ISSN 1725-2598

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 44

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

50e jaargang
15 februari 2007


Inhoud

 

Bladzijde

 

*

Bericht aan de lezers

1

 

 

Rectificaties

 

*

Rectificatie van Verordening (EG) nr. 1935/2006 van de Commissie van 20 december 2006 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 794/2004 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 659/1999 van de Raad tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van artikel 93 van het EG-Verdrag (PB L 407 van 30.12.2006)

3

 

*

Rectificatie van Verordening (EG) nr. 1936/2006 van de Commissie van 20 december 2006 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 701/2003 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 2286/2002 van de Raad ten aanzien van de regeling die geldt bij invoer van bepaalde producten van de sectoren slachtpluimvee en eieren, van oorsprong uit de ACS-staten (PB L 407 van 30.12.2006)

60

 

*

Rectificatie van Verordening (EG) nr. 1937/2006 van de Commissie van 20 december 2006 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 2497/96 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering, in de sector slachtpluimvee, van de regeling waarin is voorzien in de Associatieovereenkomst en de Interim-overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en Israël (PB L 407 van 30.12.2006)

63

 

*

Rectificatie van Verordening (EG) nr. 1938/2006 van de Commissie van 20 december 2006 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1431/94 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering, in de sector slachtpluimvee, van de invoerregeling waarin is voorzien bij Verordening (EG) nr. 774/94 van de Raad houdende opening en vaststelling van de wijze van beheer van communautaire tariefcontingenten voor slachtpluimvee en bepaalde andere landbouwproducten (PB L 407 van 30.12.2006)

67

 

*

Rectificatie van Verordening (EG) nr. 1939/2006 van de Commissie van 21 december 2006 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 462/2003 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van de regeling die geldt bij invoer van bepaalde producten van de sector varkensvlees, van oorsprong uit de ACS-staten (PB L 407 van 30.12.2006)

73

 

*

Rectificatie van Verordening (EG) nr. 1940/2006 van de Commissie van 21 december 2006 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1556/2006 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 774/94 van de Raad wat de invoerregeling voor varkensvlees betreft (PB L 407 van 30.12.2006)

77

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


15.2.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 44/1


BERICHT AAN DE LEZERS

BG

:

Настоящият брой на Официален вестник е публикуван на испански, чешки, датски, немски, естонски, гръцки, английски, френски, италиански, латвийски, литовски, унгарски, нидерландски, полски, португалски, словашки, словенски, фински и шведски език.

Поправката, включена в него, се отнася до актове, публикувани преди разширяването на Европейския съюз от 1 януари 2007 г.

ES

:

El presente Diario Oficial se publica en español, checo, danés, alemán, estonio, griego, inglés, francés, italiano, letón, lituano, húngaro, neerlandés, polaco, portugués, eslovaco, esloveno, finés y sueco.

Las correcciones de errores que contiene se refieren a los actos publicados con anterioridad a la ampliación de la Unión Europea del 1 de enero de 2007.

CS

:

Tento Úřední věstník se vydává ve španělštině, češtině, dánštině, němčině, estonštině, řečtině, angličtině, francouzštině, italštině, lotyštině, litevštině, maďarštině, nizozemštině, polštině, portugalštině, slovenštině, slovinštině, finštině a švédštině.

Oprava zde uvedená se vztahuje na akty uveřejněné před rozšířením Evropské unie dne 1. ledna 2007.

DA

:

Denne EU-Tidende offentliggøres på dansk, engelsk, estisk, finsk, fransk, græsk, italiensk, lettisk, litauisk, nederlandsk, polsk, portugisisk, slovakisk, slovensk, spansk, svensk, tjekkisk, tysk og ungarsk

Berigtigelserne heri henviser til retsakter, som blev offentliggjort før udvidelsen af Den Europæiske Union den 1. januar 2007.

DE

:

Dieses Amtsblatt wird in Spanisch, Tschechisch, Dänisch, Deutsch, Estnisch, Griechisch, Englisch, Französisch, Italienisch, Lettisch, Litauisch, Ungarisch, Niederländisch, Polnisch, Portugiesisch, Slowakisch, Slowenisch, Finnisch und Schwedisch veröffentlicht.

Die darin enthaltenen Berichtigungen beziehen sich auf Rechtsakte, die vor der Erweiterung der Europäischen Union am 1. Januar 2007 veröffentlicht wurden.

ET

:

Käesolev Euroopa Liidu Teataja ilmub hispaania, tšehhi, taani, saksa, eesti, kreeka, inglise, prantsuse, itaalia, läti, leedu, ungari, hollandi, poola, portugali, slovaki, sloveeni, soome ja rootsi keeles.

Selle parandusega viidatakse aktidele, mis on avaldatud enne Euroopa Liidu laienemist 1. jaanuaril 2007.

EL

:

Η παρούσα Επίσημη Εφημερίδα δημοσιεύεται στην ισπανική, τσεχική, δανική, γερμανική, εσθονική, ελληνική, αγγλική, γαλλική, ιταλική, λεττονική, λιθουανική, ουγγρική, ολλανδική, πολωνική, πορτογαλική, σλοβακική, σλοβενική, φινλανδική και σουηδική γλώσσα.

Τα διορθωτικά που περιλαμβάνει αναφέρονται σε πράξεις που δημοσιεύθηκαν πριν από τη διεύρυνση της Ευρωπαϊκής Ένωσης την 1η Ιανουαρίου 2007.

EN

:

This Official Journal is published in Spanish, Czech, Danish, German, Estonian, Greek, English, French, Italian, Latvian, Lithuanian, Hungarian, Dutch, Polish, Portuguese, Slovak, Slovenian, Finnish and Swedish.

The corrigenda contained herein refer to acts published prior to enlargement of the European Union on 1 January 2007.

FR

:

Le présent Journal officiel est publié dans les langues espagnole, tchèque, danoise, allemande, estonienne, grecque, anglaise, française, italienne, lettone, lituanienne, hongroise, néerlandaise, polonaise, portugaise, slovaque, slovène, finnoise et suédoise.

Les rectificatifs qu'il contient se rapportent à des actes publiés antérieurement à l'élargissement de l'Union européenne du 1er janvier 2007.

IT

:

La presente Gazzetta ufficiale è pubblicata nelle lingue spagnola, ceca, danese, tedesca, estone, greca, inglese, francese, italiana, lettone, lituana, ungherese, olandese, polacca, portoghese, slovacca, slovena, finlandese e svedese.

Le rettifiche che essa contiene si riferiscono ad atti pubblicati anteriormente all'allargamento dell'Unione europea del 1o gennaio 2007.

LV

:

Šis Oficiālais Vēstnesis publicēts spāņu, čehu, dāņu, vācu, igauņu, grieķu, angļu, franču, itāļu, latviešu, lietuviešu, ungāru, holandiešu, poļu, portugāļu, slovāku, slovēņu, somu un zviedru valodā.

Šeit minētie labojumi attiecas uz tiesību aktiem, kas publicēti pirms Eiropas Savienības paplašināšanās 2007. gada 1. janvārī.

LT

:

Šis Oficialusis leidinys išleistas ispanų, čekų, danų, vokiečių, estų, graikų, anglų, prancūzų, italų, latvių, lietuvių, vengrų, olandų, lenkų, portugalų, slovakų, slovėnų, suomių ir švedų kalbomis.

Čia išspausdintas teisės aktų, paskelbtų iki Europos Sąjungos plėtros 2007 m. sausio 1 d., klaidų ištaisymas.

HU

:

Ez a Hivatalos Lap spanyol, cseh, dán, német, észt, görög, angol, francia, olasz, lett, litván, magyar, holland, lengyel, portugál, szlovák, szlovén, finn és svéd nyelven jelenik meg.

Az itt megjelent helyesbítések elsősorban a 2007. január 1-jei európai uniós bővítéssel kapcsolatos jogszabályokra vonatkoznak.

MT

:

Dan il-Ġurnal Uffiċjali hu ppubblikat fil-ligwa Spanjola, Ċeka, Daniża, Ġermaniża, Estonjana, Griega, Ingliża, Franċiża, Taljana, Latvjana, Litwana, Ungeriża, Olandiża, Pollakka, Portugiża, Slovakka, Slovena, Finlandiża uvediża.

Il-corrigenda li tinstab hawnhekk tirreferi għal atti ppubblikati qabel it-tkabbir ta' l-Unjoni Ewropea fl-1 ta' Jannar 2007.

NL

:

Dit Publicatieblad wordt uitgegeven in de Spaanse, de Tsjechische, de Deense, de Duitse, de Estse, de Griekse, de Engelse, de Franse, de Italiaanse, de Letse, de Litouwse, de Hongaarse, de Nederlandse, de Poolse, de Portugese, de Slowaakse, de Sloveense, de Finse en de Zweedse taal.

De rectificaties in dit Publicatieblad hebben betrekking op besluiten die vóór de uitbreiding van de Europese Unie op 1 januari 2007 zijn gepubliceerd.

PL

:

Niniejszy Dziennik Urzędowy jest wydawany w językach: hiszpańskim, czeskim, duńskim, niemieckim, estońskim, greckim, angielskim, francuskim, włoskim, łotewskim, litewskim, węgierskim, niderlandzkim, polskim, portugalskim, słowackim, słoweńskim, fińskim i szwedzkim.

Sprostowania zawierają odniesienia do aktów opublikowanych przed rozszerzeniem Unii Europejskiej dnia 1 stycznia 2007 r.

PT

:

O presente Jornal Oficial é publicado nas línguas espanhola, checa, dinamarquesa, alemã, estónia, grega, inglesa, francesa, italiana, letã, lituana, húngara, neerlandesa, polaca, portuguesa, eslovaca, eslovena, finlandesa e sueca.

As rectificações publicadas neste Jornal Oficial referem-se a actos publicados antes do alargamento da União Europeia de 1 de Janeiro de 2007.

RO

:

Prezentul Jurnal Oficial este publicat în limbile spaniolă, cehă, daneză, germană, estonă, greacă, engleză, franceză, italiană, letonă, lituaniană, maghiară, olandeză, polonă, portugheză, slovacă, slovenă, finlandeză şi suedeză.

Rectificările conţinute în acest Jurnal Oficial se referă la acte publicate anterior extinderii Uniunii Europene din 1 ianuarie 2007.

SK

:

Tento úradný vestník vychádza v španielskom, českom, dánskom, nemeckom, estónskom, gréckom, anglickom, francúzskom, talianskom, lotyšskom, litovskom, maďarskom, holandskom, poľskom, portugalskom, slovenskom, slovinskom, fínskom a švédskom jazyku.

Korigendá, ktoré obsahuje, odkazujú na akty uverejnené pred rozšírením Európskej únie 1. mája 2007.

SL

:

Ta Uradni list je objavljen v španskem, češkem, danskem, nemškem, estonskem, grškem, angleškem, francoskem, italijanskem, latvijskem, litovskem, madžarskem, nizozemskem, poljskem, portugalskem, slovaškem, slovenskem, finskem in švedskem jeziku.

Vsebovani popravki se nanašajo na akte objavljene pred širitvijo Evropske unije 1. januarja 2007.

FI

:

Tämä virallinen lehti on julkaistu espanjan, tšekin, tanskan, saksan, viron, kreikan, englannin, ranskan, italian, latvian, liettuan, unkarin, hollannin, puolan, portugalin, slovakin, sloveenin, suomen ja ruotsin kielellä.

Lehden sisältämät oikaisut liittyvät ennen Euroopan unionin laajentumista 1. tammikuuta 2007 julkaistuihin säädöksiin.

SV

:

Denna utgåva av Europeiska unionens officiella tidning publiceras på spanska, tjeckiska, danska, tyska, estniska, grekiska, engelska, franska, italienska, lettiska, litauiska, ungerska, nederländska, polska, portugisiska, slovakiska, slovenska, finska och svenska.

Rättelserna som den innehåller avser rättsakter som publicerades före utvidgningen av Europeiska unionen den 1 januari 2007.


Rectificaties

15.2.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 44/3


Rectificatie van Verordening (EG) nr. 1935/2006 van de Commissie van 20 december 2006 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 794/2004 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 659/1999 van de Raad tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van artikel 93 van het EG-Verdrag

( Publicatieblad van de Europese Unie L 407 van 30 december 2006 )

Verordening (EG) nr. 1935/2006 komt als volgt te luiden:

VERORDENING (EG) Nr. 1935/2006 VAN DE COMMISSIE

van 20 december 2006

houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 794/2004 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 659/1999 van de Raad tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van artikel 93 van het EG-Verdrag

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 659/1999 van de Raad van 22 maart 1999 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van artikel 93 van het EG-Verdrag (1), en met name op artikel 27,

Na raadpleging van het Adviescomité inzake overheidssteun,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 794/2004 van de Commissie (2) is een uitgebreid formulier vastgesteld dat moet worden gebruikt voor de aanmelding van staatssteun. In die verordening is ook bepaald dat de aanvullende informatie die nodig is voor de beoordeling van een steunmaatregel van de staten, moet worden verstrekt door middel van de in de bijlage bij die verordening opgenomen formulieren.

(2)

Als gevolg van de vaststelling door de Commissie van de Communautaire richtsnoeren voor staatssteun in de landbouw- en de bosbouwsector 2007-2013 (3), zijn de regels die de Commissie voor de beoordeling van de verenigbaarheid van de steunmaatregelen van de staten met de gemeenschappelijke markt toepast, gewijzigd. Aangezien het aanmeldingsformulier een gedetailleerde vragenlijst is die op de geldende regels gebaseerd is, moeten delen daarvan worden gewijzigd.

(3)

Bijgevolg moet Verordening (EG) nr. 794/2004 dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage I bij Verordening (EG) nr. 794/2004 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 20 december 2006.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie

BIJLAGE

In bijlage I bij Verordening (EG) nr. 794/2004 worden de delen III.12.A tot en met III.12.Q vervangen door:

„DEEL III.12

INFORMATIEFORMULIER LANDBOUW

Dit formulier voor de aanmelding van staatssteun mag alleen worden gebruikt voor activiteiten in verband met de productie, verwerking en afzet van landbouwproducten zoals omschreven in punt 6 van de Communautaire richtsnoeren voor staatssteun in de landbouw- en de bosbouwsector 2007-2013 (4). De specifieke regels voor staatssteun in de landbouw zijn niet van toepassing op maatregelen in verband met de verwerking van producten van bijlage I tot producten die niet onder bijlage I vallen. Gelieve voor dergelijke maatregelen het toepasselijke aanmeldingsformulier in te vullen.

1.   Betrokken producten

1.1.

Is de maatregel van toepassing op een van de volgende producten waarvoor nog geen gemeenschappelijke marktordening geldt:

aardappelen (andere dan voor de zetmeelproductie),

paardenvlees,

koffie,

kurk,

van alcohol afgeleide azijn?

De maatregel is op geen van de genoemde producten van toepassing.

2.   Stimulerend effect

A.   Steunregelingen

2.1.

Wordt de steun in het kader van een steunregeling uitsluitend toegekend voor activiteiten die plaatsvinden of diensten die worden ontvangen nadat de steunregeling is ingesteld en door de Commissie als verenigbaar met het EG-Verdrag is aangemerkt?

Ja

Neen

Zo neen, gelieve punt 16 van de richtsnoeren te raadplegen.

2.2.

Als de steunregeling automatisch en zonder verdere administratieve handelingen recht geeft op steun, is het dan zo dat de steun zelf uitsluitend wordt toegekend voor activiteiten die plaatsvinden of diensten die worden ontvangen nadat de steunregeling is ingesteld en door de Commissie als verenigbaar met het EG-Verdrag is aangemerkt?

Ja

Neen

Zo neen, gelieve punt 16 van de richtsnoeren te raadplegen.

2.3.

Als voor de steunregeling een aanvraag moet worden ingediend bij de betrokken bevoegde autoriteit, is het dan zo dat de steun zelf uitsluitend wordt toegekend voor activiteiten die plaatsvinden of diensten die worden ontvangen nadat aan de volgende voorwaarden is voldaan:

a)

de steunregeling moet zijn ingesteld en door de Commissie als verenigbaar met het EG-Verdrag zijn aangemerkt;

b)

de steunaanvraag moet naar behoren zijn ingediend bij de betrokken bevoegde autoriteit;

c)

de betrokken bevoegde autoriteit moet de aanvraag hebben aanvaard en zich daarbij tot steunverlening hebben verplicht, met uitdrukkelijke vermelding van het te betalen steunbedrag of van de wijze waarop de steun wordt berekend; de bevoegde autoriteit mag een aanvraag slechts aanvaarden als de voor de betrokken steunmaatregel of steunregeling beschikbare begrotingsmiddelen niet zijn opgebruikt?

Ja

Neen

Zo neen, gelieve punt 16 van de richtsnoeren te raadplegen.

B.   Individuele steun

2.4.

Zal individuele steun die buiten een regeling valt, uitsluitend worden toegekend voor activiteiten die plaatsvinden of diensten die worden ontvangen nadat aan de in punt 2.3, onder b) en c), genoemde voorwaarden is voldaan?

Ja

Neen

Zo neen, gelieve punt 16 van de richtsnoeren te raadplegen.

C.   Compenserende steun

2.5.

Is de steunregeling van compenserende aard?

Ja

Neen

Zo ja, dan zijn de bovenstaande punten A en B niet van toepassing.

3.   Aard van de steun

Welke soort(en) steun omvat de geplande maatregel?

MAATREGELEN VOOR PLATTELANDSONTWIKKELING

A.

Steun voor investeringen in landbouwbedrijven

B.

Steun voor investeringen voor de verwerking en de afzet van landbouwproducten

C.

Agromilieusteun en steun voor het dierenwelzijn

C bis

Natura 2000-betalingen en betalingen in verband met Richtlijn 2000/60/EG (5)

D.

Steun ter compensatie van handicaps in bepaalde gebieden

E.

Steun voor de naleving van normen

F.

Steun voor de vestiging van jonge landbouwers

G.

Steun voor vervroegde uittreding of voor de beëindiging van de landbouwactiviteit

H.

Steun voor producentengroeperingen

I.

Steun voor ruilverkavelingen

J.

Steun ter bevordering van de productie en de afzet van kwaliteitslandbouwproducten

K.

Technische ondersteuning in de landbouwsector

L.

Steunverlening aan de sector dierlijke productie

M.

Steun voor de ultraperifere gebieden en de eilanden in de Egeïsche Zee

RISICO- EN CRISISBEHEER

N.

Steun ter vergoeding van schade aan de landbouwproductie of aan de landbouwproductiemiddelen

O.

Steun ter bestrijding van dier- en plantenziekten

P.

Steun als bijdrage in verzekeringspremies

Q.

Steun voor de sluiting van productie-, verwerkings- en afzetcapaciteit

ANDERE STEUNMAATREGELEN

R.

Steun voor reclame voor landbouwproducten

S.

Steun met betrekking tot belastingvrijstelling op grond van Richtlijn 2003/96/EG (6)

T.

Steun voor de bossector

DEEL III.12.A

FORMULIER AANVULLENDE INFORMATIE INZAKE STEUN VOOR INVESTERINGEN IN LANDBOUWBEDRIJVEN

Dit aanmeldingsformulier moet worden gebruikt voor de investeringen in landbouwbedrijven zoals bedoeld in punt IV.A van de Communautaire richtsnoeren voor staatssteun in de landbouw- en de bosbouwsector 2007-2013 (7).

1.   Doelstellingen van de steun

1.1.

Welke van de onderstaande doelstellingen worden met de investering beoogd:

verlaging van de productiekosten;

verbetering en omschakeling van de productie;

verhoging van de kwaliteit;

bescherming en verbetering van het milieu, inachtneming van de normen inzake hygiëne en dierenwelzijn;

bevordering van de diversificatie van de landbouwactiviteiten;

andere (gelieve te specificeren).

Als de investering andere doelstellingen heeft, wijzen wij erop dat steun voor investeringen in landbouwbedrijven waarmee geen enkele van de bovengenoemde doelstellingen wordt beoogd, niet is toegestaan.

1.2.

Betreft de steun gewone vervangingsinvesteringen?

Ja

Neen

Zo ja, dan wijzen wij erop dat voor gewone vervangingsinvesteringen geen steun voor investeringen in landbouwbedrijven mag worden verleend.

1.3.

Heeft de steun betrekking op investeringen ten behoeve van producten waarvoor in het kader van een uit het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) gefinancierde gemeenschappelijke marktordening (inclusief de regelingen inzake rechtstreekse steunverlening) op het niveau van individuele landbouwers, landbouwbedrijven of verwerkende bedrijven productiebeperkingen of beperkingen op communautaire steunverlening gelden, en die de productie boven het op grond van deze beperkingen toegestane niveau zouden doen uitkomen?

Ja

Neen

Zo ja, dan wijzen wij u erop dat volgens punt 37 van de richtsnoeren geen steun voor dit soort investeringen mag worden verleend.

2.   Begunstigden

Wie zijn de begunstigden van de steun?

Landbouwers;

producentengroeperingen;

andere (gelieve te specificeren):

…………

3.   Steunintensiteit

3.1.

Vermeld de maximale overheidssteun, uitgedrukt als percentage van het bedrag aan subsidiabele investeringen:

a)

……………………… in probleemgebieden of de gebieden zoals bedoeld in artikel 36, onder a), punt i), ii) of iii), van Verordening (EG) nr. 1698/2005 (8) (max. 50 %);

b)

………………………. in de andere gebieden (max. 40 %);

c)

……………………… voor jonge landbouwers in probleemgebieden of de gebieden zoals bedoeld in artikel 36, onder a), punt i), ii) of iii), van Verordening (EG) nr. 1698/2005, die de investering binnen vijf jaar na hun vestiging uitvoeren (max. 60 %);

d)

………………………. voor jonge landbouwers in de andere gebieden, die de investering binnen vijf jaar na hun vestiging uitvoeren (max. 50 %);

e)

………………………. in de ultraperifere gebieden en op de kleinere eilanden in de Egeïsche Zee in de zin van Verordening (EEG) nr. 2019/93 (9) (max. 75 %);

f)

………………………. voor investeringen die leiden tot extra kosten in verband met milieubescherming en -verbetering, de verbetering van de hygiëne op veehouderijbedrijven of de verbetering van het welzijn van landbouwhuisdieren, met betrekking tot uitgaven die worden gedaan binnen de termijnen voor de omzetting van pas ingestelde minimumnormen (max. 75 % in probleemgebieden of de gebieden zoals bedoeld in artikel 36, onder a), punt i), ii) of iii), van Verordening (EG) nr. 1698/2005, en max. 60 % in de andere gebieden);

g)

………………………. voor investeringen die leiden tot extra kosten in verband met milieubescherming en -verbetering, de verbetering van de hygiëne op veehouderijbedrijven of de verbetering van het welzijn van landbouwhuisdieren, met betrekking tot uitgaven die worden gedaan binnen drie jaar na de datum waartegen de investering overeenkomstig de in de Gemeenschapswetgeving vastgestelde termijnen moest plaatsvinden (max. 50 % in probleemgebieden of de gebieden zoals bedoeld in artikel 36, onder a), punt i), ii) of iii), van Verordening (EG) nr. 1698/2005, en max. 40 % in de andere gebieden);

h)

………………………. voor investeringen die leiden tot extra kosten in verband met milieubescherming en -verbetering, de verbetering van de hygiëne op veehouderijbedrijven of de verbetering van het welzijn van landbouwhuisdieren, met betrekking tot uitgaven die worden gedaan in het vierde jaar na de datum waartegen de investering overeenkomstig de in de Gemeenschapswetgeving vastgestelde termijnen moest plaatsvinden (max. 25 % in probleemgebieden of de gebieden zoals bedoeld in artikel 36, onder a), punt i), ii) of iii), van Verordening (EG) nr. 1698/2005, en max. 20 % in de andere gebieden);

i)

………………………. voor investeringen die leiden tot extra kosten in verband met milieubescherming en -verbetering, de verbetering van de hygiëne op veehouderijbedrijven of de verbetering van het welzijn van landbouwhuisdieren, met betrekking tot uitgaven die worden gedaan in het vijfde jaar na de datum waartegen de investering overeenkomstig de in de Gemeenschapswetgeving vastgestelde termijnen moest plaatsvinden (max. 12,5 % in probleemgebieden of de gebieden zoals bedoeld in artikel 36, onder a), punt i), ii) of iii), van Verordening (EG) nr. 1698/2005, en max. 10 % in de andere gebieden). Voor uitgaven die na het vijfde jaar worden gedaan mag geen steun worden toegekend;

j)

………………………... voor extra investeringskosten die de op respectievelijk 1 mei 2004 en 1 januari 2007 tot de Gemeenschap toegetreden lidstaten maken met het oog op de tenuitvoerlegging van Richtlijn 91/676/EEG (10) (max. 75 %);

k)

……………………….. voor extra investeringskosten die worden gemaakt met het oog op de tenuitvoerlegging van Richtlijn 91/676/EEG en waarvoor steun wordt verleend krachtens Verordening (EG) nr. 1698/2005 (max. 50 % in probleemgebieden of de gebieden zoals bedoeld in artikel 36, onder a), punt i), ii) of iii), van Verordening (EG) nr. 1698/2005, en max. 40 % in de andere gebieden);

l)

………………………… voor investeringen die jonge landbouwers doen met het oog op de naleving van bestaande communautaire of nationale normen (max. 60 % in probleemgebieden of de gebieden zoals bedoeld in artikel 36, onder a), punt i), ii) of iii), van Verordening (EG) nr. 1698/2005, en max. 50 % in de andere gebieden).

3.2.

Hebben de meerkosten, in het geval van investeringen die leiden tot extra kosten in verband met milieubescherming en -verbetering, de verbetering van de hygiëne op veehouderijbedrijven of de verbetering van het welzijn van landbouwhuisdieren, uitsluitend betrekking op investeringen die verder gaan dan de huidige minimumnormen van de Gemeenschap, op investeringen die worden gedaan om aan pas ingevoerde minimumnormen te voldoen, of op aanvullende subsidiabele kosten die noodzakelijk zijn om deze doelstellingen te bereiken, zonder dat de productiecapaciteit erdoor stijgt?

Ja

Neen

3.3

Heeft, in het geval van investeringen die worden gedaan met het oog op de tenuitvoerlegging van Richtlijn 91/676/EEG, de beoogde steunintensiteit uitsluitend betrekking op noodzakelijke en aanvullende subsidiabele kosten en geldt zij niet voor investeringen die een stijging van de productiecapaciteit tot gevolg hebben?

Ja

Neen

3.4.

Is, in het geval van investeringen die jonge landbouwers doen om aan bestaande communautaire of nationale normen te voldoen, de steun beperkt tot de extra kosten die binnen 36 maanden na de datum van vestiging worden gemaakt in verband met de tenuitvoerlegging van de norm?

Ja

Neen

4.   Subsidiabiliteitscriteria

4.1.

Is bepaald dat de steun uitsluitend mag worden toegekend aan landbouwbedrijven die niet in moeilijkheden verkeren?

Ja

Neen

4.2.

Is het de bedoeling dat de steun wordt verleend voor de vervaardiging en de afzet van producten die melk of zuivelproducten imiteren of vervangen?

Ja

Neen

5.   Subsidiabele uitgaven

5.1.

Hebben de subsidiabele uitgaven betrekking op:

de bouw, verwerving of verbetering van onroerende goederen;

de aankoop of huurkoop van machines en uitrusting, met inbegrip van computerprogrammatuur, ten belope van de marktwaarde van het goed, met uitzondering van de kosten in verband met het huurkoopcontract, zoals belastingen, marge voor de verhuurder, herfinancieringskosten, algemene kosten, verzekeringskosten, enz.;

algemene kosten in verband met de twee genoemde uitgavenposten (bijvoorbeeld honoraria van architecten, ingenieurs en deskundigen, haalbaarheidsstudies, het verkrijgen van octrooien en licenties)?

5.2.

Wordt er steun verleend voor de aankoop van tweedehands materieel?

Ja

Neen

5.3.

Zo ja, is de betrokken aankoop alleen subsidiabel voor kleine en middelgrote ondernemingen met een beperkte technische startbasis en weinig kapitaal?

Ja

Neen

5.4.

Zijn de aankoop van productierechten, dieren en eenjarige gewassen, alsmede de aanplant van eenjarige gewassen van de steun uitgesloten?

Ja

Neen

Zo neen, dan wijzen wij u erop dat krachtens punt 29 van de richtsnoeren geen steun mag worden verleend voor deze uitgavenposten.

5.5.

Wordt het deel van de subsidiabele kosten van de investering dat wordt gevormd door de aankoop van andere grond dan bouwgrond, beperkt tot 10 %?

Ja

Neen

Zo neen, dan wijzen wij u erop dat deze beperking tot 10 % krachtens punt 29 van de richtsnoeren een van de voorwaarden is om voor steun in aanmerking te komen.

6.   Steun voor de instandhouding van traditionele landschappen en gebouwen

6.1.

Heeft de steun betrekking op investeringen of kapitaaluitgaven die de instandhouding tot doel hebben van niet-productieve erfgoedelementen op landbouwbedrijven?

Ja

Neen

6.1.1.

Zo ja, wat is het beoogde steunpercentage (max. 100 %):

……………………………

6.1.2.

Omvatten de subsidiabele uitgaven ook de vergoeding van werken die de landbouwer of zijn personeel uitvoeren?

Ja

Neen

6.1.3.

Zo ja, zal die vergoeding beperkt zijn tot 10 000 EUR per jaar?

Ja

Neen

6.1.4.

Zo neen, geef een verantwoording voor de overschrijding van dit maximumbedrag.

6.2.

Heeft de steun betrekking op investeringen of kapitaaluitgaven die de instandhouding tot doel hebben van productieve erfgoedelementen op landbouwbedrijven?

Ja

Neen

6.2.1.

Zo ja, leidt de betrokken investering tot een verhoging van de productiecapaciteit van het bedrijf?

Ja

Neen

6.2.2.

Wat zijn de maximale steunpercentages voor deze soort investeringen?

Investeringen zonder capaciteitsverhoging:

Maximumpercentage voor probleemgebieden of de gebieden zoals bedoeld in artikel 36, onder a), punt i), ii) of iii), van Verordening (EG) nr. 1698/2005 (max. 75 %): ……….……………..

Maximumpercentage voor de andere gebieden (max. 60 %): ….…………………..

Investeringen met capaciteitsverhoging:

Maximumpercentage bij gebruik van hedendaagse materialen (max.: zie punt 3.1): ………………….

Maximumpercentage bij gebruik van traditionele materialen, uitgedrukt als percentage van de extra kosten (max. 100 %): …………..

7.   Verplaatsing van landbouwbedrijfsgebouwen in het algemeen belang

7.1.

Is de verplaatsing het gevolg van een onteigening?

Ja

Neen

7.2.

Wordt de verplaatsing gerechtvaardigd door een in de rechtsgrond omschreven reden van algemeen belang?

Ja

Neen

Hierbij wijzen wij erop dat het algemeen belang ten behoeve waarvan het landbouwbedrijf wordt verplaatst, in de rechtsgrond moet zijn toegelicht.

7.3.

Bestaat de verplaatsing gewoon uit het uit elkaar halen, het verhuizen en het weer oprichten van bestaande installaties?

Ja

Neen

7.3.1.

Zo ja, wat is de steunintensiteit? (max. 100 %):

…………

7.4.

