ISSN 1725-2598

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 211

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

49e jaargang
1 augustus 2006


Inhoud

 

I   Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing

Bladzijde

 

 

Verordening (EG) nr. 1166/2006 van de Commissie van 31 juli 2006 tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

1

 

 

Verordening (EG) nr. 1167/2006 van de Commissie van 31 juli 2006 betreffende de afgifte van invoercertificaten voor bevroren omlopen van runderen

3

 

*

Verordening (EG) nr. 1168/2006 van de Commissie van 31 juli 2006 ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 2160/2003 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft een communautaire doelstelling voor het verminderen van de prevalentie van bepaalde serotypen salmonella bij legkippen van Gallus gallus en tot wijziging van de Verordening (EG) nr. 1003/2005 ( 1 )

4

 

 

Verordening (EG) nr. 1169/2006 van de Commissie van 31 juli 2006 tot vaststelling van het op de restitutie voor granen toe te passen correctiebedrag

9

 

 

Verordening (EG) nr. 1170/2006 van de Commissie van 31 juli 2006 tot vaststelling van de restituties bij uitvoer voor mout

11

 

 

Verordening (EG) nr. 1171/2006 van de Commissie van 31 juli 2006 tot vaststelling van het op de restitutie voor mout toe te passen correctiebedrag

13

 

 

Verordening (EG) nr. 1172/2006 van de Commissie van 31 juli 2006 tot vaststelling van de restituties die gelden voor de in het kader van communautaire en nationale voedselhulpacties geleverde producten van de sectoren granen en rijst

15

 

 

Verordening (EG) nr. 1173/2006 van de Commissie van 31 juli 2006 tot vaststelling van de invoerrechten in de sector granen van toepassing vanaf 1 augustus 2006

17

 

 

Verordening (EG) nr. 1174/2006 van de Commissie van 31 juli 2006 tot wijziging van de bij Verordening (EG) nr. 1002/2006 voor het verkoopseizoen 2006/2007 vastgestelde representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor bepaalde producten van de sector suiker

20

 

 

Verordening (EG) nr. 1175/2006 van de Commissie van 31 juli 2006 betreffende de afgifte van uitvoercertificaten van het B-stelsel in de sector groenten en fruit (citroenen)

22

 

 

II   Besluiten waarvan de publicatie niet voorwaarde is voor de toepassing

 

 

Raad

 

*

Besluit van de Raad van 29 november 2005 inzake de ondertekening van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en Oekraïne inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten

23

Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en Oekraïne inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten

24

 

*

Besluit van de Raad van 9 juni 2006 inzake de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en Oekraïne inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten

39

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


I Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing

1.8.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 211/1


VERORDENING (EG) Nr. 1166/2006 VAN DE COMMISSIE

van 31 juli 2006

tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 3223/94 van de Commissie van 21 december 1994 houdende uitvoeringsbepalingen van de invoerregeling voor groenten en fruit (1), en met name op artikel 4, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In Verordening (EG) nr. 3223/94 zijn op grond van de multilaterale handelsbesprekingen in het kader van de Uruguayronde de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de periodes die in de bijlage bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt.

(2)

Op grond van de bovenvermelde criteria moeten de forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld op de in de bijlage bij deze verordening vermelde niveaus,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 3223/94 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld zoals aangegeven in de tabel in de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 1 augustus 2006.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 31 juli 2006.

Voor de Commissie

Jean-Luc DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 337 van 24.12.1994, blz. 66. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 386/2005 (PB L 62 van 9.3.2005, blz. 3).


BIJLAGE

bij de verordening van de Commissie van 31 juli 2006 tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

(EUR/100 kg)

GN-code

Code derde landen (1)

Forfaitaire invoerwaarde

0707 00 05

052

81,5

388

52,4

524

46,9

999

60,3

0709 90 70

052

75,1

999

75,1

0805 50 10

388

73,4

524

49,4

528

55,4

999

59,4

0806 10 10

052

119,7

204

133,3

220

157,6

400

200,9

508

55,0

512

56,7

624

158,2

999

125,9

0808 10 80

388

93,7

400

103,4

508

75,1

512

86,3

524

66,4

528

82,8

720

88,9

800

152,2

804

100,1

999

94,3

0808 20 50

052

97,1

388

104,2

512

89,4

528

84,2

720

32,6

804

186,0

999

98,9

0809 20 95

052

308,2

400

387,6

999

347,9

0809 30 10, 0809 30 90

052

137,5

999

137,5

0809 40 05

093

64,8

098

73,5

624

131,5

999

89,9


(1)  Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 750/2005 van de Commissie (PB L 126 van 19.5.2005, blz. 12). De code „999” staat voor „andere oorsprong”.


1.8.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 211/3


VERORDENING (EG) Nr. 1167/2006 VAN DE COMMISSIE

van 31 juli 2006

betreffende de afgifte van invoercertificaten voor bevroren omlopen van runderen

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1254/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees (1),

Gelet op Verordening (EG) nr. 996/97 van de Commissie van 3 juni 1997 betreffende de opening en de wijze van beheer van een tariefcontingent voor de invoer van bevroren omlopen van runderen van GN-code 0206 29 91 (2), inzonderheid op artikel 8, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In artikel 1, lid 3, onder b), van Verordening (EG) nr. 996/97 is de hoeveelheid omlopen die onder speciale voorwaarden in de periode 2006/2007 mag worden ingevoerd, vastgesteld op 800 ton.

(2)

Artikel 8, lid 3, van Verordening (EG) nr. 996/97 voorziet in de mogelijkheid dat de opgevraagde hoeveelheden kunnen worden verminderd. De ingediende aanvragen hebben betrekking op hoeveelheden die de beschikbare hoeveelheden overschrijden. In deze omstandigheden en met het oog op een billijke verdeling van de beschikbare hoeveelheden is het dienstig om de hoeveelheden proportioneel te verminderen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Aan elke aanvraag om een invoercertificaat, krachtens artikel 8 van Verordening (EG) nr. 996/97 wordt voldaan voor 0,57372 % van de gevraagde hoeveelheid.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 1 augustus 2006.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 31 juli 2006.

Voor de Commissie

Jean-Luc DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 160 van 26.6.1999, blz. 21. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1913/2005 (PB L 307 van 25.11.2005, blz. 2).

(2)  PB L 144 van 4.6.1997, blz. 6. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1118/2004 (PB L 217 van 17.6.2004, blz. 10).


1.8.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 211/4


VERORDENING (EG) Nr. 1168/2006 VAN DE COMMISSIE

van 31 juli 2006

ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 2160/2003 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft een communautaire doelstelling voor het verminderen van de prevalentie van bepaalde serotypen salmonella bij legkippen van Gallus gallus en tot wijziging van de Verordening (EG) nr. 1003/2005

(Voor de EER relevante tekst)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 2160/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 17 november 2003 inzake de bestrijding van salmonella en andere specifieke door voedsel overgedragen zoönoseverwekkers (1), en met name op artikel 4, lid 1, en artikel 13,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EG) nr. 2160/2003 is bedoeld om te waarborgen dat er adequate en doeltreffende maatregelen worden getroffen voor de detectie en de bestrijding van salmonella en andere zoönoseverwekkers in alle stadia van productie, verwerking en distributie, in het bijzonder op het niveau van de primaire productie, teneinde de prevalentie ervan en het risico voor de volksgezondheid te verminderen.

(2)

Krachtens Verordening (EG) nr. 2160/2003 moet een communautaire doelstelling worden vastgesteld voor het verminderen van de prevalentie van alle salmonella-serotypen die voor de volksgezondheid van belang zijn bij legkippen van Gallus gallus in het stadium van de primaire productie. Vermindering van die prevalentie is van belang gezien de strenge maatregelen die vanaf december 2009 overeenkomstig die verordening voor besmette koppels zullen gelden. Met name mogen eieren afkomstig van een koppel met onbekende salmonellastatus waarvan wordt vermoed dat zij besmet zijn, of van een besmet koppel, alleen voor menselijke consumptie worden gebruikt indien zij overeenkomstig de communautaire wetgeving inzake levensmiddelenhygiëne een behandeling hebben ondergaan waarbij de uitschakeling van alle salmonellaserotypen die van belang zijn voor de volksgezondheid, gegarandeerd is.

(3)

Volgens Verordening (EG) nr. 2160/2003 moet de communautaire doelstelling ten minste bestaan uit een numerieke uitdrukking van het maximumpercentage epidemiologische eenheden dat positief blijft en/of het minimumpercentage waarmee het aantal positief blijvende epidemiologische eenheden moet worden verminderd, de maximumtermijn voor het verwezenlijken van de doelstelling en de definitie van de nodige testschema's om na te gaan of de doelstelling is verwezenlijkt. Verder moet indien van toepassing een definitie worden gegeven van de serotypen die voor de volksgezondheid van belang zijn.

(4)

Om de communautaire doelstelling te kunnen vaststellen moeten er vergelijkbare gegevens over de prevalentie van de betrokken salmonellaserotypen bij legkippen van Gallus gallus in de lidstaten zijn verzameld overeenkomstig Beschikking 2004/665/EG van de Commissie van 22 september 2004 betreffende een basisstudie naar de prevalentie van Salmonella bij legkoppels van Gallus gallus (2).

(5)

Volgens Verordening (EG) nr. 2160/2003 moet de communautaire doelstelling voor legkippen voor een overgangsperiode van drie jaar betrekking hebben op Salmonella Enteritidis en Salmonella Typhimurium.

(6)

Om na te gaan of de communautaire doelstelling gehaald is, moeten de koppels een aantal malen worden bemonsterd.

(7)

Overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EG) nr. 2160/2003 is de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) over de vaststelling van de communautaire doelstelling voor legkippen van Gallus gallus geraadpleegd.

