ISSN 1725-2598

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 106

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

49e jaargang
19 april 2006


Inhoud

 

I   Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing

Bladzijde

 

 

Verordening (EG) nr. 598/2006 van de Commissie van 18 april 2006 tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

1

 

 

Verordening (EG) nr. 599/2006 van de Commissie van 18 april 2006 betreffende de opening van een inschrijving voor de toekenning van uitvoercertificaten van het A3-stelsel in de sector groenten en fruit (tomaten, sinaasappelen, citroenen en appelen)

3

 

*

Verordening (EG) nr. 600/2006 van de Commissie van 18 april 2006 tot indeling van bepaalde goederen in de gecombineerde nomenclatuur

5

 

*

Verordening (EG) nr. 601/2006 van de Commissie van 18 april 2006 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 184/2005 van het Europees Parlement en de Raad, wat het formaat en de procedure voor de toezending van gegevens betreft

7

 

*

Verordening (EG) nr. 602/2006 van de Commissie van 18 april 2006 tot aanpassing van Verordening (EG) nr. 184/2005 van het Europees Parlement en de Raad door actualisering van de gegevenseisen

10

 

 

Verordening (EG) nr. 603/2006 van de Commissie van 18 april 2006 tot wijziging van de bij Verordening (EG) nr. 1011/2005 voor het verkoopseizoen 2005/2006 vastgestelde representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor bepaalde producten van de sector suiker

12

 

 

II   Besluiten waarvan de publicatie niet voorwaarde is voor de toepassing

 

 

Commissie

 

*

Besluit van de Commissie van 30 maart 2006 tot oprichting van een Europese deskundigengroep voor effectenmarkten die tot taak heeft juridisch en economisch advies te verstrekken over de toepassing van de EU-effectenrichtlijnen

14

 

*

Beschikking van de Commissie van 12 april 2006 houdende wijziging van Beschikking 1999/659/EG tot vaststelling van een indicatieve verdeling over de lidstaten van de middelen uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw, afdeling Garantie, voor maatregelen op het gebied van plattelandsontwikkeling voor de periode 2000-2006 (Kennisgeving geschied onder nummer C(2006) 1542)  ( 1 )

18

 

*

Beschikking van de Commissie van 18 april 2006 tot wijziging van Beschikking 2003/467/EG wat betreft de erkenning van bepaalde delen van Italië als officieel vrij van rundertuberculose en enzoötische boviene leukose en de erkenning van Slowakije als officieel vrij van enzoötische boviene leukose (Kennisgeving geschied onder nummer C(2006) 1551)  ( 1 )

21

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


I Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing

19.4.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 106/1


VERORDENING (EG) Nr. 598/2006 VAN DE COMMISSIE

van 18 april 2006

tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 3223/94 van de Commissie van 21 december 1994 houdende uitvoeringsbepalingen van de invoerregeling voor groenten en fruit (1), en met name op artikel 4, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In Verordening (EG) nr. 3223/94 zijn op grond van de multilaterale handelsbesprekingen in het kader van de Uruguayronde de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de periodes die in de bijlage bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt.

(2)

Op grond van de bovenvermelde criteria moeten de forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld op de in de bijlage bij deze verordening vermelde niveaus,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 3223/94 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld zoals aangegeven in de tabel in de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 19 april 2006.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 18 april 2006.

Voor de Commissie

J. L. DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 337 van 24.12.1994, blz. 66. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 386/2005 (PB L 62 van 9.3.2005, blz. 3).


BIJLAGE

bij de verordening van de Commissie van 18 april 2006 tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

(EUR/100 kg)

GN-code

Code derde landen (1)

Forfaitaire invoerwaarde

0702 00 00

052

84,0

204

65,0

212

139,0

624

108,6

999

99,2

0707 00 05

052

117,8

204

47,4

999

82,6

0709 10 00

624

119,2

999

119,2

0709 90 70

052

98,5

204

54,1

999

76,3

0805 10 20

052

63,9

204

29,0

212

49,5

220

36,2

624

68,7

999

49,5

0805 50 10

624

60,8

999

60,8

0808 10 80

388

83,1

400

125,3

404

90,3

508

75,2

512

78,1

528

79,6

720

77,8

804

108,7

999

89,8

0808 20 50

052

75,0

388

92,6

512

106,9

528

74,8

720

76,1

999

85,1


(1)  Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 750/2005 van de Commissie (PB L 126 van 19.5.2005, blz. 12). De code „999” staat voor „andere oorsprong”.


19.4.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 106/3


VERORDENING (EG) Nr. 599/2006 VAN DE COMMISSIE

van 18 april 2006

betreffende de opening van een inschrijving voor de toekenning van uitvoercertificaten van het A3-stelsel in de sector groenten en fruit (tomaten, sinaasappelen, citroenen en appelen)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 2200/96 van de Raad van 28 oktober 1996 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector groenten en fruit (1), en met name op artikel 35, lid 3, derde alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 1961/2001 van de Commissie (2) zijn de uitvoeringsbepalingen voor de uitvoerrestituties in de sector groenten en fruit vastgesteld.

(2)

Op grond van artikel 35, lid 1, van Verordening (EG) nr. 2200/96 kan, voorzover dit nodig is om een economisch significante uitvoer mogelijk te maken en binnen de grenzen die voortvloeien uit de overeenkomsten gesloten in overeenstemming met artikel 300 van het Verdrag, een uitvoerrestitutie worden betaald voor de door de Gemeenschap uitgevoerde producten.

(3)

Overeenkomstig artikel 35, lid 2, van Verordening (EG) nr. 2200/96 is het dienstig erop toe te zien dat de eerder door de restitutieregeling op gang gebrachte handelsstromen niet worden verstoord. Daarom, en wegens de seizoengebondenheid van de uitvoer van groenten en fruit, moeten contingenten per product worden vastgesteld, op basis van de landbouwproductennomenclatuur voor de uitvoerrestituties zoals vastgesteld bij Verordening (EEG) nr. 3846/87 van de Commissie (3). Deze hoeveelheden moeten worden verdeeld met inachtneming van de bederfelijkheid van de betrokken producten.

(4)

Krachtens artikel 35, lid 4, van Verordening (EG) nr. 2200/96 wordt bij de vaststelling van de restituties rekening gehouden met de situatie en de verwachte ontwikkeling met betrekking tot de prijzen van groenten en fruit op de markt van de Gemeenschap en de beschikbare hoeveelheden enerzijds, en de prijzen in de internationale handel anderzijds. Voorts moeten ook de afzet- en vervoerskosten en het economische aspect van de beoogde uitvoer in aanmerking worden genomen.

(5)

Overeenkomstig artikel 35, lid 5, van Verordening (EG) nr. 2200/96 wordt bij het bepalen van de marktprijzen van de Gemeenschap rekening gehouden met de prijzen die met het oog op de uitvoer het gunstigst blijken te zijn.

(6)

Wegens de omstandigheden in de internationale handel of specifieke vereisten van bepaalde markten, kan het nodig zijn de restitutie voor een bepaald product te differentiëren naar gelang van de bestemming van dat product.

(7)

Voor tomaten, sinaasappelen, citroenen en appelen van de kwaliteitsklassen Extra, I en II van de gemeenschappelijke handelsnormen kan de uitvoer economisch significant zijn.

