ISSN 1725-2598 |
||
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 183 |
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Wetgeving |
49e jaargang |
Inhoud |
|
I Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing |
Bladzijde |
|
|
||
|
|
||
|
* |
||
|
* |
||
|
* |
||
|
* |
||
|
* |
|
|
II Besluiten waarvan de publicatie niet voorwaarde is voor de toepassing |
|
|
|
Raad |
|
|
* |
||
|
|
Commissie |
|
|
* |
Beschikking van de Commissie van 27 juni 2006 tot wijziging van bijlage II bij Beschikking 79/542/EEG van de Raad wat de invoer van vers vlees uit Botswana betreft (Kennisgeving geschied onder nummer C(2006) 2880) ( 1 ) |
|
|
* |
|
|
|
(1) Voor de EER relevante tekst |
NL |
Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben. Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten. |
I Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing
5.7.2006 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 183/1 |
VERORDENING (EG) Nr. 1014/2006 VAN DE COMMISSIE
van 4 juli 2006
tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 3223/94 van de Commissie van 21 december 1994 houdende uitvoeringsbepalingen van de invoerregeling voor groenten en fruit (1), en met name op artikel 4, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
In Verordening (EG) nr. 3223/94 zijn op grond van de multilaterale handelsbesprekingen in het kader van de Uruguayronde de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de periodes die in de bijlage bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt. |
(2) |
Op grond van de bovenvermelde criteria moeten de forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld op de in de bijlage bij deze verordening vermelde niveaus, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 3223/94 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld zoals aangegeven in de tabel in de bijlage bij deze verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 5 juli 2006.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 4 juli 2006.
Voor de Commissie
J. L. DEMARTY
Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling
(1) PB L 337 van 24.12.1994, blz. 66. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 386/2005 (PB L 62 van 9.3.2005, blz. 3).
BIJLAGE
bij de verordening van de Commissie van 4 juli 2006 tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit
(EUR/100 kg) |
||
GN-code |
Code derde landen (1) |
Forfaitaire invoerwaarde |
0702 00 00 |
052 |
70,1 |
204 |
28,7 |
|
999 |
49,4 |
|
0707 00 05 |
052 |
107,6 |
999 |
107,6 |
|
0709 90 70 |
052 |
83,9 |
999 |
83,9 |
|
0805 50 10 |
388 |
57,9 |
528 |
42,1 |
|
999 |
50,0 |
|
0808 10 80 |
388 |
90,1 |
400 |
114,5 |
|
404 |
102,8 |
|
508 |
84,8 |
|
512 |
87,2 |
|
524 |
54,3 |
|
528 |
72,7 |
|
720 |
114,4 |
|
800 |
145,8 |
|
804 |
103,1 |
|
999 |
97,0 |
|
0808 20 50 |
388 |
106,5 |
512 |
92,4 |
|
528 |
92,2 |
|
720 |
37,6 |
|
999 |
82,2 |
|
0809 10 00 |
052 |
206,2 |
999 |
206,2 |
|
0809 20 95 |
052 |
319,0 |
068 |
115,5 |
|
608 |
218,2 |
|
999 |
217,6 |
|
0809 40 05 |
624 |
146,6 |
999 |
146,6 |
(1) Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 750/2005 van de Commissie (PB L 126 van 19.5.2005, blz. 12). De code „999” staat voor „andere oorsprong”.
5.7.2006 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 183/3 |
VERORDENING (EG) Nr. 1015/2006 VAN DE COMMISSIE
van 4 juli 2006
houdende opening van een openbare inschrijving voor de verkoop van alcohol uit wijnbouwproducten voor gebruik als bio-ethanol in de Gemeenschap
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1493/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt (1), en met name op artikel 33,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
In Verordening (EG) nr. 1623/2000 van de Commissie van 25 juli 2000 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen met betrekking tot de marktmechanismen als bedoeld in Verordening (EG) nr. 1493/1999 van de Raad houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt (2) zijn onder meer de uitvoeringsbepalingen vastgesteld met betrekking tot de afzet van voorraden alcohol die in het kader van de in de artikelen 35, 36 en 39 van Verordening (EEG) nr. 822/87 van de Raad van 16 maart 1987 houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt (3) en in de artikelen 27, 28 en 30 van Verordening (EG) nr. 1493/1999 bedoelde distillaties is verkregen en in het bezit is van de interventiebureaus. |
(2) |
Overeenkomstig artikel 92 van Verordening (EG) nr. 1623/2000 moet een openbare inschrijving voor de verkoop van alcohol uit wijnbouwproducten worden gehouden met het oog op het exclusieve gebruik ervan als bio-ethanol in de brandstofsector van de Gemeenschap, teneinde de voorraden communautaire alcohol uit wijnbouwproducten te verkleinen en de bevoorrading te garanderen van de overeenkomstig artikel 92 van Verordening (EG) nr. 1623/2000 erkende ondernemingen. |
(3) |
Op grond van Verordening (EG) nr. 2799/98 van de Raad van 15 december 1998 tot vaststelling van het agromonetaire stelsel voor de euro (4) moeten, met ingang van 1 januari 1999, de geboden prijzen en de zekerheden in euro worden uitgedrukt en de betalingen in euro plaatsvinden. |
(4) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor wijn, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
1. Bij openbare inschrijving nr. 6/2006 EG wordt alcohol uit wijnbouwproducten verkocht met het oog op het gebruik ervan als bio-ethanol in de Gemeenschap.
De alcohol is verkregen bij distillatie zoals bedoeld in de artikelen 27, 28 en 30 van Verordening (EG) nr. 1493/1999 en is in het bezit van de interventiebureaus van de lidstaten.
2. De totale te koop aangeboden hoeveelheid bedraagt 700 000 hl alcohol 100 % vol en is als volgt verdeeld:
a) |
partij nr. 54/2006 EG, voor een hoeveelheid van 50 000 hl alcohol 100 % vol; |
b) |
partij nr. 55/2006 EG, voor een hoeveelheid van 50 000 hl alcohol 100 % vol; |
c) |
partij nr. 56/2006 EG, voor een hoeveelheid van 50 000 hl alcohol 100 % vol; |
d) |
partij nr. 57/2006 EG, voor een hoeveelheid van 50 000 hl alcohol 100 % vol; |
e) |
partij nr. 58/2006 EG, voor een hoeveelheid van 50 000 hl alcohol 100 % vol; |
f) |
partij nr. 59/2006 EG, voor een hoeveelheid van 50 000 hl alcohol 100 % vol; |
g) |
partij nr. 60/2006 EG, voor een hoeveelheid van 50 000 hl alcohol 100 % vol; |
h) |
partij nr. 61/2006 EG, voor een hoeveelheid van 50 000 hl alcohol 100 % vol; |
i) |
partij nr. 62/2006 EG, voor een hoeveelheid van 50 000 hl alcohol 100 % vol; |
j) |
partij nr. 63/2006 EG, voor een hoeveelheid van 50 000 hl alcohol 100 % vol; |
k) |
partij nr. 64/2006 EG, voor een hoeveelheid van 50 000 hl alcohol 100 % vol; |
l) |
partij nr. 65/2006 EG, voor een hoeveelheid van 50 000 hl alcohol 100 % vol; |
m) |
partij nr. 66/2006 EG, voor een hoeveelheid van 50 000 hl alcohol 100 % vol; |
n) |
partij nr. 67/2006 EG, voor een hoeveelheid van 50 000 hl alcohol 100 % vol. |
3. De plaatsen waar de opslagtanks zich bevinden die de alcohol bevatten waaruit de partijen bestaan, de nummers van deze tanks, de hoeveelheid alcohol in elk van de opslagtanks en het alcoholgehalte en de kenmerken van de alcohol zijn vermeld in bijlage I.
4. Alleen de ondernemingen die overeenkomstig artikel 92 van Verordening (EG) nr. 1623/2000 zijn erkend, mogen aan de openbare inschrijving deelnemen.
Artikel 2
De verkoop vindt plaats overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 93, 94, 94 ter, 94 quater, 94 quinquies, 95 tot en met 98, 100 en 101 van Verordening (EG) nr. 1623/2000 en in artikel 2 van Verordening (EG) nr. 2799/98.
Artikel 3
1. De biedingen moeten worden ingediend bij de interventiebureaus die in het bezit zijn van de in bijlage II vermelde alcohol, of bij aangetekend schrijven naar het adres van deze interventiebureaus worden verstuurd.
2. De biedingen moeten in een verzegelde enveloppe met de vermelding „Soumission-adjudication en vue de l'utilisation sous forme de bioéthanol dans la Communauté, no 6/2006 CE” worden gestopt, die zelf in de enveloppe met het adres van het betrokken interventiebureau moet worden gestopt.
