|
ISSN 1725-2598 |
||
|
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 80 |
|
|
||
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Wetgeving |
49e jaargang |
|
Inhoud |
|
I Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing |
Bladzijde |
|
|
|
||
|
|
* |
||
|
|
* |
||
|
|
* |
||
|
|
* |
||
|
|
|
||
|
|
|
||
|
|
|
||
|
|
|
||
|
|
|
||
|
|
|
||
|
|
|
||
|
|
|
||
|
|
|
||
|
|
|
|
|
|
|
|
(1) Voor de EER relevante tekst |
|
NL |
Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben. Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten. |
I Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing
|
17.3.2006 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 80/1 |
VERORDENING (EG) Nr. 436/2006 VAN DE COMMISSIE
van 16 maart 2006
tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 3223/94 van de Commissie van 21 december 1994 houdende uitvoeringsbepalingen van de invoerregeling voor groenten en fruit (1), en met name op artikel 4, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
In Verordening (EG) nr. 3223/94 zijn op grond van de multilaterale handelsbesprekingen in het kader van de Uruguayronde de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de periodes die in de bijlage bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt. |
|
(2) |
Op grond van de bovenvermelde criteria moeten de forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld op de in de bijlage bij deze verordening vermelde niveaus, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 3223/94 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld zoals aangegeven in de tabel in de bijlage bij deze verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 17 maart 2006.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 16 maart 2006.
Voor de Commissie
J. L. DEMARTY
Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling
(1) PB L 337 van 24.12.1994, blz. 66. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 386/2005 (PB L 62 van 9.3.2005, blz. 3).
BIJLAGE
bij de verordening van de Commissie van 16 maart 2006 tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit
|
(EUR/100 kg) |
||
|
GN-code |
Code derde landen (1) |
Forfaitaire invoerwaarde |
|
0702 00 00 |
052 |
111,7 |
|
204 |
59,2 |
|
|
212 |
102,0 |
|
|
624 |
120,2 |
|
|
999 |
98,3 |
|
|
0707 00 05 |
052 |
144,9 |
|
068 |
143,9 |
|
|
204 |
36,3 |
|
|
999 |
108,4 |
|
|
0709 90 70 |
052 |
130,9 |
|
204 |
52,2 |
|
|
999 |
91,6 |
|
|
0805 10 20 |
052 |
66,1 |
|
204 |
42,8 |
|
|
212 |
50,4 |
|
|
220 |
49,7 |
|
|
400 |
60,5 |
|
|
448 |
37,8 |
|
|
512 |
33,1 |
|
|
624 |
62,2 |
|
|
999 |
50,3 |
|
|
0805 50 10 |
052 |
74,2 |
|
624 |
63,9 |
|
|
999 |
69,1 |
|
|
0808 10 80 |
388 |
94,2 |
|
400 |
118,7 |
|
|
404 |
102,0 |
|
|
512 |
75,7 |
|
|
524 |
76,3 |
|
|
528 |
84,9 |
|
|
720 |
91,5 |
|
|
999 |
91,9 |
|
|
0808 20 50 |
388 |
82,4 |
|
400 |
74,8 |
|
|
512 |
70,0 |
|
|
528 |
67,0 |
|
|
720 |
60,4 |
|
|
999 |
70,9 |
|
(1) Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 750/2005 van de Commissie (PB L 126 van 19.5.2005, blz. 12). De code „999” staat voor „andere oorsprong”.
|
17.3.2006 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 80/3 |
VERORDENING (EG) Nr. 437/2006 VAN DE COMMISSIE
van 16 maart 2006
betreffende de indeling van bepaalde goederen in de gecombineerde nomenclatuur
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (1), en met name op artikel 9, lid 1, onder a),
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Om de uniforme toepassing te waarborgen van de gecombineerde nomenclatuur die als bijlage bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 is gevoegd, dienen bepalingen te worden vastgesteld voor de indeling van het in de bijlage bij de onderhavige verordening opgenomen goed. |
|
(2) |
Bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 zijn de algemene regels voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur vastgesteld. Deze regels zijn ook van toepassing op iedere andere nomenclatuur die, geheel of gedeeltelijk of met toevoeging van onderverdelingen, de gecombineerde nomenclatuur overneemt en die bij specifieke communautaire voorschriften is vastgesteld voor de toepassing van tarief- of andere maatregelen in het kader van het goederenverkeer. |
|
(3) |
Met toepassing van genoemde algemene regels, dient het in kolom 1 van de tabel omschreven goed dat is opgenomen in de bijlage bij deze verordening te worden ingedeeld onder de daarmee corresponderende GN-code die is vermeld in kolom 2, op grond van de motiveringen die zijn opgenomen in kolom 3. |
|
(4) |
Het is wenselijk dat, onder voorbehoud van de in de Gemeenschap van kracht zijnde maatregelen inzake dubbele controle en communautair toezicht, vooraf en achteraf, op de invoer van textielproducten in de Gemeenschap, door de rechthebbende op een door de douaneautoriteiten van de lidstaten verstrekte bindende tariefinlichting betreffende de indeling van goederen in de gecombineerde nomenclatuur die niet in overeenstemming is met de bepalingen van onderhavige verordening, een beroep kan worden gedaan, gedurende 60 dagen, overeenkomstig de bepalingen van artikel 12, lid 6, van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (2). |
|
(5) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité douanewetboek, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Het goed omschreven in kolom 1 van de in de bijlage opgenomen tabel wordt in de gecombineerde nomenclatuur ingedeeld onder de corresponderende GN-code vermeld in kolom 2 van voornoemde tabel.
Artikel 2
Onder voorbehoud van de in de Gemeenschap van kracht zijnde maatregelen inzake dubbele controle en communautair toezicht, vooraf en achteraf, op de invoer van textielproducten in de Gemeenschap, kan op de door de douaneautoriteiten van de lidstaten verstrekte bindende tariefinlichting die niet in overeenstemming is met de bepalingen van onderhavige verordening, gedurende 60 dagen, overeenkomstig de bepalingen van artikel 12, lid 6, van Verordening (EEG) nr. 2913/92, een beroep worden gedaan.
Artikel 3
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 16 maart 2006.
Voor de Commissie
László KOVÁCS
Lid van de Commissie
(1) PB L 256 van 7.9.1987, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 267/2006 (PB L 47 van 17.2.2006, blz. 1).
(2) PB L 302 van 19.10.1992, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 648/2005 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 117 van 4.5.2005, blz. 13).
BIJLAGE
|
Omschrijving |
Indeling GN-code |
Motivering |
|
(1) |
(2) |
(3) |
|
Effen gekleurd kledingstuk van lichtgewicht breiwerk, vervaardigd van synthetische vezels (90 % polyamide, 10 % elastomeergaren), bestemd om het onderlichaam te bedekken vanaf het middel tot halverwege de dij, elk been afzonderlijk omhullend, voorzien van een opening aan de voorzijde zonder sluiting en zonder opening in de taille. Het kledingstuk is voorzien van elastiek in de taille en de broekspijpen zijn aan de onderzijde gezoomd. Aan beide zijden van het kledingstuk bevinden zich opgenaaide zakken, voorzien van een ritssluiting. In iedere zak bevindt zich een in serie geproduceerd uitneembaar ovalen inzetstuk. De buitenzijde van de inzetstukken is gemaakt van een harde kunststof en de binnenzijde is bekleed met schuimrubber. Zij zijn zodanig vormgegeven dat ze bij een val verwondingen aan de heupen voorkomen. Zij vangen klappen op de heupen op. (onderbroeken voor heren) (Zie de foto’s nr. 636 A + B + C) (1) |
6107 12 00 |
De indeling is vastgesteld op basis van de algemene regels 1, 3, onder b) en 6, voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur, op basis van de eerste alinea van aantekening 9 op hoofdstuk 61 en op basis van de tekst van de GN-codes 6107 en 6107 12 00. De inzetstukken zijn bedoeld om bij een val verwondingen aan de heupen te voorkomen. Het kledingstuk kan daarom niet worden ingedeeld bij post 9021 als een „orthopedisch artikel of toestel” omdat de inzetstukken noch lichamelijke misvormingen voorkomen of verhelpen, noch delen van het lichaam ondersteunen of op hun plaats houden zoals bedoeld in de eerste alinea van aantekening 6 op hoofdstuk 90. Bij het artikel ontbreken de wezenlijke kenmerken van de goederen bedoeld in hoofdstuk 90, die worden gekenmerkt door hun „zorgvuldige vervaardiging en hun grote gebruiksprecisie” (zie punt 37 van het arrest van het Europees Hof van Justitie in de gevoegde zaken C-260/00 tot en met C-263/00 van 7 november 2002 en de eerste alinea van de GS-toelichting op hoofdstuk 90, Algemene Opmerkingen, onder I). Bovendien zijn de inzetstukken niet op maat vervaardigd, noch kunnen zij aan de specifieke lichaamsbouw van individuele personen worden aangepast, waardoor het kledingstuk een „gewoon product” is en ingevolge punt 37 van bovengenoemd arrest is uitgesloten van post 9021. Het artikel is een samengesteld werk bestaande uit een onderbroek van textiel en kunststof inzetstukken. Het is bedoeld als een onderbroek die ook bescherming biedt tegen bepaalde verwondingen. Derhalve wordt het wezenlijk karakter als bedoeld in de algemene regel 3, onder b) verleend door de onderbroek en niet door de inzetstukken. Het kledingstuk wordt ingedeeld als heren- of jongenskleding als bedoeld in de eerste alinea van aantekening 9 op hoofdstuk 61 omdat de snit ervan (vooral de bijzondere vorm van de opening aan de voorzijde) duidelijk weergeeft dat het kledingstuk bestemd is voor heren. |
(1) De foto’s dienen slechts ter informatie.
|
17.3.2006 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 80/6 |
VERORDENING (EG) Nr. 438/2006 VAN DE COMMISSIE
van 16 maart 2006
houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1530/2005 tot opening van de in artikel 30 van Verordening (EG) nr. 1493/1999 van de Raad bedoelde crisisdistillatie voor tafelwijn in Italië
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1493/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt (1), en met name op artikel 33, lid 1, onder f),
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Bij Verordening (EG) nr. 1530/2005 van de Commissie (2) is de in artikel 30 van Verordening (EG) nr. 1493/1999 bedoelde crisisdistillatie geopend voor tafelwijn in Italië. |
|
(2) |
Aangezien er meerdere crisisdistillatiemaatregelen tegelijk worden toegepast, hebben de Italiaanse autoriteiten geconstateerd dat de distillatiecapaciteit en de controle-instanties ontoereikend zijn om een goede afwikkeling van de distillatie te garanderen. Daarom moet, met het oog op de doeltreffendheid van de bij Verordening (EG) nr. 1530/2005 vastgestelde maatregel, de bij die verordening vastgestelde periode voor het leveren van de alcohol aan het interventiebureau worden verlengd tot en met 31 mei 2006. |
|
(3) |
Verordening (EG) nr. 1530/2005 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
|
(4) |
De in deze verordening vastgestelde maatregelen zijn in overeenstemming met het Comité van beheer voor wijn, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
In artikel 4, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1530/2005 wordt de tweede zin vervangen door:
„De geproduceerde alcohol wordt uiterlijk op 31 mei 2006 aan het interventiebureau geleverd overeenkomstig artikel 6, lid 1.”
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 16 maart 2006.
Voor de Commissie
Mariann FISCHER BOEL
Lid van de Commissie
(1) PB L 179 van 14.7.1999, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2165/2005 (PB L 345 van 28.12.2005, blz. 1).
(2) PB L 246 van 22.9.2005, blz. 9.
|
17.3.2006 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 80/7 |
VERORDENING (EG) Nr. 439/2006 VAN DE COMMISSIE
van 16 maart 2006
tot instelling van een voorlopig antidumpingrecht op zeemleder uit de Volksrepubliek China
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad van 22 december 1995 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (1) (hierna „de basisverordening” genoemd), en met name op artikel 7,
Na overleg in het Raadgevend Comité,
Overwegende hetgeen volgt:
A. PROCEDURE
1. Inleiding
|
(1) |
Op 25 juni 2005 heeft de Commissie, met een bericht („het bericht van inleiding”) in het Publicatieblad van de Europese Unie (2) de inleiding bekendgemaakt van een antidumpingprocedure betreffende zeemleder uit de Volksrepubliek China („China”). |
|
(2) |
De procedure werd ingeleid naar aanleiding van een klacht die in mei 2005 was ingediend door „The British Leather Confederation” namens producenten die goed zijn voor een groot deel, namelijk meer dan 70 %, van de totale productie van zeemleder in de EU. Het bij de klacht gevoegde bewijsmateriaal dat dit product met dumping werd ingevoerd en dat de EU-producenten daardoor aanmerkelijke schade leden werd toereikend geacht om een onderzoek te openen. |
2. Partijen bij het onderzoek
|
(3) |
De Commissie heeft de indiener van de klacht, de in de klacht vermelde EU-producenten, andere haar bekende EU-producenten, de Chinese autoriteiten, Chinese producenten/exporteurs, importeurs in de EU en organisaties die bij dit onderzoek belang hebben van de opening van het onderzoek in kennis gesteld. Belanghebbenden werden in de gelegenheid gesteld om binnen de in het bericht van inleiding vermelde termijn hun standpunt schriftelijk bekend te maken en te verzoeken te worden gehoord. Een Chinese exporteur alsmede EU-producenten en EU-importeurs hebben hun standpunt schriftelijk bekendgemaakt. Alle partijen die binnen de gestelde termijn verzochten te worden gehoord en konden aantonen dat hiervoor bijzondere redenen waren, werden gehoord. |
|
(4) |
Daar het aantal producenten/exporteurs en importeurs dat bij het onderzoek was betrokken waarschijnlijk groot zou zijn, werd in het bericht van inleiding vermeld dat wellicht van een steekproef gebruik zou worden gemaakt overeenkomstig artikel 17 van de basisverordening. |
|
(5) |
Om de Commissie in staat te stellen te beslissen of een steekproef nodig was en, indien dat het geval was, deze samen te stellen werden producenten/exporteurs en importeurs verzocht zich kenbaar te maken en de in het bericht van inleiding gevraagde gegevens te verstrekken. Geen enkele producent/exporteur heeft opmerkingen gemaakt over de mogelijke samenstelling van een steekproef. |
|
(6) |
Zeven importeurs reageerden en verstrekten gegevens binnen de hiertoe gestelde termijn, maar slechts drie waren bereid om aan het onderzoek mee te werken. Gezien het geringe aantal importeurs dat de vragenlijst voor de samenstelling van de steekproef beantwoordde en bereid was aan het onderzoek mee te werken, was het niet nodig een steekproef samen te stellen. De drie importeurs werd een vragenlijst toegezonden die evenwel niet door hen werd beantwoord. Twee van deze importeurs voerden aan dat het betrokken product geen groot deel van hun activiteiten vertegenwoordigde en dat zij daarom, gezien de beschikbare personele middelen en de financiële implicaties, niet aan het onderzoek konden meewerken. |
|
(7) |
Om de Chinese producenten/exporteurs in staat te stellen een verzoek om behandeling als marktgericht bedrijf, overeenkomstig artikel 2, lid 7, van de basisverordening, of om een individuele behandeling, overeenkomstig artikel 9, lid 5, van de basisverordening, in te dienen, heeft de Commissie hen de desbetreffende formulieren gezonden. Geen enkele Chinese producent/exporteur heeft om een behandeling als marktgericht bedrijf of om individuele behandeling verzocht. |
|
(8) |
Bij gebrek aan reacties van producenten/exporteurs in China behoefde geen steekproef van producenten/exporteurs te worden samengesteld. Daar bovendien geen van de Chinese producenten/exporteurs de nodige gegevens heeft verstrekt of binnen de gestelde termijn een verzoek om behandeling als marktgericht bedrijf of een individuele behandeling heeft ingediend, werd besloten de bevindingen inzake dumping overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening vast te stellen. De Chinese autoriteiten werden hiervan op de hoogte gebracht en maakten geen bezwaar. |
|
(9) |
De Commissie heeft alle haar bekende belanghebbenden en alle andere ondernemingen die zich binnen de gestelde termijn bekend hadden gemaakt een vragenlijst gezonden. Er werden antwoorden ontvangen van drie EU-producenten die in de klacht waren vermeld. |
|
(10) |
De Commissie heeft alle gegevens die zij voor een eerste vaststelling van dumping, daaruit voortvloeiende schade en het belang van de EU nodig had ingewonnen en gecontroleerd. Er werden controles verricht bij de volgende ondernemingen: EU-producenten
|
|
(11) |
Omdat geen verzoeken om een behandeling als marktgericht bedrijf of om een individuele behandeling werden ontvangen en daar een normale waarde moest worden vastgesteld voor de Chinese producenten/exporteurs vond een controle plaats bij de volgende onderneming teneinde de normale waarde vast te stellen aan de hand van de gegevens in een referentieland:
|
|
(12) |
Het onderzoek naar dumping en schade had betrekking op de periode van 1 april 2004 tot en met 31 maart 2005 („het onderzoektijdvak”). Het onderzoek naar de ontwikkelingen die relevant zijn voor de schadebeoordeling had betrekking op de periode van 1 januari 2001 tot het eind van het onderzoektijdvak („de beoordelingsperiode”). |
B. PRODUCT
1. Algemeen
|
(13) |
Zeemleder en gecombineerd gelooid zeemleder is leder dat doorgaans is vervaardigd van de huiden van schapen en lammeren, maar ook vervaardigd kan zijn van de huiden van andere dieren. Het wordt vervaardigd van huiden waarvan de nerfzijde werd verwijderd en die vervolgens worden gelooid met uitsluitend visolie of andere dierlijke olie, wanneer het zeemleder betreft, of gedeeltelijk gelooid met aldehyden of andere looistoffen en nadien met visolie of andere dierlijke olie wanneer het gecombineerd gelooid zeemleder betreft. Het leder dat na het looien wordt verkregen is onafgewerkt zeemleder (crust) dat doorgaans wordt afgewerkt door slijpen zodat het een suedeachtige finish verkrijgt. De voornaamste kenmerken van het product, het vermogen water te absorberen en de zachtheid, die het gevolg zijn van het looien of gedeeltelijk looien met visolie of andere dierlijke olie, maken het uiterst geschikt voor de schoonmaak- en poetswerkzaamheden waarvoor het hoofdzakelijk wordt gebruikt. |
2. Betrokken product
|
(14) |
Het onderzoek heeft betrekking op zeemleder of gecombineerd gelooid zeemleder, ook indien in een bepaalde vorm gesneden, onafgewerkt zeemleder en onafgewerkt gecombineerd gelooid zeemleder („crust”) daaronder begrepen, ingedeeld onder de GN-codes 4114 10 10 en 4114 10 90 (hierna ook „het betrokken product” genoemd). Al deze aanbiedingsvormen werden voldoende vergelijkbaar geacht om in het kader van deze procedure als één enkel product te worden beschouwd aangezien alle aanbiedingsvormen dezelfde fysische basiskenmerken hebben en voor dezelfde doeleinden worden gebruikt. |
3. Soortgelijk product
|
(15) |
Op grond van de gegevens die de indiener van de klacht heeft verstrekt werden geen verschillen vastgesteld tussen zeemleder uit China en zeemleder dat werd vervaardigd en verkocht in de VS dat als referentieland werd gebruikt om de normale waarde voor China vast te stellen. |
|
(16) |
Op grond van de gegevens die de indiener van de klacht heeft verstrekt werden geen verschillen vastgesteld tussen zeemleder uit China en zeemleder dat in de EU door EU-producenten werd vervaardigd en verkocht. |
|
(17) |
Derhalve wordt, overeenkomstig artikel 1, lid 4, van de basisverordening, in het kader van dit onderzoek voorlopig geconcludeerd dat zeemleder dat in China wordt vervaardigd en aldaar op de binnenlandse markt verkocht, zeemleder dat in de VS wordt vervaardigd en verkocht alsmede zeemleder dat door de EU-producenten wordt vervaardigd en in de EU verkocht producten met dezelfde fysische basiskenmerken zijn die voor dezelfde doeleinden worden gebruikt en dus soortgelijke producten zijn. |
C. DUMPING
1. Steekproef
|
(18) |
Zoals in overweging 6 vermeld, hoefde wegens het gebrek aan reactie van de Chinese producenten/exporteurs geen steekproef van Chinese producenten/exporteurs te worden samengesteld. |
2. Behandeling als marktgericht bedrijf en individuele behandeling
|
(19) |
Zoals in overweging 7 vermeld, werd wegens gebrek aan reactie en omdat geen verzoeken om behandeling als marktgericht bedrijf of om een individuele behandeling werden ontvangen, geen enkele Chinese producent/exporteur een behandeling als marktgericht bedrijf of individuele behandeling toegekend. |
3. Normale waarde
3.1. Referentieland
|
(20) |
Overeenkomstig artikel 2, lid 7, van de basisverordening werd de normale waarde vastgesteld aan de hand van de prijzen of geconstrueerde waarde in het referentieland. In het bericht van inleiding was voorgesteld de VS als referentieland te nemen voor het vaststellen van de normale waarde voor China. Geen enkele belanghebbende heeft over dit voorstel opmerkingen of bezwaar gemaakt. |
|
(21) |
Via contacten met organisaties of Kamers van Koophandel in derde landen werd niettemin de geschiktheid van andere, zeemlederproducerende landen onderzocht. In Brazilië en Indië waren geen zeemlederproducenten te vinden of deze verkochten niet op de binnenlandse markt. Uit de gegevens van een Turkse producent bleek dat de Turkse binnenlandse markt vrij klein is. Daarom werd besloten de VS te handhaven als referentieland. De Commissie richtte zich derhalve tot een producent in de VS en deze was tot medewerking bereid. |
|
(22) |
De VS hebben een betrekkelijk grote en open binnenlandse markt voor zeemleder (tariefbescherming: 3,2 %) met verschillende leveranciers en een aanzienlijke invoer. Bovendien wordt bij de vervaardiging van zeemleder gebruik gemaakt van soortgelijke productieprocessen als in China. |
3.2. Vaststelling van de normale waarde
|
(23) |
Overeenkomstig artikel 2, lid 7, van de basisverordening werd de normale waarde vastgesteld aan de hand van de gecontroleerde gegevens van een producent in een derde land met markteconomie, d.w.z. aan de hand van de op de binnenlandse markt van de VS betaalde of te betalen prijzen in het kader van normale handelstransacties. |
|
(24) |
Derhalve was de normale waarde de gewogen gemiddelde prijs bij verkoop door de medewerkende producent in de VS aan onafhankelijke afnemers op de binnenlandse markt. |
4. Exportprijs
|
(25) |
Bij gebrek aan medewerking van de Chinese producenten/exporteurs werd de exportprijs gebaseerd op de gegevens van Eurostat over de hoeveelheid en de waarde van de invoer uit China, omdat dit de beste gegevens waren die beschikbaar waren, overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening. De gebruikte gegevens werden getoetst aan gegevens die een Chinese handelsmaatschappij had verstrekt. Deze gegevens kwamen overeen met de gebruikte statistische gegevens. |
5. Vergelijking
|
(26) |
De normale waarde en de exportprijzen werden vergeleken in het stadium af fabriek. Om een billijke vergelijking van de normale waarde met de exportprijzen te kunnen maken, werden correcties toegepast voor verschillen die gevolgen hadden voor de prijzen en de vergelijkbaarheid van de prijzen overeenkomstig artikel 2, lid 10, van de basisverordening. Er werden correcties toegepast voor verschillen in de kosten van fysische kenmerken, kortingen, vervoer, verzekering, verpakking en krediet en voor de kosten na verkoop wanneer de verzoeken daartoe met bewijsmateriaal waren gestaafd. |
6. Dumpingmarge
|
(27) |
De dumpingmarge werd vastgesteld door vergelijking van de gewogen gemiddelde normale waarde met de gewogen gemiddelde exportprijs, overeenkomstig artikel 2, leden 11 en 12, van de basisverordening. De voor het gehele land geldende dumpingmarge is 73,5 % van de cif-prijs grens EU, vóór inklaring. |
D. SCHADE
1. Productie van de EU
|
(28) |
Bij het onderzoek bleek dat zeemleder momenteel hoofdzakelijk wordt vervaardigd door acht EU-producenten die goed zijn voor ongeveer 95 % van de totale productie in de EU; de overige 5 % wordt vervaardigd door een aantal zeer kleine over de EU verspreide looierijen. |
2. Omschrijving van de bedrijfstak van de EU
|
(29) |
De klacht werd gesteund door acht EU-producenten (zes producenten namens welke de klacht was ingediend en twee producenten die de klacht steunden) waarvan drie klagende producenten medewerking verleenden. Eén van de klagende ondernemingen heeft de vragenlijst evenwel niet volledig beantwoord en werd derhalve beschouwd als een niet-medewerkende onderneming, hoewel zij bevestigde de klacht te steunen. Een andere klagende onderneming en een onderneming die de klacht steunde verstrekten slechts beperkte gegevens over hun productie. Beide ondernemingen worden niet als medewerkende ondernemingen beschouwd. De twee overige ondernemingen verleenden geen medewerking aan het onderzoek. |
|
(30) |
De drie medewerkende ondernemingen zijn goed voor meer dan 56 % van de productie van zeemleder in de EU. Zij zijn de bedrijfstak van de EU in de zin van artikel 4, lid 1, en artikel 5, lid 4, van de basisverordening. |
3. Verbruik in de EU
|
(31) |
Dit werd vastgesteld door de volgende hoeveelheden bij elkaar op te tellen: de verkoop in de EU door de medewerkende EU-producenten, de geraamde verkoop in de EU door de niet-medewerkende EU-producenten en de totale invoer volgens Eurostat; laatstgenoemde hoeveelheden werden gecorrigeerd wanneer kon worden aangetoond dat de invoerstatistieken voor bepaalde landen niet juist waren. Bij gebrek aan andere gegevens werd voor de verkoop van de niet-medewerkende EU-producenten uitgegaan van gegevens die deze hadden verstrekt en de gegevens in de klacht. De invoercijfers van Eurostat waren uitgedrukt in ton en werden met behulp van coëfficiënt omgezet in vierkante voet. Het verbruik van zeemleder in de EU bleek in de beoordelingsperiode enigszins — met 5 % — te zijn gestegen, hetgeen overeenstemt met een jaarlijkse stijging van ongeveer 1 %.
