ISSN 1725-2598 |
||
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 101 |
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Wetgeving |
50e jaargang |
Inhoud |
|
I Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie verplicht is |
Bladzijde |
|
|
VERORDENINGEN |
|
|
|
||
|
* |
||
|
* |
||
|
|
||
|
|
RICHTLIJNEN |
|
|
* |
Richtlijn 2007/22/EG van de Commissie van 17 april 2007 tot wijziging van Richtlijn 76/768/EEG van de Raad inzake cosmetische producten met het oog op de aanpassing van de bijlagen IV en VI aan de technische vooruitgang ( 1 ) |
|
|
III Besluiten op grond van het EU-Verdrag |
|
|
|
BESLUITEN OP GROND VAN TITEL V VAN HET EU-VERDRAG |
|
|
* |
|
|
|
(1) Voor de EER relevante tekst |
NL |
Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben. Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten. |
I Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie verplicht is
VERORDENINGEN
18.4.2007 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 101/1 |
VERORDENING (EG) Nr. 410/2007 VAN DE COMMISSIE
van 17 april 2007
tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 3223/94 van de Commissie van 21 december 1994 houdende uitvoeringsbepalingen van de invoerregeling voor groenten en fruit (1), en met name op artikel 4, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
In Verordening (EG) nr. 3223/94 zijn op grond van de multilaterale handelsbesprekingen in het kader van de Uruguayronde de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de periodes die in de bijlage bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt. |
(2) |
Op grond van de bovenvermelde criteria moeten de forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld op de in de bijlage bij deze verordening vermelde niveaus, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 3223/94 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld zoals aangegeven in de tabel in de bijlage bij deze verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 18 april 2007.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 17 april 2007.
Voor de Commissie
Jean-Luc DEMARTY
Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling
(1) PB L 337 van 24.12.1994, blz. 66. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 386/2005 (PB L 62 van 9.3.2005, blz. 3).
BIJLAGE
bij de verordening van de Commissie van 17 april 2007 tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit
(EUR/100 kg) |
||
GN-code |
Code derde landen (1) |
Forfaitaire invoerwaarde |
0702 00 00 |
MA |
59,2 |
TN |
139,0 |
|
TR |
143,2 |
|
ZZ |
113,8 |
|
0707 00 05 |
JO |
171,8 |
MA |
54,4 |
|
TR |
142,8 |
|
ZZ |
123,0 |
|
0709 90 70 |
MA |
50,8 |
TR |
121,7 |
|
ZZ |
86,3 |
|
0709 90 80 |
EG |
242,2 |
IL |
84,1 |
|
ZZ |
163,2 |
|
0805 10 20 |
EG |
45,0 |
IL |
67,1 |
|
MA |
49,4 |
|
TN |
51,8 |
|
ZZ |
53,3 |
|
0805 50 10 |
IL |
60,1 |
TR |
38,7 |
|
ZZ |
49,4 |
|
0808 10 80 |
AR |
87,3 |
BR |
81,0 |
|
CA |
124,4 |
|
CL |
87,8 |
|
CN |
79,4 |
|
NZ |
126,8 |
|
US |
129,0 |
|
UY |
79,6 |
|
ZA |
88,7 |
|
ZZ |
98,2 |
|
0808 20 50 |
AR |
78,2 |
CL |
94,2 |
|
ZA |
89,6 |
|
ZZ |
87,3 |
(1) Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1833/2006 van de Commissie (PB L 354 van 14.12.2006, blz. 19). De code „ZZ” staat voor „andere oorsprong”.