3. De biedingen moeten het betrokken interventiebureau uiterlijk op 26 juli 2006 om 12.00 uur (plaatselijke tijd Brussel) bereiken.
Artikel 4
1. Een bod is slechts ontvankelijk wanneer het in overeenstemming is met de artikelen 94 en 97 van Verordening (EG) nr. 1623/2000.
2. Om ontvankelijk te zijn, moet het bod ook vergezeld gaan van:
a) |
het bewijs dat een inschrijvingszekerheid ten bedrage van 4 EUR per hectoliter alcohol 100 % vol is gesteld bij het interventiebureau dat de betrokken alcohol in zijn bezit heeft; |
b) |
de naam en het adres van de inschrijver, het referentienummer van het bericht van inschrijving en de geboden prijs, uitgedrukt in euro per hectoliter alcohol 100 % vol; |
c) |
de verbintenis van de inschrijver om alle bepalingen met betrekking tot de inschrijving na te leven; |
d) |
een verklaring van de inschrijver dat hij:
|
Artikel 5
De krachtens artikel 94 bis van Verordening (EG) nr. 1623/2000 vereiste mededelingen met betrekking tot de openbare inschrijving die bij de onderhavige verordening wordt geopend, worden naar het in bijlage III bij de onderhavige verordening vermelde adres van de Commissie verzonden.
Artikel 6
De regeling inzake de bemonstering is vastgesteld bij artikel 98 van Verordening (EG) nr. 1623/2000.
Het interventiebureau verstrekt alle nuttige inlichtingen over de kenmerken van de te koop aangeboden alcohol.
Gegadigden kunnen bij het betrokken interventiebureau monsters van de te koop aangeboden alcohol verkrijgen, die zijn genomen door een vertegenwoordiger van het betrokken interventiebureau.
Artikel 7
1. De interventiebureaus van de lidstaten waar de te koop aangeboden alcohol is opgeslagen, zetten passende controles op om zich van de aard van de alcohol bij het eindgebruik te vergewissen. Daartoe kunnen zij:
a) |
mutatis mutandis het bepaalde in artikel 102 van Verordening (EG) nr. 1623/2000 toepassen; |
b) |
de aard van de alcohol bij het eindgebruik steekproefsgewijs controleren door analyse op basis van kernspinresonantie. |
2. De kosten van de in lid 1 bedoelde controles zijn voor rekening van de ondernemingen waaraan de alcohol is verkocht.
Artikel 8
Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 4 juli 2006.
Voor de Commissie
Mariann FISCHER BOEL
Lid van de Commissie
(1) PB L 179 van 14.7.1999, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2165/2005 (PB L 345 van 28.12.2005, blz. 1).
(2) PB L 194 van 31.7.2000, blz. 45. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1820/2005 (PB L 293 van 9.11.2005, blz. 8).
(3) PB L 84 van 27.3.1987, blz. 1. Verordening ingetrokken bij Verordening (EG) nr. 1493/1999.
(4) PB L 349 van 24.12.1998, blz. 1.
BIJLAGE I
Lidstaat en nummer van de partij |
Plaats van opslag |
Nummer van de opslagtanks |
Hoeveelheid alcohol 100 % vol, in hectoliter |
Verwijzingen naar Verordening (EG) nr. 1493/1999 (artikel) |
Type alcohol |
||||
Spanje Partij nr. 54/2006 EG |
Tarancón |
A-1 |
24 503 |
27 |
Ruw |
||||
A-2 |
2 770 |
27 |
Ruw |
||||||
B-4 |
22 727 |
27 |
Ruw |
||||||
|
Totaal |
|
50 000 |
|
|
||||
Spanje Partij nr. 55/2006 EG |
Tarancón |
A-3 |
24 659 |
27 |
Ruw |
||||
B-3 |
24 742 |
27 |
Ruw |
||||||
B-4 |
599 |
27 |
Ruw |
||||||
|
Totaal |
|
50 000 |
|
|
||||
Spanje Partij nr. 56/2006 EG |
Tarancón |
A-2 |
21 440 |
27 |
Ruw |
||||
B-1 |
24 551 |
27 |
Ruw |
||||||
C-1 |
4 009 |
27 |
Ruw |
||||||
|
Totaal |
|
50 000 |
|
|
||||
Spanje Partij nr. 57/2006 EG |
Tarancón |
B-4 |
977 |
27 |
Ruw |
||||
B-5 |
24 736 |
27 + 28 |
Ruw |
||||||
B-6 |
24 151 |
27 |
Ruw |
||||||
C-1 |
136 |
27 |
Ruw |
||||||
|
Totaal |
|
50 000 |
|
|
||||
Spanje Partij nr. 58/2006 EG |
Tarancón |
A-6 |
1 036 |
30 |
Ruw |
||||
A-7 |
24 830 |
30 |
Ruw |
||||||
A-8 |
24 134 |
30 |
Ruw |
||||||
|
Totaal |
|
50 000 |
|
|
||||
Spanje Partij nr. 59/2006 EG |
Tarancón |
A-4 |
24 505 |
30 |
Ruw |
||||
A-8 |
467 |
30 |
Ruw |
||||||
B-2 |
12 354 |
30 |
Ruw |
||||||
B-7 |
12 674 |
30 |
Ruw |
||||||
|
Totaal |
|
50 000 |
|
|
||||
Frankrijk Partij nr. 60/2006 EG |
|
503B |
1 525 |
28 |
Ruw |
||||
119 |
22 605 |
27 |
Ruw |
||||||
503 |
7 910 |
27 |
Ruw |
||||||
504 |
810 |
30 |
Ruw |
||||||
501 |
3 550 |
27 |
Ruw |
||||||
504 |
540 |
28 |
Ruw |
||||||
501B |
5 075 |
30 |
Ruw |
||||||
501B |
150 |
28 |
Ruw |
||||||
508 |
7 835 |
27 |
Ruw |
||||||
|
Totaal |
|
50 000 |
|
|
||||
Frankrijk Partij nr. 61/2006 EG |
|
2 |
48 215 |
27 |
Ruw |
||||
18 |
305 |
27 |
Ruw |
||||||
18 |
150 |
30 |
Ruw |
||||||
18 |
1 330 |
28 |
Ruw |
||||||
|
Totaal |
|
50 000 |
|
|
||||
Frankrijk Partij nr. 62/2006 EG |
|
3 |
47 880 |
27 |
Ruw |
||||
18 |
2 120 |
28 |
Ruw |
||||||
|
Totaal |
|
50 000 |
|
|
||||
Frankrijk Partij nr. 63/2006 EG |
|
6 |
22 025 |
27 |
Ruw |
||||
18 |
7 230 |
28 |
Ruw |
||||||
38 |
5 325 |
28 |
Ruw |
||||||
38 |
3 195 |
30 |
Ruw |
||||||
13 |
9 910 |
28 |
Ruw |
||||||
13 |
2 315 |
30 |
Ruw |
||||||
|
Totaal |
|
50 000 |
|
|
||||
Italië Partij nr. 64/2006 EG |
Bertolino — Partinico (PA) |
22A-5A |
24 766,65 |
30 |
Ruw |
||||
Trapas — Petrosino (TP) |
20A-24A-3A-11A |
6 750 |
30 |
Ruw |
|||||
Enodistil — Alcamo (TP) |
22A |
3 933,35 |
30 |
Ruw |
|||||
S.V.M. — Sciacca (AG) |
30A-32A-35A-36A |
3 400 |
27 |
Ruw |
|||||
Ge.Dis. — Marsala (TP) |
12A-19A-12B-13B |
11 150 |
27/30 |
Ruw |
|||||
|
Totaal |
|
50 000 |
|
|
||||
Italië Partij nr. 65/2006 EG |
Bonollo — Loc. Paduni-Anagni (FR) |
6A-33A-36A |
5 300 |
27/30 |
Ruw |
||||
Dister — Faenza (RA) |
122A-123A |
7 560 |
27 |
Ruw |
|||||
I.C.V. — Borgoricco (PD) |
5A |
315 |
27 |
Ruw |
|||||
Mazzari — S. Agata sul Santerno (RA) |
1A-2A |
25 800 |
27 |
Ruw |
|||||
Tampieri — Faenza (RA) |
11A-19A |
850 |
27 |
Ruw |
|||||
Villapana — Faenza (RA) |
7A |
10 175 |
27 |
Ruw |
|||||
|
Totaal |
|
50 000 |
|
|
||||
Italië Partij nr. 66/2006 EG |
Bonollo — Loc. Paduni-Anagni (FR) |
6A-33A-36A |
26 700 |
30 |
Ruw |
||||
Caviro — Faenza (RA) |
15A |
17 500 |
27 |
Ruw |
|||||
Cipriani — Chizzola d'Ala (TN) |
28A |
5 800 |
27 |
Ruw |
|||||
|
Totaal |
|
50 000 |
|
|
||||
Italië Partij nr. 67/2006 EG |
Balice Distill. — San Basilio Mottola (TA) |
2A-3A |
2 750 |
27 |
Ruw |
||||
Balice S.n.c. — Valenzano (BA) |
41A-42A-59A |
12 800 |
30 |
Ruw |
|||||
Caviro — Carapelle (FG) |
2C-6C |
5 500 |
30 |
Ruw |
|||||
D'Auria — Ortona (CH) |
41A-43A-48A |
7 600 |
27 |
Ruw |
|||||
De Luca — Novoli (LE) |
15A-1A-5A |
5 100 |
27 |
Ruw |
|||||
Deta — Barberino Val d'Elsa (FI) |
4A-8A |
1 450 |
27/30 |
Ruw |
|||||
Di Lorenzo — Ponte Valleceppi (PG) |
3A-10A-22A-21A |
11 900 |
27 |
Ruw |
|||||
S.V.A. — Ortona (CH) |
14A-15A-16A-12A |
2 900 |
27/30 |
Ruw |
|||||
|
Totaal |
|
50 000 |
|
|
BIJLAGE II
In artikel 3 bedoelde interventiebureaus die in het bezit zijn van alcohol
Viniflhoor — Libourne |
Délégation nationale, 17 avenue de la Ballastière, BP 231, F-33505 Libourne Cedex (Tel. (33) 557 55 20 00; telex 57 20 25; fax (33) 557 55 20 59) |
FEGA |
Beneficencia, 8, E-28004 Madrid (Tel. (34) 913 47 64 66; fax (34) 913 47 64 65) |
AGEA |
Via Torino, 45, I-00184 Roma (Tel. (39-06) 49 49 97 14; fax (39-06) 49 49 97 61) |
BIJLAGE III
In artikel 5 bedoeld adres
Europese Commissie |
Directoraat-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling, eenheid D-2 |
