ISSN 1725-2598

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 78

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

50e jaargang
17 maart 2007


Inhoud

 

I   Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie verplicht is

Bladzijde

 

 

VERORDENINGEN

 

 

Verordening (EG) nr. 280/2007 van de Commissie van 16 maart 2007 tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

1

 

 

Verordening (EG) nr. 281/2007 van de Commissie van 16 maart 2007 tot vaststelling van de minimumverkoopprijzen voor boter die gelden voor de 27e bijzondere inschrijving in het kader van de permanente openbare inschrijving waarin Verordening (EG) nr. 1898/2005 voorziet

3

 

 

Verordening (EG) nr. 282/2007 van de Commissie van 16 maart 2007 tot vaststelling van de maximumbedragen van de steun voor room, boter en boterconcentraat die gelden voor de 27e bijzondere inschrijving in het kader van de permanente openbare inschrijving waarin Verordening (EG) nr. 1898/2005 voorziet

5

 

 

Verordening (EG) nr. 283/2007 van de Commissie van 16 maart 2007 tot vaststelling van het maximumbedrag van de steun voor boterconcentraat voor de 27e bijzondere inschrijving die wordt gehouden in het kader van de permanente openbare inschrijving waarin Verordening (EG) nr. 1898/2005 voorziet

7

 

 

Verordening (EG) nr. 284/2007 van de Commissie van 16 maart 2007 tot vaststelling van de minimumverkoopprijs voor boter voor de 59e bijzondere inschrijving in het kader van de permanente openbare inschrijving als bedoeld in Verordening (EG) nr. 2771/1999

8

 

 

Verordening (EG) nr. 285/2007 van de Commissie van 16 maart 2007 tot vaststelling van de mate waarin gevolg kan worden gegeven aan de aanvragen om invoercertificaten voor bepaalde producten in de sector varkensvlees, die in maart 2007 werden ingediend op grond van Verordening (EG) nr. 1233/2006

9

 

 

Verordening (EG) nr. 286/2007 van de Commissie van 16 maart 2007 tot vaststelling van de mate waarin gevolg kan worden gegeven aan de aanvragen om invoercertificaten, die in maart 2007 worden ingediend op grond van de tariefcontingenten voor de invoer van bepaalde producten in de varkensvleessector voor de periode van 1 april tot en met 30 juni 2007

11

 

*

Verordening (EG) nr. 287/2007 van de Commissie van 16 maart 2007 tot wijziging van bijlage II bij Verordening (EEG) nr. 2377/90 van de Raad houdende een communautaire procedure tot vaststelling van maximumwaarden voor residuen van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik in levensmiddelen van dierlijke oorsprong, wat betreft ginseng alsmede gestandaardiseerde extracten en bereidingen daarvan ( 1 )

13

 

*

Verordening (EG) nr. 288/2007 van de Commissie van 16 maart 2007 tot vaststelling van overgangsmaatregelen in verband met de toetreding van Bulgarije en Roemenië wat betreft de voorschriften inzake de toekenning van restituties bij uitvoer van bepaalde zuivel- en eiproducten krachtens Verordening (EG) nr. 1043/2005

15

 

*

Verordening (EG) nr. 289/2007 van de Commissie van 16 maart 2007 tot aanpassing van Verordening (EG) nr. 1301/2006 houdende gemeenschappelijke voorschriften voor het beheer van door middel van een stelsel van invoercertificaten beheerde invoertariefcontingenten voor landbouwproducten, in verband met de toetreding van Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie

17

 

*

Verordening (EG) nr. 290/2007 van de Commissie van 16 maart 2007 tot vaststelling, voor het verkoopseizoen 2007/2008, van het in artikel 19 van Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad bedoelde percentage

20

 

 

Verordening (EG) nr. 291/2007 van de Commissie van 16 maart 2007 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 272/2007 tot vaststelling van de invoerrechten in de sector granen van toepassing vanaf 16 maart 2007

24

 

 

II   Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie niet verplicht is

 

 

BESLUITEN/BESCHIKKINGEN

 

 

Raad

 

 

2007/168/EG

 

*

Besluit van de Raad van 22 februari 2007 houdende benoeming van de vicevoorzitter van het Communautair Bureau voor plantenrassen

27

 

 

Commissie

 

 

2007/169/EG

 

*

Beschikking van de Commissie van 16 maart 2007 waarbij wordt vastgesteld dat artikel 30, lid 1, van Richtlijn 2004/17/EG van het Europees Parlement en de Raad houdende coördinatie van de procedures voor het plaatsen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten, van toepassing is op bepaalde koeriers- en pakketdiensten in Denemarken (Kennisgeving geschied onder nummer C(2007) 840)  ( 1 )

28

 

 

OVEREENKOMSTEN

 

 

Raad

 

*

Informatie over de datum van inwerkingtreding van de partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko

31

 

*

Informatie over de datum van inwerkingtreding van de Kaderovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en Bosnië en Herzegovina inzake de algemene beginselen voor de deelname van Bosnië en Herzegovina aan communautaire programma's

31

 

 

Rectificaties

 

*

Rectificatie van Richtlijn 2006/52/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 tot wijziging van Richtlijn 95/2/EG betreffende levensmiddelenadditieven met uitzondering van kleurstoffen en zoetstoffen, en Richtlijn 94/35/EG inzake zoetstoffen die in levensmiddelen mogen worden gebruikt (PB L 204 van 26.7.2006)

32

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


I Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie verplicht is

VERORDENINGEN

17.3.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 78/1


VERORDENING (EG) Nr. 280/2007 VAN DE COMMISSIE

van 16 maart 2007

tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 3223/94 van de Commissie van 21 december 1994 houdende uitvoeringsbepalingen van de invoerregeling voor groenten en fruit (1), en met name op artikel 4, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In Verordening (EG) nr. 3223/94 zijn op grond van de multilaterale handelsbesprekingen in het kader van de Uruguayronde de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de periodes die in de bijlage bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt.

(2)

Op grond van de bovenvermelde criteria moeten de forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld op de in de bijlage bij deze verordening vermelde niveaus,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 3223/94 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld zoals aangegeven in de tabel in de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 17 maart 2007.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 16 maart 2007.

Voor de Commissie

Jean-Luc DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 337 van 24.12.1994, blz. 66. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 386/2005 (PB L 62 van 9.3.2005, blz. 3).


BIJLAGE

bij de verordening van de Commissie van 16 maart 2007 tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

(EUR/100 kg)

GN-code

Code derde landen (1)

Forfaitaire invoerwaarde

0702 00 00

IL

113,4

MA

93,6

TN

143,7

TR

158,4

ZZ

127,3

0707 00 05

JO

132,2

MA

65,6

TR

162,3

ZZ

120,0

0709 90 70

MA

65,7

TR

110,1

ZZ

87,9

0709 90 80

EG

233,0

IL

121,6

ZZ

177,3

0805 10 20

CU

47,3

EG

51,5

IL

52,8

MA

45,5

TN

52,7

TR

64,1

ZZ

52,3

0805 50 10

IL

68,1

TR

52,4

ZZ

60,3

0808 10 80

AR

76,1

BR

79,9

CA

92,2

CL

84,6

CN

69,6

US

112,0

UY

73,0

ZA

95,0

ZZ

85,3

0808 20 50

AR

68,0

CL

83,5

US

110,6

ZA

75,6

ZZ

84,4


(1)  Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1833/2006 van de Commissie (PB L 354 van 14.12.2006, blz. 19). De code „ZZ” staat voor „andere oorsprong”.


17.3.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 78/3


VERORDENING (EG) Nr. 281/2007 VAN DE COMMISSIE

van 16 maart 2007

tot vaststelling van de minimumverkoopprijzen voor boter die gelden voor de 27e bijzondere inschrijving in het kader van de permanente openbare inschrijving waarin Verordening (EG) nr. 1898/2005 voorziet

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelproducten (1), en met name op artikel 10,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1898/2005 van de Commissie van 9 november 2005 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad, wat betreft maatregelen voor de afzet van room, boter en boterconcentraat op de markt van de Gemeenschap (2) kunnen de interventiebureaus bepaalde hoeveelheden boter uit hun interventievoorraden verkopen door middel van een permanente openbare inschrijving en kunnen zij steun toekennen voor room, boter en boterconcentraat. In artikel 25 van die verordening is bepaald dat in het licht van de voor elke bijzondere inschrijving ontvangen offertes een minimumverkoopprijs voor boter en een maximumbedrag van de steun voor room, boter en boterconcentraat worden vastgesteld. Voorts is bepaald dat die prijs of steun kan worden gedifferentieerd volgens de bestemming van de boter, het vetgehalte ervan en de bijmengingsmethode. Het bedrag van de in artikel 28 van Verordening (EG) nr. 1898/2005 bedoelde verwerkingszekerheid moet dienovereenkomstig worden vastgesteld.

