ISSN 1725-2598 |
||
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 243 |
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Wetgeving |
49e jaargang |
Inhoud |
|
I Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing |
Bladzijde |
|
|
||
|
* |
||
|
* |
||
|
|
|
|
II Besluiten waarvan de publicatie niet voorwaarde is voor de toepassing |
|
|
|
Raad |
|
|
* |
||
|
|
Commissie |
|
|
* |
||
|
* |
||
|
* |
||
|
* |
||
|
* |
NL |
Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben. Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten. |
I Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing
6.9.2006 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 243/1 |
VERORDENING (EG) Nr. 1318/2006 VAN DE COMMISSIE
van 5 september 2006
tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 3223/94 van de Commissie van 21 december 1994 houdende uitvoeringsbepalingen van de invoerregeling voor groenten en fruit (1), en met name op artikel 4, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
In Verordening (EG) nr. 3223/94 zijn op grond van de multilaterale handelsbesprekingen in het kader van de Uruguayronde de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de periodes die in de bijlage bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt. |
(2) |
Op grond van de bovenvermelde criteria moeten de forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld op de in de bijlage bij deze verordening vermelde niveaus, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 3223/94 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld zoals aangegeven in de tabel in de bijlage bij deze verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 6 september 2006.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 5 september 2006.
Voor de Commissie
Jean-Luc DEMARTY
Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling
(1) PB L 337 van 24.12.1994, blz. 66. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 386/2005 (PB L 62 van 9.3.2005, blz. 3).
BIJLAGE
bij de verordening van de Commissie van 5 september 2006 tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit
(EUR/100 kg) |
||
GN-code |
Code derde landen (1) |
Forfaitaire invoerwaarde |
0702 00 00 |
052 |
83,4 |
999 |
83,4 |
|
0707 00 05 |
052 |
90,4 |
999 |
90,4 |
|
0709 90 70 |
052 |
94,1 |
999 |
94,1 |
|
0805 50 10 |
388 |
58,5 |
524 |
43,5 |
|
528 |
59,3 |
|
999 |
53,8 |
|
0806 10 10 |
052 |
83,0 |
220 |
178,5 |
|
400 |
181,8 |
|
624 |
120,4 |
|
999 |
140,9 |
|
0808 10 80 |
388 |
89,4 |
400 |
92,7 |
|
508 |
79,0 |
|
512 |
97,0 |
|
528 |
59,3 |
|
720 |
81,1 |
|
800 |
174,2 |
|
804 |
108,9 |
|
999 |
97,7 |
|
0808 20 50 |
052 |
120,0 |
388 |
89,4 |
|
720 |
88,3 |
|
999 |
99,2 |
|
0809 30 10, 0809 30 90 |
052 |
124,4 |
999 |
124,4 |
|
0809 40 05 |
052 |
74,5 |
066 |
44,6 |
|
098 |
41,6 |
|
624 |
150,6 |
|
999 |
77,8 |
(1) Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 750/2005 van de Commissie (PB L 126 van 19.5.2005, blz. 12). De code „999” staat voor „andere oorsprong”.
6.9.2006 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 243/3 |
VERORDENING (EG) Nr. 1319/2006 VAN DE COMMISSIE
van 5 september 2006
betreffende bepaalde wederzijdse mededelingen van de lidstaten en de Commissie in de sector varkensvlees
(Gecodificeerde versie)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EEG) nr. 2759/75 van de Raad van 29 oktober 1975 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector varkensvlees (1), en met name op artikel 22,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Verordening (EEG) nr. 2806/79 van de Commissie van 13 december 1979 betreffende bepaalde wederzijdse mededelingen van de lidstaten en de Commissie in de sector varkensvlees en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 2330/74 (2) is ingrijpend gewijzigd (3). Ter wille van de duidelijkheid en een rationele ordening van de tekst dient tot codificatie van deze verordening te worden overgegaan. |
(2) |
In artikel 22 van Verordening (EEG) nr. 2759/75 is bepaald dat de lidstaten en de Commissie elkaar de voor de toepassing van die verordening benodigde gegevens verstrekken. Om de voor de toepassing van de marktordening benodigde gegevens op uniforme wijze en tijdig ter beschikking te hebben, moeten de verplichtingen van de lidstaten inzake het verstrekken van deze gegevens nader worden vastgesteld. |
(3) |
Voor de toepassing van interventiemaatregelen overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EEG) nr. 2759/75 is een nauwkeurig overzicht van de markt noodzakelijk. Om tot een zo groot mogelijke vergelijkbaarheid van de prijzen voor geslachte varkens te komen, verdient het aanbeveling rekening te houden met de noteringen die zijn vastgesteld overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1128/2006 van de Commissie van 24 juli 2006 betreffende het handelsstadium waarop het gemiddelde van de prijzen voor geslachte varkens betrekking heeft (4). Gegevens over biggenprijzen zijn noodzakelijk voor de beoordeling van de te verwachten marktontwikkeling, en met name voor het regelmatig onderzoek van de marktsituatie, alsmede voor de tijdige voorbereiding van interventiemaatregelen. |
(4) |
Het kan voorkomen dat de Commissie geen noteringen ontvangt. Er moet worden voorkomen dat door het ontbreken van noteringen een abnormale ontwikkeling plaatsvindt van de door de Commissie berekende marktprijzen. Derhalve moet worden bepaald dat ontbrekende noteringen worden vervangen door de laatst beschikbare notering. Gebruikmaking van de laatst beschikbare notering is evenwel niet meer mogelijk na een bepaalde termijn zonder noteringen, waaruit men de gevolgtrekking moet maken dat de situatie abnormaal is voor de betrokken markt. |
(5) |
Om een zo nauwkeurig mogelijk beeld van de markt te verkrijgen, dient de Commissie te beschikken over regelmatige gegevens betreffende de andere producten van de sector varkensvlees evenals andere gegevens, die de lidstaten eventueel bekend kunnen zijn. |
(6) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor varkensvlees, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
1. De lidstaten stellen de Commissie iedere week uiterlijk op donderdag voor de voorafgaande week in kennis van:
a) |
de overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1128/2006 vastgestelde noteringen; |
b) |
de representatieve noteringen per stuk voor biggen met een gemiddeld levend gewicht van ongeveer 20 kg. |
2. Wanneer de Commissie een of meer noteringen niet ontvangt, houdt zij rekening met de laatst beschikbare notering. Wanneer een bepaalde notering voor de derde opeenvolgende week ontbreekt, houdt de Commissie geen rekening meer met de betrokken notering.
Artikel 2
De lidstaten stellen de Commissie eenmaal per maand voor de voorafgaande maand in kennis van de gemiddelde noteringen voor geslachte varkens van de handelsklassen E tot en met P als bedoeld in artikel 3, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 3220/84 van de Raad (5).
Artikel 3
Op verzoek van de Commissie delen de lidstaten, voor zover zij daarover beschikken, de volgende gegevens mee betreffende de producten die vallen onder Verordening (EEG) nr. 2759/75:
a) |
de marktprijzen in de lidstaten voor uit derde landen ingevoerde producten; |
b) |
de prijzen op de representatieve markten in derde landen. |
Artikel 4
De Commissie verwerkt de door de lidstaten verstrekte gegevens en deelt deze mee aan het Comité van beheer voor varkensvlees.
Artikel 5
Verordening (EEG) nr. 2806/79 wordt ingetrokken.
Verwijzingen naar de ingetrokken verordening gelden als verwijzingen naar de onderhavige verordening en worden gelezen volgens de concordantietabel in bijlage II.
Artikel 6
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 5 september 2006.
Voor de Commissie
Mariann FISCHER BOEL
Lid van de Commissie
(1) PB L 282 van 1.11.1975, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1913/2005 (PB L 307 van 25.11.2005, blz. 2).
(2) PB L 319 van 14.12.1979, blz. 17. Verordening gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 3574/86 (PB L 331 van 25.11.1986, blz. 9).
(3) Zie bijlage I.
(4) PB L 201 van 25.7.2006, blz. 6.
(5) PB L 301 van 20.11.1984, blz. 1.
BIJLAGE I
Ingetrokken verordening met de wijziging ervan
Verordening (EEG) nr. 2806/79 van de Commissie |
|
Verordening (EEG) nr. 3574/86 van de Commissie |
BIJLAGE II
CONCORDANTIETABEL
Verordening (EEG) nr. 2806/79 |
De onderhavige verordening |
Artikel 1 |
Artikel 1 |
Artikel 2, aanhef en eerste streepje |
Artikel 2 |
Artikel 2, tweede streepje |
— |
Artikelen 3 en 4 |
Artikelen 3 en 4 |
Artikel 5 |
— |
— |
Artikel 5 |
Artikel 6 |
Artikel 6 |
— |
Bijlage I |
— |
Bijlage II |
6.9.2006 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 243/6 |
VERORDENING (EG) Nr. 1320/2006 VAN DE COMMISSIE
van 5 september 2006
houdende bepalingen voor de overgang naar de in Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad bedoelde steun voor plattelandsontwikkeling
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op het Verdrag betreffende de toetreding van Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije,
Gelet op de Akte van toetreding van Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije, en met name op artikel 32, lid 5,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad van 20 september 2005 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (ELFPO) (1), en met name op artikel 92, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Verordening (EG) nr. 1698/2005 is met ingang van 1 januari 2007 van toepassing. De bepalingen van Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL) (2), die bij artikel 93 van Verordening (EG) nr. 1698/2005 met ingang van 1 januari 2007 is ingetrokken, moeten echter verder worden toegepast voor de acties die de Commissie vóór 1 januari 2007 op grond van die bepalingen heeft goedgekeurd. |
(2) |
Ter vergemakkelijking van de overgang van de bestaande steunregelingen in het kader van Verordening (EG) nr. 1257/1999 naar de bij Verordening (EG) nr. 1698/2005 ingestelde steunregeling voor plattelandsontwikkeling, die geldt voor de programmeringsperiode die op 1 januari 2007 begint (hierna „de nieuwe programmeringsperiode” genoemd), moeten overgangsbepalingen worden vastgesteld om problemen of vertragingen bij de tenuitvoerlegging van de steun voor plattelandsontwikkeling in de overgangsperiode te voorkomen. |
(3) |
De steun voor plattelandsontwikkeling op grond van Verordening (EG) nr. 1698/2005 betreft de nieuwe programmeringsperiode, terwijl de steun voor plattelandsontwikkeling op grond van Verordening (EG) nr. 1257/1999 de programmeringsperiode betreft die op 31 december 2006 eindigt (hierna „de lopende programmeringsperiode” genoemd). Uitgaande van de financieringsbronnen en de regels voor financieel beheer waarmee overeenkomstig de artikelen 35 en 36 en artikel 47 ter, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1257/1999 in de lopende programmeringsperiode wordt gewerkt, moet onderscheid worden gemaakt tussen enerzijds de steun uit de afdeling Garantie van het EOGFL die op basis van niet-gesplitste begrotingskredieten tot en met het op 15 oktober 2006 eindigende begrotingsjaar wordt verleend in de lidstaten van de Gemeenschap in haar samenstelling op 30 april 2004, en anderzijds de andere steun uit de afdeling Oriëntatie of de afdeling Garantie van het EOGFL die in alle lidstaten wordt verleend overeenkomstig de artikelen 29 tot en met 32 van Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de Structuurfondsen (3). In dit laatste geval is de einddatum voor de subsidiabiliteit van de uitgaven bepaald in de beschikking tot goedkeuring van de steun van de Gemeenschap. |
(4) |
Voor de uit de afdeling Garantie van het EOGFL gefinancierde steun voor plattelandsontwikkeling die is gebaseerd op de programmering in de lidstaten van de Gemeenschap in haar samenstelling op 30 april 2004, moeten overgangsbepalingen worden vastgesteld voor de betalingen in de periode van 16 oktober tot en met 31 december 2006 en voor de in de lopende programmeringsperiode jegens begunstigden aangegane verbintenissen waarvoor betalingen kunnen worden gedaan na 31 december 2006, dus in de nieuwe programmeringsperiode. |
(5) |
Voor de andere steun uit de afdeling Oriëntatie of de afdeling Garantie van het EOGFL die in alle betrokken lidstaten wordt toegekend overeenkomstig de artikelen 29 tot en met 32 van Verordening (EG) nr. 1260/1999, moet, omdat van 1 januari 2007 tot de bij de beschikking tot goedkeuring van de steun van de Gemeenschap vastgestelde einddatum voor de subsidiabiliteit van de uitgaven de lopende en de nieuwe programmeringsperiode elkaar overlappen, een aantal overgangsregelingen worden vastgesteld die naast algemene beginselen ook regels bevatten voor bepaalde maatregelen voor plattelandsontwikkeling, met inbegrip van die waarbij sprake is van meerjarige verbintenissen. Met betrekking tot de steun in probleemgebieden en de agromilieusteun voorziet artikel 5, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad van 29 september 2003 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers (4) in de mogelijkheid om in het kader van Verordening (EG) nr. 1257/1999 eisen met betrekking tot goede landbouwmethoden te stellen. Wat meer in het bijzonder de agromilieusteun betreft, biedt artikel 21, lid 3, van Verordening (EG) nr. 817/2004 van de Commissie van 29 april 2004 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL) (5) de lidstaten de mogelijkheid om agromilieuverbintenissen binnen de lopende programmeringsperiode te verlengen. |
(6) |
Gezorgd moet worden voor een soepele overgang tussen de twee programmeringsperioden ten aanzien van de afwijking betreffende de naleving van communautaire normen overeenkomstig artikel 33 terdecies, leden 2 bis en 2 ter, van Verordening (EG) nr. 1257/1999 in Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije (hierna „de nieuwe lidstaten” genoemd). |
(7) |
Om op agromilieu- en dierenwelzijnsgebied voor een betere uitvoering van de regeling voor de nieuwe programmeringsperiode te zorgen, moeten de lidstaten kunnen toestaan dat een op grond van Verordening (EG) nr. 1257/1999 aangegane agromilieu- of dierenwelzijnsverbintenis wordt omgezet in een nieuwe verbintenis voor een periode van in de regel vijf tot zeven jaar in het kader van Verordening (EG) nr. 1698/2005, mits de nieuwe verbintenis gunstig is voor het milieu of het dierenwelzijn. |
(8) |
Specifieke overgangsbepalingen moeten worden vastgesteld met betrekking tot de uitgaven voor technische bijstand, waarbij het mede gaat om de evaluaties vooraf en achteraf voor alle typen van programmering. |
(9) |
Ten aanzien van bepaalde maatregelen in de nieuwe lidstaten in het kader van Verordening (EG) nr. 1268/1999 van de Raad van 21 juni 1999 inzake steunverlening door de Gemeenschap voor pretoetredingsmaatregelen op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling in de kandidaat-lidstaten in Midden- en Oost-Europa gedurende de pretoetredingsperiode (6), waarbij sprake is van meerjarige verbintenissen, dient voor een soepele overgang naar de nieuwe programmeringsperiode te worden gezorgd. |
(10) |
De lidstaten moeten ervoor zorgen dat de concrete acties met een overgangskarakter door middel van hun beheers- en controlesystemen duidelijk worden geïdentificeerd. Voor bepaalde typen van steun in alle lidstaten is dit van bijzonder groot belang met het oog op een goed financieel beheer en ter voorkoming van elk risico op dubbele financiering dat zou kunnen bestaan door de overlapping van de programmeringsperioden van 1 januari 2007 tot de bij de beschikking tot goedkeuring van de steun van de Gemeenschap vastgestelde einddatum voor de subsidiabiliteit van de uitgaven. |
(11) |
Er moet een tabel ter weergave van de onderlinge samenhang tussen de maatregelen in de lopende en de nieuwe programmeringsperiode ter beschikking worden gesteld, zodat duidelijk kan worden bepaald welke maatregelen voor plattelandsontwikkeling bij de overgang tussen die twee programmeringsperioden gelden. |
(12) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor plattelandsontwikkeling, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
TITEL I
TOEPASSINGSGEBIED EN BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN
Artikel 1
Deze verordening bevat specifieke bepalingen ter vergemakkelijking van de overgang van de programmering van de plattelandsontwikkeling in het kader van de Verordeningen (EG) nr. 1257/1999 en (EG) nr. 1268/1999 naar de bij Verordening (EG) nr. 1698/2005 ingestelde regeling.
