ISSN 1725-2598

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 134

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

49e jaargang
20 mei 2006


Inhoud

 

I   Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing

Bladzijde

 

*

Verordening (EG) nr. 765/2006 van de Raad van 18 mei 2006 betreffende beperkende maatregelen tegen president Loekasjenko en bepaalde functionarissen van Belarus

1

 

 

Verordening (EG) nr. 766/2006 van de Commissie van 19 mei 2006 tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

12

 

*

Verordening (EG) nr. 767/2006 van de Commissie van 19 mei 2006 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1081/1999 betreffende de opening en de wijze van beheer van communautaire tariefcontingenten voor stieren, koeien en vaarzen, niet bestemd voor de slacht, van bepaalde bergrassen

14

 

*

Verordening (EG) nr. 768/2006 van de Commissie van 19 mei 2006 tot uitvoering van Richtlijn 2004/36/EG van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de verzameling en uitwisseling van informatie over de veiligheid van luchtvaartuigen uit derde landen die gebruik maken van luchthavens in de Gemeenschap en het beheer van het informatiesysteem ( 1 )

16

 

*

Verordening (EG) nr. 769/2006 van de Commissie van 19 mei 2006 houdende schorsing, met ingang van 23 mei 2006, van de mogelijkheid tot indiening van uitvoercertificaataanvragen voor C-suiker en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 493/2006 met betrekking tot de voor C-suiker geldende overgangsmaatregelen

19

 

 

Verordening (EG) nr. 770/2006 van de Commissie van 19 mei 2006 tot wijziging van de bij Verordening (EG) nr. 1011/2005 voor het verkoopseizoen 2005/2006 vastgestelde representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor bepaalde producten van de sector suiker

21

 

 

II   Besluiten waarvan de publicatie niet voorwaarde is voor de toepassing

 

 

Raad

 

*

Besluit van de Raad van 8 november 2005 inzake de ondertekening en de voorlopige toepassing van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en Georgië inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten

23

Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de regering van Georgië inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten

24

 

*

Besluit van de Raad van 15 mei 2006 houdende benoeming van een Litouws lid van het Europees Economisch en Sociaal Comité

32

 

*

Besluit van de Raad van 15 mei 2006 houdende benoeming van een Duits lid van het Europees Economisch en Sociaal Comité

33

 

 

Commissie

 

*

Beschikking van de Commissie van 28 februari 2006 tot wijziging van bijlage II bij Beschikking 79/542/EEG van de Raad wat de vermeldingen voor Brazilië, Montenegro en Servië betreft (Kennisgeving geschied onder nummer C(2006) 579)  ( 1 )

34

 

*

Besluit van de Commissie van 19 mei 2006 tot beëindiging van de antisubsidieprocedure betreffende de invoer van zakken van kunststof uit Maleisië en Thailand

43

 

 

Besluiten aangenomen krachtens titel V van het Verdrag betreffende de Europese Unie

 

*

Gemeenschappelijk Standpunt 2006/362/GBVB van de Raad van 18 mei 2006 tot wijziging van Gemeenschappelijk Standpunt 2006/276/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde functionarissen van Belarus

45

 

 

Rectificaties

 

 

Rectificatie van Verordening (EG) nr. 746/2006 van de Commissie van 17 mei 2006 betreffende de invoercertificaten voor producten van de sector rundvlees van oorsprong uit Botswana, Kenia, Madagaskar, Swaziland, Zimbabwe en Namibië (PB L 130 van 18.5.2006)

54

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


I Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing

20.5.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 134/1


VERORDENING (EG) Nr. 765/2006 VAN DE RAAD

van 18 mei 2006

betreffende beperkende maatregelen tegen president Loekasjenko en bepaalde functionarissen van Belarus

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op de artikelen 60 en 301,

Gelet op Gemeenschappelijk Standpunt 2006/362/GBVB van 18 mei 2006 tot wijziging van Gemeenschappelijk Standpunt 2006/276/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde functionarissen van Belarus (1),

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 24 maart 2006 heeft de Europese Raad uitgesproken dat hij het betreurt dat de Belarussische autoriteiten niet hebben voldaan aan de OVSE-verbintenissen om democratische verkiezingen te houden, heeft hij laten weten van mening te zijn dat de presidentsverkiezingen van 19 maart 2006 fundamenteel oneerlijk waren verlopen, en heeft hij de acties van de Belarussische autoriteiten die dag veroordeeld, namelijk de arrestatie van vreedzame demonstranten die hun legitieme recht van vrije vergadering uitoefenden om tegen het verloop van de presidentsverkiezingen te protesteren. De Europese Raad heeft derhalve besloten dat beperkende maatregelen moeten worden toegepast tegen degenen die verantwoordelijk zijn voor de schending van de internationale verkiezingsnormen.

(2)

Op 10 april 2006 heeft de Raad besloten beperkende maatregelen aan te nemen tegen president Loekasjenko, de Belarussische leiders en de functionarissen die verantwoordelijk zijn voor de schending van internationale verkiezingsnormen en van de internationale mensenrechtenwetgeving, alsook voor het harde optreden tegen de civiele samenleving en de democratische oppositie. Deze personen moeten worden onderworpen aan een visumverbod en eventuele andere gerichte maatregelen. In deze verordening wordt het grondgebied van de Gemeenschap geacht het grondgebied te beslaan van de lidstaten waarop het Verdrag, onder de in het Verdrag gestelde voorwaarden, toepasselijk is.

(3)

In Gemeenschappelijk Standpunt 2006/362/GBVB is bepaald dat de tegoeden en economische middelen van president Loekasjenko en bepaalde Belarussische functionarissen die voor deze doeleinden zijn geïdentificeerd, moeten worden bevroren.

(4)

Deze maatregelen vallen binnen de werkingssfeer van het Verdrag en derhalve is communautaire wetgeving nodig om ze ten uitvoer te leggen, voor zover ze de Gemeenschap betreffen, met name om te garanderen dat de marktdeelnemers in alle lidstaten ze uniform toepassen.

(5)

De lidstaten stellen de op te leggen sancties vast voor overtredingen van de bepalingen van deze verordening. Deze sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn.

(6)

Teneinde de effectiviteit van de maatregelen waarin deze verordening voorziet te waarborgen, dient de verordening onmiddellijk in werking te treden,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

1)

„tegoeden”: financiële activa en economische voordelen van enigerlei aard, met inbegrip van maar niet beperkt tot:

a)

contanten, cheques, geldvorderingen, wissels, postwissels en andere betaalmiddelen;

b)

deposito's bij financiële instellingen of andere entiteiten, saldo's op rekeningen, schulden en schuldbewijzen;

c)

in het openbaar en onderhands verhandelde waardepapieren en schuldbewijzen, inclusief aandelen, certificaten van waardepapieren, obligaties, promesses, warrants, schuldbekentenissen en derivatencontracten;

d)

interesten, dividenden of andere inkomsten over of waarde voortkomende uit of gegenereerd door activa;

e)

krediet, recht op compensatie, garanties, uitvoeringsgaranties of andere financiële verplichtingen;

f)

kredietbrieven, cognossementen, koopbrieven;

g)

bewijsstukken van een belang in fondsen of financiële middelen;

2)

„bevriezing van tegoeden”: het voorkomen van het op enigerlei wijze muteren, overmaken, corrigeren en gebruiken van, toegang verschaffen tot of omgaan met tegoeden met als gevolg wijzigingen van hun omvang, bedrag, locatie, eigenaar, bezit, onderscheidende kenmerken, bestemming of verdere wijzigingen waardoor het gebruik van bedoelde tegoeden, inclusief het beheer van een beleggingsportefeuille, mogelijk zou worden gemaakt;

3)

„economische middelen”: activa van enigerlei aard, materieel of immaterieel, roerend of onroerend, die geen tegoeden zijn, maar kunnen worden gebruikt om tegoeden, goederen of diensten te verkrijgen;

4)

„bevriezing van economische middelen”: het voorkomen van het gebruiken van economische middelen om op enigerlei wijze tegoeden, goederen of diensten te verkrijgen, inclusief, maar niet daartoe beperkt, door deze te verkopen, verhuren of verhypothekeren;

5)

„grondgebied van de Gemeenschap”: het grondgebied van alle lidstaten waarop het Verdrag van toepassing is, onder de in het Verdrag bepaalde voorwaarden.

Artikel 2

1.   Alle tegoeden en economische middelen die toebehoren aan, eigendom zijn, in het bezit zijn van of gecontroleerd worden door president Loekasjenko en bepaalde andere Belarussische functionarissen die verantwoordelijk zijn voor de schending van internationale verkiezingsnormen tijdens de presidentsverkiezingen in Belarus van 19 maart 2006 en voor het harde optreden tegen de civiele samenleving en de democratische oppositie, en de natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen die banden met hen hebben, als vermeld in bijlage I, worden bevroren.

2.   Aan of ten behoeve van de in bijlage I genoemde natuurlijke of rechtspersonen, entiteiten of instanties mogen geen tegoeden of economische middelen direct of indirect ter beschikking worden gesteld.

3.   Het is verboden bewust en opzettelijk deel te nemen aan activiteiten die tot doel of tot gevolg hebben de in de leden 1 en 2 bedoelde maatregelen direct of indirect te ontduiken.

Artikel 3

1.   De in bijlage II genoemde bevoegde autoriteiten van de lidstaten kunnen, onder voorwaarden die zij passend achten, toestemming geven voor de vrijgave of de beschikbaarstelling van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen, indien zij hebben vastgesteld dat de betrokken tegoeden of economische middelen:

a)

nodig zijn ter dekking van de basisbehoeften van de in bijlage I genoemde personen en de familieleden die van hen afhankelijk zijn, zoals voedsel, huur of hypotheeklasten, geneesmiddelen of geneeskundige behandelingen, belastingen, verzekeringspremies of openbare nutsvoorzieningen,

b)

uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van redelijke honoraria en de vergoeding van gemaakte kosten in verband met de verlening van juridische diensten, of

c)

uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van honoraria of kosten voor alleen het houden of beheren van bevroren tegoeden of economische middelen.

2.   Indien de in bijlage II genoemde bevoegde autoriteiten van de lidstaten vaststellen dat de vrijgave of de beschikbaarstelling van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen nodig is voor buitengewone uitgaven, stellen zij de andere bevoegde autoriteiten en de Commissie ten minste twee weken vóór die toestemming in kennis van de gronden waarop zij van mening zijn dat die moet worden verleend, zodat zij vooraf de mening van die anderen over de ontwerptoestemming kunnen horen. Twee weken na deze inkennisstelling kunnen zij toestemming verlenen om bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen vrij te geven of beschikbaar te stellen, onder voorwaarden die zij passend achten.

3.   De betrokken bevoegde autoriteiten stellen de bevoegde autoriteiten van de andere lidstaten en de Commissie in kennis van elke op grond van dit artikel verleende toestemming.

Artikel 4

1.   Artikel 2, lid 2, is niet van toepassing op de bijboeking op bevroren rekeningen van

a)

rente of andere inkomsten uit deze rekeningen; of

b)

betalingen die verschuldigd zijn krachtens contracten, overeenkomsten of verplichtingen die zijn gesloten of ontstaan vóór de datum waarop de bepalingen van deze verordening op deze rekeningen van toepassing werden,

mits deze rente, andere inkomsten en betalingen onder artikel 2, lid 1, blijven vallen.

2.   Artikel 2, lid 2, vormt geen belemmering voor de creditering van bevroren rekeningen door financiële instellingen of kredietinstellingen in de EU die tegoeden ontvangen die door derden naar de rekening van een op de lijst voorkomende persoon, organisatie of instantie zijn overgemaakt, op voorwaarde dat de bijgeboekte bedragen eveneens worden bevroren. De financiële instelling of kredietinstelling brengt de bevoegde autoriteiten onverwijld op de hoogte van dergelijke verrichtingen.

Artikel 5

1.   Onverminderd de geldende regels inzake rapportage, vertrouwelijkheid en beroepsgeheim moeten natuurlijke en rechtspersonen, entiteiten en instanties:

a)

alle informatie die de naleving van deze verordening vergemakkelijkt, zoals rekeningen en bedragen die overeenkomstig artikel 2 zijn bevroren, onverwijld verstrekken aan de in bijlage II genoemde bevoegde autoriteiten van de lidstaten waar zij hun woonplaats hebben of waar zij gevestigd zijn, en deze informatie, direct of via deze bevoegde autoriteiten, aan de Commissie doorgeven;

b)

bij de verificatie van deze informatie samenwerken met de in bijlage II genoemde bevoegde autoriteiten.

2.   Alle direct door de Commissie ontvangen aanvullende informatie wordt ter beschikking gesteld van de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaat.

3.   Alle overeenkomstig dit artikel verstrekte of ontvangen informatie mag uitsluitend worden gebruikt voor de doeleinden waarvoor de informatie werd verstrekt of ontvangen.

Artikel 6

De bevriezing van tegoeden of economische middelen of de weigering om tegoeden of economische middelen beschikbaar te stellen, die plaatsvindt in het vertrouwen dat die maatregel in overeenstemming met deze verordening is, mag geen aanleiding geven tot enigerlei aansprakelijkheid van de natuurlijke of rechtspersoon of de entiteit die, dan wel van het lichaam dat deze maatregel uitvoert, of van de directeuren of werknemers daarvan, tenzij het bewijs wordt geleverd dat de tegoeden en economische middelen als gevolg van nalatigheid zijn bevroren.

Artikel 7

De Commissie en de lidstaten stellen elkaar onverwijld in kennis van de krachtens deze verordening getroffen maatregelen en wisselen onderling alle andere voor deze verordening relevante informatie waarover zij beschikken uit, met name betreffende inbreuken, handhavingsproblemen en uitspraken van nationale rechtbanken.

Artikel 8

De Commissie wordt gemachtigd:

a)

bijlage I te wijzigen op basis van besluiten ten aanzien van bijlage IV bij Gemeenschappelijk standpunt 2006/276/GBVB; en

b)

bijlage II te wijzigen op basis van door de lidstaten verstrekte informatie.

Artikel 9

1.   De lidstaten stellen regels vast inzake de sancties die van toepassing zijn op overtreding van de bepalingen van deze verordening, en nemen alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat deze worden toegepast. De sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn.

2.   De lidstaten stellen de Commissie onverwijld in kennis van deze regels na de inwerkingtreding van de verordening, en stellen haar in kennis van eventuele latere wijzigingen.

Artikel 10

Deze verordening is van toepassing:

op het grondgebied van de Gemeenschap, met inbegrip van haar luchtruim;

aan boord van vlieg- of vaartuigen die onder de jurisdictie van een lidstaat vallen;

op alle zich op of buiten het grondgebied van de Gemeenschap bevindende natuurlijke personen die onderdaan van een lidstaat zijn;

op iedere rechtspersoon, entiteit of instantie die overeenkomstig de wetten van een lidstaat is opgericht of erkend;

op iedere rechtspersoon, entiteit of instantie ten aanzien van alle geheel of gedeeltelijk binnen de Gemeenschap verrichte zakelijke transacties.

Artikel 11

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 18 mei 2006.

Voor de Raad

De voorzitter

Franz MORAK


(1)  Zie bladzijde 45 van dit Publicatieblad.