(2)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor melk en zuivelproducten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Voor de 27e bijzondere inschrijving in het kader van de permanente openbare inschrijving waarin Verordening (EG) nr. 1898/2005 voorziet, worden de minimumverkoopprijzen voor boter uit de interventievoorraden en de bedragen van de verwerkingszekerheid zoals bedoeld in respectievelijk artikel 25 en artikel 28 van die verordening vastgesteld in de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 17 maart 2007.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 16 maart 2007.

Voor de Commissie

Jean-Luc DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 160 van 26.6.1999, blz. 48. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1913/2005 (PB L 307 van 25.11.2005, blz. 2).

(2)  PB L 308 van 25.11.2005, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2107/2005 (PB L 337 van 22.12.2005, blz. 20).


BIJLAGE

Minimumverkoopprijzen voor boter en bedragen van de verwerkingszekerheid voor de 27e bijzondere inschrijving in het kader van de permanente openbare inschrijving waarin Verordening (EG) nr. 1898/2005 voorziet

(EUR/100 kg)

Formule

A

B

Bijmengingsmethode

Met verklikstoffen

Zonder verklikstoffen

Met verklikstoffen

Zonder verklikstoffen

Minimumverkoopprijs

Boter ≥ 82 %

In ongewijzigde staat

214,7

Concentraat

Verwerkingszekerheid

In ongewijzigde staat

45

Concentraat


17.3.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 78/5


VERORDENING (EG) Nr. 282/2007 VAN DE COMMISSIE

van 16 maart 2007

tot vaststelling van de maximumbedragen van de steun voor room, boter en boterconcentraat die gelden voor de 27e bijzondere inschrijving in het kader van de permanente openbare inschrijving waarin Verordening (EG) nr. 1898/2005 voorziet

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelproducten (1), en met name op artikel 10,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1898/2005 van de Commissie van 9 november 2005 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad, wat betreft maatregelen voor de afzet van room, boter en boterconcentraat op de markt van de Gemeenschap (2) kunnen de interventiebureaus bepaalde hoeveelheden boter uit hun interventievoorraden verkopen door middel van een permanente openbare inschrijving en kunnen zij steun toekennen voor room, boter en boterconcentraat. In artikel 25 van die verordening is bepaald dat in het licht van de voor elke bijzondere inschrijving ontvangen offertes een minimumverkoopprijs voor boter en een maximumbedrag van de steun voor room, boter en boterconcentraat worden vastgesteld. Voorts is bepaald dat die prijs of steun kan worden gedifferentieerd volgens de bestemming van de boter, het vetgehalte ervan en de bijmengingsmethode. Het bedrag van de in artikel 28 van Verordening (EG) nr. 1898/2005 bedoelde verwerkingszekerheid moet dienovereenkomstig worden vastgesteld.

(2)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor melk en zuivelproducten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Voor de 27e bijzondere inschrijving in het kader van de permanente openbare inschrijving waarin Verordening (EG) nr. 1898/2005 voorziet, worden de maximumbedragen van de steun voor room, boter en boterconcentraat en de bedragen van de verwerkingszekerheid zoals bedoeld in respectievelijk artikel 25 en artikel 28 van die verordening, vastgesteld in de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 17 maart 2007.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 16 maart 2007.

Voor de Commissie

Jean-Luc DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 160 van 26.6.1999, blz. 48. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1913/2005 (PB L 307 van 25.11.2005, blz. 2).

(2)  PB L 308 van 25.11.2005, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2107/2005 (PB L 337 van 22.12.2005, blz. 20).


BIJLAGE

Maximumbedragen van de steun voor room, boter en boterconcentraat en bedragen van de verwerkingszekerheid voor de 27e bijzondere inschrijving in het kader van de permanente openbare inschrijving waarin Verordening (EG) nr. 1898/2005 voorziet

(EUR/100 kg)

Formule

A

B

Bijmengingsmethode

Met verklikstoffen

Zonder verklikstoffen

Met verklikstoffen

Zonder verklikstoffen

Maximumbedrag van de steun

Boter ≥ 82 %

15,5

12

12

Boter < 82 %

11,7

10,73

Boterconcentraat

18

14,5

18

14,5

Room

8

5

Verwerkingszekerheid

Boter

17

Boterconcentraat

20

20

Room

9


17.3.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 78/7


VERORDENING (EG) Nr. 283/2007 VAN DE COMMISSIE

van 16 maart 2007

tot vaststelling van het maximumbedrag van de steun voor boterconcentraat voor de 27e bijzondere inschrijving die wordt gehouden in het kader van de permanente openbare inschrijving waarin Verordening (EG) nr. 1898/2005 voorziet

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelproducten (1), en met name op artikel 10,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig artikel 47 van Verordening (EG) nr. 1898/2005 van de Commissie van 9 november 2005 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad, wat betreft maatregelen voor de afzet van room, boter en boterconcentraat op de markt van de Gemeenschap (2), houden de interventiebureaus een permanente openbare inschrijving voor de toekenning van steun voor boterconcentraat. In artikel 54 van die verordening is bepaald dat in het licht van de voor elke bijzondere inschrijving ontvangen offertes een maximumbedrag van de steun voor boterconcentraat met een vetgehalte van ten minste 96 % moet worden vastgesteld.

(2)

Een bestemmingszekerheid zoals bedoeld in artikel 53, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1898/2005 moet worden gesteld om de overname van het boterconcentraat door de detailhandel te waarborgen.

(3)

Het maximumbedrag van de steun moet in het licht van de ontvangen offertes op het passende niveau worden vastgesteld en de bestemmingszekerheid moet dienovereenkomstig worden bepaald.

(4)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor melk en zuivelproducten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Voor de 27e bijzondere inschrijving die wordt gehouden in het kader van de permanente openbare inschrijving waarin Verordening (EG) nr. 1898/2005 voorziet, wordt het maximumbedrag van de steun voor boterconcentraat met een vetgehalte van ten minste 96 % zoals bedoeld in artikel 47, lid 1, van die verordening vastgesteld op 16,27 EUR/100 kg.

De bestemmingszekerheid zoals bedoeld in artikel 53, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1898/2005 wordt vastgesteld op 18 EUR/100 kg.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 17 maart 2007.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 16 maart 2007.

Voor de Commissie

Jean-Luc DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 160 van 26.6.1999, blz. 48. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1913/2005 (PB L 307 van 25.11.2005, blz. 2).

(2)  PB L 308 van 25.11.2005, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2107/2005 (PB L 337 van 22.12.2005, blz. 20).


17.3.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 78/8


VERORDENING (EG) Nr. 284/2007 VAN DE COMMISSIE

van 16 maart 2007

tot vaststelling van de minimumverkoopprijs voor boter voor de 59e bijzondere inschrijving in het kader van de permanente openbare inschrijving als bedoeld in Verordening (EG) nr. 2771/1999

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelproducten (1), en met name op artikel 10, onder c),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig artikel 21 van Verordening (EG) nr. 2771/1999 van de Commissie van 16 december 1999 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad ten aanzien van de interventiemaatregelen op de markt voor boter en room (2) hebben interventiebureaus bepaalde hoeveelheden boter die in hun bezit zijn, te koop aangeboden door middel van een permanente openbare inschrijving.

(2)

Krachtens artikel 24 bis van Verordening (EG) nr. 2771/1999 wordt op basis van de voor elke bijzondere inschrijving ontvangen biedingen een minimumverkoopprijs vastgesteld of besloten geen boter toe te wijzen.

(3)

Gezien de ontvangen biedingen, dient een minimumverkoopprijs te worden vastgesteld.

(4)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor melk en zuivelproducten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Voor de 59e bijzondere inschrijving op grond van Verordening (EG) nr. 2771/1999, waarvoor de termijn voor het indienen van biedingen is verstreken op 13 maart 2007, wordt de minimumverkoopprijs voor boter vastgesteld op 238,01 EUR/100 kg.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 17 maart 2007.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 16 maart 2007.

