ISSN 1725-2598

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 308

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

49e jaargang
8 november 2006


Inhoud

 

I   Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing

Bladzijde

 

 

Verordening (EG) nr. 1640/2006 van de Commissie van 7 november 2006 tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

1

 

*

Verordening (EG) nr. 1641/2006 van de Commissie van 6 november 2006 tot vaststelling van een verbod op de visserij op kabeljauw in de ICES-zones II a (EG-wateren) en IV door vaartuigen die de vlag van Zweden voeren

3

 

*

Verordening (EG) nr. 1642/2006 van de Commissie van 7 november 2006 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 51/2006 van de Raad ten aanzien van de vangstbeperkingen voor de visserij op sprot in ICES-gebieden IIa (EG-wateren) en IV (EG-wateren)

5

 

*

Verordening (EG) nr. 1643/2006 van de Commissie van 7 november 2006 houdende uitvoeringsbepalingen van de regeling inzake het verlenen van bijstand bij uitvoer van producten van de sector rundvlees waarvoor een bijzondere behandeling geldt bij invoer in een derde land (Gecodificeerde versie)

7

 

*

Verordening (EG) nr. 1644/2006 van de Commissie van 7 november 2006 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1483/2006 ten aanzien van de hoeveelheden die valllen onder de permanente openbare inschrijving voor de verkoop op de markt van de Gemeenschap van graan dat in het bezit is van de interventiebureaus van de lidstaten

11

 

 

Verordening (EG) nr. 1645/2006 van de Commissie van 7 november 2006 tot wijziging van de vanaf 8 november 2006 geldende invoerrechten in de sector granen

15

 

 

Besluiten aangenomen krachtens titel V van het Verdrag betreffende de Europese Unie

 

*

Gemeenschappelijk Standpunt 2006/755/GBVB van de Raad van 7 november 2006 betreffende de tijdelijke opvang van een aantal Palestijnen door lidstaten van de Europese Unie

18

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


I Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing

8.11.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 308/1


VERORDENING (EG) Nr. 1640/2006 VAN DE COMMISSIE

van 7 november 2006

tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 3223/94 van de Commissie van 21 december 1994 houdende uitvoeringsbepalingen van de invoerregeling voor groenten en fruit (1), en met name op artikel 4, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In Verordening (EG) nr. 3223/94 zijn op grond van de multilaterale handelsbesprekingen in het kader van de Uruguayronde de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de periodes die in de bijlage bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt.

(2)

Op grond van de bovenvermelde criteria moeten de forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld op de in de bijlage bij deze verordening vermelde niveaus,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 3223/94 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld zoals aangegeven in de tabel in de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 8 november 2006.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 7 november 2006.

Voor de Commissie

Jean-Luc DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 337 van 24.12.1994, blz. 66. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 386/2005 (PB L 62 van 9.3.2005, blz. 3).


BIJLAGE

bij de verordening van de Commissie van 7 november 2006 tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

(EUR/100 kg)

GN-code

Code derde landen (1)

Forfaitaire invoerwaarde

0702 00 00

052

71,9

096

40,4

204

60,4

999

57,6

0707 00 05

052

107,2

204

46,9

220

155,5

628

196,3

999

126,5

0709 90 70

052

90,6

204

62,0

999

76,3

0805 20 10

204

79,7

999

79,7

0805 20 30, 0805 20 50, 0805 20 70, 0805 20 90

052

63,1

400

86,7

528

75,5

624

86,7

999

78,0

0805 50 10

052

59,7

388

47,6

524

56,1

528

39,9

999

50,8

0806 10 10

052

97,9

400

211,5

508

248,6

999

186,0

0808 10 80

388

77,7

400

99,3

720

73,5

800

160,5

804

103,2

999

102,8

0808 20 50

052

64,3

400

174,0

720

77,4

999

105,2


(1)  Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 750/2005 van de Commissie (PB L 126 van 19.5.2005, blz. 12). De code „999” staat voor „andere oorsprong”.