(8)

Sinds de vaststelling van Verordening (EG) nr. 1003/2005 van de Commissie van 30 juni 2005 ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 2160/2003 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft een communautaire doelstelling voor het verminderen van de prevalentie van bepaalde serotypen salmonella bij vermeerderingskoppels van Gallus gallus en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2160/2003 zijn er alternatieve analysemethoden ontwikkeld en gevalideerd. Bovendien moeten de bij legkoppels gevonden salmonellastammen worden bewaard met het oog op faagtypering en bepaling van de antimicrobiële gevoeligheid op een later tijdstip. Verordening (EG) nr. 1003/2005 moet dus dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(9)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Communautaire doelstelling

1.   De in artikel 4, lid 1, van Verordening (EG) nr. 2160/2003 bedoelde communautaire doelstelling voor de vermindering van Salmonella Enteritidis en Salmonella Typhimurium bij volwassen legkippen van Gallus gallus (hierna „de communautaire doelstelling” genoemd) houdt het volgende in:

a)

het aantal positieve koppels legkippen daalt elk jaar minimaal met:

i)

10 % als de prevalentie het jaar daarvoor minder dan 10 % was;

ii)

20 % als de prevalentie het jaar daarvoor tussen 10 en 19 % lag;

iii)

30 % als de prevalentie het jaar daarvoor tussen 20 en 39 % lag;

iv)

40 % als de prevalentie het jaar daarvoor 40 % of meer was,

of

b)

het maximumpercentage daalt tot 2 % of minder; in lidstaten met minder dan 50 koppels volwassen legkippen mag echter hooguit nog één koppel positief zijn.

De doelstelling moet in 2008 voor het eerst worden verwezenlijkt, hetgeen moet blijken uit het toezicht dat aan het begin van dat jaar van start gaat. Wat de doelstelling voor 2008 betreft, dienen de resultaten van de basisstudie overeenkomstig artikel 1, lid 1, van Beschikking 2004/665/EG voor de toepassing van dit artikel als uitgangspunt.

2.   Het testschema om na te gaan in hoeverre de doelstelling is verwezenlijkt, wordt in de bijlage beschreven.

De voortgang wordt beoordeeld aan de hand van de resultaten van drie achtereenvolgende jaren.

Voor zover niet in de bijlage beschreven, gelden de in artikel 5 van Beschikking 2004/665/EG technische specificaties als aanbevelingen voor de uitvoering van dit punt in de nationale bestrijdingsprogramma's.

3.   Aan de hand van de ervaring die tijdens het eerste jaar van de in artikel 5, lid 1, van Verordening (EG) nr. 2160/2003 bedoelde nationale bestrijdingsprogramma's wordt opgedaan, gaat de Commissie na of het testschema in de bijlage herzien moet worden.

Artikel 2

Wijziging van Verordening (EG) nr. 1003/2005

In de bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1003/2005 worden de volgende punten 3.4 en 3.5 ingevoegd:

„3.4.   Alternatieve methoden

Voor monsters die op initiatief van de exploitant genomen zijn, mogen de in artikel 11 van Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad (3) bedoelde analysemethoden worden gebruikt in plaats van de in de punten 3.1 tot en met 3.3 beschreven methoden voor monstervoorbereiding, detectie en serotypering, mits zij overeenkomstig de norm EN-ISO 16140:2003 gevalideerd zijn.

3.5.   Opslag van stammen

Als minimum worden de in het kader van de officiële controle geïsoleerde stammen opgeslagen om op een later tijdstip gefaagtypeerd of op hun antimicrobiële gevoeligheid getest te worden, onder gebruikmaking van de gangbare methoden voor kweekverzameling, waarbij de integriteit van de stammen gedurende ten minste twee jaar wordt gegarandeerd.

Artikel 3

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing vanaf 1 augustus 2006.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 31 juli 2006.

Voor de Commissie

Markos KYPRIANOU

Lid van de Commissie


(1)  PB L 325 van 12.12.2003, blz. 1. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1003/2005 van de Commissie (PB L 170 van 1.7.2005, blz. 12).

(2)  PB L 303 van 30.9.2004, blz. 30.

(3)  PB L 191 van 28.5.2004, blz. 1.”.


BIJLAGE

Testschema, zoals bedoeld in artikel 1, lid 2, om na te gaan of de communautaire doelstelling voor de vermindering van Salmonella Enteritidis en Salmonella Typhimurium bij volwassen legkippen van Gallus gallus verwezenlijkt is

1.   STEEKPROEFKADER

Het steekproefkader omvat alle koppels volwassen legkippen van Gallus gallus (hierna „legkoppels” genoemd) als bedoeld in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 2160/2003.

2.   TOEZICHT OP LEGKOPPELS

2.1.   Frequentie en status van de bemonstering

Legkoppels worden bemonsterd op initiatief van de exploitant van een levensmiddelenbedrijf (hierna „exploitant” genoemd) en door de bevoegde autoriteit.

De bemonstering op initiatief van de exploitant vindt ten minste elke 15 weken plaats. De eerste bemonstering vindt plaats op de leeftijd van 24 ± 2 weken.

De bemonstering door de bevoegde autoriteit vindt ten minste plaats:

a)

bij één koppel per jaar per bedrijf, dat ten minste 1 000 dieren omvat;

b)

op de leeftijd van 24 ± 2 weken bij legkoppels in gebouwen waarin bij het vorige koppel salmonella is aangetroffen;

c)

bij ieder vermoeden van besmetting met Salmonella Enteritidis of Salmonella Typhimurium naar aanleiding van het epidemiologische onderzoek van uitbraken van door voedsel overgedragen zoönoses overeenkomstig artikel 8 van Richtlijn 2003/99/EG van het Europees Parlement en de Raad (1);

d)

bij alle andere legkoppels op het bedrijf indien Salmonella Enteritidis of Salmonella Typhimurium in een legkoppel op het bedrijf is aangetroffen;

e)

indien de bevoegde autoriteit het nodig acht.

Een bemonstering door de bevoegde autoriteit kan in de plaats komen van een bemonstering op initiatief van de exploitant.

2.2.   Bemonsteringsprotocol

Om de gevoeligheid van de bemonstering zo groot mogelijk te maken, wordt zowel fecaal materiaal als omgevingsmateriaal verzameld, waarbij het bepaalde onder a) en b) als minimum geldt.

a)

Bij koppels in kooien wordt na het afdraaien van de mest 2 × 150 g natuurlijk gemengde feces genomen van alle banden of schrapers in de stal; in geval van trapkooien zonder schrapers en banden wordt echter 2 × 150 g gemengde verse feces verzameld van 60 verschillende plaatsen in de mestputten onder de kooien.

b)

In het geval van volières of scharrelstallen wordt met twee paar overschoentjes bemonsterd, zonder daartussen van overlaarzen te wisselen.

Indien de bemonstering door de bevoegde autoriteit wordt uitgevoerd, wordt een monster van 250 ml dat ten minste 100 g stof bevat, genomen van plaatsen in de stal waar veel stof is. Indien er niet voldoende stof is, wordt een monster van nog eens 150 g natuurlijk gemengde feces of een extra paar overschoentjes genomen.

Bij de in punt 2.1, onder b), c) en d), bedoelde bemonstering gaat de bevoegde autoriteit aan de hand van de nodige nadere testen na of de resultaten van het onderzoek naar salmonella bij de dieren niet door het gebruik van antimicrobiële middelen in de koppels worden beïnvloed.

Indien geen Salmonella Enteritidis of Salmonella Typhimurium wordt gevonden, maar wel antimicrobiële middelen of een bacteriegroeiremmend effect, wordt het koppel ten aanzien van de in artikel 1, lid 2, bedoelde communautaire doelstelling als besmet beschouwd.

3.   ONDERZOEK VAN DE MONSTERS

3.1.   Vervoer en voorbereiding van de monsters

De monsters worden op de dag dat zij genomen zijn per expresse of koeriersdienst verzonden naar de in artikel 11 van Verordening (EG) nr. 2160/2003 bedoelde laboratoria. In het laboratorium worden de monsters koel bewaard tot op het ogenblik van de test, die binnen 48 uur na ontvangst van het monster uitgevoerd moet worden.

3.1.1.   Overschoentjes

a)

De twee paar overschoentjes worden zorgvuldig uitgepakt om te vermijden dat aanhangend fecaal materiaal loskomt, en tezamen ondergedompeld in 225 ml gebufferd peptonwater (BPW) dat op kamertemperatuur is gebracht.

b)

Er wordt omgezwenkt zodat het monster volledig verzadigd is en vervolgens wordt de in punt 3.2 aangegeven detectiemethode toegepast.

3.1.2.   Ander fecaal materiaal en stofmonsters

a)

De fecesmonsters worden samengevoegd en grondig gemengd, waarna een deelmonster van 25 g wordt genomen dat verder wordt gekweekt.

b)

Het deelmonster van 25 g wordt in 225 ml op kamertemperatuur gebracht BPW gedaan.

c)

Vervolgens wordt de in punt 3.2 aangegeven detectiemethode toegepast.

Indien er ISO-normen betreffende de voorbereiding van feces met het oog op de opsporing van salmonella worden vastgesteld, worden die toegepast in plaats van de bovenstaande voorschriften voor de monstervoorbereiding.

3.2.   Detectiemethode

De door het communautaire referentielaboratorium voor salmonella in Bilthoven (Nederland) aanbevolen methode wordt als detectiemethode gebruikt. Deze methode wordt beschreven in de meest recente versie van het ontwerp van bijlage D bij ISO 6579 (2002): „Detection of Salmonella spp. in animal faeces and in samples of the primary production stage”. Bij deze methode wordt een semisolide medium (gemodificeerd semisolide Rappaport-Vassiliadis-medium, MSRV) gebruikt als het enige selectieve ophopingsmedium.

3.3.   Serotypering

Ten minste één isolaat van elk positief monster wordt geserotypeerd aan de hand van het Kaufmann-White-schema.

3.4.   Alternatieve methoden

Voor monsters die op initiatief van de exploitant genomen zijn, mogen de in artikel 11 van Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad (2) bedoelde analysemethoden worden gebruikt in plaats van de in de punten 3.1 tot en met 3.3 beschreven methoden voor monstervoorbereiding, detectie en serotypering, mits zij overeenkomstig de norm EN-ISO 16140:2003 gevalideerd zijn.

3.5.   Opslag van de stammen

Als minimum worden de stammen die zijn geïsoleerd uit door de bevoegde autoriteit genomen monsters opgeslagen om op een later tijdstip gefaagtypeerd of op hun antimicrobiële gevoeligheid getest te worden, onder gebruikmaking van de gangbare methoden voor kweekverzameling, waarbij de integriteit van de stammen gedurende ten minste twee jaar wordt gegarandeerd.

4.   RESULTATEN EN RAPPORTAGE

Een legkoppel wordt ten aanzien van de communautaire doelstelling als positief aangemerkt als in een of meer van het legkoppel genomen monsters Salmonella Enteritidis en Salmonella Typhimurium (afgezien van vaccinstammen) is aangetroffen. Positieve legkoppels worden slechts éénmaal geteld, ongeacht het aantal bemonsteringen en tests, en worden alleen in de rapportage opgenomen in het jaar waarin zij voor het eerst opgespoord zijn.