Voor de Commissie

Jean-Luc DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 160 van 26.6.1999, blz. 48. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1913/2005 van de Commissie (PB L 307 van 25.11.2005, blz. 2).

(2)  PB L 333 van 24.12.1999, blz. 11. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1802/2005 (PB L 290 van 4.11.2005, blz. 3).


17.3.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 78/9


VERORDENING (EG) Nr. 285/2007 VAN DE COMMISSIE

van 16 maart 2007

tot vaststelling van de mate waarin gevolg kan worden gegeven aan de aanvragen om invoercertificaten voor bepaalde producten in de sector varkensvlees, die in maart 2007 werden ingediend op grond van Verordening (EG) nr. 1233/2006

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1233/2006 van de Commissie van 16 augustus 2006 houdende de opening en wijze van beheer van een aan de Verenigde Staten van Amerika toegewezen tariefcontigent voor de invoer van varkensvlees (1), en met name op artikel 5, lid 5,

Overwegende hetgeen volgt:

De in de invoercertificaten voor de periode van 1 april tot en met 30 juni 2007 aangevraagde hoeveelheden zijn niet groter dan de beschikbare hoeveelheden en kunnen derhalve volledig worden ingewilligd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De op grond van Verordening (EG) nr. 1233/2006 ingediende aanvragen om invoercertificaten voor de periode van 1 april tot en met 30 juni 2007 worden ingewilligd voor de in de bijlage bij deze verordening aangegeven percentages.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 17 maart 2007.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 16 maart 2007.

Voor de Commissie

Jean-Luc DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 225 van 17.8.2006, blz. 14.


BIJLAGE

Volgnummer

Percentage waarvoor de invoercertificaten worden ingewilligd voor de periode van 1 april tot en met 30 juni 2007

09.4170

100


17.3.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 78/11


VERORDENING (EG) Nr. 286/2007 VAN DE COMMISSIE

van 16 maart 2007

tot vaststelling van de mate waarin gevolg kan worden gegeven aan de aanvragen om invoercertificaten, die in maart 2007 worden ingediend op grond van de tariefcontingenten voor de invoer van bepaalde producten in de varkensvleessector voor de periode van 1 april tot en met 30 juni 2007

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1458/2003 van de Commissie van 18 augustus 2003 betreffende de opening en wijze van beheer van de tariefcontingenten in de varkensvleessector (1), en met name op artikel 5, lid 6,

Overwegende hetgeen volgt:

De in de invoercertificaten voor het tweede kwartaal 2007 aangevraagde hoeveelheden zijn niet groter dan de beschikbare hoeveelheden en kunnen derhalve volledig worden ingewilligd.

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Op grond van Verordening (EG) nr. 1458/2003 ingediende aanvragen om invoercertificaten voor de periode van 1 april tot en met 30 juni 2007 worden ingewilligd voor het in bijlage aangegeven percentage.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 17 maart 2007.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 16 maart 2007.

Voor de Commissie

Jean-Luc DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 208 van 19.8.2003, blz. 3. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 341/2005 (PB L 53 van 26.2.2005, blz. 28).


BIJLAGE

Volgnummer

Percentage waarvoor de invoercertificaten worden ingewilligd voor de periode van 1 april tot en met 30 juni 2007

09.4038

100

09.4039

100

09.4071

09.4072

09.4073

09.4074

„—”

:

Er is de Commissie geen certificaataanvraag toegezonden.


17.3.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 78/13


VERORDENING (EG) Nr. 287/2007 VAN DE COMMISSIE

van 16 maart 2007

tot wijziging van bijlage II bij Verordening (EEG) nr. 2377/90 van de Raad houdende een communautaire procedure tot vaststelling van maximumwaarden voor residuen van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik in levensmiddelen van dierlijke oorsprong, wat betreft ginseng alsmede gestandaardiseerde extracten en bereidingen daarvan

(Voor de EER relevante tekst)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 2377/90 van de Raad van 26 juni 1990 houdende een communautaire procedure tot vaststelling van maximumwaarden voor residuen van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik in levensmiddelen van dierlijke oorsprong (1), en met name op artikel 3,

Gezien de adviezen van het Europees Geneesmiddelenbureau, die zijn opgesteld door het Comité voor geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Alle farmacologisch werkzame stoffen die in de Gemeenschap worden gebruikt in geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik die bestemd zijn voor voedselproducerende dieren, moeten worden beoordeeld overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 2377/90.

(2)

Ginseng is in bijlage II bij Verordening (EEG) nr. 2377/90 opgenomen in de categorie „Stoffen die in homeopathische diergeneesmiddelen worden gebruikt”, voor alle voedselproducerende soorten, uitsluitend voor gebruik in homeopathische diergeneesmiddelen vervaardigd in overeenstemming met de homeopathische farmacopee, in concentraties overeenkomend met de moedertinctuur en verdunningen hiervan. Naar aanleiding van het onderzoek van een aanvraag wordt het passend geacht een nieuwe vermelding voor ginseng alsmede gestandaardiseerde extracten en bereidingen daarvan op te nemen in de categorie „Plantaardige substanties” van bijlage II, voor alle voedselproducerende soorten.

(3)

Verordening (EEG) nr. 2377/90 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(4)

Voordat deze verordening van toepassing wordt, moeten de lidstaten voldoende tijd krijgen om de in verband met deze verordening noodzakelijke aanpassingen aan te brengen in de vergunningen voor het in de handel brengen van de betrokken geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik, die zijn verleend overeenkomstig Richtlijn 2001/82/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 november 2001 tot vaststelling van een communautair wetboek betreffende geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik (2).

(5)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage II bij Verordening (EEG) nr. 2377/90 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 16 mei 2007.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 16 maart 2007.

Voor de Commissie

Günter VERHEUGEN

Vicevoorzitter


(1)  PB L 224 van 18.8.1990, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1831/2006 van de Commissie (PB L 354 van 14.12.2006, blz. 5).

(2)  PB L 311 van 28.11.2001, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2004/28/EG (PB L 136 van 30.4.2004, blz. 58).


BIJLAGE

De volgende substantie wordt opgenomen in bijlage II bij Verordening (EEG) nr. 2377/90:

6.   Plantaardige substanties

Farmacologisch werkzame substantie(s)

Diersoorten

Ginseng, gestandaardiseerde extracten en bereidingen hiervan

Alle voedselproducerende soorten”.


17.3.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 78/15


VERORDENING (EG) Nr. 288/2007 VAN DE COMMISSIE

van 16 maart 2007

tot vaststelling van overgangsmaatregelen in verband met de toetreding van Bulgarije en Roemenië wat betreft de voorschriften inzake de toekenning van restituties bij uitvoer van bepaalde zuivel- en eiproducten krachtens Verordening (EG) nr. 1043/2005

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag betreffende de toetreding van Bulgarije en Roemenië,

Gelet op de Akte van toetreding van Bulgarije en Roemenië, en met name op artikel 41, eerste alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Artikel 52, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1043/2005 van de Commissie van 30 juni 2005 houdende de tenuitvoerlegging van Verordening (EG) nr. 3448/93 van de Raad met betrekking tot de regeling aangaande de toekenning van restituties bij uitvoer van bepaalde landbouwproducten, uitgevoerd in de vorm van goederen die niet onder bijlage I bij het Verdrag vallen, en de criteria voor de vaststelling van de restitutiebedragen (1) bepaalt dat voor bepaalde goederen op basis van melk en eieren slechts een restitutie kan worden toegekend indien deze goederen voldoen aan de desbetreffende eisen van Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne (2) en Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong (3). Krachtens de artikelen 4 en 5 van Verordening (EG) nr. 853/2004 moeten de goederen met name in een erkende inrichting zijn bereid en voldoen aan specifieke eisen betreffende het aanbrengen van het keurmerk.

