ISSN 1725-2598 |
||
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 235 |
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Wetgeving |
49e jaargang |
Inhoud |
|
I Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing |
Bladzijde |
|
|
||
|
* |
Verordening (EG) nr. 1284/2006 van de Commissie van 29 augustus 2006 tot verlening van permanente vergunningen voor bepaalde toevoegingsmiddelen in de veevoeding ( 1 ) |
|
|
* |
||
|
* |
||
|
* |
Richtlijn 2006/74/EG van de Commissie van 21 augustus 2006 tot wijziging van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad teneinde dichloorprop-P, metconazool, pyrimethanil en triclopyr op te nemen als werkzame stof ( 1 ) |
|
|
Rectificaties |
|
|
* |
|
|
|
(1) Voor de EER relevante tekst |
NL |
Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben. Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten. |
I Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing
30.8.2006 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 235/1 |
VERORDENING (EG) Nr. 1283/2006 VAN DE COMMISSIE
van 29 augustus 2006
tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 3223/94 van de Commissie van 21 december 1994 houdende uitvoeringsbepalingen van de invoerregeling voor groenten en fruit (1), en met name op artikel 4, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
In Verordening (EG) nr. 3223/94 zijn op grond van de multilaterale handelsbesprekingen in het kader van de Uruguayronde de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de periodes die in de bijlage bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt. |
(2) |
Op grond van de bovenvermelde criteria moeten de forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld op de in de bijlage bij deze verordening vermelde niveaus, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 3223/94 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld zoals aangegeven in de tabel in de bijlage bij deze verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 30 augustus 2006.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 29 augustus 2006.
Voor de Commissie
Jean-Luc DEMARTY
Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling
(1) PB L 337 van 24.12.1994, blz. 66. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 386/2005 (PB L 62 van 9.3.2005, blz. 3).
BIJLAGE
bij de verordening van de Commissie van 29 augustus 2006 tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit
(EUR/100 kg) |
||
GN-code |
Code derde landen (1) |
Forfaitaire invoerwaarde |
0702 00 00 |
052 |
53,4 |
068 |
147,1 |
|
999 |
100,3 |
|
0707 00 05 |
052 |
87,4 |
999 |
87,4 |
|
0709 90 70 |
052 |
85,7 |
999 |
85,7 |
|
0805 50 10 |
388 |
67,0 |
524 |
48,0 |
|
528 |
52,6 |
|
999 |
55,9 |
|
0806 10 10 |
052 |
82,4 |
220 |
99,2 |
|
624 |
139,0 |
|
999 |
106,9 |
|
0808 10 80 |
388 |
89,1 |
400 |
90,7 |
|
508 |
81,5 |
|
512 |
85,8 |
|
528 |
77,4 |
|
720 |
82,6 |
|
800 |
140,1 |
|
804 |
92,5 |
|
999 |
92,5 |
|
0808 20 50 |
052 |
124,2 |
388 |
88,6 |
|
999 |
106,4 |
|
0809 30 10, 0809 30 90 |
052 |
119,8 |
096 |
12,8 |
|
999 |
66,3 |
|
0809 40 05 |
052 |
96,0 |
066 |
47,1 |
|
098 |
45,7 |
|
624 |
149,1 |
|
999 |
84,5 |
(1) Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 750/2005 van de Commissie (PB L 126 van 19.5.2005, blz. 12). De code „999” staat voor „andere oorsprong”.
30.8.2006 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 235/3 |
VERORDENING (EG) Nr. 1284/2006 VAN DE COMMISSIE
van 29 augustus 2006
tot verlening van permanente vergunningen voor bepaalde toevoegingsmiddelen in de veevoeding
(Voor de EER relevante tekst)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Richtlijn 70/524/EEG van de Raad van 23 november 1970 betreffende toevoegingsmiddelen in de veevoeding (1), en met name op artikel 3 en artikel 9.D, lid 1,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1831/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2003 betreffende toevoegingsmiddelen voor diervoeding (2), en met name op artikel 25,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Verordening (EG) nr. 1831/2003 voorziet in de toelating van toevoegingsmiddelen voor diervoeding. |
(2) |
Artikel 25 van Verordening (EG) nr. 1831/2003 bevat overgangsmaatregelen voor vergunningaanvragen betreffende toevoegingsmiddelen die vóór de datum van toepassing van Verordening (EG) nr. 1831/2003 overeenkomstig Richtlijn 70/524/EEG zijn ingediend. |
(3) |
De aanvragen voor de in de bijlagen bij deze verordening genoemde toevoegingsmiddelen zijn vóór de datum van toepassing van Verordening (EG) nr. 1831/2003 ingediend. |
(4) |
De eerste opmerkingen betreffende deze aanvragen zijn krachtens artikel 4, lid 4, van Richtlijn 70/524/EEG vóór de datum van toepassing van Verordening (EG) nr. 1831/2003 aan de Commissie toegezonden. Die aanvragen moeten daarom nog overeenkomstig artikel 4 van Richtlijn 70/524/EEG worden behandeld. |
(5) |
Voor het gebruik van het enzympreparaat endo-1,3(4)-bèta-glucanase, geproduceerd door Trichoderma longibrachiatum (ATCC 2106), endo-1,4-bèta-xylanase, geproduceerd door Trichoderma longibrachiatum (ATCC SD 2105), en alfa-amylase, geproduceerd door Bacillus amyloliquefaciens (DSM 9553), is bij Verordening (EG) nr. 2690/1999 van de Commissie (3) voor het eerst een voorlopige vergunning verleend voor gespeende biggen. Er zijn nieuwe gegevens ingediend ter staving van een aanvraag van een vergunning zonder tijdsbeperking voor dit enzympreparaat. Uit de beoordeling blijkt dat aan de voorwaarden van artikel 3.A van Richtlijn 70/524/EEG voor een dergelijke vergunning wordt voldaan. Het gebruik van dit enzympreparaat, zoals omschreven in bijlage I bij deze verordening, moet daarom zonder tijdsbeperking worden toegestaan. |
(6) |
Voor het gebruik van het preparaat van endo-1,3(4)-bèta-glucanase, geproduceerd door Aspergillus aculeatus (CBS 589.94), endo-1,4-bèta-glucanase, geproduceerd door Trichoderma longibrachiatum (CBS 592.94), alfa-amylase, geproduceerd door Bacillus amyloliquefaciens (DSM 9553), en endo-1,4-bèta-xylanase, geproduceerd door Trichoderma viride (NIBH FERM BP 4842), is bij Verordening (EG) nr. 2013/2001 van de Commissie (4) voor het eerst een voorlopige vergunning verleend voor mestkalkoenen. Er zijn nieuwe gegevens ingediend ter staving van een aanvraag van een vergunning zonder tijdsbeperking voor dit enzympreparaat. Uit de beoordeling blijkt dat aan de voorwaarden van artikel 3.A van Richtlijn 70/524/EEG voor een dergelijke vergunning wordt voldaan. Het gebruik van dit enzympreparaat, zoals omschreven in bijlage II bij deze verordening, moet daarom zonder tijdsbeperking worden toegestaan. |
(7) |
Voor het gebruik van het enzympreparaat endo-1,4-bèta-xylanase, geproduceerd door Trichoderma longibrachiatum (ATCC 2105), is bij Verordening (EG) nr. 1411/1999 van de Commissie (5) voor het eerst een voorlopige vergunning verleend voor mestvarkens. Er zijn nieuwe gegevens ingediend ter staving van een aanvraag van een vergunning zonder tijdsbeperking voor dit enzympreparaat. Uit de beoordeling blijkt dat aan de voorwaarden van artikel 3.A van Richtlijn 70/524/EEG voor een dergelijke vergunning wordt voldaan. Het gebruik van dit enzympreparaat, zoals omschreven in bijlage III bij deze verordening, moet daarom zonder tijdsbeperking worden toegestaan. |
(8) |
Uit de beoordeling van deze aanvragen blijkt dat er bepaalde procedures nodig zijn om werknemers tegen blootstelling aan de in de bijlagen opgenomen toevoegingsmiddelen te beschermen. Die bescherming moet worden gewaarborgd door toepassing van Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (6). |
(9) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Voor het tot de groep „Enzymen” behorende preparaat zoals omschreven in bijlage I, wordt onder de in die bijlage vastgestelde voorwaarden een vergunning zonder tijdsbeperking voor gebruik als toevoegingsmiddel in diervoeding verleend.