De rapportage omvat:

a)

het totaal aantal geteste legkoppels en het aantal geteste legkoppels per status van de bemonstering als bedoeld in punt 2.1;

b)

het totaal aantal besmette legkoppels en de testresultaten per status van de bemonstering als bedoeld in punt 2.1;

c)

een toelichting op de resultaten, met name wat eventuele uitzonderingsgevallen betreft.

De in dit punt bedoelde resultaten alsmede andere relevante informatie wordt gerapporteerd in het verslag over de tendensen en bronnen overeenkomstig artikel 9, lid 1, van Richtlijn 2003/99/EG.


(1)  PB L 325 van 12.12.2003, blz. 31.

(2)  PB L 191 van 28.5.2004, blz. 1.


1.8.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 211/9


VERORDENING (EG) Nr. 1169/2006 VAN DE COMMISSIE

van 31 juli 2006

tot vaststelling van het op de restitutie voor granen toe te passen correctiebedrag

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1784/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (1), en met name op artikel 15, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Krachtens artikel 14, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1784/2003 moet bij uitvoer van granen de op de dag van indiening van de aanvraag van een certificaat geldende restitutie op verzoek worden toegepast op uitvoer die tijdens de geldigheidsduur van het certificaat moet plaatsvinden. In dat geval kan op de restitutie een correctiebedrag worden toegepast.

(2)

Op grond van Verordening (EG) nr. 1501/95 van de Commissie van 29 juni 1995 tot vaststelling van enkele toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 1766/92 van de Raad voor wat de toekenning, in de graansector, van uitvoerrestituties en van bij verstoring van de graanmarkt te treffen maatregelen betreft (2) kan een correctiebedrag worden vastgesteld voor de in artikel 1, onder a), b) en c), van Verordening (EG) nr. 1784/2003 bedoelde producten. Dit correctiebedrag moet worden berekend met inachtneming van de in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 1501/95 genoemde elementen.

(3)

Op grond van de situatie op de wereldmarkt of de specifieke eisen van bepaalde markten kan het noodzakelijk zijn het correctiebedrag naar gelang van de bestemming te differentiëren.

(4)

Het correctiebedrag moet samen met de restitutie en volgens dezelfde procedure worden vastgesteld. Het kan tussentijds worden gewijzigd.

(5)

Uit de bovengenoemde bepalingen volgt dat het correctiebedrag moet worden vastgesteld overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

(6)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor granen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Het correctiebedrag op de vooraf vastgestelde restituties bij uitvoer van de in artikel 1, onder a), b) en c), van Verordening (EG) nr. 1784/2003 bedoelde producten, met uitzondering van mout, wordt vastgesteld in de bijlage.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 1 augustus 2006.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 31 juli 2006.

Voor de Commissie

Jean-Luc DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 270 van 21.10.2003, blz. 78. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1154/2005 van de Commissie (PB L 187 van 19.7.2005, blz. 11).

(2)  PB L 147 van 30.6.1995, blz. 7. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 777/2004 (PB L 123 van 27.4.2004, blz. 50).


BIJLAGE

bij de verordening van de Commissie van 31 juli 2006 tot vaststelling van het op de restitutie voor granen toe te passen correctiebedrag

(in EUR/t)

Productcode

Bestemming

Lopend

8

1e term.

9

2e term.

10

3e term.

11

4e term.

12

5e term.

1

6e term.

2

1001 10 00 9200

1001 10 00 9400

A00

0

0

0

0

0

1001 90 91 9000

1001 90 99 9000

C01

0

0

0

0

0

1002 00 00 9000

A00

0

0

0

0

0

1003 00 10 9000

1003 00 90 9000

C02

0

0

0

0

0

1004 00 00 9200

1004 00 00 9400

C03

0

0

0

0

0

1005 10 90 9000

1005 90 00 9000

A00

0

0

0

0

0

1007 00 90 9000

1008 20 00 9000

1101 00 11 9000

1101 00 15 9100

C01

0

0

0

0

0

1101 00 15 9130

C01

0

0

0

0

0

1101 00 15 9150

C01

0

0

0

0

0

1101 00 15 9170

C01

0

0

0

0

0

1101 00 15 9180

C01

0

0

0

0

0

1101 00 15 9190

1101 00 90 9000

1102 10 00 9500

A00

0

0

0

0

0

1102 10 00 9700

A00

0

0

0

0

0

1102 10 00 9900

1103 11 10 9200

A00

0

0

0

0

0

1103 11 10 9400

A00

0

0

0

0

0

1103 11 10 9900

1103 11 90 9200

A00

0

0

0

0

0

1103 11 90 9800

NB: De codes van de producten en de codes van de bestemmingen serie „A” zijn vastgesteld in Verordening (EEG) nr. 3846/87 van de Commissie (PB L 366 van 24.12.1987, blz. 1), zoals gewijzigd.

De numerieke codes voor de bestemmingen zijn vastgesteld in Verordening (EG) nr. 2081/2003 van de Commissie (PB L 313 van 28.11.2003, blz. 11).

C01

:

Alle derde landen met uitzondering van Albanië, Bulgarije, Roemanië, Kroatië, Bosnië en Herzegovina, Montenegro, Servië, de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, Liechtenstein en Zwitserland.

C02

:

Algerije, Saoedi Arabië, Bahrein, Egypte, de Verenigde Arabische Emiraten, Iran, Irak, Israel, Jordanië, Koeweit, Libanon, Libië, Marokko, Mauritanië, Oman, Qatar, Syrië, Tunesië en Jemen.

C03

:

Alle derde landen met uitzondering van Bulgarije, Noorwegen, Roemenië, Zwitserland en Liechenstein.


1.8.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 211/11


VERORDENING (EG) Nr. 1170/2006 VAN DE COMMISSIE

van 31 juli 2006

tot vaststelling van de restituties bij uitvoer voor mout

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1784/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (1), inzonderheid op artikel 13, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Volgens artikel 13 van Verordening (EG) nr. 1784/2003 kan het verschil tussen de noteringen of de prijzen op de wereldmarkt voor de in artikel 1 van die verordening genoemde producten en de prijzen van deze producten in de Gemeenschap worden overbrugd door een restitutie bij uitvoer.

(2)

De restituties moeten worden vastgesteld met inachtneming van de elementen als bedoeld in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 1501/95 van de Commissie van 29 juni 1995 tot vaststelling van enkele toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 1766/92 van de Raad voor wat de toekenning, in de graansector, van uitvoerrestituties en van bij verstoring van de graanmarkt te treffen maatregelen betreft (2).

(3)

Voor mout moet de restitutie worden berekend met inachtneming van de hoeveelheid granen benodigd voor de vervaardiging van de betreffende producten. Deze hoeveelheden zijn vastgesteld in Verordening (EG) nr. 1501/95.

(4)

De situatie op de wereldmarkt of de specifieke eisen van bepaalde markten voor zekere producten kunnen een differentiatie van de restitutie, naar gelang van de bestemming, nodig maken.

(5)

De restitutie moet eenmaal per maand worden vastgesteld. Zij kan in de tussentijd worden gewijzigd.

(6)

Bij toepassing van deze regelen op de huidige situatie in de sector granen en met name op de noteringen of prijzen van deze producten in de Gemeenschap en op de wereldmarkt, moet de restitutie op de in de bijlage vermelde bedragen worden vastgesteld.

(7)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor granen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De restituties bij uitvoer van de in artikel 1, onder c), van Verordening (EG) nr. 1784/2003 bedoelde mout worden op de in de bijlage aangegeven bedragen vastgesteld.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 1 augustus 2006.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 31 juli 2006.

Voor de Commissie

Jean-Luc DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 270 van 21.10.2003, blz. 78. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1154/2005 van de Commissie (PB L 187 van 19.7.2005, blz. 11).

(2)  PB L 147 van 30.6.1995, blz. 7. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 777/2004 (PB L 123 van 27.4.2004, blz. 50).


BIJLAGE

bij de verordening van de Commissie van 31 juli 2006 tot vaststelling van de restituties bij uitvoer voor mout

Productcode

Bestemming

Meeteenheid

Bedrag van de restitutie

1107 10 19 9000

A00

EUR/t

0,00

1107 10 99 9000

A00

EUR/t

0,00

1107 20 00 9000

A00

EUR/t

0,00

NB: De codes van de producten en de codes van de bestemmingen serie „A” zijn vastgesteld in Verordening (EEG) nr. 3846/87 van de Commissie (PB L 366 van 24.12.1987, blz. 1), zoals gewijzigd.

De numerieke codes voor de bestemmingen zijn vastgesteld in Verordening (EG) nr. 2081/2003 van de Commissie (PB L 313 van 28.11.2003, blz. 11).


1.8.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 211/13


VERORDENING (EG) Nr. 1171/2006 VAN DE COMMISSIE

van 31 juli 2006

tot vaststelling van het op de restitutie voor mout toe te passen correctiebedrag

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1784/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (1), en met name op artikel 15, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Krachtens artikel 14, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1784/2003 moet bij uitvoer van granen de op de dag van indiening van de aanvraag van een certificaat geldende restitutie op verzoek worden toegepast op uitvoer die tijdens de geldigheidsduur van het certificaat moet plaatsvinden. In dat geval kan op de restitutie een correctiebedrag worden toegepast.

(2)

Op grond van Verordening (EG) nr. 1501/95 van de Commissie van 29 juni 1995 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 1766/92 van de Raad voor de toekenning, in de graansector, van uitvoerrestituties en van bij verstoring van de graanmarkt te treffen maatregelen (2), kan een correctiebedrag worden vastgesteld voor de in artikel 1, lid 1, onder c), van Verordening (EG) nr. 1784/2003 bedoelde mout. Het correctiebedrag moet worden berekend met inachtneming van de in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 1501/95 genoemde elementen.

(3)

Uit de bovengenoemde bepalingen volgt dat het correctiebedrag moet worden vastgesteld overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

(4)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor granen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Het in artikel 15, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1784/2003 bedoelde correctiebedrag dat van toepassing is op de vooraf vastgestelde restituties bij uitvoer van mout, wordt vastgesteld in de bijlage.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 1 augustus 2006.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 31 juli 2006.