(2)

Bij Beschikking 2007/30/EG van de Commissie van 22 december 2006 tot vaststelling van overgangsmaatregelen voor het in de handel brengen van bepaalde producten van dierlijke oorsprong, verkregen in Bulgarije en Roemenië (4) worden maatregelen vastgesteld om de overgang te vergemakkelijken van de huidige regeling in die landen naar de regeling die voortvloeit uit de toepassing van de communautaire veterinaire wetgeving. Volgens artikel 3 van die beschikking staan de lidstaten tussen 1 januari 2007 en 31 december 2007 de handel toe in producten die zijn verkregen in inrichtingen in Bulgarije en Roemenië die al vóór de toetredingsdatum erkend waren voor de uitvoer van zuivel- en eiproducten naar de Gemeenschap, mits de producten voorzien zijn van het keurmerk voor uitvoer naar de Gemeenschap van de betrokken inrichtingen en vergezeld gaan van een document waarin wordt verklaard dat de producten overeenkomstig Beschikking 2007/30/EG werden geproduceerd.

(3)

Het is dan ook passend om, in afwijking van artikel 52, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1043/2005 en onverminderd de toepassing van de overige bepalingen van die verordening, te bepalen dat goederen die voldoen aan artikel 3 van Beschikking 2007/30/EG en die in de periode van 1 januari tot en met 31 december 2007 mogen worden verhandeld, in aanmerking komen voor een uitvoerrestitutie.

(4)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor horizontale vraagstukken inzake het handelsverkeer in verwerkte landbouwproducten die niet onder bijlage I bij het Verdrag vallen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

In afwijking van artikel 52, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1043/2005 komen goederen die vóór de toetredingsdatum zijn verkregen in inrichtingen in Bulgarije en Roemenië die al vóór de toetredingsdatum erkend waren voor uitvoer naar de Gemeenschap, en die in de periode tussen de toetredingsdatum en 31 december 2007 uit de Gemeenschap worden uitgevoerd, in aanmerking voor een uitvoerrestitutie, mits zij voldoen aan de eisen van artikel 3, onder a) en b), van Beschikking 2007/30/EG.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing op aangiften ten uitvoer die worden aanvaard tussen 1 januari en 31 december 2007.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 16 maart 2007.

Voor de Commissie

Günter VERHEUGEN

Vicevoorzitter


(1)  PB L 172 van 5.7.2005, blz. 24. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1792/2006 (PB L 362 van 20.12.2006, blz. 1).

(2)  PB L 139 van 30.4.2004, blz. 1, gerectificeerd in PB L 226 van 25.6.2004, blz. 3.

(3)  PB L 139 van 30.4.2004, blz. 55, gerectificeerd in PB L 226 van 25.6.2004, blz. 22. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1791/2006 van de Raad (PB L 363 van 20.12.2006, blz. 1).

(4)  PB L 8 van 13.1.2007, blz. 59.


17.3.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 78/17


VERORDENING (EG) Nr. 289/2007 VAN DE COMMISSIE

van 16 maart 2007

tot aanpassing van Verordening (EG) nr. 1301/2006 houdende gemeenschappelijke voorschriften voor het beheer van door middel van een stelsel van invoercertificaten beheerde invoertariefcontingenten voor landbouwproducten, in verband met de toetreding van Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op de Verdrag betreffende de toetreding van Bulgarije en Roemenië,

Gelet op de Akte van toetreding van Bulgarije en Roemenië, en met name op artikel 56,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In de bijlagen II en III van Verordening (EG) nr. 1301/2006 van de Commissie (1) zijn vermeldingen opgenomen in alle talen van de Gemeenschap in haar samenstelling van 31 december 2006. In die bepalingen moeten de desbetreffende vermeldingen in het Bulgaars en het Roemeens worden opgenomen.

(2)

Verordening (EG) nr. 1301/2006 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 1301/2006 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Bijlage II wordt vervangen door de tekst van bijlage I bij de onderhavige verordening.

2)

Bijlage III wordt vervangen door de tekst in bijlage II bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2007. Zij is evenwel niet van invloed op de geldigheid van de certificaataanvragen die zijn ingediend en de certificaten die zijn afgegeven tussen 1 januari 2007 en de dag van haar inwerkingtreding.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 16 maart 2007.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 238 van 1.9.2006, blz. 13.


BIJLAGE I

„BIJLAGE II

In artikel 8 bedoelde vermeldingen

:

In het Bulgaars

:

Член 3, параграф 4 от Регламент (ЕИО) № 1182/71 не се прилага

:

In het Spaans

:

No es de aplicación el artículo 3, apartado 4, del Reglamento (CEE) no 1182/71

:

In het Tsjechisch

:

Ustanovení čl. 3 odst. 4 nařízení (EHS) č. 1182/71 se nepoužije

:

In het Deens

:

Artikel 3, stk. 4, i forordning (EØF) nr. 1182/71 finder ikke anvendelse

:

In het Duits

:

Artikel 3 Absatz 4 der Verordnung (EWG) Nr. 1182/71 kommt nicht zur Anwendung

:

In het Ests

:

Määruse (EMÜ) nr 1182/71 artikli 3 lõiget 4 ei kohaldata

:

In het Grieks

:

Το άρθρο 3 παράγραφος 4 του κανονισμού (ΕOΚ) αριθ. 1182/71 δεν εφαρμόζεται

:

In het Engels

:

Article 3(4) of Regulation (EEC) No 1182/71 shall not apply

:

In het Frans

:

L’article 3, paragraphe 4, du règlement (CEE) no 1182/71 ne s’applique pas

:

In het Italiaans

:

L’articolo 3, paragrafo 4, del regolamento (CEE) n. 1182/71 non si applica

:

In het Lets

:

Regulas (EEK) Nr. 1182/71 3. panta 4. punktu nepiemēro

:

In het Litouws

:

Reglamento (EEB) Nr. 1182/71 3 straipsnio 4 dalis netaikoma

:

In het Hongaars

:

Az 1182/71/EGK rendelet 3. cikkének (4) bekezdését nem kell alkalmazni

:

In het Nederlands

:

Artikel 3, lid 4, van Verordening (EEG) nr. 1182/71 is niet van toepassing

:

In het Pools

:

Artykuł 3 ust. 4 rozporządzenia (EWG) nr 1182/71 nie ma zastosowania

:

In het Portugees

:

O n.o 4 do artigo 3.o do Regulamento (CEE) n.o 1182/71 não se aplica

:

In het Roemeens

:

Articolul 3 alineatul 4 din Regulamentul (CEE) nr. 1182/71 nu se aplică

:

In het Slowaaks

:

Článok 3 ods. 4 nariadenia (EHS) č. 1182/71 sa neuplatňuje

:

In het Sloveens

:

Člen 3(4) Uredbe (EGS) št. 1182/71 se ne uporablja

:

In het Fins

:

Asetuksen (ETY) N:o 1182/71 3 artiklan 4 kohtaa ei sovelleta

:

In het Zweeds

:

Artikel 3.4 i förordning (EEG) nr 1182/71 skall inte tillämpas”


BIJLAGE II

„BIJLAGE III

In artikel 9 bedoelde vermeldingen

:

In het Bulgaars

:

Мито … — Регламент (ЕО) № …/…

:

In het Spaans

:

Derecho de aduana … — Reglamento (CE) no …/…

:

In het Tsjechisch

:

Celní sazba … – nařízení (ES) č. …/…

:

In het Deens

:

Toldsats … — forordning (EF) nr. …/…

:

In het Duits

:

Zollsatz … — Verordnung (EG) Nr. …/…

:

In het Ests

:

Tollimaks … – määrus (EÜ) nr …/…

:

In het Grieks

:

Δασμός … — Κανονισμός (ΕΚ) αριθ. …/…

:

In het Engels

:

Customs duty … — Regulation (EC) No …/…

:

In het Frans

:

Droit de douane: … — règlement (CE) no …/…

:

In het Italiaans

:

Dazio: … — regolamento (CE) n. …/…

:

In het Lets

:

Muitas nodoklis … – Regula (EK) Nr. …/…

:

In het Litouws

:

Muito mokestis … – Reglamentas (EB) Nr. …/…

:

In het Hongaars

:

Vámtétel: … – …/…/EK rendelet

:

In het Nederlands

:

Douanerecht: … — Verordening (EG) nr. …/…

:

In het Pools

:

Stawka celna … – rozporządzenie (WE) nr …/…

:

In het Portugees

:

Direito aduaneiro: … — Regulamento (CE) n.o …/…

:

In het Roemeens

:

Taxă vamală: … – Regulamentul (CE) nr. …/…

:

In het Slowaaks

:

Clo … – nariadenie (ES) č. …/…

:

In het Sloveens

:

Carina: … – Uredba (ES) št. …/…

:

In het Fins

:

Tulli … – Asetus (EY) N:o …/…

:

In het Zweeds

:

Tull … – Förordning (EG) nr …/…”


17.3.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 78/20


VERORDENING (EG) Nr. 290/2007 VAN DE COMMISSIE

van 16 maart 2007

tot vaststelling, voor het verkoopseizoen 2007/2008, van het in artikel 19 van Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad bedoelde percentage

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad van 20 februari 2006 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (1), en met name op artikel 19, lid 3, tweede alinea, artikel 40, lid 2, onder d), punt v), en artikel 42,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In artikel 19, lid 1, van Verordening (EG) nr. 318/2006 is bepaald dat een voor alle lidstaten gemeenschappelijk percentage suiker en isoglucose aan de markt kan worden onttrokken om het structurele marktevenwicht in stand te houden bij een prijsniveau dat dicht bij de referentieprijs ligt.