|
||||||||||||||||||||||||
4. Invoer uit China
|
(32) |
De invoer uit China volgens Eurostat, omgezet in vierkante voet met behulp van de in overweging 31 vermelde methode, steeg van ongeveer 2,1 miljoen vierkante voet in 2001 tot 6,6 miljoen vierkante voet in het onderzoektijdvak.
|
|
(33) |
In de beoordelingsperiode steeg het aandeel van zeemleder uit China op de EU-markt van 10,7 % in 2001 tot 31,7 % in het onderzoektijdvak. Deze snelle toename van het marktaandeel vond plaats niettegenstaande de vrij beperkte groei van het verbruik.
|
i) Prijzen bij invoer
|
(34) |
Deze prijzen werden afgeleid van de Eurostat-gegevens over het invoervolume, vastgesteld met gebruik van de in overweging 31 vermelde methode. Het bleek dat de gemiddelde cif-invoerprijzen voor zeemleder uit China in de beoordelingsperiode op en neer gingen. In 2002 stegen deze prijzen met 25 %, in 2003 daalden ze met 20 %, in 2004 stegen ze opnieuw met 9 %, terwijl ze in het onderzoektijdvak opnieuw daalden.
|
||||||||||||||||||||||||
ii) Prijsonderbieding en druk op de prijzen
|
(35) |
Om de prijsonderbieding in het onderzoektijdvak te berekenen werden de prijzen van zeemleder van de EU-producenten vergeleken met de prijzen van zeemleder uit China in het onderzoektijdvak aan de hand van de gewogen gemiddelde prijs van alle soorten zeemleder (afgeleid van Eurostatgegevens). De prijzen van de EU-producenten werden gecorrigeerd tot het niveau af fabriek. De prijzen van zeemleder uit China waren cif-prijzen, gecorrigeerd voor kwaliteitsverschillen, douanerechten en kosten na invoer. |
|
(36) |
Bij deze vergelijking bleek dat zeemleder uit China in het onderzoektijdvak in de EU werd verkocht tegen prijzen die de prijzen van de EU-producenten met 30 % onderboden. |
5. Economische situatie van de EU-producenten
|
(37) |
Overeenkomstig artikel 3, lid 5, van de basisverordening omvat het onderzoek naar de gevolgen van de invoer met dumping voor de betrokken EU-producenten een beoordeling van alle relevante economische factoren en indicatoren die de situatie van deze producenten in de beoordelingsperiode weergeven. |
i) Productiecapaciteit, productie, bezettingsgraad
|
(38) |
De productiecapaciteit van de EU-producenten is in de beoordelingsperiode gelijk gebleven. In die periode daalde de productie van de EU-producenten evenwel voortdurend, met in totaal 20 %, en daalde de bezettingsgraad van 71,2 % in 2001 tot 57 % in het onderzoektijdvak.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ii) Verkoopvolume en marktaandeel
|
(39) |
De verkoop van de EU-producenten in de EU daalde in de beoordelingsperiode sterk, namelijk met 17 percentpunten — van 8,1 miljoen vierkante voet in 2001 tot ongeveer 6,7 miljoen vierkante voet in het onderzoektijdvak — ondanks de stijging van het verbruik in die periode. Dit komt tot uiting in het marktaandeel van die producenten dat voortdurend daalde, namelijk van 41,1 % in 2001 tot 32,3 % in het onderzoektijdvak.
|
iii) Voorraden
|
(40) |
Onderstaande tabel geeft de eindejaarsvoorraden weer:
|
|
(41) |
De voorraden daalden sterk in 2002, namelijk met 26 percentpunten, en stegen vervolgens voortdurend tot in het onderzoektijdvak. Deze ontwikkeling moet worden toegeschreven aan de uitvoer van de medewerkende EU-producenten die na een aanzienlijke stijging in 2002 — hoofdzakelijk tengevolge van enkele grote contracten met afnemers in de VS — in 2004 en het onderzoektijdvak daalde, zoals blijkt uit de hiernavolgende cijfers.
|
|
(42) |
De EU-producenten voerden aan dat de daling van hun uitvoer ten dele het gevolg was van Chinese concurrentie op de VS-markt. De invoer in de VS van zeemleder uit China steeg aanzienlijk, namelijk van 780 000 vierkante voet in 2002 tot 1 209 000 vierkante voet in 2004. |
iv) Groei
|
(43) |
Terwijl de productie van de medewerkende EU-producenten in de beoordelingsperiode met 20 procentpunten daalde, steeg het verbruik met 5 % en werd voor de invoer uit China meer dan een verdrievoudiging vastgesteld. De EU-producenten verloren dus marktaandeel, terwijl het marktaandeel van de Chinese producenten steeg. |
v) Werkgelegenheid en productiviteit
|
(44) |
De werkgelegenheid bij de EU-producenten daalde in de beoordelingsperiode met 6 %. In die periode daalde hun productiviteit, uitgedrukt in jaarproductie per werknemer, met 15 %.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
vi) Verkoopprijzen en factoren die de binnenlandse prijzen beïnvloeden
|
(45) |
De gemiddelde nettoverkoopprijzen van de EU-producenten daalden met 8 procentpunten van 2001 op 2003 en stegen vervolgens met 1 procentpunt in 2004. In het onderzoektijdvak daalden de prijzen opnieuw met 3 procentpunten. Uit deze ontwikkelingen blijkt de sterke druk op de prijzen waarmee de EU-producenten in de beoordelingsperiode te kampen hadden.
|
||||||||||||||||||||||||
vii) Winstgevendheid
|
(46) |
De opbrengst van de nettoverkoop van de EU-producenten in de EU vóór belasting liet in de beoordelingsperiode een duidelijke verslechtering zien zoals blijkt uit onderstaande tabel.
|
||||||||||||||||||
|
(47) |
De EU-producenten waren winstgevend in 2001 en 2002. Vanaf 2003 daalde de winstgevendheid sterk en in 2004 en in het onderzoektijdvak werden zware verliezen geleden. |
viii) Investeringen en rendement van investeringen
|
(48) |
De investeringen in de productie van zeemleder door de medewerkende EU-producenten stegen in de beoordelingsperiode van ongeveer 354 000 EUR tot ongeveer 407 000 EUR. Deze stijging werd hoofdzakelijk veroorzaakt door de vervanging van bestaande activa en de aanschaf van bijkomende en/of nieuwe uitrusting met het oog op een verbetering van de bestaande productie. |
|
(49) |
Het door de medewerkende EU-producenten behaalde rendement op het geïnvesteerde vermogen (het resultaat vóór belastingen in procenten van de gemiddelde netto begin- en eindwaarde van de activa die bij de productie van zeemleder worden gebruikt) was positief in 2001, 2002 en 2003, wat betekent dat winst werd gemaakt. In 2004 en het onderzoektijdvak was het rendement op het geïnvesteerde vermogen negatief, wat betekent dat verliezen werden geleden.
|
||||||||||||||||||||||||||||||
ix) Vermogen om kapitaal aan te trekken
|
(50) |
De EU-producenten beweerden niet dat zij moeilijkheden hadden ondervonden om kapitaal aan te trekken en er waren ook geen aanwijzingen dat dit zo was. Niettemin wordt erop gewezen dat de verliezen in 2004 en het onderzoektijdvak voor een vrij ongunstig investeringsklimaat zorgen. Bovendien wordt erop gewezen dat kleine en familiebedrijven zoals de medewerkende EU-producenten slechts een beroep kunnen doen op externe financiers. Deze zijn in het algemeen niet bereid om risico’s te nemen die moederbedrijven — wanneer het grotere groepen betreft — gemakkelijker zouden nemen op grond van een langere termijnvisie omdat zij erop vertrouwen dat de producenten zich kunnen herstellen. |
x) Kasstroom
|
(51) |
De medewerkende EU-producenten registreerden een netto kasinstroom in 2001, 2002 en 2003. In 2004 en het onderzoektijdvak was er evenwel een kasuitstroom die wees op de beduidende verliezen die in die jaren werden geleden. In procenten van de omzet laat de kasstroom eenzelfde ontwikkeling zien. In de beoordelingsperiode waren er aanzienlijke schommelingen van de kasstroom op korte termijn die het gevolg waren van schommelingen in de voorraden (zie overweging 41).
|
||||||||||||||||||||||||
xi) Lonen
|
(52) |
De totale loonsom van de medewerkende EU-producenten bleef in de beoordelingsperiode betrekkelijk gelijk, met uitzondering van een daling met 7 % in 2003. De loonontwikkeling bleef onder de ontwikkeling van de kosten voor levensonderhoud.
|
||||||||||||||||||||||||
xii) Omvang van de dumpingmarge
|
(53) |
De gevolgen van de omvang van de dumpingmarge voor de EU-producenten zijn, gezien de omvang van de invoer uit China en prijzen van het Chinese product, aanzienlijk. |
xiii) Herstel van eerdere dumping
|
(54) |
De EU-producenten bevonden zich niet in een situatie waarin zij moesten herstellen van de gevolgen van schadelijke dumping in het verleden. |
6. Conclusie
|
(55) |
Bij onderzoek van de vorengenoemde factoren bleek dat de invoer met dumping in de beoordelingsperiode sterk is gestegen, zowel absoluut als in termen van marktaandeel. De omvang van de invoer verdrievoudigde bijna in de beoordelingsperiode en het daarmee overeenstemmende marktaandeel was 3,7 % in het onderzoektijdvak. De invoer van zeemleder uit China was in het onderzoektijdvak goed voor 72,7 % van de totale invoer van dat product in de EU. Bovendien werden de verkoopprijzen van de EU-producenten in het onderzoektijdvak aanzienlijk — namelijk met 30 % — onderboden door de prijzen van het Chinese product. |
|
(56) |
In de beoordelingsperiode wezen alle schade-indicatoren op een negatieve ontwikkeling. De productie en de bezettingsgraad daalden (respectievelijk met 20 % en 14 procentpunten) hoewel door de stijging van het verbruik in de EU met 5 % in deze periode eerder een positieve ontwikkeling was te verwachten. De verkoop en de prijzen daalden eveneens aanzienlijk (respectievelijk met 17 % en 10 %). |
|
(57) |
De EU-producenten verloren in de beoordelingsperiode een aanzienlijk marktaandeel toen het verbruik in de EU steeg van ongeveer 19,8 miljoen vierkante voet tot ongeveer 20,9 miljoen vierkante voet. De EU-producenten zagen hun winstgevendheid (– 10 percentpunten), kasstroom (– 20,6 % over de omzet) en rendement op het geïnvesteerde vermogen (– 37 percentpunten) sterk dalen. |
|
(58) |
Gezien het bovenstaande wordt voorlopig geconcludeerd dat de EU-producenten aanmerkelijke schade hebben geleden, die tot uiting is gekomen in een sterke druk op de prijzen, een dalende winstgevendheid en een dalend rendement op het geïnvesteerde vermogen, in de zin van artikel 3 van de basisverordening. |
E. OORZAKELIJK VERBAND
1. Inleiding
|
(59) |
Overeenkomstig artikel 3, leden 6 en 7, van de basisverordening werd nagegaan of de EU-producenten door de invoer met dumping uit China zodanige schade hebben geleden dat deze als aanmerkelijk kan worden beschouwd. Andere bekende factoren dan de invoer met dumping waardoor de EU-producenten ook schade konden hebben geleden werden eveneens onderzocht om te voorkomen dat mogelijke schade door deze andere factoren aan de invoer met dumping werd toegeschreven. |
2. Gevolgen van de invoer met dumping
|
(60) |
De invoer met dumping uit China steeg in de beoordelingsperiode aanzienlijk, namelijk met 4,5 miljoen vierkante voet in absolute termen en met 21 percentpunten in marktaandeel. De prijzen van zeemleder uit China onderboden de prijzen van de EU-producenten aanmerkelijk, namelijk met 30 %. |
|
(61) |
De gevolgen van de invoer met dumping blijken uit het feit dat de Chinese producenten hun marktaandeel in de beoordelingsperiode vergrootten ten koste van dat van de EU-producenten. |
|
(62) |
Over het geheel genomen werd het verlies aan marktaandeel van 8,8 procentpunten dat de EU-producenten in de beoordelingsperiode leden volledig geabsorbeerd door de stijging van het marktaandeel van het Chinese product. |
|
(63) |
Het verlies aan marktaandeel en het ontoereikende prijsniveau van de EU-producenten vielen ook samen met de ongunstige situatie waarin deze producenten zich bevonden die tot uiting kwam in beduidende verliezen, de ernstige verslechtering van de kasstroom en het rendement op geïnvesteerd vermogen en de ongunstige ontwikkeling van de werkgelegenheid. |
|
(64) |
Deze factoren, en het feit dat de EU-producenten door de druk op de prijzen niet konden profiteren van de geleidelijk groeiende EU-markt hadden tot gevolg dat deze producenten, ondanks investeringen die gericht waren op de modernisering van de productie-installaties, in die periode aanmerkelijke schade leden. De stijging van het marktaandeel van het Chinese product en de daling van de prijzen van dat product vielen samen met een sterke wijziging in de situatie van de EU-producenten. |
3. Gevolgen van andere factoren
3.1. Invoer uit andere landen
|
(65) |
De invoer uit andere belangrijke exportlanden en de prijzen van de ingevoerde producten blijken uit onderstaande tabel.
