ISSN 1725-2598

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 307

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

50e jaargang
24 november 2007


Inhoud

 

I   Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie verplicht is

Bladzijde

 

 

VERORDENINGEN

 

 

Verordening (EG) nr. 1373/2007 van de Commissie van 23 november 2007 tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

1

 

 

Verordening (EG) nr. 1374/2007 van de Commissie van 23 november 2007 tot vaststelling van de restituties die gelden voor de in het kader van communautaire en nationale voedselhulpacties geleverde producten van de sectoren granen en rijst

3

 

*

Verordening (EG) nr. 1375/2007 van de Commissie van 23 november 2007 inzake de invoer van afvallen van maïszetmeelfabrieken uit de Verenigde Staten van Amerika (Gecodificeerde versie)

5

 

*

Verordening (EG) nr. 1376/2007 van de Commissie van 23 november 2007 tot wijziging van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 304/2003 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de in- en uitvoer van gevaarlijke chemische stoffen ( 1 )

14

 

 

II   Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie niet verplicht is

 

 

BESLUITEN/BESCHIKKINGEN

 

 

Raad

 

 

2007/763/EG

 

*

Beschikking van de Raad van 8 november 2007 betreffende de toetreding van Bulgarije en Roemenië tot de Overeenkomst, door de Raad vastgesteld overeenkomstig artikel 34 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, betreffende de wederzijdse rechtshulp in strafzaken tussen de lidstaten van de Europese Unie

18

 

 

2007/764/EG

 

*

Besluit van de Raad van 8 november 2007 betreffende de toetreding van Bulgarije en Roemenië tot de Overeenkomst, opgesteld op grond van artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie inzake het gebruik van informatica op douanegebied

20

 

 

2007/765/EG

 

*

Besluit van de Raad van 8 november 2007 betreffende de toetreding van Bulgarije en Roemenië tot de Overeenkomst, opgesteld op grond van artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, betreffende de ontzegging van de rijbevoegdheid

22

 

 

Rectificaties

 

*

Rectificatie van Verordening (EG) nr. 1110/2003 van de Commissie van 26 juni 2003 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1249/96 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 1766/92 van de Raad ten aanzien van de invoerrechten in de sector granen (PB L 158 van 27.6.2003)

23

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


I Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie verplicht is

VERORDENINGEN

24.11.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 307/1


VERORDENING (EG) Nr. 1373/2007 VAN DE COMMISSIE

van 23 november 2007

tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 3223/94 van de Commissie van 21 december 1994 houdende uitvoeringsbepalingen van de invoerregeling voor groenten en fruit (1), en met name op artikel 4, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In Verordening (EG) nr. 3223/94 zijn op grond van de multilaterale handelsbesprekingen in het kader van de Uruguayronde de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de periodes die in de bijlage bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt.

(2)

Op grond van de bovenvermelde criteria moeten de forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld op de in de bijlage bij deze verordening vermelde niveaus,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 3223/94 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld zoals aangegeven in de tabel in de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 24 november 2007.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 23 november 2007.

Voor de Commissie

Jean-Luc DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 337 van 24.12.1994, blz. 66. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 756/2007 (PB L 172 van 30.6.2007, blz. 41).


BIJLAGE

bij de verordening van de Commissie van 23 november 2007 tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

(EUR/100 kg)

GN-code

Code derde landen (1)

Forfaitaire invoerwaarde

0702 00 00

IL

125,5

MA

57,0

MK

46,0

TR

82,9

ZZ

77,9

0707 00 05

JO

196,3

MA

46,9

TR

109,8

ZZ

117,7

0709 90 70

MA

68,7

TR

111,5

ZZ

90,1

0709 90 80

EG

342,2

ZZ

342,2

0805 20 10

MA

64,1

ZZ

64,1

0805 20 30, 0805 20 50, 0805 20 70, 0805 20 90

CN

63,0

HR

55,3

IL

67,9

TR

73,8

UY

83,0

ZZ

68,6

0805 50 10

AR

63,7

TR

104,5

ZA

54,7

ZZ

74,3

0808 10 80

AR

87,7

CA

107,4

CL

86,0

CN

68,7

MK

30,6

US

102,8

ZA

86,7

ZZ

81,4

0808 20 50

AR

48,6

CN

40,0

TR

65,0

ZZ

51,2


(1)  Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1833/2006 van de Commissie (PB L 354 van 14.12.2006, blz. 19). De code „ZZ” staat voor „andere oorsprong”.


