ISSN 1725-2598 |
||
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 145 |
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Wetgeving |
50e jaargang |
Inhoud |
|
I Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie verplicht is |
Bladzijde |
|
|
VERORDENINGEN |
|
|
|
||
|
|
||
|
|
||
|
|
||
|
|
||
|
* |
|
|
II Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie niet verplicht is |
|
|
|
BESLUITEN/BESCHIKKINGEN |
|
|
|
Commissie |
|
|
|
2007/387/EG |
|
|
* |
Beschikking van de Commissie van 6 juni 2007 betreffende de niet-opneming van dichloorvos in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG van de Raad en de intrekking van de toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die deze stof bevatten (Kennisgeving geschied onder nummer C(2007) 2338) ( 1 ) |
|
|
|
BESLUITEN VAN BIJ INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN INGESTELDE ORGANEN |
|
|
|
2007/388/EG |
|
|
* |
|
|
Rectificaties |
|
|
* |
|
|
|
(1) Voor de EER relevante tekst |
NL |
Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben. Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten. |
I Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie verplicht is
VERORDENINGEN
7.6.2007 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 145/1 |
VERORDENING (EG) Nr. 625/2007 VAN DE COMMISSIE
van 6 juni 2007
tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 3223/94 van de Commissie van 21 december 1994 houdende uitvoeringsbepalingen van de invoerregeling voor groenten en fruit (1), en met name op artikel 4, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
In Verordening (EG) nr. 3223/94 zijn op grond van de multilaterale handelsbesprekingen in het kader van de Uruguayronde de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de periodes die in de bijlage bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt. |
(2) |
Op grond van de bovenvermelde criteria moeten de forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld op de in de bijlage bij deze verordening vermelde niveaus, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 3223/94 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld zoals aangegeven in de tabel in de bijlage bij deze verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 7 juni 2007.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 6 juni 2007.
Voor de Commissie
Jean-Luc DEMARTY
Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling
(1) PB L 337 van 24.12.1994, blz. 66. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 386/2005 (PB L 62 van 9.3.2005, blz. 3).
BIJLAGE
bij de verordening van de Commissie van 6 juni 2007 tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit
(EUR/100 kg) |
||
GN-code |
Code derde landen (1) |
Forfaitaire invoerwaarde |
0702 00 00 |
MA |
95,9 |
TR |
111,0 |
|
ZZ |
103,5 |
|
0707 00 05 |
JO |
167,1 |
TR |
95,2 |
|
ZZ |
131,2 |
|
0709 90 70 |
TR |
102,6 |
ZZ |
102,6 |
|
0805 50 10 |
AR |
51,7 |
ZA |
58,8 |
|
ZZ |
55,3 |
|
0808 10 80 |
AR |
100,4 |
BR |
75,0 |
|
CL |
84,5 |
|
CN |
73,7 |
|
NZ |
109,4 |
|
US |
95,7 |
|
UY |
72,8 |
|
ZA |
94,6 |
|
ZZ |
88,3 |
|
0809 10 00 |
IL |
196,3 |
TR |
215,3 |
|
ZZ |
205,8 |
|
0809 20 95 |
TR |
400,8 |
US |
284,8 |
|
ZZ |
342,8 |
(1) Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1833/2006 van de Commissie (PB L 354 van 14.12.2006, blz. 19). De code „ZZ” staat voor „andere oorsprong”.
7.6.2007 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 145/3 |
VERORDENING (EG) Nr. 626/2007 VAN DE COMMISSIE
van 6 juni 2007
tot wijziging van de bij Verordening (EG) nr. 1002/2006 voor het verkoopseizoen 2006/2007 vastgestelde representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor bepaalde producten van de sector suiker
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad van 20 februari 2006 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (1),
Gelet op Verordening (EG) nr. 951/2006 van de Commissie van 30 juni 2006 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad, wat betreft de handel met derde landen in de sector suiker (2), en met name op artikel 36,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De representatieve prijzen en de aanvullende invoerrechten voor witte suiker, ruwe suiker en bepaalde stropen voor het verkoopseizoen 2006/2007 zijn vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1002/2006 van de Commissie (3). Deze prijzen en rechten zijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 585/2007 van de Commissie (4). |
(2) |
De bovenbedoelde prijzen en invoerrechten moeten op grond van de gegevens waarover de Commissie nu beschikt, overeenkomstig het bepaalde in Verordening (EG) nr. 951/2006 worden gewijzigd, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De bij Verordening (EG) nr. 1002/2006 voor het verkoopseizoen 2006/2007 vastgestelde representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor de in artikel 36 van Verordening (EG) nr. 951/2006 bedoelde producten worden gewijzigd zoals aangegeven in de bijlage bij de onderhavige verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 7 juni 2007.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 6 juni 2007.
Voor de Commissie
Jean-Luc DEMARTY
Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling
(1) PB L 58 van 28.2.2006, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2011/2006 (PB L 384 van 29.12.2006, blz. 1).
(2) PB L 178 van 1.7.2006, blz. 24. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2031/2006 (PB L 414 van 30.12.2006, blz. 43).
(3) PB L 179 van 1.7.2006, blz. 36.
(4) PB L 139 van 31.5.2007, blz. 3.
