ISSN 1725-2598

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 279

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

49e jaargang
11 oktober 2006


Inhoud

 

I   Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing

Bladzijde

 

*

Verordening (EG) nr. 1491/2006 van de Raad van 10 oktober 2006 betreffende de sluiting van de Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling inzake de verlenging van het Protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie als bedoeld in de Overeenkomst tussen de regering van de Republiek Guinee-Bissau en de Europese Economische Gemeenschap inzake de visserij voor de kust van Guinee-Bissau, voor de periode van 16 juni 2006 tot en met 15 juni 2007

1

 

 

Verordening (EG) nr. 1492/2006 van de Commissie van 10 oktober 2006 tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

3

 

*

Verordening (EG) nr. 1493/2006 van de Commissie van 9 oktober 2006 tot vaststelling van een verbod op de visserij op haring in de communautaire, Noorse en internationale wateren van de ICES-deelgebieden I en II door vaartuigen die de vlag van het Verenigd Koninkrijk voeren

5

 

 

Verordening (EG) nr. 1494/2006 van de Commissie van 10 oktober 2006 tot wijziging van de bij Verordening (EG) nr. 1002/2006 voor het verkoopseizoen 2006/2007 vastgestelde representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor bepaalde producten van de sector suiker

7

 

 

Verordening (EG) nr. 1495/2006 van de Commissie van 10 oktober 2006 tot vaststelling van de uitvoerrestituties in de sector slachtpluimvee

9

 

 

Verordening (EG) nr. 1496/2006 van de Commissie van 10 oktober 2006 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1475/2006 tot vaststelling van de restituties bij uitvoer van witte en ruwe suiker in ongewijzigde staat

11

 

 

Verordening (EG) nr. 1497/2006 van de Commissie van 10 oktober 2006 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1428/2006 tot vaststelling van de restituties bij uitvoer van stropen en bepaalde andere producten van de suikersector in ongewijzigde staat

13

 

 

Verordening (EG) nr. 1498/2006 van de Commissie van 10 oktober 2006 houdende wijziging van de restituties die worden toegepast voor bepaalde producten van de sector suiker die worden uitgevoerd in de vorm van niet in bijlage I van het Verdrag vermelde goederen

15

 

 

Verordening (EG) nr. 1499/2006 van de Commissie van 10 oktober 2006 betreffende de afgifte van invoercertificaten voor vers, gekoeld of bevroren rundvlees van hoge kwaliteit

17

 

 

Verordening (EG) nr. 1500/2006 van de Commissie van 10 oktober 2006 tot vaststelling van de representatieve prijzen in de sectoren slachtpluimvee en eieren, alsmede van ovoalbumine, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1484/95

18

 

 

Verordening (EG) nr. 1501/2006 van de Commissie van 10 oktober 2006 tot vaststelling van de uitvoerrestituties in de sector rundvlees

20

 

 

II   Besluiten waarvan de publicatie niet voorwaarde is voor de toepassing

 

 

Commissie

 

*

Beschikking van de Commissie van 6 oktober 2006 tot wijziging van Beschikking 2003/858/EG met betrekking tot de lijst van gebieden van waaruit de invoer van bepaalde soorten levende vis en eieren en gameten daarvan, bestemd voor de kweek in de Europese Gemeenschap is toegestaan (Kennisgeving geschied onder nummer C(2006) 4361)  ( 1 )

24

 

*

Besluit van de Commissie van 10 oktober 2006 tot wijziging van de aanpassingscoëfficiënten die met ingang van 1 augustus 2005, 1 september 2005, 1 oktober 2005, 1 november 2005, 1 december 2005 en 1 januari 2006 van toepassing zijn op de bezoldigingen van de ambtenaren, tijdelijke functionarissen en arbeidscontractanten van de Europese Gemeenschappen die in derde landen werkzaam zijn

27

 

 

Rectificaties

 

*

Rectificatie van Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad van 29 september 2003 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers en houdende wijziging van de Verordeningen (EEG) nr. 2019/93, (EG) nr. 1452/2001, (EG) nr. 1453/2001, (EG) nr. 1454/2001, (EG) nr. 1868/94, (EG) nr. 1251/1999, (EG) nr. 1254/1999, (EG) nr. 1673/2000, (EEG) nr. 2358/71 en (EG) nr. 2529/2001 (PB L 270 van 21.10.2003)

30

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


I Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing

11.10.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 279/1


VERORDENING (EG) Nr. 1491/2006 VAN DE RAAD

van 10 oktober 2006

betreffende de sluiting van de Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling inzake de verlenging van het Protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie als bedoeld in de Overeenkomst tussen de regering van de Republiek Guinee-Bissau en de Europese Economische Gemeenschap inzake de visserij voor de kust van Guinee-Bissau, voor de periode van 16 juni 2006 tot en met 15 juni 2007

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 37, in samenhang met artikel 300, lid 2 en lid 3, eerste alinea,

Gelet op het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement (1),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In artikel 17 van de Overeenkomst tussen de regering van de Republiek Guinee-Bissau en de Europese Economische Gemeenschap inzake de visserij voor de kust van Guinee-Bissau (2), verbinden de overeenkomstsluitende partijen zich ertoe om, vóór het verstrijken van de geldigheidsduur van het aan de overeenkomst gehechte protocol, onderhandelingen te voeren om in gemeenschappelijk overleg de inhoud van het protocol voor de volgende periode vast te stellen en, eventueel, te bepalen welke wijzigingen of aanvullingen in de bijlage moeten worden aangebracht.

(2)

Het huidige protocol is goedgekeurd bij Verordening (EG) nr. 249/2002 van de Raad (3) en gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 829/2004 van de Raad (4). De overeenkomstsluitende partijen hebben nu besloten het protocol met een jaar te verlengen, bij overeenkomst in de vorm van een briefwisseling, in afwachting dat onderhandelingen worden gevoerd over de in het protocol aan te brengen wijzigingen.

(3)

Het is in het belang van de Gemeenschap die verlenging goed te keuren.

(4)

De in het kader van het afgelopen protocol bepaalde sleutel voor de verdeling van de vangstmogelijkheden over de lidstaten moet worden bevestigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling inzake de verlenging van het Protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie als bedoeld in de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de regering van de Republiek Guinee-Bissau inzake de visserij voor de kust van Guinee-Bissau, voor de periode van 16 juni 2006 tot en met 15 juni 2007 (5), wordt door de Gemeenschap goedgekeurd.

Artikel 2

1.   De in het protocol vastgestelde vangstmogelijkheden worden als volgt verdeeld over de volgende lidstaten:

a)

visserij op garnalen:

Italië

1 776 BT

Spanje

1 421 BT

Portugal

1 066 BT

Griekenland

137 BT

b)

visserij op vis/koppotigen:

Spanje

3 143 BT

Italië

786 BT

Griekenland

471 BT

c)

tonijnvisserij met de zegen:

Spanje

20 vaartuigen

Frankrijk

19 vaartuigen

Italië

1 vaartuig

d)

visserij met de hengel en met de drijvende beug:

Spanje

21 vaartuigen

Frankrijk

5 vaartuigen

Portugal

4 vaartuigen.

2.   Als met de vergunningsaanvragen van de in lid 1 vermelde lidstaten niet alle in het protocol vastgestelde vangstmogelijkheden worden benut, kan de Commissie vergunningsaanvragen van andere lidstaten in overweging nemen.