Artikel 2
Voor het tot de groep „Enzymen” behorende preparaat zoals omschreven in bijlage II, wordt onder de in die bijlage vastgestelde voorwaarden een vergunning zonder tijdsbeperking voor gebruik als toevoegingsmiddel in diervoeding verleend.
Artikel 3
Voor het tot de groep „Enzymen” behorende preparaat zoals omschreven in bijlage III, wordt onder de in die bijlage vastgestelde voorwaarden een vergunning zonder tijdsbeperking voor gebruik als toevoegingsmiddel in diervoeding verleend.
Artikel 4
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 29 augustus 2006.
Voor de Commissie
Markos KYPRIANOU
Lid van de Commissie
(1) PB L 270 van 14.12.1970, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1800/2004 van de Commissie (PB L 317 van 16.10.2004, blz. 37).
(2) PB L 268 van 18.10.2003, blz. 29. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 378/2005 van de Commissie (PB L 59 van 5.3.2005, blz. 8).
(3) PB L 326 van 18.12.1999, blz. 33.
(4) PB L 272 van 13.10.2001, blz. 24.
(5) PB L 164 van 30.6.1999, blz. 56.
(6) PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1. Richtlijn gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1882/2003 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 284 van 31.10.2003, blz. 1).
BIJLAGE I
EG-nr. |
Toevoegingsmiddel |
Chemische formule en beschrijving |
Diersoort of -categorie |
Maximumleeftijd |
Minimum |
Maximum |
Overige bepalingen |
Einde van de vergunningperiode |
||||||||||||||||||||
Activiteitseenheden/kg volledig veevoeder |
||||||||||||||||||||||||||||
Enzymen |
||||||||||||||||||||||||||||
E 1638 |
Endo-1,3(4)-bèta-glucanase EC 3.2.1.6 Endo-1,4-bèta-xylanase EC 3.2.1.8 Alfa-amylase EC 3.2.1.1 |
Bereiding van endo-1,3(4)-bèta-glucanase, geproduceerd door Trichoderma longibrachiatum (ATCC 2106), endo-1,4-bèta-xylanase, geproduceerd door Trichoderma longibrachiatum (ATCC 2105), en alpha-amylase, geproduceerd door Bacillus amyloliquefaciens (DSM 9553), met een minimale activiteit van:
|
Biggen (gespeend) |
— |
Endo-1,3(4)-bèta-glucanase: 250 U |
— |
|
Zonder tijdsbeperking |
||||||||||||||||||||
Endo-1,4-bèta-xylanase: 400 U |
— |
|||||||||||||||||||||||||||
Alfa-amylase: 1 000 U |
— |
(1) 1 U is de hoeveelheid enzym die bij een pH van 5,0 en een temperatuur van 30 °C 1 micromol reducerende suikers (glucose-equivalent) per minuut vrijmaakt uit bèta-glucaan van gerst.
(2) 1 U is de hoeveelheid enzym die bij een pH van 5,3 en een temperatuur van 50 °C 1 micromol reducerende suikers (xylose-equivalent) per minuut vrijmaakt uit xylaan van haverkaf.
(3) 1 U is de hoeveelheid enzym die bij een pH van 6,5 en een temperatuur van 37 °C 1 micromol glucosidebindingen per minuut hydrolyseert uit in water onoplosbaar vernet zetmeelpolymeersubstraat.
BIJLAGE II
EG-nr. |
Toevoegingsmiddel |
Chemische formule en beschrijving |
Diersoort of -categorie |
Maximumleeftijd |
Minimum |
Maximum |
Overige bepalingen |
Einde van de vergunningperiode |
||||||||||||||||||||||
Activiteitseenheden/kg volledig veevoeder |
||||||||||||||||||||||||||||||
Enzymen |
||||||||||||||||||||||||||||||
E 1621 |
Endo-1,3(4)-bèta-glucanase EC 3.2.1.6 Endo-1,4-bèta-glucanase EC 3.2.1.4 Alfa-amylase EC 3.2.1.1 Endo-1,4-bèta-xylanase E.C. 3.2.1.8 |
Bereiding van endo-1,3(4)-bèta-glucanase, geproduceerd door Aspergillus aculeatus (CBS 589.94), endo-1,4-bèta-glucanase, geproduceerd door Trichoderma longibrachiatum (CBS 592.94), alfa-amylase, geproduceerd door Bacillus amyloliquefaciens (DSM 9553) en endo-1,4-bèta-xylanase, geproduceerd door Trichoderma viride (NIBH FERM BP 4842), met een minimale activiteit van:
|
Mestkalkoenen |
— |
Endo-1,3(4)-bèta-glucanase: 500 U |
— |
|
Zonder tijdsbeperking |
||||||||||||||||||||||
Endo-1,4-bèta-glucanase: 6 000 U |
— |
|||||||||||||||||||||||||||||
Alfa-amylase: 20 U |
— |
|||||||||||||||||||||||||||||
Endo-1,4-bèta-xylanase: 10 500 U |
— |
(1) 1 U is de hoeveelheid enzym die bij een pH van 7,5 en een temperatuur van 30 °C 0,0056 micromol reducerende suikers (glucose-equivalent) per minuut vrijmaakt uit bèta-glucaan van gerst.