B-1049 Brussel |
Fax (32-2) 292 17 75 |
E-mail: agri-market-tenders@cec.eu.int |
5.7.2006 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 183/9 |
VERORDENING (EG) Nr. 1016/2006 VAN DE COMMISSIE
van 4 juli 2006
houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1615/2001 tot vaststelling van de handelsnorm voor meloenen
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 2200/96 van de Raad van 28 oktober 1996 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector groenten en fruit (1), en met name op artikel 2, lid 2,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Verordening (EG) nr. 1615/2001 van de Commissie (2) is de handelsnorm voor meloenen vastgesteld, met name met betrekking tot de aanduidingsvoorschriften. |
(2) |
Met het oog op de duidelijkheid en ter wille van de transparantie op internationaal niveau, moet rekening worden gehouden met de wijzigingen die recentelijk door de Werkgroep voor normalisatie van bederfelijke voedingsmiddelen en voor kwaliteitsbevordering (Working Party on Standardization of Perishable Produce and Quality Development) van de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties (UN/ECE) zijn aangebracht in norm FFV-23 inzake het in de handel brengen en de controle van de handelskwaliteit van meloenen. |
(3) |
Meloenen worden aangeduid en in de handel gebracht al naar gelang van het handelstype. De voornaamste handelstypes zijn opgenomen in een door de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) gepubliceerde brochure, waarin een lijst is vastgesteld van de voornaamste handelstypes van meloenen, met toelichtingen en illustraties. Deze brochure heeft ten doel de gemeenschappelijke interpretatie van de geldende normen, met name van norm FFV-23 van de UN/ECE, waarop Verordening (EG) nr. 1615/2001 is gebaseerd, te vergemakkelijken. |
(4) |
Verordening (EG) nr. 1615/2001 moet derhalve worden gewijzigd. |
(5) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor verse groenten en fruit, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De bijlage bij Verordening (EG) nr. 1615/2001 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij de onderhavige verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 4 juli 2006.
Voor de Commissie
Mariann FISCHER BOEL
Lid van de Commissie
(1) PB L 297 van 21.11.1996, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 47/2003 van de Commissie (PB L 7 van 11.1.2003, blz. 64).
(2) PB L 214 van 8.8.2001, blz. 21. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 907/2004 (PB L 163 van 30.4.2004, blz. 50).
BIJLAGE
In punt VI.B (Aanduidingsvoorschriften — Aard van het product) van de bijlage bij Verordening (EG) nr. 1615/2001 wordt het tweede streepje vervangen door:
„— |
Naam van het handelstype (1) |
— |
Naam van de variëteit (facultatief). |
(1) De voornaamste handelstypes zijn gedefinieerd in de publicatie betreffende de OESO-regeling inzake de toepassing van internationale normen voor groenten en fruit — „Commercial types of melons/Les types commerciaux de melons, OCDE, 2006”, beschikbaar op http://www.oecdbookshop.org”
5.7.2006 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 183/11 |
VERORDENING (EG) Nr. 1017/2006 VAN DE COMMISSIE
van 4 juli 2006
tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1472/2003 houdende opening en wijze van beheer van een communautair tariefcontingent voor druivensap en -most vanaf het wijnoogstjaar 2003/2004, ten aanzien van het tariefcontingent
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1493/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt (1), en met name op artikel 62, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Verordening (EG) nr. 1472/2003 van de Commissie (2) is een tariefcontingent voor de invoer van 14 000 ton druivensap en -most van de GN-codes 2009 61 90, 2009 69 11, 2009 69 19, 2009 69 51 en 2009 69 90 geopend. |
(2) |
Bij de Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten uit hoofde van artikel XXIV, lid 6, en artikel XXVIII van de GATT 1994, goedgekeurd bij Besluit 2006/333/EG van de Raad (3), is bepaald dat het jaarlijkse invoertariefcontingent voor druivensap met ingang van 15 juni 2006 met 29 ton wordt verhoogd. Daarom moet die hoeveelheid druivensap en -most worden toegevoegd aan het in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 1472/2003 bedoelde tariefcontingent met nummer 09.0067. |
(3) |
Verordening (EG) nr. 1472/2003 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(4) |
De in deze verordening vastgestelde maatregelen zijn in overeenstemming met het Comité van beheer voor wijn, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
In artikel 1, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1472/2003 wordt „14 000 ton” vervangen door „14 029 ton”.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing met ingang van 15 juni 2006.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 4 juli 2006.
Voor de Commissie
Mariann FISCHER BOEL
Lid van de Commissie
(1) PB L 179 van 14.7.1999, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2165/2005 (PB L 345 van 28.12.2005, blz. 1).
(2) PB L 211 van 21.8.2003, blz. 10.
(3) PB L 124 van 11.5.2006, blz. 13.
5.7.2006 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 183/12 |
VERORDENING (EG) Nr. 1018/2006 VAN DE COMMISSIE
van 4 juli 2006
tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2799/1999 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad ten aanzien van de toekenning van steun voor ondermelk en mageremelkpoeder voor voederdoeleinden en de verkoop van voornoemd mageremelkpoeder
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelproducten (1), en met name op artikel 15,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
In artikel 7, lid 1, van Verordening (EG) nr. 2799/1999 van de Commissie (2) zijn de steunbedragen vastgesteld voor ondermelk en mageremelkpoeder die voor voederdoeleinden worden gebruikt, rekening houdend met de in artikel 11, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1255/1999 genoemde factoren. Aangezien de interventieprijs voor mageremelkpoeder per 1 juli 2006 wordt verlaagd, moeten deze steunbedragen worden verlaagd. |
(2) |
Verordening (EG) nr. 2799/1999 moet derhalve dienovereenkomstig worden aangepast. |
(3) |
Het Comité van beheer voor melk en zuivelproducten heeft geen advies uitgebracht binnen de door zijn voorzitter bepaalde termijn, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Artikel 7, lid 1, van Verordening (EG) nr. 2799/1999 wordt vervangen door:
„1. Het steunbedrag wordt vastgesteld op:
a) |
0,81 EUR per 100 kg ondermelk met een eiwitgehalte over de vetvrije droge stof van ten minste 35,6 %; |
b) |
0,71 EUR per 100 kg ondermelk met een eiwitgehalte over de vetvrije droge stof van ten minste 31,4 % maar minder dan 35,6 %; |
c) |
10,00 EUR per 100 kg mageremelkpoeder met een eiwitgehalte over de vetvrije droge stof van ten minste 35,6 %; |
d) |
8,82 EUR per 100 kg mageremelkpoeder met een eiwitgehalte over de vetvrije droge stof van ten minste 31,4 % maar minder dan 35,6 %.”. |
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 4 juli 2006.