(8)

Met het oog op een optimaal gebruik van de beschikbare middelen en gelet op de structuur van de uitvoer van de Gemeenschap is het dienstig een inschrijving te houden, en het indicatieve restitutiebedrag en de verwachte hoeveelheden voor de betrokken periode vast te stellen.

(9)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor verse groenten en fruit,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   Er wordt een inschrijving geopend voor de toekenning van uitvoercertificaten van het A3-stelsel. In de bijlage worden de betrokken producten, de periode voor de indiening van de offertes, de indicatieve eenheidsbedragen van de restitutie en de verwachte hoeveelheden vastgesteld.

2.   Certificaten die in het kader van de voedselhulp worden afgegeven, zoals bedoeld in artikel 16 van Verordening (EG) nr. 1291/2000 van de Commissie (4), worden niet afgeboekt op de in de bijlage bij deze verordening bedoelde hoeveelheden.

3.   Onverminderd het bepaalde in artikel 5, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1961/2001 bedraagt de geldigheidsduur van de certificaten van het A3-stelsel twee maanden.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 2 mei 2006.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 18 april 2006.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 297 van 21.11.1996, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 47/2003 van de Commissie (PB L 7 van 11.1.2003, blz. 64).

(2)  PB L 268 van 9.10.2001, blz. 8. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 386/2005 (PB L 62 van 9.3.2005, blz. 3).

(3)  PB L 366 van 24.12.1987, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2091/2005 (PB L 343 van 24.12.2005, blz. 1).

(4)  PB L 152 van 24.6.2000, blz. 1.


BIJLAGE

Toekenning van uitvoercertificaten van het A3-stelsel in de sector groenten en fruit (tomaten, sinaasappelen, citroenen, appelen)

Periode voor de indiening van de offertes: 2.-3.5.2006

Productcode (1)

Bestemming (2)

Indicatief restitutiebedrag

(in EUR/t netto)

Verwachte hoeveelheden

(in t)

0702 00 00 9100

F08

40

24 952

0805 10 20 9100

A00

49

38 757

0805 50 10 9100

A00

70

6 667

0808 10 80 9100

F09

43

76 161


(1)  De codes van de producten zijn vastgesteld in Verordening (EEG) nr. 3846/87.

(2)  De codes van de bestemmingen serie „A” zijn vastgesteld in bijlage II bij Verordening (EEG) nr. 3846/87. De numerieke codes voor de bestemmingen zijn vastgesteld in Verordening (EG) nr. 2081/2003 van de Commissie (PB L 313 van 28.11.2003, blz. 11). De andere bestemmingen worden als volgt vastgesteld:

F03

:

Alle bestemmingen met uitzondering van Zwitserland.

F04

:

Hongkong, Singapore, Maleisië, Sri Lanka, Indonesië, Thailand, Taiwan, Papoea-Nieuw-Guinea, Laos, Cambodja, Vietnam, Japan, Uruguay, Paraguay, Argentinië, Mexico en Costa Rica.

F08

:

Alle bestemmingen met uitzondering van Bulgarije.

F09

:

De volgende bestemmingen:

Noorwegen, IJsland, Groenland, Faeröer, Roemenië, Albanië, Bosnië-Herzegovina, Kroatië, voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, Servië en Montenegro, Armenië, Azerbeidzjan, Belarus, Georgië, Kazachstan, Kirgizië, Moldavië, Rusland, Tadzjikistan, Turkmenistan, Oezbekistan, Oekraïne, Saoedi-Arabië, Bahrein, Qatar, Oman, Verenigde Arabische Emiraten (Abu Dhabi, Dubai, Sharjah, Ajman, Umm al-Qaiwayn, Ras al-Khaimah en Fujairah), Koeweit, Jemen, Syrië, Iran, Jordanië, Bolivia, Brazilië, Venezuela, Peru, Panama, Ecuador en Colombia,

landen en gebieden van Afrika, met uitzondering van Zuid-Afrika,

bestemmingen in de zin van artikel 36 van Verordening (EG) nr. 800/1999 van de Commissie (PB L 102 van 17.4.1999, blz. 11).


19.4.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 106/5


VERORDENING (EG) Nr. 600/2006 VAN DE COMMISSIE

van 18 april 2006

tot indeling van bepaalde goederen in de gecombineerde nomenclatuur

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (1), en met name op artikel 9, lid 1, onder a),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Om de uniforme toepassing te waarborgen van de gecombineerde nomenclatuur die als bijlage bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 is gevoegd, dienen bepalingen te worden vastgesteld voor de indeling van de in de bijlage bij de onderhavige verordening opgenomen goederen.

(2)

Bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 zijn de algemene regels voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur vastgesteld. Deze regels zijn ook van toepassing op iedere andere nomenclatuur die, geheel of gedeeltelijk of met toevoeging van onderverdelingen, de gecombineerde nomenclatuur overneemt en die bij specifieke communautaire voorschriften is vastgesteld voor de toepassing van tarief- of andere maatregelen in het kader van het goederenverkeer.

(3)

Met toepassing van genoemde algemene regels, dienen de in kolom 1 van de tabel omschreven goederen die zijn opgenomen in de bijlage bij deze verordening te worden ingedeeld onder de daarmee corresponderende GN-code die zijn vermeld in kolom 2, op grond van de motiveringen die zijn opgenomen in kolom 3 van voornoemde tabel.

(4)

Het is wenselijk dat een beroep kan worden gedaan op een door de douaneautoriteiten van de lidstaten verstrekte bindende tariefinlichting betreffende de indeling van goederen in de gecombineerde nomenclatuur die niet in overeenstemming is met de bepalingen van onderhavige verordening, door de rechthebbende, gedurende drie maanden, overeenkomstig de bepalingen van artikel 12, lid 6, van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (2).

(5)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité douanewetboek,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De goederen omschreven in kolom 1 van de in de bijlage opgenomen tabel worden in de gecombineerde nomenclatuur ingedeeld onder de corresponderende GN-code vermeld in kolom 2 van voornoemde tabel.

Artikel 2

Op de door de douaneautoriteiten van de lidstaten verstrekte bindende tariefinlichting die niet in overeenstemming is met de bepalingen van de onderhavige verordening, kan gedurende drie maanden, overeenkomstig de bepalingen van artikel 12, lid 6, van Verordening (EEG) nr. 2913/92, een beroep worden gedaan.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 18 april 2006.

Voor de Commissie

László KOVÁCS

Lid van de Commissie


(1)  PB L 256 van 7.9.1987, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 486/2006 (PB L 88 van 25.3.2006, blz. 1).

(2)  PB L 302 van 19.10.1992, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 648/2005 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 117 van 4.5.2005, blz. 13).


BIJLAGE

Omschrijving

Indeling

(GN-code)

Motivering

(1)

(2)

(3)

Product bestaande uit een donkerrode, niet-schuimende vloeistof, zonder enige vorm van bezinksel. Het product heeft een effectief alcohol-volumegehalte van ongeveer 16 % vol. waarvan, volgens laboratoriumanalyse, ten minste de helft niet afkomstig is van druiven.

Het product wordt verkregen uit druivenmost waaraan, gedurende de gisting, beetwortelsuiker en ethanol afkomstig van maïs, worden toegevoegd.

Bevattende:

:

totaal gehalte aan suikers

:

169,7 g/l,

:

citroenzuur

:

1,4 g/l,

:

wijnsteenzuur

:

1,4 g/l,

:

appelzuur

:

0,2 g/l,

:

azijnzuur

:

0,3 g/l.

