ISSN 1725-2598

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 131

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

50e jaargang
23 mei 2007


Inhoud

 

I   Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie verplicht is

Bladzijde

 

 

VERORDENINGEN

 

*

Verordening (Euratom) nr. 549/2007 van de Raad van 14 mei 2007 inzake de tenuitvoerlegging van Protocol nr. 9 bij de Akte betreffende de voorwaarden voor toetreding tot de Europese Unie van Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije met betrekking tot reactor 1 en reactor 2 van de V1-kerncentrale van Bohunice in Slowakije

1

 

 

Verordening (EG) nr. 550/2007 van de Commissie van 22 mei 2007 tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

5

 

*

Verordening (EG) nr. 551/2007 van de Commissie van 22 mei 2007 tot wijziging en rectificatie van Verordening (EG) nr. 952/2006 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad, wat betreft het beheer van de interne suikermarkt en het quotastelsel

7

 

*

Verordening (EG) nr. 552/2007 van de Commissie van 22 mei 2007 tot vaststelling van het maximumbedrag van de communautaire bijdrage in de financiering van de activiteitenprogramma’s in de sector olijfolie, tot vaststelling, voor 2007, van de begrotingsmaxima voor de gedeeltelijke of facultatieve uitvoering van de bedrijfstoeslagregeling en de jaarlijkse totaalbedragen voor de regeling inzake één enkele areaalbetaling waarin Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad voorziet, en tot wijziging van die verordening

10

 

*

Verordening (EG) nr. 553/2007 van de Commissie van 22 mei 2007 tot 77e wijziging van Verordening (EG) nr. 881/2002 van de Raad tot vaststelling van bepaalde specifieke beperkende maatregelen tegen sommige personen en entiteiten die banden hebben met Usama bin Laden, het Al Qaida-netwerk en de Taliban, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 467/2001 van de Raad

16

 

 

Verordening (EG) nr. 554/2007 van de Commissie van 22 mei 2007 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 535/2007 tot vaststelling van de invoerrechten in de sector granen van toepassing vanaf 16 mei 2007

18

 

 

II   Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie niet verplicht is

 

 

BESLUITEN/BESCHIKKINGEN

 

 

Commissie

 

 

2007/348/EG

 

*

Beschikking van de Commissie van 15 mei 2007 tot wijziging van Beschikking 2003/43/EG tot vaststelling van klassen van materiaalgedrag bij brand voor bepaalde voor de bouw bestemde producten wat platen op houtbasis betreft (Kennisgeving geschied onder nummer C(2007) 2045)  ( 1 )

21

 

 

2007/349/EG

 

*

Beschikking van de Commissie van 15 mei 2007 tot wijziging van Beschikking 2006/609/EG tot vaststelling van een indicatieve verdeling over de lidstaten van de vastleggingskredieten voor de doelstelling Europese territoriale samenwerking voor de periode 2007 tot en met 2013, wat Bulgarije en Roemenië betreft (Kennisgeving geschied onder nummer C(2007) 2047)

24

 

 

Rectificaties

 

*

Rectificatie van Beschikking 2005/360/EG van de Commissie van 26 april 2005 tot vaststelling van de milieucriteria en de daarmee verband houdende eisen inzake beoordeling en toezicht voor de toekenning van de communautaire milieukeur aan smeermiddelen (PB L 118 van 5.5.2005)

27

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


I Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie verplicht is

VERORDENINGEN

23.5.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 131/1


VERORDENING (EURATOM) Nr. 549/2007 VAN DE RAAD

van 14 mei 2007

inzake de tenuitvoerlegging van Protocol nr. 9 bij de Akte betreffende de voorwaarden voor toetreding tot de Europese Unie van Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije met betrekking tot reactor 1 en reactor 2 van de V1-kerncentrale van Bohunice in Slowakije

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name op artikel 203,

Gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (1) (het „Financieel Reglement”), en met name op artikel 110,

Gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002 van de Commissie van 23 december 2002 tot vaststelling van uitvoeringsvoorschriften van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement (2) van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen, en met name op artikel 166,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement (3),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Slowakije heeft zich ertoe verbonden reactor 1 en reactor 2 van de V1-kerncentrale van Bohunice uiterlijk op respectievelijk 31 december 2006 en 31 december 2008 te sluiten. De Europese Unie heeft zich bereid verklaard om tot 2006 financiële steun te blijven verlenen ter voortzetting van de pretoetredingssteun in het kader van het Phare-programma, teneinde Slowakije bij te staan bij de ontmanteling.

(2)

Protocol nr. 9 bij de Toetredingsakte van 2003 heeft betrekking op reactor 1 en reactor 2 van de V1-kerncentrale van Bohunice in Slowakije en bevat de verbintenis van Slowakije om Bohunice V1 te sluiten, waartoe een programma van financiële steun met een begroting van 90 miljoen EUR wordt opgezet voor de periode 2004-2006.

(3)

In Protocol nr. 9 erkent de Europese Unie tevens dat de werkzaamheden voor de ontmanteling van de V1-kerncentrale van Bohunice ook na afloop van de financiële vooruitzichten 2000-2006 zullen voortduren en dat deze inspanning een aanzienlijke financiële last vormt voor Slowakije. Bij besluiten over de voortzetting van EU-steun op dit gebied na 2006 zal met deze situatie rekening worden gehouden.

(4)

Sinds enkele jaren bestaan er internationale steunfondsen voor ontmantelingswerkzaamheden die worden beheerd door de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling. De Gemeenschap is, via het Phare-programma, daarvan de voornaamste contribuant.

(5)

Het is bijgevolg passend om ten laste van de algemene begroting van de Europese Unie een bedrag vast te leggen van 423 miljoen EUR (4) voor de financiering van de ontmanteling van de V1-kerncentrale van Bohunice gedurende de periode 2007 tot en met 2013.

(6)

Begrotingskredieten uit de algemene begroting van de Europese Unie voor ontmantelingswerkzaamheden mogen geen concurrentienadeel opleveren voor stroomleveranciers op de energiemarkt in de Europese Unie. Voorts moeten deze kredieten worden gebruikt voor het financieren van maatregelen die het verlies aan productiecapaciteit dienen te compenseren, overeenkomstig het acquis.

(7)

De financiële steun kan beschikbaar worden gesteld in de vorm van een bijdrage van de Gemeenschap aan het Internationale steunfonds voor de ontmanteling van Bohunice, dat beheerd wordt door de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling.

(8)

Een van de opdrachten van de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling is het beheer van de openbare middelen die worden toegekend aan de programma’s voor de ontmanteling van nucleaire installaties, alsmede de follow-up van het financiële beheer van die programma’s teneinde de benutting van de openbare middelen te optimaliseren. Voorts voert de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling begrotingstaken uit die haar door de Commissie zijn toevertrouwd overeenkomstig artikel 53, lid 7, van het Financieel Reglement.

(9)

Protocol nr. 9 laat de mogelijkheid open om verschillende uitvoeringstrajecten te volgen voor steunverlening om het in artikel 2 genoemde doel te bereiken, onder meer via een bevoegd orgaan dat nationaal wordt beheerd. De Commissie en Slowakije kunnen de wijze van uitvoering uitwerken overeenkomstig de toepasselijke onderdelen van het Financieel Reglement.

(10)

Met het oog op een zo groot mogelijke efficiëntie moet voor de ontmanteling van de V1-kerncentrale van Bohunice de beste technische expertise worden gebruikt die beschikbaar is, rekening houdend met de aard en de technische specificaties van de te sluiten reactoren.

(11)

De ontmanteling van de V1-kerncentrale van Bohunice zal verlopen overeenkomstig de geldende milieuwetgeving, met name Richtlijn 85/337/EEG van de Raad van 27 juni 1985 betreffende de milieueffectbeoordeling van bepaalde openbare en particuliere projecten (5).

(12)

Een financieel referentiebedrag in de zin van punt 38 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (6) is in deze verordening opgenomen voor de gehele looptijd van het programma, zonder dat dit afbreuk doet aan de in het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap omschreven bevoegdheden van de begrotingsautoriteit.

(13)

Voor de aanneming van de voor de uitvoering van deze verordening vereiste maatregelen dient de Commissie te worden bijgestaan door een comité,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Bij deze verordening worden de bepalingen vastgesteld voor de uitvoering van de financiële bijdrage van de Gemeenschap als bedoeld in Protocol nr. 9 bij de Toetredingsakte van 2003.