Voor de Commissie
Mariann FISCHER BOEL
Lid van de Commissie
(1) PB L 160 van 26.6.1999, blz. 48. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1913/2005 (PB L 307 van 25.11.2005, blz. 2).
(2) PB L 340 van 31.12.1999, blz. 3. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 606/2006 (PB L 107 van 20.4.2006, blz. 23).
5.7.2006 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 183/13 |
VERORDENING (EG) Nr. 1019/2006 VAN DE COMMISSIE
van 4 juli 2006
tot vaststelling van een verbod op de visserij op gaffelkabeljauw in ICES-deelgebieden VIII en IX (wateren van de Gemeenschap en internationale wateren) door vaartuigen die de vlag van Frankrijk voeren
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 2371/2002 van de Raad van 20 december 2002 inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid (1), en met name op artikel 26, lid 4,
Gelet op Verordening (EEG) nr. 2847/93 van de Raad van 12 oktober 1993 tot invoering van een controleregeling voor het gemeenschappelijk visserijbeleid (2), en met name op artikel 21, lid 3,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Verordening (EG) nr. 2270/2004 van de Commissie van 22 december 2004 tot vaststelling, voor 2005 en 2006, van de vangstmogelijkheden voor vaartuigen van de Gemeenschap voor bepaalde bestanden van diepzeevissen (3) worden quota voor 2005 en 2006 vastgesteld. |
(2) |
Uit door de Commissie ontvangen informatie blijkt dat, gezien de vangsten van het in de bijlage bij deze verordening vermelde bestand door vaartuigen die de vlag van de in die bijlage vermelde lidstaat voeren of daar geregistreerd zijn, de betrokken, voor 2006 toegewezen quota volledig zijn opgebruikt. |
(3) |
Derhalve moet het worden verboden op dit bestand te vissen en vis uit dit bestand aan boord te houden, over te laden en aan te voeren, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Het opgebruiken van het quotum
Het quotum dat voor 2006 aan de in de bijlage bij deze verordening genoemde lidstaat is toegewezen voor de visserij op het in die bijlage vermelde bestand, wordt met ingang van de in die bijlage opgenomen datum als opgebruikt beschouwd.
Artikel 2
Verbod
De visserij op het in de bijlage bij deze verordening vermelde bestand door vaartuigen die de vlag van de in die bijlage genoemde lidstaat voeren of daar geregistreerd zijn, is verboden met ingang van de in die bijlage opgenomen datum. Het is eveneens verboden om na die datum vis uit dit bestand die door deze vaartuigen is gevangen, aan boord te hebben, over te laden of aan te voeren.
Artikel 3
Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 4 juli 2006.
Voor de Commissie
Jörgen HOLMQUIST
Directeur-generaal Visserij en maritieme zaken
(1) PB L 358 van 31.12.2002, blz. 59.
(2) PB L 261 van 20.10.1993, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 768/2005 (PB L 128 van 21.5.2005, blz. 1).
(3) PB L 396 van 31.12.2004, blz. 4. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 742/2006 (PB L 130 van 18.5.2006, blz. 7).
BIJLAGE
nr. |
12 |
Lidstaat |
Frankrijk |
Bestand |
GFB/89- |
Soort |
Gaffelkabeljauw (Phycis blennoides) |
Zone |
VIII, IX (EG-wateren en internationale wateren) |
Datum |
18 juni 2006 |
5.7.2006 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 183/15 |
VERORDENING (EG) Nr. 1020/2006 VAN DE COMMISSIE
van 4 juli 2006
tot vaststelling van een verbod op de visserij op blauwe leng in ICES-deelgebieden VI en VII (wateren van de Gemeenschap en internationale wateren) door vaartuigen die de vlag van Spanje voeren
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 2371/2002 van de Raad van 20 december 2002 inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid (1), en met name op artikel 26, lid 4,
Gelet op Verordening (EEG) nr. 2847/93 van de Raad van 12 oktober 1993 tot invoering van een controleregeling voor het gemeenschappelijk visserijbeleid (2), en met name op artikel 21, lid 3,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Verordening (EG) nr. 2270/2004 van de Commissie van 22 december 2004 tot vaststelling, voor 2005 en 2006, van de vangstmogelijkheden voor vaartuigen van de Gemeenschap voor bepaalde bestanden van diepzeevissen (3) worden quota voor 2005 en 2006 vastgesteld. |
(2) |
Uit door de Commissie ontvangen informatie blijkt dat, gezien de vangsten van het in de bijlage bij deze verordening vermelde bestand door vaartuigen die de vlag van de in die bijlage vermelde lidstaat voeren of daar geregistreerd zijn, de betrokken, voor 2006 toegewezen quota volledig zijn opgebruikt. |
(3) |
Derhalve moet het worden verboden op dit bestand te vissen en vis uit dit bestand aan boord te houden, over te laden en aan te voeren, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Het opgebruiken van het quotum
Het quotum dat voor 2006 aan de in de bijlage bij deze verordening genoemde lidstaat is toegewezen voor de visserij op het in die bijlage vermelde bestand, wordt met ingang van de in die bijlage opgenomen datum als opgebruikt beschouwd.
Artikel 2
Verbod
De visserij op het in de bijlage bij deze verordening vermelde bestand door vaartuigen die de vlag van de in die bijlage genoemde lidstaat voeren of daar geregistreerd zijn, is verboden met ingang van de in die bijlage opgenomen datum. Het is eveneens verboden om na die datum vis uit dit bestand die door deze vaartuigen is gevangen, aan boord te hebben, over te laden of aan te voeren.
Artikel 3
Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 4 juli 2006.
Voor de Commissie
Jörgen HOLMQUIST
Directeur-generaal Visserij en maritieme zaken
(1) PB L 358 van 31.12.2002, blz. 59.
(2) PB L 261 van 20.10.1993, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 768/2005 (PB L 128 van 21.5.2005, blz. 1).
(3) PB L 396 van 31.12.2004, blz. 4. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 742/2006 (PB L 130 van 18.5.2006, blz. 7).
BIJLAGE
Lidstaat |
Spanje |
Bestand |
BLI/67- |
Soort |
Blauwe leng (Molva dypterygia) |
Zone |
VI, VII (EG-wateren en internationale wateren) |
Datum |
14 juni 2006 |
II Besluiten waarvan de publicatie niet voorwaarde is voor de toepassing
Raad
5.7.2006 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 183/17 |
BESLUIT Nr. 1/2006 VAN DE ASSOCIATIERAAD EUROPESE UNIE-CHILI
van 24 april 2006
tot afschaffing van de douanerechten die van toepassing zijn op de in bijlage II bij de Associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Chili opgenomen wijn, gedistilleerde dranken en gearomatiseerde dranken
(2006/462/EG)
DE ASSOCIATIERAAD,
Gelet op de in Brussel op 18 november 2002 ondertekende Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Chili, anderzijds, (hierna de „Associatieovereenkomst” genoemd), en met name op artikel 60, lid 5,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
In artikel 60, lid 5, van de Associatieovereenkomst is vastgesteld dat de Associatieraad besluiten mag nemen om het in artikel 72 vastgestelde tempo voor de afschaffing van de douanerechten te versnellen of de in de desbetreffende artikelen vastgestelde markttoegangsvoorwaarden voor het betrokken product te verbeteren. |
(2) |
Dergelijke besluiten hebben voorrang boven de in artikel 72 voor het betrokken product vastgestelde bepalingen, |
BESLUIT:
Artikel 1
Chili gaat overeenkomstig de bijlage bij dit besluit over tot de afschaffing van de douanerechten die van toepassing zijn op de in bijlage II bij de Associatieovereenkomst opgenomen wijn, gedistilleerde dranken en gearomatiseerde dranken van oorsprong uit de Gemeenschap.
Artikel 2
Dit besluit heeft voorrang boven de in artikel 72 van de Associatieovereenkomst vastgestelde bepalingen over de invoer van de betrokken producten in Chili.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt aangenomen.
Gedaan te Brussel, 24 april 2006.
Voor de Associatieraad
De voorzitter
BIJLAGE
Producten van oorsprong uit de Gemeenschap waarvoor de douanerechten met ingang van de datum van inwerkingtreding van dit besluit door Chili worden afgeschaft.