BIJLAGE I

Lijst van personen bedoeld in artikel, lid 2

Naam

(Engelse spelling)

Naam

(Belarussische spelling)

Naam

(Russische spelling)

Geboortedatum

Geboorteplaats

Functie

Lukashenko Aleksandr Grigorievich

(Lukashenka Alaksandr Ryhoravich)

Лукашенка Аляксандр Рьıгоравiч

ЛУКАШЕНКО Александр Григорьевич

30.8.1954

Kopys, district Vitebsk

President

Nevyglas Gennady Nikolaevich

(Nievyhlas Hienadz Mikalaevich)

Невьıглас Генадзь Мiкалаевiч

НЕВЬIГЛАС Геннадий Николаевич

11.2.1954

Parahonsk, district Pinsk

Hoofd van het Kabinet van de President

Petkevich Natalya Vladimirovna

(Piatkevich Natallia Uladzimirauna)

Пяткевiч Наталля Уладзiмiраўна

ПЕТКЕВИЧ Наталья Владимировна

24.10.1972

Minsk

Adjunct-hoofd van het kabinet van de president

Rubinov Anatoly Nikolaevich

(Rubinau Anatol Mikalaevich)

Рубiнаў Анатоль Мiкалаевiч

РУБИНОВ Анатолий Николаевич

15.4.1939

Mogilev

Adjunct-hoofd belast met media en ideologie

Proleskovsky Oleg Vitoldovich

(Pralaskouski Aleh Vitoldavich)

Праляскоўскi Алег Вiтольдавiч

ПРОЛЕСКОВСКИЙ Олег Витольдович

1.10.1963

Zagorsk (Rusland, thans Sergijev Posad)

Medewerker en, hoofd van hoofddepartement ideologie, kabinet van de president

Radkov Aleksandr Mikhailovich

(Radzkou Alaksandr Mikhailavich)

Радзькоў Аляксандр Мiхайлавiч

РАДЬКОВ Александр Михайлович

1.7.1951

Votnya, Вотня Бьıховского района Могилевской области

Minister van Onderwijs

Rusakevich Vladimir Vasilyevich

(Rusakevich Uladzimir Vasilievich)

Русакевiч Уладзiмiр Васiльевiч

РУСАКЕВИЧ Владимир Васильевич

13.9.1947

Vygonoshchi, Вьıгонощи, Брестская область

Minister van Voorlichting

Golovanov Viktor Grigoryevich

(Halavanau Viktar Ryhoravich)

Галаванаў Вiктар Рьıгоравiч

ГОЛОВАНОВ Виктор Григорьевич

1952

Borisov

Minister van Justitie

Zimovsky Alexander Leonidovich

(Zimouski Alaksandr Lieanidavich)

Зiмоўскi Аляксандр Леанiдавiч

ЗИМОВСКИЙ Александр Леонидович

10.1.1961

Duitsland

Lid van de Eerste Kamer van het Parlement;

hoofd van het staatsbedrijf voor radio en televisie

Konoplyev Vladimir Nikolaevich

(Kanapliou Uladzimir Mikalaevich)

Канаплёў Уладзiмiр Мiкалаевiч

КОНОПЛЕВ Владимир Николаевич

3.1.1954

Akulintsy, д. Акулинцьı Могилевского района

Voorzitter van de Tweede Kamer van het Parlement

Cherginets Nikolai Ivanovich

(Charhiniets Mikalai Ivanavich)

Чаргiнец Мiкалай Iванавiч

ЧЕРГИНЕЦ Николай Иванович

17.10.1937

Minsk

Voorzitter van de Commissie buitenlandse zaken van de Eerste Kamer

Kostyan Sergei Ivanovich

(Kastsian Siarhiei Ivanavich)

Касцян Сяргей Iванавiч

КОСТЯН Сергей Иванович

15.1.1941

Usokhi, district Mogilev, Усохи Кличевского района Могилевской области

Voorzitter van de Commissie buitenlandse zaken van de Tweede Kamer

Orda Mikhail Sergeevich

(Orda Mikhail Siarhieevich)

Орда Мiхаiл Сяргеевiч

ОРДА Михаил Сергеевич

28.9.1966

Dyatlovo, district Grodno,

Дятлово Гродненской области

Lid van de Eerste Kamer, leider van de BRSM

Lozovik Nikolai Ivanovich

(Lazavik Mikalai Ivanavich)

Лазавiк Мiкалай Iванавiч

ЛОЗОВИК Николай Иванович

18.1.1951

Nevinyany, district Minsk,

Невиняньı Вилейского р-на Минской обл

Afgevaardigde van de centrale verkiezingscommissie

Miklashevich Petr Petrovich

(Miklashevich Piotr Piatrovich)

Мiклашзвiч Пётр Пятровiч

МИКЛАШЕВИЧ Петр Петрович

1954

Kosuta, district Minsk,

Косута Минской области

Procureur-generaal

Slizhevsky Oleg Leonidovich

(Slizheuski Aleh Leanidavich)

Слiжзўскi Алег Леанiдавiч

СЛИЖЕВСКИЙ Олег Леонидович

 

 

Hoofd van de afdeling sociale organisaties, sociale partners en NGO's, ministerie van Justitie

Khariton Aleksandr

(Kharyton Alaksandr)

Харьıтон Аляксандр

ХАРИТОН Александр

 

 

Adviseur van de afdeling sociale organisaties, sociale partners en NGO's, ministerie van Justitie

Smirnov Evgeny Aleksandrovich

(Smirnou Yauhien Alaksandravich)

Смiрноў Яўген Аляксандравiч

CМИРНОВ Евгений Александрович

15.3.1949

district Ryazan, Rusland

Eerste vice-voorzitter van het Economisch Hof

Reutskaya Nadezhda Zalovna

(Ravutskaya Nadzieja Zalauna)

Равуцкая Надзея Залаўна

РЕУТСКАЯ Надежда Заловна

 

 

Rechter in het district Moskou van Minsk

Trubnikov Nikolai Alekseevich

(Trubnikau Mikalai Alakseevich)

Трубнiкаў Мiкалай Аляксеевiч

ТРУБНИКОВ Николай Алексеевич

 

 

Rechter in het district Partizanskij van Minsk

Kupriyanov Nikolai Mikhailovich

(Kupryianau Mikalai Mikhailavich)

Купрьıянаў Мiкалай Мiхайлавiч

КУПРИЯНОВ Николай Михайлович

 

 

Openbaar aanklager van Minsk

Sukhorenko Stepan Nikolaevich

(Sukharenka Stsiapan Mikalaevich)

Сухарзнка Сцяпан Мiкалаевiч

СУХОРЕНКО Степан Николаевич

27.1.1957

Zdudichi, district Mogilev,

Здудичи Светлогорского района Гомельской области

Voorzitter van de KGB

Dementei Vasily Ivanovich

(Dzemiantsiei Vasil Ivanavich)

Дземянцей Васiль Iванавiч

ДЕМЕНТЕЙ Василий Иванович

 

 

Eerste vice-voorzitter, KGB

Kozik Leonid Petrovich

(Kozik Leanid Piatrovich)

Козiк Леанiд Пятровiч

КОЗИК Леонид Петрович

13.7.1948

Borisov

Hoofd van de federatie van vakbonden

Koleda Alexandr Mikhailovich

(Kalada Alaksandr Mikhailavich)

Каляда Аляксандр Мiхайлавiч

КОЛЕДА Александр Михайлович

 

 

Voorzitter van de verkiezingscommissie van de regio Brest

Mikhasev Vladimir Ilyich

(Mikhasiou Uladzimir Iliich)

Мiхасёў Уладзiмiр Iльiч

МИХАСЕВ Владимир Ильич

 

 

Voorzitter van de centrale verkiezingscommissie van de regio Gomel

Luchina Leonid Aleksandrovich

Лучьıна Леанiд Аляксандравiч

ЛУЧИНА Леонид Александрович

18.11.1947

Minsk oblast

Voorzitter van de centrale verkiezingscommissie van de regio Grodno

Karpenko Igor Vasilievich

(Karpenka Ihar Vasilievich)

Карпенка Iгар Васiльевiч

КАРПЕНКО Игорь Васильевич

28.4.1964

Novokuznetsk, Rusland

Новокузнецк Кемеровской области, Россия

Voorzitter van de centrale verkiezingscommissie van de stad Minsk

Kurlovich Vladimir Anatolievich

(Kurlovich Uladzimir Anatolievich)

Курловiч Уладзiмiр Анатольевiч

КУРЛОВИЧ Владимир Анатольевич

 

 

Voorzitter van de centrale verkiezingscommissie van de regio Minsk

Metelitsa Nikolai Timofeevich

(Miatsielitsa Mikalai Tsimafeevich)

Мяцелiца Мiкалай Цiмафеевiч

МЕТЕЛИЦА Николай Тимофеевич

 

 

Voorzitter van de centrale verkiezingscommissie van de regio Mogilev

Pishchulenok Mikhail Vasilievich

(Pishchulenak Mikhail Vasilievich)

Пiшчулёнак Мiхаiл Васiльевiч

ПИЩУЛЕНОК Михаил Васильевич

 

 

Voorzitter van de centrale verkiezingscommissie van de regio Vitebsk

Sheyman (Sheiman), Victor Vladimirovich

 

 

26.5.1958

regio Grodno

Staatssecretaris van de veiligheidsraad

Pavlichenko (Pavliuchenko), Dmitri (Dmitry) Valeriyevich

 

 

1966

Vitebsk

Hoofd van de speciale reactiegroep bij het ministerie van Binnenlandse Zaken

Naumov, Vladimir Vladimïrovich

 

 

1956

 

Minister van Binnenlandse Zaken

Yermoshina Lydia Mihajlovna

 

 

29.1.1953

Slutsk (regio Minsk)

Voorzitter van de centrale verkiezingscommissie

Podobed Yuri Nikolaevich

 

 

5.3.1962

Slutsk (regio Minsk)

Luitenant-kolonel van de speciale politie-eenheid (OMON), ministerie van Binnenlandse Zaken


BIJLAGE II

Lijst van bevoegde autoriteiten

BELGIË

Voor bevriezing van tegoeden, financiering en financiële bijstand:

Service Public Fédéral des Finances

Administration de la Trésorerie

30 Avenue des Arts

B-1040 Bruxelles

Fax (32-2) 233 74 65

E-mail: Quesfinvragen.tf@minfin.fed.be

Federale Overheidsdienst Financiën

Administratie van de Thesaurie

Kunstlaan 30

B-1040 Brussel

Fax (32-2) 233 74 65

E-mail: Quesfinvragen.tf@minfin.fed.be

TSJECHIË

Ministerstvo financí

Finanční analytický útvar

P.O. Box 675

Jindřišská 14

111 21 Praha 1

Tel: +420 25704 4501

Fax: +420 25704 4502

Ministerstvo zahraničních věcí

Odbor společné zahraniční a bezpečnostní politiky EU

Loretánské nám. 5

118 00 Praha 1

Tel: + 420 2 2418 2987

Fax: + 420 2 2418 4080

DENEMARKEN

Erhvervs- og Byggestyrelsen

Dahlerups Pakhus

Langelinie Allé 17

DK-2100 København Ø

Tel. (45) 35 46 60 00

Fax (45) 35 46 60 01

Udenrigsministeriet

Asiatisk Plads 2

DK-1448 København K

Tel. (45) 33 92 00 00

Fax (45) 32 54 05 33

Justitsministeriet

Slotsholmsgade 10

DK-1216 København K

Tel. (45) 33 92 33 40

Fax (45) 33 93 35 10

DUITSLAND

Voor tegoeden:

Deutsche Bundesbank

Servicezentrum Finanzsanktionen

Postfach

D-80281 München

Tel. (49-89) 2889 3800

Fax (49-69) 70 90 97 38 00

Voor economische middelen:

voor informatie over economische middelen overeenkomstig artikel 5

Bundesministerium für Wirtschaft und Technologie

Referat V B 2

Scharnhorststraße 34-37

10115 Berlin

Tel.: (49-03018) 6 15-9

Fax: (49-03018) 6 15-53 58

E-Mail: BUERO-VB2@bmwa.bund.de

voor toestemming voor economische middelen overeenkomstig artikel 3

Bundesamt für Wirtschafts und Ausfuhrkontrolle (BAFA)

Frankfurter Straße 29-35

D-65760 Eschborn

Tel. (49) 61 96 908-0

Fax (49) 61 96 908-800

ESTLAND

Eesti Välisministeerium

Islandi väljak 1

15049 Tallinn

Tel: +372 6 317 100

Fax: +372 6 317 199

Finantsinspektsioon

Sakala 4

15030 Tallinn

Tel: +372 6680500

Fax: +372 6680501

GRIEKENLAND

A.

Bevriezing van activa

Ministry of Economy and Finance

General Directory of Economic Policy

Address: 5 Nikis Str., 101 80

Athens, Greece

Tel.: + 30 210 3332786

Fax: + 30 210 3332810

Α.

Δέσμευση κεφαλαίων

Υπουργείο Οικονομίας και Οικονομικών

Γενική Δ/νσηΟικονομικής Πολιτικής

Δ/νση: Νίκης 5, ΑΘΗΝΑ 101 80

Τηλ.: + 30 210 3332786

Φαξ: + 30 210 3332810

B.

Invoer- en uitvoerbeperkingen

Ministry of Economy and Finance

General Directorate for Policy Planning and Management

Address Kornaroy Str.,

GR-105 63 Athens

Tel.: + 30 210 3286401-3

Fax.: + 30 210 3286404

Β.

Περιορισμοί εισαγωγών — εξαγωγών

Υπουργείο Οικονομίας και Οικονομικών

Γενική Δ/νσηΣχεδιασμού και Διαχείρισης Πολιτικής

Δ/νση: Κορνάρου 1, Τ.Κ. 105 63

Αθήνα — Ελλάς

Τηλ.: + 30 210 3286401-3

Φαξ: + 30 210 3286404

SPANJE

Ministerio de Industria, Comercio y Turismo

Secretaría General de Comercio Exterior

Paseo de la Castellana, 162

E-28046 Madrid

Tel. (34) 913 49 38 60

Fax (34) 914 57 28 63

Ministerio de Economía y Hacienda

Dirección General del Tesoro y Política Financiera

Subdirección General de Inspección y Control De Movimientos de Capitales

Paseo del Prado, 6

E-28014 Madrid

Tel. (34) 91 209 95 11

Fax (34) 91 209 96 56

FRANKRIJK

Ministère de l'économie, des finances et de l'industrie

Direction générale des douanes et des droits indirects

Cellule embargo — Bureau E2

Tél.: (33) 1 44 74 48 93

Télécopie: (33) 1 44 74 48 97

Ministère de l'économie, des finances et de l'industrie

Direction du Trésor et de la politique économique

Service des affaires multilatérales et de développement

Sous-direction Multicom

139, rue du Bercy

75572 Paris Cedex 12

Tél.: (33) 1 44 87 72 85

Télécopie: (33) 1 53 18 96 55

Ministère des Affaires étrangères

Direction de la coopération européenne

Sous-direction des relations extérieures de la Communauté

Tél.: (33) 1 43 17 44 52

Télécopie: (33) 1 43 17 56 95

Direction générale des affaires politiques et de sécurité

Service de la Politique Étrangère et de Sécurité Commune

Tél.: (33) 1 43 17 45 16

Télécopie: (33) 1 43 17 45 84

IERLAND

Central Bank and Financial Services Authority of Ireland

Financial Markets Department

PO Box No 559

Dame Street

Dublin 2

Tel. (353) 1 434 4000

Fax (353) 1 671 6561

Department of Foreign Affairs

Russia, Eastern Europe, Central Asia Section

Political Division

80 St. Stephen's Green

Dublin 2

Tel. (353) 1 408 21 92

Fax (353) 1 408 20 43

Department of Enterprise, Trade and Employment

Export Licensing Unit

Block C

Earlsfort Centre

Lower Hatch St.

Dublin 2

Tel. (353) 1 631 25 34

Fax (353) 1 631 25 62

ITALIË

Ministero degli Affari Esteri

Piazzale della Farnesina, 1

I-00194 Roma

D.G.A.U. — Ufficio IV

Tel. (39) 06 3691 3645

Fax. (39) 06 3691 2335

Ministero dell'Economia e delle Finanze

Dipartimento del Tesoro

Comitato di Sicurezza Finanziaria

Via XX Settembre, 97

I-00187 Roma

Tel. (39) 06 4761 3942

Fax. (39) 06 4761 3032

CYPRUS

Υπουργείο Εξωτερικών

Λεωφ. Προεδρικού Μεγάρου

1447 Λευκωσία

Τηλ: +357-22-300600

Φαξ: +357-22-661881

Ministry of Foreign Affairs

Presidential Palace Avenue

1447 Nicosia

Tel: +357-22-300600

Fax: +357-22-661881

LETLAND

Latvijas Republikas Ārlietu ministrija

Brīvības iela 36

Rīga, LV 1395

Tel. Nr. (371) 7016201

Fax Nr. (371) 7828121

Noziedzīgi iegūto līdzekļu legalizācijas novēršanas dienests

Kalpaka bulvārī 6

Rīga, LV 1081

Tel: (371) 7044431

Fax: (371) 7044549

LITOUWEN

Security Policy Department

Ministry of Foreign Affairs

J.Tumo-Vaižganto 2

LT-01511 Vilnius

Tel: (370-5) 236 25 16

Fax: (370-5) 231 30 90

LUXEMBURG

Ministère des Affaires Étrangères

Direction des relations économiques internationales

6, rue de la Congrégation

L-1352 Luxembourg

Tel. (352) 478 23 46

Fax (352) 22 20 48

Ministère des Finances

3, rue de la Congrégation

L-1352 Luxembourg

Tel. (352) 478-2712

Fax (352) 47 52 41

HONGARIJE

 

Artikel 4

Ministry of Economic Affairs and Transport – Hungarian Trade

Licencing Office

Margit krt. 85.

H-1024 Budapest

Hungary

Postbox: 1537 Pf.: 345

Tel.: +36-1-336-7300

Gazdasági és Közlekedési Minisztérium – Kereskedelmi Engedélyezési Hivatal

Margit krt. 85.

H-1024 Budapest

Magyarország

Postafiók: 1537 Pf.: 345

Tel.: +36-1-336-7300

 

Artikel 7

Hungarian National Police

Teve u. 4–6.