Artikel 3

De lidstaten waarvan vissersvaartuigen in het kader van de onderhavige overeenkomst vissen, dienen de in de visserijzone van Guinee-Bissau van elk bestand gevangen hoeveelheden aan de Commissie te melden overeenkomstig de bepalingen van Verordening (EG) nr. 500/2001van de Commissie van 14 maart 2001 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EEG) nr. 2847/93 van de Raad wat betreft de controle op de vangsten van de vissersvaartuigen van de Gemeenschap in de wateren van derde landen en in volle zee (6).

Artikel 4

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Luxemburg, 10 oktober 2006.

Voor de Raad

De voorzitter

H. HEINÄLUOMA


(1)  Nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad.

(2)  PB L 226 van 29.8.1980, blz. 34. Overeenkomst laatstelijk gewijzigd bij het protocol voor de periode van 16 juni 2001 tot en met 15 juni 2006 (PB L 19 van 22.1.2002, blz. 35).

(3)  PB L 40 van 12.2.2002, blz. 1.

(4)  PB L 127 van 29.4.2004, blz. 25.

(5)  PB L 200 van 22.7.2006, blz. 9.

(6)  PB L 73 van 15.3.2001, blz. 8.


11.10.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 279/3


VERORDENING (EG) Nr. 1492/2006 VAN DE COMMISSIE

van 10 oktober 2006

tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 3223/94 van de Commissie van 21 december 1994 houdende uitvoeringsbepalingen van de invoerregeling voor groenten en fruit (1), en met name op artikel 4, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In Verordening (EG) nr. 3223/94 zijn op grond van de multilaterale handelsbesprekingen in het kader van de Uruguayronde de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de periodes die in de bijlage bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt.

(2)

Op grond van de bovenvermelde criteria moeten de forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld op de in de bijlage bij deze verordening vermelde niveaus,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 3223/94 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld zoals aangegeven in de tabel in de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 11 oktober 2006.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 10 oktober 2006.

Voor de Commissie

Jean-Luc DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 337 van 24.12.1994, blz. 66. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 386/2005 (PB L 62 van 9.3.2005, blz. 3).


BIJLAGE

bij de verordening van de Commissie van 10 oktober 2006 tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

(EUR/100 kg)

GN-code

Code derde landen (1)

Forfaitaire invoerwaarde

0702 00 00

052

72,1

096

43,7

999

57,9

0707 00 05

052

88,5

999

88,5

0709 90 70

052

86,0

999

86,0

0805 50 10

052

55,5

388

61,7

524

56,2

528

58,0

999

57,9

0806 10 10

052

99,0

096

48,4

400

178,4

624

137,8

999

115,9

0808 10 80

388

82,9

400

103,3

508

74,9

512

79,2

720

74,9

800

149,8

804

99,7

999

95,0

0808 20 50

052

114,0

720

56,3

999

85,2


(1)  Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 750/2005 van de Commissie (PB L 126 van 19.5.2005, blz. 12). De code „999” staat voor „andere oorsprong”.


11.10.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 279/5


VERORDENING (EG) Nr. 1493/2006 VAN DE COMMISSIE

van 9 oktober 2006

tot vaststelling van een verbod op de visserij op haring in de communautaire, Noorse en internationale wateren van de ICES-deelgebieden I en II door vaartuigen die de vlag van het Verenigd Koninkrijk voeren

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 2371/2002 van de Raad van 20 december 2002 inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid (1), en met name op artikel 26, lid 4,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 2847/93 van de Raad van 12 oktober 1993 tot invoering van een controleregeling voor het gemeenschappelijk visserijbeleid (2), en met name op artikel 21, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De quota voor 2006 zijn vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 51/2006 van de Raad van 22 december 2005 tot vaststelling, voor 2006, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de Gemeenschap en, voor vaartuigen van de Gemeenschap, in andere wateren met vangstbeperkingen van toepassing zijn, en tot vaststelling van de bij de visserij in acht te nemen voorschriften (3).

(2)

Uit door de Commissie ontvangen informatie blijkt dat, gezien de vangsten van het in de bijlage bij deze verordening vermelde bestand door vaartuigen die de vlag van de in die bijlage vermelde lidstaat voeren of daar geregistreerd zijn, de betrokken, voor 2006 toegewezen quota volledig zijn opgebruikt.

(3)

Derhalve moet het worden verboden op dit bestand te vissen en vis uit dit bestand aan boord te houden, over te laden en aan te voeren,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Het opgebruiken van het quotum

Het quotum dat voor 2006 aan de in de bijlage bij deze verordening genoemde lidstaat is toegewezen voor de visserij op het in die bijlage vermelde bestand, wordt met ingang van de in die bijlage opgenomen datum als opgebruikt beschouwd.

Artikel 2

Verbod

De visserij op het in de bijlage bij deze verordening vermelde bestand door vaartuigen die de vlag van de in die bijlage genoemde lidstaat voeren of daar geregistreerd zijn, is verboden met ingang van de in die bijlage opgenomen datum. Het is verboden om vis uit dit bestand die vanaf die datum door deze vaartuigen is gevangen, aan boord te hebben, over te laden of aan te voeren.

Artikel 3

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 9 oktober 2006.

Voor de Commissie

Jörgen HOLMQUIST

Directeur-generaal Visserij en maritieme zaken


(1)  PB L 358 van 31.12.2002, blz. 59.

(2)  PB L 261 van 20.10.1993, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 768/2005 (PB L 128 van 21.5.2005, blz. 1).

(3)  PB L 16 van 20.1.2006, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1262/2006 van de Commissie (PB L 230 van 24.8.2006, blz. 4).


BIJLAGE

Nr.

34

Lidstaat

Verenigd Koninkrijk

Bestand

HER/1/2.

Soort

Haring (Clupea harengus)

Zone

Communautaire, Noorse en internationale wateren van de ICES-deelgebieden I en II

Datum

18 september 2006


11.10.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 279/7


VERORDENING (EG) Nr. 1494/2006 VAN DE COMMISSIE

van 10 oktober 2006

tot wijziging van de bij Verordening (EG) nr. 1002/2006 voor het verkoopseizoen 2006/2007 vastgestelde representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor bepaalde producten van de sector suiker

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad van 20 februari 2006 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (1),

Gelet op Verordening (EG) nr. 951/2006 van de Commissie van 30 juni 2006 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad, wat betreft de handel met derde landen in de sector suiker (2), en met name op artikel 36,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De representatieve prijzen en de aanvullende invoerrechten voor witte suiker, ruwe suiker en bepaalde stropen voor het verkoopseizoen 2006/2007 zijn vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1002/2006 van de Commissie (3). Deze prijzen en rechten zijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1410/2006 van de Commissie (4).

(2)

De bovenbedoelde prijzen en invoerrechten moeten op grond van de gegevens waarover de Commissie nu beschikt, overeenkomstig het bepaalde in Verordening (EG) nr. 951/2006 worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De bij Verordening (EG) nr. 1002/2006 voor het verkoopseizoen 2006/2007 vastgestelde representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor de in artikel 36 van Verordening (EG) nr. 951/2006 bedoelde producten worden gewijzigd zoals aangegeven in de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 11 oktober 2006.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 10 oktober 2006.

Voor de Commissie

Jean-Luc DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 55 van 28.2.2006, blz. 1.

(2)  PB L 178 van 1.7.2006, blz. 24.

(3)  PB L 179 van 1.7.2006, blz. 36.

(4)  PB L 265 van 26.9.2006, blz. 16.