18.4.2007 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 101/3 |
VERORDENING (EG) Nr. 411/2007 VAN DE COMMISSIE
van 17 april 2007
tot wijziging van Verordening (EG) nr. 795/2004 houdende bepalingen voor de uitvoering van de bedrijfstoeslagregeling waarin is voorzien bij Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad van 29 september 2003 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers en houdende wijziging van de Verordeningen (EEG) nr. 2019/93, (EG) nr. 1452/2001, (EG) nr. 1453/2001, (EG) nr. 1454/2001, (EG) nr. 1868/94, (EG) nr. 1251/1999, (EG) nr. 1254/1999, (EG) nr. 1673/2000, (EEG) nr. 2358/71 en (EG) nr. 2529/2001 (1), en met name op artikel 145, onder c), d) en d quater),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Verordening (EG) nr. 795/2004 van de Commissie (2) zijn met ingang van 2005 de uitvoeringsbepalingen voor de bedrijfstoeslagregeling vastgesteld. |
(2) |
Bij Verordening (EG) nr. 1782/2003 zoals gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2013/2006 zijn de voorschriften voor de ontkoppeling van de steun voor bananen en de integratie daarvan in de bedrijfstoeslagregeling vastgesteld. Daarom dienen de desbetreffende uitvoeringsbepalingen te worden aangenomen. Die uitvoeringsbepalingen moeten op dezelfde leest zijn geschoeid als die welke reeds bij Verordening (EG) nr. 795/2004 zijn vastgesteld voor olijfolie, tabak, katoen, hop en suikerbieten, suikerriet en cichorei. |
(3) |
Overeenkomstig artikel 70, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 1782/2003 hebben Spanje, Frankrijk en Portugal besloten om de aan de landbouwers in de ultraperifere gebieden verleende rechtstreekse betalingen uit te sluiten van de bedrijfstoeslagregeling. Bijgevolg gelden de bepalingen inzake de integratie van de steun voor bananen in de bedrijfstoeslagregeling niet voor die gebieden. |
(4) |
Artikel 21 van Verordening (EG) nr. 795/2004 bevat de uitvoeringsbepalingen die gelden voor landbouwers die hebben geïnvesteerd in productiecapaciteit of grond hebben gehuurd op lange termijn. Die bepalingen moeten worden aangepast om rekening te houden met de bijzondere situatie waarin landbouwers in de sector bananen zich bevinden die vóór de inwerkingtreding van Verordening (EG) nr. 2013/2006 een dergelijke investering hebben gedaan of een contract voor een dergelijke huur op lange termijn hebben gesloten. |
(5) |
Tot de integratie van de referentiebedragen voor bananen in de bedrijfstoeslagregeling is besloten bij Verordening (EG) nr. 2013/2006. Daardoor hebben de lidstaten slechts zeer weinig tijd om het nodige voor de uitvoering van die integratie te doen. Maatregelen dienen te worden genomen om te zorgen voor een soepele overgang van de vroegere regeling inzake compenserende steun voor bananen naar de bedrijfstoeslagregeling waarin die steun is geïntegreerd. Met name dient te worden gegarandeerd dat de landbouwers binnen redelijke termijnen kunnen gebruikmaken van hun rechten. Mocht die mogelijkheid in gevaar komen, dan dienen de lidstaten de aanvraagtermijnen waarin Verordening (EG) nr. 1782/2003 voorziet, te verlengen. |
(6) |
Overeenkomstig artikel 42, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1782/2003 moet voor de vorming van de nationale reserve een lineaire procentuele verlaging worden toegepast op alle referentiebedragen. Bepalingen moeten worden vastgesteld om te verduidelijken hoe de lidstaten die de bedrijfstoeslagregeling reeds in 2005 en 2006 hebben toegepast, te werk moeten gaan voor de integratie van de referentiebedragen voor bananen in de vorming van de nationale reserve. |
(7) |
De specifieke bepalingen in de artikelen 48 quater en 48 quinquies van Verordening (EG) nr. 795/2004 moeten worden aangepast met het oog op de opneming van de sector bananen in de bedrijfstoeslagregeling. |
(8) |
Verordening (EG) nr. 795/2004 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(9) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor rechtstreekse betalingen, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Verordening (EG) nr. 795/2004 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
Artikel 21 wordt als volgt gewijzigd:
|
2) |
De titel van hoofdstuk 6 ter wordt vervangen door: „HOOFDSTUK 6 ter INTEGRATIE VAN DE BETALINGEN VOOR TABAK, OLIJFOLIE, KATOEN EN HOP EN DE STEUN VOOR SUIKERBIETEN, SUIKERRIET EN CICHOREI EN BANANEN IN DE BEDRIJFSTOESLAGREGELING”. |
3) |
Artikel 48 quater wordt als volgt gewijzigd:
|
4) |
Artikel 48 quinquies wordt als volgt gewijzigd:
|
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2007.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 17 april 2007.
Voor de Commissie
Mariann FISCHER BOEL
Lid van de Commissie
(1) PB L 270 van 21.10.2003, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2013/2006 (PB L 384 van 29.12.2006, blz. 13).
(2) PB L 141 van 30.4.2004, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 373/2007 (PB L 92 van 3.4.2007, blz. 13).