8.11.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 308/3


VERORDENING (EG) Nr. 1641/2006 VAN DE COMMISSIE

van 6 november 2006

tot vaststelling van een verbod op de visserij op kabeljauw in de ICES-zones II a (EG-wateren) en IV door vaartuigen die de vlag van Zweden voeren

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 2371/2002 van de Raad van 20 december 2002 inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid (1), en met name op artikel 26, lid 4,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 2847/93 van de Raad van 12 oktober 1993 tot invoering van een controleregeling voor het gemeenschappelijk visserijbeleid (2), en met name op artikel 21, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 51/2006 van de Raad van 22 december 2005 tot vaststelling, voor 2006, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de Gemeenschap en, voor vaartuigen van de Gemeenschap, in andere wateren met vangstbeperkingen van toepassing zijn, en tot vaststelling van de bij de visserij in acht te nemen voorschriften (3), zijn quota voor 2006 vastgesteld.

(2)

Uit door de Commissie ontvangen informatie blijkt dat, gezien de vangsten van het in de bijlage vermelde bestand door vaartuigen die de vlag van de in die bijlage vermelde lidstaat voeren of daar geregistreerd zijn, de betrokken, voor 2006 toegewezen quota volledig zijn opgebruikt.

(3)

Derhalve moet het worden verboden op dit bestand te vissen en vis uit dit bestand aan boord te houden, over te laden en aan te voeren,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Het opgebruiken van het quotum

Het quotum dat voor 2006 aan de in de bijlage genoemde lidstaat is toegewezen voor de visserij op het in die bijlage vermelde bestand, wordt met ingang van de in die bijlage opgenomen datum als opgebruikt beschouwd.

Artikel 2

Verbod

De visserij op het in de bijlage vermelde bestand door vaartuigen die de vlag van de in die bijlage genoemde lidstaat voeren of daar geregistreerd zijn, is verboden met ingang van de in die bijlage opgenomen datum. Na die datum is het verboden vis uit dit bestand die door deze vaartuigen is gevangen, aan boord te hebben, over te laden of aan te voeren.

Artikel 3

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 6 november 2006.

Voor de Commissie

Jörgen HOLMQUIST

Directeur-generaal Visserij en maritieme zaken


(1)  PB L 358 van 31.12.2002, blz. 59.

(2)  PB L 261 van 20.10.1993, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 768/2005 (PB L 128 van 21.5.2005, blz. 1).

(3)  PB L 16 van 20.1.2006, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1591/2006 (PB L 296 van 26.10.2006, blz. 1).


BIJLAGE

Nr.

45

Lidstaat

Zweden

Bestand

COD/2AC4

Soort

Kabeljauw (Gadus morhua)

Zone

II a (EG-wateren), IV

Datum

6 oktober 2006


8.11.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 308/5


VERORDENING (EG) Nr. 1642/2006 VAN DE COMMISSIE

van 7 november 2006

houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 51/2006 van de Raad ten aanzien van de vangstbeperkingen voor de visserij op sprot in ICES-gebieden IIa (EG-wateren) en IV (EG-wateren)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 51/2006 van de Raad van 22 december 2005 tot vaststelling, voor 2006, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de Gemeenschap en, voor vaartuigen van de Gemeenschap, in andere wateren met vangstbeperkingen van toepassing zijn, en tot vaststelling van de bij de visserij in acht te nemen voorschriften (1), en met name op artikel 5, lid 7,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De vangstbeperkingen voor de visserij op sprot in ICES-gebieden IIa (EG-wateren) en IV (EG-wateren) zijn voorlopig vastgesteld in bijlage IA bij Verordening (EG) nr. 51/2006.

(2)

Krachtens artikel 5, lid 7, van de hierboven genoemde verordening kunnen de vangstbeperkingen door de Commissie worden herzien in het licht van tijdens het eerste halfjaar van 2006 verzamelde wetenschappelijke informatie.

(3)

In het licht van de tijdens het eerste halfjaar van 2006 verzamelde wetenschappelijke informatie moeten de vangstbeperkingen voor sprot in de betrokken gebieden worden verlaagd.

(4)

Verordening (EG) nr. 51/2006 moet dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(5)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor de visserij en de aquacultuur,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage IA bij Verordening (EG) nr. 51/2006 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 7 november 2006.