Partida S.A. |
Glosa |
Base |
Categoría |
2204 |
Vino de uvas frescas, incluso encabezado, mosto de uva, excepto el de la partida 2009 |
|
|
2204 10 00 |
– Vino espumoso |
6 |
Jaar 0 |
|
– los demás vinos; mosto de uva en el que la fermentación se ha impedido o cortado añadiendo alcohol: |
|
|
2204 21 |
– – en recipientes con capacidad inferior o igual a 2 l: |
|
|
|
– – – Vinos blancos con denominación de origen: |
|
|
2204 21 11 |
– – – – Sauvignon blanc |
6 |
Jaar 0 |
2204 21 12 |
– – – – Chardonnay |
6 |
Jaar 0 |
2204 21 13 |
– – – – Mezclas |
6 |
Jaar 0 |
2204 21 19 |
– – – – los demás |
6 |
Jaar 0 |
|
– – – Vinos tintos con denominación de origen: |
|
|
2204 21 21 |
– – – – Cabernet sauvignon |
6 |
Jaar 0 |
2204 21 22 |
– – – – Merlot |
6 |
Jaar 0 |
2204 21 23 |
– – – – Mezclas |
6 |
Jaar 0 |
2204 21 29 |
– – – – los demás |
6 |
Jaar 0 |
2204 21 30 |
– – – los demás vinos con denominación de origen |
6 |
Jaar 0 |
2204 21 90 |
– – – los demás |
6 |
Jaar 0 |
2204 29 |
– – los demás: |
|
|
|
– – – Mosto de uva fermentado parcialmente y, apagado con alcohol (incluidas las mistelas): |
|
|
2204 29 11 |
– – – – Tintos |
6 |
Jaar 0 |
2204 29 12 |
– – – – Blancos |
6 |
Jaar 0 |
2204 29 19 |
– – – – los demás |
6 |
Jaar 0 |
|
– – – los demás: |
|
|
2204 29 91 |
– – – – Tintos |
6 |
Jaar 0 |
2204 29 92 |
– – – – Blancos |
6 |
Jaar 0 |
2204 29 99 |
– – – – los demás |
6 |
Jaar 0 |
2204 30 |
– los demás mostos de uva: |
|
|
|
– – Tintos: |
|
|
2204 30 11 |
– – – Mostos concentrados |
6 |
Jaar 0 |
2204 30 19 |
– – – los demás |
6 |
Jaar 0 |
|
– – Blancos: |
|
|
2204 30 21 |
– – – Mostos concentrados |
6 |
Jaar 0 |
2204 30 29 |
– – – los demás |
6 |
Jaar 0 |
2204 30 90 |
– – los demás |
6 |
Jaar 0 |
2205 |
Vermut y demás vinos de uvas frescas preparados con plantas o sustancias aromáticas |
|
|
2205 10 |
– en recipientes con capacidad inferior o igual a 2 l: |
|
|
2205 10 10 |
– – vinos con pulpa de fruta |
6 |
Jaar 0 |
2205 10 90 |
– – los demás |
6 |
Jaar 0 |
2205 90 00 |
– los demás |
6 |
Jaar 0 |
2206 00 00 |
Las demás bebidas fermentadas (por ejemplo: sidra, perada, aguamiel); mezclas de bebidas fermentadas y mezclas de bebidas fermentadas y bebidas no alcohólicas, no expresadas ni comprendidas en otra parte |
6 |
Jaar 0 |
2207 |
Alcohol etílico sin desnaturalizar con grado alcohólico volumétrico superior o igual al 80 % vol; alcohol etílico y aguardiente desnaturalizados, de cualquier graduación |
|
|
2207 10 00 |
– Alcohol etílico sin desnaturalizar con grado alcohólico volumétrico superior o igual al 80 % vol |
6 |
Jaar 0 |
2207 20 00 |
– Alcohol etílico y aguardiente desnaturalizados, de cualquier graduación |
6 |
Jaar 0 |
2208 |
Alcohol etílico sin desnaturalizar con grado alcohólico volumétrico inferior al 80 % vol; aguardientes, licores y demás bebidas espirituosas |
|
|
2208 20 |
– Aguardiente de vino o de orujo de uvas: |
|
|
2208 20 10 |
– – de uva (pisco y similares) |
|
|
ex 2208 20 10 |
– – – Cognac, Amagnac, Grappa y Brandy de Jerez |
6 |
Jaar 0 |
ex 2208 20 10 |
– – – los demás |
6 |
Jaar 0 |
2208 20 90 |
– – los demás |
|
|
ex 2208 20 90 |
– – – Cognac, Amagnac, Grappa y Brandy de Jerez |
6 |
Jaar 0 |
ex 2208 20 90 |
– – – los demás |
6 |
Jaar 0 |
2208 30 |
– Whisky: |
|
|
2208 30 10 |
– – de envejecimiento inferior o igual a 6 años |
6 |
Jaar 0 |
2208 30 20 |
– – de envejecimiento superior a 6 años pero inferior o igual a 12 años |
6 |
Jaar 0 |
2208 30 90 |
– – los demás |
6 |
Jaar 0 |
2208 40 |
– Ron y demás aguardientes de caña: |
|
|
2208 40 10 |
– – Ron |
6 |
Jaar 0 |
2208 40 90 |
– – los demás |
6 |
Jaar 0 |
2208 50 |
– «Gin» y ginebra: |
|
|
2208 50 10 |
– – «Gin» |
6 |
Jaar 0 |
2208 50 20 |
– – Ginebra |
6 |
Jaar 0 |
2208 60 00 |
– Vodka |
6 |
Jaar 0 |
2208 70 00 |
– Licores |
6 |
Jaar 0 |
2208 90 |
– los demás: |
|
|
2208 90 10 |
– – Tequila |
6 |
Jaar 0 |
2208 90 90 |
– – los demás |
6 |
Jaar 0 |
Commissie
5.7.2006 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 183/20 |
BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE
van 27 juni 2006
tot wijziging van bijlage II bij Beschikking 79/542/EEG van de Raad wat de invoer van vers vlees uit Botswana betreft
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2006) 2880)
(Voor de EER relevante tekst)
(2006/463/EG)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Richtlijn 2002/99/EG van de Raad van 16 december 2002 houdende vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor de productie, de verwerking, de distributie en het binnenbrengen van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong (1), en met name op artikel 8, punten 1 en 4,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Deel 1 van bijlage II bij Beschikking 79/542/EEG van de Raad van 21 december 1976 tot vaststelling van een lijst van derde landen of delen van derde landen, alsmede tot vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften, gezondheidsvoorschriften en voorschriften inzake de veterinaire certificering voor de invoer in de Gemeenschap van levende dieren en vers vlees daarvan (2) bevat een lijst van derde landen en delen van derde landen waaruit de lidstaten vers vlees van dieren, als omschreven in die beschikking, mogen invoeren. |
(2) |
Krachtens die beschikking mag uit delen van het grondgebied van Botswana gerijpt en ontbeend vlees van als huisdier gehouden runderen, schapen en geiten en vrije of gekweekte niet als huisdier gehouden dieren, met uitzondering van varkens en eenhoevigen, in de Gemeenschap worden ingevoerd. |
(3) |
De veterinaire autoriteiten van Botswana hebben echter een uitbraak van mond- en klauwzeer in Botswana in het gebied BW-1 aan de Commissie gemeld. Zij hebben de eerste klinische verschijnselen van de ziekte op 20 april 2006 geconstateerd en zij hebben onmiddellijke en passende bestrijdingsmaatregelen in het getroffen gebied genomen, waaronder de opschorting van het vervoer van vatbare dieren en producten daarvan binnen en buiten het gebied en de sluiting van twee voor uitvoer naar de Gemeenschap erkende exportfirma’s. |
(4) |
Om rekening te houden met deze door Botswana genomen maatregelen moet de lijst van derde landen en delen daarvan, als vastgesteld in deel I van bijlage II bij Beschikking 79/542/EEG worden gewijzigd. Dienovereenkomstig moet de invoer uit Botswana in de Gemeenschap van zendingen gerijpt en ontbeend vlees van als huisdier gehouden dieren en gekweekt wild resp. vrij wild, geslacht resp. gejaagd vóór 20 april 2006 en afkomstig uit het gebied BW-1, worden toegestaan. Alle zendingen van dergelijk vlees van dieren die op of na die datum zijn geslacht of gejaagd en uit dat gebied afkomstig zijn, worden echter niet toegestaan. |
(5) |
Deel 1 van bijlage II bij Beschikking 79/542/EEG moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(6) |
Deze beschikking moet opnieuw worden bekeken in het licht van de door Botswana verstrekte informatie. |
(7) |
De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid, |
HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:
Artikel 1
Deel 1 van bijlage II bij Beschikking 79/542/EEG wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij deze beschikking.
Artikel 2
Deze beschikking is van toepassing met ingang van de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Artikel 3
Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 27 juni 2006.
Voor de Commissie
Markos KYPRIANOU
Lid van de Commissie
(1) PB L 18 van 23.1.2002, blz. 11.
(2) PB L 146 van 14.6.1979, blz. 15. Beschikking laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 2006/360/EG van de Commissie (PB L 134 van 20.5.2006, blz. 34).
