ISSN 1725-2598

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 29

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

49e jaargang
2 februari 2006


Inhoud

 

I   Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing

Bladzijde

 

 

Verordening (EG) nr. 177/2006 van de Commissie van 1 februari 2006 tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

1

 

*

Verordening (EG) nr. 178/2006 van de Commissie van 1 februari 2006 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad met het oog op de vaststelling van bijlage I met de lijst van levensmiddelen en diervoeders waarvoor maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen gelden ( 1 )

3

 

*

Verordening (EG) nr. 179/2006 van de Commissie van 1 februari 2006 houdende vaststelling van een stelsel van invoercertificaten voor uit derde landen ingevoerde appelen

26

 

*

Verordening (EG) nr. 180/2006 van de Commissie van 1 februari 2006 tot vaststelling van de hoeveelheden van de leveringsverplichtingen voor de krachtens het ACS-protocol en de overeenkomst met India in te voeren rietsuiker voor de leveringsperiode 2005/2006 en houdende afwijking van Verordening (EG) nr. 1159/2003

28

 

*

Verordening (EG) nr. 181/2006 van de Commissie van 1 februari 2006 ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 1774/2002 wat andere biologische meststoffen en bodemverbeteraars dan mest betreft en tot wijziging van die verordening ( 1 )

31

 

 

Verordening (EG) nr. 182/2006 van de Commissie van 1 februari 2006 betreffende de afgifte van invoercertificaten voor rietsuiker in het kader van bepaalde tariefcontingenten en preferentiële overeenkomsten

35

 

 

II   Besluiten waarvan de publicatie niet voorwaarde is voor de toepassing

 

 

Raad

 

*

Beschikking van de Raad van 23 januari 2006 tot wijziging van Beschikking 90/424/EEG van de Raad betreffende bepaalde uitgaven op veterinair gebied

37

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


I Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing

2.2.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 29/1


VERORDENING (EG) Nr. 177/2006 VAN DE COMMISSIE

van 1 februari 2006

tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 3223/94 van de Commissie van 21 december 1994 houdende uitvoeringsbepalingen van de invoerregeling voor groenten en fruit (1), en met name op artikel 4, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In Verordening (EG) nr. 3223/94 zijn op grond van de multilaterale handelsbesprekingen in het kader van de Uruguayronde de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de periodes die in de bijlage bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt.

(2)

Op grond van de bovenvermelde criteria moeten de forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld op de in de bijlage bij deze verordening vermelde niveaus,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 3223/94 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld zoals aangegeven in de tabel in de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 2 februari 2006.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 1 februari 2006.

Voor de Commissie

J. L. DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 337 van 24.12.1994, blz. 66. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 386/2005 (PB L 62 van 9.3.2005, blz. 3).


BIJLAGE

bij de verordening van de Commissie van 1 februari 2006 tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

(EUR/100 kg)

GN-code

Code derde landen (1)

Forfaitaire invoerwaarde

0702 00 00

052

93,4

204

43,0

212

90,9

624

115,6

999

85,7

0707 00 05

052

136,7

204

102,3

628

180,0

999

139,7

0709 10 00

220

74,5

624

91,7

999

83,1

0709 90 70

052

156,1

204

130,2

999

143,2

0805 10 20

052

43,8

204

61,8

212

53,7

220

52,0

624

60,4

999

54,3

0805 20 10

204

83,9

999

83,9

0805 20 30, 0805 20 50, 0805 20 70, 0805 20 90

052

61,1

204

129,1

400

87,6

464

135,7

624

76,7

662

36,9

999

87,9

0805 50 10

052

53,2

220

61,7

999

57,5

0808 10 80

400

143,4

404

107,7

720

83,2

999

111,4

0808 20 50

388

83,1

400

90,1

720

64,3

999

79,2


(1)  Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 750/2005 van de Commissie (PB L 126 van 19.5.2005, blz. 12). De code „999” staat voor „andere oorsprong”.


2.2.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 29/3


VERORDENING (EG) Nr. 178/2006 VAN DE COMMISSIE

van 1 februari 2006

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad met het oog op de vaststelling van bijlage I met de lijst van levensmiddelen en diervoeders waarvoor maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen gelden

(Voor de EER relevante tekst)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 23 februari 2005 tot vaststelling van maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen in of op levensmiddelen en diervoeders van plantaardige en dierlijke oorsprong en houdende wijziging van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad (1), en met name op artikel 4, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In Verordening (EG) nr. 396/2005 is bepaald dat de bijlagen I, II, III en IV bij die verordening door de Commissie worden vastgesteld en dat die vaststelling een voorwaarde is voor de toepassing van de hoofdstukken II, III en V van die verordening.

(2)

In bijlage I bij Verordening (EG) nr. 396/2005 moeten alle producten worden opgenomen waarvoor op dit moment communautaire of nationale MRL's bestaan, alsmede alle producten waarvoor geharmoniseerde MRL's moeten gelden.

(3)

Verordening (EG) nr. 396/2005 moet dus dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(4)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid.

(5)

Er is nog geen behoefte geweest aan afzonderlijke MRL's voor vis en voor gewassen die uitsluitend voor diervoeder bestemd zijn, en er is geen informatie beschikbaar om dergelijke MRL's te kunnen vaststellen. Er moet tijd gegeven worden om die informatie te verkrijgen of te verzamelen. Een periode van drie jaar wordt daarvoor voldoende geacht,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De tekst in de bijlage bij deze verordening wordt aan Verordening (EG) nr. 396/2005 toegevoegd als bijlage I.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 1 februari 2006.

Voor de Commissie

Markos KYPRIANOU

Lid van de Commissie


(1)  PB L 70 van 16.3.2005, blz. 1.


BIJLAGE

„BIJLAGE I

Producten van plantaardige en van dierlijke oorsprong zoals bedoeld in artikel 2, lid 1,

Codenummer (1)

Groepen waarvoor de MRL's gelden

Voorbeelden van afzonderlijke producten waarvoor de MRL's gelden

Wetenschappelijke naam (2)

Voorbeelden van verwante soorten of andere producten die onder de definitie vallen en waarvoor dezelfde MRL geldt

Delen van de producten waarvoor de MRL's gelden

0100000

1.

FRUIT, VERS OF BEVROREN; NOTEN

 

 

 

 

0110000

i)

Citrusvruchten

 

 

 

Het hele product

0110010

 

Grapefruits

Citrus paradisi

Shaddock, pomelo, sweetie, tangelo, ugli en andere kruisingen

 

0110020

 

Sinaasappelen

Citrus sinensis

Bergamot, bittere sinaasappel, chinotto en andere kruisingen

 

0110030

 

Citroenen

Citrus limon

 

 

0110040

 

Lemmetjes

Citrus aurantifolia

 

 

0110050

 

Mandarijnen

Citrus reticulata

Clementine, tangerine en andere kruisingen

 

0110990

 

Overige (3)

 

 

 

0120000

ii)

Noten (al dan niet in de dop, schil of schaal)

 

 

 

Het hele product zonder dop, schil of schaal (behalve voor kastanjes)

0120010

 

Amandelen

Prunus dulcis

 

 

0120020

 

Paranoten

Bertholletia excelsa

 

 

0120030

 

Cashewnoten

Anacardium occidentale

 

 

0120040

 

Kastanjes

Castanea sativa

 

 

0120050

 

Kokosnoten

Cocos nucifera

 

 

0120060

 

Hazelnoten

Corylus avellana

Lambertsnoot

 

0120070

 

Macadamia

Macadamia ternifolia

 

 

0120080

 

Pecannoten

Carya illinoensis

 

 

0120090

 

Pijnboompitten

Pinus pinea

 

 

0120100

 

Pistaches

Pistachia vera

 

 

0120110

 

Walnoten

Juglans regia

 

 

0120990

 

Overige (3)

 

 

 

0130000

iii)

Pitvruchten

 

 

 

Het hele product zonder steeltje

0130010

 

Appelen

Malus domesticus

Wilde appel

 

0130020

 

Peren

Pyrus communis

Japanse peer (nashi)

 

0130030

 

Kweeperen

Cydonia oblonga

 

 

0130040

 

Mispels (4)

Mespilus germanica

 

 

0130050

 

Loquats (Japanse mispels) (4)

Eriobotrya japonica

 

 

0130990

 

Overige (3)

 

 

 

0140000

iv)

Steenvruchten

 

 

 

Het hele product zonder steeltje

0140010

 

Abrikozen

Prunus armeniaca

 

 

0140020

 

Kersen

Prunus cerasus, Prunus avium

Zoete kers, zure kers

 

0140030

 

Perziken

Prunus persica

Nectarines en soortgelijke kruisingen

 

0140040

 

Pruimen

Prunus domestica

Kwets, reine-claude, mirabel

 

