ISSN 1725-2598

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 290

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

49e jaargang
20 oktober 2006


Inhoud

 

I   Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing

Bladzijde

 

*

Verordening (EG) nr. 1562/2006 van de Raad van 5 oktober 2006 betreffende de sluiting van een Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek der Seychellen

1

Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek der Seychellen

2

 

*

Verordening (EG) nr. 1563/2006 van de Raad van 5 oktober 2006 betreffende de sluiting van een Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Unie van de Comoren

6

Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Unie van de Comoren

7

 

 

Verordening (EG) nr. 1564/2006 van de Commissie van 19 oktober 2006 tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

11

 

 

Verordening (EG) nr. 1565/2006 van de Commissie van 19 oktober 2006 betreffende de afgifte van invoercertificaten voor rijst van oorsprong uit de ACS-Staten en de LGO, die in de eerste vijf werkdagen van oktober 2006 op grond van Verordening (EG) nr. 638/2003 zijn aangevraagd

13

 

 

Verordening (EG) nr. 1566/2006 van de Commissie van 19 oktober 2006 tot vaststelling van de restituties bij uitvoer van witte en ruwe suiker in onveranderde vorm

15

 

 

Verordening (EG) nr. 1567/2006 van de Commissie van 19 oktober 2006 tot vaststelling van de restituties bij uitvoer van stropen en bepaalde andere producten van de suikersector in ongewijzigde staat

17

 

 

Verordening (EG) nr. 1568/2006 van de Commissie van 19 oktober 2006 tot vaststelling van de maximumrestitutie bij uitvoer van witte suiker in het kader van de in Verordening (EG) nr. 958/2006 bedoelde permanente inschrijving

19

 

 

Verordening (EG) nr. 1569/2006 van de Commissie van 19 oktober 2006 tot vaststelling van de restituties bij uitvoer van op basis van granen en rijst verwerkte producten

20

 

 

Verordening (EG) nr. 1570/2006 van de Commissie van 19 oktober 2006 houdende vaststelling van de restituties die van toepassing zijn op bepaalde graan- en rijstproducten, uitgevoerd in de vorm van goederen die niet onder bijlage I bij het Verdrag vallen

23

 

 

Verordening (EG) nr. 1571/2006 van de Commissie van 19 oktober 2006 tot wijziging van de bij Verordening (EG) nr. 1002/2006 voor het verkoopseizoen 2006/2007 vastgestelde representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor bepaalde producten van de sector suiker

27

 

*

Verordening (EG) nr. 1572/2006 van de Commissie van 18 oktober 2006 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 824/2000 tot vaststelling van de procedures voor de overneming van granen door de interventiebureaus en tot vaststelling van de analysemethoden voor de bepaling van de kwaliteit

29

 

 

Verordening (EG) nr. 1573/2006 van de Commissie van 19 oktober 2006 houdende vaststelling van de restituties die van toepassing zijn op bepaalde producten van de sector suiker, uitgevoerd in de vorm van goederen die niet onder bijlage I bij het Verdrag vallen

35

 

 

Verordening (EG) nr. 1574/2006 van de Commissie van 19 oktober 2006 betreffende de afgifte van certificaten voor de invoer van knoflook voor het kwartaal van 1 december 2006 tot en met 28 februari 2007

37

 

 

Verordening (EG) nr. 1575/2006 van de Commissie van 19 oktober 2006 betreffende de offertes voor de invoer van maïs die zijn meegedeeld in het kader van de openbare inschrijving bedoeld in Verordening (EG) nr. 1421/2006

39

 

 

Verordening (EG) nr. 1576/2006 van de Commissie van 19 oktober 2006 betreffende de offertes voor de uitvoer van zachte tarwe die zijn meegedeeld in het kader van de openbare inschrijving bedoeld in Verordening (EG) nr. 936/2006

40

 

 

II   Besluiten waarvan de publicatie niet voorwaarde is voor de toepassing

 

 

Commissie

 

*

Beschikking van de Commissie van 19 oktober 2006 tot vaststelling, voor het wijnoogstjaar 2006/2007, van de indicatieve financiële toewijzingen per lidstaat, voor een bepaald aantal hectaren, voor de herstructurering en omschakeling van wijngaarden overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1493/1999 van de Raad (Kennisgeving geschied onder nummer C(2006) 4884)  ( 1 )

41

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


I Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing

20.10.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 290/1


VERORDENING (EG) Nr. 1562/2006 VAN DE RAAD

van 5 oktober 2006

betreffende de sluiting van een Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek der Seychellen

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 37, juncto artikel 300, lid 2, en lid 3, eerste alinea,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement (1),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EEG) nr. 1708/87 (2) heeft de Raad namens de Gemeenschap de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek der Seychellen inzake de visserij voor de kust van de Seychellen goedgekeurd. De partijen hebben op grond van die overeenkomst onderhandelingen gevoerd over de vervanging van die overeenkomst door een partnerschapsovereenkomst inzake visserij.

(2)

Na afloop van die onderhandelingen is in maart 2005 een partnerschapsovereenkomst inzake visserij geparafeerd.

(3)

De partnerschapsovereenkomst inzake visserij voorziet in een versterking van de economische, financiële, technische en wetenschappelijke samenwerking in de visserijsector met het oog op de instandhouding en de duurzame exploitatie van de mariene rijkdommen, en in de oprichting van partnerschappen tussen bedrijven met het oog op een wederzijds bevorderlijke ontwikkeling van de economische activiteiten in de visserijsector en van daarmee verband houdende activiteiten.

(4)

Deze overeenkomst dient te worden goedgekeurd.

(5)

Verordening (EEG) nr. 1708/87 wordt naar aanleiding van de inwerkingtreding van de nieuwe overeenkomst overbodig en moet omwille van de duidelijkheid worden ingetrokken,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek der Seychellen (hierna „de overeenkomst”) genoemd) wordt hierbij namens de Gemeenschap goedgekeurd.

De tekst van de overeenkomst is bij deze verordening gevoegd.

Artikel 2

De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd de personen aan te wijzen die bevoegd zijn om de overeenkomst te ondertekenen teneinde de Gemeenschap daardoor te binden.

Artikel 3

Verordening (EEG) nr. 1708/87 wordt ingetrokken.

Artikel 4

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Luxemburg, 5 oktober 2006.

Voor de Raad

De voorzitter

K. RAJAMÄKI


(1)  Advies uitgebracht op 6 september 2006 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).

(2)  PB L 160 van 20.6.1987, blz. 1.


PARTNERSCHAPSOVEREENKOMST

inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek der Seychellen

DE EUROPESE GEMEENSCHAP,

hierna „de Gemeenschap” genoemd,

en

DE REPUBLIEK DER SEYCHELLEN,

hierna „de Seychellen” genoemd,

hierna „de partijen” genoemd,

GELET OP de nauwe samenwerking tussen de Gemeenschap en de Seychellen, met name in het kader van de Overeenkomst van Cotonou, en op de wens van beide partijen deze betrekkingen te intensiveren,

GELET OP het Zeerechtverdrag van de Verenigde Naties,

ZICH BEWUST van het belang van de beginselen van de Gedragscode voor een verantwoorde visserij die is goedgekeurd tijdens de conferentie van de FAO in 1995,

VASTBERADEN om in hun beider belang samen te werken aan de invoering van een verantwoorde visserij ter waarborging van de instandhouding en de duurzame exploitatie van de mariene biologische rijkdommen op de lange termijn,

ERVAN OVERTUIGD DAT deze samenwerking de vorm moet aannemen van al dan niet gezamenlijke initiatieven en maatregelen die elkaar aanvullen, met het beleid in overeenstemming zijn en op een synergetische manier worden uitgevoerd,

VASTBESLOTEN daartoe een dialoog op gang te brengen om een sectoraal visserijbeleid voor de Seychellen vast te stellen en passende middelen te kiezen om ervoor te zorgen dat dit beleid doeltreffend wordt uitgevoerd en dat de economische actoren en het maatschappelijk middenveld bij dit proces worden betrokken,

VERLANGENDE voorwaarden en voorschriften vast te stellen met betrekking tot de visserijactiviteiten van vaartuigen van de Gemeenschap die actief zijn in de wateren van de Seychellen, en met betrekking tot de steun die de Gemeenschap verleent voor de invoering van een verantwoorde visserij in die wateren,

VASTBESLOTEN intensiever samen te werken op economisch gebied in de visserijsector en in verwante sectoren door de oprichting en ontwikkeling van gemengde vennootschappen met bedrijven van beide partijen;

ZIJN HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN:

Artikel 1

Toepassingsgebied

Bij deze overeenkomst worden de beginselen, regels en procedures vastgesteld betreffende:

de economische, financiële, technische en wetenschappelijke samenwerking op het gebied van de visserij, die tot doel heeft om, ter waarborging van de instandhouding en de duurzame exploitatie van de mariene rijkdommen, een verantwoorde visserij in de wateren van de Seychellen in te voeren, en de visserijsector op de Seychellen te ontwikkelen;

de voorwaarden voor de toegang van de vaartuigen van de Gemeenschap tot de wateren van de Seychellen;

de regelingen inzake het toezicht op de visserij in de wateren van de Seychellen die tot doel hebben de bovengenoemde voorschriften te handhaven, de doeltreffendheid van de maatregelen op het gebied van instandhouding en beheer van de mariene rijkdommen te verzekeren en illegale, niet-aangegeven en niet-gereglementeerde visvangst te bestrijden;

partnerschappen tussen bedrijven met het oog op de wederzijds bevorderlijke ontwikkeling van de economische activiteiten in de visserijsector en van daarmee verband houdende activiteiten.

Artikel 2

Definities

Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt verstaan onder:

a)

„autoriteiten van de Seychellen”: de Seychelles Fishing Authority;

b)

„communautaire autoriteiten”: de Europese Commissie;

c)

„vaartuig van de Gemeenschap”: een vissersvaartuig dat de vlag van een lidstaat van de Gemeenschap voert en in de Gemeenschap is geregistreerd;

d)

„gemengde vennootschap”: een commerciële onderneming die op de Seychellen wordt opgericht door reders of nationale ondernemingen van de partijen met het oog op de uitoefening van visserij- of daarmee verwante activiteiten;

e)

„gemengde commissie”: een commissie van vertegenwoordigers van de Gemeenschap en van de Seychellen, waarvan de taken zijn beschreven in artikel 9 van deze overeenkomst.

Artikel 3

Beginselen en doelstellingen betreffende de uitvoering van deze overeenkomst

1.   De partijen verbinden zich hierbij tot het bevorderen van een verantwoorde visserij in de wateren van de Seychellen, zonder onderscheid te maken tussen de verschillende vloten die in die wateren actief zijn en zonder afbreuk te doen aan de overeenkomsten tussen ontwikkelingslanden van één bepaald gebied, met inbegrip van wederzijdse visserijovereenkomsten.

2.   De partijen werken samen aan de vaststelling en de tenuitvoerlegging van een sectoraal visserijbeleid voor de wateren van de Seychellen en gaan daartoe een politieke dialoog aan over de hervormingen die in dat verband vereist zijn. Zij verbinden zich ertoe geen maatregelen op dit gebied goed te keuren zonder de andere partij daarover vooraf te raadplegen.

3.   De partijen werken ook samen aan gezamenlijke en individuele evaluaties voor, tijdens en na maatregelen, en aan programma’s en acties die worden uitgevoerd op grond van deze overeenkomst.

4.   De partijen verbinden zich ertoe deze overeenkomst uit te voeren volgens de beginselen van goed economisch en sociaal bestuur.

5.   Voor het werk dat zeelieden van de Seychellen op vaartuigen van de Gemeenschap verrichten, geldt de verklaring van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) over de fundamentele beginselen en rechten op het werk, die van rechtswege van toepassing is op de overeenkomstige contracten en algemene arbeidsvoorwaarden. Het gaat daarbij met name om de vrijheid van vereniging, de effectieve erkenning van het recht op collectieve onderhandeling en de bestrijding van discriminatie op het gebied van werk en beroep.

Artikel 4

Samenwerking op het gebied van de verzameling van statistieken

1.   Zolang de overeenkomst van kracht is, doen de Gemeenschap en de Seychellen het nodige om de toestand van de mariene rijkdommen in de visserijzone van de Seychellen te volgen. Daartoe worden gezamenlijke wetenschappelijke vergaderingen gehouden, afwisselend in de Gemeenschap en op de Seychellen.

2.   Op basis van de conclusies van de jaarlijkse wetenschappelijke vergadering en het beste beschikbare wetenschappelijke advies plegen de partijen overleg in de in artikel 9 bedoelde gemengde commissie en nemen zij, indien dat nodig is en een onderling akkoord is bereikt, maatregelen om het duurzame beheer van de mariene rijkdommen te waarborgen.

3.   De partijen verbinden zich ertoe om rechtstreeks of in het kader van de Commissie voor de tonijnvisserij in de Indische Oceaan (IOTC) overleg te plegen met het oog op het beheer en de instandhouding van de levende rijkdommen in de Indische Oceaan en met het oog op samenwerking in het kader van desbetreffend wetenschappelijk onderzoek.

Artikel 5

Toegang van de vaartuigen van de Gemeenschap tot de visserij in de wateren van de Seychellen

1.   De Seychellen verbinden zich ertoe vaartuigen van de Gemeenschap toestemming te verlenen om in hun visserijzone te vissen overeenkomstig de bepalingen van deze overeenkomst en met name van het aan de overeenkomst gehechte protocol en de bijlage.