BIJLAGE
Met ingang van 7 juni 2007 geldende gewijzigde representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor witte suiker, ruwe suiker en de producten van GN-code 1702 90 99
(EUR) |
||
GN-code |
Representatieve prijs per 100 kg nettogewicht van het betrokken product |
Aanvullend invoerrecht per 100 kg nettogewicht van het betrokken product |
1701 11 10 (1) |
20,44 |
6,08 |
1701 11 90 (1) |
20,44 |
11,64 |
1701 12 10 (1) |
20,44 |
5,89 |
1701 12 90 (1) |
20,44 |
11,12 |
1701 91 00 (2) |
23,43 |
14,01 |
1701 99 10 (2) |
23,43 |
9,00 |
1701 99 90 (2) |
23,43 |
9,00 |
1702 90 99 (3) |
0,23 |
0,41 |
(1) Vastgesteld voor de standaardkwaliteit als gedefinieerd in bijlage I, punt III, bij Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad (PB L 58 van 28.2.2006, blz. 1).
(2) Vastgesteld voor de standaardkwaliteit als gedefinieerd in bijlage I, punt II, bij Verordening (EG) nr. 318/2006.
(3) Vastgesteld per procentpunt sacharosegehalte.
7.6.2007 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 145/5 |
VERORDENING (EG) Nr. 627/2007 VAN DE COMMISSIE
van 6 juni 2007
tot vaststelling van de uitvoerrestituties voor noten (amandelen zonder dop, hazelnoten in de dop, hazelnoten zonder dop, walnoten in de dop) in het kader van het A1-stelsel
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 2200/96 van de Raad van 28 oktober 1996 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector groenten en fruit (1), en met name op artikel 35, lid 3, derde alinea,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Verordening (EG) nr. 1961/2001 van de Commissie (2), zijn de uitvoeringsbepalingen voor de uitvoerrestituties in de sector groenten en fruit vastgesteld. |
(2) |
Op grond van artikel 35, lid 1, van Verordening (EG) nr. 2200/96 kan, voorzover dit nodig is om een economisch significante uitvoer mogelijk te maken en binnen de grenzen die voortvloeien uit de overeenkomsten gesloten in overeenstemming met artikel 300 van het Verdrag, een uitvoerrestitutie worden betaald voor de door de Gemeenschap uitgevoerde producten. |
(3) |
Overeenkomstig artikel 35, lid 2, van Verordening (EG) nr. 2200/96 moet erop worden toegezien dat de reeds eerder door de restitutieregeling op gang gebrachte handelsstromen niet worden verstoord. Daarom, en wegens de seizoengebondenheid van de uitvoer van groenten en fruit, moeten contingenten per product worden vastgesteld op basis van landbouwproductennomenclatuur voor de uitvoerrestituties, die is vastgesteld bij Verordening (EEG) nr. 3846/87 van de Commissie (3). Bij de verdeling van die hoeveelheden moet rekening worden gehouden met het min of meer bederfelijke karakter van de betrokken producten. |
(4) |
Overeenkomstig artikel 35, lid 4, van Verordening (EG) nr. 2200/96 moet bij de vaststelling van de restituties rekening worden gehouden met de situatie en de verwachte ontwikkeling met betrekking tot de prijzen van groenten en fruit op de markt van de Gemeenschap en de beschikbare hoeveelheden enerzijds, en de prijzen in de internationale handel anderzijds. Voorts moeten ook de afzet- en vervoerskosten en het economische aspect van de beoogde uitvoer in aanmerking worden genomen. |
(5) |
Overeenkomstig artikel 35, lid 5, van Verordening (EG) nr. 2200/96 wordt bij het bepalen van de marktprijzen van de Gemeenschap rekening gehouden met de prijzen die met het oog op de uitvoer het gunstigst blijken te zijn. |
(6) |
Wegens de omstandigheden in de internationale handel of de specifieke vereisten van bepaalde markten, kan het nodig zijn de restitutie voor een bepaald product te differentiëren naar gelang van de bestemming van dat product. |
(7) |
Voor amandelen zonder dop, hazelnoten en walnoten in de dop kunnen in economisch opzicht belangrijke uitvoertransacties plaatsvinden. |
(8) |
Aangezien noten tamelijk lang houdbaar zijn, kunnen de uitvoerrestituties met langere tussenpozen worden vastgesteld. |
(9) |
Met het oog op een optimaal gebruik van de beschikbare middelen en gelet op de structuur van de uitvoer van de Gemeenschap is het dienstig uitvoerrestitutiebedragen voor noten volgens het A1-stelsel vast te stellen. |
(10) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor verse groenten en fruit, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
1. In de bijlage bij deze verordening worden de eenheidsbedragen van de restitutie bij de uitvoer van noten, de periode voor de indiening van certificaataanvragen en de verwachte hoeveelheden vastgesteld.
2. Certificaten die zijn afgegeven in het kader van een voedselhulpactie, zoals bedoeld in artikel 16 van Verordening (EG) nr. 1291/2000 van de Commissie (4), worden niet afgeboekt op de in de bijlage bij deze verordening bedoelde hoeveelheden.