0140990

 

Overige (3)

 

 

 

0150000

v)

Besvruchten en kleinfruit

 

 

 

Het hele product zonder kroontje en steeltje; voor aalbessen de vrucht met steeltje

0151000

a)

Tafel- en wijndruiven

 

 

 

 

0151010

 

Tafeldruiven

Vitis euvitis

 

 

0151020

 

Wijndruiven

Vitis euvitis

 

 

0152000

b)

Aardbeien

 

Fragaria × ananassa

 

 

0153000

c)

Rubussoorten

 

 

 

 

0153010

 

Bramen

Rubus fruticosus

 

 

0153020

 

Dauwbramen

Rubus caesius

Loganbes, boysenbes, kruipbraam

 

0153030

 

Frambozen

Rubus idaeus

Wijnbes

 

0153990

 

Overige (3)

 

 

 

0154000

d)

Ander kleinfruit en besvruchten

 

 

 

 

0154010

 

Blauwe bessen

Vaccinium corymbosum

Blauwe bosbes, vossebes

 

0154020

 

Veenbessen

Vaccinium macrocarpon

 

 

0154030

 

Aalbessen (rood, zwart en wit)

Ribes nigrum, Ribes rubrum

 

 

0154040

 

Kruisbessen

Ribes uva-crispa

Kruisingen met andere ribessoorten

 

0154050

 

Rozenbottels

Rosa canina

 

 

0154060

 

Moerbeien (4)

Morus spp.

Aardbeiboomvrucht

 

0154070

 

Azaroles (Middellandse-zeemispels) (4)

Crataegus azarolus

 

 

0154080

 

Vlierbessen (4)

Sambucus nigra

Zwarte appelbes, lijsterbes, duindoorn, meidoorn, peerlijsterbes en andere bessen van bomen

 

0154990

 

Overige (3)

 

 

 

0160000

vi)

Diverse vruchten

 

 

 

Het hele product na verwijdering van het steeltje of (voor ananas) de kroon

0161000

a)

Met eetbare schil

 

 

 

 

0161010

 

Dadels

Phoenix dactylifera

 

 

0161020

 

Vijgen

Ficus carica

 

 

0161030

 

Tafelolijven

Olea europaea

 

 

0161040

 

Kumquats (4)

Fortunella spp.

Marumi-kumquats, Nagami-kumquats

 

0161050

 

Carambola's, stervrucht (4)

Averrhoa carambola

Bilimbi (blimbing)

 

0161060

 

Kaki's (4)

Diospyros kaki

 

 

0161070

 

Jambolans (djamblangs) (4)

Syzygium cumini

Djamboe ajer, pommerak, rozenappel, Surinaamse kers

 

0161990

 

Overige (3)

 

 

 

0162000

b)

Met niet-eetbare schil, klein

 

 

 

 

0162010

 

Kiwi's

Actinidia deliciosa syn. A. chinensis

 

 

0162020

 

Lychees

Litchi chinensis

Kapulasan, ramboetan

 

0162030

 

Passievruchten

Passiflora edulis

 

 

0162040

 

Woestijnvijgen (cactusvruchten) (4)

Opuntia ficus-indica

 

 

0162050

 

Sterappelen (4)

Chrysophyllum cainito

 

 

0162060

 

Noord-Amerikaanse persimoenen (4)

Diospyros virginiana

Zwarte zapote, witte zapote, groene zapote, canistel, mamey zapote

 

0162990

 

Overige (3)

 

 

 

0163000

c)

Met niet-eetbare schil, groot

 

 

 

 

0163010

 

Avocado's

Persea americana

 

 

0163020

 

Bananen

Musa × paradisica

Dwergbanaan, bakbanaan, appelbanaan

 

0163030

 

Mango's

Mangifera indica

 

 

0163040

 

Papaja's

Carica papaya

 

 

0163050

 

Granaatappels

Punica granatum

 

 

0163060

 

Cherimoya's (4)

Annona cherimola

Custardappel, suikerappel (zoetzak), ilama en andere middelgrote Annonaceae

 

0163070

 

Guaves (4)

Psidium guajava

 

 

0163080

 

Ananassen

Ananas comosus

 

 

0163090

 

Broodvruchten (4)

Artocarpus altilis

Nangka (jackfruit)

 

0163100

 

Doerians (4)

Durio zibethinus

 

 

0163110

 

Zuurzakken (doerian blanda) (4)

Annona muricata

 

 

0163990

 

Overige (3)

 

 

 

0200000

2.

GROENTEN, VERS OF BEVROREN

 

 

 

 

0210000

i)

Wortel- en knolgewassen

 

 

 

Het hele product na verwijdering van eventueel loof en van aanhangende aarde door afspoelen of afborstelen

0211000

a)

Aardappelen

 

knol van Solanum spp.

 

 

0212000

b)

Tropische wortel- en knolgewassen

 

 

 

 

0212010

 

Cassave

Manihot esculenta

Taro, eddo, (eddoe), yautia

 

0212020

 

Bataten (zoete aardappelen)

Ipomoea batatas

 

 

0212030

 

Yams

Dioscorea sp.

Yamboon (jicama)

 

0212040

 

Pijlwortel (4)

Maranta arundinacea

 

 

0212990

 

Overige (3)

 

 

 

0213000

c)

Andere wortel- en knolgewassen, behalve suikerbiet

 

 

 

 

0213010

 

Rode bieten

Beta vulgaris subsp. vulgaris

 

 

0213020

 

Wortelen

Daucus carota

 

 

0213030

 

Knolselderij

Apium graveolens var. rapaceum

 

 

0213040

 

Mierikswortel

Armoracia rusticana

 

 

0213050

 

Aardperen (topinamboers)

Helianthus tuberosus

 

 

0213060

 

Pastinaken

Pastinaca sativa

 

 

0213070

 

Wortelpeterselie

Petroselinum crispum

 

 

0213080

 

Radijzen

Raphanus sativus var. sativus

Rammenas, daikon, kleine radijs en dergelijke

 

0213090

 

Schorseneren

Tragopogon porrifolius

Zwarte schorseneer, Spaanse schorseneer (oesterplant)

 

0213100

 

Koolrapen

Brassica napus var. napobrassica

 

 

0213110

 

Rapen

Brassica rapa

 

 

0213990

 

Overige (3)

 

 

 

0220000

ii)

Bolgewassen

 

 

 

Het hele product na verwijdering van gemakkelijk loslatende schil en eventuele aarde (voor droge producten) dan wel wortels en eventuele aarde (voor verse producten)

0220010

 

Knoflook

Allium sativum

 

 

0220020

 

Uien

Allium cepa

Zilveruitjes

 

0220030

 

Sjalotten

Allium ascalonicum (Allium cepa var. aggregatum)

 

 

0220040

 

Bosuien

Allium cepa

Stengelui en dergelijke

 

0220990

 

Overige (3)

 

 

 

0230000

iii)

Vruchtgroenten

 

 

 

Het hele product zonder steel (voor suikermaïs zonder vliezen)

0231000

a)

Solanaceae

 

 

 

 

0231010

 

Tomaten

Lycopersicum esculentum

Kerstomaat

 

0231020

 

Pepers (paprika's)

Capsicum annuum, var grossum en var. longum

Chilipeper

 

0231030

 

Aubergines

Solanum melongena

Pepino

 

0231040

 

Okra's, okers

Hibiscus esculentus

 

 

0231990

 

Overige (3)

 

 

 

0232000

b)

Cucurbitaceae met eetbare schil

 

 

 

 

0232010

 

Komkommers

Cucumis sativus

 

 

0232020

 

Augurken

Cucumis sativus

 

 

0232030

 

Courgettes

Cucurbita pepo var. melopepo

Zomerpompoen, patisson

 

0232990

 

Overige (3)

 

 

 

0233000

c)

Cucurbitaceae met niet-eetbare schil

 

 

 

 

0233010

 

Meloenen

Cucumis melo

Kiwano

 

0233020

 

Pompoenen

Cucurbita maxima

Winterpompoen

 

0233030

 

Watermeloenen

Citrullus lanatus

 

 

0233990

 

Overige (3)

 

 

 

0234000

d)

Suikermaïs

 

Zea mays var. saccharata

 

Korrels en kolf zonder vliezen

0239000

e)

Andere vruchtgroenten

 

 

 

 

0240000

iv)

Koolsoorten

 

 

 

 

0241000

a)

Bloemkoolachtigen

 

 

 

Uitsluitend inflorescenties

0241010

 

Broccoli

Brassica oleracea var. italica

Chinese broccoli, choisum

 

0241020

 

Bloemkool

Brassica oleracea var. botrytis

 

 

0241990

 

Overige (3)

 

 

 

0242000

b)