24.11.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 307/3


VERORDENING (EG) Nr. 1374/2007 VAN DE COMMISSIE

van 23 november 2007

tot vaststelling van de restituties die gelden voor de in het kader van communautaire en nationale voedselhulpacties geleverde producten van de sectoren granen en rijst

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1784/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (1), en met name op artikel 13, lid 3,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1785/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening van de rijstmarkt (2), en met name op artikel 14, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In artikel 2 van Verordening (EEG) nr. 2681/74 van de Raad van 21 oktober 1974 betreffende de communautaire financiering van de uitgaven in verband met de levering van landbouwproducten als voedselhulp (3) is bepaald dat het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw, afdeling Garantie, het gedeelte van de uitgaven financiert dat overeenkomt met de desbetreffende restituties bij uitvoer die overeenkomstig de betrokken communautaire voorschriften zijn vastgesteld.

(2)

Om de opstelling en het beheer van de begroting voor de communautaire voedselhulpacties te vergemakkelijken en om de lidstaten in staat te stellen het bedrag van de communautaire deelname in de financiering van de nationale voedselhulpacties te kennen, moet het bedrag van de voor deze acties toegekende restituties worden vastgesteld.

(3)

De algemene voorschriften en de uitvoeringsbepalingen die in artikel 13 van Verordening (EG) nr. 1784/2003 en artikel 13 van Verordening (EG) nr. 1785/2003 voor de uitvoerrestituties zijn vastgesteld, zijn van overeenkomstige toepassing op bovenbedoelde transacties.

(4)

De specifieke criteria die in aanmerking moeten worden genomen bij de berekening van de uitvoerrestituties voor rijst zijn vastgesteld in artikel 14 van Verordening (EG) nr. 1785/2003.

(5)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor granen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De geldende restituties voor de producten van de sectoren granen en rijst geleverd voor de communautaire en nationale voedselhulpacties, uitgevoerd in het kader van internationale verdragen of andere aanvullende programma's of die in het kader van andere communautaire acties gratis worden geleverd, worden vastgesteld overeenkomstig de bijlage.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 1 december 2007.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 23 november 2007.

Voor de Commissie

Jean-Luc DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 270 van 21.10.2003, blz. 78. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 735/2007 (PB L 169 van 29.6.2007, blz. 6).

(2)  PB L 270 van 21.10.2003, blz. 96. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 797/2006 van de Commissie (PB L 144 van 31.5.2006, blz. 1).

(3)  PB L 288 van 25.10.1974, blz. 1.


BIJLAGE

bij de verordening van de Commissie van 23 november 2007 tot vaststelling van de restituties die gelden voor de in het kader van communautaire en nationale voedselhulpacties geleverde producten van de sectoren granen en rijst

(EUR/t)

Productcode

Bedrag van de restitutie

1001 10 00 9400

0,00

1001 90 99 9000

0,00

1002 00 00 9000

0,00

1003 00 90 9000

0,00

1005 90 00 9000

0,00

1006 30 92 9100

0,00

1006 30 92 9900

0,00

1006 30 94 9100

0,00

1006 30 94 9900

0,00

1006 30 96 9100

0,00

1006 30 96 9900

0,00

1006 30 98 9100

0,00

1006 30 98 9900

0,00

1006 30 65 9900

0,00

1007 00 90 9000

0,00

1101 00 15 9100

0,00

1101 00 15 9130

0,00

1102 10 00 9500

0,00

1102 20 10 9200

0,00

1102 20 10 9400

0,00

1103 11 10 9200

0,00

1103 13 10 9100

0,00

1104 12 90 9100

0,00

NB: Productcodes: zie de Verordening (EEG) nr. 3846/87 van de Commissie (PB L 366 van 24.12.1987, blz. 1), zoals gewijzigd.


24.11.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 307/5


VERORDENING (EG) Nr. 1375/2007 VAN DE COMMISSIE

van 23 november 2007

inzake de invoer van afvallen van maïszetmeelfabrieken uit de Verenigde Staten van Amerika

(Gecodificeerde versie)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1784/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (1), en met name op artikel 9, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EG) nr. 2019/94 van de Commissie van 2 augustus 1994 inzake de invoer van afvallen van maïszetmeelfabrieken uit de Verenigde Staten van Amerika (2) is herhaaldelijk en ingrijpend gewijzigd (3). Ter wille van de duidelijkheid en een rationele ordening van de tekst dient tot codificatie van deze verordening te worden overgegaan.

(2)

De Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika zijn in het kader van de GATT overeengekomen de tariefomschrijving van afvallen van maïszetmeelfabrieken te verduidelijken. Deze producten moeten bij invoer in de Gemeenschap worden onderworpen aan een laboratoriumanalyse om de overeenstemming ervan met de omschrijving van het douanetarief te verifiëren. De Federal Grain Inspection Service (FGIS) van het Ministerie van Landbouw van de Verenigde Staten en de natmaalderijen van de Verenigde Staten zullen, onder systematisch toezicht van de autoriteiten van de Verenigde Staten, certificeren dat deze uit de Verenigde Staten in de Gemeenschap ingevoerde producten aan de overeengekomen omschrijving beantwoorden.