De smaak van het product is zoet, licht bitter, wrang, aromatisch en licht kruidig.

Het product is bedoeld om rechtstreeks als drank te worden gebruikt. Het wordt aangeboden in flessen met een inhoud van 0,75 l.

2206 00 59

De indeling is vastgesteld op basis van de algemene regels 1 en 6 voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur, op basis van de aanvullende aantekening 5, onder c), op hoofdstuk 22 en op basis van de tekst van de GN-codes 2206 00 en 2206 00 59.

Het product blijft ingedeeld onder post 2206, zelfs na verrijking met alcohol, aangezien het de kenmerken behoudt van producten die onder deze post worden ingedeeld (zie de GS-toelichting op post 2206, derde alinea).

Het product kan niet worden ingedeeld als andere wijn als bedoeld bij post 2204, vanwege de hoge gehalten aan citroenzuur en suiker, die het karakter van een wijn van verse druiven van post 2204 veranderen.

De GS-toelichting op post 2204, eerste alinea, punt 4), beschrijft dessertwijnen (of likeurwijnen) soms verkregen door toevoeging van alcohol.

Het product kan evenwel niet worden aangemerkt als een likeurwijn, als bedoeld bij post 2204, aangezien overeenkomstig aanvullende aantekening 5, onder c), op hoofdstuk 22, uitsluitend de toevoeging van een product verkregen van de distillatie van wijn is toegestaan.


19.4.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 106/7


VERORDENING (EG) Nr. 601/2006 VAN DE COMMISSIE

van 18 april 2006

tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 184/2005 van het Europees Parlement en de Raad, wat het formaat en de procedure voor de toezending van gegevens betreft

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 184/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 12 januari 2005 betreffende de communautaire statistiek inzake de betalingsbalans, de internationale handel in diensten en buitenlandse directe investeringen (1), en met name op artikel 7,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EG) nr. 184/2005 stelt een gemeenschappelijk kader vast voor de systematische productie van communautaire statistieken over de betalingsbalans, de internationale handel in diensten en buitenlandse directe investeringen.

(2)

Het formaat en de procedure voor de toezending van de vereiste gegevens moeten worden gespecificeerd, zodat tussen de lidstaten vergelijkbare en geharmoniseerde gegevens worden geproduceerd, het foutrisico bij de toezending van gegevens wordt beperkt en de verzamelde gegevens sneller kunnen worden verwerkt en ter beschikking van de gebruikers kunnen worden gesteld. Derhalve moeten uitvoeringsvoorschriften worden vastgesteld ter aanvulling van de richtsnoeren die zijn opgenomen in het Balance of Payments Vademecum van Eurostat, dat jaarlijks wordt herzien.

(3)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij Verordening (EG) nr. 184/2005 ingestelde Betalingsbalanscomité,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Toezending van gegevens

De lidstaten zenden de Commissie (Eurostat) gegevens in elektronische vorm toe via het centrale punt voor gegevenstoezending (SEP), dat door de Commissie (Eurostat) wordt beheerd.

De Commissie (Eurostat) stelt gedetailleerde documentatie over dit centrale punt en richtsnoeren voor de toepassing van geschikte gegevenstoezendingsmethoden beschikbaar.

Artikel 2

Gegevensformaat

De lidstaten gebruiken het „Gesmes”-gegevensformaat, in overeenstemming met de door de Commissie (Eurostat) gespecificeerde gegevensuitwisselingsnormen. De Commissie (Eurostat) stelt gedetailleerde documentatie over deze normen beschikbaar en verstrekt richtsnoeren over de toepassing van deze normen in overeenstemming met de in deze verordening gestelde eisen.

Er mag geen merkgebonden gegevensformaat worden gebruikt.

Artikel 3

Technische specificaties van het gegevensformaat

De technische specificaties van de gegevensstructuur zijn in de bijlage bij deze verordening opgenomen.

Artikel 4

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 18 april 2006.

Voor de Commissie

Joaquín ALMUNIA

Lid van de Commissie


(1)  PB L 35 van 8.2.2005, blz. 23.


BIJLAGE

Technische specificaties van de gegevensstructuur

INLEIDING

De standaardisering van gegevensrecordstructuren is voor een doeltreffende gegevensverwerking van wezenlijk belang. Standaardisering is noodzakelijk voor de indiening van gegevens overeenkomstig de door de Commissie (Eurostat) gespecificeerde uitwisselingsnormen. Het Gesmes-formaat is het enige formaat waarin de lidstaten aan de Commissie gegevens over betalingsbalansstatistieken kunnen toezenden (Eurostat).

GEGEVENSVERZAMELINGEN

Voor rapportering over betalingsbalansen zullen de volgende vijf gegevensverzamelingen worden gebruikt:

Identificatiecode gegevensverzameling

Omschrijving

BOP_EUR_Q

Euro-indicatoren

BOP_FDI_A

Buitenlandse directe investeringen

BOP_ITS_A

Internationale handel in diensten

BOP_POS_A

Posities buitenlandse directe investeringen

BOP_Q_Q

Kwartaalstatistieken

GEGEVENSSTRUCTUUR, CODELIJSTEN EN EIGENSCHAPPEN

In dit deel wordt een overzicht gegeven van de vereiste gegevensstructuur, codelijsten en eigenschappen. De recentste versie van het Balance of Payments Vademecum van Eurostat bevat de waarden voor de eigenschappen.

1.   Frequentie

a)

Definitie: de frequentie van de reeks

b)

Naam van de codelijst: CL_FREQ

c)

Formaat: AN1.

2.   Referentiegebied of meldend gebied

a)

Definitie: het land of de geografische of politieke groep landen waar het gemeten economisch verschijnsel zich voordoet. Dit element wordt ook „meldend gebied” genoemd.

b)

Naam van de codelijst: CL_AREA_EE

c)

Formaat: AN2

d)

Gebruikte afkortingen: COU land, ECO economisch gebied, GEO geografisch gebied, ORG internationale organisatie.

3.   Aanpassingsindicator

a)

Definitie: geeft aan of al dan niet een seizoencorrectie en/of een werkdagcorrectie is uitgevoerd.

b)

Naam van de codelijst: CL_ADJUSTMENT

c)

Formaat: AN1.

4.   Gegevenstype

a)

Definitie: beschrijft het soort gegevens, bv. voorraad, stroom, voor betalingsbalansstatistieken.

b)

Naam van de codelijst: CL_DATA_TYPE_BOP

c)

Formaat: AN1.

5.   Gecodeerde betalingsbalanspost

a)

Definitie: gecodeerde post bij uitsplitsing betalingsbalans

b)

Naam van de codelijst: CL_BOP_ITEM

c)

Formaat: AN8

d)

Voor soort gebruikte afkortingen: STD standaardcomponent, MEM pro-memoriepost, SUP aanvullende informatie, XOE Eurostat/OESO- of Eurostat-post, ECB-post, IIP internationale investeringspositie.

6.   Valuta-uitsplitsing

a)

Definitie: heeft betrekking op de uitsplitsing naar valuta voor transacties en posities.

b)

Naam van de codelijst: CL_CURR_BRKDWN

c)

Formaat: AN1.

7.   Tegenpartijgebied

a)

Definitie: het land of de geografische of economische groep landen waarin de transactie van het referentiegebied of het meldende gebied (ref_area) werd uitgevoerd.

b)

Naam van de codelijst: CL_AREA_EE

c)

Formaat: AN2.