(2) 1 U is de hoeveelheid enzym die bij een pH van 4,8 en een temperatuur van 50 °C 0,0056 micromol reducerende suikers (glucose-equivalent) per minuut vrijmaakt uit carboxymethylcellulose.
(3) 1 U is de hoeveelheid enzym die bij een pH van 7,5 en een temperatuur van 37 °C 1 micromol glucose per minuut vrijmaakt uit een vernet zetmeelpolymeer.
(4) 1 U is de hoeveelheid enzym die bij een pH van 5,3 en een temperatuur van 50 °C 0,0067 micromol reducerende suikers (xylose-equivalent) per minuut vrijmaakt uit berkenhoutxylaan.
BIJLAGE III
EG-nr. |
Toevoegingsmiddel |
Chemische formule en beschrijving |
Diersoort of -categorie |
Maximumleeftijd |
Minimum |
Maximum |
Overige bepalingen |
Einde van de vergunningperiode |
||||||||||||
Activiteitseenheden/kg volledig veevoeder |
||||||||||||||||||||
Enzymen |
||||||||||||||||||||
E 1628 |
Endo-1,4-bèta-xylanase EC 3.2.1.8 |
Bereiding van endo-1,4-bèta-xylanase, geproduceerd door Trichoderma longibrachiatum (ATCC 2105), met een minimale activiteit van:
|
Mestvarkens |
— |
Endo-1,4-bèta-xylanase: 1 000 U |
— |
|
Zonder tijdsbeperking |
(1) 1 U is de hoeveelheid enzym die bij een pH van 5,3 en een temperatuur van 50 °C 1 micromol reducerende suikers (xylose-equivalent) per minuut vrijmaakt uit xylaan van haverkaf.
30.8.2006 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 235/8 |
VERORDENING (EG) Nr. 1285/2006 VAN DE COMMISSIE
van 29 augustus 2006
tot opening van de procedure voor de toewijzing van uitvoercertificaten voor kaas die in 2007 in het kader van bepaalde GATT-contingenten naar de Verenigde Staten van Amerika mag worden uitgevoerd
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelproducten (1), en met name op artikel 30,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
In hoofdstuk III, afdeling 2, van Verordening (EG) nr. 1282/2006 van de Commissie van 17 augustus 2006 tot vaststelling van specifieke bepalingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad inzake de uitvoercertificaten en de uitvoerrestituties in de sector melk en zuivelproducten (2) is bepaald dat de uitvoercertificaten voor kaas die naar de Verenigde Staten van Amerika mag worden uitgevoerd in het kader van de contingenten die voortvloeien uit de bij de multilaterale handelsbesprekingen gesloten overeenkomsten, kunnen worden toegewezen volgens een bijzondere daarbij vastgestelde procedure. |
(2) |
Deze procedure moet voor de uitvoer voor 2007 worden geopend en de ter zake geldende aanvullende bepalingen moeten worden vastgesteld. |
(3) |
De bevoegde autoriteiten van de Verenigde Staten van Amerika maken bij het beheer van de invoer onderscheid tussen het extra contingent van de Europese Gemeenschap in het kader van de Uruguayronde en de contingenten die uit de Tokioronde zijn voortgekomen. Bij de toewijzing van de uitvoercertificaten moet worden nagegaan of de producten in aanmerking komen voor het betrokken contingent van de Verenigde Staten van Amerika zoals omschreven in het Harmonized Tariff Schedule of the United States of America. |
(4) |
Om te bevorderen dat bij de contingenten waarvoor de belangstelling matig is, de maximumhoeveelheid wordt uitgevoerd, dient te worden toegestaan dat voor dergelijke contingenten aanvragen worden ingediend die betrekking hebben op de totale hoeveelheid van het contingent. |
(5) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor melk en zuivelproducten, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De uitvoercertificaten voor de in bijlage I vermelde producten van GN-code 0406 die in 2007 naar de Verenigde Staten van Amerika worden uitgevoerd in het kader van de in artikel 23 van Verordening (EG) nr. 1282/2006 bedoelde contingenten, worden afgegeven overeenkomstig hoofdstuk III, afdeling 2, van die verordening en overeenkomstig het bepaalde in de onderhavige verordening.
Artikel 2
1. De certificaataanvragen zoals bedoeld in artikel 24 van Verordening (EG) nr. 1282/2006 (hierna „aanvragen” genoemd), kunnen vanaf 1 tot en met 7 september 2006 bij de bevoegde autoriteiten worden ingediend.
2. Aanvragen zijn slechts ontvankelijk als zij alle in artikel 24 van Verordening (EG) nr. 1282/2006 bedoelde gegevens bevatten en vergezeld gaan van de in dat artikel vermelde documenten.
Als de beschikbare hoeveelheid voor een in kolom 2 van bijlage I bij de onderhavige verordening vermelde productgroep uit een contingent van de Uruguayronde en een contingent van de Tokioronde bestaat, mag de certificaataanvraag op slechts één van die contingenten betrekking hebben en moet dat contingent erin worden aangegeven door het nummer van de productgroep en de naam van het contingent zoals vermeld in kolom 3 van die bijlage te preciseren.
De in artikel 24 van Verordening (EG) nr. 1282/2006 bedoelde gegevens worden verstrekt volgens het model in bijlage II bij de onderhavige verordening.
3. Voor de contingenten die in kolom 3 van bijlage I „22-Tokio”, respectievelijk „22-Uruguay” worden genoemd, betreffen de aanvragen ten minste 10 t en ten hoogste de in het kader van het betrokken contingent beschikbare hoeveelheid zoals vermeld in kolom 4 van die bijlage.
Voor de overige in kolom 3 van bijlage I bedoelde contingenten betreffen de aanvragen ten minste 10 t en ten hoogste 40 % van de in het kader van het betrokken contingent beschikbare hoeveelheid zoals vermeld in kolom 4 van die bijlage.
4. Een aanvraag is slechts ontvankelijk als de aanvrager schriftelijk verklaart dat hij geen andere aanvragen voor dezelfde productgroep en hetzelfde contingent heeft ingediend en ook niet zal indienen.
Als een marktdeelnemer in één of meer lidstaten meer dan één aanvraag voor dezelfde productgroep en hetzelfde contingent indient, worden al zijn aanvragen als onontvankelijk beschouwd.
Artikel 3
1. De lidstaten delen de Commissie binnen vijf werkdagen na afloop van de indieningstermijn mee welke aanvragen voor elke productgroep en, indien van toepassing, elk contingent zoals vermeld in bijlage I, zijn ingediend.
Alle mededelingen, inclusief de mededeling „nihil”, moeten volgens het model in bijlage III per fax of e-mail worden gedaan.