Artikel 2

De krachtens deze verordening verleende communautaire bijdrage wordt toegekend om financiële ondersteuning te leveren voor maatregelen in verband met de ontmanteling van de V1-kerncentrale van Bohunice, maatregelen voor aanpassing aan de milieueisen overeenkomstig het acquis en voor de modernisering van de conventionele elektriciteitsopwekkingcapaciteit ter vervanging van de productiecapaciteit van de twee reactoren van de V1-kerncentrale van Bohunice, en andere maatregelen die voortvloeien uit het besluit tot sluiting en ontmanteling van deze centrale en die bijdragen tot de noodzakelijke herstructurering, aanpassing aan de milieueisen en modernisering van de sectoren voor de productie, het transport en de distributie van energie in Slowakije, alsook tot de verbetering van de energievoorzieningszekerheid en van de energie-efficiëntie in Slowakije.

Artikel 3

1.   Voor de periode van 1 januari 2007 tot en met 31 december 2013 beloopt het financieel referentiebedrag voor de uitvoering van de in artikel 2 bedoelde acties 423 miljoen EUR (7).

2.   De jaarlijkse kredieten worden door de begrotingsautoriteit toegestaan binnen de grenzen van het financiële kader.

3.   Het bedrag van de aan het programma toegekende kredieten kan in de loop van de periode van 1 januari 2007 tot en met 31 december 2013 worden herzien om rekening te houden met de voortgang bij de uitvoering van het programma en om te waarborgen dat bij de programmering en toewijzing van de financiële middelen wordt uitgegaan van de feitelijke betalingsbehoeften en opnamecapaciteit.

Artikel 4

De bijdrage kan voor bepaalde maatregelen tot 100 % van de totale uitgaven belopen. Alles moet in het werk worden gesteld om, enerzijds, de medefinanciering in het kader van de pretoetredingssteun en de bijstand die in de periode 2004-2006 is verleend voor de ontmantelingswerkzaamheden van Slowakije voort te zetten, en om, anderzijds en waar nodig, medefinanciering uit andere bronnen aan te trekken.

Artikel 5

1.   De maatregelen en financiële steun in het kader van het programma worden vastgesteld en uitgevoerd overeenkomstig artikel 53, lid 2, en artikel 54, lid 2, onder c), van het Financieel Reglement.

2.   De financiële steun voor maatregelen in het kader van het programma, of delen daarvan, kan beschikbaar worden gesteld in de vorm van een bijdrage van de Gemeenschap aan het Internationale steunfonds voor de ontmanteling van Bohunice, dat beheerd wordt door de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling.

3.   De maatregelen in het kader van het programma worden vastgesteld volgens de in artikel 8, lid 2, bedoelde procedure.

Artikel 6

1.   De Commissie heeft het recht om de aanwending van de steun te onderwerpen aan een audit die rechtstreeks wordt uitgevoerd door haar eigen personeel, dan wel door een bevoegde externe organisatie van haar keuze. Deze audits kunnen worden uitgevoerd tijdens de volledige looptijd van de overeenkomst tussen de Gemeenschap en de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling inzake de beschikbaarstelling van communautaire middelen voor het Internationale steunfonds voor de ontmanteling van Bohunice, en tijdens een periode van vijf jaar vanaf de datum waarop het saldo van het steunbedrag is betaald. De auditresultaten kunnen er eventueel toe leiden dat de Commissie besluiten tot terugvordering neemt.

2.   Het personeel van de Commissie en de door de Commissie gemachtigde externe personen hebben op passende wijze toegang tot met name de kantoren van de begunstigde, alsook tot alle noodzakelijke gegevens, ook in elektronische vorm, om deze audits tot een goed einde te brengen.

De Europese Rekenkamer heeft dezelfde rechten als de Commissie, en met name het recht van toegang.

Om de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen tegen fraude en andere onregelmatigheden te beschermen is het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) gemachtigd om krachtens Verordening (Euratom, EG) nr. 2185/96 (8) ter plaatse controles en verificaties in het kader van het programma uit te voeren.

3.   Voor de in dit besluit bedoelde communautaire acties wordt onder het in artikel 1, lid 2, van Verordening (EG, Euratom) nr. 2988/95 van de Raad van 18 december 1995 betreffende de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen (9) genoemde begrip „onregelmatigheid” elke inbreuk op het Gemeenschapsrecht of een niet-nakoming van een contractuele verplichting verstaan als gevolg van een handeling of nalatigheid van een rechtspersoon waardoor de algemene begroting van de Europese Unie, een door de Unie beheerde begroting of een door een andere internationale organisatie voor rekening van de Gemeenschap beheerde begroting wordt of zou kunnen worden benadeeld door een onverschuldigde uitgave.

4.   In de overeenkomsten tussen de Gemeenschap en de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling betreffende de communautaire bijdrage aan het Internationale steunfonds voor de ontmanteling van Bohunice zijn passende bepalingen opgenomen teneinde de financiële belangen van de Gemeenschap te beschermen tegen fraude, corruptie en andere onregelmatigheden en de Commissie, OLAF en de Rekenkamer in de gelegenheid te stellen controles ter plaatse uit te voeren.

Artikel 7

De Commissie ziet toe op de uitvoering van deze verordening en brengt op gezette tijden verslag uit aan het Europees Parlement en de Raad. Zij voert een tussentijdse evaluatie uit, overeenkomstig artikel 3.

Artikel 8

1.   De Commissie wordt bijgestaan door een comité, dat bestaat uit vertegenwoordigers van de lidstaten en wordt voorgezeten door de vertegenwoordiger van de Commissie.

2.   Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is de volgende procedure van toepassing.

De vertegenwoordiger van de Commissie legt het comité een ontwerp van de te nemen maatregelen voor. Het comité brengt binnen een termijn die de voorzitter naargelang van de urgentie van de materie kan vaststellen, advies over dit ontwerp uit. Het comité spreekt zich uit met de meerderheid van stemmen die in artikel 118, lid 2, van het Euratom-Verdrag is voorgeschreven voor de besluiten die de Raad op voorstel van de Commissie moet aannemen. Bij de stemming in het comité worden de stemmen van de vertegenwoordigers van de lidstaten gewogen overeenkomstig genoemd artikel. De voorzitter neemt niet aan de stemming deel.

De Commissie stelt maatregelen vast die onmiddellijk van toepassing zijn. Indien de vastgestelde maatregelen echter niet in overeenstemming zijn met het advies van het comité, worden zij onverwijld door de Commissie ter kennis van de Raad gebracht. In dat geval kan de Commissie de toepassing van de maatregelen waartoe zij heeft besloten met 30 dagen uitstellen.

De Raad kan binnen de boven genoemde termijn met gekwalificeerde meerderheid van stemmen een andersluidend besluit nemen.

3.   Het comité stelt op voorstel van de voorzitter zijn reglement van orde vast, op basis van het standaardreglement dat is gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie. Het comité legt in zijn reglement van orde bijzondere raadplegingsregels vast op grond waarvan de Commissie waar nodig bijzondere maatregelen kan nemen door middel van een urgentieprocedure.

De voor de Commissie geldende beginselen en voorwaarden inzake de toegang van het publiek tot documenten gelden ook voor documenten van het comité.

Het Europees Parlement wordt regelmatig door de Commissie op de hoogte gehouden van de werkzaamheden van het comité. Daartoe ontvangt het de agenda’s van de vergaderingen van het comité, alsmede de uitslagen van de stemmingen, beknopte verslagen van de vergaderingen en lijsten van de autoriteiten en organisaties waarvan de personen die door de lidstaten zijn aangewezen om hen te vertegenwoordigen, deel uitmaken.

Artikel 9

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 14 mei 2007.

Voor de Raad

De voorzitter

F.-W. STEINMEIER


(1)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG, Euratom) nr. 1995/2006 (PB L 390 van 30.12.2006, blz. 1).

(2)  PB L 357 van 31.12.2002, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG, Euratom) nr. 478/2007 (PB L 111 van 28.4.2007, blz. 13).

(3)  PB C 280 E van 18.11.2006, blz. 108.

(4)  In lopende prijzen; komt overeen met een bedrag van 375 miljoen EUR in prijzen van 2004.

(5)  PB L 175 van 5.7.1985, blz. 40. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2003/35/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 156 van 25.6.2003, blz. 17).

(6)  PB C 139 van 14.6.2006, blz. 1.

(7)  In lopende prijzen; komt overeen met een bedrag van 375 miljoen EUR in prijzen van 2004.

(8)  Verordening (Euratom, EG) nr. 2185/96 van de Raad van 11 november 1996 betreffende de controles en verificaties ter plaatse die door de Commissie worden uitgevoerd ter bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen tegen fraudes en andere onregelmatigheden (PB L 292 van 15.11.1996, blz. 2).