H-1139 Budapest

Hungary

Tel./fax: +36-1-443-5554

Országos Rendőrfőkapitányság

1139 Budapest, Teve u. 4–6.

Magyarország

Tel./fax: +36-1-443-5554

 

Artikel 8

Ministry of Finance

József nádor tér. 2–4.

H-1051 Budapest

Hungary

Postbox: 1369 Pf.: 481

Tel.: +36-1-318-2066, +36-1-327-2100

Fax: +36-1-318-2570, +36-1-327-2749

Pénzügyminisztérium

1051 Budapest, József nádor tér 2–4.

Magyarország

Postafiók: 1369 Pf.: 481

Tel.: +36-1-318-2066, +36-1-327-2100

Fax: +36-1-318-2570, +36-1-327-2749

MALTA

Bord ta' Sorveljanza dwar is-Sanzjonijiet

Direttorat ta' l-Affarijiet Multilaterali

Ministeru ta' l-Affarijiet Barranin

Palazzo Parisio

Triq il-Merkanti

Valletta CMR 02

Tel: +356 21 24 28 53

Fax: +356 21 25 15 20

NEDERLAND

Belastingdienst/Douane Noord

Centrale Dienst In- en Uitvoer

Engelse Kamp 2

Postbus 30003

9700 RD Groningen

tel: 050-523 2600

fax: 050-523 2183

Minister van Financiën

Directie Financiële Markten/Afdeling Integriteit

Postbus 20201

NL-2500 EE Den Haag

Tel.: (31-70) 342 8997

Fax: (31-70) 342 7984

OOSTENRIJK

Österreichische Nationalbank

Otto Wagner Platz 3,

A-1090 Wien

Tel. (01-4042043 1) 404 20-0

Fax (43 1) 404 20-73 99

POLEN

Ministerstwo Spraw Zagranicznych

Departament Prawno – Traktatowy

Al. J. CH. Szucha 23

PL-00-580 Warszawa

Tel. (48 22) 523 93 48

Fax (48 22) 523 91 29

Ministerstwo Finansów

Generalny Inspektor Informacji Finansowej

ul. Świętokrzyska 12

PL-00-916 Warszawa

Tel. (48 22) 694 59 70

Fax (48 22) 694 54 50

PORTUGAL

Ministério dos Negócios Estrangeiros

Direcção-Geral dos Assuntos Multilaterais

Largo do Rilvas

P-1350-179 Lisboa

Tel. (351) 21 394 60 72

Fax (351) 21 394 60 73

Ministério das Finanças

Direcção-Geral dos Assuntos Europeus e Relações Internacionais

Avenida Infante D. Henrique, n.o 1, C 2.o

P-1100 Lisboa

Tel. (351) 21 882 32 40/47

Fax (351) 21 882 32 49

SLOVENIË

Bank of Slovenia

Slovenska 35

1505 Ljubljana

Tel: +386 (1) 471 90 00

Fax: +386 (1) 251 55 16

http://www.bsi.si

Ministry of Finance

Župančičeva 3

1502 Ljubljana

Tel: +386 (1) 369 66 31

Fax: +386 (1) 369 66 59

Ministry of Foreign Affairs

Prešernova 25

1000 Ljubljana

Tel: +386 1 478 20 00

Fax: +386 1 478 23 47

http://www.gov.si/mzz

SLOWAKIJE

Ministerstvo financií SR

Štefanovičova 5

P.O. BOX 82

817 82 Bratislava

Tel: 00421 2 5958 1111

Fax: 00421 2 5249 3048

FINLAND

Ulkoasiainministeriö/Utrikesministeriet

PL/PB 176

FI-00161 Helsinki/Helsingfors

Tel. (358-9) 160 05

Fax (358-9) 16 05 57 07

ZWEDEN

 

Artikel 3

Försäkringskassan

SE-103 51 Stockholm

Tfn (46-8) 786 90 00

Fax (46-8) 411 27 89

 

Artikelen 4 en 5

Finansinspektionen

Box 6750

SE-113 85 Stockholm

Tfn (46-8) 787 80 00

Fax (46-8) 24 13 35

VERENIGD KONINKRIJK

HM Treasury

Financial Sanctions Unit

Financial Crime Team

1, Horse Guards Road

London SW1A 2HQ

United Kingdom

Tel. (44-207) 270-5977

Fax (44-207) 270-5430

Bank of England

Financial Sanctions Unit

Threadneedle Street

London EC2R 8AH

United Kingdom

Tel. (44-207) 601 4607

Fax (44 207) 601 4309

Voor Gibraltar:

Chief Secretary

Government Secretariat

No 6 Convent Place

Gibraltar

Tel. (350) 75707

Fax (350) 5875700

Adres voor kennisgeving aan de Europese Commissie:

European Commission

DG External Relations

Directorate A. Crisis Platform and Policy Coordination in CFSP

Unit A2. Crisis Management and Conflict Prevention

CHAR 12/106

B-1049 Bruxelles/Brussel (Belgium)

E-mail: relex-sanctions@ec.europa.eu

Tel. (32 2) 295 55 85/299 11 76

Fax: (32 2) 299 08 73


20.5.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 134/12


VERORDENING (EG) Nr. 766/2006 VAN DE COMMISSIE

van 19 mei 2006

tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 3223/94 van de Commissie van 21 december 1994 houdende uitvoeringsbepalingen van de invoerregeling voor groenten en fruit (1), en met name op artikel 4, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In Verordening (EG) nr. 3223/94 zijn op grond van de multilaterale handelsbesprekingen in het kader van de Uruguayronde de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de periodes die in de bijlage bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt.

(2)

Op grond van de bovenvermelde criteria moeten de forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld op de in de bijlage bij deze verordening vermelde niveaus,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 3223/94 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld zoals aangegeven in de tabel in de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 20 mei 2006.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 19 mei 2006.

Voor de Commissie

J. L. DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 337 van 24.12.1994, blz. 66. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 386/2005 (PB L 62 van 9.3.2005, blz. 3).


BIJLAGE

bij de verordening van de Commissie van 19 mei 2006 tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

(EUR/100 kg)

GN-code

Code derde landen (1)

Forfaitaire invoerwaarde

0702 00 00

052

122,4

204

46,4

212

113,4

999

94,1

0707 00 05

052

82,4

628

151,2

999

116,8

0709 90 70

052

103,4

999

103,4

0805 10 20

052

36,5

204

37,4

212

64,4

220

41,5

448

46,6

624

48,2

999

45,8

0805 50 10

052

42,5

388

59,4

508

51,3

528

58,6

999

53,0

0808 10 80

388

86,8

400

108,8

404

115,5

508

72,5

512

87,1

524

88,6

528

94,9

720

107,3

804

109,3

999

96,8


(1)  Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 750/2005 van de Commissie (PB L 126 van 19.5.2005, blz. 12). De code „999” staat voor „andere oorsprong”.


20.5.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 134/14


VERORDENING (EG) Nr. 767/2006 VAN DE COMMISSIE

van 19 mei 2006

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1081/1999 betreffende de opening en de wijze van beheer van communautaire tariefcontingenten voor stieren, koeien en vaarzen, niet bestemd voor de slacht, van bepaalde bergrassen

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 1254/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees (1), en met name op artikel 32, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EG) nr. 1081/1999 van de Commissie (2) heeft betrekking op de opening en de wijze van beheer van een meerjarig tariefcontingent voor de invoer van bepaalde levende runderen.

(2)

De in Verordening (EG) nr. 1081/1999 vastgestelde invoercontingenten worden met ingang van 1 juli 2006 aangepast krachtens de Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika in het kader van artikel XXIV, lid 6, en artikel XXVIII van de Algemene Overeenkomst inzake tarieven en handel (GATT) 1994 (3), die is goedgekeurd bij Besluit 2006/333/EG van de Raad (4).

(3)

Om rekening te houden met de hoeveelheden die voor de invoer in het kader van dit contingent beschikbaar zijn en om het beheer van het contingent te vereenvoudigen, verdient het aanbeveling de tweede, in artikel 9 van Verordening (EG) nr. 1081/1999 bedoelde toewijzingsronde te schrappen.

(4)

Verordening (EG) nr. 1081/1999 moet dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(5)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor rundvlees,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 1081/1999 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Artikel 1, lid 1, in de vierde kolom „Contingent (aantal dieren)” van de tabel:

a)

wordt, met betrekking tot volgnummer 09.0001, „5 000” vervangen door „710”;

b)

wordt, met betrekking tot volgnummer 09.0003, „5 000” vervangen door „711”.

2)

Artikel 2, lid 1, wordt vervangen door:

„1.   De twee in artikel 1, lid 1, bedoelde contingenten worden gesplitst in twee delen van respectievelijk 500 dieren en 210 dieren voor volgnummer 09.0001, en van respectievelijk 500 dieren en 211 dieren voor volgnummer 09.0003.

a)

Het eerste deel van elk contingent wordt verdeeld onder de importeurs van de Gemeenschap die kunnen aantonen dat ze in de loop van de 36 maanden die aan het betrokken jaar van invoer voorafgaan dieren hebben ingevoerd die onder de contingenten met volgnummer 09.0001 en/of 09.0003 vallen.

De lidstaten mogen evenwel rechten op invoer uit hoofde van het voorgaande jaar van invoer, die door een administratieve vergissing van de bevoegde nationale instantie niet zijn toegekend, maar waarop de importeur aanspraak zou hebben kunnen maken, als referentiehoeveelheid accepteren.

b)

Het tweede deel van elk contingent wordt verdeeld onder de importeurs die kunnen aantonen dat ze in de loop van de twaalf maanden die aan het betrokken jaar van invoer voorafgaan ten minste 75 levende runderen van GN-code 0102 uit derde landen hebben ingevoerd.”.

3)

Artikel 9 wordt geschrapt.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 juli 2006.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 19 mei 2006.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 160 van 26.6.1999, blz. 21. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1913/2005 (PB L 307 van 25.11.2005, blz. 2).

(2)  PB L 131 van 27.5.1999, blz. 15. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1096/2001 (PB L 150 van 6.6.2001, blz. 33).

(3)  PB L 124 van 11.5.2006, blz. 15.

(4)  PB L 124 van 11.5.2006, blz. 13.


20.5.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 134/16


VERORDENING (EG) Nr. 768/2006 VAN DE COMMISSIE

van 19 mei 2006

tot uitvoering van Richtlijn 2004/36/EG van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de verzameling en uitwisseling van informatie over de veiligheid van luchtvaartuigen uit derde landen die gebruik maken van luchthavens in de Gemeenschap en het beheer van het informatiesysteem

(Voor de EER relevante tekst)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 2004/36/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 inzake de veiligheid van luchtvaartuigen uit derde landen die gebruik maken van luchthavens in de Gemeenschap (1), en met name op artikel 8, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Richtlijn 2004/36/EG beoogt de invoering van een geharmoniseerde aanpak voor de effectieve handhaving van internationale veiligheidsnormen binnen de Gemeenschap. Hiervoor moeten de voorschriften en procedures voor platforminspecties van luchtvaartuigen uit derde landen die in de lidstaten gelegen luchthavens aandoen, worden geharmoniseerd. De lidstaten moeten platforminspecties uitvoeren van luchtvaartuigen uit derde landen die ervan verdacht worden niet aan de internationale veiligheidsnormen te voldoen wanneer deze luchtvaartuigen landen op één van hun luchthavens die ingevolge een geharmoniseerde procedure zijn opengesteld voor internationaal luchtverkeer, en moeten deelnemen aan de verzameling en uitwisseling van informatie over de uitgevoerde platforminspecties.

(2)

De lidstaten kunnen zich grotendeels kwijten van de verplichtingen waaraan zij uit hoofde van Richtlijn 2004/36/EG onderhevig zijn door deel te nemen aan het programma voor veiligheidsevaluatie van buitenlandse vliegtuigen (Safety Assessment of Foreign Aircraft, SAFA), dat in 1996 door de Europese Burgerluchtvaartconferentie (European Civil Aviation Conference, ECAC) is opgezet en waarvan het beheer aan de Gezamenlijke Luchtvaartautoriteiten (Joint Aviation Authorities, JAA) is toevertrouwd. De JAA beheren de SAFA-gegevensbank, vergemakkelijken de geharmoniseerde opleiding van de inspecteurs en het personeel die aan het programma deelnemen en zien toe op de ontwikkeling van procedures en voorstellen ter verbetering van het programma en de instrumenten ervan en op de rapportering van de verzamelde informatie.

(3)

Het bij Richtlijn 2004/36/EG opgezette systeem voor de verzameling en uitwisseling van informatie, waarbij één gespecialiseerd deskundig orgaan verantwoordelijk wordt gesteld voor het beheer van het SAFA-systeem in de Gemeenschap, moet worden verbeterd.

(4)

Bij Verordening (EG) nr. 1592/2002 van het Europees Parlement en de Raad (2) is een Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart opgericht; dit is een gespecialiseerd deskundig orgaan dat tot taak heeft bijstand te verlenen aan de Commissie en de nodige maatregelen te nemen binnen de bevoegdheden die het krachtens die verordening of andere Gemeenschapswetgeving heeft gekregen.

(5)

In het kader van de huidige overgang van het JAA-systeem naar het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart moeten de taken in verband met het SAFA-programma, die tot dusver door de JAA werden uitgevoerd, aan het Agentschap worden toevertrouwd. Deze overdracht moet het programma versterken en de voortzetting ervan garanderen.

(6)

Om het SAFA-programma te kunnen voortzetten en accurate informatie te kunnen uitwisselen over de veiligheid van luchtvaartuigen die gebruik maken van luchthavens in de Gemeenschap, moet zoveel mogelijk informatie in het communautaire SAFA-systeem worden ingevoerd, inclusief de verslagen over platforminspecties die niet vereist zijn krachtens Richtlijn 2004/36/EG maar die zijn uitgevoerd in overeenstemming met de in bijlage II van Richtlijn 2004/36/EG vastgestelde procedure.

(7)

Het communautaire SAFA-systeem moet garanderen dat de toegevoegde waarde van de operationele en technische samenwerking met internationale organisaties behouden blijft.

(8)

Het communautaire SAFA-systeem moet ook worden aangevuld met passende activiteiten die erop gericht zijn gemeenschappelijke normen voor de uitvoering van platforminspecties tot stand te brengen, zoals het behoud van de handleiding voor platforminspecties en de voortzetting van de door de JAA ontwikkelde opleidingsactiviteiten.

(9)

Algemeen wordt erkend dat de betrokkenheid van derde landen verder moet worden nagestreefd om de verbetering van de veiligheid van de burgerluchtvaart in heel Europa te vergemakkelijken. Om de overgang naadloos te laten verlopen moet de deelname van derde landen aan het communautaire SAFA-systeem, overeenkomstig de relevante overeenkomsten, worden aangemoedigd en bevorderd.

(10)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 12 van Verordening (EEG) nr. 3922/1991 (3) van de Raad opgerichte comité,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

In deze verordening wordt onder „communautair SAFA-systeem” verstaan: het bij Richtlijn 2004/36/EG en de onderhavige verordening opgezette systeem voor de verzameling, uitwisseling en analyse van informatie over de veiligheid van luchtvaartuigen en luchtvaartexploitanten.

Artikel 2

1.   Het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart beheert en exploiteert de instrumenten en procedures die nodig zijn voor de verzameling en uitwisseling van:

1)

de in de artikelen 3, 4 en 5 van Richtlijn 2004/36/EG vermelde informatie,

2)

de informatie die verstrekt is door derde landen of internationale organisaties waarmee passende overeenkomsten zijn gesloten door de Gemeenschap of door organisaties waarmee EASA passende overeenkomsten heeft gesloten overeenkomstig artikel 18, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1592/2002.

2.   Het beheer omvat de volgende taken:

1)

het verzamelen van gegevens van de lidstaten die relevant zijn voor de veiligheidsinformatie over luchtvaartuigen die gebruik maken van in de Gemeenschap gelegen luchthavens;

2)

het ontwikkelen, bijhouden en voortdurend bijwerken van een gecentraliseerde gegevensbank met:

a)

alle informatie die de lidstaten moeten verzamelen en beschikbaar stellen overeenkomstig de artikelen 3, 4 en 5 van Richtlijn 2004/36/EG,

b)

alle andere relevante informatie over de veiligheid van luchtvaartuigen en luchtvaartexploitanten;

3)

het aanbrengen van de nodige wijzigingen en verbeteringen aan de gegevensbanktoepassing;

4)

het analyseren van de informatie in de gecentraliseerde gegevensbank en de andere relevante informatie over de veiligheid van luchtvaartuigen en luchtvaartexploitanten, en op basis daarvan:

a)

advies verstrekken aan de Commissie en de bevoegde instanties van de lidstaten over onmiddellijk te nemen maatregelen of follow-upbeleid;

b)

verslag uitbrengen aan de Commissie en de bevoegde instanties van de lidstaten over mogelijke veiligheidsproblemen;

c)

gecoördineerde acties voorstellen aan de Commissie en de bevoegde instanties van de lidstaten wanneer dit om veiligheidsredenen nodig is en zorgen voor de technische coördinatie van dergelijke acties;

5)

het onderhouden van contacten met andere Europese instellingen en organen, internationale organisaties en nationale luchtvaartautoriteiten met het oog op informatie-uitwisseling;

6)

het adviseren van de Commissie over de toekomstige ontwikkeling en strategie van het communautaire SAFA-systeem.

