ISSN 1725-2598

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 188

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

50e jaargang
20 juli 2007


Inhoud

 

I   Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie verplicht is

Bladzijde

 

 

VERORDENINGEN

 

 

Verordening (EG) nr. 849/2007 van de Commissie van 19 juli 2007 tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

1

 

*

Verordening (EG) nr. 850/2007 van de Commissie van 19 juli 2007 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 378/2005 tot vaststelling van gedetailleerde voorschriften voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 1831/2003 van het Europees Parlement en de Raad, wat betreft de verplichtingen en taken van het communautaire referentielaboratorium betreffende vergunningsaanvragen voor toevoegingsmiddelen voor diervoeding ( 1 )

3

 

 

Verordening (EG) nr. 851/2007 van de Commissie van 19 juli 2007 houdende vaststelling van de restituties die van toepassing zijn op bepaalde producten van de sector suiker, uitgevoerd in de vorm van goederen die niet onder bijlage I bij het Verdrag vallen

7

 

 

Verordening (EG) nr. 852/2007 van de Commissie van 19 juli 2007 tot vaststelling van de restituties bij uitvoer van witte en ruwe suiker in onveranderde vorm

9

 

 

Verordening (EG) nr. 853/2007 van de Commissie van 19 juli 2007 tot vaststelling van de restituties bij uitvoer van stropen en bepaalde andere producten van de suikersector in ongewijzigde staat

11

 

 

Verordening (EG) nr. 854/2007 van de Commissie van 19 juli 2007 tot vaststelling van de maximumrestitutie bij uitvoer van witte suiker in het kader van de in Verordening (EG) nr. 958/2006 bedoelde permanente inschrijving

13

 

 

Verordening (EG) nr. 855/2007 van de Commissie van 19 juli 2007 tot vaststelling van de maximumrestitutie bij uitvoer van witte suiker in het kader van de in Verordening (EG) nr. 38/2007 bedoelde permanente inschrijving

14

 

 

II   Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie niet verplicht is

 

 

BESLUITEN/BESCHIKKINGEN

 

 

Raad

 

 

2007/511/EG

 

*

Besluit van de Raad van 15 februari 2007 betreffende de sluiting, namens de Europese Gemeenschap, van een regeling tussen de Europese Gemeenschap enerzijds en de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen anderzijds inzake de wijze waarop deze twee staten worden betrokken bij het Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten van de Europese Unie

15

 

 

2007/512/EG

 

*

Besluit van de Raad van 15 februari 2007 betreffende de ondertekening, namens de Europese Gemeenschap, en de voorlopige toepassing van een regeling tussen de Europese Gemeenschap enerzijds en de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen anderzijds inzake de wijze waarop deze twee staten worden betrokken bij het Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten van de Europese Unie

17

Regeling tussen de Europese Gemeenschap enerzijds en de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen anderzijds inzake de wijze waarop deze twee staten worden betrokken bij het Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten van de Europese Unie

19

 

 

Rectificaties

 

*

Rectificatie van Verordening (EG) nr. 1875/2006 van de Commissie van 18 december 2006 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2454/93 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek (PB L 360 van 19.12.2006)

24

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


I Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie verplicht is

VERORDENINGEN

20.7.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 188/1


VERORDENING (EG) Nr. 849/2007 VAN DE COMMISSIE

van 19 juli 2007

tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 3223/94 van de Commissie van 21 december 1994 houdende uitvoeringsbepalingen van de invoerregeling voor groenten en fruit (1), en met name op artikel 4, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In Verordening (EG) nr. 3223/94 zijn op grond van de multilaterale handelsbesprekingen in het kader van de Uruguayronde de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de periodes die in de bijlage bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt.

(2)

Op grond van de bovenvermelde criteria moeten de forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld op de in de bijlage bij deze verordening vermelde niveaus,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 3223/94 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld zoals aangegeven in de tabel in de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 20 juli 2007.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 19 juli 2007.

Voor de Commissie

Jean-Luc DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 337 van 24.12.1994, blz. 66. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 756/2007 (PB L 172 van 30.6.2007, blz. 41).


BIJLAGE

bij de verordening van de Commissie van 19 juli 2007 tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

(EUR/100 kg)

GN-code

Code derde landen (1)

Forfaitaire invoerwaarde

0702 00 00

MK

52,4

TR

106,7

ZZ

79,6

0707 00 05

MK

68,1

TR

104,4

ZZ

86,3

0709 90 70

TR

90,5

ZZ

90,5

0805 50 10

AR

55,1

UY

55,7

ZA

57,8

ZZ

56,2

0808 10 80

AR

91,4

BR

90,0

CA

101,7

CL

89,4

CN

86,6

NZ

100,0

US

96,8

UY

54,7

ZA

97,3

ZZ

89,8

0808 20 50

AR

82,7

CL

83,8

NZ

103,5

TR

138,6

ZA

125,0

ZZ

106,7

0809 10 00

TR

179,3

ZZ

179,3

0809 20 95

CA

344,6

TR

302,2

US

366,1

ZZ

337,6

0809 30 10, 0809 30 90

TR

159,9

ZZ

159,9

0809 40 05

IL

142,1

ZZ

142,1


(1)  Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1833/2006 van de Commissie (PB L 354 van 14.12.2006, blz. 19). De code „ZZ” staat voor „andere oorsprong”.


20.7.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 188/3


VERORDENING (EG) Nr. 850/2007 VAN DE COMMISSIE

van 19 juli 2007

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 378/2005 tot vaststelling van gedetailleerde voorschriften voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 1831/2003 van het Europees Parlement en de Raad, wat betreft de verplichtingen en taken van het communautaire referentielaboratorium betreffende vergunningsaanvragen voor toevoegingsmiddelen voor diervoeding

(Voor de EER relevante tekst)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1831/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2003 betreffende toevoegingsmiddelen voor diervoeding (1), en met name op artikel 21, derde alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EG) nr. 1831/2003 stelt een communautaire procedure vast voor het verlenen van vergunningen voor het in de handel brengen en het gebruik van toevoegingsmiddelen voor diervoeding. Zij bepaalt dat wie een vergunning voor een toevoegingsmiddel voor diervoeding of voor een nieuw gebruik van een toevoegingsmiddel aanvraagt, bij de Commissie een vergunningsaanvraag overeenkomstig die verordening indient („de aanvraag”).