(9)  PB L 312 van 23.12.1995, blz. 1.


23.5.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 131/5


VERORDENING (EG) Nr. 550/2007 VAN DE COMMISSIE

van 22 mei 2007

tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 3223/94 van de Commissie van 21 december 1994 houdende uitvoeringsbepalingen van de invoerregeling voor groenten en fruit (1), en met name op artikel 4, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In Verordening (EG) nr. 3223/94 zijn op grond van de multilaterale handelsbesprekingen in het kader van de Uruguayronde de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de periodes die in de bijlage bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt.

(2)

Op grond van de bovenvermelde criteria moeten de forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld op de in de bijlage bij deze verordening vermelde niveaus,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 3223/94 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld zoals aangegeven in de tabel in de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 23 mei 2007.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 22 mei 2007.

Voor de Commissie

Jean-Luc DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 337 van 24.12.1994, blz. 66. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 386/2005 (PB L 62 van 9.3.2005, blz. 3).


BIJLAGE

bij de verordening van de Commissie van 22 mei 2007 tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

(EUR/100 kg)

GN-code

Code derde landen (1)

Forfaitaire invoerwaarde

0702 00 00

MA

39,0

TR

100,6

ZZ

69,8

0707 00 05

JO

151,2

TR

120,2

ZZ

135,7

0709 90 70

TR

110,5

ZZ

110,5

0805 10 20

EG

35,7

IL

64,8

MA

46,2

ZZ

48,9

0805 50 10

AR

54,3

ZA

67,6

ZZ

61,0

0808 10 80

AR

99,8

BR

75,1

CL

85,7

CN

91,8

NZ

113,6

US

116,9

UY

69,1

ZA

89,0

ZZ

92,6


(1)  Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1833/2006 van de Commissie (PB L 354 van 14.12.2006, blz. 19). De code „ZZ” staat voor „andere oorsprong”.


23.5.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 131/7


VERORDENING (EG) Nr. 551/2007 VAN DE COMMISSIE

van 22 mei 2007

tot wijziging en rectificatie van Verordening (EG) nr. 952/2006 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad, wat betreft het beheer van de interne suikermarkt en het quotastelsel

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad van 20 februari 2006 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (1), en met name op artikel 40, lid 1, onder a), b) en d),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In artikel 6, lid 3, van Verordening (EG) nr. 952/2006 van de Commissie (2) wordt bepaald wat, met het oog op de toepassing van de gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker, als de productie van een onderneming wordt beschouwd, met name wanneer een onderneming die productie aan een andere onderneming uitbesteedt. Onder de productie van een onderneming wordt verstaan de hoeveelheid die de lastgever onder bepaalde voorwaarden produceert, met inbegrip van het geval waarin de totale suikerproductie van de verwerker en van de lastgever groter is dan de som van hun quota. Deze bepaling moet worden aangepast in het licht van artikel 3 van Verordening (EG) nr. 493/2006 van de Commissie van 27 maart 2006 inzake overgangsmaatregelen in het kader van de hervorming van de gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker, en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 1265/2001 en (EG) nr. 314/2002 (3), waarin is bepaald dat het deel van de productie dat in het kader van het quotum wordt geproduceerd boven de overeenkomstig lid 2 van dat artikel vastgestelde drempel, beschouwd wordt als aan de markt onttrokken. Deze maatregel moet de suikerondernemingen ertoe aanzetten hun productie in het verkoopseizoen 2006/2007 vrijwillig te verlagen. Bovendien moet de definitie van productie in artikel 6, lid 3, onder b), van Verordening (EG) nr. 952/2006 worden gewijzigd om te voorkomen dat de producenten afzien van een productieverlaging. De definitie van productie voor het verkoopseizoen 2006/2007 moet in dit verband betrekking hebben op de som van de preventieve onttrekkingen in plaats van op de som van de quota.

(2)

Krachtens artikel 13, lid 1, van Verordening (EG) nr. 952/2006 moeten de ondernemingen maandelijks prijzen vaststellen voor respectievelijk binnen en buiten het quotum geproduceerde suiker. Dit onderscheid is, in het geval van raffinaderijen, niet relevant, aangezien deze voor hun activiteit, bestaande uit het raffineren van ingevoerde suiker, niet afhankelijk zijn van de toewijzing van quota. Om verwarring te voorkomen, moet expliciet worden aangegeven dat het onderscheid tussen binnen en buiten het quotum geproduceerde suiker niet op deze ondernemingen van toepassing is.

(3)

Wat suiker voor industrieel gebruik betreft, moeten in het kader van het krachtens artikel 4 van Verordening (EG) nr. 318/2006 opgezette prijsinformatiesysteem slechts prijzen worden meegedeeld voor hoeveelheden vanaf een bepaalde minimumomvang, aangezien het weinig zinvol is een prijsindicator te bepalen voor transacties met niet-significante hoeveelheden. Daarom moet worden vastgesteld vanaf welke drempel het verplicht is het maandelijkse gemiddelde van de aankoopprijzen vast te stellen en aan de Commissie mee te delen.

(4)

De toepassing van de in artikel 15 van Verordening (EG) nr. 952/2006 vastgestelde overgangsbepalingen voor de mededeling van prijsgegevens aan de Commissie moet worden verlengd tot het eerste kwartaal van 2008 omdat eerst een verslag moet worden opgesteld over de werking van het inmiddels geïnformatiseerde doorzendingssysteem.

(5)

De eenmalige heffingen die op grond van artikel 8, lid 3, en artikel 9, lid 3, van Verordening (EG) nr. 318/2006 moeten worden betaald voor extra suikerquota en aanvullende isoglucosequota, maken deel uit van de eigen middelen van de Gemeenschap op grond van artikel 2, lid 1, onder a), van Besluit 2000/597/EG, Euratom van de Raad van 29 september 2000 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (4). Om overeenkomstig artikel 2, lid 2, tweede alinea, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 houdende toepassing van Besluit 94/728/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (5) te bepalen op welke datum het recht van de Gemeenschap als vastgesteld geldt, moet worden bepaald op welke datum deze bedragen aan de debiteur worden meegedeeld.

(6)

Op grond van artikel 16 van Verordening (EG) nr. 318/2006 wordt met ingang van het verkoopseizoen 2007/2008 een productieheffing gelegd op de voor het betrokken verkoopseizoen toegewezen quota. De productieheffing maakt op grond van artikel 2, lid 1, onder a), van Besluit 2000/597/EG, Euratom deel uit van de eigen middelen van de Gemeenschap. Om overeenkomstig artikel 2, lid 2, tweede alinea, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 te bepalen op welke datum het recht van de Gemeenschap als vastgesteld geldt, moet worden bepaald op welke datum deze bedragen aan de debiteur worden meegedeeld.

(7)

Artikel 21, lid 1, van Verordening (EG) nr. 952/2006, moet worden gecorrigeerd, aangezien ten onrechte wordt verwezen naar artikel 2, lid 1, in plaats van naar artikel 3, lid 1.

(8)

Verordening (EG) nr. 952/2006 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(9)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor suiker,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 952/2006 wordt als volgt gewijzigd:

1)

In de eerste alinea van artikel 6, lid 3, wordt punt b) vervangen door:

„b)

de totale suikerproductie van de verwerker en van de lastgever is groter dan de som van hun quota of, voor het verkoopseizoen 2006/2007, groter dan de som van de drempels die voor hen zijn vastgesteld overeenkomstig artikel 3, lid 2, van Verordening (EG) nr. 493/2006 van de Commissie (6).

2)

Artikel 13 wordt als volgt gewijzigd:

a)

aan lid 1 wordt de volgende alinea toegevoegd:

„Het onderscheid tussen binnen en buiten het quotum geproduceerde suiker geldt niet voor de raffinaderijen.”;

b)

het volgende lid 3 wordt toegevoegd:

„3.   De in de leden 1 en 2 vastgestelde bepalingen gelden niet voor verwerkers die per kalenderjaar niet meer dan 2 000 ton suiker per jaar aankopen.”;

3)

Artikel 15, lid 1, wordt vervangen door:

„Uiterlijk op 20 oktober 2006, 20 januari 2007, 20 april 2007, 20 juli 2007, 20 oktober 2007, 20 januari 2008 en 20 april 2008 verzenden de overeenkomstig de artikelen 7 en 8 van de onderhavige verordening erkende ondernemingen en de overeenkomstig artikel 17, lid 1, van Verordening (EG) nr. 318/2006 erkende verwerkers de in artikel 13, lid 1, van de onderhavige verordening bedoelde prijzen die de vorige drie maanden zijn vastgesteld, naar de Commissie.”;

4)

De titel van hoofdstuk V wordt vervangen door:

„HOOFDSTUK V

QUOTA EN PRODUCTIEHEFFING”;

5)

Aan artikel 18 wordt het volgende lid 3 toegevoegd:

„3.   De lidstaten delen de in artikel 8, lid 4, van Verordening (EG) nr. 318/2006 bedoelde termijn voor de betaling van de eenmalige heffing uiterlijk tien werkdagen nadat zij over die termijn hebben beslist, aan de Commissie mee.