2. Voor elke groep en, indien van toepassing, elk contingent wordt het volgende meegedeeld:
a) |
de lijst van de aanvragers; |
b) |
de door elke aanvrager aangevraagde hoeveelheden per productcode van de gecombineerde nomenclatuur en per code volgens het Harmonized Tariff Schedule of the United States of America (2006); |
c) |
de vermelding dat de aanvrager de betrokken producten in ten minste een van de laatste drie jaren naar de Verenigde Staten van Amerika heeft uitgevoerd; |
d) |
naam en adres van de door de aanvrager aangewezen importeur, met de bevestiging dat deze importeur een dochtermaatschappij is van de aanvrager. |
Artikel 4
De Commissie wijst de certificaten onverwijld toe op grond van artikel 25 van Verordening (EG) nr. 1282/2006 en stelt de lidstaten uiterlijk op 31 oktober 2006 in kennis van de toewijzing.
Binnen vijf werkdagen na de bekendmaking van de toewijzingscoëfficiënten delen de lidstaten de Commissie voor elke productgroep en, indien van toepassing, voor elk contingent de hoeveelheden per aanvrager mee die overeenkomstig artikel 25 van Verordening (EG) nr. 1282/2006 zijn toegewezen.
Deze mededeling wordt per fax of e-mail gedaan volgens het model in bijlage IV bij de onderhavige verordening.
Artikel 5
De overeenkomstig artikel 3 van de onderhavige verordening en artikel 24 van Verordening (EG) nr. 1282/2006 meegedeelde gegevens worden vóór de afgifte van de certificaten en uiterlijk op 15 december 2006 door de lidstaten geverifieerd.
Als wordt geconstateerd dat een marktdeelnemer aan wie een certificaat is afgegeven, onjuiste gegevens heeft verstrekt, wordt het certificaat geannuleerd en wordt de zekerheid verbeurd. De lidstaten stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.
Artikel 6
Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 29 augustus 2006.
Voor de Commissie
Mariann FISCHER BOEL
Lid van de Commissie
(1) PB L 160 van 26.6.1999, blz. 48. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1913/2005 (PB L 307 van 25.11.2005, blz. 2).
(2) PB L 234 van 29.8.2006, blz. 4.
BIJLAGE I
Kaas die in 2007 in het kader van bepaalde GATT-contingenten naar de Verenigde Staten van Amerika kan worden uitgevoerd
Hoofdstuk III, afdeling 2, van Verordening (EG) nr. 1282/2006 en Verordening (EG) nr. 1285/2006
Productgroep zoals aangegeven in de aanvullende aantekeningen in hoofdstuk 4 van het Harmonised Tariff Schedule of the United States |
Nummer productgroep en naam contingent |
Voor 2007 beschikbare hoeveelheid |
|
Betrokken aantekening |
Omschrijving productgroep |
(in ton) |
|
(1) |
(2) |
(3) |
(4) |
16 |
Not specifically provided for (NSPF) |
16 — Tokio |
908,877 |
16 — Uruguay |
3 446,000 |
||
17 |
Blue Mould |
17 |
350,000 |
18 |
Cheddar |
18 |
1 050,000 |
20 |
Edam/Gouda |
20 |
1 100,000 |
21 |
Italian type |
21 |
2 025,000 |
22 |
Swiss or Emmenthaler cheese other than with eye formation |
22 — Tokio |
393,006 |
22 — Uruguay |
380,000 |
||
25 |
Swiss or Emmenthaler cheese with eye formation |
25 — Tokio |
4 003,172 |
25 — Uruguay |
2 420,000 |
BIJLAGE II
Op grond van artikel 24 van Verordening (EG) nr. 1282/2006 te verstrekken gegevens
BIJLAGE III
Op grond van artikel 24 van Verordening (EG) nr. 1282/2006 te verstrekken gegevens
(Toe te zenden aan (32-2) 295 33 10 of AGRI-MILK-USA@ec.europa.eu)
BIJLAGE IV
Overeenkomstig artikel 25 van Verordening (EG) nr. 1282/2006 toegewezen certificaten
(Toe te zenden aan (32-2) 295 3310 of AGRI-MILK-USA@ec.europa.eu)
30.8.2006 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 235/14 |
VERORDENING (EG) Nr. 1286/2006 VAN DE COMMISSIE
van 29 augustus 2006
tot 70e wijziging van Verordening (EG) nr. 881/2002 van de Raad tot vaststelling van bepaalde specifieke beperkende maatregelen tegen sommige personen en entiteiten die banden hebben met Usama bin Laden, het Al Qaida-netwerk en de Taliban, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 467/2001 van de Raad
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 881/2002 van de Raad tot vaststelling van bepaalde specifieke beperkende maatregelen tegen sommige personen en entiteiten die banden hebben met Usama bin Laden, het Al Qaida-netwerk en de Taliban, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 467/2001 van de Raad tot instelling van een verbod op de uitvoer van bepaalde goederen en diensten naar Afghanistan, tot versterking van het verbod op vluchten en verlenging van de bevriezing van tegoeden en andere financiële middelen ten aanzien van de Taliban van Afghanistan (1), en met name op artikel 7, lid 1, eerste streepje,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
In bijlage I bij Verordening (EG) nr. 881/2002 worden personen, groepen en entiteiten opgesomd wier tegoeden en economische middelen krachtens die verordening worden bevroren. |
(2) |
Het Sanctiecomité van de VN-Veiligheidsraad heeft op 18 en 23 augustus 2006 besloten tot wijziging van de lijst van personen, groepen en entiteiten wier tegoeden en economische middelen moeten worden bevroren. Op 25 juli heeft het Sanctiecomité besloten tot wijziging van een aantal bestaande vermeldingen waarvan er één nog in bijlage I moet worden opgenomen. Bijlage I moet dus dienovereenkomstig worden gewijzigd, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Bijlage I bij Verordening (EG) nr. 881/2002 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 29 augustus 2006.
Voor de Commissie
Eneko LANDÁBURU
Directeur-generaal Buitenlandse betrekkingen
(1) PB L 139 van 29.5.2002, blz. 9. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1228/2006 van de Commissie (PB L 222 van 15.8.2006, blz. 6).