8.   Munteenheid van de reeks

a)

Definitie: munteenheid (gewone munt, bv. euro of ECU of USD of nationale munt) of bijzondere trekkingsrechten

b)

Naam van de codelijst: CL_SERIES_DENOM

c)

Formaat: AN1.

9.   Economische activiteit ingezeten eenheden

a)

Definitie: economische activiteit ingezeten eenheden

b)

Naam van de codelijst: CL_BOP_EC_ACTIV_R1

c)

Formaat: N4.

10.   Economische activiteit niet-ingezeten eenheden

a)

Definitie: economische activiteit niet-ingezeten eenheden

b)

Naam van de codelijst: CL_BOP_EC_ACTIV_R1

c)

Formaat: N4.

11.   Status waarneming (verplicht)

a)

Definitie: informatie over de kwaliteit van de waarde of een ongebruikelijke of ontbrekende waarde

b)

Naam van de codelijst: CL_OBS_STATUS

c)

Formaat: AN1.

12.   Vertrouwelijkheid waarneming (voorwaardelijk)

a)

Definitie: geeft aan of de waarneming al dan niet buiten de ontvangende instelling openbaar kan worden gemaakt.

b)

Naam van de codelijst: CL_OBS_CONF

c)

Formaat: AN1.

13.   Toezendende organisatie

a)

Definitie: entiteit die de gegevens toezendt

b)

Naam van de codelijst: CL_ORGANISATION

c)

Formaat: AN3.

14.   Ontvanger

a)

Definitie: entiteit die de gegevens ontvangt

b)

Naam van de codelijst: CL_ORGANISATION

c)

Formaat: AN3.


19.4.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 106/10


VERORDENING (EG) Nr. 602/2006 VAN DE COMMISSIE

van 18 april 2006

tot aanpassing van Verordening (EG) nr. 184/2005 van het Europees Parlement en de Raad door actualisering van de gegevenseisen

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 184/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 12 januari 2005 betreffende de communautaire statistiek inzake de betalingsbalans, de internationale handel in diensten en buitenlandse directe investeringen (1), en met name op artikel 10,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EG) nr. 184/2005 stelt een gemeenschappelijk kader vast voor de systematische productie van communautaire statistieken over de betalingsbalans, de internationale handel in diensten en buitenlandse directe investeringen.

(2)

Het is noodzakelijk de gegevenseisen regelmatig te actualiseren en het uitsplitsingsniveau bij te stellen om te voldoen aan de nieuwe behoeften die het gevolg zijn van de economische en technische ontwikkelingen.

(3)

Voor het effectenverkeer kunnen extra-EU passiva moeilijk rechtstreeks worden gemeten. In de praktijk worden deze berekend door de intra-EU netto activa af te trekken van het wereldtotaal passiva. Bijgevolg zijn voor de berekening van extra-EU passiva gegevens over intra-EU netto activa nodig.

(4)

Sommige geografische uitsplitsingen moeten worden gewijzigd om de kwaliteit van de betalingsbalansstatistieken te verbeteren en om beter aan de gebruikersbehoeften te voldoen.

(5)

Alle in de bijlage bij Verordening (EG) nr. 184/2005 gebruikte begrippen moeten juist en nauwkeurig worden gedefinieerd om verkeerde interpretaties te voorkomen.

(6)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 11 van Verordening (EG) nr. 184/2005 ingestelde Betalingsbalanscomité,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage I bij Verordening (EG) nr. 184/2005 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 18 april 2006.

Voor de Commissie

Joaquín ALMUNIA

Lid van de Commissie


(1)  PB L 35 van 8.2.2005, blz. 23.


BIJLAGE

Bijlage I bij Verordening (EG) nr. 184/2005 wordt als volgt gewijzigd:

1)

In tabel 2 „Kwartaalstatistieken betalingsbalans”, punt III „Financiële rekening”, worden de gegevenseisen voor effectenverkeer vervangen door de volgende tekst:

 

Netto activa

Netto passiva

Netto

Effectenverkeer

Intra-EU

Extra-EU

Wereld”

 

2)

(Betreft slechts de Engelse versie).

3)

In tabel 6 „Niveaus geografische uitsplitsing”, worden in de kolom „Niveau 1” de volgende landen vermeld naast de overeenkomstige ingangen in de kolom „Niveau 2”:

a)

„RU

Russische Federatie”

b)

„BR

Brazilië”

c)

„CN

China”

d)

„HK

Hongkong”

e)

„IN

India”.

4)

In tabel 7 „Niveaus activiteitenuitsplitsing”, kolom „Niveau 2”, wordt de omschrijving van sectie K, afdeling 74, klasse 7414, 7415 vervangen door de volgende tekst:

„Zakelijk en managementadvies, inclusief die van houdstermaatschappijen”.


19.4.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 106/12


VERORDENING (EG) Nr. 603/2006 VAN DE COMMISSIE

van 18 april 2006

tot wijziging van de bij Verordening (EG) nr. 1011/2005 voor het verkoopseizoen 2005/2006 vastgestelde representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor bepaalde producten van de sector suiker

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1260/2001 van de Raad van 19 juni 2001 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (1),

Gelet op Verordening (EG) nr. 1423/95 van de Commissie van 23 juni 1995 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen voor de invoer van producten uit de sector suiker, andere dan melasse (2), en met name op artikel 1, lid 2, tweede alinea, tweede zin, en artikel 3, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De representatieve prijzen en de aanvullende invoerrechten voor witte suiker, ruwe suiker en bepaalde stropen voor het verkoopseizoen 2005/2006 zijn vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1011/2005 van de Commissie (3). Deze prijzen en invoerrechten zijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 580/2006 van de Commissie (4).

(2)

De bovenbedoelde prijzen en invoerrechten moeten op grond van de gegevens waarover de Commissie nu beschikt, overeenkomstig het bepaalde in Verordening (EG) nr. 1423/95 worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De bij Verordening (EG) nr. 1011/2005 voor het verkoopseizoen 2005/2006 vastgestelde representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor de in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 1423/95 bedoelde producten worden gewijzigd zoals aangegeven in de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 19 april 2006.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 18 april 2006.

Voor de Commissie

J. L. DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 178 van 30.6.2001, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 39/2004 van de Commissie (PB L 6 van 10.1.2004, blz. 16).

(2)  PB L 141 van 24.6.1995, blz. 16. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 624/98 (PB L 85 van 20.3.1998, blz. 5).

(3)  PB L 170 van 1.7.2005, blz. 35.

(4)  PB L 100 van 8.4.2006, blz. 10.


BIJLAGE

Met ingang van 19 april 2006 geldende gewijzigde representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor witte suiker, ruwe suiker en de producten van GN-code 1702 90 99

(EUR)

GN-code

Representatieve prijs per 100 kg nettogewicht van het betrokken product

Aanvullend invoerrecht per 100 kg nettogewicht van het betrokken product

1701 11 10 (1)

35,66

0,59

1701 11 90 (1)

35,66

4,21

1701 12 10 (1)

35,66

0,45

1701 12 90 (1)

35,66

3,91

1701 91 00 (2)

39,39

5,65

1701 99 10 (2)

39,39

2,52

1701 99 90 (2)

39,39

2,52

1702 90 99 (3)

0,39

0,29


(1)  Vastgesteld voor de standaardkwaliteit als gedefinieerd in bijlage I, punt II, bij Verordening (EG) nr. 1260/2001 van de Raad (PB L 178 van 30.6.2001, blz. 1).