Levert de verplaatsing de landbouwer modernere installaties op?

Ja

Neen

7.4.1.

Zo ja, wat is de eigen bijdrage van de landbouwer, uitgedrukt als percentage van de meerwaarde van de installaties na de verplaatsing,

in probleemgebieden of de gebieden zoals bedoeld in artikel 36, onder a), punt i), ii) of iii), van Verordening (EG) nr. 1698/2005 (min. 50 %):

…………

in de andere gebieden (min. 60 %):

…………

voor jonge landbouwers in probleemgebieden of de gebieden zoals bedoeld in artikel 36, onder a), punt i), ii) of iii), van Verordening (EG) nr. 1698/2005 (min. 45 %):

…………

voor jonge landbouwers in de andere gebieden (min. 55 %):

7.5.

Leidt de verplaatsing tot een toename van de productiecapaciteit?

Ja

Neen

7.5.1.

Zo ja, wat is de eigen bijdrage van de landbouwer, uitgedrukt als percentage van de uitgaven die op de toename betrekking hebben,

in probleemgebieden of de gebieden zoals bedoeld in artikel 36, onder a), punt i), ii) of iii), van Verordening (EG) nr. 1698/2005 (min. 50 %):

…………

in de andere gebieden (min. 60 %):

…………

voor jonge landbouwers in probleemgebieden of de gebieden zoals bedoeld in artikel 36, onder a), punt i), ii) of iii), van Verordening (EG) nr. 1698/2005 (min. 45 %):

…………

voor jonge landbouwers in de andere gebieden (min. 55 %): ……………………………………

8.   Overige gegevens

8.1.

Gaat de aanmelding vergezeld van documentatie waarin wordt aangetoond dat de beoogde staatssteun coherent is met het (de) desbetreffende plan(nen) voor plattelandsontwikkeling?

Ja

Neen

Zo ja, gelieve deze documentatie hieronder of in een bijlage bij dit formulier te verstrekken.

…………

Zo neen, dan wijzen wij u erop dat deze documentatie vereist is krachtens punt 26 van de landbouwrichtsnoeren.

8.2.

Gaat de aanmelding vergezeld van documentatie waarin wordt aangetoond dat de steun wordt toegespitst op duidelijk omschreven doelstellingen die aansluiten bij onderkende structurele en territoriale behoeften en structurele nadelen?

Ja

Neen

Zo ja, gelieve deze documentatie hieronder of in een bijlage bij dit formulier te verstrekken.

…………

Zo neen, dan wijzen wij u erop dat deze documentatie vereist is krachtens punt 36 van de landbouwrichtsnoeren.

DEEL III.12.B

FORMULIER AANVULLENDE INFORMATIE INZAKE STEUN VOOR INVESTERINGEN VOOR DE VERWERKING EN DE AFZET VAN LANDBOUWPRODUCTEN

Dit aanmeldingsformulier moet worden gebruikt voor investeringssteun voor de verwerking (11) en de afzet (12) van landbouwproducten zoals bedoeld in punt IV.B van de Communautaire richtsnoeren voor staatssteun in de landbouw- en de bosbouwsector 2007-2013 (13).

1.   Reikwijdte & begunstigden van de steun

1.1.

Gelieve te specificeren onder welke bepaling van de landbouwrichtsnoeren deze aanmelding thuishoort:

1.1.1.

punt IV.B.2, onder a) [Verordening (EG) nr. 70/2001 van de Commissie (14) of een bepaling ter vervanging daarvan],

1.1.2.

punt IV.B.2, onder b) [Verordening (EG) nr. 1628/2006 van de Commissie (15)],

1.1.3.

punt IV.B.2, onder c) [de richtsnoeren van de Commissie inzake regionale steunmaatregelen 2007-2013 (16)],

1.1.4.

punt IV.B.2, onder d) [steun voor tussenbedrijven in gebieden die niet voor regionale steun in aanmerking komen].

1.2.    Verordening (EG) nr. 70/2001 (staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen — kmo's)

Is de begunstigde een kmo die zich bezighoudt met de verwerking of de afzet van landbouwproducten?

Ja

Neen

Zo neen, dan voldoet de steunmaatregel niet aan de in deze verordening vastgestelde noodzakelijke voorwaarden en kan hij niet worden aangemerkt als verenigbaar met de gemeenschappelijke markt krachtens punt IV.B.2, onder a), van de richtsnoeren.

Zo ja, dan wordt de steun van de aanmeldingsplicht vrijgesteld. Gelieve te vermelden waarom uw autoriteiten de steunmaatregel toch nog wensen aan te melden. Gelieve in dit geval het desbetreffende deel van het algemene aanmeldingsformulier te raadplegen (bijlage I, deel I en deel III.1, bij Verordening (EG) nr. 794/2004 van de Commissie (17) of een bepaling ter vervanging daarvan).

1.3.    De verordening van de Commissie inzake regionale investeringssteun

Voldoet de steunmaatregel aan de voorwaarden die in deze verordening zijn vastgesteld?

Ja

Neen

Zo neen, dan voldoet de steunmaatregel niet aan de in deze verordening vastgestelde noodzakelijke voorwaarden en kan hij niet worden aangemerkt als verenigbaar met de gemeenschappelijke markt krachtens punt IV.B.2, onder b), van de richtsnoeren.

Zo ja, dan wordt de steun van de aanmeldingsplicht vrijgesteld. Gelieve te vermelden waarom uw autoriteiten de steunmaatregel toch nog wensen aan te melden. Gelieve in dit geval het specifieke aanmeldingsformulier te raadplegen.

1.4.    De richtsnoeren van de Commissie inzake regionale steunmaatregelen 2007-2013  (16)

Voldoet de steunmaatregel aan de voorwaarden die in deze richtsnoeren zijn vastgesteld?

Ja

Neen

Zo neen, dan voldoet de steunmaatregel niet aan de in deze richtsnoeren vastgestelde noodzakelijke voorwaarden en kan hij niet worden aangemerkt als verenigbaar met de gemeenschappelijke markt krachtens punt IV.B.2, onder c), van de landbouwrichtsnoeren.

Zo ja, dan wijzen wij u erop dat de steun zal worden beoordeeld aan de hand van de Richtsnoeren inzake regionale steunmaatregelen. Gelieve het desbetreffende deel van het algemene aanmeldingsformulier te raadplegen (bijlage bij Verordening (EG) nr. 1627/2006 van de Commissie (18)).

1.5.    Steun in gebieden die NIET voor regionale steun in aanmerking komen

1.5.1.

Zijn er begunstigden die kmo's zijn?

Ja

Neen

Zo ja, gelieve punt 1.2 te raadplegen (punt IV.B.2, onder a), van de landbouwrichtsnoeren).

1.5.2.

Zijn er begunstigden die grote bedrijven zijn (d.i. 750 werknemers of meer en een omzet van 200 miljoen EUR of meer)?

Ja

Neen

Zo ja, dan kan de steun niet worden aangemerkt als verenigbaar met de gemeenschappelijke markt krachtens punt IV.B.2, onder d), van de landbouwrichtsnoeren.

1.5.3.

Zijn er begunstigden die tussenbedrijven zijn (d.i. minder dan 750 werknemers en/of een omzet van minder dan 200 miljoen EUR)?

Ja

Neen

Zo ja, gelieve het desbetreffende deel van het algemene aanmeldingsformulier te raadplegen (bijlage bij Verordening (EG) nr. 1627/2006) betreffende subsidiabele uitgaven).

2.   Steunintensiteit

2.1.

Gelieve, als de begunstigden kmo's zijn (Verordening (EG) nr. 70/2001 of een bepaling ter vervanging daarvan),

de maximale steunintensiteit te vermelden voor subsidiabele investeringen in:

2.1.1.

ultraperifere gebieden: ......... (max. 75 %),

2.1.2.

kleinere eilanden in de Egeïsche Zee (19): ......... (max. 65 %),

2.1.3.

gebieden die voor steun in aanmerking komen op grond van artikel 87, lid 3, onder a): ......... (max. 50 %),

2.1.4.

andere gebieden: ......... (max. 40 %).

Als het percentage hoger is dan de genoemde maxima, wijzen wij u erop dat de maatregel niet in overeenstemming is met artikel 4 van Verordening (EG) nr. 70/2001.

2.2.

Gelieve, als het gaat om steun die valt onder de verordening van de Commissie inzake regionale investeringssteun of onder de richtsnoeren van de Commissie inzake regionale steunmaatregelen 2007-2013, de maximale steunintensiteit te vermelden voor:

2.2.1.

kmo's

2.2.1.1.

met betrekking tot subsidiabele investeringen in de in artikel 87, lid 3, onder a), van het Verdrag bedoelde gebieden: …………. (max. 50 % of het maximumbedrag dat is vastgesteld in de voor de betrokken lidstaat goedgekeurde regionalesteunkaart voor 2007-2013),

2.2.1.2.

met betrekking tot subsidiabele investeringen in andere gebieden die voor regionale steun in aanmerking komen:…………. (max. 40 % of het maximumbedrag dat is vastgesteld in de voor de betrokken lidstaat goedgekeurde regionalesteunkaart voor 2007-2013);

2.2.2.

tussenbedrijven in de zin van artikel 28, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad  (20) (geen kmo's, maar bedrijven met minder dan 750 werknemers of een omzet van minder dan 200 miljoen EUR)

2.2.2.1.

met betrekking tot subsidiabele investeringen in gebieden die op grond van artikel 87, lid 3, onder a), van het Verdrag voor steun in aanmerking komen: ............ (max. 25 % of het maximumbedrag dat is vastgesteld in de voor de betrokken lidstaat goedgekeurde regionalesteunkaart voor 2007-2013),

2.2.2.2.

met betrekking tot subsidiabele investeringen in andere gebieden die voor regionale steun in aanmerking komen: ............ (max. 20 % of het maximumbedrag dat is vastgesteld in de voor de betrokken lidstaat goedgekeurde regionalesteunkaart voor 2007-2013).

Als het steunpercentage hoger is dan de genoemde maxima, wijzen wij u erop dat de maatregel niet in overeenstemming is met punt IV.B.2, onder c), punt ii), van de landbouwrichtsnoeren.

2.2.2.3.

Voldoen de begunstigden aan alle andere voorwaarden van Aanbeveling 2003/361/EG van de Commissie (21)?

Ja

Neen

Zo neen, dan is de maatregel niet in overeenstemming met punt IV.B.2, onder c), punt ii), van de landbouwrichtsnoeren.

2.2.3.

Zijn er begunstigden die groter zijn dan de tussenbedrijven zoals vermeld in punt 2.2.2. (d.i. grote bedrijven)?

Ja

Neen

Zo ja, is de maximale steunintensiteit gelijk aan of kleiner dan het maximumbedrag dat is vastgesteld in de voor de betrokken lidstaat goedgekeurde regionalesteunkaart voor 2007-2013?

Ja

Neen

Zo neen, dan kan de maatregel niet worden aangemerkt als verenigbaar met de gemeenschappelijke markt krachtens punt IV.B.2, onder c), van de landbouwrichtsnoeren. Zo ja, gelieve de in de genoemde regionalesteunkaart vermelde maximale steunintensiteit in te vullen. De desbetreffende maximale steunintensiteit in de overeenkomstige regionalesteunkaart bedraagt ......... %.

2.3.

Als het gaat om investeringssteun voor tussenbedrijven in gebieden die niet voor regionale steun in aanmerking komen:

2.3.1.

Wat is de maximale steunintensiteit? ............ (max. 20 %)

Als het maximale steunpercentage hoger is dan het genoemde maximum, wijzen wij u erop dat de maatregel niet in overeenstemming is met punt IV.B.2, onder d), van de landbouwrichtsnoeren.

2.3.2.

Voldoen de begunstigden aan alle andere voorwaarden van Aanbeveling 2003/361/EG?

Ja

Neen

Zo neen, dan is de maatregel niet in overeenstemming met punt IV.B.2, onder d), van de landbouwrichtsnoeren.

3.   Subsidiabiliteitscriteria en uitgaven

3.1.

Heeft de steun betrekking op de vervaardiging en de afzet van producten die melk of zuivelproducten imiteren of vervangen?

Ja

Neen

Zo ja, dan wijzen wij u erop dat de maatregel niet in overeenstemming is met punt IV.B van de landbouwrichtsnoeren.

3.2.

Als het om tussenbedrijven of grote bedrijven gaat, heeft de steun dan betrekking op de aankoop van tweedehands materieel?

Ja

Neen

Zo ja, dan wijzen wij u erop dat de maatregel niet in overeenstemming is met punt IV.B van de landbouwrichtsnoeren.

3.3.

Kunt u, als het gaat om steun voor investeringen in gebieden die niet voor regionale steun in aanmerking komen,

bevestigen dat de subsidiabele uitgaven voor investeringen volledig in overeenstemming zijn met de subsidiabele uitgaven die zijn vermeld in de richtsnoeren van de Commissie inzake regionale steunmaatregelen 2007-2013?

Ja

Neen

Zo neen,

als de begunstigden geen kmo's zijn, is de maatregel niet in overeenstemming met punt IV.B.2, onder d), van de landbouwrichtsnoeren,

als de begunstigden kmo's zijn, zijn de subsidiabele uitgaven in overeenstemming met de artikelen 2 en 4 van Verordening (EG) nr. 70/2001?

Ja

Neen

Zo neen, dan is de maatregel niet in overeenstemming met punt IV.B.2, onder d), van de landbouwrichtsnoeren.

3.4.

Zou de steun kunnen worden verleend voor investeringen waarvoor in het kader van een uit het ELGF gefinancierde gemeenschappelijke marktordening, inclusief de regelingen inzake rechtstreekse steunverlening, op het niveau van individuele landbouwers, landbouwbedrijven of verwerkende bedrijven productiebeperkingen of beperkingen op communautaire steunverlening gelden, en die de productie boven het op grond van deze beperkingen toegestane niveau zouden doen uitkomen?

Ja

Neen

Zo ja, dan wijzen wij u erop dat volgens punt 47 van de landbouwrichtsnoeren geen steun voor dit soort investeringen mag worden verleend.

4.   Overige gegevens

4.1.

Gaat de aanmelding vergezeld van documentatie waarin wordt aangetoond dat de steun wordt toegespitst op duidelijk omschreven doelstellingen die aansluiten bij onderkende structurele en territoriale behoeften en structurele nadelen?

Ja

Neen

Zo ja, gelieve deze documentatie hieronder of in een bijlage bij dit formulier te verstrekken.

……………………………………………………………………………….

Zo neen, dan wijzen wij u erop dat deze documentatie vereist is krachtens punt 46 van de landbouwrichtsnoeren.

4.2.

Gaat de aanmelding vergezeld van documentatie waarin wordt aangetoond dat de staatssteun past in en coherent is met het desbetreffende plan voor plattelandsontwikkeling?

Ja

Neen

Zo ja, gelieve deze documentatie hieronder of in een bijlage bij dit formulier te verstrekken.

……………………………………………………………………………….

Zo neen, dan wijzen wij u erop dat deze documentatie vereist is krachtens punt 26 van de landbouwrichtsnoeren.

5.   Afzonderlijke aanmeldingen

Zouden de subsidiabele investeringen meer kunnen bedragen dan 25 miljoen EUR of zou het steunbedrag hoger kunnen zijn dan 12 miljoen EUR?

Ja

Neen

Zo ja, zal de steun afzonderlijk worden aangemeld?

Ja

Neen

Zo neen, dan wijzen wij u erop dat de maatregel niet in overeenstemming is met punt IV.B van de landbouwrichtsnoeren.

DEEL III.12.C

FORMULIER AANVULLENDE INFORMATIE INZAKE AGROMILIEUSTEUN EN STEUN VOOR HET DIERENWELZIJN

Dit formulier moet worden gebruikt voor de aanmelding van steunmaatregelen van de staten ter ondersteuning van landbouwproductiemethoden die zijn ontworpen om het milieu te beschermen en het platteland in stand te houden (milieumaatregelen in de landbouw) of het dierenwelzijn te verbeteren, zoals bedoeld in punt IV.C van de Communautaire richtsnoeren voor staatssteun in de landbouw- en de bosbouwsector 2007-2013  (22) (hierna de „landbouwrichtsnoeren” genoemd) en de artikelen 39 en 40 van Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad  (23).

Heeft de maatregel betrekking op vergoedingen voor landbouwers die vrijwillig agromilieuverbintenissen aangaan (artikel 39, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1698/2005)?

Ja

Neen

Zo ja, raadpleeg het deel van dit formulier dat betrekking heeft op „Steun voor agromilieuverbintenissen”.

Heeft de maatregel betrekking op vergoedingen voor landbouwers die vrijwillig dierenwelzijnsverbintenissen aangaan (artikel 40, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1698/2005)?

Ja

Neen

Zo ja, raadpleeg het deel van dit formulier dat betrekking heeft op „Steun voor dierenwelzijnsverbintenissen”.

Heeft de steun uitsluitend betrekking op milieu-investeringen (punt 62 van de landbouwrichtsnoeren)?

Ja

Neen

Zo ja, raadpleeg het „Formulier aanvullende informatie inzake steun voor investeringen in landbouwbedrijven”.

Heeft de milieusteun andere doelstellingen, zoals opleiding of advisering ten behoeve van landbouwers (punt IV.K van de richtsnoeren)?

Ja

Neen

Zo ja, raadpleeg het Formulier aanvullende informatie betreffende punt IV.K van de landbouwrichtsnoeren.

Andere maatregelen?

Geef een volledige beschrijving van de maatregel(en): …………

Gaat de aanmelding vergezeld van documentatie waarin wordt aangetoond dat de staatssteun past in en coherent is met het desbetreffende plan voor plattelandsontwikkeling?

Ja

Neen

Zo ja, gelieve deze documentatie hieronder of in een bijlage bij dit formulier te verstrekken.

…………

Zo neen, dan wijzen wij u erop dat deze documentatie vereist is krachtens punt 26 van de landbouwrichtsnoeren.

STEUN VOOR AGROMILIEUVERBINTENISSEN (PUNT IV.C.2 VAN DE LANDBOUWRICHTSNOEREN)

1.   Doel van de maatregel

Welke van de volgende specifieke doelstellingen worden met de steunmaatregel beoogd?

Wijzen van gebruik van landbouwgrond die verenigbaar zijn met de bescherming en verbetering van het milieu, het landschap en de kenmerkende elementen daarvan, de natuurlijke hulpbronnen, de bodem en de genetische verscheidenheid, en verlaging van de productiekosten;

een voor het milieu gunstige extensivering van de landbouw en een dito beheer van niet erg intensieve graslandsystemen, verbetering en herstructurering van de productie;

de instandhouding van milieuvormen met een grote natuurwaarde waar landbouw wordt beoefend en die worden bedreigd, alsmede kwaliteitsverbetering;

de instandhouding van landschapselementen en van elementen op landbouwgrond die van het verleden getuigen;

de toepassing van milieuplanning bij de agrarische bedrijfsvoering. Als met de maatregel geen van bovengenoemde doelstellingen wordt nagestreefd, omschrijf dan wat wordt beoogd op het gebied van milieubescherming. (Graag voldoende gedetailleerd.)

…………

…………

Als de betrokken maatregel in het verleden reeds is toegepast, welke resultaten heeft deze op het gebied van milieubescherming opgeleverd?

…………

…………

2.   Subsidiabiliteitscriteria

2.1.

Wordt steun verleend aan landbouwers en/of andere grondbeheerders (artikel 39, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1698/2005) die agromilieuverbintenissen aangaan voor een periode tussen vijf en zeven jaar?

Ja

Neen

2.2.

Is een langere of kortere periode noodzakelijk voor alle of bepaalde verbintenissen?

Ja

Neen

Zo ja, hoe motiveert u een andere termijn:

…………

…………

2.3.

Kunt u bevestigen dat er geen steun wordt verleend voor agromilieuverbintenissen die niet verder gaan dan de op grond van de artikelen 4 en 5 en de bijlagen III en IV van Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad (24) vastgestelde toepasselijke dwingende normen, de minimumeisen inzake het gebruik van meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen en andere toepasselijke dwingende eisen die in de nationale wetgeving zijn vastgesteld en in het plattelandsontwikkelingsprogramma zijn vermeld?

Ja

Neen

Zo neen, dan wijzen wij u erop dat volgens artikel 39, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1698/2005 geen steun mag worden verleend voor agromilieuverbintenissen die niet verder gaan dan de toepassing van deze normen en eisen.

2.4.

Geef een beschrijving van de genoemde normen en eisen en leg uit in welk opzicht de agromilieuverbintenissen verder gaan dan de toepassing daarvan.

…………

…………

3.   Steunbedrag

3.1.

Vermeld het maximale steunbedrag dat kan worden toegekend naargelang van het gebied waarop agromilieuverbintenissen zijn aangegaan:

voor gespecialiseerde blijvende teelten ………. (maximaal 900 EUR per hectare),

voor eenjarige gewassen ………. (maximaal 600 EUR per hectare),

voor andere vormen van grondgebruik ……… (maximaal 450 EUR per hectare),

voor lokale rassen die voor de veehouderij verloren dreigen te gaan ……… (maximaal 200 EUR per grootvee-eenheid),

andere ..............

Als de genoemde maximumbedragen worden overschreden, gelieve aan te tonen dat de steun voldoet aan de voorschriften van artikel 39, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1698/2005.

3.2.

Wordt de steun jaarlijks toegekend?

Ja

Neen

Zo neen, hoe motiveert u een andere termijn?

…………

…………

3.3.

Wordt het jaarlijkse steunbedrag berekend op basis van:

de gederfde inkomsten,

de extra kosten die met de verbintenis zijn gemoeid, en

de noodzaak compensatie voor transactiekosten te verlenen?

Ja

Neen

Beschrijf de berekeningsmethode die wordt gebruikt voor de vaststelling van het steunbedrag en vermeld de gederfde inkomsten, de extra kosten en de eventuele transactiekosten: ………………………………

3.4.

Gelden als referentieniveau voor de berekening van de met de verbintenis samenhangende gederfde inkomsten en extra kosten de in punt 2.3. genoemde normen en eisen?

Ja

Neen

Zo neen, gelieve het gehanteerde referentieniveau toe te lichten:

…………

…………

3.5.

Wordt de steun per productie-eenheid betaald?

Ja

Neen

Zo ja, geef aan waarom deze methode wordt toegepast en licht de initiatieven toe die ervoor moeten zorgen dat de jaarlijkse maximumbedragen van de communautaire steun die zijn vastgesteld in de bijlage bij Verordening (EG) nr. 1698/2005, in acht worden genomen.

…………

…………

3.6.

Is het de bedoeling steun te verlenen voor transactiekosten voor het voortzetten van agromilieuverbintenissen die reeds in het verleden waren aangegaan?

Ja

Neen

3.7.

Zo ja, toon aan dat deze kosten blijven bestaan.

……

3.8.

Is het de bedoeling steun te verlenen voor de kosten van niet-productieve investeringen die noodzakelijk zijn voor de nakoming van de agromilieuverbintenissen (niet-productieve investeringen zijn investeringen die geen nettostijging van de waarde of de rentabiliteit van het landbouwbedrijf tot gevolg hebben)?

Ja

Neen

3.9.

Zo ja, welk steunpercentage zal worden toegepast (max. 100 %) ?

………..

STEUN VOOR DIERENWELZIJNSVERBINTENISSEN (PUNT IV.C.2 VAN DE LANDBOUWRICHTSNOEREN)

1.   Doel van de maatregel

Op welk van de volgende gebieden bieden de dierenwelzijnsverbintenissen hogere normen?

Beter aan de natuurlijke behoeften van de dieren aangepast water en voeder;

huisvestingsomstandigheden zoals beschikbare ruimte, strooisel, daglicht;

buitenuitloop;

geen systematische mutilatie, isolatie of permanent aanbinden;

preventie van ziekten die voornamelijk te wijten zijn aan de veehouderijpraktijken en/of de huisvesting.

(Graag voldoende gedetailleerd.)

…………

…………

Als de betrokken maatregel in het verleden reeds is toegepast, welke resultaten heeft deze op het gebied van het dierenwelzijn opgeleverd?

…………

2.   Subsidiabiliteitscriteria

2.1.

Wordt uitsluitend steun verleend aan landbouwers die dierenwelzijnsverbintenissen aangaan voor een periode tussen vijf en zeven jaar?

Ja

Neen

2.2.

Is een langere of kortere periode noodzakelijk voor alle of bepaalde verbintenissen?

Ja

Neen

Zo ja, hoe motiveert u een andere termijn:

…………

…………

2.3.

Kunt u bevestigen dat er geen steun wordt verleend voor dierenwelzijnsverbintenissen die niet verder gaan dan de op grond van de artikelen 4 en 5 en de bijlagen III en IV van Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad (25) vastgestelde toepasselijke dwingende normen of andere relevante dwingende eisen die in de nationale wetgeving zijn vastgesteld en in het plattelandsontwikkelingsprogramma zijn vermeld?

Ja

Neen

Zo neen, let wel dat volgens artikel 40, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1698/2005 geen steun mag worden verleend voor dierenwelzijnsverbintenissen die niet verder gaan dan de toepassing van deze normen en eisen.

2.4.

Geef een beschrijving van de genoemde normen en eisen en leg uit in welk opzicht de dierenwelzijnsverbintenissen verder gaan dan de toepassing van deze normen en eisen.

…………

…………

3.   Steunbedrag

3.1.

Vermeld het maximale steunbedrag dat voor dierenwelzijn kan worden toegekend:

………. (maximaal 500 EUR per grootvee-eenheid).

Als het bedrag groter is dan 500 EUR per grootvee-eenheid, gelieve aan te tonen dat de steun voldoet aan de voorschriften van artikel 40, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1698/2005.

3.2.

Wordt de steun jaarlijks toegekend?

Ja

Neen

Zo neen, hoe motiveert u een andere termijn?

…………

…………

3.3.

Wordt het jaarlijkse steunbedrag berekend op basis van:

de gederfde inkomsten,

de extra kosten die met de verbintenis zijn gemoeid,

de noodzaak compensatie voor transactiekosten te verlenen, en eventueel de kosten van niet-productieve investeringen die noodzakelijk zijn voor de nakoming van de verbintenissen?

Ja

Neen

Beschrijf de berekeningsmethode die wordt gebruikt voor de vaststelling van het steunbedrag en vermeld de gederfde inkomsten, de extra kosten, eventuele transactiekosten en mogelijke kosten van niet-productieve investeringen:

…………

…………

3.4.

Gelden als referentieniveau voor de berekening van de met de verbintenis samenhangende gederfde inkomsten en extra kosten de in punt 2.3 genoemde normen en eisen?

Ja

Neen

Zo neen, gelieve het gehanteerde referentieniveau toe te lichten:

…………

…………

3.5.

Wordt de steun per grootvee-eenheid betaald?

Ja

Neen

Zo neen, geef aan waarom de gekozen methode wordt toegepast en licht de initiatieven toe die ervoor moeten zorgen dat de jaarlijkse maximumbedragen van de communautaire steun die zijn vastgesteld in de bijlage bij Verordening (EG) nr. 1698/2005, in acht worden genomen.

3.6.

Is het de bedoeling steun te verlenen voor transactiekosten voor het voortzetten van dierenwelzijnsverbintenissen die reeds in het verleden waren aangegaan?

Ja

Neen

3.7.

Zo ja, toon aan dat deze kosten blijven bestaan.

…………

3.8.

Is het de bedoeling steun te verlenen voor de kosten van niet-productieve investeringen die noodzakelijk zijn voor de nakoming van de agromilieuverbintenissen (niet-productieve investeringen zijn investeringen die geen nettostijging van de waarde of de rentabiliteit van het landbouwbedrijf tot gevolg hebben)?

Ja

Neen

3.9.

Zo ja, welk steunpercentage zal worden toegepast (max. 100 %) ?

……

DEEL III. 12.C BIS

FORMULIER AANVULLENDE INFORMATIE INZAKE STEUN VOOR NATURA 2000-BETALINGEN EN BETALINGEN IN VERBAND MET RICHTLIJN 2006/60/EG

Dit formulier moet worden gebruikt voor de aanmelding van steun in het kader van de Natura 2000-betalingen en betalingen in verband met Richtlijn 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad (26) zoals bedoeld in deel IV.C.3 van de Communautaire richtsnoeren voor staatssteun in de landbouw- en de bosbouwsector 2007-2013 (27).

1.   Doel van de maatregel

1.1.

Is de maatregel bedoeld om landbouwers te compenseren voor kosten die zij maken en inkomsten die zij derven als gevolg van de nadelen die zij in de betrokken gebieden ondervinden door de uitvoering van de Richtlijnen 79/409/EEG (28) en 92/43/EEG (29) van de Raad en 2000/60/EG?

Ja

Neen

1.1.1.

Zo neen, let wel dat het volgens deel IV.C.3 van de landbouwrichtsnoeren niet is toegestaan steun te verlenen om andere kosten te compenseren dan die welke het gevolg zijn van nadelen die worden ondervonden door de uitvoering van de Richtlijnen 79/409/EEG, 92/43/EEG en 2000/60/EG.

2.   Subsidiabiliteitscriteria

2.1.

Zijn de kosten gemaakt en de inkomsten gederfd als gevolg van nadelen die in de betrokken gebieden worden ondervonden door de uitvoering van de Richtlijnen 79/409/EEG, 92/43/EEG en 2000/60/EG?

Ja

Neen

2.1.1.

Zo ja, verstrek alle gegevens in verband met de betrokken voorschriften van de desbetreffende richtlijn(en):

…………

…………

2.1.2.

Zo neen, let wel dat het volgens deel IV.C.3 van de landbouwrichtsnoeren niet is toegestaan steun te verlenen om andere kosten te compenseren dan die welke het gevolg zijn van nadelen die worden ondervonden door de uitvoering van de Richtlijnen 79/409/EEG, 92/43/EEG en 2000/60/EG.

2.2.

Zijn de voorgenomen compenserende betalingen noodzakelijk om de specifieke problemen als gevolg van deze richtlijn(en) op te lossen?

Ja

Neen

2.2.1.

Zo ja, licht toe waarom deze maatregel noodzakelijk is:

…………

…………

2.2.2.

Zo neen, let wel dat volgens punt IV.C.3 van de landbouwrichtsnoeren alleen die betalingen zijn toegestaan die noodzakelijk zijn om de door die richtlijnen veroorzaakte specifieke problemen op te lossen.

2.3.

Wordt de steun uitsluitend verleend voor verbintenissen die verder gaan dan de nakoming van de uit de randvoorwaarden voortvloeiende verplichtingen?

Ja

Neen

2.3.1.

Zo neen, gelieve aan te tonen dat is voldaan aan de voorschriften van deel IV.C.3 van de landbouwrichtsnoeren.

…………

…………

2.4.

Wordt de steun verleend voor verbintenissen die verder gaan dan het bepaalde in artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad (30)?

Ja

Neen

2.4.1.

Zo neen, gelieve aan te tonen dat is voldaan aan de voorschriften van deel IV.C.3 van de landbouwrichtsnoeren.

…………

…………

2.5.

Is de steun in strijd met het beginsel „de vervuiler betaalt”?

Ja

Neen

2.5.1.

Zo ja, gelieve alle elementen te vermelden waaruit blijkt dat de steun aan de voorschriften van deel IV.C.3 van de landbouwrichtsnoeren voldoet en uitzonderlijk, tijdelijk en degressief is.