De lidstaat stelt de betrokken ondernemingen uiterlijk één maand vóór de in de eerste alinea bedoelde termijn, maar niet later dan 31 januari 2008, in kennis van het door hen te betalen bedrag.”;

6)

Aan artikel 19 wordt het volgende lid 3 toegevoegd:

„3.   De lidstaten delen de in lid 2 bedoelde termijn uiterlijk tien werkdagen nadat zij over die termijn hebben beslist, aan de Commissie mee.

De lidstaat stelt de betrokken isoglucose-ondernemingen uiterlijk vóór de in lid 2 bedoelde termijn, maar niet later dan 30 november van het verkoopseizoen met ingang waarvan het quotum wordt toegekend, in kennis van het door hen te betalen bedrag.”;

7)

Het volgende artikel 20 bis wordt ingevoegd:

„Artikel 20 bis

Productieheffing

Met ingang van het verkoopseizoen 2007/2008 stellen de lidstaten uiterlijk op 31 januari van elk jaar alle erkende suiker- en isoglucoseproducenten in kennis van de voor het lopende verkoopseizoen te betalen productieheffing.”;

8)

In artikel 21, lid 1, wordt de inleidende zin vervangen door:

„Elke erkende suikerfabrikant of elke erkende raffinaderij deelt vóór de twintigste van elke maand aan de bevoegde autoriteit van de lidstaat van productie of raffinage de totale, in witte suiker uitgedrukte hoeveelheden suiker en stroop zoals bedoeld in artikel 3, lid 1, onder a) tot en met d), mee die:”.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 22 mei 2007.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 58 van 28.2.2006, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 247/2007 van de Commissie (PB L 69 van 9.3.2007, blz. 3).

(2)  PB L 178 van 1.7.2006, blz. 39.

(3)  PB L 89 van 28.3.2006, blz. 11. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 119/2007 (PB L 37 van 9.2.2007, blz. 3).

(4)  PB L 253 van 7.10.2000, blz. 42.

(5)  PB L 130 van 31.5.2000, blz. 1. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG, Euratom) nr. 2028/2004 (PB L 352 van 27.11.2004, blz. 1).

(6)  PB L 89 van 28.3.2006.”;


23.5.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 131/10


VERORDENING (EG) Nr. 552/2007 VAN DE COMMISSIE

van 22 mei 2007

tot vaststelling van het maximumbedrag van de communautaire bijdrage in de financiering van de activiteitenprogramma’s in de sector olijfolie, tot vaststelling, voor 2007, van de begrotingsmaxima voor de gedeeltelijke of facultatieve uitvoering van de bedrijfstoeslagregeling en de jaarlijkse totaalbedragen voor de regeling inzake één enkele areaalbetaling waarin Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad voorziet, en tot wijziging van die verordening

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad van 29 september 2003 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers en houdende wijziging van de Verordeningen (EEG) nr. 2019/93, (EG) nr. 1452/2001, (EG) nr. 1453/2001, (EG) nr. 1454/2001, (EG) nr. 1868/94, (EG) nr. 1251/1999, (EG) nr. 1254/1999, (EG) nr. 1673/2000, (EEG) nr. 2358/71 en (EG) nr. 2529/2001 (1), en met name op artikel 64, lid 2, artikel 70, lid 2, artikel 110 decies, leden 3 en 4, artikel 143 ter, lid 3, en artikel 145, onder i),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Voor de lidstaten die in 2007 de bij titel III van Verordening (EG) nr. 1782/2003 ingestelde bedrijfstoeslagregeling toepassen, dienen de begrotingsmaxima voor elk van de in de artikelen 66 tot en met 69 van die verordening bedoelde betalingen voor 2007 te worden vastgesteld volgens de bij titel III, hoofdstuk 5, afdeling 2, van die verordening vastgestelde voorwaarden.

(2)

Voor de lidstaten die in 2007 gebruik maken van de bij artikel 70 van Verordening (EG) nr. 1782/2007 geboden mogelijkheid, dienen voor 2007 de begrotingsmaxima te worden vastgesteld die gelden voor de van de bedrijfstoeslagregeling uitgesloten rechtstreekse betalingen.

(3)

Het bij artikel 110 decies, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1782/2003 vastgestelde maximumbedrag van de steun voor olijfgaarden moet worden aangepast aan de door de betrokken lidstaten meegedeelde verlaging van de coefficiënt als bedoeld in de derde alinea van dezelfde bepaling en aan het door de betrokken lidstaten meegedeelde bedrag dat overeenkomstig lid 4 van artikel 110 decies wordt ingehouden. De in bijlage VIII bis bij die verordening vastgestelde nationale maxima moeten dienovereenkomstig worden aangepast.

(4)

Duidelijkheidshalve dienen de begrotingsmaxima te worden bekendgemaakt die in 2007 voor de bedrijfstoeslagregeling gelden nadat op de maxima in bijlage VIII bij Verordening (EG) nr. 1782/2003 de maxima in mindering zijn gebracht die zijn vastgesteld voor de in de artikelen 66 tot en met 70 van die verordening bedoelde betalingen.

(5)

Voor de lidstaten die in 2007 de bij titel IV bis van Verordening (EG) nr. 1782/2003 ingestelde regeling inzake één enkele areaalbetaling toepassen, dienen overeenkomstig artikel 143 ter, lid 3, van die verordening de jaarlijkse totaalbedragen voor 2007 te worden vastgesteld.

(6)

Duidelijkheidshalve dienen de maximumbedragen te worden bekendgemaakt van de middelen die voor de toekenning in 2007 van de in artikel 143 ter bis van Verordening (EG) nr. 1782/2003 bedoelde afzonderlijke suikerbetaling ter beschikking worden gesteld van de lidstaten die de regeling inzake één enkele areaalbetaling toepassen, welke maximumbedragen op basis van de door die lidstaten verstrekte gegevens zijn vastgesteld.

(7)

Het is noodzakelijk het maximumbedrag van de communautaire bijdrage in de financiering van de door erkende organisaties van marktdeelnemers in de sector olijfolie opgestelde activiteitenprogramma's vast te stellen aan de hand van de door de betrokken lidstaten meegedeelde inhoudingscoëfficiënt als bedoeld in artikel 110 decies, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1782/2003.

(8)

Verordening (EG) nr. 1782/2003 moet dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(9)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor rechtstreekse betalingen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   De in de artikelen 66 tot en met 69 van Verordening (EG) nr. 1782/2003 bedoelde begrotingsmaxima worden voor 2007 vastgesteld in bijlage I bij de onderhavige verordening.

2.   De in artikel 70, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1782/2003 bedoelde begrotingsmaxima worden voor 2007 vastgesteld in bijlage II bij de onderhavige verordening.

3.   De begrotingsmaxima voor de bij titel III van Verordening (EG) nr. 1782/2003 ingestelde bedrijfstoeslagregeling worden voor 2007 vastgesteld in bijlage III bij de onderhavige verordening.

4.   De in artikel 143 ter, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1782/2003 bedoelde jaarlijkse totaalbedragen worden voor 2007 vastgesteld in bijlage IV bij de onderhavige verordening.

5.   De maximumbedragen van de middelen die aan Tsjechië, Letland, Litouwen, Hongarije, Polen, Roemenië en Slowakije ter beschikking worden gesteld voor de toekenning in 2007 van de in artikel 143 ter bis, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1782/2003 bedoelde afzonderlijke suikerbetaling, worden bekendgemaakt in bijlage V bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

De in artikel 110 decies, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1782/2003 bedoelde communautaire maximumbijdrage in de financiering van de door erkende organisaties van marktdeelnemers in de sector olijfolie opgestelde activiteitenprogramma's wordt vastgesteld op:

(in miljoen EUR)

Griekenland

11,098

Frankrijk

0,576

Italië

35,991

Artikel 3

Verordening (EG) nr. 1782/2003 wordt als volgt gewijzigd:

1)

In de eerste alinea van artikel 110 decies, lid 3, wordt de tabel vervangen door de volgende tabel:

(in miljoen EUR)

Spanje

103,14

Cyprus

2,93”

2)

In bijlage VIII bis worden de kolommen voor Malta en Slovenië vervangen door de volgende kolommen:

„Kalenderjaar

Malta

Slovenië

2005

670

35 800

2006

830

44 184

2007

1 668

59 026

2008

2 085

73 618

2009

2 502

87 942

2010

2 919

101 959

2011

3 336

115 976

2012

3 753

129 993

2013

4 170

144 110

2014

4 170

144 110

2015

4 170

144 110

2016 en verdere jaren

4 170

144 110”.