BIJLAGE

Met ingang van 11 oktober 2006 geldende gewijzigde representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor witte suiker, ruwe suiker en de producten van GN-code 1702 90 99

(EUR)

GN-code

Representatieve prijs per 100 kg nettogewicht van het betrokken product

Aanvullend invoerrecht per 100 kg nettogewicht van het betrokken product

1701 11 10 (1)

22,21

5,20

1701 11 90 (1)

22,21

10,43

1701 12 10 (1)

22,21

5,01

1701 12 90 (1)

22,21

10,00

1701 91 00 (2)

31,41

9,53

1701 99 10 (2)

31,41

5,01

1701 99 90 (2)

31,41

5,01

1702 90 99 (3)

0,31

0,34


(1)  Vastgesteld voor de standaardkwaliteit als gedefinieerd in bijlage I, punt III, bij Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad (PB L 58 van 28.2.2006, blz. 1).

(2)  Vastgesteld voor de standaardkwaliteit als gedefinieerd in bijlage I, punt II, bij Verordening (EG) nr. 318/2006.

(3)  Vastgesteld per procentpunt sacharosegehalte.


11.10.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 279/9


VERORDENING (EG) Nr. 1495/2006 VAN DE COMMISSIE

van 10 oktober 2006

tot vaststelling van de uitvoerrestituties in de sector slachtpluimvee

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 2777/75 van de Raad van 29 oktober 1975 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector slachtpluimvee (1), en met name op artikel 8, lid 3, derde alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In artikel 8, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2777/75 is bepaald dat het verschil tussen de wereldmarktprijs voor de in artikel 1, lid 1, van die verordening genoemde producten en de prijs voor deze producten op de markt van de Gemeenschap kan worden overbrugd door een restitutie bij de uitvoer.

(2)

Gezien de huidige marktsituatie in de sector slachtpluimvee moeten derhalve uitvoerrestituties worden vastgesteld overeenkomstig de in artikel 8 van Verordening (EEG) nr. 2777/75 vastgestelde voorschriften en criteria.

(3)

Krachtens artikel 8, lid 3, tweede alinea, van Verordening (EEG) nr. 2777/75 kan de restitutie variëren naar gelang van de bestemming, indien de situatie op de wereldmarkt of de specifieke vereisten van bepaalde markten dat noodzakelijk maakt of maken.

(4)

Restituties mogen uitsluitend worden toegekend voor producten die vrij in de Gemeenschap kunnen circuleren en die zijn voorzien van een identificatiemerk zoals bedoeld in artikel 5, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong (2). Deze producten moeten ook voldoen aan het bepaalde in Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne (3).

(5)

De in het kader van de Europaovereenkomsten tussen de Europese Gemeenschap en Roemenië en Bulgarije gevoerde onderhandelingen beogen met name de liberalisering van de handel in producten die onder de gemeenschappelijke marktordening voor de betrokken sector vallen. De uitvoerrestituties voor die twee landen moeten derhalve worden afgeschaft.

(6)

Het Comité van beheer voor slachtpluimvee en eieren heeft geen advies uitgebracht binnen de door zijn voorzitter bepaalde termijn,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   De in artikel 8 van Verordening (EEG) nr. 2777/75 bedoelde uitvoerrestituties worden toegekend voor de producten en met toepassing van de bedragen die zijn vastgesteld in de bijlage bij de onderhavige verordening, op voorwaarde dat aan het bepaalde in lid 2 van het onderhavige artikel wordt voldaan.

2.   De op grond van lid 1 voor een restitutie in aanmerking komende producten moeten voldoen aan de desbetreffende eisen van de Verordeningen (EG) nr. 852/2004 en (EG) nr. 853/2004, namelijk dat zij zijn vervaardigd in een erkende inrichting en dat zij voldoen aan de in bijlage II, sectie I, bij Verordening (EG) nr. 853/2004 vastgestelde bepalingen inzake identificatiemerken.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 11 oktober 2006.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 10 oktober 2006.

Voor de Commissie

Jean-Luc DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 282 van 1.11.1975, blz. 77. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 679/2006 (PB L 119 van 4.5.2006, blz. 1).

(2)  PB L 139 van 30.4.2004, blz. 55; gerectificeerd in PB L 226 van 25.6.2004, blz. 22.

(3)  PB L 139 van 30.4.2004, blz. 1; gerectificeerd in PB L 226 van 25.6.2004, blz. 3.


BIJLAGE

Uitvoerrestituties in de sector slachtpluimvee voor de periode vanaf 11 oktober 2006

Productcode

Bestemming

Meeteenheid

Restitutiebedrag

0105 11 11 9000

V02

EUR/100 pcs

0,8

0105 11 19 9000

V02

EUR/100 pcs

0,8

0105 11 91 9000

V02

EUR/100 pcs

0,8

0105 11 99 9000

V02

EUR/100 pcs

0,8

0105 12 00 9000

V02

EUR/100 pcs

1,6

0105 19 20 9000

V02

EUR/100 pcs

1,6

0207 12 10 9900

V03

EUR/100 kg

31,0

0207 12 90 9190

V03

EUR/100 kg

31,0

0207 12 90 9990

V03

EUR/100 kg

31,0

NB: De codes van de producten en de codes van de bestemmingen serie „A” zijn vastgesteld in Verordening (EEG) nr. 3846/87 van de Commissie (PB L 366 van 24.12.1987, blz. 1), zoals gewijzigd.

De numerieke codes voor de bestemmingen zijn vastgesteld in Verordening (EG) nr. 750/2005 van de Commissie (PB L 126 van 19.5.2005, blz. 12).

De andere bestemmingen worden als volgt vastgesteld:

V02

Alle bestemmingen, uitgezonderd Bulgarije, Roemenië en de Verenigde Staten van Amerika.

V03

A24, Angola, Saudi-Arabië, Koeweit, Bahrein, Qatar, Oman, Verenigde Arabische Emiraten, Jordanië, Jemen, Libanon, Irak en Iran.


11.10.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 279/11


VERORDENING (EG) Nr. 1496/2006 VAN DE COMMISSIE

van 10 oktober 2006

houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1475/2006 tot vaststelling van de restituties bij uitvoer van witte en ruwe suiker in ongewijzigde staat

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad van 20 februari 2006 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (1), en met name op artikel 33, lid 2, vierde alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De met ingang van 6 oktober 2006 geldende uitvoerrestituties voor de in artikel 1, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 318/2006 genoemde producten zijn vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1475/2006 (2).

(2)

In het licht van aanvullende informatie waarover de Commissie beschikt, met name met betrekking tot de wijziging in de verhouding tussen de prijzen op de interne markt en die op de wereldmarkt, moeten de momenteel geldende uitvoerrestituties worden aangepast.

(3)

Verordening (EG) nr. 1475/2006 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De bijlage bij Verordening (EG) nr. 1475/2006 wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 11 oktober 2006.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 10 oktober 2006.

Voor de Commissie

Jean-Luc DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 58 van 28.2.2006, blz. 1.

(2)  PB L 275 van 6.10.2006, blz. 45.