…………

…………

3.   Steunbedrag

3.1.

Wat is het maximale steunbedrag, berekend op basis van de gebruikte landbouwgrond (oppervlakte cultuurgrond — OCG)?

……………………. (aanvankelijke maximale Natura 2000-betaling gedurende een periode van ten hoogste vijf jaar: 500 EUR per hectare OCG),

…………………….. (normale maximale Natura 2000-betaling: 200 EUR per hectare OCG),

…………………….. (het maximumbedrag van de steun in verband met Richtlijn 2000/60/EG wordt vastgesteld volgens de in artikel 90, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1698/2005 bedoelde procedure).

3.1.1.

Gelieve aanvullende gegevens te verstrekken over de betalingen in verband met Richtlijn 2000/60/EG.

…………

…………

3.1.2.

Gelieve, als u van plan bent een hoger steunbedrag toe te kennen, toe te lichten hoe deze steun voldoet aan de voorschriften van deel IV.C.3 van de landbouwrichtsnoeren en artikel 38 van Verordening (EG) nr. 1698/2005 (31).

…………

…………

3.2.

Beschrijf de maatregelen die worden genomen om te garanderen dat bij de vaststelling van de bedragen overcompensatie wordt vermeden:

…………

…………

4.   Overige gegevens

Gaat de aanmelding vergezeld van documentatie waarin wordt aangetoond dat de staatssteun past in en coherent is met het desbetreffende plan voor plattelandsontwikkeling?

Ja

Neen

Zo ja, gelieve deze documentatie hieronder of in een bijlage bij dit formulier te verstrekken.

……………………………………………………………………………….

Zo neen, dan wijzen wij u erop dat deze documentatie vereist is krachtens punt 26 van de landbouwrichtsnoeren.

DEEL III.12.D

FORMULIER AANVULLENDE INFORMATIE INZAKE STEUN TER COMPENSATIE VAN HANDICAPS IN BEPAALDE GEBIEDEN

Dit formulier moet worden gebruikt voor de aanmelding van steun ter compensatie van natuurlijke handicaps in bepaalde gebieden, zoals bedoeld in punt IV.D van de Communautaire richtsnoeren voor staatssteun in de landbouw- en de bosbouwsector 2007-2013 (32).

1.   Vragen die moeten worden beantwoord voor alle aanmeldingen van steun ter compensatie van handicaps in bepaalde gebieden

1.

Geef een beschrijving van de betrokken handicap:

…………

…………

…………

…………

…………

…………

…………

…………

2.

Toon aan dat het te betalen compensatiebedrag er niet toe leidt dat de landbouwers worden overgecompenseerd voor de gevolgen van de handicaps:

…………

…………

…………

…………

…………

…………

…………

…………

3.

Als er gebieden met handicaps zijn waar de gemiddelde impact van de handicaps per hectare op vergelijkbare landbouwbedrijven verschillend is, toon dan aan dat het niveau van de compensatiebetalingen in verhouding is tot de economische impact van de handicaps in de verschillende gebieden:

…………

…………

…………

…………

…………

…………

…………

…………

4.

Kan de mens de economische impact van de permanente handicap ongedaan maken?

Ja

Neen

Zo ja, dan wijzen wij erop dat bij de berekening van de compensatiebetalingen uitsluitend de economische impact van permanente handicaps waarover de mens geen controle heeft, in aanmerking mag worden genomen. Structurele nadelen die dankzij de modernisering van landbouwbedrijven of door maatregelen, zoals heffingen, subsidies of de tenuitvoerlegging van de hervorming van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB), kunnen worden verholpen, mogen niet in aanmerking worden genomen.

Zo neen, licht toe waarom de mens de economische impact van de permanente handicap niet ongedaan kan maken:

…………

…………

…………

Kunt u aangeven hoe groot de landbouwbedrijven zijn die voor deze betalingen in aanmerking zullen komen?

…………

5.

Wordt het compensatiebedrag vastgesteld door het gemiddelde inkomen per hectare van landbouwbedrijven in gebieden met handicaps te vergelijken met dat van even grote bedrijven die dezelfde producten vervaardigen in gebieden zonder handicaps in dezelfde lidstaat of, als de volledige lidstaat als gebied met handicaps wordt beschouwd, in gebieden zonder handicaps in andere lidstaten waar de productievoorwaarden op zinvolle wijze kunnen worden vergeleken met die in de eerste lidstaat? Het inkomen dat in dit verband in aanmerking moet worden genomen, is het rechtstreekse inkomen uit landbouwactiviteiten, met uitsluiting van met name betaalde heffingen of ontvangen subsidies.

Ja

Neen

Beschrijf hoe de vergelijking is gemaakt: …………………………………………...…………

…………

…………

…………

…………

…………

…………

…………

6.

Wordt de steunmaatregel gecombineerd met steun op grond van de artikelen 13, 14 en 15 van Verordening (EG) nr. 1257/1999van de Raad (33)?

Ja

Neen

7.

Kunt u bevestigen dat de totale steun die aan de landbouwer wordt verleend, niet hoger zal zijn dan het overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EG) nr. 1257/1999 vastgestelde bedrag?

Ja

Neen

Gelieve het bedrag te vermelden ………………………………………...........

Zo neen, let wel dat volgens punt 72 van de landbouwrichtsnoeren geen hogere steun in de vorm van een compenserende vergoeding mag worden toegekend dan het bovenvermelde bedrag.

8.

Is in de maatregel bepaald dat aan het volgende subsidiabiliteitscriterium moet worden voldaan?

De landbouwers moeten de landbouw beoefenen op een minimumoppervlakte grond (vermeld deze oppervlakte).

…………

De landbouwers moeten zich ertoe verbinden hun landbouwactiviteit in een probleemgebied voort te zetten gedurende ten minste vijf jaar vanaf de eerste betaling van een compenserende vergoeding.

De landbouwers moeten de verplichte normen toepassen die zijn vastgesteld ingevolge de artikelen 4 en 5 en de bijlagen III en IV van Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad (34), en voldoen aan minimumeisen inzake het gebruik van meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen en andere verbindende voorschriften die in de nationale wetgeving zijn vastgesteld en in het programma voor plattelandsontwikkeling zijn vermeld.

Ja

Neen

9.

Is in de maatregel bepaald dat, indien de eigenaar of houder van de dieren zich verzet tegen de uitvoering van de inspecties en monsternemingen die voor de toepassing van de nationale programma's inzake toezicht op residuen nodig zijn, of tegen de onderzoekingen en controles die op grond van Richtlijn 96/23/EG worden verricht, de sancties zoals bedoeld in het vorenstaande punt 4 gelden?

Ja

Neen

10.

Als de steunregeling nog steeds van kracht is op de datum waarop artikel 37 en artikel 88, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad (35) van toepassing worden, wordt zij dan zodanig gewijzigd dat zij vanaf die datum in overeenstemming met die artikelen zal zijn?

Ja

Neen

Zo neen, let wel dat met ingang van de datum waarop artikel 37 en artikel 88, lid 3, van de genoemde verordening van toepassing worden, nieuwe regels zullen gelden voor maatregelen ter compensatie van natuurlijke handicaps in bepaalde gebieden en dat steunmaatregelen die niet aan alle criteria van die artikelen en aan de betrokken uitvoeringsbepalingen van de Raad of de Commissie voldoen, zullen moeten worden stopgezet.

2.   Overige gegevens

Gaat de aanmelding vergezeld van documentatie waarin wordt aangetoond dat de staatssteun past in en coherent is met het desbetreffende plan voor plattelandsontwikkeling?

Ja

Neen

Zo ja, gelieve deze documentatie hieronder of in een bijlage bij dit formulier te verstrekken.

…………

Zo neen, dan wijzen wij u erop dat deze documentatie vereist is krachtens punt 26 van de landbouwrichtsnoeren.

DEEL III. 12.E

FORMULIER AANVULLENDE INFORMATIE INZAKE STEUN VOOR DE NALEVING VAN NORMEN

Dit aanmeldingsformulier moet worden gebruikt voor de investeringen in landbouwbedrijven zoals bedoeld in punt IV.E van de Communautaire richtsnoeren voor staatssteun in de landbouw- en de bosbouwsector 2007-2013 (36).

1.

Wordt de beoogde steun uitsluitend toegekend aan primaire producenten (landbouwers)?

Ja

Neen

2.

Zijn de nieuwe normen waarvan sprake is, gebaseerd op communautaire normen?

Ja

Neen

3.

Zo neen, wordt de steun dan beperkt tot de uit de normen voortvloeiende kosten die voor de betrokken landbouwers een echte concurrentiehandicap dreigen te vormen?

Ja

Neen

4.

Toon het bestaan van deze handicap aan met behulp van de gemiddelde nettowinstmarges voor gemiddelde landbouwbedrijven in de betrokken (sub)sector:

…………

5.

Is de steun die de landbouwer in een periode van vijf jaar kan ontvangen voor gemaakte kosten en gederfde inkomsten die het gevolg zijn van de invoering van een of meer normen, degressief en beperkt tot in totaal 10 000 EUR?

Ja

Neen

6.

Beschrijf de degressiviteit van de steun:

….

7.

Als het maximum van 10 000 EUR wordt overschreden, is de steun dan beperkt tot 80 % van de door de landbouwers gemaakte kosten en gederfde inkomsten en tot 12 000 EUR per bedrijf, waarbij elke toegekende communautaire steun in aanmerking wordt genomen?

Ja

Neen

8.

Heeft de steun betrekking op normen die aantoonbaar de rechtstreekse oorzaak zijn van:

een toename van de exploitatiekosten voor het product of de producten waarvoor de norm geldt, met ten minste 5 %,

Ja

Neen

een inkomensverlies dat overeenstemt met ten minste 10 % van de nettowinst voor het product of de producten waarvoor de norm geldt.

Ja

Neen

9.

Toon aan dat aan de genoemde parameters wordt voldaan (hierbij moet worden uitgegaan van berekeningen voor een gemiddeld landbouwbedrijf van de sector en lidstaat waarvoor de betrokken norm geldt):

…………

10.

Heeft de steun uitsluitend betrekking op normen die een dergelijke toename van de exploitatiekosten of een dergelijk inkomensverlies veroorzaken voor ten minste 25 % van alle landbouwbedrijven van de (sub)sector en lidstaat waarvoor de norm geldt?

Ja

Neen

11.

Gaat de aanmelding vergezeld van documentatie waarin wordt aangetoond dat de beoogde staatssteun coherent is met het (de) desbetreffende plan(nen) voor plattelandsontwikkeling?

Ja

Neen

Zo ja, gelieve deze documentatie hieronder of in een bijlage bij dit formulier te verstrekken.

…………

Zo neen, dan wijzen wij u erop dat deze documentatie vereist is krachtens punt 26 van de landbouwrichtsnoeren.

DEEL III.12.F

FORMULIER AANVULLENDE INFORMATIE INZAKE STEUN VOOR DE VESTIGING VAN JONGE LANDBOUWERS

Dit formulier moet worden gebruikt voor de aanmelding van steun voor de vestiging van jonge landbouwers zoals bedoeld in hoofdstuk IV.F van de Communautaire richtsnoeren voor staatssteun in de landbouw- en de bosbouwsector 2007-2013 (37).

1.   Subsidiabiliteitscriteria

Hierbij wijzen wij erop dat staatssteun voor de vestiging van jonge landbouwers slechts mag worden verleend indien wordt voldaan aan dezelfde voorwaarden als die welke in de verordening inzake plattelandsontwikkeling (38) zijn vastgesteld voor medegefinancierde steun, waaronder met name de subsidiabiliteitscriteria van artikel 22.

1.1.

Wordt de steun uitsluitend verleend voor primaire productie?

Ja

Neen

Zo neen, dan wijzen wij u erop dat krachtens punt 82 van de landbouwrichtsnoeren uitsluitend steun mag worden verleend voor primaire productieactiviteiten.

1.2.

Wordt voldaan aan de volgende voorwaarden?

de landbouwer is jonger dan 40 jaar;

de landbouwer beschikt over voldoende vakbekwaamheid en deskundigheid;

de landbouwer vestigt zich voor het eerst op een landbouwbedrijf als bedrijfshoofd;

de landbouwer heeft een bedrijfsplan voor de ontwikkeling van zijn landbouwactiviteiten ingediend.

Ja

Neen

Als u op een of meer van deze vragen „neen” antwoordt, is de maatregel niet in overeenstemming met artikel 22 van de verordening inzake plattelandsontwikkeling en kan hij niet worden toegestaan krachtens de richtsnoeren.

1.3.

Is in de maatregel bepaald dat aan de bovenstaande subsidiabiliteitseisen moet zijn voldaan op het tijdstip waarop het individuele besluit tot toekenning van de steun wordt vastgesteld?

Ja

Neen

1.4.

Is de maatregel in overeenstemming met de bestaande communautaire of nationale normen?

Ja

Neen

1.4.1.

Zo neen, is het de bedoeling te voldoen aan de bestaande communautaire of nationale normen die in het ingediende bedrijfsplan zijn vastgesteld?

Ja

Neen

1.4.2.

Bedraagt de termijn binnen welke aan de normen moet zijn voldaan, meer dan 36 maanden vanaf de datum van vestiging?

Ja

Neen

2.   Maximaal toegestane steun

2.1.

Wordt de vestigingssteun verleend in de vorm van:

een eenmalige premie? (max. 40 000 EUR)

(vul het bedrag in)

…………

en/of

een rentesubsidie? (gekapitaliseerde waarde hiervan: max. 40 000 EUR)

Zo ja, beschrijf de leningsvoorwaarden — rentepercentage, looptijd, aflossingsvrije periode, enz.)

…………

2.2.

Kunt u bevestigen dat de staatssteun en de op grond van de verordening inzake plattelandsontwikkeling verleende steun samen niet hoger zullen zijn dan 55 000 EUR en dat de maxima die voor elk van beide vormen van steun afzonderlijk gelden (40 000 EUR voor de eenmalige premie; 40 000 EUR voor de rentesubsidie), in acht worden genomen?

Ja

Neen

3.   Overige gegevens

Gaat de aanmelding vergezeld van documentatie waarin wordt aangetoond dat de staatssteun past in en coherent is met het desbetreffende plan voor plattelandsontwikkeling?

Ja

Neen

Zo ja, gelieve deze documentatie hieronder of in een bijlage bij dit formulier te verstrekken.

…………

Zo neen, dan wijzen wij u erop dat deze documentatie vereist is krachtens punt 26 van de landbouwrichtsnoeren.

DEEL III.12.G

FORMULIER AANVULLENDE INFORMATIE INZAKE STEUN VOOR VERVROEGDE UITTREDING OF VOOR DE BEËINDIGING VAN DE LANDBOUWACTIVITEIT

Dit formulier moet worden gebruikt voor de aanmelding van regelingen inzake staatssteun ter bevordering van vervroegde uittreding door oudere landbouwers zoals bedoeld in hoofdstuk IV.G van de Communautaire richtsnoeren voor staatssteun in de landbouw- en de bosbouwsector 2007-2013 (39).

1.   Aard van de steun

1.1.

Wordt de steun alleen voor de primaire productie toegekend?

Ja

Neen

Zo neen, let wel dat volgens punt 85 van de richtsnoeren geen steun mag worden verleend voor andere activiteiten dan de primaire productie.

1.2.

Wordt de steun voor vervroegde uittreding toegekend aan:

landbouwers die besluiten hun landbouwactiviteit te beëindigen met het oog op overdracht van de betrokken bedrijven aan andere landbouwers?

werknemers in de landbouw die besluiten alle werkzaamheden op landbouwbedrijven definitief te beëindigen op het moment waarop het bedrijf wordt overgedragen?

Geef een beschrijving van de voorgenomen maatregelen:

…………

2.   Subsidiabiliteitscriteria

2.1.

Zal de steun uitsluitend worden toegekend indien de cedent van het landbouwbedrijf:

definitief alle commerciële landbouwactiviteiten beëindigt,

op het tijdstip van de overdracht ten minste 55 jaar oud is zonder evenwel de normale pensioengerechtigde leeftijd te hebben bereikt, of ten hoogste tien jaar jonger dan de normale pensioengerechtigde leeftijd in de betrokken lidstaat, en

in de aan de overdracht voorafgaande tien jaar de landbouw heeft beoefend?

Ja

Neen

Zo neen, let wel dat volgens punt 87 van de richtsnoeren in combinatie met artikel 23 van Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad (40) geen steun kan worden toegestaan indien de cedent niet aan al deze voorwaarden voldoet.

2.2.

Zal de steun uitsluitend worden toegekend indien de overnemer van het landbouwbedrijf:

de cedent opvolgt door zich overeenkomstig artikel 22 van Verordening (EG) nr. 1698/2005 als jonge landbouwer te vestigen, jonger is dan 40 jaar en zich voor het eerst als bedrijfshoofd op een landbouwbedrijf vestigt, over voldoende vakbekwaamheid en deskundigheid beschikt en een bedrijfsplan voor de ontwikkeling van zijn landbouwactiviteiten indient, of

een landbouwer jonger dan 50 jaar of een privaatrechtelijk lichaam is, en het door de cedent vrijgemaakte landbouwbedrijf overneemt om het landbouwbedrijf te vergroten?

Ja

Neen

Zo neen, let wel dat volgens punt 87 van de richtsnoeren in combinatie met artikel 23 van Verordening (EG) nr. 1698/2005 geen steun kan worden toegestaan indien de overnemer niet aan al deze voorwaarden voldoet.

2.3.

Indien de geplande steunverlening bij vervroegde uittreding maatregelen behelst om een inkomen te verschaffen aan werknemers in de landbouw, kunt u dan bevestigen dat geen steun zal worden toegekend indien de werknemer niet aan alle volgende voorwaarden voldoet:

hij moet alle landbouwactiviteiten definitief beëindigen op het ogenblik waarop het bedrijf wordt overgedragen,

hij is ten minste 55 jaar oud zonder evenwel de normale pensioengerechtigde leeftijd te hebben bereikt, of ten hoogste tien jaar jonger dan de normale pensioengerechtigde leeftijd in de betrokken lidstaat,

hij heeft in de voorafgaande vijf jaar ten minste de helft van zijn arbeidstijd als meewerkend gezinslid of werknemer in de landbouw aan werkzaamheden op landbouwbedrijven besteed,

hij heeft in de vier jaar vóór de vervroegde uittreding van de cedent ten minste het equivalent van twee voltijdjaren op diens landbouwbedrijf gewerkt, en

hij valt onder een socialezekerheidsstelsel.

Ja

Neen

Let wel dat volgens punt 87 van de richtsnoeren en artikel 23 van Verordening (EG) nr. 1698/2005 niet kan worden toegestaan dat steun wordt verleend om aan werknemers in de landbouw een inkomen te verschaffen indien die werknemers niet aan alle genoemde voorwaarden voldoen.

3.   Steunbedrag

3.1.

Wordt de steunmaatregel gecombineerd met steunverlening in het kader van de verordening inzake plattelandsontwikkeling ?

Ja

Neen

3.1.1.

Zo ja, geef een beknopte beschrijving van de regeling voor die medegefinancierde steunverlening en geef aan om welk steunbedrag het gaat.

…………

…………

3.2.

Gelieve te specificeren wat het maximale steunbedrag is dat per cedent wordt toegekend:

……………….. per cedent per jaar (jaarlijks bedrag ten hoogste 18 000 EUR per cedent en totaalbedrag ten hoogste 180 000 EUR per cedent).

Gelieve, als de maximumbedragen worden overschreden, aan te geven dat is voldaan aan punt 87 van de richtsnoeren. Let wel dat de richtsnoeren de mogelijkheid bieden steun te verlenen boven de in de verordening vastgestelde maximumbedragen mits de lidstaat aantoont dat die betaling niet aan actieve landbouwers wordt doorgegeven.

3.3.

Gelieve te specificeren wat het maximale steunbedrag is dat per werknemer wordt toegekend:

…..……………. per werknemer per jaar (jaarlijks bedrag ten hoogste 4 000 EUR per werknemer en totaalbedrag ten hoogste 40 000 EUR per werknemer).

Gelieve, als de maximumbedragen worden overschreden, aan te geven dat is voldaan aan punt 87 van de richtsnoeren. Let wel dat de richtsnoeren de mogelijkheid bieden steun te verlenen boven de in de verordening vastgestelde maximumbedragen mits de lidstaat aantoont dat die betaling niet aan actieve landbouwers wordt doorgegeven.

3.4.

Ontvangt de cedent een door de lidstaat betaald normaal ouderdomspensioen ?

Ja

Neen

3.4.1.

Zo ja, zal de geplande steun bij vervroegde uittreding worden toegekend als aanvulling met inachtneming van het bedrag van het nationale ouderdomspensioen?

Ja

Neen

Zo neen, let wel dat volgens punt 87 van de richtsnoeren in combinatie met artikel 23 van Verordening (EG) nr. 1698/2005 bij de berekening van de in het kader van de regeling voor vervroegde uittreding toe te kennen maximumbedragen rekening moet worden gehouden met het bedrag dat als normaal ouderdomspensioen wordt betaald.

4.   Duur

4.1.

Kan worden gegarandeerd dat de geplande steun bij vervroegde uittreding niet gedurende meer dan in totaal 15 jaar aan de cedent en aan de werknemer zal worden verleend en in geen geval zal worden voortgezet nadat de cedent 70 jaar is geworden of de werknemer de normale pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt?

Ja

Neen

Zo neen, let wel dat volgens punt 87 van de richtsnoeren in combinatie met artikel 23 van Verordening (EG) nr. 1698/2005 geen steun kan worden toegestaan indien in de geplande regeling niet wordt gegarandeerd dat aan al deze voorwaarden wordt voldaan.

DEEL III.12.H

FORMULIER AANVULLENDE INFORMATIE INZAKE STEUN VOOR PRODUCENTENGROEPERINGEN

Dit formulier moet worden gebruikt voor de aanmelding van maatregelen inzake staatssteun ter ondersteuning van producentengroeperingen zoals bedoeld in hoofdstuk IV.H van de Communautaire richtsnoeren voor staatssteun in de landbouw- en de bosbouwsector 2007-2013 (41).

1.   Aard van de steun

1.1.

Gaat het om aanloopsteun aan pas opgerichte producentengroeperingen?

Ja

Neen

1.2.

Gaat het om aanloopsteun aan pas opgerichte unies van producentengroeperingen (een unie van producentengroeperingen bestaat uit erkende producentengroeperingen en streeft op grotere schaal dezelfde doelstellingen na)?

Ja

Neen

1.3.

Wordt de steun toegekend met betrekking tot subsidiabele uitgaven die uitsluitend voortvloeien uit een stijging van de omzet van een begunstigde met ten minste 30 % ten opzichte van het voorgaande jaar als gevolg van de toetreding van nieuwe leden en/of een uitbreiding met nieuwe producten?

Ja

Neen

1.3.1.

Zo ja, hoe groot is de stijging van de omzet van de begunstigde?

1.3.2.

Is de stijging van de omzet van de begunstigde het gevolg van:

de toetreding van nieuwe leden,

de uitbreiding met nieuwe producten,

beide.

1.4.

Wordt steun toegekend ter dekking van de aanloopkosten van unies van producentengroeperingen die verantwoordelijk zijn voor het toezicht op het gebruik overeenkomstig het Gemeenschapsrecht van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen of kwaliteitslabels?

Ja

Neen

1.5.

Wordt steun verleend aan producentengroeperingen of unies van producentengroeperingen die op de bedrijven van de leden taken in verband met de landbouwproductie vervullen op gebieden zoals onderlinge samenwerking en dienstverlening in de vorm van bedrijfsverzorging en ondersteuning van het bedrijfsbeheer zonder zich bezig te houden met gezamenlijke aanpassing van het aanbod aan de markt?

Ja

Neen

Zo ja, dan wijzen wij u erop dat steun aan deze groeperingen of unies niet onder hoofdstuk IV.H van de landbouwrichtsnoeren valt. Gelieve de desbetreffende rechtsgrond te raadplegen.

…………

1.6.

Wordt steun verleend aan producentengroeperingen of unies daarvan ter dekking van uitgaven die niet met oprichtingskosten samenhangen, zoals uitgaven voor investeringen of promotieactiviteiten?

Ja

Neen

Zo ja, dan zal de steun worden beoordeeld volgens de specifieke regels die voor een dergelijke steun gelden. Gelieve de desbetreffende onderdelen van het aanmeldingsformulier te raadplegen.

1.7.

Kunt u, in het geval van een steunregeling, bevestigen dat zij zal worden aangepast om rekening te houden met elke wijziging in de verordeningen houdende gemeenschappelijke marktordeningen?

Ja

Neen

1.8.

Wordt rechtstreeks aan de producenten steun verleend als compensatie voor de bijdrage die zij moeten betalen in de kosten die met het functioneren van de groepering of unie gedurende de eerste vijf jaar na de oprichting ervan zijn gemoeid?

Ja

Neen

1.8.1.

Zo ja, zal de rechtstreeks aan de producenten verleende steun niet meer bedragen dan het maximale steunbedrag (400 000 EUR)?

Ja

Neen

2.   Begunstigden

2.1.

Wordt de aanloopsteun uitsluitend aan kleine en middelgrote ondernemingen toegekend?

Ja

Neen

2.2.

Wordt de aanloopsteun toegekend aan producentengroeperingen of unies daarvan die volgens de wetgeving van de betrokken lidstaat recht hebben op steun?

Ja

Neen

Zo neen, gelieve artikel 9, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1857/2006 van de Commissie (42) te raadplegen.

2.3.

Wordt uitsluitend steun toegekend als aan alle hierna genoemde voorwaarden is voldaan:

de verplichting voor de leden om hun productie op de markt te brengen volgens de door de groepering of de unie vastgestelde voorschriften inzake aanvoer en afzet (de statuten mogen toestaan dat een deel van de productie rechtstreeks door de producent op de markt wordt gebracht);

Ja

Neen

de verplichting voor producenten die tot de groepering of de unie toetreden, er gedurende ten minste drie jaar lid van te blijven en, als zij de groepering of unie weer willen verlaten, hun lidmaatschap ten minste twaalf maanden van tevoren op te zeggen;

Ja

Neen

gemeenschappelijke regels inzake de productie, met name wat de kwaliteit van de producten of de toepassing van biologische productiemethoden betreft, gemeenschappelijke regels voor de afzet op de markt en regels inzake productinformatie, met name over het oogsten en de beschikbaarheid?

Ja

Neen

Hebt u op een of meer van de vragen in punt 2.3 „neen” geantwoord, gelieve dan artikel 9, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1857/2006 te raadplegen voor de lijst van de criteria waaraan producentengroeperingen of unies daarvan moeten voldoen om voor steun in aanmerking te komen.

2.4.

Voldoet de producentengroepering of unie van producentengroeperingen volledig aan alle van toepassing zijnde mededingingsrechtelijke bepalingen, in het bijzonder de artikelen 81 en 82 van het Verdrag?

Ja

Neen

2.5.

Sluit de steunmaatregel/steunregeling duidelijk uit dat steun wordt verleend aan productieorganisaties zoals vennootschappen of coöperaties die het beheer van een of meer landbouwbedrijven tot doel hebben en daarom in feite als een enkele producent moeten worden beschouwd?

Ja

Neen

Zo neen, let wel dat volgens artikel 9, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1857/2006 de producenten zelf verantwoordelijk dienen te blijven voor het beheer van hun bedrijf.

2.6.

Sluit de steunmaatregel/steunregeling duidelijk uit dat steun wordt verleend aan producentengroeperingen of unies van producentengroeperingen waarvan de doelstellingen onverenigbaar zijn met een verordening van de Raad houdende een gemeenschappelijke marktordening?

Ja

Neen

Zo neen, let wel dat volgens artikel 9, lid 8, van Verordening (EG) nr. 1857/2006 de Commissie in geen geval haar goedkeuring kan hechten aan steun die onverenigbaar is met een gemeenschappelijke marktordening of een belemmering zou vormen voor het naar behoren functioneren van een gemeenschappelijke marktordening.

3.   Steunintensiteit en subsidiabele kosten

3.1.

Kunt u bevestigen dat het totale steunbedrag dat aan een producentengroepering of unie van producentengroeperingen wordt toegekend, niet meer bedraagt dan 400 000 EUR?

Ja

Neen

3.2.

Sluit de steunmaatregel/steunregeling duidelijk uit dat steun wordt betaald voor kosten die na het vijfde jaar worden gemaakt?

Ja

Neen

3.3.

Sluit de steunmaatregel/steunregeling duidelijk uit dat meer dan zeven jaar na de erkenning van de producentenorganisatie nog steun wordt betaald?

Ja

Neen

Hebt u op een van de vragen in punt 3.2 of 3.3 „neen” geantwoord, gelieve er dan nota van te nemen dat in artikel 9, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1857/2006 duidelijk is bepaald dat geen steun mag worden verleend voor kosten die meer dan vijf jaar na de erkenning van de producentenorganisatie worden gemaakt en dat de steun niet meer dan zeven jaar na die erkenning mag worden betaald.

3.4.

Worden zowel bij steunverlening aan producentengroeperingen of unies daarvan als bij rechtstreekse steunverlening aan producenten alleen de volgende kosten opgenomen in de subsidiabele uitgaven:

huur van geschikte panden, of

aankoop van geschikte panden (als de betrokken panden worden aangekocht, blijven de subsidiabele uitgaven beperkt tot de huurkosten tegen markttarieven),

aanschaf van kantooruitrusting, inclusief computerapparatuur en -programmatuur, kosten van administratief personeel, overheadkosten en vergoedingen voor juridische en ambtelijke handelingen?

Ja

Neen

Zo neen, gelieve de in artikel 9, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1857/2006 opgenomen lijst van de subsidiabele uitgaven te raadplegen.

DEEL III.12.I

FORMULIER AANVULLENDE INFORMATIE INZAKE STEUN VOOR RUILVERKAVELINGEN

Dit formulier moet worden gebruikt voor de aanmelding van regelingen inzake staatssteun ter dekking van de juridische en administratieve kosten van ruilverkavelingen zoals bedoeld in hoofdstuk IV.I van de Communautaire richtsnoeren voor staatssteun in de landbouw- en de bosbouwsector 2007-2013 (43).

1.

Maakt de steunmaatregel deel uit van een algemeen ruilverkavelingsprogramma dat ten uitvoer wordt gelegd volgens de wettelijke procedures van de betrokken lidstaat?

Ja

Neen

2.

Bevatten de subsidiabele kosten uitsluitend de juridische en administratieve kosten, inclusief de opmetingskosten, van de ruilverkaveling?

Ja

Neen

Mochten ook andere posten tot de subsidiabele uitgaven worden gerekend, gelieve dan te noteren dat volgens artikel 13 van Verordening (EG) nr. 1857/2006 alleen de genoemde uitgaven subsidiabel zijn.

3.

Wat is het beoogde steunpercentage (max. 100 %): …

DEEL III.12.J

FORMULIER AANVULLENDE INFORMATIE INZAKE STEUN TER BEVORDERING VAN DE PRODUCTIE EN DE AFZET VAN KWALITEITSLANDBOUWPRODUCTEN

Dit formulier moet worden gebruikt voor de aanmelding van maatregelen inzake staatssteun ter bevordering van de productie en de afzet van kwaliteitslandbouwproducten zoals bedoeld in hoofdstuk IV.J van de Communautaire richtsnoeren voor staatssteun in de landbouw- en de bosbouwsector 2007-2013 (43).