2.   De visserijactiviteiten waarop deze overeenkomst betrekking heeft, moeten worden uitgevoerd overeenkomstig de op de Seychellen geldende wetten en voorschriften. De autoriteiten van de Seychellen stellen de communautaire autoriteiten in kennis van elke wijziging in hun wetgeving.

3.   De Seychellen zijn verantwoordelijk voor de doeltreffende toepassing van de in het protocol opgenomen bepalingen inzake visserijtoezicht. De vaartuigen van de Gemeenschap werken samen met de voor de uitvoering van dit toezicht bevoegde autoriteiten van de Seychellen.

4.   De Gemeenschap verbindt zich ertoe al het nodige te doen om ervoor te zorgen dat haar vaartuigen de bepalingen van deze overeenkomst en de wetgeving inzake de uitoefening van de visserij in de wateren onder de jurisdictie van de Seychellen in acht nemen.

Artikel 6

Vergunningen

1.   De vaartuigen van de Gemeenschap mogen slechts visserijactiviteiten in de wateren van de Seychellen uitoefenen, indien zij daarvoor een visserijvergunning hebben gekregen in het kader van deze overeenkomst.

2.   De procedure voor het aanvragen van een visserijvergunning, de toepasselijke bedragen en de wijze van betaling door de reder zijn vermeld in de bijlage bij het protocol.

Artikel 7

Financiële tegenprestatie

1.   De Gemeenschap betaalt de Seychellen een financiële tegenprestatie overeenkomstig de in het protocol en de bijlage vastgestelde voorwaarden en regelingen. Deze financiële tegenprestatie wordt berekend op basis van twee gegevens, namelijk:

a)

de toegang van de vaartuigen van de Gemeenschap tot de visserij in de wateren van de Seychellen, en

b)

de financiële steun die de Gemeenschap verleent voor de invoering van een verantwoorde visserij en een duurzame exploitatie van de mariene rijkdommen in de wateren van de Seychellen.

2.   Het in lid 1, onder a), bedoelde gedeelte van de financiële tegenprestatie wordt berekend en beheerd op basis van doelstellingen die de partijen in onderlinge overeenstemming en overeenkomstig het protocol vaststellen voor het sectoraal visserijbeleid van de Seychellen en op basis van de desbetreffende jaarlijkse en meerjarige programmering van de uitvoering.

3.   De financiële tegenprestatie van de Gemeenschap wordt ieder jaar betaald overeenkomstig de bepalingen van het protocol en onverminderd de bepalingen van deze overeenkomst en van het protocol inzake eventuele wijzigingen van het bedrag van de tegenprestatie op grond van:

a)

ernstige omstandigheden, met uitzondering van natuurverschijnselen, die de visserij in de wateren van de Seychellen onmogelijk maken;

b)

een verlaging van de vangstmogelijkheden voor vaartuigen van de Gemeenschap die in onderlinge overeenstemming ten behoeve van het beheer van de betrokken bestanden door beide partijen wordt vastgesteld en die op basis van het beste beschikbare wetenschappelijke advies nodig wordt geacht voor de instandhouding en de duurzame exploitatie van de mariene rijkdommen;

c)

een verhoging van de vangstmogelijkheden voor vaartuigen van de Gemeenschap die in onderlinge overeenstemming door beide partijen wordt vastgesteld voor zover dit gezien de toestand van de betrokken bestanden volgens het beste beschikbare wetenschappelijke advies mogelijk is;

d)

een herziening van de voorwaarden voor communautaire financiële steun voor de tenuitvoerlegging van een sectoraal visserijbeleid voor de Seychellen, voor zover dit gerechtvaardigd is op grond van de resultaten van de door beide partijen gevolgde jaarlijkse en meerjarige programmering;

e)

de beëindiging van deze overeenkomst krachtens artikel 12;

f)

de opschorting van de toepassing van deze overeenkomst overeenkomstig artikel 13.

Artikel 8

Bevordering van de samenwerking tussen de economische actoren en het maatschappelijk middenveld

1.   De partijen stimuleren de economische, commerciële, wetenschappelijke en technische samenwerking in de visserijsector en in de aanverwante sectoren. Zij plegen onderling overleg ter coördinatie van de verschillende maatregelen die hiertoe kunnen worden genomen.

2.   De partijen stimuleren de uitwisseling van informatie over vistechnieken, vistuig, instandhoudingsmethoden en procédés voor de industriële verwerking van visserijproducten.

3.   De partijen spannen zich in voor het creëren van voorwaarden om de betrekkingen tussen de bedrijven van de partijen op technisch, economisch en commercieel gebied te bevorderen via de totstandbrenging van een voor ondernemingen en investeerders gunstig klimaat.

4.   De partijen stimuleren met name de oprichting van gemengde vennootschappen die het belang van beide partijen dienen. Bij de oprichting van gemengde vennootschappen in de Seychellen en bij de overdracht van vaartuigen van de Gemeenschap naar gemengde vennootschappen dienen de geldende wetten van de Seychellen en de Gemeenschap steeds in acht te worden genomen.

Artikel 9

Gemengde commissie

1.   Er wordt een gemengde commissie opgericht die toeziet op de toepassing van deze overeenkomst. De gemengde commissie zal:

a)

toezicht uitoefenen op de uitvoering, interpretatie en toepassing van de overeenkomst en met name op de vaststelling en beoordeling van de uitvoering van de in artikel 7, lid 2, bedoelde jaarlijkse en meerjarige programmering;

b)

optreden als contactorgaan voor vraagstukken van gemeenschappelijk belang op visserijgebied;

c)

fungeren als forum voor de minnelijke schikking van geschillen over de interpretatie of toepassing van de overeenkomst;

d)

indien nodig de vangstmogelijkheden en naar aanleiding daarvan de financiële tegenprestatie herzien;

e)

andere taken vervullen, indien beide partijen daartoe in onderlinge overeenstemming besluiten.

2.   De gemengde commissie komt minstens éénmaal per jaar bijeen, afwisselend in de Gemeenschap en op de Seychellen, en wordt voorgezeten door de partij die de vergadering organiseert. Indien een van de partijen daarom verzoekt, wordt een buitengewone bijeenkomst gehouden.

Artikel 10

Geografisch gebied waarop de overeenkomst van toepassing is

Deze overeenkomst is van toepassing, enerzijds, op het grondgebied waarvoor het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap van toepassing is, volgens de in dat Verdrag gestelde voorwaarden en, anderzijds, op het grondgebied van de Seychellen.

Artikel 11

Looptijd

De overeenkomst is geldig voor een periode van zes jaar vanaf de datum van inwerkingtreding ervan; de overeenkomst kan voor een periode van telkens zes jaar worden verlengd, tenzij zij overeenkomstig artikel 12 wordt beëindigd.

Artikel 12

Beëindiging

1.   Deze overeenkomst kan door elke partij wegens ernstige omstandigheden worden beëindigd, bijvoorbeeld wanneer de toestand van de betrokken bestanden verslechtert, wanneer wordt geconstateerd dat de aan vaartuigen van de Gemeenschap toegestane vangstmogelijkheden slechts in beperkte mate worden benut of wanneer de door de partijen aangegane verbintenissen tot het bestrijden van illegale, niet-aangegeven en niet-gereglementeerde visvangst niet worden nagekomen.

2.   De betrokken partij stelt de andere partij ten minste zes maanden voor het einde van de eerste periode of van iedere volgende periode schriftelijk in kennis van haar voornemen de overeenkomst te beëindigen.

3.   Na de in het vorige lid bedoelde kennisgeving treden beide partijen in onderhandeling.

4.   Voor het jaar waarin de overeenkomst wordt beëindigd, wordt de in artikel 7 bedoelde financiële tegenprestatie evenredig verlaagd pro rata temporis.

Artikel 13

Opschorting

1.   De toepassing van de overeenkomst kan op initiatief van een partij worden opgeschort, wanneer tussen de partijen een ernstig geschil bestaat over de toepassing van de bepalingen van de overeenkomst. De toepassing kan pas worden opgeschort, indien de betrokken partij haar voornemen hiertoe schriftelijk en ten minste drie maanden vóór de datum van inwerkingtreding van de opschorting meldt. Na ontvangst van deze kennisgeving plegen de partijen overleg met het oog op de minnelijke schikking van hun geschil.

2.   Naar gelang van de duur van de opschorting wordt de in artikel 7 bedoelde financiële tegenprestatie evenredig verlaagd pro rata temporis.

Artikel 14

Protocol en bijlage

Het protocol en de bijlage vormen een integrerend deel van deze overeenkomst.

Artikel 15

Intrekking en overgangsbepalingen

1.   De Overeenkomst van 1987 tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek der Seychellen inzake de visserij voor de kust van de Seychellen wordt met ingang van de datum van de inwerkingtreding van de onderhavige overeenkomst ingetrokken en door de onderhavige overeenkomst vervangen.

2.   Het protocol tot vaststelling, voor de periode van 18 januari 2005 tot en met 17 januari 2011, van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie, als bedoeld in de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek der Seychellen inzake de visserij voor de kust van de Seychellen blijft evenwel van toepassing tijdens de in artikel 1 bedoelde periode en vormt een integrerend deel van de onderhavige overeenkomst.

Artikel 16

Inwerkingtreding

Deze overeenkomst, opgesteld in twee exemplaren in de Deense, de Duitse, de Engelse, de Estse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Hongaarse, de Italiaanse, de Letse, de Litouwse, de Maltese, de Nederlandse, de Poolse, de Portugese, de Sloveense, de Slowaakse, de Spaanse, de Tsjechische en de Zweedse taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek, treedt in werking op de dag waarop de partijen elkaar ervan in kennis stellen dat de daartoe vereiste procedures zijn afgewikkeld.


20.10.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 290/6


VERORDENING (EG) Nr. 1563/2006 VAN DE RAAD

van 5 oktober 2006

betreffende de sluiting van een Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Unie van de Comoren

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 37, juncto artikel 300, lid 2 en lid 3, eerste alinea,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement (1),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Namens de Europese Economische Gemeenschap heeft de Raad bij Verordening (EEG) nr. 1494/88 (2) een visserijovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Islamitische Bondsrepubliek der Comoren goedgekeurd. De twee partijen zijn van start gegaan met onderhandelingen om die overeenkomst overeenkomstig de daarin vastgestelde bepalingen te vervangen door een nieuwe partnerschapsovereenkomst.

(2)

Na afloop van die onderhandelingen is op 24 november 2004 een nieuwe overeenkomst geparafeerd.

(3)

Die overeenkomst voorziet in een versterking van de economische, financiële, technische en wetenschappelijke samenwerking in de visserijsector met het oog op de instandhouding en de duurzame exploitatie van de mariene rijkdommen, en tevens in de oprichting van partnerschappen tussen bedrijven met het oog op de wederzijds bevorderlijke ontwikkeling van economische activiteiten in de visserijsector en van daarmee verband houdende activiteiten.

(4)

Deze overeenkomst dient te worden goedgekeurd.

(5)

Verordening (EEG) nr. 1494/88 wordt naar aanleiding van de inwerkingtreding van de nieuwe overeenkomst overbodig en moet omwille van de duidelijkheid worden ingetrokken,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Unie van de Comoren wordt namens de Gemeenschap goedgekeurd.

De tekst van de overeenkomst is bij deze verordening gevoegd.

Artikel 2

De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd de personen aan te wijzen die bevoegd zijn om de overeenkomst te ondertekenen teneinde de Gemeenschap daardoor te binden.

Artikel 3

Verordening (EEG) nr. 1494/88 wordt ingetrokken.

Artikel 4

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Luxemburg, 5 oktober 2006.

Voor de Raad

De voorzitter

K. RAJAMÄKI


(1)  Advies uitgebracht op 6 september 2006 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).

(2)  PB L 137 van 2.6.1988, blz. 18.


PARTNERSCHAPSOVEREENKOMST

inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Unie van de Comoren

DE EUROPESE GEMEENSCHAP,

hierna „de Gemeenschap” genoemd,

en

DE UNIE VAN DE COMOREN,

hierna „de Comoren” genoemd,

hierna „de partijen” genoemd,

GELET OP de nauwe samenwerking tussen de Gemeenschap en de Comoren, met name in het kader van de Overeenkomst van Cotonou, en op de wens van beide partijen deze betrekkingen te intensiveren,

GELET OP het Zeerechtverdrag van de Verenigde Naties,

ZICH BEWUST van het belang van de beginselen van de Gedragscode voor een verantwoorde visserij die is goedgekeurd tijdens de conferentie van de FAO in 1995,

VASTBERADEN om in hun beider belang samen te werken aan de invoering van een verantwoorde visserij ter waarborging van de instandhouding en de duurzame exploitatie van de mariene biologische rijkdommen op de lange termijn,

ERVAN OVERTUIGD DAT deze samenwerking de vorm moet aannemen van al dan niet gezamenlijke initiatieven en maatregelen die elkaar aanvullen, met het beleid in overeenstemming zijn en op een synergetische manier worden uitgevoerd,

VASTBESLOTEN daartoe een dialoog op gang te brengen om een sectoraal visserijbeleid voor de Comoren vast te stellen en passende middelen te kiezen om ervoor te zorgen dat dit beleid doeltreffend wordt uitgevoerd en dat de economische actoren en het maatschappelijk middenveld bij dit proces worden betrokken,

VERLANGENDE voorwaarden en voorschriften vast te stellen met betrekking tot de visserijactiviteiten van vaartuigen van de Gemeenschap die actief zijn in de wateren van de Comoren, en met betrekking tot de steun die de Gemeenschap verleent voor de invoering van een verantwoorde visserij in die wateren,

VASTBERADEN te streven naar een nog nauwere economische samenwerking in de visserijsector en de daarmee verbonden sectoren door de totstandbrenging en ontwikkeling van gemengde vennootschappen met bedrijven van beide partijen,

ZIJN HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN:

Artikel 1

Toepassingsgebied

Bij deze overeenkomst worden de beginselen, regels en procedures vastgesteld betreffende:

de economische, financiële, technische en wetenschappelijke samenwerking op het gebied van de visserij, die tot doel heeft om, ter waarborging van de instandhouding en de duurzame exploitatie van de mariene rijkdommen, een verantwoorde visserij in de wateren van de Comoren in te voeren, en de visserijsector op de Comoren te ontwikkelen;

de voorwaarden voor de toegang van de vaartuigen van de Gemeenschap tot de wateren van de Comoren;

de regelingen inzake het toezicht op de visserij in de wateren van de Comoren die tot doel hebben de bovengenoemde voorschriften te handhaven, de doeltreffendheid van de maatregelen op het gebied van instandhouding en beheer van de mariene rijkdommen te verzekeren en illegale, niet-aangegeven en niet-gereglementeerde visvangst te bestrijden;

de partnerschappen tussen bedrijven met het oog op de wederzijds bevorderlijke ontwikkeling van de economische activiteiten in de visserijsector en van daarmee verband houdende activiteiten.