Voor de Commissie

Joe BORG

Lid van de Commissie


(1)  PB L 16 van 20.1.2006, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1591/2006 (PB L 296 van 26.10.2006, blz. 1).


BIJLAGE

Bijlage IA bij Verordening (EG) nr. 51/2006 wordt als volgt gewijzigd:

de tekst met betrekking tot de soort sprot in zone IIa (EG-wateren) en IV (EG-wateren) wordt vervangen door:

„Soort

:

Sprot

Sprattus sprattus

Zone

:

IIa (EG-wateren) (1), IV (EG-wateren)

SPR/2AC4-C

België

1 787

Voorzorgs-TAC.

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is van toepassing.

Artikel 5, lid 2, van Verordening (EG) nr. 847/96 is van toepassing.

Denemarken

141 464

Duitsland

1 787

Frankrijk

1 787

Nederland

1 787

Zweden

1 330 (1)

Verenigd Koninkrijk

5 898

EG

155 840

Noorwegen

10 000 (2)

Faröer

9 160 (3)

TAC

175 000


(1)  Met inbegrip van zandspiering.

(2)  Mag enkel in deelgebied IV (EG-wateren) worden gevist.

(3)  Deze hoeveelheid mag worden gevangen in deelgebied IV en in sector VIa ten noorden van 56° 30' NB. Het quotum omvat een maximale bijvangst van 1 832 ton haring. Wanneer dat bijvangstquotum is opgevist, is de visserij door de Faeröer met vistuig met een maaswijdte kleiner dan 32 mm in de communautaire wateren verboden. Bijvangst van blauwe wijting wordt in mindering gebracht op het quotum wijting voor de zones VIa, VIb en VII.”.


8.11.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 308/7


VERORDENING (EG) Nr. 1643/2006 VAN DE COMMISSIE

van 7 november 2006

houdende uitvoeringsbepalingen van de regeling inzake het verlenen van bijstand bij uitvoer van producten van de sector rundvlees waarvoor een bijzondere behandeling geldt bij invoer in een derde land

(Gecodificeerde versie)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1254/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees (1), en met name op artikel 29, lid 2,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 2931/79 van de Raad van 20 december 1979 inzake het verlenen van bijstand bij uitvoer van landbouwproducten die in aanmerking komen voor een speciale behandeling bij invoer in een derde land (2), en met name op artikel 1, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EEG) nr. 2973/79 van de Commissie van 21 december 1979 houdende uitvoeringsbepalingen van de regeling inzake het verlenen van bijstand bij uitvoer van producten van de sector rundvlees waarvoor een bijzondere behandeling geldt bij invoer in een derde land (3) is herhaaldelijk en ingrijpend gewijzigd (4). Ter wille van de duidelijkheid en een rationele ordening van de tekst dient tot codificatie van deze verordening te worden overgegaan.

(2)

De Verenigde Staten van Amerika passen een bijzondere behandeling bij invoer toe voor 5 000 ton rundvlees per jaar dat aan bepaalde voorwaarden voldoet en dat van oorsprong uit de Gemeenschap is. Dit vlees dient met name vergezeld te gaan van een identificatiebewijs dat is afgegeven door de exporterende lidstaat.

(3)

De identificatiebewijzen mogen slechts worden afgegeven voor de hoeveelheid van 5 000 ton waarvoor deze behandeling geldt. De Commissie moet derhalve eerst machtiging verlenen voordat uitvoercertificaten voor dit vlees worden afgegeven. Bovendien moet worden bepaald dat de tolerantie als bedoeld in artikel 8, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1291/2000 van de Commissie van 9 juni 2000 houdende gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen inzake het stelsel van invoer-, uitvoer- en voorfixatiecertificaten voor landbouwproducten (5), niet geldt voor de hoeveelheid die groter is dan de hoeveelheid waarvoor het certificaat is afgegeven.

(4)

Het model van het identificatiebewijs moet worden vastgesteld, alsmede de bepalingen inzake het gebruik ervan.

(5)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor rundvlees,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   Bij deze verordening worden de bijzondere uitvoeringsbepalingen vastgesteld om jaarlijks 5 000 ton vers, gekoeld of bevroren rundvlees dat van oorsprong uit de Gemeenschap is en dat in aanmerking komt voor een speciale behandeling, naar de Verenigde Staten van Amerika uit te voeren.