Artikel 2
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
a) |
„uit de afdeling Garantie van het EOGFL medegefinancierde maatregelen”: de bij Verordening (EG) nr. 1257/1999 ingestelde maatregelen voor plattelandsontwikkeling die worden medegefinancierd uit de afdeling Garantie van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL) en die gelden in de lidstaten van de Gemeenschap in haar samenstelling op 30 april 2004; |
b) |
„uit de afdeling Oriëntatie en/of de afdeling Garantie van het EOGFL medegefinancierde maatregelen”:
|
c) |
„nieuwe lidstaten”: Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije; |
d) |
„lopende programmeringsperiode”: de programmeringsperiode in het kader van Verordening (EG) nr. 1257/1999, die eindigt op 31 december 2006; |
e) |
„nieuwe programmeringsperiode”: de programmeringsperiode in het kader van Verordening (EG) nr. 1698/2005, die begint op 1 januari 2007; |
f) |
„verbintenissen”: de juridische verbintenissen die door de lidstaten worden aangegaan jegens de begunstigden van de maatregelen voor plattelandsontwikkeling; |
g) |
„betalingen”: de betalingen die door de lidstaten worden gedaan aan de begunstigden van de maatregelen voor plattelandsontwikkeling; |
h) |
„meerjarige verbintenissen”: de verbintenissen betreffende:
|
TITEL II
OVERGANGSBEPALINGEN VOOR VERORDENING (EG) Nr. 1257/1999
HOOFDSTUK 1
Uit de afdeling Garantie van het EOGFL medegefinancierde maatregelen
Artikel 3
1. De betalingen die tussen 16 oktober en 31 december 2006 worden gedaan in het kader van de lopende programmeringsperiode, zijn slechts overeenkomstig artikel 39, lid 1, onder c), van Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad (7) subsidiabel uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (ELFPO) indien zij worden gedaan na de beëindiging van de betalingen die zijn toegestaan overeenkomstig artikel 39, lid 1, onder a), tweede zin, van die verordening.
De in de eerste alinea bedoelde subsidiabele betalingen worden uiterlijk op 31 januari 2007 aan de Commissie gedeclareerd, ongeacht of het betrokken programma voor plattelandsontwikkeling reeds door de Commissie is goedgekeurd. Betaling door de Commissie kan echter pas na de goedkeuring van het programma plaatsvinden.
2. Uitgaven in verband met in de lopende programmeringsperiode aangegane verbintenissen waarbij de betalingen na 31 december 2006 moeten worden gedaan, zijn in de nieuwe programmeringsperiode subsidiabel uit het ELFPO.
De betalingen in verband met uiterlijk op 31 december 2006 aangegane niet-meerjarige verbintenissen moeten evenwel aan de subsidiabiliteitsvoorwaarden van de nieuwe programmeringsperiode voldoen voor zover zij na 31 december 2008 worden gedaan.
De programma's voor plattelandsontwikkeling voor de nieuwe programmeringsperiode moeten een voorziening voor de in de eerste alinea bedoelde uitgaven bevatten.
HOOFDSTUK 2
Uit de afdeling Oriëntatie en/of de afdeling Garantie van het EOGFL medegefinancierde maatregelen
Afdeling 1
Gemeenschappelijke bepalingen
Artikel 4
1. Onverminderd de artikelen 5 en 6, mogen de lidstaten in het kader van de lopende programmeringsperiode verder verbintenissen aangaan en betalingen doen van 1 januari 2007 tot de einddatum voor de subsidiabiliteit van de uitgaven die is vastgesteld bij de beschikking tot goedkeuring van de steun van de Gemeenschap voor het operationele programma of het programmeringsdocument voor plattelandsontwikkeling.
Voor de maatregelen of submaatregelen van de in bijlage I genoemde typen beginnen de lidstaten evenwel verbintenissen op grond van Verordening (EG) nr. 1698/2005 aan te gaan vanaf de datum vanaf welke in het kader van de lopende programmeringsperiode op programmaniveau geen verdere verbintenissen op grond van de eerste alinea van dit lid worden aangegaan.
De tweede alinea van dit lid mag niet voor de overgang van het communautaire initiatief Leader naar de as-Leader van de nieuwe programmeringsperiode worden toegepast indien de geïntegreerde plaatselijke ontwikkelingsstrategie die wordt uitgevoerd door de voor de nieuwe programmeringsperiode geselecteerde plaatselijke groep zoals bedoeld in artikel 62 van Verordening (EG) nr. 1698/2005, nieuw is en/of niet hetzelfde plattelandsgebied van het communautaire initiatief Leader heeft geprofiteerd.
2. Uitgaven in verband met in het kader van de lopende programmeringsperiode aangegane verbintenissen waarbij de betalingen moeten worden gedaan na de einddatum voor de subsidiabiliteit van de uitgaven van die programmeringsperiode, zijn in de nieuwe programmeringsperiode subsidiabel uit het ELFPO, met inachtneming van de artikelen 7 en 8.
Artikel 5
1. Ten aanzien van de agromilieu- en dierenwelzijnsmaatregelen in de nieuwe lidstaten zijn alleen uitgaven in verband met in de lopende programmeringsperiode uiterlijk op 31 december 2006 aangegane verbintenissen waarbij de betalingen na die datum moeten worden gedaan, in de nieuwe programmeringsperiode subsidiabel uit het ELFPO.
2. De in lid 1 bedoelde uitgaven zijn in de nieuwe programmeringsperiode subsidiabel uit het ELFPO vanaf
a) |
de einddatum voor de subsidiabiliteit van de uitgaven van de lopende programmeringsperiode indien na die datum verdere betalingen worden gedaan, of |
b) |
een eerdere datum dan de onder a) bedoelde datum, doch na 1 januari 2007 indien het aan het programma en/of de maatregel toegewezen bedrag reeds volledig is gebruikt. |
De programma's voor plattelandsontwikkeling voor de nieuwe programmeringsperiode moeten een voorziening voor de in de eerste alinea bedoelde uitgaven bevatten.
Artikel 6
1. Uitgaven in verband met de verbintenissen inzake compenserende vergoedingen in probleemgebieden in de nieuwe lidstaten die geen latere periode dan het jaar 2006 betreffen, mogen worden gedeclareerd tot en met de einddatum voor de subsidiabiliteit van de uitgaven van de lopende programmeringsperiode.
Indien het aan het programma en/of de maatregel toegewezen bedrag echter eerder dan op de in de eerste alinea bedoelde einddatum, doch na 1 januari 2007, volledig is gebruikt, zijn de nog te verrichten uitgaven in verband met de verbintenissen die geen latere periode dan het jaar 2006 betreffen, in de nieuwe programmeringsperiode subsidiabel uit het ELFPO, mits het programma voor plattelandsontwikkeling voor de nieuwe programmeringsperiode een voorziening voor dergelijke uitgaven bevat.
2. Uitgaven in verband met de verbintenissen inzake compenserende vergoedingen in probleemgebieden in de nieuwe lidstaten die de jaren 2007 en 2008 betreffen, worden in rekening gebracht aan het ELFPO en moeten voldoen aan het bepaalde in Verordening (EG) nr. 1698/2005.
Artikel 7
1. Uitgaven in verband met andere meerjarige verbintenissen dan agromilieu- en dierenwelzijnsverbintenissen waarbij de betalingen moeten worden gedaan na de einddatum voor de subsidiabiliteit van de uitgaven van de lopende programmeringsperiode, zijn in de nieuwe programmeringsperiode subsidiabel uit het ELFPO.
2. De in lid 1 bedoelde uitgaven zijn in de nieuwe programmeringsperiode subsidiabel uit het ELFPO vanaf:
a) |
de einddatum voor de subsidiabiliteit van de uitgaven van de lopende programmeringsperiode indien na die datum verdere betalingen worden gedaan, of |
b) |
een eerdere datum dan de onder a) bedoelde datum, doch na 1 januari 2007, indien het aan het programma en/of de maatregel toegewezen bedrag reeds volledig is gebruikt. |
De programma's voor plattelandsontwikkeling voor de nieuwe programmeringsperiode moeten een voorziening voor de in de eerste alinea bedoelde uitgaven bevatten.
Artikel 8
1. Voor concrete acties op basis van niet-meerjarige verbintenissen waarbij de verbintenissen jegens de begunstigden zijn aangegaan vóór de einddatum voor de subsidiabiliteit van de uitgaven van de lopende programmeringsperiode, zijn de uitgaven die na die datum nog te verrichten betalingen betreffen, in de nieuwe programmeringsperiode vanaf die datum subsidiabel uit het ELFPO mits:
a) |
de bevoegde autoriteit van de lidstaat de concrete acties splitst in twee afzonderlijke, identificeerbare financiële en fysieke of ontwikkelingsstadia die elk bij een van de twee programmeringsperioden horen; |
b) |
wordt voldaan aan de medefinancierings- en subsidiabiliteitsvoorwaarden voor de concrete acties in de nieuwe programmeringsperiode. |
2. Indien de middelen voor de lopende programmeringsperiode op een eerdere datum dan de in lid 1 bedoelde datum volledig zijn gebruikt, zijn de uitgaven die na die eerdere datum nog te verrichten betalingen betreffen, in de nieuwe programmeringsperiode subsidiabel uit het ELFPO mits wordt voldaan aan de in lid 1 gestelde voorwaarden.
3. De lidstaten moeten in hun programma's voor plattelandsontwikkeling voor de nieuwe programmeringsperiode vermelden of zij voor de betrokken maatregelen van de in de leden 1 en 2 bedoelde mogelijkheden gebruikmaken.
Afdeling 2
Specifieke bepalingen voor de nieuwe lidstaten
Artikel 9
Ten aanzien van de steun voor de naleving van communautaire normen overeenkomstig artikel 33 terdecies, leden 2 bis en 2 ter, van Verordening (EG) nr. 1257/1999 geldt dat uitgaven in verband met nog te verrichten betalingen voor verbintenissen jegens begunstigden die uiterlijk op de einddatum voor de subsidiabiliteit van de uitgaven van de lopende programmeringsperiode zijn aangegaan, in de nieuwe programmeringsperiode subsidiabel zijn uit het ELFPO, mits het programma voor plattelandsontwikkeling voor de nieuwe programmeringsperiode een voorziening voor dergelijke uitgaven bevat.