Sluitkoolachtigen

 

 

 

De hele plant na verwijdering van de wortels en eventuele rotte bladeren

0242010

 

Spruitjes

Brassica oleracea var. gemmifera

 

Alleen de kooltjes

0242020

 

Sluitkool

Brassica oleracea convar. capitata

Spitskool, rode kool, savooiekool, witte kool

 

0242990

 

Overige (3)

 

 

 

0243000

c)

Bladkoolachtigen

 

 

 

De hele plant na verwijdering van de wortels en eventuele rotte bladeren

0243010

 

Chinese kool

Brassica pekinensis

Mosterdkool, paksoi, tatsoi, petsai, bladkool

 

0243020

 

Boerenkool

Brassica oleracea convar. acephalea

Krulkool

 

0243990

 

Overige (3)

 

 

 

0244000

d)

Koolrabi

 

Brassica oleracea convar. acephala, var. gongylodes

 

Het hele product na verwijdering van de wortels, het loof en eventuele aanhangende aarde

0250000

v)

Bladgroenten en verse kruiden

 

 

 

Het hele product na verwijdering van de wortels en eventuele rotte buitenbladeren en aarde

0251000

a)

Slasoorten, met inbegrip van Brassicaceae

 

 

 

 

0251010

 

Veldsla

Valerianella locusta

Italiaanse veldsla

 

0251020

 

Sla

Lactuca sativa

Kropsla, lollo rosso, ijsbergsla, Romaanse sla (bindsla)

 

0251030

 

Andijvie

Cichorium endiva

Wilde cichorei, rode sla (radicchio), krulandijvie, groenlof

 

0251040

 

Tuinkers (4)

Lepidium sativum

 

 

0251050

 

Winterkers (4)

Barbarea verna

 

 

0251060

 

Raketsla, rucola (4)

Eruca sativa (Diplotaxis spp. )

Grote zandkool

 

0251070

 

Rode amsoi (4)

Brassica juncea var. rugosa

 

 

0251080

 

Bladeren en spruiten van Brassica spp. (4)

Brassica spp.

Mizuna

 

0251990

 

Overige (3)

 

 

 

0252000

b)

Spinazie en dergelijke (bladgroente)

 

 

 

 

0252010

 

Spinazie

Spinacia oleracea

Nieuw-Zeelandse spinazie, raapstelen

 

0252020

 

Postelein (4)

Portulaca oleracea

Winterpostelein, zomerpostelein, zuring, zeekraal

 

0252030

 

Snijbiet

Beta vulgaris

Bladeren van de biet

 

0252990

 

Overige (3)

 

 

 

0253000

c)

Wijnstokbladeren (druivenbladeren) (4)

 

Vitis euvitis

 

 

0254000

d)

Waterkers

 

Nasturtium officinale

 

 

0255000

e)

Witlof

 

Cichorium intybus. var. foliosum

 

 

0256000

f)

Kruiden

 

 

 

 

0256010

 

Kervel

Anthriscus cerefolium

 

 

0256020

 

Bieslook

Allium schoenoprasum

 

 

0256030

 

Bladselderij

Apium graveolens var. seccalinum

Venkelblad, korianderblad, dilleblad, karwijblad, lavas, engelwortel, roomse kervel en andere Apiaceae

 

0256040

 

Peterselie

Petroselinum crispum

 

 

0256050

 

Salie (4)

Salvia officinalis

Winterbonenkruid, bonenkruid

 

0256060

 

Rozemarijn (4)

Rosmarinus officinalis

 

 

0256070

 

Tijm (4)

Thymus spp.

Marjolein, oregano

 

0256080

 

Basilicum (4)

Ocimum basilicum

Citroenmelisse, munt, pepermunt

 

0256090

 

Laurierblad (4)

Laurus nobilis

 

 

0256100

 

Dragon (4)

Artemisia dracunculus

Hysop

 

0256990

 

Overige (3)

 

 

 

0260000

vi)

Peulgroenten (vers)

 

 

 

Het hele product

0260010

 

Bonen (met peul)

Phaseolus vulgaris

Sperzieboon (prinsessenboon, slaboon), pronkboon, snijboon, kousenband

 

0260020

 

Bonen (zonder peul)

Phaseolus vulgaris

Tuinboon, flageolet, zwaardboon, limaboon, zwartogenboon

 

0260030

 

Erwten (met peul)

Pisum sativum

Peultjes (suikererwt)

 

0260040

 

Erwten (zonder peul)

Pisum sativum

Doperwt, groene erwt, keker

 

0260050

 

Linzen (4)

Lens culinaris syn. L. esculenta

 

 

0260990

 

Overige (3)

 

 

 

0270000

vii)

Stengelgroenten (vers)

 

 

 

Het hele product na verwijdering van eventuele rotte bladeren, aarde en wortels

0270010

 

Asperges

Asparagus officinalis

 

 

0270020

 

Kardoen

Cynara cardunculus

 

 

0270030

 

Bleekselderij

Apium graveolens var. dulce

 

 

0270040

 

Knolvenkel

Foeniculum vulgare

 

 

0270050

 

Artisjokken

Cynara scolymus

 

Het hele bloemhoofd, inclusief de bloembodem

0270060

 

Prei

Allium porrum

 

 

0270070

 

Rabarber

Rheum × hybridum

 

Stengels na verwijdering van wortels en bladeren

0270080

 

Bamboescheuten (4)

Bambusa vulgaris

 

 

0270090

 

Palmharten (4)

Euterpe oleracea, Cocos nucifera, Bactris gasipaes, caemonorops schmidtiana

 

 

0270990

 

Overige (3)

 

 

 

0280000

viii)

Fungi  (4)

 

 

 

Het hele product na verwijdering van eventuele aarde of teeltmateriaal

0280010

 

Gekweekt

 

Champignon, oesterzwam, shii-take

 

0280020

 

Wild

 

Cantharel, truffel, morielje, eekhoorntjesbrood

 

0280990

 

Overige (3)

 

 

 

0290000

ix)

Zeewier  (4)

 

 

 

Het hele product na verwijdering van rotte bladeren

0300000

3.

PEULVRUCHTEN, GEDROOGD

 

 

 

Het hele product

0300010

 

Bonen

Phaseolus vulgaris

Tuinboon, witte boon, flageolet, zwaardboon, limaboon, veldboon, zwartogenboon

 

0300020

 

Linzen

Lens culinaris syn. L. esculenta

 

 

0300030

 

Erwten

Pisum sativum

Kekererwt, landbouwerwt, lathyrus

 

0300040

 

Lupines (4)

Lupinus spp.

 

 

0300990

 

Overige (3)

 

 

 

0400000

4.

OLIEHOUDENDE ZADEN EN VRUCHTEN

 

 

 

Het hele product na verwijdering van dop, pit en huid, indien mogelijk

0401000

i)

Oliehoudende zaden

 

 

 

 

0401010

 

Lijnzaad

Linum usitatissimum

 

 

0401020

 

Pinda's

Arachis hypogaea

 

 

0401030

 

Papaverzaad

Papaver somniferum

 

 

0401040

 

Sesamzaad

Sesamum indicum syn. S. orientale

 

 

0401050

 

Zonnebloempitten

Helianthus annuus

 

 

0401060

 

Koolzaad

Brassica napus

Voederkoolzaad, raapzaad

 

0401070

 

Sojabonen

Glycine max

 

 

0401080

 

Mosterdzaad

Brassica nigra

 

 

0401090

 

Katoenzaad

Gossypium spp.

 

 

0401100

 

Pompoenzaad (4)

Cucurbita pepo var. oleifera

 

 

0401110

 

Saffloer (4)

Carthamus tinctorius

 

 

0401120

 

Komkommerkruid (4)

Borago officinalis

 

 

0401130

 

Huttentut (4)

Camelina sativa

 

 

0401140

 

Hennepzaad (4)

Cannabis sativa

 

 

0401150

 

Wonderboom

Ricinus communis

 

 

0401990

 

Overige (3)

 

 

 

0402000

ii)

Oliehoudende vruchten

 

 

 

 

0402010

 

Olijven voor oliewinning (4)

Olea europaea

 

Het hele product zonder steeltje en na verwijdering van eventuele aarde

0402020

 

Palmnoten (palmpitten) (4)

Elaeis guineensis

 

 

0402030

 

Palmvruchten (4)

Elaeis guineensis

 

 

0402040

 

Kapok (4)

Ceiba pentandra

 

 

0402990

 

Overige (3)

 

 

 

0500000

5.

GRANEN

 

 

 

Het hele product

0500010

 

Gerst

Hordeum spp.

 

 

0500020

 

Boekweit

Fagopyrum esculentum

 

 

0500030

 

Maïs

Zea mays

 

 

0500040

 

Gierst (4)

Panicum spp.