Voor de Commissie

Jean-Luc DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 270 van 21.10.2003, blz. 78. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1154/2005 van de Commissie (PB L 187 van 19.7.2005, blz. 11).

(2)  PB L 147 van 30.6.1995, blz. 7. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 777/2004 (PB L 123 van 27.4.2004, blz. 50).


BIJLAGE

bij de verordening van de Commissie van 31 juli 2006 tot vaststelling van het op de restitutie voor mout toe te passen correctiebedrag

NB: De codes van de producten en de codes van de bestemmingen serie „A” zijn vastgesteld in Verordening (EEG) nr. 3846/87 van de Commissie (PB L 366 van 24.12.1987, blz. 1), zoals gewijzigd.

De numerieke codes voor de bestemmingen zijn vastgesteld in Verordening (EG) nr. 2081/2003 van de Commissie (PB L 313 van 28.11.2003, blz. 11).

(EUR/t)

Productcode

Bestemming

Lopend

8

1e term.

9

2e term.

10

3e term.

11

4e term.

12

5e term.

1

1107 10 11 9000

A00

0

0

0

0

0

0

1107 10 19 9000

A00

0

0

0

0

0

0

1107 10 91 9000

A00

0

0

0

0

0

0

1107 10 99 9000

A00

0

0

0

0

0

0

1107 20 00 9000

A00

0

0

0

0

0

0


(EUR/t)

Productcode

Bestemming

6e term.

2

7e term.

3

8e term.

4

9e term.

5

10e term.

6

11e term.

7

1107 10 11 9000

A00

0

0

0

0

0

0

1107 10 19 9000

A00

0

0

0

0

0

0

1107 10 91 9000

A00

0

0

0

0

0

0

1107 10 99 9000

A00

0

0

0

0

0

0

1107 20 00 9000

A00

0

0

0

0

0

0


1.8.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 211/15


VERORDENING (EG) Nr. 1172/2006 VAN DE COMMISSIE

van 31 juli 2006

tot vaststelling van de restituties die gelden voor de in het kader van communautaire en nationale voedselhulpacties geleverde producten van de sectoren granen en rijst

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1784/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (1), en met name op artikel 13, lid 3,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1785/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening van de rijstmarkt (2), en met name op artikel 14, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In artikel 2 van Verordening (EEG) nr. 2681/74 van de Raad van 21 oktober 1974 betreffende de communautaire financiering van de uitgaven in verband met de levering van landbouwproducten als voedselhulp (3) is bepaald dat het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw, afdeling Garantie, het gedeelte van de uitgaven financiert dat overeenkomt met de desbetreffende restituties bij uitvoer die overeenkomstig de betrokken communautaire voorschriften zijn vastgesteld.

(2)

Om de opstelling en het beheer van de begroting voor de communautaire voedselhulpacties te vergemakkelijken en om de lidstaten in staat te stellen het bedrag van de communautaire deelname in de financiering van de nationale voedselhulpacties te kennen, moet het bedrag van de voor deze acties toegekende restituties worden vastgesteld.

(3)

De algemene voorschriften en de uitvoeringsbepalingen die in artikel 13 van Verordening (EG) nr. 1784/2003 en artikel 13 van Verordening (EG) nr. 1785/2003 voor de uitvoerrestituties zijn vastgesteld, zijn van overeenkomstige toepassing op bovenbedoelde transacties.

(4)

De specifieke criteria die in aanmerking moeten worden genomen bij de berekening van de uitvoerrestituties voor rijst zijn vastgesteld in artikel 14 van Verordening (EG) nr. 1785/2003.

(5)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor granen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De geldende restituties voor de producten van de sectoren granen en rijst geleverd voor de communautaire en nationale voedselhulpacties, uitgevoerd in het kader van internationale verdragen of andere aanvullende programma's of die in het kader van andere communautaire acties gratis worden geleverd, worden vastgesteld overeenkomstig de bijlage.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 1 augustus 2006.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 31 juli 2006.

Voor de Commissie

Jean-Luc DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 270 van 21.10.2003, blz. 78. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1154/2005 van de Commissie (PB L 187 van 19.7.2005, blz. 11).

(2)  PB L 270 van 21.10.2003, blz. 96. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 797/2006 van de Commissie (PB L 144 van 31.5.2006, blz. 1).

(3)  PB L 288 van 25.10.1974, blz. 1.


BIJLAGE

bij de verordening van de Commissie van 31 juli 2006 tot vaststelling van de restituties die gelden voor de in het kader van communautaire en nationale voedselhulpacties geleverde producten van de sectoren granen en rijst

(EUR/t)

Productcode

Bedrag van de restitutie

1001 10 00 9400

0,00

1001 90 99 9000

0,00

1002 00 00 9000

0,00

1003 00 90 9000

0,00

1005 90 00 9000

0,00

1006 30 92 9100

0,00

1006 30 92 9900

0,00

1006 30 94 9100

0,00

1006 30 94 9900

0,00

1006 30 96 9100

0,00

1006 30 96 9900

0,00

1006 30 98 9100

0,00

1006 30 98 9900

0,00

1006 30 65 9900

0,00

1007 00 90 9000

0,00

1101 00 15 9100

0,00

1101 00 15 9130

0,00

1102 10 00 9500

0,00

1102 20 10 9200

45,30

1102 20 10 9400

38,83

1103 11 10 9200

0,00

1103 13 10 9100

58,25

1104 12 90 9100

0,00

NB: Productcodes: zie de Verordening (EEG) nr. 3846/87 van de Commissie (PB L 366 van 24.12.1987, blz. 1), zoals gewijzigd.


1.8.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 211/17


VERORDENING (EG) Nr. 1173/2006 VAN DE COMMISSIE

van 31 juli 2006

tot vaststelling van de invoerrechten in de sector granen van toepassing vanaf 1 augustus 2006

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1784/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (1),

Gelet op Verordening (EG) nr. 1249/96 van de Commissie van 28 juni 1996 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 1766/92 van de Raad ten aanzien van de invoerrechten in de sector granen (2), en met name op artikel 2, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In artikel 10 van Verordening (EG) nr. 1784/2003 is bepaald dat bij de invoer van de in artikel 1 van die verordening bedoelde producten de rechten van het gemeenschappelijk douanetarief worden geheven. Voor de producten als bedoeld in lid 2 van dat artikel is het invoerrecht echter gelijk aan de interventieprijs voor deze producten bij de invoer, verhoogd met 55 % en verminderd met de cif-invoerprijs van de betrokken zending. Dit invoerrecht mag echter niet hoger zijn dan het recht van het gemeenschappelijk douanetarief.

(2)

In artikel 10, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1784/2003 is bepaald dat de cif-invoerprijzen worden berekend aan de hand van de representatieve prijzen voor het betrokken product op de wereldmarkt.

(3)

Bij Verordening (EG) nr. 1249/96 zijn bepalingen vastgesteld voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 1784/2003 ten aanzien van de invoerrechten in de sector granen.

(4)

De vastgestelde invoerrechten zijn van toepassing totdat een nieuwe vaststelling in werking treedt.

(5)

Voor het normaal functioneren van het stelsel van invoerrechten moeten deze rechten worden berekend aan de hand van de in een referentieperiode geconstateerde representatieve marktkoersen.

(6)

De toepassing van Verordening (EG) nr. 1249/96 leidt ertoe de invoerrechten vast te stellen zoals vermeld in bijlage I bij deze verordening,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 10, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1784/2003 bedoelde invoerrechten in de sector granen worden vastgesteld in bijlage I bij deze verordening en zijn bepaald aan de hand van de in bijlage II vermelde elementen.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 1 augustus 2006.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 31 juli 2006.

Voor de Commissie

Jean-Luc DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 270 van 21.10.2003, blz. 78. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1154/2005 van de Commissie (PB L 187 van 19.7.2005, blz. 11).

(2)  PB L 161 van 29.6.1996, blz. 125. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1110/2003 (PB L 158 van 27.6.2003, blz. 12).


BIJLAGE I

Vanaf 1 augustus 2006 geldende invoerrechten voor de in artikel 10, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1784/2003 bedoelde producten

GN-code

Omschrijving

Invoerrecht (1)

(in EUR/ton)

1001 10 00

Harde tarwe van hoge kwaliteit

0,00

van gemiddelde kwaliteit

0,00

van lage kwaliteit

5,93

1001 90 91

Zachte tarwe, zaaigoed

0,00

ex 1001 90 99

Zachte tarwe van hoge kwaliteit, andere dan voor zaaidoeleinden

0,00

1002 00 00

Rogge

37,23

1005 10 90

Maïs, zaaigoed, andere dan hybriden

50,27

1005 90 00

Maïs, andere dan zaaigoed (2)

50,27

1007 00 90

Graansorgho, andere dan hybriden bestemd voor zaaidoeleinden

42,22


(1)  Voor producten die via de Atlantische Oceaan of het Suezkanaal in de Gemeenschap worden aangevoerd (artikel 2, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1249/96) komt de importeur in aanmerking voor een verlaging van het invoerrecht met:

3 EUR/t, als de loshaven aan de Middellandse Zee ligt, of

2 EUR/t, als de loshaven in Ierland, het Verenigd Koninkrijk, Denemarken, Estland, Letland, Litouwen, Polen, Finland, Zweden of aan de Atlantische kust van het Iberisch Schiereiland ligt.

(2)  De importeur komt in aanmerking voor een forfaitaire verlaging van het invoerrecht met 24 EUR/t, als aan de in artikel 2, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1249/96 vastgestelde voorwaarden is voldaan.


BIJLAGE II

Berekeningselementen

(14.7.2006-28.7.2006)

1)

Gemiddelden over de referentieperiode bepaald in artikel 2, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1249/96:

Beursnotering

Minneapolis

Chicago

Minneapolis

Minneapolis

Minneapolis

Minneapolis

Product (eiwitgehalte bij 12 % vocht)

HRS2

YC3

HAD2

Van gemiddelde kwaliteit (1)

Van lage kwaliteit (2)

US barley 2

Notering (EUR/t)

157,48 (3)

75,86

154,25

144,25

124,25

92,95

Golfpremie (EUR/t)

15,09

 

 

Grote-Merenpremie (EUR/t)

19,96

 

 

2)

Gemiddelden over de referentieperiode bepaald in artikel 2, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1249/96:

Vrachttarieven/kosten: Golf van Mexico–Rotterdam: 20,81 EUR/t; Grote Meren–Rotterdam: 26,85 EUR/t.