(3)

Het is dienstig om, na de invoering van een systeem van begeleidende certificaten voor de overeenstemmingscontrole op de uit de Verenigde Staten ingevoerde producten, de gebruikelijke controlemaatregelen verder te blijven toepassen bij de invoer uit de Verenigde Staten van dergelijke producten die vergezeld gaan van deze certificaten.

(4)

Geregelde mededeling door de lidstaten aan de Commissie van de hoeveelheden en de waarde van de onder dekking van deze certificaten ingevoerde producten is een van de elementen die met de Verenigde Staten zijn overeengekomen om een doeltreffender toezicht op de uitvoering van de vorenvermelde overeenkomst mogelijk te maken.

(5)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor granen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   Voor iedere partij afvallen van maïszetmeelfabrieken die uit de Verenigde Staten in de Gemeenschap wordt ingevoerd onder GN-code 2309 90 20 en die niet vergezeld gaat van een door de Federal Grain Inspection Service (FGIS) afgegeven certificaat en van een door de natmaalderij-industrie van de Verenigde Staten afgegeven certificaat, zoals weergegeven in bijlage I, moet een laboratoriumanalyse worden uitgevoerd om de overeenstemming met de omschrijving van voornoemde code te verifiëren.

2.   Voor partijen uit de Verenigde Staten die wel vergezeld gaan van de twee in lid 1 bedoelde certificaten gelden de gebruikelijke maatregelen voor de controle op de invoer.

Artikel 2

De lidstaten delen de Commissie vóór het einde van elke maand de hoeveelheden en de waarde mede van de producten die in de voorgaande maand onder GN-code 2309 90 20 zijn ingevoerd met de in artikel 1, lid 1, bedoelde overeenstemmingscertificaten.

Artikel 3

Verordening (EG) nr. 2019/94 wordt ingetrokken.

Verwijzingen naar de ingetrokken verordening gelden als verwijzingen naar de onderhavige verordening en worden gelezen volgens de concordantietabel in bijlage III.

Artikel 4

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 23 november 2007.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 270 van 21.10.2003, blz. 78. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 735/2007 (PB L 169 van 29.6.2007, blz. 6).

(2)  PB L 203 van 6.8.1994, blz. 5. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2060/2002 (PB L 317 van 21.11.2002, blz. 20).

(3)  Zie bijlage II.


BIJLAGE I

Image

Image

Image

Image


BIJLAGE II

Ingetrokken verordening met overzicht van de achtereenvolgende wijzigingen ervan

Verordening (EG) nr. 2019/94 van de Commissie

(PB L 203 van 6.8.1994, blz. 5)

Verordening (EG) nr. 396/96 van de Commissie

(PB L 54 van 5.3.1996, blz. 22)

Verordening (EG) nr. 2060/2002 van de Commissie (1)

(PB L 317 van 21.11.2002, blz. 20)


(1)  Overeenkomstig artikel 2, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 2060/2002 geldt: „De certificaten die overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2019/94 zijn afgegeven vóór de datum van inwerkingtreding van de onderhavige verordening, blijven geldig.”.


BIJLAGE III

Concordantietabel

Verordening (EG) nr. 2019/94

De onderhavige verordening

Artikel 1

Artikel 1

Artikel 2

Artikel 2

Artikel 3

Artikel 3

Artikel 4

Bijlage

Bijlage I

Bijlage II

Bijlage III


24.11.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 307/14


VERORDENING (EG) Nr. 1376/2007 VAN DE COMMISSIE

van 23 november 2007

tot wijziging van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 304/2003 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de in- en uitvoer van gevaarlijke chemische stoffen

(Voor de EER relevante tekst)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 304/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2003 betreffende de in- en uitvoer van gevaarlijke chemische stoffen (1), en met name op artikel 22, lid 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EG) nr. 304/2003 behelst de uitvoering van het Verdrag van Rotterdam inzake de procedure van voorafgaande geïnformeerde toestemming (PIC) voor bepaalde gevaarlijke chemische stoffen en pesticiden in de internationale handel, dat op 11 september 1998 is ondertekend en namens de Gemeenschap is goedgekeurd bij Besluit 2003/106/EG van de Raad (2).