(2)

Verordening (EG) nr. 1831/2003 voorziet bovendien in de oprichting van een communautair referentielaboratorium („CRL”) voor de uitvoering van bepaalde verplichtingen en taken overeenkomstig bijlage II bij die verordening. In die verordening wordt ook bepaald dat het CRL kan worden bijgestaan door een consortium van nationale referentielaboratoria.

(3)

Verordening (EG) nr. 378/2005 stelt gedetailleerde voorschriften voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 1831/2003 vast wat de aanvragen en de verplichtingen en taken van het CRL betreft.

(4)

Artikel 4, lid 1, van Verordening (EG) nr. 378/2005 bepaalt dat het CRL van de aanvrager een bijdrage in de kosten voor elke aanvraag vraagt („bijdrage in de kosten”). Bovendien bevat bijlage II bij die verordening een lijst van het consortium van nationale referentielaboratoria.

(5)

Het bedrag van de bijdrage in de kosten is sinds de inwerkingtreding van Verordening (EG) nr. 378/2005 niet aangepast en moet worden verhoogd, rekening houdend met de sindsdien opgedane ervaring.

(6)

Tsjechië, Ierland, Hongarije en Finland hebben de Commissie meegedeeld dat de naam of bepaalde bijzonderheden van hun nationaal referentielaboratorium dat deel uitmaakt van het consortium, zijn gewijzigd. Bijgevolg moet de lijst in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 378/2005 worden vervangen door de lijst in de bijlage bij deze verordening.

(7)

Verordening (EG) nr. 378/2005 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(8)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 378/2005 wordt als volgt gewijzigd:

1)

In artikel 4 wordt lid 1 vervangen door:

„1.   Het CRL vraagt van de aanvrager een bijdrage in de kosten van 6 000 EUR voor elke aanvraag („de bijdrage in de kosten”).”.

2)

Bijlage II wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 19 juli 2007.

Voor de Commissie

Markos KYPRIANOU

Lid van de Commissie


(1)  PB L 268 van 18.10.2003, blz. 29. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 378/2005 van de Commissie (PB L 59 van 5.3.2005, blz. 8).


BIJLAGE

„BIJLAGE II

Communautair referentielaboratorium en consortium van nationale referentielaboratoria, als bedoeld in artikel 6, lid 2

COMMUNAUTAIR REFERENTIELABORATORIUM

Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek van de Europese Commissie. Instituut voor Referentiemateriaal en Metingen. Geel, België.

NATIONALE REFERENTIELABORATORIA VAN DE LIDSTATEN

Belgique/België

Federaal Voedingslabo Tervuren (AFSCA-FAVV), Tervuren,

Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO), Mol.

Česká republika

Ústřední kontrolní a zkušební ústav zemědělský (ÚKZÚZ), Praha.

Danmark

Plantedirektoratets Laboratorium, Lyngby.

Deutschland

Schwerpunktlabor Futtermittel des Bayerischen Landesamtes für Gesundheit und Lebensmittelsicherheit (LGL), Oberschleißheim,

Landwirtschaftliche Untersuchungs- und Forschungsanstalt (LUFA) Speyer, Speyer,

Sächsische Landesanstalt für Landwirtschaft, Fachbereich 8 — Landwirtschaftliches Untersuchungswesen, Leipzig,

Thüringer Landesanstalt für Landwirtschaft (TLL), Abteilung Untersuchungswesen. Jena.

Eesti

Põllumajandusuuringute Keskus (PMK), Jääkide ja saasteainete labor, Saku, Harjumaa,

Põllumajandusuuringute Keskus (PMK), Taimse materjali analüüsi labor, Saku, Harjumaa.

Éire/Ireland

The State Laboratory, Kildare.

España

Laboratorio Arbitral Agroalimentario, Ministerio de Agricultura, Pesca y Alimentación, Madrid,

Laboratori Agroalimentari, Departament d’Agricultura, Ramaderia i Pesca, Generalitat de Catalunya, Cabrils.

France

Laboratoire de Rennes, Direction générale de la concurrence, de la consommation et de la répression des fraudes (DGCCRF), Rennes.

Italia

Istituto Superiore di Sanità, Dipartimento di Sanità alimentare ed animale, Roma,

Centro di referenza nazionale per la sorveglianza ed il controllo degli alimenti per gli animali (CReAA), Torino.

Κύπρος

Εργαστήριο Ελέγχου Ζωοτροφών, Τμήμα Γεωργίας, Λευκωσία.

Latvija

Valsts veterinārmedicīnas diagnostikas centrs (VVMDC), Rīga.

Lietuva

Nacionalinė veterinarijos laboratorija, Vilnius,

Klaipėdos apskrities VMVT laboratorija, Klaipėda.

Luxembourg

Laboratoire de contrôle et d'essais — ASTA, Ettelbruck.

Magyarország

Mezőgazdasági Szakigazgatási Hivatal (MgSzH) Élelmiszer- és Takarmánybiztonsági Igazgatóság, Központi Takarmányvizsgáló Laboratórium – Nemzeti Referencia Laboratórium, Budapest.

Nederland

RIKILT-Instituut voor Voedselveiligheid, Wageningen,

Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), Bilthoven.

Österreich

Österreichische Agentur für Gesundheit und Ernährungssicherheit (AGES), Wien.

Polska

Instytut Zootechniki w Krakowie, Krajowe Laboratorium Pasz, Lublin,

Państwowy Instytut Weterynaryjny, Puławy.

Portugal

Laboratorio Nacional de Investigação Veterinária, Lisboa.

Slovenija

Univerza v Ljubljani, Veterinarska fakulteta. Nacionalni veterinarski inštitut, Enota za patologijo prehrane in higieno okolja, Ljubljana,

Kmetijski inštitut Slovenije, Ljubljana.

Slovensko

Skúšobné laboratórium – Oddelenie analýzy krmív, Ústredný kontrolný a skúšobný ústav poľnohospodársky, Bratislava.

Suomi/Finland

Elintarviketurvallisuusvirasto/Livsmedelssäkerhetsverket (Evira), Helsinki/Helsingfors.

Sverige

Foderavdelningen, Statens Veterinärmedicinska Anstalt (SVA), Uppsala.

United Kingdom

The Laboratory of the Government Chemist, Teddington.

NATIONALE REFERENTIELABORATORIA VAN DE EVA-LANDEN

Norge/Noreg

LabNett AS, Agricultural Chemistry Laboratory, Stjørdal.”