|
|
(66) |
De invoer uit Turkije steeg in de beoordelingsperiode aanzienlijk en het daarmee overeenstemmende marktaandeel steeg met 6,2 procentpunten. Bij het onderzoek bleek evenwel dat een aanzienlijk deel van deze invoer in 2003, 2004 en het onderzoektijdvak voor rekening kwam van een medewerkende EU-producent. Een klein gedeelte van deze invoer diende om het assortiment van deze producent aan te vullen en het overige deel werd uitgevoerd naar derde landen na te zijn bijgesneden en herverpakt. Door deze invoer kunnen de EU-producenten dus geen schade hebben geleden. De overige invoer uit Turkije was in de beoordelingsperiode goed voor een beperkt en eerder stabiel marktaandeel van ongeveer 2 %, met uitzondering van het onderzoektijdvak toen dit marktaandeel 6 % bedroeg. De prijs van het Turkse product was in 2002, 2003 en het onderzoektijdvak lager, maar in 2001 en 2004 hoger dan die van het Chinese product. De conclusie is dat deze invoer kan hebben bijgedragen tot de aanmerkelijke schade die de EU-producenten hebben geleden, hoewel niet in aanzienlijke mate. |
|
(67) |
De prijzen van zeemleder uit andere landen dan Turkije waren gedurende de gehele beoordelingsperiode, met uitzondering van het onderzoektijdvak, weliswaar lager dan die van de EU-producenten, maar waren toch beduidend hoger dan die van het Chinese product. De invoer steeg van 1,7 miljoen vierkante voet in 2001 tot 2,5 miljoen vierkante voet in het onderzoektijdvak, hetgeen overeenstemde met een stijging van het marktaandeel met 3,2 procentpunten in de beoordelingsperiode, terwijl dat van het Chinese product in die periode met 21 procentpunten steeg. De voorlopige conclusie is dat de invoer uit andere derde landen geen belangrijke oorzaak kan zijn geweest van de moeilijke situatie waarin de EU-producenten verkeren. |
3.2. Prestaties van andere EU-producenten
|
(68) |
Niet-medewerkende EU-producenten van zeemleder hadden in het onderzoektijdvak een marktaandeel van ongeveer 24 %, terwijl dit bijna 40 % bedroeg in 2001. In de beoordelingsperiode daalde hun verkoop met 36 %. Bovendien maakten de gemiddelde prijzen van de niet-medewerkende EU-producenten eenzelfde ontwikkeling door als de gemiddelde prijzen van de klagende EU-producenten. Dit wijst erop dat zij zich in een zelfde situatie als de EU-producenten bevonden, namelijk dat ze door de invoer met dumping schade hebben geleden. Derhalve kan niet worden geconcludeerd dat de aanmerkelijke schade kan zijn veroorzaakt door andere EU-producenten. |
3.3. Uitvoer door de EU-producenten
|
(69) |
De uitvoer van de EU-producenten steeg in de beoordelingsperiode met 7 % zoals blijkt uit de tabel in overweging 41, in tegenstelling tot de verkoop in de EU die in die periode met 17 % daalde. De exportprijzen waren in de beoordelingsperiode gemiddeld winstgevend of kostendekkend. De voorlopige conclusie is dat de exportprestaties van de EU-producenten geen oorzaak kunnen zijn geweest van de geleden schade. |
|
(70) |
Belanghebbenden hebben geen andere factoren genoemd waardoor de EU-producenten ook schade konden hebben geleden en deze werden bij het onderzoek ook niet gevonden. |
4. Conclusie
|
(71) |
Opgemerkt wordt dat de schade in dit geval in de eerste plaats tot uiting kwam in een druk op de prijzen en een dalende verkoop, die op hun beurt tot aanmerkelijke verliezen leidden. Eén en ander viel samen met de snel stijgende invoer uit China tegen prijzen die de prijzen van de EU-producenten aanmerkelijk onderboden. Niets wijst erop dat vorengenoemde andere factoren een belangrijke oorzaak kunnen zijn geweest van de aanmerkelijke schade die de EU-producenten hebben geleden. |
|
(72) |
Op grond van deze analyse, waarbij de gevolgen van alle bekende factoren werden onderscheiden van de schadelijke gevolgen van de invoer met dumping voor de situatie van de EU-producenten, is de voorlopige conclusie dat er een oorzakelijk verband is tussen de invoer met dumping uit China en de aanmerkelijke schade die de EU-producenten hebben geleden. |
F. BELANG VAN DE EU
|
(73) |
Overeenkomstig artikel 21 van de basisverordening heeft de Commissie onderzocht of antidumpingmaatregelen, niettegenstaande de conclusie dat er van schadelijke dumping sprake was, tegen het algemene belang van de EU zouden zijn. Om het belang van de EU te bepalen werden de diverse betrokken belangen, namelijk die van de EU-producenten en van de importeurs en handelaren, tegen elkaar afgewogen. |
|
(74) |
Om het belang van de EU te beoordelen heeft de Commissie de mogelijke gevolgen van het al dan niet instellen van antidumpingmaatregelen voor de betrokken ondernemingen onderzocht. |
1. Belang van de EU-producenten
|
(75) |
De EU-producenten zijn hoofdzakelijk kleine ondernemingen. De productie bedraagt momenteel 57 % van de productiecapaciteit. |
|
(76) |
Verwacht wordt dat antidumpingmaatregelen een verdere verstoring van de markt en prijsbederf zullen voorkomen. Door deze maatregelen zullen de EU-producenten in staat zijn meer te verkopen en het verloren marktaandeel te herwinnen, terwijl de prijzen zouden kunnen stijgen tot een niveau waarop de kosten worden gedekt en winst kan worden gemaakt. Verwacht wordt dat vooral de daling van de kostprijs (door een hogere bezettingsgraad tengevolge van een grotere verkoop en dus een grotere productiviteit) — en in mindere mate een beperkte prijsstijging — de EU-producenten in staat zullen stellen hun financiële situatie te verbeteren. |
|
(77) |
Indien geen antidumpingmaatregelen worden genomen, zal de financiële situatie van de EU-producenten zich waarschijnlijk verder negatief ontwikkelen. De EU-producenten hebben vooral te kampen met dalende inkomsten tengevolge van prijsdruk, krimpend marktaandeel en aanzienlijke verliezen. Gelet op de dalende inkomsten en de aanmerkelijke schade in het onderzoektijdvak zal de financiële situatie van de EU-producenten, indien geen maatregelen worden genomen, waarschijnlijk verder verslechteren. Dit zal uiteindelijk leiden tot productiedalingen en de sluiting van fabrieken met nadelige gevolgen voor de werkgelegenheid en investeringen in de EU. |
|
(78) |
Derhalve is de voorlopige conclusie dat de EU-producenten door antidumpingmaatregelen kunnen herstellen van de gevolgen van dumping en dat deze maatregelen dus in het belang van deze producenten zijn. |
2. Belang van onafhankelijke importeurs/handelaren in de EU
|
(79) |
Zoals vermeld in overweging 6 hebben drie importeurs zich aangemeld, maar deze hebben vervolgens geen medewerking verleend aan het onderzoek. Geen enkele importeur heeft opmerkingen gemaakt over de mogelijke instelling van maatregelen. Het was derhalve niet mogelijk een volledige evaluatie te maken van de mogelijke gevolgen van het al dan niet nemen van maatregelen. Er wordt evenwel aan herinnerd dat antidumpingmaatregelen niet ten doel hebben invoer te verhinderen, maar er wel voor moeten zorgen dat deze niet tegen schadelijke dumpingprijzen plaatsvindt. Aangezien invoer in de EU tegen billijke prijzen nog steeds mogelijk zal zijn en de invoer van het betrokken product uit andere derde landen ook zal worden voortgezet, zal de traditionele handel van de importeurs waarschijnlijk niet sterk worden beïnvloed, zelfs niet indien antidumpingmaatregelen worden genomen. Bovendien wordt erop gewezen dat de bezwaren van importeurs tegen antidumpingmaatregelen niet met bewijsmateriaal waren gestaafd en daarom niet konden worden aanvaard. |
|
(80) |
Derhalve is de voorlopige conclusie dat antidumpingmaatregelen waarschijnlijk geen beduidende gevolgen zullen hebben voor onafhankelijke importeurs/handelaren. |
3. Belang van verwerkende bedrijven en de consument
|
(81) |
Geen enkel verwerkend bedrijf en geen enkele consumentenorganisatie heeft zich binnen de gestelde termijn aangemeld. Gezien dit gebrek aan medewerking, is de voorlopige conclusie dat antidumpingmaatregelen de situatie van deze partijen niet in beduidende mate ongunstig zal beïnvloeden. Bovendien zal door het grote aantal EU-producenten en door de invoer uit andere derde landen gewaarborgd zijn dat verwerkende bedrijven en de kleinhandel verder uit talrijke leveranciers kunnen kiezen en het betrokken product tegen redelijke prijzen kunnen aankopen. De prijzen zullen naar verwachting door de maatregelen stijgen, wat in het voordeel is van de EU-producenten omdat deze dan opnieuw een redelijke winst kunnen maken. Deze prijsstijging zal waarschijnlijk beperkt blijven omdat de EU-producenten, gelet op de aanzienlijke invoer tegen concurrerende prijzen uit andere landen, hun prijzen niet buitensporig kunnen verhogen. |
4. Conclusie
|
(82) |
De voorlopige conclusie is dat er in dit geval geen dwingende redenen zijn om geen maatregelen te nemen en dat de toepassing van maatregelen niet tegen het belang van de EU is. |
G. VOORLOPIGE ANTIDUMPINGMAATREGELEN
1. Schademarge
|
(83) |
Gezien de conclusies inzake dumping, schade, oorzakelijk verband en het belang van de EU moeten voorlopige maatregelen worden genomen om verdere schade door invoer met dumping te voorkomen. |
|
(84) |
De voorlopige maatregelen moeten worden ingesteld op een niveau dat toereikend is om een einde te maken aan de schadelijke gevolgen van dumping waarbij evenwel de dumpingmarges niet mogen worden overschreden. Bij de berekening van het bedrag dat nodig is om een einde te maken aan de gevolgen van schadelijke dumping werd geoordeeld dat de EU-producenten door de maatregelen in staat moeten zijn hun kosten te dekken en een winst vóór belasting te maken die in normale omstandigheden, d.w.z. in afwezigheid van invoer met dumping, redelijkerwijze kan worden gemaakt. |
|
(85) |
Er wordt geoordeeld dat de concurrentie-omstandigheden in de EU in 2001 en 2002 normaal waren, toen de EU-producenten, in afwezigheid van schadelijke dumping, een winst boekten die gemiddeld 5 % bedroeg. Op basis van de beschikbare gegevens werd voorlopig vastgesteld dat een winst van 5 % over de omzet een passende winst is die de EU-producenten in afwezigheid van dumping kunnen maken. |
|
(86) |
De vereiste prijsstijging werd vervolgens vastgesteld door vergelijking, in hetzelfde handelsstadium, van de gewogen gemiddelde invoerprijs, vastgesteld bij de berekening van de onderbieding, met de niet-schadelijke prijs van de EU-producenten op de EU-markt. De niet-schadelijke prijs werd verkregen door de verkoopprijs van iedere EU-producent te corrigeren tot een kostendekkend niveau en hieraan de vorengenoemde winstmarge toe te voegen. Het aldus gevonden verschil werd vervolgens uitgedrukt in procenten van de totale cif invoerwaarde. |
|
(87) |
De aldus berekende schademarge is 62 %. |
2. Voorlopige maatregelen
|
(88) |
Gelet op het voorgaande wordt geoordeeld dat voorlopige antidumpingrechten moeten worden ingesteld op zeemleder uit China waarvan het niveau overeenstemt met de schademarge, aangezien deze lager is dan de dumpingmarge, overeenkomstig artikel 7, lid 2, van de basisverordening. |
H. SLOTBEPALING
|
(89) |
In het belang van een behoorlijk bestuur moet een termijn worden vastgesteld waarbinnen de belanghebbenden die zich binnen de gestelde termijn kenbaar maakten hun standpunt schriftelijk bekend kunnen maken en kunnen verzoeken te worden gehoord. Bovendien wordt erop gewezen dat de bevindingen inzake de instelling van het recht in het kader van deze verordening voorlopig zijn en met het oog op de vaststelling van een definitief recht kunnen worden herzien, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
1. Er wordt een voorlopig antidumpingrecht ingesteld op zeemleder en gecombineerd gelooid zeemleder, al dan niet in een bepaalde vorm gesneden, onafgewerkt zeemleder en onafgewerkt gecombineerd gelooid zeemleder („crust”) daaronder begrepen, ingedeeld onder de GN-codes 4114 10 10 en 4114 10 90, uit de Volksrepubliek China.
2. Het voorlopige antidumpingrecht dat van toepassing is op de nettoprijs franco grens EU, vóór inklaring, bedraagt voor de het in lid 1 beschreven product van alle ondernemingen in de Volksrepubliek China: 62 %.
3. Bij het in vrije verkeer brengen in de EU van het in lid 1 genoemde product wordt een zekerheid gesteld die gelijk is aan het bedrag van het voorlopige recht.
4. Tenzij anders vermeld, zijn de bepalingen inzake douanerechten van toepassing.
Artikel 2
Onverminderd artikel 20 van Verordening (EG) nr. 384/96 kunnen belanghebbenden binnen één maand na de inwerkingtreding van deze verordening verzoeken om mededeling van de voornaamste feiten en overwegingen op basis waarvan deze verordening werd goedgekeurd, hun standpunt schriftelijk bekendmaken en verzoeken door de Commissie te worden gehoord.
Overeenkomstig artikel 21, lid 4, van Verordening (EG) nr. 384/96 kunnen belanghebbenden binnen één maand na de inwerkingtreding van deze verordening opmerkingen maken over de toepassing ervan.
Artikel 3
Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Artikel 1 is zes maanden van toepassing.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 16 maart 2006.
Voor de Commissie
Peter MANDELSON
Lid van de Commissie
(1) PB L 56 van 6.3.1996, blz.1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2117/2005 (PB L 340 van 23.12.2005, blz. 17).
(2) PB C 154 van 25.6.2005, blz. 12.
|
17.3.2006 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 80/23 |
VERORDENING (EG) Nr. 440/2006 VAN DE COMMISSIE
van 15 maart 2006
tot vaststelling van een verbod op de visserij op noordse garnaal in NAFO-deelgebied 3L door vaartuigen die de vlag van Polen voeren
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 2371/2002 van de Raad van 20 december 2002 inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid (1), en met name op artikel 26, lid 4,
Gelet op Verordening (EEG) nr. 2847/93 van de Raad van 12 oktober 1993 tot invoering van een controleregeling voor het gemeenschappelijk visserijbeleid (2), en met name op artikel 21, lid 3,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
De quota voor 2006 zijn vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 51/2006 van de Raad van 22 december 2005 tot vaststelling, voor 2006, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de Gemeenschap en, voor vaartuigen van de Gemeenschap, in andere wateren met vangstbeperkingen van toepassing zijn, en tot vaststelling van de bij de visserij in acht te nemen voorschriften (3). |
|
(2) |
Uit door de Commissie ontvangen informatie blijkt dat, gezien de vangsten van het in de bijlage bij deze verordening vermelde bestand door vaartuigen die de vlag van de in die bijlage vermelde lidstaat voeren of daar geregistreerd zijn, de betrokken, voor 2006 toegewezen quota volledig zijn opgebruikt. |
|
(3) |
Derhalve moet het worden verboden op dit bestand te vissen en vis uit dit bestand aan boord te houden, over te laden en aan te voeren, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Het opgebruiken van het quotum
Het quotum dat voor 2006 aan de in de bijlage bij deze verordening genoemde lidstaat is toegewezen voor de visserij op het in die bijlage vermelde bestand, wordt met ingang van de in die bijlage opgenomen datum als opgebruikt beschouwd.
Artikel 2
Verbod
De visserij op het in de bijlage bij deze verordening vermelde bestand door vaartuigen die de vlag van de in die bijlage genoemde lidstaat voeren of daar geregistreerd zijn, is verboden met ingang van de in die bijlage opgenomen datum. Het is verboden om vis uit dit bestand die vanaf die datum door deze vaartuigen is gevangen, aan boord te hebben, over te laden of aan te voeren.
Artikel 3
Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 15 maart 2006.
Voor de Commissie
Jörgen HOLMQUIST
Directeur-generaal Visserij en maritieme zaken
(1) PB L 358 van 31.12.2002, blz. 59.
(2) PB L 261 van 20.10.1993, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 768/2005 (PB L 128 van 21.5.2005, blz. 1).
(3) PB L 16 van 20.1.2006, blz. 1.
BIJLAGE
|
Nr. |
02 |
|
Lidstaat |
Polen |
|
Bestand |
PRA/N3L. |
|
Soort |
Noordse garnaal (Pandalus borealis) |
|
Zone |
NAFO 3L |
|
Datum |
24 februari 2006 |
|
17.3.2006 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 80/25 |
VERORDENING (EG) Nr. 441/2006 VAN DE COMMISSIE
van 16 maart 2006
houdende wijziging van de restituties welke van toepassing zijn op bepaalde zuivelproducten die worden uitgevoerd in de vorm van niet in bijlage I van het Verdrag vermelde goederen
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelproducten (1), inzonderheid op artikel 31, lid 3,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
De restitutiebedragen welke met ingang van af 17 februari 2006 worden toegepast op de in de bijlage bedoelde producten, uitgevoerd in de vorm van niet in bijlage I van het Verdrag vermelde goederen, zijn vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 271/2006 van de Commissie (2). |
|
(2) |
Toepassing van de regels en criteria welke zijn aangehaald in Verordening (EG) nr. 271/2006 op de gegevens waarover de Commissie op het huidige tijdstip beschikt, geeft aanleiding tot wijziging van de op dit tijdstip geldende restituties in de zin als vermeld in de bijlage bij deze verordening, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De restitutiebedragen die zijn vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 271/2006 worden gewijzigd zoals in de bijlage van deze verordening aangegeven.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 17 maart 2006.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 16 maart 2006.
Voor de Commissie
Günter VERHEUGEN
Vice-voorzitter
(1) PB L 160 van 26.6.1999, blz. 48. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1913/2005 (PB L 307 van 25.11.2005, blz. 2).
(2) PB L 47 van 17.2.2006, blz. 10.
BIJLAGE
Restituties welke van toepassing zijn vanaf 17 maart 2006 op bepaalde zuivelproducten die worden uitgevoerd in de vorm van goederen die niet onder bijlage I van het Verdrag vallen (1)
|
(EUR/100 kg) |
||||
|
GN-code |
Omschrijving |
Restituties |
||
|
Bij vaststelling vooraf van de restituties |
Overige gevallen |
|||
|
ex 0402 10 19 |
Melk in poeder, in korrels of in andere vaste vorm, zonder toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, met een vetgehalte van minder dan 1,5 gewichtspercenten (PG 2): |
|
|
|
|
— |
— |
||
|
4,72 |
5,00 |
||
|
ex 0402 21 19 |
Melk in poeder, in korrels of in andere vaste vorm, zonder toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, met een vetgehalte van 26 gewichtspercenten (PG 3): |
|
|
|
|
20,25 |
21,93 |
||
|
46,72 |
50,00 |
||
|
ex 0405 10 |
Boter met een vetgehalte van 82 gewichtspercenten (PG 6): |
|
|
|
|
52,84 |
57,50 |
||
|
95,92 |
103,75 |
||
|
88,67 |
96,50 |
||
(1) De in deze bijlage vastgestelde restituties zijn niet van toepassing op de uitvoer naar Bulgarije met ingang van 1 oktober 2004 en naar Roemenië met ingang van 1 december 2005, noch op de goederen die zijn opgenomen in de tabellen I en II bij Protocol nr. 2 bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat van 22 juli 1972 en die met ingang van 1 februari 2005 naar de Zwitserse Bondsstaat of naar het Vorstendom Liechtenstein worden uitgevoerd.
|
17.3.2006 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 80/27 |
VERORDENING (EG) Nr. 442/2006 VAN DE COMMISSIE
van 16 maart 2006
tot vaststelling van de restituties bij uitvoer in de sector melk en zuivelproducten
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelproducten (1), inzonderheid op artikel 31, lid 3,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Krachtens artikel 31 van Verordening (EG) nr. 1255/1999 kan het verschil tussen de in de internationale handel geldende prijzen van de producten als bedoeld in artikel 1 van genoemde verordening en de prijzen van deze producten in de Gemeenschap overbrugd worden door een restitutie bij de uitvoer voorzover de akkoorden gesloten overeenkomstig artikel 300 van het Verdrag dat toestaan. |
|
(2) |
Krachtens Verordening (EG) nr. 1255/1999 moeten de restituties voor de producten als bedoeld in artikel 1 van die verordening, die als zodanig worden uitgevoerd, worden vastgesteld rekening houdend met:
|
|
(3) |
Krachtens artikel 31, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1255/1999 worden de prijzen in de Gemeenschap bepaald met inachtneming van de toegepaste prijzen die met het oog op de uitvoer het gunstigst blijken te zijn. Bij de bepaling van de prijzen in de internationale handel wordt met name rekening gehouden met:
|
|
(4) |
Krachtens artikel 31, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1255/1999 kunnen de situatie op de wereldmarkt of de specifieke eisen van bepaalde markten het noodzakelijk maken dat voor de producten als bedoeld in artikel 1 van genoemde verordening naar gelang van hun bestemming een verschillend restitutiebedrag wordt vastgesteld. |
|
(5) |
Artikel 31, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1255/1999 voorziet erin dat de lijst van producten waarvoor een restitutie wordt verleend bij uitvoer, en het bedrag van deze restitutie ten minste eenmaal per vier weken worden vastgesteld. Het bedrag van de restitutie kan echter gedurende meer dan vier weken op hetzelfde niveau gehandhaafd blijven. |
|
(6) |
Krachtens artikel 16 van Verordening (EG) nr. 174/1999 van de Commissie van 26 januari 1999 tot vaststelling van de specifieke uitvoeringsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 804/68 van de Raad inzake de uitvoercertificaten en de invoerrestituties in de sector melk en zuivelproducten (2), is de verleende restitutie voor zuivelproducten met toegevoegde suiker gelijk aan de som van twee elementen. Het ene element dient om rekening te houden met de hoeveelheid zuivelproducten en wordt berekend door het basisbedrag te vermenigvuldigen met het gehalte aan zuivelproducten van het betrokken product, het andere element dient om rekening te houden met de hoeveelheid toegevoegde sacharose en wordt berekend door het basisbedrag van de restitutie die op de dag van uitvoer geldt voor de producten als bedoeld in artikel 1, lid 1, onder d), van Verordening (EG) nr. 1260/2001 van de Raad van 19 juni 2001 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (3), te vermenigvuldigen met het sacharosegehalte van het gehele product. Dit laatste element evenwel wordt uitsluitend in aanmerking genomen als de sacharose is geproduceerd uit in de Gemeenschap geteelde suikerbieten of in de Gemeenschap geteeld suikerriet. |
|
(7) |
Bij Verordening (EEG) nr. 896/84 van de Commissie (4), zijn aanvullende bepalingen ingesteld inzake de toekenning van de restituties in geval van wijziging van het verkoopseizoen. Deze bepalingen voorzien in de mogelijkheid de restituties naar gelang van de datum waarop de producten zijn vervaardigd, te differentiëren. |
|
(8) |
Voor de berekening van het restitutiebedrag voor smeltkaas moet worden bepaald dat de eventueel toegevoegde hoeveelheid aan caseïne en/of caseïnaten niet in aanmerking wordt genomen. |
|
(9) |
Bij het vaststellen van producten en bestemmingen die in aanmerking komen voor restitutie is het aangewezen om er op te letten dat van de ene kant, de competitieve positie van bepaalde communautaire producten niet rechtvaardigt om hun uitvoer aan te moedigen, en dat van de andere kant, de geografische nabijheid van bepaalde grondgebieden de omleiding van het handelsverkeer en misbruiken dreigt te vergemakkelijken. |
|
(10) |
De toepassing van deze regels op de huidige marktsituatie in de zuivelsector, in het bijzonder op de prijzen van deze producten in de Gemeenschap en op de wereldmarkt, leidt tot het vaststellen van de restitutie voor de producten op de bedragen aangegeven in de bijlage. |
|
(11) |
Het Comité van beheer voor melk en zuivelproducten heeft geen advies uitgebracht binnen de door zijn voorzitter bepaalde termijn, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De restituties bedoeld in artikel 31 van Verordening (EG) nr. 1255/1999 voor de uitgevoerde producten in ongewijzigde staat worden vastgesteld op de bedragen als aangegeven in de bijlage.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 17 maart 2006.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 16 maart 2006.
Voor de Commissie
Mariann FISCHER BOEL
Lid van de Commissie
(1) PB L 160 van 26.6.1999, blz. 48. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1913/2005 (PB L 307 van 25.11.2005, blz. 2).
(2) PB L 20 van 27.1.1999, blz. 8. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2107/2005 (PB L 337 van 22.12.2005, blz. 20).
(3) PB L 178 van 30.6.2001, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 39/2004 van de Commissie (PB L 6 van 10.1.2004, blz. 16).
(4) PB L 91 van 1.4.1984, blz. 71. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 222/88 (PB L 28 van 1.2.1988, blz. 1).