3)

Subsidies bedoeld in artikel 4, lid 2, derde alinea, van Verordening (EG) nr. 1249/96:

0,00 EUR/t (HRW2)

0,00 EUR/t (SRW2).


(1)  Een korting van 10 EUR/t (artikel 4, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1249/96).

(2)  Een korting van 30 EUR/t (artikel 4, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1249/96).

(3)  Premie van 14 EUR/t inbegrepen (artikel 4, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1249/96).


1.8.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 211/20


VERORDENING (EG) Nr. 1174/2006 VAN DE COMMISSIE

van 31 juli 2006

tot wijziging van de bij Verordening (EG) nr. 1002/2006 voor het verkoopseizoen 2006/2007 vastgestelde representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor bepaalde producten van de sector suiker

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad van 20 februari 2006 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (1),

Gelet op Verordening (EG) nr. 951/2006 van de Commissie van 30 juni 2006 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad, wat betreft de handel met derde landen in de sector suiker (2), en met name op artikel 36,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De representatieve prijzen en de aanvullende invoerrechten voor witte suiker, ruwe suiker en bepaalde stropen voor het verkoopseizoen 2006/2007 zijn vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1002/2006 van de Commissie (3). Deze prijzen en rechten zijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1131/2006 van de Comissie (4).

(2)

De bovenbedoelde prijzen en invoerrechten moeten op grond van de gegevens waarover de Commissie nu beschikt, overeenkomstig het bepaalde in Verordening (EG) nr. 951/2006 worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De bij Verordening (EG) nr. 1002/2006 voor het verkoopseizoen 2006/2007 vastgestelde representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor de in artikel 36 van Verordening (EG) nr. 951/2006 bedoelde producten worden gewijzigd zoals aangegeven in de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 1 augustus 2006.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 31 juli 2006.

Voor de Commissie

Jean-Luc DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 55 van 28.2.2006, blz. 1.

(2)  PB L 178 van 1.7.2006, blz. 24.

(3)  PB L 178 van 1.7.2006, blz. 36.

(4)  PB L 201 van 25.7.2006, blz. 13.


BIJLAGE

Met ingang van 1 augustus 2006 geldende gewijzigde representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor witte suiker, ruwe suiker en de producten van GN-code 1702 90 99

(EUR)

GN-code

Representatieve prijs per 100 kg nettogewicht van het betrokken product

Aanvullend invoerrecht per 100 kg nettogewicht van het betrokken product

1701 11 10 (1)

28,08

2,86

1701 11 90 (1)

28,08

7,49

1701 12 10 (1)

28,08

2,73

1701 12 90 (1)

28,08

7,06

1701 91 00 (2)

35,62

7,42

1701 99 10 (2)

35,62

3,65

1701 99 90 (2)

35,62

3,65

1702 90 99 (3)

0,36

0,31


(1)  Vastgesteld voor de standaardkwaliteit als gedefinieerd in bijlage I, punt III, bij Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad (PB L 58 van 28.2.2006, blz. 1).

(2)  Vastgesteld voor de standaardkwaliteit als gedefinieerd in bijlage I, punt II, bij Verordening (EG) nr. 318/2006.

(3)  Vastgesteld per procentpunt sacharosegehalte.


1.8.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 211/22


VERORDENING (EG) Nr. 1175/2006 VAN DE COMMISSIE

van 31 juli 2006

betreffende de afgifte van uitvoercertificaten van het B-stelsel in de sector groenten en fruit (citroenen)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 2200/96 van de Raad van 28 oktober 1996 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector groenten en fruit (1),

Gelet op Verordening (EG) nr. 1961/2001 van de Commissie van 8 oktober 2001 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 2200/96 van de Raad wat de toekenning van uitvoerrestituties in de sector groenten en fruit betreft (2), en met name op artikel 6, lid 6,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In Verordening (EG) nr. 858/2006 van de Commissie (3) zijn de indicatieve hoeveelheden bepaald waarvoor uitvoercertificaten van het B-stelsel kunnen worden afgegeven.

(2)

Volgens de informatie waarover de Commissie op dit ogenblik beschikt, zouden de voor de lopende uitvoerperiode vastgestelde indicatieve hoeveelheden voor citroenen binnenkort kunnen worden overschreden. Deze overschrijding zou nadelig zijn voor de goede werking van de uitvoerrestitutieregeling in de sector groenten en fruit.

(3)

Om deze situatie te verhelpen, moeten de certificaataanvragen van het B-stelsel worden afgewezen voor na 31 juli 2006 uitgevoerde citroenen, zulks tot het einde van de lopende uitvoerperiode,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De aanvragen voor uitvoercertificaten van het B-stelsel voor citroenen, die zijn ingediend op grond van artikel 1 van Verordening (EG) nr. 858/2006 en waarvoor de aangifte ten uitvoer van de producten na 31 juli 2006 en vóór 1 november 2006 is aanvaard, moeten worden afgewezen.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 1 augustus 2006.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 31 juli 2006.

Voor de Commissie

Jean-Luc DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 297 van 21.11.1996, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 47/2003 van de Commissie (PB L 7 van 11.1.2003, blz. 64).

(2)  PB L 268 van 9.10.2001, blz. 8. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 386/2005 (PB L 62 van 9.3.2005, blz. 3).

(3)  PB L 159 van 19.6.2006, blz. 5.


II Besluiten waarvan de publicatie niet voorwaarde is voor de toepassing

Raad

1.8.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 211/23


BESLUIT VAN DE RAAD

van 29 november 2005

inzake de ondertekening van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en Oekraïne inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten

(2006/529/EG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 80, lid 2, juncto artikel 300, lid 2, eerste alinea, eerste zin,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Raad heeft de Commissie op 5 juni 2003 gemachtigd met derde landen te onderhandelen over de vervanging van sommige bepalingen in bestaande bilaterale overeenkomsten door een communautaire overeenkomst.

(2)

Overeenkomstig de mechanismen en richtsnoeren in de bijlage bij het besluit van de Raad van 5 juni 2003 waarbij de Commissie werd gemachtigd om met derde landen te onderhandelen over de vervanging van sommige bepalingen in bestaande bilaterale overeenkomsten door een communautaire overeenkomst, heeft de Commissie, namens de Gemeenschap, met Oekraïne onderhandeld over een overeenkomst inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten.

(3)

Onder voorbehoud van sluiting op een later tijdstip dient de overeenkomst waarover de Commissie heeft onderhandeld, te worden ondertekend,

BESLUIT:

Enig artikel

1.   De voorzitter van de Raad is gemachtigd de persoon (personen) aan te wijzen die bevoegd is (zijn) de overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en Oekraïne inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten namens de Europese Gemeenschap te ondertekenen, onder voorbehoud van sluiting.

2.   De tekst van de overeenkomst is aan dit besluit gehecht.

Gedaan te Brussel, 29 november 2005.

Voor de Raad

De voorzitter

A. JOHNSON


OVEREENKOMST

tussen de Europese Gemeenschap en Oekraïne inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten

DE EUROPESE GEMEENSCHAP

enerzijds, en

OEKRAÏNE

anderzijds,

(hierna „de partijen” genoemd),

VASTSTELLEND dat alle lidstaten van de Europese Gemeenschap met Oekraïne bilaterale overeenkomsten voor luchtdiensten hebben gesloten die bepalingen bevatten welke in strijd zijn met het Gemeenschapsrecht,

VASTSTELLEND dat de Europese Gemeenschap exclusief bevoegd is voor diverse aspecten die kunnen worden opgenomen in bilaterale overeenkomsten voor luchtdiensten tussen de lidstaten van de Europese Gemeenschap en derde landen,

VASTSTELLEND dat op het grondgebied van een lidstaat gevestigde communautaire luchtvervoerders overeenkomstig de wetgeving van de Europese Gemeenschap het recht hebben op niet-discriminerende toegang tot luchtroutes tussen de lidstaten van de Europese Gemeenschap en derde landen,

GELET OP de overeenkomsten tussen de Europese Gemeenschap en bepaalde derde landen waarin onderdanen van deze derde landen de mogelijkheid wordt geboden eigendom te verwerven in luchtvervoerders die over een vergunning beschikken overeenkomstig de wetgeving van de Europese Gemeenschap,

ERKENNENDE dat sommige bepalingen van de tussen lidstaten van de Europese Gemeenschap en Oekraïne gesloten bilaterale overeenkomsten voor luchtdiensten die in strijd zijn met de wetgeving van de Europese Gemeenschap, volledig met deze wetgeving in overeenstemming moeten worden gebracht om een degelijke juridische grondslag voor luchtdiensten tussen de lidstaten van de Europese Gemeenschap en Oekraïne tot stand te brengen en om de continuïteit van dergelijke luchtdiensten te garanderen,

VASTSTELLEND dat de Europese Gemeenschap in het kader van deze onderhandelingen niet streeft naar een toename van het totale volume aan luchtverkeer tussen de lidstaten van de Europese Gemeenschap en Oekraïne, noch naar een wijziging van het evenwicht tussen communautaire luchtvervoerders en luchtvervoerders uit Oekraïne, noch naar onderhandelingen over wijzigingen van de bepalingen van bestaande bilaterale overeenkomsten inzake verkeersrechten,

ZIJN HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN:

Artikel 1

Algemene bepalingen

1.   Tenzij de context anderszins vereist, zijn de relevante definities voor deze overeenkomst opgenomen in bijlage IV.

2.   Wanneer in de in bijlage I vermelde overeenkomsten wordt verwezen naar onderdanen van de lidstaat die partij is bij de overeenkomst, wordt dit begrepen als een verwijzing naar onderdanen van de lidstaten van de Europese Gemeenschap.

3.   Wanneer in de in bijlage I vermelde overeenkomsten wordt verwezen naar luchtvervoerders van de lidstaat die partij is bij de overeenkomst, wordt dit begrepen als een verwijzing naar de door die lidstaat aangewezen luchtvervoerders.

Artikel 2

Aanwijzing door een lidstaat

1.   De bepalingen van lid 2 vervangen de overeenkomstige bepalingen van de in bijlage II, onder a), genoemde artikelen met betrekking tot de aanwijzing van een luchtvervoerder door de desbetreffende lidstaat en de vergunningen en machtigingen die door Oekraïne aan deze luchtvervoerder zijn toegekend.