3. Onverminderd het bepaalde in artikel 5, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1961/2001, bedraagt de geldigheidsduur van de certificaten van het A1-stelsel drie maanden.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 24 juni 2007.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 6 juni 2007.
Voor de Commissie
Jean-Luc DEMARTY
Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling
(1) PB L 297 van 21.11.1996, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 47/2003 van de Commissie (PB L 7 van 11.1.2003, blz. 64).
(2) PB L 268 van 9.10.2001, blz. 8. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 548/2007 (PB L 130 van 22.5.2007, blz. 3).
(3) PB L 366 van 24.12.1987, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 532/2007 (PB L 125 van 15.5.2007, blz. 7).
(4) PB L 152 van 24.6.2000, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1913/2006 (PB L 365 van 21.12.2006, blz. 52).
BIJLAGE
bij de verordening van de Commissie van 6 juni 2007 tot vaststelling van de uitvoerrestituties voor (A1-stelsel)
Periode voor de indiening van certificaataanvragen: 24 juni tot en met 24 december 2007.
Productcode (1) |
Bestemming (2) |
Eenheidsbedrag van de restitutie (in EUR/t nettogewicht) |
Verwachte hoeveelheden (in t) |
0802 12 90 9000 |
A00 |
41 |
1 500 |
0802 21 00 9000 |
A00 |
48 |
1 000 |
0802 22 00 9000 |
A00 |
93 |
3 000 |
0802 31 00 9000 |
A00 |
59 |
1 000 |
(1) De productcodes zijn vastgesteld in Verordening (EEG) nr. 3846/87 van de Commissie (PB L 366 van 24.12.1987, blz. 1), gewijzigd.
(2) De codes van de bestemmingen serie „A” zijn vastgesteld in bijlage II bij Verordening (EEG) nr. 3846/87.
7.6.2007 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 145/7 |
VERORDENING (EG) Nr. 628/2007 VAN DE COMMISSIE
van 6 juni 2007
tot vaststelling van de uitvoerrestituties in het kader van de A1- en B-stelsels in de sector groenten en fruit (tomaten, sinaasappelen, citroenen, tafeldruiven, appelen en perziken)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 2200/96 van de Raad van 28 oktober 1996 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector groenten en fruit (1), en met name op artikel 35, lid 3, derde alinea,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Verordening (EG) nr. 1961/2001 van de Commissie (2), zijn de uitvoeringsbepalingen voor de uitvoerrestituties in de sector groenten en fruit vastgesteld. |
(2) |
Op grond van artikel 35, lid 1, van Verordening (EG) nr. 2200/96 kan, voorzover dit nodig is om een economisch significante uitvoer mogelijk te maken en binnen de grenzen die voortvloeien uit de overeenkomsten gesloten in overeenstemming met artikel 300 van het Verdrag, een uitvoerrestitutie worden betaald voor de door de Gemeenschap uitgevoerde producten. |
(3) |
Overeenkomstig artikel 35, lid 2, van Verordening (EG) nr. 2200/96 moet erop worden toegezien dat de reeds eerder door de restitutieregeling op gang gebrachte handelsstromen niet worden verstoord. Daarom, en vanwege de seizoensgebondenheid van de uitvoer van groenten en fruit, moeten de contingenten per product worden vastgesteld op basis van de landbouwproductennomenclatuur voor de uitvoerrestituties, die is vastgesteld bij Verordening (EEG) nr. 3846/87 van de Commissie (3). Bij de verdeling van die hoeveelheden moet rekening worden gehouden met het min of meer bederfelijke karakter van de betrokken producten. |
(4) |
Overeenkomstig artikel 35, lid 4, van Verordening (EG) nr. 2200/96 moet bij de vaststelling van de restituties rekening worden gehouden met de situatie en de verwachte ontwikkeling met betrekking tot de prijzen van groenten en fruit op de markt van de Gemeenschap en de beschikbare hoeveelheden enerzijds, en de prijzen in de internationale handel anderzijds. Voorts moeten ook de afzet- en vervoerskosten en het economische aspect van de beoogde uitvoer in aanmerking worden genomen. |
(5) |
Overeenkomstig artikel 35, lid 5, van Verordening (EG) nr. 2200/96 wordt bij het bepalen van de marktprijzen van de Gemeenschap rekening gehouden met de prijzen die met het oog op de uitvoer het gunstigst blijken te zijn. |
(6) |
Wegens de omstandigheden in de internationale handel of specifieke vereisten van bepaalde markten, kan het nodig zijn de restitutie voor een bepaald product te differentiëren naar gelang van de bestemming van dat product. |
(7) |
Voor tomaten, sinaasappelen, citroenen, tafeldruiven, appelen en perziken van de kwaliteitsklassen Extra, I en II van de gemeenschappelijke handelsnormen kan de uitvoer momenteel economisch significant zijn. |
(8) |
Met het oog op een optimaal gebruik van de beschikbare middelen en gelet op de structuur van de uitvoer van de Gemeenschap is het dienstig uitvoerrestitutiebedragen volgens de A1- en B-stelsels vast te stellen. |
(9) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor verse groenten en fruit, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
1. In de bijlage worden de eenheidsbedragen van de restituties, de periode voor het aanvragen van de restitutie en de verwachte hoeveelheden van de betrokken producten voor het A1-stelsel vastgesteld. In de bijlage worden de indicatieve eenheidsbedragen van de restitutie, de periode voor indiening van de certificaataanvragen en de verwachte hoeveelheden van de betrokken producten voor het B-stelsel vastgesteld.