BIJLAGE
bij de verordening van de Commissie van 16 maart 2006 tot vaststelling van de restituties bij uitvoer in de sector melk en zuivelproducten
|
Productcode |
Bestemming |
Meeteenheid |
Bedrag van de restitutie |
||||||||
|
0401 30 31 9100 |
L01 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
L02 |
EUR/100 kg |
13,20 |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
18,86 |
|||||||||
|
0401 30 31 9400 |
L01 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
L02 |
EUR/100 kg |
20,62 |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
29,47 |
|||||||||
|
0401 30 31 9700 |
L01 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
L02 |
EUR/100 kg |
22,75 |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
32,49 |
|||||||||
|
0401 30 39 9100 |
L01 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
L02 |
EUR/100 kg |
13,20 |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
18,86 |
|||||||||
|
0401 30 39 9400 |
L01 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
L02 |
EUR/100 kg |
20,62 |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
29,47 |
|||||||||
|
0401 30 39 9700 |
L01 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
L02 |
EUR/100 kg |
22,75 |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
32,49 |
|||||||||
|
0401 30 91 9100 |
L01 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
L02 |
EUR/100 kg |
25,92 |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
37,04 |
|||||||||
|
0401 30 99 9100 |
L01 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
L02 |
EUR/100 kg |
25,92 |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
37,04 |
|||||||||
|
0401 30 99 9500 |
L01 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
L02 |
EUR/100 kg |
38,10 |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
54,43 |
|||||||||
|
0402 10 11 9000 |
L01 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
068 |
EUR/100 kg |
— |
|||||||||
|
L02 |
EUR/100 kg |
4,14 |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
5,00 |
|||||||||
|
0402 10 19 9000 |
L01 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
068 |
EUR/100 kg |
— |
|||||||||
|
L02 |
EUR/100 kg |
4,14 |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
5,00 |
|||||||||
|
0402 10 91 9000 |
L01 |
EUR/kg |
— |
||||||||
|
068 |
EUR/kg |
— |
|||||||||
|
L02 |
EUR/kg |
0,0414 |
|||||||||
|
A01 |
EUR/kg |
0,0500 |
|||||||||
|
0402 10 99 9000 |
L01 |
EUR/kg |
— |
||||||||
|
068 |
EUR/kg |
— |
|||||||||
|
L02 |
EUR/kg |
0,0414 |
|||||||||
|
A01 |
EUR/kg |
0,0500 |
|||||||||
|
0402 21 11 9200 |
L01 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
068 |
EUR/100 kg |
— |
|||||||||
|
L02 |
EUR/100 kg |
4,14 |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
5,00 |
|||||||||
|
0402 21 11 9300 |
L01 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
068 |
EUR/100 kg |
— |
|||||||||
|
L02 |
EUR/100 kg |
35,03 |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
44,94 |
|||||||||
|
0402 21 11 9500 |
L01 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
068 |
EUR/100 kg |
— |
|||||||||
|
L02 |
EUR/100 kg |
36,55 |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
46,92 |
|||||||||
|
0402 21 11 9900 |
L01 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
068 |
EUR/100 kg |
— |
|||||||||
|
L02 |
EUR/100 kg |
38,94 |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
50,00 |
|||||||||
|
0402 21 17 9000 |
L01 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
068 |
EUR/100 kg |
— |
|||||||||
|
L02 |
EUR/100 kg |
4,14 |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
5,00 |
|||||||||
|
0402 21 19 9300 |
L01 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
068 |
EUR/100 kg |
— |
|||||||||
|
L02 |
EUR/100 kg |
35,03 |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
44,94 |
|||||||||
|
0402 21 19 9500 |
L01 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
068 |
EUR/100 kg |
— |
|||||||||
|
L02 |
EUR/100 kg |
36,55 |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
46,92 |
|||||||||
|
0402 21 19 9900 |
L01 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
068 |
EUR/100 kg |
— |
|||||||||
|
L02 |
EUR/100 kg |
38,94 |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
50,00 |
|||||||||
|
0402 21 91 9100 |
L01 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
068 |
EUR/100 kg |
— |
|||||||||
|
L02 |
EUR/100 kg |
39,19 |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
50,30 |
|||||||||
|
0402 21 91 9200 |
L01 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
068 |
EUR/100 kg |
— |
|||||||||
|
L02 |
EUR/100 kg |
39,42 |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
50,61 |
|||||||||
|
0402 21 91 9350 |
L01 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
068 |
EUR/100 kg |
— |
|||||||||
|
L02 |
EUR/100 kg |
39,84 |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
51,12 |
|||||||||
|
0402 21 91 9500 |
L01 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
068 |
EUR/100 kg |
— |
|||||||||
|
L02 |
EUR/100 kg |
42,80 |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
54,94 |
|||||||||
|
0402 21 99 9100 |
L01 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
068 |
EUR/100 kg |
— |
|||||||||
|
L02 |
EUR/100 kg |
39,19 |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
50,30 |
|||||||||
|
0402 21 99 9200 |
L01 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
068 |
EUR/100 kg |
— |
|||||||||
|
L02 |
EUR/100 kg |
39,42 |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
50,61 |
|||||||||
|
0402 21 99 9300 |
L01 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
068 |
EUR/100 kg |
— |
|||||||||
|
L02 |
EUR/100 kg |
39,84 |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
51,12 |
|||||||||
|
0402 21 99 9400 |
L01 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
068 |
EUR/100 kg |
— |
|||||||||
|
L02 |
EUR/100 kg |
42,03 |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
53,96 |
|||||||||
|
0402 21 99 9500 |
L01 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
068 |
EUR/100 kg |
— |
|||||||||
|
L02 |
EUR/100 kg |
42,80 |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
54,94 |
|||||||||
|
0402 21 99 9600 |
L01 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
068 |
EUR/100 kg |
— |
|||||||||
|
L02 |
EUR/100 kg |
45,83 |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
58,82 |
|||||||||
|
0402 21 99 9700 |
L01 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
068 |
EUR/100 kg |
— |
|||||||||
|
L02 |
EUR/100 kg |
47,52 |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
61,03 |
|||||||||
|
0402 21 99 9900 |
L01 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
068 |
EUR/100 kg |
— |
|||||||||
|
L02 |
EUR/100 kg |
49,51 |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
63,55 |
|||||||||
|
0402 29 15 9200 |
L01 |
EUR/kg |
— |
||||||||
|
L02 |
EUR/kg |
0,0414 |
|||||||||
|
A01 |
EUR/kg |
0,0500 |
|||||||||
|
0402 29 15 9300 |
L01 |
EUR/kg |
— |
||||||||
|
L02 |
EUR/kg |
0,3503 |
|||||||||
|
A01 |
EUR/kg |
0,4494 |
|||||||||
|
0402 29 15 9500 |
L01 |
EUR/kg |
— |
||||||||
|
L02 |
EUR/kg |
0,3655 |
|||||||||
|
A01 |
EUR/kg |
0,4692 |
|||||||||
|
0402 29 15 9900 |
L01 |
EUR/kg |
— |
||||||||
|
L02 |
EUR/kg |
0,3894 |
|||||||||
|
A01 |
EUR/kg |
0,5000 |
|||||||||
|
0402 29 19 9300 |
L01 |
EUR/kg |
— |
||||||||
|
L02 |
EUR/kg |
0,3503 |
|||||||||
|
A01 |
EUR/kg |
0,4494 |
|||||||||
|
0402 29 19 9500 |
L01 |
EUR/kg |
— |
||||||||
|
L02 |
EUR/kg |
0,3655 |
|||||||||
|
A01 |
EUR/kg |
0,4692 |
|||||||||
|
0402 29 19 9900 |
L01 |
EUR/kg |
— |
||||||||
|
L02 |
EUR/kg |
0,3894 |
|||||||||
|
A01 |
EUR/kg |
0,5000 |
|||||||||
|
0402 29 91 9000 |
L01 |
EUR/kg |
— |
||||||||
|
L02 |
EUR/kg |
0,3919 |
|||||||||
|
A01 |
EUR/kg |
0,5030 |
|||||||||
|
0402 29 99 9100 |
L01 |
EUR/kg |
— |
||||||||
|
L02 |
EUR/kg |
0,3919 |
|||||||||
|
A01 |
EUR/kg |
0,5030 |
|||||||||
|
0402 29 99 9500 |
L01 |
EUR/kg |
— |
||||||||
|
L02 |
EUR/kg |
0,4203 |
|||||||||
|
A01 |
EUR/kg |
0,5396 |
|||||||||
|
0402 91 11 9370 |
L01 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
L02 |
EUR/100 kg |
4,127 |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
5,895 |
|||||||||
|
0402 91 19 9370 |
L01 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
L02 |
EUR/100 kg |
4,127 |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
5,895 |
|||||||||
|
0402 91 31 9300 |
L01 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
L02 |
EUR/100 kg |
4,877 |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
6,967 |
|||||||||
|
0402 91 39 9300 |
L01 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
L02 |
EUR/100 kg |
4,877 |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
6,967 |
|||||||||
|
0402 91 99 9000 |
L01 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
L02 |
EUR/100 kg |
15,93 |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
22,76 |
|||||||||
|
0402 99 11 9350 |
L01 |
EUR/kg |
— |
||||||||
|
L02 |
EUR/kg |
0,1055 |
|||||||||
|
A01 |
EUR/kg |
0,1508 |
|||||||||
|
0402 99 19 9350 |
L01 |
EUR/kg |
— |
||||||||
|
L02 |
EUR/kg |
0,1055 |
|||||||||
|
A01 |
EUR/kg |
0,1508 |
|||||||||
|
0402 99 31 9150 |
L01 |
EUR/kg |
— |
||||||||
|
L02 |
EUR/kg |
0,1095 |
|||||||||
|
A01 |
EUR/kg |
0,1565 |
|||||||||
|
0402 99 31 9300 |
L01 |
EUR/kg |
— |
||||||||
|
L02 |
EUR/kg |
0,0953 |
|||||||||
|
A01 |
EUR/kg |
0,1362 |
|||||||||
|
0402 99 39 9150 |
L01 |
EUR/kg |
— |
||||||||
|
L02 |
EUR/kg |
0,1095 |
|||||||||
|
A01 |
EUR/kg |
0,1565 |
|||||||||
|
0403 90 11 9000 |
L01 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
L02 |
EUR/100 kg |
4,09 |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
4,93 |
|||||||||
|
0403 90 13 9200 |
L01 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
L02 |
EUR/100 kg |
4,09 |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
4,93 |
|||||||||
|
0403 90 13 9300 |
L01 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
L02 |
EUR/100 kg |
34,70 |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
44,55 |
|||||||||
|
0403 90 13 9500 |
L01 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
L02 |
EUR/100 kg |
36,23 |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
46,50 |
|||||||||
|
0403 90 13 9900 |
L01 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
L02 |
EUR/100 kg |
38,61 |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
49,55 |
|||||||||
|
0403 90 19 9000 |
L01 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
L02 |
EUR/100 kg |
38,84 |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
49,86 |
|||||||||
|
0403 90 33 9400 |
L01 |
EUR/kg |
— |
||||||||
|
L02 |
EUR/kg |
0,3470 |
|||||||||
|
A01 |
EUR/kg |
0,4455 |
|||||||||
|
0403 90 33 9900 |
L01 |
EUR/kg |
— |
||||||||
|
L02 |
EUR/kg |
0,3861 |
|||||||||
|
A01 |
EUR/kg |
0,4955 |
|||||||||
|
0403 90 59 9310 |
L01 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
L02 |
EUR/100 kg |
13,20 |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
18,86 |
|||||||||
|
0403 90 59 9340 |
L01 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
L02 |
EUR/100 kg |
19,32 |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
27,59 |
|||||||||
|
0403 90 59 9370 |
L01 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
L02 |
EUR/100 kg |
19,32 |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
27,59 |
|||||||||
|
0403 90 59 9510 |
L01 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
L02 |
EUR/100 kg |
19,32 |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
27,59 |
|||||||||
|
0404 90 21 9120 |
L01 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
L02 |
EUR/100 kg |
3,54 |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
4,27 |
|||||||||
|
0404 90 21 9160 |
L01 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
L02 |
EUR/100 kg |
4,14 |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
5,00 |
|||||||||
|
0404 90 23 9120 |
L01 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
L02 |
EUR/100 kg |
4,14 |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
5,00 |
|||||||||
|
0404 90 23 9130 |
L01 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
L02 |
EUR/100 kg |
35,03 |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
44,94 |
|||||||||
|
0404 90 23 9140 |
L01 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
L02 |
EUR/100 kg |
36,55 |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
46,92 |
|||||||||
|
0404 90 23 9150 |
L01 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
L02 |
EUR/100 kg |
38,94 |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
50,00 |
|||||||||
|
0404 90 29 9110 |
L01 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
L02 |
EUR/100 kg |
39,19 |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
50,30 |
|||||||||
|
0404 90 29 9115 |
L01 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
L02 |
EUR/100 kg |
39,42 |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
50,61 |
|||||||||
|
0404 90 29 9125 |
L01 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
L02 |
EUR/100 kg |
39,84 |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
51,12 |
|||||||||
|
0404 90 29 9140 |
L01 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
L02 |
EUR/100 kg |
42,80 |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
54,94 |
|||||||||
|
0404 90 81 9100 |
L01 |
EUR/kg |
— |
||||||||
|
L02 |
EUR/kg |
0,0414 |
|||||||||
|
A01 |
EUR/kg |
0,0500 |
|||||||||
|
0404 90 83 9110 |
L01 |
EUR/kg |
— |
||||||||
|
L02 |
EUR/kg |
0,0414 |
|||||||||
|
A01 |
EUR/kg |
0,0500 |
|||||||||
|
0404 90 83 9130 |
L01 |
EUR/kg |
— |
||||||||
|
L02 |
EUR/kg |
0,3503 |
|||||||||
|
A01 |
EUR/kg |
0,4494 |
|||||||||
|
0404 90 83 9150 |
L01 |
EUR/kg |
— |
||||||||
|
L02 |
EUR/kg |
0,3655 |
|||||||||
|
A01 |
EUR/kg |
0,4692 |
|||||||||
|
0404 90 83 9170 |
L01 |
EUR/kg |
— |
||||||||
|
L02 |
EUR/kg |
0,3894 |
|||||||||
|
A01 |
EUR/kg |
0,5000 |
|||||||||
|
0404 90 83 9936 |
L01 |
EUR/kg |
— |
||||||||
|
L02 |
EUR/kg |
0,1055 |
|||||||||
|
A01 |
EUR/kg |
0,1508 |
|||||||||
|
0405 10 11 9500 |
L01 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
L02 |
EUR/100 kg |
69,83 |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
94,15 |
|||||||||
|
0405 10 11 9700 |
L01 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
L02 |
EUR/100 kg |
71,57 |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
96,50 |
|||||||||
|
0405 10 19 9500 |
L01 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
L02 |
EUR/100 kg |
69,83 |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
94,15 |
|||||||||
|
0405 10 19 9700 |
L01 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
L02 |
EUR/100 kg |
71,57 |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
96,50 |
|||||||||
|
0405 10 30 9100 |
L01 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
L02 |
EUR/100 kg |
69,83 |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
94,15 |
|||||||||
|
0405 10 30 9300 |
L01 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
L02 |
EUR/100 kg |
71,57 |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
96,50 |
|||||||||
|
0405 10 30 9700 |
L01 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
L02 |
EUR/100 kg |
71,57 |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
96,50 |
|||||||||
|
0405 10 50 9300 |
L01 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
L02 |
EUR/100 kg |
71,57 |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
96,50 |
|||||||||
|
0405 10 50 9500 |
L01 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
L02 |
EUR/100 kg |
69,83 |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
94,15 |
|||||||||
|
0405 10 50 9700 |
L01 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
L02 |
EUR/100 kg |
71,57 |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
96,50 |
|||||||||
|
0405 10 90 9000 |
L01 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
L02 |
EUR/100 kg |
74,19 |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
100,04 |
|||||||||
|
0405 20 90 9500 |
L01 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
L02 |
EUR/100 kg |
65,47 |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
88,27 |
|||||||||
|
0405 20 90 9700 |
L01 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
L02 |
EUR/100 kg |
68,08 |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
91,79 |
|||||||||
|
0405 90 10 9000 |
L01 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
L02 |
EUR/100 kg |
89,33 |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
120,44 |
|||||||||
|
0405 90 90 9000 |
L01 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
L02 |
EUR/100 kg |
71,44 |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
96,33 |
|||||||||
|
0406 10 20 9100 |
A00 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
0406 10 20 9230 |
L03 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
L04 |
EUR/100 kg |
12,99 |
|||||||||
|
400 |
EUR/100 kg |
— |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
16,24 |
|||||||||
|
0406 10 20 9290 |
A00 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
0406 10 20 9300 |
A00 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
0406 10 20 9610 |
A00 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
0406 10 20 9620 |
A00 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
0406 10 20 9630 |
L03 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
L04 |
EUR/100 kg |
19,96 |
|||||||||
|
400 |
EUR/100 kg |
— |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
24,94 |
|||||||||
|
0406 10 20 9640 |
L03 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
L04 |
EUR/100 kg |
29,32 |
|||||||||
|
400 |
EUR/100 kg |
— |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
36,65 |
|||||||||
|
0406 10 20 9650 |
L03 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
L04 |
EUR/100 kg |
24,44 |
|||||||||
|
400 |
EUR/100 kg |
— |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
30,55 |
|||||||||
|
0406 10 20 9830 |
L03 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
L04 |
EUR/100 kg |
9,08 |
|||||||||
|
400 |
EUR/100 kg |
— |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
11,33 |
|||||||||
|
0406 10 20 9850 |
L03 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
L04 |
EUR/100 kg |
10,99 |
|||||||||
|
400 |
EUR/100 kg |
— |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
13,74 |
|||||||||
|
0406 20 90 9100 |
A00 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
0406 20 90 9913 |
L03 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
L04 |
EUR/100 kg |
21,76 |
|||||||||
|
400 |
EUR/100 kg |
— |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
27,20 |
|||||||||
|
0406 20 90 9915 |
L03 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
L04 |
EUR/100 kg |
29,54 |
|||||||||
|
400 |
EUR/100 kg |
— |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
36,93 |
|||||||||
|
0406 20 90 9917 |
L03 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
L04 |
EUR/100 kg |
31,41 |
|||||||||
|
400 |
EUR/100 kg |
— |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
39,24 |
|||||||||
|
0406 20 90 9919 |
L03 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
L04 |
EUR/100 kg |
35,08 |
|||||||||
|
400 |
EUR/100 kg |
— |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
43,86 |
|||||||||
|
0406 30 31 9710 |
A00 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
0406 30 31 9730 |
L03 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
L04 |
EUR/100 kg |
3,91 |
|||||||||
|
400 |
EUR/100 kg |
— |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
9,17 |
|||||||||
|
0406 30 31 9910 |
A00 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
0406 30 31 9930 |
L03 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
L04 |
EUR/100 kg |
3,91 |
|||||||||
|
400 |
EUR/100 kg |
— |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
9,17 |
|||||||||
|
0406 30 31 9950 |
L03 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
L04 |
EUR/100 kg |
5,69 |
|||||||||
|
400 |
EUR/100 kg |
— |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
13,34 |
|||||||||
|
0406 30 39 9500 |
L03 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
L04 |
EUR/100 kg |
3,91 |
|||||||||
|
400 |
EUR/100 kg |
— |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
9,17 |
|||||||||
|
0406 30 39 9700 |
L03 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
L04 |
EUR/100 kg |
5,69 |
|||||||||
|
400 |
EUR/100 kg |
— |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
13,34 |
|||||||||
|
0406 30 39 9930 |
L03 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
L04 |
EUR/100 kg |
5,69 |
|||||||||
|
400 |
EUR/100 kg |
— |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
13,34 |
|||||||||
|
0406 30 39 9950 |
L03 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
L04 |
EUR/100 kg |
6,44 |
|||||||||
|
400 |
EUR/100 kg |
— |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
15,09 |
|||||||||
|
0406 30 90 9000 |
A00 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
0406 40 50 9000 |
L03 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
L04 |
EUR/100 kg |
34,48 |
|||||||||
|
400 |
EUR/100 kg |
— |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
43,09 |
|||||||||
|
0406 40 90 9000 |
L03 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
L04 |
EUR/100 kg |
35,41 |
|||||||||
|
400 |
EUR/100 kg |
— |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
44,26 |
|||||||||
|
0406 90 13 9000 |
L03 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
L04 |
EUR/100 kg |
39,25 |
|||||||||
|
400 |
EUR/100 kg |
— |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
56,18 |
|||||||||
|
0406 90 15 9100 |
L03 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
L04 |
EUR/100 kg |
40,57 |
|||||||||
|
400 |
EUR/100 kg |
— |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
58,06 |
|||||||||
|
0406 90 17 9100 |
L03 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
L04 |
EUR/100 kg |
40,57 |
|||||||||
|
400 |
EUR/100 kg |
— |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
58,06 |
|||||||||
|
0406 90 21 9900 |
L03 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
L04 |
EUR/100 kg |
39,43 |
|||||||||
|
400 |
EUR/100 kg |
— |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
56,30 |
|||||||||
|
0406 90 23 9900 |
L03 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
L04 |
EUR/100 kg |
35,35 |
|||||||||
|
400 |
EUR/100 kg |
— |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
50,82 |
|||||||||
|
0406 90 25 9900 |
L03 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
L04 |
EUR/100 kg |
34,67 |
|||||||||
|
400 |
EUR/100 kg |
— |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
49,63 |
|||||||||
|
0406 90 27 9900 |
L03 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
L04 |
EUR/100 kg |
31,39 |
|||||||||
|
400 |
EUR/100 kg |
— |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
44,95 |
|||||||||
|
0406 90 31 9119 |
L03 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
L04 |
EUR/100 kg |
29,03 |
|||||||||
|
400 |
EUR/100 kg |
— |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
41,60 |
|||||||||
|
0406 90 33 9119 |
L03 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
L04 |
EUR/100 kg |
29,03 |
|||||||||
|
400 |
EUR/100 kg |
— |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
41,60 |
|||||||||
|
0406 90 33 9919 |
A00 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
0406 90 33 9951 |
A00 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
0406 90 35 9190 |
L03 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
L04 |
EUR/100 kg |
41,33 |
|||||||||
|
400 |
EUR/100 kg |
— |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
59,45 |
|||||||||
|
0406 90 35 9990 |
L03 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
L04 |
EUR/100 kg |
41,33 |
|||||||||
|
400 |
EUR/100 kg |
— |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
59,45 |
|||||||||
|
0406 90 37 9000 |
L03 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
L04 |
EUR/100 kg |
39,25 |
|||||||||
|
400 |
EUR/100 kg |
— |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
56,18 |
|||||||||
|
0406 90 61 9000 |
L03 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
L04 |
EUR/100 kg |
44,68 |
|||||||||
|
400 |
EUR/100 kg |
— |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
64,65 |
|||||||||
|
0406 90 63 9100 |
L03 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
L04 |
EUR/100 kg |
44,02 |
|||||||||
|
400 |
EUR/100 kg |
— |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
63,49 |
|||||||||
|
0406 90 63 9900 |
L03 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
L04 |
EUR/100 kg |
42,31 |
|||||||||
|
400 |
EUR/100 kg |
— |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
61,32 |
|||||||||
|
0406 90 69 9100 |
A00 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
0406 90 69 9910 |
L03 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
L04 |
EUR/100 kg |
42,93 |
|||||||||
|
400 |
EUR/100 kg |
— |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
62,22 |
|||||||||
|
0406 90 73 9900 |
L03 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
L04 |
EUR/100 kg |
36,12 |
|||||||||
|
400 |
EUR/100 kg |
— |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
51,75 |
|||||||||
|
0406 90 75 9900 |
L03 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
L04 |
EUR/100 kg |
36,84 |
|||||||||
|
400 |
EUR/100 kg |
— |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
52,98 |
|||||||||
|
0406 90 76 9300 |
L03 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
L04 |
EUR/100 kg |
32,71 |
|||||||||
|
400 |
EUR/100 kg |
— |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
46,82 |
|||||||||
|
0406 90 76 9400 |
L03 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
L04 |
EUR/100 kg |
36,63 |
|||||||||
|
400 |
EUR/100 kg |
— |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
52,44 |
|||||||||
|
0406 90 76 9500 |
L03 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
L04 |
EUR/100 kg |
33,92 |
|||||||||
|
400 |
EUR/100 kg |
— |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
48,15 |
|||||||||
|
0406 90 78 9100 |
L03 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
L04 |
EUR/100 kg |
35,88 |
|||||||||
|
400 |
EUR/100 kg |
— |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
52,42 |
|||||||||
|
0406 90 78 9300 |
L03 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
L04 |
EUR/100 kg |
35,54 |
|||||||||
|
400 |
EUR/100 kg |
— |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
50,76 |
|||||||||
|
0406 90 78 9500 |
L03 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
L04 |
EUR/100 kg |
34,55 |
|||||||||
|
400 |
EUR/100 kg |
— |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
49,04 |
|||||||||
|
0406 90 79 9900 |
L03 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
L04 |
EUR/100 kg |
29,35 |
|||||||||
|
400 |
EUR/100 kg |
— |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
42,19 |
|||||||||
|
0406 90 81 9900 |
L03 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
L04 |
EUR/100 kg |
36,63 |
|||||||||
|
400 |
EUR/100 kg |
— |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
52,44 |
|||||||||
|
0406 90 85 9930 |
L03 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
L04 |
EUR/100 kg |
40,16 |
|||||||||
|
400 |
EUR/100 kg |
— |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
57,80 |
|||||||||
|
0406 90 85 9970 |
L03 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
L04 |
EUR/100 kg |
36,84 |
|||||||||
|
400 |
EUR/100 kg |
— |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
52,98 |
|||||||||
|
0406 90 86 9100 |
A00 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
0406 90 86 9200 |
L03 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
L04 |
EUR/100 kg |
35,61 |
|||||||||
|
400 |
EUR/100 kg |
— |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
52,80 |
|||||||||
|
0406 90 86 9300 |
A00 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
0406 90 86 9400 |
L03 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
L04 |
EUR/100 kg |
38,16 |
|||||||||
|
400 |
EUR/100 kg |
— |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
55,80 |
|||||||||
|
0406 90 86 9900 |
L03 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
L04 |
EUR/100 kg |
40,16 |
|||||||||
|
400 |
EUR/100 kg |
— |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
57,80 |
|||||||||
|
0406 90 87 9100 |
A00 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
0406 90 87 9200 |
A00 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
0406 90 87 9300 |
L03 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
L04 |
EUR/100 kg |
33,16 |
|||||||||
|
400 |
EUR/100 kg |
— |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
49,00 |
|||||||||
|
0406 90 87 9400 |
L03 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
L04 |
EUR/100 kg |
33,86 |
|||||||||
|
400 |
EUR/100 kg |
— |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
49,49 |
|||||||||
|
0406 90 87 9951 |
L03 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
L04 |
EUR/100 kg |
35,97 |
|||||||||
|
400 |
EUR/100 kg |
— |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
51,50 |
|||||||||
|
0406 90 87 9971 |
L03 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
L04 |
EUR/100 kg |
35,97 |
|||||||||
|
400 |
EUR/100 kg |
— |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
51,50 |
|||||||||
|
0406 90 87 9972 |
L03 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
L04 |
EUR/100 kg |
15,21 |
|||||||||
|
400 |
EUR/100 kg |
— |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
21,86 |
|||||||||
|
0406 90 87 9973 |
L03 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
L04 |
EUR/100 kg |
35,33 |
|||||||||
|
400 |
EUR/100 kg |
— |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
50,57 |
|||||||||
|
0406 90 87 9974 |
L03 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
L04 |
EUR/100 kg |
37,84 |
|||||||||
|
400 |
EUR/100 kg |
— |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
53,93 |
|||||||||
|
0406 90 87 9975 |
L03 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
L04 |
EUR/100 kg |
37,52 |
|||||||||
|
400 |
EUR/100 kg |
— |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
53,02 |
|||||||||
|
0406 90 87 9979 |
L03 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
L04 |
EUR/100 kg |
35,35 |
|||||||||
|
400 |
EUR/100 kg |
— |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
50,82 |
|||||||||
|
0406 90 88 9100 |
A00 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
0406 90 88 9300 |
L03 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
L04 |
EUR/100 kg |
29,29 |
|||||||||
|
400 |
EUR/100 kg |
— |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
43,13 |
|||||||||
|
0406 90 88 9500 |
L03 |
EUR/100 kg |
— |
||||||||
|
L04 |
EUR/100 kg |
30,20 |
|||||||||
|
400 |
EUR/100 kg |
— |
|||||||||
|
A01 |
EUR/100 kg |
43,15 |
|||||||||
|
NB: De codes van de producten en de codes van de bestemmingen serie „A” zijn vastgesteld in Verordening (EEG) nr. 3846/87 van de Commissie (PB L 366 van 24.12.1987, blz. 1), zoals gewijzigd. De numerieke codes voor de bestemmingen zijn vastgesteld in Verordening (EG) nr. 750/2005 van de Commissie (PB L 126 van 19.5.2005, blz. 12). De andere bestemmingen worden als volgt vastgesteld:
|
|||||||||||
|
17.3.2006 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 80/35 |
VERORDENING (EG) Nr. 443/2006 VAN DE COMMISSIE
van 16 maart 2006
tot vaststelling van de maximumuitvoerrestitutie voor boter in het kader van de permanente inschrijving van Verordening (EG) nr. 581/2004
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelproducten (1), en met name op artikel 31, lid 3, derde alinea,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Verordening (EG) nr. 581/2004 van de Commissie van 26 maart 2004 tot opening van een permanente inschrijving voor de bepaling van de uitvoerrestituties voor bepaalde soorten boter (2) voorziet in een permanente inschrijving. |
|
(2) |
Krachtens artikel 5 van Verordening (EG) nr. 580/2004 van de Commissie van 26 maart 2004 houdende een inschrijvingsprocedure tot vaststelling van de uitvoerrestituties voor bepaalde zuivelproducten (3) moet, na bestudering van de offertes die in het kader van de inschrijving zijn ingediend, een maximumuitvoerrestitutie worden vastgesteld voor de inschrijvingsperiode die eindigt op 14 maart 2006. |
|
(3) |
Het Comité van beheer voor melk en zuivelproducten heeft geen advies uitgebracht binnen de door zijn voorzitter bepaalde termijn, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
In het kader van de bij Verordening (EG) nr. 581/2004 geopende permanente inschrijving wordt voor de inschrijvingsperiode die eindigt op 14 maart 2006, de maximumuitvoerrestitutie toegepast op de in artikel 1, lid 1, van die verordening vermelde producten, zoals vermeld in de bijlage van deze verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 17 maart 2006.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 16 maart 2006.