Artikel 3

1.   De lidstaten voeren onverwijld de volgende informatie in de gecentraliseerde gegevensbank in:

1)

de in artikel 4, lid 4, van Richtlijn 2004/36/EG bedoelde verslagen van platforminspecties,

2)

de platforminspecties die niet vereist zijn krachtens Richtlijn 2004/36/EG maar die zijn uitgevoerd in overeenstemming met de in bijlage II van Richtlijn 2004/36/EG vastgestelde procedure.

2.   De lidstaten delen het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart alle informatie mee die nuttig is voor de toepassing van Richtlijn 2004/36/EG en die het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart in staat stelt alle hem krachtens deze verordening toegewezen taken uit te voeren, inclusief de in artikel 3 van Richtlijn 2004/36/EG vermelde informatie.

Artikel 4

Het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart:

1)

dient bij de Commissie een voorstel in voor een handleiding voor platforminspectieprocedures en, indien nodig, voor de verdere ontwikkeling en bijwerking van de handleiding en van de bijlagen bij Richtlijn 2004/36/EG;

2)

ontwikkelt opleidingsprogramma's en bevordert de organisatie en uitvoering van cursussen en workshops voor inspecteurs, zodat deze het communautaire SAFA-systeem beter begrijpen en een gemeenschappelijke norm voor de uitvoering van platforminspecties tot stand kunnen brengen;

3)

stimuleert en coördineert een uitwisselingsprogramma dat inspecteurs in staat stelt praktische ervaring op te doen en dat bijdraagt tot de harmonisering van de procedures.

Artikel 5

1.   Het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart stelt jaarlijks de volgende documenten op en verstuurt deze naar de Commissie:

1)

een verslag over het communautaire SAFA-systeem, met minstens de volgende informatie:

a)

de stand van zaken met betrekking tot de voortgang van het systeem, inclusief de verwezenlijkingen op het gebied van de verzameling en uitwisseling van informatie, de gegevensbank, de handleiding voor platforminspecties en de opleidingsacties;

b)

de stand van zaken met betrekking tot de in de loop van het jaar uitgevoerde inspecties;

c)

een analyse van de inspectieresultaten, met een indicatie van de categorieën bevindingen;

d)

in de loop van het jaar uitgevoerde acties; en

e)

bijlagen met lijsten van de uitgevoerde inspecties, geordend volgens de staat van het toestel, het type luchtvaartuig, de exploitant en het aantal vastgestelde problemen per geïnspecteerd punt;

2)

een voorstel voor een openbaar informatieverslag met een analyse van alle informatie die overeenkomstig artikel 5 van Richtlijn 2004/36/EG is ontvangen.

2.   Overeenkomstig de procedure van artikel 10, lid 5, van Richtlijn 2004/36/EG raadpleegt de Commissie het comité inzake veiligheid van de luchtvaart met betrekking tot het in lid 1 vermelde verslag over het communautaire SAFA-systeem.

Artikel 6

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

De artikelen 1 tot en met 5 zijn van toepassing met ingang van 1 januari 2007.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 19 mei 2006.

Voor de Commissie

Jacques BARROT

Vice-voorzitter


(1)  PB L 143 van 30.4.2004, blz. 76.

(2)  PB L 240 van 7.9.2002, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1643/2003 (PB L 245 van 29.9.2003, blz. 7).

(3)  PB L 373 van 31.12.1991, blz. 4. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1592/2002 (PB L 240 van 7.9.2002, blz. 1).


20.5.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 134/19


VERORDENING (EG) Nr. 769/2006 VAN DE COMMISSIE

van 19 mei 2006

houdende schorsing, met ingang van 23 mei 2006, van de mogelijkheid tot indiening van uitvoercertificaataanvragen voor C-suiker en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 493/2006 met betrekking tot de voor C-suiker geldende overgangsmaatregelen

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad van 20 februari 2006 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (1), en met name op artikel 44,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Overeenkomst inzake de landbouw die in het kader van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguay-Ronde (2) en overeenkomstig artikel 300 van het Verdrag is gesloten, bevat kwantitatieve beperkingen en beperkingen naar waarde van de gesubsidieerde uitvoer van de Gemeenschap. Als gevolg van de conclusies van de beroepsinstantie van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) van 19 mei 2005 moet de uitvoer van C-suiker worden meegerekend in de bovengenoemde beperkingen. De Gemeenschap heeft nog tot en met 22 mei 2006 de tijd om aan haar verplichtingen in het kader van de WTO te voldoen.

(2)

In artikel 13, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1260/2001 van de Raad van 19 juni 2001 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (3) is met name bepaald dat niet-overgedragen C-suiker moet worden uitgevoerd. In Verordening (EG) nr. 318/2006, die van toepassing is met ingang van 1 juli 2006, is een dergelijke verplichting niet meer opgenomen voor suiker van het verkoopseizoen 2006/2007 die buiten het quotum is geproduceerd. In artikel 44 van deze laatste verordening is bepaald dat maatregelen kunnen worden vastgesteld, enerzijds om de overgang te vergemakkelijken van de marktsituatie in het verkoopseizoen 2005/2006 naar de marktsituatie in het verkoopseizoen 2006/2007 en anderzijds om ervoor te zorgen dat de Gemeenschap zich houdt aan haar internationale verplichtingen met betrekking tot C-suiker van het verkoopseizoen 2005/2006.

(3)

Op grond van artikel 44 van Verordening (EG) nr. 318/2006 is in artikel 2, lid 1, van Verordening (EG) nr. 493/2006 van de Commissie van 27 maart 2006 inzake overgangsmaatregelen in het kader van de hervorming van de gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker, en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 1265/2001 en (EG) nr. 314/2002 (4) bepaald dat, met ingang van 1 juli 2006, C-suiker van het verkoopseizoen 2005/2006 die niet kan worden overgedragen noch uitgevoerd, wordt beschouwd als buiten het quotum geproduceerde suiker in de zin van Verordening (EG) nr. 318/2006 die is geproduceerd in het verkoopseizoen 2006/2007.

(4)

In artikel 27, lid 14, van Verordening (EG) nr. 1260/2001 is bepaald dat de inachtneming van de maxima met betrekking tot de hoeveelheden, voortvloeiende uit de overeenkomstig artikel 300 van het Verdrag gesloten overeenkomsten, wordt gewaarborgd door middel van de uitvoercertificaten die worden afgegeven voor de daarin vermelde referentieperiodes voor de betrokken producten.

(5)

Met inachtneming van de voor de Europese Gemeenschap uit de WTO-overeenkomsten voortvloeiende verplichtingen, moet derhalve enerzijds worden afgeweken van de verplichting tot uitvoer van C-suiker, door de mogelijkheid tot indiening van uitvoercertificaataanvragen voor C-suiker te schorsen met ingang van 23 mei 2006 en door anderzijds voor C-suiker die niet wordt uitgevoerd met een vóór 23 mei 2006 afgegeven uitvoercertificaat de in artikel 2 van Verordening (EG) nr. 493/2006 vastgestelde overgangsregeling toe te passen.

(6)

Verordening (EG) nr. 493/2006 moet derhalve worden gewijzigd.

(7)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor suiker,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Het indienen van uitvoercertificaataanvragen voor C-suiker overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1464/95 van de Commissie (5) wordt geschorst met ingang van 23 mei 2006. Uitvoercertificaataanvragen die worden ingediend tijdens de schorsingsperiode, zijn niet ontvankelijk.

Voor C-suiker afgegeven uitvoercertificaten die op 22 mei 2006 nog niet zijn gebruikt, mogen aan de instantie van afgifte worden teruggezonden zolang de certificaten geldig zijn. In dat geval wordt, in afwijking van artikel 35 van Verordening (EG) nr. 1291/2000 van de Commissie (6), de zekerheid onverwijld vrijgegeven.

Artikel 2

Verordening (EG) nr. 493/2006 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Artikel 2, lid 1, wordt vervangen door:

„1.   Onverminderd de overeenkomstig artikel 1 van deze verordening genomen besluiten tot overboeking wordt C-suiker van het verkoopseizoen 2005/2006 die niet is uitgevoerd met een vóór 23 mei 2006 afgegeven uitvoercertificaat, met ingang van die datum beschouwd als buiten het quotum geproduceerde suiker in de zin van artikel 12 van Verordening (EG) nr. 318/2006 die is geproduceerd in het verkoopseizoen 2006/2007.”.

2)

Aan artikel 13, tweede alinea, wordt de volgende zin toegevoegd:

„Artikel 2 is van toepassing met ingang van 23 mei 2006.”.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 23 mei 2006.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 19 mei 2006.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 58 van 28.2.2006, blz. 1.

(2)  PB L 336 van 23.12.1994, blz. 22.

(3)  PB L 178 van 30.6.2001, blz. 1. Verordening ingetrokken bij Verordening (EG) nr. 318/2006.

(4)  PB L 89 van 28.3.2006, blz. 11.

(5)  PB L 144 van 28.6.1995, blz. 14.

(6)  PB L 152 van 24.6.2000, blz. 1.


20.5.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 134/21


VERORDENING (EG) Nr. 770/2006 VAN DE COMMISSIE

van 19 mei 2006

tot wijziging van de bij Verordening (EG) nr. 1011/2005 voor het verkoopseizoen 2005/2006 vastgestelde representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor bepaalde producten van de sector suiker

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1260/2001 van de Raad van 19 juni 2001 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (1),

Gelet op Verordening (EG) nr. 1423/95 van de Commissie van 23 juni 1995 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen voor de invoer van producten uit de sector suiker, andere dan melasse (2), en met name op artikel 1, lid 2, tweede alinea, tweede zin, en artikel 3, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De representatieve prijzen en de aanvullende invoerrechten voor witte suiker, ruwe suiker en bepaalde stropen voor het verkoopseizoen 2005/2006 zijn vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1011/2005 van de Commissie (3). Deze prijzen en invoerrechten zijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 732/2006 van de Commissie (4).

(2)

De bovenbedoelde prijzen en invoerrechten moeten op grond van de gegevens waarover de Commissie nu beschikt, overeenkomstig het bepaalde in Verordening (EG) nr. 1423/95 worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De bij Verordening (EG) nr. 1011/2005 voor het verkoopseizoen 2005/2006 vastgestelde representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor de in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 1423/95 bedoelde producten worden gewijzigd zoals aangegeven in de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 20 mei 2006.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 19 mei 2006.

Voor de Commissie

J. L. DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 178 van 30.6.2001, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 39/2004 van de Commissie (PB L 6 van 10.1.2004, blz. 16).

(2)  PB L 141 van 24.6.1995, blz. 16. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 624/98 (PB L 85 van 20.3.1998, blz. 5).

(3)  PB L 170 van 1.7.2005, blz. 35.

(4)  PB L 128 van 16.5.2006, blz. 8.


BIJLAGE

Met ingang van 20 mei 2006 geldende gewijzigde representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor witte suiker, ruwe suiker en de producten van GN-code 1702 90 99

(EUR)

GN-code

Representatieve prijs per 100 kg nettogewicht van het betrokken product

Aanvullend invoerrecht per 100 kg nettogewicht van het betrokken product

1701 11 10 (1)

31,32

1,89

1701 11 90 (1)

31,32

5,87

1701 12 10 (1)

31,32

1,76

1701 12 90 (1)

31,32

5,44

1701 91 00 (2)

38,15

6,16

1701 99 10 (2)

38,15

2,89

1701 99 90 (2)

38,15

2,89

1702 90 99 (3)

0,38

0,29


(1)  Vastgesteld voor de standaardkwaliteit als gedefinieerd in bijlage I, punt II, bij Verordening (EG) nr. 1260/2001 van de Raad (PB L 178 van 30.6.2001, blz. 1).

(2)  Vastgesteld voor de standaardkwaliteit als gedefinieerd in bijlage I, punt I, bij Verordening (EG) nr. 1260/2001.

(3)  Vastgesteld per procentpunt sacharosegehalte.


II Besluiten waarvan de publicatie niet voorwaarde is voor de toepassing

Raad

20.5.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 134/23


BESLUIT VAN DE RAAD

van 8 november 2005

inzake de ondertekening en de voorlopige toepassing van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en Georgië inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten

(2006/357/EG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 80, lid 2, juncto artikel 300, lid 2, eerste alinea, eerste zin,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Raad heeft de Commissie op 5 juni 2003 gemachtigd met derde landen te onderhandelen over de vervanging van sommige bepalingen in bestaande bilaterale overeenkomsten door een communautaire overeenkomst.

(2)

Overeenkomstig de mechanismen en richtsnoeren in de bijlage bij het besluit van de Raad waarbij de Commissie werd gemachtigd om met derde landen te onderhandelen over de vervanging van sommige bepalingen in bestaande bilaterale overeenkomsten door een communautaire overeenkomst, heeft de Commissie namens de Gemeenschap met de Republiek Georgië onderhandeld over een overeenkomst inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten.

(3)

Onder voorbehoud van sluiting op een later tijdstip dient de overeenkomst waarover de Commissie heeft onderhandeld, te worden ondertekend en voorlopig te worden toegepast,

BESLUIT:

Artikel 1

De overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en Georgië inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten wordt namens de Gemeenschap ondertekend, onder voorbehoud van het besluit van de Raad betreffende de sluiting van de overeenkomst.

De tekst van de overeenkomst is aan dit besluit gehecht.

Artikel 2

De voorzitter van de Raad is gemachtigd de persoon aan te wijzen die bevoegd is de overeenkomst namens de Gemeenschap te ondertekenen onder voorbehoud van sluiting.

Artikel 3

In afwachting van de inwerkingtreding, wordt de overeenkomst voorlopig toegepast met ingang van de eerste dag van de eerste maand volgende op de datum waarop de partijen elkaar in kennis hebben gesteld van de voltooiing van de daartoe vereiste procedures.

Artikel 4

De voorzitter van de Raad verricht de in artikel 8, lid 2, van de overeenkomst bedoelde kennisgeving.

Gedaan te Brussel, 8 november 2005.

Voor de Raad

De voorzitter

G. BROWN


OVEREENKOMST

tussen de Europese Gemeenschap en de regering van Georgië inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten

DE EUROPESE GEMEENSCHAP

enerzijds, en

DE REGERING VAN GEORGIË

anderzijds,

(hierna „de partijen” genoemd)

VASTSTELLEND dat verscheidene lidstaten van de Europese Gemeenschap met Georgië bilaterale luchtvaartovereenkomsten hebben gesloten die bepalingen bevatten welke in strijd zijn met de wetgeving van de Europese Gemeenschap,

VASTSTELLEND dat de Europese Gemeenschap exclusief bevoegd is voor diverse aspecten die kunnen worden opgenomen in bilaterale luchtvaartovereenkomsten tussen de lidstaten van de Europese Gemeenschap en derde landen,

VASTSTELLEND dat in een lidstaat gevestigde communautaire luchtvaartmaatschappijen overeenkomstig de wetgeving van de Europese Gemeenschap het recht hebben op niet-discriminerende toegang tot luchtroutes tussen de lidstaten van de Europese Gemeenschap en derde landen,

GELET OP de overeenkomsten tussen de Europese Gemeenschap en bepaalde derde landen waarin onderdanen van deze derde landen de mogelijkheid wordt geboden eigenaar te worden van luchtvaartmaatschappijen die een vergunning hebben gekregen overeenkomstig de wetgeving van de Europese Gemeenschap,

ERKENNENDE dat sommige bepalingen van de tussen lidstaten van de Europese Gemeenschap en Georgië gesloten bilaterale overeenkomsten voor luchtdiensten die in strijd zijn met de wetgeving van de Europese Gemeenschap met deze wetgeving in overeenstemming moeten worden gebracht om een degelijke rechtsgrond voor luchtdiensten tussen de Europese Gemeenschap en Georgië tot stand te brengen en om de continuïteit van dergelijke luchtdiensten te garanderen,

VASTSTELLEND dat de bepalingen van de tussen lidstaten van de Europese Gemeenschap en Georgië gesloten bilaterale overeenkomsten voor luchtdiensten die niet in strijd zijn met de wetgeving van de Europese Gemeenschap, niet behoeven te worden gewijzigd of vervangen,

VASTSTELLEND dat de Europese Gemeenschap er in het kader van deze onderhandelingen niet naar streeft het totale volume aan luchtverkeer tussen de Europese Gemeenschap en Georgië te doen toenemen, noch om het evenwicht tussen communautaire luchtvaartmaatschappijen en luchtvaartmaatschappijen uit Georgië te wijzigen, noch om te onderhandelen over wijzigingen van de bepalingen van bestaande bilaterale luchtvaartovereenkomsten inzake vervoersrechten.