(2)

De voorzieningsbalans voor het verkoopseizoen 2007/2008 vertoont een overschot van de beschikbare hoeveelheden op de communautaire markt, met name als gevolg van de mate waarin gebruik is gemaakt van de mogelijkheid om afstand te doen van quota op grond van Verordening (EG) nr. 320/2006 van de Raad van 20 februari 2006 tot instelling van een tijdelijke regeling voor de herstructurering van de suikerindustrie in de Europese Gemeenschap en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1290/2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (2), die lager uitviel dan verwacht. Het daardoor ontstane overschot, dat bijna vier miljoen ton suiker en isoglucose zou kunnen bereiken, zou in de loop van het verkoopseizoen 2007/2008 een gevoelige daling van de prijzen op de communautaire markt tot gevolg kunnen hebben.

(3)

Bijgevolg is het dienstig te bepalen welk percentage aan de markt moet worden onttrokken op grond van artikel 19, lid 1, van Verordening (EG) nr. 318/2006 om het structurele marktevenwicht te handhaven.

(4)

Niettemin zet het onttrekken aan de markt van bepaalde hoeveelheden overeenkomstig artikel 19 van Verordening (EG) nr. 318/2006 de producenten er niet toe aan hun productie te verlagen, aangezien het onttrekkingspercentage lineair wordt toegepast op alle binnen het quotum geproduceerde hoeveelheden zonder rekening te houden met de eventuele inspanningen van sommige ondernemingen om hun productie aan te passen. Het onttrekkingsinstrument is derhalve onbevredigend aangezien daarmee niet kan worden voorkomen dat overschotten op de markt ontstaan. Artikel 19 verhindert namelijk niet dat overproductie plaatsvindt, maar maakt het gewoon mogelijk reeds geproduceerde suiker aan de markt te onttrekken. Dit brengt kosten met zich die zouden kunnen worden vermeden als de overproductie in een eerder stadium zou worden verhinderd.

(5)

Om het onttrekkingsinstrument te verbeteren door producenten ertoe aan te zetten hun productie te verminderen, is de Commissie van plan de Raad een wijziging van Verordening (EG) nr. 318/2006 voor te stellen, waarmee een drempel wordt ingesteld waarboven de binnen het quotum geproduceerde hoeveelheden van elke onderneming aan de markt worden onttrokken. Met andere woorden: de ondernemingen die met hun productie onder die drempel blijven, worden uitgezonderd van de verplichting hoeveelheden aan de markt te onttrekken, omdat zij immers minder bijdragen aan het overschot. De ondernemingen zijn daardoor dus in staat hun productie aan te passen en kunnen met name zelf besluiten al dan niet meer te produceren dan de drempel.

(6)

Om ervoor te zorgen dat de drempel voor de toepassing van een onttrekkingspercentage een daadwerkelijk effect op de productie kan hebben, moet de reikwijdte van de in artikel 6, lid 5, van Verordening (EG) nr. 318/2006 vastgestelde verplichting worden ingeperkt, om te voorkomen dat de suikerproducerende ondernemingen de minimumprijs moeten betalen voor hoeveelheden suikerbieten die overeenkomen met hun hele quotum, met inbegrip van de hoeveelheden waarvoor geen leveringscontracten zijn gesloten.

(7)

Een dergelijke aanpassing van het onttrekkingsinstrument kan niet meer op tijd worden goedgekeurd om een preventief effect hebben op de productie van het verkoopseizoen 2007/2008. Aangezien uit de vooruitzichten blijkt dat er sprake zal zijn van een zeer groot overschot voor dit verkoopseizoen, als gevolg van het slecht functioneren van de herstructurering van de suikerindustrie, wordt het noodzakelijk geacht op grond van artikel 42 van Verordening (EG) nr. 318/2006 dringend een preventieve maatregel te nemen, namelijk de instelling van een drempelwaarde voor de toepassing van het onttrekkingspercentage, waardoor de verplichting om hoeveelheden aan de markt te onttrekken slechts in beperkte mate geldt voor ondernemingen die niet aan het overschot bijdragen. Die drempelwaarde moet worden vastgesteld op een zodanig niveau dat de productie van een aanzienlijke hoeveelheid suiker kan worden voorkomen, namelijk een hoeveelheid die vergelijkbaar is met die welke anders aan de markt zou worden onttrokken op grond van artikel 19 van Verordening (EG) nr. 318/2006.

(8)

In hetzelfde verband moet rekening worden gehouden met het feit dat de eisen die verbonden zijn aan de preventieve maatregel, ernstige economische gevolgen kunnen hebben voor de ondernemingen in de lidstaten die zich bijzondere inspanningen hebben getroost in het kader van de bij Verordening (EG) nr. 320/2006 ingestelde herstructureringsregeling. Een dergelijk effect zou namelijk indruisen tegen de doelstelling van deze regeling en van de gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker, namelijk de levensvatbaarheid en het concurrentievermogen van de sector garanderen. Derhalve moet worden voorzien in een vrijstelling van de toepassing van het onttrekkingspercentage voor bepaalde lidstaten, naar evenredigheid van het percentage van het nationale quotum waarvan afstand is gedaan in het kader van bovengenoemde herstructureringsregeling.

(9)

Om ervoor te zorgen dat deze maatregel volledig doeltreffend is, moet hij worden goedgekeurd voordat de periode voor het inzaaien van suikerbieten van start is gegaan, zodat de producenten en fabrikanten hun productie voor het verkoopseizoen 2007/2008 zo goed mogelijk kunnen plannen en beheren.

(10)

Om echter rekening te houden met de onzekerheden ten aanzien van de vooruitzichten van met name de productie, moet worden bepaald dat het onttrekkingspercentage zo nodig kan worden aangepast wanneer de gegevens over de voorzieningsbalans voor het verkoopseizoen 2007/2008 zijn gepreciseerd. Als het aangepaste percentage hoger is dan het aanvankelijk bij de onderhavige verordening vastgestelde percentage, moet het verschil worden toegepast op de hele quotaproductie, aangezien het doel van de maatregel in dat stadium niet meer het sorteren van een preventief effect is, maar het beheren van de markt in het licht van een daadwerkelijk geconstateerd overschot.

(11)

Om de voorziening met suiker en/of isoglucose voor de vervaardiging van de in artikel 13, lid 2, van Verordening (EG) nr. 318/2006 bedoelde producten te vergemakkelijken, is het dienstig voor het verkoopseizoen 2007/2008 de aan de markt onttrokken hoeveelheid te beschouwen als overtollige suiker of isoglucose die industriële suiker of isoglucose kunnen worden.

(12)

Overeenkomstig artikel 19, lid 1, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 318/2006 moet de traditionele voorzieningsbehoefte aan suiker voor raffinage worden verlaagd met hetzelfde percentage als voor de onttrekking is vastgesteld. Wanneer een apart onttrekkingspercentage wordt vastgesteld, moet de verlaging van de traditionele voorzieningsbehoefte ook worden aangepast.

(13)

Het Comité van beheer voor suiker heeft geen advies uitgebracht binnen de door zijn voorzitter gestelde termijn,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   Voor het verkoopseizoen 2007/2008 wordt het in artikel 19, lid 1, van Verordening (EG) nr. 318/2006 bedoelde percentage vastgesteld op 13,5 %.