18.4.2007 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 101/6 |
VERORDENING (EG) Nr. 412/2007 VAN DE COMMISSIE
van 16 april 2007
tot wijziging van Verordening (EG) nr. 314/2004 van de Raad betreffende bepaalde beperkende maatregelen tegen Zimbabwe
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 314/2004 van de Raad van 19 februari 2004 inzake bepaalde beperkende maatregelen tegen Zimbabwe (1), en met name op artikel 11, onder b),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
In bijlage III bij Verordening (EG) nr. 314/2004 worden de personen genoemd van wie de tegoeden en economische middelen krachtens die verordening worden bevroren. |
(2) |
Bij Besluit 2007/235/GBVB van de Raad (2) wordt de bijlage bij Gemeenschappelijk Standpunt 2004/161/GBVB (3) gewijzigd. Bijlage III bij Verordening (EG) nr. 314/2004 dient daarom dienovereenkomstig te worden gewijzigd. |
(3) |
Teneinde de effectiviteit van de maatregelen waarin deze verordening voorziet te waarborgen, dient de verordening onmiddellijk in werking te treden, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Bijlage III bij Verordening (EG) nr. 314/2004 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 16 april 2007.
Voor de Commissie
Eneko LANDÁBURU
Directeur-generaal Buitenlandse betrekkingen
(1) PB L 55 van 24.2.2004, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 236/2007 van de Commissie (PB L 66 van 6.3.2007, blz. 14).
(2) Zie bladzijde 14 van dit Publicatieblad.
(3) PB L 50 van 20.2.2004, blz. 66. Gemeenschappelijk standpunt laatstelijk gewijzigd bij Gemeenschappelijk Standpunt 2007/120/GBVB (PB L 51 van 20.2.2007, blz. 25).
BIJLAGE
Bijlage III bij Verordening (EG) nr. 314/2004 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
De volgende natuurlijke personen worden toegevoegd:
|
2) |
De volgende punten worden gewijzigd:
|
18.4.2007 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 101/9 |
VERORDENING (EG) Nr. 413/2007 VAN DE COMMISSIE
van 17 april 2007
tot wijziging van de bij Verordening (EG) nr. 1002/2006 voor het verkoopseizoen 2006/2007 vastgestelde representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor bepaalde producten van de sector suiker
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad van 20 februari 2006 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (1),
Gelet op Verordening (EG) nr. 951/2006 van de Commissie van 30 juni 2006 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad, wat betreft de handel met derde landen in de sector suiker (2), en met name op artikel 36,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De representatieve prijzen en de aanvullende invoerrechten voor witte suiker, ruwe suiker en bepaalde stropen voor het verkoopseizoen 2006/2007 zijn vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1002/2006 van de Commissie (3). Deze prijzen en rechten zijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 366/2007 van de Commissie (4). |
(2) |
De bovenbedoelde prijzen en invoerrechten moeten op grond van de gegevens waarover de Commissie nu beschikt, overeenkomstig het bepaalde in Verordening (EG) nr. 951/2006 worden gewijzigd, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De bij Verordening (EG) nr. 1002/2006 voor het verkoopseizoen 2006/2007 vastgestelde representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor de in artikel 36 van Verordening (EG) nr. 951/2006 bedoelde producten worden gewijzigd zoals aangegeven in de bijlage bij de onderhavige verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 18 april 2007.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 17 april 2007.
Voor de Commissie
Jean-Luc DEMARTY
Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling
(1) PB L 58 van 28.2.2006, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2011/2006 (PB L 384 van 29.12.2006, blz. 1).
(2) PB L 178 van 1.7.2006, blz. 24. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2031/2006 (PB L 414 van 30.12.2006, blz. 43).
(3) PB L 179 van 1.7.2006, blz. 36.
(4) PB L 91 van 31.3.2007, blz. 17.
BIJLAGE
Met ingang van 18 april 2007 geldende gewijzigde representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor witte suiker, ruwe suiker en de producten van GN-code 1702 90 99
(EUR) |
||
GN-code |
Representatieve prijs per 100 kg nettogewicht van het betrokken product |
Aanvullend invoerrecht per 100 kg nettogewicht van het betrokken product |
1701 11 10 (1) |
20,09 |
6,26 |
1701 11 90 (1) |
20,09 |
11,88 |
1701 12 10 (1) |
20,09 |
6,07 |
1701 12 90 (1) |
20,09 |
11,37 |
1701 91 00 (2) |
23,84 |
13,72 |
1701 99 10 (2) |
23,84 |
8,79 |
1701 99 90 (2) |
23,84 |
8,79 |
1702 90 99 (3) |
0,24 |
0,40 |
(1) Vastgesteld voor de standaardkwaliteit als gedefinieerd in bijlage I, punt III, bij Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad (PB L 58 van 28.2.2006, blz. 1).
(2) Vastgesteld voor de standaardkwaliteit als gedefinieerd in bijlage I, punt II, bij Verordening (EG) nr. 318/2006.