BIJLAGE

Restituties bij uitvoer van witte suiker en ruwe suiker in ongewijzigde staat van toepassing met ingang van 11 oktober 2006 (1)

GN-code

Bestemming

Meeteenheid

Restitutiebedrag

1701 11 90 9100

S00

EUR/100 kg

24,36 (2)

1701 11 90 9910

S00

EUR/100 kg

24,36 (2)

1701 12 90 9100

S00

EUR/100 kg

24,36 (2)

1701 12 90 9910

S00

EUR/100 kg

24,36 (2)

1701 91 00 9000

S00

EUR/1 % sacharose × 100 kg nettoproduct

0,2648

1701 99 10 9100

S00

EUR/100 kg

26,48

1701 99 10 9910

S00

EUR/100 kg

26,48

1701 99 10 9950

S00

EUR/100 kg

26,48

1701 99 90 9100

S00

EUR/1 % sacharose × 100 kg nettoproduct

0,2648

NB: De bestemmingen zijn als volgt vastgesteld:

S00

:

alle bestemmingen, met uitzondering van Albanië, Kroatië, Bosnië en Herzegovina, Bulgarije, Roemenië, Servië, Montenegro, Kosovo en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië.


(1)  De in deze bijlage vastgestelde restituties zijn niet van toepassing met ingang van 1 februari 2005 overeenkomstig Besluit 2005/45/EG van de Raad van 22 december 2004 betreffende het sluiten en de voorlopige toepassing van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat tot wijziging van de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat van 22 juli 1972, wat de bepalingen betreffende verwerkte landbouwproducten betreft (PB L 23 van 26.1.2005, blz. 17).

(2)  Dit bedrag geldt voor ruwe suiker met een rendement van 92 %. Indien het rendement van de geëxporteerde ruwe suiker afwijkt van 92 %, wordt het bedrag van de toe te passen restitutie voor elke betrokken uitvoertransactie vermenigvuldigd met een omrekeningsfactor die wordt verkregen door het overeenkomstig bijlage I, punt III, punt 3, van Verordening (EG) nr. 318/2006 berekende rendement van de geëxporteerde ruwe suiker te delen door 92.


11.10.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 279/13


VERORDENING (EG) Nr. 1497/2006 VAN DE COMMISSIE

van 10 oktober 2006

houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1428/2006 tot vaststelling van de restituties bij uitvoer van stropen en bepaalde andere producten van de suikersector in ongewijzigde staat

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad van 20 februari 2006 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (1), en met name op artikel 33, lid 2, vierde alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 1428/2006 van de Commissie (2) zijn met ingang van 29 september 2006 uitvoerrestituties vastgesteld voor de in artikel 1, lid 1, onder c), d) en g), van Verordening (EG) nr. 318/2006 bedoelde producten.

(2)

In het licht van voor de Commissie beschikbare aanvullende gegevens over met name de veranderde verhouding tussen de prijzen op de interne markt en die op de wereldmarkt is het noodzakelijk thans geldende uitvoerrestituties aan te passen.

(3)

Verordening (EG) nr. 1428/2006 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De bijlage bij Verordening (EG) nr. 1428/2006 wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 11 oktober 2006.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 10 oktober 2006.

Voor de Commissie

Jean-Luc DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 58 van 28.2.2006, blz. 1.

(2)  PB L 270 van 29.9.2006, blz. 46.


BIJLAGE

Met ingang van 11 oktober 2006 geldende restituties bij uitvoer van stropen en bepaalde andere producten van de suikersector in onveranderde vorm (1)

GN-code

Bestemming

Meeteenheid

Restitutiebedrag

1702 40 10 9100

S00

EUR/100 kg droge stof

26,48

1702 60 10 9000

S00

EUR/100 kg droge stof

26,48

1702 60 95 9000

S00

EUR/1 % sacharose × 100 kg nettoproduct

0,2648

1702 90 30 9000

S00

EUR/100 kg droge stof

26,48

1702 90 60 9000

S00

EUR/1 % sacharose × 100 kg nettoproduct

0,2648

1702 90 71 9000

S00

EUR/1 % sacharose × 100 kg nettoproduct

0,2648

1702 90 99 9900

S00

EUR/1 % sacharose × 100 kg nettoproduct

0,2648 (2)

2106 90 30 9000

S00

EUR/100 kg droge stof

26,48

2106 90 59 9000

S00

EUR/1 % sacharose × 100 kg nettoproduct

0,2648

NB: De bestemmingen zijn als volgt vastgesteld:

S00

:

alle bestemmingen, met uitzondering van Albanië, Kroatië, Bosnië en Herzegovina, Bulgarije, Roemenië, Servië, Montenegro, Kosovo en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië.


(1)  De in deze bijlage vastgestelde restituties zijn niet van toepassing met ingang van 1 februari 2005 overeenkomstig Besluit 2005/45/EG van de Raad van 22 december 2004 betreffende het sluiten en de voorlopige toepassing van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat tot wijziging van de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat van 22 juli 1972, wat de bepalingen betreffende verwerkte landbouwproducten betreft (PB L 23 van 26.1.2005, blz. 17).

(2)  Het basisbedrag is niet van toepassing op het in de bijlage, punt 2, van Verordening (EEG) nr. 3513/92 van de Commissie (PB L 355 van 5.12.1992, blz. 12) bedoelde product.


11.10.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 279/15


VERORDENING (EG) Nr. 1498/2006 VAN DE COMMISSIE

van 10 oktober 2006

houdende wijziging van de restituties die worden toegepast voor bepaalde producten van de sector suiker die worden uitgevoerd in de vorm van niet in bijlage I van het Verdrag vermelde goederen

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad van 20 februari 2006 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (1), en met name op artikel 33, lid 2, onder a), en lid 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De restitutiebedragen welke met ingang van 29 september 2006 worden toegepast op de in de bijlage bedoelde producten, uitgevoerd in de vorm van niet in bijlage I van het Verdrag vermelde goederen, zijn vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1433/2006 van de Commissie (2).

(2)

Toepassing van de regels en criteria welke zijn aangehaald in Verordening (EG) nr. 1433/2006 op de gegevens waarover de Commissie op het huidige tijdstip beschikt, geeft aanleiding tot wijziging van de op dit tijdstip geldende restituties in de zin als vermeld in de bijlage bij deze verordening,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De restitutiebedragen die zijn vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1433/2006 worden gewijzigd zoals in de bijlage van deze verordening aangegeven.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 11 oktober 2006.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 10 oktober 2006.

Voor de Commissie

Günter VERHEUGEN

Vicevoorzitter


(1)  PB L 58 van 28.2.2006, blz. 1.

(2)  PB L 270 van 29.9.2006, blz. 58.


BIJLAGE

Restituties die worden toegepast vanaf 11 oktober 2006 voor bepaalde producten van de sector suiker die worden uitgevoerd in de vorm van niet in bijlage I bij het Verdrag vermelde goederen (1)

GN-code

Omschrijving

Restituties in EUR/100 kg

Bij vaststelling vooraf van de restituties

Overige gevallen

1701 99 10

Witte suiker

26,48

26,48


(1)  De in deze bijlage vastgestelde restituties zijn niet van toepassing op de uitvoer naar Bulgarije met ingang van 1 oktober 2004 en naar Roemenië met ingang van 1 december 2005, noch op de goederen die zijn opgenomen in de tabellen I en II bij Protocol nr. 2 bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat van 22 juli 1972 en die met ingang van 1 februari 2005 naar de Zwitserse Bondsstaat of naar het Vorstendom Liechtenstein worden uitgevoerd.


11.10.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 279/17


VERORDENING (EG) Nr. 1499/2006 VAN DE COMMISSIE

van 10 oktober 2006

betreffende de afgifte van invoercertificaten voor vers, gekoeld of bevroren rundvlees van hoge kwaliteit

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1254/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees (1),

Gelet op Verordening (EG) nr. 936/97 van de Commissie van 27 mei 1997 betreffende de opening en de wijze van beheer van tariefcontingenten voor vers, gekoeld of bevroren rundvlees van hoge kwaliteit en voor bevroren buffelvlees (2),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EG) nr. 936/97 voorziet in de artikelen 4 en 5 de bepalingen voor het indienen en voor het afgeven van de invoercertificaten voor vlees zoals bedoeld in artikel 2, onder f).