ZIJN HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN:

Artikel 1

Algemene bepalingen

1.   In deze overeenkomst wordt onder „lidstaten” lidstaten van de Europese Gemeenschap verstaan.

2.   Wanneer in de in bijlage I vermelde overeenkomsten wordt verwezen naar onderdanen van de lidstaat die partij is bij de overeenkomst, wordt dit begrepen als een verwijzing naar onderdanen van de lidstaten van de Europese Gemeenschap.

3.   Wanneer in de in bijlage I vermelde overeenkomsten wordt verwezen naar luchtvaartmaatschappijen van de lidstaat die partij is bij de overeenkomst, wordt dit begrepen als een verwijzing naar de door die lidstaat aangewezen luchtvaartmaatschappijen.

4.   Het verlenen van vervoersrechten gebeurt nog steeds op basis van bilaterale overeenkomsten.

Artikel 2

Aanwijzing door een lidstaat

1.   De bepalingen van de leden 2 en 3 van dit artikel hebben voorrang op de overeenkomstige bepalingen van de in bijlage II, onder a) en b), genoemde artikelen wat betreft de aanwijzing van een luchtvaartmaatschappij door de desbetreffende lidstaat, de vergunningen en machtigingen die door Georgië aan deze luchtvaartmaatschappij zijn toegekend en de weigering, intrekking, opschorting of beperking van de vergunningen en machtigingen van de luchtvaartmaatschappij.

2.   Wanneer Georgië een aanwijzing door een lidstaat ontvangt, verleent het zo spoedig mogelijk de passende vergunningen en machtigingen indien:

i)

de luchtvaartmaatschappij op het grondgebied van de aanwijzende lidstaat is gevestigd overeenkomstig het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap en beschikt over een geldige exploitatievergunning overeenkomstig het Gemeenschapsrecht;

ii)

de lidstaat die verantwoordelijk is voor de afgifte van het Bewijs luchtvaartexploitant (AOC) op doeltreffende en duurzame wijze controleert of de luchtvaartmaatschappij de regelgeving naleeft en de bevoegde luchtvaartautoriteit duidelijk in de aanwijzing is vermeld; en

iii)

de luchtvaartmaatschappij rechtstreeks of door een meerderheidsbelang eigendom is en blijft van lidstaten en/of onderdanen van lidstaten, of van andere in bijlage III vermelde landen en/of onderdanen van die landen, en deze landen en/of onderdanen te allen tijde zeggenschap uitoefenen over de luchtvaartmaatschappij.

3.   Georgië mag de vergunningen of machtigingen van een door een lidstaat aangewezen luchtvaartmaatschappij weigeren, intrekken, opschorten of beperken indien:

i)

de luchtvaartmaatschappij niet op het grondgebied van de aanwijzende lidstaat is gevestigd overeenkomstig het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap of niet beschikt over een geldige exploitatievergunning overeenkomstig het Gemeenschapsrecht;

ii)

de lidstaat die verantwoordelijk is voor de afgifte van het Bewijs luchtvaartexploitant (AOC) niet op doeltreffende en duurzame wijze controleert of de luchtvaartmaatschappij de regelgeving naleeft, of de bevoegde luchtvaartautoriteit niet duidelijk in de aanwijzing is vermeld; of

iii)

de luchtvaartmaatschappij niet rechtstreeks of door een meerderheidsbelang eigendom is van lidstaten en/of onderdanen van lidstaten, of van andere in bijlage III vermelde landen en/of onderdanen van die landen.

Bij de uitoefening van de rechten die het krachtens dit lid zijn verleend, mag Georgië geen onderscheid maken tussen communautaire luchtvaartmaatschappijen op grond van nationaliteit.

Artikel 3

Rechten met betrekking tot wettelijk toezicht

1.   De bepalingen van lid 2 van dit artikel vormen een aanvulling op de in bijlage II, onder c), vermelde artikelen.

2.   Wanneer een lidstaat een luchtvaartmaatschappij heeft aangewezen die onder het wettelijk toezicht van een andere lidstaat staat, zijn de rechten van Georgië uit hoofde van de veiligheidsvoorschriften van de overeenkomst tussen de lidstaat die de luchtvaartmaatschappij heeft aangewezen en Georgië zowel van toepassing op de vaststelling, toepassing of handhaving van veiligheidsnormen door die andere lidstaat als op de exploitatievergunning van die luchtvaartmaatschappij.

Artikel 4

Belasting op vliegtuigbrandstof

1.   De bepalingen van lid 2 van dit artikel vormen een aanvulling op de overeenkomstige bepalingen van de in bijlage II, onder d), vermelde artikelen.

2.   Niettegenstaande eventuele andersluidende bepalingen, beletten de in bijlage II, onder d), vermelde overeenkomsten op generlei wijze dat de lidstaten belastingen, heffingen, accijnzen, vergoedingen of kosten in rekening brengen voor de brandstof die op hun grondgebied wordt geleverd voor gebruik door een vliegtuig van een aangewezen luchtvaartmaatschappij van Georgië dat een plaats op het grondgebied van die lidstaat verbindt met een andere plaats op het grondgebied van die lidstaat of op het grondgebied van een andere lidstaat.

Artikel 5

Tarieven voor vervoer binnen de Europese Gemeenschap

1.   De bepalingen van lid 2 van dit artikel vormen een aanvulling op de in bijlage II, onder e), vermelde artikelen.

2.   De tarieven die de luchtvaartmaatschappij(en) die door Georgië is/zijn aangewezen krachtens een in bijlage I vermelde overeenkomst die een in bijlage II, onder e), vermelde bepaling bevat, in rekening brengt/brengen voor vervoer dat volledig binnen de Europese Gemeenschap plaatsvindt, vallen onder de Europese Gemeenschapswetgeving.

Artikel 6

Bijlagen bij de overeenkomst

De bijlagen bij deze overeenkomst maken een integrerend deel uit van deze overeenkomst.

Artikel 7

Herziening of wijziging

De partijen kunnen deze overeenkomst op elk ogenblik met wederzijdse instemming herzien of wijzigen.

Artikel 8

Inwerkingtreding en voorlopige toepassing

1.   Deze overeenkomst treedt in werking wanneer de partijen elkaar schriftelijk hebben meegedeeld dat zij hun interne procedures voor de inwerkingtreding van de overeenkomst hebben voltooid.

2.   Onverminderd het bepaalde in lid 1 stemmen de partijen ermee in deze overeenkomst voorlopig toe te passen vanaf de eerste dag van de maand volgende op de datum waarop de partijen elkaar in kennis hebben gesteld van de voltooiing van de daartoe vereiste procedures.

3.   De overeenkomsten en andere regelingen tussen lidstaten en Georgië die, op de datum van de ondertekening van deze overeenkomst, nog niet in werking zijn getreden en niet voorlopig worden toegepast zijn vermeld in bijlage I, onder b). Zodra deze overeenkomsten en regelingen in werking treden of voorlopig worden toegepast, vallen ze onder de onderhavige overeenkomst.

Artikel 9

Beëindiging

1.   Wanneer een in bijlage I vermelde overeenkomst wordt beëindigd, komen tegelijkertijd ook alle bepalingen van de onderhavige overeenkomst die betrekking hebben op de desbetreffende in bijlage I vermelde overeenkomst te vervallen.

2.   Wanneer alle in bijlage I vermelde overeenkomsten worden beëindigd, wordt de onderhavige overeenkomst tegelijkertijd beëindigd.

TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekenden, daartoe naar behoren gemachtigd, deze overeenkomst hebben ondertekend.

Gedaan te Brussel, in tweevoud, op de derde mei tweeduizend zes, in de Tsjechische, Deense, Nederlandse, Engelse, Estse, Finse, Franse, Duitse, Griekse, Hongaarse, Italiaanse, Letse, Litouwse, Maltese, Poolse, Portugese, Slowaakse, Sloveense, Spaanse, Zweedse en Georgische taal.

Por la Comunidad Europea

Za Evropské společenství

For Det Europæiske Fællesskab

Für die Europäische Gemeinschaft

Euroopa Ühenduse nimel

Για την Ευρωπαϊκή Κοινότητα

For the European Community

Pour la Communauté européenne

Per la Comunità europea

Eiropas Kopienas vārdā

Europos bendrijos vardu

Az Európai Közösség részéről

Għall-Komunità Ewropea

Voor de Europese Gemeenschap

W imieniu Wspólnoty Europejskiej

Pela Comunidade Europeia

Za Európske spoločenstvo

Za Evropsko skupnost

Euroopan yhteisön puolesta

För Europeiska gemenskapen

Image

Image

Image

Por el Gobierno de Georgia

Za vládu Gruzie

For Georgiens regering

Für die Regierung von Georgien

Gruusia valitsuse nimel

Για την κυβέρνηση της Γεωργίας

For the Government of Georgia

Pour le gouvernement de la Géorgie

Per il Governo della Georgia

Gruzijas valdības vārdā

Gruzijos Vyriausybės vardu

Grúzia Kormánya részéről

Għall-Gvern tal-Ġeorġja

Voor de Regering van Georgië

W imieniu Rządu Gruzji

Pelo Governo da Geórgia

Za vládu Gruzínska

Za vlado Gruzije

Georgian hallituksen puolesta

För Georgiens regering

Image

Image

BIJLAGE I

Lijst van de overeenkomsten waarnaar wordt verwezen in artikel 1 van deze overeenkomst

a)

Overeenkomsten voor luchtdiensten tussen de regering van Georgië en lidstaten van de Europese Gemeenschap die, op de datum van ondertekening van onderhavige overeenkomst, zijn gesloten, ondertekend en/of voorlopig worden toegepast:

Overeenkomst inzake luchtvervoer tussen de federale regering van Oostenrijk en de regering van Georgië, ondertekend te Wenen op 15 december 1997 (datum van inwerkingtreding: 1.10.2001), hierna de „Overeenkomst tussen Georgië en Oostenrijk” genoemd, in bijlage II;

Overeenkomst inzake luchtdiensten tussen de regering van de Republiek Cyprus en de regering van Georgië, ondertekend te Tbilisi op 30 juni 1997 (datum van inwerkingtreding: 5.11.1998), hierna de „Overeenkomst tussen Georgië en Cyprus” genoemd, in bijlage II;

Overeenkomst inzake luchtvervoer tussen de Bondsrepubliek Duitsland en de Republiek Georgië, ondertekend te Bonn op 25 juni 1993 (datum van inwerkingtreding: 27.11.1994), hierna de „Overeenkomst tussen Georgië en Duitsland” genoemd, in bijlage II;

Overeenkomst inzake luchtvervoer tussen de regering van de Helleense Republiek en de regering van de Republiek Georgië, ondertekend te Tbilisi op 10 april 1997 (datum van inwerkingtreding: 27.5.1998), hierna de „Overeenkomst tussen Georgië en Griekenland” genoemd, in bijlage II;

Overeenkomst inzake luchtvervoer tussen de regering van Ierland en de regering van de Republiek Georgië, ondertekend te Dublin op 2 maart 1995 (datum van inwerkingtreding: 2.3.1995), hierna de „Overeenkomst tussen Georgië en Ierland” genoemd, in bijlage II;

Overeenkomst inzake luchtdiensten tussen de regering van de Republiek Litouwen en de regering van de Republiek Georgië, ondertekend te Tbilisi op 12 april 1996 (datum van inwerkingtreding: 12.1.1999), hierna de „Overeenkomst tussen Georgië en Litouwen” genoemd, in bijlage II;

Overeenkomst tussen het Koninkrijk Nederland en de Republiek Georgië inzake luchtdiensten tussen hun respectieve grondgebieden en over de grenzen van deze grondgebieden heen, ondertekend te Wassenaar op 3 april 1995 (datum van inwerkingtreding: 1.5.1997), hierna de „Overeenkomst tussen Georgië en Nederland” genoemd, in bijlage II;

Overeenkomst inzake luchtdiensten tussen de regering van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland en de uitvoerende macht (regering) van Georgië, getekend te Tbilisi op 17 september 2003, hierna de „Overeenkomst tussen Georgië en het Verenigd Koninkrijk” genoemd, in bijlage II;

Aangevuld door de Intentieverklaring die op 17 september 2003 in Tbilisi is ondertekend, en door de goedgekeurde notulen die op 2 november 2004 in Tbilisi zijn ondertekend.

b)

Geparafeerde of ondertekende overeenkomsten voor luchtdiensten en andere regelingen tussen de regering van de Republiek Georgië en lidstaten van de Europese Gemeenschap die, op de datum van ondertekening van onderhavige overeenkomst, nog niet van kracht zijn geworden en niet voorlopig worden toegepast:

Overeenkomst inzake luchtvervoer tussen de regering van België en de regering van de Republiek Georgië, geparafeerd op 24 februari 1995, hierna de „Overeenkomst tussen Georgië en België” genoemd, in bijlage II;

Overeenkomst inzake luchtvervoer tussen de regering van de Republiek Hongarije en de regering van de Republiek Georgië, geparafeerd op 29 juni 1995, hierna de „Overeenkomst tussen Georgië en Hongarije” genoemd, in bijlage II;

Overeenkomst inzake civiel luchtvervoer tussen de regering van de Republiek Letland en de regering van de Republiek Georgië, ondertekend te Tbilisi op 5 oktober 2005, hierna de „Overeenkomst tussen Georgië en Letland” genoemd, in bijlage II;

Overeenkomst inzake civiel luchtvervoer tussen de regering van de Republiek Polen en de regering van Georgië, geparafeerd te Warschau op 26 april 1993, hierna de „Overeenkomst tussen Georgië en Polen” genoemd, in bijlage II.

BIJLAGE II

Lijst van de artikelen van de in bijlage I vermelde overeenkomsten waarnaar wordt verwezen in de artikelen 2 tot en met 5 van onderhavige overeenkomst

a)

Aanwijzing door een lidstaat:

Artikel 3 van de Overeenkomst tussen Georgië en Oostenrijk;

Artikelen 3 en 4 van de Overeenkomst tussen Georgië en België;

Artikel 4 van de Overeenkomst tussen Georgië en Cyprus;

Artikel 3 van de Overeenkomst tussen Georgië en Duitsland;

Artikel 3 van de Overeenkomst tussen Georgië en Griekenland;

Artikel 3 van de Overeenkomst tussen Georgië en Hongarije;

Artikel 3 van de Overeenkomst tussen Georgië en Ierland;

Artikel 3 van de Overeenkomst tussen Georgië en Letland;

Artikel 3 van de Overeenkomst tussen Georgië en Litouwen;

Artikel 4 van de Overeenkomst tussen Georgië en Nederland;

Artikel 3 van de Overeenkomst tussen Georgië en Polen;

Artikel 4 van de Overeenkomst tussen Georgië en het Verenigd Koninkrijk.

b)

Weigering, intrekking, opschorting of beperking van vergunningen en machtigingen:

Artikel 4 van de Overeenkomst tussen Georgië en Oostenrijk;

Artikel 5 van de Overeenkomst tussen Georgië en België;

Artikel 5 van de Overeenkomst tussen Georgië en Cyprus;

Artikel 4 van de Overeenkomst tussen Georgië en Duitsland;

Artikel 4 van de Overeenkomst tussen Georgië en Griekenland;

Artikel 4 van de Overeenkomst tussen Georgië en Hongarije;

Artikel 3, leden 5 en 6, van de Overeenkomst tussen Georgië en Ierland;

Artikel 4 van de Overeenkomst tussen Georgië en Letland;

Artikel 4 van de Overeenkomst tussen Georgië en Litouwen;

Artikel 5 van de Overeenkomst tussen Georgië en Nederland;

Artikel 4 van de Overeenkomst tussen Georgië en Polen;

Artikel 5 van de Overeenkomst tussen Georgië en het Verenigd Koninkrijk.

c)

Wettelijk toezicht:

Artikel 7 van de Overeenkomst tussen Georgië en België.

d)

Belasting op vliegtuigbrandstof:

Artikel 7 van de Overeenkomst tussen Georgië en Oostenrijk;

Artikel 10 van de Overeenkomst tussen Georgië en België;

Artikel 7 van de Overeenkomst tussen Georgië en Cyprus;

Artikel 6 van de Overeenkomst tussen Georgië en Duitsland;

Artikel 9 van de Overeenkomst tussen Georgië en Griekenland;

Artikel 9 van de Overeenkomst tussen Georgië en Hongarije;

Artikel 11 van de Overeenkomst tussen Georgië en Ierland;

Artikel 6 van de Overeenkomst tussen Georgië en Letland;

Artikel 11 van de Overeenkomst tussen Georgië en Litouwen;

Artikel 10 van de Overeenkomst tussen Georgië en Nederland;

Artikel 6 van de Overeenkomst tussen Georgië en Polen;

Artikel 8 van de Overeenkomst tussen Georgië en het Verenigd Koninkrijk.

e)

Tarieven voor vervoer binnen de Europese Gemeenschap:

Artikel 11 van de Overeenkomst tussen Georgië en Oostenrijk;

Artikel 13 van de Overeenkomst tussen Georgië en België;

Artikel 17 van de Overeenkomst tussen Georgië en Cyprus;

Artikel 10 van de Overeenkomst tussen Georgië en Duitsland;

Artikel 12 van de Overeenkomst tussen Georgië en Griekenland;

Artikel 8 van de Overeenkomst tussen Georgië en Hongarije;

Artikel 6 van de Overeenkomst tussen Georgië en Ierland;

Artikel 11 van de Overeenkomst tussen Georgië en Letland;

Artikel 9 van de Overeenkomst tussen Georgië en Litouwen;

Artikel 6 van de Overeenkomst tussen Georgië en Nederland;

Artikel 10 van de Overeenkomst tussen Georgië en Polen;

Artikel 7 van de Overeenkomst tussen Georgië en het Verenigd Koninkrijk.