2.   Het in lid 1 bedoelde vlees moet voldoen aan de gezondheidsvoorschriften welke door het importerende derde land zijn vastgesteld en afkomstig zijn van dieren die minder dan twee maanden vóór de datum waarop de douaneformaliteiten bij uitvoer worden vervuld, zijn geslacht.

Artikel 2

Bij het vervullen van de douaneformaliteiten bij uitvoer wordt het in artikel 3 omschreven identificatiebewijs op aanvraag van de belanghebbende afgegeven, na overlegging van het in artikel 12 van Verordening (EG) nr. 1445/95 van de Commissie (6) bedoelde uitvoercertificaat en een gezondheidscertificaat waarin staat aangegeven op welke datum de dieren werden geslacht waarvan het in artikel 12 van die verordening bedoelde vlees afkomstig is.

Artikel 3

1.   Van het identificatiebewijs worden een origineel en ten minste één kopie opgesteld op een formulier dat overeenstemt met het model in bijlage I.

Dit bewijs wordt gedrukt in het Engels, op wit papier; het formaat ervan is 210 × 297 mm. Elk bewijs wordt geïndividualiseerd door een volgnummer dat wordt toegekend door het in artikel 4 bedoelde douanekantoor.

De exporterende lidstaten kunnen eisen dat het op hun grondgebied gebruikte bewijs niet alleen in het Engels, maar ook in één van hun officiële talen is gedrukt.

2.   Het origineel en de kopieën hebben hetzelfde volgnummer. Het origineel en de kopieën worden met de schrijfmachine of met de hand ingevuld; in het laatste geval moeten zij met inkt en in drukletters worden ingevuld.

Artikel 4

1.   Het identificatiebewijs en de kopieën worden afgegeven door het douanekantoor waar de douaneformaliteiten bij uitvoer worden vervuld.

2.   Het in lid 1 bedoelde douanekantoor brengt zijn visum aan in het daarvoor bestemde vak van het origineel en overhandigt dit aan de belanghebbende; het douanekantoor behoudt een kopie.

Artikel 5

De lidstaten nemen alle maatregelen die nodig zijn voor de controle op de oorsprong en de aard van de producten waarvoor een identificatiebewijs wordt afgegeven.

Artikel 6

Verordening (EEG) nr. 2973/79 wordt ingetrokken.

Verwijzingen naar de ingetrokken verordening gelden als verwijzingen naar de onderhavige verordening en worden gelezen volgens de concordantietabel in bijlage III.

Artikel 7

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 7 november 2006.

Voor de Commissie

Franco FRATTINI

Vicevoorzitter


(1)  PB L 160 van 26.6.1999, blz. 21. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1913/2005 (PB L 307 van 25.11.2005, blz. 2).

(2)  PB L 334 van 28.12.1979, blz. 8.

(3)  PB L 336 van 29.12.1979, blz. 44. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1234/2006 (PB L 225 van 17.8.2006, blz. 21).

(4)  Zie bijlage II.

(5)  PB L 152 van 24.6.2000, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 410/2006 (PB L 71 van 10.3.2006, blz. 7).

(6)  PB L 143 van 27.6.1995, blz. 35.


BIJLAGE I

Image


BIJLAGE II

Ingetrokken verordening met de achtereenvolgende wijzigingen ervan

Verordening (EEG) nr. 2973/79 van de Commissie (1)

(PB L 336 van 29.12.1979, blz. 44)

 

Verordening (EEG) nr. 2077/80 van de Commissie

(PB L 202, van 2.8.1980, blz. 22)

 

Verordening (EEG) nr. 3582/81 van de Commissie

(PB L 359 van 15.12.1981, blz. 14)

 

Verordening (EEG) nr. 3434/87 van de Commissie

(PB L 327 van 18.11.1987, blz. 7)

Uitsluitend artikel 1

Verordening (EG) nr. 1234/2006 van de Commissie

(PB L 225 van 17.8.2006, blz. 21)

 


(1)  Deze verordening is voorts gewijzigd bij artikel 18, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2377/80 (PB L 241 van 13.9.1980, blz. 5), ingetrokken bij Verordening (EG) nr. 1445/95.