Artikel 2

Definities

Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt verstaan onder:

a)

„Comorese autoriteiten”: het ministerie van Visserij van de Comoren;

b)

„communautaire autoriteiten”: de Europese Commissie;

c)

„vaartuig van de Gemeenschap”: een vissersvaartuig dat de vlag van een lidstaat van de Gemeenschap voert en in de Gemeenschap is geregistreerd;

d)

„gemengde vennootschap”: een commerciële onderneming die op de Comoren wordt opgericht door reders of nationale bedrijven van de partijen met het oog op de uitoefening van visserij- of daarmee verwante activiteiten;

e)

„gemengde commissie”: een commissie van vertegenwoordigers van de Gemeenschap en van de Comoren, waarvan de taken zijn beschreven in artikel 9 van deze overeenkomst.

Artikel 3

Beginselen en doelstellingen betreffende de uitvoering van deze overeenkomst

1.   De partijen verbinden zich hierbij tot het bevorderen van een verantwoorde visserij in de wateren van de Comoren, zonder onderscheid te maken tussen de verschillende vloten die in die wateren actief zijn en zonder afbreuk te doen aan de overeenkomsten tussen ontwikkelingslanden van één bepaald gebied, met inbegrip van wederzijdse visserijovereenkomsten.

2.   Zonder afbreuk te doen aan de soevereiniteit van de Comoren, werken de partijen samen aan de vaststelling en tenuitvoerlegging van een sectoraal visserijbeleid voor de wateren van de Comoren en gaan zij een politieke dialoog aan over de hervormingen die in dat verband vereist zijn. Zij verbinden zich ertoe geen maatregelen op dit gebied goed te keuren zonder de andere partij vooraf daarover te raadplegen.

3.   De partijen werken ook samen aan gezamenlijke en individuele evaluaties voor, tijdens en na maatregelen, en aan programma’s en acties die worden uitgevoerd op grond van deze overeenkomst.

4.   De partijen verbinden zich ertoe deze overeenkomst uit te voeren volgens de beginselen van goed economisch en sociaal bestuur.

5.   Voor het werk dat lokale zeelieden op vaartuigen van de Gemeenschap verrichten, geldt de verklaring van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) over de fundamentele beginselen en rechten op het werk, die van rechtswege van toepassing is op de overeenkomstige contracten en algemene arbeidsvoorwaarden. Het gaat daarbij met name om de vrijheid van vereniging, de effectieve erkenning van het recht op collectieve onderhandeling en de bestrijding van discriminatie op het gebied van werk en beroep.

Artikel 4

Samenwerking op wetenschappelijk gebied

1.   Zolang de overeenkomst van kracht is, doen de partijen het nodige om de toestand van de mariene rijkdommen in de wateren van de Comoren te volgen.

2.   Op basis van de aanbevelingen en de resoluties van de Commissie voor de tonijnvisserij in de Indische Oceaan (IOTC) en het beste beschikbare wetenschappelijke advies, plegen de partijen overleg in de in artikel 9 bedoelde gemengde commissie om, indien dat nodig is en een onderling akkoord is bereikt, maatregelen vast te stellen voor een duurzaam beheer van de mariene rijkdommen.

3.   De partijen verbinden zich ertoe om rechtstreeks of in het kader van de IOTC overleg te plegen met het oog op het beheer en de instandhouding van de biologische rijkdommen in de Indische Oceaan en met het oog op samenwerking in het kader van desbetreffend wetenschappelijk onderzoek.

Artikel 5

Toegang van de vaartuigen van de Gemeenschap tot de visserij in de wateren van de Comoren

1.   De Comoren verbinden zich ertoe vaartuigen van de Gemeenschap toestemming te verlenen om in hun wateren te vissen overeenkomstig de bepalingen van deze overeenkomst en met name van het aan de overeenkomst gehechte protocol en de bijlage.

2.   De visserijactiviteiten waarop deze overeenkomst betrekking heeft, moeten worden uitgevoerd overeenkomstig de op de Comoren geldende wetten. De Comorese autoriteiten stellen de communautaire autoriteiten in kennis van elke wijziging in hun wetgeving.

3.   De partijen zijn verantwoordelijk voor de doeltreffende toepassing van de in het protocol opgenomen bepalingen inzake visserijtoezicht. De vaartuigen van de Gemeenschap werken samen met de voor de uitvoering van dit toezicht bevoegde Comorese autoriteiten.

4.   De Gemeenschap verbindt zich ertoe al het nodige te doen om ervoor te zorgen dat haar vaartuigen de bepalingen van deze overeenkomst en de wetgeving inzake de uitoefening van de visserij in de wateren onder de jurisdictie van de Comoren in acht nemen.

Artikel 6

Vergunningen

1.   De vaartuigen van de Gemeenschap mogen slechts visserijactiviteiten in de wateren van de Comoren uitoefenen, indien zij daarvoor een visserijvergunning hebben gekregen in het kader van deze overeenkomst.

2.   De procedure voor het verkrijgen van een visserijvergunning voor een vaartuig, de toepasselijke bedragen en de wijze van betaling door de reder zijn vermeld in de bijlage bij het protocol.

Artikel 7

Financiële tegenprestatie

De Gemeenschap betaalt de Comoren een financiële tegenprestatie overeenkomstig de in het protocol en de bijlage vastgestelde voorwaarden en regelingen. Deze financiële tegenprestatie wordt berekend op basis van twee gegevens, namelijk:

a)

de toegang van de vaartuigen van de Gemeenschap tot de visserij in de wateren van de Comoren, en

b)

de financiële steun die de Gemeenschap verleent voor de invoering van een verantwoorde visserij en een duurzame exploitatie van de mariene rijkdommen in de wateren van de Comoren.

c)

het in lid 1, onder a), bedoelde gedeelte van de financiële tegenprestatie wordt berekend en beheerd op basis van doelstellingen die de partijen in onderlinge overeenstemming en overeenkomstig het protocol vaststellen voor het sectoraal visserijbeleid van de Comoren en op basis van de desbetreffende jaarlijkse en meerjarige programmering van de uitvoering.

Artikel 8

Bevordering van de samenwerking tussen de economische actoren en het maatschappelijk middenveld

1.   De partijen stimuleren de economische, wetenschappelijke en technische samenwerking in de visserijsector en in de aanverwante sectoren. Zij plegen onderling overleg ter vaststelling en coördinatie van de verschillende maatregelen die hiertoe kunnen worden genomen.

2.   De partijen stimuleren de uitwisseling van informatie over vistechnieken, vistuig, instandhoudingsmethoden en procédés voor de industriële verwerking van visserijproducten.

3.   De partijen spannen zich in voor het creëren van voorwaarden om de betrekkingen tussen de bedrijven van de partijen op technisch, economisch en commercieel gebied te bevorderen via de totstandbrenging van een voor ondernemingen en investeerders gunstig klimaat.

4.   De partijen stimuleren met name de oprichting van gemengde vennootschappen die het belang van beide partijen dienen. Bij de overdracht van vaartuigen van de Gemeenschap naar gemengde vennootschappen en bij de oprichting van gemengde vennootschappen op de Comoren dienen de geldende wetten van de Comoren en van de Gemeenschap in acht te worden genomen.

Artikel 9

Gemengde commissie

1.   Er wordt een gemengde commissie opgericht die toeziet op de toepassing van deze overeenkomst. De gemengde commissie zal:

a)

toezicht uitoefenen op de uitvoering, interpretatie en toepassing van de overeenkomst en met name op de vaststelling en beoordeling van de uitvoering van de in artikel 7, onder b), bedoelde jaarlijkse en meerjarige programmering;

b)

optreden als contactorgaan voor vraagstukken van gemeenschappelijk belang op visserijgebied;

c)

fungeren als forum voor de minnelijke schikking van geschillen over de interpretatie of toepassing van de overeenkomst;

d)

indien nodig de vangstmogelijkheden en naar aanleiding daarvan de financiële tegenprestatie herzien;

e)

andere taken vervullen, indien beide partijen daartoe in onderlinge overeenstemming besluiten.

2.   De gemengde commissie komt minstens éénmaal per jaar bijeen, afwisselend op de Comoren en in de Gemeenschap, en wordt voorgezeten door de partij die de vergadering organiseert. Indien een van de partijen daarom verzoekt, wordt een buitengewone bijeenkomst gehouden.

De gemengde commissie komt uiterlijk drie maanden na de inwerkingtreding van elk protocol samen om de bepalingen voor de uitvoering van de overeenkomst vast te stellen. Zij stelt daarvoor een nauwkeurig actieprogramma en een voor de looptijd van elk protocol geldend tijdschema op.

Artikel 10

Geografisch gebied waarop de overeenkomst van toepassing is

Deze overeenkomst is van toepassing, enerzijds, op het grondgebied waarvoor het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap van toepassing is, volgens de in dat Verdrag gestelde voorwaarden en, anderzijds, op het grondgebied van de Unie der Comoren.

Artikel 11

Looptijd

De overeenkomst is geldig voor een periode van zeven jaar vanaf de datum van inwerkingtreding ervan; de overeenkomst kan voor een periode van telkens zeven jaar worden verlengd, tenzij zij overeenkomstig artikel 12 wordt beëindigd.

Artikel 12

Beëindiging

1.   Deze overeenkomst kan door elke partij wegens ernstige omstandigheden worden beëindigd, bijvoorbeeld wanneer de toestand van de betrokken bestanden verslechtert, wanneer wordt geconstateerd dat de aan vaartuigen van de Gemeenschap toegestane vangstmogelijkheden slechts in beperkte mate worden benut of wanneer de door de partijen aangegane verbintenissen tot het bestrijden van illegale, niet-aangegeven en niet-gereglementeerde visvangst niet worden nagekomen.

2.   De betrokken partij stelt de andere partij ten minste zes maanden voor het einde van de eerste periode of van iedere volgende periode schriftelijk in kennis van haar voornemen om de overeenkomst te beëindigen.

3.   Na de in het vorige lid bedoelde kennisgeving treden beide partijen in onderhandeling.

4.   Voor het jaar waarin de overeenkomst wordt beëindigd, wordt de in artikel 7 bedoelde financiële tegenprestatie evenredig verlaagd pro rata temporis.

Artikel 13

Opschorting

1.   De toepassing van de overeenkomst kan op initiatief van een partij worden opgeschort, wanneer tussen de partijen een ernstig geschil bestaat over de toepassing van de bepalingen van de overeenkomst. De toepassing kan pas worden opgeschort, indien de betrokken partij haar voornemen hiertoe schriftelijk en ten minste drie maanden vóór de datum van inwerkingtreding van de opschorting meldt. Na ontvangst van deze kennisgeving plegen de partijen overleg met oog op de minnelijke schikking van hun geschil.

2.   Naar gelang van de duur van de opschorting wordt de in artikel 7 bedoelde financiële tegenprestatie evenredig verlaagd pro rata temporis.

Artikel 14

Het protocol en de bijlage vormen een integrerend deel van deze overeenkomst.

Artikel 15

Intrekking en overgangsbepalingen

De op 20 juli 1988 in werking getreden Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Islamitische Bondsrepubliek der Comoren inzake de visserij voor de kust van de Comoren wordt hierbij ingetrokken en door de onderhavige overeenkomst vervangen.

Het protocol tot vaststelling, voor de periode van 1 januari 2005 tot en met 31 december 2010, van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie, als bedoeld in de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Islamitische Bondsrepubliek der Comoren inzake de visserij voor de kust van de Comoren blijft evenwel van toepassing tijdens de in artikel 1, lid 1, van dat protocol bedoelde periode en vormt een integrerend deel van de onderhavige overeenkomst.

Artikel 16

Inwerkingtreding

Deze overeenkomst, opgesteld in twee exemplaren in de Deense, de Duitse, de Engelse, de Estse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Hongaarse, de Italiaanse, de Letse, de Litouwse, de Maltese, de Nederlandse, de Poolse, de Portugese, de Sloveense, de Slowaakse, de Spaanse, de Tsjechische, de Zweedse en de Arabische taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek, treedt in werking op de dag waarop de partijen elkaar ervan in kennis stellen dat de daartoe vereiste procedures zijn afgewikkeld.


