ISSN 1725-2598

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 309

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

49e jaargang
9 november 2006


Inhoud

 

I   Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing

Bladzijde

 

*

Verordening (EG) nr. 1646/2006 van de Raad van 7 november 2006 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 639/2004 betreffende het beheer van de in ultraperifere gebieden geregistreerde vissersvloten

1

 

*

Verordening (EG) nr. 1647/2006 van de Raad van 7 november 2006 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 974/98 over de invoering van de euro

2

 

 

Verordening (EG) nr. 1648/2006 van de Commissie van 8 november 2006 tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

4

 

*

Verordening (EG) nr. 1649/2006 van de Commissie van 8 november 2006 met betrekking tot de toepassing van de laagste restitutievoet bij uitvoer van bepaalde producten van de sector eieren en de sector slachtpluimvee (Gecodificeerde versie)

6

 

 

Besluiten aangenomen krachtens titel V van het Verdrag betreffende de Europese Unie

 

*

2006/756/GBVBBesluit Darfur/4/2006 van het Politiek en Veiligheidscomité van 24 oktober 2006 tot benoeming van het hoofd van het EU-politieteam/de politieadviseur van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie voor Sudan

9

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


I Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing

9.11.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 309/1


VERORDENING (EG) Nr. 1646/2006 VAN DE RAAD

van 7 november 2006

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 639/2004 betreffende het beheer van de in ultraperifere gebieden geregistreerde vissersvloten

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 37 en artikel 299, lid 2,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement (1),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EG) nr. 639/2004 van de Raad van 30 maart 2004 betreffende het beheer van de in ultraperifere gebieden geregistreerde vissersvloten (2) maakt het mogelijk af te wijken van het bepaalde in artikel 9, lid 1, onder a), van Verordening (EG) nr. 2792/1999 van de Raad van 17 december 1999 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen en voorwaarden voor de structurele acties van de Gemeenschap in de visserijsector (3) en in artikel 13 van Verordening (EG) nr. 2371/2002 van de Raad van 20 december 2002 inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid (4).

(2)

Ter uitvoering van het politieke akkoord dat in de vergadering van de Raad van 19 juni 2006 is bereikt over het Europees Visserijfonds moet, om rekening te houden met de specifieke structurele, sociale en economische situatie van de visserijsector in de ultraperifere gebieden, de geldigheidsduur van de bij artikel 2, punt 4, van Verordening (EG) nr. 639/2004 vastgestelde afwijking worden verlengd tot en met 31 december 2006.

(3)

Nu de bij artikel 2, punt 4, van Verordening (EG) nr. 639/2004 vastgestelde afwijking langer geldig zal zijn, moet de geldigheidsduur van de bij artikel 2, punt 5, van die verordening vastgestelde afwijking worden verlengd tot en met 31 december 2008 om de toevoeging aan de vloot mogelijk te maken van capaciteit waarvoor overheidssteun voor de vernieuwing van vissersvaartuigen is toegekend,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 639/2004 wordt als volgt gewijzigd:

1)

In artikel 2, punt 4, wordt de datum „31 december 2005” vervangen door de datum „31 december 2006”.

2)

In artikel 2, punt 5, wordt de datum „31 december 2007” vervangen door de datum „31 december 2008”.

3)

In artikel 6 wordt de datum „31 december 2006” vervangen door de datum „31 december 2007”.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 7 november 2006.

Voor de Raad

De voorzitter

E. HEINÄLUOMA


(1)  Advies van het Europees Parlement van 26 oktober 2006 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).

(2)  PB L 102 van 7.4.2004, blz. 9.

(3)  PB L 337 van 30.12.1999, blz. 10. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1198/2006 (PB L 223 van 15.8.2006, blz. 1).

(4)  PB L 358 van 31.12.2002, blz. 59.


9.11.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 309/2


VERORDENING (EG) Nr. 1647/2006 VAN DE RAAD

van 7 november 2006

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 974/98 over de invoering van de euro

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 123, lid 5,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Na raadpleging van het Europees Parlement,

Gezien het advies van de Europese Centrale Bank (1),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EG) nr. 974/98 van de Raad van 3 mei 1998 over de invoering van de euro (2) voorziet in de vervanging door de euro van de munteenheden van de lidstaten die bij de overgang van de Gemeenschap naar de derde fase van de Economische en Monetaire Unie voldeden aan de nodige voorwaarden voor de aanneming van de ene munt.

(2)

Verordening (EG) nr. 974/98 is gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2596/2000 (3) met het oog op de vervanging van de munteenheid van Griekenland door de euro.