Trosgierst, teff

 

0500050

 

Haver

Avena fatua

 

 

0500060

 

Rijst

Oryza sativa

 

 

0500070

 

Rogge

Secale cereale

 

 

0500080

 

Sorghum (4)

Sorghum bicolor

 

 

0500090

 

Tarwe

Triticum aestivum

Spelt, triticale

 

0500990

 

Overige (3)

 

 

 

0600000

6.

THEE, KOFFIE, KRUIDENTHEE EN CACAO

 

 

 

 

0610000

i)

Thee (gedroogde bladeren en stengels, al dan niet gefermenteerd, van Camellia sinensis)

 

Camellia sinensis

 

Het hele product

0620000

ii)

Koffiebonen  (4)

 

 

 

Alleen de bonen

0630000

iii)

Kruidenthee  (4) (gedroogd)

 

 

 

 

0631000

a)

Bloemen

 

 

 

De hele bloem na verwijdering van de stengels en eventuele rotte bladeren

0631010

 

Kamille (bloem)

Matricaria recutita

 

 

0631020

 

Hibiscus (bloem)

Hibiscus sabdariffa

 

 

0631030

 

Rozenblaadjes

Rosa spp.

 

 

0631040

 

Jasmijn (bloem)

Jasminum officinale

 

 

0631050

 

Lindebloesem

Tillia cordata

 

 

0631990

 

Overige (3)

 

 

 

0632000

b)

Bladeren

 

 

 

Het hele product na verwijdering van de wortels en eventuele rotte bladeren

0632010

 

Aardbei (blad)

Fragaria × ananassa

 

 

0632020

 

Rooibos (blad)

Aspalathus spp.

 

 

0632030

 

Maté

Ilex paraguariensis

 

 

0632990

 

Overige (3)

 

 

 

0633000

c)

Wortels

 

 

 

Het hele product na verwijdering van het loof en aanhangende aarde door afspoelen of afborstelen

0633010

 

Valeriaanwortel

Valeriana officinalis

 

 

0633020

 

Ginsengwortel

Panax ginseng

 

 

0633990

 

Overige (3)

 

 

 

0639000

d)

Andere kruidenthee

 

 

 

 

0640000

iv)

Cacaobonen  (4) (gefermenteerd)

 

Theobroma cacao

 

De bonen zonder dop

0650000

v)

Carob  (4) (johannesbrood)

 

Ceratonia siliqua

 

Het hele product na verwijdering van het steeltje of de kroon

0700000

7.

HOP (gedroogd), inclusief hoppellets en niet-geconcentreerd poeder

 

Humulus lupulus

 

Het hele product

0800000

8.

SPECERIJEN (4)

 

 

 

Het hele product

0810000

i)

Zaden

 

 

 

 

0810010

 

Anijs

Pimpinella anisum

 

 

0810020

 

Zwarte komijn

Nigella sativa

 

 

0810030

 

Selderijzaad

Apium graveolens

Lavaszaad

 

0810040

 

Korianderzaad

Coriandrum sativum

 

 

0810050

 

Komijnzaad

Cuminum cyminum

 

 

0810060

 

Dillezaad

Anethum graveolens

 

 

0810070

 

Venkelzaad

Foeniculum vulgare

 

 

0810080

 

Fenegriek

Trigonella foenum- graecum

 

 

0810090

 

Nootmuskaat

Myristica fragans

 

 

0810990

 

Overige (3)

 

 

 

0820000

ii)

Vruchten en bessen

 

 

 

 

0820010

 

Piment

Pimenta dioica

 

 

0820020

 

Anijspeper (Japanse peper)

Zanthooxylum piperitum

 

 

0820030

 

Karwij

Carum carvi

 

 

0820040

 

Kardemom

Elettaria cardamomum

 

 

0820050

 

Jeneverbessen

Juniperus communis

 

 

0820060

 

Peper, zwart en wit

Piper nigrum

Lange peper, roze peper

 

0820070

 

Vanillestokjes

Vanilla fragrans syn. Vanilla planifolia

 

 

0820080

 

Tamarinde

Tamarindus indica

 

 

0820990

 

Overige (3)

 

 

 

0830000

iii)

Bast

 

 

 

 

0830010

 

Kaneel

Cinnamonum verum syn. C. zeylanicum

Cassia

 

0830990

 

Overige (3)

 

 

 

0840000

iv)

Wortels en wortelstokken

 

 

 

 

0840010

 

Zoethout

Glycyrrhiza glabra

 

 

0840020

 

Gember

Zingiber officinale

 

 

0840030

 

Geelwortel

Curcuma domestica syn. C. longa

 

 

0840040

 

Mierikswortel

Armoracia rusticana

 

 

0840990

 

Overige (3)

 

 

 

0850000

v)

Knoppen

 

 

 

 

0850010

 

Kruidnagels

Syzygium aromaticum

 

 

0850020

 

Kappertjes

Capparis spinosa

 

 

0850990

 

Overige (3)

 

 

 

0860000

vi)

Stempels

 

 

 

 

0860010

 

Saffraan

Crocus sativus

 

 

0860990

 

Overige (3)

 

 

 

0870000

(vii)

Zaadrokken

 

 

 

 

0870010

 

Foelie

Myristica fragrans

 

 

0870990

 

Overige (3)

 

 

 

0900000

9.

SUIKERGEWASSEN (4)

 

 

 

 

0900010

 

Suikerbiet

Beta vulgaris

 

Het hele product na verwijdering van het loof en aanhangende grond door afspoelen of afborstelen

0900020

 

Suikerriet

Saccharum officinarum

 

Het hele product na verwijdering van eventuele rotte bladeren, aarde en wortels

0900030

 

Wortelcichorei (4)

Cichorium intybus

 

Het hele product na verwijdering van het loof en aanhangende grond door afspoelen of afborstelen

0900990

 

Overige (3)

 

 

 

1000000

10.

PRODUCTEN VAN DIERLIJKE OORSPRONG — LANDDIEREN

 

 

 

 

1010000

i)

Vlees, vleesbereidingen, slachtafvallen, bloed, dierlijke vetten, vers, gekoeld of bevroren, gezouten, gepekeld, gedroogd of gerookt of verwerkt tot meel of poeder, andere verwerkte producten zoals worst, bereidingen van deze producten voor menselijke consumptie

 

 

 

Het hele product of alleen de vetfractie (5)

1011000

a)

Varkens

 

Sus scrofa

 

 

1011010

 

Vlees

 

 

 

1011020

 

Spek (ander dan doorregen spek) en vet

 

 

 

1011030

 

Lever

 

 

 

1011040

 

Nier

 

 

 

1011050

 

Eetbare slachtafvallen

 

 

 

1011990

 

Overige (3)

 

 

 

1012000

b)

Runderen

 

Bos spp.

 

 

1012010

 

Vlees

 

 

 

1012020

 

Vet

 

 

 

1012030

 

Lever

 

 

 

1012040

 

Nier

 

 

 

1012050

 

Eetbare slachtafvallen

 

 

 

1012990

 

Overige (3)

 

 

 

1013000

c)

Schapen

 

Ovis aries

 

 

1013010

 

Vlees

 

 

 

1013020

 

Vet

 

 

 

1013030

 

Lever

 

 

 

1013040

 

Nier

 

 

 

1013050

 

Eetbare slachtafvallen

 

 

 

1013990

 

Overige (3)

 

 

 

1014000

d)

Geiten

 

Capra hircus

 

 

1014010

 

Vlees

 

 

 

1014020

 

Vet

 

 

 

1014030

 

Lever

 

 

 

1014040

 

Nier

 

 

 

1014050

 

Eetbare slachtafvallen

 

 

 

1014990

 

Overige (3)

 

 

 

1015000

e)

Paarden, ezels, muildieren en muilezels

 

Equus spp.

 

 

1015010

 

Vlees

 

 

 

1015020

 

Vet

 

 

 

1015030

 

Lever

 

 

 

1015040

 

Nier

 

 

 

1015050

 

Eetbare slachtafvallen

 

 

 

1015990

 

Overige (3)

 

 

 

1016000

f)

Pluimvee — kippen, ganzen, eenden, kalkoenen, parelhoenders, struisvogels, duiven

 

Gallus gallus, Anser anser, Anas platyrhynchos, Meleagris gallopavo, Numida meleagris, Coturnix coturnix, Struthio camelus, Columba spp.