(2)

In artikel 2, onder f), van Verordening (EG) nr. 936/97 is de hoeveelheid met de omschrijving in die bepaling overeenstemmend vers, gekoeld of bevroren rundvlees van hoge kwaliteit, die in het tijdvak van 1 juli 2006 tot en met 30 juni 2007 onder bijzondere voorwaarden mag worden ingevoerd, vastgesteld op 11 500 t.

(3)

Er moet aan herinnerd worden dat de in deze verordening bedoelde certificaten slechts tijdens de gehele geldigheidsduur ervan gebruikt kunnen worden voorzover de veterinairrechtelijke voorschriften in acht worden genomen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   Elke aanvraag om een invoercertificaat, die van 1 tot en met 5 oktober 2006 is ingediend voor vers, gekoeld of bevroren rundvlees van hoge kwaliteit, zoals bedoeld in artikel 2, onder f), van Verordening (EG) nr. 936/97, wordt in haar geheel ingewilligd.

2.   Aanvragen om certificaten kunnen overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EG) nr. 936/97 gedurende de eerste vijf dagen van de maand november 2006 voor 4 055,544 t worden ingediend.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 11 oktober 2006.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 10 oktober 2006.

Voor de Commissie

Jean-Luc DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 160 van 26.6.1999, blz. 21. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1913/2005 (PB L 307 van 25.11.2005, blz. 2).

(2)  PB L 137 van 28.5.1997, blz. 10. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 408/2006 (PB L 71 van 10.3.2006, blz. 3).


11.10.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 279/18


VERORDENING (EG) Nr. 1500/2006 VAN DE COMMISSIE

van 10 oktober 2006

tot vaststelling van de representatieve prijzen in de sectoren slachtpluimvee en eieren, alsmede van ovoalbumine, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1484/95

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 2771/75 van de Raad van 29 oktober 1975 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector eieren (1), en met name op artikel 5, lid 4,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 2777/75 van de Raad van 29 oktober 1975 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector slachtpluimvee (2), en met name op artikel 5, lid 4,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 2783/75 van de Raad van 29 oktober 1975 betreffende een gemeenschappelijke regeling van het handelsverkeer voor ovoalbumine en lactoalbumine (3), en met name op artikel 3, lid 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 1484/95 van de Commissie (4), zijn de uitvoeringsbepalingen van de regeling voor de toepassing van de aanvullende invoerrechten en de representatieve prijzen in de sectoren slachtpluimvee en eieren, alsmede voor ovoalbumine, vastgesteld.

(2)

Uit een regelmatige controle van gegevens waarvan wordt uitgegaan bij de vaststelling van de representatieve prijzen voor de producten van de sectoren slachtpluimvee en eieren, alsmede voor ovoalbumine, blijkt dat de representatieve prijzen voor de invoer van bepaalde producten moeten worden gewijzigd, met inachtneming van de naar gelang van de oorsprong optredende prijsverschillen. Derhalve moeten de representatieve prijzen voor die producten worden gepubliceerd.

(3)

Deze wijziging, gezien de marktsituatie, moet zo spoedig mogelijk worden toegepast.

(4)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor slachtpluimvee en eieren,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1484/95 wordt vervangen door de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 11 oktober 2006.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 10 oktober 2006.

Voor de Commissie

Jean-Luc DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 282 van 1.11.1975, blz. 49. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 679/2006 (PB L 119 van 4.5.2006, blz. 1).

(2)  PB L 282 van 1.11.1975, blz. 77. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 679/2006.

(3)  PB L 282 van 1.11.1975, blz. 104. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2916/95 van de Commissie (PB L 305 van 19.12.1995, blz. 49).

(4)  PB L 145 van 29.6.1995, blz. 47. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1360/2006 (PB L 252 van 15.9.2006, blz. 16).


BIJLAGE

bij de verordening van de Commissie van 10 oktober 2006 tot vaststelling van de representatieve prijzen in de sectoren slachtpluimvee en eieren, alsmede van ovoalbumine, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1484/95

„BIJLAGE I

GN-code

Omschrijving

Representatieve prijs

(EUR/100 kg)

Zekerheid zoals bedoeld in artikel 3, lid 3

(EUR/100 kg)

Oorsprong (1)

0207 12 90

Geslachte kippen (zogenaamde kippen 65 %), bevroren

75,2

14

01

102,0

5

02

0207 14 10

Delen zonder been, van hanen of van kippen, bevroren

194,0

33

01

201,3

30

02

259,0

12

03

0207 14 50

Borsten van kippen, bevroren

149,6

19

01

0207 25 10

Geslachte kalkoenen (zogenaamde kalkoenen 80 %), bevroren

121,5

12

01

0207 27 10

Delen zonder been, van kalkoenen, bevroren

218,0

24

01

253,5

13

03

1602 32 11

Bereidingen van hanen of van kippen, niet gekookt en niet gebakken

209,7

23

01


(1)  Verklaring van de code:

01

Brazilië

02

Argentinië

03

Chili.”


11.10.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 279/20


VERORDENING (EG) Nr. 1501/2006 VAN DE COMMISSIE

van 10 oktober 2006

tot vaststelling van de uitvoerrestituties in de sector rundvlees

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1254/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees (1), en met name op artikel 33, lid 3, derde alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Krachtens artikel 33, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1254/1999 kan het verschil tussen de prijzen van de in artikel 1, lid 1, van die verordening bedoelde producten op de wereldmarkt en die in de Gemeenschap worden overbrugd door een restitutie bij uitvoer.

(2)

Gezien de huidige marktsituatie in de sector rundvlees moeten derhalve uitvoerrestituties worden vastgesteld overeenkomstig de in artikel 33 van Verordening (EG) nr. 1254/1999 vastgestelde voorschriften en criteria.

(3)

In artikel 33, lid 3, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 1254/1999 is bepaald dat de restitutie kan variëren naar gelang van de bestemming indien de situatie op de wereldmarkt of de specifieke vereisten van bepaalde markten dat noodzakelijk maakt of maken.

(4)

Restituties mogen uitsluitend worden toegekend voor producten die vrij in de Gemeenschap kunnen circuleren en die zijn voorzien van een gezondheidsmerk zoals bedoeld in artikel 5, lid 1, onder a), van Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong (2). Deze producten moeten ook voldoen aan het bepaalde in Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne (3) en in Verordening (EG) nr. 854/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke voorschriften voor de organisatie van de officiële controles van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong (4).

(5)

Overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 1964/82 van de Commissie van 20 juli 1982 tot vaststelling van de voorwaarden voor de toekenning van bijzondere restituties bij uitvoer van bepaalde soorten rundvlees zonder been (5) wordt de bijzondere restitutie verlaagd wanneer de voor uitvoer bestemde hoeveelheid minder dan 95 %, doch ten minste 85 % van de totale hoeveelheid (in gewicht) door uitbening verkregen stukken bedraagt.

(6)

Verordening (EG) nr. 1342/2006 van de Commissie (6) moet derhalve worden ingetrokken en door een nieuwe verordening worden vervangen.