20.10.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 290/11


VERORDENING (EG) Nr. 1564/2006 VAN DE COMMISSIE

van 19 oktober 2006

tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 3223/94 van de Commissie van 21 december 1994 houdende uitvoeringsbepalingen van de invoerregeling voor groenten en fruit (1), en met name op artikel 4, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In Verordening (EG) nr. 3223/94 zijn op grond van de multilaterale handelsbesprekingen in het kader van de Uruguayronde de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de periodes die in de bijlage bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt.

(2)

Op grond van de bovenvermelde criteria moeten de forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld op de in de bijlage bij deze verordening vermelde niveaus,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 3223/94 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld zoals aangegeven in de tabel in de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 20 oktober 2006.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 19 oktober 2006.

Voor de Commissie

Jean-Luc DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 337 van 24.12.1994, blz. 66. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 386/2005 (PB L 62 van 9.3.2005, blz. 3).


BIJLAGE

bij de verordening van de Commissie van 19 oktober 2006 tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

(EUR/100 kg)

GN-code

Code derde landen (1)

Forfaitaire invoerwaarde

0702 00 00

052

70,9

096

36,7

204

41,3

999

49,6

0707 00 05

052

111,8

096

30,8

999

71,3

0709 90 70

052

100,9

204

51,8

999

76,4

0805 50 10

052

63,6

388

66,0

524

57,9

528

58,6

999

61,5

0806 10 10

052

95,7

066

54,3

400

172,2

999

107,4

0808 10 80

388

82,4

400

104,0

404

100,0

800

148,2

804

140,1

999

114,9

0808 20 50

052

114,0

388

102,9

720

57,7

999

91,5


(1)  Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 750/2005 van de Commissie (PB L 126 van 19.5.2005, blz. 12). De code „999” staat voor „andere oorsprong”.


20.10.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 290/13


VERORDENING (EG) Nr. 1565/2006 VAN DE COMMISSIE

van 19 oktober 2006

betreffende de afgifte van invoercertificaten voor rijst van oorsprong uit de ACS-Staten en de LGO, die in de eerste vijf werkdagen van oktober 2006 op grond van Verordening (EG) nr. 638/2003 zijn aangevraagd

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1785/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening van de rijstmarkt (1),

Gelet op Verordening (EG) nr. 2286/2002 van de Raad van 10 december 2002 tot vaststelling van de regeling voor landbouwproducten en door verwerking daarvan verkregen goederen, van oorsprong uit de staten in Afrika, het Caribische gebied en de Stille Oceaan (de ACS-staten), en houdende intrekking van Verordening (EG) nr. 1706/98 (2),

Gelet op Besluit 2001/822/EG van de Raad van 27 november 2001 betreffende de associatie van de LGO met de Europese Gemeenschap („LGO-besluit”) (3),

Gelet op Verordening (EG) nr. 638/2003 van de Commissie van 9 april 2003 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 2286/2002 van de Raad en Besluit 2001/822/EG van de Raad ten aanzien van de invoerregeling voor rijst van oorsprong uit de staten in Afrika, het Caribische gebied en de Stille Oceaan (de ACS-Staten) en uit de landen en gebieden overzee (LGO) (4), en met name op artikel 17, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig artikel 17, lid 2, onder a), van Verordening (EG) nr. 638/2003 besluit de Commissie in welke mate gevolg kan worden gegeven aan de invoercertificaataanvragen.

(2)

Op basis van het onderzoek van de hoeveelheden waarvoor invoercertificaataanvragen voor rijst zijn ingediend voor de tranche van oktober 2006, moet worden besloten tot de afgifte van certificaten voor de in de aanvragen vermelde hoeveelheden, in voorkomend het geval verminderd met een percentage, en moet worden meegedeeld welk percentage van elk contingent uiteindelijk in het jaar 2006 is benut,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   Voor de invoercertificaataanvragen voor rijst die de eerste vijf werkdagen van oktober 2006 overeenkomstig Verordening (EG) nr. 638/2003 zijn ingediend en waarvan de Commissie in kennis is gesteld, worden certificaten afgegeven voor de in de aanvragen vermelde hoeveelheden, in voorkomend geval verminderd door toepassing van de in de bijlage vastgestelde percentages.

2.   Welk percentage van elk contingent in 2006 uiteindelijk is benut, is vermeld in de bijlage.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 20 oktober 2006.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 19 oktober 2006.

Voor de Commissie

Jean-Luc DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 270 van 21.10.2003, blz. 96. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 797/2006 (PB L 144 van 31.5.2006, blz. 1).

(2)  PB L 348 van 21.12.2002, blz. 5.

(3)  PB L 314 van 30.11.2001, blz. 1.

(4)  PB L 93 van 10.4.2003, blz. 3. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2120/2005 (PB L 340 van 23.12.2005, blz. 22).


BIJLAGE

Verminderingspercentages per tariefcontingent rijst dat bij Verordening (EG) nr. 638/2003 is geopend, toe te passen op de voor de tranche van oktober 2006 gevraagde hoeveelheden, en percentage van het uiteindelijke gebruik voor 2006

Oorsprong/Product

Volgnummer

Verminderingspercentage

Percentage van het uiteindelijke gebruik van het contingent voor 2006

ACS [artikel 3, lid 1, van Verordening (EG) nr. 638/2003]

GN-codes 1006 10 21 tot en met 1006 10 98, 1006 20 en 1006 30

09.4187

0 (1)

80,35

ACS [artikel 5, lid 1, van Verordening (EG) nr. 638/2003]

GN-code 1006 40 00

09.4188

0 (1)

22,76

LGO [artikel 10, lid 1, onder a) en b), van Verordening (EG) nr. 638/2003]

GN-code 1006

a)

Nederlandse Antillen en Aruba:

09.4189

0 (1)

40,32

b)

Minder ontwikkelde LGO:

09.4190

0 (1)

0

ACS + LGO [artikel 13 van Verordening (EG) nr. 638/2003]

GN-code 1006 (LGO)

GN-codes 1006 10 21, 1006 10 23, 1006 10 25, 1006 10 27, 1006 10 92, 1006 10 94, 1006 10 96, 1006 10 98, 1006 20 en 1006 30

09.4191

0 (1)

26,72


(1)  Afgifte voor de in de aanvraag vermelde hoeveelheid.


20.10.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 290/15


VERORDENING (EG) Nr. 1566/2006 VAN DE COMMISSIE

van 19 oktober 2006

tot vaststelling van de restituties bij uitvoer van witte en ruwe suiker in onveranderde vorm

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad van 20 februari 2006 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (1), en met name op artikel 33, lid 2, tweede alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In artikel 32 van Verordening (EG) nr. 318/2006 is bepaald dat het verschil tussen de prijzen voor de in artikel 1, lid 1, onder b), van die verordening bedoelde producten op de wereldmarkt en op de interne markt mag worden overbrugd door een restitutie bij uitvoer.

(2)

Gezien de huidige situatie op de suikermarkt moeten derhalve uitvoerrestituties worden vastgesteld overeenkomstig de voorschriften en bepaalde criteria van de artikelen 32 en 33 van Verordening (EG) nr. 318/2006.

(3)

In artikel 33, lid 2, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 318/2006 is bepaald dat de restitutie naar gelang van de bestemming kan variëren indien dat gezien de situatie op de wereldmarkt of de specifieke vereisten van bepaalde markten noodzakelijk is.

(4)

Alleen voor producten die tot het vrije verkeer in de Gemeenschap zijn toegelaten en voldoen aan de vereisten van Verordening (EG) nr. 318/2006, mogen restituties worden verleend.

(5)

De in het kader van de Europaovereenkomsten tussen de Europese Gemeenschap en Roemenië en Bulgarije gevoerde onderhandelingen beogen met name de liberalisering van de handel in producten die onder de gemeenschappelijke marktordening voor de betrokken sector vallen. De uitvoerrestituties voor die twee landen moeten derhalve worden afgeschaft.

(6)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor suiker,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 32 van Verordening (EG) nr. 318/2006 bedoelde restituties worden verleend voor de producten en met toepassing van de bedragen die zijn vastgesteld in de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 20 oktober 2006.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 19 oktober 2006.

Voor de Commissie

Jean-Luc DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 58 van 28.2.2006, blz. 1.


BIJLAGE

Met ingang van 20 oktober 2006 geldende restituties bij uitvoer van witte en ruwe suiker in onveranderde vorm (1)

GN-code

Bestemming

Meeteenheid

Restitutiebedrag

1701 11 90 9100

S00

EUR/100 kg

21,67 (2)

1701 11 90 9910

S00

EUR/100 kg

21,67 (2)

1701 12 90 9100

S00

EUR/100 kg

21,67 (2)

1701 12 90 9910

S00

EUR/100 kg

21,67 (2)

1701 91 00 9000

S00

EUR/1 % sacharose × 100 kg nettoproduct

0,2356

1701 99 10 9100

S00

EUR/100 kg

23,56

1701 99 10 9910

S00

EUR/100 kg

23,56

1701 99 10 9950

S00

EUR/100 kg

23,56

1701 99 90 9100

S00

EUR/1 % sacharose × 100 kg nettoproduct

0,2356

NB: De bestemmingen zijn als volgt vastgesteld:

S00

:

alle bestemmingen, met uitzondering van Albanië, Kroatië, Bosnië en Herzegovina, Bulgarije, Roemenië, Servië, Montenegro, Kosovo en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië.


(1)  De in deze bijlage vastgestelde restituties zijn niet van toepassing met ingang van 1 februari 2005 overeenkomstig Besluit 2005/45/EG van de Raad van 22 december 2004 betreffende het sluiten en de voorlopige toepassing van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat tot wijziging van de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat van 22 juli 1972, wat de bepalingen betreffende verwerkte landbouwproducten betreft (PB L 23 van 26.1.2005, blz. 17).

(2)  Dit bedrag geldt voor ruwe suiker met een rendement van 92 %. Indien het rendement van de geëxporteerde ruwe suiker afwijkt van 92 %, wordt het bedrag van de toe te passen restitutie voor elke betrokken uitvoertransactie vermenigvuldigd met een omrekeningsfactor die wordt verkregen door het overeenkomstig bijlage I, punt III, punt 3, van Verordening (EG) nr. 318/2006 berekende rendement van de geëxporteerde ruwe suiker te delen door 92.


20.10.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 290/17


VERORDENING (EG) Nr. 1567/2006 VAN DE COMMISSIE

van 19 oktober 2006

tot vaststelling van de restituties bij uitvoer van stropen en bepaalde andere producten van de suikersector in ongewijzigde staat

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad van 20 februari 2006 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (1), en met name op artikel 33, lid 2, tweede alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In artikel 32 van Verordening (EG) nr. 318/2006 is bepaald dat het verschil tussen de prijzen voor de in artikel 1, lid 1, onder c), d) en g), van die verordening bedoelde producten op de wereldmarkt en op de interne markt mag worden overbrugd door een restitutie bij uitvoer.

(2)

Gezien de huidige situatie op de suikermarkt moeten derhalve uitvoerrestituties worden vastgesteld overeenkomstig de regels en bepaalde criteria van de artikelen 32 en 33 van Verordening (EG) nr. 318/2006.

(3)

In artikel 33, lid 2, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 318/2006 is bepaald dat de restitutie naar gelang van de bestemming kan variëren indien dat gezien de situatie op de wereldmarkt of de specifieke vereisten van bepaalde markten noodzakelijk is.

(4)

Er mogen alleen restituties worden verleend voor producten die tot het vrije verkeer in de Gemeenschap zijn toegelaten en voldoen aan de vereisten van Verordening (EG) nr. 951/2006 van de Commissie van 30 juni 2006 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 318/2006 wat de handel met derde landen in de suikersector betreft (2).

(5)

De in het kader van de Europaovereenkomsten tussen de Europese Gemeenschap en Roemenië en Bulgarije gevoerde onderhandelingen beogen met name de liberalisering van de handel in producten die onder de gemeenschappelijke marktordening voor de betrokken sector vallen. De uitvoerrestituties voor die twee landen moeten derhalve worden afgeschaft.

(6)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor suiker,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   De in artikel 32 van Verordening (EG) nr. 318/2006 bedoelde uitvoerrestituties worden toegekend voor de producten en met toepassing van de bedragen die zijn vastgesteld in de bijlage bij de onderhavige verordening, op voorwaarde dat aan het bepaalde in lid 2 van het onderhavige artikel wordt voldaan.

2.   Alleen producten die voldoen aan de desbetreffende vereisten van de artikelen 3 en 4 van Verordening (EG) nr. 951/2006 komen in aanmerking voor de in lid 1 van de onderhavige verordening bedoelde restituties.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 20 oktober 2006.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 19 oktober 2006.

Voor de Commissie

Jean-Luc DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 58 van 28.2.2006, blz. 1.

(2)  PB L 178 van 1.7.2006, blz. 24.