(2)

Bijlage I van Verordening (EG) nr. 304/2003 dient te worden gewijzigd om rekening te houden met regelgeving betreffende bepaalde chemische stoffen die is ingevoerd krachtens Richtlijn 76/769/EEG van de Raad van 27 juli 1976 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen der lidstaten inzake de beperking van het op de markt brengen en van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen en preparaten (3), Richtlijn 91/414/EEG van de Raad van 15 juli 1991 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (4), Richtlijn 98/8/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 1998 betreffende het op de markt brengen van biociden (5) en andere communautaire wetgeving. In de gevallen waarin de bij die besluiten opgelegde beperkingen pas vanaf een toekomstig tijdstip moeten worden toegepast, dienen, om de tenuitvoerlegging te vergemakkelijken, de krachtens Verordening (EG) nr. 304/2003 geldende verplichtingen niet vóór dat tijdstip van toepassing te zijn.

(3)

Krachtens Richtlijn 76/769/EEG is het industriële gebruik van perfluoroctaansulfonaten aan strenge beperkingen onderworpen en bijgevolg moeten deze stoffen worden toegevoegd aan de lijsten van chemische stoffen in de delen 1 en 2 van bijlage I van Verordening (EG) nr. 304/2003.

(4)

Er is besloten om de stoffen dimethenamid, fosalon, alachloor, thiodicarb, oxydemeton-methyl, cadusafos, carbofuran, carbosulfan en haloxyfop-R niet als werkzame stoffen in bijlage I van Richtlijn 91/414/EEG op te nemen, hetgeen tot gevolg heeft dat deze werkzame stoffen niet in bestrijdingsmiddelen mogen worden gebruikt en bijgevolg aan de lijsten van chemische stoffen in de delen 1 en 2 van bijlage I van Verordening (EG) nr. 304/2003 moeten worden toegevoegd.

(5)

Er is besloten om carbaryl en trichloorfon niet als werkzame stoffen in bijlage I van Richtlijn 91/414/EEG op te nemen en carbaryl en trichloorfon niet als werkzame stoffen in bijlage I, IA of IB van Richtlijn 98/8/EG op te nemen, hetgeen tot gevolg heeft dat deze werkzame stoffen niet in bestrijdingsmiddelen mogen worden gebruikt en bijgevolg aan de lijsten van chemische stoffen in de delen 1 en 2 van bijlage I van Verordening (EG) nr. 304/2003 moeten worden toegevoegd.

(6)

Er is besloten om malathion niet als werkzame stof in bijlage I van Richtlijn 91/414/EEG op te nemen, hetgeen tot gevolg heeft dat deze werkzame stof niet in de subcategorie bestrijdingsmiddelen van de groep gewasbeschermingsmiddelen mag worden gebruikt en bijgevolg aan de lijst van chemische stoffen in deel 1 van bijlage I van Verordening (EG) nr. 304/2003 moet worden toegevoegd.

(7)

Er is besloten om fenitrothion, dichloorvos, diazinon en diuron niet als werkzame stoffen in bijlage I van Richtlijn 91/414/EEG op te nemen, hetgeen tot gevolg heeft dat deze werkzame stoffen niet in de subcategorie bestrijdingsmiddelen van de groep gewasbeschermingsmiddelen mogen worden gebruikt en bijgevolg aan deel 1 van bijlage I van Verordening (EG) nr. 304/2003 moeten worden toegevoegd, ondanks het feit dat deze stoffen zijn geïdentificeerd en aangemeld voor een beoordeling in het kader van Richtlijn 98/8/EG en de lidstaten het gebruik van deze stoffen dus verder mogen toestaan tot in het kader van die richtlijn een besluit is genomen.

(8)

Richtlijn 91/414/EEG bepaalt in artikel 8, lid 2, dat de lidstaten gedurende een periode van 12 jaar mogen toelaten dat gewasbeschermingsmiddelen die bepaalde werkzame stoffen bevatten, op de markt worden gebracht. Deze periode is verlengd bij Verordening (EG) nr. 2076/2002 van de Commissie van 20 november 2002 houdende verlenging van de in artikel 8, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad bedoelde termijn en betreffende de niet-opneming van bepaalde werkzame stoffen in bijlage I bij die richtlijn en de intrekking van toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die deze stoffen bevatten (6). Omdat evenwel vóór het verstrijken van de voor azinfos-methyl en vinclozolin vastgestelde periode geen richtlijn is aangenomen waarbij deze werkzame stoffen in bijlage I van Richtlijn 91/414/EEG werden opgenomen, waren de lidstaten verplicht de nationale toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die deze stoffen bevatten, per 1 januari 2007 in te trekken. Als gevolg daarvan is het gebruik van de werkzame stoffen azinfos-methyl en vinclozolin in bestrijdingsmiddelen verboden en moeten zij bijgevolg aan de lijst van chemische stoffen in deel 1 van bijlage I van Verordening (EG) nr. 304/2003 worden toegevoegd.