2.   Wanneer Oekraïne een aanwijzing door een lidstaat ontvangt, verleent zij zo spoedig mogelijk de passende vergunningen en machtigingen mits:

i)

de luchtvervoerder, overeenkomstig het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, op het grondgebied van de aanwijzende lidstaat is gevestigd en beschikt over een geldige exploitatievergunning overeenkomstig het recht van de Europese Gemeenschap;

ii)

de lidstaat die verantwoordelijk is voor de afgifte van het Air Operators Certificate op doeltreffende wijze controleert of de luchtvervoerder de regelgeving naleeft en de bevoegde luchtvaartautoriteit duidelijk in de aanwijzing is vermeld;

iii)

de luchtvervoerder rechtstreeks of door een meerderheidsbelang eigendom is van lidstaten en/of onderdanen van lidstaten, en/of van andere in bijlage III vermelde landen en/of onderdanen van die landen, en deze landen en/of onderdanen daadwerkelijk zeggenschap uitoefenen over de luchtvervoerder.

Artikel 3

Weigering, intrekking, opschorting of beperking door Oekraïne

1.   De bepalingen van lid 2 vervangen de overeenkomstige bepalingen van de in bijlage II, onder b), genoemde artikelen met betrekking tot de weigering, intrekking, opschorting of beperking van vergunningen of machtigingen van een door een lidstaat aangewezen luchtvervoerder.

2.   Oekraïne mag de vergunningen of machtigingen van een door een lidstaat aangewezen luchtvervoerder weigeren, intrekken, opschorten of beperken indien:

i)

de luchtvervoerder, overeenkomstig het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, niet op het grondgebied van de aanwijzende lidstaat is gevestigd of niet beschikt over een geldige exploitatievergunning overeenkomstig het recht van de Europese Gemeenschap;

ii)

de lidstaat die verantwoordelijk is voor de afgifte van het Air Operators Certificate niet op doeltreffende wijze controleert of de luchtvervoerder de regelgeving naleeft, of de relevante luchtvaartautoriteit niet duidelijk in de aanwijzing is vermeld; of

iii)

de luchtvervoerder niet rechtstreeks of door een meerderheidsbelang eigendom is van lidstaten en/of onderdanen van lidstaten, en/of van andere in bijlage III vermelde landen en/of onderdanen van die landen, of deze landen en/of onderdanen niet daadwerkelijk zeggenschap uitoefenen over de luchtvervoerder;

Bij de uitoefening van de rechten die haar krachtens dit lid zijn verleend, maakt Oekraïne geen onderscheid tussen communautaire luchtvervoerders op grond van nationaliteit.

Artikel 4

Veiligheid

1.   De bepalingen van lid 2 van dit artikel vormen een aanvulling op de in bijlage II, onder c), vermelde artikelen.

2.   Wanneer een lidstaat een luchtvervoerder heeft aangewezen die onder het wettelijk toezicht van een andere lidstaat staat, zijn de rechten van Oekraïne uit hoofde van de veiligheidsvoorschriften van de overeenkomst tussen de lidstaat die de luchtvervoerder heeft aangewezen en Oekraïne zowel van toepassing op de vaststelling, naleving of handhaving van veiligheidsnormen door die andere lidstaat als op de exploitatievergunning van die luchtvervoerder.

Artikel 5

Belasting op vliegtuigbrandstof

1.   De bepalingen van lid 2 vormen een aanvulling op de overeenkomstige bepalingen van de in bijlage II, onder d), vermelde artikelen.

2.   Niettegenstaande eventuele andersluidende bepalingen, beletten de in bijlage II, onder d), vermelde overeenkomsten op generlei wijze dat de lidstaten op niet-discriminerende wijze belastingen, heffingen, accijnzen, vergoedingen of kosten in rekening brengen voor brandstof die op hun grondgebied wordt geleverd voor gebruik in een vliegtuig van een aangewezen luchtvervoerder van Oekraïne dat een plaats op het grondgebied van die lidstaat verbindt met een andere plaats op het grondgebied van die lidstaat of op het grondgebied van een andere lidstaat.

Artikel 6

Tarieven voor vervoer

1.   De bepalingen van lid 2 vormen een aanvulling op de in bijlage II, onder e), vermelde artikelen.

2.   De tarieven die de luchtvervoerder(s) welke door Oekraïne is/zijn aangewezen krachtens een in bijlage I vermelde overeenkomst die een in bijlage II, onder e), vermelde bepaling bevat, in rekening brengen voor vervoer dat volledig binnen de Europese Gemeenschap plaatsvindt, vallen onder de wetgeving van de Europese Gemeenschap.

Artikel 7

Bijlagen

De bijlagen maken integrerend deel uit van deze overeenkomst.

Artikel 8

Herziening of wijziging

De partijen kunnen deze overeenkomst te allen tijde met wederzijdse instemming herzien of wijzigen.

Artikel 9

Inwerkingtreding

1.   Deze overeenkomst treedt in werking op de datum van ontvangst van de laatste schriftelijke kennisgeving van de partijen inzake de voltooiing van hun voor de inwerkingtreding van de overeenkomst vereiste interne procedures.

2.   Deze overeenkomst is van toepassing op alle in bijlage I, onder b), vermelde overeenkomsten vanaf hun inwerkingtreding.

Artikel 10

Beëindiging

1.   Wanneer een in bijlage I vermelde overeenkomst wordt beëindigd, komen tegelijkertijd alle bepalingen van de onderhavige overeenkomst die betrekking hebben op de desbetreffende in bijlage I vermelde overeenkomst te vervallen.

2.   Wanneer alle in bijlage I vermelde overeenkomsten worden beëindigd, wordt de onderhavige overeenkomst tegelijkertijd beëindigd.

Artikel 11

Registratie

Deze overeenkomst en de wijzigingen daarvan worden geregistreerd bij de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie.

TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekenden, daartoe behoorlijk gemachtigd, hun handtekening onder deze overeenkomst hebben gesteld.

Hecho en Kiev, el uno de diciembre de dos mil cinco.

V Kyjevě dne prvního prosince dva tisíce pět.

Udfærdiget i Kiev den første december to tusind og fem.

Geschehen zu Kiew am ersten Dezember zweitausendundfünf.

Kahe tuhande viienda aasta detsembrikuu esimesel päeval Kiievis.

Κίεβο, μiα Δεκεμβρίου δύο χιλιάδες πέντε.

Done at Kiev, on the first day of December, in the year two thousand and five.

Fait à Kiev, le premier décembre deux mille cinq.

Fatto a Kiev, addì primo dicembre duemilacinque.

Kijevā, divtūkstoš piektā gada pirmajā decembrī.

Priimta du tūstančiai penktų metų gruodžio pirmą dieną Kijeve.

Kelt Kievben, a kettőezerötödik év december első napján.

Magħmul f' Kiev, fl-ewwel jum ta' Diċembru tas-sena elfejn u ħamsa.

Gedaan te Kiev, de eerste december tweeduizend vijf.

Sporządzono w Kijowie dnia pierwszego grudnia roku dwutysięcznego piątego.

Feito em Kiev, em um de Dezembro de dois mil e cinco.

V Kyjeve dňa prvého decembra dvetisícpät'.

V Kijevu, prevega decembra leta dva tisoč pet.

Tehty Kiovassa ensimmäisenä päivänä joulukuuta vuonna kaksituhattaviisi.

Som skedde i Kiev den första december tjugohundrafem.

Image

Pour le Royaume de Belgique

Voor het Koninkrijk België

Für das Königreich Belgien

Image

Za Českou republiku

Image

På Kongeriget Danmarks vegne

Image

Für die Bundesrepublik Deutschland

Image

Eesti Vabariigi nimel

Image

Για την Ελληνική Δημοκρατία

Image

Por el Reino de España

Image

Pour la République française

Image

Thar cheann Na hÉireann

For Ireland

Image

Per la Repubblica italiana

Image

Για την Κυπριακή Δημοκρατία

Image

Latvijas Republikas vārdā

Image

Lietuvos Respublikos vardu

Image

Pour le Grand-Duché de Luxembourg

Image

A Magyar Köztársaság részéről

Image

Għar-Repubblika ta' Malta

Image

Voor het Koninkrijk der Nederlanden

Image

Für die Republik Österreich

Image

W imieniu Rzeczypospolitej Polskiej

Image

Pela República Portuguesa

Image

Za Republiko Slovenijo

Image

Za Slovenskú republiku

Image

Suomen tasavallan puolesta

För Republiken Finland

Image

För Konungariket Sverige

Image

For the United Kingdom of Great Britain and Northern Ireland

Image

Por la Comunidad Europea

Za Evropské společenství

For Det Europæiske Fællesskab

Für die Europäische Gemeinschaft

Euroopa Ühenduse nimel

Για την Ευρωπαϊκή Κοινότητα

For the European Community

Pour la Communauté européenne

Per la Comunità europea

Eiropas Kopienas vārdā

Europos bendrijos vardu

az Európai Közösség részéről

Għall-Komunità Ewropea

Voor de Europese Gemeenschap

W imieniu Wspólnoty Europejskiej

Pela Comunidade Europeia

Za Európske spoločenstvo

Za Evropsko skupnost

Euroopan yhteisön puolesta

På Europeiska gemenskapens vägnar

Image

Image

Image

Image

BIJLAGE I

Lijst van de overeenkomsten waarnaar wordt verwezen in artikel 1 van deze overeenkomst

a)

Overeenkomsten voor luchtdiensten tussen Oekraïne en lidstaten van de Europese Gemeenschap die op de datum van ondertekening van de onderhavige overeenkomst in werking zijn getreden of zijn ondertekend, en andere regelingen tussen Oekraïne en lidstaten die voorlopig worden toegepast

Luchtvervoersovereenkomst tussen de Oostenrijkse bondsregering en de regering van Oekraïne, gedaan te Wenen op 15 juni 1994, hierna „de overeenkomst tussen Oekraïne en Oostenrijk” genoemd in bijlage II;

Laatstelijk gewijzigd bij goedgekeurde notulen, gedaan te Wenen op 22 april 2005;

Overeenkomst inzake luchtvervoer tussen de regering van het Koninkrijk België en de regering van Oekraïne, ondertekend te Kiev op 20 mei 1996, hierna „de overeenkomst tussen Oekraïne en België” genoemd in bijlage II;

Laatstelijk gewijzigd bij een intentieverklaring, gedaan te Brussel op 6 februari 2004;