A.   PRIMAIRE PRODUCENTEN (LANDBOUWERS)

1.   Aard van de producten

1.1.

Betreft de steun uitsluitend kwaliteitsproducten die voldoen aan de op grond van artikel 32 van Verordening (EG) nr. 1698/2005 (44) vast te stellen criteria?

Ja

Neen

Als de steun niet uitsluitend kwaliteitsproducten betreft, gelieve er dan nota van te nemen dat steun zoals bedoeld in hoofdstuk IV.J van de landbouwrichtsnoeren, beperkt dient te blijven tot kwaliteitslandbouwproducten.

2.   Aard van de steun

2.1.

Welke van de volgende soorten steun kunnen in het kader van de steunregeling/individuele maatregel worden verleend?

steun voor marktonderzoek en het bedenken en vormgeven van producten;

steun voor de voorbereiding van aanvragen om erkenning van een oorsprongsbenaming of specificiteitscertificering overeenkomstig de desbetreffende communautaire verordeningen;

steun voor advisering en soortgelijke dienstverlening bij de invoering van kwaliteitsborgingssystemen zoals de ISO 9000-serie of de ISO 14000-serie, van systemen op basis van risicoanalyse en kritische controlepunten (HACCP), van traceerbaarheidssystemen, van systemen ter waarborging van echtheids- en handelsnormen, alsmede van milieuauditsystemen;

steun ter dekking van de kosten van de opleiding van personeel voor de invoering van kwaliteitsborgingssystemen zoals de ISO 9000-serie of de ISO 14000-serie, van systemen op basis van risicoanalyse en kritische controlepunten (HACCP), van traceerbaarheidssystemen, van systemen ter waarborging van echtheids- en handelsnormen, alsmede van milieuauditsystemen;

steun ter dekking van de kosten die erkende certificeringsinstanties in rekening brengen voor de initiële certificering van kwaliteitsborgings- en soortgelijke systemen;

steun ter dekking van de kosten van verplichte controlemaatregelen die op grond van de communautaire of nationale regelgeving door of in opdracht van de bevoegde autoriteiten worden verricht, tenzij dergelijke kosten volgens de communautaire wetgeving door de ondernemingen moeten worden gedragen;

steun ter dekking van de kosten van deelname aan maatregelen zoals bedoeld in artikel 14, lid 2, onder f), van Verordening (EG) nr. 1857/2006 van de Commissie (45), op voorwaarde dat:

a)

de steun uitsluitend wordt verleend voor landbouwproducten voor menselijke consumptie;

b)

het gaat om een communautaire voedselkwaliteitsregeling of een door een lidstaat erkende voedselkwaliteitsregeling die voldoet aan de overeenkomstig artikel 32, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 1698/2005 vastgestelde precieze criteria;

c)

de steun gedurende ten hoogste vijf jaar wordt toegekend in de vorm van een jaarlijkse financiële stimulans waarvan het niveau wordt bepaald op basis van de hoogte van de vaste kosten die met deelneming aan die regelingen zijn gemoeid;

d)

de steun wordt beperkt tot 3 000 EUR per jaar en per bedrijf.

NB: Regelingen die uitsluitend tot doel hebben de controle te verscherpen op de naleving van uit communautaire of nationale regelgeving voortvloeiende dwingende normen, komen niet voor steun in aanmerking.

2.2.

Voorziet de maatregel in steun voor investeringen die noodzakelijk zijn om de productie-installaties te verbeteren?

Ja

Neen

Zo ja, gelieve hoofdstuk IV.A van de landbouwrichtsnoeren te raadplegen.

2.3.

Worden de controles verricht door of in opdracht van derden zoals:

de bevoegde toezichthoudende autoriteiten of in hun opdracht handelende instanties;

onafhankelijke organisaties die verantwoordelijk zijn voor de controle en het toezicht op het gebruik van oorsprongsbenamingen, biologische labels of kwaliteitslabels;

andere instanties (gelieve deze te specificeren en daarbij aan te geven hoe de onafhankelijkheid van de controle-instantie wordt gegarandeerd).

…………

…………

2.4.

Verplicht de communautaire regelgeving de producenten tot het betalen van de controlekosten, zonder dat het daadwerkelijke niveau van de lasten wordt aangegeven?

Ja

Neen

3.   Begunstigden

3.1.

Wie zijn de begunstigden van de steun?

landbouwers,

producentengroeperingen,

andere (gelieve te specificeren).

…………

3.2.

Worden grote ondernemingen als begunstigden uitgesloten?

Ja

Neen

3.3.

Worden, afgezien van steun ter dekking van de kosten van deelname aan maatregelen zoals bedoeld in artikel 14, lid 2, onder f), van Verordening (EG) nr. 1857/2006, rechtstreekse geldbetalingen aan producenten uitgesloten?

Ja

Neen

3.3.1.

Is de steun op basis van objectief bepaalde voorwaarden beschikbaar voor alle in aanmerking komende landbouwers in het betrokken gebied?

Ja

Neen

3.3.2.

Sluit de steunmaatregel uit dat de landbouwers, om van de steun te kunnen profiteren, lid moeten zijn van de producentengroepering/-organisatie of als tussenpersoon optredende organisatie die de steun beheert?

Ja

Neen

3.3.3.

Blijft de bijdrage in de administratieve kosten van de betrokken groepering of organisatie beperkt tot de met de dienstverlening gemoeide kosten?

Ja

Neen

4.   Steunintensiteit

4.1.

Gelieve aan te geven wat het maximumpercentage van de overheidssteun is bij de volgende soorten steun:

a)

………………………. steun voor marktonderzoek en het bedenken en vormgeven van producten (maximaal 100 %);

b)

………………………. steun voor de voorbereiding van aanvragen om erkenning van een oorsprongsbenaming of specificiteitscertificering overeenkomstig de desbetreffende communautaire verordeningen (maximaal 100 %);

c)

………………………. steun voor advisering en soortgelijke dienstverlening bij de invoering van kwaliteitsborgingssystemen zoals de ISO 9000-serie of de ISO 14000-serie, van systemen op basis van risicoanalyse en kritische controlepunten (HACCP), van traceerbaarheidssystemen, van systemen ter waarborging van echtheids- en handelsnormen, alsmede van milieuauditsystemen (maximaal 100 %);

d)

………………………. steun ter dekking van de kosten van de opleiding van personeel voor de invoering van kwaliteitsborgingssystemen zoals de ISO 9000-serie of de ISO 14000-serie, van systemen op basis van risicoanalyse en kritische controlepunten (HACCP), van traceerbaarheidssystemen, van systemen ter waarborging van echtheids- en handelsnormen, alsmede van milieuauditsystemen (maximaal 100 %);

e)

………………………… steun ter dekking van de kosten die erkende certificeringsinstanties in rekening brengen voor de initiële certificering van kwaliteitsborgings- en soortgelijke systemen (maximaal 100 %);

f)

…………………….… steun ter dekking van de kosten van verplichte controlemaatregelen die op grond van de communautaire of nationale regelgeving door of in opdracht van de bevoegde autoriteiten worden verricht, tenzij dergelijke kosten volgens de communautaire wetgeving door de ondernemingen moeten worden gedragen;

g)

………………………. steun ter dekking van de kosten van deelname aan maatregelen als bedoeld in artikel 14, lid 2, onder f), van Verordening (EG) nr. 1857/2006.

B.   BEDRIJVEN DIE LANDBOUWPRODUCTEN VERWERKEN EN AFZETTEN

1.   Aard van de producten

1.1.

Betreft de steun uitsluitend kwaliteitsproducten die voldoen aan de op grond van artikel 32 van Verordening (EG) nr. 1698/2005 vast te stellen criteria?

Ja

Neen

Als de steun niet uitsluitend kwaliteitsproducten betreft, gelieve er dan nota van te nemen dat steun zoals bedoeld in hoofdstuk IV.J van de landbouwrichtsnoeren, beperkt dient te blijven tot kwaliteitslandbouwproducten.

2.   Aard van de steun en subsidiabele kosten

2.1.

Zijn de subsidiabele kosten beperkt tot:

kosten voor diensten van externe adviseurs en andere dienstverleners, met name:

marktonderzoekactiviteiten,

bedenken en vormgeven van producten,

aanvragen om erkenning van specificiteitscertificaten overeenkomstig de desbetreffende communautaire verordeningen,

de invoering van kwaliteitsborgingssystemen zoals de ISO 9000-serie of de ISO 14000-serie, van systemen op basis van risicoanalyse en kritische controlepunten (HACCP) van traceerbaarheidssystemen, van systemen ter waarborging van echtheids- en handelsnormen, alsmede van milieuauditsystemen,

andere (gelieve te specificeren).

…………

…………

Let wel dat deze diensten niet van permanente of periodieke aard mogen zijn en evenmin tot de gewone bedrijfsuitgaven van de onderneming mogen behoren, zoals routinematig belastingadvies, regelmatige dienstverlening op juridisch gebied of reclame.

2.2.

Gelieve de maximale brutosteunintensiteit te vermelden: ………………

Indien de brutosteunintensiteit hoger is dan 50 %, gelieve uitvoerig uiteen te zetten waarom deze steunintensiteit noodzakelijk is:

…………

2.3.

Gelieve het maximumplafond voor gecumuleerde steun te vermelden:

…………

…………

3.   Begunstigden

3.1.

Wie zijn de begunstigden van de steun?

Bedrijven die landbouwproducten verwerken en afzetten;

producentengroeperingen die landbouwproducten verwerken en afzetten;

andere (gelieve te specificeren).

…………

3.2.

Worden grote ondernemingen als begunstigden uitgesloten?

Ja

Neen

4.   Noodzaak van de steun

4.1.

Wordt in de steunregeling bepaald dat een aanvraag om steun moet zijn ingediend voordat met de uitvoering van een project wordt begonnen?

Ja

Neen

4.2.

Zo neen, heeft de lidstaat wettelijke bepalingen vastgesteld waarbij op grond van objectieve criteria een wettelijke aanspraak op steun wordt gevestigd zonder dat de lidstaat nog een discretionaire bevoegdheid uitoefent?

Ja

Neen

DEEL III.12.K

FORMULIER AANVULLENDE INFORMATIE INZAKE TECHNISCHE ONDERSTEUNING IN DE LANDBOUWSECTOR

Dit formulier moet worden gebruikt voor de aanmelding van maatregelen inzake staatssteun voor technische ondersteuning in de landbouwsector zoals bedoeld in hoofdstuk IV.K van de Communautaire richtsnoeren voor staatssteun in de landbouw- en de bosbouwsector 2007-2013 (46).

1.   Aard van de steun

A.   STEUN VOOR PRIMAIRE PRODUCENTEN

1.1.

Voor welke van de volgende soorten activiteiten of uitgaven kan in het kader van de steunregeling/individuele maatregel steun worden verleend?

Onderwijs en opleiding voor landbouwers en bedrijfsmedewerkers;

bedrijfsvervangingsdiensten;

door derden verstrekte adviesdiensten;

organisatie van en deelname aan fora voor de uitwisseling van kennis tussen bedrijven, wedstrijden, tentoonstellingen en beurzen;

vulgarisatie van wetenschappelijke kennis;

Kunt u voor deze steun bevestigen dat geen melding wordt gemaakt van het individuele bedrijf of merk of de individuele oorsprong — behalve indien het producten betreft die vallen onder Verordening (EG) nr. 510/2006 (47) en onder de artikelen 54 tot en met 58 van Verordening (EG) nr. 1493/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt (48), met dien verstande dat de vermeldingen exact overeenstemmen met de vermeldingen die door de Gemeenschap zijn geregistreerd?

Ja

Neen

Feitelijke informatie over voor producten uit andere landen toegankelijke kwaliteitssystemen, over generieke producten, alsmede over de voedingswaarde van generieke producten en tips voor het gebruik ervan.

Kunt u voor deze steun bevestigen dat geen melding wordt gemaakt van het individuele bedrijf of merk of de individuele oorsprong — behalve indien het producten betreft die vallen onder Verordening (EG) nr. 510/2006 en onder de artikelen 54 tot en met 58 van Verordening (EG) nr. 1493/1999, met dien verstande dat de vermeldingen exact overeenstemmen met de vermeldingen die door de Gemeenschap zijn geregistreerd?

Ja

Neen

Publicaties zoals catalogi of websites met feitelijke informatie over de producenten van een bepaald gebied of de producenten van een bepaald product.

Kunt u voor deze steun bevestigen dat de informatie en de presentatie neutraal is en dat alle betrokken producenten gelijke kansen hebben om in de publicatie opgenomen te worden?

Ja

Neen

1.2.

Geef een beschrijving van de voorgenomen maatregelen:

…………

…………

1.3.

Wordt de steun voor de bovengenoemde maatregelen toegekend aan grote ondernemingen?

Ja

Neen

Zo ja, dan wijzen wij erop dat de Commissie volgens punt 106 van de richtsnoeren niet zal toestaan dat aan grote ondernemingen staatssteun voor de bovengenoemde maatregelen wordt verleend.

B.   STEUN VOOR ONDERNEMINGEN DIE LANDBOUWPRODUCTEN VERWERKEN EN AFZETTEN

1.4.

Voor welke van de volgende soorten activiteiten of uitgaven kan in het kader van de steunregeling/individuele maatregel steun worden verleend?

Door externe consultants verleende diensten die niet van permanente of periodieke aard zijn en evenmin tot de gewone bedrijfsuitgaven van de onderneming behoren;

Eerste deelname aan beurzen en tentoonstellingen.

Geef een beschrijving van de voorgenomen maatregelen:

…………

…………

1.5.

Wordt de steun voor de bovengenoemde maatregelen toegekend aan grote ondernemingen?

Ja

Neen

Zo ja, dan wijzen wij erop dat de Commissie volgens punt 106 van de richtsnoeren niet zal toestaan dat aan grote ondernemingen staatssteun voor de bovengenoemde maatregelen wordt verleend.

C.   STEUN VOOR DE VERSPREIDING VAN NIEUWE TECHNIEKEN, TOEGEKEND AAN PRIMAIRE PRODUCENTEN EN ONDERNEMINGEN DIE LANDBOUWPRODUCTEN VERWERKEN EN AFZETTEN

1.6.

Wordt de steun verleend voor andere activiteiten ter verspreiding van nieuwe technieken, zoals redelijke, kleinschalige proef- of demonstratieprojecten?

Ja

Neen

1.7.

Zo ja, geef een duidelijke beschrijving van het project, waarin u o.m. toelicht waarin het vernieuwende karakter van het project bestaat en welk algemeen belang door de toekenning van de steun wordt gediend:

…………

…………

1.8.

Voldoet het project aan de volgende voorwaarden?

Zijn het aantal deelnemende bedrijven en de duur van het proefproject beperkt tot wat noodzakelijk is voor een degelijke test?

Ja

Neen

Worden de resultaten van het proefproject bekendgemaakt?

Ja

Neen

2.   Subsidiabele kosten en steunintensiteit

A.   STEUN VOOR PRIMAIRE PRODUCENTEN

2.1.

Wat onderwijs en opleiding betreft, omvatten de subsidiabele kosten uitsluitend de werkelijke kosten van het organiseren van het opleidingsprogramma, de reis- en verblijfkosten en de kosten van vervangende diensten tijdens de afwezigheid van de landbouwer of bedrijfsmedewerker?

Ja

Neen

Zo neen, let wel dat volgens punt 104 van de richtsnoeren in combinatie met artikel 15, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1857/2006 van de Commissie (49), geen steun voor andere kosten kan worden toegestaan.

2.2.

Wat bedrijfsvervangingsdiensten betreft, omvatten de subsidiabele kosten uitsluitend de werkelijke kosten van de vervanging van de landbouwer, de partner van de landbouwer of een bedrijfsmedewerker tijdens ziekte of vakantie?

Ja

Neen

Zo neen, let wel dat volgens punt 103 van de richtsnoeren in combinatie met artikel 15, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1857/2006 geen steun voor andere kosten kan worden toegestaan.

2.3.

Wat door derden verstrekte adviesdiensten betreft, omvatten de subsidiabele kosten uitsluitend de kosten van diensten die niet van permanente of periodieke aard zijn en evenmin tot de gewone bedrijfsuitgaven van de onderneming behoren (zoals routinematig belastingadvies, regelmatige dienstverlening op juridisch gebied of reclame)?

Ja

Neen

Zo neen, let wel dat volgens punt 103 van de richtsnoeren in combinatie met artikel 15, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1857/2006 geen steun voor kosten van diensten van permanente of periodieke aard of kosten die tot de gewone bedrijfsuitgaven van de onderneming behoren, kan worden toegestaan.

2.4.

Wat betreft de organisatie van en de deelname aan fora voor de uitwisseling van kennis tussen bedrijven, wedstrijden, tentoonstellingen en beurzen, omvatten de subsidiabele kosten uitsluitend: de deelnamekosten, de reiskosten, de kosten van publicaties, de huur van tentoonstellingsruimten en symbolische prijzen die in het kader van wedstrijden worden uitgereikt, met een maximumwaarde van 250 EUR per prijs en per winnaar?

Ja

Neen

Zo neen, let wel dat volgens punt 103 van de richtsnoeren in combinatie met artikel 15, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1857/2006 geen steun voor andere kosten kan worden toegestaan.

2.5.

Hoeveel bedraagt de steunintensiteit? ……………….

2.6.

Neemt de steun de vorm aan van rechtstreekse betalingen aan de producent?

Ja

Neen

Gelieve er nota van te nemen dat volgens punt 103 van de richtsnoeren in combinatie met artikel 15, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1857/2006 de steun niet de vorm mag aannemen van rechtstreekse betalingen aan de producenten.

B.   STEUN VOOR ONDERNEMINGEN DIE LANDBOUWPRODUCTEN VERWERKEN EN AFZETTEN

2.7.

Wat door externe consultants verleende diensten betreft, omvatten de subsidiabele kosten uitsluitend de kosten van activiteiten die niet van permanente of periodieke aard zijn en niet tot de gewone bedrijfsuitgaven van de onderneming behoren?

Ja

Neen

Zo neen, let wel dat volgens punt 105 van de richtsnoeren in combinatie met artikel 5 van Verordening (EG) nr. 70/2001 van de Commissie (of een bepaling ter vervanging daarvan) geen steun kan worden toegestaan voor financiële diensten die van permanente of periodieke aard zijn of tot de gewone bedrijfsuitgaven van de onderneming behoren, zoals routinematig belastingadvies, regelmatige dienstverlening op juridisch gebied of reclame.

2.8.

Wat deelname aan beurzen en tentoonstellingen betreft, omvatten de subsidiabele kosten uitsluitend de extra kosten die worden gemaakt voor het huren, inrichten en gebruiken van een standplaats en komen alleen die kosten in aanmerking die worden gemaakt bij een eerste deelname van een onderneming aan een bepaalde beurs of tentoonstelling?

Ja

Neen

Zo neen, let wel dat steun voor andere kosten dan die welke zijn vermeld in punt 105 van de richtsnoeren in combinatie met artikel 5 van Verordening (EG) nr. 70/2001 (of een bepaling ter vervanging daarvan) niet kan worden toegestaan.

2.9.

Hoeveel bedraagt de steunintensiteit? ………………. (max. 50 %)

Krachtens punt 105 van de richtsnoeren in combinatie met artikel 5 van Verordening (EG) nr. 70/2001 (of een bepaling ter vervanging daarvan) kunnen steunpercentages die hoger zijn dan het hierboven vermelde maximum, niet worden toegestaan.

C.   STEUN VOOR DE VERSPREIDING VAN NIEUWE TECHNIEKEN, TOEGEKEND AAN PRIMAIRE PRODUCENTEN EN ONDERNEMINGEN DIE LANDBOUWPRODUCTEN VERWERKEN EN AFZETTEN

2.10.

Kunt u in verband met activiteiten voor de verspreiding van nieuwe technieken, zoals redelijke, kleinschalige proef- of demonstratieprojecten, bevestigen dat het totale bedrag van de steun die voor die projecten aan een bedrijf wordt toegekend, niet groter zal zijn dan 100 000 EUR over een periode van drie belastingjaren?

Ja

Neen

2.11.

Hoeveel bedraagt de steunintensiteit? ……………….

3.   Begunstigden

3.1.

Wie zijn de begunstigden van de steun?

Landbouwers;

producentengroeperingen;

andere (gelieve te specificeren).

…………

3.2.

Indien landbouwers niet de rechtstreekse begunstigden van de steun zijn:

3.2.1.

Is de steun op basis van objectief bepaalde voorwaarden beschikbaar voor alle in aanmerking komende landbouwers in het betrokken gebied?

Ja

Neen

3.2.2.

Indien de betrokken technische ondersteuning door producentengroeperingen of andere landbouworganisaties voor onderlinge hulpverlening wordt verricht, is het lidmaatschap van dergelijke groeperingen of organisaties een voorwaarde om toegang tot dergelijke diensten te krijgen?

Ja

Neen

3.2.3.

Blijft de bijdrage van niet-leden in de administratieve kosten van de betrokken groepering of organisatie beperkt tot de met de dienstverlening gemoeide kosten?

Ja

Neen

DEEL III.12.L

FORMULIER AANVULLENDE INFORMATIE INZAKE STEUNVERLENING AAN DE SECTOR DIERLIJKE PRODUCTIE

Dit formulier moet door de lidstaten worden gebruikt voor de aanmelding van maatregelen inzake staatssteun als steunverlening aan de sector dierlijke productie zoals bedoeld in hoofdstuk IV.L van de Communautaire richtsnoeren voor staatssteun in de landbouw- en de bosbouwsector 2007-2013 (50).

1.   Subsidiabele uitgaven

1.1.

Op welke van de volgende subsidiabele uitgaven heeft de steunmaatregel betrekking:

de administratieve kosten die met het opstellen en bijhouden van stamboeken zijn gemoeid?

de kosten van tests om de genetische kwaliteit of het genetische rendement van dieren te bepalen (het gaat om door of voor rekening van derden uitgevoerde tests)?

de subsidiabele kosten voor investeringen voor de invoering op landbouwbedrijven van innovatieve foktechnieken of -methoden?

Mocht de geplande maatregel nog andere subsidiabele uitgaven omvatten, gelieve dan te noteren dat volgens artikel 16, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1857/2006 van de Commissie (51) deze steun uitsluitend de bovengenoemde subsidiabele uitgaven mag betreffen. Door de eigenaar van de dieren verrichte controles en de routinematige controles van de melkkwaliteit zijn uitgesloten.

2.   Steunbedrag

2.1.

Gelieve te vermelden hoe hoog de overheidssteun maximaal kan zijn in procenten van het bedrag van de subsidiabele uitgaven:

…..……… % van de administratieve kosten die met het opstellen en bijhouden van stamboeken zijn gemoeid (maximaal 100 %),

………….. % van de kosten van tests om de genetische kwaliteit of het genetische rendement van dieren te bepalen (maximaal 70 %),

………….. % van de subsidiabele kosten voor investeringen voor de invoering op landbouwbedrijven van innovatieve foktechnieken of -methoden (max. 40 % en uiterlijk tot en met 31 december 2011).

2.2.

Welke maatregelen worden genomen om overcompensatie te voorkomen en na te gaan of de bovengenoemde steunintensiteiten in acht worden genomen?

…………

…………

3.   Begunstigden

2.1.

Is de steun uitsluitend bestemd voor bedrijven die voldoen aan de communautaire definitie van kleine en middelgrote ondernemingen?

Ja

Neen

Zo neen, dan wijzen wij u erop dat grote ondernemingen krachtens punt 109 van de Communautaire richtsnoeren voor staatssteun in de landbouw- en de bosbouwsector 2007-2013 zijn uitgesloten van staatssteun.

DEEL III.12.M

FORMULIER AANVULLENDE INFORMATIE INZAKE STEUN VOOR DE ULTRAPERIFERE GEBIEDEN EN DE EILANDEN IN DE EGEÏSCHE ZEE

Dit formulier moet door de lidstaten worden gebruikt voor de aanmelding van staatssteun voor de ultraperifere gebieden en de eilanden in de Egeïsche Zee zoals bedoeld in punt IV.M van de Communautaire richtsnoeren voor staatssteun in de landbouw- en de bosbouwsector 2007-2013 (52).

1.

Wijkt de voorgenomen steun voor de ultraperifere gebieden of de eilanden in de Egeïsche Zee af van de andere bepalingen die in de richtsnoeren zijn opgenomen?

Ja

Neen

Zo neen, gelieve het aanmeldingsformulier voor het betrokken soort steun (investeringssteun, technische ondersteuning, enz.) in te vullen.

Zo ja, gelieve dit formulier verder in te vullen.

2.

Voorziet de maatregel in de toekenning van exploitatiesteun?

Ja

Neen

3.

Is de steun bedoeld om de specifieke problemen te verlichten die de landbouw in de ultraperifere gebieden ondervindt in verband met het afgelegen, insulaire en ultraperifere karakter van die gebieden?

Ja

Neen

3.1.

Zo ja, geef het bedrag van de meerkosten die deze specifieke problemen met zich brengen, en de wijze van berekening aan:

…………

…………

…………

3.2.

Wat is volgens de autoriteiten het verband tussen de meerkosten en de factoren die die meerkosten veroorzaken (zoals afgelegen of ultraperifere ligging)?

…………

…………

4.

Is deze steun bedoeld om extra vervoerkosten gedeeltelijk te compenseren?

Ja

Neen

4.1.

Zo ja, gelieve het bestaan van deze extra kosten te bewijzen en aan te geven welke methode wordt gebruikt om het bedrag ervan te bepalen (53):

…………

…………

4.2.

Zo ja, geef het maximumsteunbedrag aan (op basis van de ratio steun per afgelegde kilometer of op basis van de ratio steun per afgelegde kilometer en steun per gewichtseenheid) en het percentage van de extra kosten dat door de steun wordt gedekt:

…………

5.

Is, in het geval van Spanje, de steun bedoeld voor de tabaksproductie op de Canarische Eilanden (54)?

Ja

Neen

5.1.

Zo ja, is de steun beperkt tot 2 980,62 EUR per ton voor maximaal 10 t per jaar?

Ja

Neen

5.2.

Hoe kunnen de Spaanse autoriteiten garanderen dat de steun niet tot discriminatie zal leiden tussen de producenten op de eilanden?

…………

…………

DEEL III.12.N

FORMULIER AANVULLENDE INFORMATIE INZAKE STEUN TER VERGOEDING VAN SCHADE AAN DE LANDBOUWPRODUCTIE OF AAN DE LANDBOUWPRODUCTIEMIDDELEN

Dit formulier moet door de lidstaten worden gebruikt voor de aanmelding van maatregelen inzake staatssteun ter vergoeding van schade aan de landbouwproductie of aan de landbouwproductiemiddelen zoals bedoeld in de punten V.B.2 et V.B.3 van de Communautaire richtsnoeren voor staatssteun in de landbouw- en de bosbouwsector 2007-2013 (55).

1.   Steun tot herstel van door natuurrampen of buitengewone gebeurtenissen veroorzaakte schade (punt V.B.2 van de richtsnoeren)

1.1.

Welke ramp of buitengewone gebeurtenis is de oorzaak van de te vergoeden schade?

…………

1.2.

Wat is de aard van de geleden materiële schade?

…………

1.3.

Wat is het beoogde vergoedingspercentage voor de materiële schade?

…………

1.4.

Is het de bedoeling de geleden inkomensverliezen te vergoeden? Zo ja, wat is het beoogde vergoedingspercentage en hoe zullen de inkomensverliezen worden berekend?

…………

1.5.

Wordt de vergoeding berekend op het niveau van de individuele begunstigde?

…………

1.6.

Zullen de in het kader van verzekeringspolissen ontvangen bedragen op de te betalen steun in mindering worden gebracht? Leg uit met welk controlemechanisme kan worden nagegaan of er wel of niet sprake is van uitkeringen door verzekeringsmaatschappijen.

…………

2.   Steun om landbouwers  (56) te compenseren voor verliezen als gevolg van ongunstige weersomstandigheden (punt V.B.3 van de richtsnoeren)

2.1.

Wat is de gebeurtenis op weergebied die de toekenning van steun rechtvaardigt?

…………

2.2.

Meteorologische gegevens die het uitzonderlijke karakter van die gebeurtenis staven.

…………

2.3.

Tot welke datum kan de steun worden verleend (57)?

…………

2.4.

Vanaf welke verliesdrempel, gerelateerd aan de normale productie van het betrokken gewas (58) in een normaal jaar, zal de landbouwer steun kunnen ontvangen?

…………

Er zij op gewezen dat de Commissie steun voor verliezen als gevolg van ongunstige weersomstandigheden alleen als verenigbaar met artikel 87, lid 3, onder c), van het Verdrag zal aanmerken als het gaat om gebeurtenissen die met een natuurramp kunnen worden gelijkgesteld zoals gedefinieerd in artikel 2, lid 8, van Verordening (EG) nr. 1857/2006 van de Commissie  (59) . Weersomstandigheden kunnen worden gelijkgesteld met een natuurramp en aanleiding zijn tot het verlenen van steun als zij leiden tot een verlies van meer dan 30 % van de normale productie van het betrokken gewas.

2.5.

Kwantificeer de normale productie van elk van de gewassen die door de betrokken gebeurtenis op weergebied zijn beschadigd en in aanmerking komen voor compensatie. Beschrijf de daartoe gebruikte methode (60).

…………

2.6.

Gaat het om schade aan productiemiddelen (bijvoorbeeld beschadigde boomgewassen), licht dan toe hoe de verliesdrempel wordt berekend vanaf welke aanspraak op steun kan worden gemaakt.

…………

2.7.

Wordt het steunbedrag als volgt berekend: (gemiddelde productie in de normale periode × gemiddelde prijs in diezelfde periode) — (feitelijke productie in het jaar van de gebeurtenis × gemiddelde prijs in dat jaar)?

…………

2.8.

Worden de verliezen berekend op het niveau van het individuele landbouwbedrijf of voor een heel gebied? Toon, als dit laatste het geval is, aan dat de gebruikte gemiddelden representatief zijn en niet tot een aanmerkelijke overcompensatie van bepaalde begunstigden zullen leiden.

…………

2.9.

Zullen alle eventueel in het kader van een verzekering ontvangen bedragen op de steun in mindering worden gebracht?

…………

2.10.

Zal bij de berekening van de steun rekening worden gehouden met normale kosten die de landbouwer nu niet heeft gemaakt (bijvoorbeeld omdat het gewas niet is geoogst)?

…………

2.11.

Zal in het geval dat normale kosten hoger uitvallen als gevolg van de betrokken gebeurtenis op weergebied, extra steun worden toegekend om die kostenstijging op te vangen? Zo ja, welk percentage van de kostenstijging zal deze extra steun dekken?

…………

2.12.

Is het de bedoeling steun te verlenen om schade aan gebouwen en bedrijfsuitrusting als gevolg van de betrokken gebeurtenis te compenseren? Zo ja, welke percentage van de schade zal deze steun dekken?

…………

2.13.

Vermeld de maximale overheidssteun, uitgedrukt als aandeel in de subsidiabele investeringen (61):

……………………….. in probleemgebieden (62) (max. 90 %);

……………………….. in andere gebieden (max. 80 %).

2.14.