Voor de Commissie
Mariann FISCHER BOEL
Lid van de Commissie
(1) PB L 160 van 26.6.1999, blz. 48. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1913/2005 (PB L 307 van 25.11.2005, blz. 2).
(2) PB L 90 van 27.3.2004, blz. 64. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1239/2005 (PB L 200 van 30.7.2005, blz. 32).
(3) PB L 90 van 27.3.2004, blz. 58. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1814/2005 (PB L 292 van 8.11.2005, blz. 3).
BIJLAGE
|
(EUR/100 kg) |
||
|
Product |
Productcodes |
Maximumuitvoerrestitutie voor uitvoer naar de in artikel 1, lid 1, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 581/2004 vermelde bestemmingen |
|
Boter |
ex ex 0405 10 19 9500 |
99,50 |
|
Boter |
ex ex 0405 10 19 9700 |
102,00 |
|
Butteroil |
ex ex 0405 90 10 9000 |
123,90 |
|
17.3.2006 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 80/37 |
VERORDENING (EG) Nr. 444/2006 VAN DE COMMISSIE
van 16 maart 2006
houdende het besluit om geen uitvoerrestitutie toe te kennen voor mageremelkpoeder in het kader van de permanente inschrijving van Verordening (EG) nr. 582/2004
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelproducten (1), en met name op artikel 31, lid 3, derde alinea,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Verordening (EG) nr. 582/2004 van de Commissie van 26 maart 2004 tot opening van een permanente inschrijving voor de bepaling van de uitvoerrestituties voor mageremelkpoeder (2) voorziet in een permanente inschrijving. |
|
(2) |
In het kader van artikel 5 van Verordening (EG) nr. 580/2004 van de Commissie van 26 maart 2004 houdende een inschrijvingsprocedure tot vaststelling van de uitvoerrestituties voor bepaalde zuivelproducten (3) en na bestudering van de offertes die in het kader van de inschrijving zijn ingediend, dient te worden besloten geen restitutie toe te kennen voor de inschrijvingsperiode die eindigt op 14 maart 2006. |
|
(3) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor melk en zuivelproducten, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
In het kader van de bij Verordening (EG) nr. 582/2004 geopende permanente inschrijving wordt voor de inschrijvingsperiode die eindigt op 14 maart 2006, geen restitutie toegekend voor het product en de bestemmingen als vermeld in artikel 1, lid 1, van die verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 16 maart 2006.
Voor de Commissie
Mariann FISCHER BOEL
Lid van de Commissie
(1) PB L 160 van 26.6.1999, blz. 48. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1913/2005 (PB L 307 van 25.11.2005, blz. 2).
(2) PB L 90 van 27.3.2004, blz. 67. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1239/2005 (PB L 200 van 30.7.2005, blz. 32).
(3) PB L 90 van 27.3.2004, blz. 58. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1814/2005 (PB L 292 van 8.11.2005, blz. 3).
|
17.3.2006 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 80/38 |
VERORDENING (EG) Nr. 445/2006 VAN DE COMMISSIE
van 16 maart 2006
tot vaststelling, voor de sector suiker, vanaf 17 maart 2006 geldende representatieve prijzen en de bedragen van de aanvullende invoerrechten voor melasse
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1260/2001 van de Raad van 19 juni 2001 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (1), en met name op artikel 24, lid 4,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
In Verordening (EG) nr. 1422/95 van de Commissie van 23 juni 1995 tot vaststelling, voor de sector suiker, van de uitvoeringsbepalingen voor de invoer van melasse en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 785/68 (2) is bepaald dat de cif-invoerprijs voor melasse, vastgesteld overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 785/68 van de Commissie (3), als „representatieve prijs” wordt aangemerkt. Deze prijs geldt voor de standaardkwaliteit als gedefinieerd in artikel 1 van Verordening (EEG) nr. 785/68. |
|
(2) |
Voor de vaststelling van de representatieve prijs moet rekening worden gehouden met alle in artikel 3 van Verordening (EEG) nr. 785/68 genoemde inlichtingen, behalve in de in artikel 4 van die verordening genoemde gevallen. In voorkomend geval, mag deze vaststelling plaatsvinden overeenkomstig de in artikel 7 van Verordening (EEG) nr. 785/68 aangegeven werkwijze. |
|
(3) |
Voor andere kwaliteiten dan de standaardkwaliteit moeten de prijzen naar gelang van de kwaliteit van de aangeboden melasse overeenkomstig artikel 6 van Verordening (EEG) nr. 785/68 worden verhoogd of verlaagd. |
|
(4) |
Indien er een verschil is tussen de reactieprijs voor het betrokken product en de representatieve prijs, moeten aanvullende invoerrechten worden vastgesteld overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EG) nr. 1422/95. Als de invoerrechten worden geschorst overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1422/95, moeten specifieke bedragen ter vervanging van die rechten worden vastgesteld. |
|
(5) |
De representatieve prijzen en de aanvullende invoerrechten voor de betrokken producten moeten worden vastgesteld overeenkomstig artikel 1, lid 2, en artikel 3, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1422/95. |
|
(6) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor suiker, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De representatieve prijzen en de aanvullende invoerrechten voor de in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 1422/95 bedoelde producten worden vastgesteld in de bijlage.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 17 maart 2006.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 16 maart 2006.
Voor de Commissie
J. L. DEMARTY
Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling
(1) PB L 178 van 30.6.2001, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 39/2004 van de Commissie (PB L 6 van 10.1.2004, blz. 16).
(2) PB L 141 van 24.6.1995, blz. 12. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 79/2003 (PB L 13 van 18.1.2003, blz. 4).
(3) PB L 145 van 27.6.1968, blz. 12. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1422/95.
BIJLAGE
Vaststelling, voor de sector suiker, van de representatieve prijzen en de aanvullende invoerrechten voor melasse van toepassing vanaf 17 maart 2006
|
(EUR) |
|||
|
GN-code |
Representatieve prijs per 100 kg netto van het betrokken product |
Aanvullend recht per 100 kg netto van het betrokken product |
Toe te passen recht bij invoer als gevolg van schorsing van de invoerrechten, als bedoeld in artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1422/95, per 100 kg netto van het betrokken product (1) |
|
1703 10 00 (2) |
11,85 |
— |
0 |
|
1703 90 00 (2) |
11,64 |
— |
0 |
(1) Dit bedrag vervangt, overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1422/95, het voor deze producten vastgestelde bedrag van het recht van het gemeenschappelijk douanetarief.
(2) Vaststelling voor de standaardkwaliteit als gedefinieerd in artikel 1 van de gewijzigde Verordening (EEG) nr. 785/68.
|
17.3.2006 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 80/40 |
VERORDENING (EG) Nr. 446/2006 VAN DE COMMISSIE
van 16 maart 2006
tot vaststelling van de restituties bij uitvoer van witte en ruwe suiker in onveranderde vorm
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1260/2001 van de Raad van 19 juni 2001 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (1), inzonderheid op artikel 27, lid 5, tweede alinea,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Krachtens artikel 27 van Verordening (EG) nr. 1260/2001 kan het verschil tussen de noteringen of de prijzen op de wereldmarkt voor de in artikel 1, lid 1, onder a), van die verordening genoemde producten en de prijzen voor deze producten in de Gemeenschap overbrugd worden door een restitutie bij de uitvoer. |
|
(2) |
Krachtens Verordening (EG) nr. 1260/2001 moeten de restituties voor witte suiker en ruwe suiker, welke niet gedenatureerd en in onveranderde vorm uitgevoerd zijn, vastgesteld worden rekening houdend met de toestand op de markt van de Gemeenschap en op de wereldmarkt voor suiker, en vooral met de in artikel 28 van genoemde verordening bedoelde prijs- en kostenelementen. Volgens dit artikel moet eveneens met het economische aspect van de voorgenomen uitvoertransactie rekening worden gehouden. |
|
(3) |
Voor ruwe suiker moet de restitutie vastgesteld worden voor de standaardkwaliteit die bepaald is in bijlage I, punt II, van Verordening (EG) nr. 1260/2001. Deze restitutie werd bovendien vastgesteld overeenkomstig artikel 28, lid 4, van deze verordening. Kandijsuiker werd omschreven in Verordening (EG) nr. 2135/95 van de Commissie van 7 september 1995 inzake uitvoeringsbepalingen voor de toekenning van uitvoerrestituties in de sector suiker (2). Het aldus berekende restitutiebedrag voor gearomatiseerde suiker en suiker waaraan kleurstoffen zijn toegevoegd, moet gelden voor de hoeveelheid sacharose in de betreffende suiker en bijgevolg worden vastgesteld per percent sacharosegehalte. |
|
(4) |
In bijzondere gevallen kan het bedrag van de restitutie worden vastgesteld bij besluiten van verschillende aard. |
|
(5) |
De restitutie moet elke twee weken worden vastgesteld. De restitutie kan tussentijds gewijzigd worden. |
|
(6) |
Krachtens artikel 27, lid 5, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 1260/2001 kan de restitutie voor de in artikel 1 van deze verordening genoemde producten naar bestemming variëren indien dat vanwege de situatie op de wereldmarkt of de specifieke vereisten van bepaalde markten noodzakelijk is. |
|
(7) |
De aanzienlijke en snelle toename van de preferentiële invoer van suiker uit de westelijke Balkanlanden sedert begin 2001 en de uitvoer van suiker uit de Gemeenschap naar die landen lijken grotendeels kunstmatig te zijn. |
|
(8) |
Ter voorkoming van misbruiken waarbij producten van de suikersector waarvoor een uitvoerrestitutie is toegekend, weer in de Gemeenschap worden ingevoerd, mag voor geen van de westelijke Balkanlanden een restitutie worden vastgesteld voor de in deze verordening bedoelde producten. |
|
(9) |
Op grond van bovenstaande overwegingen en van de huidige situatie van de suikermarkt, en met name van de noteringen of prijzen van suiker in de Gemeenschap en op de wereldmarkt, dienen de restituties op een passend niveau te worden vastgesteld. |
|
(10) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor suiker, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De restituties bij de uitvoer in onveranderde vorm van de in artikel 1, lid 1, onder a), van Verordening (EG) nr. 1260/2001 genoemde producten, welke niet gedenatureerd zijn, worden vastgesteld overeenkomstig de bedragen aangegeven in de bijlage.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 17 maart 2006.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 16 maart 2006.
Voor de Commissie
Mariann FISCHER BOEL
Lid van de Commissie
(1) PB L 178 van 30.6.2001, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 39/2004 van de Commissie (PB L 6 van 10.1.2004, blz. 16).
(2) PB L 214 van 8.9.1995, blz. 16.
BIJLAGE
RESTITUTIES BIJ UITVOER VAN WITTE SUIKER EN RUWE SUIKER IN ONVERANDERDE VORM VAN TOEPASSING VANAF 17 MAART 2006 (1)
|
Productcode |
Bestemming |
Meeteenheid |
Restitutiebedrag |
|||
|
1701 11 90 9100 |
S00 |
EUR/100 kg |
24,99 (2) |
|||
|
1701 11 90 9910 |
S00 |
EUR/100 kg |
24,84 (2) |
|||
|
1701 12 90 9100 |
S00 |
EUR/100 kg |
24,99 (2) |
|||
|
1701 12 90 9910 |
S00 |
EUR/100 kg |
24,84 (2) |
|||
|
1701 91 00 9000 |
S00 |
EUR/1 % sacharose × 100 kg nettogewicht product |
0,2717 |
|||
|
1701 99 10 9100 |
S00 |
EUR/100 kg |
27,17 |
|||
|
1701 99 10 9910 |
S00 |
EUR/100 kg |
27,00 |
|||
|
1701 99 10 9950 |
S00 |
EUR/100 kg |
27,00 |
|||
|
1701 99 90 9100 |
S00 |
EUR/1 % sacharose × 100 kg nettogewicht product |
0,2717 |
|||
|
NB: De codes van de producten en de codes van de bestemmingen serie „A” zijn vastgesteld in Verordening (EEG) nr. 3846/87 van de Commissie (PB L 366 van 24.12.1987, blz. 1), zoals gewijzigd. De numerieke codes voor de bestemmingen zijn vastgesteld in Verordening (EG) nr. 2081/2003 van de Commissie (PB L 313 van 28.11.2003, blz. 11). De andere bestemmingen worden als volgt vastgesteld:
|
||||||
(1) De in deze bijlage vastgestelde restituties zijn niet van toepassing met ingang van 1 februari 2005 overeenkomstig Besluit 2005/45/EG van de Raad van 22 december 2004 betreffende het sluiten en de voorlopige toepassing van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat tot wijziging van de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat van 22 juli 1972, wat de bepalingen betreffende verwerkte landbouwproducten betreft (PB L 23 van 26.1.2005, blz. 17).
(2) Dit bedrag geldt voor ruwe suiker met een rendement van 92 %. Indien het rendement van de geëxporteerde ruwe suiker afwijkt van 92 %, wordt het bedrag van de toe te passen restitutie berekend overeenkomstig het bepaalde in artikel 28, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1260/2001.
|
17.3.2006 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 80/42 |
VERORDENING (EG) Nr. 447/2006 VAN DE COMMISSIE
van 16 maart 2006
tot vaststelling van het maximumbedrag van de restitutie bij uitvoer naar bepaalde derde landen van witte suiker voor de 21e deelinschrijving in het kader van de inschrijving bedoeld in Verordening (EG) nr. 1138/2005
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1260/2001 van de Raad van 19 juni 2001 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (1), en met name op artikel 27, lid 5, tweede alinea,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Krachtens Verordening (EG) nr. 1138/2005 van de Commissie van 15 juli 2005 inzake een permanente inschrijving voor het verkoopseizoen 2005/2006 voor de vaststelling van heffingen en/of restituties bij uitvoer van witte suiker (2) worden deelinschrijvingen gehouden voor de uitvoer naar bepaalde derde landen van deze suiker. |
|
(2) |
Overeenkomstig de bepalingen van artikel 9, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1138/2005, naar gelang van het geval, wordt een maximumbedrag van de restitutie bij uitvoer vastgesteld voor de betrokken deelinschrijving, waarbij met name rekening wordt gehouden met de situatie en de te verwachten ontwikkeling van de suikermarkt in de Gemeenschap en daarbuiten. |
|
(3) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor suiker, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Voor de 21e deelinschrijving voor witte suiker, gehouden krachtens Verordening (EG) nr. 1138/2005, wordt het maximumbedrag van de restitutie bij uitvoer vastgesteld op 29,800 EUR/100 kg.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 17 maart 2006.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 16 maart 2006.
Voor de Commissie
Mariann FISCHER BOEL
Lid van de Commissie
(1) PB L 178 van 30.6.2001, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 39/2004 van de Commissie (PB L 6 van 10.1.2004, blz. 16).
(2) PB L 185 van 16.7.2005, blz. 3.
|
17.3.2006 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 80/43 |
VERORDENING (EG) Nr. 448/2006 VAN DE COMMISSIE
van 16 maart 2006
betreffende de offertes voor de invoer van maïs die zijn meegedeeld in het kader van de openbare inschrijving bedoeld in Verordening (EG) nr. 1809/2005
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1784/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (1), inzonderheid op artikel 12, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Er is een inschrijving voor de maximumverlaging van het recht bij invoer van maïs in Portugal van oorsprong uit derde landen opengesteld bij Verordening (EG) nr. 1809/2005 van de Commissie (2). |
|
(2) |
Overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1839/95 van de Commissie (3), kan de Commissie volgens de procedure van artikel 25 van Verordening (EG) nr. 1784/2003 op grond van de meegedeelde offertes besluiten niet tot toewijzing over te gaan. |
|
(3) |
Met name rekening houdend met de in de artikelen 6 en 7 van Verordening (EG) nr. 1839/95 genoemde criteria, is het niet wenselijk een maximumverlaging van het recht vast te stellen. |
|
(4) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor granen, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Er wordt geen gevolg gegeven aan de offertes die van 10 tot en met 16 maart 2006 zijn meegedeeld in het kader van de in Verordening (EG) nr. 1809/2005 bedoelde inschrijving voor de verlaging van het recht bij invoer van maïs.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 17 maart 2006.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 16 maart 2006.
Voor de Commissie
Mariann FISCHER BOEL
Lid van de Commissie
(1) PB L 270 van 21.10.2003, blz. 78. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1154/2005 van de Commissie (PB L 187 van 19.7.2005, blz. 11).
(2) PB L 291 van 5.11.2005, blz. 4.
(3) PB L 177 van 28.7.1995, blz. 4. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1558/2005 (PB L 249 van 24.9.2005, blz. 6).
|
17.3.2006 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 80/44 |
VERORDENING (EG) Nr. 449/2006 VAN DE COMMISSIE
van 16 maart 2006
betreffende de offertes voor de uitvoer van gerst die zijn meegedeeld in het kader van de openbare inschrijving bedoeld in Verordening (EG) nr. 1058/2005
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1784/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (1), en met name op artikel 13, lid 3, eerste alinea,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Bij Verordening (EG) nr. 1058/2005 van de Commissie (2) is een inschrijving voor de restitutie bij uitvoer van gerst naar bepaalde derde landen opengesteld. |
|
(2) |
Overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1501/95 van de Commissie van 29 juni 1995 tot vaststelling van enkele toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 1766/92 van de Raad voor wat de toekenning, in de graansector, van uitvoerrestituties en van bij verstoring van de graanmarkt te treffen maatregelen betreft (3) kan de Commissie op grond van de meegedeelde offertes besluiten niet tot toewijzing over te gaan. |
|
(3) |
Het is, met name rekening houdend met de in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 1501/95 genoemde criteria, niet wenselijk een maximumrestitutie vast te stellen. |
|
(4) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor granen, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Er wordt geen gevolg gegeven aan de offertes van 10 tot en met 16 maart 2006 zijn meegedeeld in het kader van de in Verordening (EG) nr. 1058/2005 bedoelde inschrijving voor de restitutie bij uitvoer van gerst.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 17 maart 2006.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 16 maart 2006.