BIJLAGE III

Lijst van andere landen waarnaar wordt verwezen in artikel 2 van deze overeenkomst

a)

De Republiek IJsland (in het kader van de overeenkomst inzake de Europese Economische Ruimte);

b)

Het Vorstendom Liechtenstein (in het kader van de overeenkomst inzake de Europese Economische Ruimte);

c)

Het Koninkrijk Noorwegen (in het kader van de overeenkomst inzake de Europese Economische Ruimte);

d)

De Zwitserse Bondsstaat (in het kader van de overeenkomst inzake luchtvervoer tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat).


20.5.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 134/32


BESLUIT VAN DE RAAD

van 15 mei 2006

houdende benoeming van een Litouws lid van het Europees Economisch en Sociaal Comité

(2006/358/EG, Euratom)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 259,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name op artikel 167,

Gelet op het Besluit 2002/758/EG, Euratom van de Raad van 17 september 2002 tot benoeming van de leden van het Economisch en Sociaal Comité voor de periode van 21 september 2002 tot en met 20 september 2006 (1),

Gezien de voordracht van de Litouwse regering,

Na het advies van de Europese Commissie te hebben ingewonnen,

Overwegende dat in dit Comité een vacature is ontstaan door het aftreden van de heer Rolandas DOMEIKA,

BESLUIT:

Artikel 1

Mevrouw Jovita MOTIEJŪNIENÉ wordt benoemd tot lid van het Europees Economisch en Sociaal Comité, ter vervanging van de heer Rolandas DOMEIKA voor de verdere duur van diens ambtstermijn, dat wil zeggen tot en met 20 september 2006.

Artikel 2

Dit besluit wordt van kracht op de dag van zijn aanneming.

Gedaan te Brussel, 15 mei 2006.

Voor de Raad

De voorzitster

U. PLASSNIK


(1)  PB L 253 van 21.9.2002, blz. 9.


20.5.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 134/33


BESLUIT VAN DE RAAD

van 15 mei 2006

houdende benoeming van een Duits lid van het Europees Economisch en Sociaal Comité

(2006/359/EG, Euratom)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 259,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name op artikel 167,

Gelet op Besluit 2002/758/EG, Euratom van de Raad van 17 september 2002 tot benoeming van de leden van het Economisch en Sociaal Comité voor de periode van 21 september 2002 tot en met 20 september 2006 (1),

Gezien de voordracht van de Duitse regering,

Na het advies van de Europese Commissie te hebben ingewonnen,

Overwegende dat in dit Comité een vacature is ontstaan door het aftreden van de heer Bernhard WELSCHKE,

BESLUIT:

Artikel 1

De heer Dr. Ludolf von WARTENBERG wordt benoemd tot lid van het Europees Economisch en Sociaal Comité, ter vervanging van de heer Bernhard WELSCHKE voor de verdere duur van diens ambtstermijn, dat wil zeggen tot en met 20 september 2006.

Artikel 2

Dit besluit wordt van kracht op de dag van zijn aanneming.

Gedaan te Brussel, 15 mei 2006.

Voor de Raad

De voorzitster

U. PLASSNIK


(1)  PB L 253 van 21.9.2002, blz. 9.


Commissie

20.5.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 134/34


BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 28 februari 2006

tot wijziging van bijlage II bij Beschikking 79/542/EEG van de Raad wat de vermeldingen voor Brazilië, Montenegro en Servië betreft

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2006) 579)

(Voor de EER relevante tekst)

(2006/360/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 2002/99/EG van de Raad van 16 december 2002 houdende vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor de productie, de verwerking, de distributie en het binnenbrengen van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong (1), en met name op artikel 8, inleidende zin, artikel 8, punt 1, eerste alinea, en artikel 8, punt 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Deel 1 van de bijlagen I en II bij Beschikking 79/542/EEG van de Raad van 21 december 1979 tot vaststelling van een lijst van derde landen of delen van derde landen, alsmede tot vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften, gezondheidsvoorschriften en voorschriften inzake de veterinaire certificering voor de invoer in de Gemeenschap van levende dieren en vers vlees daarvan (2) bevat een lijst van derde landen en delen van derde landen waaruit de lidstaten bepaalde levende dieren en vers vlees daarvan mogen invoeren.

(2)

Bij Beschikking 2005/432/EG van de Commissie van 3 juni 2005 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke en de gezondheidsvoorschriften en het model van de certificaten voor uit derde landen ingevoerde vleesproducten voor menselijke consumptie en tot intrekking van de Beschikkingen 97/41/EG, 97/221/EG en 97/222/EG (3) worden lijsten opgesteld van derde landen en delen van derde landen waaruit de invoer van vleesproducten moet worden toegestaan. Bij deze beschikking worden ook het model van het veterinaire en gezondheidscertificaat en de voorschriften ten aanzien van de voor deze producten vereiste behandelingen vastgesteld.

(3)

Ingevolge uitbraken van mond- en klauwzeer in Brazilië is bij Beschikking 2005/753/EG (4) deel I van bijlage II bij Beschikking 79/542/EEG gewijzigd om de invoer van rundvlees zonder been uit de staten Mato Grosso do Sul, Parana en Sao Paulo op te schorten.

(4)

Om te zorgen voor de nodige duidelijkheid, samenhang en transparantie in de regionalisatie waarin wordt voorzien bij Beschikking 79/542/EEG voor vers vlees en Beschikking 2005/432/EG voor vleesproducten is het nodig dat bepaalde omschrijvingen van de geregionaliseerde gebieden en tijdbeperkingen voor Brazilië worden gewijzigd.

(5)

Voorts zijn Servië en Montenegro republieken met een eigen douanegebied, die tezamen een Statenunie vormen. Zij moeten daarom afzonderlijk worden vermeld in de lijsten van derde landen en delen van derde landen waaruit de invoer van vleesproducten wordt toegestaan.

(6)

Beschikking 79/542/EEG moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(7)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

Deel 1 van bijlage II bij Beschikking 79/542/EEG wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij deze beschikking.

Artikel 2

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 28 februari 2006.

Voor de Commissie

Markos KYPRIANOU

Lid van de Commissie


(1)  PB L 18 van 23.1.2003, blz. 11.

(2)  PB L 146 van 14.6.1979, blz. 15. Beschikking laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 2005/753/EG van de Commissie (PB L 282 van 26.10.2005, blz. 22).

(3)  PB L 151 van 14.6.2005, blz. 3.

(4)  PB L 282 van 26.10.2005, blz. 22.


BIJLAGE

„BIJLAGE II

(VERS VLEES)

Deel 1

LIJST VAN DERDE LANDEN OF DELEN DAARVAN (1)

Land

Gebiedscode

Omschrijving van het gebied

Veterinair certificaat

Specifieke voorwaarden

Model(len)

AG

1

2

3

4

5

6

AL — Albanië

AL-0

Het hele land

 

 

AR — Argentinië

AR-0

Het hele land

EQU

 

 

AR-1

De provincies Buenos Aires, Catamarca, Corrientes, Entre Ríos, La Rioja, Mendoza, Misiones, Neuquen, Rio Negro, San Juan, San Luis, Santa Fe en Tucuman

BOV

A

1 en 2

AR-2

La Pampa en Santiago del Estero

BOV

A

1 en 2

AR-3

Cordoba

BOV

A

1 en 2

AR-4

Chubut, Santa Cruz en Tierra del Fuego

BOV, OVI, RUW, RUF

 

1

AR-5

Formosa (alleen het grondgebied van Ramon Lista) en Salta (alleen het departement Rivadavia)

BOV

A

1 en 2

AR-6

Salta (alleen de departementen General Jose de San Martin, Oran, Iruya en Santa Victoria)

BOV

A

1 en 2

AR-7

Chaco, Formosa (behalve het grondgebied van Ramon Lista), Salta (behalve de departementen General Jose de San Martin, Rivadavia, Oran, Iruya en Santa Victoria), Jujuy

BOV

A

1 en 2

AR-8

Chaco, Formosa, Salta, Jujuy, met uitzondering van de bufferzone van 25 km vanaf de grens met Bolivia en Paraguay die zich uitstrekt van het district Santa Catalina in de provincie Jujuy tot het district Laishi in de provincie Formosa

BOV

A

1 en 2

AR-9

De bufferzone van 25 km vanaf de grens met Bolivia en Paraguay die zich uitstrekt van het district Santa Catalina in de provincie Jujuy tot het district Laishi in de provincie Formosa

 

 

AU — Australië

AU-0

Het hele land

BOV, OVI, POR, EQU, RUF, RUW, SUF, SUW

 

 

BA — Bosnië-Herzegovina

BA-0

Het hele land

 

 

BG — Bulgarije a

BG-0

Het hele land

EQU

 

 

BG-1

De provincies Varna, Dobrich, Silistra, Choumen, Targovitchte, Razgrad, Rousse, V.Tarnovo, Gabrovo, Pleven, Lovetch, Plovdic, Smolian, Pasardjik, Sofia (district), Sofia (stad), Pernik, Kustendil, Blagoevgrad, Vratza, Montana en Vidin

BOV, OVI RUW, RUF

BG-2

De provincies Bourgas, Jambol, Sliven, Starazagora, Hasskovo, Kardjali en de 20 km brede corridor aan de grens met Turkije

BH — Bahrein

BH-0

Het hele land

 

 

BR — Brazilië

BR-0

Het hele land

EQU

 

 

BR-1

Deel van de staat Minas Gerais (behalve de gewesten Oliveira, Passos, São Gonçalo de Sapucai, Setelagoas en Bambuí);

De staat Espíritu Santo;

De staat Santa Catarina;

De staat Goias en;

Deel van de staat Mato Grosso omvattende de regionale eenheid Cuiaba (behalve de gemeenten San Antonio de Leverger, Nossa Senhora do Livramento, Pocone en Barão de Melgaço), de regionale eenheid Caceres (behalve de gemeente Caceres), de regionale eenheid Lucas do Rio Verde, de regionale eenheid Rondonopolis (behalve de gemeente Itiquiora), de regionale eenheid Barra do Garça en de regionale eenheid Barra do Burgres

BOV

A

1 en 2

BR-2

De staat Rio Grande do Sul

BOV

A

1 en 2

BR-3

Deel van de staat Mato Grosso do Sul omvattende de gemeente Sete Quedas

BOV

A

1 en 2

BR-4

Deel van de staat Mato Grosso do Sul (behalve de gemeenten: Sonora, Aquidauana, Bodoqueno, Bonito, Caracol, Coxim, Jardim, Ladario, Miranda, Pedro Gomes, Porto Murtinho, Rio Negro, Rio Verde of Mato Grosso en Corumbá),

De staat Paraná, en

De staat Sao Paulo

BOV

A

1 en 2

BR-5

De staat Paraná,

De staat Mato Grosso do Sul en

De staat Sao Paulo

1

BW — Botswana

BW-0

Het hele land

EQU, EQW

 

 

BW-1

De veterinary disease control zones 5, 6, 7, 8, 9 en 18

BOV, OVI, RUF, RUW

F

1 en 2

BW-2

De veterinary disease control zones 10, 11, 12, 13 en 14

BOV, OVI, RUF, RUW

F

1 en 2

BY — Belarus

BY-0

Het hele land

 

 

BZ — Belize

BZ-0

Het hele land

BOV, EQU

 

 

CA — Canada

CA-0

Het hele land

BOV, OVI, POR, EQU, SUF, SUW, RUF, RUW

G

 

CH — Zwitserland

CH-0

Het hele land

BOV, OVI, POR, EQU, RUF, RUW, SUF, SUW

 

 

CL — Chili

CL-0

Het hele land

BOV, OVI, POR, EQU, RUF, RUW, SUF

 

 

CN — Volksrepubliek China

CN-0

Het hele land

 

 

CO — Colombia

CO-0

Het hele land

EQU

 

 

CO-1

Het gebied dat wordt begrensd door een lijn die loopt vanaf het punt waar de rivier de Murri in de rivier de Atrató uitmondt, die dan de Atrató volgt tot waar die in de Atlantische Oceaan uitmondt, vandaar de Atlantische kust volgt tot Cabo Tiburón aan de Panamese grens, dan de Columbiaans-Panamese grens volgt tot aan de Stille Oceaan, dan de kust langs de Stille Oceaan volgt tot aan de monding van de rivier Valle en die vanaf dit punt recht naar het punt loopt waar de Murrí in de Atrató uitmondt

BOV

A

2

CO-3

Het gebied dat wordt begrensd door een lijn die vanaf de monding van de rivier de Sinú aan de Atlantische Oceaan deze rivier tot haar bron in Alto Paramillo volgt, vanaf dit punt, de grens tussen de departementen Antioquía en Córdoba volgend, naar Puerto Rey aan de Atlantische Oceaan loopt en die vandaar de Atlantische kust volgt tot de monding van de rivier de Sinú

BOV

A

2

CR — Costa Rica

CR-0

Het hele land

BOV, EQU

 

 

CU — Cuba

CU-0

Het hele land

BOV, EQU

 

 

DZ — Algerije

DZ-0

Het hele land

 

 

ET — Ethiopië

ET-0

Het hele land

 

 

FK — Falkland-eilanden

FK-0

Het hele land

BOV, OVI, EQU

 

 

GL — Groenland

GL-0

Het hele land

BOV, OVI, EQU, RUF, RUW

 

 

GT — Guatemala

GT-0

Het hele land

BOV, EQU

 

 

HK — Hongkong

HK-0

Het hele land

 

 

HN — Honduras

HN-0

Het hele land

BOV, EQU

 

 

HR — Kroatië

HR-0

Het hele land

BOV, OVI, EQU, RUF, RUW

 

 

IL — Israël

IL-0

Het hele land

 

 

IN — India

IN-0

Het hele land

 

 

IS — IJsland

IS-0

Het hele land

BOV, OVI, EQU, RUF, RUW

 

 

KE — Kenia

KE-0

Het hele land

 

 

MA — Marokko

MA-0

Het hele land

EQU

 

 

MG — Madagaskar

MG-0

Het hele land

 

 

MK — Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (3)

MK-0

Het hele land

OVI, EQU

 

 

MU — Mauritius

MU-0

Het hele land

 

 

MX — Mexico

MX-0

Het hele land

BOV, EQU

 

 

NA — Namibië

NA-0

Het hele land

EQU, EQW

 

 

NA-1

Het gebied ten zuiden van de afsluitingen die lopen van Palgrave Point in het westen tot Gam in het oosten

BOV, OVI, RUF, RUW

F

2

NC — Nieuw-Caledonië

NC-0

Het hele land

BOV, RUF, RUW

 

 

NI — Nicaragua

NI-0

Het hele land

 

 

NZ — Nieuw-Zeeland

NZ-0

Het hele land

BOV, OVI, POR, EQU, RUF, RUW, SUF, SUW

 

 

PA — Panama

PA-0

Het hele land

BOV, EQU

 

 

PY — Paraguay

PY-0

Het hele land

EQU

 

 

PY-1

De gebieden Chaco central en San Pedro

BOV

A

1 en 2

RO — Roemenië a

RO-0

Het hele land

BOV, OVI, EQU, RUW, RUF

 

 

RU — Rusland

RU-0

Het hele land

 

 

RU-1

De regio Moermansk, het autonome gebied Yamalo-Nenets

RUF

 

SV — El Salvador

SV-0

Het hele land

 

 

SZ — Swaziland

SZ-0

Het hele land

EQU, EQW

 

 

SZ-1

Het gebied ten westen van de „red line”-afsluitingen, die noordwaarts lopen van de Usuturivier naar de grens met Zuid-Afrika ten westen van de Nkalashane

BOV, RUF, RUW

F

2

SZ-2

De in verband met mond- en klauwzeer ingestelde veterinaire toezichts- en vaccinatiegebieden (bekendgemaakt bij wettelijk decreet nr. 51 van 2001)

BOV, RUF, RUW

F

1 en 2

TH — Thailand

TH-0

Het hele land

 

 

TN — Tunesië

TN-0

Het hele land

 

 

TR — Turkije

TR-0

Het hele land

 

 

TR-1

De provincies Amasya, Ankara, Aydin, Balikesir, Bursa, Cankiri, Corum, Denizli, Izmir, Kastamonu, Kutahya, Manisa, Usak, Yozgat en Kirikkale

EQU

 

 

UA — Oekraïne

UA-0

Het hele land

 

 

US — Verenigde Staten van Amerika

US-0

Het hele land

BOV, OVI, POR, EQU, SUF, SUW,- RUF, RUW

G

 

XM — Montenegro

XM-0

Het hele douanegebied (4)

BOV, OVI, EQU

 

 

XS — Servië (2)

XS-0

Het hele douanegebied (4)

BOV, OVI, EQU

 

 

UY — Uruguay

UY-0

Het hele land

EQU

 

 

BOV

A

1 en 2

OVI

A

1 en 2

ZA — Zuid Afrika

ZA-0

Het hele land

EQU, EQW

 

 

ZA-1

Het hele land, met uitzondering van:

het deel van het gebied waar mond- en klauwzeer wordt bestreden, gelegen in de veterinaire gebieden Mpumalanga en de noordelijke provincies, in het district Ingwavuma in het veterinaire gebied Natal en in het grensgebied met Botswana ten oosten van de 28e lengtegraad, en

het district Camperdown in de provincie KwaZuluNatal

BOV, OVI, RUF, RUW

F

2

ZW — Zimbabwe

ZW-0

Het hele land

 

 

=

Geen certificaat vastgesteld en invoer van vers vlees verboden (met uitzondering van diersoorten die in de regel voor het hele land worden vermeld).

a

=

Slechts van toepassing totdat deze toetredende staat een lidstaat van de Europese Unie wordt:

Specifieke voorwaarden als bedoeld in kolom 6

„1”: Beperkingen in plaats en tijd:

„2”: Beperkingen in categorie:

Slachtafvallen niet toegestaan (met uitzondering van middenrif en kauwspieren van runderen).”