BIJLAGE
„BIJLAGE II
VERS VLEES
Deel 1
LIJST VAN DERDE LANDEN OF DELEN DAARVAN (1)
Land |
Gebiedscode |
Omschrijving van het gebied |
Veterinair certificaat |
Specifieke voorwaarden |
|||||||
Model |
AG |
||||||||||
1 |
2 |
3 |
4 |
5 |
6 |
||||||
AL — Albanië |
AL-0 |
Het hele land |
— |
|
|
||||||
AR — Argentinië |
AR-0 |
Het hele land |
EQU |
|
|
||||||
AR-1 |
De provincies Buenos Aires, Catamarca, Corrientes (behalve de departementen Berón de Astrada, Capital, Empedrado, General Paz, Itati, Mbucuruyá, San Cosme en San Luís del Palmar), Entre Ríos, La Rioja, Mendoza, Misiones, Neuquen, Río Negro, San Juan, San Luis, Santa Fe en Tucumán |
BOV |
A |
1 en 2 |
|||||||
AR-2 |
La Pampa en Santiago del Estero |
BOV |
A |
1 en 2 |
|||||||
AR-3 |
Córdoba |
BOV |
A |
1 en 2 |
|||||||
AR-4 |
Chubut, Santa Cruz en Tierra del Fuego |
BOV, OVI, RUW, RUP |
|
1 |
|||||||
AR-5 |
Formosa (alleen het grondgebied van Ramón Lista) en Salta (alleen het departement Rivadavia) |
BOV |
A |
1 en 2 |
|||||||
AR-6 |
Salta (alleen de departementen General José de San Martín, Orán, Iruya en Santa Victoria) |
BOV |
A |
1 en 2 |
|||||||
AR-7 |
Chaco, Formosa (met uitzondering van het grondgebied van Ramón Lista), Salta (met uitzondering van de departementen General José de San Martín, Rivadavia, Orán, Iruya en Santa Victoria), Jujuy |
BOV |
A |
1 en 2 |
|||||||
AR-8 |
Chaco, Formosa, Salta, Jujuy, met uitzondering van de bufferzone van 25 km vanaf de grens met Bolivia en Paraguay die zich uitstrekt van het district Santa Catalina in de provincie Jujuy tot het district Laishi in de provincie Formosa |
BOV |
A |
1 en 2 |
|||||||
AR-9 |
De bufferzone van 25 km vanaf de grens met Bolivia en Paraguay die zich uitstrekt van het district Santa Catalina in de provincie Jujuy tot het district Laishi in de provincie Formosa |
— |
|
|
|||||||
AR-10 |
Deel van de provincie Corrientes: de departementen Berón de Astrada, Capital, Empedrado, General Paz, Itati, Mbucuruyá, San Cosme en San Luís del Palmar |
BOV |
A |
1 en 2 |
|||||||
AU — Australië |
AU-0 |
Het hele land |
BOV, OVI, POR, EQU, RUF, RUW, SUF, SUW |
|
|
||||||
BA — Bosnië-Herzegovina |
BA-0 |
Het hele land |
— |
|
|
||||||
BG — Bulgarije a |
BG-0 |
Het hele land |
EQU |
|
|
||||||
BG-1 |
De provincies Varna, Dobrich, Silistra, Choumen, Targovitchte, Razgrad, Rousse, V. Tarnovo, Gabrovo, Pleven, Lovetch, Plovdic, Smolian, Pasardjik, Sofia (district), Sofia (stad), Pernik, Kustendil, Blagoevgrad, Vratza, Montana en Vidin |
BOV, OVI, RUW, RUF |
|||||||||
BG-2 |
De provincies Bourgas, Jambol, Sliven, Starazagora, Hasskovo, Kardjali en de 20 km brede corridor aan de grens met Turkije |
— |
|||||||||
BH — Bahrein |
BH-0 |
Het hele land |
— |
|
|
||||||
BR — Brazilië |
BR-0 |
Het hele land |
EQU |
|
|
||||||
BR-1 |
De staat Minas Gerais met uitzondering van de gewesten Oliveira, Passos, São Gonçalo de Sapucai, Setelagoas en Bambuí, de staat Espíritu Santo, de staat Goias en het deel van de staat Mato Grosso bestaande uit de regionale eenheid Cuiaba (behalve de gemeenten San Antonio de Leverger, Nossa Senhora do Livramento, Pocone en Barão de Melgaço), de regionale eenheid Caceres (behalve de gemeente Caceres), de regionale eenheid Lucas do Rio Verde, de regionale eenheid Rondonopolis (behalve de gemeente Itiquiora), de regionale eenheid Barra do Garça en de regionale eenheid Barra do Bugres |
BOV |
A en H |
1 en 2 |
|||||||
BR-2 |
De staat Rio Grande do Sul |
BOV |
A en H |
1 en 2 |
|||||||
BR-3 |
Het deel van de staat Mato Grosso do Sul bestaande uit de gemeente Sete Quedas |
BOV |
A en H |
1 en 2 |
|||||||
BR-4 |
De staat Mato Grosso do Sul met uitzondering van de gemeenten Sonora, Aquidauana, Bodoqueno, Bonito, Caracol, Coxim, Jardim, Ladario, Miranda, Pedro Gomes, Porto Murtinho, Rio Negro, Rio Verde of Mato Grosso en Corumbá, de staat Paraná en de staat São Paulo |
BOV |
A en H |
1 en 2 |
|||||||
BR-5 |
De staat Paraná, de staat Mato Grosso do Sul en de staat São Paulo |
— |
— |
1 |
|||||||
BR-6 |
De staat Santa Catarina |
BOV |
A en H |
1 en 2 |
|||||||
BW — Botswana |
BW-0 |
Het hele land |
EQU, EQW |
|
|
||||||
BW-1 |
De veterinary disease control zones 5, 6, 7, 8, 9 en 18 |
BOV, OVI, RUW, RUF |
F |
1 en 2 |
|||||||
BW-2 |
De veterinary disease control zones 10, 11, 12, 13 en 14 |
BOV, OVI, RUW, RUF |
F |
1 en 2 |
|||||||
BY — Belarus |
BY-0 |
Het hele land |
— |
|
|
||||||
BZ — Belize |
BZ-0 |
Het hele land |
BOV, EQU |
|
|
||||||
CA — Canada |
CA-0 |
Het hele land |
BOV, OVI, POR, EQU, SUF, SUW RUF, RUW |
G |
|
||||||
CH — Zwitserland |
CH-0 |
Het hele land |
BOV, OVI, POR, EQU, RUF, RUW, SUF, SUW |
|
|
||||||
CL — Chili |
CL-0 |
Het hele land |
BOV, OVI, POR, EQU, RUF, RUW, SUF |
|
|
||||||
CN — Volksrepubliek China |
CN-0 |
Het hele land |
— |
|
|
||||||
CO — Colombia |
CO-0 |
Het hele land |
EQU |
|
|
||||||
CO-1 |
Het gebied dat wordt begrensd door een lijn die loopt vanaf het punt waar de rivier de Murri in de rivier de Atrató uitmondt, die dan de Atrató volgt tot waar die in de Atlantische Oceaan uitmondt, vandaar de Atlantische kust volgt tot Cabo Tiburón aan de Panamese grens, dan de Columbiaans-Panamese grens volgt tot aan de Stille Oceaan, dan de kust langs de Stille Oceaan volgt tot aan de monding van de rivier Valle en die vanaf dit punt recht naar het punt loopt waar de Murrí in de Atrató uitmondt |
BOV |
A |
2 |
|||||||
CO-3 |
Het gebied dat wordt begrensd door een lijn die vanaf de monding van de rivier de Sinú aan de Atlantische Oceaan deze rivier tot haar bron in Alto Paramillo volgt, vanaf dit punt, de grens tussen de departementen Antioquía en Córdoba volgend, naar Puerto Rey aan de Atlantische Oceaan loopt en die vandaar de Atlantische kust volgt tot de monding van de rivier de Sinú |
BOV |
A |
2 |
|||||||
CR — Costa Rica |
CR-0 |
Het hele land |
BOV, EQU |
|
|
||||||
CU — Cuba |
CU-0 |
Het hele land |
BOV, EQU |
|
|
||||||
DZ — Algerije |
DZ-0 |
Het hele land |
— |
|
|
||||||
ET — Ethiopië |
ET-0 |
Het hele land |
— |
|
|
||||||
FK — Falklandeilanden |
FK-0 |
Het hele land |
BOV, OVI, EQU |
|
|
||||||
GL — Groenland |
GL-0 |
Het hele land |
BOV, OVI, EQU, RUF, RUW |
|
|
||||||
GT — Guatemala |
GT-0 |
Het hele land |
BOV, EQU |
|
|
||||||
HK — Hongkong |
HK-0 |
Het hele land |
— |
|
|
||||||
HN — Honduras |
HN-0 |
Het hele land |
BOV, EQU |
|
|
||||||
HR — Kroatië |
HR-0 |
Het hele land |
BOV, OVI, EQU, RUF, RUW |
|
|
||||||
IL — Israël |
IL-0 |
Het hele land |
— |
|
|
||||||
IN — India |
IN-0 |
Het hele land |
— |
|
|
||||||
IS — IJsland |
IS-0 |
Het hele land |
BOV, OVI, EQU, RUF, RUW |
|
|
||||||
KE — Kenia |
KE-0 |
Het hele land |
— |
|
|
||||||
MA — Marokko |
MA-0 |
Het hele land |
EQU |
|
|
||||||
MG — Madagaskar |
MG-0 |
Het hele land |
— |
|
|
||||||
MK — Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (3) |
MK-0 |
Het hele land |
OVI, EQU |
|
|
||||||
MU — Mauritius |
MU-0 |
Het hele land |
— |
|
|
||||||
MX — Mexico |
MX-0 |
Het hele land |
BOV, EQU |
|
|
||||||
NA — Namibië |
NA-0 |
Het hele land |
EQU, EQW |
|
|
||||||
NA-1 |
Het gebied ten zuiden van de afsluitingen die lopen van Palgrave Point in het westen tot Gam in het oosten |
BOV, OVI, RUF, RUW |
F |