BIJLAGE
Bijlage I bij Verordening (EG) nr. 881/2002 wordt als volgt gewijzigd:
(1) |
De volgende vermelding wordt uit de lijst „Natuurlijke personen” geschrapt: „Ali Ahmed Yusaf (ook bekend als Ali Galoul); adres: Krälingegränd 33, S16362 Spånga (Zweden); geboren op 20 november 1974 in Garbaharey (Somalië); van Zweedse nationaliteit; paspoort: Zweeds paspoort nr. 1041635; nationaal identificatienummer: 741120-1093”. |
(2) |
De vermelding „Hani Al-Sayyid Al-Sebai (alias a) Hani Yousef Al-Sebai, b) Hani Youssef, c) Hany Youseff, d) Hani Yusef, e) Hani al-Sayyid Al-Sabai, f) Hani al-Sayyid El Sebai, g) Hani al-Sayyid Al Siba’i, h) Hani al-Sayyid El Sabaay, i) El-Sababt, j) Abu Tusnin, k) Abu Akram, l) Hani El Sayyed Elsebai Yusef, m) Abu Karim). Adres: Londen, Verenigd Koninkrijk. Geboortedatum: a) 1.3.1961, b) 16.6.1960. Geboorteplaats: Qaylubiyah, Egypte. Egyptische nationaliteit” op de lijst „Natuurlijke personen” wordt vervangen door: „Hani Al-Sayyid Al-Sebai (ook bekend als (a) Hani Yousef Al-Sebai, (b) Hani Youssef, (c) Hany Youseff, (d) Hani Yusef, (e) Hani al-Sayyid Al-Sabai, (f) Hani al-Sayyid El Sebai, (g) Hani al-Sayyid Al Siba’i, (h) Hani al-Sayyid El Sabaay, (i) El-Sababt, (j) Abu Tusnin, (k) Abu Akram, (l) Hani El Sayyed Elsebai Yusef, (m) Abu Karim, (n) Hani Elsayed Youssef). Adres: Londen, Verenigd Koninkrijk. Geboortedatum: (a) 1.3.1961, (b) 16.6.1960. Geboorteplaats: Qaylubiyah, Egypte. Egyptische nationaliteit.” |
(3) |
De vermelding „Sajid Mohammed Badat (alias (a) Abu Issa, (b) Saajid Badat, (c) Sajid Badat, (d) Muhammed Badat, (e) Sajid Muhammad Badat, (f) Saajid Mohammad Badet, (g) Muhammed Badet, (h) Sajid Muhammad Badet). Geboortedatum: (a) 28.3.1979, (b) 8.3.1976. Geboorteplaats: Gloucester, Verenigd Koninkrijk. Paspoort nr.: (a) Verenigd Koninkrijk paspoort nr. 703114075, (b) Verenigd Koninkrijk paspoort nr. 026725401. Overige informatie: in gevangenschap in het Verenigd Koninkrijk. Vorig adres: Gloucester, Verenigd Koninkrijk.” op de lijst „Natuurlijke personen” wordt vervangen door: „Sajid Mohammed Badat (ook bekend als (a) Abu Issa, (b) Saajid Badat, (c) Sajid Badat, (d) Muhammed Badat, (e) Sajid Muhammad Badat, (f) Saajid Mohammad Badet, (g) Muhammed Badet, (h) Sajid Muhammad Badet, (i) Sajid Mahomed Badat). Geboortedatum: (a) 28.3.1979, (b) 8.3.1976. Geboorteplaats: Gloucester, Verenigd Koninkrijk. Paspoort nr.: (a) 703114075 (Brits paspoort), (b) 026725401 (Brits paspoort). Overige informatie: in gevangenschap in het Verenigd Koninkrijk. Vorig adres: Gloucester, Verenigd Koninkrijk.” |
(4) |
De vermelding „Shamil BASAYEV (alias Abdullakh Shamil Abu-Idris). Geboorteplaats, Dyshni-Vedeno, Chechnya, Russische Federatie. Geboortedatum: 14 januari 1965. Russisch paspoort nr. 623334 (januari 2002)” op de lijst „Natuurlijke personen” wordt vervangen door: „Shamil Salmanovich Basayev (ook bekend als Abdullakh Shamil Abu-Idris). Geboortedatum: 14.1.1965. Geboorteplaats: Dyshni-Vedeno, district Vedensk, Tsjetsjeens-Ingoesjische Autonome Socialistische Sovjet Republiek, Sovjet Unie (Russische Federatie). Van Russische nationaliteit. Paspoort nr.: 623334 (Russisch paspoort, januari 2002). Nationaal identificatienummer: IY-OZH nr. 623334 (afgegeven op 9 juni 1989 door het district Vedensk). Overige informatie: internationaal aanhoudingsbevel uitgevaardigd door de Russische regering.” |
(5) |
De vermelding „Al Sayyid Ahmed Fathi Hussein Eliwah (alias a) Al Sayyid Ahmed Fathi Hussein Eliwa, b) Al Sayyid Ahmed Fathi Hussein Alaiwah, c) Al Sayyid Ahmed Fathi Hussein Elaiwa, d) Al Sayyid Ahmed Fathi Hussein Ilewah, e) Al Sayyid Ahmed Fathi Hussein Alaywah, f) El Sayed Ahmad Fathi Hussein Elaiwa, g) Hatim, h) Hisham, i) Abu Umar). Geboortedatum: a) 30.7.1964, b) 30.1.1964. Geboorteplaats: a) Suez, Egypte, b) Alexandrië, Egypte. Egyptische nationaliteit. Overige informatie: woonachtig in het Verenigd Koninkrijk” op de lijst „Natuurlijke personen” wordt vervangen door: „Al Sayyid Ahmed Fathi Hussein Eliwah (ook bekend als (a) Al Sayyid Ahmed Fathi Hussein Eliwa, (b) Al Sayyid Ahmed Fathi Hussein Alaiwah, (c) Al Sayyid Ahmed Fathi Hussein Elaiwa, (d) Al Sayyid Ahmed Fathi Hussein Ilewah, (e) Al Sayyid Ahmed Fathi Hussein Alaywah, (f) El Sayed Ahmad Fathi Hussein Elaiwa, (g) Hatim, (h) Hisham, (i) Abu Umar). Geboortedatum: (a) 30.7.1964, (b) 30.1.1964. Geboorteplaats: (a) Suez, Egypte, (b) Alexandrië, Egypte. Egyptische nationaliteit. Paspoort nr.: RP0185179 (Brits paspoort op naam van Al-Sayyid Ilewah, afgegeven op 11.9.2001, vervalt op 11.9.2011). Overige informatie: woonachtig in het Verenigd Koninkrijk.” |
(6) |
De vermelding „Abdelghani Mzoudi (alias (a) Abdelghani Mazwati, (b) Abdelghani Mazuti). Adres: op de Wisch 15, 21149 Hamburg, Duitsland. Geboortedatum: 6.12.1972. Geboorteplaats: Marrakesh (Marokko). Marokkaanse nationaliteit. Paspoort nr.: (a) Marokkaans paspoort nr. F 879567, afgegeven 29.4.1992 in Marrakesh, Marokko, geldig tot 28.4.1997, verlengd tot 28.2.2002; (b) Marokkaans paspoort nr. M271392, afgegeven 4.12.2000 door de Marokkaanse Ambassade in Berlijn, Duitsland. Nationaal identificatienummer: Marokkaans persoonsbewijs nr. E 427689, afgegeven op 20 maart 2001 door het Marokkaans consulaat-generaal in Düsseldorf, Duitsland. Aanvullende informatie: (a) in voorlopige hechtenis in Duitsland (juni 2003), (b) laatst geregistreerd op dit adres” op de lijst „Natuurlijke personen” wordt vervangen door: „Abdelghani Mzoudi (ook bekend als (a) Abdelghani Mazwati, (b) Abdelghani Mazuti). Adres: op de Wisch 15, 21149 Hamburg, Duitsland. Geboortedatum: 6.12.1972. Geboorteplaats: Marrakesh (Marokko). Van Marokkaanse nationaliteit. Paspoort nr.: (a) F 879567 (Marokkaans paspoort, afgegeven in Marrakesh, Marokko op 29.4.1992, geldig tot 28.4.1997 en verlengd tot 28.2.2002), (b) M271392 (Marokkaans paspoort afgegeven op 4.12.2000 door de Marokkaanse ambassade, Berlijn, Duitsland). Nationaal identificatienummer: E 427689 (Marokkaanse identiteitskaart, afgegeven op 20.3.2001 door het Marokkaans consulaat-generaal in Düsseldorf, Duitsland). Overige informatie: (a) laatst geregistreerd op dit adres, (b) na zijn vrijlating uit de gevangenis uit Duitsland vertrokken naar Marokko in juni 2005.” |
(7) |