(1)  Onverminderd de specifieke certificeringsvoorwaarden van communautaire overeenkomsten met derde landen.

(2)  Uitgezonderd Kosovo als omschreven in Resolutie 1244 van 10 juni 1999 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties.

(3)  Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië; voorlopige code die geenszins vooruitloopt op de definitieve nomenclatuur voor dit land, die zal worden vastgelegd overeenkomstig de conclusies van de lopende onderhandelingen in het kader van de Verenigde Naties.

(4)  Servië en Montenegro zijn republieken met een afzonderlijk douanegebied, die een Statenunie vormen, en moeten daarom afzonderlijk worden vermeld.

=

Geen certificaat vastgesteld en invoer van vers vlees verboden (met uitzondering van diersoorten die in de regel voor het hele land worden vermeld).

a

=

Slechts van toepassing totdat deze toetredende staat een lidstaat van de Europese Unie wordt:


20.5.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 134/43


BESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 19 mei 2006

tot beëindiging van de antisubsidieprocedure betreffende de invoer van zakken van kunststof uit Maleisië en Thailand

(2006/361/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 2026/97 (1) (hierna „de basisverordening” genoemd), met name op artikel 14,

Na overleg in het Raadgevend Comité,

Overwegende hetgeen volgt:

A.   PROCEDURE

(1)

Op 30 juni 2005 heeft de Commissie, met een bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie  (2) de inleiding aangekondigd van een antisubsidieprocedure betreffende de invoer van zakken van kunststof bestaande uit ten minste 20 % polyethyleen en met een dikte van niet meer dan 100 micrometer die doorgaans worden aangegeven onder de GN-codes ex 3923 21 00, ex 3923 29 10 en ex 3923 29 90, uit Maleisië en Thailand.

(2)

Op dezelfde dag heeft de Commissie de inleiding aangekondigd van een antidumpingprocedure betreffende de invoer van zakken van kunststof bestaande uit ten minste 20 % polyethyleen en met een dikte van niet meer dan 100 micrometer uit de Volksrepubliek China, Maleisië en Thailand.

(3)

De antisubsidieprocedure werd ingeleid op grond van artikel 10 van de basisverordening naar aanleiding van een klacht die op 18 mei 2005 was ingediend door 30 EU-producenten van bedoelde kunststof zakken die goed waren voor meer dan 25 % van de productie van deze zakken in de EU. De klacht bevatte voldoende bewijsmateriaal inzake de subsidiëring van het betrokken product en de aanmerkelijke schade die daarvan het gevolg was om een onderzoek te openen.

(4)

De Commissie heeft de volgende partijen van de opening van het onderzoek in kennis gesteld: de Maleisische en Thaise autoriteiten, de Maleisische en Thaise producenten/exporteurs, de haar bekende belanghebbende importeurs/handelaren en verwerkende bedrijven en de organisaties die hen vertegenwoordigen, de vertegenwoordigers van de betrokken exportlanden en de indieners van de klacht. Belanghebbenden werden in de gelegenheid gesteld om binnen de in het bericht van inleiding vermelde termijn hun standpunt schriftelijk bekend te maken en te verzoeken te worden gehoord.

B.   INTREKKING VAN DE KLACHT

(5)

Bij schrijven d.d. 10 februari 2006 hebben de indieners van de klacht de klacht ingetrokken.

(6)

Overeenkomstig artikel 14, lid 1 van de basisverordening kan de procedure worden beëindigd wanneer de klacht wordt ingetrokken tenzij zulks niet in het belang van de EU is.

(7)

De Commissie was van oordeel dat deze procedure beeindigd moest worden aangezien bij het onderzoek niet is gebleken dat dit tegen het belang van de EU is. Belanghebbenden werden van dit voornemen in kennis gesteld en konden hierover opmerkingen maken. Geen belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen de beëindiging van de procedure.

(8)

Gelet op het voorgaande concludeert de Commissie dat het anti-subsidieonderzoek betreffende de invoer van zakken van kunststof uit Maleisië en Thailand moet worden beëindigd zonder instelling van compenserende maatregelen.

(9)

De bepalingen van dit besluit zijn in overeenstemming met het advies van het Raadgevend Comité,

BESLUIT:

Enig artikel

De antisubsidieprocedure betreffende de invoer van zakken van kunststof bestaande uit ten minste 20 % polyethyleen met een dikte van niet meer dan 100 micrometer uit Maleisië en Thailand wordt hierbij beëindigd.

Gedaan te Brussel, 19 mei 2006.

Voor de Commissie

Peter MANDELSON

Lid van de Commissie


(1)  PB L 288 van 21.10.1997, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 461/2004 (PB L 77 van 13.3.2004, blz. 12).

(2)  PB C 159 van 30.6.2005, blz. 15.


Besluiten aangenomen krachtens titel V van het Verdrag betreffende de Europese Unie

20.5.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 134/45


GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT 2006/362/GBVB VAN DE RAAD

van 18 mei 2006

tot wijziging van Gemeenschappelijk Standpunt 2006/276/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde functionarissen van Belarus

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name op artikel 15,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Raad heeft op 10 april 2006 Gemeenschappelijk Standpunt 2006/276/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde functionarissen van Belarus (1) vastgesteld waarbij reisbeperkingen worden opgelegd aan President Loekasjenko, andere leiders en bepaalde functionarissen van Belarus, en waarbij Gemeenschappelijk Standpunt 2004/661/GBVB wordt ingetrokken.

(2)

De Raad acht het, ingevolge zijn conclusies van 10 april 2006, passend om ook de tegoeden en economische middelen te bevriezen van de bovenbedoelde personen, die een rol hebben gespeeld in de schendingen van de internationale verkiezingsnormen en het hardhandig optreden tegen het maatschappelijk middenveld en de democratische oppositie in verband met de presidentsverkiezingen van 19 maart 2006.

(3)

Deze beperkende financiële maatregelen dienen opnieuw te worden bezien in het licht van de spoedige vrijlating en rehabilitering van alle politieke gevangenen, en in het licht van hervormingen in de kieswet die erop gericht zijn deze in overeenstemming te brengen met de OVSE-richtsnoeren en andere internationale normen voor democratische verkiezingen, zoals aanbevolen door de OVSE/het ODIHR, de organisatie van toekomstige verkiezingen, en concrete maatregelen van de autoriteiten met het oog op de eerbiediging van de democratische waarden, de rechtsstaat, de mensenrechten en de fundamentele vrijheden, waaronder de vrijheid van meningsuiting en de vrijheid van de media, de vrijheid van vergadering en politieke vereniging.

(4)

Er dienen daarom enkele technische wijzigingen te worden aangebracht in de bijlagen bij Gemeenschappelijk Standpunt 2006/276/GBVB.

(5)

Voor de uitvoering van deze maatregelen is een optreden van de Gemeenschap vereist,

HEEFT HET VOLGENDE GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT VASTGESTELD:

Artikel 1

De volgende artikelen worden ingevoegd in Gemeenschappelijk Standpunt 2006/276/GBVB:

„Artikel 1 bis

1.   Alle tegoeden en economische middelen die toebehoren aan, eigendom zijn, in het bezit zijn van of gecontroleerd worden door de in bijlage IV vermelde personen die verantwoordelijk zijn voor de schendingen van de internationale verkiezingsnormen bij de presidentsverkiezingen in Belarus op 19 maart 2006, en voor het hardhandig optreden tegen het maatschappelijk middenveld en de democratische oppositie, en natuurlijke of rechtspersonen, entiteiten of instanties die met hen zijn geassocieerd, worden bevroren.

2.   Aan of ten behoeve van de in bijlage IV genoemde personen mogen geen tegoeden of economische middelen direct of indirect ter beschikking worden gesteld.

Artikel 1 ter

1.   De bevoegde autoriteiten van de lidstaten kunnen, onder voorwaarden die zij passend achten, toestemming geven voor de vrijgave of de beschikbaarstelling van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen, indien zij hebben vastgesteld dat de betrokken tegoeden of economische middelen:

a)

nodig zijn ter dekking van de basisbehoeften van de in bijlage IV genoemde personen en de familieleden die van hen afhankelijk zijn, zoals voedsel, huur of hypotheeklasten, geneesmiddelen of geneeskundige behandelingen, belastingen, verzekeringspremies of openbare nutsvoorzieningen,

b)

uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van redelijke honoraria en de vergoeding van gemaakte kosten in verband met de verlening van juridische diensten,

c)

uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van honoraria of kosten voor alleen het houden of beheren van bevroren tegoeden of economische middelen,

d)

nodig zijn voor buitengewone uitgaven, mits de bevoegde autoriteit de overige bevoegde autoriteiten en de Commissie ten minste twee weken op voorhand in kennis stelt van de gronden waarop volgens haar een specifieke toestemming moet worden verleend.

De betrokken bevoegde autoriteiten stellen de bevoegde autoriteiten van de andere lidstaten en de Commissie in kennis van elke op grond van dit artikel verleende toestemming.

2.   Artikel 1 bis, lid 2, is niet van toepassing op de bijboeking op bevroren rekeningen van

a)

rente of andere inkomsten, of

b)

betalingen die verschuldigd zijn krachtens contracten, overeenkomsten of verplichtingen die zijn gesloten of ontstaan vóór de datum waarop dit Gemeenschappelijk standpunt op deze rekeningen van toepassing werd,

mits deze rente, andere inkomsten en betalingen onder artikel 1 bis, lid 1, blijven vallen.”.

Artikel 2

Artikel 2 van Gemeenschappelijk Standpunt 2006/276/GBVB wordt vervangen door:

„Artikel 2

De Raad stelt op voorstel van een lidstaat of de Commissie de wijzigingen vast die eventueel als gevolg van de politieke ontwikkelingen in Belarus in de lijsten in de bijlagen I, II, III en IV moeten worden aangebracht.”.

Artikel 3

De bijlagen bij Gemeenschappelijk Standpunt 2006/276/GBVB worden vervangen door de tekst in de bijlagen bij dit gemeenschappelijk standpunt.

Artikel 4

Dit gemeenschappelijk standpunt wordt van kracht op de dag waarop het wordt vastgesteld.

Artikel 5

Dit gemeenschappelijk standpunt wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 18 mei 2006.

Voor de Raad

De voorzitter

Franz MORAK


(1)  PB L 101 van 11.4.2006, blz. 5.


BIJLAGE

BIJLAGE I

Lijst van personen bedoeld in artikel 1, lid 1, onder a)

1.

SIVAKOV, JOERI (JOERIJ) Leonidovitsj, minister van Toerisme en Sport van Belarus, geboren op 5 augustus 1946 in de regio Sachalin, voormalige Russische Socialistische Federatieve Sovjetrepubliek.

2.

SJEJMAN (SJEIMAN), VIKTOR Vladimirovitsj, staatssecretaris van de veiligheidsraad van Belarus, geboren op 26 mei 1958 in de regio Grodno.

3.

PAVLITSJENKO (PAVLIOETSJENKO), DMITRI (Dmitry) Valerijevitsj, hoofd van de speciale troepen bij het ministerie van Binnenlandse Zaken van Belarus, geboren in 1966 te Vitebsk.

4.

NAOEMOV, VLADIMIR Vladimirovitsj, minister van Binnenlandse Zaken, geboren in 1956.

BIJLAGE II

Lijst van personen bedoeld in artikel, lid 1, onder b)

1.

Lidia Mihajlovna JERMOSJINA, voorzitter van de centrale verkiezingscommissie van Belarus, geboren op 29 januari 1953 te Sloetsk (regio Minsk).

2.

Joeri Nikolajevitsj PODOBED, luitenant-kolonel van de speciale politie-eenheid (OMON), ministerie van Binnenlandse Zaken, geboren op 5 maart 1962 te Sloetsk (regio Minsk).

BIJLAGE III

Lijst van personen bedoeld in artikel, lid 1, onder c)

Naam

(Engelse spelling)

Naam

(Belarussische spelling)

Naam

(Russische spelling)

Geboortedatum

Geboorteplaats

Functie

Lukashenko Aleksandr Grigorievich

(Lukashenka Alaksandr Ryhoravich)

Лукашенка Аляксандр Рьıгоравiч

ЛУКАШЕНКО Александр Григорьевич

30.8.1954

Kopys, district Vitebsk

President

Nevyglas Gennady Nikolaevich

(Nievyhlas Hienadz Mikalaevich)

Невьıглас Генадзь Мiкалаевiч

НЕВЬIГЛАС Геннадий Николаевич

11.2.1954

Parahonsk, district Pinsk

Hoofd van het Kabinet van de President

Petkevich Natalya Vladimirovna

(Piatkevich Natallia Uladzimirauna)

Пяткевiч Наталля Уладзiмiраўна

ПЕТКЕВИЧ Наталья Владимировна

24.10.1972

Minsk

Adjunct-hoofd van het kabinet van de president

Rubinov Anatoly Nikolaevich

(Rubinau Anatol Mikalaevich)

Рубiнаў Анатоль Мiкалаевiч

РУБИНОВ Анатолий Николаевич

15.4.1939

Mogilev

Adjunct-hoofd belast met media en ideologie

Proleskovsky Oleg Vitoldovich

(Pralaskouski Aleh Vitoldavich)

Праляскоўскi Алег Вiтольдавiч

ПРОЛЕСКОВСКИЙ Олег Витольдович

1.10.1963

Zagorsk (Rusland, thans Sergijev Posad)

Medewerker en, hoofd van hoofddepartement ideologie, kabinet van de president

Radkov Aleksandr Mikhailovich

(Radzkou Alaksandr Mikhailavich)

Радзькоў Аляксандр Мiхайлавiч

РАДЬКОВ Александр Михайлович

1.7.1951

Votnya,

Вотня Бьıховского района Могилевской области

Minister van Onderwijs

Rusakevich Vladimir Vasilyevich

(Rusakevich Uladzimir Vasilievich)

Русакевiч Уладзiмiр Васiльевiч

РУСАКЕВИЧ Владимир Васильевич

13.9.1947

Vygonoshchi,

Вьıгонощи, Брестская область

Minister van Voorlichting

Golovanov Viktor Grigoryevich

(Halavanau Viktar Ryhoravich)

Галаванаў Вiктар Рьıгоравiч

ГОЛОВАНОВ Виктор Григорьевич

1952

Borisov

Minister van Justitie

Zimovsky Alexander Leonidovich

(Zimouski Alaksandr Lieanidavich)