 

 

1016010

 

Vlees

 

 

 

1016020

 

Vet

 

 

 

1016030

 

Lever

 

 

 

1016040

 

Nier

 

 

 

1016050

 

Eetbare slachtafvallen

 

 

 

1016990

 

Overige (3)

 

 

 

1017000

g)

Andere landbouwhuisdieren

 

 

Konijn, kangoeroe

 

1017010

 

Vlees

 

 

 

1017020

 

Vet

 

 

 

1017030

 

Lever

 

 

 

1017040

 

Nier

 

 

 

1017050

 

Eetbare slachtafvallen

 

 

 

1017990

 

Overige (3)

 

 

 

1020000

ii)

Melk en room, niet ingedikt, zonder toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, boter en andere van melk afkomstige vetstoffen, kaas en wrongel

 

 

 

Het hele product of alleen de vetfractie (6)

1020010

 

Runderen

 

 

 

1020020

 

Schapen

 

 

 

1020030

 

Geiten

 

 

 

1020040

 

Paarden

 

 

 

1020990

 

Overige (3)

 

 

 

1030000

iii)

Vogeleieren, vers, verduurzaamd of gekookt; eieren uit de schaal en eigeel, vers, gedroogd, gestoomd of in water gekookt, in een bepaalde vorm gebracht, bevroren of op andere wijze verduurzaamd, ook indien met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen

 

 

 

Het hele product of alleen de vetfractie (7)

1030010

 

Kippen

 

 

 

1030020

 

Eenden

 

 

 

1030030

 

Ganzen

 

 

 

1030040

 

Kwartels

 

 

 

1030990

 

Overige (3)

 

 

 

1040000

iv)

Honing

 

Apis melifera, Melipona spp.

Koninginnengelei, pollen

 

1050000

v)

Amfibieën en reptielen

 

Rana spp. Crocodilia spp.

Kikkerbilletjes, krokodillen

 

1060000

vi)

Slakken

 

Helix spp.

 

 

1070000

vii)

Andere producten van landdieren

 

 

 

 

1100000

11.

VIS, VISPRODUCTEN, SCHAAL- EN SCHELPDIEREN EN ANDERE PRODUCTEN VAN ZOUT- EN ZOETWATERDIEREN (8)

 

 

 

 

1200000

12.

UITSLUITEND VOOR DIERVOEDER GEBRUIKTE GEWASSEN (8)

 

 

 

 


(1)  De codenummers worden bij deze bijlage ingevoerd en vormen een indeling ten behoeve van deze bijlage en andere hiermee verband houdende bijlagen bij Verordening (EG) nr. 396/2005.

(2)  In deze kolom is, waar mogelijk en relevant, de wetenschappelijke naam vermeld van de producten in de kolom „Voorbeelden van afzonderlijke producten waarvoor de MRL's gelden”. Hierbij is zo veel mogelijk gebruikgemaakt van de internationale nomenclatuur.

(3)  Het woord „Overige” omvat alle producten die niet uitdrukkelijk worden genoemd onder de andere codes van de desbetreffende groep waarvoor de MRL's gelden.

(4)  De MRL's in de bijlagen II en III gelden voor dit product alleen als het voor menselijke consumptie wordt gebruikt. Voor delen van het product die uitsluitend als ingrediënt voor diervoeder worden gebruikt, zullen aparte MRL's gelden.

(5)  Wanneer het bestrijdingsmiddel en/of metabolieten daarvan (die onder de residudefinitie vallen) oplosbaar is (zijn) in water (log Pow kleiner dan 3) wordt de MRL uitgedrukt in mg/kg vlees (inclusief vet), vleesbereiding, slachtafval en dierlijke vetten. Wanneer het bestrijdingsmiddel en/of metabolieten daarvan (die onder de residudefinitie vallen) oplosbaar is (zijn) in vet (log Pow groter dan of gelijk aan 3) wordt de MRL uitgedrukt in mg/kg vet in het vlees, de vleesbereiding, het slachtafval respectievelijk de dierlijke vetten. Voor levensmiddelen met ten hoogste 10 % (m/m) vet wordt het residu gerelateerd aan het totale gewicht van het uitgebeende product. In dat geval bedraagt het maximumgehalte een tiende van de aan het vetgehalte gerelateerde waarde, maar ten minste 0,01 mg/kg. Dit geldt niet voor rauwe en volle koemelk. Indien de MRL op de LOD is vastgesteld, geldt het ook niet voor de andere producten.

(6)  Wanneer het bestrijdingsmiddel en/of metabolieten daarvan (die onder de residudefinitie vallen) oplosbaar is (zijn) in water (log Pow kleiner dan 3) wordt de MRL uitgedrukt in mg/kg melk en melkproducten. Wanneer het bestrijdingsmiddel en/of metabolieten daarvan (die onder de residudefinitie vallen) oplosbaar is (zijn) in vet (log Pow groter dan of gelijk aan 3) wordt de MRL uitgedrukt in mg/kg rauwe en volle koemelk. Bij het bepalen van de residuen in rauwe en volle koemelk wordt uitgegaan van een vetgehalte van 4 % (m/m). Voor rauwe en volle melk van andere dieren worden de residuen uitgedrukt op basis van het vetgehalte. Voor de andere vermelde levensmiddelen met een vetgehalte van minder dan 2 % (m/m) is het maximumgehalte gelijk aan de helft van de voor rauwe en volle melk vastgestelde waarde; bij een vetgehalte van 2 % (m/m) of meer wordt het maximumgehalte uitgedrukt in mg/kg vet. In dat geval bedraagt het maximumgehalte 25 maal het voor rauwe en volle melk vastgestelde maximumgehalte. Dit geldt niet indien de MRL op de LOD is vastgesteld.

(7)  Wanneer het bestrijdingsmiddel en/of metabolieten daarvan (die onder de residudefinitie vallen) oplosbaar is (zijn) in water (log Pow kleiner dan 3) wordt de MRL uitgedrukt in mg/kg verse eieren uit de schaal, vogeleieren en eigeel. Wanneer het bestrijdingsmiddel en/of metabolieten daarvan (die onder de residudefinitie vallen) oplosbaar is (zijn) in vet (log Pow groter dan of gelijk aan 3) wordt de MRL ook uitgedrukt in mg/kg verse eieren uit de schaal, vogeleieren en eigeel. Voor eieren en eiproducten met een vetgehalte van meer dan 10 % wordt het maximumgehalte echter in mg/kg vet uitgedrukt. In dat geval bedraagt het maximumgehalte 10 maal het voor verse eieren vastgestelde maximumgehalte. Dit geldt niet indien de MRL op de LOD is vastgesteld.

(8)  De MRL's gelden pas als de afzonderlijke producten vastgesteld en in de lijst opgenomen zijn.”


2.2.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 29/26


VERORDENING (EG) Nr. 179/2006 VAN DE COMMISSIE

van 1 februari 2006

houdende vaststelling van een stelsel van invoercertificaten voor uit derde landen ingevoerde appelen

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 2200/96 van de Raad van 28 oktober 1996 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector groenten en fruit (1), en met name op artikel 31, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De appelproducten in de Gemeenschap hebben sedert enige tijd af te rekenen met grote problemen die onder andere zijn toe te schrijven aan een aanzienlijke stijging van de invoer van appelen uit bepaalde derde landen van het zuidelijke halfrond.

(2)

De controle op de invoer van appelen moet derhalve worden verbeterd. De beste manier daartoe is het invoeren van een regeling voor het afgeven van invoercertificaten op voorwaarde dat een zekerheid wordt gesteld om te garanderen dat de transacties waarvoor een invoercertificaat wordt aangevraagd, ook werkelijk plaatsvinden.

(3)

Verordening (EG) nr. 1291/2000 van de Commissie van 9 juni 2000 houdende gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen inzake het stelsel van invoer-, uitvoer- en voorfixatiecertificaten voor landbouwproducten (2) en Verordening (EEG) nr. 2220/85 van de Commissie van 22 juli 1985 tot vaststelling van gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen inzake de regeling voor het stellen van zekerheden voor landbouwproducten (3) moeten van toepassing zijn.

(4)

Het Comité van beheer voor verse groenten en fruit heeft geen advies uitgebracht binnen de door zijn voorzitter vastgestelde termijn,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   Appelen van GN-code 0808 10 80 mogen slechts in het vrije verkeer worden gebracht na overlegging van een invoercertificaat.

2.   Verordening (EG) nr. 1291/2000 is van toepassing op krachtens de onderhavige verordening afgegeven invoercertificaten.

Artikel 2

1.   Invoercertificaten mogen door de importeurs worden aangevraagd bij de bevoegde autoriteiten van elke lidstaat.

In vak 8 van de certificaataanvraag vermeldt de importeur het land van oorsprong en zet hij een kruisje naast het woord „ja”.

2.   Tegelijk met zijn aanvraag stelt de importeur een zekerheid overeenkomstig titel III van Verordening (EEG) nr. 2220/85 om de naleving van de verplichting tot invoer tijdens de geldigheidsduur van het certificaat te garanderen. De zekerheid bedraagt 15 EUR/ton.