Zal de steun rechtstreeks aan de landbouwer worden betaald of in voorkomend geval aan de producentenorganisatie waarvan de landbouwer lid is? Welk controlemechanisme zal het in dit laatste geval mogelijk maken om na te gaan of het door de landbouwer ontvangen steunbedrag niet hoger is dan het door hem geleden verlies?

…………

2.15.

Zal de toegekende vergoeding vanaf 1 januari 2010 met 50 % worden verminderd als de betrokken landbouwer geen verzekering heeft genomen die minstens 50 % dekt van de gemiddelde jaarlijkse productie of van de aan de productie verbonden inkomsten en die de klimaatrisico's die statistisch het vaakst voorkomen in de betrokken lidstaat of regio dekt?

Ja

Neen

Zo neen, dan zij erop gewezen dat de Commissie krachtens punt 126 van de landbouwrichtsnoeren steun voor verliezen als gevolg van ongunstige weersomstandigheden alleen als verenigbaar met artikel 87, lid 3, onder c), van het Verdrag zal aanmerken als aan alle voorwaarden van artikel 11 van Verordening (EG) nr. 1857/2006 is voldaan en dat deze voorwaarde uitdrukkelijk in artikel 11 is vermeld. Gelieve tevens aan te tonen dat er op het ogenblik waarop de schade ontstond, ondanks alle redelijke inspanningen geen enkele financieel toegankelijke verzekering beschikbaar was tegen de klimaatrisico's die statistisch het vaakst voorkomen in de betrokken lidstaat of regio.

2.16.

Heeft de lidstaat voor de steun die wordt verleend voor verliezen die na 1 januari 2011 door droogte worden geleden, artikel 9 van Richtlijn 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad (63) volledig omgezet in de landbouwsector:

Ja

Neen

en ziet hij erop toe dat de kosten van aan de landbouw geleverde waterdiensten door die sector worden vergoed (artikel 11, lid 9, van Verordening (EG) nr. 1857/2006)?

Ja

Neen

Zo neen, let wel dat de Commissie krachtens punt 126 van de richtsnoeren steun ter compensatie van verliezen als gevolg van ongunstige weersomstandigheden alleen als verenigbaar met artikel 87, lid 3, onder c), van het Verdrag kan aanmerken als die steun voldoet aan alle in artikel 11 van Verordening (EG) nr. 1857/2006 vastgestelde voorwaarden, en dat de twee genoemde voorwaarden uitdrukkelijk in artikel 11 zijn vastgesteld.

DEEL III.12.O

FORMULIER AANVULLENDE INFORMATIE INZAKE STEUN TER BESTRIJDING VAN DIER- EN PLANTENZIEKTEN

Dit formulier moet door de lidstaten worden gebruikt voor de aanmelding van maatregelen inzake staatssteun ter vergoeding van schade aan de landbouwproductie of aan de landbouwproductiemiddelen Zoals bedoeld in punt V.B.4 van de Communautaire richtsnoeren voor staatssteun in de landbouw- en de bosbouwsector 2007-2013 (64).

1.   Dier- en plantenziekten

1.

Om welke ziekte gaat het?

…………

2.

Is die ziekte vermeld in de door de Wereldorganisatie voor diergezondheid (OIE) opgestelde lijst van dierziekten?

Ja

Neen

Als de ziekte het gevolg is van ongunstige weersomstandigheden

3.

Gelieve de in informatieformulier „Deel III.12.N” gestelde vragen te beantwoorden en hier alle informatie te verstrekken die voor de vaststelling van het oorzakelijke verband tussen de betrokken gebeurtenis op weergebied en de ziekte nodig is.

…………

Als de ziekte niet het gevolg is van ongunstige weersomstandigheden

4.

Wordt er steun verleend aan bedrijven die landbouwproducten verwerken en afzetten?

Ja

Neen

Zo ja, raadpleeg punt 131 van de richtsnoeren.

5.

Is de steunregeling ingesteld binnen drie jaar na het ontstaan van de uitgaven of het verlies?

Ja

Neen

6.

Tot welke datum kan de steun worden verleend (65)?

…………

7.

Toon aan dat er op communautair of nationaal niveau regelgeving bestaat op grond waarvan de bevoegde autoriteiten de betrokken ziekte moeten aanpakken, hetzij door maatregelen te treffen om de ziekte uit te roeien (vooral via dwingende voorschriften die gepaard gaan met schadevergoeding), hetzij door een alarmsysteem op te zetten dat waar nodig wordt gecombineerd met steunverlening om individuele personen ertoe aan te sporen vrijwillig deel te nemen aan preventieve maatregelen (66).

…………

8.

Kruis de doelstellingen aan die met de steunmaatregelen worden nagestreefd:

Doelstellingen die preventief van aard zijn in de zin dat zij betrekking hebben op screenings of analyses, op de uitroeiing van agentia die de ziekte kunnen overbrengen, op preventieve vaccinaties van dieren of behandelingen van gewassen of op het preventief slachten van dieren of vernietigen van gewassen;

Doelstellingen die op compensatie zijn gericht wanneer de getroffen dieren worden geslacht of de aangetaste gewassen worden vernietigd op bevel of aanbeveling van de overheidsinstanties of wanneer er dieren sterven als gevolg van door de bevoegde autoriteiten aanbevolen of bevolen vaccinaties of andere maatregelen;

Doelstellingen die een combinatie daarvan vormen aangezien de steun ter compensatie van de door de ziekte geleden verliezen slechts wordt toegekend op voorwaarde dat de ontvanger zich ertoe verbindt in de toekomst passende, door de overheidsinstanties vastgestelde preventieve maatregelen te zullen nemen.

9.

Toon aan dat de steun voor de bestrijding van de ziekte verenigbaar is met de doelstellingen en de specifieke bepalingen van de communautaire veterinaire of fytosanitaire regelgeving.

…………

10.

Geef een nauwkeurige beschrijving van de geplande maatregelen voor de bestrijding van de ziekte.

…………

11.

Welke kosten of verliezen zullen door de steun worden gedekt?

Kosten van gezondheidscontroles, tests en andere opsporingsmaatregelen, aankoop en toediening van vaccins en geneesmiddelen, gebruik van gewasbeschermingsmiddelen, slacht en vernietiging van dieren en vernietiging van gewassen;

Kosten van verliezen als gevolg van dier- of plantenziekten of plagen.

Iinkomensverliezen die het gevolg zijn van moeilijkheden bij het herbevolken of heraanplanten van het bedrijf, dan wel van een quarantaine- of wachtperiode die de bevoegde autoriteiten hebben opgelegd of aanbevolen om ervoor te zorgen dat de ziekte volledig is verdwenen voordat nieuwe dieren of nieuwe gewassen op het bedrijf komen.

12.

Wordt de steun ter vergoeding van kosten van gezondheidscontroles, tests en andere opsporingsmaatregelen, aankoop en toediening van vaccins en geneesmiddelen, gebruik van gewasbeschermingsmiddelen, slacht en vernietiging van dieren en vernietiging van gewassen toegekend via gesubsidieerde diensten, zonder dat er rechtstreekse geldelijke betalingen aan de producenten worden verricht?

Ja

Neen

Zo neen, gelieve artikel 10, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 1857/2006 te raadplegen.

13.

Wordt het bedrag van de steun voor verliezen als gevolg van dier- of plantenziekten of plagen berekend in verhouding tot:

a)

de marktwaarde van de aan de ziekte of plaag gestorven dieren of planten, of van de dieren of planten die op bevel van de overheid worden vernietigd in het kader van een verplicht openbaar preventie- of uitroeiingsprogramma?

Ja

Neen

Zo neen, gelieve artikel 10, lid 2, onder a), punt i), van Verordening (EG) nr. 1857/2006 te raadplegen.

b)

inkomensverliezen ten gevolge van quarantaineverplichtingen en moeilijkheden bij het herbevolken of heraanplanten van het bedrijf?

Ja

Neen

14.

Vermeld de maximale steunintensiteit, uitgedrukt als percentage van de subsidiabele kosten.

.......……... % van de kosten van gezondheidscontroles, tests en andere opsporingsmaatregelen, aankoop en toediening van vaccins en geneesmiddelen, gebruik van gewasbeschermingsmiddelen, slacht en vernietiging van dieren en vernietiging van gewassen (de brutosteunintensiteit mag niet meer bedragen dan 100 %.);

…………. % van de verliezen die het gevolg zijn van dier- of plantenziekten (de brutosteunintensiteit mag niet meer bedragen dan 100 %).

15.

Als het de bedoeling is steun te verlenen ter compensatie van inkomensverliezen die het gevolg zijn van een quarantaine- of wachtperiode die de bevoegde autoriteiten hebben opgelegd of aanbevolen om ervoor te zorgen dat de ziekte volledig is verdwenen voordat nieuwe dieren of nieuwe gewassen op het bedrijf komen, dan wel van moeilijkheden bij het herbevolken of heraanplanten van het bedrijf, gelieve dan alle gegevens te verstrekken aan de hand waarvan kan worden beoordeeld of geen overcompensatie van de inkomensverliezen dreigt.

…………

16.

Wordt voor dezelfde doeleinden ook communautaire steun toegekend? Zo ja, vermeld de datum en de referentiegegevens van het besluit van de Commissie tot goedkeuring van die steun.

…………

17.

Zullen alle eventueel in het kader van een verzekeringsregeling ontvangen bedragen op de steun in mindering worden gebracht?

Ja

Neen

18.

Wordt bij de berekening rekening gehouden met vanwege de ziekte niet gemaakte kosten die zonder de ziekte zouden zijn gemaakt?

Ja

Neen

2.   TSE-tests

1.

Vermeld de maximale intensiteit van de steun voor TSE-tests, uitgedrukt als percentage van de subsidiabele kosten. Overeenkomstig artikel 16, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1857/2006 kan steun worden verleend tot ten hoogste 100 % van de werkelijk gemaakte kosten. Alle door de Gemeenschap gedane betalingen in verband met TSE-tests moeten worden beschouwd als verleende steun.

………… %

2.

Heeft de maatregel betrekking op de verplichte BSE-test van runderen die worden geslacht voor menselijke consumptie?

Ja

Neen

Gelieve te noteren dat de verplichting om te testen zowel op communautaire als op nationale regelgeving kan berusten.

3.

Zo ja, overschrijdt het totaal van de directe en de indirecte steun voor deze tests (inclusief betalingen door de Gemeenschap) 40 EUR per test?

Ja

Neen

4.

Zo ja, gelieve artikel 16, lid 1, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 1857/2006 te raadplegen.

5.

Wordt de steun rechtstreeks aan de producenten betaald?

Ja

Neen

Zo ja, gelieve artikel 16, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1857/2006 te raadplegen.

3.   Gestorven dieren en slachthuisafval

1.

Is de maatregel gekoppeld aan een coherent bewakingsprogramma dat bedoeld is om te controleren en te garanderen dat alle gestorven dieren in de lidstaat op veilige wijze worden verwijderd?

Ja

Neen

Zo neen, gelieve artikel 16, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1857/2006 te raadplegen.

2.

Wordt de steun voor gestorven dieren verleend aan marktdeelnemers die producten verwerken en afzetten?

Ja

Neen

Zo ja, raadpleeg punt 137, onder i), van de richtsnoeren.

3.

Is het de bedoeling dat de steun de kosten dekt van de verwijdering van slachthuisafval dat wordt geproduceerd na de inwerkingtreding van deze richtsnoeren?

Ja

Neen

Zo ja, raadpleeg punt 137, onder ii), van de richtsnoeren.

4.

Wordt de steun rechtstreeks aan de producenten verleend?

Ja

Neen

Zo ja, gelieve artikel 16, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1857/2006 te raadplegen.

5.

Zo neen, wordt de steun uitgekeerd aan marktdeelnemers die actief zijn in het economische stadium volgend op dat van de landbouwer en diensten verlenen in verband met het afvoeren en/of vernietigen van gestorven dieren?

Ja

Neen

Zo neen, gelieve artikel 16, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1857/2006 te raadplegen.

6.

Vermeld de maximale steunintensiteit, uitgedrukt als percentage van de subsidiabele kosten.

a)

.......……... % van de kosten van het afvoeren (max. 100 %),

b)

.........…….. % van de kosten van het vernietigen (max. 75 %).

7.

Op grond van artikel 16, lid 1, onder a), van Verordening (EG) nr. 1857/2006 kan bij wijze van alternatief steun tot een overeenkomstig bedrag worden verleend voor de kosten van door landbouwers betaalde premies voor een verzekering ter dekking van de kosten van het afvoeren en vernietigen van gestorven dieren. Voorziet de aangemelde maatregel in dergelijke betalingen?

Ja

Neen

8.

Op grond van artikel 16, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 1857/2006 mogen de lidstaten staatssteun verlenen tot 100 % van de kosten voor het afvoeren en vernietigen van kadavers, wanneer de steun wordt gefinancierd uit heffingen of verplichte bijdragen voor de financiering van de vernietiging van dergelijke kadavers, mits die heffingen en bijdragen beperkt blijven tot en rechtstreeks opgelegd worden aan de vleessector. Voorziet de aangemelde maatregel in dergelijke betalingen?

Ja

Neen

9.

Op grond van artikel 16, lid 1, onder c), van Verordening (EG) nr. 1857/2006 mogen de lidstaten staatssteun verlenen tot 100 % van de kosten voor het afvoeren en vernietigen van gestorven dieren in gevallen waarin TSE-tests op de betrokken dieren moeten worden uitgevoerd. Bestaat een dergelijke verplichting?

Ja

Neen

DEEL III.12.P

FORMULIER AANVULLENDE INFORMATIE INZAKE STEUN ALS BIJDRAGE IN VERZEKERINGSPREMIES

Dit formulier moet door de lidstaten worden gebruikt voor de aanmelding van maatregelen inzake staatssteun als bijdrage in verzekeringspremies van primaire producenten in de landbouw zoals bedoeld in hoofdstuk V.B.5 van de Communautaire richtsnoeren voor staatssteun in de landbouw- en de bosbouwsector 2007-2013 (67).

1.

Voorziet de steunmaatregel in een financiële bijdrage in verzekeringspremies van grote ondernemingen en/of bedrijven die landbouwproducten verwerken en afzetten?

Ja

Neen

Zo ja, let wel dat de Commissie volgens punt 142 van de richtsnoeren dergelijke steun niet kan goedkeuren.

2.

Geef aan welke verliezen zullen worden gedekt door de verzekering waarvoor de premie gedeeltelijk wordt gefinancierd in het kader van de aangemelde steunmaatregel:

alleen verliezen als gevolg van ongunstige weersomstandigheden die met een natuurramp kunnen worden gelijkgesteld, als gedefinieerd in artikel 2, punt 8, van Verordening (EG) nr. 1857/2006 van de Commissie (68);

de bovengenoemde verliezen en andere verliezen die door weersomstandigheden worden veroorzaakt;

verliezen door dier- en plantenziekten of plagen (al dan niet in combinatie met andere in dit punt vermelde verliezen).

3.

Hoe hoog is het voorgestelde steunniveau?

…………

Hierbij wijzen wij erop dat, als alleen de eerste van de bovengenoemde mogelijkheden van toepassing is, het maximale steunpercentage 80 % bedraagt; in alle andere gevallen (d.i. als vakje twee en/of drie zijn aangekruist) bedraagt het 50 %.

4.

Heeft de steun betrekking op een herverzekeringsregeling?

Ja

Neen

Zo ja, deel dan alle gegevens mee die nodig zijn opdat de Commissie de mogelijke steuncomponenten kan controleren op de verschillende betrokken niveaus (d.w.z. op het niveau van de verzekeraar en/of herverzekeraar) en kan nagaan of de geplande steun verenigbaar is met de gemeenschappelijke markt. Gelieve met name voldoende informatie te verstrekken om de Commissie in staat te stellen te controleren of de landbouwer de steun daadwerkelijk heeft ontvangen.

5.

Wordt de mogelijkheid om in het kader van de regeling risico's te verzekeren tot één enkele maatschappij of groep maatschappijen beperkt?

Ja

Neen

6.

Geldt als voorwaarde voor de steun dat het verzekeringscontract moet worden gesloten met een maatschappij die in de betrokken lidstaat is gevestigd?

Ja

Neen

Hierbij wijzen wij erop dat de Commissie op grond van artikel 12, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1857/2006 geen steun voor verzekeringspremies kan toestaan die een belemmering vormt voor de werking van de interne markt voor verzekeringsdiensten.

DEEL III.12.Q

FORMULIER AANVULLENDE INFORMATIE INZAKE STEUN VOOR DE SLUITING VAN PRODUCTIE-, VERWERKINGS- EN AFZETCAPACITEIT

Dit formulier moet worden gebruikt voor de aanmelding van regelingen inzake staatssteun ter bevordering van de opheffing van capaciteit zoals bedoeld in hoofdstuk V.C van de Communautaire richtsnoeren voor staatssteun in de landbouw- en de bosbouwsector 2007-2013 (69).

1.   Voorwaarden

1.1.

Is in de voorgenomen regeling bepaald dat:

de steun in het algemeen belang van de betrokken sector moet zijn,

de begunstigde een tegenprestatie moet leveren,

de mogelijkheid dat het reddings- en herstructureringssteun betreft, moet worden uitgesloten, en

de verliezen aan kapitaalwaarde en aan toekomstige inkomsten niet mogen worden overgecompenseerd?

Ja

Neen

Zo neen, let wel dat volgens hoofdstuk V.C van de richtsnoeren geen steun mag worden verleend indien deze voorwaarden niet zijn vervuld.

„De steun moet in het algemeen belang van de betrokken sector zijn”.

1.2.

Op welke sector of sectoren heeft de regeling betrekking?

…………

…………

1.3.

Gelden er voor die sector(en) productiebeperkingen of -quota?

Ja

Neen

Zo ja, gelieve die te beschrijven:

…………

…………

1.4.

Kan worden gesteld dat in de betrokken sector(en) sprake is van overcapaciteit op regionaal of nationaal niveau?

Ja

Neen

1.4.1.

Zo ja:

1.4.1.1.

Is de voorgenomen steunregeling coherent met communautair beleid om de productiecapaciteit te verkleinen?

Ja

Neen

Beschrijf dat beleid en de maatregelen om die coherentie te garanderen:

…………

1.4.1.2.

Is de voorgenomen steunregeling een onderdeel van een programma voor de herstructurering van de sector dat een omschrijving van de doelstellingen en een specifiek tijdschema bevat?

Ja

Neen

Zo ja, beschrijf het programma:

…………

1.4.1.3.

Wat is de duur van de voorgenomen steunregeling? ……………

Gelieve er nota van te nemen dat de Commissie volgens punt 147, onder b), van de richtsnoeren slechts met dergelijke steun kan instemmen als het om een regeling van beperkte duur gaat. De duur van de regelingen ter beperking van de overcapaciteit moet normaal worden beperkt tot maximaal zes maanden voor het verzamelen van de deelnemingsaanvragen en een aanvullende termijn van twaalf maanden voor de daadwerkelijke sluiting.

1.4.2.

Zo neen, wordt de capaciteit om gezondheids- of milieuredenen gesloten?

Ja

Neen

Zo ja, beschrijf die redenen:

…………

1.5.

Kan worden gegarandeerd dat geen steun zal worden verleend die de mechanismen van de betrokken gemeenschappelijke marktordeningen (GMO's) zou verstoren?

Ja

Neen

Zo neen, let wel dat volgens punt 147, onder e), van de richtsnoeren niet kan worden ingestemd met steun die de mechanismen van de betrokken GMO's zou verstoren.

1.6.

Kunnen alle ondernemers in de betrokken sector onder dezelfde voorwaarden van de steunregeling gebruikmaken en wordt een doorzichtig systeem van oproepen tot het geven van blijken van belangstelling toegepast?

Ja

Neen

Zo neen, let wel dat de Commissie volgens punt 147, onder k), van de richtsnoeren de steunregeling slechts zal toestaan als aan deze voorwaarde is voldaan.

1.7.

Komen slechts ondernemingen die de verplichte minimumnormen naleven, voor steun in aanmerking?

Ja

Neen

Hierbij wijzen wij erop dat ondernemingen die niet aan die normen voldoen en hun productie hoe dan ook zouden moeten stopzetten, van de steunregeling worden uitgesloten.

1.8.

Welke maatregelen zijn, met betrekking tot cultuurgronden of boomgaarden, genomen om erosie of andere negatieve milieueffecten te voorkomen?

…………

…………

1.9.

Welke maatregelen zijn, met betrekking tot installaties die onder Richtlijn 96/61/EG van de Raad (70) vallen, genomen om het gevaar van verontreiniging te voorkomen en het exploitatieterrein weer in een bevredigende toestand te brengen?

…………

…………

„De begunstigde moet een tegenprestatie leveren.”

1.10.

Van welke aard is de tegenprestatie die de voorgenomen regeling van de begunstigde verlangt? ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

1.11.

Bestaat deze tegenprestatie erin dat definitief en onherroepelijk wordt besloten de betrokken productiecapaciteit te slopen of onherroepelijk te sluiten?

Ja

Neen

1.11.1.

Zo ja,

kan worden aangetoond dat het daarbij om een rechtens bindende toezegging van de begunstigde gaat?

Ja

Neen

Gelieve dit toe te lichten:

…………

kan worden gegarandeerd dat deze toezegging ook een eventuele toekomstige koper van de betrokken bedrijfsinrichting zal binden?

Ja

Neen

Gelieve dit toe te lichten:

…………

1.11.2.

Zo neen, gelieve de aard van de door de begunstigde te leveren tegenprestatie te beschrijven:

…………

Gelieve er nota van te nemen dat volgens punt 147, onder g), van de richtsnoeren in gevallen waarin de productiecapaciteit reeds definitief is gesloten of waarin een dergelijke sluiting onvermijdelijk lijkt, er geen tegenprestatie van de begunstigde is en er geen steun mag worden betaald.

„De mogelijkheid dat het reddings- en herstructureringssteun betreft, moet worden uitgesloten.”

1.12.

Is in de voorgenomen regeling bepaald dat in het geval dat de begunstigde van de steun in financiële moeilijkheden verkeert, de steun zal worden beoordeeld overeenkomstig de Communautaire richtsnoeren voor reddings- en herstructureringssteun aan ondernemingen in moeilijkheden (71)?

Ja

Neen

Zo neen, let wel dat volgens punt 147, onder j), van de richtsnoeren de Commissie niet met steun voor de opheffing van capaciteit van een onderneming in moeilijkheden kan instemmen en de steun in dat geval volgens de richtsnoeren voor reddings- en herstructureringssteun moet worden beoordeeld.

„De verliezen aan kapitaalwaarde en aan toekomstige inkomsten mogen niet worden overgecompenseerd.”

1.13.

Wat is, in het geval dat de regeling erin voorziet, het maximale steunbedrag per begunstigde?

…………

…………

1.14.

Wordt het steunbedrag berekend op basis van het verlies aan waarde van activa, vermeerderd met een stimuleringselement dat niet meer dan 20 % van die waarde mag bedragen, en eventueel de verplichte sociale kosten die de uitvoering van de regeling meebrengt?

Ja

Neen

Zo neen, let wel dat volgens punt 147, onder l), van de richtsnoeren het steunbedrag strikt beperkt moet zijn tot de vergoeding voor de genoemde elementen.

1.15.

Is in de voorgenomen steunregeling bepaald dat, indien de capaciteit om andere dan gezondheids- of milieuredenen wordt gesloten, ten minste 50 % van de kosten van de steun dient te worden gedekt door de sector zelf, hetzij door vrijwillige bijdragen, hetzij door verplichte heffingen?

Ja

Neen

Zo neen, let wel dat de Commissie overeenkomstig punt 147, onder m), van de richtsnoeren in dat geval niet met de steun kan instemmen.

1.16

Is in de voorgenomen regeling bepaald dat jaarlijks een verslag over de tenuitvoerlegging van de regeling moet worden uitgebracht?

Ja

Neen

DEEL III.12.R

FORMULIER AANVULLENDE INFORMATIE INZAKE STEUN VOOR PROMOTIE EN RECLAME VOOR LANDBOUWPRODUCTEN

Dit aanmeldingsformulier moet worden gebruikt voor staatssteun voor reclame voor in bijlage I bij het EG-Verdrag vermelde producten.

Gelieve te noteren dat promotieactiviteiten zoals de verspreiding van wetenschappelijke kennis onder het grote publiek, de organisatie van vakbeurzen of tentoonstellingen, deelneming daaraan, en vergelijkbare PR-evenementen, waaronder marktstudie en -onderzoek, niet als reclame worden beschouwd. Staatssteun voor dergelijke promotie in ruimere zin valt onder de punten IV.J en IV.K van de Communautaire richtsnoeren voor staatssteun in de landbouw- en de bosbouwsector 2007-2013 (72).

1.   Reclamecampagnes in de Gemeenschap

1.1.

Waar zal de reclamecampagne worden gevoerd?

Op de markt van een andere lidstaat.

Op de binnenlandse markt.

Wie zal de reclamecampagne voeren?

Producentengroeperingen of andere organisaties, ongeacht hun omvang.

Anderen (geef toelichting):

1.2.

Kunnen de autoriteiten van uw land monsters of modellen van het reclamemateriaal bezorgen?

Ja

Neen

Zo neen, gelieve uit te leggen waarom niet.

…………

1.3.

Gelieve een volledige lijst van de subsidiabele uitgaven te verstrekken.

…………

1.4.

Wie zijn de begunstigden van de steun?

Landbouwers;

producentengroeperingen en/of -organisaties;

bedrijven die landbouwproducten verwerken en afzetten;

andere (specificeer):

…………

1.5.

Kunnen de autoriteiten van uw land garanderen dat alle producenten van de betrokken producten op dezelfde wijze van de steun kunnen profiteren?

Ja

Neen

1.6.

Zal de reclamecampagne betrekking hebben op kwaliteitsproducten, waaronder wordt verstaan producten die voldoen aan de overeenkomstig artikel 32 van Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad (73) vast te stellen criteria?

Ja

Neen

1.7.

Zal de reclamecampagne betrekking hebben op door de Europese Unie erkende benamingen die naar de oorsprong van de producten verwijzen?

Ja

Neen

1.8.

Zo ja, komen deze verwijzing exact overeen met de verwijzingen die door de Gemeenschap zijn geregistreerd?

Ja

Neen

1.9.

Zal de reclamecampagne betrekking hebben op producten met een nationaal of regionaal kwaliteitslabel?

Ja

Neen

1.10.

Verwijst het label op enigerlei wijze naar de nationale oorsprong van de betrokken producten?

Ja

Neen

1.11.

Zo ja, toon aan dat de verwijzing naar de oorsprong van de producten op het label van ondergeschikt belang zal zijn.

1.12.

Is de reclame algemeen van aard en komt zij aan alle producenten van het betrokken type product ten goede?

Ja

Neen

1.13.

Zo ja, wordt in de reclame nergens verwezen naar de oorsprong van de producten?

Ja

Neen

Zo neen, dan wijzen wij erop dat krachtens punt VI.D van de richtsnoeren geen steun voor dergelijke campagnes mag worden verleend.

1.14.

Zal de campagne er rechtstreeks op gericht zijn reclame te maken voor de producten van specifieke ondernemingen?

Ja

Neen

Zo ja, dan wijzen wij u erop dat krachtens punt VI.D van de richtsnoeren geen steun voor dergelijke campagnes mag worden verleend.

1.15.

Zal de reclamecampagne voldoen aan artikel 2 van Richtlijn 2000/13/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 maart 2000 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgeving der lidstaten inzake de etikettering en presentatie van levensmiddelen alsmede inzake de daarvoor gemaakte reclame (74) en in voorkomend geval aan de specifieke etiketteringsvoorschriften die voor diverse producten (wijn, zuivelproducten, eieren en slachtpluimvee) zijn vastgesteld?

Ja

Neen

Zo neen, dan wijzen wij u erop dat krachtens punt VI.D van de richtsnoeren geen steun voor dergelijke campagnes mag worden verleend.

1.16.

Het steunpercentage bedraagt :

maximaal 50 % (exact percentage vermelden: … %) omdat de sector de rest van de campagne zelf financiert;

maximaal 100 % (exact percentage vermelden: … %) omdat de sector de rest van de campagne financiert door parafiscale heffingen of verplichte bijdragen;

maximaal 100 % (exact percentage vermelden: … %) omdat de reclamecampagne algemeen van aard is en alle producenten van het betrokken type product ten goede komt.

2.   Reclamecampagnes in derde landen

2.1

Strookt de reclamecampagne met de beginselen van Verordening (EG) nr. 2702/1999 van de Raad (75)?

Ja

Neen

Zo neen, dan wijzen wij u erop dat krachtens punt VI.D van de richtsnoeren geen steun voor dergelijke campagnes mag worden verleend.

Zo ja, verstrek gegevens waaruit blijkt dat de reclamecampagne in overeenstemming is met de beginselen van Verordening (EG) nr. 2702/1999.

2.2.

Heeft de reclamecampagne betrekking op producten van specifieke ondernemingen?

Ja

Neen

Zo ja, dan wijzen wij u erop dat krachtens punt VI.D van de richtsnoeren geen steun voor dergelijke campagnes mag worden verleend.

2.3.

Dreigt de reclamecampagne de verkoop van producten uit andere lidstaten in gevaar te brengen of stelt zij producten uit andere lidstaten in een kwaad daglicht?

Ja

Neen

Zo ja, dan wijzen wij u erop dat krachtens punt VI.D van de richtsnoeren geen steun voor dergelijke campagnes mag worden verleend.

DEEL III.12.S

FORMULIER AANVULLENDE INFORMATIE INZAKE STEUN MET BETREKKING TOT BELASTINGVRIJSTELLING OP GROND VAN RICHTLIJN 2003/96/EG

Dit formulier moet worden gebruikt voor de aanmelding van staatssteun met betrekking tot belastingvrijstelling op grond van Richtlijn 2003/96/EG van de Raad (76).

1.

Wat houdt de geplande maatregel in?

Belastingverlaging in verband met motorbrandstoffen voor gebruik bij primaire landbouwproductie.

Belastingverlaging in verband met energieproducten en elektriciteit voor gebruik bij primaire landbouwproductie.

2.

Hoe groot is de voorgenomen verlaging?

3.

Op grond van welk artikel van Richtlijn 2003/96/EG wenst u deze vrijstelling toe te passen?

4.

Wordt de hoogte van de vrijstelling in de betrokken sector gedifferentieerd?

Ja

Neen

5.

Als de Raad de mogelijkheid schrapt om een tot nul verlaagd belastingniveau toe te passen op voor de landbouw gebruikte energieproducten en elektriciteit, zal de beoogde vrijstelling dan beantwoorden aan alle ter zake relevante bepalingen van de richtlijn, zonder belastingdifferentiatie in de betrokken sector?

Ja

Neen

Geef aan welk(e) artikel(en) van de richtlijn zullen worden toegepast.

DEEL III.12.T

FORMULIER AANVULLENDE INFORMATIE INZAKE STEUN VOOR DE BOSSECTOR

Dit formulier moet worden gebruikt voor de aanmelding van maatregelen inzake staatssteun voor de bossector zoals bedoeld in hoofdstuk VII van de Communautaire richtsnoeren voor staatssteun in de landbouw- en de bosbouwsector 2007-2013 (77).

1.   Doel van de maatregel

1.1.

Draagt de maatregel bij tot het behoud, het herstel of de verbetering van de ecologische, beschermings- en recreatiefunctie van de bossen, de biodiversiteit en de gezondheid van het bos als ecosysteem of heeft die betrekking op de in de punten 175-181 van hoofdstuk VII van de richtsnoeren vermelde subsidiabele kosten?