BIJLAGE III

CONCORDANTIETABEL

Verordening (EEG) nr. 2973/79

De onderhavige verordening

Artikel 1

Artikel 1

Artikel 3

Artikel 2

Artikel 4

Artikel 3

Artikel 5

Artikel 4

Artikel 6

Artikel 5

Artikel 6

Artikel 8

Artikel 7

Bijlage

Bijlage I

Bijlage II

Bijlage III


8.11.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 308/11


VERORDENING (EG) Nr. 1644/2006 VAN DE COMMISSIE

van 7 november 2006

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1483/2006 ten aanzien van de hoeveelheden die valllen onder de permanente openbare inschrijving voor de verkoop op de markt van de Gemeenschap van graan dat in het bezit is van de interventiebureaus van de lidstaten

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1784/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (1), en met name op artikel 6,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 1483/2006 van de Commissie (2) zijn permanente openbare inschrijvingen geopend voor de verkoop op de markt van de Gemeenschap van graan dat in het bezit is van de interventiebureaus van de lidstaten.

(2)

Gezien de situatie op de markten voor zachte tarwe en gerst in de Gemeenschap en de ontwikkeling van de vraag naar graan die de laatste weken in de verschillende regio’s is geconstateerd, moeten in bepaalde lidstaten nieuwe hoeveelheden graan uit de interventievoorraden ter beschikking worden gesteld. Derhalve moet de desbetreffende interventiebureaus toestemming worden gegeven om de hoeveelheden waarvoor de respectievelijke inschrijvingen worden gehouden, te verhogen met 51 859 ton in België, met 44 440 ton in Polen en met 27 020 ton in Letland, wat zachte tarwe betreft, en met 100 000 ton in Frankrijk, met 100 000 ton in Duitsland, met 75 000 ton in Finland, met 58 004 ton in Zweden, met 41 927 ton in Polen, met 28 830 ton in Denemarken, met 24 825 ton in het Verenigd Koninkrijk, met 25 787 ton in Litouwen, met 22 461 ton in Oostenrijk, met 6 340 ton in België, wat gerst betreft.

(3)

Verordening (EG) nr. 1483/2006 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(4)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor granen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1483/2006 wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 7 november 2006.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 270 van 21.10.2003, blz. 78. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1154/2005 van de Commissie (PB L 187 van 19.7.2005, blz. 11).

(2)  PB L 276 van 7.10.2006, blz. 58. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1586/2006 (PB L 294 van 25.10.2006, blz. 21).


BIJLAGE

„BIJLAGE I

LIJST VAN DE OPENBARE INSCHRIJVINGEN

Lidstaat

Voor de verkoop op de markt van de Gemeenschap beschikbare hoeveelheden

(in ton)

Interventiebureau

Naam, adres en contactgegevens

Zachte tarwe

Gerst

Maïs

Rogge

Belgique/België

51 859

6 340

Bureau d'intervention et de restitution belge/Belgisch Interventie- en Restitutiebureau

Rue de Trèves/Trierstraat 82

B-1040 Bruxelles/Brussel

Tél. (32-2) 287 24 78

Fax (32-2) 287 25 24

E-mail: webmaster@birb.be

Česká republika

0

0

0

Státní zemědělský intervenční fond

Odbor rostlinných komodit

Ve Smečkách 33

CZ-110 00, Praha 1

Tél. (420) 222 87 16 67/222 87 14 03

Fax (420) 296 80 64 04

e-mail: dagmar.hejrovska@szif.cz

Danmark

174 021

28 830

Direktoratet for FødevareErhverv

Nyropsgade 30

DK-1780 København V

Tél. (45) 33 95 88 07

Fax (45) 33 95 80 34

E-mail: mij@dffe.dk & pah@dffe.dk

Deutschland

350 000

100 000

336 565

Bundesanstalt für Landwirtschaft und Ernährung

Deichmanns Aue 29

D-53179 Bonn

Tél. (49-228) 6845-3704

Fax 1 (49-228) 6845-3985

Fax 2 (49-228) 6845-3276

E-Mail: pflanzlErzeugnisse@ble.de

Eesti

0

0

Põllumajanduse Registrite ja Informatsiooni Amet

Narva mnt 3, 51009 Tartu

Tel: (372) 7371 200

Faks: (372) 7371 201

E-post: pria@pria.ee

Elláda

Payment and Control Agency for Guidance and Guarantee Community Aids (OPEKEPE)

Acharnon 241

GR-104 46 Athens

Tél.