(3) Vastgesteld per procentpunt sacharosegehalte.
RICHTLIJNEN
18.4.2007 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 101/11 |
RICHTLIJN 2007/22/EG VAN DE COMMISSIE
van 17 april 2007
tot wijziging van Richtlijn 76/768/EEG van de Raad inzake cosmetische producten met het oog op de aanpassing van de bijlagen IV en VI aan de technische vooruitgang
(Voor de EER relevante tekst)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Richtlijn 76/768/EEG van de Raad van 27 juli 1976 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake cosmetische producten (1), en met name op artikel 8, lid 2,
Na raadpleging van het Wetenschappelijk Comité voor consumentenproducten,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Het Wetenschappelijk Comité voor cosmetische producten en voor consumenten bestemde niet-voedingsproducten, dat bij Besluit 2004/210/EG van de Commissie (2) is vervangen door het Wetenschappelijk Comité voor consumentenproducten (WCC), heeft advies uitgebracht over het veilige gebruik van joodpropynylbutylcarbamaat (IPBC) als conserveermiddel in cosmetische producten; het kwam tot de conclusie dat de biologisch beschikbare opname van jood via cosmetische producten niet meer mag bedragen dan 20 % van de aanbevolen opname per dag van 150 μg en dat joodpropynylbutylcarbamaat niet mag worden gebruikt in producten voor de mondhygiëne en producten voor de lippen. |
(2) |
Omdat de lijst van voor cosmetische producten toegelaten conserveermiddelen niet te beperkt mag zijn, maar de blootstelling aan jood uit joodpropynylbutylcarbamaat niet te hoog, moet het huidige rangnummer 56 van bijlage VI dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(3) |
Natriumjodaat en kleurstof CI 45425 bevatten jood en zijn thans opgenomen in respectievelijk bijlage VI als toegelaten conserveermiddel en bijlage IV als toegelaten kleurstof. Gezien het ontbreken van belangstelling bij de belanghebbenden voor de verdediging van het gebruik van deze stoffen en de mening van het WCC over de noodzaak de blootstelling aan jood uit cosmetische producten te beperken, moeten de toelatingen worden ingetrokken. |
(4) |
Richtlijn 76/768/EEG moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(5) |
De in deze richtlijn vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor cosmetische producten, |
HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:
Artikel 1
De bijlagen IV en VI bij Richtlijn 76/768/EEG worden gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze richtlijn.
Artikel 2
De lidstaten nemen de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat in de Gemeenschap gevestigde fabrikanten of importeurs vanaf 18 oktober 2008 geen cosmetische producten die niet aan deze richtlijn voldoen, meer in de handel brengen.
De lidstaten nemen de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat deze producten na 18 april 2009 niet meer aan de eindverbruiker worden verkocht of geleverd.
Artikel 3
1. De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 18 januari 2008 aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mee, alsmede een tabel ter weergave van het verband tussen die bepalingen en deze richtlijn.
Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.
2. De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.
Artikel 4
Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Artikel 5
Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 17 april 2007.
Voor de Commissie
Günter VERHEUGEN
Vicevoorzitter
(1) PB L 262 van 27.9.1976, blz. 169. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2007/17/EG van de Commissie (PB L 82 van 23.3.2007, blz. 27).
(2) PB L 66 van 4.3.2004, blz. 45.
BIJLAGE
Richtlijn 76/768/EEG wordt als volgt gewijzigd:
1) |
In bijlage IV, eerste deel, wordt kleurstof CI 45425 geschrapt. |
2) |
Bijlage VI, eerste deel, wordt als volgt gewijzigd:
|
(1) Uitsluitend voor producten die kunnen worden gebruikt voor kinderen beneden de 3 jaar, maar met uitzondering van producten voor bad of douche en shampoo.
(2) Uitsluitend voor producten die kunnen worden gebruikt voor kinderen beneden de 3 jaar.
(3) Betreft alle producten die zijn bedoeld om op een groot gedeelte van het lichaam te worden toegepast.”