(2)  Vastgesteld voor de standaardkwaliteit als gedefinieerd in bijlage I, punt I, bij Verordening (EG) nr. 1260/2001.

(3)  Vastgesteld per procentpunt sacharosegehalte.


II Besluiten waarvan de publicatie niet voorwaarde is voor de toepassing

Commissie

19.4.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 106/14


BESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 30 maart 2006

tot oprichting van een Europese deskundigengroep voor effectenmarkten die tot taak heeft juridisch en economisch advies te verstrekken over de toepassing van de EU-effectenrichtlijnen

(2006/288/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Volledig geïntegreerde en efficiënte financiële markten zijn van fundamenteel belang voor een goede werking van moderne economieën. De voltooiing van de interne markt voor financiële diensten is dan ook een cruciaal onderdeel van het economische hervormingsproces van Lissabon en tevens van essentieel belang voor het concurrentievermogen van de EU in de wereld.

(2)

In het Witboek over het beleid op het gebied van financiële diensten 2005-2010 (hierna het „witboek” genoemd) (1) worden de beleidsprioriteiten van de Europese Commissie op het gebied van financiële diensten tot en met 2010 uiteengezet. Een van de doelstellingen van het beleid van de Commissie op het gebied van financiële diensten bestaat erin de geldende wetgeving ten uitvoer te leggen, te doen naleven en voortdurend te evalueren, alsook de agenda voor betere regelgeving nauwgezet uit te voeren bij het ontplooien van toekomstige initiatieven.

(3)

In het witboek worden diverse concrete maatregelen opgesomd die moeten bijdragen tot een beter inzicht in de wijze waarop het Gemeenschapsrecht in de praktijk wordt toegepast, en die tevens moeten waarborgen dat de door de markten benodigde juridische coherentie ook daadwerkelijk wordt gerealiseerd in overeenstemming met de agenda voor betere regelgeving van de Commissie. Daar de eerste sectorale coherentiecontrole op de effectenwetgeving betrekking zal hebben, is besloten tot de oprichting van een groep van op de effectenmarkten actief zijnde personen en deskundigen terzake, die de Commissie moeten bijstaan bij de analyse van de voornaamste problemen die zich op dit terrein voordoen. Dit houdt noodzakelijkerwijze in dat de omzetting en toepassing van het Gemeenschapsrecht op nationaal niveau moet worden bestudeerd om beter te begrijpen hoe het Gemeenschapsrecht in de praktijk wordt toegepast, alsook om na te gaan of de mate van juridische samenhang die grensoverschrijdende beleggingsdiensten en effectenmarkten vereisen, ook daadwerkelijk wordt bewerkstelligd.

(4)

De Commissie acht het niet alleen belangrijk het advies van marktpartijen in te winnen over kwesties die met de juridische beoordeling van de EU-effectenrichtlijnen verband houden, maar ook van de deskundigengroep te vernemen hoe zij de economische gevolgen inschat van de EU-effectenrichtlijnen en van de concrete tenuitvoerlegging en toepassing ervan in de lidstaten. De deskundigengroep zal de Commissie bijgevolg ook bijstaan bij de opstelling van haar verslagen over de toepassing van diverse bepalingen van Richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende markten voor financiële instrumenten, tot wijziging van de Richtlijnen 85/611/EEG en 93/6/EEG van de Raad en van Richtlijn 2000/12/EG van het Europees Parlement en de Raad en houdende intrekking van Richtlijn 93/22/EEG van de Raad (2), Richtlijn 2003/71/EG van het Europees Parlement en de Raad van 4 november 2003 betreffende het prospectus dat gepubliceerd moet worden wanneer effecten aan het publiek worden aangeboden of tot de handel worden toegelaten en tot wijziging van Richtlijn 2001/34/EG (3), Richtlijn 2003/6/EG van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2003 betreffende handel met voorwetenschap en marktmanipulatie (marktmisbruik) (4) en Richtlijn 2004/109/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 2004 betreffende de transparantievereisten die gelden voor informatie over uitgevende instellingen waarvan effecten tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten en tot wijziging van Richtlijn 2001/34/EG (5). Op verzoek van de Commissie zal de deskundigengroep tevens technisch advies verstrekken over actuele vraagstukken in verband met de EU-effectenmarkten, zoals ratingbureaus en financiële analisten.

(5)

De deskundigengroep dient te zijn samengesteld uit personen met juridische of directe zakelijke ervaring met de aangelegenheden die onder haar mandaat vallen. Er dienen regelingen te worden getroffen om de deelneming mogelijk te maken van deskundigen of waarnemers van andere deskundigengroepen of van consumentenorganisaties/beleggersverenigingen.

(6)

Met dit besluit wordt uitvoering gegeven aan de door de Commissie in het witboek gedane toezegging om de deskundigengroep in het leven te roepen en worden procedures vastgesteld voor de bepaling van de samenstelling en de werkmethoden van de deskundigengroep.

(7)

Gezien het feit dat de werkzaamheden van de deskundigengroep van beperkte duur dienen te zijn, zal het mandaat van de groep in 2006 een aanvang nemen en lopen tot eind 2009, tenzij de Commissie besluit dit mandaat te verlengen,

BESLUIT:

Artikel 1

Hierbij wordt een Europese deskundigengroep voor effectenmarkten (hierna „de groep” genoemd) opgericht door de Commissie.

Artikel 2

Taak

De groep heeft tot taak:

advies te verstrekken aan de Commissie ten behoeve van haar analyse van de juridische samenhang van het EU-regelgevingskader en, in voorkomend geval, van de omzetting daarvan in nationaal recht, door een sectorale coherentiecontrole van de EU-effectenrichtlijnen uit te voeren, waarbij de betrokken wetgeving wordt doorgenomen met de bedoeling rechtsonzekerheden — uit het oogpunt van de gereguleerde partijen en gebruikers van de effectenmarkten — in het wetgevingskader op te sporen die de goede werking van deze markten belemmeren;

de Commissie bij te staan door advies te verstrekken waarop zij zich kan baseren bij de opstelling van haar verslagen over de toepassing van diverse bepalingen van de Richtlijnen 2004/39/EG, 2003/71/EG, 2004/109/EG en over de werking van Richtlijn 2003/6/EG. Het advies van de groep zal tevens een analyse van de economische gevolgen van deze richtlijnen omvatten;

de Commissie op haar verzoek technisch advies te verstrekken over actuele vraagstukken in verband met de EU-effectenmarkten, zoals ratingbureaus en financiële analisten. Wat ratingbureaus betreft, is de Commissie voornemens de mening te peilen van marktdeelnemers, en dan vooral van degenen die complexe financiële instrumenten kopen, door het advies van de groep te vragen over specifieke aangelegenheden die met de werking van ratingbureaus verband houden. Met betrekking tot financiële analisten kan de groep worden verzocht zich uit te spreken over de vraag of de bestaande wettelijk voorschriften volstaan.

De groep brengt regelmatig aan de Commissie verslag uit in de vorm van een samenvatting van haar analyse en advies. Het advies van de groep is niet bindend voor de Commissie en laat tevens het advies onverlet dat door andere deskundigengroepen van de Commissie wordt uitgebracht over kwesties die in verband staan met die welke onder het mandaat van de groep vallen. De groep zal zorgen voor een adequate coördinatie met deze andere betrokken deskundigengroepen van de Commissie teneinde dubbel werk te voorkomen.