(30-210) 21 24 787

(30-210) 21 24 754

Fax (30-210) 21 24 791

e-mail: ax17u073@minagric.gr

España

Secretaría General de Intervención de Mercados (FEGA)

Almagro, 33 E-28010 Madrid

Tél. (34) 913 47 47 65

Fax (34) 913 47 48 38

Correo electrónico: sgintervencion@fega.mapa.es

France

0

100 000

Office national interprofessionnel des grandes cultures (ONIGC)

21, avenue Bosquet

F-75326 Paris Cedex 07

Tél. (33-1) 44 18 22 29 et 23 37

Fax (33-1) 44 18 20 08 et 20 80

e-mail: m.meizels@onigc.fr et f.abeasis@onigc.fr

Ireland

0

Intervention Operations, OFI, Subsidies & Storage Division, Department of Agriculture & Food

Johnstown Castle Estate, County Wexford

Tel. (353-53) 916 34 00

Fax (353-53) 914 28 43

Italia

Agenzia per le erogazioni in agricoltura — AGEA

Via Torino, 45

I-00184 Roma

Tel.: (39) 06 49 49 97 55

Fax: (39) 06 49 49 97 61

E-mail: d.spampinato@agea.gov.it

Kypros/Kibris

 

Latvija

27 020

0

Lauku atbalsta dienests

Republikas laukums 2

Rīga, LV-1981

Tālr.: (371) 702 78 93

Fakss: (371) 702 78 92

E-pasts: lad@lad.gov.lv

Lietuva

0

25 787

The Lithuanian Agricultural and Food Products Market regulation Agency

L. Stuokos-Guceviciaus Str. 9–12,

Vilnius, Lithuania

Tél. (370-5) 268 5049

Fax (370-5) 268 5061

e-mail: info@litfood.lt

Luxembourg

Office des licences

21, rue Philippe II,

Boîte postale 113

L-2011 Luxembourg

Tél. (352) 478 23 70

Fax (352) 46 61 38

Télex: 2 537 AGRIM LU

Magyarország

350 000

0

100 000

Mezőgazdasági és Vidékfejlesztési Hivatal

Soroksári út. 22–24.

H-1095 Budapest

Tél. (36-1) 219 45 76

Fax (36-1) 219 89 05

e-mail: ertekesites@mvh.gov.hu

Malta

 

Nederland

Dienst Regelingen Roermond

Postbus 965

6040 AZ Roermond

Nederland

Tel. (31-475) 35 54 86

Fax (31-475) 31 89 39

E-mail: p.a.c.m.van.de.lindeloof@minlnv.nl

Österreich

0

22 461

0

AMA (Agrarmarkt Austria)

Dresdnerstraße 70

A-1200 Wien

Tél.

(43-1) 33151 258

(43-1) 33151 328

Fax

(43-1) 33151 4624

(43-1) 33151 4469

E-Mail: referat10@ama.gv.at

Polska

44 440

41 927

0

Agencja Rynku Rolnego

Biuro Produktów Roślinnych

Ul. Nowy Świat 6/12

PL-00-400 Warszawa

Tel. (48) 22 661 78 10

Faks (48) 22 661 78 26

e-mail: cereals-intervention@arr.gov.pl

Portugal

Instituto Nacional de Intervenção e Garantia Agrícola (INGA)