20.7.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 188/7


VERORDENING (EG) Nr. 851/2007 VAN DE COMMISSIE

van 19 juli 2007

houdende vaststelling van de restituties die van toepassing zijn op bepaalde producten van de sector suiker, uitgevoerd in de vorm van goederen die niet onder bijlage I bij het Verdrag vallen

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad van 20 februari 2006 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (1), en met name op artikel 33, lid 2, onder a), en lid 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig artikel 32, leden 1 en 2, van Verordening (EG) nr. 318/2006 kan het verschil tussen de prijzen van de in artikel 1, lid 1, onder b), c), d) en g), van die verordening bedoelde producten in de internationale handel enerzijds en de prijzen in de Gemeenschap anderzijds door een restitutie bij de uitvoer worden overbrugd wanneer deze producten worden uitgevoerd in de vorm van goederen die in bijlage VII bij die verordening worden genoemd.

(2)

In Verordening (EG) nr. 1043/2005 van de Commissie van 30 juni 2005 houdende tenuitvoerlegging van Verordening (EG) nr. 3448/93 van de Raad wat betreft de regeling aangaande de toekenning van restituties bij uitvoer en de criteria voor de vaststelling van het restitutiebedrag betreffende bepaalde landbouwproducten, uitgevoerd in de vorm van goederen die niet onder bijlage I van het Verdrag vallen (2), is aangegeven voor welke producten een restitutie dient te worden vastgesteld wanneer ze worden uitgevoerd in de vorm van goederen bedoeld in bijlage VII bij Verordening (EG) nr. 318/2006.

(3)

Overeenkomstig artikel 14, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1043/2005 dient de restitutievoet per 100 kg van elk van de betrokken basisproducten maandelijks te worden vastgesteld.

(4)

In artikel 32, lid 4, van Verordening (EG) nr. 318/2006 is bepaald dat de restitutie bij uitvoer van een in een goed verwerkt product niet meer mag bedragen dan de restitutie voor ditzelfde product dat in onverwerkte toestand wordt uitgevoerd.

(5)

De ingevolge deze verordening vastgestelde restituties kunnen vooraf worden vastgesteld, aangezien op dit moment niet bekend is hoe de markt zich de komende maanden zal ontwikkelen.

(6)

De naleving van de verplichtingen die zijn aangegaan met betrekking tot de restituties die kunnen worden toegekend bij de uitvoer van landbouwproducten die zijn verwerkt in niet onder bijlage I bij het Verdrag vallende goederen, kan in het gedrang komen door de vaststelling vooraf van hoge restituties. In deze situatie moeten derhalve vrijwaringsmaatregelen worden genomen zonder dat daardoor de sluiting van langetermijncontracten wordt verhinderd. De vaststelling van een specifieke restitutie voor de voorfixatie van restituties is een maatregel die aan deze verschillende doelstellingen beantwoordt.

(7)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor suiker,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De restituties die van toepassing zijn op de in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1043/2005 en in artikel 1, lid 1, en in lid 1 van artikel 2 van Verordening (EG) nr. 318/2006 opgenomen basisproducten die worden uitgevoerd in de vorm van goederen vermeld in bijlage VII bij Verordening (EG) nr. 318/2006, worden vastgesteld zoals in de bijlage bij deze verordening is aangegeven.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 20 juli 2007.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 19 juli 2007.

Voor de Commissie

Heinz ZOUREK

Directeur-generaal Ondernemingen en industrie


(1)  PB L 58 van 28.2.2006, blz. 1. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1585/2006 van de Commissie (PB L 294 van 25.10.2006, blz. 19).

(2)  PB L 172 van 5.7.2005, blz. 24. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 447/2007 (PB L 106 van 24.4.2007, blz. 31).


BIJLAGE

Restituties die worden toegepast vanaf 20 juli 2007 voor bepaalde producten van de sector suiker die worden uitgevoerd in de vorm van niet in bijlage I bij het Verdrag vermelde goederen (1)

GN-code

Omschrijving

Restituties in EUR/100 kg

Bij vaststelling vooraf van de restituties

Overige gevallen

1701 99 10

Witte suiker

34,70

34,70


(1)  De in deze bijlage vastgestelde restituties zijn niet van toepassing op de uitvoer naar Albanië, Kroatië, Bosnië en Herzegovina, Servië, Montenegro, Kosovo, de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, Andorra, Gibraltar, Ceuta en Melilla, de Heilige Stoel (Vaticaanstad), Liechtenstein, de gemeenten Livigno en Campione d'Italia, Heligoland, Groenland, de Faeröer en de delen van de Republiek Cyprus waarin de regering van de Republiek Cyprus niet feitelijk het gezag uitoefent, noch op de goederen die zijn opgenomen in de tabellen I en II bij Protocol nr. 2 bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat van 22 juli 1972 en die naar de Zwitserse Bondsstaat worden uitgevoerd.


20.7.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 188/9


VERORDENING (EG) Nr. 852/2007 VAN DE COMMISSIE

van 19 juli 2007

tot vaststelling van de restituties bij uitvoer van witte en ruwe suiker in onveranderde vorm

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad van 20 februari 2006 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (1), en met name op artikel 33, lid 2, tweede alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In artikel 32 van Verordening (EG) nr. 318/2006 is bepaald dat het verschil tussen de prijzen voor de in artikel 1, lid 1, onder b), van die verordening bedoelde producten op de wereldmarkt en op de interne markt mag worden overbrugd door een restitutie bij uitvoer.

(2)

Gezien de huidige situatie op de suikermarkt moeten derhalve uitvoerrestituties worden vastgesteld overeenkomstig de voorschriften en bepaalde criteria van de artikelen 32 en 33 van Verordening (EG) nr. 318/2006.

(3)

In artikel 33, lid 2, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 318/2006 is bepaald dat de restitutie naar gelang van de bestemming kan variëren indien dat gezien de situatie op de wereldmarkt of de specifieke vereisten van bepaalde markten noodzakelijk is.

(4)

Alleen voor producten die tot het vrije verkeer in de Gemeenschap zijn toegelaten en voldoen aan de vereisten van Verordening (EG) nr. 318/2006, mogen restituties worden verleend.

(5)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor suiker,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 32 van Verordening (EG) nr. 318/2006 bedoelde restituties worden verleend voor de producten en met toepassing van de bedragen die zijn vastgesteld in de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 20 juli 2007.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 19 juli 2007.

Voor de Commissie

Jean-Luc DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 58 van 28.2.2006, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 247/2007 van de Commissie (PB L 69 van 9.3.2007, blz. 3).