(7)

Het Comité van beheer voor rundvlees heeft geen advies uitgebracht binnen de door zijn voorzitter bepaalde termijn,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   De in artikel 33 van Verordening (EG) nr. 1254/1999 bedoelde uitvoerrestituties worden toegekend voor de producten en de bedragen die zijn vastgesteld in de bijlage bij de onderhavige verordening, onder de voorwaarden van lid 2 van dit artikel.

2.   De op grond van lid 1 voor een restitutie in aanmerking komende producten moeten voldoen aan de desbetreffende eisen van de Verordeningen (EG) nr. 852/2004 en (EG) nr. 853/2004, namelijk dat zij zijn vervaardigd in een erkende inrichting en dat zij voldoen aan de in bijlage I, sectie I, hoofdstuk III, bij Verordening (EG) nr. 854/2004 vastgestelde bepalingen inzake gezondheidsmerken.

Artikel 2

In het in artikel 6, lid 2, derde alinea, van Verordening (EEG) nr. 1964/82 bedoelde geval wordt de restitutie voor producten van code 0201 30 00 9100 verminderd met 7 EUR/100 kg.

Artikel 3

Verordening (EG) nr. 1342/2006 wordt ingetrokken.

Artikel 4

Deze verordening treedt in werking op 11 oktober 2006.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 10 oktober 2006.

Voor de Commissie

Jean-Luc DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 160 van 26.6.1999, blz. 21. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1913/2005 (PB L 307 van 25.11.2005, blz. 2).

(2)  PB L 139 van 30.4.2004, blz. 55; gerectificeerd in PB L 226 van 25.6.2004, blz. 22. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2076/2005 van de Commissie (PB L 338 van 22.12.2005, blz. 83).

(3)  PB L 139 van 30.4.2004, blz. 1; gerectificeerd in PB L 226 van 25.6.2004, blz. 3.

(4)  PB L 139 van 30.4.2004, blz. 206; gerectificeerd in PB L 226 van 25.6.2004, blz. 83. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2076/2005.

(5)  PB L 212 van 21.7.1982, blz. 48. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2772/2000 (PB L 321 van 19.12.2000, blz. 35).

(6)  PB L 249 van 13.9.2006, blz. 7.


BIJLAGE

Met ingang van 11 oktober 2006 geldende uitvoerrestituties in de sector rundvlees

Productcode

Bestemming

Meeteenheid

Bedrag van de restitutie (7)

0102 10 10 9140

B00

EUR/100 kg levend gewicht

25,9

0102 10 30 9140

B00

EUR/100 kg levend gewicht

25,9

0201 10 00 9110 (1)

B02

EUR/100 kg nettogewicht

36,6

B03

EUR/100 kg nettogewicht

21,5

0201 10 00 9130 (1)

B02

EUR/100 kg nettogewicht

48,8

B03

EUR/100 kg nettogewicht

28,7

0201 20 20 9110 (1)

B02

EUR/100 kg nettogewicht

48,8

B03

EUR/100 kg nettogewicht

28,7

0201 20 30 9110 (1)

B02

EUR/100 kg nettogewicht

36,6

B03

EUR/100 kg nettogewicht

21,5

0201 20 50 9110 (1)

B02

EUR/100 kg nettogewicht

61,0

B03

EUR/100 kg nettogewicht

35,9

0201 20 50 9130 (1)

B02

EUR/100 kg nettogewicht

36,6

B03

EUR/100 kg nettogewicht

21,5

0201 30 00 9050

US (3)

EUR/100 kg nettogewicht

6,5

CA (4)

EUR/100 kg nettogewicht

6,5

0201 30 00 9060 (6)

B02

EUR/100 kg nettogewicht

22,6

B03

EUR/100 kg nettogewicht

7,5

0201 30 00 9100 (2)  (6)

B04

EUR/100 kg nettogewicht

84,7

B03

EUR/100 kg nettogewicht

49,8

EG

EUR/100 kg nettogewicht

103,4

0201 30 00 9120 (2)  (6)

B04

EUR/100 kg nettogewicht

50,8

B03

EUR/100 kg nettogewicht

29,9

EG

EUR/100 kg nettogewicht

62,0

0202 10 00 9100

B02

EUR/100 kg nettogewicht

16,3

B03

EUR/100 kg nettogewicht

5,4

0202 20 30 9000

B02

EUR/100 kg nettogewicht

16,3

B03

EUR/100 kg nettogewicht

5,4

0202 20 50 9900

B02

EUR/100 kg nettogewicht

16,3

B03

EUR/100 kg nettogewicht

5,4

0202 20 90 9100

B02

EUR/100 kg nettogewicht

16,3

B03

EUR/100 kg nettogewicht

5,4

0202 30 90 9100

US (3)

EUR/100 kg nettogewicht

6,5

CA (4)

EUR/100 kg nettogewicht

6,5

0202 30 90 9200 (6)

B02

EUR/100 kg nettogewicht

22,6

B03

EUR/100 kg nettogewicht

7,5

1602 50 31 9125 (5)

B00

EUR/100 kg nettogewicht

23,3

1602 50 31 9325 (5)

B00

EUR/100 kg nettogewicht

20,7

1602 50 39 9125 (5)

B00

EUR/100 kg nettogewicht

23,3

1602 50 39 9325 (5)

B00

EUR/100 kg nettogewicht

20,7

NB: De codes van de producten en de codes van de bestemmingen serie „A” zijn vastgesteld in Verordening (EEG) nr. 3846/87 van de Commissie (PB L 366 van 24.12.1987, blz. 1).

De alfanumerieke bestemmingscodes zijn vastgesteld in Verordening (EG) nr. 750/2005 van de Commissie (PB L 126 van 19.5.2005, blz. 12).

De andere bestemmingen worden als volgt vastgesteld:

B00

:

alle bestemmingen (derde landen, andere gebieden, bevoorrading en met uitvoer uit de Gemeenschap gelijkgestelde bestemmingen), met uitzondering van Roemenië en Bulgarije ().

B02

:

B04 en bestemming EG.

B03

:

Albanië, Kroatië, Bosnië en Herzegovina, Servië, Kosovo, Montenegro, voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, proviandering en bunkeren (bestemmingen zoals bedoeld in de artikelen 36 en 45 en, indien toepasselijk, artikel 44 van Verordening (EG) nr. 800/1999 van de Commissie (PB L 102 van 17.4.1999, blz. 11).

B04

:

Turkije, Oekraïne, Belarus, Moldavië, Rusland, Georgië, Armenië, Azerbeidzjan, Kazachstan, Turkmenistan, Oezbekistan, Tadzjikistan, Kirgizië, Marokko, Algerije, Tunesië, Libië, Libanon, Syrië, Irak, Iran, Israël, Westelijke Jordaanoever/Gazastrook, Jordanië, Saoedi-Arabië, Koeweit, Bahrein, Qatar, Verenigde Arabische Emiraten, Oman, Jemen, Pakistan, Sri Lanka, Myanmar (Birma), Thailand, Vietnam, Indonesië, Filipijnen, China, Noord-Korea, Hongkong, Soedan, Mauritanië, Mali, Burkina Faso, Niger, Tsjaad, Kaapverdië, Senegal, Gambia, Guinee-Bissau, Guinee, Sierra Leone, Liberia, Ivoorkust, Ghana, Togo, Benin, Nigeria, Kameroen, Centraal-Afrikaanse Republiek, Equatoriaal-Guinea, Sao Tomé en Principe, Gabon, Congo (Republiek), Congo (Democratische Republiek), Rwanda, Burundi, Sint-Helena en onderhorigheden, Angola, Ethiopië, Eritrea, Djibouti, Somalië, Oeganda, Tanzania, Seychellen en onderhorigheden, Brits gebied in de Indische Oceaan, Mozambique, Mauritius, Comoren, Mayotte, Zambia, Malawi, Zuid-Afrika, Lesotho.