Artikel 4

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 22 mei 2007.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 270 van 21.10.2003, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2013/2006 (PB L 384 van 29.12.2006, blz. 13).


BIJLAGE I

BEGROTINGSMAXIMA VOOR DE OP GROND VAN DE ARTIKELEN 66 TOT EN MET 69 VAN VERORDENING (EG) Nr. 1782/2003 TE VERLENEN RECHTSTREEKSE BETALINGEN

Kalenderjaar 2007

(in 1000 EUR)

 

BE

DK

DE

EL

ES

FR

IT

NL

AT

PT

SI

FI

SE

UK

 

Vlaanderen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Schotland

Areaalbetaling voor akkerbouwgewassen

 

 

 

 

 

372 670

1 154 046

 

 

 

 

 

 

 

 

Toeslag voor durumtarwe

 

 

 

 

 

42 025

14 820

 

 

 

 

 

 

 

 

Zoogkoeienpremie

77 565

 

 

 

 

260 242

733 137

 

 

70 578

79 031

 

 

 

 

Aanvullende zoogkoeienpremie

19 389

 

 

 

 

26 911

1 279

 

 

99

9 503

 

 

 

 

Speciale premie voor mannelijke runderen

 

 

33 085

 

 

 

 

 

 

 

 

5 038

24 420

37 446

 

Slachtpremie, volwassen runderen

 

 

 

 

 

47 175

101 248

 

62 200

17 348

8 657

 

 

 

 

Slachtpremie, kalveren

 

6 384

 

 

 

560

79 472

 

40 300

5 085

946

 

 

 

 

Ooien- en geitenpremie

 

 

855

 

 

183 499

 

 

 

 

21 892

346

600

 

 

Ooienpremie

 

 

 

 

 

 

66 455

 

 

 

 

 

 

 

 

Aanvullende ooien- en geitenpremie

 

 

 

 

 

55 795

 

 

 

 

7 184

119

200

 

 

Aanvullende ooienpremie

 

 

 

 

 

 

19 572

 

 

 

 

 

 

 

 

Areaalsteun voor hop

 

 

 

2 277

 

 

98

 

 

27

 

99

 

 

 

Artikel 69, alle sectoren

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

3 398

 

Artikel 69, akkerbouwgewassen

 

 

 

 

47 323

 

 

141 712

 

 

1 878

 

5 840

 

 

Artikel 69, rijst

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

150

 

 

 

 

Artikel 69, rundvlees

 

 

 

 

8 810

54 966

 

28 674

 

 

1 684

2 970

10 118

 

29 800

Artikel 69, schapen- en geitenvlees

 

 

 

 

12 615

 

 

8 665

 

 

616

 

 

 

 

Artikel 69, katoen

 

 

 

 

 

13 432

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Artikel 69, olijfolie

 

 

 

 

22 196

 

 

 

 

 

5 658

 

 

 

 

Artikel 69, tabak

 

 

 

 

7 578

2 353

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Artikel 69, suiker

 

 

 

 

2 246

17 568

 

8 160

 

 

1 104

 

 

 

 

Artikel 69, zuivelproducten

 

 

 

 

 

19 763

 

 

 

 

 

 

 

 

 


BIJLAGE II

BEGROTINGSMAXIMA VOOR DE OP GROND VAN ARTIKEL 70 VAN VERORDENING (EG) Nr. 1782/2003 TE VERLENEN RECHTSTREEKSE BETALINGEN

Kalenderjaar 2007

(in 1000 EUR)

 

België

Griekenland

Spanje

Frankrijk

Italië

Nederland

Portugal

Finland

Artikel 70, lid 1, onder a):

Steun voor zaaizaad

1 397

1 400

10 347

2 310

13 321

726

272

1 150

Artikel 70, lid 1, onder b):

Areaalbetaling voor akkerbouwgewassen

 

 

23

 

 

 

 

 

Steun voor zaaddragende leguminosen

 

 

1

 

 

 

 

 

Specifieke steun voor rijst

 

 

 

3 053

 

 

 

 

Steun voor tabak

 

 

 

 

 

 

166

 


BIJLAGE III

BEGROTINGSMAXIMA VOOR DE BEDRIJFSTOESLAGREGELING

Kalenderjaar 2007

(in 1000 EUR)

Lidstaat

 

België

488 660

Denemarken

987 356

Duitsland

5 693 330

Griekenland

2 069 049

Spanje

3 542 583

Frankrijk

6 107 448

Ierland

1 337 919

Italië

3 612 988

Luxemburg

37 051

Malta

1 668

Nederland

730 632

Oostenrijk

643 956

Portugal

432 636

Slovenië

50 454

Finland

521 285

Zweden

714 201

Verenigd Koninkrijk

3 931 186


BIJLAGE IV

JAARLIJKSE TOTAALBEDRAGEN VOOR DE REGELING INZAKE ÉÉN ENKELE AREAALBETALING

Kalenderjaar 2007

(in 1000 EUR)

Lidstaat

 

Bulgarije

202 097

Tsjechië

355 384

Estland

40 503

Cyprus

19 439

Letland

55 815

Litouwen

147 781

Hongarije

509 562

Polen

1 145 834

Roemenië

440 635

Slowakije

147 342


BIJLAGE V

MAXIMUMBEDRAGEN VAN DE MIDDELEN DIE LIDSTATEN TER BESCHIKKING WORDEN GESTELD VOOR DE TOEKENNING VAN DE IN ARTIKEL 143 ter bis VAN VERORDENING (EG) Nr. 1782/2003 BEDOELDE AFZONDERLIJKE SUIKERBETALING

Kalenderjaar 2007

(in 1000 EUR)

Lidstaat

 

Tsjechië

24 490

Letland

5 164

Litouwen

8 012

Hongarije

31 986

Polen

122 906

Roemenië

1 930

Slowakije

14 762


23.5.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 131/16


VERORDENING (EG) Nr. 553/2007 VAN DE COMMISSIE

van 22 mei 2007

tot 77e wijziging van Verordening (EG) nr. 881/2002 van de Raad tot vaststelling van bepaalde specifieke beperkende maatregelen tegen sommige personen en entiteiten die banden hebben met Usama bin Laden, het Al Qaida-netwerk en de Taliban, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 467/2001 van de Raad

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 881/2002 van de Raad van 27 mei 2002 tot vaststelling van bepaalde specifieke beperkende maatregelen tegen sommige personen en entiteiten die banden hebben met Usama bin Laden, het Al Qaida-netwerk en de Taliban, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 467/2001 van de Raad tot instelling van een verbod op de uitvoer van bepaalde goederen en diensten naar Afghanistan, tot versterking van het verbod op vluchten en verlenging van de bevriezing van tegoeden en andere financiële middelen ten aanzien van de Taliban van Afghanistan (1), en met name op artikel 7, lid 1, eerste streepje,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In bijlage I bij Verordening (EG) nr. 881/2002 worden personen, groepen en entiteiten opgesomd wier tegoeden en economische middelen krachtens die verordening worden bevroren.

(2)

Het Sanctiecomité van de VN-Veiligheidsraad heeft op 11 mei 2007 besloten tot wijziging van de lijst van personen, groepen en entiteiten wier tegoeden en economische middelen moeten worden bevroren. Bijlage I moet dus dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage I bij Verordening (EG) nr. 881/2002 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag die volgt op haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 22 mei 2007.

Voor de Commissie

Eneko LANDÁBURU

Directeur-generaal Buitenlandse betrekkingen


(1)  PB L 139 van 29.5.2002, blz. 9. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 507/2007 van de Commissie (PB L 119 van 9.5.2007, blz. 27).