2 |
|||||||
NC — Nieuw-Caledonië |
NC-0 |
Het hele land |
BOV, RUF, RUW |
|
|
||||||
NI — Nicaragua |
NI-0 |
Het hele land |
— |
|
|
||||||
NZ — Nieuw-Zeeland |
NZ-0 |
Het hele land |
BOV, OVI, POR, EQU, RUF, RUW, SUF, SUW |
|
|
||||||
PA — Panama |
PA-0 |
Het hele land |
BOV, EQU |
|
|
||||||
PY — Paraguay |
PY-0 |
Het hele land |
EQU |
|
|
||||||
PY-1 |
De gebieden Chaco central en San Pedro |
BOV |
A |
1 en 2 |
|||||||
RO — Roemenië a |
RO-0 |
Het hele land |
BOV, OVI, EQU, RUW, RUF |
|
|
||||||
RU — Rusland |
RU-0 |
Het hele land |
— |
|
|
||||||
RU-1 |
De regio Moermansk, het autonome gebied Yamalo-Nenets |
RUF |
|||||||||
SV — El Salvador |
SV-0 |
Het hele land |
— |
|
|
||||||
SZ — Swaziland |
SZ-0 |
Het hele land |
EQU, EQW |
|
|
||||||
SZ-1 |
Het gebied ten westen van de „red line”-afsluitingen, die noordwaarts lopen van de Usuturivier naar de grens met Zuid-Afrika ten westen van de Nkalashane |
BOV, RUF, RUW |
F |
2 |
|||||||
SZ-2 |
De in verband met mond- en klauwzeer ingestelde veterinaire toezichts- en vaccinatiegebieden (bekendgemaakt bij wettelijk decreet nr. 51 van 2001) |
BOV, RUF, RUW |
F |
1 en 2 |
|||||||
TH — Thailand |
TH-0 |
Het hele land |
— |
|
|
||||||
TN — Tunesië |
TN-0 |
Het hele land |
— |
|
|
||||||
TR — Turkije |
TR-0 |
Het hele land |
— |
|
|
||||||
TR-1 |
De provincies Amasya, Ankara, Aydin, Balikesir, Bursa, Cankiri, Corum, Denizli, Izmir, Kastamonu, Kutahya, Manisa, Usak, Yozgat en Kirikkale |
EQU |
|
|
|||||||
UA — Oekraïne |
UA-0 |
Het hele land |
— |
|
|
||||||
US — Verenigde Staten van Amerika |
US-0 |
Het hele land |
BOV, OVI, POR, EQU, SUF, SUW, RUF, RUW |
G |
|
||||||
XM — Montenegro |
XM-0 |
Het hele douanegebied (4) |
BOV, OVI, EQU |
|
|
||||||
XS — Servië (2) |
XS-0 |
Het hele douanegebied (4) |
BOV, OVI, EQU |
|
|
||||||
UY — Uruguay |
UY-0 |
Het hele land |
EQU |
|
|
||||||
BOV |
A |
1 en 2 |
|||||||||
OVI |
A |
1 en 2 |
|||||||||
ZA — Zuid-Afrika |
ZA-0 |
Het hele land |
EQU, EQW |
|
|
||||||
ZA-1 |
De Republiek Zuid-Afrika, met uitzondering van:
|
BOV, OVI, RUF, RUW |
F |
2 |
|||||||
ZW — Zimbabwe |
ZW-0 |
Het hele land |
— |
|
|
||||||
|
Specifieke eisen als bedoeld in kolom 6
„1” |
Beperkingen in plaats en tijd:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
„2” |
Beperkingen in categorie: Slachtafvallen niet toegestaan (met uitzondering van middenrif en kauwspieren van runderen).” |
(1) Onverminderd de specifieke certificeringsvoorwaarden van communautaire overeenkomsten met derde landen.
(2) Uitgezonderd Kosovo als omschreven in Resolutie 1244 van 10 juni 1999 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties.
(3) Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië; voorlopige code die geenszins vooruitloopt op de definitieve nomenclatuur voor dit land, die zal worden vastgelegd na afsluiting van de lopende onderhandelingen in het kader van de Verenigde Naties.
(4) Servië en Montenegro zijn republieken met een afzonderlijk douanegebied, die een statenunie vormen, en moeten daarom afzonderlijk worden vermeld.
— |
= |
Geen certificaat vastgesteld en invoer van vers vlees verboden (met uitzondering van diersoorten die in de regel voor het hele land worden vermeld). |
a |
= |
Slechts van toepassing totdat deze toetredende staat een lidstaat van de Europese Unie wordt. |
5.7.2006 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 183/29 |
BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE
van 27 juni 2006
tot vaststelling van voorlopige noodmaatregelen om het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van Dryocosmus kuriphilus Yasumatsu te voorkomen
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2006) 2881)
(2006/464/EG)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Richtlijn 2000/29/EG van de Raad van 8 mei 2000 betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van voor planten en voor plantaardige producten schadelijke organismen (1), en met name op artikel 16, lid 3, derde zin,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Wanneer een lidstaat van mening is dat het gevaar bestaat dat op zijn grondgebied schadelijke organismen worden binnengebracht of verspreid die niet in bijlage I of bijlage II bij Richtlijn 2000/29/EG zijn opgenomen, mag deze krachtens die richtlijn tijdelijk aanvullende maatregelen nemen om zichzelf tegen dat gevaar te beschermen. |
(2) |
Als gevolg van de aanwezigheid van Dryocosmus kuriphilus Yasumatsu in China, Korea, Japan, de Verenigde Staten van Amerika en een beperkt gebied van de Gemeenschap heeft Frankrijk de andere lidstaten en de Commissie op 14 maart 2005 meegedeeld dat het op 16 februari 2005 officiële maatregelen heeft genomen om zijn grondgebied te beschermen tegen het gevaar van het binnenbrengen van dat organisme. |
(3) |
Slovenië heeft de lidstaten en de Commissie op 29 juni 2005 meegedeeld dat het wegens uitbraken van hetzelfde organisme op zijn grondgebied op 24 juni 2005 aanvullende maatregelen heeft genomen om te voorkomen dat dat organisme verder op zijn grondgebied wordt binnengebracht en verspreid. |
(4) |
Dryocosmus kuriphilus Yasumatsu is niet opgenomen in bijlage I of II bij Richtlijn 2000/29/EG. Uit een verslag van een op beperkte wetenschappelijke informatie gebaseerde ziekterisicoanalyse is echter gebleken dat het een van de meest schadelijke insecten voor kastanje (Castanea Mill.) is. Het kan de productie en de kwaliteit van kastanjes sterk verminderen en misschien zelfs de bomen doden. Kastanjes worden vaak geteeld op marginaal land op heuvels of bergen. De schade als gevolg van de verspreiding van het insect zou een einde kunnen maken aan de productie van kastanjes voor menselijke consumptie in die gebieden en kunnen leiden tot een achteruitgang van de economie en het milieu. |
(5) |
Daarom moeten voorlopige maatregelen worden genomen tegen het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van voornoemd schadelijk organisme. |
(6) |
De in deze beschikking vastgestelde maatregelen moeten betrekking hebben op het binnenbrengen en de verspreiding van voornoemd organisme in de Gemeenschap, alsmede op de productie en het vervoer van Castanea-planten binnen de Gemeenschap, en moeten gericht zijn op de bestrijding van het organisme en op een onderzoek om na te gaan of dat schadelijke organisme in de lidstaten voorkomt, dan wel nog steeds afwezig is. |
(7) |
De resultaten van de maatregelen in 2006, 2007 en 2008 moeten regelmatig worden geëvalueerd, met name op grond van de door de lidstaten te verstrekken informatie. In het licht van de resultaten van die evaluaties zal worden bepaald of verdere maatregelen nodig zijn. |
(8) |
De lidstaten moeten hun wetgeving zo nodig aanpassen om aan deze beschikking te voldoen. |
(9) |
De resultaten van de maatregelen moeten uiterlijk op 1 februari 2008 opnieuw worden bekeken. |
(10) |
De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Plantenziektekundig Comité, |
HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:
Artikel 1
Definitie
In deze beschikking wordt onder „planten” verstaan planten of delen van planten van het geslacht Castanea Mill., bestemd voor opplant, met uitzondering van vruchten en zaden.