Artikel 10
Voor de volgende maatregelen zijn in het kader van de nieuwe programmeringsperiode geen betalingen subsidiabel uit het ELFPO:
a) |
voorlichtings- en adviesdiensten zoals bedoeld in artikel 33 octies van Verordening (EG) nr. 1257/1999; |
b) |
aanvullende rechtstreekse betalingen zoals bedoeld in artikel 33 nonies van Verordening (EG) nr. 1257/1999; |
c) |
steun ter aanvulling van staatssteun op Malta zoals bedoeld in artikel 33 decies van Verordening (EG) nr. 1257/1999; |
d) |
steun aan voltijdse landbouwers op Malta zoals bedoeld in artikel 33 undecies van Verordening (EG) nr. 1257/1999. |
HOOFDSTUK 3
Specifieke bepaling op agromilieu- en dierenwelzijnsgebied
Artikel 11
De lidstaten kunnen vóór het einde van de periode waarin uitvoering wordt gegeven aan een overeenkomstig hoofdstuk VI van Verordening (EG) nr. 1257/1999 aangegane verbintenis, toestaan dat die verbintenis wordt omgezet in een nieuwe verbintenis voor een periode van in de regel vijf tot zeven jaar in het kader van Verordening (EG) nr. 1698/2005, op voorwaarde dat:
a) |
de omzetting onbetwistbaar voordelen biedt voor het milieu of voor het dierenwelzijn, en |
b) |
de bestaande verbintenis in belangrijke mate wordt versterkt. |
HOOFDSTUK 4
Uitgaven in het kader van de technische bijstand
Afdeling 1
Uitgaven betreffende uit de afdeling Garantie van het EOGFL medegefinancierde maatregelen
Artikel 12
1. Uitgaven in verband met de in artikel 85 van Verordening (EG) nr. 1698/2005 bedoelde ex-ante-evaluatie voor de nieuwe programmeringsperiode kunnen voor de lopende programmeringsperiode binnen de in artikel 39, lid 1, onder a), van Verordening (EG) nr. 1290/2005 bepaalde termijn aan de afdeling Garantie van het EOGFL in rekening worden gebracht, mits het in artikel 59, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 817/2004 bepaalde plafond van 1 % in acht wordt genomen.
2. Uitgaven in verband met de in artikel 64 van Verordening (EG) nr. 817/2004 bedoelde evaluatie achteraf van de lopende programmeringsperiode zijn subsidiabel uit het onderdeel technische bijstand van het programma voor plattelandsontwikkeling voor de nieuwe programmeringsperiode, mits zij voldoen aan het bepaalde in artikel 66, lid 2, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 1698/2005 en mits dat programma daarvoor een voorziening bevat.
Afdeling 2
Uitgaven betreffende uit de afdeling Oriëntatie en/of de afdeling Garantie van het EOGFL medegefinancierde maatregelen
Artikel 13
1. Uitgaven in het kader van de lopende programmeringsperiode die worden gedaan na de einddatum voor de subsidiabiliteit van de uitgaven van die programmeringsperiode en die betrekking hebben op concrete acties zoals bedoeld in de punten 2 en 3 van regel 11 van de bijlage bij Verordening (EG) nr. 1685/2000 van de Commissie (8), met uitzondering van evaluaties achteraf, audits en de opstelling van eindverslagen, zijn in de nieuwe programmeringsperiode niet subsidiabel uit het ELFPO.
2. Uitgaven in het kader van de lopende programmeringsperiode die uiterlijk op de einddatum voor de subsidiabiliteit van de uitgaven van die programmeringsperiode worden gedaan en die betrekking hebben op concrete acties zoals bedoeld in punt 2.1, eerste streepje, en punt 3 van regel 11 van de bijlage bij Verordening (EG) nr. 1685/2000, met inbegrip van ex-ante-evaluaties zoals bedoeld in artikel 85 van Verordening (EG) nr. 1698/2005, voor de voorbereiding van programma's voor plattelandsontwikkeling voor de nieuwe programmeringsperiode, zijn met inachtneming van het bepaalde in de punten 2.2 tot en met 2.7 en 3 van die regel subsidiabel uit het onderdeel technische bijstand van de lopende operationele programma's of programmeringsdocumenten voor plattelandsontwikkeling.
3. Uitgaven voor evaluaties achteraf van de lopende programmeringsperiode zoals bedoeld in artikel 43 van Verordening (EG) nr. 1260/1999, kunnen subsidiabel zijn uit het ELFPO, en wel uit het onderdeel technische bijstand van de programma's voor de nieuwe programmeringsperiode, mits zij voldoen aan het bepaalde in artikel 66, lid 2, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 1698/2005 en mits het betrokken programma daarvoor een voorziening bevat.
TITEL III
OVERGANGSBEPALINGEN VOOR VERORDENING (EG) Nr. 1268/1999
Artikel 14
Wat de in artikel 2, vierde, zevende en veertiende streepje, van Verordening (EG) nr. 1268/1999 bedoelde maatregelen betreft, zijn uitgaven in verband met betalingen die na 31 december 2006 moeten worden gedaan, in de nieuwe programmeringsperiode subsidiabel uit het ELFPO, mits wordt voldaan aan artikel 71, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1698/2005 en mits het programma voor de nieuwe programmeringsperiode daarvoor een voorziening bevat.
TITEL IV
SLOTBEPALINGEN
Artikel 15
De lidstaten zorgen ervoor dat de concrete acties met een overgangskarakter die binnen het toepassingsgebied van deze verordening vallen, door middel van hun beheers- en controlesystemen duidelijk worden geïdentificeerd.
Artikel 16
Een tabel ter weergave van de onderlinge samenhang tussen de maatregelen voor de lopende programmeringsperiode en die voor de nieuwe programmeringsperiode, is opgenomen in bijlage II.
Artikel 17
Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 5 september 2006.
Voor de Commissie
Mariann FISCHER BOEL
Lid van de Commissie
(1) PB L 277 van 21.10.2005, blz. 1.
(2) PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2223/2004 (PB L 379 van 24.12.2004, blz. 1).
(3) PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 173/2005 (PB L 29 van 2.2.2005, blz. 3).
(4) PB L 270 van 21.10.2003, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1156/2006 van de Commissie (PB L 208 van 29.7.2006, blz. 3).
(5) PB L 153 van 30.4.2004, blz. 30, gerectificeerd in PB L 231 van 30.6.2004, blz. 24. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1360/2005 (PB L 214 van 19.8.2005, blz. 55).
(6) PB L 161 van 26.6.1999, blz. 87. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2112/2005 (PB L 344 van 27.12.2005, blz. 23).
(7) PB L 209 van 11.8.2005, blz. 1.
(8) PB L 193 van 29.7.2000, blz. 39.
BIJLAGE I
Typen van maatregelen of submaatregelen voor plattelandsontwikkeling zoals bedoeld in artikel 4, lid 1, tweede alinea:
— |
Opleiding |
— |
Vestiging van jonge landbouwers |
— |
Vervroegde uittreding (nieuwe lidstaten) |
— |
Gebruik van bedrijfsadviseringsdiensten (nieuwe lidstaten) |
— |
Oprichting van bedrijfsadviseringsdiensten, bedrijfsverzorgingsdiensten en diensten ter ondersteuning van het bedrijfsbeheer (alle betrokken lidstaten)/verlening van voorlichtings- en adviesdiensten (nieuwe lidstaten) |
— |
Investeringen in landbouwbedrijven |
— |
Investeringen in bossen |
— |
Verwerking/afzet van landbouw- en bosproducten |
— |
Grondverbetering, herverkaveling, waterbeheer, landbouwinfrastructuur |
— |
Herstel van door een natuurramp beschadigd agrarisch productiepotentieel en preventie van dergelijke schade |
— |
Voldoen aan communautaire normen/naleving van communautaire normen (nieuwe lidstaten) — diverse normen |
— |
Voedselkwaliteitsregelingen (nieuwe lidstaten) — diverse regelingen |
— |
Afzetbevordering voor kwaliteitsproducten door producentengroeperingen (nieuwe lidstaten) |
— |
Semi-zelfvoorzieningsbedrijven (nieuwe lidstaten) |
— |
Oprichting van producentengroeperingen (nieuwe lidstaten) |
— |
Gebieden met specifieke beperkingen op milieugebied/Natura 2000-betalingen (nieuwe lidstaten) |
— |
Milieubehoud in samenhang met land-/bosbouw |
— |
Bebossing van landbouwgrond (nieuwe lidstaten) |
— |
Bebossing van andere grond dan landbouwgrond |
— |
Ecologische stabiliteit van bossen |
— |
Herstel- en preventiemaatregelen in bossen/brandstroken |
— |
Diversificatie naar activiteiten buiten het landbouwbedrijf |
— |
Ambachtelijke/toeristische activiteiten |
— |
Basisvoorzieningen — diverse voorzieningen |
— |
Dorpsvernieuwing en -ontwikkeling — diverse typen van concrete acties |
— |
Landelijk erfgoed — diverse typen van concrete acties |
— |
Leader — beheer van de plaatselijke groepen en diverse typen van concrete acties in het kader van de plaatselijke ontwikkelingsstrategieën en van de samenwerking (met uitzondering van de verwerving van vakkundigheid en dynamiseringsacties) |
BIJLAGE II
Tabel ter weergave van de onderlinge samenhang tussen de maatregelen van Verordening (EG) nr. 1257/1999, de maatregelen van Verordening (EG) nr. 1268/1999 en de maatregelen van Verordening (EG) nr. 1698/2005
Maatregelen van Verordening (EG) nr. 1257/1999 |
Codes volgens Verordening (EG) nr. 817/2004 en Verordening (EG) nr. 141/2004 van de Commissie (1) |
Categorieën volgens Verordening (EG) nr. 438/2001 van de Commissie (2) |
Assen en maatregelen van Verordening (EG) nr. 1698/2005 |
Codes in het kader van Verordening (EG) nr. 1698/2005 |
|
As 1 |
|||
Opleiding (artikel 9) |
(c) |
113 en 128 |
Artikel 20, onder a), punt i), en artikel 21: Beroepsopleiding en voorlichting |
111 |
Vestiging van jonge landbouwers (artikel 8) |
(b) |
112 |
Artikel 20, onder a), punt ii), en artikel 22: Vestiging van jonge landbouwers |
112 |
Vervroegde uittreding (artikelen 10, 11 en 12) |
(d) |
/ |
Artikel 20, onder a), punt iii), en artikel 23: Vervroegde uittreding |
113 |
Gebruik van bedrijfsadviseringsdiensten (artikel 21 quinquies) |
(y) |
/ |
Artikel 20, onder a), punt iv), en artikel 24: Gebruik van adviesdiensten |
114 |
Oprichting van bedrijfsadviseringsdiensten, bedrijfsverzorgingsdiensten en diensten ter ondersteuning van het bedrijfsbeheer (artikel 33, derde streepje) Verlening van voorlichtings- en adviesdiensten (artikel 33 octies) |
(l) |
1303 |
Artikel 20, onder a), punt v), en artikel 25: Oprichting van diensten ter ondersteuning van het bedrijfsbeheer, bedrijfsverzorgingsdiensten en bedrijfsadviesdiensten |
115 |
Investeringen in landbouwbedrijven (artikelen 4 t/m 7) |
(a) |
111 |
Artikel 20, onder b), punt i), en artikel 26: Modernisering van landbouwbedrijven |
121 |
Investeringen in bossen om de economische waarde van die bossen te vergroten, instelling van verenigingen van boseigenaren (artikel 30, lid 1, tweede en vijfde streepje) |
(i) |
121 124 |
Artikel 20, onder b), punt ii), en artikel 27: Verbetering van de economische waarde van bossen |
122 |
Verwerking en afzet van landbouw- en bosproducten, bevordering van nieuwe afzet- en gebruiksmogelijkheden voor bosproducten (artikelen 25 t/m 28 en artikel 30, lid 1, derde en vierde streepje) |
(g) |
114 |
Artikel 20, onder b), punt iii), en artikel 28: Verhoging van de toegevoegde waarde van land- en bosbouwproducten |
123 |
(i) |
122 |
|||
Afzet van kwaliteitslandbouwproducten, met inbegrip van de instelling van kwaliteitsregelingen (artikel 33, vierde streepje) |
(m) |
123 |
||
|
|
|
Artikel 20, onder b), punt iv), en artikel 29: Samenwerking ter bevordering van de ontwikkeling van nieuwe producten, procédés en technologieën |
124 |
Grondverbetering, herverkaveling, waterbeheer, landbouwinfrastructuur (artikel 33, eerste, tweede, achtste en negende streepje) |
(j) |
1301 |
Artikel 20, onder b), punt v), en artikel 30: Infrastructuur voor de land- en de bosbouw |
125 |
(k) |
1302 |
|||
(q) |
1308 |
|||
(r) |
1309 |
|||
Herstel- en preventiemaatregelen (artikel 33, twaalfde streepje) |
(u) |
1313 |
Artikel 20, onder b), punt vi): Herstel- en preventiemaatregelen |
126 |
Voldoen aan normen (artikelen 21 ter en 21 quater) Naleving van normen (artikel 33 terdecies, leden 2 bis en 2 ter) |
(x) |
/ |
Artikel 20, onder c), punt i), en artikel 31: Voldoen aan normen |
131 |
Voedselkwaliteitsregelingen (artikelen 24 ter en 24 quater) |
(z) |
/ |
Artikel 20, onder c), punt ii), en artikel 32: Voedselkwaliteitsregelingen |
132 |
Steun aan producentengroeperingen voor afzetbevordering voor kwaliteitsproducten (artikel 24 quinquies) |
(aa) |
/ |
Artikel 20, onder c), punt iii), en artikel 33: Voorlichting en afzetbevordering |
133 |
Semi-zelfvoorzieningsbedrijven (artikel 33 ter) |
(ab) |
/ |
Artikel 20, onder d), punt i), en artikel 34: Semi-zelfvoorzieningsbedrijven |
141 |
Producentengroeperingen (artikel 33 quinquies) |
(ac) |
/ |
Artikel 20, onder d), punt ii), en artikel 35: Producentengroeperingen |
142 |
|
As 2 |
|||
Compenserende vergoedingen bergstreken (artikelen 13, 14, 15 en 18) |
(e) |
/ |
Artikel 36, onder a), punt i), en artikel 37: Betalingen voor natuurlijke handicaps in berggebieden |
211 |
Compenserende vergoedingen andere probleemgebieden (artikelen 13, 14, 15, 18 en 19) |
(e) |
/ |
Artikel 36, onder a), punt ii), en artikel 37: Betalingen in andere gebieden met natuurlijke handicaps dan berggebieden |
212 |
Gebieden met specifieke beperkingen op milieugebied (artikel 16) |
(e) |
/ |
Artikel 36, onder a), punt iii), en artikel 38: Natura 2000-betalingen en betalingen in verband met Richtlijn 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad (3) |
213 |
Agromilieumaatregelen (artikelen 22, 23 en 24) |
(f) |
/ |