Behalve in geval van overmacht wordt de zekerheid geheel of gedeeltelijk verbeurd verklaard indien de invoer niet of slechts gedeeltelijk heeft plaatsgevonden tijdens de geldigheidsduur van het invoercertificaat.

Artikel 3

1.   Invoercertificaten worden onverwijld afgegeven aan de aanvrager, ongeacht diens plaats van vestiging in de Gemeenschap.

In vak 8 van het invoercertificaat wordt het land van oorsprong vermeld en wordt een kruisje gezet naast het woord „ja”.

2.   De invoercertificaten hebben een geldigheidsduur van drie maanden.

De invoercertificaten zijn uitsluitend geldig voor invoer van oorsprong uit het in het certificaat vermelde land.

Artikel 4

Uiterlijk op de woensdag van elke week om 12.00 uur (plaatselijke tijd Brussel) delen de lidstaten aan de Commissie mee voor welke hoeveelheden appelen invoercertificaten zijn afgegeven in de voorafgaande week, uitgesplitst naar derde land van oorsprong.

Deze hoeveelheden worden meegedeeld langs elektronische weg, volgens de daartoe door de Commissie gegeven instructies.

Artikel 5

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 februari 2006.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 1 februari 2006.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 297 van 21.11.1996, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 47/2003 (PB L 7 van 11.1.2003, blz. 64).

(2)  PB L 152 van 24.6.2000, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1856/2005 (PB L 297 van 15.11.2005, blz. 7).

(3)  PB L 205 van 3.8.1985, blz. 5. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 673/2004 (PB L 105 van 14.4.2004, blz. 17).


2.2.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 29/28


VERORDENING (EG) Nr. 180/2006 VAN DE COMMISSIE

van 1 februari 2006

tot vaststelling van de hoeveelheden van de leveringsverplichtingen voor de krachtens het ACS-protocol en de overeenkomst met India in te voeren rietsuiker voor de leveringsperiode 2005/2006 en houdende afwijking van Verordening (EG) nr. 1159/2003

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1260/2001 van de Raad van 19 juni 2001 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (1), en met name op artikel 39, lid 6,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1159/2003 van de Commissie van 30 juni 2003 tot vaststelling, voor de verkoopseizoenen 2003/2004, 2004/2005 en 2005/2006, van de uitvoeringsbepalingen voor de invoer van rietsuiker in het kader van bepaalde tariefcontingenten en preferentiële overeenkomsten en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 1464/95 en (EG) nr. 779/96 (2), en met name op artikel 9, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In artikel 9 van Verordening (EG) nr. 1159/2003 zijn de voorwaarden vastgesteld voor de bepaling van de leveringsverplichtingen tegen nulrecht van de producten van GN-code 1701, uitgedrukt in wittesuikerequivalent, voor invoer van oorsprong uit de landen die het ACS-protocol en de overeenkomst met India hebben ondertekend.

(2)

Overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 3 en 7 van het ACS-protocol, in de artikelen 3 en 7 van de overeenkomst met India en in artikel 9, lid 3, en de artikelen 11 en 12 van Verordening (EG) nr. 1159/2003 heeft de Commissie, op basis van de momenteel beschikbare informatie, voor elk land van uitvoer de leveringsverplichtingen voor de leveringsperiode 2005/2006 vastgesteld.

(3)

In artikel 12, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1159/2003 is bepaald dat lid 1 van dat artikel niet van toepassing is als het verschil tussen de hoeveelheid van de leveringsverplichtingen en de totale geboekte hoeveelheid preferentiële suiker ACS-India niet groter is dan 5 % van de hoeveelheid van de leveringsverplichtingen. Voor Ivoorkust, India en Madagaskar liggen de geleverde hoeveelheden respectievelijk 6,7 %, 7,6 % en 6,7 % lager dan de hoeveelheden van de leveringsverplichtingen. Aangezien het hierbij om zeer geringe hoeveelheden gaat en het effect op de communautaire suikermarkt en op de bevoorrading van de communautaire raffinaderijen met ruwe suiker voor de betrokken leveringsperiode te verwaarlozen is geweest, is het aangewezen artikel 12, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1159/2003 niet toe te passen voor India, Ivoorkust en Madagaskar en de niet-geleverde hoeveelheden toe te voegen aan de hoeveelheden van de leveringsverplichtingen van deze landen voor de leveringsperiode 2005/2006, overeenkomstig artikel 12, lid 4, van voornoemde verordening.

(4)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor suiker,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

In afwijking van artikel 12, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1159/2003, is het bepaalde in lid 1 van dat artikel niet van toepassing met betrekking tot de hoeveelheden die door Ivoorkust, India en Madagaskar niet zijn geleverd voor de leveringsperiode 2004/2005.

De in lid 1 van het overhavige artikel bedoelde niet-geleverde hoeveelheden worden toegevoegd aan de in artikel 2 bedoelde hoeveelheden van de leveringsverplichtingen.

Artikel 2

De hoeveelheden van de leveringsverplichtingen voor de invoer van producten van GN-code 1701, uitgedrukt in wittesuikerequivalent, van oorsprong uit de landen die het ACS-protocol en de overeenkomst met India hebben ondertekend, voor de leveringsperiode 2005/2006 zijn voor ieder betrokken land van uitvoer vastgesteld in de bijlage.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 1 februari 2006.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 178 van 30.6.2001, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 39/2004 van de Commissie (PB L 6 van 10.1.2004, blz. 16).

(2)  PB L 162 van 1.7.2003, blz. 25. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 568/2005 (PB L 97 van 15.4.2005, blz. 9).


BIJLAGE

Hoeveelheden van de leveringsverplichtingen voor de invoer van preferentiële suiker uit de landen die het ACS-protocol en de overeenkomst met India hebben ondertekend, voor de leveringsperiode 2005/2006, uitgedrukt in ton wittesuikerequivalent

Landen die het ACS-protocol en de overeenkomst met India hebben ondertekend

Leveringsverplichtingen 2005/2006

Barbados

32 638,29

Belize

40 306,70

Congo

10 225,97

Ivoorkust

10 772,81

Fiji

165 305,43

Guyana

159 259,91

India

10 781,10

Jamaica

118 851,82

Kenia

5 050,48

Madagaskar

14 217,02

Malawi

20 993,62

Mauritius

493 856,36

Mozambique

6 018,62

Oeganda

0,00

Saint Kitts en Nevis

15 689,30

Suriname

0,00

Swaziland

116 631,85

Tanzania

10 298,66

Trinidad en Tobago

47 717,60

Zambia

7 086,65

Zimbabwe

30 262,59

Totaal

1 315 964,78


2.2.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 29/31


VERORDENING (EG) Nr. 181/2006 VAN DE COMMISSIE

van 1 februari 2006

ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 1774/2002 wat andere biologische meststoffen en bodemverbeteraars dan mest betreft en tot wijziging van die verordening

(Voor de EER relevante tekst)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1774/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 3 oktober 2002 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten (1), en met name op artikel 20, lid 2, artikel 22, lid 2, en artikel 32, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EG) nr. 1774/2002 verbiedt het gebruik op weiden van andere biologische meststoffen en bodemverbeteraars dan mest. Dit verbod is in overeenstemming met het huidige binnen de Europese Unie geldende voederverbod en is bedoeld om mogelijke risico's op besmetting door weiden waarop categorie 2-materiaal en categorie 3-materiaal aanwezig zou kunnen zijn, te voorkomen. Dergelijke risico's kunnen ontstaan als gevolg van directe begrazing of van het gebruik van gras als kuilvoer of hooi voor vee. De verordening bepaalt dat maatregelen tot uitvoering van het verbod, met inbegrip van controlemaatregelen, na raadpleging van het bevoegde wetenschappelijke comité aangenomen dienen te worden.

(2)

Verscheidene wetenschappelijke comités hebben een aantal wetenschappelijke adviezen met betrekking tot het gebruik op het land van biologische meststoffen en bodemverbeteraars uitgebracht. Dit zijn het advies van 24 en 25 september 1998 van de Wetenschappelijke Stuurgroep over de veiligheid van organische meststoffen afkomstig van zoogdieren, het advies van 24 april 2001 van het Wetenschappelijk Comité voor de toxiciteit, de ecotoxiciteit en het milieu over de evaluatie van slibbehandelingen ter bestrijding van ziekteverwekkers, het advies van 10 en 11 mei 2001 van de Wetenschappelijke Stuurgroep over de veiligheid van biologische meststoffen afkomstig van materiaal van herkauwers en het advies van 3 maart 2004 van het wetenschappelijk panel voor biologische gevaren van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid over de veiligheid ten aanzien van biologische risico's, waaronder TSE's, van het gebruik op weiden van biologische meststoffen en bodemverbeteraars.