Ja

Neen

Zo neen, let wel dat alleen maatregelen die ten minste één van deze doelstellingen of subsidiabele kosten betreffen, krachtens hoofdstuk VII kunnen worden goedgekeurd.

2.   Subsidiabiliteitscriteria

2.1.

Sluit de maatregel steun uit voor de op bos gebaseerde industrie, de commercieel levensvatbare houtwinning, het vervoeren van hout of de verwerking van hout of andere bosrijkdommen tot producten of tot energiebronnen?

Ja

Neen

Zo neen, let wel dat steun voor de bovengenoemde doelstellingen niet binnen de werkingssfeer van hoofdstuk VII van de richtsnoeren valt. Gelieve voor dergelijke steun andere regels inzake staatssteun te raadplegen.

3.   Soort steun

3.1.

Omvat de maatregel steun voor het planten, rooien, uitdunnen en snoeien van bomen en andere vegetatie (punt VII.C, onder a))?

Ja

Neen

Zo ja, geef aan of de subsidiabele kosten betrekking hebben op:

planten, rooien en snoeien in het algemeen,

het verwijderen van omgevallen bomen,

het herstellen van door luchtvervuiling, dieren, storm, overstroming, brand of soortgelijke gebeurtenissen veroorzaakte schade aan bossen,

Als een van de bovenstaande doelstellingen wordt beoogd, kunt u dan een beschrijving van de maatregel geven en bevestigen dat de maatregel in hoofdzaak bedoeld is om bij te dragen tot het behoud of het herstel van het bosecosysteem en de biodiversiteit ervan of van het traditionele landschap en dat geen steun wordt verleend voor het kappen van bomen waarvan het hoofddoel commercieel levensvatbare houtwinning is en evenmin voor herbebossing in het geval dat gekapte bomen door soortgelijke exemplaren worden vervangen:

…………

…………

…………

bebossing om de bosbedekking uit te breiden,

Kunt u de milieuredenen vermelden die bebossing ter uitbreiding van de bosbedekking rechtvaardigen en bevestigen dat geen steun zal worden toegekend voor bebossing met soorten die met een korte omloop worden geteeld:

…………

…………

…………

bebossing om de biodiversiteit te bevorderen,

Beschrijf de maatregel en geef aan om welke gebieden het gaat:

…………

…………

…………

bebossing met het oog op de aanleg van beboste gebieden voor recreatiedoeleinden,

Zijn deze beboste gebieden gratis voor het publiek toegankelijk voor recreatiedoeleinden? Zo neen, is de toegang beperkt om kwetsbare gebieden te beschermen:

…………

…………

…………

bebossing om erosie en woestijnvorming tegen te gaan of een vergelijkbare beschermingsfunctie van het bos te creëren,

Geef een beschrijving van de maatregelen, met vermelding van de betrokken gebieden, de beoogde beschermingsfunctie, de aan te planten boomsoorten, en de eventueel te nemen begeleidende en onderhoudsmaatregelen:

…………

…………

…………

…………

…………

andere (gelieve toe te lichten):

…………

…………

3.2.

Omvat de maatregel steun voor het onderhouden en verbeteren van de bodemkwaliteit in bossen en/of het zorgen voor een evenwichtige en gezonde boomgroei (punt VII.C, onder b))?

Ja

Neen

Zo ja, geef aan of de subsidiabele kosten betrekking hebben op:

bemesting,

andere bodembehandelingen,

Geef aan om welke soort bemesting en/of andere bodembehandeling het gaat:

…………

…………

uitdunning van te dichte vegetatie,

werkzaamheden om voor voldoende waterbehoud te zorgen en goede drainage.

Kunt u bevestigen dat deze maatregelen er niet toe leiden dat de biodiversiteit achteruit gaat of voedingsstoffen uitspoelen en dat zij geen negatieve invloed hebben op natuurlijke watersystemen of waterbeschermingsgebieden, en beschrijven hoe dit alles in de praktijk zal worden gecontroleerd:

…………

…………

…………

…………

3.3.

Omvat de maatregel steun voor de preventie, bestrijding en behandeling van boomziekten, plagen en door plagen veroorzaakte schade, de preventie en behandeling van door dieren aangerichte schade of het nemen van gerichte maatregelen om bosbranden te voorkomen (punt VII.C, onder c))?

Ja

Neen

Zo ja, geef aan of de subsidiabele kosten betrekking hebben op:

preventie en behandeling van boomziekten, plagen en door plagen veroorzaakte schade of de preventie en behandeling van door dieren aangerichte schade,

Geef aan om welke plagen, ziekten of dieren het gaat:

…………

…………

…………

…………

Geef een beschrijving van de preventie- en behandelingsmethoden en vermeld de daarvoor benodigde producten, apparaten en materialen. Wordt bij de toekenning van de steun de voorkeur gegeven aan biologische en mechanische preventie- en behandelingsmethoden? Zo neen, toon aan dat die methoden niet volstaan om de betrokken ziekte of plaag te bestrijden:

…………

…………

…………

…………

gerichte maatregelen om bosbranden te voorkomen.

Geef een beschrijving van de maatregelen:

…………

…………

…………

…………

Wordt er steun verleend als compensatie voor de waarde van de opstanden die worden vernietigd door dieren dan wel op bevel van de overheid om de betrokken ziekte of plaag te bestrijden?

Ja

Neen

Kunt u beschrijven hoe de waarde van de opstanden zal worden berekend en bevestigen dat de compensatie tot de aldus vastgestelde waarde zal worden beperkt:

…………

…………

…………

…………

3.4.

Omvat de maatregel steun voor het herstellen en in stand houden van natuurlijke paden, landschapselementen en -kenmerken en de natuurlijke habitat voor dieren (punt VII.C, onder d))?

Ja

Neen

Zo ja, geef een beschrijving van de maatregelen:

…………

…………

…………

…………

…………

3.5.

Omvat de maatregel steun voor het aanleggen, verbeteren en onderhouden van boswegen en/of infrastructuur voor bezoekers (punt VII.C, onder e))?

Ja

Neen

Zo ja, geef een beschrijving van de maatregelen:

…………

…………

…………

…………

Zijn het voor recreatiedoeleinden gebruikte bos en de infrastructuur gratis voor het publiek toegankelijk voor deze doeleinden?

Ja

Neen

Zo neen, is de toegang beperkt om kwetsbare gebieden te beschermen of omdat het noodzakelijk is voor een deugdelijk en veilig gebruik van de infrastructuur? Gelieve de beperkingen en de redenen daarvoor te vermelden:

…………

…………

…………

3.6.

Omvat de maatregel steun voor de kosten van voorlichtingsmateriaal en -activiteiten (punt VII.C, onder f))?

Ja

Neen

Zo ja, kunt u de maatregelen beschrijven en bevestigen dat de acties en het materiaal waarvoor steun wordt verleend, algemene informatie over bossen ter beschikking stellen en niet verwijzen naar met naam genoemde producten of producenten, en evenmin reclame maken voor binnenlandse producten:

…………

…………

…………

…………

…………

3.7.

Omvat de maatregel steun voor de aankoop van als natuurbeschermingsgebied gebruikte of te gebruiken bosgrond (punt VII.C, onder g))?

Ja

Neen

Zo ja, kunt u een gedetailleerde beschrijving geven van het gebruik voor natuurbeschermingsdoeleinden van de betrokken bosgrond en bevestigen dat door middel van een uit regelgeving voortvloeiende of contractuele verplichting is gegarandeerd dat deze bosgrond volledig en permanent voor natuurbeschermingsdoeleinden is bestemd:

…………

…………

…………

…………

…………

3.8.

Omvat de maatregel steun voor de bebossing van landbouwgrond of niet-landbouwgrond, voor de totstandbrenging van boslandbouwsystemen op landbouwgrond, voor Natura 2000-betalingen of bosmilieubetalingen, voor het herstel van het bosbouwpotentieel, voor het treffen van preventieve maatregelen of voor niet-productieve investeringen, dit alles in het kader van de artikelen 43 tot en met 49 van Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad (78) of bepalingen ter vervanging daarvan?

Ja

Neen

Zo ja, toon aan dat de maatregel voldoet aan de voorwaarden van de artikelen 43 tot en met 49 van Verordening (EG) nr. 1698/2005 of bepalingen ter vervanging daarvan:

…………

…………

…………

…………

…………

3.9.

Omvat de maatregel steun voor de extra kosten en de gederfde inkomsten die het gevolg zijn van de toepassing van milieuvriendelijke bosbouwtechnologie?

Ja

Neen

Zo ja, kunt u de toegepaste technologie gedetailleerd beschrijven en bevestigen dat die verder gaat dan de naleving van de relevante dwingende eisen:

…………

…………

…………

…………

…………

Wordt de vergoeding betaald op basis van een vrijwillige verbintenis die door de betrokken bosbezitter wordt aangegaan en die voldoet aan de voorwaarden die zijn vastgesteld in artikel 47 van Verordening (EG) nr. 1698/2005 of bepalingen ter vervanging daarvan?

Ja

Neen

Zo neen, dan wijzen wij erop dat de steun niet kan worden toegestaan krachtens hoofdstuk VII van de richtsnoeren. Zo ja, geef een beschrijving van de verbintenissen:

…………

…………

…………

…………

…………

3.10.

Omvat de maatregel steun voor de aankoop van bosgrond (andere dan voor milieubeschermingsdoeleinden gebruikte of te gebruiken bosgrond; zie punt 3.7)?

Ja

Neen

Zo ja, beschrijf de maatregel en geef de steunintensiteit aan:

…………

…………

…………

…………

…………

3.11.

Omvat de maatregel steun voor opleiding, adviesdiensten, zoals de opstelling van bedrijfsplannen of bosbeheersplannen, haalbaarheidsstudies en deelname aan wedstrijden, tentoonstellingen en beurzen?

Ja

Neen

Zo ja, toon aan dat de maatregel voldoet aan de voorwaarden van artikel 15 van de vrijstellingsverordening:

…………

…………

…………

…………

…………

3.12.

Omvat de maatregel steun voor de oprichting van verenigingen van bosbouwers?

Ja

Neen

Zo ja, toon aan dat de maatregel voldoet aan de voorwaarden van artikel 9 van de vrijstellingsverordening:

…………

…………

…………

…………

…………

3.13.

Omvat de maatregel steun voor de verspreiding van nieuwe technieken, zoals redelijke, kleinschalige proef- of demonstratieprojecten?

Ja

Neen

Zo ja, beschrijf de maatregelen en toon aan dat zij aan de voorwaarden van punt 107 van de richtsnoeren voldoen:

…………

…………

…………

…………

…………

4.   Steunbedrag

4.1.

Wordt de steun voor de in de punten 3.1 tot en met 3.7 vermelde maatregelen beperkt tot 100 % van de subsidiabele kosten en is overcompensatie uitgesloten?

Ja

Neen

Beschrijf hoe zal worden gecontroleerd of overcompensatie is uitgesloten:

…………

…………

…………

4.2.

Wordt de steun voor de in punt 3.8 vermelde maatregelen beperkt tot de maximumintensiteit of het maximumbedrag zoals vastgesteld in Verordening (EG) nr. 1698/2005 of bepalingen ter vervanging daarvan?

Ja

Neen

Worden de in punt 3.8 vermelde maatregelen gecofinancierd in het kader van Verordening (EG) nr. 1698/2005 of bepalingen ter vervanging daarvan, of wordt dergelijke cofinanciering overwogen of is zij mogelijk?

Ja

Neen

Zo ja, beschrijf hoe eventuele dubbele financiering die tot overcompensatie leidt, wordt uitgesloten:

…………

…………

…………

4.3.

Kan de vergoeding voor de in punt 3.9 vermelde maatregelen hoger zijn dan het op grond van artikel 47 van Verordening (EG) nr. 1698/2005 in de bijlage bij die verordening vastgestelde maximumbedrag, met dien verstande dat de steun in geen geval hoger zal zijn dan de aangetoonde extra kosten en gederfde inkomsten?

Ja

Neen

Vermeld in beide gevallen het steunbedrag en de wijze waarop het is berekend. Als het antwoord ja is, beschrijf dan de specifieke omstandigheden en het milieueffect van de maatregelen en geef berekeningen waaruit blijkt dat de extra steunbedragen beperkt zijn tot de aangetoonde extra kosten en/of gederfde inkomsten:

…………

…………

…………

4.4.

Wordt de steun voor de in punt 3.10 vermelde maatregelen beperkt tot de maximale steunintensiteit die voor de aankoop van landbouwland is vastgesteld in artikel 4 van de vrijstellingsverordening?

Ja

Neen

Beschrijf hoe zal worden gecontroleerd of overcompensatie is uitgesloten:

…………

…………

…………

4.5.

Wordt de steun voor de in de punten 3.11 tot en met 3.13 vermelde maatregelen beperkt tot de maximale steunintensiteit die is bepaald in de desbetreffende voorschriften van de vrijstellingsverordening of de richtsnoeren?

Ja

Neen

Beschrijf hoe zal worden gecontroleerd of overcompensatie is uitgesloten:

…………

…………

…………”


(1)  PB L 83 van 27.3.1999, blz. 1.

(2)  PB L 140 van 30.4.2004, blz. 1. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1627/2006 (PB L 302 van 1.11.2006, blz. 10).

(3)  PB C 319 van 27.12.2006, blz. 1.

(4)  PB C 319 van 27.12.2006, blz. 1.

(5)  Richtlijn 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2000 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid (PB L 327 van 22.12.2000, blz. 1).

(6)  Richtlijn 2003/96/EG van de Raad van 27 oktober 2003 tot herstructurering van de communautaire regeling voor de belasting van energieproducten en elektriciteit (PB L 283 van 31.10.2003, blz. 51).

(7)  PB C 319 van 27.12.2006, blz. 1.

(8)  Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad van 20 september 2005 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) (PB L 277 van 21.10.2005, blz. 1).

(9)  Verordening (EEG) nr. 2019/93 van de Raad van 19 juli 1993 houdende specifieke maatregelen voor bepaalde landbouwproducten ten behoeve van de kleinere eilanden in de Egeïsche Zee (PB L 184 van 27.7.1993, blz. 1).

(10)  Richtlijn 91/676/EEG van de Raad van 12 december 1991 inzake de bescherming van water tegen verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen (PB L 375 van 31.12.1991, blz. 1).

(11)  Onder „verwerking van landbouwproducten” wordt het volgende verstaan: elke bewerking van een landbouwproduct die een product oplevert dat nog steeds een landbouwproduct is, met uitzondering van activiteiten op landbouwbedrijven die nodig zijn om een plantaardig of dierlijk product voor de eerste verkoop voor te bereiden.

(12)  Onder „afzet van landbouwproducten” wordt het volgende verstaan: het in voorraad hebben of uitstallen met het oog op verkoop, te koop aanbieden, leveren of op enige andere wijze verhandelen, met uitzondering van de eerste verkoop door een primaire producent aan wederverkopers of verwerkingsbedrijven en alle activiteiten waarmee een product voor een dergelijke eerste verkoop wordt voorbereid; verkoop door een primaire producent aan eindgebruikers geldt als afzet als die plaatsvindt in afzonderlijke lokalen die uitsluitend voor dat doel worden gebruikt.

(13)  PB C 319 van 27.12.2006, blz. 1.

(14)  Verordening (EG) nr. 70/2001 van de Commissie van 12 januari 2001 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen (PB L 10 van 13.1.2001, blz. 33).

(15)  PB L 302 van 1.11.2006, blz. 29.

(16)  PB C 54 van 4.3.2006, blz. 13.

(17)  Verordening (EG) nr 794/2004 van de Commissie van 21 april 2004 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 659/1999 van de Raad tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van artikel 93 van het EG-Verdrag (PB L 140 van 30.4.2004, blz. 1).

(18)  PB L 302 van 1.11.2006, blz. 10.

(19)  Verordening (EEG) nr. 2019/93 van de Raad (PB L 184 van 27.7.1993, blz. 1).

(20)  Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad van 20 september 2005 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) (PB L 277 van 21.10.2005, blz. 1).

(21)  Aanbeveling 2003/361/EG van de Commissie van 6 mei 2003 betreffende de definitie van kleine, middelgrote en micro-ondernemingen (PB L 124 van 20.5.2003, blz. 36).

(22)  PB C 319 van 27.12.2006, blz. 1.

(23)  Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad van 20 september 2005 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) (PB L 277 van 21.10.2005, blz. 1).

(24)  Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad van 29 september 2003 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers en houdende wijziging van de Verordeningen (EEG) nr. 2019/93, (EG) nr. 1452/2001, (EG) nr. 1453/2001, (EG) nr. 1454/2001, (EG) nr. 1868/94, (EG) nr. 1251/1999, (EG) nr. 1254/1999, (EG) nr. 1673/2000, (EEG) nr. 2358/71 en (EG) nr. 2529/2001 (PB L 270 van 21.10.2003, blz. 1).

(25)  PB L 270 van 21.10.2003, blz. 1.

(26)  Richtlijn 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2000 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid (PB L 327 van 22.12.2000, blz. 1).

(27)  PB C 319 van 27.12.2006, blz. 1.

(28)  Richtlijn 79/409/EEG van de Raad van 2 april 1979 inzake het behoud van de vogelstand (PB L 103 van 25.4.1979, blz. 1).

(29)  Richtlijn 92/43/EEG van de Raad van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna (PB L 206 van 22.7.1992, blz. 7).

(30)  Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad van 29 september 2003 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers en houdende wijziging van de Verordeningen (EEG) nr. 2019/93, (EG) nr. 1452/2001, (EG) nr. 1453/2001, (EG) nr. 1454/2001, (EG) nr. 1868/94, (EG) nr. 1251/1999, (EG) nr. 1254/1999, (EG) nr. 1673/2000, (EEG) nr. 2358/71 en (EG) nr. 2529/2001 (PB L 270 van 21.10.2003, blz. 1).

(31)  Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad van 20 september 2005 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) (PB L 277 van 21.10.2005, blz. 1).

(32)  PB C 319 van 27.12.2006, blz. 1.

(33)  Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL) en tot wijziging en intrekking van een aantal verordeningen (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80).

(34)  Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad van 29 september 2003 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers (PB L 270 van 21.10.2003, blz. 1).

(35)  Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad van 20 september 2005 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) (PB L 277 van 21.10.2005, blz. 1).

(36)  PB C 319 van 27.12.2006, blz. 1.

(37)  PB C 319 van 27.12.2006, blz. 1.

(38)  Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad van 20 september 2005 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) (PB L 277 van 21.10.2005, blz. 1).

(39)  PB C 319 van 27.12.2006, blz. 1.

(40)  Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad van 20 september 2005 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) (PB L 277 van 21.10.2005, blz. 1).

(41)  PB C 319 van 27.12.2006, blz. 1.

(42)  Verordening (EG) nr. 1857/2006. van de Commissie van 15 december 2006 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen die landbouwproducten produceren, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 70/2001 (PB L 358 van 16.12.2006, blz. 3).

(43)  PB C 319 van 27.12.2006, blz. 1.

(44)  Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad van 20 september 2005 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) (PB L 277 van 21.10.2005, blz. 1).

(45)  PB L 358 van 16.12.2006, blz. 3.

(46)  PB C 319 van 27.12.2006, blz. 1.

(47)  Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad van 20 maart 2006 inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen (PB L 93 van 31.3.2006, blz. 12).

(48)  PB L 179 van 14.7.1999, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2165/2005 (PB L 345 van 28.12.2005, blz. 1).

(49)  PB L 358 van 16.12.2006, blz. 3.

(50)  PB C 319 van 27.12.2006, blz. 1.

(51)  Verordening (EG) nr. 1857/2006 van de Commissie van 15 december 2006 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen die landbouwproducten produceren, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 70/2001 (PB L 358 van 16.12.2006, blz. 3).

(52)  PB C 319 van 27.12.2006, blz. 1.

(53)  Beschreven dient te worden hoe de autoriteiten willen garanderen dat de steun uitsluitend ter dekking van de extra kosten voor het vervoer van goederen binnen de nationale grenzen wordt verleend, wordt berekend op basis van de goedkoopste vorm van vervoer en de kortste route tussen de plaats van productie of verwerking en de commerciële afzetpunten en niet kan worden toegekend voor het vervoer van producten van ondernemingen die zich niet elders kunnen vestigen.

(54)  Deze steun mag worden verleend op grond van artikel 21 van Verordening (EG) nr. 247/2006 van de Raad (PB L 42 van 14.2.2006, blz. 1).

(55)  PB C 319 van 27.12.2006, blz. 1.

(56)  Het betreft alleen landbouwers. Bedrijven voor de verwerking en de afzet van landbouwproducten zijn van deze steun uitgesloten.

(57)  Krachtens artikel 11, lid 10, van de vrijstellingsverordening moet de steun binnen vier jaar na het ontstaan van de uitgaven of het verlies worden betaald.

(58)  Dat hier over gewassen wordt gesproken, sluit niet uit dat ook voor dieren steun wordt toegekend. De in punt V.B.3 van de richtsnoeren uiteengezette beginselen zullen op overeenkomstige wijze worden toegepast op steun om door ongunstige weersomstandigheden veroorzaakte verliezen bij dieren te compenseren.

(59)  Verordening (EG) nr. 1857/2006 van de Commissie van 15 december 2006 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen die landbouwproducten produceren, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 70/2001 (PB L 358 van 16.12.2006, blz. 3). Krachtens punt 126 van de landbouwrichtsnoeren zal de Commissie steun voor verliezen als gevolg van ongunstige weersomstandigheden alleen als verenigbaar met artikel 87, lid 3, onder c), van het Verdrag aanmerken als aan alle voorwaarden van artikel 11 van Verordening (EG) nr. 1857/2006 is voldaan.

(60)  In beginsel moet de brutoproductie in een normaal jaar worden berekend door uit te gaan van de gemiddelde productie over de voorafgaande drie jaren of van de gemiddelde productie van drie jaren van de laatste vijf jaren, waarbij de hoogste en de laagste productie niet worden meegerekend. Er kunnen echter ook andere methoden voor de berekening van de normale productie, met inbegrip van regionale referentiewaarden, worden geaccepteerd op voorwaarde dat deze methoden representatieve resultaten opleveren en niet zijn gebaseerd op abnormaal hoge fysieke opbrengsten.

(61)  Dit percentage geldt voor het volgens de in punt 2.6 omschreven methode berekende steunbedrag, verminderd met alle eventueel in het kader van een verzekering ontvangen bedragen en de normale kosten die de landbouwer nu niet heeft gemaakt, en verhoogd met de extra kosten die de landbouwer heeft als gevolg van de buitengewone gebeurtenis.

(62)  Dit percentage geldt voor probleemgebieden of de gebieden zoals bedoeld in artikel 36, onder a), punt i), ii) of iii), van Verordening (EG) nr. 1698/2005.

(63)  Richtlijn 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2000 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid (PB L 327 van 22.12.2000, blz. 1).

(64)  PB C 319 van 27.12.2006, blz. 1.

(65)  Krachtens artikel 10, lid 8, van Verordening (EG) nr. 1857/2006 van de Commissie van 15 december 2006 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen die landbouwproducten produceren, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 70/2001 (PB L 358 van 16.12.2006, blz. 3) moeten steunregelingen binnen drie jaar na het ontstaan van de uitgaven of het verlies worden ingevoerd. De steun moet binnen vier jaar na die gebeurtenis worden betaald.

(66)  Het programma moet een duidelijke omschrijving van de ziekten en plagen bevatten, alsmede een beschrijving van de beoogde maatregelen.

(67)  PB C 319 van 27.12.2006, blz. 1.

(68)  Verordening (EG) nr. 1857/2006 van de Commissie van 15 december 2006 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen die landbouwproducten produceren, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 70/2001 (PB L 358 van 16.12.2006, blz. 3).

(69)  PB C 319 van 27.12.2006, blz. 1.

(70)  Richtlijn 96/61/EG van de Raad van 24 september 1996 inzake geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging (PB L 257 van 10.10.1996, blz. 26).

(71)  PB C 244 van 1.10.2004, blz. 2.

(72)  PB C 319 van 27.12.2006, blz. 1.

(73)  Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad van 20 september 2005 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) (PB L 277 van 21.10.2005, blz. 1).

(74)  PB L 109 van 6.5.2000, blz. 29.

(75)  Verordening (EG) nr. 2702/1999 van de Raad van 14 december 1999 inzake voorlichtings- en afzetbevorderingsacties voor landbouwproducten in derde landen (PB L 327 van 21.12.1999, blz. 7).

(76)  Richtlijn 2003/96/EG van de Raad van 27 oktober 2003 tot herstructurering van de communautaire regeling voor de belasting van energieproducten en elektriciteit (PB L 283 van 31.10.2003, blz. 51).

(77)  PB C 319 van 27.12.2006, blz. 1.

(78)  Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad van 20 september 2005 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) (PB L 277 van 21.10.2005, blz. 1).


15.2.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 44/60


Rectificatie van Verordening (EG) nr. 1936/2006 van de Commissie van 20 december 2006 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 701/2003 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 2286/2002 van de Raad ten aanzien van de regeling die geldt bij invoer van bepaalde producten van de sectoren slachtpluimvee en eieren, van oorsprong uit de ACS-staten

( Publicatieblad van de Europese Unie L 407 van 30 december 2006 )

Verordening (EG) nr. 1936/2006 komt als volgt te luiden:

VERORDENING (EG) Nr. 1936/2006 VAN DE COMMISSIE

van 20 december 2006

houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 701/2003 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 2286/2002 van de Raad ten aanzien van de regeling die geldt bij invoer van bepaalde producten van de sectoren slachtpluimvee en eieren, van oorsprong uit de ACS-staten

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 2777/75 van de Raad van 29 oktober 1975 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector slachtpluimvee (1), en met name op artikel 3,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 2771/75 van de Raad van 29 oktober 1975 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector eieren (2), en met name op artikel 3,

Gelet op Verordening (EG) nr. 2286/2002 van de Raad van 10 december 2002 tot vaststelling van de regeling voor landbouwproducten en door verwerking daarvan verkregen goederen, van oorsprong uit de staten in Afrika, het Caribische gebied en de Stille Oceaan (de ACS-staten), en houdende intrekking van Verordening (EG) nr. 1706/98 (3), en met name op artikel 5,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 701/2003 van de Commissie (4) zijn de uitvoeringsbepalingen vastgesteld ten aanzien van de regeling die geldt bij invoer van bepaalde producten van de sectoren slachtpluimvee en eieren, van oorsprong uit de ACS-staten.

(2)

Verordening (EG) nr. 1301/2006 van de Commissie van 31 augustus 2006 houdende gemeenschappelijke voorschriften voor het beheer van door middel van een stelsel van invoercertificaten beheerde invoertariefcontingenten voor landbouwproducten (5) is van toepassing op invoercertificaten voor de invoertariefcontingentperiodes die op of na 1 januari 2007 beginnen. Bij Verordening (EG) nr. 1301/2006 zijn met name de voorschriften inzake de invoercertificaataanvragen, de kwaliteit van de aanvrager en de afgifte van de certificaten vastgesteld. Bij die verordening is bepaald dat de certificaten uiterlijk tot de laatste dag van de tariefcontingentperiode gelden. De bepalingen van Verordening (EG) nr. 1301/2006 moeten worden toegepast op overeenkomstig Verordening (EG) nr. 701/2003 afgegeven invoercertificaten, tenzij in laatstgenoemde verordening iets anders is bepaald. Het bepaalde in Verordening (EG) nr. 701/2003 moet derhalve worden afgestemd op Verordening (EG) nr. 1301/2006, wanneer dat nodig is.

(3)

Rekening houdend met de toetreding van Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie op 1 januari 2007 moeten de vermeldingen op de certificaataanvragen in het Bulgaars en het Roemeens worden toegevoegd.

(4)

Verordening (EG) nr. 701/2003 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(5)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor eieren en slachtpluimvee,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 701/2003 wordt als volgt gewijzigd:

1)

De artikelen 1 tot en met 6 worden vervangen door:

„Artikel 1

1.   In de onderhavige verordening worden de uitvoeringsbepalingen vastgesteld van de bij Verordening (EG) nr. 2286/2002 geopende invoertariefcontingenten voor de producten van de in bijlage I vermelde GN-codes.

2.   De bepalingen van Verordening (EG) nr. 1291/2000 van de Commissie (6) en van Verordening (EG) nr. 1301/2006 van de Commissie (7) zijn van toepassing, tenzij in de onderhavige verordening iets anders is bepaald.

3.   De hoeveelheid producten waarvoor de in lid 1 bedoelde regeling geldt, en het percentage waarmee het douanerecht wordt verlaagd, worden vastgesteld in bijlage I.

Artikel 2

De voor ieder contingent vastgestelde hoeveelheid wordt als volgt in twee deelperiodes verdeeld:

50 % van 1 januari tot en met 30 juni,

50 % van 1 juli tot en met 31 december.

Artikel 3

1.   Voor de toepassing van artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1301/2006 moet een aanvrager van een invoercertificaat bij de indiening van zijn eerste aanvraag voor een bepaalde tariefcontingentperiode bewijzen dat hij ten minste 50 t producten van Verordening (EG) nr. 2777/75 heeft ingevoerd gedurende elk van beide in genoemd artikel 5 bedoelde periodes.

2.   De certificaataanvraag mag betrekking hebben op verscheidene producten die onder verschillende GN-codes vallen. In dat geval moeten in vak 16 van de certificaataanvraag en het certificaat alle GN-codes en in vak 15 ervan de desbetreffende omschrijvingen worden vermeld.

De certificaataanvraag moet betrekking hebben op ten minste 10 t en ten hoogste 10 % van de hoeveelheid die beschikbaar is in de betrokken deelperiode.

Artikel 4

1.   In vak 8 van de certificaataanvraag en het certificaat wordt het land van oorsprong ingevuld en wordt het woord „ja” aangekruist.

2.   Vak 20 van de certificaataanvraag en van het certificaat bevat één van de in bijlage II, deel A, opgenomen vermeldingen.

3.   Vak 24 van het certificaat bevat één van de in bijlage II, deel B, opgenomen vermeldingen.

Artikel 5

1.   Een certificaataanvraag kan alleen gedurende de eerste zeven dagen van de maand vóór elke in artikel 2 genoemde deelperiode worden ingediend.

Voor de deelperiode van 1 januari tot en met 30 juni 2007 moeten de certificaataanvragen echter in de eerste vijftien dagen van januari 2007 worden ingediend.

2.   De lidstaten delen de Commissie uiterlijk op de vijfde werkdag na het einde van de periode voor de indiening van de aanvragen voor elke groep mee welke hoeveelheden, uitgedrukt in kilogram, in totaal zijn aangevraagd.

3.   De certificaten worden na het besluit van de Commissie zo spoedig mogelijk afgegeven.

4.   De lidstaten delen de Commissie vóór het einde van de vierde maand na iedere jaarlijkse periode mee welke hoeveelheden van elk contingent in de loop van de betrokken periode daadwerkelijk op grond van deze verordening in het vrije verkeer zijn gebracht, uitgedrukt in kilogram.

Artikel 6

1.   De invoercertificaten zijn geldig gedurende 180 dagen vanaf de datum van feitelijke afgifte in de zin van artikel 23, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1291/2000.