Voor de Commissie
Mariann FISCHER BOEL
Lid van de Commissie
(1) PB L 270 van 21.10.2003, blz. 78. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1154/2005 van de Commissie (PB L 187 van 19.7.2005, blz. 11).
(2) PB L 174 van 7.7.2005, blz. 12.
(3) PB L 147 van 30.6.1995, blz. 7. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 777/2004 (PB L 123 van 27.4.2004, blz. 50).
|
17.3.2006 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 80/45 |
VERORDENING (EG) Nr. 450/2006 VAN DE COMMISSIE
van 16 maart 2006
betreffende de offertes voor de uitvoer van zachte tarwe die zijn meegedeeld in het kader van de openbare inschrijving bedoeld in Verordening (EG) nr. 1059/2005
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1784/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (1), en met name op artikel 13, lid 3, eerste alinea,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Bij Verordening (EG) nr. 1059/2005 van de Commissie (2) is een inschrijving voor de restitutie bij uitvoer van zachte tarwe naar bepaalde derde landen opengesteld. |
|
(2) |
Overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1501/95 van de Commissie van 29 juni 1995 tot vaststelling van enkele toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 1766/92 van de Raad voor wat de toekenning, in de graansector, van uitvoerrestituties en van bij verstoring van de graanmarkt te treffen maatregelen betreft (3) kan de Commissie op grond van de meegedeelde offertes besluiten niet tot toewijzing over te gaan. |
|
(3) |
Het is, met name rekening houdend met de in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 1501/95 genoemde criteria, niet wenselijk een maximumrestitutie vast te stellen. |
|
(4) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor granen, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Er wordt geen gevolg gegeven aan de offertes die van 10 tot en met 16 maart 2006 zijn meegedeeld in het kader van de in Verordening (EG) nr. 1059/2005 bedoelde inschrijving voor de restitutie bij uitvoer van zachte tarwe.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 17 maart 2006.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 16 maart 2006.
Voor de Commissie
Mariann FISCHER BOEL
Lid van de Commissie
(1) PB L 270 van 21.10.2003, blz. 78. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1154/2005 van de Commissie (PB L 187 van 19.7.2005, blz. 11)
(2) PB L 174 van 7.7.2005, blz. 15.
(3) PB L 147 van 30.6.1995, blz. 7. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 777/2004 (PB L 123 van 27.4.2004, blz. 50).
II Besluiten waarvan de publicatie niet voorwaarde is voor de toepassing
Commissie
|
17.3.2006 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 80/46 |
BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE
van 7 maart 2006
tot wijziging van de bijlagen I en II bij Beschikking 2002/308/EG tot vaststelling van de lijsten van erkende gebieden en erkende viskwekerijen ten aanzien van virale hemorragische septikemie (VHS), van infectieuze hematopoïetische necrose (IHN) of van beide visziekten
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2006) 683)
(Voor de EER relevante tekst)
(2006/214/EG)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Richtlijn 91/67/EEG van de Raad van 28 januari 1991 inzake veterinairrechtelijke voorschriften voor het in de handel brengen van aquicultuurdieren en aquicultuurproducten (1), en met name op de artikelen 5 en 6,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Bij Beschikking 2002/308/EG van de Commissie (2) zijn de lijsten van erkende gebieden en erkende bedrijven in niet-erkende gebieden ten aanzien van bepaalde visziekten vastgesteld. |
|
(2) |
Italië heeft voor bepaalde gebieden op zijn grondgebied de bewijsstukken overgelegd ter verkrijging van de status van erkend gebied ten aanzien van virale hemorragische septikemie (VHS) en infectieuze hematopoïetische necrose (IHN). In sommige van deze gebieden is de bemonstering overeenkomstig Beschikking 2001/183/EG van de Commissie van 22 februari 2001 tot vaststelling van de bemonsteringsschema's en de diagnostische methoden voor de opsporing en bevestiging van bepaalde visziekten en tot intrekking van Beschikking 92/532/EEG (3) vanwege de bijzonder productiecyclus van de bedrijven in deze gebieden niet mogelijk. |
|
(3) |
Bij de opstelling van Beschikking 2001/183/EG was een dergelijke productiewijze niet voorzien. Uit de verstrekte gegevens blijkt echter dat deze gebieden ten aanzien van de diergezondheid een vergelijkbaar beschermingsniveau waarborgen als de gebieden waarin bemonsteringen overeenkomstig Beschikking 2001/183/EG zijn uitgevoerd.Deze gebieden voldoen dus aan de eisen van artikel 5 van Richtlijn 91/67/EEG. Bijgevolg kan aan die gebieden de status van erkend gebied worden verleend en moeten zij worden toegevoegd aan de lijst van erkende gebieden. |
|
(4) |
Frankrijk heeft voor bepaalde gebieden op zijn grondgebied de bewijsstukken overgelegd ter verkrijging van de status van erkend gebied ten aanzien van virale hemorragische septikemie (VHS) en infectieuze hematopoïetische necrose (IHN). Uit de verstrekte gegevens blijkt dat die gebieden aan de eisen van artikel 5 van Richtlijn 91/67/EEG voldoen. Bijgevolg kan aan die gebieden de status van erkend gebied worden verleend en moeten zij worden toegevoegd aan de lijst van erkende gebieden. |
|
(5) |
Oostenrijk, Duitsland en Italië hebben voor bepaalde bedrijven op hun grondgebied de bewijsstukken overgelegd ter verkrijging van de status van erkend bedrijf in een niet-erkend gebied ten aanzien van VHS en IHN. Uit de verstrekte gegevens blijkt dat die bedrijven aan de eisen van artikel 6 van Richtlijn 91/67/EEG voldoen. Bijgevolg kan aan deze bedrijven de status van erkend bedrijf in een niet-erkend gebied worden verleend en moeten zij worden toegevoegd aan de lijst van erkende bedrijven. |
|
(6) |
Duitsland heeft gemeld dat er IHN is geconstateerd in twee bedrijven die tot dan toe als IHN-vrij werden beschouwd. Deze bedrijven zijn echter nog steeds VHS-vrij. Deze bedrijven mogen bijgevolg niet langer als IHN-vrij worden vermeld in Beschikking 2002/308/EG. |
|
(7) |
Beschikking 2002/308/EG moet dus dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
|
(8) |
De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid, |
HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:
Artikel 1
Beschikking 2002/308/EG wordt als volgt gewijzigd:
|
1) |
Bijlage I wordt vervangen door de tekst van bijlage I bij deze beschikking. |
|
2) |
Bijlage II wordt vervangen door de tekst van bijlage II bij deze beschikking. |
Artikel 2
Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 7 maart 2006.
Voor de Commissie
Markos KYPRIANOU
Lid van de Commissie
(1) PB L 46 van 19.2.1991, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 806/2003 (PB L 122 van 16.5.2003, blz. 1).
(2) PB L 106 van 23.4.2002, blz. 28. Beschikking laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 2005/813/EG (PB L 304 van 23.11.2005, blz. 19).
(3) PB L 67 van 9.3.2001, blz. 65.
BIJLAGE I
„BIJLAGE I
TEN AANZIEN VAN DE VISZIEKTEN VIRALE HEMORRAGISCHE SEPTIKEMIE (VHS) EN INFECTIEUZE HEMATOPOÏETISCHE NECROSE (IHN) ERKENDE GEBIEDEN
1.A. TEN AANZIEN VAN VHS ERKENDE GEBIEDEN (1) IN DENEMARKEN
|
— |
Hansted Å |
|
— |
Hovmølle Å |
|
— |
Grenå |
|
— |
Treå |
|
— |
Alling Å |
|
— |
Kastbjerg |
|
— |
Villestrup Å |
|
— |
Korup Å |
|
— |
Sæby Å |
|
— |
Elling Å |
|
— |
Uggerby Å |
|
— |
Lindenborg Å |
|
— |
Øster Å |
|
— |
Hasseris Å |
|
— |
Binderup Å |
|
— |
Vidkær Å |
|
— |
Dybvad Å |
|
— |
Bjørnsholm Å |
|
— |
Trend Å |
|
— |
Lerkenfeld Å |
|
— |
Vester Å |
|
— |
Lønnerup med tilløb |
|
— |
Slette Å |
|
— |
Bredkær Bæk |
|
— |
Waterlopen naar de Kilen |
|
— |
Resenkær Å |
|
— |
Klostermølle Å |
|
— |
Hvidbjerg Å |
|
— |
Knidals Å |
|
— |
Spang Å |
|
— |
Simested Å |
|
— |
Skals Å |
|
— |
Jordbro Å |
|
— |
Fåremølle Å |
|
— |
Flynder Å |
|
— |
Damhus Å |
|
— |
Karup Å |
|
— |
Gudenåen |
|
— |
Halkær Å |
|
— |
Storåen |
|
— |
Århus Å |
|
— |
Bygholm Å |
|
— |
Grejs Å |
|
— |
Ørum Å |
1.B. TEN AANZIEN VAN IHN ERKENDE GEBIEDEN IN DENEMARKEN
|
— |
Denemarken (2). |
2.A. TEN AANZIEN VAN VHS EN IHN ERKENDE GEBIEDEN IN DUITSLAND
2.A.1. BADEN WÜRTTEMBERG (3)
|
— |
Isenburger Tal van de bron tot de loospijp van het bedrijf Falkenstein; |
|
— |
De Eyach en zijn bijrivieren van de bron tot de eerste waterkering stroomafwaarts nabij Haigerloch; |
|
— |
De Lauchert en zijn bijrivieren van de bron tot de turbine nabij Sigmaringendorf; |
|
— |
De Grosse Lauter en zijn bijrivieren van de bron tot de dam aan de waterval bij Lauterach; |
|
— |
De Wolfegger Ach en zijn bijrivieren van de bron tot de dam aan de waterval bij Baienfurth; |
|
— |
Het stroomgebied van de Enz, bestaande uit de Grosse Enz, de Kleine Enz en de Eyach vanaf hun bron tot de dam in het centrum van Neuenbürg; |
|
— |
De Erms van de bron tot de dam 200 m stroomafwaarts van het bedrijf Strobel, Anlage Seeburg; |
|
— |
De Obere Nagold van de bron tot de dam nabij Neumühle. |
2.B. TEN AANZIEN VAN VHS ERKENDE GEBIEDEN IN DUITSLAND
2.B.1. BADEN-WÜRTTEMBERG
|
— |
De Andelsbach en zijn bijrivieren van de bron tot de turbine nabij Krauchenwies. |
3. TEN AANZIEN VAN VHS EN IHN ERKENDE GEBIEDEN IN SPANJE
3.1. REGIO: AUTONOME GEMEENSCHAP ASTURIAS
Continentale gebieden
|
— |
Alle stroomgebieden van Asturias. |
Kustgebieden
|
— |
De hele kust van Asturias. |
3.2. REGIO: AUTONOME GEMEENSCHAP GALICIA
Continentale gebieden
|
— |
De stroomgebieden van Galicia:
|
Kustgebieden
|
— |
Het kustgebied in Galicia van de monding van de Eo (Isla Pancha) tot Punta Picos (monding van de Miño). |
3.3. REGIO: AUTONOME GEMEENSCHAP ARAGÓN
Continentale gebieden
|
— |
Het stroomgebied van de Ebro van de bron tot de dam van Mequinenza in de autonome gemeenschap Aragón; |
|
— |
De Isuela van de bron tot de dam van Arguis; |
|
— |
De Flúmen van de bron tot de dam van Santa María de Belsue; |
|
— |
De Guatizalema van de bron tot de dam van Vadiello; |
|
— |
De Cinca van de bron tot de dam van Grado; |
|
— |
De Esera van de bron tot de dam van Barasona; |
|
— |
De Noguera Ribagorzana van de bron tot de dam van Santa Ana; |
|
— |
De Matarraña van de bron tot de dam van Aguas de Pena; |
|
— |
De Pena van de bron tot de dam van Pena; |
|
— |
De Guadalaviar-Turia van de bron tot de dam van de Generalísimo in de provincie Valencia; |
|
— |
De Mijares van de bron tot de dam van Arenós in de provincie Castellón. |
De overige waterlopen van de autonome gemeenschap Aragón worden als buffergebied aangemerkt.
3.4. REGIO: AUTONOME GEMEENSCHAP NAVARRA
Continentale gebieden
|
— |
Het stroomgebied van de Ebro van de bron tot de dam van Mequinenza in de autonome gemeenschap Aragón; |
|
— |
De Bidasoa van de bron tot de monding; |
|
— |
De Leizarán van de bron tot de dam van Leizarán (Muga). |
De overige waterlopen van de autonome gemeenschap Navarra worden als buffergebied aangemerkt.
3.5. REGIO: AUTONOME GEMEENSCHAP CASTILLA Y LEÓN
Continentale gebieden
|
— |
Het stroomgebied van de Ebro van de bron tot de dam van Mequinenza in de autonome gemeenschap Aragón; |
|
— |
De Duero van de bron tot de dam van Aldeávila; |
|
— |
De Sil; |
|
— |
De Tiétar van de bron tot de dam van Rosarito; |
|
— |
De Alberche van de bron tot de dam van Burguillo. |
De andere waterlopen in de autonome gemeenschap Castilla y León worden als buffergebied aangemerkt.
3.6. REGIO: AUTONOME GEMEENSCHAP CANTABRIA
Continentale gebieden
|
— |
Het stroomgebied van de Ebro van de bron tot de dam van Mequinenza in de autonome gemeenschap Aragón; |
|
— |
De stroomgebieden van de volgende rivieren van de bron tot de monding in zee:
|
De stroomgebieden van de Gandarillas, Escudo, Miera en Campiazo worden als buffergebied aangemerkt.
Kustgebieden
|
— |
De gehele kust van Cantabria van de monding van de Deva tot de inham van Ontón. |
3.7. REGIO: AUTONOME GEMEENSCHAP LA RIOJA
Continentale gebieden
Het stroomgebied van de Ebro van de bron tot de dam van Mequinenza in de autonome gemeenschap Aragón.
3.8. REGIO: AUTONOME GEMEENSCHAP CASTILLA-LA MANCHA
Continentale gebieden
|
— |
Het stroomgebied van de Tajo van de bron tot de dam van Estremera; |
|
— |
Het stroomgebied van de Tajuña van de bron tot de dam van La Tajera; |
|
— |
Het stroomgebied van de Júcar van de bron tot de dam van La Toba; |
|
— |
Het stroomgebied van de Cabriel van de bron tot de dam van Bujioso. |
4.A. TEN AANZIEN VAN VHS EN IHN ERKENDE GEBIEDEN IN FRANKRIJK
4.A.1. ADOUR-GARONNE
Stroomgebieden
|
— |
Het stroomgebied van de Charente; |
|
— |
Het stroomgebied van de Seudre; |
|
— |
De stroomgebieden van de kustrivieren van het Gironde-estuarium in het departement Charente-Maritime; |
|
— |
De stroomgebieden van de Nive en de Nivelles (departement Pyrénées-Atlantiques); |
|
— |
Het stroomgebied van de Forges (departement Landes); |
|
— |
Het stroomgebied van de Dronne van de bron tot de dam van Eglisottes bij Monfourat (departement Dordogne); |
|
— |
Het stroomgebied van de Beauronne van de bron tot de dam van Faye (departement Dordogne); |
|
— |
Het stroomgebied van de Valouse van de bron tot de dam van Étang des Roches-Noires (departement Dordogne); |
|
— |
Het stroomgebied van de Paillasse van de bron tot de dam van Grand Forge (departement Gironde); |
|
— |
Het stroomgebied van de Ciron van de bron tot de dam van Moulin-de-Castaing (departementen Gironde en Lot-et-Garonne); |
|
— |
Het stroomgebied van de Petite Leyre van de bron tot de dam van Pont-de-l’Espine in Argelouse (departement Landes); |
|
— |
Het stroomgebied van de Pave van de bron tot de dam van Pave (departement Landes); |
|
— |
Het stroomgebied van de Escource van de bron tot de dam van Moulin-de-Barbe (departement Landes); |
|
— |
Het stroomgebied van de Geloux van de bron tot de dam D38 in Saint-Martin-d’Oney (departement Landes); |
|
— |
Het stroomgebied van de Estrigon van de bron tot de dam van Campet-et-Lamolère (departement Landes); |
|
— |
Het stroomgebied van de Estampon van de bron tot de dam van de Ancienne Minoterie in Roquefort (departement Landes); |
|
— |
Het stroomgebied van de Gélise van de bron tot de dam stroomafwaarts van de samenloop van de Gélise en de Osse (departementen Landes en Lot-et-Garonne); |
|
— |
Het stroomgebied van de Magescq van de bron tot de monding (departement Landes); |
|
— |
Het stroomgebied van de Luys van de bron tot de dam van Moulin d’Oro (departement Pyrénées-Atlantiques); |
|
— |
Het stroomgebied van de Neez van de bron tot de dam van Jurançon (departement Pyrénées-Atlantiques); |
|
— |
Het stroomgebied van de Beez van de bron tot de dam van Nay (departement Pyrénées-Atlantiques); |
|
— |
Het stroomgebied van de Gave-de-Cauterets van de bron tot de Calypso-dam van de centrale van Soulom (departement Hautes-Pyrénées). |
Kustgebieden
|
— |
De gehele Atlantische kust van de noordelijke grens van het departement Vendée tot de zuidelijke grens van het departement Charente-Maritime. |
4.A.2. LOIRE-BRETAGNE
Continentale gebieden
|
— |
Alle stroomgebieden van Bretagne, behalve die van de volgende rivieren:
|
|
— |
Het stroomgebied van de Sèvre Niortaise; |
|
— |
Het stroomgebied van de Lay; |
|
— |
De volgende delen van het stroomgebied van de Vienne:
|
Kustgebieden
|
— |
De gehele Bretonse kust, behalve de volgende delen:
|
4.A.3. SEINE-NORMANDIE
Continentale gebieden
|
— |
Het stroomgebied van de Sélune. |
4.A.4. AQUITAINE
Stroomgebieden
|
— |
Het stroomgebied van de Vignac van de bron tot de dam van La Forge; |
|
— |
Het stroomgebied van de Gouaneyre van de bron tot de dam van Maillières; |
|
— |
Het stroomgebied van de Susselgue van de bron tot de dam van Susselgue; |
|
— |
Het stroomgebied van de Luzou van de bron tot de dam bij de viskwekerij van Laluque; |
|
— |
Het stroomgebied van de Gouadas van de bron tot de dam bij de Étang de la Glacière in Saint Vincent de Paul; |
|
— |
Het stroomgebied van de Bayse van de bron tot de dam van de Moulin de Lartia et de Manobre; |
|
— |
Het stroomgebied van de Rancez van de bron tot de dam in Rancez; |
|
— |
Het stroomgebied van de Eyre van de bron tot het estuarium van Arcachon; |
|
— |
Het stroomgebied van de Onesse van de bron tot het estuarium van de Courant de Contis. |
4.A.5. MIDI-PYRÉNÉES
Stroomgebieden
|
— |
Het stroomgebied van de Cernon van de bron tot de dam in Saint-George-de-Luzençon; |
|
— |
Het stroomgebied van de Dourdou van de bronnen van de Dourdou en de Grauzon tot de dam in Vabres-l’Abbaye. |
4.A.6. AIN
|
— |
Het continentale gebied van de vijvers van de Dombes. |
4.A.7. ARTOIS-PICARDIE
|
— |
Het continentale gebied van de Selle van zijn bron in de Poix tot waar deze samenvloeit met de Evoissons. |
4.A.8. AUVERGNE
|
— |
Het continentale gebied van de Couze Pavin van de bron tot de dam bij Besse-en-Chandesse. |
4.B. TEN AANZIEN VAN VHS ERKENDE GEBIEDEN IN FRANKRIJK
4.B.1. LOIRE-BRETAGNE
Continentale gebieden
|
— |
Het deel van het stroomgebied van de Loire bestaande uit het stroomgebied van de bovenloop van de Huisne van de bron van de waterlopen tot de dam van Ferté-Bernard. |
4.C. TEN AANZIEN VAN IHN ERKENDE GEBIEDEN IN FRANKRIJK
4.C.1. LOIRE-BRETAGNE
Continentale gebieden
|
— |
De volgende delen van het stroomgebied van de Vienne:
|
5.A. TEN AANZIEN VAN VHS ERKENDE GEBIEDEN IN IERLAND
|
— |
Ierland (2) met uitzondering van Cape Clear Island. |
5.B. TEN AANZIEN VAN IHN ERKENDE GEBIEDEN IN IERLAND
|
— |
Ierland (2). |
6.A. TEN AANZIEN VAN VHS EN IHN ERKENDE GEBIEDEN IN ITALIË
6.A.1. REGIO TRENTINO-ALTO ADIGE, AUTONOME PROVINCIE TRENTO
Continentale gebieden
|
— |
Gebied Val di Fiemme, Fassa e Cembra: het stroomgebied van de Avisio van de bron tot de dam van Serra San Geiorgio in de gemeente Giovo; |
|
— |
Gebied Val delle Sorne: het stroomgebied van de Sorna van de bron tot de dam die wordt gevormd door de waterkrachtcentrale in Chizzola (Ala), vóór de plaats waar de Sorna uitmondt in de Adige; |
|
— |
Gebied Torrente Adanà: het stroomgebied van de Adanà van de bron tot de dammen stroomafwaarts van het bedrijf Armani Cornelio-Lardaro; |
|
— |
Gebied Rio Manes: het stroomgebied van de Rio Manes tot aan de dam 200 meter stroomafwaarts van het bedrijf Troticoltura Giovanelli in La Zinquantina; |
|
— |
Gebied Val di Ledro: het stroomgebied van de Massangla en de Ponale van de bronnen tot de dam die wordt gevormd door de waterkrachtcentrale in de gemeente Molina di Ledro; |
|
— |
Gebied Valsugana: het stroomgebied van de Brenta van de bron tot de dam Marzotto te Mantincelli in de gemeente Grigno; |
|
— |
Gebied Val del Fersina: het stroomgebied van de Fersina van de bron tot de dam van Ponte Alto. |
6.A.2. REGIO LOMBARDIA, PROVINCIE BRESCIA
Continentale gebieden
|
— |
Gebied Ogliolo: het stroomgebied van de bron van de Ogliolo tot de dam stroomafwaarts van de viskwekerij Adamello, waar de Ogliolo samenvloeit met de Oglio; |
|
— |
Gebied Fiume Caffaro: het stroomgebied van de Caffaro tot de dam 1 km stroomafwaarts van het bedrijf; |
|
— |
Gebied Val Brembana: het stroomgebied van de Brembo van de bron tot de dam in de gemeente Ponte San Pietro. |
6.A.3. REGIO UMBRIA
Continentale gebieden
|
— |
Fosso di Terrìa: het stroomgebied van de Terrìa van de bron tot de dam stroomafwaarts van de viskwekerij Ditta Mountain Fish, waar de Terrìa samenvloeit met de Nera. |
6.A.4. REGIO VENETO
Continentale gebieden
|
— |
Gebied Belluno: het stroomgebied in de provincie Belluno van de bron van de Ardo tot de stroomafwaarts (vóór de plaats waar de Ardo samenvloeit met de Piave) gelegen dam van het bedrijf Centro Sperimentale di Acquacoltura in Valli di Bolzano Bellunese (Belluno); |
|
— |
Bacino del torrente Lucido: het stroomgebied van de Tergorzo van de bron tot de dam bij de brug over de Tergozo in het dorp Faveri. |
6.A.5. REGIO TOSCANA
Continentale gebieden
|
— |
Gebied Valle del fiume Serchio: het stroomgebied van de Serchio van de bron tot de dam van Piaggione; |
|
— |
Bacino del torrente Lucido: het stroomgebied van de Lucido van de bron tot de dam in Ponte del Bertoli; |
|
— |
Bacino del torrente Osca: het stroomgebied van de Osca van de bron tot de dam stroomafwaarts van het bedrijf Il Giardino; |
|
— |
Bacino del fiume Staggia: het stroomgebied van de Staggia van de bron tot de dam van Calcinaia. |
6.A.6. REGIO PIEMONTE
Continentale gebieden
|
— |
Sorgenti della Gerbola: het deel van het stroomgebied van de Grana van de bronnen van Cavo C en Canale del Molino della Gerbala tot de dam stroomafwaarts van het bedrijf Azienda Agricola Canali Cavour S.S.; |
|
— |
Bacino del Besante: het stroomgebied van de Besante van de bron tot de dam 500 m stroomafwaarts van het bedrijf Pastorino Giovanni; |
|
— |
Valle di Duggia: de Duggia van de bron tot de dam 100 m stroomopwaarts van de brug op de weg tussen Varallo en Locarno; |
|
— |
Gebied Rio Vardigoia: de Vardigoia van de bron tot de samenvloeiing met de Duggia stroomopwaarts van de dam van het erkende gebied Valle di Duggia; |
|
— |
Gebied Sorgente dei Paschi: het stroomgebied van de Pesio van de bron tot de dam stroomafwaarts van het bedrijf Azienda dei Paschi; |
|
— |
Gebied Stura Valgrande: het stroomgebied van de Stura Valgrande van de bron tot de dam stroomafwaarts van de viskwekerij Troticoltura delle Sorgenti; |
|
— |
Valle Elvo: het stroomgebied van de Elvo van de bron tot de dam Tintoria Europa in de gemeente Occhieppo Inferiore; |
|
— |
Valle Strona: het stroomgebied van de Strona van de bron in de gemeente Camadona tot de dam nabij Vallemosso in de plaats Rovella; |
|
— |
Valle Cervo: het stroomgebied van de Cervo van de bron in de gemeente Sagliano Micca tot de dam nabij de brug van de provinciale weg SS n. 142 in de gemeente Biella; |
|
— |
Gebied Lanca del Boschetto: het deel van de Toce van de bron op het grondgebied van het bedrijf Mittage Feerico tot de dam stroomafwaarts van het bedrijf Moretti Renzo. |
6.A.7. REGIO EMILIA-ROMAGNA
Continentale gebieden
|
— |
Bacino Fontanacce-Valdarno: het stroomgebied van de Fontanacce en de Valdarno van de bronnen tot de dam 100 m stroomafwaarts van de viskwekerij S.V.A. s.r.l. |
6.A.8. REGIO LIGURIA
Continentale gebieden
|
— |
het stroomgebied van de Penna van de bron tot de dam waar de Penna en de Borzone samenvloeien. |
6.B. TEN AANZIEN VAN VHS ERKENDE GEBIEDEN IN ITALIË
6.B.1. REGIO TRENTINO-ALTO ADIGE, AUTONOME PROVINCIE TRENTO
Continentale gebieden
|
— |
Gebied Valle dei Laghi: het stroomgebied van de meren van San Massenza, Toblino en Cavedine tot de stroomafwaarts gelegen dam in het zuidelijke gedeelte van het meer van Cavedine dat naar de waterkrachtcentrale in de gemeente Torbole leidt. |
6.C. TEN AANZIEN VAN IHN ERKENDE GEBIEDEN IN ITALIË
6.C.1. REGIO UMBRIA, PROVINCIE PERUGIA
|
— |
Gebied Lago Trasimeno: het Trasimenomeer. |
6.C.2. REGIO TRENTINO-ALTO ADIGE, AUTONOME PROVINCIE TRENTO
|
— |
Gebied Val Rendena: het stroomgebied van de Sarca van de bron tot de dam van Oltresarca in de gemeente Villa Rendena. |
7.A. TEN AANZIEN VAN VHS ERKENDE GEBIEDEN IN ZWEDEN
|
— |
Zweden (2):
|
7.B. TEN AANZIEN VAN IHN ERKENDE GEBIEDEN IN ZWEDEN
|
— |
Zweden (2). |
8. TEN AANZIEN VAN VHS EN IHN ERKENDE GEBIEDEN IN HET VERENIGD KONINKRIJK, DE KANAALEILANDEN EN HET EILAND MAN
|
— |
Groot-Brittannië (2); |
|
— |
Noord-Ierland (2); |
|
— |
Guernsey (2); |
|
— |
Het eiland Man (2). |
9.A. TEN AANZIEN VAN VHS ERKENDE GEBIEDEN IN FINLAND
|
— |
Finland (4). |
9.B. TEN AANZIEN VAN VHS ERKENDE GEBIEDEN IN FINLAND
|
— |
Finland (2). |
(1) De stroomgebieden en de daartoe behorende kustgebieden.