Artikel 3

Samenstelling — Benoeming

1.   De groep bestaat uit ten hoogste 20 leden.

2.   De leden van de groep worden door de Commissie benoemd op basis van de sollicitaties die worden ontvangen in reactie op een oproep tot het indienen van blijken van belangstelling door uit het bedrijfsleven, de academische wereld of het maatschappelijke middenveld afkomstige, vooraanstaande deskundigen met praktijkervaring — met inbegrip van vertegenwoordigers van consumenten of beleggers — die betrokken zijn bij de sector van de beleggingsdiensten en het effectenbedrijf.

3.   De Commissie toetst de geschiktheid van de individuele deskundigen die op de oproep tot het indienen van blijken van belangstelling hebben gereageerd, aan de volgende criteria:

aantoonbare deskundigheid en recente praktijkervaring, onder meer ook op Europees of internationaal niveau, op voor de sector van de beleggingsdiensten en het effectenbedrijf relevante terreinen, en/of wat de gevolgen van de EU-effectenrichtlijnen voor deze terreinen betreft;

het vermogen van de individuele deskundige om invloed uit te oefenen op de standpunten van het bedrijfsleven, de academische wereld en het maatschappelijke middenveld ten aanzien van de aangelegenheden die onder het mandaat van de groep vallen;

de reacties op de oproep tot het indienen van blijken van belangstelling dienen vergezeld te gaan van materiaal dat aantoont dat de individuele deskundige aan de bovenbeschreven voorwaarden voldoet;

de individuele deskundigen dienen tevens een taal die in financiële zaken pleegt te worden gebruikt voldoende machtig te zijn om in deze taal aan de discussies te kunnen deelnemen en verslagen te kunnen opstellen.

4.   Bij de selectie van deskundigen let de Commissie er tevens op dat de in de groep aanwezige deskundigheid alle relevante functies en producten van het effectenbedrijf bestrijkt.

Voorts zorgt de Commissie voor een brede geografische vertegenwoordiging binnen de groep, waarbij zij, voorzover zulks op basis van de ontvangen reacties mogelijk is, deskundigen selecteert die directe kennis hebben van een breed spectrum van EU-markten, met inbegrip van nationale markten.

5.   De volgende bepalingen zijn van toepassing:

de leden worden op persoonlijke titel benoemd (waarbij het niet is toegestaan dat plaatsvervangers aan de beraadslagingen van de groep deelnemen) en laten zich bij het verstrekken van advies aan de Commissie niet beïnvloeden door professionele banden of andere externe invloeden;

de leden worden benoemd voor een hernieuwbare ambtstermijn van twee jaar;

de leden worden geacht actief aan de vergaderingen van de groep en aan ten minste één van de in artikel 4, lid 2, bedoelde subgroepen deel te nemen;

leden die geen effectieve bijdrage aan de beraadslagingen van de groep meer kunnen leveren, hun ontslag indienen of zich niet houden aan de voorwaarden die in dit artikel, dan wel in artikel 287 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap zijn vastgelegd, kunnen voor het resterende deel van hun ambtstermijn door de Commissie worden vervangen;

de namen van de door de Commissie benoemde leden worden bekendgemaakt op de internetsite van DG Interne markt en diensten. De verzameling, verwerking en publicatie van de namen van de leden vinden plaats overeenkomstig het bepaalde in Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (6).

Artikel 4

Werking

1.   De bijeenkomsten van de groep worden georganiseerd en voorgezeten door de Commissie. De groep komt viermaal per jaar in plenaire vergadering en meerdere malen per jaar in subgroepverband bijeen.

2.   De Commissie kan één of meerdere subgroepen oprichten voor het onderzoeken van specifieke kwesties en het mandaat van deze subgroepen vaststellen; deze subgroepen worden ontbonden zodra hun specifieke mandaat is uitgevoerd.

3.   De Commissie stelt voor elk kalenderjaar een werkprogramma op. In het programma worden de door de groep en haar eventuele subgroepen te behandelen onderwerpen vastgesteld, alsook een tijdschema voor de bespreking van ontwerp-verslagen in de plenaire vergadering van de groep. Op basis van het advies en onderzoek van de groep zal de Commissie de vereiste evaluatie kunnen verrichten.

4.   Indien zulks nuttig of nodig is, kan de Commissie andere deskundigen of waarnemers met specifieke kennis op het gebied van een geagendeerd onderwerp uitnodigen om aan de beraadslagingen van de groep of een subgroep deel te nemen. Deze bepaling mag worden aangewend om deskundigen van andere deskundigengroepen van de Commissie of waarnemers van consumentenorganisaties of beleggersverenigingen uit te nodigen.

5.   Een deskundige of waarnemer mag inlichtingen die hem bij de beraadslagingen van de groep of een subgroep ter kennis zijn gekomen, niet openbaar maken wanneer de Commissie deze inlichtingen als vertrouwelijk aanmerkt.

6.   De groep en haar subgroepen vergaderen gewoonlijk in de kantoren van de Commissie op de wijze en volgens het tijdschema die door de Commissie worden bepaald. Het secretariaat wordt verzorgd door de Commissie.

7.   De groep stelt haar reglement van orde vast op basis van een ontwerp van de Commissie.

8.   Zowel de conclusies en verslagen van de groep als de samenvattingen van de vergaderingen van de groep en haar subgroep(en) worden door de Commissie op de internetsite van DG Interne markt en diensten gepubliceerd in de oorspronkelijke taal van het betrokken document.

Artikel 5

Vergaderkosten

1.   Reis- en verblijfkosten die door de leden in het kader van de werkzaamheden van de groep worden gemaakt, worden door de Commissie vergoed overeenkomstig de bij deze instelling geldende bepalingen. De leden ontvangen geen bezoldiging.

2.   Vergaderkosten worden vergoed voorzover de middelen die volgens de jaarlijkse toewijzingsprocedure aan de betrokken dienst zijn toegekend, hiervoor volstaan.

Artikel 6

Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de dag van zijn bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie. Het is van toepassing tot eind 2009, tenzij de Commissie daarvoor besluit het mandaat van de groep en van haar eventueel opgerichte subgroepen te verlengen.

Gedaan te Brussel, 30 maart 2006.

Voor de Commissie

Charlie McCREEVY

Lid van de Commissie


(1)  Witboek over het beleid op het gebied van financiële diensten (2005-2010), COM(2005) 629 def. van 1 december 2005.

(2)  PB L 145 van 30.4.2004, blz. 1; gerectificeerd in PB L 45 van 16.2.2005, blz. 18.

(3)  PB L 345 van 31.12.2003, blz. 64.

(4)  PB L 96 van 12.4.2003, blz. 16.

(5)  PB L 390 van 31.12.2004, blz. 38.

(6)  PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1.