2.   Onverminderd artikel 9, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1291/2000 mogen de rechten die voortvloeien uit de certificaten alleen worden overgedragen aan cessionarissen die voldoen aan de in artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1301/2006 en artikel 3, lid 1, van de onderhavige verordening vastgestelde voorwaarden.

2)

Artikel 9 wordt geschrapt.

3)

Bijlage II wordt vervangen door de bijlage bij de onderhavige verordening.

4)

De bijlagen III en IV worden geschrapt.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2007.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 20 december 2006.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie

BIJLAGE

„BIJLAGE II

A.   Vermeldingen zoals bedoeld in artikel 4, lid 2

In het Bulgaars

:

Продукт АКТБ — Регламент (ЕО) № 701/2003.

In het Spaans

:

Producto ACP — Reglamento (CE) no 701/2003.

In het Tsjechisch

:

Produkt AKT – Nařízení (ES) č. 701/2003.

In het Deens

:

AVS-produkt — Forordning (EF) nr. 701/2003.

In het Duits

:

AKP-Erzeugnis — Verordnung (EG) Nr. 701/2003.

In het Ests

:

AKV-toode — Määrus (EÜ) nr 701/2003.

In het Grieks

:

Προϊόν ΑΚΕ — Kανονισμός (ΕΚ) αριθ. 701/2003.

In het Engels

:

ACP product — Regulation (EC) No 701/2003.

In het Frans

:

produit ACP — règlement (CE) no 701/2003.

In het Italiaans

:

Prodotto ACP — Regolamento (CE) n. 701/2003.

In het Lets

:

ĀKK valstu produkts — Regula (EK) Nr. 701/2003.

In het Litouws

:

AKR produktas — Reglamentas (EB) Nr. 701/2003.

In het Hongaars

:

AKCS-termék – 701/2003/EK rendelet.

In het Maltees

:

Prodott ta' I-ACP-Ir- Regolament (KE) Nru. 701/2003.

In het Nederlands

:

ACS-product — Verordening (EG) nr. 701/2003.

In het Pools

:

Produkt AKP — rozporządzenie (WE) nr 701/2003.

In het Portugees

:

Produto ACP — Regulamento (CE) n.o 701/2003.

In het Roemeens

:

Produs ACP — Regulamentul (CE) nr. 701/2003.

In het Slowaaks

:

Produkt AKT – Nariadenie (ES) č. 701/2003.

In het Sloveens

:

Proizvod AKP – Uredba (ES) št. 701/2003.

In het Fins

:

AKT-tuote — Asetus (EY) N:o 701/2003.

In het Zweeds

:

AVS-produkt – Förordning (EG) nr 701/2003.

B.   Vermeldingen zoals bedoeld in artikel 4, lid 3

In het Bulgaars

:

намаляване на общата митническа тарифа съгласно предвиденото в Регламент (ЕО) № 701/2003.

In het Spaans

:

Reducción del derecho de aduana prevista en el Reglamento (CE) no 701/2003.

In het Tsjechisch

:

snížení celní sazby podle nařízení (ES) č. 701/2003.

In het Deens

:

Toldnedsættelse som fastsat i forordning (EF) nr. 701/2003.

In het Duits

:

Ermäßigung des Zollsatzes gemäß der Verordnung (EG) Nr. 701/2003.

In het Ests

:

ühise tollitariifistiku maksumäära alandamine vastavalt määrusele (EÜ) nr 701/2003.

In het Grieks

:

Μείωση του δασμού, όπως προβλέπεται στον κανονισμό (ΕΚ) αριθ. 701/2003.

In het Engels

:

Reduction of the customs duty as provided for in Regulation (EC) No 701/2003.

In het Frans

:

réduction du droit de douane comme prévu au règlement (CE) no 701/2003.

In het Italiaans

:

Riduzione del dazio doganale a norma del regolamento (CE) n. 701/2003.

In het Lets

:

Regulā (EK) Nr. 701/2003 paredzētais muitas nodokļa samazinājums.

In het Litouws

:

Reglamente (EB) Nr. 701/2003 numatytas muito sumažinimas.

In het Hongaars

:

A közös vámtarifában szereplő vámtétel csökkentése a 701/2003/EK rendelet szerint.

In het Maltees

:

tnaqqis tad-dritt doganali komuni kif jipprovdi r- Regolament (KE) Nru701/2003.

In het Nederlands

:

Verlaging van het douanerecht overeenkomstig Verordening (EG) nr. 701/2003.

In het Pools

:

Cła WTC obniżone jak przewidziano w rozporządzeniu (WE) nr 701/2003.

In het Portugees

:

Redução do direito aduaneiro como previsto no Regulamento (CE) n.o 701/2003.

In het Roemeens

:

Reducerea tarifului vamal comun astfel cum este prevăzut de Regulamentul (CE) nr. 701/2003.

In het Slowaaks

:

Zníženie colnej sadzby v súlade s nariadením (ES) č. 701/2003.

In het Sloveens

:

Znižanje carine, kot je določeno v Uredbi (ES) št. 701/2003.

In het Fins

:

Asetuksessa (EY) N:o 701/2003 säädetty yhteisen tullitariffin alennus.

In het Zweeds

:

Nedsättning av tullsatsen i enlighet med förordning (EG) nr 701/2003.”.


(1)  PB L 282 van 1.11.1975, blz. 77. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 679/2006 (PB L 119 van 4.5.2006, blz. 1).

(2)  PB L 282 van 1.11.1975, blz. 49. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 679/2006.

(3)  PB L 348 van 21.12.2000, blz. 5.

(4)  PB L 99 van 17.4.2003, blz. 32. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1722/2006 (PB L 322 van 22.11.2006, blz. 3).

(5)  PB L 238 van 1.9.2006, blz. 13.

(6)  PB L 152 van 24.6.2000, blz. 1.

(7)  PB L 238 van 1.9.2006, blz. 13.”.


15.2.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 44/63


Rectificatie van Verordening (EG) nr. 1937/2006 van de Commissie van 20 december 2006 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 2497/96 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering, in de sector slachtpluimvee, van de regeling waarin is voorzien in de Associatieovereenkomst en de Interim-overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en Israël

( Publicatieblad van de Europese Unie L 407 van 30 december 2006 )

Verordening (EG) nr. 1937/2006 komt als volgt te luiden:

VERORDENING (EG) Nr. 1937/2006 VAN DE COMMISSIE

van 20 december 2006

houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 2497/96 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering, in de sector slachtpluimvee, van de regeling waarin is voorzien in de Associatieovereenkomst en de Interim-overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en Israël

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 2777/75 van de Raad van 29 oktober 1975 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector slachtpluimvee (1), en met name op artikel 3,

Gelet op Verordening (EG) nr. 2398/96 van de Raad van 12 december 1996 houdende opening van een tariefcontingent voor kalkoenvlees van oorsprong en herkomst uit Israël, dat is vastgesteld in de Associatieovereenkomst en de Interim-overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Staat Israël (2),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 2497/96 van de Commissie (3) zijn de bepalingen voor de uitvoering vastgesteld, in de sector slachtpluimvee, van de regeling waarin is voorzien in de Associatieovereenkomst en de Interim-overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en Israël.

(2)

Verordening (EG) nr. 1301/2006 van de Commissie van 31 augustus 2006 houdende gemeenschappelijke voorschriften voor het beheer van door middel van een stelsel van invoercertificaten beheerde invoertariefcontingenten voor landbouwproducten (4) is van toepassing op invoercertificaten voor de invoertariefcontingentperioden die op of na 1 januari 2007 beginnen. Bij Verordening (EG) nr. 1301/2006 zijn met name de voorschriften inzake de invoercertificaataanvragen, de kwaliteit van de aanvrager en de afgifte van de certificaten vastgesteld. Bij die verordening is bepaald dat de certificaten uiterlijk tot de laatste dag van de tariefcontingentperiode gelden. De bepalingen van Verordening (EG) nr. 1301/2006 moeten worden toegepast op overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2497/96 afgegeven invoercertificaten, tenzij in laatstgenoemde verordening iets anders is bepaald. Het bepaalde in Verordening (EG) nr. 2497/96 moet derhalve worden afgestemd op Verordening (EG) nr. 1301/2006, wanneer dat nodig is.

(3)

Rekening houdend met de toetreding van Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie op 1 januari 2007 moeten de vermeldingen op de certificaataanvragen in het Bulgaars en het Roemeens worden toegevoegd.

(4)

Verordening (EG) nr. 2497/96 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(5)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor eieren en slachtpluimvee,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 2497/96 wordt als volgt gewijzigd:

1)

De artikelen 1 tot en met 5 worden vervangen door:

„Artikel 1

1.   In de onderhavige verordening worden de uitvoeringsbepalingen vastgesteld van de bij Verordening (EG) nr. 2398/96 geopende invoertariefcontingenten voor de producten van de in bijlage I vermelde GN-codes.

2.   De bepalingen van Verordening (EG) nr. 1291/2000 van de Commissie (5) en van Verordening (EG) nr. 1301/2006 van de Commissie (6) zijn van toepassing, tenzij in de onderhavige verordening iets anders is bepaald.

3.   De hoeveelheid producten waarvoor de in lid 1 bedoelde regeling geldt, en het percentage waarmee het douanerecht wordt verlaagd, worden vastgesteld in bijlage I.

Artikel 2

De voor iedere groep vastgestelde hoeveelheid wordt als volgt in vier deelperiodes verdeeld:

25 % van 1 januari tot en met 31 maart,

25 % van 1 april tot en met 30 juni,

25 % van 1 juli tot en met 30 september,

25 % van 1 oktober tot en met 31 december.

Artikel 3

1.   Voor de toepassing van artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1301/2006 moet een aanvrager van een invoercertificaat bij de indiening van zijn eerste aanvraag voor een bepaalde tariefcontingentperiode bewijzen dat hij ten minste 50 t producten van Verordening (EEG) nr. 2777/75 heeft ingevoerd gedurende elk van beide in genoemd artikel 5 bedoelde periodes.

2.   De certificaataanvraag mag slechts betrekking hebben op een van de in bijlage I bij deze verordening genoemde groepen; de aanvraag mag betrekking hebben op verscheidene producten die onder verschillende GN-codes vallen. In dat geval moeten in vak 16 van de certificaataanvraag en het certificaat alle GN-codes en in vak 15 ervan de desbetreffende omschrijvingen worden vermeld.

De certificaataanvraag moet betrekking hebben op ten minste 10 t en ten hoogste 10 % van de hoeveelheid die voor de betrokken groep beschikbaar is in de betrokken deelperiode.

3.   In vak 8 van de certificaataanvraag en het certificaat wordt het land van oorsprong ingevuld en wordt het woord „ja” aangekruist.

4.   Vak 20 van de certificaataanvraag en van het certificaat bevat één van de in bijlage II, deel A, opgenomen vermeldingen.

5.   Vak 24 van het certificaat bevat één van de in bijlage II, deel B, opgenomen vermeldingen.

Artikel 4

1.   Een certificaataanvraag kan alleen gedurende de eerste zeven dagen van de maand vóór elke in artikel 2 genoemde deelperiode worden ingediend.

Voor de deelperiode van 1 januari tot en met 31 maart 2007 moeten de certificaataanvragen echter in de eerste 15 dagen van januari 2007 worden ingediend.

2.   Voor elke aanvraag voor een invoercertificaat voor alle in artikel 1 bedoelde producten moet een zekerheid van 20 EUR per 100 kg worden gesteld.

3.   De lidstaten delen de Commissie uiterlijk op de vijfde werkdag na het einde van de periode voor de indiening van de aanvragen voor elke groep mee welke hoeveelheden, uitgedrukt in kilogram, in totaal zijn aangevraagd.

4.   De certificaten worden na het besluit van de Commissie zo spoedig mogelijk afgegeven.

5.   De lidstaten delen de Commissie vóór het einde van de vierde maand na iedere jaarlijkse periode mee welke hoeveelheden van elke groep in de loop van de betrokken periode daadwerkelijk op grond van deze verordening in het vrije verkeer zijn gebracht, uitgedrukt in kilogram.

Artikel 5

De invoercertificaten zijn geldig gedurende 150 dagen vanaf de datum van feitelijke afgifte in de zin van artikel 23, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1291/2000.

Onverminderd artikel 9, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1291/2000 mogen de rechten die voortvloeien uit de certificaten, alleen worden overgedragen aan cessionarissen die voldoen aan de in artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1301/2006 en artikel 3, lid 1, van de onderhavige verordening vastgestelde voorwaarden.

2)

Artikel 6 wordt geschrapt.

3)

Bijlage II wordt vervangen door de bijlage bij de onderhavige verordening.

4)

De bijlagen III en IV worden geschrapt.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2007.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 20 december 2006.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie

BIJLAGE

„BIJLAGE II

A   In artikel 3, lid 4, bedoelde vermeldingen

In het Bulgaars

:

Регламент (ЕО) № 2497/96.

In het Spaans

:

Reglamento (CE) no 2497/96.

In het Tsjechisch

:

Nařízení (ES) č.2497/96.

In het Deens

:

Forordning (EF) nr. 2497/96.

In het Duits

:

Verordnung (EG) Nr. 2497/96.

In het Ests

:

Määrus (EÜ) nr 2497/96.

In het Grieks

:

Kανονισμός (ΕΚ) αριθ. 2497/96.

In het Engels

:

Regulation (EC) No.2497/96.

In het Frans

:

règlement (CE) no 2497/96.

In het Italiaans

:

Regolamento (CE) n. 2497/96.

In het Lets

:

Regula (EK) Nr. 2497/96.

In het Litouws

:

Reglamento (EB) Nr. 2497/96.

In het Hongaars

:

2497/96/EK rendelet.

In het Maltees

:

Ir-Regolament (KE) Nru. 2497/96.

In het Nederlands

:

Verordening (EG) nr. 2497/96.

In het Pools

:

Rozporządzenie (WE) nr. 2497/96.

In het Portugees

:

Regulamento (CE) n.o 2497/96.

In het Roemeens

:

Regulamentul (CE) nr. 2497/96.

In het Slowaaks

:

Nariadenie (ES) č. 2497/96.

In het Sloveens

:

Uredba (ES) št. 2497/96.

In het Fins

:

Asetus (EY) N:o 2497/96.

In het Zweeds

:

Förordning (EG) nr 2497/96.

B   In artikel 3, lid 5, bedoelde vermeldingen

In het Bulgaars

:

намаляване на общата митническа тарифа съгласно предвиденото в Регламент (ЕО) № 2497/96.

In het Spaans

:

Reducción del arancel aduanero común prevista en el Reglamento (CE) no 2497/96.

In het Tsjechisch

:

snížení společné celní sazby tak, jak je stanoveno v nařízení (ES) č. 2497/96.

In het Deens

:

Toldnedsættelse som fastsat i forordning (EF) nr. 2497/96.

In het Duits

:

Ermäßigung des Zollsatzes nach dem GZT gemäß der Verordnung (EG) Nr. 2497/96.

In het Ests

:

ühise tollitariifistiku maksumäära alandamine vastavalt määrusele (EÜ) nr 2497/96.

In het Grieks

:

Μείωση του δασμού του κοινού δασμολογίου, όπως προβλέπεται στον κανονισμό (ΕΚ) αριθ. 2497/96.

In het Engels

:

Reduction of the Common Customs Tariff pursuant to Regulation (EC) No 2497/96.

In het Frans

:

réduction du tarif douanier commun comme prévu au règlement (CE) no 2497/96.

In het Italiaans

:

Riduzione del dazio della tariffa doganale comune a norma del regolamento (CE) n. 2497/96.

In het Lets

:

Regulā (EK) Nr. 2497/96 paredzētais vienotā muitas tarifa samazinājums.

In het Litouws

:

bendrojo muito tarifo muito sumažinimai, nustatyti Reglamente (EB) Nr. 2497/96.

In het Hongaars

:

a közös vámtarifában szereplő vámtétel csökkentése a 2497/96/EK rendelet szerint.

In het Maltees

:

tnaqqis tat-tariffa doganali komuni kif jipprovdi r-Regolament (KE) Nru 2497/96.

In het Nederlands

:

Verlaging van het gemeenschappelijke douanetarief overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2497/96.

In het Pools

:

Cła WTC obniżone, jak przewidziano w rozporządzeniu (WE) nr 2497/96.

In het Portugees

:

Redução da Pauta Aduaneira Comum como previsto no Regulamento (CE) n.o 2497/96.

In het Roemeens

:

Reducerea tarifului vamal comun astfel cum este prevăzut de Regulamentul (CE) nr. 2497/96.

In het Slowaaks

:

Zníženie spoločnej colnej sadzby, ako sa ustanovuje v nariadení (ES) č. 2497/96.

In het Sloveens

:

Znižanje skupne carinske tarife v skladu z Uredbo (ES) št. 2497/96.

In het Fins

:

Asetuksessa (EY) N:o 2497/96 säädetty yhteisen tullitariffin alennus.

In het Zweeds

:

Nedsättning av den gemensamma tulltaxan i enlighet med förordning (EG) nr 2497/96.”.


(1)  PB L 282 van 1.11.1975, blz. 77. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 679/2006 (PB L 119 van 4.5.2006, blz. 1).

(2)  PB L 327 van 18.12.1996, blz. 7.

(3)  PB L 338 van 28.12.1996, blz. 48. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1722/2006 (PB L 322 van 22.11.2006, blz. 3).

(4)  PB L 238 van 1.9.2006, blz. 13.

(5)  PB L 152 van 24.6.2000, blz. 1.

(6)  PB L 238 van 1.9.2006, blz. 13.”.


15.2.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 44/67


Rectificatie van Verordening (EG) nr. 1938/2006 van de Commissie van 20 december 2006 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1431/94 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering, in de sector slachtpluimvee, van de invoerregeling waarin is voorzien bij Verordening (EG) nr. 774/94 van de Raad houdende opening en vaststelling van de wijze van beheer van communautaire tariefcontingenten voor slachtpluimvee en bepaalde andere landbouwproducten

( Publicatieblad van de Europese Unie L 407 van 30 december 2006 )

Verordening (EG) nr. 1938/2006 komt als volgt te luiden:

VERORDENING (EG) Nr. 1938/2006 VAN DE COMMISSIE

van 20 december 2006

houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1431/94 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering, in de sector slachtpluimvee, van de invoerregeling waarin is voorzien bij Verordening (EG) nr. 774/94 van de Raad houdende opening en vaststelling van de wijze van beheer van communautaire tariefcontingenten voor slachtpluimvee en bepaalde andere landbouwproducten

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 2777/75 van de Raad van 29 oktober 1975 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector slachtpluimvee (1), en met name op artikel 6, lid 1,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 774/94 van de Raad van 29 maart 1994 houdende opening en vaststelling van de wijze van beheer van communautaire tariefcontingenten voor kwaliteitsrundvlees, varkensvlees, slachtpluimvee, tarwe en mengkoren, en zemelen, slijpsel en andere resten (2), en met name op artikel 7,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 1431/94 van de Commissie (3) zijn bepalingen vastgesteld voor de uitvoering, in de sector slachtpluimvee, van de invoerregeling waarin is voorzien bij Verordening (EG) nr. 774/94 houdende opening en vaststelling van de wijze van beheer van communautaire tariefcontingenten voor slachtpluimvee en bepaalde andere landbouwproducten.

(2)

Verordening (EG) nr. 1301/2006 van de Commissie van 31 augustus 2006 houdende gemeenschappelijke voorschriften voor het beheer van door middel van een stelsel van invoercertificaten beheerde invoertariefcontingenten voor landbouwproducten (4) is van toepassing op invoercertificaten voor de invoertariefcontingentperioden die op of na 1 januari 2007 beginnen. Bij Verordening (EG) nr. 1301/2006 zijn met name de voorschriften inzake de invoercertificaataanvragen, de kwaliteit van de aanvrager en de afgifte van de certificaten vastgesteld. Bij die verordening is bepaald dat de certificaten uiterlijk tot de laatste dag van de tariefcontingentperiode gelden. De bepalingen van Verordening (EG) nr. 1301/2006 moeten worden toegepast op overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1431/94 afgegeven invoercertificaten, tenzij in laatstgenoemde verordening iets anders is bepaald. Het bepaalde in Verordening (EG) nr. 1431/94 moet derhalve worden afgestemd op Verordening (EG) nr. 1301/2006, wanneer dat nodig is.

(3)

Rekening houdend met de toetreding van Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie op 1 januari 2007 moeten de vermeldingen op de certificaataanvragen in het Bulgaars en het Roemeens worden toegevoegd.

(4)

Verordening (EG) nr. 1431/94 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(5)

Het Comité van beheer voor eieren en slachtpluimvee heeft geen advies uitgebracht binnen de door zijn voorzitter bepaalde termijn,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 1431/94 wordt als volgt gewijzigd:

1)

De artikelen 1 tot en met 6 worden vervangen door:

„Artikel 1

1.   In de onderhavige verordening worden de uitvoeringsbepalingen vastgesteld van de bij Verordening (EG) nr. 774/94 geopende invoertariefcontingenten voor de producten van de in bijlage I vermelde GN-codes.

2.   De bepalingen van Verordening (EG) nr. 1291/2000 van de Commissie (5) en van Verordening (EG) nr. 1301/2006 van de Commissie (6) zijn van toepassing, tenzij in de onderhavige verordening iets anders is bepaald.

3.   De hoeveelheid producten waarvoor de in lid 1 bedoelde regeling geldt, en het percentage waarmee het douanerecht wordt verlaagd, worden vastgesteld in bijlage I.

Artikel 2

De voor iedere groep vastgestelde hoeveelheid wordt als volgt in vier deelperiodes verdeeld:

25 % van 1 januari tot en met 31 maart,

25 % van 1 april tot en met 30 juni,

25 % van 1 juli tot en met 30 september,

25 van 1 oktober tot en met 31 december.

Artikel 3

1.   Voor de toepassing van artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1301/2006 moet een aanvrager van een invoercertificaat bij de indiening van zijn eerste aanvraag voor een bepaalde tariefcontingentperiode bewijzen dat hij ten minste 50 t producten van Verordening (EEG) nr. 2777/75 heeft ingevoerd gedurende elk van beide in genoemd artikel 5 bedoelde periodes.

2.   De certificaataanvraag mag slechts betrekking hebben op een van de in bijlage I bij deze verordening genoemde groepen; de aanvraag mag betrekking hebben op verscheidene producten die onder verschillende GN-codes vallen. In dat geval moeten in vak 16 van de certificaataanvraag en het certificaat alle GN-codes en in vak 15 ervan de desbetreffende omschrijvingen worden vermeld.

De certificaataanvraag moet betrekking hebben op ten minste 10 t en ten hoogste 10 % van de hoeveelheid die voor de betrokken groep beschikbaar is in de betrokken deelperiode.

3.   In vak 8 van de certificaataanvraag en het certificaat wordt het land van oorsprong ingevuld en wordt het woord „a” aangekruist, behalve voor de groepen 3, 5 en 6.

4.   Vak 20 van de certificaataanvraag en van het certificaat bevat één van de in bijlage II, deel A, opgenomen vermeldingen.

5.   Vak 24 van het certificaat bevat één van de in bijlage II, deel B, opgenomen vermeldingen.

6.   Vak 24 van de certificaten voor groep 3 bevat één van de in bijlage II, deel C, opgenomen vermeldingen.

7.   Vak 24 van de certificaten voor groep 5 bevat één van de in bijlage II, deel D, opgenomen vermeldingen.

Artikel 4

1.   Een certificaataanvraag kan alleen gedurende de eerste zeven dagen van de maand vóór elke in artikel 2 genoemde deelperiode worden ingediend.

Voor de deelperiode van 1 januari tot en met 31 maart 2007 moeten de certificaataanvragen echter in de eerste 15 dagen van januari 2007 worden ingediend.

2.   De certificaataanvraag gaat vergezeld van een leveringscontract waarin verklaard wordt dat het gevraagde product van de sector slachtpluimvee van de gevraagde oorsprong en voor de gevraagde hoeveelheid in de contingentperiode beschikbaar is voor levering in de Europese Unie.

Dit lid is slechts van toepassing voor producten van de groepen 1, 2 en 4.

3.   In afwijking van artikel 6, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1301/2006 mag elke aanvrager voor producten van de groepen 3, 5 en 6 voor producten van dezelfde groep meerdere aanvragen voor invoercertificaten indienen indien deze producten van oorsprong zijn uit verschillende landen. De aanvragen, die elk slechts betrekking hebben op één land van oorsprong, worden gelijktijdig bij de bevoegde autoriteit van een lidstaat ingediend. Zij worden voor het in artikel 3, lid 2, bedoelde maximum als één enkele aanvraag beschouwd.

4.   De lidstaten delen de Commissie uiterlijk op de vijfde werkdag na het einde van de periode voor de indiening van de aanvragen voor elke groep mee welke hoeveelheden, uitgesplitst naar oorsprong en uitgedrukt in kilogram, in totaal zijn aangevraagd.

5.   De certificaten worden na het besluit van de Commissie zo spoedig mogelijk afgegeven.

6.   De lidstaten delen de Commissie vóór het einde van de vierde maand na iedere jaarlijkse periode mee welke hoeveelheden van elke groep in de loop van de betrokken periode daadwerkelijk op grond van deze verordening in het vrije verkeer zijn gebracht, uitgesplitst naar oorsprong en uitgedrukt in kilogram.

Artikel 5

De invoercertificaten zijn geldig gedurende 150 dagen vanaf de datum van feitelijke afgifte in de zin van artikel 23, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1291/2000.

Onverminderd artikel 9, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1291/2000 mogen de rechten die voortvloeien uit de certificaten alleen worden overgedragen aan cessionarissen die voldoen aan de in artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1301/2006 en artikel 3, lid 1, van de onderhavige verordening vastgestelde voorwaarden.

Artikel 6

Voor elke aanvraag voor een invoercertificaat voor alle in artikel 1 bedoelde producten moet een zekerheid van 50 EUR per 100 kg worden gesteld.

2)

Artikel 7 wordt geschrapt.

3)

Bijlage II wordt vervangen door de bijlage bij de onderhavige verordening.

4)

De bijlagen III en IV worden geschrapt.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2007.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 20 december 2006.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie

BIJLAGE

„BIJLAGE II

A.   In artikel 3, lid 4, bedoelde vermeldingen

In het Bulgaars:

:

Регламент (ЕО) № 1431/94.

In het Spaans:

:

Reglamento (CE) no 1431/94.

In het Tsjechisch:

:

Nařízení (ES) č. 1431/94.

In het Deens:

:

Forordning (EF) nr. 1431/94.

In het Duits:

:

Verordnung (EG) Nr. 1431/94.

In het Ests:

:

Määrus (EÜ) nr 1431/94.

In het Grieks:

:

Kανονισμός (ΕΚ) αριθ. 1431/94.

In het Engels:

:

Regulation (EC) No 1431/94.

In het Frans:

:

règlement (CE) no 1431/94.

In het Italiaans:

:

Regolamento (CE) n. 1431/94.

In het Lets:

:

Regula (EK) Nr. 1431/94.

In het Litouws:

:

Reglamentas (EB) Nr. 1431/94.

In het Hongaars:

:

1431/94/EK rendelet.

In het Maltees:

:

Ir-Regolament (KE) Nru 1431/94.

In het Nederlands:

:

Verordening (EG) nr. 1431/94.

In het Pools:

:

Rozporządzenie (WE) nr 1431/94.

In het Portugees:

:

Regulamento (CE) n.o 1431/94.

In het Roemeens:

:

Regulamentul (CE) nr. 1431/94.

In het Slowaaks:

:

Nariadenie (ES) č. 1431/94.

In het Sloveens:

:

Uredba (ES) št. 1431/94.

In het Fins:

:

Asetus (EY) N:o 1431/94.

In het Zweeds:

:

Förordning (EG) nr 1431/94.

B.   In artikel 3, lid 5, bedoelde vermeldingen

In het Bulgaars:

:

фиксиран на 0 % в съответствие с Регламент (ЕО) № 1431/94.

In het Spaans:

:

exacción reguladora del 0 % en aplicación del Reglamento (CE) no 1431/94.

In het Tsjechisch:

:

dávka stanovena na 0 % v souladu s nařízením (ES) č. 1431/94.

In het Deens:

:

Importafgift fastsat til 0 % i henhold til forordning (EF) nr. 1431/94.

In het Duits:

:

Gemäß der Verordnung (EG) Nr. 1431/94 auf 0 v. H. festgesetzte Abschöpfung.

In het Ests:

:

0 % maks on kehtestatud vastavalt määrusele (EÜ) nr 1431/94.

In het Grieks:

:

Εισφορά καθοριζόμενη σε 0 % κατ' εφαρμογή του κανονισμού (ΕΚ) αριθ. 1431/94.

In het Engels:

:

Levy fixed at 0 % pursuant to Regulation (EC) No 1431/94.

In het Frans:

:

prélèvement fixé à 0 % en application du règlement (CE) no 1431/94.

In het Italiaans:

:

Prelievo fissato allo 0 % in applicazione del regolamento (CE) n. 1431/94.

In het Lets:

:

Piemērojot Regulu (EK) Nr. 1431/94, ir noteikts 0 % ieturējums.

In het Litouws:

:

nulinis mokestis nustatytas pagal Reglamentą (EB) Nr. 1431/94.

In het Hongaars:

:

0 %-os lefölözés az 1431/94/EK rendelet szerint.

In het Maltees:

:

ħlas stabbilit fil-livell ta' 0 % b'applikazzjoni tar-Regolament (KE) Nru 1431/94.

In het Nederlands:

:

Heffing 0 % op grond van Verordening (EG) nr. 1431/94.

In het Pools:

:

opłata według stawki 0 % zgodnie z rozporządzeniem (WE) nr 1431/94.

In het Portugees:

:

Taxa fixada em 0 %, em aplicação do Regulamento (CE) n.o 1431/94.

In het Roemeens:

:

Taxă stabilită la 0 % în aplicarea Regulamentului (CE) nr. 1431/94.

In het Slowaaks:

:

Poplatok stanovený na 0 % podľa nariadenia (ES) č. 1431/94.

In het Sloveens:

:

Prelevman, določen na 0 % v skladu z Uredbo (ES) št. 1431/94.

In het Fins:

:

Maksu vahvistettu 0 prosentiksi asetuksen (EY) N:o 1431/94 mukaisesti.

In het Zweeds:

:

Avgiften fastställd till 0 % i enlighet med förordning (EG) nr 1431/94.

C.   In artikel 3, lid 6, bedoelde vermeldingen

In het Bulgaars:

:

Не следва да се използва за продукти с произход от Бразилия и Тайланд в съответствие с Регламент (ЕО) № 1514/97.

In het Spaans:

:

No puede utilizarse para productos originarios de Brasil o Tailandia en aplicación del Reglamento (CE) no 1514/97.

In het Tsjechisch:

:

Nepoužije se u produktů pocházejících z Brazílie a Thajska v souladu s nařízením (ES) č. 1514/97.

In het Deens:

:

Kan ikke anvendes for produkter med oprindelse i Brasilien og Thailand i henhold til forordning (EF) nr. 1514/97.

In het Duits:

:

Gemäß der Verordnung (EG) Nr. 1514/97 nicht verwendbar für Erzeugnisse mit Ursprung in Brasilien und Thailand.