(9)

Bijlage I van Verordening (EG) nr. 304/2003 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(10)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 29 van Richtlijn 67/548/EEG ingestelde comité,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage I van Verordening (EG) nr. 304/2003 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage van deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 23 november 2007.

Voor de Commissie

Stavros DIMAS

Lid van de Commissie


(1)  PB L 63 van 6.3.2003, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 777/2006 van de Commissie (PB L 136 van 24.5.2006, blz. 9).

(2)  PB L 63 van 6.3.2003, blz. 27.

(3)  PB L 262 van 27.9.1976, blz. 201. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2007/51/EG (PB L 257 van 3.10.2007, blz. 13).

(4)  PB L 230 van 19.8.1991, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2007/52/EG van de Commissie (PB L 214 van 17.8.2007, blz. 3).

(5)  PB L 123 van 24.4.1998, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2007/47/EG (PB L 247 van 21.9.2007, blz. 21).

(6)  PB L 319 van 23.11.2002, blz. 3. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1980/2006 (PB L 368 van 23.12.2006, blz. 96).


BIJLAGE

Bijlage I van Verordening (EG) nr. 304/2003 wordt als volgt gewijzigd:

1)

In deel 1 worden de volgende vermeldingen toegevoegd:

Chemische stof

CAS-nummer

Einecs-nummer

GN-code

Subcategorie (1)

Gebruiksbeperking (2)

Landen waarvoor geen kennisgeving vereist is

„Alachloor +

15972-60-8

240-110-8

2924 29 95

p(1)

v

 

Azinfos-methyl

86-50-0

201-676-1

2933 99 90

p(1)

v

 

Cadusafos +

95465-99-9

n.b.

2930 90 85

p(1)

v

 

Carbaryl + (1)

63-25-2

200-555-0

2924 29 95

p(1)-p(2)

v–v

 

Carbofuran +

1563-66-2

216-353-0

2932 99 85

p(1)

v

 

Carbosulfan +

55285-14-8

259-565-9

2932 99 85

p(1)

v

 

Diazinon (1)

333-41-5

206-373-8

2933 59 10

p(1)

v

 

Dichloorvos (1)

62-73-7

200-547-7

2919 90 90

p(1)

v

 

Dimethenamid +

87674-68-8

n.b.

2934 99 90

p(1)

v

 

Diuron

330-54-1

206-354-4

2924 21 90

p(1)

v

 

Fenitrothion (1)

122-14-5

204-524-2

2920 19 00

p(1)

v

 

Haloxyfop-R + (1)

95977-29-0

n.b.

2933 39 99

p(1)

v

 

(Haloxyfop-P-methylester)

(72619-32-0)

(406-250-0)

(2933 39 99)

Malathion (1)

121-75-5

204-497-7

2930 90 85

p(1)

v

 

Oxydemeton-methyl +

301-12-2

206-110-7

2930 90 85

p(1)

v

 

Perfluoroctaansulfonaten

(PFOS) C8F17SO2X (X = OH, metaalzout (O–M+), halogenide, amide en andere derivaten waaronder polymeren) (2)

1763-23-1

217-179-8

2904 90 20

i(1)

sb

 

2795-39-3

e.a.

220-527-1

2904 90 20

e.a.

Fosalon +

2310-17-0

218-996-2

2934 99 90

p(1)

v

 

Thiodicarb + (1)

59669-26-0

261-848-7

2930 90 85

p(1)

v

 

Trichloorfon + (1)

52-68-6

200-149-3

2931 00 95

p(1)-p(2)

v–v

 

Vinclozolin

50471-44-8

256-599-6

2934 99 90

p(1)

v

 

2)

In deel 2 worden de volgende vermeldingen toegevoegd:

Chemische stof

CAS-nummer

Einecs-nummer

GN-code

Categorie (*)

Gebruiksbeperking (**)

„Alachloor

15972-60-8

240-110-8

2924 29 95

p

v

Cadusafos

95465-99-9

n.a.

2930 90 85

p

v

Carbaryl

63-25-2

200-555-0

2924 29 95

p

v

Carbofuran

1563-66-2

216-353-0

2932 99 85

p

v

Carbosulfan

55285-14-8

259-565-9

2932 99 85

p

v

Dimethenamid

87674-68-8

n.b.

2934 99 90

p

v

Haloxyfop-R

95977-29-0

n.b.

2933 39 99

p

v

(Haloxyfop-P-methylester)

(72619-32-0)

(406-250-0)

(2933 39 99)

Oxydemeton-methyl

301-12-2

206-110-7

2930 90 85

p

v

Perfluoroctaansulfonaten

(PFOS) C8F17SO2X (X = OH, metaalzout (O–M+), halogenide, amide en andere derivaten waaronder polymeren)

1763-23-1

217-179-8

2904 90 20

i

sb

2795-39-3

e.a.