BIJLAGE

Met ingang van 20 juli 2007 geldende restituties bij uitvoer van witte en ruwe suiker in onveranderde vorm (1)

GN-code

Bestemming

Meeteenheid

Restitutiebedrag

1701 11 90 9100

S00

EUR/100 kg

31,91 (2)

1701 11 90 9910

S00

EUR/100 kg

31,91 (2)

1701 12 90 9100

S00

EUR/100 kg

31,91 (2)

1701 12 90 9910

S00

EUR/100 kg

31,91 (2)

1701 91 00 9000

S00

EUR/1 % sacharose × 100 kg nettoproduct

0,3470

1701 99 10 9100

S00

EUR/100 kg

34,70

1701 99 10 9910

S00

EUR/100 kg

34,70

1701 99 10 9950

S00

EUR/100 kg

34,70

1701 99 90 9100

S00

EUR/1 % sacharose × 100 kg nettoproduct

0,3470

NB: De bestemmingen zijn als volgt vastgesteld:

S00

:

alle bestemmingen, met uitzondering van Albanië, Kroatië, Bosnië en Herzegovina, Servië, Montenegro, Kosovo en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, Andorra, Gibraltar, Ceuta, Melilla, de Heilige Stoel (Vaticaanstad), Liechtenstein, de gemeenten Livigno en Campione in Italië, Helgoland, Groenland, de Faeröer en de zones van de Republiek Cyprus waarover de regering van de Republiek Cyprus niet feitelijk het gezag uitoefent.


(1)  De in deze bijlage vastgestelde restituties zijn niet van toepassing met ingang van 1 februari 2005 overeenkomstig Besluit 2005/45/EG van de Raad van 22 december 2004 betreffende het sluiten en de voorlopige toepassing van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat tot wijziging van de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat van 22 juli 1972, wat de bepalingen betreffende verwerkte landbouwproducten betreft (PB L 23 van 26.1.2005, blz. 17).

(2)  Dit bedrag geldt voor ruwe suiker met een rendement van 92 %. Indien het rendement van de geëxporteerde ruwe suiker afwijkt van 92 %, wordt het bedrag van de toe te passen restitutie voor elke betrokken uitvoertransactie vermenigvuldigd met een omrekeningsfactor die wordt verkregen door het overeenkomstig bijlage I, punt III, punt 3, van Verordening (EG) nr. 318/2006 berekende rendement van de geëxporteerde ruwe suiker te delen door 92.


20.7.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 188/11


VERORDENING (EG) Nr. 853/2007 VAN DE COMMISSIE

van 19 juli 2007

tot vaststelling van de restituties bij uitvoer van stropen en bepaalde andere producten van de suikersector in ongewijzigde staat

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad van 20 februari 2006 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (1), en met name op artikel 33, lid 2, tweede alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In artikel 32 van Verordening (EG) nr. 318/2006 is bepaald dat het verschil tussen de prijzen voor de in artikel 1, lid 1, onder c), d) en g), van die verordening bedoelde producten op de wereldmarkt en op de interne markt mag worden overbrugd door een restitutie bij uitvoer.

(2)

Gezien de huidige situatie op de suikermarkt moeten derhalve uitvoerrestituties worden vastgesteld overeenkomstig de regels en bepaalde criteria van de artikelen 32 en 33 van Verordening (EG) nr. 318/2006.

(3)

In artikel 33, lid 2, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 318/2006 is bepaald dat de restitutie naar gelang van de bestemming kan variëren indien dat gezien de situatie op de wereldmarkt of de specifieke vereisten van bepaalde markten noodzakelijk is.

(4)

Er mogen alleen restituties worden verleend voor producten die tot het vrije verkeer in de Gemeenschap zijn toegelaten en voldoen aan de vereisten van Verordening (EG) nr. 951/2006 van de Commissie van 30 juni 2006 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 318/2006 wat de handel met derde landen in de suikersector betreft (2).

(5)

Om het verschil in concurrentievermogen tussen de communautaire uitvoer en die uit derde landen te overbruggen, kunnen uitvoerrestituties worden vastgesteld. De communautaire uitvoer naar bepaalde nabije bestemmingen en derde landen die voor communautaire producten een preferentiële behandeling toekennen, bevindt zich momenteel in een bijzonder gunstige concurrentiepositie. Restituties voor uitvoer naar deze bestemmingen moeten derhalve worden afgeschaft.

(6)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor suiker,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   De in artikel 32 van Verordening (EG) nr. 318/2006 bedoelde uitvoerrestituties worden toegekend voor de producten en met toepassing van de bedragen die zijn vastgesteld in de bijlage bij de onderhavige verordening, op voorwaarde dat aan het bepaalde in lid 2 van het onderhavige artikel wordt voldaan.

2.   Alleen producten die voldoen aan de desbetreffende vereisten van de artikelen 3 en 4 van Verordening (EG) nr. 951/2006 komen in aanmerking voor de in lid 1 van de onderhavige verordening bedoelde restituties.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 20 juli 2007.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 19 juli 2007.

Voor de Commissie

Jean-Luc DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 58 van 28.2.2006, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 247/2007 van de Commissie (PB L 69 van 9.3.2007, blz. 3).

(2)  PB L 178 van 1.7.2006, blz. 24. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2031/2006 (PB L 414 van 30.12.2006, blz. 43).


BIJLAGE

Met ingang van 20 juli 2007 geldende restituties bij uitvoer van stropen en bepaalde andere producten van de suikersector in onveranderde vorm (1)

GN-code

Bestemming

Meeteenheid

Restitutiebedrag

1702 40 10 9100

S00

EUR/100 kg droge stof

34,70

1702 60 10 9000

S00

EUR/100 kg droge stof

34,70

1702 60 95 9000

S00

EUR/1 % sacharose × 100 kg nettoproduct

0,3470

1702 90 30 9000

S00

EUR/100 kg droge stof

34,70

1702 90 60 9000

S00

EUR/1 % sacharose × 100 kg nettoproduct

0,3470

1702 90 71 9000

S00

EUR/1 % sacharose × 100 kg nettoproduct

0,3470

1702 90 99 9900

S00

EUR/1 % sacharose × 100 kg nettoproduct

0,3470 (2)

2106 90 30 9000

S00

EUR/100 kg droge stof

34,70

2106 90 59 9000

S00

EUR/1 % sacharose × 100 kg nettoproduct

0,3470

NB: De bestemmingen zijn als volgt vastgesteld:

S00

:

alle bestemmingen, met uitzondering van Albanië, Kroatië, Bosnië en Herzegovina, Servië, Montenegro, Kosovo en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, Andorra, Gibraltar, Ceuta, Melilla, de Heilige Stoel (Vaticaanstad), Liechtenstein, de gemeenten Livigno en Campione in Italië, Helgoland, Groenland, de Faeröer en de zones van de Republiek Cyprus waarover de regering van de Republiek Cyprus niet feitelijk het gezag uitoefent.