Rua Fernando Curado Ribeiro, n.o 4 G

1649-034 Lisboa

Telefone: (+351) 21 751 85 00

Fax: (+351) 21 751 86 00

e-mail:

inga@inga.min-agricultura.pt

edalberto.santana@inga.min-agricultura.pt

Slovenija

Agencija Republike Slovenije za kmetijske trge in razvoj podeželja

Dunajska 160, 1000 Ljubljana

Tel. (386) 1 580 76 52

Faks (386) 1 478 92 00

E-pošta: aktrp@gov.si

Slovensko

0

0

100 000

Pôdohospodárska platobná agentúra

Oddelenie obilnín a škrobu

Dobrovičova 12

815 26 Bratislava

Slovensko

Tél. (421-2) 58 24 32 71

Fax (421-2) 53 41 26 65

e-mail: jvargova@apa.sk

Suomi/Finland

30 000

75 000

Maa- ja metsätalousministeriö (MMM)

Interventioyksikkö – Intervention Unit

Malminkatu 16,

FIN-00100 Helsinki

PL 30

FIN-00023 Valtioneuvosto

Puh. (358-9) 16001

Faksi

(358-9) 1605 2772

(358-9) 1605 2778

Sähköposti: intervention.unit@mmm.fi

Sverige

172 272

58 004

Statens Jordbruksverk

SE-55182 Jönköping

Tél. (46) 36 15 50 00

Fax (46) 36 19 05 46

e-mail: jordbruksverket@sjv.se

United Kingdom

24 825

Rural Payments Agency

Lancaster House

Hampshire Court

Newcastle upon Tyne

NE4 7YH

Tel. (44-191) 226 58 82

Fax (44-191) 226 58 24

E-mail: cerealsintervention@rpa.gov.uk

Een streepje „—” betekent dat er voor dat graan geen interventievoorraden zijn in de betrokken lidstaat.”


8.11.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 308/15


VERORDENING (EG) Nr. 1645/2006 VAN DE COMMISSIE

van 7 november 2006

tot wijziging van de vanaf 8 november 2006 geldende invoerrechten in de sector granen

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1784/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (1),

Gelet op Verordening (EG) nr. 1249/96 van de Commissie van 28 juni 1996 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 1766/92 van de Raad ten aanzien van de invoerrechten in de sector granen (2), en met name op artikel 2, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De invoerrechten in de sector granen zijn vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1626/2006 van de Commissie (3).

(2)

In artikel 2, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1249/96 is bepaald dat, indien in de loop van een toepassingsperiode het berekende gemiddelde van de invoerrechten 5 EUR per ton verschilt van het vastgestelde recht, een overeenkomstige aanpassing wordt uitgevoerd. Dit verschil heeft zich voorgedaan. De in Verordening (EG) nr. 1626/2006 vastgestelde invoerrechten moeten derhalve worden aangepast,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De bijlagen I en II bij de Verordening (EG) nr. 1626/2006 worden vervangen door de bijlagen I en II bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 8 november 2006.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 7 november 2006.

Voor de Commissie

Jean-Luc DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 270 van 29.9.2003, blz. 78. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1154/2005 (PB L 187 van 19.7.2005, blz. 11).

(2)  PB L 161 van 29.6.1996, blz. 125. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1110/2003 (PB L 158 van 27.6.2003, blz. 12).

(3)  PB L 302 van 1.11.2006, blz. 7.


BIJLAGE I

Vanaf 8 november 2006 geldende invoerrechten voor de in artikel 10, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1784/2003 bedoelde producten

GN-code

Omschrijving

Invoerrecht (1)

(in EUR/ton)

1001 10 00

Harde tarwe van hoge kwaliteit

0,00

van gemiddelde kwaliteit

0,00

van lage kwaliteit

0,00

1001 90 91

Zachte tarwe, zaaigoed

0,00

ex 1001 90 99

Zachte tarwe van hoge kwaliteit, andere dan voor zaaidoeleinden

0,00

1002 00 00

Rogge

0,00

1005 10 90

Maïs, zaaigoed, andere dan hybriden

9,69

1005 90 00

Maïs, andere dan zaaigoed (2)

9,69

1007 00 90

Graansorgho, andere dan hybriden bestemd voor zaaidoeleinden

0,00


(1)  Voor producten die via de Atlantische Oceaan of het Suezkanaal in de Gemeenschap worden aangevoerd (artikel 2, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1249/96) komt de importeur in aanmerking voor een verlaging van het invoerrecht met:

3 EUR/t, als de loshaven aan de Middellandse Zee ligt, of

2 EUR/t, als de loshaven in Ierland, het Verenigd Koninkrijk, Denemarken, Estland, Letland, Litouwen, Polen, Finland, Zweden of aan de Atlantische kust van het Iberisch Schiereiland ligt.