220-527-1

2904 90 20

e.a.

Fosalon

2310-17-0

218-996-2

2934 99 90

p

v

Thiodicarb

59669-26-0

261-848-7

2930 90 85

p

v

Trichloorfon

52-68-6

200-149-3

2931 00 95

p

v”


(1)  De vermelding is van toepassing met ingang van 19 december 2007.

(2)  De vermelding is van toepassing met ingang van 27 juni 2008.”.


II Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie niet verplicht is

BESLUITEN/BESCHIKKINGEN

Raad

24.11.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 307/18


BESCHIKKING VAN DE RAAD

van 8 november 2007

betreffende de toetreding van Bulgarije en Roemenië tot de Overeenkomst, door de Raad vastgesteld overeenkomstig artikel 34 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, betreffende de wederzijdse rechtshulp in strafzaken tussen de lidstaten van de Europese Unie

(2007/763/EG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie,

Gelet op het Toetredingsverdrag van 2005,

Gelet op de Toetredingsakte van 2005 (hierna de „Toetredingsakte” genoemd), en met name op artikel 3, lid 4,

Gezien de aanbeveling van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement (1),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Overeenkomst, door de Raad vastgesteld overeenkomstig artikel 34 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, betreffende de wederzijdse rechtshulp in strafzaken tussen de lidstaten van de Europese Unie (2) (hierna de „Overeenkomst betreffende wederzijdse rechtshulp” genoemd) is op 29 mei 2000 te Brussel ondertekend en is op 23 augustus 2005 in werking getreden.

(2)

De Overeenkomst betreffende wederzijdse rechtshulp is aangevuld met het Protocol van 16 oktober 2001, (hierna het „Protocol betreffende wederzijdse rechtshulp” genoemd), dat op 5 oktober 2005 in werking is getreden (3).

(3)

In artikel 3, lid 3, van de Toetredingsakte is bepaald dat Bulgarije en Roemenië toetreden tot de in bijlage I bij die Toetredingsakte opgesomde verdragen, overeenkomsten en protocollen tussen de lidstaten, waaronder de Overeenkomst betreffende wederzijdse rechtshulp en het Protocol betreffende wederzijdse rechtshulp. Zij moeten ten aanzien van Bulgarije en Roemenië in werking treden op de door de Raad bepaalde data.

(4)

Overeenkomstig artikel 3, lid 4, van de Toetredingsakte moet de Raad de als gevolg van de toetreding vereiste aanpassingen in deze verdragen, overeenkomsten en protocollen aanbrengen,

BESLUIT:

Artikel 1

De Overeenkomst betreffende wederzijdse rechtshulp treedt op de eerste dag van de eerste maand volgende op de datum van vaststelling van dit besluit in werking tussen Bulgarije, Roemenië en de lidstaten ten aanzien waarvan de overeenkomst op die datum in werking is getreden. Zij treedt in werking tussen Bulgarije, Roemenië en elk van de andere lidstaten op de dag waarop de Overeenkomst betreffende wederzijdse rechtshulp voor de betrokken andere lidstaat in werking treedt.

Het Protocol betreffende wederzijdse rechtshulp treedt op de eerste dag van de eerste maand volgende op de datum van vaststelling van dit besluit in werking tussen Bulgarije, Roemenië en de lidstaten ten aanzien waarvan het protocol op die datum in werking is getreden. Het treedt in werking tussen Bulgarije, Roemenië en elk van de andere lidstaten op de dag waarop het Protocol betreffende wederzijdse rechtshulp voor de betrokken andere lidstaat in werking treedt.

Artikel 2

De Bulgaarse en de Roemeense versie (4) van de Overeenkomst betreffende wederzijdse rechtshulp en het Protocol betreffende wederzijdse rechtshulp zijn op gelijke wijze authentiek als de overige teksten van die overeenkomst en dat protocol.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op de dag volgende op die van zijn bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 8 november 2007.

Voor de Raad

De voorzitter

R. PEREIRA


(1)  Advies van 10 juli 2007 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).

(2)  PB C 197 van 12.7.2000, blz. 3.

(3)  Protocol vastgesteld door de Raad overeenkomstig artikel 34 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, bij de Overeenkomst betreffende de wederzijdse rechtshulp in strafzaken tussen de lidstaten van de Europese Unie (PB C 326 van 21.11.2001, blz. 2).

(4)  De Bulgaarse en de Roemeense versie van de overeenkomst en het protocol worden later in de speciale editie van het Publicatieblad bekendgemaakt.