(3)

In deze wetenschappelijke adviezen wordt de verwerking van dierlijke weefsels die mogelijk TSE-agentia bevatten in biologische meststoffen en bodemverbeteraars voor gebruik op land waar runderen kunnen komen, afgeraden. Andere materialen mogen bij de vervaardiging van biologische meststoffen en bodemverbeteraars worden gebruikt wanneer aan bepaalde gezondheidsvoorschriften betreffende verhitting en veilig bronmateriaal wordt voldaan, hetgeen eventuele risico's verder beperkt.

(4)

In het licht van deze wetenschappelijke adviezen dienen uitvoeringsbepalingen, met inbegrip van controlemaatregelen, inzake het gebruik op het land van biologische meststoffen en bodemverbeteraars alsmede gistingsresiduen en compost te worden vastgesteld.

(5)

De in deze verordening vervatte uitvoeringsbepalingen mogen geen afbreuk doen aan de thans op grond van Verordening (EG) nr. 1774/2002 van toepassing zijnde overgangsmaatregelen.

(6)

Biologische meststoffen en bodemverbeteraars moeten in de handel gebracht en uitgevoerd kunnen worden op voorwaarde dat aan de in deze verordening bepaalde voorschriften wordt voldaan.

(7)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Onderwerp en werkingssfeer

1.   Deze verordening doet geen afbreuk aan de overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1774/2002 vastgestelde overgangsmaatregelen.

2.   De lidstaten mogen nationale voorschriften toepassen die strenger zijn dan in deze verordening is voorzien betreffende de manier waarop biologische meststoffen en bodemverbeteraars op hun grondgebied worden gebruikt, mits die voorschriften gerechtvaardigd zijn met het oog op de gezondheid van mens en dier.

Artikel 2

Wijziging

In bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1774/2002 wordt punt 39 vervangen door:

„39)

weiden: met gras of andere weidegewassen bedekt land dat door vee wordt begraasd of als voeder voor vee wordt gebruikt, met uitzondering van land waarop biologische meststoffen en bodemverbeteraars in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 181/2006 van de Commissie (2) zijn gebruikt.

Artikel 3

Eisen voor biologische meststoffen en bodemverbeteraars

Biologische meststoffen en bodemverbeteraars worden uitsluitend uit categorie 2-materiaal en categorie 3-materiaal vervaardigd.

Artikel 4

Bestrijding van ziekteverwekkers en verpakking en etikettering

Biologische meststoffen en bodemverbeteraars voldoen aan de in deel I en deel II van de bijlage opgenomen eisen inzake bestrijding van ziekteverwekkers en verpakking en etikettering.

Artikel 5

Vervoer

Biologische meststoffen en bodemverbeteraars worden overeenkomstig de in deel III van de bijlage opgenomen eisen vervoerd.

Artikel 6

Beperkingen van het gebruik en speciale beperkingen inzake begrazing

1.   De in deel IV van de bijlage opgenomen speciale beperkingen inzake begrazing zijn van toepassing indien biologische meststoffen en bodemverbeteraars op het land worden gebruikt.

2.   Verwerkte producten die bij de verwerking van dierlijke bijproducten in een verwerkingsbedrijf zijn verkregen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1774/2002 worden niet als zodanig direct op land gebruikt waar vee kan komen.

Artikel 7

Registers

De persoon die verantwoordelijk is voor land waarop biologische meststoffen en bodemverbeteraars worden gebruikt en waar vee kan komen, houdt gedurende een periode van ten minste twee jaar registers bij van:

a)

de hoeveelheden gebruikte biologische meststoffen en bodemverbeteraars;

b)

de datum waarop en de plaatsen waar biologische meststoffen en bodemverbeteraars op het land zijn gebruikt;

c)

de data waarop vee het land mag begrazen of waarop het land voor de productie van diervoeder wordt bebouwd.

Artikel 8

In de handel brengen, uitvoer en doorvoer

Bij het in de handel brengen, uitvoeren en doorvoeren van biologische meststoffen en bodemverbeteraars wordt aan de in deel I en deel II van de bijlage opgenomen eisen voldaan.

Artikel 9

Controlemaatregelen

1.   De bevoegde autoriteit neemt de nodige maatregelen om de naleving van deze verordening te waarborgen.

2.   De bevoegde autoriteit voert regelmatig controles uit op land waarop biologische meststoffen en bodemverbeteraars worden gebruikt en waar vee kan komen.

3.   Als door de bevoegde autoriteit uitgevoerde controles uitwijzen dat niet aan deze verordening wordt voldaan, treft de bevoegde autoriteit passende maatregelen.

Artikel 10

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 april 2006.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 1 februari 2006.

Voor de Commissie

Markos KYPRIANOU

Lid van de Commissie


(1)  PB L 273 van 10.10.2002, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 416/2005 (PB L 66 van 12.3.2005, blz. 10).

(2)  PB L 29 van 2.2.2006, blz. 31”.


BIJLAGE

EISEN VOOR BIOLOGISCHE MESTSTOFFEN EN BODEMVERBETERAARS VOOR GEBRUIK OP HET LAND

I.   Bestrijding van ziekteverwekkers

Producenten van biologische meststoffen en bodemverbeteraars moeten waarborgen dat voordat deze producten op het land worden gebruikt ziekteverwekkers zijn vernietigd overeenkomstig:

hoofdstuk I, onder D, punt 10, van bijlage VII bij Verordening (EG) nr. 1774/2002 voor verwerkte dierlijke eiwitten of verwerkte producten afkomstig van categorie 2-materiaal;

hoofdstuk II van bijlage VI bij Verordening (EG) nr. 1774/2002 voor compost en biogasresiduen.

II.   Verpakking en etikettering

1.

Na verwerking en/of transformatie in overeenstemming met, naar gelang het geval, artikel 5, lid 2, of artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1774/2002 moeten biologische meststoffen en bodemverbeteraars adequaat worden opgeslagen en verpakt worden vervoerd.

2.

De verpakking moet een duidelijk en leesbaar etiket met de naam en het adres van de productie-inrichting dragen alsmede het volgende opschrift: „biologische meststoffen en bodemverbeteraars/vee mag niet op het land komen gedurende ten minste 21 dagen na het gebruik hiervan op het land”.

III.   Vervoer

1.

De bevoegde autoriteit mag besluiten de punten 1 en 2 van deel II niet toe te passen op biologische meststoffen en bodemverbeteraars die worden vervoerd binnen en/of gebruikt in dezelfde lidstaat of die worden vervoerd naar en/of gebruikt in een andere lidstaat wanneer de betrokken lidstaten zulks onderling overeen zijn gekomen, mits dit besluit geen risico voor de gezondheid van mens en dier oplevert.

2.

Het handelsdocument dat met biologische meststoffen en bodemverbeteraars wordt meegezonden, moet het volgende opschrift dragen: „biologische meststoffen en bodemverbeteraars/vee mag niet op het land komen gedurende ten minste 21 dagen na het gebruik hiervan op het land”.

3.

Een handelsdocument is niet vereist indien de biologische meststoffen en bodemverbeteraars door detailhandelaars worden geleverd aan eindgebruikers die geen bedrijven zijn.

IV.   Speciale beperkingen inzake begrazing

1.

De bevoegde autoriteit moet alle nodige maatregelen treffen om te waarborgen dat vee niet op land komt waarop biologische meststoffen en bodemverbeteraars zijn gebruikt voordat 21 dagen zijn verstreken vanaf het moment waarop deze voor het laatst zijn gebruikt.

2.

Indien meer dan 21 dagen zijn verstreken vanaf het moment waarop biologische meststoffen en bodemverbeteraars voor het laatst zijn gebruikt, mag begrazing worden toegestaan of mogen gras of andere weidegewassen voor gebruik in diervoeder worden gemaaid, mits de bevoegde autoriteit niet van mening is dat deze praktijk een risico voor de gezondheid van mens of dier oplevert.

3.

De bevoegde autoriteit mag een langere periode dan vermeld in punt 2 vaststellen gedurende welke begrazing met het oog op de gezondheid van mens en dier is verboden.

4.

De bevoegde autoriteit moet waarborgen dat gidsen voor goede landbouwpraktijken worden opgesteld en aan diegenen die biologische meststoffen en bodemverbeteraars op het land gebruiken ter beschikking worden gesteld, waarbij met lokale omstandigheden rekening wordt gehouden.