(1)  De in deze bijlage vastgestelde restituties zijn niet van toepassing met ingang van 1 februari 2005 overeenkomstig Besluit 2005/45/EG van de Raad van 22 december 2004 betreffende het sluiten en de voorlopige toepassing van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat tot wijziging van de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat van 22 juli 1972, wat de bepalingen betreffende verwerkte landbouwproducten betreft (PB L 23 van 26.1.2005, blz. 17).

(2)  Het basisbedrag is niet van toepassing op het in de bijlage, punt 2, van Verordening (EEG) nr. 3513/92 van de Commissie (PB L 355 van 5.12.1992, blz. 12) bedoelde product.


20.7.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 188/13


VERORDENING (EG) Nr. 854/2007 VAN DE COMMISSIE

van 19 juli 2007

tot vaststelling van de maximumrestitutie bij uitvoer van witte suiker in het kader van de in Verordening (EG) nr. 958/2006 bedoelde permanente inschrijving

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad van 20 februari 2006 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (1), en met name op artikel 33, lid 2, tweede alinea en derde alinea, onder b),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Krachtens Verordening (EG) nr. 958/2006 van de Commissie van 28 juni 2006 betreffende een permanente inschrijving voor de vaststelling van restituties bij uitvoer van witte suiker voor het verkoopseizoen 2006/2007 (2) moeten deelinschrijvingen worden gehouden.

(2)

Op grond van artikel 8, lid 1, van Verordening (EG) nr. 958/2006 en op grond van het onderzoek van de biedingen voor de op 19 juli 2007 verstrijkende deelinschrijving, dient de maximumrestitutie bij uitvoer in het kader van die deelinschrijving te worden vastgesteld.

(3)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor suiker,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De maximumrestitutie bij uitvoer van het in artikel 1, lid 1, van Verordening (EG) nr. 958/2006 bedoelde product wordt voor de op 19 juli 2007 verstrijkende deelinschrijving vastgesteld op 39,695 EUR/100 kg.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 20 juli 2007.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 19 juli 2007.

Voor de Commissie

Jean-Luc DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 58 van 28.2.2006, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 247/2007 van de Commissie (PB L 69 van 9.3.2007, blz. 3).

(2)  PB L 175 van 29.6.2006, blz. 49. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 203/2007 (PB L 61 van 28.2.2007, blz. 3).


20.7.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 188/14


VERORDENING (EG) Nr. 855/2007 VAN DE COMMISSIE

van 19 juli 2007

tot vaststelling van de maximumrestitutie bij uitvoer van witte suiker in het kader van de in Verordening (EG) nr. 38/2007 bedoelde permanente inschrijving

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad van 20 februari 2006 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (1), en met name op artikel 33, lid 2, tweede alinea en derde alinea, onder b),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Krachtens Verordening (EG) nr. 38/2007 van de Commissie van 17 januari 2007 met betrekking tot de opening van een permanente openbare inschrijving voor de verkoop voor uitvoer van suiker uit de voorraden van de interventiebureaus van België, Tsjechië, Spanje, Ierland, Italië, Hongarije, Polen, Slowakije en Zweden (2) moeten deelinschrijvingen worden gehouden.

(2)

Op grond van artikel 4, lid 1, van Verordening (EG) nr. 38/2007 en op grond van het onderzoek van de biedingen voor de op 18 juli 2007 verstrijkende deelinschrijving, dient de maximumrestitutie bij uitvoer in het kader van die deelinschrijving te worden vastgesteld.

(3)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor suiker,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De maximumrestitutie bij uitvoer van het in artikel 1, lid 1, van Verordening (EG) nr. 38/2007 bedoelde product wordt voor de op 18 juli 2007 verstrijkende deelinschrijving vastgesteld op 45,236 EUR/100 kg.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 20 juli 2007.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 19 juli 2007.

Voor de Commissie

Jean-Luc DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 58 van 28.2.2006, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 247/2007 van de Commissie (PB L 69 van 9.3.2007, blz. 3).

(2)  PB L 11 van 18.1.2007, blz. 4. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 203/2007 (PB L 61 van 28.2.2006, blz. 3).


II Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie niet verplicht is

BESLUITEN/BESCHIKKINGEN

Raad

20.7.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 188/15


BESLUIT VAN DE RAAD

van 15 februari 2007

betreffende de sluiting, namens de Europese Gemeenschap, van een regeling tussen de Europese Gemeenschap enerzijds en de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen anderzijds inzake de wijze waarop deze twee staten worden betrokken bij het Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten van de Europese Unie

(2007/511/EG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 62, punt 2, onder a), en artikel 66 juncto artikel 300, lid 2, eerste alinea, eerste zin, en lid 3, eerste alinea,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement (1),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Volgens artikel 21, lid 3, van Verordening (EG) nr. 2007/2004 van de Raad van 26 oktober 2004 tot oprichting van een Europees agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten van de Europese Unie (2), participeren de landen die betrokken zijn bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis, in het agentschap. Nadere bijzonderheden van hun deelname worden uitgewerkt in verdere regelingen tussen de Gemeenschap en deze landen.

(2)

Nadat op 7 oktober 2004 aan de Commissie een machtiging was verleend, is met de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen onderhandeld over een regeling inzake de wijze waarop deze twee staten worden betrokken bij het Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten van de Europese Unie.

(3)

Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van het aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap gehechte protocol betreffende de positie van Denemarken neemt Denemarken niet deel aan de aanneming van deze verordening en is deze niet bindend voor, noch van toepassing in deze lidstaat. Aangezien deze verordening evenwel een uitwerking van het Schengenacquis behelst op grond van de bepalingen van het derde deel, titel IV, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, dient Denemarken overeenkomstig artikel 5 van dit protocol binnen een termijn van zes maanden na de datum van vaststelling van deze verordening, te beslissen of het deze in zijn nationale wetgeving zal omzetten.

(4)

Deze verordening houdt een ontwikkeling in van de bepalingen van het Schengenacquis waaraan het Verenigd Koninkrijk overeenkomstig Besluit 2000/365/EG van de Raad van 29 mei 2000 betreffende het verzoek van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland deel te mogen nemen aan enkele van de bepalingen van het Schengenacquis (3), niet deelneemt. Het Verenigd Koninkrijk neemt derhalve niet deel aan de aanneming van deze verordening en deze is niet bindend voor, noch van toepassing in deze lidstaat.