BIJLAGE

Met ingang van 20 oktober 2006 geldende restituties bij uitvoer van stropen en bepaalde andere producten van de suikersector in onveranderde vorm (1)

GN-code

Bestemming

Meeteenheid

Restitutiebedrag

1702 40 10 9100

S00

EUR/100 kg droge stof

23,56

1702 60 10 9000

S00

EUR/100 kg droge stof

23,56

1702 60 95 9000

S00

EUR/1 % sacharose × 100 kg nettoproduct

0,2356

1702 90 30 9000

S00

EUR/100 kg droge stof

23,56

1702 90 60 9000

S00

EUR/1 % sacharose × 100 kg nettoproduct

0,2356

1702 90 71 9000

S00

EUR/1 % sacharose × 100 kg nettoproduct

0,2356

1702 90 99 9900

S00

EUR/1 % sacharose × 100 kg nettoproduct

0,2356 (2)

2106 90 30 9000

S00

EUR/100 kg droge stof

23,56

2106 90 59 9000

S00

EUR/1 % sacharose × 100 kg nettoproduct

0,2356

NB: De bestemmingen zijn als volgt vastgesteld:

S00

:

alle bestemmingen, met uitzondering van Albanië, Kroatië, Bosnië en Herzegovina, Bulgarije, Roemenië, Servië, Montenegro, Kosovo en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië.


(1)  De in deze bijlage vastgestelde restituties zijn niet van toepassing met ingang van 1 februari 2005 overeenkomstig Besluit 2005/45/EG van de Raad van 22 december 2004 betreffende het sluiten en de voorlopige toepassing van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat tot wijziging van de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat van 22 juli 1972, wat de bepalingen betreffende verwerkte landbouwproducten betreft (PB L 23 van 26.1.2005, blz. 17).

(2)  Het basisbedrag is niet van toepassing op het in de bijlage, punt 2, van Verordening (EEG) nr. 3513/92 van de Commissie (PB L 355 van 5.12.1992, blz. 12) bedoelde product.


20.10.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 290/19


VERORDENING (EG) Nr. 1568/2006 VAN DE COMMISSIE

van 19 oktober 2006

tot vaststelling van de maximumrestitutie bij uitvoer van witte suiker in het kader van de in Verordening (EG) nr. 958/2006 bedoelde permanente inschrijving

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad van 20 februari 2006 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (1), en met name op artikel 33, lid 2, tweede alinea en derde alinea, onder b),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Krachtens Verordening (EG) nr. 958/2006 van de Commissie van 28 juni 2006 betreffende een permanente inschrijving voor de vaststelling van restituties bij uitvoer van witte suiker voor het verkoopseizoen 2006/2007 (2) moeten deelinschrijvingen worden gehouden.

(2)

Op grond van artikel 8, lid 1, van Verordening (EG) nr. 958/2006 en op grond van het onderzoek van de biedingen voor de op 19 oktober 2006 verstrijkende deelinschrijving, dient de maximumrestitutie bij uitvoer in het kader van die deelinschrijving te worden vastgesteld.

(3)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor suiker,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De maximumrestitutie bij uitvoer van het in artikel 1, lid 1, van Verordening (EG) nr. 958/2006 bedoelde product wordt voor de op 19 oktober 2006 verstrijkende deelinschrijving vastgesteld op 28,558 EUR/100 kg.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 20 oktober 2006.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 19 oktober 2006.

Voor de Commissie

Jean-Luc DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 58 van 28.2.2006, blz. 1.

(2)  PB L 175 van 29.6.2006, blz. 49.


20.10.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 290/20


VERORDENING (EG) Nr. 1569/2006 VAN DE COMMISSIE

van 19 oktober 2006

tot vaststelling van de restituties bij uitvoer van op basis van granen en rijst verwerkte producten

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1784/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (1), inzonderheid op artikel 13, lid 3,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1785/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening van de rijstmarkt (2), inzonderheid op artikel 14, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Volgens artikel 13 van Verordening (EG) nr. 1784/2003 en artikel 14 van Verordening (EG) nr. 1785/2003 kan het verschil tussen de noteringen of de prijzen op de wereldmarkt voor de in artikel 1 van deze verordeningen genoemde producten en de prijzen van deze producten in de Gemeenschap worden overbrugd door een restitutie bij de uitvoer.

(2)

Krachtens artikel 14 van Verordening (EG) nr. 1785/2003 moeten de restituties worden vastgesteld met inachtneming van de bestaande situatie en de vooruitzichten voor de ontwikkeling, enerzijds van de beschikbare hoeveelheden granen, rijst en breukrijst, evenals van hun prijzen op de markt van de Gemeenschap, en anderzijds van de prijzen van granen, rijst en breukrijst en de producten in de sector granen op de wereldmarkt. Krachtens deze artikelen moeten ook waarborgen worden geschapen dat op de graan- en rijstmarkten een evenwichtige toestand heerst en een natuurlijke ontwikkeling op het gebied van de prijzen en de handel plaatsvindt en moet bovendien rekening worden gehouden met het economische aspect van de bedoelde uitvoer en de noodzaak verstoringen op de markt van de Gemeenschap te vermijden.

(3)

Verordening (EG) nr. 1518/95 van de Commissie (3) betreffende de regeling voor de invoer en de uitvoer van op basis van granen en rijst verwerkte producten heeft in artikel 4 de specifieke criteria vastgesteld waarmee rekening moet worden gehouden voor de berekening van de restitutie voor deze producten.

(4)

Het is wenselijk de aan bepaalde verwerkte producten toe te kennen restitutie, al naar gelang van het product, hoger of lager vast te stellen volgens het asgehalte, het gehalte aan ruwe celstof, het gehalte aan doppen, het eiwitgehalte, het vetgehalte of het zetmeelgehalte, daar deze gehaltes van bijzondere betekenis zijn voor de hoeveelheid basisproduct die werkelijk voor de vervaardiging van het verwerkte product is gebruikt.

(5)

Ten aanzien van maniokwortel en andere tropische wortels en knollen en het daarvan vervaardigde meel behoeft het economische aspect van de uitvoeren die zouden kunnen worden overwogen, in het bijzonder gezien de aard en de herkomst van deze producten, op het ogenblik geen vaststelling van een restitutie bij uitvoer. Voor bepaalde verwerkte producten is het, gezien het geringe aandeel van de Gemeenschap aan de wereldhandel, op het ogenblik niet noodzakelijk een restitutie bij uitvoer vast te stellen.

(6)

De situatie op de wereldmarkt of de specifieke eisen van bepaalde markten voor zekere producten kunnen een differentiatie van de restitutie, naar gelang van de bestemming, nodig maken.

(7)

De restitutie moet eenmaal per maand worden vastgesteld. Zij kan in de tussentijd worden gewijzigd.

(8)

Bepaalde verwerkte producten op basis van maïs kunnen een warmtebehandeling ondergaan, waardoor een restitutie zou kunnen worden uitgekeerd die niet overeenstemt met de kwaliteit van het product. Duidelijk moet worden aangegeven dat deze producten, die voorgegelatineerd zetmeel bevatten, niet in aanmerking komen voor uitvoerrestituties.

(9)

Het Comité van beheer voor granen heeft geen advies uitgebracht binnen de door zijn voorzitter bepaalde termijn,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De restituties bij uitvoer van de in artikel 1 bedoelde producten van Verordening (EG) nr. 1518/95 van toepassing is, worden vastgesteld in overeenstemming met de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 20 oktober 2006.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 19 oktober 2006.

Voor de Commissie

Jean-Luc DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 270 van 21.10.2003, blz. 78. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1154/2005 van de Commissie (PB L 187 van 19.7.2005, blz. 11).

(2)  PB L 270 van 21.10.2003, blz. 96. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1549/2004 van de Commissie (PB L 280 van 31.8.2004, blz. 13).

(3)  PB L 147 van 30.6.1995, blz. 55. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2993/95 (PB L 312 van 23.12.1995, blz. 25).


BIJLAGE

bij de verordening van de Commissie van 19 oktober 2006 tot vaststelling van de restituties bij uitvoer van op basis van granen en rijst verwerkte producten

Productcode

Bestemming

Meeteenheid

Bedrag van de restitutie

1102 20 10 9200 (1)

C13

EUR/t

5,63

1102 20 10 9400 (1)

C13

EUR/t

4,82

1102 20 90 9200 (1)

C13

EUR/t

4,82

1102 90 10 9100

C13

EUR/t

0,00

1102 90 10 9900

C13

EUR/t

0,00

1102 90 30 9100

C13

EUR/t

0,00

1103 19 40 9100

C13

EUR/t

0,00

1103 13 10 9100 (1)

C13

EUR/t

7,24

1103 13 10 9300 (1)

C13

EUR/t

5,63

1103 13 10 9500 (1)

C13

EUR/t

4,82

1103 13 90 9100 (1)

C13

EUR/t

4,82

1103 19 10 9000

C13

EUR/t

0,00

1103 19 30 9100

C13

EUR/t

0,00

1103 20 60 9000

C13

EUR/t

0,00

1103 20 20 9000

C13

EUR/t

0,00

1104 19 69 9100

C13

EUR/t

0,00

1104 12 90 9100

C13

EUR/t

0,00

1104 12 90 9300

C13

EUR/t

0,00

1104 19 10 9000

C13

EUR/t

0,00

1104 19 50 9110

C13

EUR/t

6,43

1104 19 50 9130

C13

EUR/t

5,23

1104 29 01 9100

C13

EUR/t

0,00

1104 29 03 9100

C13

EUR/t

0,00

1104 29 05 9100

C13

EUR/t

0,00

1104 29 05 9300

C13

EUR/t

0,00

1104 22 20 9100

C13

EUR/t

0,00

1104 22 30 9100

C13

EUR/t

0,00

1104 23 10 9100

C13

EUR/t

6,03

1104 23 10 9300

C13

EUR/t

4,62

1104 29 11 9000

C13

EUR/t

0,00

1104 29 51 9000

C13

EUR/t

0,00

1104 29 55 9000

C13

EUR/t

0,00

1104 30 10 9000

C13

EUR/t

0,00

1104 30 90 9000

C13

EUR/t

1,01

1107 10 11 9000

C13

EUR/t

0,00

1107 10 91 9000

C13

EUR/t

0,00

1108 11 00 9200

C13

EUR/t

0,00

1108 11 00 9300

C13

EUR/t

0,00

1108 12 00 9200

C13

EUR/t

6,43

1108 12 00 9300

C13

EUR/t

6,43

1108 13 00 9200

C13

EUR/t

6,43

1108 13 00 9300

C13

EUR/t

6,43

1108 19 10 9200

C13

EUR/t

0,00

1108 19 10 9300

C13

EUR/t

0,00

1109 00 00 9100

C13

EUR/t

0,00

1702 30 51 9000 (2)

C13

EUR/t

6,30

1702 30 59 9000 (2)

C13

EUR/t

4,82

1702 30 91 9000

C13

EUR/t

6,30

1702 30 99 9000

C13

EUR/t

4,82

1702 40 90 9000

C13

EUR/t

4,82

1702 90 50 9100

C13

EUR/t

6,30

1702 90 50 9900

C13

EUR/t

4,82

1702 90 75 9000

C13

EUR/t

6,60

1702 90 79 9000

C13

EUR/t

4,58

2106 90 55 9000

C14

EUR/t

4,82

NB: De codes van de producten en de codes van de bestemmingen serie „A” zijn vastgesteld in de gewijzigde Verordening (EEG) nr. 3846/87 van de Commissie (PB L 366 van 24.12.1987, blz. 1).

De numerieke codes voor de bestemmingen zijn vastgesteld in Verordening (EG) nr. 2081/2003 (PB L 313 van 28.11.2003, blz. 11).

De andere bestemmingen zijn als volgt gedefinieerd:

C10

:

Alle bestemmingen

C11

:

Alle bestemmingen, uitgezonderd Bulgarije

C12

:

Alle bestemmingen, uitgezonderd Roemenië

C13

:

Alle bestemmingen, uitgezonderd Bulgarije en Roemenië

C14

:

Alle bestemmingen, uitgezonderd Zwitserland, Liechtenstein, Bulgarije en Roemenië.


(1)  Er worden geen restituties toegekend voor producten die een warmtebehandeling hebben ondergaan waardoor het zetmeel is voorgegelatineerd.

(2)  De restituties worden toegekend overeenkomstig de gewijzigde Verordening (EEG) nr. 2730/75 van de Raad (PB L 281 van 1.11.1975, blz. 20).

NB: De codes van de producten en de codes van de bestemmingen serie „A” zijn vastgesteld in de gewijzigde Verordening (EEG) nr. 3846/87 van de Commissie (PB L 366 van 24.12.1987, blz. 1).

De numerieke codes voor de bestemmingen zijn vastgesteld in Verordening (EG) nr. 2081/2003 (PB L 313 van 28.11.2003, blz. 11).

De andere bestemmingen zijn als volgt gedefinieerd:

C10

:

Alle bestemmingen

C11

:

Alle bestemmingen, uitgezonderd Bulgarije

C12

:

Alle bestemmingen, uitgezonderd Roemenië

C13

:

Alle bestemmingen, uitgezonderd Bulgarije en Roemenië

C14

:

Alle bestemmingen, uitgezonderd Zwitserland, Liechtenstein, Bulgarije en Roemenië.


20.10.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 290/23


VERORDENING (EG) Nr. 1570/2006 VAN DE COMMISSIE

van 19 oktober 2006

houdende vaststelling van de restituties die van toepassing zijn op bepaalde graan- en rijstproducten, uitgevoerd in de vorm van goederen die niet onder bijlage I bij het Verdrag vallen

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1784/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (1), en met name op artikel 13, lid 3,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1785/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening van de rijstmarkt (2), en met name op artikel 14, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig artikel 13, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1784/2003 en artikel 14, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1785/2003 kan het verschil tussen de noteringen of de prijzen van de in artikel 1 van deze beide verordeningen bedoelde producten op de wereldmarkt enerzijds en de prijzen in de Gemeenschap anderzijds door een restitutie bij de uitvoer worden overbrugd.