2. Certificaten die in het kader van de voedselhulp worden afgegeven, zoals bedoeld in artikel 16 van Verordening (EG) nr. 1291/2000 van de Commissie (4), worden niet afgeboekt op de in de bijlage bij deze verordening bedoelde hoeveelheden.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 24 juni 2007.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 6 juni 2007.
Voor de Commissie
Jean-Luc DEMARTY
Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling
(1) PB L 297 van 21.11.1996, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 47/2003 van de Commissie (PB L 7 van 11.1.2003, blz. 64).
(2) PB L 268 van 9.10.2001, blz. 8. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 548/2007 (PB L 130 van 22.5.2007, blz. 3).
(3) PB L 366 van 24.12.1987, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 532/2007 (PB L 125 van 15.5.2007, blz. 7).
(4) PB L 152 van 24.6.2000, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1913/2006 (PB L 365 van 21.12.2006, blz. 52).
BIJLAGE
bij de verordening van de Commissie van 6 juni 2007 tot vaststelling van de uitvoerrestituties in de sector groenten en fruit (tomaten, sinaasappelen, citroenen, tafeldruiven, appelen en perziken)
Productcode (1) |
Bestemming (2) |
A1-stelsel Periode voor het aanvragen van de restitutie: 24.6.2007-24.10.2007 |
B-stelsel Periode voor indiening van de certificaataanvragen: 1.7.2007-31.10.2007 |
||
Eenheidsbedrag van de restitutie (EUR/t nettogewicht) |
Verwachte hoeveelheden (t) |
Indicatief eenheidsbedrag van de restitutie (EUR/t nettogewicht) |
Verwachte hoeveelheden (t) |
||
0702 00 00 9100 |
A00 |
20 |
|
20 |
1 667 |
0805 10 20 9100 |
A00 |
26 |
|
26 |
10 000 |
0805 50 10 9100 |
A00 |
50 |
|
50 |
5 000 |
0806 10 10 9100 |
A00 |
13 |
|
13 |
11 667 |
0808 10 80 9100 |
F04, F09 |
22 |
|
22 |
26 667 |
0809 30 10 9100 0809 30 90 9100 |
F03 |
12 |
|
12 |
11 667 |
(1) De codes van de producten zijn vastgesteld in Verordening (EEG) nr. 3846/87 van de Commissie (PB L 366 van 24.12.1987, blz. 1), gewijzigd.
(2) De codes van de bestemmingen serie „A” zijn vastgesteld in bijlage II bij Verordening (EEG) nr. 3846/87.
De andere bestemmingen worden als volgt vastgesteld:
F03 |
: |
Alle bestemmingen behalve Zwitserland. |
||||||
F04 |
: |
Hongkong, Singapore, Maleisië, Sri Lanka, Indonesië, Thailand, Taiwan, Papoea-Nieuw-Guinea, Laos, Cambodja, Vietnam, Japan, Uruguay, Paraguay, Argentinië, Mexico en Costa Rica. |
||||||
F09 |
: |
De volgende bestemmingen:
|
7.6.2007 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 145/10 |
VERORDENING (EG) Nr. 629/2007 VAN DE COMMISSIE
van 6 juni 2007
tot vaststelling van de uitvoerrestituties in de sector verwerkte producten op basis van groenten en fruit, andere dan voor toegevoegde suiker toegekende restituties (voorlopig verduurzaamde kersen, gepelde tomaten, gekonfijte kersen, bereide hazelnoten en sommige sinaasappelsappen)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 2201/96 van de Raad van 28 oktober 1996 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector verwerkte producten op basis van groenten en fruit (1), en met name op artikel 16, lid 3, derde alinea,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Verordening (EG) nr. 1429/95 van de Commissie (2), zijn uitvoeringsbepalingen vastgesteld met betrekking tot de uitvoerrestituties in de sector verwerkte producten op basis van groenten en fruit, andere dan voor toegevoegde suiker toegekende restituties. |
(2) |
In artikel 16, lid 1, van Verordening (EG) nr. 2201/96 is bepaald dat, voorzover nodig om het mogelijk te maken dat economisch belangrijke hoeveelheden worden uitgevoerd, voor de in artikel 1, lid 2, onder a), van die verordening genoemde producten een uitvoerrestitutie kan worden toegekend binnen de grenzen die voortvloeien uit de overeenkomsten die zijn gesloten in overeenstemming met artikel 300 van het Verdrag. In artikel 18, lid 4, van Verordening (EG) nr. 2201/96 is bepaald dat, wanneer de restitutie voor de suiker die is verwerkt in de in artikel 1, lid 2, onder b), van die verordening genoemde producten, ontoereikend is om uitvoer van die producten mogelijk te maken, de overeenkomstig artikel 17 van die verordening vastgestelde restitutie van toepassing is. |
(3) |