(5)

Deze verordening houdt een ontwikkeling in van de bepalingen van het Schengenacquis waaraan Ierland overeenkomstig Besluit 2002/192/EG van de Raad van 28 februari 2002 betreffende het verzoek van Ierland deel te mogen nemen aan enkele van de bepalingen van het Schengenacquis (4), niet deelneemt. Ierland neemt derhalve niet deel aan de aanneming van deze verordening en deze is niet bindend voor, noch van toepassing in deze lidstaat.

(6)

In afwachting van definitieve sluiting ervan op een later tijdstip, is de regeling overeenkomstig Besluit 2007/512/EG van de Raad (5) op 1 februari 2007 namens de Gemeenschap ondertekend.

(7)

De regeling dient te worden gesloten,

BESLUIT:

Artikel 1

De regeling tussen de Europese Gemeenschap enerzijds en de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen anderzijds inzake de wijze waarop deze staten worden betrokken bij het Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten van de Europese Unie, wordt namens de Gemeenschap goedgekeurd.

De tekst van de regeling is aan dit besluit gehecht (6).

Artikel 2

De voorzitter van de Raad wordt hierbij gemachtigd om de persoon aan te wijzen die bevoegd is om namens de Gemeenschap de in artikel 9, lid 1, van de regeling genoemde akte van goedkeuring neer te leggen, waarmee de instemming van de Gemeenschap om door de regeling gebonden te zijn tot uiting wordt gebracht.

Gedaan te Brussel, 15 februari 2007.

Voor de Raad

De voorzitter

W. SCHÄUBLE


(1)  Advies van het Europees Parlement van 12 december 2006 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).

(2)  PB L 349 van 25.11.2004, blz. 1.

(3)  PB L 131 van 1.6.2000, blz. 43.

(4)  PB L 64 van 7.3.2002, blz. 20.

(5)  Zie bladzijde 17 van dit Publicatieblad.

(6)  Zie bladzijde 19 van dit Publicatieblad.


20.7.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 188/17


BESLUIT VAN DE RAAD

van 15 februari 2007

betreffende de ondertekening, namens de Europese Gemeenschap, en de voorlopige toepassing van een regeling tussen de Europese Gemeenschap enerzijds en de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen anderzijds inzake de wijze waarop deze twee staten worden betrokken bij het Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten van de Europese Unie

(2007/512/EG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 62, punt 2, onder a), en artikel 66, juncto artikel 300, lid 2, eerste alinea, eerste zin,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Volgens artikel 21, lid 3, van Verordening (EG) nr. 2007/2004 van de Raad van 26 oktober 2004 tot oprichting van een Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten van de Europese Unie (1) dienen de landen die betrokken zijn bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis, in het agentschap te participeren. Nadere bijzonderheden van hun deelname aan de werkzaamheden van het agentschap dienen te worden uitgewerkt in afzonderlijke tussen de Gemeenschap en die landen te sluiten regelingen.

(2)

Nadat op 7 oktober 2004 aan de Commissie een machtiging was verleend, is met de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen onderhandeld over een regeling inzake de wijze waarop deze twee staten worden betrokken bij het Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten van de Europese Unie.

(3)

Onder voorbehoud van de sluiting van de regeling op een latere datum, dient de op 18 mei 2005 geparafeerde regeling te worden ondertekend en de aangehechte gemeenschappelijke verklaring te worden goedgekeurd. De regeling dient voorlopig te worden toegepast.

(4)

Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van het aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap gehechte protocol betreffende de positie van Denemarken neemt Denemarken niet deel aan de aanneming van onderhavig besluit en is dit niet bindend voor, noch van toepassing in deze lidstaat. Aangezien dit besluit evenwel een uitwerking van het Schengenacquis behelst op grond van de bepalingen van het derde deel, titel IV, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, dient Denemarken overeenkomstig artikel 5 van voornoemd protocol binnen een termijn van zes maanden na de datum van vaststelling van dit besluit, te beslissen of het dit in zijn nationale wetgeving zal omzetten.

(5)

Onderhavig besluit houdt een ontwikkeling in van de bepalingen van het Schengenacquis waaraan het Verenigd Koninkrijk overeenkomstig Besluit 2000/365/EG van de Raad van 29 mei 2000 betreffende het verzoek van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland deel te mogen nemen aan enkele van de bepalingen van het Schengenacquis (2) niet deelneemt. Het Verenigd Koninkrijk neemt derhalve niet deel aan de aanneming van onderhavig besluit en dit is niet bindend voor, noch van toepassing in deze lidstaat.

(6)

Onderhavig besluit houdt een ontwikkeling in van de bepalingen van het Schengenacquis waaraan Ierland overeenkomstig Besluit 2002/192/EG van de Raad van 28 februari 2002 betreffende het verzoek van Ierland deel te mogen nemen aan enkele van de bepalingen van het Schengenacquis (3) niet deelneemt. Ierland neemt derhalve niet deel aan de aanneming van onderhavig besluit en dit is niet bindend voor, noch van toepassing in deze lidstaat,

BESLUIT:

Artikel 1

De Regeling tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen inzake de wijze waarop deze staten worden betrokken bij het Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten van de Europese Unie wordt namens de Gemeenschap ondertekend en de gemeenschappelijke verklaring goedgekeurd.

De tekst van de regeling en de gemeenschappelijke verklaring zijn aan dit besluit gehecht.

Artikel 2

De voorzitter van de Raad is gemachtigd de persoon aan te wijzen die bevoegd is om namens de Europese Gemeenschap de regeling te ondertekenen onder voorbehoud van sluiting.

Artikel 3

Overeenkomstig artikel 9, lid 2, van de regeling wordt de regeling voorlopig toegepast in afwachting van de voltooiing van de voor de sluiting ervan vereiste procedures (4).

Gedaan te Brussel, 15 februari 2007.

Voor de Raad

De voorzitter

W. SCHÄUBLE


(1)  PB L 349 van 25.11.2004, blz. 1.

(2)  PB L 131 van 1.6.2000, blz. 43.

(3)  PB L 64 van 7.3.2002, blz. 20.

(4)  De datum van ondertekening van de regeling wordt door het secretariaat-generaal van de Raad bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.