(2)

In Verordening (EG) nr. 1043/2005 van de Commissie van 30 juni 2005 houdende tenuitvoerlegging van Verordening (EG) nr. 3448/93 van de Raad wat betreft de regeling aangaande de toekenning van restituties bij uitvoer en de criteria voor de vaststelling van het restitutiebedrag betreffende bepaalde landbouwproducten, uitgevoerd in de vorm van goederen die niet onder bijlage I van het Verdrag vallen (3), is aangegeven voor welke producten een restitutie moet worden vastgesteld wanneer ze worden uitgevoerd in de vorm van goederen bedoeld naar gelang van het geval in bijlage III bij Verordening (EG) nr. 1784/2003 of bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 1785/2003.

(3)

Overeenkomstig artikel 14, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1043/2005 moet de restitutievoet per 100 kg van elk van de betrokken basisproducten maandelijks worden vastgesteld.

(4)

De naleving van de verplichtingen die zijn aangegaan met betrekking tot de restituties die kunnen worden toegekend bij de uitvoer van landbouwproducten die zijn verwerkt in niet onder bijlage I bij het Verdrag vallende goederen, kan in het gedrang komen door de vaststelling vooraf van hoge restituties. In deze situatie moeten derhalve vrijwaringsmaatregelen worden genomen zonder dat daardoor de sluiting van langetermijncontracten wordt verhinderd. De vaststelling van een specifieke restitutie voor de voorfixatie van restituties is een maatregel die aan deze verschillende doelstellingen beantwoordt.

(5)

Rekening houdend met de regeling tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika met betrekking tot de uitvoer van deegwaren uit de Gemeenschap naar de Verenigde Staten, goedgekeurd bij Besluit 87/482/EEG van de Raad (4), moet de restitutie voor goederen van de GN-codes 1902 11 00 en 1902 19 naar gelang van de bestemming worden gedifferentieerd.

(6)

Ingevolge artikel 15, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 1043/2005 moet een verlaagde restitutievoet worden vastgesteld, waarbij rekening wordt gehouden met het bedrag van de restitutie bij de productie tijdens de veronderstelde periode van de vervaardiging van de goederen, die krachtens Verordening (EEG) nr. 1722/93 van de Commissie (5) op het verwerkte basisproduct van toepassing is.

(7)

Alcoholhoudende dranken worden geacht minder gevoelig te zijn voor de prijs van de granen die voor de vervaardiging ervan worden gebruikt. In protocol nr. 19 van het Verdrag betreffende de toetreding van het Verenigd Koninkrijk, Ierland en Denemarken wordt evenwel bepaald dat de maatregelen moeten worden vastgesteld die noodzakelijk zijn om het gebruik van granen uit de Gemeenschap voor de vervaardiging van alcoholhoudende dranken uit granen te vergemakkelijken. Daarom moet de restitutie die wordt toegepast op granen die in de vorm van alcoholhoudende dranken worden uitgevoerd, worden aangepast.

(8)

Het Comité van beheer voor granen heeft geen advies uitgebracht binnen de door zijn voorzitter bepaalde termijn,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De restituties die van toepassing zijn op de in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1043/2005 en in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 1784/2003 of in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 1785/2003 opgenomen basisproducten die worden uitgevoerd in de vorm van goederen vermeld in bijlage III bij Verordening (EG) nr. 1784/2003, respectievelijk in bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 1785/2003, worden vastgesteld zoals in de bijlage is aangegeven.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 20 oktober 2006.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 19 oktober 2006.

Voor de Commissie

Günter VERHEUGEN

Vicevoorzitter


(1)  PB L 270 van 21.10.2003, blz. 78. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1154/2005 van de Commissie (PB L 187 van 19.7.2005, blz. 11).

(2)  PB L 270 van 21.10.2003, blz. 96. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 797/2006 van de Commissie (PB L 144 van 31.5.2006, blz. 1).

(3)  PB L 172 van 5.7.2005, blz. 24. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 544/2006 (PB L 94 van 1.4.2006, blz. 24).

(4)  PB L 275 van 29.9.1987, blz. 36.

(5)  PB L 159 van 1.7.1993, blz. 112. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1584/2004 (PB L 280 van 31.8.2004, blz. 11).


BIJLAGE

Restituties die met ingang van 20 oktober 2006 van toepassing zijn op bepaalde producten van de sector granen en de sector rijst, uitgevoerd in de vorm van goederen die niet onder bijlage I bij het Verdrag vallen (1)

(EUR/100 kg)

GN-code

Omschrijving (2)

Restitutievoet per 100 kg basisproduct

Bij vaststelling vooraf van de restituties

Andere

1001 10 00

Harde tarwe:

 

 

– in geval van uitvoer van goederen van de GN-codes 1902 11 en 1902 19 naar de Verenigde Staten van Amerika

– in andere gevallen

1001 90 99

Zachte tarwe en mengkoren:

 

 

– in geval van uitvoer van goederen van de GN-codes 1902 11 en 1902 19 naar de Verenigde Staten van Amerika

– in andere gevallen:

 

 

– – in geval van toepassing van artikel 15, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1043/2005 (3)

– – in geval van uitvoer van goederen van post 2208 (4)

– – in andere gevallen

1002 00 00

Rogge

1003 00 90

Gerst:

 

 

– in geval van uitvoer van goederen van post 2208 (4)

– in andere gevallen

1004 00 00

Haver

1005 90 00

Maïs, gebruikt in de vorm van:

 

 

– zetmeel:

 

 

– – in geval van toepassing van artikel 15, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1043/2005 (3)

0,308

0,308

– – in geval van uitvoer van goederen van post 2208 (4)

– – in andere gevallen

0,402

0,402

– glucose, glucosestroop, maltodextrine, maltodextrinestroop van de GN-codes 1702 30 51, 1702 30 59, 1702 30 91, 1702 30 99, 1702 40 90, 1702 90 50, 1702 90 75, 1702 90 79, 2106 90 55 (5):

 

 

– – in geval van toepassing van artikel 15, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1043/2005 (3)

0,207

0,207

– – in geval van uitvoer van goederen van post 2208 (4)

– – in andere gevallen

0,302

0,302

– in geval van uitvoer van goederen van post 2208 (4)

– andere (ook als zodanig)

0,402

0,402

Aardappelzetmeel van GN-code 1108 13 00 gelijkgesteld aan een verwerkingsproduct van maïs:

 

 

– in geval van toepassing van artikel 15, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1043/2005 (3)

0,402

0,402

– in geval van uitvoer van goederen van post 2208 (4)

– in andere gevallen

0,402

0,402

ex 1006 30

Volwitte rijst:

 

 

– rondkorrelig

– halflangkorrelig

– langkorrelig

1006 40 00

Breukrijst

1007 00 90

Graansorgho (m.u.v. hybriden, bestemd voor zaaidoeleinden)


(1)  De in deze bijlage vastgestelde restituties zijn niet van toepassing op de uitvoer naar Bulgarije met ingang van 1 oktober 2004 en naar Roemenië met ingang van 1 december 2005, noch op de goederen die zijn opgenomen in de tabellen I en II bij Protocol nr. 2 bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat van 22 juli 1972 en die met ingang van 1 februari 2005 naar de Zwitserse Bondsstaat of naar het Vorstendom Liechtenstein worden uitgevoerd.

(2)  Voor landbouwproducten verkregen door verwerking van een basisproduct en/of een daarmee gelijkgesteld product gelden de coëfficiënten vermeld in bijlage V bij Verordening (EG) nr. 1043/2005 van de Commissie.

(3)  De betrokken goederen vallen onder GN-code 3505 10 50.

(4)  Goederen opgenomen in bijlage III bij Verordening (EG) nr. 1784/2003 of bedoeld in artikel 2 van Verordening (EEG) nr. 2825/93 (PB L 258 van 16.10.1993, blz. 6).

(5)  Voor stropen van de GN-codes 1702 30 99, 1702 40 90 en 1702 60 90, verkregen door het mengen van glucose- en fructosestropen, betreft de uitvoerrestitutie alleen glucosestroop.


20.10.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 290/27


VERORDENING (EG) Nr. 1571/2006 VAN DE COMMISSIE

van 19 oktober 2006

tot wijziging van de bij Verordening (EG) nr. 1002/2006 voor het verkoopseizoen 2006/2007 vastgestelde representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor bepaalde producten van de sector suiker

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad van 20 februari 2006 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (1),

Gelet op Verordening (EG) nr. 951/2006 van de Commissie van 30 juni 2006 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad, wat betreft de handel met derde landen in de sector suiker (2), en met name op artikel 36,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De representatieve prijzen en de aanvullende invoerrechten voor witte suiker, ruwe suiker en bepaalde stropen voor het verkoopseizoen 2006/2007 zijn vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1002/2006 van de Commissie (3). Deze prijzen en rechten zijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1560/2006 van de Commissie (4).

(2)

De bovenbedoelde prijzen en invoerrechten moeten op grond van de gegevens waarover de Commissie nu beschikt, overeenkomstig het bepaalde in Verordening (EG) nr. 951/2006 worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De bij Verordening (EG) nr. 1002/2006 voor het verkoopseizoen 2006/2007 vastgestelde representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor de in artikel 36 van Verordening (EG) nr. 951/2006 bedoelde producten worden gewijzigd zoals aangegeven in de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 20 oktober 2006.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 19 oktober 2006.

Voor de Commissie

Jean-Luc DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 55 van 28.2.2006, blz. 1.

(2)  PB L 178 van 1.7.2006, blz. 24.

(3)  PB L 179 van 1.7.2006, blz. 36.

(4)  PB L 288 van 19.10.2006, blz. 26.


BIJLAGE

Met ingang van 20 oktober 2006 geldende gewijzigde representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor witte suiker, ruwe suiker en de producten van GN-code 1702 90 99

(EUR)

GN-code

Representatieve prijs per 100 kg nettogewicht van het betrokken product

Aanvullend invoerrecht per 100 kg nettogewicht van het betrokken product

1701 11 10 (1)

23,66

4,47

1701 11 90 (1)

23,66

9,70

1701 12 10 (1)

23,66

4,28

1701 12 90 (1)

23,66

9,27

1701 91 00 (2)

32,66

8,90

1701 99 10 (2)

32,66

4,54

1701 99 90 (2)

32,66

4,54

1702 90 99 (3)

0,33

0,33


(1)  Vastgesteld voor de standaardkwaliteit als gedefinieerd in bijlage I, punt III, bij Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad (PB L 58 van 28.2.2006, blz. 1).

(2)  Vastgesteld voor de standaardkwaliteit als gedefinieerd in bijlage I, punt II, bij Verordening (EG) nr. 318/2006.

(3)  Vastgesteld per procentpunt sacharosegehalte.


20.10.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 290/29


VERORDENING (EG) Nr. 1572/2006 VAN DE COMMISSIE

van 18 oktober 2006

houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 824/2000 tot vaststelling van de procedures voor de overneming van granen door de interventiebureaus en tot vaststelling van de analysemethoden voor de bepaling van de kwaliteit

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1784/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (1), en met name op artikel 6 en artikel 24, lid 2, tweede alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De voorwaarden voor het aanbieden van granen aan de interventiebureaus en de voorwaarden voor de overname van die granen door de interventiebureaus moeten in de hele Gemeenschap zo uniform mogelijk zijn om discriminatie tussen de producenten te voorkomen. In dit verband voorziet Verordening (EG) nr. 824/2000 van de Commissie (2) niet expliciet in een termijn voor de overname van de voor interventie aangeboden granen. Om elke onduidelijkheid te vermijden is het wenselijk die termijn te preciseren.

(2)

Aangeboden granen waarvan de kwaliteit niet de mogelijkheid van een passend gebruik of een passende opslag biedt, behoren niet voor interventie te worden aanvaard. Daartoe dient rekening te worden gehouden met de nieuwe situatie op interventiegebied, in het bijzonder de langdurige opslag van bepaalde granen, en met de effecten daarvan op de kwaliteit van de producten.

(3)

Derhalve moeten de in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 824/2000 vastgestelde kwaliteitscriteria voor maïs worden aangescherpt om de interventieproducten minder gevoelig voor kwaliteitsverlies en minder kwetsbaar bij een later gebruik te maken. Daartoe dienen het maximumvochtgehalte en de maximumaandelen aan gebroken korrels en aan tijdens het drogen verhitte korrels te worden verlaagd. Gezien de agronomische overeenkomsten die sorghum vertoont met maïs, dienen ter wille van de coherentie soortgelijke maatregelen te worden genomen voor sorghum. Voorts dient, ter wille van de coherentie met de overige voor de interventieregeling in aanmerking komende graansoorten, voor maïs ook een nieuw criterium inzake het soortelijk gewicht te worden ingevoerd.

(4)

Ook moeten de in de tabellen I, II en III van bijlage VII bij Verordening (EG) nr. 824/2000 vastgestelde toeslagen en kortingen voor maïs en sorghum dienovereenkomstig worden aangepast.

(5)

Om de opstelling van een wekelijks statistisch verslag over de stand van de interventievoorraden granen mogelijk te maken, dient de inhoud te worden gepreciseerd van de mededelingen die de lidstaten bij de Commissie moeten indienen.