Artikel 2
Maatregelen tegen Dryocosmus kuriphilus Yasumatsu
Het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van Dryocosmus kuriphilus Yasumatsu, hierna „het organisme” genoemd, zijn verboden.
Artikel 3
Invoer van planten
Planten mogen de Gemeenschap alleen worden binnengebracht indien:
a) |
zij voldoen aan de in punt 1 van bijlage I vastgestelde maatregelen, en |
b) |
zij bij binnenkomst in de Gemeenschap overeenkomstig artikel 13 bis, lid 1, van Richtlijn 2000/29/EG worden gecontroleerd op de aanwezigheid van het organisme en vrij daarvan worden bevonden. |
Artikel 4
Vervoer van planten binnen de Gemeenschap
Onverminderd artikel 5, lid 3, onder a), en bijlage II, deel II, mogen planten die van oorsprong zijn uit de Gemeenschap of in de Gemeenschap zijn ingevoerd overeenkomstig artikel 3 van deze beschikking vanuit hun plaats van productie in de Gemeenschap, waaronder in voorkomend geval tuincentra, alleen worden vervoerd als zij aan de in punt 2 van bijlage I vastgestelde voorwaarden voldoen.
Artikel 5
Onderzoeken en kennisgevingen
1. De lidstaten verrichten op hun grondgebied jaarlijks officieel onderzoek naar de aanwezigheid van het organisme of sporen van besmetting op hun grondgebied.
Onverminderd artikel 16, lid 2, van Richtlijn 2000/29/EG worden de Commissie en de andere lidstaten elk jaar vóór 31 december van de resultaten van die onderzoeken in kennis gesteld.
2. Van elke vermoedelijke of bevestigde aanwezigheid van het organisme wordt bij de verantwoordelijke officiële instanties onmiddellijk kennisgeving gedaan.
3. |
|
Artikel 6
Instelling van afgebakende gebieden
Indien de resultaten van de in artikel 5, lid 1, bedoelde onderzoeken of de in artikel 5, lid 2, bedoelde kennisgeving de aanwezigheid van het organisme in een gebied bevestigen of op andere wijze blijkt dat het organisme er gevestigd is, stellen de lidstaten afgebakende gebieden in en nemen zij officiële maatregelen overeenkomstig punt I, respectievelijk II, van bijlage II.
Artikel 7
Naleving van de bepalingen van de richtlijn
De lidstaten wijzigen zo nodig de maatregelen die zij hebben genomen om zich te beschermen tegen het binnenbrengen en de verspreiding van het organisme op zodanige wijze dat die maatregelen voldoen aan deze beschikking en zij stellen de Commissie onverwijld van die maatregelen in kennis.
Artikel 8
Herziening
Deze beschikking wordt uiterlijk op 1 februari 2008 opnieuw bekeken.
Artikel 9
Adressaten
Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 27 juni 2006.
Voor de Commissie
Markos KYPRIANOU
Lid van de Commissie
(1) PB L 169 van 10.7.2000, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2006/35/EG van de Commissie (PB L 88 van 25.3.2006, blz. 9).
BIJLAGE I
IN DE ARTIKELEN 3 EN 4 BEDOELDE MAATREGELEN
1) Maatregelen (certificaten)
Onverminderd artikel 5, lid 3, onder a), van deze beschikking en bijlage III, deel A, punt 2, en bijlage IV, deel A, rubriek I, punten 11.1, 11.2, 33, 36.1, 39 en 40, bij Richtlijn 2000/29/EG gaan planten van oorsprong uit derde landen vergezeld van een certificaat, als bedoeld in artikel 13, lid 1, van Richtlijn 2000/29/EG, waarin onder de rubriek „Aanvullende verklaring” wordt vermeld:
a) |
dat de planten permanent zijn geteeld op productieplaatsen in landen waarvan bekend is dat het organisme er niet voorkomt; of |
b) |
dat de planten permanent zijn geteeld op productieplaatsen in een ziektevrij gebied zoals door de nationale plantenziektekundige dienst van het land van oorsprong is vastgesteld overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen, met vermelding van de naam van het ziektevrije gebied onder de rubriek „plaats van oorsprong”. |
2) Vervoersvoorwaarden
Onverminderd artikel 5, lid 3, onder a), en bijlage II, deel II, van deze beschikking en bijlage IV, deel A, rubriek II, punt 7, en bijlage V, deel A, rubriek I, punt 2.1, bij Richtlijn 2000/29/EG mogen planten die van oorsprong zijn uit de Gemeenschap of in de Gemeenschap zijn ingevoerd overeenkomstig artikel 3 van deze beschikking, vanuit de plaats van productie in een lidstaat, waaronder in voorkomend geval tuincentra, alleen worden vervoerd als zij vergezeld gaan van een plantenpaspoort dat is opgesteld en afgegeven overeenkomstig de bepalingen van Richtlijn 92/105/EEG van de Commissie (1) en:
a) |
de planten van oorsprong uit de bedoelde plaats van productie permanent of sinds het binnenbrengen daarvan in de Gemeenschap zijn geteeld op een productieplaats in een lidstaat waarvan bekend is dat het organisme er niet voorkomt, of |
b) |
de planten permanent of sinds het binnenbrengen daarvan in de Gemeenschap zijn geteeld op een productieplaats in een ziektevrij gebied zoals door de nationale plantenziektekundige dienst in een lidstaat is vastgesteld overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen. |
(1) PB L 4 van 8.1.1993, blz. 22. Richtlijn gewijzigd bij Richtlijn 2005/17/EG (PB L 57 van 3.3.2005, blz. 23).
BIJLAGE II
IN ARTIKEL 6 BEDOELDE MAATREGELEN
I. Instelling van afgebakende gebieden
1) |
De in artikel 6 bedoelde afgebakende gebieden bestaan uit:
Ingeval verschillende buffergebieden elkaar overlappen of dicht bij elkaar liggen, wordt een groter gebied afgebakend dat de bedoelde gebieden en de daartussen gelegen gebieden omvat. |
2) |
De exacte afbakening van de in lid 1 bedoelde gebieden wordt gebaseerd op deugdelijke wetenschappelijke beginselen, de biologie van het organisme, de besmettingsgraad, de tijd van het jaar en de geografische spreiding van de planten in de betrokken lidstaat. |
3) |
Indien de aanwezigheid van het organisme buiten het besmette gebied wordt bevestigd, worden de afgebakende gebieden dienovereenkomstig aangepast. |
4) |
Indien op grond van het in artikel 5, lid 1, bedoelde jaarlijkse onderzoek het organisme drie jaar lang in geen van de afgebakende gebieden wordt aangetroffen, worden die gebieden opgeheven en zijn de maatregelen als bedoeld in deel II van deze bijlage niet langer nodig. |
5) |
De lidstaten stellen de andere lidstaten en de Commissie onverwijld in kennis van de in lid 1 bedoelde gebieden, door middel van adequate schaalkaarten, alsmede van de aard van de maatregelen die zij hebben genomen om het organisme uit te roeien dan wel de verspreiding ervan tegen te gaan. |
II. Maatregelen in de afgebakende gebieden
De in artikel 6 bedoelde officiële maatregelen die in de afgebakende gebieden moeten worden genomen, omvatten ten minste:
— |
het verbod op het vervoer van planten uit of binnen de afgebakende gebieden; |
— |
ingeval de aanwezigheid van het organisme is bevestigd op de planten op een productieplaats, passende maatregelen met het oog op de uitroeiing van het schadelijke organisme, bestaande uit ten minste vernietiging van de besmette planten, alle planten die door het organisme veroorzaakte verschijnselen vertonen en, zo nodig, alle bij het planten tot dezelfde partij behorende planten en controle op de aanwezigheid van het organisme door passende inspecties tijdens de periode waarin de door het organisme bewoonde gallen voorkomen. |