(3)

Verordening (EG) nr. 974/98 is gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2169/2005 ter voorbereiding van latere invoeringen van de euro in lidstaten die de euro nog niet als eenheidsmunt hebben aangenomen.

(4)

Overeenkomstig artikel 4 van de Toetredingsakte van 2003 is Slovenië een lidstaat met een derogatie zoals bedoeld in artikel 122 van het Verdrag.

(5)

Krachtens Beschikking 2006/495/EG van de Raad van 11 juli 2006 overeenkomstig artikel 122, lid 2, van het Verdrag betreffende de aanneming van de eenheidsmunt door Slovenië op 1 januari 2007 (4) voldoet Slovenië aan de nodige voorwaarden voor de aanneming van de eenheidsmunt en wordt de derogatie van Slovenië met ingang van 1 januari 2007 ingetrokken..

(6)

De invoering van de euro in Slovenië vereist de uitbreiding tot Slovenië van de bestaande bepalingen betreffende de invoering van de euro die in Verordening (EG) nr. 974/98 zijn vervat.

(7)

In het overgangsplan van Slovenië wordt gepreciseerd dat de eurobankbiljetten en munten in deze lidstaat wettig betaalmiddel zouden moeten worden op de dag van de invoering van de euro als munteenheid van Slovenië. Zowel de datum waarop de euro wordt ingevoerd als de datum waarop naar de chartale euro wordt omgeschakeld, is derhalve 1 januari 2007. Er geldt geen geleidelijkeaanpassingsperiode.

(8)

Verordening (EG) nr. 974/98 dient dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De bijlage bij Verordening (EG) nr. 974/98 wordt overeenkomstig de bijlage bij deze verordening gewijzigd.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2007.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat, overeenkomstig het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap.

Gedaan te Brussel, 7 november 2006.

Voor de Raad

De voorzitter

E. HEINÄLUOMA


(1)  PB C 163 van 14.7.2006, blz. 10.

(2)  PB L 139 van 11.5.1998, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2169/2005 (PB L 346 van 29.12.2005, blz. 1).

(3)  PB L 300 van 29.11.2000, blz. 2.

(4)  PB L 195 van 15.7.2006, blz. 25.


BIJLAGE

In de bijlage bij Verordening (EG) nr. 974/98 wordt de volgende regel ingevoegd tussen de regels voor Portugal en Finland:

Lidstaten

Datum waarop de euro wordt ingevoerd

Datum waarop naar de chartale euro wordt omgeschakeld

Lidstaat met een geleidelijkeaanpassingsperiode van de nationale munteenheid

„Slovenië

1 januari 2007

1 januari 2007

Nee”.


9.11.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 309/4


VERORDENING (EG) Nr. 1648/2006 VAN DE COMMISSIE

van 8 november 2006

tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 3223/94 van de Commissie van 21 december 1994 houdende uitvoeringsbepalingen van de invoerregeling voor groenten en fruit (1), en met name op artikel 4, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In Verordening (EG) nr. 3223/94 zijn op grond van de multilaterale handelsbesprekingen in het kader van de Uruguayronde de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de periodes die in de bijlage bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt.

(2)

Op grond van de bovenvermelde criteria moeten de forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld op de in de bijlage bij deze verordening vermelde niveaus,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 3223/94 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld zoals aangegeven in de tabel in de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 9 november 2006.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 8 november 2006.

Voor de Commissie

Jean-Luc DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 337 van 24.12.1994, blz. 66. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 386/2005 (PB L 62 van 9.3.2005, blz. 3).


BIJLAGE

bij de verordening van de Commissie van 8 november 2006 tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

(EUR/100 kg)

GN-code

Code derde landen (1)

Forfaitaire invoerwaarde

0702 00 00

052

64,8

096

30,1

204

56,3

999

50,4

0707 00 05

052

110,7

204

47,2

220

155,5

628

196,3

999

127,4

0709 90 70

052

94,9

204

97,7

999

96,3

0805 20 10

204

81,3

999

81,3

0805 20 30, 0805 20 50, 0805 20 70, 0805 20 90

052

80,7

400

83,1

528

75,5

624

86,7

999

81,5

0805 50 10

052

58,2

388

50,2

524

56,1

528

41,8

999

51,6

0806 10 10

052

94,1

400

211,5

508

249,3

999

185,0

0808 10 80

388

76,2

400

105,3

720

73,5

800

157,6

804

103,2

999

103,2

0808 20 50

052

94,8

400

174,0

720

77,4

999

115,4


(1)  Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 750/2005 van de Commissie (PB L 126 van 19.5.2005, blz. 12). De code „999” staat voor „andere oorsprong”.