BIJLAGE

Bijlage I bij Verordening (EG) nr. 881/2002 wordt als volgt gewijzigd:

1)

De vermelding „Abd al-Hadi al-Iraqi (ook bekend als Abu Abdallah, Abdal Al-Hadi Al-Iraqi)” in de lijst van natuurlijke personen wordt vervangen door:

„Nashwan Abd Al-Razzaq Abd Al-Baqi (ook bekend als a) Abdal Al-Hadi Al-Iraqi, b) Abd al-Hadi al-Iraqi, c) Abu Abdallah). Geboortedatum: 1961. Geboorteplaats: Mosul, Irak. Nationaliteit: Iraaks. Overige informatie: hooggeplaatst lid van Al Qaida.”

2)

De vermelding „Idris Ahmed Nasreddin (alias a) Nasreddin, Ahmad I.; b) Nasreddin, Hadj Ahmed; c) Nasreddine, Ahmed Idriss; d) Ahmed Idris Nasreddin). Adres: a) Corso Sempione 69, 20149 Milaan, Italië, b) Piazzale Biancamano, Milaan, Italië, c) Rue De Cap Spartel, Tanger, Marokko, d) No 10, Rmilat, Villa Nasreddin in Tanger, Marokko. Geboortedatum: 22.11.1929. Geboorteplaats: Adi Ugri, Ethiopië (thans Eritrea). Italiaanse nationaliteit. Nationaal identificatienummer: Italiaans identiteitsbewijs nr. AG 2028062 (vervaldatum 7.9.2005); buitenlands identiteitsbewijs K 5249. Italiaans fiscaal nummer: NSRDRS29S22Z315Y. Overige informatie: De heer Nasreddin heeft in 1994 zijn woning in de Via delle Scuole 1 in 6900 Lugano, Zwitserland, verlaten en is verhuisd naar Marokko.” in de lijst van natuurlijke personen wordt vervangen door:

„Ahmed Idris Nasreddin (ook bekend als a) Nasreddin, Ahmad I.; b) Nasreddin, Hadj Ahmed; c) Nasreddine, Ahmed Idriss; d) Idris Ahmed Nasreddin). Adres: a) Corso Sempione 69, 20149 Milaan, Italië, b) Piazzale Biancamano, Milaan, Italië, c) 10, Route de Cap Spartel, Tanger, Marokko, d) No 10, Rmilat, Villa Nasreddin in Tanger, Marokko, e) Via Maggio 21, P.O. Box 216, 6909 Lugano, Zwitserland. Geboortedatum: 22.11.1929. Geboorteplaats: Adi Ugri, Ethiopië (thans Eritrea). Italiaanse nationaliteit. Nationaal identificatienummer: Italiaans identiteitsbewijs nr. AG 2028062 (vervaldatum 7.9.2005); buitenlands identiteitsbewijs K 5249. Italiaans fiscaal nummer: NSRDRS29S22Z315Y. Overige informatie: a) de heer Nasreddin heeft in 1994 zijn woning in de Via delle Scuole 1 in 6900 Lugano, Zwitserland, verlaten en is verhuisd naar Marokko, b) Voorzitter van Miga-Malaysian Swiss, Gulf and African Chamber.”

3)

De vermelding „MIGA-MALAYSIAN SWISS, GULF AND AFRICAN CHAMBER, (voorheen bekend als GULF OFFICE ASSOC. PER LO SVILUPPO COMM. IND. E TURIS. FRA GLI STATI ARABI DEL GOLFO E LA SVIZZERA); Via Maggio 21, 6900 Lugano TI (Zwitserland).” in de lijst „Rechtspersonen, groepen en entiteiten” wordt vervangen door:

„MIGA-MALAYSIAN SWISS, GULF AND AFRICAN CHAMBER (voorheen bekend als GULF OFFICE ASSOC. PER LO SVILUPPO COMM. IND. E TURIS. FRA GLI STATI ARABI DEL GOLFO E LA SVIZZERA). Adres: Via Maggio 21, P.O. Box 216, 6909 Lugano, Zwitserland. Overige informatie: de voorzitter van MIGA is Ahmed Idris Nasreddin.”


23.5.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 131/18


VERORDENING (EG) Nr. 554/2007 VAN DE COMMISSIE

van 22 mei 2007

houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 535/2007 tot vaststelling van de invoerrechten in de sector granen van toepassing vanaf 16 mei 2007

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1784/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (1),

Gelet op Verordening (EG) nr. 1249/96 van de Commissie van 28 juni 1996 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 1766/92 van de Raad ten aanzien van de invoerrechten in de sector granen (2), en met name op artikel 2, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De invoerrechten in de sector granen die van toepassing zijn vanaf 16 mei 2007, zijn vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 535/2007 van de Commissie (3).

(2)

Aangezien het berekende gemiddelde van de invoerrechten 5 EUR/t verschilt van het vastgestelde recht, moet een overeenkomstige aanpassing van de bij Verordening (EG) nr. 535/2007 vastgestelde invoerrechten plaatsvinden.

(3)

Verordening (EG) nr. 535/2007 moet dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De bijlagen I en II bij Verordening (EG) nr. 535/2007 worden vervangen door de tekst in de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 23 mei 2007.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 22 mei 2007.

Voor de Commissie

Jean-Luc DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 270 van 29.9.2003, blz. 78. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1154/2005 van de Commissie (PB L 187 van 19.7.2005, blz. 11).

(2)  PB L 161 van 29.6.1996, blz. 125. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1110/2003 (PB L 158 van 27.6.2003, blz. 12).

(3)  PB L 128 van 16.5.2007, blz. 3.


BIJLAGE

BIJLAGE I

Vanaf 23 mei 2007 geldende invoerrechten voor de in artikel 10, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1784/2003 bedoelde producten

GN-code

Omschrijving

Invoerrecht (1)

(EUR/t)

1001 10 00

HARDE TARWE van hoge kwaliteit

0,00

van gemiddelde kwaliteit

0,00

van lage kwaliteit

0,00

1001 90 91

ZACHTE TARWE, zaaigoed

0,00

ex 1001 90 99

ZACHTE TARWE van hoge kwaliteit, andere dan zaaigoed

0,00

1002 00 00

ROGGE

0,00

1005 10 90

MAÏS, zaaigoed, ander dan hybriden

4,12

1005 90 00

MAÏS, andere dan zaaigoed (2)

4,12

1007 00 90

GRAANSORGHO, andere dan hybriden bestemd voor zaaidoeleinden

0,00

BIJLAGE II

Elementen voor de berekening van de in bijlage I vastgestelde rechten

15.5.-21.5.2007

1.

Gemiddelden over de in artikel 2, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1249/96 bedoelde referentieperiode:

(EUR/t)

 

Zachte tarwe (3)

Maïs

Harde tarwe van hoge kwaliteit

Harde tarwe van gemiddelde kwaliteit (4)

Harde tarwe van lage kwaliteit (5)

Gerst

Beurs

Minneapolis

Chicago

Notering

156,40

109,35

Fob-prijs VSA

177,62

167,62

147,62

132,40

Golfpremie

10,61

Grote-Merenpremie

12,35

2.

Gemiddelden over de in artikel 2, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1249/96 bedoelde referentieperiode:

Vrachtkosten: Golf van Mexico–Rotterdam:

37,94 EUR/t

Vrachtkosten: Grote Meren–Rotterdam:

37,67 EUR/t


(1)  Voor producten die via de Atlantische Oceaan of het Suezkanaal in de Gemeenschap worden aangevoerd, komt de importeur op grond van artikel 2, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1249/96 in aanmerking voor een verlaging van het invoerrecht met:

3 EUR/t als de loshaven aan de Middellandse Zee ligt,

2 EUR/t als de loshaven in Denemarken, Estland, Ierland, Letland, Litouwen, Polen, Finland, Zweden, het Verenigd Koninkrijk of aan de Atlantische kust van het Iberisch Schiereiland ligt.

(2)  De importeur komt in aanmerking voor een forfaitaire verlaging van het invoerrecht met 24 EUR/t als aan de in artikel 2, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1249/96 vastgestelde voorwaarden is voldaan.

(3)  Premie van 14 EUR/t inbegrepen (artikel 4, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1249/96).

(4)  Korting van 10 EUR/t (artikel 4, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1249/96).

(5)  Korting van 30 EUR/t (artikel 4, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1249/96).


II Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie niet verplicht is

BESLUITEN/BESCHIKKINGEN

Commissie

23.5.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 131/21


BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 15 mei 2007

tot wijziging van Beschikking 2003/43/EG tot vaststelling van klassen van materiaalgedrag bij brand voor bepaalde voor de bouw bestemde producten wat platen op houtbasis betreft

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2007) 2045)

(Voor de EER relevante tekst)

(2007/348/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 89/106/EEG van de Raad van 21 december 1988 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen der lidstaten inzake voor de bouw bestemde producten (1), en met name op artikel 20, lid 2, onder a),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Beschikking 2003/43/EG van de Commissie (2) stelt klassen van materiaalgedrag bij brand vast voor bepaalde voor de bouw bestemde producten.