Зiмоўскi Аляксандр Леанiдавiч

ЗИМОВСКИЙ Александр Леонидович

10.1.1961

Duitsland

Lid van de Eerste Kamer van het Parlement; hoofd van het staatsbedrijf voor radio en televisie

Konoplyev Vladimir Nikolaevich

(Kanapliou Uladzimir Mikalaevich)

Канаплёў Уладзiмiр Мiкалаевiч

КОНОПЛЕВ Владимир Николаевич

3.1.1954

Akulintsy,

д. Акулинцьı Могилевского района

Voorzitter van de Tweede Kamer van het Parlement

Cherginets Nikolai Ivanovich

(Charhiniets Mikalai Ivanavich)

Чаргiнец Мiкалай Iванавiч

ЧЕРГИНЕЦ Николай Иванович

17.10.1937

Minsk

Voorzitter van de Commissie buitenlandse zaken van de Eerste Kamer

Kostyan Sergei Ivanovich

(Kastsian Siarhiei Ivanavich)

Касцян Сяргей Iванавiч

КОСТЯН Сергей Иванович

15.1.1941

Usokhi, district Mogilev,

Усохи Кличевского района Могилевской области

Voorzitter van de Commissie buitenlandse zaken van de Tweede Kamer

Orda Mikhail Sergeevich

(Orda Mikhail Siarhieevich)

Орда Мiхаiл Сяргеевiч

ОРДА Михаил Сергеевич

28.9.1966

Dyatlovo, district Grodno,

Дятлово Гродненской области

Lid van de Eerste Kamer, leider van de BRSM

Lozovik Nikolai Ivanovich

(Lazavik Mikalai Ivanavich)

Лазавiк Мiкалай Iванавiч

ЛОЗОВИК Николай Иванович

18.1.1951

Nevinyany, district Minsk,

Невиняньı Вилейского р-на Минской обл

Afgevaardigde van de centrale verkiezingscommissie van Belarus

Miklashevich Petr Petrovich

(Miklashevich Piotr Piatrovich)

Мiклашзвiч Пётр Пятровiч

МИКЛАШЕВИЧ Петр Петрович

1954

Kosuta, district Minsk,

Косута Минской области

Procureur-generaal

Slizhevsky Oleg Leonidovich

(Slizheuski Aleh Leanidavich)

Слiжзўскi Алег Леанiдавiч

СЛИЖЕВСКИЙ Олег Леонидович

 

 

Hoofd van de afdeling sociale organisaties, sociale partners en NGO's, minister van Justitie

Khariton Aleksandr

(Kharyton Alaksandr)

Харьıтон Аляксандр

ХАРИТОН Александр

 

 

Adviseur van de afdeling sociale organisaties, sociale partners en NGO's, ministerie van Justitie

Smirnov Evgeny Aleksandrovich

(Smirnou Yauhien Alaksandravich)

Смiрноў Яўген Аляксандравiч

CМИРНОВ Евгений Александрович

15.3.1949

district Ryazan, Rusland

Eerste vice-voorzitter van het Economisch Hof

Reutskaya Nadezhda Zalovna

(Ravutskaya Nadzieja Zalauna)

Равуцкая Надзея Залаўна

РЕУТСКАЯ Надежда Заловна

 

 

Rechter in het district Moskou van Minsk

Trubnikov Nikolai Alekseevich

(Trubnikau Mikalai Alakseevich)

Трубнiкаў Мiкалай Аляксеевiч

ТРУБНИКОВ Николай Алексеевич

 

 

Rechter in het district Partizanskij van Minsk

Kupriyanov Nikolai Mikhailovich

(Kupryianau Mikalai Mikhailavich)

Купрьıянаў Мiкалай Мiхайлавiч

КУПРИЯНОВ Николай Михайлович

 

 

Openbaar aanklager van Minsk

Sukhorenko Stepan Nikolaevich

(Sukharenka Stsiapan Mikalaevich)

Сухарзнка Сцяпан Мiкалаевiч

СУХОРЕНКО Степан Николаевич

27.1.1957

Zdudichi, district Mogilev,

Здудичи Светлогорского района Гомельской области

Voorzitter van de KGB

Dementei Vasily Ivanovich

(Dzemiantsiei Vasil Ivanavich)

Дземянцей Васiль Iванавiч

ДЕМЕНТЕЙ Василий Иванович

 

 

Eerste vice-voorzitter, KGB

Kozik Leonid Petrovich

(Kozik Leanid Piatrovich)

Козiк Леанiд Пятровiч

КОЗИК Леонид Петрович

13.7.1948

Borisov

Hoofd van de federatie van vakbonden

Koleda Alexandr Mikhailovich

(Kalada Alaksandr Mikhailavich)

Каляда Аляксандр Мiхайлавiч

КОЛЕДА Александр Михайлович

 

 

Voorzitter van de verkiezingscommissie van de regio Brest

Mikhasev Vladimir Ilyich

(Mikhasiou Uladzimir Iliich)

Мiхасёў Уладзiмiр Iльiч

МИХАСЕВ Владимир Ильич

 

 

Voorzitter van de centrale verkiezingscommissie van de regio Gomel

Luchina Leonid Aleksandrovich

Лучьıна Леанiд Аляксандравiч

ЛУЧИНА Леонид Александрович

18.11.1947

Minsk oblast

Voorzitter van de centrale verkiezingscommissie van de regio Grodno

Karpenko Igor Vasilievich

(Karpenka Ihar Vasilievich)

Карпенка Iгар Васiльевiч

КАРПЕНКО Игорь Васильевич

28.4.1964

Novokuznetsk, Rusland

Новокузнецк Кемеровской области, Россия

Voorzitter van de centrale verkiezingscommissie van de stad Minsk

Kurlovich Vladimir Anatolievich

(Kurlovich Uladzimir Anatolievich)

Курловiч Уладзiмiр Анатольевiч

КУРЛОВИЧ Владимир Анатольевич

 

 

Voorzitter van de centrale verkiezingscommissie van de regio Minsk

Metelitsa Nikolai Timofeevich

(Miatsielitsa Mikalai Tsimafeevich)

Мяцелiца Мiкалай Цiмафеевiч

МЕТЕЛИЦА Николай Тимофеевич

 

 

Voorzitter van de centrale verkiezingscommissie van de regio Mogilev

Pishchulenok Mikhail Vasilievich

(Pishchulenak Mikhail Vasilievich)

Пiшчулёнак Мiхаiл Васiльевiч

ПИЩУЛЕНОК Михаил Васильевич

 

 

Voorzitter van de centrale verkiezingscommissie van de regio Vitebsk

BIJLAGE IV

Lijst van personen bedoeld in artikel 1 a)

Naam

(Engelse spelling)

Naam

(Belarussische spelling)

Naam

(Russische spelling)

Geboortedatum

Geboorteplaats

Functie

Lukashenko Aleksandr Grigorievich

(Lukashenka Alaksandr Ryhoravich)

Лукашенка Аляксандр Рьıгоравiч

ЛУКАШЕНКО Александр Григорьевич

30.8.1954

Kopys, district Vitebsk

President

Nevyglas Gennady Nikolaevich

(Nievyhlas Hienadz Mikalaevich)

Невьıглас Генадзь Мiкалаевiч

НЕВЬIГЛАС Геннадий Николаевич

11.2.1954

Parahonsk, district Pinsk

Hoofd van het Kabinet van de President

Petkevich Natalya Vladimirovna

(Piatkevich Natallia Uladzimirauna)

Пяткевiч Наталля Уладзiмiраўна

ПЕТКЕВИЧ Наталья Владимировна

24.10.1972

Minsk

Adjunct-hoofd van het kabinet van de president

Rubinov Anatoly Nikolaevich

(Rubinau Anatol Mikalaevich)

Рубiнаў Анатоль Мiкалаевiч

РУБИНОВ Анатолий Николаевич

15.4.1939

Mogilev

Adjunct-hoofd belast met media en ideologie

Proleskovsky Oleg Vitoldovich

(Pralaskouski Aleh Vitoldavich)

Праляскоўскi Алег Вiтольдавiч

ПРОЛЕСКОВСКИЙ Олег Витольдович

1.10.1963

Zagorsk (Rusland, thans Sergijev Posad)

Medewerker en, hoofd van hoofddepartement ideologie, kabinet van de president

Radkov Aleksandr Mikhailovich

(Radzkou Alaksandr Mikhailavich)

Радзькоў Аляксандр Мiхайлавiч

РАДЬКОВ Александр Михайлович

1.7.1951

Votnya, Вотня Бьıховского района Могилевской области

Minister van Onderwijs

Rusakevich Vladimir Vasilyevich

(Rusakevich Uladzimir Vasilievich)

Русакевiч Уладзiмiр Васiльевiч

РУСАКЕВИЧ Владимир Васильевич

13.9.1947

Vygonoshchi, Вьıгонощи, Брестская область

Minister van Voorlichting

Golovanov Viktor Grigoryevich

(Halavanau Viktar Ryhoravich)

Галаванаў Вiктар Рьıгоравiч

ГОЛОВАНОВ Виктор Григорьевич

1952

Borisov

Minister van Justitie

Zimovsky Alexander Leonidovich

(Zimouski Alaksandr Lieanidavich)

Зiмоўскi Аляксандр Леанiдавiч

ЗИМОВСКИЙ Александр Леонидович

10.1.1961

Duitsland

Lid van de Eerste Kamer van het Parlement;

hoofd van het staatsbedrijf voor radio en televisie

Konoplyev Vladimir Nikolaevich

(Kanapliou Uladzimir Mikalaevich)

Канаплёў Уладзiмiр Мiкалаевiч

КОНОПЛЕВ Владимир Николаевич

3.1.1954

Akulintsy, д. Акулинцьı Могилевского района

Voorzitter van de Tweede Kamer van het Parlement

Cherginets Nikolai Ivanovich

(Charhiniets Mikalai Ivanavich)

Чаргiнец Мiкалай Iванавiч

ЧЕРГИНЕЦ Николай Иванович

17.10.1937

Minsk

Voorzitter van de Commissie buitenlandse zaken van de Eerste Kamer

Kostyan Sergei Ivanovich

(Kastsian Siarhiei Ivanavich)

Касцян Сяргей Iванавiч

КОСТЯН Сергей Иванович

15.1.1941

Usokhi, district Mogilev, Усохи Кличевского района Могилевской области

Voorzitter van de Commissie buitenlandse zaken van de Tweede Kamer

Orda Mikhail Sergeevich

(Orda Mikhail Siarhieevich)

Орда Мiхаiл Сяргеевiч

ОРДА Михаил Сергеевич

28.9.1966

Dyatlovo, district Grodno,

Дятлово Гродненской области

Lid van de Eerste Kamer, leider van de BRSM

Lozovik Nikolai Ivanovich

(Lazavik Mikalai Ivanavich)

Лазавiк Мiкалай Iванавiч

ЛОЗОВИК Николай Иванович

18.1.1951

Nevinyany, district Minsk,

Невиняньı Вилейского р-на Минской обл

Afgevaardigde van de centrale verkiezingscommissie

Miklashevich Petr Petrovich

(Miklashevich Piotr Piatrovich)

Мiклашзвiч Пётр Пятровiч

МИКЛАШЕВИЧ Петр Петрович

1954

Kosuta, district Minsk,

Косута Минской области

Procureur-generaal

Slizhevsky Oleg Leonidovich

(Slizheuski Aleh Leanidavich)

Слiжзўскi Алег Леанiдавiч

СЛИЖЕВСКИЙ Олег Леонидович

 

 

Hoofd van de afdeling sociale organisaties, sociale partners en NGO's, ministerie van Justitie

Khariton Aleksandr

(Kharyton Alaksandr)

Харьıтон Аляксандр

ХАРИТОН Александр

 

 

Adviseur van de afdeling sociale organisaties, sociale partners en NGO's, ministerie van Justitie

Smirnov Evgeny Aleksandrovich

(Smirnou Yauhien Alaksandravich)

Смiрноў Яўген Аляксандравiч

CМИРНОВ Евгений Александрович

15.3.1949

district Ryazan, Rusland

Eerste vice-voorzitter van het Economisch Hof

Reutskaya Nadezhda Zalovna

(Ravutskaya Nadzieja Zalauna)

Равуцкая Надзея Залаўна

РЕУТСКАЯ Надежда Заловна

 

 

Rechter in het district Moskou van Minsk

Trubnikov Nikolai Alekseevich

(Trubnikau Mikalai Alakseevich)

Трубнiкаў Мiкалай Аляксеевiч

ТРУБНИКОВ Николай Алексеевич

 

 

Rechter in het district Partizanskij van Minsk

Kupriyanov Nikolai Mikhailovich

(Kupryianau Mikalai Mikhailavich)

Купрьıянаў Мiкалай Мiхайлавiч

КУПРИЯНОВ Николай Михайлович

 

 

Openbaar aanklager van Minsk

Sukhorenko Stepan Nikolaevich

(Sukharenka Stsiapan Mikalaevich)

Сухарзнка Сцяпан Мiкалаевiч

СУХОРЕНКО Степан Николаевич

27.1.1957

Zdudichi, district Mogilev,

Здудичи Светлогорского района Гомельской области

Voorzitter van de KGB

Dementei Vasily Ivanovich

(Dzemiantsiei Vasil Ivanavich)

Дземянцей Васiль Iванавiч

ДЕМЕНТЕЙ Василий Иванович

 

 

Eerste vice-voorzitter, KGB

Kozik Leonid Petrovich

(Kozik Leanid Piatrovich)

Козiк Леанiд Пятровiч

КОЗИК Леонид Петрович

13.7.1948

Borisov

Hoofd van de federatie van vakbonden

Koleda Alexandr Mikhailovich

(Kalada Alaksandr Mikhailavich)

Каляда Аляксандр Мiхайлавiч

КОЛЕДА Александр Михайлович

 

 

Voorzitter van de verkiezingscommissie van de regio Brest

Mikhasev Vladimir Ilyich

(Mikhasiou Uladzimir Iliich)

Мiхасёў Уладзiмiр Iльiч

МИХАСЕВ Владимир Ильич

 

 

Voorzitter van de centrale verkiezingscommissie van de regio Gomel

Luchina Leonid Aleksandrovich

Лучьıна Леанiд Аляксандравiч

ЛУЧИНА Леонид Александрович

18.11.1947

Minsk oblast

Voorzitter van de centrale verkiezingscommissie van de regio Grodno

Karpenko Igor Vasilievich

(Karpenka Ihar Vasilievich)

Карпенка Iгар Васiльевiч

КАРПЕНКО Игорь Васильевич

28.4.1964

Novokuznetsk, Rusland

Новокузнецк Кемеровской области, Россия

Voorzitter van de centrale verkiezingscommissie van de stad Minsk

Kurlovich Vladimir Anatolievich

(Kurlovich Uladzimir Anatolievich)

Курловiч Уладзiмiр Анатольевiч

КУРЛОВИЧ Владимир Анатольевич

 

 

Voorzitter van de centrale verkiezingscommissie van de regio Minsk

Metelitsa Nikolai Timofeevich

(Miatsielitsa Mikalai Tsimafeevich)

Мяцелiца Мiкалай Цiмафеевiч

МЕТЕЛИЦА Николай Тимофеевич

 

 

Voorzitter van de centrale verkiezingscommissie van de regio Mogilev

Pishchulenok Mikhail Vasilievich

(Pishchulenak Mikhail Vasilievich)

Пiшчулёнак Мiхаiл Васiльевiч

ПИЩУЛЕНОК Михаил Васильевич

 

 

Voorzitter van de centrale verkiezingscommissie van de regio Vitebsk

Sheyman (Sheiman), Victor Vladimirovich

 

 

26.5.1958

regio Grodno

Staatssecretaris van de veiligheidsraad

Pavlichenko (Pavliuchenko), Dmitri (Dmitry) Valeriyevich

 

 

1966

Vitebsk

Hoofd van de speciale reactiegroep bij het ministerie van Binnenlandse Zaken

Naumov, Vladimir Vladimïrovich

 

 

1956

 

Minister van Binnenlandse Zaken

Yermoshina Lydia Mihajlovna

 

 

29.1.1953

Slutsk (regio Minsk)

Voorzitter van de centrale verkiezingscommissie

Podobed Yuri Nikolaevich

 

 

5.3.1962

Slutsk (regio Minsk)

Luitenant-kolonel van de speciale politie-eenheid (OMON), ministerie van Binnenlandse Zaken


Rectificaties

20.5.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 134/54


Rectificatie van Verordening (EG) nr. 746/2006 van de Commissie van 17 mei 2006 betreffende de invoercertificaten voor producten van de sector rundvlees van oorsprong uit Botswana, Kenia, Madagaskar, Swaziland, Zimbabwe en Namibië

( Publicatieblad van de Europese Unie L 130 van 18 mei 2006 )

Op bladzijde 23, in artikel 2:

in plaats van:

„van de maand mei 2006”,

te lezen:

„van de maand juni 2006”.