(2) Dit omvat alle continentale gebieden en kustgebieden van het grondgebied.
(3) Delen van stroomgebieden.
(4) Alle continentale gebieden van het grondgebied.”
BIJLAGE II
„BIJLAGE II
TEN AANZIEN VAN DE VISZIEKTEN VIRALE HEMORRAGISCHE SEPTIKEMIE (VHS) EN INFECTIEUZE HEMATOPOÏETISCHE NECROSE (IHN) ERKENDE VISKWEKERIJEN
1. TEN AANZIEN VAN VHS EN IHN ERKENDE VISKWEKERIJEN IN BELGIË
|
1. |
La Fontaine aux truites |
B-6769 Gérouville |
2. TEN AANZIEN VAN VHS EN IHN ERKENDE VISKWEKERIJEN IN DENEMARKEN
|
1. |
Vork Dambrug |
DK-6040 Egtved |
|
2. |
Egebæk Dambrug |
DK-6880 Tarm |
|
3. |
Bækkelund Dambrug |
DK-6950 Ringkøbing |
|
4. |
Borups Geddeopdræt |
DK-6950 Ringkøbing |
|
5. |
Bornholms Lakseklækkeri |
DK-3730 Nexø |
|
6. |
Langes Dambrug |
DK-6940 Lem St. |
|
7. |
Brænderigaardens Dambrug |
DK-6971 Spjald |
|
8. |
Siglund Fiskeopdræt |
DK-4780 Stege |
|
9. |
Ravning Fiskeri |
DK-7182 Bredsten |
|
10. |
Ravnkaer Dambrug |
DK-7182 Bredsten |
|
11. |
Hulsig Dambrug |
DK-7183 Randbøl |
|
12. |
Ligård Fiskeri |
DK-7183 Randbøl |
|
13. |
Grønbjerglund Dambrug |
DK-7183 Randbøl |
|
14. |
Danish Aquaculture |
DK-6040 Egtved |
3.A. TEN AANZIEN VAN VHS EN IHN ERKENDE VISKWEKERIJEN IN DUITSLAND
3.A.1. NIEDERSACHSEN
|
1. |
Jochen Moeller |
|
|||
|
2. |
Versuchsgut Relliehausen der Universität Göttingen |
(enkel broederij) D-37586 Dassel |
|||
|
3. |
Dr. R. Rosengarten |
|
|||
|
4. |
Klaus Kröger |
|
|||
|
5. |
Ingeborg Riggert-Schlumbohm |
|
|||
|
6. |
Volker Buchtmann |
|
|||
|
7. |
Sven Kramer |
|
|||
|
8. |
Hans-Peter Klusak |
|
|||
|
9. |
F. Feuerhake |
|
|||
|
10. |
Horst Pöpke |
|
3.A.2. THÜRINGEN
|
1. |
Firma Tautenhahn |
D-98646 Trostadt |
||
|
2. |
Fischzucht Salza GmbH |
D-99734 Nordhausen-Salza |
||
|
3. |
Fischzucht Kindelbrück GmbH |
D-99638 Kindelbrück |
||
|
4. |
Reinhardt Strecker |
|
3.A.3. BADEN-WÜRTTEMBERG
|
1. |
Walter Dietmayer |
|
||||||
|
2. |
Heiner Feldmann |
|
||||||
|
3. |
Oliver Fricke |
|
||||||
|
4. |
Peter Schmaus |
|
||||||
|
5. |
Josef Schnetz |
|
||||||
|
6. |
Falko Steinhart |
|
||||||
|
7. |
Hugo Strobel |
|
||||||
|
8. |
Reinhard Lenz |
|
||||||
|
9. |
Stephan Hofer |
|
||||||
|
10. |
Stephan Hofer |
|
||||||
|
11. |
Stephan Hofer |
|
||||||
|
12. |
Stephan Hofer |
|
||||||
|
13. |
Stephan Schuppert |
|
||||||
|
14. |
Anton Jung |
|
||||||
|
15. |
Peter Störk |
|
||||||
|
16. |
Erwin Steinhart |
|
||||||
|
17. |
Joachim Schindler |
|
||||||
|
18. |
Georg Sohnius |
|
||||||
|
19. |
Claus Lehr |
|
||||||
|
20. |
Hugo Hager |
|
||||||
|
21. |
Hugo Hager |
|
||||||
|
22. |
Gumpper und Stoll GmbH |
|
||||||
|
23. |
Hans Schmutz |
|
||||||
|
24. |
Wilhelm Drafehn |
|
||||||
|
25. |
Wilhelm Drafehn |
|
||||||
|
26. |
Franz Schwarz |
|
||||||
|
27. |
Meinrad Nuber |
|
||||||
|
28. |
Walter Dietmayer |
|
||||||
|
29. |
Fischbrutanstalt des Landes Baden-Württemberg |
|
||||||
|
30. |
Kreissportfischereiverein Biberach |
|
||||||
|
31. |
Hans Schmutz |
|
||||||
|
32. |
Reinhard Rösch |
|
||||||
|
33. |
Rainer Tress |
|
||||||
|
34. |
Andreas Tröndle |
|
||||||
|
35. |
Andreas Tröndle |
|
||||||
|
36. |
Stephan Hofer |
|
||||||
|
37. |
Heiner Feldmann |
|
||||||
|
38. |
Andreas Zordel |
|
||||||
|
39. |
Thomas Fischböck |
|
||||||
|
40. |
Reinhold Bihler |
|
||||||
|
41. |
Josef Dürr |
|
||||||
|
42. |
Andreas Zordel |
|
||||||
|
43. |
Fischzucht Anton Jung |
|
||||||
|
44. |
Staatliches Forstamt Ravensburg |
|
||||||
|
45. |
Simon Phillipson |
|
||||||
|
46. |
Hans Klaiber |
|
||||||
|
47. |
Josef Hönig |
|
||||||
|
48. |
Werner Baur |
|
||||||
|
49. |
Gerhard Weihmann |
|
||||||
|
50. |
Hubert Belser GBR |
|
||||||
|
51. |
Staatliche Forstämter Ravensburg und Wangen |
|
||||||
|
52. |
Anton Jung |
|
||||||
|
53. |
Hildegart Litke |
|
||||||
|
54. |
Werner Wägele |
|
||||||
|
55. |
Ernst Graf |
|
||||||
|
56. |
Fischbrutanstalt des Landes Baden-Württemberg |
|
||||||
|
57. |
Forellenzucht Kunzmann |
|
||||||
|
58. |
Meinrad Nuber |
|
||||||
|
59. |
Bezirksfischereiverein Nagoldtal e.V. |
|
||||||
|
60. |
Bernd und Volker Fähnrich |
|
||||||
|
61. |
Klaiber „An der Tierwiese” |
|
||||||
|
62. |
Parey, Bittigkoffer — Unterreichenbach |
|
||||||
|
63. |
Farm Sauter Anlage Pflegelberg |
|
||||||
|
64. |
Krattenmacher Anlage Osterhofen |
|
||||||
|
65. |
|
|
||||||
|
66. |
Gumpper und Stoll Anlage Unterhausen |
|
||||||
|
67. |
Durach Anlage Altann |
|
||||||
|
68. |
Städler Anlage Raunsmühle |
|
||||||
|
69. |
König Anlage Erisdorf |
|
||||||
|
70. |
Forellenzucht Drafehn Anlage Wittelbach |
|
||||||
|
71. |
Wirth Anlage Dengelshofen |
|
||||||
|
72. |
Krämer, Bad Teinach |
|
||||||
|
73. |
Muffler Anlage Eigeltingen |
|
||||||
|
74. |
Karpfenteichwirtschaft Mönchsroth |
|
||||||
|
75. |
Krattenmacher Anlage Dietmans |
|
||||||
|
76. |
Bruthaus Fischzucht Anselm-Schneider |
|
||||||
|
77. |
Matthias Grassmann |
|
3.A.4. NORDRHEIN-WESTFALEN
|
1. |
Wolfgang Lindhorst-Emme |
|
|||
|
2. |
Wolfgang Lindhorst-Emme |
|
|||
|
3. |
Hugo Rameil und Söhne |
|
|||
|
4. |
Peter Horres |
|
|||
|
5. |
Wolfgang Middendorf |
|
|||
|
6. |
Michael und Guido Kamp |
|
|||
|
7. |
Thomas Rameil |
|
|||
|
8. |
Ignaz Brands |
|
3.A.5. BAYERN
|
1. |
Gerstner Peter |
|
|||||
|
2. |
Werner Ruf |
|
|||||
|
3. |
Rogg |
|
|||||
|
4. |
|
|
|||||
|
5. |
|
|
|||||
|
6. |
|
|
|||||
|
7. |
|
|
|||||
|
8. |
|
|
|||||
|
9. |
|
|
|||||
|
10. |
|
|
3.A.6. SACHSEN
|
1. |
Anglerverband Südsachsen „Mulde/Elster” e.V. |
|
|||
|
2. |
H. und G. Ermisch GbR |
|
|||
|
3. |
Teichwirtschaft Weissig |
|
|||
|
4. |
Teichwirtschaft Zeisholz |
|
3.A.7. HESSEN
|
1. |
Hermann Rameil |
|
3.A.8. SCHLESWIG-HOLSTEIN
|
1. |
Hubert Mertin |
|
3.B. TEN AANZIEN VAN IHN ERKENDE VISKWEKERIJEN IN DUITSLAND
3.B.1. THÜRINGEN
|
1. |
Thüringer Forstamt Leinefelde |
|
3.C. TEN AANZIEN VAN VHS ERKENDE VISKWEKERIJEN IN DUITSLAND
3.C.1. BADEN-WÜRTTEMBERG
|
1. |
Heiner Feldmann |
|
||
|
2. |
Heiner Feldmann |
|
4. TEN AANZIEN VAN VHS EN IHN ERKENDE VISKWEKERIJEN IN SPANJE
4.1. REGIO: AUTONOME GEMEENSCHAP ARAGÓN
|
1. |
Truchas del Prado |
gelegen in Alcalá de Ebro, provincie Zaragoza (Aragón) |
4.2. REGIO: AUTONOME GEMEENSCHAP ANDALUCÍA
|
1. |
Piscifactoria de Riodulce |
|
|||
|
2. |
Piscifactoria Manzanil |
|
4.3. REGIO: AUTONOME GEMEENSCHAP CASTILLA-LA MANCHA
|
1. |
Piscifactoria Rincón de Uña |
|
5.A. TEN AANZIEN VAN VHS EN IHN ERKENDE VISKWEKERIJEN IN FRANKRIJK
5.A.1. ADOUR-GARONNE
|
1. |
Pisciculture de Sarrance |
F-64490 Sarrance (Pyrénées-Atlantiques) |
|
2. |
Pisciculture des Sources |
F-12540 Cornus (Aveyron) |
|
3. |
Pisciculture de Pissos |
F-40410 Pissos (Landes) |
|
4. |
Pisciculture de Tambareau |
F-40000 Mont-de-Marsan (Landes) |
|
5. |
Pisciculture „Les Fontaines d’Escot” |
F-64490 Escot (Pyrénées-Atlantiques) |
|
6. |
Pisciculture de la Forge |
F-47700 Casteljaloux (Lot-et-Garonne) |
5.A.2. ARTOIS-PICARDIE
|
1. |
Pisciculture du Moulin du Roy |
F-62156 Rémy (Pas-de-Calais) |
|||
|
2. |
Pisciculture du Bléquin |
F-62380 Seninghem (Pas-de-Calais) |
|||
|
3. |
|
F-80580 Bray-Lès-Mareuil |
|||
|
4. |
Pisciculture Bonnelle, à Ponthoile |
Bonnelle 80133 Ponthoile
|
|||
|
5. |
Pisciculture Bretel, à Gézaincourt |
Bretel 80600 Gézaincourt-Doullens
|
|||
|
6. |
Pisciculture de Moulin Est |
|
5.A.3. AQUITAINE
|
1. |
SARL Salmoniculture de la Ponte — Station d’Alevinage du Ruisseau Blanc |
|
||||||
|
2. |
L’EPST-INRA Pisciculture, à Lées-Athas |
|
||||||
|
3. |
reg 64040154 |
|
5.A.4. DRÔME
|
1. |
Pisciculture „Sources de la Fabrique” |
|
|||||
|
2. |
|
|
5.A.5. HAUTE-NORMANDIE
|
1. |
Pisciculture des Godeliers |
F-27210 Le Torpt |
||||
|
2. |
|
|
5.A.6. LOIRE-BRETAGNE
|
1. |
SCEA „Truites du lac de Cartravers” |
|
||||||
|
2. |
Pisciculture du Thélohier |
F-35190 Cardroc (Ille-et-Vilaine) |
||||||
|
3. |
Pisciculture de Plainville |
F-28400 Marolles-les-Buis (Eure-et-Loir) |
||||||
|
4. |
Pisciculture Rémon à Parné-sur-Roc |
|
||||||
|
5. |
|
|
5.A.7. RHIN-MEUSE
|
1. |
Pisciculture du ruisseau de Dompierre |
F-55300 Lacroix-sur-Meuse (Meuse) |
|
2. |
Pisciculture de la source de la Deüe |
F-55500 Cousances-aux-Bois (Meuse) |
5.A.8. RHÔNE-MEDITERRANÉE-CORSE
|
1. |
Pisciculture Charles Murgat |
|
5.A.9. SEINE-NORMANDIE
|
1. |
Pisciculture du Vaucheron |
F-55130 Gondrecourt-le-Château (Meuse) |
5.A.10. LANGUEDOC-ROUSSILLON
|
1. |
|
|
5.A.11. MIDI-PYRENÉES
|
1. |
Pisciculture de la source du Durzon |
|
5.A.12. ALPES-MARITIMES
|
1. |
|
|
5.A.13. HAUTES ALPES
|
1. |
Pisciculture fédérale de La-Roche-de-Rame |
|
5.A.14. RHONE-ALPES
|
1. |
Pisciculture Petit Ronjon |
|
|||
|
2. |
Gaec Piscicole de Teppe |
|
5.A.15. LOZÈRE
|
1. |
|
Lycée d’enseignement général et technologique agricole — ministère de l’agriculture, de la pêche et de l’alimentation |
5.A.16. ARDÈCHE
|
1. |
|
|
5.B. TEN AANZIEN VAN VHS ERKENDE VISKWEKERIJEN IN FRANKRIJK
5.B.1. ARTOIS-PICARDIE
|
1. |
Pisciculture de Sangheen |
F-62102 Calais (Pas-de-Calais) |
6.A. TEN AANZIEN VAN VHS EN IHN ERKENDE VISKWEKERIJEN IN ITALIË
6.A.1. REGIO: FRIULI-VENEZIA GIULIA
|
1. |
Azienda ittica agricola Collavini Mario N. I096UD005 |
|
|||
|
2. |
Impianto ittiogenico di Flambro de Talmassons |
|
|||
|
3. |
Impianto ittiogenico di Forni di Sotto |
|
|||
|
4. |
Impianto di Grauzaria di Moggio Udinese |
|
|||
|
5. |
Impianto ittiogenico di Amaro |
|
|||
|
6. |
Impianto ittiogenico di Somplago — Mena di Cavazzo Carnico |
|
|||
|
7. |
S.A.I.S. srl Loc Blasis Codropio (UD) Cod. I027UD001 |
|
|||
|
8. |
S.A.I.S. srl Poffabro-Frisanco (PN) |
|
|||
|
9. |
Avanotteria Valbruna loc. Valbruna I022PN002 |
|
6.A.2. AUTONOME PROVINCIE TRENTO
|
1. |
Ass. Pescatori Solandri (Loc. Fucine) |
Cavizzana |
|||
|
2. |
Troticoltura di Grossi Roberto N. 121TN010 |
|
|||
|
3. |
Campestrin Giovanni |
Telve Valsugana (Fontane) |
|||
|
4. |
Ittica Resenzola Serafini |
Grigno |
|||
|
5. |
Ittica Resenzola Selva |
Grigno |
|||
|
6. |
Leonardi F.lli |
Levico Terme (S. Giuliana) |
|||
|
7. |
Dellai Giuseppe-Trot. Valsugana |
Grigno (Fontana Secca, Maso Puele) |
|||
|
8. |
Cappello Paolo |
|
|||
|
9. |
Celva Remo |
Pomarolo |
|||
|
10. |
Margonar Domenico |
Ala (Pilcante) |
|||
|
11. |
Degiuli Pasquale |
Mattarello (Regole) |
|||
|
12. |
Tamanini Livio |
Vigolo Vattaro |
|||
|
13. |
Troticultura Istituto Agrario di S. Michele a/A. |
S. Michele all’Adige |
|||
|
14. |
Ass. Pescatori Basso Sarca |
Ragoli (Pez) |
|||
|
15. |
Stab. Giudicariese La Mola |
Tione (Delizia d’Ombra) |
|||
|
16. |
Azienda Agricola La Sorgente s.s. |
Tione (Saone) |
|||
|
17. |
Fonti del Dal s.s. |
Lomaso (Dasindo) |
|||
|
18. |
Comfish srl (ex. Paletti) |
Preore (Molina) |
|||
|
19. |
Ass. Pescatori Basso Sarca |
Tenno (Pranzo) |
|||
|
20. |
Troticultura La Fiana |
Di Valenti Claudio (Bondo) |
6.A.3. REGIO: UMBRIA
|
1. |
Impianto Ittogenico provinciale |
Loc. Ponte di Cerreto di Spoleto (PG) — Impianto pubblico (provincia di Perugia) |
6.A.4. REGIO: VENETO
|
1. |
Centro Ittico Valdastico |
Valdastico (Veneto, provincia di Vicenza) |
|||||||
|
2. |
Azienda Agricola Lietta srl N. 052TV074 |
|
|||||||
|
3. |
Azienda Agricola Troticoltura Grosselle Massimo N. 091VI831 |
|
|||||||
|
4. |
Biasia Luigi N. 013VI831 |
|
|||||||
|
5. |
|
|
|||||||
|
6. |
Piscicoltura Menozzi di Franco e Davide Menozzi s.s. |
|
|||||||
|
7. |
Stanzial Eneide Loc Casotto |
|
|||||||
|
8. |
Vincheto di Celarda 021 BL 282 |
|
|||||||
|
9. |
Azienda Agricola Troticoltura Rio Molini |
|
6.A.5. REGIO: VALLE D’AOSTA
|
1. |
Stabilimento ittiogenico regionale |
Rue Mont Blanc 14, Morgex (AO) |
6.A.6. REGIO: LOMBARDIA
|
1. |
Azienda Troticoltura Foglio A. s.s. |
|
|||
|
2. |
Azienda Agricola Pisani Dossi Cascina Oldani, Cisliano (MI) |
|
|||
|
3. |
Centro ittiogenico Unione Pesca Sportiva della Provincia di Sondrio |
|
|||
|
4. |
Ittica Acquasarga Allevamento Piscicoltura Valsassinese IT070LC087 |
|
|||
|
5. |
Incubatoio Ittico U.P.S.L.I 010BS070/l |
|
|||
|
6. |
Azienda agricola allevamento e commercio pesci 113PV03 |
|
6.A.7. REGIO: TOSCANA
|
1. |
Allevamento trote di Petrolini Marcello |
|
|||
|
2. |
Azienda agricola Fratelli Mascalchi Loc. Carda, Castel Focognano (AR) Cod. IT008AR003 |
|
6.A.8. REGIO: LIGURIA
|
1. |
Incubatoio Ittico provinciale — Masone. Loc. Rio Freddo |
|
6.A.9. REGIO: PIEMONTE
|
1. |
Incubatoio Ittico della valle di Peleussieres Oulx (TO) Cod. 175 TO 802 |
|
|||||||
|
2. |
Azienda agricola Canali Cavour di Lucio Fariano |
|
|||||||
|
3. |
Troticoltura Marco Borroni Loc. Gerb Veldieri (CN) Cod. 233 CN 800 |
|
|||||||
|
4. |
Incubatoio ittico di valle — Loc. Cascina Prelle — Traversella (TO) 278 TO 802 |
|
|||||||
|
5. |
Cod. 130 CN 801 |
|
|||||||
|
6. |
Azienda Agricola Ossolana Acque I-051-VB-801 |
|
|||||||
|
7. |
A.A. San Biagio s.s. di Revelli Delia via S. Stefano IT144CN802 |
|
6.A.10. REGIO: ABRUZZO
|
1. |
Impianti ittiogenici di Popoli (PE) — Loc. S. Callisto |
|
6.A.11. REGIO: EMILIA-ROMAGNA
|
1. |
Troticoltura Alta Val Secchia srl (RE) Cod. 019RE050 |
|
6.A.12. REGIO: BASILICATA
|
1. |
Assunta Brancati Cod. IT089PZ185/I |
|
6.A.13. REGIO: CAMPANIA
|
1. |
Ittica Fasanella Sant’Angelo a Fasanella Loc. Fiume (SA) Cod. 128SA077 |
|
||||
|
2. |
Ittico Tammaro s.a.s. di Silvana Di Mella ISTAT 044BN001 |
Ittico Tammaro s.a.s. di Silvana Di Mella — Contrada Piana 63 Morcone (BN) |
6.A.14. REGIO: MARCHE
|
1. |
Troticoltura Cherubini snc IT010MC019 |
|
6.B. TEN AANZIEN VAN VHS ERKENDE VISKWEKERIJEN IN ITALIË
6.B.1. REGIO: FRIULI-VENEZIA GIULIA
|
1. |
SGM srl |
|
6.B.2. REGIO: VENETO
|
1. |
Azienda Troticoltura S. Cristina Cod. 064TV015 |
|
7. TEN AANZIEN VAN VHS EN IHN ERKENDE VISKWEKERIJEN IN OOSTENRIJK
|
1. |
Alois Köttl |
|
|||
|
2. |
Herbert Böck |
|
|||
|
3. |
Forellenzucht Glück |
|
|||
|
4. |
Forellenzuchtbetrieb St. Florian |
|
|||
|
5. |
Forellenzucht Jobst |
|
|||
|
6. |
Fischzuchtbetrieb Kölbl |
|
|||
|
7. |
Forellenzucht Hartl Teichanlage Nöfing |
|
|
17.3.2006 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 80/74 |
BESLUIT VAN DE COMMISSIE
van 15 maart 2006
tot oprichting van een deskundigengroep op hoog niveau om de Europese Commissie te adviseren over de uitvoering en de ontwikkeling van de i2010-strategie
(2006/215/EG)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Zoals aangekondigd in de conclusies van de mededeling van de Commissie getiteld „i2010 — Een Europese informatiemaatschappij voor groei en werkgelegenheid” (1) (hierna „i2010” genoemd) „zal de Commissie een intensievere dialoog met de betrokkenen gaan voeren en ICT-kwesties samen met de lidstaten gaan aanpakken, met name via de open coördinatiemethode”. Daartoe zal de Commissie mogelijk een beroep moeten doen op de hulp en de deskundigheid van een adviesorgaan bestaande uit ambtenaren van de lidstaten die gespecialiseerd zijn in het beleidsdomein ICT. |