Artikel 36, onder a), punt iv), en artikel 39: Agromilieubetalingen |
214 |
Dierenwelzijn (artikelen 22, 23 en 24) |
(f) |
/ |
Artikel 36, onder a), punt v), en artikel 40: Dierenwelzijnsbetalingen |
215 |
Milieubehoud in samenhang met verbetering van het welzijn van dieren (artikel 33, elfde streepje) |
(t) |
1312 |
||
Milieubehoud in samenhang met landbouw (artikel 33, elfde streepje) |
(t) |
1312 |
Artikel 36, onder a), punt vi), en artikel 41: Niet-productieve investeringen |
216 |
Bebossing van landbouwgrond (artikel 31) |
(h) |
/ |
Artikel 36, onder b), punt i), en artikel 43: Eerste bebossing van landbouwgrond |
221 |
|
|
|
Artikel 36, onder b), punt ii), en artikel 44: Eerste totstandbrenging van boslandbouwsystemen |
222 |
Bebossing van andere grond dan landbouwgrond (artikel 30, lid 1, eerste streepje) |
(i) |
126 |
Artikel 36, onder b), punt iii), en artikel 45: Eerste bebossing van andere grond dan landbouwgrond |
223 |
Ecologische stabiliteit van bossen (artikel 31, lid 1, eerste streepje) |
(i) |
127 |
Artikel 36, onder b), punt iv), en artikel 46: Natura 2000-betalingen |
224 |
Ecologische stabiliteit van bossen (artikel 32, lid 1, eerste streepje) |
(i) |
127 |
Artikel 36, onder b), punt v), en artikel 47: Bosmilieubetalingen |
225 |
Herstel- en preventiemaatregelen in bossen (artikel 30, lid 1, zesde streepje) Brandstroken (artikel 32, lid 1, tweede streepje) |
(i) |
125 |
Artikel 36, onder b), punt vi), en artikel 48: Herstel- en preventiemaatregelen in bossen |
226 |
Investeringen in bossen om de ecologische of maatschappelijke waarde van die bossen te vergroten (artikel 30, lid 1, tweede streepje) Milieubehoud in samenhang met bosbouw (artikel 33, elfde streepje) |
(i) |
121 |
Artikel 36, onder b), punt vii), en artikel 49: Niet-productieve investeringen |
227 |
(t) |
1312 |
|||
|
As 3 |
|||
Diversificatie (artikel 33, zevende streepje) |
(p) |
1307 |
Artikel 52, onder a), punt i), en artikel 53: Diversificatie |
311 |
Ambachtelijke activiteiten, financiële instrumentering |
(s) |
1311 |
Artikel 52, onder a), punt ii), en artikel 54: Oprichting en ontwikkeling van micro-ondernemingen |
312 |
(artikel 33, tiende en dertiende streepje) |
(v) |
1314 |
||
Toeristische activiteiten (artikel 33, tiende streepje) |
(s) |
1310 |
Artikel 52, onder a), punt iii), en artikel 55: Toeristische activiteiten |
313 |
Basisvoorzieningen (artikel 33, vijfde streepje) |
(n) |
1305 |
Artikel 52, onder b), punt i), en artikel 56: Basisvoorzieningen |
321 |
Dorpsvernieuwing en -ontwikkeling (artikel 36, zesde streepje) |
(o) |
1306 |
Artikel 52, onder b), punt ii): Dorpsvernieuwing en -ontwikkeling |
322 |
Bescherming en instandhouding van het landelijke erfgoed (artikel 33, zesde streepje) |
(o) |
1306 |
Artikel 52, onder b), punt iii), en artikel 57: Instandhouding en opwaardering van het landelijke erfgoed |
323 |
|
|
|
Artikel 52, onder c), en artikel 58: Opleiding en voorlichting |
331 |
Beheer van geïntegreerde strategieën voor plattelandsontwikkeling door plaatselijke partnerschappen (artikel 33, veertiende streepje) |
(w) |
1305-11305-2 |
Artikel 52, onder d), en artikel 59: Verwerving van vakkundigheid, dynamisering en uitvoering |
341 |
|
As 4 |
|||
Leader+-mededeling en maatregelen van het type Leader+ (artikel 33 septies) |
|
Artikel 63, onder a): Plaatselijke ontwikkelingsstrategieën |
41 |
|
Onderdeel 1: Gebiedsgebonden strategieën |
Op het gebied van het concurrentievermogen: alle met as 1 overeenstemmende oude codes volgens de Verordeningen (EG) nr. 817/2004 en (EG) nr. 438/2001 |
411 Concurrentievermogen |
||
Op het gebied van landbeheer/milieu: alle met as 2 overeenstemmende oude codes volgens de Verordeningen (EG) nr. 817/2004 en (EG) nr. 438/2001 |
412 Milieu/landbeheer |
|||
Op het gebied van diversificatie/leefkwaliteit: alle met as 3 overeenstemmende oude codes volgens de Verordeningen (EG) nr. 817/2004 en (EG) nr. 438/2001, alsmede de volgende categorieën volgens Verordening (EG) nr. 438/2001: 161 tot en met 164, 166, 167, 171 tot en met 174, 22 tot en met 25, 322, 323, 332, 333, 341, 343, 345, 351, 353, 354 en 36 |
413 Leefkwaliteit/diversificatie |
|||
Leader+-mededeling en maatregelen van het type Leader + (artikel 33 septies) |
/ |
|
|
|
Onderdeel 2: Samenwerking |
|
1305-3 1305-4 |
Artikel 63, onder b): Samenwerking |
421 |
Leader+-mededeling en maatregelen van het type Leader+ (artikel 33 septies) |
/ |
|
|
|
Onderdeel 3: Beheer van de plaatselijke groep |
|
1305-1 1305-2 |
Artikel 63, onder c): Beheer van de plaatselijke groep, dynamisering |
431 |
Leader+-mededeling en maatregelen van het type Leader+ (artikel 33 septies) |
/ |
|
|
|
Onderdeel 3: Netwerken |
|
1305-5 |
Artikel 66, lid 3, en artikel 68: Nationaal netwerk voor het platteland |
511 |
Technische bijstand |
|
|
Technische bijstand |
|
Technische bijstand (artikel 49) |
|
411 tot en met 415 |
Artikel 66, lid 2: Technische bijstand |
511 |
Regel 11 van de bijlage bij Verordening (EG) nr. 1685/2004 |
(ad) |
|
Artikel 66, lid 3: Nationale netwerken |
511 |
Maatregelen van Verordening (EG) nr. 1268/1999 |
|
|
Maatregelen van Verordening (EG) nr. 1698/2005 |
|
Landbouwproductiemethoden die zijn ontworpen met het oog op milieubescherming en natuurbeheer (artikel 2, vierde streepje) |
/ |
/ |
Artikel 36, onder a), punt iv), en artikel 39: Agromilieubetalingen |
214 |
Oprichting van producentengroeperingen (artikel 2, zevende streepje) |
/ |
/ |
Artikel 20, onder d), punt ii), en artikel 35: Producentengroeperingen |
142 |
Bosbouw (artikel 2, veertiende streepje) |
/ |
/ |
Artikel 36, onder b), punt i), en artikel 43: Eerste bebossing van landbouwgrond |
221 |
(1) PB L 24 van 29.1.2004, blz. 25.
6.9.2006 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 243/20 |
VERORDENING (EG) Nr. 1321/2006 VAN DE COMMISSIE
van 5 september 2006
tot vaststelling van de invoerrechten voor bepaalde gedopte rijst met ingang van 6 september 2006
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1785/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening van de rijstmarkt (1), en met name op artikel 11 bis,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Uit de door de bevoegde autoriteiten overgelegde gegevens maakt de Commissie op dat voor de periode van 1 september 2005 tot en met 31 augustus 2006 invoercertificaten zijn afgegeven voor een hoeveelheid van 430 075 t gedopte rijst van GN-code 1006 20, met uitzondering van invoercertificaten voor Basmati-rijst. Het invoerrecht voor gedopte rijst van GN-code 1006 20, andere dan Basmati-rijst, moet bijgevolg worden gewijzigd. |
(2) |
Aangezien het toepasselijke recht moet worden vastgesteld binnen een termijn van tien dagen na bovengenoemde periode, dient de onderhavige verordening onverwijld in werking te treden, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Het invoerrecht voor gedopte rijst van GN-code 1006 20 bedraagt 42,5 EUR per ton.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 5 september 2006.
Voor de Commissie
Jean-Luc DEMARTY
Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling
(1) PB L 270 van 21.10.2003, blz. 96. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 797/2006 (PB L 144 van 31.5.2006, blz. 1).
II Besluiten waarvan de publicatie niet voorwaarde is voor de toepassing
Raad
6.9.2006 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 243/21 |
BESLUIT VAN DE RAAD
van 5 mei 2006
inzake de ondertekening en de voorlopige toepassing van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de regering van de Republiek Singapore inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten
(2006/592/EG)
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 80, lid 2, juncto artikel 300, lid 2, eerste alinea, eerste zin,
Gezien het voorstel van de Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De Raad heeft de Commissie op 5 juni 2003 gemachtigd met derde landen te onderhandelen over het vervangen van sommige bepalingen in bestaande bilaterale overeenkomsten door een communautaire overeenkomst. |
(2) |
Overeenkomstig de mechanismen en richtsnoeren in de bijlage bij het besluit van de Raad waarbij de Commissie werd gemachtigd om met derde landen te onderhandelen over het vervangen van sommige bepalingen in bestaande bilaterale overeenkomsten door een communautaire overeenkomst, heeft de Commissie namens de Gemeenschap met de regering van de Republiek Singapore onderhandeld over een overeenkomst inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten (hierna „de overeenkomst” genoemd). |
(3) |
Onder voorbehoud van sluiting op een later tijdstip dient de overeenkomst te worden ondertekend en voorlopig te worden toegepast, |
BESLUIT:
Artikel 1
De overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de regering van de Republiek Singapore inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten wordt namens de Gemeenschap ondertekend, onder voorbehoud van het besluit van de Raad betreffende de sluiting van de overeenkomst.
De tekst van de overeenkomst is aan dit besluit gehecht.
Artikel 2
De voorzitter van de Raad is gemachtigd de persoon aan te wijzen die bevoegd is de overeenkomst namens de Gemeenschap te ondertekenen onder voorbehoud van sluiting.
Artikel 3
In afwachting van de inwerkingtreding, wordt de overeenkomst voorlopig toegepast met ingang van de eerste dag van de eerste maand volgende op de datum waarop de partijen elkaar in kennis hebben gesteld van de voltooiing van de daartoe vereiste procedures.
Artikel 4
De voorzitter van de Raad is gemachtigd de in artikel 7, lid 2, van de overeenkomst bedoelde kennisgeving te verrichten.
Gedaan te Brussel, 5 mei 2006.
Voor de Raad
De voorzitter
K.-H. GRASSER
OVEREENKOMST
tussen de Europese Gemeenschap en de regering van de Republiek Singapore inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten
DE EUROPESE GEMEENSCHAP:
enerzijds, en
DE REGERING VAN DE REPUBLIEK SINGAPORE (hierna „Singapore” genoemd)
anderzijds,
(hierna „de overeenkomstsluitende partijen” genoemd)
VASTSTELLEND dat het Europees Hof van Justitie tot de conclusie is gekomen dat sommige bepalingen van de tussen verscheidene lidstaten van de Europese Gemeenschap en derde landen gesloten bilaterale overeenkomsten in strijd zijn met de wetgeving van de Europese Gemeenschap,
VASTSTELLEND dat dergelijke bepalingen zijn opgenomen in een aantal bilaterale overeenkomsten voor luchtdiensten die tussen verscheidene lidstaten van de Europese Unie en Singapore zijn gesloten en dat de lidstaten verplicht zijn alle passende maatregelen te nemen om de onverenigbaarheden tussen deze overeenkomsten en het EG-Verdrag weg te werken,
VASTSTELLEND dat de Europese Gemeenschap exclusief bevoegd is voor een aantal aspecten die kunnen worden opgenomen in bilaterale overeenkomsten tussen de lidstaten van de Europese Gemeenschap en derde landen met betrekking tot luchtdiensten,
VASTSTELLEND dat in een lidstaat gevestigde communautaire luchtvervoerders overeenkomstig de wetgeving van de Europese Gemeenschap het recht hebben op niet-discriminerende toegang tot luchtroutes tussen die lidstaat en derde landen,
GELET OP de overeenkomsten tussen de Europese Gemeenschap en bepaalde derde landen waarin onderdanen van deze derde landen de mogelijkheid wordt geboden eigendom te verwerven in luchtvervoerders die een vergunning hebben gekregen overeenkomstig de wetgeving van de Europese Gemeenschap,
ONDERKENNENDE dat samenhang tussen de wetgeving van de Europese Gemeenschap en de bepalingen van bilaterale overeenkomsten voor luchtdiensten tussen lidstaten van de Europese Gemeenschap en Singapore een goed middel vormen om de continuïteit en de ontwikkeling van luchtdiensten tussen de Europese Gemeenschap en Singapore te garanderen,
VASTSTELLEND dat deze overeenkomst geen invloed heeft op niet met de wetgeving van de Europese Gemeenschap onverenigbare bepalingen van de tussen lidstaten van de Europese Gemeenschap en Singapore gesloten bilaterale overeenkomsten inzake luchtdiensten,
VASTSTELLEND dat de Europese Gemeenschap er met deze overeenkomst niet naar streeft het totale volume aan luchtverkeer tussen de Europese Gemeenschap en Singapore te vergroten, noch om het evenwicht tussen communautaire luchtvervoerders en luchtvervoerders uit Singapore te wijzigen, noch deze overeenkomst te laten prevaleren boven de bepalingen van bestaande bilaterale overeenkomsten inzake verkeersrechten,
ZIJN ALS VOLGT OVEREENGEKOMEN:
Artikel 1
Algemene bepalingen
1. In deze overeenkomst wordt onder „lidstaten” lidstaten van de Europese Gemeenschap verstaan; onder „overeenkomstsluitende partij” wordt een partij bij deze overeenkomst verstaan; onder „partij” wordt de partij bij de relevante bilaterale overeenkomst voor luchtdiensten verstaan; onder „partij” wordt ook luchtvaartmaatschappij verstaan; onder „grondgebied van de Europese Gemeenschap” wordt verstaan: het grondgebied van de lidstaten waarop het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap van toepassing is.