(2)  De importeur komt in aanmerking voor een forfaitaire verlaging van het invoerrecht met 24 EUR/t, als aan de in artikel 2, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1249/96 vastgestelde voorwaarden is voldaan.


BIJLAGE II

Berekeningselementen

(2.11.2006-6.11.2006)

1)

Gemiddelden over de referentieperiode bepaald in artikel 2, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1249/96:

Beursnotering

Minneapolis

Chicago

Minneapolis

Minneapolis

Minneapolis

Minneapolis

Product (eiwitgehalte bij 12 % vocht)

HRS2

YC3

HAD2

Van gemiddelde kwaliteit (1)

Van lage kwaliteit (2)

US barley 2

Notering (EUR/t)

163,35 (3)

106,13

174,96

164,96

144,96

155,86

Golfpremie (EUR/t)

19,23

 

 

Grote-Merenpremie (EUR/t)

10,81

 

 

2)

Gemiddelden over de referentieperiode bepaald in artikel 2, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1249/96:

Vrachttarieven/kosten: Golf van Mexico–Rotterdam: 22,69 EUR/t; Grote Meren–Rotterdam: 31,13 EUR/t.

3)

Subsidies bedoeld in artikel 4, lid 2, derde alinea, van Verordening (EG) nr. 1249/96:

0,00 EUR/t (HRW2)

0,00 EUR/t (SRW2).


(1)  Een korting van 10 EUR/t (artikel 4, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1249/96).

(2)  Een korting van 30 EUR/t (artikel 4, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1249/96).

(3)  Premie van 14 EUR/t inbegrepen (artikel 4, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1249/96).


Besluiten aangenomen krachtens titel V van het Verdrag betreffende de Europese Unie

8.11.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 308/18


GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT 2006/755/GBVB VAN DE RAAD

van 7 november 2006

betreffende de tijdelijke opvang van een aantal Palestijnen door lidstaten van de Europese Unie

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name op artikel 15,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 14 november 2005 heeft de Raad Gemeenschappelijk Standpunt 2005/793/GBVB (1) betreffende de tijdelijke opvang van een aantal Palestijnen door lidstaten van de Europese Unie vastgesteld op grond waarvan de geldigheid van hun nationale vergunningen om het grondgebied van de in Gemeenschappelijk Standpunt 2002/400/GBVB (2) bedoelde lidstaten te betreden en daar te verblijven, met nog eens twaalf maanden wordt verlengd.

(2)

Op basis van een evaluatie van de toepassing van Gemeenschappelijk Standpunt 2002/400/GBVB acht de Raad het gepast de geldigheidsduur van die vergunningen met nog eens twaalf maanden te verlengen,

HEEFT HET VOLGENDE GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 2 van Gemeenschappelijk Standpunt 2002/400/GBVB bedoelde lidstaten verlengen de geldigheidsduur van de overeenkomstig artikel 3 van dat gemeenschappelijk standpunt verleende nationale vergunningen om hun grondgebied te betreden en daar te verblijven met nog eens twaalf maanden.

Artikel 2

De Raad evalueert de toepassing van Gemeenschappelijk Standpunt 2002/400/GBVB uiterlijk zes maanden na de aanneming van dit gemeenschappelijk standpunt.

Artikel 3

Dit gemeenschappelijk standpunt wordt van kracht op de dag van zijn aanneming.

Artikel 4

Dit gemeenschappelijk standpunt wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 7 november 2006.

Voor de Raad

De voorzitter

E. HEINÄLUOMA


(1)  PB L 299 van 16.11.2005, blz. 80.

(2)  PB L 138 van 28.5.2002, blz. 33. Gemeenschappelijk standpunt laatstelijk gewijzigd bij Gemeenschappelijk Standpunt 2004/493/GBVB (PB L 181 van 18.5.2004, blz. 24).