De vermelding „Mansour Thaer, geboren op 21 maart 1974 in Bagdad (Irak)” op de lijst „Natuurlijke personen” wordt vervangen door: „Mansour Thaer. Geboortedatum: 21.3.1974. Geboorteplaats: Bagdad, Irak. Overige informatie: uitgewezen uit Duitsland naar Jordanië in februari 2005.” |
30.8.2006 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 235/17 |
RICHTLIJN 2006/74/EG VAN DE COMMISSIE
van 21 augustus 2006
tot wijziging van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad teneinde dichloorprop-P, metconazool, pyrimethanil en triclopyr op te nemen als werkzame stof
(Voor de EER relevante tekst)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Richtlijn 91/414/EEG van de Raad van 15 juli 1991 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (1), en met name op artikel 6, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij de Verordeningen (EG) nr. 451/2000 (2) en (EG) nr. 703/2001 (3) van de Commissie zijn de bepalingen voor de uitvoering van de tweede fase van het werkprogramma, als bedoeld in artikel 8, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG, vastgesteld en is een lijst opgesteld van werkzame stoffen die moeten worden onderzocht met het oog op hun opneming in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG. Dichloorprop-P, metconazool, pyrimethanil en triclopyr zijn in deze lijst opgenomen. |
(2) |
Voor deze werkzame stoffen zijn de uitwerking op de menselijke gezondheid en het milieueffect overeenkomstig de Verordeningen (EG) nr. 451/2000 en (EG) nr. 703/2001 beoordeeld voor een aantal door de kennisgever voorgestelde toepassingen. Bovendien worden in die verordeningen de als rapporteur optredende lidstaten aangewezen die overeenkomstig artikel 8, lid 1, van Verordening (EG) nr. 451/2000 de desbetreffende evaluatieverslagen met aanbevelingen bij de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) moeten indienen. Voor dichloorprop-P was Denemarken de rapporterende lidstaat en was alle relevante informatie ingediend op 5 november 2003. Voor metconazool was België de rapporterende lidstaat en was alle relevante informatie ingediend op 27 januari 2004. Voor pyrimethanil was Oostenrijk de rapporterende lidstaat en was alle relevante informatie ingediend op 15 april 2004. Voor triclopyr was de rapporterende lidstaat Ierland en was alle relevante informatie ingediend op 21 november 2003. |
(3) |
De evaluatieverslagen zijn door de lidstaten en de EFSA intercollegiaal getoetst en zijn op 14 december 2005 voor triclopyr en op 13 januari 2006 voor dichloorprop-P, metconazool en pyrimethanil bij de Commissie ingediend in de vorm van de wetenschappelijke verslagen van de EFSA (4). Deze verslagen zijn door de lidstaten en de Commissie in het kader van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid onderzocht en op 23 mei 2006 afgerond in de vorm van de evaluatieverslagen van de Commissie voor dichloorprop-P, metconazool, pyrimethanil en triclopyr. |
(4) |
Uit de verschillende analysen is gebleken dat mag worden verwacht dat gewasbeschermingsmiddelen die dichloorprop-P, metconazool, pyrimethanil en triclopyr bevatten, in het algemeen voldoen aan de in artikel 5, lid 1, onder a) en b), van Richtlijn 91/414/EEG gestelde eisen, met name voor de toepassingen die zijn onderzocht en opgenomen in het evaluatieverslag van de Commissie. Deze werkzame stoffen moeten derhalve in bijlage I worden opgenomen om ervoor te zorgen dat gewasbeschermingsmiddelen die deze werkzame stoffen bevatten, in alle lidstaten kunnen worden toegelaten overeenkomstig het bepaalde in die richtlijn. |
(5) |
Onverminderd deze conclusie moet er ten aanzien van dichloorprop-P, pyrimethanil en triclopyr nadere informatie over bepaalde aspecten worden verkregen. Artikel 6, lid 1, van Richtlijn 91/414/EEG bepaalt dat aan de opneming van een werkzame stof in bijlage I voorwaarden kunnen worden verbonden. Er dient dan ook te worden geëist dat dichloorprop-P, pyrimethanil en triclopyr ter bevestiging van de risicobeoordeling in bepaalde gevallen aan verdere testen worden onderworpen en dat deze studies door de kennisgevers worden voorgelegd. |
(6) |
Er moet worden voorzien in een redelijke termijn voordat een werkzame stof in bijlage I wordt opgenomen, zodat de lidstaten en de belanghebbende partijen zich kunnen voorbereiden op de nieuwe eisen die uit de opneming voortvloeien. |
(7) |
Onverminderd de in Richtlijn 91/414/EEG vastgestelde verplichtingen als gevolg van de opneming van een werkzame stof in bijlage I, moeten de lidstaten na de opneming zes maanden de tijd krijgen om de bestaande toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die dichloorprop-P, metconazool, pyrimethanil en triclopyr bevatten, opnieuw te onderzoeken en ervoor te zorgen dat aan de voorwaarden van Richtlijn 91/414/EEG, met name in artikel 13 en bijlage I, is voldaan. De lidstaten moeten de bestaande toelatingen al naar het geval wijzigen, vervangen of intrekken overeenkomstig Richtlijn 91/414/EEG. In afwijking van de bovenstaande termijn moet een langere termijn worden vastgesteld voor de indiening en beoordeling van het volledige in bijlage III vermelde dossier voor elk gewasbeschermingsmiddel en elke beoogde toepassing overeenkomstig de uniforme beginselen van Richtlijn 91/414/EEG. |
(8) |
Bij eerdere opnemingen in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG van werkzame stoffen die in het kader van Verordening (EEG) nr. 3600/92 van de Commissie (5) zijn onderzocht, is gebleken dat de interpretatie van de verplichtingen van houders van bestaande toelatingen wat de toegang tot gegevens betreft tot problemen kan leiden. Om meer problemen te voorkomen, moeten de verplichtingen van de lidstaten daarom worden verduidelijkt, en met name de plicht om te verifiëren dat de houder van een toelating toegang tot een dossier verschaft en daarmee aan de vereisten van bijlage II bij die richtlijn voldoet. Deze verduidelijking legt de lidstaten of de houders van toelatingen echter ten opzichte van de tot nu toe goedgekeurde richtlijnen tot wijziging van bijlage I geen nieuwe verplichtingen op. |
(9) |
Richtlijn 91/414/EEG moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(10) |
De in deze richtlijn vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid, |
HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:
Artikel 1
Bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG wordt gewijzigd zoals aangegeven in de bijlage bij deze richtlijn.