III Besluiten op grond van het EU-Verdrag
BESLUITEN OP GROND VAN TITEL V VAN HET EU-VERDRAG
18.4.2007 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 101/14 |
BESLUIT 2007/235/GBVB VAN DE RAAD
van 16 april 2007
tot uitvoering van Gemeenschappelijk Standpunt 2004/161/GBVB houdende verlenging van beperkende maatregelen tegen Zimbabwe
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op Gemeenschappelijk Standpunt 2004/161/GBVB (1), en met name op artikel 6 ervan, juncto artikel 23, lid 2, van het Verdrag betreffende de Europese Unie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Gemeenschappelijk Standpunt 2002/145/GBVB (2) en Verordening (EG) nr. 310/2002 (3) heeft de Raad beperkende maatregelen tegen Zimbabwe vastgesteld. Deze maatregelen voorzien met name in het verbod op de leverantie van wapens en aanverwante technische bijstand aan het land en in de bevriezing van tegoeden en bezittingen van bepaalde personen. |
(2) |
Bij Gemeenschappelijk Standpunt 2004/161/GBVB heeft de Raad een aantal van die beperkende maatregelen verlengd, met name die welke bij Gemeenschappelijk Standpunt 2002/145/GBVB waren getroffen. |
(3) |
Bij de herschikking van de regering van Zimbabwe op 6 en 7 februari 2007, zijn vijf nieuwe personen tot de regering toegetreden. De beperkende maatregelen van Gemeenschappelijk Standpunt 2004/161/GBVB dienen derhalve op hen van toepassing te zijn. |
(4) |
De in de bijlage bij Gemeenschappelijk Standpunt 2004/161/GBVB opgenomen lijst van personen die onderworpen zijn aan de voornoemde beperkende maatregelen dient daarom te worden geactualiseerd, |
BESLUIT:
Artikel 1
De bijlage bij Gemeenschappelijk Standpunt 2004/161/GBVB wordt vervangen door de bijlage bij onderhavig besluit.
Artikel 2
Dit besluit wordt van kracht op de datum waarop het wordt vastgesteld.
Artikel 3
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Luxemburg, 16 april 2007.
Voor de Raad
De voorzitter
Horst SEEHOFER
(1) PB L 50 van 20.2.2004, blz. 66. Gemeenschappelijk Standpunt laatstelijk gewijzigd bij Gemeenschappelijk Standpunt 2007/120/GBVB (PB L 51 van 20.2.2007, blz. 25).
(2) PB L 50 van 21.2.2002, blz. 1. Gemeenschappelijk Standpunt laatstelijk gewijzigd bij Gemeenschappelijk Standpunt 2003/115/GBVB (PB L 46 van 20.2.2003, blz. 30).
(3) PB L 50 van 21.2.2002, blz. 4. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 743/2003 van de Commissie (PB L 106 van 29.4.2003, blz. 18).
BIJLAGE
Lijst van personen bedoeld in de artikelen 4 en 5 van Gemeenschappelijk Standpunt 2004/161/GBVB
|
President, geboren op 21.2.1924 |
||
|
Directeur-generaal Centrale Inlichtingendienst, geboren op 6.11.1960 |
||
|
Minister voor Speciale Zaken, verantwoordelijk voor Land- en Relocatieprogramma's (voormalig staatsminister bij het kabinet van de vicepresident en voormalig staatsminister van het Landhervormingsprogramma bij het kabinet van de president), geboren op 25.2.1968 |
||
|
Ondercommissaris van politie, politiewoordvoerder |
||
|
Onderminister van Landbouw (voormalig onderminister van Financiën), geboren op 7.4.1957 |
||
|
Permanent secretaris, dienst Voorlichting en Publiciteit, geboren op 4.4.1963 |
||
|
Voormalig onderminister van Plaatselijk Bestuur, Openbare Werken en Nationale Huisvesting, geboren op 10.6.1962 |
||
|
Gouverneur van de provincie Manicaland |
||
|
Minister van Onderwijs, Sport en Cultuur, geboren op 25.11.1939 |
||
|
Onderminister van Industrie en Internationale Handel |
||
|
Commissaris van politie, geboren op 10.3.1953 |
||
|
Commissielid van het ZANU(PF)-Politbureau |
||
|
Staatsminister van Openbare en Interactieve Zaken (voormalig minister van Post en Telecommunicatie), geboren op 28.8.1943 |
||
|
Minister van Justitie en Juridische en Parlementaire Zaken, geboren op 25.1.1947 |