24.11.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 307/20


BESLUIT VAN DE RAAD

van 8 november 2007

betreffende de toetreding van Bulgarije en Roemenië tot de Overeenkomst, opgesteld op grond van artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie inzake het gebruik van informatica op douanegebied

(2007/764/EG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie,

Gelet op het Toetredingsverdrag van 2005,

Gelet op de Toetredingsakte van 2005, en met name op artikel 3, lid 4,

Gezien de aanbeveling van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement (1),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Overeenkomst opgesteld op grond van artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie inzake het gebruik van informatica op douanegebied (2) (hierna de „Overeenkomst inzake het gebruik van informatica op douanegebied” genoemd) is op 26 juli 1995 te Brussel gesloten en is op 25 december 2005 in werking getreden.

(2)

De Overeenkomst inzake het gebruik van informatica op douanegebied is aangevuld met:

het Protocol opgesteld op grond van artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, betreffende de prejudiciële uitlegging, door het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, van de Overeenkomst inzake het gebruik van informatica op douanegebied (3) (hierna het „Protocol betreffende de uitlegging door het Hof van Justitie” genoemd), dat op dat op 29 november 1996 te Brussel is gesloten en op 25 december 2005 in werking is getreden;

het Protocol opgesteld op grond van artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, betreffende het toepassingsgebied van het witwassen van opbrengsten in de overeenkomst inzake het gebruik van informatica op douanegebied, alsmede betreffende de opneming van het registratienummer van het vervoermiddel in de overeenkomst (4) (hierna het „Protocol betreffende het toepassingsgebied van het witwassen van opbrengsten” genoemd), dat op 12 maart 1999 te Brussel is gesloten en in werking treedt overeenkomstig artikel 3, lid 3 van dat protocol;

het Protocol vastgesteld overeenkomstig artikel 34 van het Verdrag betreffende de Europese Unie tot wijziging, wat betreft de vorming van een referentiebestand van onderzoeksdossiers op douanegebied, van de Overeenkomst inzake het gebruik van informatica op douanegebied (5) (hierna het „Protocol betreffende de vorming van een referentiebestand van onderzoeksdossiers op douanegebied” genoemd), dat op 8 mei 2003 te Brussel is gesloten en voor de acht betrokken lidstaten in werking treedt overeenkomstig artikel 2, lid 3, van dat protocol.

(3)

Na hun toetreding tot de Europese Unie hebben de Tsjechische Republiek, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Polen, Slovenië en Slowakije hun akten van toetreding tot de Overeenkomst inzake het gebruik van informatica op douanegebied neergelegd; de Tsjechische Republiek, Estland, Cyprus, Litouwen, Hongarije, Polen, Slovenië en Slowakije hebben hun akten van toetreding tot de drie protocollen neergelegd; Letland heeft zijn akte van toetreding tot het Protocol betreffende de uitlegging door het Hof van Justitie neergelegd.

(4)

In artikel 3, lid 3, van de Toetredingsakte is bepaald dat Bulgarije en Roemenië toetreden tot de in bijlage I bij die Toetredingsakte opgesomde verdragen, overeenkomsten en protocollen, waaronder de Overeenkomst inzake het gebruik van informatica op douanegebied en de protocollen daarbij. Deze verdragen, overeenkomsten en protocollen moeten ten aanzien van Bulgarije en Roemenië in werking treden op de door de Raad bepaalde data.

(5)

Overeenkomstig artikel 3, lid 4, van de Toetredingsakte moet de Raad de als gevolg van de toetreding vereiste aanpassingen in deze verdragen, overeenkomsten en protocollen aanbrengen,

BESLUIT:

Artikel 1

De Overeenkomst inzake het gebruik van informatica op douanegebied, zoals gewijzigd bij het Protocol betreffende de vorming van een referentiebestand van onderzoeksdossiers op douanegebied en bij dit besluit, alsook het Protocol betreffende de uitlegging door het Hof van Justitie en het Protocol betreffende het toepassingsgebied van het witwassen van opbrengsten, treden op de eerste dag van de eerste maand volgende op de datum van vaststelling van dit besluit in werking tussen Bulgarije, Roemenië en de lidstaten ten aanzien waarvan de overeenkomst of het protocol, naar gelang het geval, in werking is getreden. De overeenkomst treedt tussen Bulgarije, Roemenië en elk van de andere lidstaten in werking op de datum waarop zij voor de betrokken andere lidstaat in werking treedt.

Artikel 2

De Bulgaarse en de Roemeense versie van de Overeenkomst inzake het gebruik van informatica op douanegebied, het Protocol betreffende de vorming van een referentiebestand van onderzoeksdossiers op douanegebied, het Protocol betreffende de uitlegging door het Hof van Justitie en het Protocol betreffende het toepassingsgebied van het witwassen van opbrengsten (6) zijn op gelijke wijze authentiek als de overige teksten van de overeenkomst en de protocollen daarbij.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op de dag volgende op die van zijn bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 8 november 2007.