9.11.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 309/6


VERORDENING (EG) Nr. 1649/2006 VAN DE COMMISSIE

van 8 november 2006

met betrekking tot de toepassing van de laagste restitutievoet bij uitvoer van bepaalde producten van de sector eieren en de sector slachtpluimvee

(Gecodificeerde versie)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 2771/75 van de Raad van 29 oktober 1975 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector eieren (1), en met name op artikel 9, lid 3,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 2777/75 van de Raad van 29 oktober 1975 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector slachtpluimvee (2), en met name op artikel 9, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EEG) nr. 109/80 van de Commissie van 18 januari 1980 met betrekking tot de toepassing van de laagste restitutievoet bij uitvoer van bepaalde producten van de sector eieren en de sector slachtpluimvee (3) is herhaaldelijk en ingrijpend gewijzigd (4). Ter wille van de duidelijkheid en een rationele ordening van de tekst dient tot codificatie van deze verordening te worden overgegaan.

(2)

Voor naar bestemming gedifferentieerde restituties is in artikel 18, lid 1, van Verordening (EG) nr. 800/1999 van de Commissie van 15 april 1999 houdende gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen van het stelsel van restituties bij uitvoer voor landbouwproducten (5) bepaald dat het gedeelte van de restitutie dat is berekend op grondslag van de laagste restitutievoet die van toepassing is op de dag waarop de douaneformaliteiten bij uitvoer worden vervuld, wordt betaald zodra het bewijs wordt geleverd dat het product het douanegebied van de Gemeenschap heeft verlaten.

(3)

Op grond van artikel 4, leden 1 en 7, en artikel 5, leden 1 en 3, van Verordening (EEG) nr. 565/80 van de Raad van 4 maart 1980 betreffende de vooruitbetaling van de uitvoerrestituties voor landbouwproducten (6) kan het gedeelte van de restitutie dat overeenkomt met de laagste voet worden betaald zodra het product onder het bij die verordening ingestelde bijzondere stelsel is gebracht.

(4)

In het kader van bijzondere regelingen met bepaalde derde landen kan de restitutievoet die geldt voor de uitvoer van bepaalde producten van de sector eieren en de sector slachtpluimvee naar deze landen, soms in belangrijke mate lager zijn dan het niveau van de normaal toegepaste restitutie. Het kan eveneens voorkomen dat geen restitutie wordt vastgesteld.

(5)

De laagste restitutievoet vloeit eveneens voort uit het feit dat geen restitutie wordt vastgesteld.

(6)

In de gevallen waarin voor uitvoer geen restitutie wordt vastgesteld, wordt door de in de Verenigde Staten getroffen maatregelen gegarandeerd dat de producten waarvoor voor andere bestemmingen een restitutie werd betaald, niet in dat land kunnen worden ingevoerd. Voorts is het dienstig een uitzondering te maken voor de vaststelling van de laagste restitutievoet voor uitvoer naar de Verenigde Staten. Uit de ervaring is gebleken dat voor de betrokken producten deze uitzondering niet alleen kan worden gemaakt voor de toepassing van artikel 18, lid 2, van Verordening (EG) nr. 800/1999, maar eveneens voor de toepassing van artikel 4, leden 1 en 7, en artikel 5, leden 1 en 3, van Verordening (EEG) nr. 565/80.

(7)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor eieren en slachtpluimvee,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Het feit dat geen restitutie is vastgesteld voor de producten van de GN-codes 0105 11, 0105 12 , 0105 19, 0207 (met uitzondering van de GN-codes 0207 34, 0207 13 91, 0207 14 91, 0207 26 91, 0207 27 91, 0207 35 91, 0207 36 81, 0207 36 85 en 0207 36 89), 0407, 0408, 1602 32 en die naar de Verenigde Staten worden uitgevoerd, wordt niet in aanmerking genomen:

voor de vaststelling van de laagste restitutievoet in de zin van artikel 18, lid 2, van Verordening (EG) nr. 800/1999,

voor de toepassing van artikel 4, lid 7, en artikel 5, lid 3, van Verordening (EEG) nr. 565/80.

Artikel 2

Verordening (EEG) nr. 109/80 wordt ingetrokken.

Verwijzingen naar de ingetrokken verordening gelden als verwijzingen naar de onderhavige verordening en worden gelezen volgens de concordantietabel in bijlage II.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 8 november 2006.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 282 van 1.11.1975, blz. 49. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 679/2006 (PB L 119 van 4.5.2006, blz. 1).

(2)  PB L 282 du 1.11.1975, p. 77. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 679/2006.

(3)  PB L 14 van 19.1.1980, blz. 30. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2916/95 (PB L 305 van 19.12.1995, blz. 49).

(4)  Zie bijlage I.