||
|
Voormalig minister van Mijnbouw en Mijnontwikkeling, geboren op 14.3.1955 |
||
|
Voormalig onderminister van Binnenlandse Zaken, geboren op 10.10.1946 |
||
|
Commissielid van het ZANU(PF)-Politbureau, geboren op 27.3.1928 |
||
|
Bevelhebber van de Zimbabwaanse Defensiemacht, Generaal (voormalig bevelhebber Landmacht, Luitenant-generaal), geboren op 25.8.1956 |
||
|
Voorzitter, Zimbabwaanse kiescommissie (rechter bij het Hooggerechtshof en voorzitter van de controversiële commissie voor de indeling van kieskringen), geboren op 4.6.1953 |
||
|
Gouverneur van de provincie Masvingo (voormalige hoge secretaris voor Speciale Zaken bij het kabinet van de president), geboren op 19.3.1949 |
||
|
Minister van Plaatselijk Bestuur, Openbare Werken en Stadsontwikkeling, geboren op 1.8.1952 |
||
|
Hoger Commissielid van het ZANU(PF)-Politbureau, geboren in 1939 |
||
|
Onderminister van Vrouwenzaken, Genderkwesties en Maatschappelijk Opbouwwerk |
||
|
Onderminister voor Hoger en Tertiair onderwijs, geboren op 3.11.1957 |
||
|
Onderminister van Economische Ontwikkeling, geboren op 22.6.1935 |
||
|
Minister van Overheidsdienst, Arbeid en Welzijn (voormalig staatsminister van Nationale Veiligheid bij het Kabinet van de President), geboren op 1.8.1946 |
||
|
Voorzitter van de Commissie voor verkiezingstoezicht |
||
|
Voormalig voorzitter van de Commissie voor verkiezingstoezicht |
||
|
Minister van Landbouw (voormalig minister van Economische Ontwikkeling), geboren op 8.3.1940 |
||
|
Secretaris van het ZANU(PF)-Politbureau voor Economische Zaken, geboren in 1935 |
||
|
Voormalig gouverneur van de provincie Masvingo, geboren op 7.11.1935 |
||
|
Commissielid van het ZANU(PF)-Politbureau, geboren op 17.2.1938 |
||
|
Gouverneur van Harare en secretaris van het ZANU(PF)-Politbureau voor Financiën, geboren op 25.5.1947 |
||
|
Onderminister van Jeugdontwikkeling en Werkgelegenheidsgroei, en ondersecretaris van het ZANU(PF)-Politbureau voor Jeugdzaken, geboren op 23.10.1970 |
||
|
Gouverneur van de provincie Oost-Mashonaland, geboren op 4.3.1963 |
||
|
Voormalig minister van Financiën en Economische Ontwikkeling, geboren op 4.4.1949 NB: momenteel in hechtenis |
||
|
Onderminister van Milieu en Toerisme (voormalig onderminister van Vervoer en Communicatie) |
||
|
Commissielid van het ZANU(PF)-Politbureau, geboren in 1933 |
||
|
Voormalig onderminister van Mijnbouw en Mijnontwikkeling, geboren op 13.6.1952 |
||
|
Staatsminister van Landbouwtechniek en Mechanisering (voormalig minister van Landbouw en Plattelandsontwikkeling), geboren op 21.11.1954 |
||
|
ZANU(PF) — voorzitter van de Senaat, geboren op 11.7.1943 |
||
|
Voormalig onderminister van Jeugdontwikkeling, Genderkwesties en Werkgelegenheidsgroei, geboren op 4.4.1941 |
||
|
Voorzitter van de Commissie mediavoorlichting |
||
|
Adjunct-secretaris-generaal van het ZANU(PF)-Politbureau voor Economische Zaken (voormalig minister van Financiën), geboren op 22.3.1950 |
||
|
Waarnemend burgemeester van Harare (ZANU-PF) |
||
|
Ondersecretaris van het ZANU(PF)-Politbureau voor Gehandicapten en Kansarmen, geboren op 28.4.1944 |
||
|
Onderminister van Onderwijs, Sport en Cultuur |
||
|
Staatsminister voor Inheems Bewustzijn en Empowerment, geboren op 10.8.1961 |
||
|
Minister zonder portefeuille (voormalig minister van Jeugdontwikkeling, Genderkwesties en Werkgelegenheidsgroei), geboren op 30.7.1955 |
||
|
Voormalig onderminister voor Industrie en Internationale Handel, geboren op 10.8.1934 |
||
|
Onderminister van Buitenlandse Zaken (voormalig onderminister van Binnenlandse Zaken), geboren op 4.4.1948 |
||
|
Gouverneur van de provincie Centraal-Mashonaland |
||
|
Gouverneur van de provincie Zuid-Matabeleland (Secretaris van het ZANU(PF)-Politbureau voor Gehandicapten en Kansarmen), geboren op 14.10.1936 |