Overeenkomstig artikel 16, lid 2, van Verordening (EG) nr. 2201/96 dient ervoor te worden gezorgd dat de handelsstromen die eerder als gevolg van de restitutieregeling zijn ontstaan, niet worden verstoord. Daarom dienen de hoeveelheden per product te worden vastgesteld op basis van de landbouwproductennomenclatuur voor de uitvoerrestituties die is vastgesteld bij Verordening (EEG) nr. 3846/87 van de Commissie (3). |
(4) |
Op grond van artikel 17, lid 2, van Verordening (EG) nr. 2201/96 moeten de restituties worden vastgesteld met inachtneming van de situatie en de verwachte ontwikkeling met betrekking tot, enerzijds, de prijzen van verwerkte producten op basis van groenten en fruit op de markt van de Gemeenschap en de beschikbare hoeveelheden en, anderzijds, de prijzen in de internationale handel. Ook moet rekening worden gehouden met de afzet- en vervoerskosten en met het economische aspect van de beoogde uitvoer. |
(5) |
Overeenkomstig artikel 17, lid 3, van Verordening (EG) nr. 2201/96 moet bij het bepalen van de prijzen op de markt van de Gemeenschap rekening worden gehouden met de toegepaste prijzen die met het oog op de uitvoer het gunstigst blijken te zijn. |
(6) |
In verband met de situatie voor de internationale handel of de specifieke eisen van bepaalde markten kan het nodig zijn om de restitutie voor een bepaald product te differentiëren naar de bestemming van dat product. |
(7) |
Momenteel kunnen economisch belangrijke hoeveelheden worden uitgevoerd van voorlopig verduurzaamde kersen, gepelde tomaten, gekonfijte kersen, bereide hazelnoten en sommige sinaasappelsappen. |
(8) |
De eenheidsbedragen van de restituties en de betrokken hoeveelheden moeten dienovereenkomstig worden vastgesteld. |
(9) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor op basis van groenten en fruit verwerkte producten, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
1. De eenheidsbedragen van de uitvoerrestituties in de sector verwerkte producten op basis van groenten en fruit, de periode voor de indiening van de certificaataanvragen, de periode voor de afgifte van de certificaten en de betrokken hoeveelheden worden vastgesteld in de bijlage.
2. De in het kader van voedselhulp afgegeven certificaten als bedoeld in artikel 16 van Verordening (EG) nr. 1291/2000 van de Commissie (4), worden niet in mindering gebracht op de in de bijlage bij de onderhavige verordening vastgestelde hoeveelheden.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 24 juni 2007.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 6 juni 2007.
Voor de Commissie
Jean-Luc DEMARTY
Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling
(1) PB L 297 van 21.11.1996, blz. 29. Verordening laatstelijk gewijzigd bij de Akte betreffende de toetredingsvoorwaarden voor de Republiek Bulgarije en Roemenië en de aanpassing van de Verdragen waarop de Europese Unie is gegrond (PB L 157 van 21.6.2005, blz. 203).
(2) PB L 141 van 24.6.1995, blz. 28. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 548/2007 (PB L 130 van 22.5.2007, blz. 3).
(3) PB L 366 van 24.12.1987, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 532/2007 (PB L 125 van 15.5.2007, blz. 7).
(4) PB L 152 van 24.6.2000, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1913/2006 (PB L 365 van 21.12.2006, blz. 52).
BIJLAGE
bij de verordening van de Commissie van 6 juni 2007 tot vaststelling van de uitvoerrestituties in de sector verwerkte producten op basis van groenten en fruit, andere dan voor toegevoegde suiker toegekende restituties (voorlopig verduurzaamde kersen, gepelde tomaten, gekonfijte kersen, bereide hazelnoten en sommige sinaasappelsappen)
Periode voor de indiening van de certificaataanvragen: van 24 juni 2007 tot en met 24 oktober 2007.
Periode voor de toewijzing van de certificaten: van juli 2007 tot en met oktober 2007.
Productcode (1) |
Code van de bestemming (2) |
Eenheidsbedrag van de restitutie (in EUR/t nettogewicht) |
Betrokken hoeveelheid (in t) |
0812 10 00 9100 |
F06 |
45 |
3 000 |
2002 10 10 9100 |
A02 |
41 |
43 000 |
2006 00 31 9000 2006 00 99 9100 |
F06 |
138 |
1 000 |
2008 19 19 9100 2008 19 99 9100 |
A00 |
53 |
500 |
2009 11 99 9110 2009 12 00 9111 2009 19 98 9112 |
A00 |
5 |
0 |
2009 11 99 9150 2009 19 98 9150 |
A00 |
26 |
0 |
(1) De productcodes zijn vastgesteld in Verordening (EEG) nr. 3846/87 van de Commissie (PB L 366 van 24.12.1987, blz. 1), gewijzigd.
(2) De bestemmingscodes van de „A”-serie zijn vastgesteld in bijlage II bij Verordening (EEG) nr. 3846/87, gewijzigd.