Luchtvervoersovereenkomst tussen de regering van de Tsjechische Republiek en de regering van Oekraïne, ondertekend te Kiev op 1 juli 1997, hierna „de overeenkomst tussen Oekraïne en de Tsjechische Republiek” genoemd in bijlage II;

Overeenkomst met betrekking tot luchtdiensten tussen de regering van de Republiek Cyprus en de regering van Oekraïne, gedaan te Kiev op 21 februari 2000, hierna „de overeenkomst tussen Oekraïne en Cyprus” genoemd in bijlage II;

Overeenkomst met betrekking tot luchtdiensten tussen de regering van het Koninkrijk Denemarken en de regering van Oekraïne, gedaan te Kiev op 27 maart 2001, hierna „de overeenkomst tussen Oekraïne en Denemarken” genoemd in bijlage II;

Luchtvervoersovereenkomst tussen de regering van de Bondsrepubliek Duitsland en de regering van Oekraïne, gedaan te Kiev op 10 juni 1993, hierna „de overeenkomst tussen Oekraïne en Duitsland” genoemd in bijlage II;

Overeenkomst met betrekking tot luchtdiensten tussen de regering van de Republiek Estland en de regering van Oekraïne, gedaan te Tallinn op 6 juli 1993, hierna „de overeenkomst tussen Oekraïne en Estland” genoemd in bijlage II;

Overeenkomst tussen de regering van de Republiek Finland en de regering van Oekraïne met betrekking tot luchtdiensten, gedaan te Helsinki op 5 juni 1995, hierna „de overeenkomst tussen Oekraïne en Finland” genoemd in bijlage II;

Overeenkomst tussen de regering van de Republiek Frankrijk en de regering van Oekraïne met betrekking tot luchtdiensten, gedaan te Kiev op 3 mei 1994, hierna „de overeenkomst tussen Oekraïne en Frankrijk” genoemd in bijlage II;

Luchtvervoersovereenkomst tussen de regering van de Helleense Republiek en de regering van Oekraïne, gedaan te Kiev op 15 december 1997, hierna „de overeenkomst tussen Oekraïne en Griekenland” genoemd in bijlage II;

Luchtvervoersovereenkomst tussen de regering van de Republiek Hongarije en de regering van Oekraïne, gedaan te Kiev op 19 mei 1995, hierna „de overeenkomst tussen Oekraïne en Hongarije” genoemd in bijlage II;

Overeenkomst met betrekking tot luchtdiensten tussen de regering van de Republiek Italië en de regering van Oekraïne, gedaan te Rome op 2 mei 1995, hierna „de overeenkomst tussen Oekraïne en Italië” genoemd in bijlage II;

Luchtvervoersovereenkomst tussen de regering van de Republiek Letland en de regering van Oekraïne, gedaan te Riga op 23 mei 1995, hierna „de overeenkomst tussen Oekraïne en Letland” genoemd in bijlage II;

Overeenkomst met betrekking tot luchtdiensten tussen de regering van de Republiek Litouwen en de regering van Oekraïne, gedaan te Vilnius op 7 juli 1993, hierna „de overeenkomst tussen Oekraïne en Litouwen” genoemd in bijlage II;

Laatstelijk gewijzigd bij een Protocol, ondertekend te Vilnius op 26 mei 2003;

Overeenkomst tussen de regering van het Groothertogdom Luxemburg en de regering van Oekraïne met betrekking tot luchtdiensten, gedaan te Luxemburg op 14 juni 1994, hierna „de overeenkomst tussen Oekraïne en Luxemburg” genoemd in bijlage II;

Overeenkomst inzake luchtdiensten tussen het Koninkrijk der Nederlanden en Oekraïne, gedaan te Kiev op 7 september 1993, hierna „de overeenkomst tussen Oekraïne en Nederland” genoemd in bijlage II;

Overeenkomst tussen de regering van de Republiek Polen en de regering van Oekraïne met betrekking tot luchtdiensten, gedaan te Warschau op 20 januari 1994, hierna „de overeenkomst tussen Oekraïne en Polen” genoemd in bijlage II;

Overeenkomst met betrekking tot luchtdiensten tussen de regering van de Slowaakse Republiek en de regering van Oekraïne, gedaan te Bratislava op 23 mei 1994, hierna „de overeenkomst tussen Oekraïne en de Slowaakse Republiek” genoemd in bijlage II;

Overeenkomst met betrekking tot luchtdiensten tussen de regering van de Republiek Slovenië en de regering van Oekraïne, gedaan te Ljubljana op 30 maart 1999, hierna „de overeenkomst tussen Oekraïne en Slovenië” genoemd in bijlage II;

Luchtvervoersovereenkomst tussen de regering van Spanje en de regering van Oekraïne, gedaan te Madrid op 7 oktober 1996, hierna „de overeenkomst tussen Oekraïne en Spanje” genoemd in bijlage II;

Overeenkomst met betrekking tot luchtdiensten tussen de regering van het Koninkrijk Zweden en de regering van Oekraïne, gedaan te Kiev op 27 maart 2001, hierna „de overeenkomst tussen Oekraïne en Zweden” genoemd in bijlage II;

Overeenkomst tussen de regering van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland en de regering van Oekraïne met betrekking tot luchtdiensten, ondertekend in Londen op 10 februari 1993, hierna „de overeenkomst tussen Oekraïne en het Verenigd Koninkrijk” genoemd in bijlage II.

b)

Overeenkomsten voor luchtdiensten tussen Oekraïne en lidstaten van de Europese Gemeenschap die op de datum van ondertekening van de onderhavige overeenkomst zijn geparafeerd

Overeenkomst met betrekking tot luchtvervoer tussen de regering van de Republiek Ierland en de regering van Oekraïne, geparafeerd in Dublin op 10 december 1992, hierna „de overeenkomst tussen Oekraïne en Ierland” genoemd in bijlage II;

Overeenkomst inzake luchtdiensten tussen de regering van de Republiek Malta en de ministerraad van Oekraïne, geparafeerd in Luqa op 17 juni 1998, hierna „de overeenkomst tussen Oekraïne en Malta” genoemd in bijlage II;

Luchtvervoersovereenkomst tussen de regering van de Portugese Republiek en de ministerraad van Oekraïne, geparafeerd te Lissabon op 18 oktober 2000, hierna „de overeenkomst tussen Oekraïne en Portugal” genoemd in bijlage II.

BIJLAGE II

Lijst van de artikelen van de in bijlage I vermelde overeenkomsten waarnaar wordt verwezen in de artikelen 2 tot en met 6 van de onderhavige overeenkomst

a)

Aanwijzing door een lidstaat:

Artikel 3, lid 5, van de overeenkomst tussen Oekraïne en Oostenrijk;

Artikel 3, lid 4, van de overeenkomst tussen Oekraïne en de Tsjechische Republiek;

Artikel 3, lid 4, van de overeenkomst tussen Oekraïne en Denemarken;

Artikel 3, lid 4, van de overeenkomst tussen Oekraïne en Duitsland;

Artikel 4, lid 4, van de overeenkomst tussen Oekraïne en Estland;

Artikel 3, lid 4, van de overeenkomst tussen Oekraïne en Finland;

Artikel 4, lid 3, van de overeenkomst tussen Oekraïne en Frankrijk;

Artikel 3, lid 4, van de overeenkomst tussen Oekraïne en Griekenland;

Artikel 3, lid 4, van de overeenkomst tussen Oekraïne en Hongarije;

Artikel 3, lid 3, van de overeenkomst tussen Oekraïne en Ierland;

Artikel 4, lid 4, van de overeenkomst tussen Oekraïne en Italië;

Artikel 3, lid 4, van de overeenkomst tussen Oekraïne en Letland;

Artikel 4, lid 4, van de overeenkomst tussen Oekraïne en Litouwen;

Artikel 3, lid 4, van de overeenkomst tussen Oekraïne en Malta;

Artikel 3, lid 4, van de overeenkomst tussen Oekraïne en Nederland;

Artikel 4, lid 4, van de overeenkomst tussen Oekraïne en Polen;

Artikel 3, lid 4, van de overeenkomst tussen Oekraïne en Portugal;

Artikel 4, lid 4, van de overeenkomst tussen Oekraïne en de Slowaakse Republiek;

Artikel 3, lid 4, van de overeenkomst tussen Oekraïne en Slovenië;

Artikel III, lid 4, van de overeenkomst tussen Oekraïne en Spanje;

Artikel 3, lid 4, van de overeenkomst tussen Oekraïne en Zweden;

Artikel 4, lid 4, van de overeenkomst tussen Oekraïne en het Verenigd Koninkrijk.

b)

Weigering, intrekking, opschorting of beperking van vergunningen en machtigingen:

Artikel 4, lid 1, onder a), van de overeenkomst tussen Oekraïne en Oostenrijk;

Artikel 5, lid 1, onder d), van de overeenkomst tussen Oekraïne en België;

Artikel 4, lid 1, onder a), van de overeenkomst tussen Oekraïne en de Tsjechische Republiek;

Artikel 5, lid 1, onder a), van de overeenkomst tussen Oekraïne en Cyprus;

Artikel 4, lid 1, onder a), van de overeenkomst tussen Oekraïne en Denemarken;

Artikel 5, lid 1, onder a), van de overeenkomst tussen Oekraïne en Estland;

Artikel 4, lid 1, onder a), van de overeenkomst tussen Oekraïne en Finland;

Artikel 5, lid 1, onder a), van de overeenkomst tussen Oekraïne en Frankrijk;

Artikel 4, lid 1, onder b), van de overeenkomst tussen Oekraïne en Griekenland;

Artikel 4, lid 1, onder a), van de overeenkomst tussen Oekraïne en Hongarije;

Artikel 5, lid 1, onder a), van de overeenkomst tussen Oekraïne en Italië;

Artikel 5, lid 1, onder a), van de overeenkomst tussen Oekraïne en Litouwen;

Artikel 4, lid 1, onder c), van de overeenkomst tussen Oekraïne en Luxemburg;

Artikel 4, lid 1, onder a), van de overeenkomst tussen Oekraïne en Malta;

Artikel 4, lid 1, onder c), van de overeenkomst tussen Oekraïne en Nederland;

Artikel 5, lid 1, onder a), van de overeenkomst tussen Oekraïne en Polen;

Artikel 4, lid 1, onder a), van de overeenkomst tussen Oekraïne en Portugal;

Artikel 5, lid 1, onder a), van de overeenkomst tussen Oekraïne en de Slowaakse Republiek;