||
|
Gouverneur van de provincie Bulawayo |
||
|
Gouverneur van de provincie Noord-Matabeleland en ondersecretaris van het ZANU(PF)-Politbureau voor Vervoer en Welzijn |
||
|
Onderminister van Plattelandshuisvesting en Sociale Voorzieningen, geboren op 17.8.1960 |
||
|
Onderminister van Voorlichting en Publiciteit, geboren in 1969 |
||
|
Onderminister van Binnenlandse Zaken (voormalig onderminister van Buitenlandse Zaken), geboren op 21.4.1951 in Mhute Kraal-Zvishavane |
||
|
Permanent secretaris, ministerie van Binnenlandse Zaken |
||
|
Commissielid van het ZANU(PF)-Politbureau |
||
|
Permanent secretaris, ministerie van Plaatselijk Bestuur, Openbare Werken en Stadsontwikkeling |
||
|
Minister van Mijnbouw en Mijnontwikkeling (voormalige minister van Energie en Energieontwikkeling), geboren op 4.7.1952 |
||
|
Minister van Plattelandshuisvesting en Sociale Voorzieningen (voormalig parlementsvoorzitter), geboren op 15.9.1946 |
||
|
Minister van Binnenlandse Zaken (voormalig onderminister van Plaatselijk Bestuur, Openbare Werken en Nationale Huisvesting), geboren op 15.11.1949 |
||
|
Voormalig staatsminister van Voorlichting en Publiciteit bij het kabinet van de president, geboren op 12.1.1957 |
||
|
Voormalig minister van Energie en Energieontwikkeling (voormalig minister van Overheidsdienst, Arbeid en Welzijn), geboren op 7.5.1950 |
||
|
Ondersecretaris van het ZANU(PF)-Politbureau voor Juridische Zaken, geboren in 1945 NB: ambassadeur in Zuid-Afrika |
||
|
Minister van Industrie en Internationale Handel (voormalig gouverneur van de provincie Noord-Matabeleland) (Ondersecretaris van het ZANU(PF)-Politbureau voor Nationale Veiligheid), geboren op 12.10.1951 |
||
|
Vicepresident, geboren op 6.12.1923 |
||
|
Gouverneur van de provincie Midlands, geboren op 7.7.1931. |
||
|
Staatsminister van Wetenschap en Technologie bij het kabinet van de President (voormalig staatsminister bij het Kabinet van vicepresident Msika), geboren op 18.8.1946 |
||
|
Minister van Vrouwenzaken, Genderkwesties en Maatschappelijk Opbouwwerk, en secretaris van het ZANU(PF)-Politbureau voor Genderkwesties en Cultuur, geboren op 14.12.1958 |
||
|
Griffier-generaal, geboren op 22.12.1942 |
||
|
Minister van Hoger en Tertiair Onderwijs (voormalig minister van Buitenlandse Zaken), geboren op 17.12.1941 |
||
|
Echtgenote van Robert Gabriel Mugabe, geboren op 23.7.1965 |
||
|
Hoger Commissielid van het ZANU(PF)-Politbureau, geboren op 14.10.1934 |
||
|
Onderminister van Volksgezondheid en Kinderwelzijn, geboren in 1965 |
||
|
Vicepresident (voormalig minister van Watervoorraden en Infrastructuurontwikkeling), geboren op 15.4.1955 |
||
|
Hoger Commissielid van het ZANU(PF)-Politbureau, geboren op 1.5.1949 |
||
|
Minister van Financiën (voormalig staatsminister voor Inheems Bewustzijn en Empowerment), geboren op 23.10.1942 |
||
|
Minister van Buitenlandse Zaken, geboren op 20.7.1945 |
||
|
Voormalig minister van Financiën, geboren op 31.7.1941 |
||
|
Ondercommissaris van politie |
||
|
Minister van Vervoer en Communicatie (voormalig onderminister van Vervoer en Communicatie), geboren op 6.2.1954 |
||
|
Staatsminister van Nationale Veiligheid, Landhervorming en Relocatie in het kabinet van de president, secretaris administratie van het ZANU(PF)-Politbureau, geboren op 27.7.1935 |
||
|
Minister van Watervoorraden en Infrastructuurontwikkeling |
||
|
Minister van Jeugdontwikkeling, Genderkwesties en Werkgelegenheidsgroei, brigadegeneraal in ruste |
||
|
Onderminister voor Inheems bewustzijn en Empowerment (voormalig ondervoorzitter van de Senaat) |
||
|
Onderminister van Ontwikkeling van Kleine en Middelgrote Ondernemingen en Werkgelegenheidsgroei, geboren op 27.5.1948 |
||
|