REGELING

tussen de Europese Gemeenschap enerzijds en de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen anderzijds inzake de wijze waarop deze twee staten worden betrokken bij het Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten van de Europese Unie

DE EUROPESE GEMEENSCHAP,

vertegenwoordigd door de Raad van de Europese Unie,

enerzijds, en

DE REPUBLIEK IJSLAND, hierna „IJsland” genoemd, en

HET KONINKRIJK NOORWEGEN, hierna „Noorwegen” genoemd,

anderzijds,

GELET OP de door de Raad van Europese Unie met de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen gesloten overeenkomst inzake de wijze waarop deze twee staten worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (hierna „de overeenkomst” genoemd),

OVERWEGENDE HETGEEN VOLGT:

(1)

De Europese Gemeenschap heeft bij Verordening (EG) nr. 2007/2004 van de Raad (1) (hierna „de verordening” genoemd) het Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten van de Europese Unie opgericht (hierna „het agentschap” genoemd).

(2)

De verordening vormt een ontwikkeling van het Schengenacquis in de zin van de overeenkomst.

(3)

De verordening bepaalt dat landen die zijn betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis in het agentschap participeren, zij het met beperkt stemrecht.

(4)

De overeenkomst heeft geen betrekking op de wijze waarop IJsland en Noorwegen in het kader van de verdere ontwikkeling van het Schengenacquis worden betrokken bij de activiteiten van nieuwe organen die door de Europese Unie worden opgericht, en bepaalde aspecten van de betrokkenheid bij het agentschap moeten worden geregeld in een afzonderlijke regeling tussen de overeenkomstsluitende partijen,

HEBBEN OVEREENSTEMMING BEREIKT OMTRENT DE VOLGENDE BEPALINGEN:

Artikel 1

De raad van bestuur

1.   IJsland en Noorwegen worden in de raad van bestuur vertegenwoordigd overeenkomstig artikel 21, lid 3, van de verordening.

2.   Zij hebben stemrecht als het gaat om:

a)

besluiten over specifieke activiteiten die aan of in de buurt van hun buitengrenzen plaatsvinden; voorstellen voor dergelijke besluiten worden alleen aangenomen als de vertegenwoordiger van IJsland en/of Noorwegen in de raad van bestuur ermee instemt;

b)

besluiten over specifieke activiteiten zoals bedoeld in artikel 3 (gezamenlijke operaties en proefprojecten aan de buitengrenzen), artikel 7 (beheer van technische uitrusting), artikel 8 (steun aan de lidstaten in omstandigheden die extra technische en operationele bijstand aan de buitengrenzen vergen) en artikel 9, lid 1, eerste zin (gezamenlijke terugkeeroperaties), die worden verricht met personeel en/of materieel dat door IJsland en/of Noorwegen beschikbaar is gesteld;

c)

besluiten over de in artikel 4 bedoelde risicoanalyse (ontwikkeling van de gemeenschappelijke geïntegreerde risicoanalyse, algemene en specifieke risicoanalyse) die hen rechtstreeks betreffen;

d)

besluiten over opleidingsactiviteiten in de zin van artikel 5, behalve wanneer het de gemeenschappelijke basisinhoud voor de opleiding van grenswachten betreft.

Artikel 2

Financiële bijdrage

IJsland en Noorwegen dragen bij aan de begroting van het agentschap volgens het percentage dat is vastgesteld in artikel 12, lid 1, van de overeenkomst.

Artikel 3

Bescherming en vertrouwelijkheid van gegevens

1.   Indien het agentschap persoonsgegevens verstrekt aan de IJslandse of Noorse autoriteiten is Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (2) van toepassing.

2.   Indien de IJslandse of Noorse autoriteiten persoonsgegevens verstrekken aan het agentschap, is Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (3) van toepassing.

3.   IJsland en Noorwegen houden zich aan de regels inzake de vertrouwelijkheid van documenten van het agentschap, die zijn vastgelegd in het reglement van orde.

Artikel 4

Juridische status

Het agentschap heeft rechtspersoonlijkheid naar IJslands en Noors recht en geniet in IJsland en Noorwegen de meest uitgebreide handelingsbevoegdheid die krachtens de wetgeving van beide landen aan rechtspersonen wordt verleend. Het kan met name roerend en onroerend goed verwerven of vervreemden en in rechte optreden.

Artikel 5

Aansprakelijkheid

De aansprakelijkheid van het agentschap wordt geregeld bij artikel 19, leden 1, 3 en 5, van de verordening.

Artikel 6

Hof van Justitie

IJsland en Noorwegen erkennen de bevoegdheid van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen over het agentschap in de zin van artikel 19, leden 2 en 4, van de verordening.

Artikel 7

Voorrechten en immuniteiten

IJsland en Noorwegen passen op het agentschap en op het personeel daarvan het Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Gemeenschappen en de toepasselijke, op grond van dit protocol vastgestelde regels toe.

Artikel 8

Personeel

1.   In afwijking van artikel 12, lid 2, onder a), van de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Gemeenschappen, kunnen onderdanen van IJsland en Noorwegen die in het bezit zijn van al hun burgerrechten, op contractbasis in dienst worden genomen door de uitvoerend directeur van het agentschap.

2.   Onderdanen van IJsland en Noorwegen kunnen echter niet worden benoemd tot uitvoerend directeur of adjunct-uitvoerend directeur van het agentschap.

3.   Onderdanen van IJsland en Noorwegen kunnen niet worden gekozen tot voorzitter of vice-voorzitter van de raad van bestuur.

Artikel 9

Inwerkingtreding

1.   Deze regeling treedt in werking een maand na de dag waarop de secretaris-generaal van de Raad, die optreedt als depositaris, heeft vastgesteld dat alle formaliteiten zijn vervuld waarmee door of namens de partijen bij deze regeling kenbaar wordt gemaakt dat zij ermee instemmen door deze regeling gebonden te zijn.

2.   Deze regeling wordt voorlopig toegepast met ingang van de dag volgende op die van de ondertekening.

Artikel 10

Geldigheid en beëindiging

1.   Deze regeling wordt voor onbepaalde tijd gesloten.

2.   Deze regeling vervalt zes maanden nadat de overeenkomst door IJsland of Noorwegen of bij besluit van de Raad van de Europese Unie wordt opgezegd of anderszins wordt beëindigd overeenkomstig de procedures van artikel 11 en artikel 16 van de overeenkomst.

De in artikel 17 van de overeenkomst bedoelde overeenkomst regelt ook de gevolgen van de beëindiging van deze regeling.

Deze regeling en de daaraan gehechte gemeenschappelijke verklaring zijn opgesteld in twee exemplaren in de Deense, de Duitse, de Engelse, de Estse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Hongaarse, de Italiaanse, de Letse, de Litouwse, de Maltese, de Nederlandse, de Poolse, de Portugese, de Sloveense, de Slowaakse, de Spaanse, de Tsjechische, de Zweedse, de IJslandse en de Noorse taal, waarbij al deze teksten gelijkelijk authentiek zijn.