(5)  PB L 102 van 17.4.1999, blz. 11. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 671/2004 (PB L 105 van 14.4.2004, blz. 5).

(6)  PB L 62 van 7.3.1980, blz. 5. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 444/2003 van de Commissie (PB L 67 van 12.3.2003, blz. 3).


BIJLAGE I

INGETROKKEN VERORDENING MET DE ACHTEREENVOLGENDE WIJZIGINGEN ERVAN

Verordening (EEG) nr. 109/80 van de Commissie

(PB L 14 van 19.1.1980, blz. 30)

 

Verordening (EEG) nr. 1475/80

(PB L 147 van 13.6.1980, blz. 15)

Uitsluitend artikel 1, lid 3, tweede streepje

Verordening (EEG) nr. 3987/87

(PB L 376 van 31.12.1987, blz. 20)

Uitsluitend artikel 4

Verordening (EEG) nr. 1737/90

(PB L 161 van 27.6.1990, blz. 25)

 

Verordening (EEG) nr. 3779/90

(PB L 364 van 28.12.1990, blz. 9)

Uitsluitend artikel 2

Verordening (EG) nr. 2916/95

(PB L 305 van 19.12.1995, blz. 49)

Uitsluitend artikel 1, lid 1, tweede streepje, en artikel 1, lid 2, eerste streepje


BIJLAGE II

CONCORDANTIETABEL

Verordening (EEG) nr. 109/80

De onderhavige verordening

Artikel 1

Artikel 1

Artikel 2

Artikel 2

Artikel 3

Bijlage I

Bijlage II


Besluiten aangenomen krachtens titel V van het Verdrag betreffende de Europese Unie

9.11.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 309/9


BESLUIT DARFUR/4/2006 VAN HET POLITIEK EN VEILIGHEIDSCOMITÉ

van 24 oktober 2006

tot benoeming van het hoofd van het EU-politieteam/de politieadviseur van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie voor Sudan

(2006/756/GBVB)

HET POLITIEK EN VEILIGHEIDSCOMITÉ,

Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name op artikel 25, derde alinea,

Gelet op Gemeenschappelijk Optreden 2005/557/GBVB van de Raad van 18 juli 2005 inzake het civiel-militaire optreden van de Europese Unie ter ondersteuning van de missie van de Afrikaanse Unie in de regio Darfur in Sudan (1), en met name op artikel 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 5 juli 2006 heeft de Raad Gemeenschappelijk Optreden 2006/468/GBVB (2) tot verlenging en herziening van het mandaat van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie voor Sudan aangenomen.

(2)

De speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie (SVEU) voor Sudan zorgt onder meer voor de coördinatie en de samenhang van de bijdragen van de Unie aan de missie van de Afrikaanse Unie in de regio Darfur in Sudan (AMIS). Krachtens artikel 5, lid 2, van Gemeenschappelijk Optreden 2005/557/GBVB is, onder het gezag van de SVEU, de EU-Coördinatiecel in Addis Abeba (ACC), bestaande uit een politiek adviseur, een militair adviseur en een politieadviseur, belast met de dagelijkse coördinatie met alle relevante EU-actoren en met het Administratief Controle- en Beheerscentrum (ACMC) binnen de commandostructuur van de Afrikaanse Unie in Addis Abeba, om een samenhangende en tijdige steun van de Europese Unie voor de AMIS te waarborgen.

(3)

De politieadviseur van de SVEU, die tevens hoofd is van het EU-politieteam, is belast met de dagelijkse coördinatie van het politionele ondersteunende optreden van de Europese Unie. Het hoofd van het EU-politieteam staat in voor het dagelijkse beheer van de politiecomponent van het ondersteunende optreden op de drie gebieden en is verantwoordelijk voor personeels- en tuchtzaken.

(4)

Op aanbeveling van de SVEU heeft de secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger de heer Åke ROGHE voorgedragen als hoofd van het EU-politieteam/de politieadviseur van de SVEU.

(5)

Krachtens artikel 4 van Gemeenschappelijk Optreden 2005/557/GBVB wordt het hoofd van het EU-politieteam/de politieadviseur van de SVEU door het Politiek en Veiligheidscomité benoemd,

BESLUIT:

Artikel 1

De heer Åke ROGHE wordt benoemd tot hoofd van het EU-politieteam/de politieadviseur van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie voor Sudan.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op 1 november 2006.

Gedaan te Brussel, 24 oktober 2006.

Voor het Politiek en Veiligheidscomité

De voorzitter

T. TANNER


(1)  PB L 188 van 20.7.2005, blz. 46.

(2)  PB L 184 van 6.7.2006, blz. 38.