2. Wanneer in de in bijlage I vermelde overeenkomsten wordt verwezen naar onderdanen van de lidstaat die partij is bij de overeenkomst, wordt dit begrepen als een verwijzing naar onderdanen van de lidstaten van de Europese Gemeenschap.
3. Wanneer in de in bijlage I vermelde overeenkomsten wordt verwezen naar luchtvervoerders of luchtvaartmaatschappijen van de lidstaat die partij is bij de overeenkomst, wordt dit begrepen als een verwijzing naar de door die lidstaat aangewezen luchtvervoerders of luchtvaartmaatschappijen.
Artikel 2
Aanwijzing, vergunning en intrekking
1. De bepalingen van de leden 3 en 4 van dit artikel hebben voorrang op de overeenkomstige bepalingen van de in bijlage II, onder a) en b), genoemde artikelen wat betreft de aanwijzing van een luchtvervoerder door de betrokken lidstaat, de vergunningen en machtigingen die door Singapore aan deze luchtvervoerder zijn toegekend en de weigering, intrekking, opschorting of beperking van de vergunningen en machtigingen van de luchtvervoerder.
2. De bepalingen van de leden 3 en 4 van dit artikel hebben voorrang op de overeenkomstige bepalingen van de in bijlage II, onder a) en b), genoemde artikelen wat betreft de aanwijzing van een luchtvervoerder door Singapore, de vergunningen en machtigingen die door de betrokken lidstaat aan deze luchtvervoerder zijn toegekend en de weigering, intrekking, opschorting of beperking van de vergunningen en machtigingen van de luchtvervoerder indien de betrokken lidstaat verklaart dat de bepalingen van de leden 3 en 4 van dit artikel van toepassing zijn.
3. Bij ontvangst van een aanwijzing of een aanvraag van een aangewezen luchtvervoerder, in de vorm en op de wijze die zijn voorgeschreven voor exploitatievergunningen en technische machtigingen, dient elke partij overeenkomstig de leden 4 en 5 zo spoedig mogelijk de passende vergunningen en machtigingen te verlenen mits:
a) |
indien een luchtvervoerder door een lidstaat is aangewezen:
|
b) |
indien een luchtvervoerder door Singapore is aangewezen:
|
4. Beide partijen mogen de exploitatievergunning of technische machtigingen van een door de wederpartij aangewezen luchtvervoerder weigeren, intrekken, schorsen of beperken, mits:
a) |
indien een luchtvervoerder door een lidstaat is aangewezen:
|
b) |
indien een luchtvervoerder door Singapore is aangewezen:
|
5. Bij de uitoefening van de rechten die krachtens lid 4 aan Singapore zijn verleend en onverminderd de rechten die het krachtens lid 4, onder a), v) en vi), van dit artikel heeft, mag Singapore geen onderscheid maken tussen communautaire luchtvervoerders op grond van nationaliteit.
Artikel 3
Rechten met betrekking tot wettelijk toezicht
1. De bepalingen van lid 2 van dit artikel vormen een aanvulling op de in bijlage II, onder c), vermelde artikelen.
2. Wanneer een lidstaat (de eerste lidstaat) een luchtvervoerder heeft aangewezen die onder het wettelijke toezicht van een andere lidstaat staat, zijn de rechten van Singapore uit hoofde van de veiligheidsvoorschriften van de overeenkomst tussen de eerste lidstaat die de luchtvervoerder heeft aangewezen en Singapore zowel van toepassing op de vaststelling, naleving of handhaving van veiligheidsnormen door die andere lidstaat als op de exploitatievergunning van die luchtvervoerder.
Artikel 4
Tarieven voor vervoer binnen de Europese Gemeenschap
1. De bepalingen van lid 2 van dit artikel vormen een aanvulling op de in bijlage II, onder d), vermelde artikelen.
2. De tarieven die de luchtvervoerder(s) welke door Singapore is/zijn aangewezen krachtens een in bijlage I vermelde overeenkomst die een in bijlage II, onder d), vermelde bepaling bevat, in rekening brengen voor vervoer dat volledig binnen de Europese Gemeenschap plaatsvindt, zijn onderhevig aan de Europese Gemeenschapswetgeving. De Europese Gemeenschapswetgeving wordt op niet-discriminerende wijze toegepast.
Artikel 5
Bijlagen bij de overeenkomst
De bijlagen bij deze overeenkomst maken een integrerend deel uit van deze overeenkomst.
Artikel 6
Herziening of wijziging
De overeenkomstsluitende partijen mogen deze overeenkomst op elk ogenblik met wederzijdse instemming wijzigen.
Artikel 7
Inwerkingtreding
1. Deze overeenkomst treedt in werking wanneer de overeenkomstsluitende partijen elkaar schriftelijk hebben meegedeeld dat zij hun interne procedures voor de inwerkingtreding van de overeenkomst hebben voltooid.
2. Onverminderd het bepaalde in lid 1 stemmen de overeenkomstsluitende partijen ermee in deze overeenkomst voorlopig toe te passen vanaf de eerste dag van de maand volgende op de datum waarop de partijen elkaar in kennis hebben gesteld van de voltooiing van de vereiste procedures.
3. De overeenkomsten en andere regelingen tussen lidstaten en Singapore die, op de datum van de ondertekening van deze overeenkomst, nog niet in werking zijn getreden en niet voorlopig worden toegepast, zijn vermeld in bijlage I, onder b). Zodra deze overeenkomsten en regelingen in werking treden of voorlopig worden toegepast, vallen ze onder de onderhavige overeenkomst.
Artikel 8
Beëindiging
1. Wanneer een in bijlage I vermelde overeenkomst wordt stopgezet, worden alle bepalingen van de onderhavige overeenkomst die betrekking hebben op de betrokken in bijlage I vermelde overeenkomst tegelijkertijd stopgezet.
2. Wanneer alle in bijlage I vermelde overeenkomsten worden stopgezet, wordt de onderhavige overeenkomst tegelijkertijd stopgezet.
TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekenden, daartoe naar behoren gemachtigd, deze overeenkomst hebben ondertekend.
Gedaan te Luxemburg, in tweevoud, op de negende juni tweeduizend zes, in de Deense, de Duitse, de Engelse, de Estse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Hongaarse, de Italiaanse, de Letse, de Litouwse, de Maltese, de Nederlandse, de Poolse, de Portugese, de Sloveense, de Slowaakse, de Spaanse, de Tsjechische en de Zweedse taal. In geval van tegenstrijdigheden tussen de taalversies is de Engelse tekst bindend.
Por la Comunidad Europea
Za Evropské společenství
For Det Europæiske Fællesskab
Für die Europäische Gemeinschaft
Euroopa Ühenduse nimel
Για την Ευρωπαϊκή Κοινότητα
For the European Community
Pour la Communauté européenne
Per la Comunità europea
Eiropas Kopienas vārdā
Europos bendrijos vardu
Az Európai Közösség részéről
Għall-Komunità Ewropea
Voor de Europese Gemeenschap
W imieniu Wspólnoty Europejskiej
Pela Comunidade Europeia
Za Európske spoločenstvo
Za Evropsko skupnost
Euroopan yhteisön puolesta
För Europeiska gemenskapen
Por el Gobierno de la República de Singapur
Za vládu Singapurské republiky
For Republikken Singapores regering
Für die Regierung der Republik Singapur
Singapuri Vabariigi valitsuse nimel
Για την κυβέρνηση της Δημοκρατίας της Σιγκαπούρης
For the Government of the Republic of Singapore
Pour le gouvernement de la République de Singapour
Per il governo della Repubblica di Singapore
Singapūras Republikas valdības vārdā
Singapūro Respublikos Vyriausybės vardu
A Szingapúri Köztársaság Kormánya részéről
Għall-Gvern tar-Repubblika ta' Singapor
Voor de regering van de Republiek Singapore
W imieniu Rządu Republiki Singapuru
Pelo Governo da República de Singapura
Za vládu Singapurskej republiky
Za vlado Singapurske republike
Singaporen tasavallan hallituksen puolesta
För Republiken Singapores regering
BIJLAGE I
Lijst van de overeenkomsten waarnaar wordt verwezen in artikel 1 van deze overeenkomst
a) |
Overeenkomsten voor luchtdiensten tussen de Republiek Singapore en lidstaten van de Europese Gemeenschap die, op de datum van ondertekening van onderhavige overeenkomst, zijn gesloten, ondertekend en/of voorlopig worden toegepast:
|
b) |
Geparafeerde of ondertekende overeenkomsten voor luchtdiensten en andere regelingen tussen de Republiek Singapore en lidstaten van de Europese Gemeenschap die, op de datum van ondertekening van onderhavige overeenkomst, nog niet van kracht zijn geworden en niet voorlopig worden toegepast |
BIJLAGE II
Lijst van de artikelen van de in bijlage I vermelde overeenkomsten waarnaar wordt verwezen in de artikelen 2 tot en met 5 van onderhavige overeenkomst
a) |
Aanwijzing door een lidstaat:
|
b) |
Weigering, intrekking, opschorting of beperking van vergunningen en machtigingen:
|
c) |
Wettelijk toezicht:
|
d) |
Tarieven voor vervoer binnen de Europese Gemeenschap:
|
BIJLAGE III
Lijst van andere landen waarnaar wordt verwezen in artikel 2 van deze overeenkomst
a) |
De Republiek IJsland (in het kader van de Overeenkomst inzake de Europese Economische Ruimte); |
b) |
Het Vorstendom Liechtenstein (in het kader van de Overeenkomst inzake de Europese Economische Ruimte); |
c) |
Het Koninkrijk Noorwegen (in het kader van de Overeenkomst inzake de Europese Economische Ruimte); |
d) |
De Zwitserse Bondsstaat (in het kader van de Overeenkomst inzake luchtvervoer tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat). |
Commissie
6.9.2006 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 243/32 |
BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE
van 4 augustus 2006
tot vaststelling van een indicatieve verdeling over de lidstaten van de vastleggingskredieten voor de doelstelling „regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid” voor de periode 2007-2013
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2006) 3472)
(2006/593/EG)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (1), en met name op artikel 18, lid 2,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Overeenkomstig artikel 3, lid 2, onder b), van Verordening (EG) nr. 1083/2006 wordt met de doelstelling „regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid” beoogd het concurrentievermogen en de aantrekkingskracht van de regio’s te vergroten. |
(2) |
Overeenkomstig artikel 4, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 1083/2006 dragen het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling en het Europees Sociaal Fonds bij tot de verwezenlijking van de in artikel 3, lid 2, onder b), van die verordening genoemde doelstellingen. Overeenkomstig artikel 4, lid 2, treedt het Cohesiefonds ook op in regio’s die niet in aanmerking komen voor steun uit hoofde van de convergentiedoelstelling, maar wel gelegen zijn in een lidstaat die in aanmerking komt voor steun uit dat fonds. |
(3) |
Overeenkomstig artikel 20 van Verordening (EG) nr. 1083/2006 wordt 15,95 % van de middelen die beschikbaar zijn voor de vastleggingen ten laste van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds (hierna „de Fondsen” genoemd) voor de periode 2007-2013 aan de doelstelling „regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid” toegewezen, waarvan 21,14 % voor de in artikel 8, lid 2, van die verordening bedoelde specifieke overgangssteun. |
(4) |
De middelen die aan de doelstelling „regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid” worden toegewezen, moeten indicatief over de lidstaten worden verdeeld. Overeenkomstig artikel 18, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1083/2006 geschiedt dit volgens de in bijlage II bij die verordening beschreven criteria en methode. |
(5) |
In punt 4 van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1083/2006 wordt de methode vastgesteld voor de toewijzing van de beschikbare middelen aan de lidstaten en regio’s die overeenkomstig artikel 6 van die verordening in aanmerking komen voor steun. |
(6) |
In punt 6, onder b), van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1083/2006 wordt de methode vastgesteld voor de berekening van de toewijzingen in het kader van de in artikel 8, lid 2, van die verordening bedoelde overgangssteun. |
(7) |
In punt 7 van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1083/2006 wordt het plafond voor overdrachten uit de Fondsen aan elke afzonderlijke lidstaat vastgesteld. |
(8) |
In de punten 12 tot en met 31 van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1083/2006 worden de bedragen voor de periode 2007-2013 voor een aantal specifieke gevallen vastgesteld. |
(9) |
Overeenkomstig artikel 24 van Verordening (EG) nr. 1083/2006 gaat 0,25 % van de middelen die beschikbaar zijn voor de vastleggingen ten laste van de Fondsen voor de periode 2007-2013 naar technische bijstand op initiatief van de Commissie; de indicatieve verdeling over de lidstaten moet dus exclusief het bedrag voor technische bijstand worden vastgesteld, |
HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:
Artikel 1
De indicatieve bedragen per lidstaat van de vastleggingskredieten voor de regio’s die overeenkomstig artikel 6 van Verordening (EG) nr. 1083/2006 in aanmerking komen voor steun uit de Structuurfondsen uit hoofde van de doelstelling „regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid”, inclusief de in bijlage II bij die verordening vastgestelde extra bedragen, worden vastgesteld in tabel 1 van bijlage I.