(2)

Beschikking 2003/43/EG moet verder worden aangepast aan de technische vooruitgang wat platen op houtbasis betreft.

(3)

Beschikking 2003/43/EG moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(4)

De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de bouw,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

De bijlage bij Beschikking 2003/43/EG wordt gewijzigd zoals aangegeven in de bijlage bij deze beschikking.

Artikel 2

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 15 mei 2007.

Voor de Commissie

Günter VERHEUGEN

Vicevoorzitter


(1)  PB L 40 van 11.2.1989, blz. 12. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 2006/190/EG van de Commissie (PB L 66 van 8.3.2006, blz. 47).

(2)  PB L 13 van 18.1.2003, blz. 35. Beschikking laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 2006/673/EG (PB L 276 van 7.10.2006, blz. 77).


BIJLAGE

In de bijlage bij Beschikking 2003/43/EG wordt tabel 1 vervangen door:

„Tabel 1

Klassen van materiaalgedrag bij brand voor platen op houtbasis

Product

EN-product-norm

Toestand bij uiteindelijke toepassing (6)

Minimumdichtheid

(kg/m3)

Minimumdikte

(mm)

Klasse (7)

(met uitzondering van vloeren)

Klasse (8)

(vloeren)

Cementgebonden spaanplaat (1)

EN 634-2

zonder luchtspleet achter de plaat

1 000

10

B-s1, d0

Bfl-s1

Harde houtvezelplaat (1)

EN 622-2

zonder luchtspleet achter de plaat op houtbasis

900

6

D-s2, d0

Dfl-s1

Harde houtvezelplaat (3)

EN 622-2

met gesloten luchtspleet van maximaal 22 mm achter de plaat op houtbasis

900

6

D-s2, d2

Spaanplaat (1), (2), (5)

EN 312

zonder luchtspleet achter de plaat op houtbasis

600

9

D-s2, d0

Dfl-s1

Harde en middelharde houtvezelplaat (1), (2), (5)

EN 622-2

EN 622-3

MDF (1), (2), (5)

EN 622-5

OSB (1), (2), (5)

EN 300

Multiplex (1), (2), (5)

EN 636

-“-

400

9

D-s2, d0

Dfl-s1

Massief houten plaat (1), (2), (5)

EN 13353

12

Vlasvezelplaat (1), (2), (5)

EN 15197

-“-

450

15

D-s2, d0

Dfl-s1

Spaanplaat (3), (5)

EN 312

met gesloten of open luchtspleet van maximaal 22 mm achter de plaat op houtbasis

600

9

D-s2, d2

Harde en middelharde houtvezelplaat (3), (5)

EN 622-2

EN 622-3

MDF (3), (5)

EN 622-5

OSB (3), (5)

EN 300

Multiplex (3), (5)

EN 636

-“-

400

9

D-s2, d2

Massief houten plaat (3), (5)

EN 13353

12

Spaanplaat (4), (5)

EN 312

met gesloten luchtspleet achter de plaat op houtbasis

600

15

D-s2, d0

Dfl-s1

Middelharde houtvezelplaat (4), (5)

EN 622-3

MDF (4), (5)

EN 622-5

OSB (4), (5)

EN 300

Multiplex (4), (5)

EN 636

-“-

400

15

D-s2, d1

Dfl-s1

Massief houten plaat (4), (5)

EN 13353

D-s2, d0

Vlasvezelplaat (4), (5)

EN 15197

-“-

450

15

D-s2, d0

Dfl-s1

Spaanplaat (4), (5)

EN 312

met open luchtspleet achter de plaat op houtbasis

600

18

D-s2, d0

Dfl-s1

Middelharde houtvezelplaat (4), (5)

EN 622-3

MDF (4), (5)

EN 622-5

OSB (4), (5)

EN 300

Multiplex (4), (5)

EN 636

-“-

400

18

D-s2, d0

Dfl-s1

Massief houten plaat (4), (5)

EN 13353

Vlasvezelplaat (4), (5)

EN 15197

-“-

450

18

D-s2, d0

Dfl-s1

Spaanplaat (5)

EN 312

elke

600

3

E

Efl

OSB (5)

EN 300

MDF (5)

EN 622-5

-“-

400

3

E

Efl

250

9

E

Efl

Multiplex (5)

EN 636

-“-

400

3

E

Efl

Harde houtvezelplaat (5)

EN 622-2

-“-

900

3

E

Efl

Middelharde houtvezelplaat (5)

EN 622-3

-“-

400

9

E

Efl

Zachte houtvezelplaat

EN 622-4

-“-

250

9

E

Efl


(1)  Gemonteerd zonder luchtspleet direct op producten van klasse A1 of A2-s1, d0 met een minimumdichtheid van 10 kg/m3 of producten van ten minste klasse D-s2, d2 met een minimumdichtheid van 400 kg/m3.

(2)  Een ondergrond van cellulose-isolatiemateriaal van ten minste klasse E mag worden aangebracht indien hij direct op de plaat op houtbasis wordt gemonteerd, maar niet voor vloeren.

(3)  Gemonteerd met luchtspleet erachter. Voor de achterzijde van de holte moeten producten worden gebruikt van ten minste klasse A2-s1, d0 met een minimumdichtheid van 10 kg/m3.

(4)  Gemonteerd met luchtspleet erachter. Voor de achterzijde van de holte moeten producten worden gebruikt van ten minste klasse D-s2, d2 met een minimumdichtheid van 400 kg/m3.

(5)  Met inbegrip van gefineerde, met fenol en met melamine afgewerkte platen voor de klasse met uitzondering van vloeren.

(6)  Een dampwerende laag met een dikte van maximaal 0,4 mm en een gewicht van 200 g/m2 kan tussen de plaat op houtbasis en een ondergrond worden gemonteerd indien er tussenin geen luchtspleten zijn.

(7)  De klasse is vastgesteld in tabel 1 van de bijlage bij Beschikking 2000/147/EG.

(8)  De klasse is vastgesteld in tabel 2 van de bijlage bij Beschikking 2000/147/EG.”


23.5.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 131/24


BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 15 mei 2007

tot wijziging van Beschikking 2006/609/EG tot vaststelling van een indicatieve verdeling over de lidstaten van de vastleggingskredieten voor de doelstelling „Europese territoriale samenwerking” voor de periode 2007 tot en met 2013, wat Bulgarije en Roemenië betreft

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2007) 2047)

(2007/349/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (1), en met name op artikel 18, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Beschikking 2006/609/EG (2) heeft de Commissie een indicatieve verdeling over de lidstaten van de vastleggingskredieten voor de doelstelling „Europese territoriale samenwerking” voor de periode 2007 tot en met 2013 vastgesteld.

(2)

Ingevolge de toetreding van Bulgarije en Roemenië moeten de indicatieve bedragen van de vastleggingskredieten voor de regio’s die in aanmerking komen voor steunverlening uit de structuurfondsen uit hoofde van de doelstelling „Europese territoriale samenwerking” voor die lidstaten worden vastgesteld.

(3)

Beschikking 2006/609/EG moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(4)

Voor de duidelijkheid en de rechtszekerheid moet deze beschikking van toepassing zijn vanaf de datum van toetreding van Bulgarije en Roemenië,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

De bijlage bij Beschikking 2006/609/EG wordt vervangen door de bijlage bij deze beschikking.

Artikel 2

Deze beschikking is van toepassing met ingang van 1 januari 2007.

Artikel 3

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 15 mei 2007.

Voor de Commissie

Danuta HÜBNER

Lid van de Commissie


(1)  PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1989/2006 (PB L 411 van 30.12.2006, blz. 6).

(2)  PB L 247 van 9.9.2006, blz. 26.