In het Ests:

:

Ei ole kasutatav Brasiilia ja Tai päritolu toodete puhul vastavalt määrusele (EÜ) nr 1514/97.

In het Grieks:

:

Δεν μπορεί να χρησιμοποιηθεί για τα προϊόντα καταγωγής Βραζιλίας και Ταϊλάνδης κατ' εφαρμογή του κανονισμού (ΕΚ) αριθ. 1514/97.

In het Engels:

:

Not to be used for products originating in Brazil or Thailand pursuant to Regulation (EC) No 1514/97.

In het Frans:

:

n'est pas utilisable pour des produits originaires du Brésil et de Thaïlande en application du règlement (CE) no 1514/97.

In het Italiaans:

:

Da non utilizzare per prodotti originari del Brasile e della Tailandia in applicazione del regolamento (CE) n. 1514/97.

In het Lets:

:

Piemērojot Regulu (EK) Nr. 1514/97, neizmanto Brazīlijas un Taizemes izcelsmes produktiem.

In het Litouws:

:

Nenaudojama produktams, kurių kilmės šalys yra Brazilija ir Tailandas, taikant Reglamentą (EB) Nr. 1514/97.

In het Hongaars:

:

Nem alkalmazandó a Brazíliából és Thaiföldről származó termékekre az 1514/97/EK rendelet alapján.

In het Maltees:

:

Ma jistax jintuża għall-prodotti ta' oriġini mill-Brażil u mit-Tajlandja, b'applikazzjoni tar-Regolament (KE) Nru 1514/97.

In het Nederlands:

:

Mag niet worden gebruikt voor producten van oorspong uit Brazilië en Thailand overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1514/97.

In het Pools:

:

Nie stosuje się w przypadku produktów pochodzących z Brazylii i Tajlandii zgodnie z rozporządzeniem (WE) nr 1514/97.

In het Portugees:

:

Não utilizável para produtos originários do Brasil e da Tailândia, em aplicação do Regulamento (CE) n.o 1514/97.

In het Roemeens:

:

Nu se utilizează pentru produsele originare din Brazilia şi Tailanda în aplicarea Regulamentului (CE) nr. 1514/97.

In het Slowaaks:

:

Podľa nariadenia (ES) č. 1514/97 nepoužívať pre výrobky pochádzajúce z Brazílie a z Thajska.

In het Sloveens:

:

V skladu z Uredbo (ES) št. 1514/97 se ne uporablja za proizvode s poreklom iz Brazilije in Tajske.

In het Fins:

:

Ei voimassa Brasiliasta ja Thaimaasta peräisin olevien tuotteiden osalta asetuksen (EY) N:o 1514/97 mukaisesti.

In het Zweeds:

:

Får inte användas för produkter med ursprung i Brasilien och Thailand i enlighet med förordning (EG) nr 1514/97.

D.   In artikel 3, lid 7, bedoelde vermeldingen

In het Bulgaars:

:

Не следва да се използва за продукти с произход от Бразилия в съответствие с Регламент (ЕО) № 1514/97.

In het Spaans:

:

No puede utilizarse para productos originarios de Brasil en aplicación del Reglamento (CE) no 1514/97.

In het Tsjechisch:

:

Nepoužije se u produktů pocházejících z Brazílie v souladu s nařízením (ES) č. 1514/97.

In het Deens:

:

Kan ikke anvendes for produkter med oprindelse i Brasilien i henhold til forordning (EF) nr. 1514/97.

In het Duits:

:

Gemäß der Verordnung (EG) Nr. 1514/97 nicht verwendbar für Erzeugnisse mit Ursprung in Brasilien.

In het Ests:

:

Ei ole kasutatav Brasiilia päritolu toodete puhul vastavalt määrusele (EÜ) nr 1514/97.

In het Grieks:

:

Δεν μπορεί να χρησιμοποιηθεί για τα προϊόντα καταγωγής Βραζιλίας κατ' εφαρμογή του κανονισμού (ΕΚ) αριθ. 1514/97.

In het Engels:

:

Not to be used for products originating in Brazil pursuant to Regulation (EC) No 1514/97.

In het Frans:

:

n'est pas utilisable pour des produits originaires du Brésil en application du règlement (CE) no 1514/97.

In het Italiaans:

:

Da non utilizzare per prodotti originari del Brasile in applicazione del regolamento (CE) n. 1514/97.

In het Lets:

:

Piemērojot Regulu (EK) Nr. 1514/97, neizmanto Brazīlijas izcelsmes produktiem.

In het Litouws:

:

Nenaudojama produktams, kurių kilmės šalis yra Brazilija, taikant Reglamentą (EB) Nr. 1514/97.

In het Hongaars:

:

Nem alkalmazandó a Brazíliából származó termékekre az 1514/97/EK rendelet alapján.

In het Maltees:

:

Ma jistax jintuża għall-prodotti ta' oriġini mill-Brażil, b'applikazzjoni tar-Regolament (KE) Nru 1514/97.

In het Nederlands:

:

Mag niet worden gebruikt voor producten van oorspong uit Brazilië overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1514/97.

In het Pools:

:

Nie stosuje się w przypadku produktów pochodzących z Brazylii zgodnie z rozporządzeniem (WE) nr 1514/97.

In het Portugees:

:

Não utilizável para produtos originários do Brasil, em aplicação do Regulamento (CE) n.o 1514/97.

In het Roemeens:

:

Nu se utilizează pentru produsele originare din Brazilia în aplicarea Regulamentului (CE) nr. 1514/97.

In het Slowaaks:

:

Podľa nariadenia (ES) č. 1514/97 nepoužívať pre výrobky pochádzajúce z Brazílie.

In het Sloveens:

:

V skladu z Uredbo (ES) št. 1514/97 se ne uporablja za proizvode s poreklom iz Brazilije.

In het Fins:

:

Ei voimassa Brasiliasta peräisin olevien tuotteiden osalta asetuksen (EY) N:o 1514/97 mukaisesti.

In het Zweeds:

:

Får inte användas för produkter med ursprung i Brasilien i enlighet med förordning (EG) nr 1514/97.”.


(1)  PB L 282 van 1.11.1975, blz. 77. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 679/2006 (PB L 119 van 4.5.2006, blz. 1).

(2)  PB L 91 van 8.4.1994, blz. 1. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2198/95 van de Commissie (PB L 221 van 19.9.1995, blz. 3).

(3)  PB L 156 van 23.6.1994, blz. 9. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1722/2006 (PB L 322 van 22.11.2006, blz. 3).

(4)  PB L 238 van 1.9.2006, blz. 13.

(5)  PB L 152 van 24.6.2000, blz. 1.

(6)  PB L 238 van 1.9.2006, blz. 13.”.


15.2.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 44/73


Rectificatie van Verordening (EG) nr. 1939/2006 van de Commissie van 21 december 2006 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 462/2003 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van de regeling die geldt bij invoer van bepaalde producten van de sector varkensvlees, van oorsprong uit de ACS-staten

( Publicatieblad van de Europese Unie L 407 van 30 december 2006 )

Verordening (EG) nr. 1939/2006 komt als volgt te luiden:

VERORDENING (EG) Nr. 1939/2006 VAN DE COMMISSIE

van 21 december 2006

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 462/2003 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van de regeling die geldt bij invoer van bepaalde producten van de sector varkensvlees, van oorsprong uit de ACS-staten

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 2759/75 van de Raad van 29 oktober 1975 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector varkensvlees (1), en met name op artikel 22,

Gelet op Verordening (EG) nr. 2286/2002 van de Raad van 10 december 2002 tot vaststelling van de regeling voor landbouwproducten en door verwerking daarvan verkregen goederen, van oorsprong uit de staten in Afrika, het Caribische gebied en de Stille Oceaan (de ACS-staten) en houdende intrekking van Verordening (EG) nr. 1706/98 (2), en met name op artikel 5,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 462/2003 van de Commissie (3) zijn bepalingen vastgesteld ter uitvoering van de regeling die geldt bij invoer van bepaalde producten van de sector varkensvlees, van oorsprong uit de staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan (de ACS-staten).

(2)

Verordening (EG) nr. 1301/2006 van de Commissie van 31 augustus 2006 houdende gemeenschappelijke voorschriften voor het beheer van door middel van een stelsel van invoercertificaten beheerde invoertariefcontingenten voor landbouwproducten (4) is van toepassing op invoercertificaten voor de invoertariefcontingentperiodes die op of na 1 januari 2007 beginnen. Bij Verordening (EG) nr. 1301/2006 zijn met name de voorschriften inzake de invoercertificaataanvragen, de kwaliteit van de aanvrager en de afgifte van de certificaten vastgesteld. Bij die verordening is bepaald dat de certificaten uiterlijk tot de laatste dag van de tariefcontingentperiode gelden. De bepalingen van Verordening (EG) nr. 1301/2006 moeten worden toegepast op overeenkomstig Verordening (EG) nr. 462/2003 afgegeven invoercertificaten, tenzij in laatstgenoemde verordening iets anders is bepaald. Het bepaalde in Verordening (EG) nr. 462/2003 moet derhalve worden afgestemd op Verordening (EG) nr. 1301/2006, wanneer dat nodig blijkt.

(3)

Gelet op de toetreding van Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie op 1 januari 2007 moeten de vermeldingen op de certificaataanvragen in het Bulgaars en het Roemeens worden toegevoegd.

(4)

Verordening (EG) nr. 462/2003 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(5)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor varkensvlees,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 462/2003 wordt als volgt gewijzigd:

1)

De artikelen 1, 2, 3, 4, 5 en 6 worden vervangen door:

„Artikel 1

1.   Voor alle in de Gemeenschap in het kader van Verordening (EG) nr. 2286/2002 ingevoerde producten van de in bijlage I vermelde GN-codes wordt het douanerecht verlaagd na overlegging van een invoercertificaat.

2.   De bepalingen van Verordening (EG) nr. 1291/2000 van de Commissie (5) en van Verordening (EG) nr. 1301/2006 van de Commissie (6) zijn van toepassing, tenzij in de onderhavige verordening iets anders is bepaald.

3.   De voor deze regeling in aanmerking komende hoeveelheid producten, alsmede het douanerecht, zijn vastgesteld in bijlage I.

Artikel 2

De in bijlage I, deel B, vastgestelde hoeveelheid wordt tijdens de periode van het invoertariefcontingent als volgt in deelperiodes verdeeld:

25 % in de periode van 1 januari tot en met 31 maart,

25 % in de periode van 1 april tot en met 30 juni,

25 % in de periode van 1 juli tot en met 30 september,

25 % in de periode van 1 oktober tot en met 31 december.

Artikel 3

1.   Onverminderd artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1301/2006 kunnen detailhandelszaken of restaurants die hun producten rechtstreeks aan de eindverbruiker verkopen, geen gebruikmaken van de in artikel 1, lid 1, van de onderhavige verordening bedoelde rechtenverlaging en op grond daarvan geen invoercertificaataanvraag indienen.

2.   In de certificaataanvraag mag slechts een van de in bijlage I genoemde volgnummers worden vermeld. De aanvraag mag wel betrekking hebben op verscheidene producten van verschillende codes van de gecombineerde nomenclatuur (GN-codes). In dat geval moeten in vak 16 van de certificaataanvraag en het certificaat alle GN-codes en in vak 15 ervan de desbetreffende omschrijving worden vermeld.

De aanvraag moet betrekking hebben op ten minste 1 t en ten hoogste 100 % van de hoeveelheid die voor de deelperiode zoals vermeld in artikel 2, beschikbaar is.

Artikel 4

1.   In vak 8 van de certificaataanvraag en het certificaat wordt het land van oorsprong ingevuld en wordt het woord „ja” aangekruist.

2.   Vak 20 van de certificaataanvraag en van het certificaat bevat één van de in bijlage II, deel A, opgenomen vermeldingen.

3.   Vak 24 van het certificaat bevat één van de in bijlage II, deel B, opgenomen vermeldingen.

Artikel 5

1.   Certificaataanvragen worden ingediend gedurende de eerste zeven dagen van de maand voorafgaand aan elke in artikel 2 vermelde deelperiode.

Voor de deelperiode van 1 januari tot en met 31 maart 2007 wordt de certificaataanvraag echter in de eerste 15 dagen van januari 2007 ingediend.

2.   De lidstaten delen de Commissie uiterlijk op de derde werkdag na het einde van de periode voor de indiening van de aanvragen de totale aangevraagde hoeveelheid per contingent mee, uitgedrukt in kilogram.

3.   De certificaten worden na het besluit van de Commissie zo spoedig mogelijk afgegeven.

4.   De lidstaten delen de Commissie vóór het einde van de vierde maand na iedere jaarlijkse periode mee welke hoeveelheden in de loop van de betrokken periode per contingent daadwerkelijk op grond van deze verordening in het vrije verkeer zijn gebracht, uitgesplitst naar oorsprong en uitgedrukt in kilogram.

Artikel 6

1.   De invoercertificaten zijn geldig gedurende 150 dagen vanaf de datum van feitelijke afgifte in de zin van artikel 23, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1291/2000.

2.   Onverminderd artikel 9, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1291/2000 mogen de rechten die voortvloeien uit de certificaten alleen worden overgedragen aan cessionarissen die voldoen aan de in artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1301/2006 en artikel 3, lid 1, van de onderhavige verordening vastgestelde voorwaarden.

2)

Artikel 9 wordt geschrapt.

3)

Bijlage II wordt vervangen door de in de bijlage bij de onderhavige verordening opgenomen bijlage II.

4)

De bijlagen III en IV worden geschrapt.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2007.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 21 december 2007.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie

BIJLAGE

„BIJLAGE II

DEEL A

Vermeldingen zoals bedoeld in artikel 4, lid 2

In het Bulgaars

:

Продукт с произход страните от АКТБ — Регламент (ЕО) № 2286/2002 и Регламент (ЕО) № 462/2003.

In het Spaans

:

Producto ACP — Reglamentos (CE) no 2286/2002 y (CE) no 462/2003.

In het Tsjechisch

:

Produkt AKP – nařízení (ES) č. 2286/2002 a (ES) č. 462/2003.

In het Deens

:

AVS-produkt — forordning (EF) nr. 2286/2002 og (EF) nr. 462/2003.

In het Duits

:

AKP-Erzeugnis — Verordnungen (EG) Nr. 2286/2002 und (EG) Nr. 462/2003.

In het Ests

:

AKV riikide toode — määrused (EÜ) nr 2286/2002 ja (EÜ) nr 462/2003.

In het Grieks

:

Προϊόν ΑΚΕ — Κανονισμοί (ΕΚ) αριθ. 2286/2002 και (ΕΚ) αριθ. 462/2003.

In het Engels

:

ACP product — Regulations (EC) No 2286/2002 and (EC) No 462/2003.

In het Frans

:

Produit ACP — Règlements (CE) no 2286/2002 et (CE) no 462/2003.

In het Italiaans

:

Prodotto ACP — regolamenti (CE) n. 2286/2002 e (CE) n. 462/2003.

In het Lets

:

ĀKK produkts — Regula (EK) Nr. 2286/2002 un (EK) Nr. 462/2003.

In het Litouws

:

AKR produktas — Reglamentai (EB) Nr. 2286/2002 ir (EB) Nr. 462/2003.

In het Hongaars

:

AKCS-termék – 2286/2002/EK és 462/2003/EK rendelet.

In het Maltees

:

Prodott ta' l-ACP — ir-Regolamenti (KE) Nru 2286/2002 u (KE) Nru 462/2003.

In het Nederlands

:

ACS-product — Verordeningen (EG) nr. 2286/2002 en (EG) nr. 462/2003.

In het Pools

:

Produkt z państw AKP — rozporządzenia (WE) nr 2286/2002 i (WE) nr 462/2003.

In het Portugees

:

Produto ACP — Regulamentos (CE) n.o 2286/2002 e (CE) n.o 462/2003.

In het Roemeens

:

Produse ACP — Regulamentele (CE) nr. 2286/2002 şi (CE) nr. 462/2003.

In het Slowaaks

:

Výrobok AKT – nariadenia (ES) č. 2286/2002 a (ES) č. 462/2003.

In het Sloveens

:

Proizvod AKP – uredbi (ES) št. 2286/2002 in (ES) št. 462/2003.

In het Fins

:

AKT-tuote — Asetukset (EY) N:o 2286/2002 ja (EY) N:o 462/2003.

In het Zweeds

:

AVS-produkt – förordningarna (EG) nr 2286/2002 och (EG) nr 462/2003.

DEEL B

Vermeldingen zoals bedoeld in artikel 4, lid 3

In het Bulgaars

:

Намаляване на митото, както е предвидено в Регламент (ЕО) № 462/2003.

In het Spaans

:

Reducción del derecho de aduana en virtud del Reglamento (CE) no 462/2003.

In het Tsjechisch

:

Snížení cla stanovené nařízením (ES) č. 462/2003.

In het Deens

:

Toldnedsættelse, jf. forordning (EF) nr. 462/2003.

In het Duits

:

Ermäßigung des Zollsatzes gemäß der Verordnung (EG) Nr. 462/2003.

In het Ests

:

Vähendatud tollimaksumäär vastavalt määrusele (EÜ) nr 462/2003.

In het Grieks

:

Μείωση του δασμού όπως προβλέπεται στον κανονισμό (ΕΚ) αριθ. 462/2003.

In het Engels

:

Customs duty reduction as provided for in Regulation (EC) No 462/2003.

In het Frans

:

Réduction du droit de douane comme prévu au règlement (CE) no 462/2003.

In het Italiaans

:

Riduzione del dazio doganale a norma del regolamento (CE) n. 462/2003.

In het Lets

:

Regulā (EK) Nr. 462/2003 paredzētais muitas nodokļa samazinājums.

In het Litouws

:

Muito mokesčio sumažinimas, kaip numatyta Reglamente (EB) Nr. 462/2003.

In het Hongaars

:

A 462/2003/EK rendeletben előírt vámcsökkentés.

In het Maltees

:

Tnaqqis tad-dritt doganali komuni previst fir-Regolament (KE) Nru 462/2003.

In het Nederlands

:

Douanerecht verlaagd overeenkomstig Verordening (EG) nr. 462/2003.

In het Pools

:

Obniżenie stawki celnej zgodnie z rozporządzeniem (WE) nr 462/2003.

In het Portugees

:

Redução do direito aduaneiro conforme previsto no Regulamento (CE) n.o 462/2003.

In het Roemeens

:

Reducerea taxelor vamale aşa cum este prevăzut în Regulamentul (CE) nr. 462/2003.

In het Slowaaks

:

Zníženie colnej sadzby podľa nariadenia (ES) č. 462/2003.

In het Sloveens

:

Znižanje carine, kot je določeno v Uredbi (ES) št. 462/2003.

In het Fins

:

Tullialennus, josta on säädetty asetuksessa (EY) N:o 462/2003.

In het Zweeds

:

Nedsättning av tullavgiften enligt förordning (EG) nr 462/2003.”.


(1)  PB L 282 van 1.11.1975, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1913/2005 (PB L 307 van 25.11.2005, blz. 2).

(2)  PB L 348 van 21.12.2002, blz. 5.

(3)  PB L 70 van 14.3.2003, blz. 8. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1711/2006 (PB L 321 van 21.11.2006, blz. 5).

(4)  PB L 238 van 1.9.2006, blz. 13.

(5)  PB L 152 van 24.6.2000, blz. 1.

(6)  PB L 238 van 1.9.2006, blz. 13.”.


15.2.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 44/77


Rectificatie van Verordening (EG) nr. 1940/2006 van de Commissie van 21 december 2006 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1556/2006 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 774/94 van de Raad wat de invoerregeling voor varkensvlees betreft

( Publicatieblad van de Europese Unie L 407 van 30 december 2006 )

Verordening (EG) nr. 1940/2006 komt als volgt te luiden:

VERORDENING (EG) Nr. 1940/2006 VAN DE COMMISSIE

van 21 december 2006

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1556/2006 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 774/94 van de Raad wat de invoerregeling voor varkensvlees betreft

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 2759/75 van de Raad van 29 oktober 1975 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector varkensvlees (1), en met name op artikel 22,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 774/94 van de Raad van 29 maart 1994 houdende opening en vaststelling van de wijze van beheer van communautaire tariefcontingenten voor kwaliteitsrundvlees, varkensvlees, slachtpluimvee, tarwe en mengkoren, en zemelen, slijpsel en andere resten (2), en met name op artikel 7,

Overwegende hetgeen volgt

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 1556/2006 van de Commissie (3) zijn bepalingen vastgesteld voor de uitvoering, in de sector varkensvlees, van de invoerregeling waarin is voorzien bij Verordening (EG) nr. 774/94 houdende opening en vaststelling van de wijze van beheer van communautaire tariefcontingenten voor varkensvlees en bepaalde andere landbouwproducten.

(2)

Verordening (EG) nr. 1301/2006 van de Commissie van 31 augustus 2006 houdende gemeenschappelijke voorschriften voor het beheer van door middel van een stelsel van invoercertificaten beheerde invoertariefcontingenten voor landbouwproducten (4) is van toepassing op invoercertificaten voor de invoertariefcontingentsperiodes die op of na 1 januari 2007 beginnen. Bij Verordening (EG) nr. 1301/2006 zijn met name de voorschriften inzake de invoercertificaataanvragen, de kwaliteit van de aanvrager en de afgifte van de certificaten vastgesteld. Bij die verordening is bepaald dat de certificaten uiterlijk tot de laatste dag van de tariefcontingentperiode gelden. De bepalingen van Verordening (EG) nr. 1301/2006 moeten worden toegepast op overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1556/2006 afgegeven invoercertificaten, tenzij in laatstgenoemde verordening iets anders is bepaald. Het bepaalde in Verordening (EG) nr. 1556/2006 moet derhalve worden afgestemd op Verordening (EG) nr. 1301/2006, wanneer dat nodig blijkt.

(3)

Gelet op de toetreding van Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie op 1 januari 2007 moeten de vermeldingen op de certificaataanvragen in het Bulgaars en het Roemeens worden toegevoegd.

(4)

Verordening (EG) nr. 1556/2006 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(5)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor varkensvlees,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 1556/2006 wordt als volgt gewijzigd

1)

De artikelen 1, 2, 3, 4 en 5 worden vervangen door

„Artikel 1

1.   Bij de onderhavige verordening worden de uitvoeringsbepalingen vastgesteld van het bij Verordening (EG) nr. 774/94 geopende invoertariefcontingent voor vers, gekoeld of diepgevroren varkensvlees van de GN-codes 0203 19 13 en 0203 29 15.

2.   De bepalingen van Verordening (EG) nr. 1291/2000 en van Verordening (EG) nr. 1301/2006 van de Commissie (5) zijn van toepassing, tenzij in de onderhavige verordening iets anders is bepaald.

3.   De hoeveelheid producten waarvoor de in lid 1 bedoelde regeling geldt, alsmede het douanerecht, worden vastgesteld in bijlage I.

Artikel 2

De in bijlage I vastgestelde hoeveelheid wordt tijdens de periode van het invoertariefcontingent als volgt in deelperiodes verdeeld

25 % in de periode van 1 januari tot en met 31 maart,

25 % in de periode van 1 april tot en met 30 juni,

25 % in de periode van 1 juli tot en met 30 september,

25 % in de periode van 1 oktober tot en met 31 december.

Artikel 3

1.   Onverminderd artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1301/2006 kunnen detailhandelszaken of restaurants die hun producten rechtstreeks aan de eindverbruiker verkopen, geen gebruikmaken van de in artikel 1, lid 1, van de onderhavige verordening bedoelde tariefcontingent en op grond daarvan geen invoercertificaataanvraag indienen.

2.   Op de certificaataanvraag moet het volgnummer worden vermeld en de aanvraag kan betrekking hebben op producten van twee verschillende codes van de gecombineerde nomenclatuur (GN) die van oorsprong zijn uit één land; in dat geval worden alle GN-codes in vak 16 en de desbetreffende omschrijvingen in vak 15 opgegeven; de certificaataanvraag moet betrekking hebben op ten minste 20 t en ten hoogste 20 % van de gedurende de deelperiode van het invoertariefcontingent beschikbare hoeveelheid.

3.   Op de certificaataanvraag en op het certificaat wordt in vak 8 het land van oorsprong vermeld.

4.   Vak 20 van de certificaataanvraag en van het certificaat bevat één van de in bijlage II, deel A, opgenomen vermeldingen.

5.   Vak 24 van het certificaat bevat één van de in bijlage II, deel B, opgenomen vermeldingen.

Artikel 4

1.   Certificaataanvragen worden ingediend gedurende de eerste zeven dagen van de maand voorafgaand aan elke in artikel 2 vermelde deelperiode.

Voor de deelperiode van 1 januari tot en met 31 maart 2007 wordt de certificaataanvraag echter in de eerste 1 dagen van januari 2007 ingediend.

2.   In afwijking van artikel 6, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1301/2006 mag elke aanvrager voor de in bijlage I opgenomen producten meerdere aanvragen voor invoercertificaten indienen indien deze producten van oorsprong zijn uit verschillende landen. De aanvragen, die telkens slechts op één land van oorsprong betrekking hebben, moeten gelijktijdig bij de bevoegde autoriteit van een lidstaat worden ingediend. Zij worden voor het in artikel 3, lid 2, bedoelde maximum als één enkele aanvraag beschouwd.

3.   De lidstaten delen de Commissie uiterlijk op de derde werkdag na het einde van de periode voor de indiening van de aanvragen de totale aangevraagde hoeveelheid mee, uitgedrukt in kilogram.

4.   De certificaten worden na het besluit van de Commissie zo spoedig mogelijk afgegeven.

5.   De lidstaten delen de Commissie vóór het einde van de vierde maand na iedere jaarlijkse periode mee welke hoeveelheden in de loop van de betrokken periode daadwerkelijk op grond van deze verordening in het vrije verkeer zijn gebracht, uitgesplitst naar oorsprong en uitgedrukt in kilogram.

Artikel 5

1.   De invoercertificaten zijn geldig gedurende 150 dagen vanaf de datum van feitelijke afgifte in de zin van artikel 23, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1291/2000.

2.   Onverminderd artikel 9, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1291/2000 mogen de rechten die voortvloeien uit de certificaten alleen worden overgedragen aan cessionarissen die voldoen aan de in artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1301/2006 en artikel 3, lid 1, van de onderhavige verordening vastgestelde voorwaarden.

2)

Artikel 7 wordt geschrapt.

3)

Bijlage II wordt vervangen door de in de bijlage bij de onderhavige verordening opgenomen bijlage II.

4)

De bijlagen III, IV en V worden geschrapt.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2007.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 21 december 2006.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie

BIJLAGE

„BIJLAGE II

DEEL A

Vermeldingen zoals bedoeld in artikel 3, lid 4

In het Bulgaars

:

Регламент (ЕО) № 1556/2006.

In het Spaans

:

Reglamento (CE) no 1556/2006.

In het Tsjechisch

:

Nařízení (ES) č. 1556/2006.

In het Deens

:

Forordning (EF) nr. 1556/2006.

In het Duits

:

Verordnung (EG) Nr. 1556/2006.

In het Ests

:

Määrus (EÜ) nr 1556/2006.

In het Grieks

:

Κανονισμός (ΕΚ) αριθ. 1556/2006.

In het Engels

:

Regulation (EC) No 1556/2006.

In het Frans

:

Règlement (CE) no 1556/2006.

In het Italiaans

:

Regolamento (CE) n. 1556/2006.

In het Lets

:

Regula (EK) Nr. 1556/2006.

In het Litouws

:

Reglamentas (EB) Nr. 1556/2006.

In het Hongaars

:

1556/2006/EK rendelet.

In het Maltees

:

Ir-Regolament (KE) Nru 1556/2006.

In het Nederlands

:

Verordening (EG) nr. 1556/2006.

In het Pools

:

Rozporządzenie (WE) nr 1556/2006.

In het Portugees

:

Regulamento (CE) n.o 1556/2006.

In het Roemeens

:

Regulamentul (CE) nr. 1556/2006.

In het Slowaaks

:

Nariadenie (ES) č. 1556/2006.

In het Sloveens

:

Uredba (ES) št. 1556/2006.

In het Fins

:

Asetus (EY) N:o 1556/2006.

In het Zweeds

:

Förordning (EG) nr 1556/2006.

DEEL B

Vermeldingen zoals bedoeld in artikel 3, lid 5

In het Bulgaars

:

Мито, определено на 0 %, съгласно Регламент (ЕО) № 1556/2006.

In het Spaans

:

Derecho de aduana del 0 % en aplicación del Reglamento (CE) no 1556/2006.

In het Tsjechisch

:

Clo stanoveno na 0 % podle nařízení (ES) č. 1556/2006.

In het Deens

:

Told fastsat til 0 % i henhold til forordning (EF) nr. 1556/2006.

In het Duits

:

Auf 0 v. H. festgesetzter Zoll gemäß der Verordnung (EG) Nr. 1556/2006.

In het Ests

:

Vastavalt määrusele (EÜ) nr 1556/2006 on kinnitatud 0 % tollimaks.

In het Grieks

:

Δασμός καθοριζόμενος σε 0 % κατ' εφαρμογή του κανονισμού (ΕΚ) αριθ. 1556/2006.

In het Engels

:

Customs duty fixed at 0 % pursuant to Regulation (EC) No 1556/2006.

In het Frans

:

Droit de douane fixé à 0 % en application du règlement (CE) no 1556/2006.

In het Italiaans

:

Dazio doganale fissato allo 0 % in applicazione del regolamento (CE) n. 1556/2006.

In het Lets

:

Noteikts 0 % muitas nodoklis, ievērojot Regulu (EK) Nr. 1556/2006.

In het Litouws

:

0 % muitas, nustatytas pagal Reglamentą (EB) Nr. 1556/2006.

In het Hongaars

:

0 %-os vámtétel az 1556/2006/EK rendelet alapján.

In het Maltees

:

Rata ta' dazju doganali ffissat għal 0 % skond ir-Regolament (KE) Nru 1556/2006.

In het Nederlands

:

Douanerecht 0 % op grond van Verordening (EG) nr. 1556/2006.

In het Pools

:

Cło ustalone na poziomie 0 % na podstawie rozporządzenia (WE) nr 1556/2006.

In het Portugees

:

Direito aduaneiro fixado em 0 %, nos termos do Regulamento (CE) n.o 1556/2006.

In het Roemeens

:

Taxe vamale fixate la 0 % în conformitate cu Regulamentul (CE) nr. 1556/2006.

In het Slowaaks

:

Clo stanovené na úrovni 0 % podľa nariadenia (ES) č. 1556/2006.

In het Sloveens

:

0 % dajatev v skladu z Uredbo (ES) št. 1556/2006.

In het Fins

:

Tulliksi vahvistettu 0 % asetuksen (EY) N:o 1556/2006 mukaisesti.

In het Zweeds

:

Tullsats fastställd till 0 % i enlighet med förordning (EG) nr 1556/2006.”.


(1)  PB L 282 van 1.11.1975, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1913/2005 (PB L 307 van 25.11.2005, blz. 2).

(2)  PB L 91 van 8.4.1994, blz. 1. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2198/95 van de Commissie (PB L 221 van 19.9.1995, blz. 3).

(3)  PB L 288 van 19.10.2006, blz. 7. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1711/2006 (PB L 321 van 21.11.2006, blz. 5).

(4)  PB L 238 van 1.9.2006, blz. 13.

(5)  PB L 238 van 1.9.2006, blz. 13.”.