De verdeling van de in de vorige alinea bedoelde vastleggingskredieten per lidstaat en per jaar wordt vastgesteld in tabel 2 van bijlage I.
Artikel 2
De indicatieve bedragen per lidstaat van de vastleggingskredieten voor de in artikel 8, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1083/2006 bedoelde specifieke overgangssteun uit de Structuurfondsen uit hoofde van de doelstelling „regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid”, inclusief de in bijlage II van die verordening vastgestelde extra bedragen, worden vastgesteld in tabel 1 van bijlage II.
De verdeling van de in de vorige alinea bedoelde vastleggingskredieten per lidstaat en per jaar wordt vastgesteld in tabel 2 van bijlage II.
Artikel 3
Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 4 augustus 2006.
Voor de Commissie
Danuta HÜBNER
Lid van de Commissie
(1) PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25.
BIJLAGE I
Indicatieve verdeling over de lidstaten van de vastleggingskredieten voor de regio’s die in aanmerking komen voor steun uit de Structuurfondsen uit hoofde van de doelstelling „regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid” voor de periode van 1 januari 2007 tot en met 31 december 2013
(EUR) |
||||||||||
Lidstaat |
|
|||||||||
Regio’s die in aanmerking komen voor de doelstelling „regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid” |
Extra steun als bedoeld in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad, in punt: |
|||||||||
16 |
20 |
23 |
25 |
26 |
28 |
29 |
||||
België/Belgique |
1 264 522 294 |
|
|
|
|
|
|
|
||
Česká republika |
172 351 284 |
199 500 000 |
|
|
|
|
|
|
||
Danmark |
452 135 320 |
|
|
|
|
|
|
|
||
Deutschland |
8 273 934 718 |
|
|
|
74 812 500 |
|
|
|
||
España |
2 925 887 307 |
|
|
|
|
199 500 000 |
|
|
||
France |
9 000 763 163 |
|
|
|
|
|
|
99 750 000 |
||
Ireland |
260 155 399 |
|
|
|
|
|
|
|
||
Italia |
4 539 667 937 |
|
|
|
|
|
209 475 000 |
|
||
Luxembourg |
44 796 164 |
|
|
|
|
|
|
|
||
Nederland |
1 472 879 499 |
|
|
|
|
|
|
|
||
Österreich |
761 883 269 |
|
|
|
149 625 000 |
|
|
|
||
Portugal |
435 196 895 |
|
|
|
|
|
|
|
||
Slovensko |
398 057 758 |
|
|
|
|
|
|
|
||
Suomi-Finland |
778 631 938 |
|
153 552 511 |
|
|
|
|
|
||
Sverige |
1 077 567 589 |
|
215 598 656 |
149 624 993 |
|
|
|
|
||
United Kingdom |
5 335 717 800 |
|
|
|
|
|
|
|
||
Totaal |
37 194 148 334 |
199 500 000 |
369 151 167 |
149 624 993 |
224 437 500 |
199 500 000 |
209 475 000 |
99 750 000 |
(EUR) |
|||||||||
Lidstaat |
|
||||||||
2007 |
2008 |
2009 |
2010 |
2011 |
2012 |
2013 |
|||
België/Belgique |
180 646 042 |
180 646 042 |
180 646 042 |
180 646 042 |
180 646 042 |
180 646 042 |
180 646 042 |
||
Česká republika |
53 121 612 |
53 121 612 |
53 121 612 |
53 121 612 |
53 121 612 |
53 121 612 |
53 121 612 |
||
Danmark |
64 590 760 |
64 590 760 |
64 590 760 |
64 590 760 |
64 590 760 |
64 590 760 |
64 590 760 |
||
Deutschland |
1 192 678 174 |
1 192 678 174 |
1 192 678 174 |
1 192 678 174 |
1 192 678 174 |
1 192 678 174 |
1 192 678 174 |
||
España |
446 483 901 |
446 483 901 |
446 483 901 |
446 483 901 |
446 483 901 |
446 483 901 |
446 483 901 |
||
France |
1 300 073 309 |
1 300 073 309 |
1 300 073 309 |
1 300 073 309 |
1 300 073 309 |
1 300 073 309 |
1 300 073 309 |
||
Ireland |
37 165 057 |
37 165 057 |
37 165 057 |
37 165 057 |
37 165 057 |
37 165 057 |
37 165 057 |
||
Italia |
678 448 991 |
678 448 991 |
678 448 991 |
678 448 991 |
678 448 991 |
678 448 991 |
678 448 991 |
||
Luxembourg |
6 399 452 |
6 399 452 |
6 399 452 |
6 399 452 |
6 399 452 |
6 399 452 |
6 399 452 |
||
Nederland |
210 411 357 |
210 411 357 |
210 411 357 |
210 411 357 |
210 411 357 |
210 411 357 |
210 411 357 |
||
Österreich |
130 215 467 |
130 215 467 |
130 215 467 |
130 215 467 |
130 215 467 |
130 215 467 |
130 215 467 |
||
Portugal |
62 170 985 |
62 170 985 |
62 170 985 |
62 170 985 |
62 170 985 |
62 170 985 |
62 170 985 |
||
Slovensko |
59 287 258 |
57 274 995 |
54 915 823 |
51 153 834 |
53 136 512 |
56 208 234 |
66 081 102 |
||
Suomi-Finland |
133 169 207 |
133 169 207 |
133 169 207 |
133 169 207 |
133 169 207 |
133 169 207 |
133 169 207 |
||
Sverige |
206 113 034 |
206 113 034 |
206 113 034 |
206 113 034 |
206 113 034 |
206 113 034 |
206 113 034 |
||
United Kingdom |
762 245 400 |
762 245 400 |
762 245 400 |
762 245 400 |
762 245 400 |
762 245 400 |
762 245 400 |
||
Totaal |
5 523 220 006 |
5 521 207 743 |
5 518 848 571 |
5 515 086 582 |
5 517 069 260 |
5 520 140 982 |
5 530 013 850 |
BIJLAGE II
Indicatieve verdeling over de lidstaten van de vastleggingskredieten voor de regio’s die bij wijze van specifieke overgangsmaatregel in aanmerking komen voor steun uit de Structuurfondsen uit hoofde van de doelstelling „regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid” voor de periode van 1 januari 2007 tot en met 31 december 2013
(EUR) |
||||||||
Lidstaat |
|
|||||||
Regio’s die bij wijze van overgangsmaatregel in aanmerking komen voor de doelstelling „regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid” |
Extra steun als bedoeld in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad, in punt: |
|||||||
15 |
19 |
20 |
26 |
27 |
||||
Ellada |
582 395 315 |
|
|
|
|
|
||
España |
3 649 807 023 |
|
99 749 993 |
434 492 233 |
299 250 000 |
|
||
Ireland |
418 744 086 |
|
|
|
|
|
||
Italia |
626 325 208 |
|
|
|
|
250 372 500 |
||
Kypros |
361 895 758 |
|
|
|
|
|
||
Magyarorszag |
1 720 653 088 |
139 732 594 |
|
|
|
|
||
Portugal |
347 157 850 |
|
|
58 848 251 |
|
|
||
Suomi-Finland |
324 544 537 |
|
|
164 835 524 |
|
|
||
United Kingdom |
880 529 981 |
|
|
|
|
|
||
Totaal |
8 912 052 846 |
139 732 594 |
99 749 993 |
658 176 008 |
299 250 000 |
250 372 500 |
(EUR) |
|||||||||
Lidstaat |
|
||||||||
2007 |
2008 |
2009 |
2010 |
2011 |
2012 |
2013 |
|||
Ellada |
205 317 626 |
157 827 178 |
110 336 730 |
62 846 282 |
15 355 833 |
15 355 833 |
15 355 833 |
||
España |
1 206 899 743 |
986 622 023 |
766 344 304 |
546 066 584 |
325 788 865 |
325 788 865 |
325 788 865 |
||
Ireland |
143 368 343 |
110 877 547 |
78 386 752 |
45 895 958 |
13 405 162 |
13 405 162 |
13 405 162 |
||
Italia |
216 111 659 |
180 773 664 |
145 435 670 |
110 097 675 |
74 759 680 |
74 759 680 |
74 759 680 |
||
Kypros |
101 752 415 |
82 287 352 |
62 822 288 |
43 357 223 |
23 892 160 |
23 892 160 |
23 892 160 |
||
Magyarorszag |
646 048 749 |
498 162 329 |
350 275 909 |
202 389 488 |
54 503 069 |
54 503 069 |
54 503 069 |
||
Portugal |
102 050 610 |
87 367 364 |
72 684 118 |
58 000 871 |
43 317 626 |
28 634 379 |
13 951 133 |
||
Suomi-Finland |
99 696 384 |
89 768 069 |
79 839 753 |
69 911 437 |
59 983 122 |
50 054 806 |
40 126 490 |
||
United Kingdom |
285 202 703 |
223 208 873 |
161 215 043 |
99 221 213 |
37 227 383 |
37 227 383 |
37 227 383 |
||
Totaal |
3 006 448 232 |
2 416 894 399 |
1 827 340 567 |
1 237 786 731 |
648 232 900 |
623 621 337 |
599 009 775 |
6.9.2006 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 243/37 |
BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE
van 4 augustus 2006
tot vaststelling van een indicatieve verdeling over de lidstaten van de vastleggingskredieten voor de convergentiedoelstelling voor de periode 2007-2013
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2006) 3474)
(2006/594/EG)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1083/2006 van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (1), en met name op artikel 18, lid 2,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Overeenkomstig artikel 3, lid 2, onder a), van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad wordt met de convergentiedoelstelling beoogd de convergentie van de minst ontwikkelde lidstaten en regio’s te versnellen. |
(2) |
Overeenkomstig artikel 4, lid 1, onder a), van Verordening (EG) nr. 1083/2006 dragen het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds (hierna „de Fondsen” genoemd) bij tot de verwezenlijking van de in artikel 3, lid 2, onder a), van die verordening genoemde doelstellingen. |
(3) |
Overeenkomstig artikel 18, lid 1, derde alinea, van Verordening (EG) nr. 1083/2006 worden de middelen die beschikbaar zijn voor de vastleggingen ten laste van de Fondsen zodanig verdeeld dat zij vooral worden geconcentreerd op de regio’s die onder de convergentiedoelstelling vallen. |
(4) |
Overeenkomstig artikel 19 van Verordening (EG) nr. 1083/2006 wordt 81,54 % van de middelen die beschikbaar zijn voor de vastleggingen ten laste van de Fondsen voor de periode 2007-2013 aan de convergentiedoelstelling toegewezen, waarvan 4,99 % voor de in artikel 8, lid 1, van die verordening bedoelde specifieke overgangssteun, 23,22 % voor de in artikel 5, lid 2, bedoelde financiering en 1,29 % voor de in artikel 8, lid 3, bedoelde specifieke overgangssteun. |
(5) |
De middelen die aan de convergentiedoelstelling worden toegewezen, moeten indicatief over de lidstaten worden verdeeld. Overeenkomstig artikel 18, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1083/2006 geschiedt dit volgens de in bijlage II bij die verordening beschreven criteria en methode. |
(6) |
In punt 1 en punt 2 van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1083/2006 wordt de methode vastgesteld voor de toewijzing van de beschikbare middelen aan respectievelijk de regio’s die in aanmerking komen voor steun uit hoofde van de convergentiedoelstelling en de lidstaten die in aanmerking komen voor steun uit het Cohesiefonds. |
(7) |
In punt 6, onder a) en onder b), van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1083/2006 wordt de methode vastgesteld voor de berekening van de toewijzingen in het kader van de in artikel 8, respectievelijk lid 1 en lid 2, van die verordening bedoelde overgangssteun. |
(8) |
In punt 7 van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1083/2006 wordt het plafond voor overdrachten uit de Fondsen aan elke afzonderlijke lidstaat vastgesteld. |
(9) |
In de punten 12 tot en met 31 van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1083/2006 worden de bedragen voor de periode 2007-2013 voor een aantal specifieke gevallen vastgesteld. |
(10) |
Overeenkomstig artikel 24 van Verordening (EG) nr. 1083/2006 gaat 0,25 % van de middelen die beschikbaar zijn voor de vastleggingen ten laste van de Fondsen voor de periode 2007-2013 naar technische bijstand op initiatief van de Commissie; de indicatieve verdeling over de lidstaten moet dus exclusief het bedrag voor technische bijstand worden vastgesteld, |
HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:
Artikel 1
De indicatieve bedragen per lidstaat van de vastleggingskredieten voor de regio’s die overeenkomstig artikel 5, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad in aanmerking komen voor steun uit de Structuurfondsen uit hoofde van de convergentiedoelstelling, inclusief de in bijlage II bij die verordening vastgestelde extra bedragen, worden vastgesteld in tabel 1 van bijlage I.