(1)  Indeling onder deze onderverdeling is afhankelijk van de overlegging van het attest dat is opgenomen in de bijlage bij Verordening (EEG) nr. 32/82 van de Commissie (PB L 4 van 8.1.1982, blz. 11).

(2)  De restitutie wordt toegekend mits voldaan is aan de voorwaarden van Verordening (EEG) nr. 1964/82 van de Commissie (PB L 212 van 21.7.1982, blz. 48).

(3)  Zoals bedoeld in Verordening (EEG) nr. 2973/79 van de Commissie (PB L 336 van 29.12.1979, blz. 44).

(4)  Zoals bedoeld in Verordening (EEG) nr. 2051/96 van de Commissie (PB L 274 van 26.10.1996, blz. 18).

(5)  De restitutie wordt toegekend mits voldaan is aan de voorwaarden van Verordening (EEG) nr. 2388/84 van de Commissie (PB L 221 van 18.8.1984, blz. 28).

(6)  Het gehalte aan mager rundvlees met uitzondering van vet wordt bepaald aan de hand van de analyseprocedure die is opgenomen in de bijlage bij Verordening (EEG) nr. 2429/86 van de Commissie (PB L 210 van 1.8.1986, blz. 39).

Het begrip „gemiddeld gehalte” verwijst naar de hoeveelheid van het monster zoals bepaald in artikel 2, lid 1, van Verordening (EG) nr. 765/2002 van de Commissie (PB L 117 van 4.5.2002, blz. 6). Het monster wordt genomen uit het deel van de betrokken partij met het hoogste risico.

(7)  Krachtens artikel 33, lid 10, van de gewijzigde Verordening (EG) nr. 1254/1999 wordt geen restitutie toegekend bij de uitvoer van producten die uit derde landen worden ingevoerd en naar derde landen worden wederuitgevoerd.

NB: De codes van de producten en de codes van de bestemmingen serie „A” zijn vastgesteld in Verordening (EEG) nr. 3846/87 van de Commissie (PB L 366 van 24.12.1987, blz. 1).

De alfanumerieke bestemmingscodes zijn vastgesteld in Verordening (EG) nr. 750/2005 van de Commissie (PB L 126 van 19.5.2005, blz. 12).

De andere bestemmingen worden als volgt vastgesteld:

B00

:

alle bestemmingen (derde landen, andere gebieden, bevoorrading en met uitvoer uit de Gemeenschap gelijkgestelde bestemmingen), met uitzondering van Roemenië en Bulgarije ().

B02

:

B04 en bestemming EG.

B03

:

Albanië, Kroatië, Bosnië en Herzegovina, Servië, Kosovo, Montenegro, voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, proviandering en bunkeren (bestemmingen zoals bedoeld in de artikelen 36 en 45 en, indien toepasselijk, artikel 44 van Verordening (EG) nr. 800/1999 van de Commissie (PB L 102 van 17.4.1999, blz. 11).

B04

:

Turkije, Oekraïne, Belarus, Moldavië, Rusland, Georgië, Armenië, Azerbeidzjan, Kazachstan, Turkmenistan, Oezbekistan, Tadzjikistan, Kirgizië, Marokko, Algerije, Tunesië, Libië, Libanon, Syrië, Irak, Iran, Israël, Westelijke Jordaanoever/Gazastrook, Jordanië, Saoedi-Arabië, Koeweit, Bahrein, Qatar, Verenigde Arabische Emiraten, Oman, Jemen, Pakistan, Sri Lanka, Myanmar (Birma), Thailand, Vietnam, Indonesië, Filipijnen, China, Noord-Korea, Hongkong, Soedan, Mauritanië, Mali, Burkina Faso, Niger, Tsjaad, Kaapverdië, Senegal, Gambia, Guinee-Bissau, Guinee, Sierra Leone, Liberia, Ivoorkust, Ghana, Togo, Benin, Nigeria, Kameroen, Centraal-Afrikaanse Republiek, Equatoriaal-Guinea, Sao Tomé en Principe, Gabon, Congo (Republiek), Congo (Democratische Republiek), Rwanda, Burundi, Sint-Helena en onderhorigheden, Angola, Ethiopië, Eritrea, Djibouti, Somalië, Oeganda, Tanzania, Seychellen en onderhorigheden, Brits gebied in de Indische Oceaan, Mozambique, Mauritius, Comoren, Mayotte, Zambia, Malawi, Zuid-Afrika, Lesotho.

(8)  Voor de toepassing van artikel 33, lid 9, van Verordening (EG) nr. 1254/1999 wordt het feit dat voor Bulgarije en Roemenië geen uitvoerrestitutie is vastgesteld, niet als een differentiatie van de restitutie beschouwd.


II Besluiten waarvan de publicatie niet voorwaarde is voor de toepassing

Commissie

11.10.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 279/24


BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 6 oktober 2006

tot wijziging van Beschikking 2003/858/EG met betrekking tot de lijst van gebieden van waaruit de invoer van bepaalde soorten levende vis en eieren en gameten daarvan, bestemd voor de kweek in de Europese Gemeenschap is toegestaan

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2006) 4361)

(Voor de EER relevante tekst)

(2006/680/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 91/67/EEG van de Raad van 28 januari 1991 inzake veterinairrechtelijke voorschriften voor het in de handel brengen van aquicultuurdieren en aquicultuurproducten (1), en met name op artikel 19, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Beschikking 2003/858/EG van de Commissie van 21 november 2003 tot vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften en certificeringsvoorschriften voor de invoer van levende vis en van eieren en gameten daarvan bestemd voor de kweek, en van levende vis afkomstig van aquacultuur en producten daarvan bestemd voor menselijke consumptie (2) stelt een lijst vast van derde landen of delen van derde landen van waaruit de invoer van levende vis en eieren en gameten daarvan, bestemd voor de kweek in de Gemeenschap is toegestaan.

(2)

In maart 2006 voerden veterinaire deskundigen van de Gemeenschap in Albanië een inspectiebezoek uit om de naleving van Beschikking 2003/858/EG te controleren.

(3)

Tijdens dat inspectiebezoek is vastgesteld dat Albanië niet de nodige veterinairrechtelijke garanties kan bieden voor uitvoer naar de Gemeenschap van levende vis en van eieren en gameten daarvan bestemd voor de kweek.

(4)

Aangezien deze invoer in de Gemeenschap de gezondheidssituatie van aquatische dieren in de Gemeenschap ernstig in gevaar kan brengen, moet Albanië worden geschrapt van de in bijlage I bij Beschikking 2003/858/EG opgenomen lijst van derde landen waaruit de lidstaten levende vis en eieren en gameten daarvan, bestemd voor de kweek in de Gemeenschap mogen invoeren.

(5)

Beschikking 2003/858/EG moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(6)

De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

Bijlage I bij Beschikking 2003/858/EG wordt vervangen door de bijlage bij deze beschikking.

Artikel 2

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 6 oktober 2006.

Voor de Commissie

Markos KYPRIANOU

Lid van de Commissie


(1)  PB L 46 van 19.2.1991, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 806/2003 (PB L 122 van 16.5.2003, blz. 1).