(6)

Om een goed beheer van de interventieregeling voor granen mogelijk te maken, is het nodig bepaalde gegevens te verzamelen en ter beschikking te hebben op een geharmoniseerde regionale grondslag. Daartoe is het wenselijk gebruik te maken van de regionale niveaus die zijn vastgesteld bij Verordening (EEG) nr. 837/90 van de Raad van 26 maart 1990 inzake door de lidstaten te verstrekken statistische informatie over de graanproductie (3), en de lidstaten te verzoeken de desbetreffende gegevens aan de Commissie mee te delen.

(7)

Voor een doeltreffend beheer van het systeem dient te worden bepaald dat de door de Commissie verlangde gegevens langs elektronische weg moeten worden toegezonden.

(8)

Verordening (EG) nr. 824/2000 moet dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(9)

De bij de onderhavige verordening vastgestelde wijzigingen moeten van toepassing zijn voor de aanbieding van granen voor interventie op of na 1 november 2006. Bijgevolg dient te worden bepaald dat de onderhavige verordening in werking treedt op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

(10)

Het Comité van beheer voor granen heeft geen advies uitgebracht binnen de door zijn voorzitter bepaalde termijn,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 824/2000 wordt als volgt gewijzigd:

1)

In artikel 3 wordt punt 3.9 vervangen door:

„3.9.

De referentiemethode voor de bepaling van het soortelijk gewicht is ISO-methode 7971/2:1995 behalve in het geval van maïs, waarvoor dat de toegepaste traditionele methoden zijn.”.

2)

Aan artikel 5 wordt het volgende lid 6 toegevoegd:

„6.   De laatste overname moet plaatsvinden uiterlijk aan het einde van de tweede maand na de in artikel 4, lid 3, derde alinea, bedoelde laatste levering, maar niet later dan op 31 juli in Spanje, Griekenland, Italië en Portugal en dan op 31 augustus in de overige lidstaten.”.

3)

In artikel 9 worden de punten a) en b) vervangen door:

„a)

Wanneer het vochtgehalte van het voor interventie aangeboden graan lager is dan 13 % voor maïs en sorghum en dan 14 % voor de overige graansoorten, worden de in tabel I van bijlage VII vastgestelde toeslagen toegepast. Wanneer het vochtgehalte van dat voor interventie aangeboden graan hoger is dan respectievelijk 13 % en 14 %, worden de in tabel II van bijlage VII vastgestelde kortingen toegepast.

b)

Wanneer het soortgelijk gewicht van het voor interventie aangeboden graan lager is dan 76 kg/hl voor zachte tarwe, dan 73 kg/hl voor maïs en dan 64 kg/hl voor gerst, worden de in tabel III van bijlage VII vastgestelde kortingen toegepast.”.

4)

Het volgende artikel 11 bis wordt ingevoegd:

„Artikel 11 bis

Voor elke in artikel 5, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1784/2003 genoemde graansoort deelt elke lidstaat langs elektronische weg mee:

a)

elke woensdag uiterlijk om 12.00 uur (plaatselijke tijd Brussel), de stand van de interventievoorraden aan de hand van met name de volgende gegevens:

i)

de hoeveelheden die in de afgelopen week overeenkomstig artikel 2 van de onderhavige verordening voor interventie zijn aangeboden;

ii)

de aangeboden hoeveelheden waarvoor de aanbieding door de aanbieders is ingetrokken, sinds de opening van de interventieperiode;

iii)

de totale hoeveelheden die sinds de opening van de interventieperiode voor interventie zijn aangeboden, na aftrek van de in onder ii) bedoelde hoeveelheden;

iv)

de totale hoeveelheden die sinds de opening van de interventieperiode overeenkomstig artikel 5 van de onderhavige verordening zijn overgenomen;

b)

op de woensdag volgende op de bekendmaking van het bericht van inschrijving, de overeenkomstig artikel 2, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 2131/93 van de Commissie (4) bij inschrijving te koop aangeboden hoeveelheden;

c)

op de woensdag volgende op de datum waarop de lidstaat de betrokken partijen heeft bepaald, de hoeveelheden die zijn bestemd voor kosteloze uitreiking aan de meest behoeftigen in de Gemeenschap overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 3730/87 van de Raad (5);

d)

uiterlijk aan het einde van de maand volgende op de in artikel 5, lid 6, van de onderhavige verordening bedoelde overnametermijn, per regio zoals bepaald in bijlage III bij Verordening (EEG) nr. 837/90 van de Raad (6), de gemiddelde resultaten van het soortelijk gewicht, het vochtgehalte, het aandeel aan gebroken korrels en het eiwitgehalte die zijn geconstateerd voor de overgenomen partijen graan.

5)

De bijlagen I en VII worden gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 november 2006.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 18 oktober 2006.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 270 van 21.10.2003, blz. 78. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1154/2005 van de Commissie (PB L 187 van 19.7.2005, blz. 11).

(2)  PB L 100 van 20.4.2000, blz. 31. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1068/2005 (PB L 174 van 7.7.2005, blz. 65).

(3)  PB L 88 van 3.4.1990, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1882/2003 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 284 van 31.10.2003, blz. 1).

(4)  PB L 191 van 31.7.1993, blz. 76.

(5)  PB L 352 van 15.12.1987, blz. 1.

(6)  PB L 88 van 3.4.1990, blz. 1.”.


BIJLAGE

De bijlagen I en VII worden als volgt gewijzigd:

1)

Bijlage I wordt vervangen door:

„BIJLAGE I

 

Durumtarwe

Zachte tarwe

Gerst

Maïs

Sorghum

A.

Maximumvochtgehalte

14,5 %

14,5 %

14,5 %

13,5 %

13,5 %

B.

Maximumaandeel aan bestanddelen die geen onberispelijk basisgraan zijn, waaronder:

12 %

12 %

12 %

12 %

12 %

1.

Gebroken korrels

6 %

5 %

5 %

5 %

5 %

2.

Graanbijmengsels (andere dan die genoemd onder 3)

5 %

7 %

12 %

5 %

5 %

waaronder:

 

 

 

 

 

a)

noodrijpe korrels

 

 

 

b)

korrels van andere graansoorten

3 %

 

5 %

c)

door ongedierte aangetaste korrels

 

 

 

 

 

d)

korrels waarvan de kiem kleurafwijkingen vertoont

 

 

e)

tijdens het drogen verhitte korrels

0,50 %

0,50 %

3 %

0,50 %

0,50 %

3.

Gevlekte korrels en/of door fusariose aangetaste korrels

5 %

waarvan:

 

 

 

 

 

door fusariose aangetaste korrels

1,5 %

4.

Gekiemde korrels

4 %

4 %

6 %

6 %

6 %

5.

Uitschot (Schwarzbesatz)

3 %

3 %

3 %

3 %

3 %

waaronder:

 

 

 

 

 

a)

vreemde korrels

 

 

 

 

 

schadelijke

0,10 %

0,10 %

0,10 %

0,10 %

0,10 %

andere

 

 

 

 

 

b)

bedorven korrels:

 

 

 

 

 

door spontane broei en door te hevige droging beschadigde korrels

0,05 %

0,05 %

 

 

 

andere

 

 

 

 

 

c)

onzuiverheden

 

 

 

 

 

d)

kaf

 

 

 

 

 

e)

moederkoren

0,05 %

0,05 %

f)

door brandschimmel aangetaste korrels

 

 

g)

dode insecten en deeltjes van insecten

 

 

 

 

 

C.

Maximumaandeel aan korrels die geheel of zelfs gedeeltelijk hun glazig uiterlijk hebben verloren

27 %

D.

Maximumtanninegehalte (1)

1 %

E.

Minimaal soortelijk gewicht (kg/hl)

78

73

62

71

F.

Minimaal eiwitgehalte (1):

 

 

 

 

 

verkoopseizoen 2000/2001

11,5 %

10 %

verkoopseizoen 2001/2002

11,5 %

10,3 %

verkoopseizoen 2002/2003 en volgende

11,5 %

10,5 %

 

 

 

G.

Minimaal valgetal volgens Hagberg in seconden

220

220

 

 

 

H.

Minimumgetal volgens Zélény (ml)

22

2)

In bijlage VII worden de tabellen I, II en III vervangen door:

„TABEL I

Toeslagen voor het vochtgehalte

Maïs en sorghum

Andere graansoorten dan maïs en sorghum

Vochtgehalte

(%)

Toeslag

(EUR/t)

Vochtgehalte

(%)

Toeslag

(EUR/t)

13,4

0,1

13,3

0,2

13,2

0,3

13,1

0,4

13,0

0,5

12,9

0,6

12,8

0,7

12,7

0,8

12,6

0,9

12,5

1,0

12,4

0,1

12,4

1,1

12,3

0,2

12,3

1,2

12,2

0,3

12,2

1,3

12,1

0,4

12,1

1,4

12,0

0,5

12,0

1,5

11,9

0,6

11,9

1,6

11,8

0,7

11,8

1,7

11,7

0,8

11,7

1,8

11,6

0,9

11,6

1,9

11,5

1

11,5

2,0

11,4

1,1

11,4

2,1

11,3

1,2

11,3

2,2

11,2

1,3

11,2

2,3

11,1

1,4

11,1

2,4

11,0

1,5

11,0

2,5

10,9

1,6

10,9

2,6

10,8

1,7

10,8

2,7

10,7

1,8

10,7

2,8

10,6

1,9

10,6

2,9

10,5

2,0

10,5

3,0

10,4

2,1

10,4

3,1

10,3

2,2

10,3

3,2

10,2

2,3

10,2

3,3

10,1

2,4

10,1

3,4

10,0

2,5

10,0

3,5


TABEL II

Kortingen voor het vochtgehalte

Maïs en sorghum

Andere graansoorten dan maïs en sorghum

Vochtgehalte

(%)

Korting

(EUR/t)

Vochtgehalte

(%)

Korting

(EUR/t)

13,5

1,0

14,5

1,0

13,4

0,8

14,4

0,8

13,3

0,6

14,3

0,6

13,2

0,4

14,2

0,4

13,1

0,2

14,1

0,2


TABEL III

Kortingen voor het soortelijk gewicht

Graansoort

Soortelijk gewicht (kg/hl)

Korting op de prijs

(EUR/t)

Zachte tarwe

Minder dan 76 tot 75

0,5

Minder dan 75 tot 74

1,0

Minder dan 74 tot 73

1,5

Maïs

Minder dan 73 tot 72

0,5

Minder dan 72 tot 71

1,0

Gerst

Minder dan 64 tot 62

1,0”.


(1)  Percentage berekend op de droge stof.”.


20.10.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 290/35


VERORDENING (EG) Nr. 1573/2006 VAN DE COMMISSIE

van 19 oktober 2006

houdende vaststelling van de restituties die van toepassing zijn op bepaalde producten van de sector suiker, uitgevoerd in de vorm van goederen die niet onder bijlage I bij het Verdrag vallen

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad van 20 februari 2006 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (1), en met name op artikel 33, lid 2, onder a), en lid 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig artikel 32, leden 1 en 2, van Verordening (EG) nr. 318/2006 kan het verschil tussen de prijzen van de in artikel 1, lid 1, onder b), c), d) en g), van die verordening bedoelde producten in de internationale handel enerzijds en de prijzen in de Gemeenschap anderzijds door een restitutie bij de uitvoer worden overbrugd wanneer deze producten worden uitgevoerd in de vorm van goederen die in bijlage VII bij die verordening worden genoemd.

(2)

In Verordening (EG) nr. 1043/2005 van de Commissie van 30 juni 2005 houdende tenuitvoerlegging van Verordening (EG) nr. 3448/93 van de Raad wat betreft de regeling aangaande de toekenning van restituties bij uitvoer en de criteria voor de vaststelling van het restitutiebedrag betreffende bepaalde landbouwproducten, uitgevoerd in de vorm van goederen die niet onder bijlage I van het Verdrag vallen (2), is aangegeven voor welke producten een restitutie dient te worden vastgesteld wanneer ze worden uitgevoerd in de vorm van goederen bedoeld in bijlage VII bij Verordening (EG) nr. 318/2006.

(3)

Overeenkomstig artikel 14, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1043/2005 dient de restitutievoet per 100 kg van elk van de betrokken basisproducten maandelijks te worden vastgesteld.

(4)

In artikel 32, lid 4, van Verordening (EG) nr. 318/2006 is bepaald dat de restitutie bij uitvoer van een in een goed verwerkt product niet meer mag bedragen dan de restitutie voor ditzelfde product dat in onverwerkte toestand wordt uitgevoerd.

(5)

De ingevolge deze verordening vastgestelde restituties kunnen vooraf worden vastgesteld, aangezien op dit moment niet bekend is hoe de markt zich de komende maanden zal ontwikkelen.

(6)

De naleving van de verplichtingen die zijn aangegaan met betrekking tot de restituties die kunnen worden toegekend bij de uitvoer van landbouwproducten die zijn verwerkt in niet onder bijlage I bij het Verdrag vallende goederen, kan in het gedrang komen door de vaststelling vooraf van hoge restituties. In deze situatie moeten derhalve vrijwaringsmaatregelen worden genomen zonder dat daardoor de sluiting van langetermijncontracten wordt verhinderd. De vaststelling van een specifieke restitutie voor de voorfixatie van restituties is een maatregel die aan deze verschillende doelstellingen beantwoordt.

(7)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor suiker,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De restituties die van toepassing zijn op de in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1043/2005 en in artikel 1, lid 1, en in lid 1 van artikel 2 van Verordening (EG) nr. 318/2006 opgenomen basisproducten die worden uitgevoerd in de vorm van goederen vermeld in bijlage VII bij Verordening (EG) nr. 318/2006, worden vastgesteld zoals in de bijlage bij deze verordening is aangegeven.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 20 oktober 2006.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 19 oktober 2006.