2.   In afwijking van lid 1:

a)

is het in dat lid genoemde percentage niet van toepassing op ondernemingen die een productie hebben die lager is dan 86,5 % van hun quotum voor het verkoopseizoen 2007/2008;

b)

worden voor de ondernemingen die een hoeveelheid produceren van 86,5 % of meer van hun quotum voor het verkoopseizoen 2007/2008, de hoeveelheden boven die 86,5 % aan de markt onttrokken;

c)

is het in dat lid genoemde percentage niet van toepassing op hoeveelheden die zijn geproduceerd in lidstaten die met ingang van 1 juli 2006 afstand hebben gedaan van ten minste 50 % van het nationale suikerquotum op grond van artikel 3 van Verordening (EG) nr. 320/2006.

In de lidstaten die met ingang van 1 juli 2006 afstand hebben gedaan van minder dan 50 % van het nationale quotum op grond van artikel 3 van Verordening (EG) nr. 320/2006, wordt het in lid 1 bedoelde onttrekkingspercentage verlaagd naar rato van het quotum waarvan afstand is gedaan.

Het op grond van dit punt toe te passen percentage wordt vastgesteld in de bijlage.

3.   Het in lid 1 genoemde percentage kan tot en met 31 oktober 2007 worden aangepast. Wanneer het tweede percentage meer bedraagt dan het eerste, wordt het verschil op de hele quotumproductie toegepast.

4.   De overeenkomstig lid 2, onder b), en lid 3, aan de markt onttrokken hoeveelheden worden als overtollige suiker of isoglucose van het verkoopseizoen 2007/2008 beschouwd die industriële suiker of isoglucose kunnen worden.

5.   De in artikel 6, lid 5, van Verordening (EG) nr. 318/2006 bedoelde verplichting tot betaling van ten minste de minimumprijs is uitsluitend van toepassing op de hoeveelheid binnen het quotum geproduceerde suikerbieten na toepassing van de leden 1 en 2.

Artikel 2

1.   Voor het verkoopseizoen 2007/2008 wordt de in artikel 29, lid 1, van Verordening (EG) nr. 318/2006 bedoelde traditionele voorzieningsbehoefte aan suiker voor raffinage vastgesteld op maximaal 2 110 371 t, als volgt verdeeld:

a)

171 917 t voor Bulgarije,

b)

256 582 t voor Frankrijk,

c)

43 250 t voor Italië;

d)

308 488 t voor Portugal,

e)

285 135 t voor Roemenië,

f)

16 941 t voor Slovenië,

g)

51 835 t voor Finland,

h)

976 223 t voor het Verenigd Koninkrijk.

2.   De in lid 1 vastgestelde hoeveelheid wordt aangepast indien artikel 1, lid 3, wordt toegepast.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 16 maart 2007.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 58 van 28.2.2006, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2011/2006 (PB L 384 van 29.12.2006, blz. 1).

(2)  PB L 58 van 28.2.2006, blz. 42.


BIJLAGE

Het overeenkomstig artikel 1, lid 2, onder c), vastgestelde onttrekkingspercentage

lidstaat

Onttrekkingspercentage

Tsjechië

7,29

Griekenland

0

Spanje

10,53

Italië

0

Hongarije

6,21

Portugal (vasteland)

0

Slowakije

4,32

Finland

3,24

Zweden

10,26


17.3.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 78/24


VERORDENING (EG) Nr. 291/2007 VAN DE COMMISSIE

van 16 maart 2007

houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 272/2007 tot vaststelling van de invoerrechten in de sector granen van toepassing vanaf 16 maart 2007

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1784/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (1),

Gelet op Verordening (EG) nr. 1249/96 van de Commissie van 28 juni 1996 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 1766/92 van de Raad ten aanzien van de invoerrechten in de sector granen (2), en met name op artikel 2, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De invoerrechten in de sector granen die van toepassing zijn vanaf 16 maart 2007, zijn vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 272/2007 van de Commissie (3).

(2)

Aangezien het berekende gemiddelde van de invoerrechten 5 EUR/t verschilt van het vastgestelde recht, moet een overeenkomstige aanpassing van de bij Verordening (EG) nr. 272/2007 vastgestelde invoerrechten plaatsvinden.

(3)

Verordening (EG) nr. 272/2007 moet dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De bijlagen I en II bij Verordening (EG) nr. 272/2007 worden vervangen door de tekst in de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 17 maart 2007.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 16 maart 2007.

Voor de Commissie

Jean-Luc DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 270 van 29.9.2003, blz. 78. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1154/2005 van de Commissie (PB L 187 van 19.7.2005, blz. 11).

(2)  PB L 161 van 29.6.1996, blz. 125. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1110/2003 (PB L 158 van 27.6.2003, blz. 12).

(3)  PB L 76 van 16.3.2007, blz. 3.


BIJLAGE

BIJLAGE I

Vanaf 17 maart 2007 geldende invoerrechten voor de in artikel 10, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1784/2003 bedoelde producten

GN-code

Omschrijving

Invoerrecht (1)

(EUR/t)

1001 10 00

HARDE TARWE van hoge kwaliteit

0,00

van gemiddelde kwaliteit

0,00

van lage kwaliteit

0,00

1001 90 91

ZACHTE TARWE, zaaigoed

0,00

ex 1001 90 99

ZACHTE TARWE van hoge kwaliteit, andere dan zaaigoed

0,00

1002 00 00

ROGGE

0,00

1005 10 90

MAÏS, zaaigoed, ander dan hybriden

2,49

1005 90 00

MAÏS, andere dan zaaigoed (2)

2,49

1007 00 90

GRAANSORGHO, andere dan hybriden bestemd voor zaaidoeleinden

0,00

BIJLAGE II

Elementen voor de berekening van de in bijlage I vastgestelde rechten

15 maart 2007

1.

Gemiddelden over de in artikel 2, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1249/96 bedoelde referentieperiode:

(EUR/t)

 

Zachte tarwe (3)

Maïs

Harde tarwe van hoge kwaliteit

Harde tarwe van gemiddelde kwaliteit (4)

Harde tarwe van lage kwaliteit (5)

Gerst

Beurs

Minneapolis

Chicago

Notering

156,22

118,40

Fob-prijs VSA

182,28

172,28

152,28

150,11

Golfpremie

28,39

8,71

Grote-Merenpremie

2.

Gemiddelden over de in artikel 2, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1249/96 bedoelde referentieperiode:

Vrachtkosten: Golf van Mexico–Rotterdam:

31,00 EUR/t

Vrachtkosten: Grote Meren–Rotterdam:

— EUR/t


(1)  Voor producten die via de Atlantische Oceaan of het Suezkanaal in de Gemeenschap worden aangevoerd, komt de importeur op grond van artikel 2, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1249/96 in aanmerking voor een verlaging van het invoerrecht met:

3 EUR/t als de loshaven aan de Middellandse Zee ligt,

2 EUR/t als de loshaven in Denemarken, Estland, Ierland, Letland, Litouwen, Polen, Finland, Zweden, het Verenigd Koninkrijk of aan de Atlantische kust van het Iberisch Schiereiland ligt.

(2)  De importeur komt in aanmerking voor een forfaitaire verlaging van het invoerrecht met 24 EUR/t als aan de in artikel 2, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1249/96 vastgestelde voorwaarden is voldaan.

(3)  Premie van 14 EUR/t inbegrepen (artikel 4, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1249/96).

(4)  Korting van 10 EUR/t (artikel 4, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1249/96).

(5)  Korting van 30 EUR/t (artikel 4, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1249/96).


II Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie niet verplicht is

BESLUITEN/BESCHIKKINGEN

Raad

17.3.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 78/27


BESLUIT VAN DE RAAD

van 22 februari 2007

houdende benoeming van de vicevoorzitter van het Communautair Bureau voor plantenrassen

(2007/168/EG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op Verordening (EG) nr. 2100/94 van de Raad van 27 juli 1994 inzake het communautaire kwekersrecht (1), inzonderheid op artikel 43, lid 3,

Gezien de lijst van kandidaten die de Commissie op 22 november 2006 heeft voorgesteld, na het advies van de raad van bestuur van het Communautair Bureau voor plantenrassen te hebben ingewonnen en na raadpleging van de voorzitter van het Communautair Bureau voor plantenrassen,

BESLUIT:

Artikel 1

1.   De heer Carlos PEREIRA GODINHO wordt hierbij voor een periode van vijf jaar benoemd tot vicevoorzitter van het Communautair Bureau voor plantenrassen in rang AD 12, overeenkomstig de publicatie van de vacature in het Publicatieblad (2).