De verdeling van de in de vorige alinea bedoelde vastleggingskredieten per lidstaat en per jaar wordt vastgesteld in tabel 2 van bijlage I.
Artikel 2
De indicatieve bedragen per lidstaat van de vastleggingskredieten voor de in artikel 8, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad bedoelde specifieke overgangssteun uit de Structuurfondsen uit hoofde van de convergentiedoelstelling, inclusief de in bijlage II van die verordening vastgestelde extra bedragen, worden vastgesteld in tabel 1 van bijlage II.
De verdeling van de in de vorige alinea bedoelde vastleggingskredieten per lidstaat en per jaar wordt vastgesteld in tabel 2 van bijlage II.
Artikel 3
De indicatieve bedragen per lidstaat van de vastleggingskredieten voor de lidstaten die overeenkomstig artikel 5, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1083/2006 in aanmerking komen voor steun uit het Cohesiefonds uit hoofde van de convergentiedoelstelling worden vastgesteld in tabel 1 van bijlage III.
De verdeling van de in de vorige alinea bedoelde vastleggingskredieten per lidstaat en per jaar wordt vastgesteld in tabel 2 van bijlage III.
Artikel 4
De indicatieve bedragen per lidstaat van de vastleggingskredieten voor de lidstaten die overeenkomstig artikel 8, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1083/2006 bij wijze van specifieke overgangsmaatregel in aanmerking komen voor steun uit het Cohesiefonds uit hoofde van de convergentiedoelstelling worden vastgesteld in tabel 1 in bijlage IV.
De verdeling van de in de vorige alinea bedoelde vastleggingskredieten per lidstaat en per jaar wordt vastgesteld in tabel 2 van bijlage IV.
Artikel 5
Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 4 augustus 2006.
Voor de Commissie
Danuta HÜBNER
Lid van de Commissie
(1) PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25.
BIJLAGE I
Indicatieve verdeling over de lidstaten van de vastleggingskredieten voor de regio’s die in aanmerking komen voor steun uit de Structuurfondsen uit hoofde van de convergentiedoelstelling voor de periode van 1 januari 2007 tot en met 31 december 2013
(EUR) |
|||||||||
Lidstaat |
|
||||||||
Regio’s die in aanmerking komen voor de convergentiedoelstelling |
Extra steun als bedoeld in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad, in punt: |
||||||||
14 |
20 |
24 |
26 |
28 |
30 |
||||
Česká republika |
15 111 066 754 |
|
|
|
|
|
|
||
Deutschland |
10 360 473 669 |
|
|
|
|
|
166 582 500 |
||
Eesti |
1 955 979 029 |
|
|
31 365 110 |
|
|
|
||
Ellada |
8 358 352 296 |
|
|
|
|
|
|
||
España |
17 283 774 067 |
|
|
|
1 396 500 000 |
|
|
||
France |
2 403 498 342 |
|
427 408 905 |
|
|
|
|
||
Italia |
17 993 716 405 |
|
|
|
|
825 930 000 |
|
||
Latvija |
2 586 694 732 |
|
|
53 886 609 |
|
|
|
||
Lietuva |
3 875 516 071 |
|
|
79 933 567 |
|
|
|
||
Magyarorszag |
12 622 187 455 |
|
|
|
|
|
|
||
Malta |
493 750 177 |
|
|
|
|
|
|
||
Polska |
38 507 171 321 |
880 349 050 |
|
|
|
|
|
||
Portugal |
15 143 387 819 |
|
58 206 001 |
|
|
|
|
||
Slovenija |
2 401 302 729 |
|
|
|
|
|
|
||
Slovensko |
6 214 921 468 |
|
|
|
|
|
|
||
United Kingdom |
2 429 762 895 |
|
|
|
|
|
|
||
Totaal |
157 741 555 229 |
880 349 050 |
485 614 906 |
165 185 286 |
1 396 500 000 |
825 930 000 |
166 582 500 |
(EUR) |
|||||||||
Lidstaat |
|
||||||||
2007 |
2008 |
2009 |
2010 |
2011 |
2012 |
2013 |
|||
Česká republika |
1 993 246 617 |
2 050 979 461 |
2 106 089 584 |
2 162 632 571 |
2 216 183 128 |
2 266 449 252 |
2 315 486 141 |
||
Deutschland |
1 503 865 167 |
1 503 865 167 |
1 503 865 167 |
1 503 865 167 |
1 503 865 167 |
1 503 865 167 |
1 503 865 167 |
||
Eesti |
229 977 253 |
245 929 572 |
262 982 602 |
281 212 290 |
300 982 256 |
322 136 118 |
344 124 048 |
||
Ellada |
1 194 050 328 |
1 194 050 328 |
1 194 050 328 |
1 194 050 328 |
1 194 050 328 |
1 194 050 328 |
1 194 050 328 |
||
España |
2 668 610 581 |
2 668 610 581 |
2 668 610 581 |
2 668 610 581 |
2 668 610 581 |
2 668 610 581 |
2 668 610 581 |
||
France |
404 415 321 |
404 415 321 |
404 415 321 |
404 415 321 |
404 415 321 |
404 415 321 |
404 415 321 |
||
Italia |
2 688 520 915 |
2 688 520 915 |
2 688 520 915 |
2 688 520 915 |
2 688 520 915 |
2 688 520 915 |
2 688 520 915 |
||
Latvija |
308 012 292 |
330 054 158 |
353 328 505 |
376 808 997 |
400 322 218 |
424 084 983 |
447 970 188 |
||
Lietuva |
528 903 377 |
525 252 930 |
525 724 448 |
549 071 072 |
581 530 171 |
606 085 051 |
638 882 589 |
||
Magyarorszag |
1 838 275 243 |
1 749 371 409 |
1 634 208 005 |
1 659 921 561 |
1 847 533 517 |
1 913 391 641 |
1 979 486 079 |
||
Malta |
81 152 175 |
73 854 132 |
68 610 286 |
61 225 559 |
61 225 559 |
68 610 286 |
79 072 180 |
||
Polska |
5 686 360 306 |
5 705 409 032 |
5 720 681 799 |
5 535 346 918 |
5 557 271 412 |
5 579 376 731 |
5 603 074 173 |
||
Portugal |
2 171 656 260 |
2 171 656 260 |
2 171 656 260 |
2 171 656 260 |
2 171 656 260 |
2 171 656 260 |
2 171 656 260 |
||
Slovenija |
423 258 365 |
397 135 571 |
370 643 430 |
343 781 942 |
316 551 106 |
288 950 923 |
260 981 392 |
||
Slovensko |
939 878 406 |
896 645 972 |
845 960 417 |
765 136 058 |
807 732 837 |
873 727 195 |
1 085 840 583 |
||
United Kingdom |
347 108 985 |
347 108 985 |
347 108 985 |
347 108 985 |
347 108 985 |
347 108 985 |
347 108 985 |
||
Totaal |
23 007 291 591 |
22 952 859 794 |
22 866 456 633 |
22 713 364 525 |
23 067 559 761 |
23 321 039 737 |
23 733 144 930 |
BIJLAGE II
Indicatieve verdeling over de lidstaten van de vastleggingskredieten voor de regio’s die bij wijze van specifieke overgangsmaatregel in aanmerking komen voor steun uit de Structuurfondsen uit hoofde van de convergentiedoelstelling voor de periode van 1 januari 2007 tot en met 31 december 2013
(EUR) |
|||||||
Lidstaat |
|
||||||
Regio’s die bij wijze van overgangsmaatregel in aanmerking komen voor de convergentiedoelstelling |
Extra steun als bedoeld in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad, in punt: |
||||||
26 |
27 |
28 |
30 |
||||
België/Belgique |
577 162 814 |
|
|
|
|
||
Deutschland |
3 703 187 217 |
|
|
|
57 855 000 |
||
Ellada |
5 764 732 161 |
|
|
|
|
||
España |
1 281 194 398 |
99 750 000 |
49 874 998 |
|
|
||
Italia |
276 189 653 |
|
|
110 722 500 |
|
||
Österreich |
158 159 247 |
|
|
|
|
||
Portugal |
253 475 814 |
|
|
|
|
||
United Kingdom |
157 668 280 |
|
|
|
|
||
Totaal |
12 171 769 584 |
99 750 000 |
49 874 998 |
110 722 500 |
57 855 000 |
(EUR) |
|||||||||
Lidstaat |
|
||||||||
2007 |
2008 |
2009 |
2010 |
2011 |
2012 |
2013 |
|||
België/Belgique |
140 860 108 |
121 390 683 |
101 921 256 |
82 451 831 |
62 982 404 |
43 512 979 |
24 043 553 |
||
Deutschland |
653 249 463 |
614 596 891 |
575 944 319 |
537 291 745 |
498 639 173 |
459 986 599 |
421 334 027 |
||
Ellada |
1 013 524 846 |
950 194 286 |
886 863 726 |
823 533 166 |
760 202 605 |
696 872 046 |
633 541 486 |
||
España |
344 327 561 |
297 685 964 |
251 044 367 |
204 402 770 |
157 761 175 |
111 119 578 |
64 477 981 |
||
Italia |
85 272 320 |
75 272 602 |
65 272 883 |
55 273 165 |
45 273 446 |
35 273 728 |
25 274 009 |
||
Österreich |
27 808 219 |
26 070 205 |
24 332 192 |
22 594 178 |
20 856 165 |
19 118 151 |
17 380 137 |
||
Portugal |
64 441 805 |
55 031 480 |
45 621 155 |
36 210 831 |
26 800 506 |
17 390 181 |
7 979 856 |
||
United Kingdom |
40 228 788 |
34 327 205 |
28 425 623 |
22 524 040 |
16 622 457 |
10 720 875 |
4 819 292 |
||
Totaal |
2 369 713 110 |
2 174 569 316 |
1 979 425 521 |
1 784 281 726 |
1 589 137 931 |
1 393 994 137 |
1 198 850 341 |
BIJLAGE III
Indicatieve verdeling over de lidstaten van de vastleggingskredieten voor de lidstaten die in aanmerking komen voor steun uit het Cohesiefonds uit hoofde van de convergentiedoelstelling voor de periode van 1 januari 2007 tot en met 31 december 2013
(EUR) |
||||
Lidstaat |
|
|||
|
Extra steun als bedoeld in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad, in punt 24 |
|||
Česká republika |
7 809 984 551 |
|
||
Eesti |
1 000 465 639 |
16 157 785 |
||
Ellada |
3 280 399 675 |
|
||
Kypros |
193 005 267 |
|
||
Latvija |
1 331 962 318 |
27 759 767 |
||
Lietuva |
1 987 693 262 |
41 177 899 |
||
Magyarorszag |
7 570 173 505 |
|
||
Malta |
251 648 410 |
|
||
Polska |
19 512 850 811 |
|
||
Portugal |
2 715 031 963 |
|
||
Slovenija |
1 235 595 457 |
|
||
Slovensko |
3 424 078 134 |
|
||
Totaal |
50 312 888 992 |
85 095 451 |
(EUR) |
|||||||||
Lidstaat |
|
||||||||
2007 |
2008 |
2009 |
2010 |
2011 |
2012 |
2013 |
|||
Česká republika |
1 032 973 476 |
1 061 839 898 |
1 089 394 960 |
1 117 666 453 |
1 144 441 732 |
1 169 574 794 |
1 194 093 238 |
||
Eesti |
118 267 391 |
126 243 551 |
134 770 066 |
143 884 910 |
153 769 893 |
164 346 824 |
175 340 789 |
||
Ellada |
468 628 525 |
468 628 525 |
468 628 525 |
468 628 525 |
468 628 525 |
468 628 525 |
468 628 525 |
||
Kypros |
52 598 692 |
42 866 160 |
33 133 627 |
23 401 096 |
13 668 564 |
13 668 564 |
13 668 564 |
||
Latvija |
159 639 206 |
170 660 138 |
182 297 312 |
194 037 557 |
205 794 168 |
217 675 551 |
229 618 153 |
||
Lietuva |
180 857 472 |
230 966 558 |
277 869 373 |
303 013 907 |
320 491 883 |
348 611 677 |
367 060 291 |
||
Magyarorszag |
328 094 604 |
687 358 082 |
1 080 433 910 |
1 308 130 864 |
1 343 212 938 |
1 388 664 318 |
1 434 278 789 |
||
Malta |
24 809 997 |
32 469 219 |
37 971 049 |
45 716 955 |
45 716 955 |
37 971 049 |
26 993 186 |
||
Polska |
1 883 652 471 |
2 208 285 009 |
2 532 817 229 |
2 755 750 999 |
3 075 155 487 |
3 377 773 568 |
3 679 416 048 |
||
Portugal |
387 861 709 |
387 861 709 |
387 861 709 |
387 861 709 |
387 861 709 |
387 861 709 |
387 861 709 |
||
Slovenija |
86 225 407 |
115 705 905 |
145 555 750 |
175 774 942 |
206 363 481 |
237 321 369 |
268 648 603 |
||
Slovensko |
197 125 902 |
317 519 267 |
452 740 053 |
630 951 164 |
664 262 430 |
668 505 352 |
492 973 966 |
||
Totaal |
4 920 734 852 |
5 850 404 021 |
6 823 473 563 |
7 554 819 081 |
8 029 367 765 |
8 480 603 300 |
8 738 581 861 |
BIJLAGE IV
Indicatieve verdeling over de lidstaten van de vastleggingskredieten voor de lidstaten die bij wijze van specifieke overgangsmaatregel in aanmerking komen voor steun uit het Cohesiefonds uit hoofde van de convergentiedoelstelling voor de periode van 1 januari 2007 tot en met 31 december 2013
(EUR) |
|||
Lidstaat |
|
||
España |
3 241 875 000 |
||
Totaal |
3 241 875 000 |
(EUR) |
|||||||||
Lidstaat |
|
||||||||
2007 |
2008 |
2009 |
2010 |
2011 |
2012 |
2013 |
|||
España |
1 197 000 000 |
847 875 000 |
498 750 000 |
249 375 000 |
199 500 000 |
149 625 000 |
99 750 000 |
||
Totaal |
1 197 000 000 |
847 875 000 |
498 750 000 |
249 375 000 |
199 500 000 |
149 625 000 |
99 750 000 |
6.9.2006 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 243/44 |
BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE
van 4 augustus 2006
tot vaststelling van de lijst van de regio’s die uit hoofde van de convergentiedoelstelling in aanmerking komen voor financiering uit de structuurfondsen voor de periode 2007-2013
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2006) 3475)
(2006/595/EG)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (1), en met name op artikel 5, lid 3, en artikel 8, lid 4,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Overeenkomstig artikel 3, lid 2, onder a), van Verordening (EG) nr. 1083/2006 beoogt de convergentiedoelstelling de versnelling van de convergentie van de minst ontwikkelde lidstaten en regio’s. |
(2) |
Overeenkomstig artikel 5, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1083/2006 komen voor financiering uit de structuurfondsen in het kader van de convergentiedoelstelling de regio’s in aanmerking die behoren tot niveau II van de nomenclatuur van territoriale eenheden voor de statistiek (hierna „NUTS II” genoemd) in de zin van Verordening (EG) nr. 1059/2003 van het Europees Parlement en de Raad (2), en een bruto binnenlands product (BBP) per inwoner hebben dat, gemeten in koopkrachtpariteiten en berekend aan de hand van de communautaire gegevens voor de periode 2000-2002, lager is dan 75 % van het gemiddelde BBP van de EU-25 voor dezelfde referentieperiode. |
(3) |
Overeenkomstig artikel 8, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1083/2006 komen de NUTS II-regio's die voor steun in het kader van de convergentiedoelstelling uit hoofde van artikel 5, lid 1, van die verordening in aanmerking zouden zijn gekomen indien de subsidiabiliteitsdrempel op 75 % van het gemiddelde BBP van de EU-15 zou zijn gehandhaafd, doch niet langer in aanmerking komen omdat hun nominaal BBP per inwoner meer zal bedragen dan 75 % van het gemiddelde BBP van de EU-25, gemeten en berekend overeenkomstig dit artikel 5, lid 1, bij wijze van specifieke overgangsmaatregel in aanmerking voor financiering uit de structuurfondsen uit hoofde van de convergentiedoelstelling. |
(4) |
De lijsten van de voor financiering in aanmerking komende regio’s moeten dienovereenkomstig worden vastgesteld, |
HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:
Artikel 1
Voor financiering uit de structuurfondsen uit hoofde van de convergentiedoelstelling komen de regio’s in aanmerking die zijn opgenomen in bijlage I.