Voor de Raad

De voorzitter

R. PEREIRA


(1)  Advies uitgebracht op 10 juli 2007 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).

(2)  PB C 316 van 27.11.1995, blz. 34.

(3)  PB C 151 van 20.5.1997, blz. 16.

(4)  PB C 91 van 31.3.1999, blz. 2.

(5)  PB C 139 van 13.6.2003, blz. 2.

(6)  De Bulgaarse en de Roemeense teksten van de overeenkomst worden bekendgemaakt in een speciale uitgave van het Publicatieblad op een latere datum.


24.11.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 307/22


BESLUIT VAN DE RAAD

van 8 november 2007

betreffende de toetreding van Bulgarije en Roemenië tot de Overeenkomst, opgesteld op grond van artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, betreffende de ontzegging van de rijbevoegdheid

(2007/765/EG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie,

Gelet op het Toetredingsverdrag van 2005,

Gelet op de Toetredingsakte van 2005, en met name op artikel 3, lid 4,

Gezien de aanbeveling van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement (1),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Overeenkomst, opgesteld op grond van artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, betreffende de ontzegging van de rijbevoegdheid (2) (hierna „de Overeenkomst betreffende de ontzegging van de rijbevoegdheid” genoemd) is op 17 juni 1998 te Luxemburg ondertekend en is nog niet in werking getreden.

(2)

In artikel 3, lid 3, van de Toetredingsakte is bepaald dat Bulgarije en Roemenië toetreden tot de in bijlage I bij die Toetredingsakte opgesomde verdragen, overeenkomsten en protocollen, waaronder de Overeenkomst betreffende de ontzegging van de rijbevoegdheid. Deze verdragen, overeenkomsten en protocollen moeten ten aanzien van Bulgarije en Roemenië in werking treden op de door de Raad bepaalde data.

(3)

Overeenkomstig artikel 3, lid 4, van de Toetredingsakte moet de Raad de als gevolg van de toetreding vereiste aanpassingen in deze verdragen, overeenkomsten en protocollen aanbrengen,

BESLUIT:

Artikel 1

De Overeenkomst betreffende de ontzegging van de rijbevoegdheid treedt ten aanzien van Bulgarije en Roemenië in werking op de dag waarop zij in werking treedt ten aanzien van de oorspronkelijke ondertekenende lidstaten.

Artikel 2

De Bulgaarse en de Roemeense versie van de Overeenkomst betreffende de ontzegging van de rijbevoegdheid (3) zijn op gelijke wijze authentiek als de overige teksten van die overeenkomst.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op de dag volgende op die van zijn bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 8 november 2007.

Voor de Raad

De voorzitter

R. PEREIRA


(1)  Advies uitgebracht op 10 juli 2007 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).

(2)  PB C 216 van 10.7.1998, blz. 1.

(3)  De Bulgaarse en de Roemeense tekst van de overeenkomst worden bekendgemaakt in een speciale uitgave van het Publicatieblad op een latere datum.


Rectificaties

24.11.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 307/23


Rectificatie van Verordening (EG) nr. 1110/2003 van de Commissie van 26 juni 2003 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1249/96 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 1766/92 van de Raad ten aanzien van de invoerrechten in de sector granen

( Publicatieblad van de Europese Unie L 158 van 27 juni 2003 )

Bladzijde 13, punt 2:

in plaats van:

„Artikel 4

1.   Voor de bepaling van de in artikel 10, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 1766/92 bedoelde representatieve cif-invoerprijzen worden voor de in artikel 2, lid 1, bedoelde zachte tarwe van hoge kwaliteit, durumtarwe, maïs en andere voedergranen de volgende elementen in aanmerking genomen:

a)

de representatieve beursnotering op de markt van de Verenigde Staten van Amerika;

b)

de bekende handelspremies en kortingen die op de noteringsdag op de markt van de Verenigde Staten bij deze notering horen en in het bijzonder, in het geval van durumtarwe, die bij de meelkwaliteit horen;”

te lezen:

„Artikel 4

1.   Voor de bepaling van de in artikel 10, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 1766/92 bedoelde representatieve cif-invoerprijzen worden voor de in artikel 2, lid 1, bedoelde zachte tarwe van hoge kwaliteit, durumtarwe, maïs en andere voedergranen de volgende elementen in aanmerking genomen:

a)

de representatieve beursnotering op de markt van de Verenigde Staten van Amerika;

b)

de bekende handelspremies en kortingen die op de noteringsdag op de markt van de Verenigde Staten bij deze notering horen en in het bijzonder, in het geval van durumtarwe, die bij de griesmeelkwaliteit horen;”