Artikel 2
De lidstaten dienen uiterlijk op 30 november 2007 de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen en bekend te maken om aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mee, alsmede een tabel ter weergave van het verband tussen die bepalingen en deze richtlijn.
Zij passen die bepalingen toe vanaf 1 december 2007.
Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor die verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.
Artikel 3
1. De lidstaten moeten overeenkomstig Richtlijn 91/414/EEG bestaande toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die dichloorprop-P, metconazool, pyrimethanil en triclopyr als werkzame stof bevatten, voor 30 november 2007 zo nodig wijzigen of intrekken.
Uiterlijk op die datum verifiëren zij met name dat aan de voorwaarden van bijlage I bij die richtlijn met betrekking tot dichloorprop-P, metconazool, pyrimethanil en triclopyr is voldaan, met uitzondering van de voorwaarden in deel B van de tekst betreffende die werkzame stof, en dat de houder van de toelating in het bezit is van of toegang heeft tot een dossier dat overeenkomstig de voorwaarden van artikel 13 van die richtlijn aan de eisen van bijlage II bij die richtlijn voldoet.
2. In afwijking van lid 1 voeren de lidstaten op basis van een dossier conform bijlage III bij Richtlijn 91/414/EEG en rekening houdend met deel B van de tekst van bijlage I van die richtlijn wat dichloorprop-P, metconazool, pyrimethanil en triclopyr betreft, overeenkomstig de uniforme beginselen in bijlage VI bij die richtlijn een nieuwe evaluatie uit voor elk toegelaten gewasbeschermingsmiddel dat dichloorprop-P, metconazool, pyrimethanil en triclopyr bevat als enige werkzame stof of als een van een aantal werkzame stoffen die alle uiterlijk op 31 mei 2007 in bijlage I bij die richtlijn zijn opgenomen. Op basis van die evaluatie bepalen zij of het middel voldoet aan de voorwaarden van artikel 4, lid 1, onder b), c), d) en e), van Richtlijn 91/414/EEG.
Daarna zorgen de lidstaten ervoor dat:
a) |
als dichloorprop-P, metconazool, pyrimethanil en triclopyr de enige werkzame stof in het gewasbeschermingsmiddel is, de toelating, indien nodig, uiterlijk op 31 mei 2011 wordt gewijzigd of ingetrokken, of |
b) |
als het gewasbeschermingsmiddel naast dichloorprop-P, metconazool, pyrimethanil en triclopyr nog een of meer andere werkzame stoffen bevat, de toelating indien nodig uiterlijk op 31 mei 2011 of, als dat later is, op de datum die voor een dergelijke wijziging of intrekking is vastgesteld in richtlijnen waarbij die stoffen aan bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG zijn toegevoegd, wordt gewijzigd of ingetrokken. |
Artikel 4
Deze richtlijn treedt in werking op 1 juni 2007.
Artikel 5
Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 21 augustus 2006.
Voor de Commissie
Markos KYPRIANOU
Lid van de Commissie
(1) PB L 230 van 19.8.1991, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2006/64/EG van de Commissie (PB L 206 van 27.7.2006, blz. 107).
(2) PB L 55 van 29.2.2000, blz. 25. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1044/2003 (PB L 151 van 19.6.2003, blz. 32).
(3) PB L 98 van 7.4.2001, blz. 6.
(4) EFSA Scientific Report (2006) 52, 1-67, Conclusion regarding the Peer review of the pesticide risk assessment of the active substance dichlorprop-P (afgerond: 13 januari 2006).
EFSA Scientific Report (2006) 64, 1-71, Conclusion regarding the Peer review of the pesticide risk assessment of the active substance metconazole (afgerond: 13 januari 2006).
EFSA Scientific Report (2006) 61, 1-70, Conclusion regarding the Peer review of the pesticide risk assessment of the active substance pyrimethanil (afgerond: 13 januari 2006).
EFSA Scientific Report (2005) 56, 1-103, Conclusion regarding the peer review of the pesticide risk assessment of the active substance triclopyr (afgerond: 14 december 2005).
(5) PB L 366 van 15.12.1992, blz. 10. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2266/2000 (PB L 259 van 13.10.2000, blz. 27).