De overige bestemmingen worden als volgt vastgesteld:
F06 |
Alle bestemmingen behalve de landen van Noord-Amerika. |
7.6.2007 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 145/12 |
VERORDENING (EG) Nr. 630/2007 VAN DE COMMISSIE
van 4 juni 2007
tot wijziging van Verordening (EG) nr. 32/2000 van de Raad in het licht van de wijzigingen van Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 32/2000 van de Raad van 17 december 1999 betreffende de opening en het beheer van de in de GATT geconsolideerde communautaire tariefcontingenten en van enkele andere communautaire tariefcontingenten alsmede tot vaststelling van de voorwaarden voor de wijziging of aanpassing van die contingenten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1808/95 van de Raad (1), en met name op artikel 9, lid 1, onder a),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
In de gecombineerde nomenclatuur (GN) voor 2007, vastgesteld bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (2), en gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1549/2006 van de Commissie (3), zijn de GN-codes voor bepaalde producten gewijzigd. In de bijlagen I, III, IV en V bij Verordening (EG) nr. 32/2000 wordt naar enkele van deze GN-codes verwezen. Deze bijlagen moeten daarom worden aangepast. |
(2) |
Verordening (EG) nr. 32/2000 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(3) |
Aangezien Verordening (EG) nr. 1549/2006 in werking is getreden op 1 januari 2007, moet de onderhavige verordening van toepassing zijn vanaf dezelfde datum. |
(4) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité douanewetboek, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De bijlagen I, III, IV en V bij Verordening (EG) nr. 32/2000 worden gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing vanaf 1 januari 2007.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 4 juni 2007.
Voor de Commissie
László KOVÁCS
Lid van de Commissie
(1) PB L 5 van 8.1.2000, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1506/2006 van de Commissie (PB L 280 van 12.10.2006, blz. 7).
(2) PB L 256 van 7.9.1987, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 501/2007 (PB L 119 van 9.5.2007, blz. 1).
(3) PB L 301 van 31.10.2006, blz. 1.
BIJLAGE
De bijlagen I, III, IV en V bij Verordening (EG) nr. 32/2000 worden als volgt gewijzigd:
1) |
De codes in bijlage I worden als volgt gewijzigd:
|
2) |
In bijlage III worden de GN-codes in de tweede kolom als volgt gewijzigd:
|
3) |
In het eerste deel van bijlage IV worden de GN-codes in de tweede kolom als volgt gewijzigd:
|
4) |
In het tweede deel van bijlage IV worden de codes voor volgnummer 09.0104 als volgt gewijzigd:
|
5) |
In het tweede deel van bijlage IV worden de codes voor volgnummer 09.0106 als volgt gewijzigd:
|
6) |
In het eerste deel van bijlage V worden de GN-codes in de tweede kolom als volgt gewijzigd:
|
7) |
In het tweede deel van bijlage V worden de codes als volgt gewijzigd:
|
II Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie niet verplicht is
BESLUITEN/BESCHIKKINGEN
Commissie
7.6.2007 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 145/16 |
BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE
van 6 juni 2007
betreffende de niet-opneming van dichloorvos in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG van de Raad en de intrekking van de toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die deze stof bevatten
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2007) 2338)
(Voor de EER relevante tekst)
(2007/387/EG)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Richtlijn 91/414/EEG van de Raad van 15 juli 1991 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (1), en met name op artikel 8, lid 2, vierde alinea,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Krachtens artikel 8, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG mag een lidstaat gedurende een periode van twaalf jaar na de kennisgeving van die richtlijn toelaten dat gewasbeschermingsmiddelen die niet in bijlage I bij die richtlijn opgenomen werkzame stoffen bevatten en die twee jaar na de datum van kennisgeving van de richtlijn al op de markt zijn, op de markt worden gebracht terwijl deze stoffen in het kader van een werkprogramma geleidelijk worden onderzocht. |
(2) |
Bij de Verordeningen (EG) nr. 451/2000 (2) en (EG) nr. 703/2001 (3) van de Commissie zijn de bepalingen voor de uitvoering van de tweede fase van het werkprogramma als bedoeld in artikel 8, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG, vastgesteld en is een lijst opgesteld van werkzame stoffen die moeten worden beoordeeld met het oog op hun eventuele opneming in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG. Dichloorvos is in die lijst opgenomen. |
(3) |
Voor dichloorvos zijn de uitwerking op de menselijke gezondheid en het milieueffect overeenkomstig de Verordeningen (EG) nr. 451/2000 en (EG) nr. 703/2001 beoordeeld voor een aantal door de kennisgever voorgestelde toepassingen. Bovendien worden in die verordeningen de als rapporteur optredende lidstaten aangewezen die overeenkomstig artikel 8, lid 1, van Verordening (EG) nr. 451/2000 de desbetreffende evaluatieverslagen met aanbevelingen bij de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) moeten indienen. Voor dichloorvos was Italië de rapporterende lidstaat en werd alle relevante informatie op 20 oktober 2003 ingediend. |
(4) |
Het evaluatieverslag is door de lidstaten en de EFSA intercollegiaal getoetst en op 12 mei 2006 bij de Commissie ingediend in de vorm van de conclusie van de EFSA betreffende de intercollegiale toetsing van de risico-evaluatie van de werkzame stof dichloorvos als pesticide (4). Dit verslag is door de lidstaten en de Commissie in het kader van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid onderzocht en op 29 september 2006 afgerond in de vorm van het evaluatieverslag van de Commissie voor dichloorvos. |