Artikel 2
Voor financiering uit de structuurfondsen uit hoofde van de convergentiedoelstelling komen bij wijze van specifieke overgangsmaatregel, als bedoeld in artikel 8, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1083/2006, de regio’s in aanmerking die zijn opgenomen in bijlage II.
Artikel 3
Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 4 augustus 2006.
Voor de Commissie
Danuta HÜBNER
Lid van de Commissie
(1) PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25.
(2) PB L 154 van 21.6.2003, blz. 1.
BIJLAGE I
Lijst van de NUTS II-regio’s die uit hoofde van de convergentiedoelstelling in aanmerking voor financiering uit de structuurfondsen voor de periode van 1 januari 2007 tot en met 31 december 2013
CZ02 |
Střední Čechy |
CZ03 |
Jihozápad |
CZ04 |
Severozápad |
CZ05 |
Severovýchod |
CZ06 |
Jihovýchod |
CZ07 |
Střední Morava |
CZ08 |
Moravskoslezsko |
DE41 |
Brandenburg — Nordost |
DE80 |
Mecklenburg-Vorpommern |
DED1 |
Chemnitz |
DED2 |
Dresden |
DEE1 |
Dessau |
DEE3 |
Magdeburg |
DEG0 |
Thüringen |
EE00 |
Eesti |
GR11 |
Anatoliki Makedonia, Thraki |
GR14 |
Thessalia |
GR21 |
Ipeiros |
GR22 |
Ionia Nisia |
GR23 |
Dytiki Ellada |
GR25 |
Peloponnisos |
GR41 |
Voreio Aigaio |
GR43 |
Kriti |
ES11 |
Galicia |
ES42 |
Castilla-La Mancha |
ES43 |
Extremadura |
ES61 |
Andalucía |
FR91 |
Guadeloupe |
FR92 |
Martinique |
FR93 |
Guyane |
FR94 |
Réunion |
ITF3 |
Campania |
ITF4 |
Puglia |
ITF6 |
Calabria |
ITG1 |
Sicilia |
LV00 |
Latvija |
LT00 |
Lietuva |
HU21 |
Közép-Dunántúl |
HU22 |
Nyugat-Dunántúl |
HU23 |
Dél-Dunántúl |
HU31 |
Észak-Magyarország |
HU32 |
Észak-Alföld |
HU33 |
Dél-Alföld |
MT00 |
Malta |
PL11 |
Łódzkie |
PL12 |
Mazowieckie |
PL21 |
Małopolskie |
PL22 |
Śląskie |
PL31 |
Lubelskie |
PL32 |
Podkarpackie |
PL33 |
Świętokrzyskie |
PL34 |
Podlaskie |
PL41 |
Wielkopolskie |
PL42 |
Zachodniopomorskie |
PL43 |
Lubuskie |
PL51 |
Dolnośląskie |
PL52 |
Opolskie |
PL61 |
Kujawsko-Pomorskie |
PL62 |
Warmińsko-Mazurskie |
PL63 |
Pomorskie |
PT11 |
Norte |
PT16 |
Centro (PT) |
PT18 |
Alentejo |
PT20 |
Região Autónoma dos Açores |
SI00 |
Slovenija |
SK02 |
Západné Slovensko |
SK03 |
Stredné Slovensko |
SK04 |
Východné Slovensko |
UKK3 |
Cornwall and Isles of Scilly |
UKL1 |
West Wales and The Valleys |
BIJLAGE II
Lijst van de NUTS II-regio’s die uit hoofde van de convergentiedoelstelling bij wijze van specifieke overgangsmaatregel in aanmerking voor financiering uit de structuurfondsen voor de periode van 1 januari 2007 tot en met 31 december 2013
BE32 |
Prov. Hainaut |
DE42 |
Brandenburg — Südwest |
DE93 |
Lüneburg |
DED3 |
Leipzig |
DEE2 |
Halle |
GR12 |
Kentriki Makedonia |
GR13 |
Dytiki Makedonia |
GR30 |
Attiki |
ES12 |
Principado de Asturias |
ES62 |
Región de Murcia |
ES63 |
Ciudad Autónoma de Ceuta |
ES64 |
Ciudad Autónoma de Melilla |
ITF5 |
Basilicata |
AT11 |
Burgenland |
PT15 |
Algarve |
UKM4 |
Highlands and Islands |
6.9.2006 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 243/47 |
BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE
van 4 augustus 2006
tot vaststelling van de lijst van de lidstaten die in aanmerking komen voor financiering uit het Cohesiefonds voor de periode 2007-2013
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2006) 3479)
(2006/596/EG)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (1), en met name op artikel 5, lid 3, en artikel 8, lid 4,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Overeenkomstig artikel 1, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad tot oprichting van het Cohesiefonds draagt het Cohesiefonds bij aan de versterking van de economische en sociale cohesie van de Gemeenschap, om aldus de duurzame ontwikkeling te bevorderen. |
(2) |
Overeenkomstig artikel 5, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1083/2006 zijn de lidstaten die in aanmerking komen voor steun uit het Cohesiefonds de lidstaten met een bruto nationaal inkomen (BNI) per inwoner, uitgedrukt in koopkrachtpariteit en berekend aan de hand van de communautaire gegevens voor de periode 2001-2003, dat lager is dan 90 % van het gemiddelde BNI van de EU 25. |
(3) |
Overeenkomstig artikel 8, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1083/2006 komen de lidstaten die in 2006 voor financiering uit het Cohesiefonds in aanmerking komen en daarvoor in aanmerking zouden blijven komen indien de subsidiabiliteitsdrempel op 90 % van het gemiddelde BNI van de EU 15 zou zijn gehandhaafd, doch niet langer in aanmerking komen omdat hun nominaal BNI per inwoner meer zal bedragen dan 90 % van het gemiddelde BNI van de EU 25, gemeten en berekend overeenkomstig artikel 5, lid 2, van die verordening, bij wijze van specifieke overgangsmaatregel in aanmerking voor financiering uit het Cohesiefonds. |
(4) |
De lijsten van de voor financiering in aanmerking komende lidstaten moeten dienovereenkomstig worden vastgesteld, |
HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:
Artikel 1
Op 1 januari 2007 komen voor financiering uit het Cohesiefonds de lidstaten in aanmerking die zijn opgenomen in bijlage I.
Artikel 2
Voor financiering uit het Cohesiefonds komen bij wijze van specifieke overgangsmaatregel, als bedoeld in artikel 8, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1083/2006, de lidstaten in aanmerking die zijn opgenomen in bijlage II.
Artikel 3
Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 4 augustus 2006.
Voor de Commissie
Danuta HÜBNER
Lid van de Commissie
(1) PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25.
BIJLAGE I
Lijst van de lidstaten die op 1 januari 2007 in aanmerking komen voor financiering uit het Cohesiefonds
|
Tsjechië |
|
Estland |
|
Griekenland |
|
Cyprus |
|
Letland |
|
Litouwen |
|
Hongarije |
|
Malta |
|
Polen |
|
Portugal |
|
Slovenië |
|
Slowakije |
BIJLAGE II
Lijst van de lidstaten die bij wijze van specifieke overgangsmaatregel in aanmerking komen voor financiering uit het Cohesiefonds voor de periode van 1 januari 2007 tot en met 31 december 2013
Spanje
6.9.2006 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 243/49 |
BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE
van 4 augustus 2006
tot vaststelling van de lijst van de regio’s die uit hoofde van de doelstelling „Regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid” bij wijze van specifieke overgangsmaatregel in aanmerking komen voor financiering uit de Structuurfondsen voor de periode 2007-2013
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2006) 3480)
(2006/597/EG)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (1), en met name op artikel 8, lid 4,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Overeenkomstig artikel 3, lid 2, onder b), van Verordening (EG) nr. 1083/2006 beoogt de doelstelling „Regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid” de vergroting van het concurrentievermogen en de aantrekkingskracht van de regio’s. |
(2) |
Overeenkomstig artikel 8, lid 2, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 1083/2006 komen de NUTS II-regio's die krachtens artikel 3 van Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de Structuurfondsen (2) in 2006 volledig onder doelstelling 1 vallen en waarvan het nominale bruto binnenlands product (BBP), gemeten en berekend overeenkomstig artikel 5, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1083/2006, 75 % van het gemiddelde BBP van de EU-15 te boven zal gaan, bij wijze van specifieke overgangsmaatregel, in aanmerking voor financiering uit de Structuurfondsen uit hoofde van de doelstelling „Regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid”. |
(3) |
Overeenkomstig artikel 8, lid 2, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 1083/2006 zal Cyprus in de periode 2007-2013 in aanmerking komen voor de overgangsfinanciering die voor de in lid 1 van dat artikel bedoelde regio's geldt. |
(4) |
De lijsten van de voor financiering in aanmerking komende regio’s moeten dienovereenkomstig worden vastgesteld, |
HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:
Artikel 1
Voor financiering uit de Structuurfondsen uit hoofde van de doelstelling „Regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid” komen bij wijze van specifieke overgangsmaatregel, zoals bedoeld in artikel 8, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1083/2006, de regio’s in aanmerking die zijn opgenomen in de bijlage bij deze beschikking.
Artikel 2
Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 4 augustus 2006.
Voor de Commissie
Danuta HÜBNER
Lid van de Commissie
(1) PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25.
(2) PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1198/2006 (PB L 223 van 15.8.2006, blz. 1).
BIJLAGE
Lijst van de NUTS II-regio’s die uit hoofde van de doelstelling „Regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid” bij wijze van specifieke overgangsmaatregel in aanmerking komen voor financiering uit de Structuurfondsen voor de periode van 1 januari 2007 tot en met 31 december 2013
GR24 |
Sterea Ellada |
GR42 |
Notio Aigaio |
ES41 |
Castilla y León |
ES52 |
Comunidad Valenciana |
ES70 |
Canarias |
IE01 |
Border, Midland and Western |
ITG2 |
Sardegna |
CY00 |
Kypros/Kıbrıs |
HU10 |
Közép-Magyarország |
PT30 |
Região Autónoma da Madeira |
FI13 |
Itä-Suomi |
UKD5 |
Merseyside |
UKE3 |
South Yorkshire |