|
(2) |
De deskundigengroep moet bijdragen aan een efficiënte uitvoering van i2010. |
|
(3) |
De deskundigengroep moet bestaan uit vertegenwoordigers op hoog niveau van de lidstaten en moet openstaan voor waarnemers uit de toetredingslanden en de EER-landen. |
|
(4) |
Derhalve dient een „i2010-deskundigengroep op hoog niveau” te worden opgericht, waarvan het mandaat en de structuur nader moeten worden omschreven, |
BESLUIT:
Artikel 1
De Commissie richt een groep van deskundigen op, getiteld „i2010-deskundigengroep op hoog niveau”, hierna de „groep” genoemd.
Artikel 2
Taak
De Commissie kan de groep om advies vragen over alle aangelegenheden die met de uitvoering van de i2010-strategie verband houden.
De groep heeft tot taak:
|
— |
in het kader van i2010 en het bredere raamwerk van de Lissabonagenda strategische ICT-beleidsvraagstukken te bespreken, de doeltreffendheid van i2010 te beoordelen en, op basis van de monitoring van de tenuitvoerlegging van i2010 en de ontwikkeling van het beleid, informatie en advies te verstrekken over mogelijke verbeteringen en aanpassingen van i2010-activiteiten; |
|
— |
een forum te bieden voor strategiebesprekingen en voor de uitwisseling van ervaringen, waarbij alle diensten van de Commissie worden betrokken, en |
|
— |
van gedachten te wisselen over vraagstukken in verband met de nationale hervormingsplannen voor de onder i2010 vallende gebieden, teneinde de doelstellingen van de Lissabonstrategie te verwezenlijken. |
Artikel 3
Samenstelling — Benoeming
1. De groep wordt samengesteld uit één vertegenwoordiger van elke lidstaat en van de Commissie. Vertegenwoordigers van de lidstaten kunnen zich laten vergezellen door collega’s die over specialistische kennis met betrekking tot de behandelde onderwerpen beschikken, onverminderd de toepasselijke voorschriften inzake de vergoeding van reis- en verblijfkosten. De vertegenwoordigers moeten hooggeplaatste ambtenaren zijn die op nationaal niveau vraagstukken betreffende de informatiemaatschappij behandelen en die in staat zijn voor een passende coördinatie te zorgen tussen de nationale overheidsdiensten die betrokken zijn bij de diverse onder de i2010-strategie vallende gebieden.
2. De Commissie kan toestemming verlenen voor de deelname van waarnemers uit EER-landen en toetredingslanden. Deze waarnemers dienen aan dezelfde criteria te voldoen als vermeld in lid 1.
3. De lidstaten, de EER-landen en de toetredingslanden moeten de Commissie op de hoogte brengen van de namen en contactgegevens van de door hen aangewezen leden en van iedere verdere wijziging.
4. De namen van de aangewezen leden worden op de i2010-internetsite (www.europa.eu.int/i2010) openbaar gemaakt. Telkens wanneer door de lidstaten veranderingen worden meegedeeld, zal de ledenlijst worden bijgewerkt door het directoraat-generaal Informatiemaatschappij en media.
Artikel 4
Werking
1. De groep wordt voorgezeten door de Commissie.
2. De Commissie mag, na raadpleging van de groep, subgroepen oprichten voor het onderzoeken van specifieke kwesties op basis van een door de groep opgesteld mandaat; deze subgroepen worden ontbonden zodra hun mandaat is uitgevoerd.
3. Indien zulks nuttig en/of nodig is, kan de Commissie deskundigen of waarnemers met een bijzondere kwalificatie op het gebied van een geagendeerd onderwerp uitnodigen om aan de beraadslagingen van de groep of subgroepen deel te nemen.
4. De bij de werkzaamheden van de groep of subgroep verkregen informatie mag niet openbaar worden gemaakt wanneer de Commissie deze als vertrouwelijk aanmerkt.
5. De groep stelt haar reglement van orde vast op basis van het standaardreglement van orde (2).
6. De Commissie mag samenvattingen, conclusies, deelconclusies of werkdocumenten van de groep publiceren.
Artikel 5
Vergaderkosten
Reis- en verblijfkosten van de leden van de groep, deskundigen en waarnemers in verband met de werkzaamheden van de groep worden overeenkomstig de geldende bepalingen van de Commissie door de Commissie vergoed. De leden worden niet voor hun werkzaamheden betaald.
Vergaderkosten worden vergoed voorzover de middelen die volgens de jaarlijkse toewijzingsprocedure aan de betrokken dienst zijn toegekend, hiervoor volstaan.
Artikel 6
Inwerkingtreding
Dit besluit treedt in werking op de dag van zijn bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie. Het blijft geldig tot en met 31 december 2010. De Commissie neemt vóór die datum een besluit over een eventuele verlenging.
Gedaan te Brussel, 15 maart 2006.
Voor de Commissie
Viviane REDING
Lid van de Commissie
(1) COM(2005) 229 def.
(2) Bijlage III bij SEC(2005) 1004 van 27 juli 2005.
|
17.3.2006 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 80/76 |
BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE
van 16 maart 2006
betreffende de publicatie van de referenties van norm EN 143:2000 „Ademhalingsbeschermingsmiddelen — Deeltjesfilters — Eisen, beproeving, merken” overeenkomstig Richtlijn 89/686/EEG van de Raad (persoonlijke beschermingsmiddelen)
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2006) 777)
(Voor de EER relevante tekst)
(2006/216/EG)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Richtlijn 89/686/EEG van de Raad van 21 december 1989 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende persoonlijke beschermingsmiddelen (1), en met name op artikel 6, lid 1,
Gezien het advies van het Permanent Comité dat is opgericht bij artikel 5 van Richtlijn 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften (2),
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Richtlijn 89/686/EEG bepaalt dat persoonlijke beschermingsmiddelen alleen in de handel mogen worden gebracht of in gebruik mogen worden genomen als zij bij behoorlijk onderhoud en gebruik volgens hun gebruiksdoel de gezondheid van de gebruiker beschermen en zijn veiligheid waarborgen zonder gevaar op te leveren voor de veiligheid of gezondheid van andere personen, huisdieren of goederen. |
|
(2) |
Ingevolge artikel 5 van Richtlijn 89/686/EEG wordt uitgegaan van het vermoeden dat persoonlijke beschermingsmiddelen die voorzien zijn van de CE-markering en waarvoor de fabrikant een verklaring van overeenstemming en de door een aangemelde instantie afgegeven verklaring van EG-typeonderzoek heeft overgelegd waaruit blijkt dat het beschermingsmiddel voldoet aan de desbetreffende nationale normen waarin de geharmoniseerde normen — waarvan de referenties door de Commissie in het Publicatieblad van de Europese Unie zijn bekendgemaakt — zijn omgezet, voldoen aan de in artikel 3 van Richtlijn 89/686/EEG bedoelde fundamentele gezondheids- en veiligheidsvoorschriften die in bijlage II van die richtlijn zijn uiteengezet. De lidstaten moeten de referenties van de nationale normen waarin de geharmoniseerde normen zijn omgezet, publiceren. |
|
(3) |
De Commissie en Frankrijk hebben krachtens artikel 6, lid 1, van Richtlijn 89/686/EEG formeel bezwaar gemaakt tegen norm EN 143:2000 „Ademhalingsbeschermingsmiddelen — Deeltjesfilters — Eisen, beproeving, merken”, die op 7 januari 2000 door het Europees Comité voor Normalisatie (CEN) is vastgesteld en waarvan de referenties voor het eerst in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen van 24 januari 2001 (3) zijn gepubliceerd, omdat deze ten aanzien van deeltjesfilters waarvan de filterefficiëntie uitsluitend of ten dele wordt bereikt door het gebruik van materiaal op basis van elektrisch geladen vezelvlies, hierna „elektrostatische filters” genoemd, niet volledig zou voldoen aan de in artikel 3 van Richtlijn 89/686/EEG bedoelde fundamentele gezondheids- en veiligheidsvoorschriften. |
|
(4) |
Bij proeven met betrekking tot de filterefficiëntie van de verschillende typen deeltjesfilters is concreet aangetoond dat de beproevingsprocedure voor het meten van de filterpenetratie als bedoeld in clausule 8.7.2.4, laatste zin, en clausule 8.7.3.4, laatste zin, van norm EN 143:2000, waarbij de penetratie drie minuten na de start van de aërosolproef wordt gemeten, bij elektrostatische filters niet voldoet aan fundamenteel gezondheids- en veiligheidsvoorschrift 3.10.1 („Bescherming van de luchtwegen”) van bijlage II bij Richtlijn 89/686/EEG. |
|
(5) |
In het bijzonder is opgemerkt dat de filterefficiëntie van dit type filter tijdens het gebruik snel kan verminderen. De filterefficiëntie die bij de genormaliseerde beproevingsprocedure — drie minuten na de start van de proef — wordt gemeten, kan al na die drie minuten heel anders zijn. Daarom kunnen de aan een elektrostatische filter toegekende efficiëntieklasse en de hierover verstrekte informatie onjuist zijn. Wanneer bij gebruik niet van een correcte indeling in een efficiëntieklasse kan worden uitgegaan, kan de gebruiker worden blootgesteld aan gevaarlijke deeltjes in de lucht die een ernstig gevaar vormen voor zijn gezondheid en veiligheid. De beproevingsresultaten wijzen erop dat de filterefficiëntie van elektrostatische filters ook bij onderbroken gebruik vermindert. |
|
(6) |
Uit deze resultaten volgt ook dat clausule 8.7.2.4, laatste zin, en clausule 8.7.3.4, laatste zin, van norm EN 143:2000 evenmin waarborgen dat elektrostatische filters voldoen aan de fundamentele gezondheids- en veiligheidsvoorschriften 1.1.1 („Ergonomie”), 1.1.2.1 („Zo hoog mogelijke beschermingsniveaus”) en 1.1.2.2 („Beschermingsklassen die passen bij verschillende niveaus van een risico”) van bijlage II bij Richtlijn 89/686/EEG. Bovendien waarborgt clausule 10 van de norm niet dat wordt voldaan aan fundamenteel gezondheids- en veiligheidsvoorschrift 1.4, onder b) („Gebruiksaanwijzing van de fabrikant”), aangezien niet hoeft te worden gewaarschuwd dat de filterefficiëntie van elektrostatische filters bij langer gebruik vermindert. |
|
(7) |
Bijgevolg garanderen ook aanverwante geharmoniseerde normen, die voorzien in de uitvoering van proeven overeenkomstig norm EN 143:2000 of in een proefmeting die gelijk is aan die in norm EN 143:2000, niet dat elektrostatische filters voldoen aan de fundamentele gezondheids- en veiligheidsvoorschriften van Richtlijn 89/686/EEG. |
|
(8) |
Op verzoek van de Europese Commissie is de Europese normalisatieorganisatie — CEN, Technisch Comité CEN/TC 79 „Ademhalingsbeschermingsmiddelen” — begonnen met de herziening van norm EN 143:2000 om bovengenoemde tekortkomingen te verhelpen. In afwachting hiervan moet de publicatie van de referenties van norm EN 143:2000 met het oog op de veiligheid en rechtszekerheid vergezeld gaan van een passende waarschuwing die ook geldt voor aanverwante geharmoniseerde normen. De lidstaten moeten eenzelfde waarschuwing toevoegen aan hun nationale normen waarin de desbetreffende geharmoniseerde norm is omgezet. |
|
(9) |
De referenties van geharmoniseerde norm EN 143:2000 moeten dienovereenkomstig opnieuw worden gepubliceerd, |
HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:
Artikel 1
De referenties van geharmoniseerde norm EN 143:2000 worden vervangen door de tekst in de bijlage.
Artikel 2
Wanneer de lidstaten ingevolge artikel 5, lid 4, van Richtlijn 89/686/EEG de referenties publiceren van de nationale normen waarin de in artikel 1 genoemde geharmoniseerde norm is omgezet, voegen zij hieraan een waarschuwing toe die identiek is aan de in de bijlage bij deze beschikking opgenomen tekst.
Artikel 3
Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 16 maart 2006.
Voor de Commissie
Günter VERHEUGEN
Vice-voorzitter
(1) PB L 399 van 30.12.1989, blz. 18. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1882/2003 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 284 van 31.10.2003, blz. 1).
(2) PB L 204 van 21.7.1998, blz. 37. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij de Toetredingsakte van 2003.
(3) PB C 21 van 24.1.2001, blz. 2.
BIJLAGE
Publicatie van referenties van Europese geharmoniseerde normen overeenkomstig Richtlijn 89/686/EEG van de Raad inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende persoonlijke beschermingsmiddelen
|
ENO (1) |
Referentienummer en titel van de norm (en referentiedocument) |
Eerste publicatie in PB |
Referentie-nummer van de vervangen norm |
Datum waarop het vermoeden van overeenstemming ten aanzien van de vervangen norm vervalt (2) |
|
CEN |
EN 143:2000 Ademhalingsbeschermingsmiddelen — Deeltjesfilters — Eisen, beproeving, merken |
24.1.2001 |
EN 143:1990 |
Datum verstreken (31.8.2000) |
|
Waarschuwing: Voor deeltjesfilters waarvan de filterefficiëntie uitsluitend of ten dele wordt bereikt door het gebruik van materiaal op basis van elektrisch geladen vezelvlies heeft deze publicatie geen betrekking op clausule 8.7.2.4, laatste zin, clausule 8.7.3.4, laatste zin, en clausule 10 van de norm, zodat ten aanzien van deze clausules geen vermoeden van overeenstemming met de fundamentele gezondheids- en veiligheidsvoorschriften van Richtlijn 89/686/EEG bestaat. Deze waarschuwing moet ook in acht worden genomen bij de toepassing van de volgende geharmoniseerde normen: EN 149:2001; EN 405:2001; EN 1827:1999; EN 12083:1998; EN 12941:1998; EN 12941:1998/A1:2003; EN 12942:1998; EN 12942:1998/A1:2002; EN 13274-7:2002. |
||||
OPMERKINGEN:
|
— |
Informatie over de beschikbaarheid van de normen kan worden verkregen bij de Europese normalisatieorganisatie of bij de nationale normalisatie-instellingen die vermeld zijn in de bijlagen bij Richtlijn 98/34/EG. |
|
— |
De publicatie van de referenties in het Publicatieblad van de Europese Unie houdt niet in dat de normen beschikbaar zijn in alle talen van de Gemeenschap. |
|
— |
Deze lijst vervangt alle vorige lijsten die in het Publicatieblad van de Europese Unie zijn gepubliceerd. De Commissie draagt er zorg voor dat de huidige lijst regelmatig wordt bijgewerkt. |
Meer informatie over geharmoniseerde normen kunt u vinden op: http://europa.eu.int/comm/enterprise/newapproach/standardization/harmstds/
(1) ENO: Europese normalisatieorganisatie:
|
— |
CEN: Stassartstraat 36, B-1050 Brussel, tel. (32-2) 550 08 11; fax (32-2) 550 08 19 (http://www.cenorm.be) |
|
— |
CENELEC: Stassartstraat 35, B-1050 Brussel, tel. (32-2) 519 68 71; fax (32-2) 519 69 19 (http://www.cenelec.org) |
|
— |
ETSI: 650, route des Lucioles, F-06921 Sophia Antipolis, tel. (33) 492 94 42 00; fax (33) 493 65 47 16 (http://www.etsi.org). |
(2) In het algemeen is de datum waarop het vermoeden van overeenstemming ten aanzien van de vervangen norm vervalt, de door de Europese normalisatieorganisatie vastgestelde datum van intrekking, maar gebruikers van de norm worden erop gewezen dat dit in bepaalde uitzonderlijke gevallen anders kan zijn.