770/EG (PB L 311 van 29.11.2007, blz. 45).
(5) PB L 295 van 14.11.2007, blz. 28.
(6) PB L 311 van 29.11.2007, blz. 45.
BIJLAGE
„BIJLAGE
DEEL A
Gebied A zoals ingesteld overeenkomstig artikel 4, lid 2:
ISO-landcode |
Lidstaat |
Gebied A |
Datum einde geldigheid art. 4, lid 4, onder b) iii) |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Code (indien voorhanden) |
Naam |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
UK |
VERENIGD KONINKRIJK |
SUFFOLK 00162 NORFOLK 00154 |
Beschermingsgebied: het deel van de graafschappen Suffolk en Norfolk binnen een straal van 3 kilometer rond de punten met roostercoördinaten TM 06178 76666 en TL 95063 81001 (1). |
19.12.2007 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
SUFFOLK 00162 NORFOLK 00154 |
Toezichtsgebied: het deel van de graafschappen Suffolk en Norfolk binnen een straal van 10 kilometer rond de punten met roostercoördinaten TM 06178 76666 en TL 95063 81001 (1). |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
RO |
ROEMENIË |
00038 |
Beschermingsgebied: Murighiol |
31.12.2007 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
00038 |
Toezichtsgebied:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
PL |
POLEN |
WOIWODSCHAP MAZOVIË 01400 district Płock |
Beschermingsgebied:
|
31.12.2007 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
WOIWODSCHAP KUJAVIË-POMMEREN 00400 district Włocławek |
Beschermingsgebied: gemeente Włocławek:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
WOIWODSCHAP MAZOVIË 01400 district Płock |
Toezichtsgebied:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
WOIWODSCHAP MAZOVIË 01400 district Sierpc |
Toezichtsgebied: gemeente Mochowo:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
WOIWODSCHAP KUJAVIË-POMMEREN 00400 district Włocławek |
Toezichtsgebied: gemeente Włocławek:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
WOIWODSCHAP KUJAVIË-POMMEREN 00400 district Lipno |
Toezichtsgebied:
|
DEEL B
Gebied B zoals ingesteld overeenkomstig artikel 4, lid 2:
ISO-landcode |
Lidstaat |
Gebied B |
Datum einde geldigheid art. 4, lid 4, onder b) iii) |
|||||||||||||||||||||||||||||||
Code (indien voorhanden) |
Naam |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
UK |
VERENIGD KONINKRIJK |
NORFOLK 00154 SUFFOLK 00162 |
De districten:
|
19.12.2007 |
||||||||||||||||||||||||||||||
RO |
ROEMENIË |
00038 |
District Tulcea |
31.12.2007 |
||||||||||||||||||||||||||||||
PL |
POLEN |
WOIWODSCHAP MAZOVIË 01400 district Płock |
De gemeenten:
|
31.12.2007 |
||||||||||||||||||||||||||||||
stad Płock |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
district Gostynin |
De gemeenten:
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
district Sierpc |
De gemeenten:
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
WOIWODSCHAP KUJAVIË-POMMEREN 00400 district Włocławek |
De gemeenten:
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
WOIWODSCHAP KUJAVIË-POMMEREN 00400 district Lipno |
De gemeenten:
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
stad Włocławek” |
|
(1) Roostercoördinaten volgens het British National Grid.