19.4.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 106/18


BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 12 april 2006

houdende wijziging van Beschikking 1999/659/EG tot vaststelling van een indicatieve verdeling over de lidstaten van de middelen uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw, afdeling Garantie, voor maatregelen op het gebied van plattelandsontwikkeling voor de periode 2000-2006

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2006) 1542)

(Slechts de teksten in de Deense, Duitse, Engelse, Finse, Franse, Griekse, Italiaanse, Nederlandse, Portugese, Spaanse en Zweedse taal zijn authentiek)

(Voor de EER relevante tekst)

(2006/289/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL) (1), en met name op artikel 46, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Beschikking 1999/659/EG (2) heeft de Commissie de aanvankelijke toewijzingen aan de lidstaten voor de uit het EOGFL, afdeling Garantie, medegefinancierde maatregelen voor plattelandsontwikkeling voor de periode 2000-2006 vastgesteld.

(2)

In artikel 1, derde alinea, van Beschikking 1999/659/EG is bepaald wat het maximumbedrag is dat voor de periode van 16 oktober tot en met 31 december 2006 in aanmerking komt voor financiering uit het EOGFL. Die bepaling is niet langer van toepassing nu overgangsmaatregelen zijn opgenomen in artikel 39, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (3).

(3)

In artikel 46, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1257/1999 is bepaald dat de aanvankelijke toewijzingen worden aangepast in het licht van de werkelijke uitgaven en op basis van herziene uitgavenramingen die de lidstaten met inachtneming van de doelstellingen van de programma’s indienen.

(4)

Op grond van artikel 57, lid 2, van Verordening (EG) nr. 817/2004 van de Commissie van 29 april 2004 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL) (4) moet de Commissie de bij Beschikking 1999/659/EG vastgestelde aanvankelijke toewijzingen per lidstaat aanpassen binnen twee maanden na de vaststelling van de begroting voor het betrokken begrotingsjaar.

(5)

Bij de aanpassing van de aanvankelijke toewijzingen moet rekening worden gehouden met de financiële uitvoering door de lidstaten in de jaren 2000-2005 en met de vóór 1 oktober 2005 ingediende herziene uitgavenramingen voor het jaar 2006. Blijkens de overeenkomstig artikel 55, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 817/2004 van de Commissie meegedeelde uitgavenramingen voor 2006 zal een bedrag van de begrotingskredieten voor 2006 onbesteed blijven. In het kader van de toepassing van artikel 46, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1257/1999 moet de Commissie de ongebruikte middelen herverdelen over de lidstaten die verwachten hun totaalbedrag voor de programmeringsperiode 2000-2006 volledig te zullen gebruiken, zulks volgens de verdeelsleutel die voortvloeit uit de in Beschikking 1999/659/EG vermelde aanvankelijke toewijzingen.

(6)

In Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad van 29 september 2003 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers en houdende wijziging van de Verordeningen (EEG) nr. 2019/93, (EG) nr. 1452/2001, (EG) nr. 1453/2001, (EG) nr. 1454/2001, (EG) nr. 1868/94, (EG) nr. 1251/1999, (EG) nr. 1254/1999, (EG) nr. 1673/2000, (EEG) nr. 2358/71 en (EG) nr. 2529/2001 (5) is bepaald dat de uit de modulatie voortvloeiende bedragen beschikbaar zijn als extra communautaire steun voor de overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1257/1999 uit de afdeling Garantie van het EOGFL gefinancierde maatregelen in het kader van de programmering van de plattelandsontwikkeling.

(7)

Bij Beschikking C(2005) 5314 van de Commissie van 19 december 2005 (6) zijn de bedragen die voortvloeien uit de modulatie waarin artikel 10, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1782/2003 voorziet, aan de lidstaten toegewezen. Die toewijzingen moeten worden opgeteld bij de toewijzingen aan de lidstaten voor het begrotingsjaar 2006 zoals vastgesteld bij Beschikking 1999/659/EG.

(8)

Beschikking 1999/659/EG moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

Beschikking 1999/659/EG wordt als volgt gewijzigd:

a)

in artikel 1 wordt de derde alinea geschrapt;

b)

de bijlage wordt vervangen door de in de bijlage bij de onderhavige beschikking opgenomen tekst.

Artikel 2

Deze beschikking is gericht tot het Koninkrijk België, het Koninkrijk Denemarken, de Bondsrepubliek Duitsland, de Helleense Republiek, het Koninkrijk Spanje, de Franse Republiek, Ierland, de Italiaanse Republiek, het Groothertogdom Luxemburg, het Koninkrijk der Nederlanden, de Republiek Oostenrijk, de Portugese Republiek, de Republiek Finland, het Koninkrijk Zweden en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland.

Gedaan te Brussel, 12 april 2006.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2223/2004 (PB L 379 van 24.12.2004, blz. 1).

(2)  PB L 259 van 6.10.1999, blz. 27. Beschikking laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 2005/361/EG (PB L 118 van 5.5.2005, blz. 35).

(3)  PB L 209 van 11.8.2005, blz. 1.

(4)  PB L 153 van 30.4.2004, blz. 31. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1360/2005 (PB L 214 van 19.8.2005, blz. 55).

(5)  PB L 270 van 21.10.2003, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2183/2005 van de Commissie (PB L 347 van 30.12.2005, blz. 56).

(6)  Beschikking gerectificeerd bij Beschikking C(2006) 311.


BIJLAGE

Steun voor plattelandsontwikkeling uit het EOGFL-Garantie (2000-2006)

 

2000

2001

2002

2003

2004

2005 (1)

2006

Totaal periode (herziene toewijzing exclusief modulatie)

Totaalbedrag „Berlijn”

Totaal periode (herziene toewijzing inclusief modulatie)

Gedane uitgaven

Aanvankelijke toewijzing

Raming (2)

Herziene toewijzing (exclusief modulatie)

Herziene toewijzing (inclusief modulatie) (3)

België

25,9

31,7

47,9

46,2

49,1

56,1

54,3

67,8

67,8

75,9

324,7

379,0

332,8

Denemarken

34,2

35,4

49,7

45,9

44,3

46,2

63,9

57,7

57,7

74,4

313,4

348,8

330,1

Duitsland

683,0

708,1

730,6

799,1

799,9

803,8

781,3

784,1

835,4

940,6

5 359,9

5 308,6

5 465,1

Griekenland

146,8

75,5

160,3

136,4

125,6

157,3

178,1

191,5

201,1

228,5

1 003,0

993,4

1 030,4

Spanje

395,3

539,8

448,5

500,1

512,0

533,9

542,6

551,4

585,2

692,2

3 514,8

3 481,0

3 621,8

Frankrijk

474,1

609,5

678,5

832,3

839,2

879,5

1 105,3

1 048,5

1 048,5

1 197,0

5 361,6

5 763,4

5 510,1

Ierland

344,4

326,6

333,0

341,0

350,0

357,5

337,3

336,4

359,8

378,4

2 412,3

2 388,9

2 430,9

Italië

755,6

658,7

649,9

652,5

635,1

679,8

474,0

480,7

524,3

592,6

4 555,9

4 512,3

4 624,2

Luxemburg

6,7

9,6

12,8

16,8

16,2

16,0

13,9

12,9

13,9

14,5

92,0

91,0

92,6

Nederland

59,8

54,8

48,9

69,4

67,6

63,5

48,5

53,0

57,1

71,1

421,1

417,0

435,1

Oostenrijk

459,0

453,2

440,4

458,1

468,7

479,1

450,0

449,6

480,5

500,1

3 239,0

3 208,1

3 258,6

Portugal

132,1

197,8

167,7

153,1

193,9

178,9

254,1

229,2

229,2

252,1

1 252,7

1 516,8

1 275,6

Finland

332,5

326,7

320,1

337,0

329,7

336,9

219,9

216,4

237,9

247,8

2 220,8

2 199,3

2 230,7

Zweden

175,6

150,8

163,1

165,8

163,8

170,7

140,2

140,1

150,9

164,2

1 140,7

1 129,9

1 154,0

Verenigd Koninkrijk

151,2

180,5

162,3

148,7

156,0

155,6

188,6

202,8

213,9

288,8

1 168,2

1 168,0

1 243,1

niet toegewezen

 

 

 

 

 

 

167,8

 

 

 

 

 

 

Totaal

4 176,2

4 358,7

4 413,7

4 702,4

4 751,1

4 914,8

5 019,8

4 822,1

5 063,2

5 718,2

32 380,1

32 905,5

33 035,1

 

 

 

 

 

 

 

43,4

overdracht

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

5 063,2

 

 

 

 

 

 


(1)  Uitgaven in 2005 vóór de boekhoudkundige goedkeuring van de rekeningen.