Съставено в Брюксел на първи февруари две хиляди и седма година.

Hecho en Bruselas, el uno de febrero del dos mil siete.

V Bruselu dne prvního února dva tisíce sedm.

Udfærdiget i Bruxelles, den første februar to tusind og syv.

Geschehen zu Brüssel am ersten Februar zweitausendsieben.

Kahe tuhande seitsmenda aasta veebruarikuu esimesel päeval Brüsselis.

'Εγινε στις Βρυξέλλες, την πρώτη Φεβρουαρίου δύο χιλιάδες επτά.

Done at Brussels on the first day of February in the year two thousand and seven.

Fait à Bruxelles, le premier février deux mille sept.

Fatto a Bruxelles, addì primo febbraio duemilasette.

Briselē, divtūkstoš septītā gada pirmajā februārī.

Priimta du tūkstančiai septintų metų vasario pirmą dieną Briuselyje.

Kelt Brüsszelben, a kettőezer hetedik év február első napján.

Magħmul fi Brussell, fl-ewwel jum ta' Frar tas-sena elfejn u sebgħa.

Gedaan te Brussel, de eerste februari tweeduizend zeven.

Sporządzono w Brukseli, dnia pierwszego lutego roku dwa tysiące siódmego.

Feito em Bruxelas, em um de Fevereiro de dois mil e sete.

Întocmit la Bruxelles, întâi februarie două mii șapte.

V Bruseli prvého februára dvetisícsedem.

V Bruslju, prvega februarja leta dva tisoč sedem.

Tehty Brysselissä ensimmäisenä päivänä helmikuuta vuonna kaksituhattaseitsemän.

Som skedde i Bryssel den första februari tjugohundrasju.

Gjört í Brussel fyrsta dag febrúarmánaðar árið tvö þúsund og sjö.

Utferdiget i Brussel den 1. februar 2007.

За Европейската общност

Por la Comunidad Europea

Za Evropské společenství

For Det Europæiske Fællesskab

Für die Europäische Gemeinschaft

Euroopa Ühenduse nimel

Για την Ευρωπαϊκή Κοινότητα

For the European Community

Pour la Communauté européenne

Per la Comunità europea

Eiropas Kopienas vārdā

Europos bendrijos vardu

az Európai Közösség részéről

Għall-Komunità Ewropea

Voor de Europese Gemeenschap

W imieniu Wspólnoty Europejskiej

Pela Comunidade Europeia

Pentru Comunitatea Europeană

Za Európske spoločenstvo

Za Evropsko skupnost

Euroopan yhteisön puolesta

På Europeiska gemenskapens vägnar

Fyrir hönd Evrópubandalagsins

For Det europeiske fellesskap

Image

За Европейската общност

Por la República de Islandia

Za Islandskou republiku

For Republikken Island

Für die Republik Island

Islandi Vabariigi nimel

Για τη Δημοκρατία της Ισλανδίας

For the Republic of Iceland

Pour la République d'Islande

Per la Repubblica d'Islanda

Islandes Republikas vārdā

Islandijos Respublikos vardu

az Izlandi Köztársaság részéről

Għar-Repubblika ta’ l-Iżlanda

Voor de Republiek IJsland

W imieniu Republiki Islandii

Pela República da Islândia

Pentru Republica Islanda

Za Islandskú republiku

Za Republiko Islandijo

Islannin tasavallan puolesta

På Republiken Islands vägnar

Fyrir hönd lýðveldisins Íslands

For Republikken Island

Image

За Република Норвегия

Por el Reino de Noruega

Za Norské království

For Kongeriget Norge

Für das Königreich Norwegen

Norra Kuningriigi nimel

Για το Βασίλειο της Νορβηγίας

For the Kingdom of Norway

Pour le Royaume de Norvège

Per il Regno di Norvegia

Norvēģijas Karalistes vārdā

Norvegijos Karalystės vardu

A Norvég Királyság részéről

Għar-Renju tan-Norveġja

Voor het Koninkrijk Noorwegen

W imieniu Królestwa Norwegii

Pelo Reino da Noruega

Pentru Regatul Norvegiei

Za Nórske kráľovstvo

Za Kraljevino Norveško

Norjan kuningaskunnan puolesta

På Konungariket Norges vägnar

Fyrir hönd konungsríkisins Noregs

For Kongeriket Norge

Image


(1)  PB L 349 van 25.11.2004, blz. 1.

(2)  PB L 281 van 23.11.1995, blz. 31.

(3)  PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1.

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING

van de Europese Gemeenschap en de regeringen van de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen over de regeling inzake de wijze waarop de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen worden betrokken bij het Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten van de Europese Unie

De Europese Gemeenschap,

de regering van de Republiek IJsland

en

de regering van het Koninkrijk Noorwegen,

Na de sluiting van de regeling inzake de wijze waarop de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen worden betrokken bij het Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten van de Europese Unie, overeenkomstig artikel 21, lid 3, van Verordening (EG) nr. 2007/2004 van de Raad,

Verklaren hierbij gezamenlijk het volgende:

Het bij de hierboven genoemde regeling toegekende stemrecht houdt verband met de bijzondere betrekkingen met IJsland en Noorwegen, die voortvloeien uit de betrokkenheid van deze staten bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis in de zin van het Schengenprotocol bij het Verdrag van Amsterdam.

Dit uitzonderlijke stemrecht moet worden toegeschreven aan de specifieke aard van de Schengensamenwerking en de bijzondere positie van Noorwegen en IJsland.

Het mag dan ook niet worden beschouwd als een juridisch of politiek precedent voor enig ander gebied waarop de partijen bij de regeling samenwerken of voor de manier waarop andere derde landen worden betrokken bij andere organen van de Unie.

Dit stemrecht mag in geen geval worden uitgeoefend bij besluiten van regelgevende of wetgevende aard.


Rectificaties

20.7.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 188/24


Rectificatie van Verordening (EG) nr. 1875/2006 van de Commissie van 18 december 2006 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2454/93 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek

( Publicatieblad van de Europese Unie L 360 van 19 december 2006 )

Bladzijde 93, artikel 1, wijziging 64):

in plaats van:

„Na artikel 842 wordt het volgende opschrift ingevoegd:”,

te lezen:

„Voor artikel 842 wordt het volgende opschrift ingevoegd:”.