Artikel 4, lid 1, onder a), van de overeenkomst tussen Oekraïne en Slovenië;

Artikel IV, lid 1, onder a), van de overeenkomst tussen Oekraïne en Spanje;

Artikel 4, lid 1, onder a), van de overeenkomst tussen Oekraïne en Zweden;

Artikel 5, lid 1, onder a), van de overeenkomst tussen Oekraïne en het Verenigd Koninkrijk.

c)

Veiligheid:

Artikel 9, onder a), van de overeenkomst tussen Oekraïne en Oostenrijk;

Artikel 7 van de overeenkomst tussen Oekraïne en België;

Artikel 9 van de overeenkomst tussen Oekraïne en de Tsjechische Republiek;

Artikel 14, onder a), van de overeenkomst tussen Oekraïne en Denemarken;

Artikel 6 van de overeenkomst tussen Oekraïne en Estland;

Artikel 9 van de overeenkomst tussen Oekraïne en Frankrijk;

Artikel 8 van de overeenkomst tussen Oekraïne en Griekenland;

Artikel 5 van de overeenkomst tussen Oekraïne en Hongarije;

Artikel 7 van de overeenkomst tussen Oekraïne en Ierland;

Artikel 10 van de overeenkomst tussen Oekraïne en Italië;

Artikel 16, onder a), van de overeenkomst tussen Oekraïne en Litouwen;

Artikel 6 van de overeenkomst tussen Oekraïne en Luxemburg;

Artikel 8 van de overeenkomst tussen Oekraïne en Malta;

Artikel 13 van de overeenkomst tussen Oekraïne en Nederland;

Artikel 15 van de overeenkomst tussen Oekraïne en Portugal;

Artikel 6 van de overeenkomst tussen Oekraïne en de Slowaakse Republiek;

Artikel 6 van de overeenkomst tussen Oekraïne en Slovenië;

Artikel XI van de overeenkomst tussen Oekraïne en Spanje;

Artikel 14 bis van de overeenkomst tussen Oekraïne en Zweden.

d)

Belasting op vliegtuigbrandstof:

Artikel 7 van de overeenkomst tussen Oekraïne en Oostenrijk;

Artikel 10 van de overeenkomst tussen Oekraïne en België;

Artikel 10 van de overeenkomst tussen Oekraïne en de Tsjechische Republiek;

Artikel 7 van de overeenkomst tussen Oekraïne en Cyprus;

Artikel 6 van de overeenkomst tussen Oekraïne en Denemarken;

Artikel 6 van de overeenkomst tussen Oekraïne en Duitsland;

Artikel 12 van de overeenkomst tussen Oekraïne en Estland;

Artikel 11 van de overeenkomst tussen Oekraïne en Finland;

Artikel 11 van de overeenkomst tussen Oekraïne en Frankrijk;

Artikel 11 van de overeenkomst tussen Oekraïne en Griekenland;

Artikel 11 van de overeenkomst tussen Oekraïne en Hongarije;

Artikel 11 van de overeenkomst tussen Oekraïne en Ierland;

Artikel 6 van de overeenkomst tussen Oekraïne en Italië;

Artikel 6 van de overeenkomst tussen Oekraïne en Letland;

Artikel 12 van de overeenkomst tussen Oekraïne en Litouwen;

Artikel 8 van de overeenkomst tussen Oekraïne en Luxemburg;

Artikel 5 van de overeenkomst tussen Oekraïne en Malta;

Artikel 9 van de overeenkomst tussen Oekraïne en Nederland;

Artikel 12 van de overeenkomst tussen Oekraïne en Polen;

Artikel 6 van de overeenkomst tussen Oekraïne en Portugal;

Artikel 12 van de overeenkomst tussen Oekraïne en de Slowaakse Republiek;

Artikel 8 van de overeenkomst tussen Oekraïne en Slovenië;

Artikel V van de overeenkomst tussen Oekraïne en Spanje;

Artikel 6 van de overeenkomst tussen Oekraïne en Zweden;

Artikel 8 van de overeenkomst tussen Oekraïne en het Verenigd Koninkrijk.

e)

Tarieven voor vervoer:

Artikel 11 van de overeenkomst tussen Oekraïne en Oostenrijk;

Artikel 12 van de overeenkomst tussen Oekraïne en België;

Artikel 14 van de overeenkomst tussen Oekraïne en de Tsjechische Republiek;

Artikel 14 van de overeenkomst tussen Oekraïne en Cyprus;

Artikel 11 van de overeenkomst tussen Oekraïne en Denemarken;

Artikel 10 van de overeenkomst tussen Oekraïne en Duitsland;

Artikel 11 van de overeenkomst tussen Oekraïne en Estland;

Artikel 10 van de overeenkomst tussen Oekraïne en Finland;

Artikel 17 van de overeenkomst tussen Oekraïne en Frankrijk;

Artikel 14 van de overeenkomst tussen Oekraïne en Griekenland;

Artikel 10 van de overeenkomst tussen Oekraïne en Hongarije;

Artikel 6 van de overeenkomst tussen Oekraïne en Ierland;

Artikel 8 van de overeenkomst tussen Oekraïne en Italië;

Artikel 10 van de overeenkomst tussen Oekraïne en Letland;

Artikel 10 van de overeenkomst tussen Oekraïne en Litouwen;

Artikel 10 van de overeenkomst tussen Oekraïne en Luxemburg;

Artikel 11 van de overeenkomst tussen Oekraïne en Malta;

Artikel 5 van de overeenkomst tussen Oekraïne en Nederland;

Artikel 11 van de overeenkomst tussen Oekraïne en Polen;

Artikel 18 van de overeenkomst tussen Oekraïne en Portugal;

Artikel 11 van de overeenkomst tussen Oekraïne en de Slowaakse Republiek;

Artikel 12 van de overeenkomst tussen Oekraïne en Slovenië;

Artikel VII van de overeenkomst tussen Oekraïne en Spanje;

Artikel 11 van de overeenkomst tussen Oekraïne en Zweden;

Artikel 7 van de overeenkomst tussen Oekraïne en het Verenigd Koninkrijk.

BIJLAGE III

Lijst van andere landen waarnaar wordt verwezen in artikel 2 van deze overeenkomst

a)

De Republiek IJsland (in het kader van de Overeenkomst inzake de Europese Economische Ruimte);

b)

Het Vorstendom Liechtenstein (in het kader van de Overeenkomst inzake de Europese Economische Ruimte);

c)

Het Koninkrijk Noorwegen (in het kader van de Overeenkomst inzake de Europese Economische Ruimte);

d)

De Zwitserse Bondsstaat (in het kader van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat) inzake luchtvervoer.

BIJLAGE IV

Definities

Met „lidstaat” wordt bedoeld: elke lidstaat van de Europese Gemeenschap.

Met „recht van vestiging van een communautaire luchtvaartmaatschappij op het grondgebied van een lidstaat” wordt bedoeld: het daadwerkelijk uitoefenen van luchtvervoersactiviteiten middels regelingen voor een onbepaalde periode. De rechtsvorm van een dergelijke vestiging, of het nu gaat om een bijkantoor of om een dochteronderneming met rechtspersoonlijkheid, is daarbij niet doorslaggevend.

Met „exploitatievergunning” wordt bedoeld: een door de bevoegde lidstaat aan een onderneming afgegeven vergunning om het luchtvervoer te verzorgen, tegen een vergoeding dan wel als chartervlucht, van passagiers, post en/of vracht als omschreven in de exploitatievergunning.

Met „Air Operators Certificate” wordt bedoeld: een door de bevoegde autoriteiten aan een onderneming of groep van ondernemingen verstrekt document waarin wordt verklaard dat de onderneming in kwestie over de beroepsbekwaamheid en organisatie beschikt om de veilige exploitatie van luchtvaartuigen te waarborgen voor de in het certificaat gespecificeerde luchtvaartactiviteiten.

Bewijs van een „doeltreffende controle op naleving van de regelgeving” is gebaseerd op maar niet beperkt tot het volgende: de bedoelde luchtvaartmaatschappij is in het bezit van een geldige door de bevoegde autoriteiten afgegeven exploitatievergunning en voldoet aan de door die autoriteiten vastgestelde criteria voor de exploitatie van internationale luchtdiensten, zoals een bewijs van financiële gezondheid, de mogelijkheid om zo nodig te voldoen aan openbaredienstverplichtingen, de bekwaamheid om een regelmatige dienstverlening te waarborgen, enz., en de vergunningverlenende lidstaat beschikt over luchtvaartveiligheids- en -beveiligingsprogramma’s die minimaal voldoen aan de normen van de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie, en die programma’s daadwerkelijk ten uitvoer legt.


1.8.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 211/39


BESLUIT VAN DE RAAD

van 9 juni 2006

inzake de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en Oekraïne inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten

(2006/530/EG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 80, lid 2, in samenhang met artikel 300, lid 2, eerste alinea, eerste zin, en artikel 300, lid 3, eerste alinea,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement (1),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Raad heeft de Commissie bij besluit van 5 juni 2003 gemachtigd met derde landen te onderhandelen over de vervanging van sommige bepalingen in bestaande bilaterale overeenkomsten door een communautaire overeenkomst.

(2)

Overeenkomstig de mechanismen en richtsnoeren in de bijlage bij genoemd besluit heeft de Commissie namens de Gemeenschap met Oekraïne onderhandeld over een overeenkomst inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten.

(3)

Deze overeenkomst is op 1 december 2005 namens de Gemeenschap ondertekend, onder voorbehoud van sluiting op een later tijdstip, overeenkomstig het besluit van de Raad van 28 november 2005.

(4)

Deze overeenkomst moet worden goedgekeurd,

BESLUIT:

Artikel 1

1.   De Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en Oekraïne inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten wordt hierbij namens de Europese Gemeenschap goedgekeurd.

2.   De tekst van de overeenkomst is aan dit besluit gehecht (2).

Artikel 2

De voorzitter van de Raad wordt hierbij gemachtigd de persoon (personen) aan te wijzen die bevoegd is (zijn) de in artikel 9, lid 1, van de overeenkomst bedoelde kennisgeving te verrichten.

Gedaan te Luxemburg, 9 juni 2006.

Voor de Raad

De voorzitter

H. GORBACH


(1)  Advies uitgebracht op 14 maart 2006 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).

(2)  Zie bladzijde 24 van dit Publicatieblad.