(2)  Bedrag dat op basis van de overeenkomstig artikel 55, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 817/2004 meegedeelde gegevens maximaal voor financiering in aanmerking komt.

(3)  Toewijzing na verdiscontering van de herverdeling van 197,7 miljoen euro (overschot dat beschikbaar is na de herverdeling tot 100 % van het maximum volgens het akkoord van Berlijn) + de overdracht van 43,4 miljoen euro + de modulatie overeenkomstig artikel 10, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1782/2003 ten bedrage van 655 miljoen euro.


19.4.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 106/21


BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 18 april 2006

tot wijziging van Beschikking 2003/467/EG wat betreft de erkenning van bepaalde delen van Italië als officieel vrij van rundertuberculose en enzoötische boviene leukose en de erkenning van Slowakije als officieel vrij van enzoötische boviene leukose

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2006) 1551)

(Voor de EER relevante tekst)

(2006/290/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 64/432/EEG van de Raad van 26 juni 1964 inzake veterinairrechtelijke vraagstukken op het gebied van het intracommunautaire handelsverkeer in runderen en varkens (1), en met name op bijlage A, deel I, punt 4, en bijlage D, hoofdstuk I, deel E,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Richtlijn 64/432/EEG bepaalt dat lidstaten of delen van lidstaten als officieel vrij van tuberculose, brucellose en enzoötische boviene leukose ten aanzien van de rundveebeslagen kunnen worden erkend, mits aan bepaalde voorwaarden van de richtlijn is voldaan.

(2)

Beschikking 2003/467/EG van de Commissie van 23 juni 2003 houdende erkenning van bepaalde lidstaten en delen van lidstaten als officieel tuberculosevrij, officieel brucellosevrij en officieel vrij van enzoötische boviene leukose ten aanzien van de rundveebeslagen (2) bevat de lijsten van de delen van lidstaten die als vrij van rundertuberculose, runderbrucellose en enzoötische boviene leukose zijn erkend.

(3)

Italië heeft bij de Commissie bewijsstukken ingediend waaruit blijkt dat de regio Friuli-Venezia Giulia aan de relevante voorwaarden van Richtlijn 64/432/EEG voldoet en derhalve als officieel vrij van enzoötische boviene leukose ten aanzien van de rundveebeslagen kan worden erkend.

(4)

Voorts heeft Italië bij de Commissie bewijsstukken ingediend waaruit blijkt dat de regio Molise aan de relevante voorwaarden van Richtlijn 64/432/EEG voldoet en derhalve als officieel vrij van enzoötische boviene leukose ten aanzien van de rundveebeslagen kan worden erkend.

(5)

Slowakije heeft bij de Commissie bewijsstukken ingediend waaruit blijkt dat het Slowaakse grondgebied aan de relevante voorwaarden van Richtlijn 64/432/EEG voldoet en derhalve als officieel vrij van enzoötische boviene leukose ten aanzien van de rundveebeslagen kan worden erkend.

(6)

Na evaluatie van de door Italië ingediende bewijsstukken moeten de regio's Friuli-Venezia Giulia en Molise als officieel vrij van rundertuberculose en enzoötische boviene leukose worden erkend.

(7)

Na evaluatie van de door Slowakije ingediende bewijsstukken moet het hele Slowaakse grondgebied als officieel vrij van enzoötische boviene leukose worden erkend.

(8)

Beschikking 2003/467/EG moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(9)

De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

De bijlagen I en III bij Beschikking 2003/467/EG worden gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze beschikking.

Artikel 2

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 18 april 2006.

Voor de Commissie

Markos KYPRIANOU

Lid van de Commissie


(1)  PB 121 van 29.7.1964, blz. 1977/64. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1/2005 (PB L 3 van 5.1.2005, blz. 1).

(2)  PB L 156 van 25.6.2003, blz. 74. Beschikking laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 2006/169/EG (PB L 57 van 28.2.2006, blz. 35).


BIJLAGE

De bijlagen I en III bij Beschikking 2003/467/EG worden als volgt gewijzigd:

1.

In bijlage I wordt hoofdstuk 2 vervangen door:

„HOOFDSTUK 2

Officieel tuberculosevrije delen van lidstaten

In Italië:

Regio Abruzzo: de provincie Pescara

Regio Friuli-Venezia Giulia

Regio Lombardia: de provincies Bergamo, Como, Lecco en Sondrio

Regio Marche: de provincie Ascoli Piceno

Regio Toscana: de provincies Grossetto en Prato

Regio Trentino-Alto Aldige: de provincies Bolzano en Trento.”

2.

In bijlage III wordt hoofdstuk 1 vervangen door:

„HOOFDSTUK 1

Lidstaten die officieel vrij zijn van enzoötische boviene leukose

ISO-code

Lidstaat

BE

België

CZ

Tsjechische Republiek

DK

Denemarken

DE

Duitsland

ES

Spanje

FR

Frankrijk

IE

Ierland

CY

Cyprus

LU

Luxemburg

NL

Nederland

AT

Oostenrijk

SI

Slovenië

SK

Slowakije

FI

Finland

SE

Zweden

UK

Verenigd Koninkrijk”

3.

In bijlage III wordt hoofdstuk 2 vervangen door:

„HOOFDSTUK 2

Delen van lidstaten die officieel vrij zijn van enzoötische boviene leukose

In Italië:

Regio Abruzzo: de provincie Pescara

Regio Emilia-Romagna: de provincies Bologna, Ferrara, Forli-Cesena, Modena, Parma, Piacenza, Ravenna, Reggio Emilia en Rimini

Regio Friuli-Venezia Giulia

Regio Lazio: de provincies Frosinone en Rieti

Regio Liguria: de provincie Imperia

Regio Lombardia: de provincies Bergamo, Brescia, Como, Cremona, Lecco, Lodi, Mantova, Milano, Pavia, Sondrio en Varese

Regio Marche: de provincies Ancona, Ascoli Piceno, Macerata en Pesaro

Regio Molise

Regio Piemonte: de provincies Alessandria, Asti, Biella, Cuneo, Novara, Torino, Verbania en Vercelli

Regio Toscana: de provincies Arezzo, Firenze, Grossetto, Livorno, Lucca, Massa-Carrara, Pisa, Pistoia, Prato en Siena

Regio Trentino-Alto Aldige: de provincies Bolzano en Trento

Regio Umbria: de provincies Perugia en Terni

Regio Val d'Aosta: de provincie Aosta.”