Hoger Commissielid van het ZANU(PF)-Politbureau, geboren op 28.10.1922 |
||
|
Brigadegeneraal (voormalig directeur-generaal van de Centrale Inlichtingendienst), geboren op 24.6.1957 |
||
|
Onderminister van Watervoorraden en Infrastructuurontwikkeling, geboren op 16.3.1964 |
||
|
Onderminister van Overheidsdienst, Arbeid en Welzijn (voormalig onderminister van Buitenlandse Zaken), geboren op 13.10.1954 |
||
|
Secretaris van het ZANU(PF)-Politbureau voor Productie en Arbeid, geboren op 22.10.1930 |
||
|
Ondersecretaris van het ZANU(PF)-Politbureau voor het commissariaat, geboren op 26.6.1942 |
||
|
Minister van Voorlichting en Publiciteit (voormalig onderminister van Hoger en Tertiair Onderwijs), geboren op 20.9.1949 |
||
|
Onderminister van Economische Ontwikkeling (voormalig onderminister van Landbouw), geboren op 4.8.1955 |
||
|
Minister van Milieu en Toerisme, geboren op 17.4.1959 |
||
|
Parlementsvoorzitter (voormalig minister voor Speciale Zaken bij het kabinet van de president), geboren op 22.8.1934 |
||
|
Minister van Energie en Energieontwikkeling (voormalig luitenant-generaal, gouverneur van de provincie Manicaland), geboren op 23.7.1955 |
||
|
Onderminister van Vervoer en Communicatie |
||
|
Ondersecretaris van het ZANU(PF)-Politbureau voor Wetenschap en Technologie |
||
|
Minister van Ontwikkeling van Kleine en Middelgrote Ondernemingen en Werkgelegenheidsgroei, geboren op 20.9.1949 |
||
|
Minister van Volksgezondheid en Kinderwelzijn (voormalig onderminister), geboren op 2.8.1950 |
||
|
Ondersecretaris van het ZANU(PF)-Politbureau voor Financiën, geboren op 28.10.1928 |
||
|
Ondersecretaris van het ZANU(PF)-Politbureau voor Genderkwesties en Cultuur |
||
|
Onderminister van Mijnbouw en Mijnontwikkeling (voormalig onderminister van Watervoorraden en Infrastructuurontwikkeling), geboren op 10.5.1945 |
||
|
Onderminister van Plaatselijk Bestuur, Openbare Werken en Stadsontwikkeling |
||
|
Ondersecretaris van het ZANU(PF)-Politbureau voor Volksgezondheid en Kinderwelzijn |
||
|
Gouverneur van de provincie West-Mashonaland |
||
|
Ondersecretaris van het ZANU(PF)-Politbureau voor Vrouwenzaken |
||
|
Ondersecretaris van het ZANU(PF)-Politbureau voor Vervoer en Welzijn, geboren op 21.3.1968 |
||
|
Minister van Defensie, geboren op 30.3.1944 |
||
|
Hoofdambtenaar voor de organisatie van de verkiezingen |
||
|
Staatsminister voor Beleidsimplementatie (voormalig Staatsminister voor Beleidsimplementatie bij het Kabinet van de President), geboren op 6.6.1945 |
||
|
Secretaris van het ZANU(PF)-Politbureau voor Voorlichting en Publiciteit, geboren op 29.9.1928 |
||
|
Luitenant-generaal (Luchtmacht), geboren op 1.11.1955 |
||
|
Onderminister van Onderwijs, Sport en Cultuur, geboren op 3.1.1949 |
||
|
Voormalig voorzitter Nationale Vereniging van Oorlogsveteranen, geboren op 31.12.1970 |
||
|
Kabinetssecretaris (opvolger van nr. 126 Charles Utete), geboren op 3.5.1949 |
||
|
Bevelhebber van het Zimbabwaanse Nationale Leger, Luitenant-generaal, geboren op 25.8.1956 |
||
|
Secretaris van het ZANU(PF)-Politbureau voor Jeugdzaken |
||
|
Adviseur Volksgezondheid bij het kabinet van de president, geboren op 15.10.1936 |
||
|
Ondersecretaris van het ZANU(PF)-Politbureau voor Financiën, geboren op 15.6.1940 |
||
|
Staatsminister van Staatsbedrijven (voormalig onderminister van Economische Ontwikkeling) |
||
|
Voorzitter van de presidentiële commissie voor landherziening (voormalig kabinetssecretaris), geboren op 30.10.1938 |
||
|
Hoofd ondercommissaris van politie, politiecommandant Harare |
||
|
Hoofd Strafinrichtingen, geboren op 4.3.1947 |
||
|
Onderminister van Wetenschap en Technologie (NB: neef van Mugabe) |
||
|
Politbureau, Commissie Inheems bewustzijn en Empowerment in de partij, geboren op 27.9.1943 |