(5) |
Tijdens de evaluatie van deze werkzame stof is een aantal problemen vastgesteld. Op basis van de beschikbare toxicologische gegevens en rekening houdend met de onzekerheden in verband met de genotoxische en carcinogene eigenschappen van de stof, en gezien de in het algemeen slechte kwaliteit van het dossier, is met name niet aangetoond dat de geschatte blootstelling van toedieners, werknemers en omstanders aanvaardbaar is. |
(6) |
De Commissie heeft de kennisgever verzocht haar zijn opmerkingen over de resultaten van de intercollegiale toetsing te doen toekomen en aan te geven of hij al dan niet van plan was om de stof verder te ondersteunen. De kennisgever heeft zijn opmerkingen ingediend en deze zijn zorgvuldig onderzocht. Ondanks de aangevoerde argumenten bleven de hierboven vermelde problemen echter onopgelost en de evaluaties op basis van de verstrekte en tijdens de vergaderingen van deskundigen van de EFSA beoordeelde gegevens hebben niet aangetoond dat mag worden verwacht dat gewasbeschermingsmiddelen die dichloorvos bevatten, onder de voorgestelde gebruiksvoorwaarden in het algemeen aan de eisen van artikel 5, lid 1, onder a), en b), van Richtlijn 91/414/EEG voldoen. |
(7) |
Dichloorvos mag bijgevolg niet in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG worden opgenomen. |
(8) |
De nodige maatregelen moeten worden genomen om ervoor te zorgen dat de verleende toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die dichloorvos bevatten, binnen een bepaalde termijn worden ingetrokken en niet worden verlengd, en dat voor dergelijke producten geen nieuwe toelatingen worden verleend. |
(9) |
De looptijd van eventuele door de lidstaten toegestane termijnen voor de verwijdering, de opslag, het op de markt brengen en het gebruik van bestaande voorraden gewasbeschermingsmiddelen die dichloorvos bevatten, moet worden beperkt tot twaalf maanden, zodat de bestaande voorraden nog gedurende één extra groeiseizoen mogen worden gebruikt. |
(10) |
Deze beschikking laat de indiening van een aanvraag voor dichloorvos overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG met het oog op de eventuele opneming van deze stof in bijlage I bij die richtlijn onverlet. |
(11) |
De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid, |
HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:
Artikel 1
Dichloorvos wordt niet als werkzame stof in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG opgenomen.
Artikel 2
De lidstaten zorgen ervoor dat:
a) |
toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die dichloorvos bevatten, uiterlijk op 6 december 2007 worden ingetrokken; |
b) |
met ingang van de datum van bekendmaking van deze beschikking geen toelatingen voor dichloorvos bevattende gewasbeschermingsmiddelen meer worden verleend of verlengd. |
Artikel 3
Eventuele door de lidstaten overeenkomstig artikel 4, lid 6, van Richtlijn 91/414/EEG toegestane termijnen moeten zo snel mogelijk en uiterlijk op 6 december 2008 aflopen.
Artikel 4
Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 6 juni 2007.
Voor de Commissie
Markos KYPRIANOU
Lid van de Commissie
(1) PB L 230 van 19.8.1991, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2007/25/EG van de Commissie (PB L 106 van 24.4.2007, blz. 34).
(2) PB L 55 van 29.2.2000, blz. 25. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1044/2003 (PB L 151 van 19.6.2003, blz. 32).
(3) PB L 98 van 7.4.2001, blz. 6.
(4) EFSA Scientific Report (2006) 77, 1-43, Conclusion regarding the peer review of pesticide risk assessment of dichlorvos.
BESLUITEN VAN BIJ INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN INGESTELDE ORGANEN
7.6.2007 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 145/18 |
BESLUIT Nr. 1/2007 VAN DE GEMENGDE COMMISSIE EG-EVA „GEMEENSCHAPPELIJK DOUANEVERVOER”
van 16 april 2007
tot wijziging van de Overeenkomst van 20 mei 1987 betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer
(2007/388/EG)
DE GEMENGDE COMMISSIE,
Gelet op de Overeenkomst van 20 mei 1987 betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer (1) (hierna „de Overeenkomst” genoemd), met name op artikel 15, lid 3, onder a),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De Republiek Bulgarije en Roemenië zijn toegetreden tot de Europese Unie. |
(2) |
De vertaling in de Bulgaarse en Roemeense taal van bepaalde te gebruiken vermeldingen moeten derhalve op de juiste plaats in de overeenkomst worden ingevoegd. |
(3) |
De datum waarop dit besluit van toepassing wordt, moet worden gekoppeld aan de datum waarop de Republiek Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie zijn toegetreden. |
(4) |
Om de formulieren in verband met de zekerheidstelling te kunnen blijven gebruiken die zijn gedrukt volgens de criteria die voor de toetreding van de Republiek Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie van kracht waren, moet een overgangsperiode worden ingesteld waarin deze formulieren, met enige aanpassingen, nog kunnen worden gebruikt. |
(5) |
De overeenkomst dient derhalve te worden gewijzigd, |
BESLUIT:
Artikel 1
De overeenkomst van 20 mei 1987 betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer wordt als volgt gewijzigd:
1) |
Aanhangsel I wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage A bij dit besluit. |
2) |
Aanhangsel II wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage B bij dit besluit. |
3) |
Aanhangsel III wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage C bij dit besluit. |
Artikel 2
1. Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt goedgekeurd.