2.   De ambtstermijn van de heer Carlos PEREIRA GODINHO gaat in op de dag waarop hij in functie treedt; deze datum wordt door de voorzitter en de raad van bestuur van het Communautair Bureau voor plantenrassen overeengekomen.

Artikel 2

De voorzitter van de raad van bestuur van het Communautair Bureau voor plantenrassen is bevoegd het arbeidscontract met de heer Carlos PEREIRA GODINHO te tekenen.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 22 februari 2007.

Voor de Raad

De voorzitter

F. MÜNTEFERING


(1)  PB L 227 van 1.9.1994, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 873/2004 (PB L 162 van 30.4.2004, blz. 38).

(2)  Publicatie van een vacature voor vicevoorzitter van het Communautair Bureau voor plantenrassen (Rang A*12) (PB C 83 A van 6.4.2006, blz. 1).


Commissie

17.3.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 78/28


BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 16 maart 2007

waarbij wordt vastgesteld dat artikel 30, lid 1, van Richtlijn 2004/17/EG van het Europees Parlement en de Raad houdende coördinatie van de procedures voor het plaatsen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten, van toepassing is op bepaalde koeriers- en pakketdiensten in Denemarken

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2007) 840)

(Slechts de tekst in de Deense taal is authentiek)

(Voor de EER relevante tekst)

(2007/169/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 2004/17/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 houdende coördinatie van de procedures voor het plaatsen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten (1), en met name op artikel 30, leden 4 en 6,

Gezien het verzoek dat het Koninkrijk Denemarken op 20 november 2006 per e-mail heeft gedaan en de aanvullende informatie die de Deense autoriteiten op 22 december 2006 per e-mail hebben verstrekt nadat de diensten van de Commissie daarom op 8 december 2006 per e-mail hadden gevraagd,

Gezien de conclusies van de onafhankelijke nationale instantie, Konkurrencestyrelsen (de Deense mededingingsautoriteit), dat wordt voldaan aan de voorwaarden waaronder artikel 30, lid 1, van Richtlijn 2004/17/EG van toepassing is,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In artikel 30 van Richtlijn 2004/17/EG is bepaald dat die richtlijn niet van toepassing is op opdrachten voor een onder de richtlijn vallende activiteit indien die activiteit in de lidstaat waar zij wordt uitgeoefend, rechtstreeks aan mededinging blootstaat op marktgebieden waartoe de toegang niet beperkt is. De rechtstreekse blootstelling aan mededinging wordt beoordeeld aan de hand van objectieve criteria waarbij rekening wordt gehouden met de specifieke kenmerken van de betrokken sector. De toegang tot een markt wordt als niet-beperkt beschouwd indien de lidstaat de desbetreffende communautaire wetgeving tot openstelling van een bepaalde (deel)sector ten uitvoer heeft gelegd en heeft toegepast.

(2)

Deze wetgeving is vermeld in bijlage XI bij Richtlijn 2004/17/EG. Voor postdiensten gaat het om Richtlijn 97/67/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 1997 betreffende gemeenschappelijke regels voor de ontwikkeling van de interne markt voor postdiensten in de Gemeenschap en de verbetering van de kwaliteit van de dienst (2).

(3)

Krachtens artikel 62, punt 2, van Richtlijn 2004/17/EG is titel III van die richtlijn, waarin de regels voor prijsvragen op het gebied van diensten zijn opgenomen, niet van toepassing op prijsvragen die worden georganiseerd om in de betrokken lidstaat een activiteit te verrichten waarop de in artikel 30, lid 1, van de richtlijn bedoelde vrijstelling uit hoofde van een besluit van de Commissie van toepassing is, dan wel overeenkomstig artikel 30, lid 4, tweede of derde alinea, of artikel 30, lid 5, vierde alinea, van toepassing wordt geacht.

(4)

Het verzoek van het Koninkrijk Denemarken betreft bepaalde koeriers- en pakketdiensten in Denemarken. De diensten in kwestie kunnen meer in het bijzonder worden omschreven als zakelijke pakketdiensten, binnenlands en internationaal; diensten met betrekking tot lichte goederen/palletgoederen, binnenlands en internationaal; alsook koeriers- en expresdiensten, binnenlands en internationaal. Overeenkomstig eerdere beschikkingen van de Commissie (3) kan tussen bovengenoemde diensten een onderscheid worden gemaakt. Er mag derhalve worden aangenomen dat elk van deze diensten een afzonderlijke markt vormt. Het Deense verzoek heeft derhalve betrekking op zes verschillende markten. Overeenkomstig artikel 6 van Richtlijn 2004/17/EG vallen logistieke diensten, zoals koeriers- en expresdiensten, onder de richtlijn op voorwaarde dat deze diensten worden geleverd door een dienst die ook postdiensten in de zin van artikel 6, lid 2, onder b), verstrekt.

(5)

Aangezien Post Danmark, in wiens naam het verzoek is ingediend, een overheidsbedrijf in de zin van artikel 2, lid 1, onder b), van Richtlijn 2004/17/EG is dat tal van in artikel 6 van deze richtlijn genoemde activiteiten uitoefent, is het bedrijf een aanbestedende dienst in de zin van Richtlijn 2004/17/EG. Volgens de beschikbare informatie lijkt Post Danmark de enige aanbestedende dienst te zijn die actief is op de markten waarop deze beschikking betrekking heeft. De overige marktdeelnemers zijn particuliere ondernemingen die geen bijzondere of uitsluitende rechten genieten bij de uitoefening van hun activiteiten.

(6)

Deze beoordeling en de andere beoordelingen in deze beschikking zijn uitsluitend bedoeld voor de toepassing van Richtlijn 2004/17/EG en laten de toepassing van de mededingingsregels onverlet.

(7)

Denemarken heeft Richtlijn 97/67/EG ten uitvoer gelegd en toegepast. De toegang tot de markt moet dan ook, overeenkomstig artikel 30, lid 3, eerste alinea, van Richtlijn 2004/17/EG, als niet-beperkt worden beschouwd.

(8)

De rechtstreekse blootstelling aan mededinging moet worden beoordeeld aan de hand van diverse indicatoren, waarbij geen van deze indicatoren op zichzelf doorslaggevend is.

(9)

Een van de parameters waarmee rekening dient te worden gehouden, is het marktaandeel van de voornaamste marktdeelnemers. Een andere parameter is de mate van concentratie. Of het marktaandeel van Post Danmark nu op basis van de omzet dan wel op basis van het aantal zendingen wordt gemeten, volgens de verstrekte informatie varieert het op de betrokken zes markten van minder dan 1 % (4) tot 35-40 % (5), wat aanvaardbare niveaus zijn, mede gezien de mate van concentratie op deze markten. Op slechts twee van deze markten, namelijk die voor binnenlandse pakketdiensten en die voor binnenlandse koeriers- en expresdiensten, is Post Danmark de grootste marktdeelnemer (6). Op deze beide markten is het gezamenlijke marktaandeel van de grootste twee concurrenten van Post Danmark vergelijkbaar met of groter dan dat van Post Danmark (7). Op de markten waarop Post Danmark niet het grootste marktaandeel heeft, is het geaggregeerde marktaandeel van de grootste twee concurrenten van het bedrijf vele malen groter (8) dan het marktaandeel van Post Danmark. Deze factoren moeten daarom worden beschouwd als een indicatie dat er van rechtstreekse blootstelling aan mededinging sprake is.

(10)

In het licht van bovenstaande indicatoren worden de in overweging 4 (9) opgesomde koeriers- en pakketdiensten in Denemarken geacht te voldoen aan de voorwaarde betreffende rechtstreekse blootstelling aan mededinging in artikel 30, lid 1, van Richtlijn 2004/17/EG. Zoals in overweging 7 wordt opgemerkt, wordt ook aan de verdere voorwaarde van vrije toegang tot de markt geacht te zijn voldaan. Bijgevolg zou Richtlijn 2004/17/EG niet van toepassing mogen zijn wanneer aanbestedende diensten opdrachten plaatsen voor het verrichten in Denemarken van de koeriers- en pakketdiensten waarop het onderhavige verzoek betrekking heeft, of prijsvragen organiseren om daar een dergelijke activiteit te verrichten.

(11)

Deze beschikking is gebaseerd op de juridische en feitelijke situatie van november en december 2006 zoals die blijkt uit de door het Koninkrijk Denemarken verstrekte informatie. Zij kan worden herzien wanneer de juridische of feitelijke situatie zodanig verandert dat niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden waaronder artikel 30, lid 1, van Richtlijn 2004/17/EG van toepassing is.