BIJLAGE

„BIJLAGE

Indicatieve verdeling over de lidstaten van de vastleggingskredieten voor de lidstaten en regio’s die in aanmerking komen voor steun uit de structuurfondsen uit hoofde van de doelstelling „Europese territoriale samenwerking” voor de periode van 1 januari 2007 tot en met 31 december 2013

Lidstaat

Tabel 1 —

Bedrag aan kredieten (EUR, prijzen van 2004)

Regio’s die in aanmerking komen voor de doelstelling „Europese territoriale samenwerking”

Extra steun als bedoeld in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad, in punt:

Grensoverschrijdend

Transnationaal

21

22

Intern

Overdracht ENPI

Overdracht IPA

Totaal

België/Belgique

138 683 798

 

 

138 683 798

33 648 858

 

 

Balgarija

86 111 503

3 102 000

33 810 000

123 023 503

25 632 416

10 284 465

 

Česká republika

244 455 613

 

 

244 455 613

33 227 937

67 403 698

 

Danmark

74 215 963

 

 

74 215 963

17 511 738

 

 

Deutschland

439 092 177

 

 

439 092 177

268 676 193

46 552 473

 

Eesti

33 718 404

8 311 000

 

42 029 404

4 433 962

 

 

Éire/Ireland

62 519 179

 

 

62 519 179

12 789 400

 

58 300 347

Ellada

88 684 278

7 027 000

38 296 000

134 007 278

35 790 788

15 983 389

 

España

265 276 016

98 434 000

 

363 710 016

132 074 861

 

 

France

562 425 071

10 833 000

 

573 258 071

199 472 091

 

 

Italia

397 945 802

54 402 000

103 486 000

555 833 802

186 182 745

8 414 488

 

Kypros

19 762 948

317 000

2 000 000

22 079 948

2 329 361

 

 

Latvija

50 791 319

21 417 000

 

72 208 319

7 617 737

 

 

Lietuva

60 432 203

25 380 000

 

85 812 203

11 299 892

 

 

Luxembourg

11 665 819

 

 

11 665 819

1 453 448

 

 

Magyarország

197 927 680

20 630 000

60 570 000

279 127 680

33 090 573

30 382 588

 

Malta

11 525 022

700 000

 

12 225 022

1 289 699

 

 

Nederland

166 380 429

 

 

166 380 429

52 597 106

 

 

Österreich

151 118 200

 

 

151 118 200

26 332 104

50 195 673

 

Polska

332 415 492

153 113 000

 

485 528 492

124 530 090

38 216 394

 

Portugal

53 368 153

586 000

 

53 954 153

33 773 941

 

 

România

211 575 782

67 742 000

29 613 000

308 930 782

70 994 855

23 207 715

 

Slovenija

43 336 138

 

23 862 000

67 198 138

6 498 594

18 786 168

 

Slovensko

159 645 924

7 335 000

 

166 980 924

17 560 404

17 065 458

 

Suomi-Finland

54 696 740

35 000 000

 

89 696 740

16 941 695

 

 

Sverige

198 144 807

8 000 000

 

206 144 807

29 072 222

 

 

United Kingdom

306 039 072

 

 

306 039 072

192 941 833

 

141 199 653

Totaal

4 421 953 532

522 329 000

291 637 000

5 235 919 532

1 577 764 543

326 492 509

199 500 000


Lidstaat

Tabel 2 —

Verdeling van de kredieten per jaar (EUR, prijzen van 2004)

2007

2008

2009

2010

2011

2012

2013

België/Belgique

24 096 228

24 181 322

24 351 512

24 606 795

24 862 078

25 032 266

25 202 455

Balgarija

22 307 579

22 372 401

22 502 044

22 696 509

22 890 974

23 020 617

23 150 260

Česká republika

48 781 994

48 866 024

49 034 084

49 286 174

49 538 264

49 706 324

49 874 384

Danmark

12 831 919

12 876 204

12 964 775

13 097 631

13 230 487

13 319 057

13 407 628

Deutschland

103 586 333

104 265 787

105 624 694

107 663 056

109 701 417

111 060 324

112 419 232

Eesti

6 568 744

6 579 957

6 602 383

6 636 021

6 669 661

6 692 087

6 714 513

Éire/Ireland

18 888 311

18 920 654

18 985 340

19 082 369

19 179 398

19 244 084

19 308 770

Ellada

25 984 211

26 074 722

26 255 744

26 527 278

26 798 811

26 979 833

27 160 856

España

68 774 676

69 108 679

69 776 686

70 778 697

71 780 706

72 448 713

73 116 720

France

107 291 297

107 795 740

108 804 628

110 317 960

111 831 291

112 840 179

113 849 067

Italia

104 312 152

104 782 989

105 724 662

107 137 171

108 549 681

109 491 354

110 433 026

Kypros

3 450 858

3 456 749

3 468 531

3 486 203

3 503 875

3 515 656

3 527 437

Latvija

11 285 384

11 304 648

11 343 177

11 400 970

11 458 763

11 497 293

11 535 821

Lietuva

13 697 617

13 726 193

13 783 345

13 869 074

13 954 803

14 011 955

14 069 108

Luxembourg

1 851 602

1 855 278

1 862 629

1 873 656

1 884 682

1 892 034

1 899 386

Magyarország

48 428 927

48 512 610

48 679 975

48 931 023

49 182 070

49 349 435

49 516 801

Malta

1 910 639

1 913 901

1 920 424

1 930 208

1 939 993

1 946 517

1 953 039

Nederland

30 465 429

30 598 440

30 864 465

31 263 503

31 662 541

31 928 566

32 194 591

Österreich

32 111 794

32 178 385

32 311 568

32 511 341

32 711 114

32 844 296

32 977 479

Polska

90 676 181

90 991 104

91 620 952

92 565 722

93 510 492

94 140 339

94 770 186

Portugal

12 007 919

12 093 330

12 264 151

12 520 384

12 776 615

12 947 437

13 118 258

România

56 487 600

56 667 138

57 026 215

57 564 830

58 103 446

58 462 523

58 821 600

Slovenija

13 110 890

13 127 323

13 160 192

13 209 495

13 258 798

13 291 667

13 324 535

Slovensko

28 528 175

28 572 584

28 661 400

28 794 625

28 927 850

29 016 668

29 105 484

Suomi-Finland

14 970 879

15 013 723

15 099 410

15 227 942

15 356 473

15 442 160

15 527 848

Sverige

33 150 806

33 224 327

33 371 368

33 591 930

33 812 492

33 959 532

34 106 574

United Kingdom

88 457 084

88 945 013

89 920 872

91 384 662

92 848 450

93 824 309

94 800 168

Totaal

1 024 015 228

1 028 005 225

1 035 985 226

1 047 955 229

1 059 925 225

1 067 905 225

1 075 885 226”


Rectificaties

23.5.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 131/27


Rectificatie van Beschikking 2005/360/EG van de Commissie van 26 april 2005 tot vaststelling van de milieucriteria en de daarmee verband houdende eisen inzake beoordeling en toezicht voor de toekenning van de communautaire milieukeur aan smeermiddelen

( Publicatieblad van de Europese Unie L 118 van 5 mei 2005 )

Bladzijde 33, punt 6 „Technische prestaties”, van de bijlage:

in plaats van:

„Hydraulische vloeistoffen moeten minstens aan de technische prestatiecriteria van ISO 15380, tabellen 2 tot 5, voldoen.

Vetten moeten geschikt zijn voor het beoogde doel.

Kettingzaagoliën moeten minstens aan de technische prestatiecriteria van de RAL-UZ 48 van de Blue Angel voldoen.

Betonlosmiddelen en andere „total loss”-smeermiddelen moeten geschikt zijn voor het beoogde doel.

Tweetaktoliën moeten minstens voldoen aan de technische prestatiecriteria die zijn vastgesteld in „NMMA Certification for Two-Stroke Cycle Gasoline Engine Lubricants” van NMMA TC-W3.

Beoordeling en toezicht met betrekking tot criterium 6

De aanvrager dient de bevoegde instantie een verklaring te verstrekken waarin hij bevestigt dat hij aan dit criterium voldoet en relevante documentatie te verstrekken.”

te lezen:

„Hydraulische vloeistoffen moeten minstens aan de technische prestatiecriteria van ISO 15380, tabellen 2 tot 5, voldoen.

Vetten moeten geschikt zijn voor het beoogde doel.

Kettingzaagoliën moeten minstens aan de technische prestatiecriteria van de RAL-UZ 48 van de Blue Angel voldoen.

Betonlosmiddelen en andere „total loss”-smeermiddelen moeten geschikt zijn voor het beoogde doel.

Tweetaktoliën voor scheepstoepassingen moeten minstens voldoen aan de technische prestatiecriteria die zijn vastgesteld in „NMMA Certification for Two-Stroke Cycle Gasoline Engine Lubricants” van NMMA TC-W3.

Tweetaktoliën voor toepassingen op het land moeten minstens voldoen aan het EGD-niveau van de technische prestatiecriteria die zijn vastgesteld in ISO 13738:2000.

Beoordeling en toezicht met betrekking tot criterium 6

De aanvrager dient de bevoegde instantie een verklaring te verstrekken waarin hij bevestigt dat hij aan dit criterium voldoet en relevante documentatie te verstrekken.”.