(2)  PB L 324 van 11.12.2003, blz. 37. Beschikking laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 2005/742/EG (PB L 279 van 22.10.2005, blz. 71).


BIJLAGE

„BIJLAGE I

Gebieden van waaruit de invoer van bepaalde soorten levende vis en eieren en gameten daarvan, bestemd voor de kweek in de Europese Gemeenschap (EG) is toegestaan

Land

Gebied

Opmerkingen (1)

ISO-code

Naam

Code

Beschrijving

AU

Australië

 

 

 

BG

Bulgarije

 

 

 

BR

Brazilië

 

 

Alleen karpers

CA

Canada

 

 

 

CG

Congo

 

 

Alleen karpers

CL

Chili

 

 

 

CN

China

 

 

Alleen karpers

CO

Colombia

 

 

Alleen karpers

HR

Kroatië

 

 

 

ID

Indonesië

 

 

 

IL

Israël

 

 

 

JM

Jamaica

 

 

Alleen karpers

JP

Japan

 

 

Alleen karpers

LK

Sri Lanka

 

 

Alleen karpers

MK (2)

Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië

 

 

Alleen karpers

MY

Maleisië (schiereiland, alleen westelijk Maleisië)

 

 

Alleen karpers

NZ

Nieuw-Zeeland

 

 

 

RU

Rusland

 

 

 

SG

Singapore

 

 

Alleen karpers

TH

Thailand

 

 

Alleen karpers

TR

Turkije

 

 

 

TW

Taiwan

 

 

Alleen karpers

US

Verenigde Staten

 

 

 

ZA

Zuid-Afrika

 

 

 


(1)  Geen beperkingen indien niets is ingevuld. Indien het land of gebied slechts bepaalde soorten en/of eieren of gameten mag uitvoeren, moet in deze kolom de soort worden aangegeven en/of bijvoorbeeld de vermelding „alleen eieren” worden ingevuld.

(2)  Voorlopige code die niet vooruitloopt op de definitieve benaming voor dit land, die na de afsluiting van de lopende onderhandelingen in het kader van de Verenigde Naties zal worden vastgelegd.”


11.10.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 279/27


BESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 10 oktober 2006

tot wijziging van de aanpassingscoëfficiënten die met ingang van 1 augustus 2005, 1 september 2005, 1 oktober 2005, 1 november 2005, 1 december 2005 en 1 januari 2006 van toepassing zijn op de bezoldigingen van de ambtenaren, tijdelijke functionarissen en arbeidscontractanten van de Europese Gemeenschappen die in derde landen werkzaam zijn

(2006/681/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op het Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen en de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van deze Gemeenschappen, als vastgesteld bij Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 259/68 (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG, Euratom) nr. 2104/2005 (2), en met name op artikel 13, tweede alinea, van bijlage X,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG, Euratom) nr. 351/2006 (3) van de Raad zijn, overeenkomstig artikel 13, eerste alinea, van bijlage X bij het Statuut, de aanpassingscoëfficiënten vastgesteld die met ingang van 1 juli 2005 van toepassing zijn op de bezoldigingen die in de valuta van de standplaats worden uitbetaald aan ambtenaren, tijdelijke functionarissen en arbeidscontractanten van de Europese Gemeenschappen die in derde landen werkzaam zijn.

(2)

Met ingang van 1 augustus 2005, 1 september 2005, 1 oktober 2005, 1 november 2005, 1 december 2005 en 1 januari 2006 moeten bepaalde aanpassingscoëfficienten overeenkomstig artikel 13, tweede alinea, van bijlage X bij het Statuut worden aangepast, aangezien uit de statistische gegevens waarover de Commissie beschikt, is gebleken dat de wijziging van de kosten van levensonderhoud, die aan de hand van de aanpassingscoëfficiënt en de desbetreffende wisselkoers wordt gemeten, voor bepaalde derde landen sinds de laatste aanpassing meer dan 5 % bedraagt,

BESLUIT:

Enig artikel

Met ingang van 1 augustus 2005, 1 september 2005, 1 oktober 2005, 1 november 2005, 1 december 2005 en 1 januari 2006 worden de aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op de bezoldigingen die in de valuta van de standplaats worden uitbetaald aan ambtenaren, tijdelijke functionarissen en arbeidscontractanten van de Europese Gemeenschappen die in derde landen werkzaam zijn, gewijzigd overeenkomstig de bijlage.

De voor de berekening van deze bezoldigingen toegepaste wisselkoersen worden vastgesteld in overeenstemming met de uitvoering van het Financieel Reglement en hebben betrekking op de in de eerste alinea bedoelde datum.

Gedaan te Brussel, 10 oktober 2006.

Voor de Commissie

Benita FERRERO-WALDNER

Lid van de Commissie


(1)  PB L 56 van 4.3.1968, blz. 1.

(2)  PB L 337 van 22.12.2005, blz. 7.

(3)  PB L 59 van 1.3.2006, blz. 1.


BIJLAGE

Standplaats

Aanpassingscoëfficiënten augustus 2005

Guyana

60,6

Niger

97,1

Roemenië

60,9

Jemen

72,5

Zimbabwe

56,4


Standplaats

Aanpassingscoëfficiënten september 2005

Guinee

61,6

Sierra Leone

78,2

Zimbabwe

43,5


Standplaats

Aanpassingscoëfficiënten oktober 2005

Barbados

134,5

Lesotho

74,0

Nigeria

93,2

Zimbabwe

55,2


Standplaats

Aanpassingscoëfficiënten november 2005

Benin

97,5

Cambodja

70,6

Dominicaanse Republiek

78,1

Gambia

56,6

Guinee

63,7

Indonesië

82,8

Nicaragua

70,0

Senegal

82,2

Servië en Montenegro

65,0

Turkije

97,9

Oekraïne

107,8

Vietnam

56,7

Zimbabwe

28,9


Standplaats

Aanpassingscoëfficiënten december 2005

Costa Rica

75,7

Haïti

102,0

Jamaica

96,1

Mozambique

69,4

Syrië

70,4

Zimbabwe

32,5


Standplaats

Aanpassingscoëfficiënten januari 2006

Argentinië

64,4

Ethiopië

86,0

Jordanië

82,1

Roemenië

61,1

Sudan

50,1

Syrië

72,2

Venezuela

70,6

Zambia

82,6

Zimbabwe

34,0


Rectificaties

11.10.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 279/30


Rectificatie van Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad van 29 september 2003 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers en houdende wijziging van de Verordeningen (EEG) nr. 2019/93, (EG) nr. 1452/2001, (EG) nr. 1453/2001, (EG) nr. 1454/2001, (EG) nr. 1868/94, (EG) nr. 1251/1999, (EG) nr. 1254/1999, (EG) nr. 1673/2000, (EEG) nr. 2358/71 en (EG) nr. 2529/2001

( Publicatieblad van de Europese Unie L 270 van 21 oktober 2003 )

Bladzijde 17, artikel 44, lid 2:

in plaats van:

„2.   Onder „subsidiabele hectare” wordt verstaan welke landbouwgrond ook van het bedrijf in de vorm van bouwland en blijvend grasland met uitzondering van de grond die voor blijvende teelten, als bosgrond of voor niet-landbouwactiviteiten in gebruik was.”

te lezen:

„2.   Onder „subsidiabele hectare” wordt verstaan welke landbouwgrond ook van het bedrijf in de vorm van bouwland en blijvend grasland met uitzondering van de grond die voor blijvende teelten, als bosgrond of voor niet-landbouwactiviteiten in gebruik is.”.