(12)

De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Raadgevend Comité inzake overheidsopdrachten,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING VASTGESTELD:

Artikel 1

Richtlijn 2004/17/EG is niet van toepassing op opdrachten die aanbestedende diensten plaatsen met de bedoeling de volgende koeriers- en pakketdiensten in Denemarken te kunnen leveren:

a)

binnenlandse zakelijke pakketdiensten;

b)

internationale zakelijke pakketdiensten;

c)

binnenlandse diensten met betrekking tot lichte goederen/palletgoederen;

d)

internationale diensten met betrekking tot lichte goederen/palletgoederen;

e)

binnenlandse koeriers- en expresdiensten; en

f)

internationale koeriers- en expresdiensten.

Artikel 2

Deze beschikking is gebaseerd op de juridische en feitelijke situatie van november en december 2006 zoals die blijkt uit de door het Koninkrijk Denemarken verstrekte informatie. Zij kan worden herzien wanneer de juridische of feitelijke situatie zodanig verandert dat niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden waaronder artikel 30, lid 1, van Richtlijn 2004/17/EG van toepassing is.

Artikel 3

Deze beschikking is gericht tot het Koninkrijk Denemarken.

Gedaan te Brussel, 16 maart 2007.

Voor de Commissie

Charlie McCREEVY

Lid van de Commissie


(1)  PB L 134 van 30.4.2004, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening 2006/97/EG van de Raad (PB L 363 van 20.12.2006, blz. 107).

(2)  PB L 15 van 21.1.1998, blz. 14. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 1882/2003 (PB L 284 van 31.10.2003, blz. 1).

(3)  Beschikking van de Commissie van 2 december 1991 waarbij een concentratie verenigbaar met de gemeenschappelijke markt wordt verklaard (zaak IV/M.102 — TNT/CANADA POST, DBP POSTDIENST, LA POSTE, PTT POST & SWEDEN POST) op grond van Verordening (EEG) nr. 4064/89 van de Raad, overweging 19 e.v.; Beschikking van de Commissie van 8 november 1996 waarbij een concentratie verenigbaar met de gemeenschappelijke markt wordt verklaard (zaak IV/M.843 — PTT Post/TNT/GD Express Worldwide) op grond van Verordening (EEG) nr. 4064/89 van de Raad, overweging 10 e.v.; Beschikking van de Commissie van 1 juli 1999 waarbij een concentratie verenigbaar met de gemeenschappelijke markt wordt verklaard (zaak IV/M.1513 — DEUTSCHE POST/DANZAS/NEDLLOYD) op grond van Verordening (EEG) nr. 4064/89 van de Raad, overweging 8 e.v.; Beschikking van de Commissie van 20 maart 2001 in een procedure op grond van artikel 82 van het EG-Verdrag (zaak COMP/35 141 — Deutsche Post AG), overweging 26 e.v.; Beschikking van de Commissie van 21 oktober 2002 waarbij een concentratie verenigbaar met de gemeenschappelijke markt wordt verklaard (zaak IV/M.2908 — DEUTSCHE POST/DHL (II)) op grond van Verordening (EEG) nr. 4064/89 van de Raad, overweging 10 e.v.

(4)  Op de markt voor internationale koeriers- en expresdiensten in 2005.

(5)  Op de markt voor binnenlandse zakelijke pakketdiensten (van en naar Denemarken) in 2005.

(6)  In 2005 bedroeg het op basis van de omzet gemeten marktaandeel van Post Danmark 16-19 % voor binnenlandse koeriers- en expresdiensten en 35-40 % voor binnenlandse zakelijke pakketdiensten.

(7)  In 2005 beliep het geaggregeerde marktaandeel van de grootste twee concurrenten op de markt voor binnenlandse zakelijke pakketdiensten 36-44 % (gemeten op basis van de omzet), terwijl hun gezamenlijke marktaandeel op de markt voor binnenlandse koeriers- en expresdiensten 23-29 % bedroeg (eveneens gemeten op basis van de omzet).

(8)  Bijvoorbeeld op de markt voor binnenlandse lichte goederen/palletgoederen bedraagt het op basis van de omzet gemeten marktaandeel van Post Danmark 3-5 %, terwijl het op basis van de omzet gemeten geaggregeerde aandeel van de grootste twee marktdeelnemers 69-83 % beloopt. Het verschil is zelfs nog groter op de markt voor internationale koeriers- en expresdiensten: op die markt bedroeg het op basis van de omzet gemeten marktaandeel van Post Danmark in 2005 1 %, terwijl het eveneens op basis van de omzet gemeten geaggregeerde marktaandeel van de grootste twee marktdeelnemers 65-80 % beliep.

(9)  De diensten in kwestie zijn omschreven als zakelijke pakketdiensten, binnenlands en internationaal; diensten met betrekking tot lichte goederen/palletgoederen, binnenlands en internationaal; alsook koeriers- en expresdiensten, binnenlands en internationaal.


OVEREENKOMSTEN

Raad

17.3.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 78/31


Informatie over de datum van inwerkingtreding van de partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko (1)

De Europese Gemeenschap en de regering van het Koninkrijk Marokko hebben elkaar op respectievelijk 29 mei 2006 en 28 februari 2007 kennis gegeven van de voltooiing van de voor de inwerkingtreding van de overeenkomst noodzakelijke procedures.

De overeenkomst is derhalve, conform artikel 17, op 28 februari 2007 in werking getreden.


(1)  PB L 141 van 29.5.2006, blz. 4.


17.3.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 78/31


Informatie over de datum van inwerkingtreding van de Kaderovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en Bosnië en Herzegovina inzake de algemene beginselen voor de deelname van Bosnië en Herzegovina aan communautaire programma's

De Kaderovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en Bosnië en Herzegovina inzake de algemene beginselen voor de deelname van Bosnië en Herzegovina aan communautaire programma's (1), die op 22 november 2004 in Brussel is ondertekend, is op 8 januari 2007 in werking getreden, overeenkomstig artikel 10 van de overeenkomst.


(1)  PB L 192 van 22.7.2005, blz. 8.


Rectificaties

17.3.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 78/32


Rectificatie van Richtlijn 2006/52/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 tot wijziging van Richtlijn 95/2/EG betreffende levensmiddelenadditieven met uitzondering van kleurstoffen en zoetstoffen, en Richtlijn 94/35/EG inzake zoetstoffen die in levensmiddelen mogen worden gebruikt

( Publicatieblad van de Europese Unie L 204 van 26 juli 2006 )

Bladzijde 15, bijlage I, punt 3, c) (wijziging van bijlage III, deel C, van Richtlijn 95/2/EG), tabel, onder „E 249” en „E 250”:

a)

Traditionele in een pekelbad gezouten vleesproducten (1):

„175 mg/kg” komt op dezelfde regel te staan als „Wiltshire bacon (1.1)”;

b)

Cured tongue (1.3)

„50 mg/kg” komt op dezelfde regel te staan als „Cured tongue (1.3)”;

c)

Traditioneel vervaardigde drooggezouten vleesproducten (2):

„175 mg/kg” komt op dezelfde regel te staan als „Dry cured bacon (2.1)”.

Bladzijden 16 en 17 (niet op bladzijde 15), bijlage I, punt 3, c) (wijziging van bijlage III, deel C van Richtlijn 95/2/EG), opschrift van de kolommen „Maximumconcentratie die tijdens de vervaardiging mag worden toegevoegd” en „Maximaal restgehalte”:

in plaats van:

„(uitgedrukt als NaNO2)”

te lezen:

„(uitgedrukt als NaNO3)”.

Bladzijde 16, bijlage I, punt 3, c) (wijziging van bijlage III, deel C van Richtlijn 95/2/EG), tabel, onder „E 251” en „E 252”:

a)

Traditioneel vervaardigde drooggezouten vleesproducten (2):

„250 mg/kg” komt op dezelfde regel te staan als „Dry cured bacon en Dry cured ham (2.1)”;

b)

Overige traditioneel vervaardigde gezouten of gedroogde vleesproducten (3):

„300 mg/kg (indien geen E 249 of E 250 is toegevoegd)” komt op dezelfde regel te staan als „Rohwürste (Salami en Kantwurst) (3.3)”.