2. Het is van toepassing vanaf 1 januari 2007.
3. De in de bijlagen B1, B2, B4, B5 en B6 bij aanhangsel III bedoelde formulieren kunnen, mits aangepast wat betreft geografische aanduidingen en keuze van woonplaats, in gebruik blijven zolang de voorraad strekt, doch uiterlijk tot en met 31 december 2007.
Gedaan te Brussel, 16 april 2007.
Voor de Gemengde Commissie
De voorzitter
Snorri OLSEN
(1) PB L 226 van 13.8.1987, blz. 2. Overeenkomst laatstelijk gewijzigd bij Besluit nr. 6/2005 (PB L 324 van 10.12.2005, blz. 96).
BIJLAGE A
Aanhangsel I wordt als volgt gewijzigd:
1. |
In artikel 14, lid 3, tweede alinea, worden de vermeldingen in de verschillende talen vervangen door de volgende vermeldingen:
|
2. |
In artikel 28, lid 7, tweede alinea, worden de vermeldingen in de verschillende talen vervangen door de volgende vermeldingen:
|
3. |
Artikel 34 wordt als volgt gewijzigd:
|
4. |
In artikel 64, lid 2, worden de vermeldingen in de verschillende talen vervangen door de volgende vermeldingen:
|
5. |
In artikel 69, lid 1, worden de vermeldingen in de verschillende talen vervangen door de volgende vermeldingen:
|
6. |
In artikel 70, lid 2, worden de vermeldingen in de verschillende talen vervangen door de volgende vermeldingen:
|
7. |
Bijlage IV wordt als volgt gewijzigd:
|
BIJLAGE B
Aanhangsel II wordt als volgt gewijzigd:
1) |
In artikel 4, lid 2, worden de vermeldingen in de verschillende talen vervangen door de volgende vermeldingen:
|
2) |
In artikel 16, lid 2, worden de vermeldingen in de verschillende talen vervangen door de volgende vermeldingen:
|
3) |
In artikel 17, lid 2, worden de vermeldingen in de verschillende talen vervangen door de volgende vermeldingen:
|
BIJLAGE C
Aanhangsel III wordt als volgt gewijzigd:
1. |
In bijlage A7, titel II, wordt afdeling I als volgt gewijzigd:
|
2. |
In bijlage A8 wordt deel B als volgt gewijzigd:
|
3. |
In bijlage A9 wordt bij vak 51 de lijst van de codes vervangen door de volgende lijst:
|
4. |
Bijlage B1 wordt vervangen door de volgende tekst: „BIJLAGE B1 COMMUNAUTAIR OF GEMEENSCHAPPELIJK DOUANEVERVOER
|
5. |
Bijlage B2 wordt vervangen door de volgende tekst: „BIJLAGE B2 COMMUNAUTAIR OF GEMEENSCHAPPELIJK DOUANEVERVOER
|
6. |
Bijlage B4 wordt vervangen door de volgende tekst: „BIJLAGE B4 COMMUNAUTAIR OF GEMEENSCHAPPELIJK DOUANEVERVOER
|
7. |
Bij vak 7 van bijlage B5 wordt het woord „Roemenië” geschrapt. |
8. |
Bij vak 6 van bijlage B6 wordt het woord „Roemenië” geschrapt. |
9. |
In bijlage B7 worden in punt 1.2.1 de vermeldingen in de verschillende talen vervangen door de volgende vermeldingen:
|
Rectificaties
7.6.2007 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 145/38 |
Rectificatie van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999
( Publicatieblad van de Europese Unie L 210 van 31 juli 2006 )
Bladzijde 49, artikel 46, lid 3:
in plaats van:
„3. Wanneer een lidstaat besluit tot acties op het gebied van technische bijstand voor elk operationeel programma afzonderlijk, dan mag het aandeel van het totaalbedrag van de uitgaven voor technische bijstand voor elk operationeel programma de in lid 1 genoemde limieten niet overschrijden.
In dit geval mogen acties op het gebied van technische bijstand ook als specifiek operationeel programma worden opgezet, op voorwaarde dat het totaalbedrag van de uitgaven voor technische bijstand in het kader van zo'n specifiek programma er niet toe leidt dat het totale aandeel van de voor technische bijstand toegekende middelen de in lid 1 genoemde limieten overschrijdt.”
te lezen:
„3. Wanneer een lidstaat besluit tot acties op het gebied van technische bijstand voor elk operationeel programma afzonderlijk, dan mag het aandeel van het totaalbedrag dat is toegewezen voor technische bijstand voor elk operationeel programma de in lid 1 genoemde limieten niet overschrijden.
In dit geval mogen acties op het gebied van technische bijstand ook als specifiek operationeel programma worden opgezet, op voorwaarde dat het totaalbedrag dat is toegewezen voor technische bijstand in het kader van zo'n specifiek programma er niet toe leidt dat het totale aandeel van de voor technische bijstand toegekende middelen de in lid 1 genoemde limieten overschrijdt.”.