Voor de Commissie

Günter VERHEUGEN

Vicevoorzitter


(1)  PB L 58 van 28.2.2006, blz. 1.

(2)  PB L 172 van 5.7.2005, blz. 24. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 544/2006 (PB L 94 van 1.4.2006, blz. 24).


BIJLAGE

Restituties die worden toegepast vanaf 20 oktober 2006 voor bepaalde producten van de sector suiker die worden uitgevoerd in de vorm van niet in bijlage I bij het Verdrag vermelde goederen (1)

GN-code

Omschrijving

Restituties in EUR/100 kg

Bij vaststelling vooraf van de restituties

Overige gevallen

1701 99 10

Witte suiker

23,56

23,56


(1)  De in deze bijlage vastgestelde restituties zijn niet van toepassing op de uitvoer naar Bulgarije met ingang van 1 oktober 2004 en naar Roemenië met ingang van 1 december 2005, noch op de goederen die zijn opgenomen in de tabellen I en II bij Protocol nr. 2 bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat van 22 juli 1972 en die met ingang van 1 februari 2005 naar de Zwitserse Bondsstaat of naar het Vorstendom Liechtenstein worden uitgevoerd.


20.10.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 290/37


VERORDENING (EG) Nr. 1574/2006 VAN DE COMMISSIE

van 19 oktober 2006

betreffende de afgifte van certificaten voor de invoer van knoflook voor het kwartaal van 1 december 2006 tot en met 28 februari 2007

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 2200/96 van de Raad van 28 oktober 1996 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector groenten en fruit (1),

Gelet op Verordening (EG) nr. 1870/2005 van de Commissie van 16 november 2005 houdende opening en vaststelling van de wijze van beheer van tariefcontingenten en houdende invoering van een stelsel van invoer- en oorsprongscertificaten voor uit derde landen ingevoerde knoflook (2), en met name op artikel 10, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De hoeveelheden waarvoor in de loop van de eerste vijf werkdagen van oktober 2006 op grond van artikel 8, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1870/2005 door de traditionele importeurs en door de nieuwe importeurs certificaten zijn aangevraagd, overtreffen de beschikbare hoeveelheden voor producten van oorsprong uit China, Argentinië en alle andere derde landen dan China en Argentinië.

(2)

Derhalve moet worden vastgesteld in welke mate de tot en met 16 oktober 2006 aan de Commissie toegezonden certificaataanvragen kunnen worden ingewilligd en moet, per importeurscategorie en per oorsprong van het product, worden bepaald tot welke data de afgifte van certificaten moet worden geschorst,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Invoercertificaataanvragen die op grond van artikel 4, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1870/2005 zijn ingediend in de loop van de eerste vijf werkdagen van oktober 2006 en die aan de Commissie zijn toegezonden tot en met 16 oktober 2006, worden ingewilligd tot de in bijlage I bij deze verordening vermelde percentages van de gevraagde hoeveelheden.

Artikel 2

Voor de betrokken importeurscategorie en de betrokken oorsprong worden de invoercertificaataanvragen op grond van artikel 4, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1870/2005 die betrekking hebben op het kwartaal van 1 december 2006 tot en met 28 februari 2007 en die na de eerste vijf werkdagen van juli en vóór de in bijlage II bij deze verordening genoemde datum zijn ingediend, afgewezen.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op 20 oktober 2006.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 19 oktober 2006.

Voor de Commissie

Jean-Luc DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 297 van 21.11.1996, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 47/2003 van de Commissie (PB L 7 van 11.1.2003, blz. 64).

(2)  PB L 300 van 17.11.2005, blz. 19.


BIJLAGE I

Oorsprong producten

Toekenningspercentages

China

Andere derde landen dan China en Argentinië

Argentinië

Traditionele importeurs

(artikel 3, leden 1 en 3, onder a), van Verordening (EG) nr. 1870/2005)

30,890 %

100 %

50,926 %

Nieuwe importeurs

(artikel 3, leden 2 en 3, onder b), van Verordening (EG) nr. 1870/2005)

0,958 %

100 %

3,113 %

„X”

:

Voor deze oorsprong geen contingent voor het betrokken kwartaal.

„—”

:

Er is de Commissie geen certificaataanvraag toegezonden.


BIJLAGE II

Oorsprong producten

Data

China

Andere derde landen dan China en Argentinië

Argentinië

Traditionele importeurs

(artikel 3, leden 1 en 3, onder a), van Verordening (EG) nr. 1870/2005)

28.2.2007

28.2.2007

28.2.2007

Nieuwe importeurs

(artikel 3, leden 2 en 3, onder b), van Verordening (EG) nr. 1870/2005)

28.2.2007

28.2.2007

28.2.2007


20.10.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 290/39


VERORDENING (EG) Nr. 1575/2006 VAN DE COMMISSIE

van 19 oktober 2006

betreffende de offertes voor de invoer van maïs die zijn meegedeeld in het kader van de openbare inschrijving bedoeld in Verordening (EG) nr. 1421/2006

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1784/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (1), inzonderheid op artikel 12, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Er is een inschrijving voor de maximumverlaging van het recht bij invoer van maïs in Spanje van oorsprong uit derde landen opengesteld bij Verordening (EG) nr. 1421/2006 van de Commissie (2).

(2)

Overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1839/95 van de Commissie (3), kan de Commissie volgens de procedure van artikel 25 van Verordening (EG) nr. 1784/2003 op grond van de meegedeelde offertes besluiten niet tot toewijzing over te gaan.

(3)

Met name rekening houdend met de in de artikelen 6 en 7 van Verordening (EG) nr. 1839/95 genoemde criteria, is het niet wenselijk een maximumverlaging van het recht vast te stellen.

(4)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor granen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Er wordt geen gevolg gegeven aan de offertes die van 13 tot en met 19 oktober 2006 zijn meegedeeld in het kader van de in Verordening (EG) nr. 1421/2006 bedoelde inschrijving voor de verlaging van het recht bij invoer van maïs.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 20 oktober 2006.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 19 oktober 2006.

Voor de Commissie

Jean-Luc DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 270 van 21.10.2003, blz. 78. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1154/2005 van de Commissie (PB L 187 van 19.7.2005, blz. 11).

(2)  PB L 269 van 28.9.2006, blz. 6.

(3)  PB L 177 van 28.7.1995, blz. 4. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1558/2005 (PB L 249 van 24.9.2005, blz. 6).


20.10.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 290/40


VERORDENING (EG) Nr. 1576/2006 VAN DE COMMISSIE

van 19 oktober 2006

betreffende de offertes voor de uitvoer van zachte tarwe die zijn meegedeeld in het kader van de openbare inschrijving bedoeld in Verordening (EG) nr. 936/2006

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1784/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (1), en met name op artikel 13, lid 3, eerste alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 936/2006 van de Commissie (2) is een inschrijving voor de restitutie bij uitvoer van zachte tarwe naar bepaalde derde landen opengesteld.

(2)

Overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1501/95 van de Commissie van 29 juni 1995 tot vaststelling van enkele toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 1766/92 van de Raad voor wat de toekenning, in de graansector, van uitvoerrestituties en van bij verstoring van de graanmarkt te treffen maatregelen betreft (3) kan de Commissie op grond van de meegedeelde offertes besluiten niet tot toewijzing over te gaan.

(3)

Het is, met name rekening houdend met de in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 1501/95 genoemde criteria, niet wenselijk een maximumrestitutie vast te stellen.

(4)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor granen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Er wordt geen gevolg gegeven aan de offertes die van 13 tot en met 19 oktober 2006 zijn meegedeeld in het kader van de in Verordening (EG) nr. 936/2006 bedoelde inschrijving voor de restitutie bij uitvoer van zachte tarwe.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 20 oktober 2006.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 19 oktober 2006.

Voor de Commissie

Jean-Luc DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 270 van 21.10.2003, blz. 78. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1154/2005 van de Commissie (PB L 187 van 19.7.2005, blz. 11).

(2)  PB L 172 van 24.6.2006, blz. 6.

(3)  PB L 147 van 30.6.1995, blz. 7. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 777/2004 (PB L 123 van 27.4.2004, blz. 50).


II Besluiten waarvan de publicatie niet voorwaarde is voor de toepassing

Commissie

20.10.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 290/41


BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 19 oktober 2006

tot vaststelling, voor het wijnoogstjaar 2006/2007, van de indicatieve financiële toewijzingen per lidstaat, voor een bepaald aantal hectaren, voor de herstructurering en omschakeling van wijngaarden overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1493/1999 van de Raad

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2006) 4884)

(Slechts de teksten in de Spaanse, Tsjechische, Duitse, Engelse, Griekse, Franse, Italiaanse, Hongaarse, Portugese, Slowaakse en Sloveense taal zijn authentiek)

(Voor de EER relevante tekst)

(2006/701/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1493/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt (1), en met name op artikel 14, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De regels met betrekking tot de herstructurering en omschakeling van wijngaarden zijn vastgesteld in Verordening (EG) nr. 1493/1999 en Verordening (EG) nr. 1227/2000 van de Commissie van 31 mei 2000 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 1493/1999 van de Raad houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt, inzonderheid met betrekking tot het productiepotentieel (2).

(2)

Bij de in Verordening (EG) nr. 1227/2000 vastgestelde uitvoeringsbepalingen voor de financiële planning en voor de deelneming in de financiering van de regeling voor herstructurering en omschakeling is bepaald dat de verwijzingen naar een begrotingsjaar gelden als verwijzingen naar betalingen die de lidstaten van 16 oktober tot en met 15 oktober van het daaropvolgende jaar daadwerkelijk hebben verricht.

(3)

Overeenkomstig artikel 14, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1493/1999 wordt bij de toewijzing van de financiële middelen aan de lidstaten terdege rekening gehouden met het aandeel van de betrokken lidstaat in het wijnbouwoppervlak in de Gemeenschap.

(4)

Met het oog op de toepassing van artikel 14, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1493/1999 is het van belang dat de financiële toewijzingen voor een bepaald aantal hectaren worden verleend.

(5)

Krachtens artikel 13, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1493/1999 is de deelname van de Gemeenschap in de herstructurerings- en omschakelingskosten hoger in de regio's die overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen met betrekking tot de structuurfondsen (3) als doelstelling 1-regio's worden aangemerkt.

(6)

Er dient rekening te worden gehouden met de compensatie voor het inkomstenverlies dat wijnbouwers lijden tijdens de periode waarin de wijngaarden nog niet in productie zijn.

(7)

In artikel 17, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1227/2000 is vastgesteld dat, indien de werkelijke uitgaven van een lidstaat voor een bepaald begrotingsjaar lager zijn dan een drempel van 75 % van de oorspronkelijke toewijzing, de voor het volgende begrotingsjaar te erkennen uitgaven en de daarmee overeenstemmende totale oppervlakte worden verlaagd met een derde van het verschil tussen deze drempel en de werkelijke uitgaven in de loop van dat begrotingsjaar. Deze bepaling is voor het wijnoogstjaar 2006/2007 van toepassing op Hongarije, waar de uitgaven voor het begrotingsjaar 2006 slechts 34 % van de oorspronkelijke toewijzing bedragen, op Slowakije, waar de uitgaven slechts 15 % van de oorspronkelijke toewijzing bedragen, en op Tsjechië, waar geen uitgaven zijn gedaan.

(8)

Overeenkomstig artikel 14, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1493/1999 wordt de eerste toewijzing aangepast aan de werkelijke uitgaven en aan de hand van door de lidstaten ingediende herziene uitgavenramingen, waarbij met het doel van de regeling en met de beschikbare middelen rekening wordt gehouden,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

De indicatieve financiële toewijzingen aan de betrokken lidstaten, voor het wijnoogstjaar 2006/2007 en voor een bepaald aantal hectaren, voor de herstructurering en omschakeling van wijngaarden overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1493/1999 worden vastgesteld in de bijlage bij deze beschikking.

Artikel 2

Deze beschikking is gericht tot de Tsjechische Republiek, de Bondsrepubliek Duitsland, de Helleense Republiek, het Koninkrijk Spanje, de Franse Republiek, de Italiaanse Republiek, de Republiek Cyprus, het Groothertogdom Luxemburg, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Oostenrijk, de Portugese Republiek, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek.

Gedaan te Brussel, 19 oktober 2006.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 179 van 14.7.1999, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2165/2005 (PB L 345 van 28.12.2005, blz. 1).

(2)  PB L 143 van 16.6.2000, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1216/2005 (PB L 199 van 29.7.2005, blz. 32).

(3)  PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 173/2005 (PB L 29 van 2.2.2005, blz. 3).


BIJLAGE

Indicatieve financiële toewijzingen voor het wijnoogstjaar 2006/2007

Lidstaat

Oppervlakte (ha)

Financiële toewijzing

(EUR)

Tsjechië

1 214

2 869 670

Duitsland

1 906

12 690 042

Griekenland

1 118

8 725 230

Spanje

19 567

159 524 473

Frankrijk

12 734

110 973 729

Italië

13 056

99 825 428

Cyprus

150

2 033 953

Luxemburg

11

84 000

Hongarije

1 211

9 688 862

Malta

16

107 545

Oostenrijk

1 066

6 449 988

Portugal

3 918

32 626 123

Slovenië

122

2 400 955

Slowakije

400

2 000 000

Totaal

56 489

450 000 000