BIJLAGE
Aan het einde van de tabel in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG wordt de volgende tekst toegevoegd:
Nr. |
Benaming, identificatienummers |
IUPAC-benaming |
Zuiverheid (1) |
Inwerkingtreding |
Geldigheidsduur |
Bijzondere bepalingen |
||||||
„135 |
Dichloorprop-P CAS-nr. 15165-67-0 CIPAC-nr. 476 |
(R)-2-(2,4-dichloorfenoxy)-propaanzuur |
≥ 900 g/kg |
1 juni 2007 |
31 mei 2017 |
DEEL A Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als herbicide. DEEL B Voor de toepassing van de uniforme beginselen in bijlage VI moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over dichloorprop-P dat op 23 mei 2006 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II. Bij de algemene evaluatie moeten de lidstaten:
De betrokken lidstaten verzoeken om aanvullende studies ter bevestiging van de resultaten inzake het metabolisme van dieren en de risicobeoordeling in verband met de acute en kortetermijnblootstelling voor vogels en de acute blootstelling voor herbivore zoogdieren. Zij dragen er zorg voor dat deze studies binnen twee jaar na de inwerkingtreding van deze richtlijn bij de Commissie worden ingediend door de kennisgevers die om opneming van dichloorprop-P in deze bijlage hebben verzocht. |
||||||
136 |
Metconazool CAS-nr. 125116-23-6 (niet-gespecificeerde stereochemie) CIPAC-nr. 706 |
(1RS,5RS:1RS,5SR)-5-(4-chloorbenzyl)-2,2-dimethyl-1-(1H-1,2,4-triazool-1-ylmethyl)cyclopentanol |
≥ 940 g/kg (som van cis- en transisomeer) |
1 juni 2007 |
31 mei 2017 |
DEEL A Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als fungicide. DEEL B Voor de toepassing van de uniforme beginselen in bijlage VI moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over metconazool dat op 23 mei 2006 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II. Bij de algemene evaluatie moeten de lidstaten:
|
||||||
137 |
Pyrimethanil CAS-nr. 53112-28-0 CIPAC-nr.: niet toegewezen |
N-(4,6-dimethylpyrimidine-2-yl)aniline |
≥ 975 g/kg (de onzuiverheid cyaanamide wordt uit toxicologisch oogpunt als problematisch beschouwd en mag niet meer bedragen dan 0,5 g/kg in het technische materiaal) |
1 juni 2007 |
31 mei 2017 |
DEEL A Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als fungicide. DEEL B Voor de toepassing van de uniforme beginselen in bijlage VI moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over pyrimethanil dat op 23 mei 2006 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II. Bij de algemene evaluatie moeten de lidstaten:
De betrokken lidstaten verzoeken om aanvullende studies ter bevestiging van de risicobeoordeling voor vissen. Zij dragen er zorg voor dat de kennisgever die om opneming van pyrimethanil in deze bijlage heeft verzocht, deze studies binnen twee jaar na de inwerkingtreding van deze richtlijn bij de Commissie indient. |
||||||
138 |
Triclopyr CAS-nr. 055335-06-3 CIPAC-nr. 376 |
3,5,6-trichloor-2-pyridyloxyazijnzuur |
≥ 960 g/kg (als triclopyr butoxyethylester) |
1 juni 2007 |
31 mei 2017 |
DEEL A Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als herbicide. DEEL B Bij de evaluatie van aanvragen voor toelating van gewasbeschermingsmiddelen die triclopyr bevatten voor ander gebruik dan voorjaarstoepassingen in weiden en graslanden, moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan de criteria in artikel 4, lid 1, onder b), en ervoor zorgen dat de vereiste informatie en gegevens worden verstrekt voordat de toelating wordt verleend. Voor de toepassing van de in bijlage VI opgenomen uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over triclopyr dat op 23 mei 2006 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II. Bij de algemene evaluatie moeten de lidstaten:
De betrokken lidstaten verzoeken om aanvullende studies ter bevestiging van de beoordeling van de acute en langetermijnrisico's voor vogels en zoogdieren en het risico voor waterorganismen als gevolg van blootstelling aan de metaboliet 6-chloor-2-pyridinol. Zij dragen er zorg voor dat de kennisgevers die om opneming van triclopyr in deze bijlage hebben verzocht, deze studies binnen twee jaar na inwerkingtreding van deze richtlijn bij de Commissie indienen.” |
(1) Het evaluatieverslag bevat nadere gegevens over de identiteit en de specificatie van de werkzame stof.
Rectificaties
30.8.2006 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 235/23 |
Rectificatie van Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad van 20 februari 2006 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker
( Publicatieblad van de Europese Unie L 58 van 28 februari 2006 )
Bladzijde 6, artikel 3, lid 1, onder c) en lid 2, onder c):
in plaats van:
„… voor het verkoopseizoen 2009/2010”,
te lezen:
„… vanaf het verkoopseizoen 2009/2010”.
Bladzijde 6, artikel 6, de titel:
in plaats van:
„Verticale overeenkomsten”
te lezen:
„Sectorale overeenkomsten”
Bladzijde 7, artikel 8, lid 2:
in plaats van:
„Op basis van de verzoeker …”,
te lezen:
„Op basis van de verzoeken …”.
Bladzijde 7, artikel 9, lid 2, in fine:
in plaats van:
„… bijlage IV, punt 2.”,
te lezen:
„… bijlage IV, punt II.”.
Bladzijde 8, artikel 11, lid 1, eerste streepje:
in plaats van:
„— |
met ten hoogste 25 % voor de verkoopseizoenen 2006/2007 en 2007/2008, mits hij de vrijheid van ondernemingen eerbiedigt om deel te nemen aan de bij in Verordening (EG) nr. 320/2006 ingevoerde mechanismen, en” |
te lezen:
„— |
met ten hoogste 25 % voor de verkoopseizoenen 2006/2007 en 2007/2008, mits de verlaging de betrokken onderneming er niet van weerhoudt af te zien van quota noch van het aanvragen van de in Verordening (EG) nr. 320/2006 bedoelde herstructureringssteun, en” |
Bladzijde 8, artikel 13, lid 2, onder a):
in plaats van:
„a) |
bioethanol, alcohol, rum, levende gisten en hoeveelheden smeersiroop en hoeveelheden stroop voor de productie van „Rinse appelstroop”;” |
te lezen:
„a) |
bioethanol, alcohol, rum, levende gisten en de hoeveelheid als boterhambeleg te gebruiken en tot „Rinse appelstroop” te verwerken stroop;” |
Bladzijde 13, artikel 29, lid 1, laatste streepje:
in plaats van:
„1 129 581 ton voor het Verenigd Koninkrijk.”,
te lezen:
„1 128 581 ton voor het Verenigd Koninkrijk.”.
Bladzijde 13, artikel 29, lid 2, tweede alinea:
in plaats van:
„De in de eerste alinea, onder b), bedoelde hoeveelheden hebben betrekking op ruwe rietsuiker en worden gereserveerd voor de verkoopseizoenen 2006/2007, 2007/2008 en 2008/2009 voor de enige suikerbietenverwerkende fabriek in Portugal. Deze verwerkingsfabriek wordt geacht een voltijdraffinaderij te zijn.”
te lezen:
„De in de eerste alinea, onder b), bedoelde hoeveelheden hebben betrekking op ruwe rietsuiker en worden gereserveerd voor de verkoopseizoenen 2006/2007, 2007/2008 en 2008/2009 voor de enige in 2005 operationele suikerbietenverwerkende fabriek in Portugal. Deze verwerkingsfabriek wordt geacht een voltijdraffinaderij te zijn.”
Bladzijde 16, artikel 40, lid 2, onder d), iv):
in plaats van:
„… prijsverhogingen en -vervolgingen …”,
te lezen:
„… prijsverhogingen en -verlagingen …”.
Bladzijde 16, artikel 40, lid 2, onder f), i):
in plaats van:
„wijzigingen van de in artikel 2, punt 11, opgenomen begripsomschrijving;”,
te lezen:
„wijzigingen van de in artikel 2, punt 12, opgenomen begripsomschrijving;”.
Bladzijde 17, artikel 46, tweede alinea, tweede zin:
in plaats van:
„De artikelen 4, 39, 40, 41 en 45 zijn evenwel …”,
te lezen:
„De artikelen 39, 40, 41 en 44 zijn evenwel …”.
Bladzijde 24, bijlage III, Nationale en regionale quota, kolom „Isoglucose”, Totaal:
in plaats van:
„507 680”,
te lezen:
„507 681”.