2.2.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 29/35


VERORDENING (EG) Nr. 182/2006 VAN DE COMMISSIE

van 1 februari 2006

betreffende de afgifte van invoercertificaten voor rietsuiker in het kader van bepaalde tariefcontingenten en preferentiële overeenkomsten

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1260/2001 van de Raad van 19 juni 2001 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (1),

Gelet op Verordening (EG) nr. 1095/96 van de Raad van 18 juni 1996 betreffende de tenuitvoerlegging van de concessies in de lijst CXL die is opgesteld naar aanleiding van de voltooiing van de onderhandelingen in het kader van artikel XXIV, lid 6, van de GATT (2),

Gelet op Verordening (EG) nr. 1159/2003 van de Commissie van 30 juni 2003 tot vaststelling, voor de verkoopseizoenen 2003/2004, 2004/2005 en 2005/2006, van de uitvoeringsbepalingen voor de invoer van rietsuiker in het kader van bepaalde tariefcontingenten en preferentiële overeenkomsten en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 1464/95 en (EG) nr. 779/96 (3), en met name op artikel 5, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij artikel 9 van Verordening (EG) nr. 1159/2003 zijn de voorwaarden vastgesteld voor de bepaling van de leveringsverplichtingen tegen nulrecht van de producten van GN-code 1701, uitgedrukt in wittesuikerequivalent, voor invoer van oorsprong uit de landen die het ACS-protocol en de overeenkomst met India hebben ondertekend.

(2)

Bij artikel 16 van Verordening (EG) nr. 1159/2003 zijn de voorwaarden vastgesteld voor de bepaling van de tariefcontingenten tegen nulrecht van de producten van GN-code 1701 11 10, uitgedrukt in wittesuikerequivalent, voor invoer van oorsprong uit de landen die het ACS-protocol en de overeenkomst met India hebben ondertekend.

(3)

Bij artikel 22 van Verordening (EG) nr. 1159/2003 zijn tariefcontingenten tegen een recht van 98 EUR per ton geopend voor de invoer van producten van GN-code 1701 11 10 uit Brazilië, Cuba en andere derde landen.

(4)

Overeenkomstig artikel 5, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1159/2003 zijn in de week van 23 tot en met 27 januari 2006 bij de bevoegde instanties aanvragen ingediend voor de afgifte van invoercertificaten voor een totale hoeveelheid die groter is dan de overeenkomstig artikel 9 van Verordening (EG) nr. 1159/2003 per land vastgestelde verplicht te leveren hoeveelheid voor preferentiële suiker ACS-India.

(5)

Overeenkomstig artikel 5, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1159/2003 zijn in de week van 23 tot en met 27 januari 2006 bij de bevoegde instanties aanvragen ingediend voor de afgifte van invoercertificaten voor een totale hoeveelheid die groter is dan het overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EG) nr. 1159/2003 vastgestelde contingent voor bijzondere preferentiële suiker.

(6)

De Commissie moet derhalve een verlagingscoëfficiënt vaststellen voor de afgifte van certificaten naar rato van de beschikbare hoeveelheid en melden dat de betrokken maximumhoeveelheid is bereikt,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Voor de van 23 tot en met 27 januari 2006 op grond van artikel 5, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1159/2003 ingediende aanvragen voor invoercertificaten worden de certificaten afgegeven voor maximaal de in de bijlage bij deze verordening aangegeven hoeveelheden.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 2 februari 2006.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 1 februari 2006.

Voor de Commissie

J. L. DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 178 van 30.6.2001, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 987/2005 van de Commissie (PB L 167 van 29.6.2005, blz. 12).

(2)  PB L 146 van 20.6.1996, blz. 1.

(3)  PB L 162 van 1.7.2003, blz. 25. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 568/2005 (PB L 97 van 15.4.2005, blz. 9).


BIJLAGE

Preferentiële suiker ACS–INDIA

Titel II van Verordening (EG) nr. 1159/2003

Verkoopseizoen 2005/2006

Betrokken land

Percentage van de aangevraagde hoeveelheden waarvoor certificaten worden afgegeven in de week van 23.1.2006-27.1.2006

Maximumhoeveelheid

Barbados

100

 

Belize

100

 

Congo

0

Bereikt

Fiji

100

 

Guyana

100

 

India

92,9965

Bereikt

Ivoorkust

100

 

Jamaica

100

 

Kenia

100

 

Madagaskar

100

 

Malawi

100

 

Mauritius

100

 

Mozambique

0

Bereikt

Saint Kitts en Nevis

100

 

Swaziland

100

 

Tanzania

0

Bereikt

Trinidad en Tobago

100

 

Zambia

100

 

Zimbabwe

0

Bereikt


Bijzondere preferentiële suiker

Titel III van Verordening (EG) nr. 1159/2003

Verkoopseizoen 2005/2006

Betrokken land

Percentage van de aangevraagde hoeveelheden waarvoor certificaten worden afgegeven in de week van 23.1.2006-27.1.2006

Maximumhoeveelheid

India

100

Bereikt

ACS

0

Bereikt


Suiker CXL-concessies

Titel IV van Verordening (EG) nr. 1159/2003

Verkoopseizoen 2005/2006

Betrokken land

Percentage van de aangevraagde hoeveelheden waarvoor certificaten worden afgegeven in de week van 23.1.2006-27.1.2006

Maximumhoeveelheid

Brazilië

0

Bereikt

Cuba

100

 

Andere derde landen

0

Bereikt


II Besluiten waarvan de publicatie niet voorwaarde is voor de toepassing

Raad

2.2.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 29/37


BESCHIKKING VAN DE RAAD

van 23 januari 2006

tot wijziging van Beschikking 90/424/EEG van de Raad betreffende bepaalde uitgaven op veterinair gebied

(2006/53/EG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 37,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement (1),

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (2),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Aviaire influenza, vroeger „vogelpest” genoemd, is een zeer ernstige infectie van vogels en vormt een zeer groot risico voor de diergezondheid. Het aviaire influenzavirus kan in bepaalde omstandigheden ook een risico voor de menselijke gezondheid vormen.

(2)

Krachtens Beschikking 90/424/EEG van de Raad (3) betreffende bepaalde uitgaven op veterinair gebied kan de Gemeenschap de lidstaten een financiële bijdrage verlenen voor de uitroeiing van bepaalde dierziekten. Momenteel kan krachtens deze beschikking een bijdrage worden verleend voor de uitroeiing van door de zogeheten „hoogpathogene” virusstammen veroorzaakte aviaire influenza.

(3)

Bij recente epizoötieën van aviaire influenza muteerden tijdens uitbraken van de ziekte laagpathogene virussen van aviaire influenza nadien in hoogpathogene virussen met verwoestende gevolgen en risico's voor de volksgezondheid. Zodra mutatie heeft plaatsgevonden, kan het virus slechts met de grootst mogelijke moeite worden bestreden. Richtlijn 2005/94/EG van de Raad van 20 december 2005 betreffende communautaire maatregelen ter bestrijding van aviaire influenza (4) stelt ook voor de laagpathogene virussen verplichte bewakings- en bestrijdingsmaatregelen vast, zodat uitbraken van hoogpathogene aviaire influenza kunnen worden voorkomen.

(4)

In het licht van de aanneming van Richtlijn 2005/94/EG moet Beschikking 90/424/EEG worden gewijzigd, zodat de Gemeenschap ook financiële steun kan verlenen voor uitroeiingsmaatregelen van de lidstaten ter bestrijding van laagpathogene virusstammen van aviaire influenza die in hoogpathogene stammen kunnen muteren,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING VASTGESTELD:

Artikel 1

Beschikking 90/424/EEG wordt als volgt gewijzigd:

1)

Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

a)

in lid 1 wordt het zesde streepje geschrapt;

b)

in lid 2 wordt het eerste streepje vervangen door:

„—

het slachten van de dieren van de voor de ziekte vatbare soorten die lijden aan de ziekte of ermee besmet zijn, dan wel er vermoedelijk aan lijden of ermee besmet zijn, en destructie van die dieren;”;

c)

lid 4 wordt vervangen door:

„4.   Indien voortzetting van de in lid 2 en in artikel 3 bis bedoelde maatregelen gezien de ontwikkeling van de situatie in de Gemeenschap wenselijk blijkt, kan volgens de procedure van artikel 41 een nieuw besluit inzake de financiële bijdrage van de Gemeenschap worden genomen, die meer kan bedragen dan 50 % als bepaald in lid 5, eerste streepje. Bij de goedkeuring van dat besluit kan ook worden bepaald welke maatregelen, naast de in lid 2 bedoelde, door de betrokken lidstaat dienen te worden genomen om het welslagen van de actie te waarborgen.”.

2)

Het volgende artikel wordt ingevoegd:

„Artikel 3 bis

1.   Dit artikel en artikel 3, leden 3 en 4, zijn van toepassing wanneer zich op het grondgebied van een lidstaat aviaire influenza voordoet.

2.   De betrokken lidstaat komt voor een financiële bijdrage van de Gemeenschap voor de uitroeiing van aviaire influenza in aanmerking, als de minimale bestrijdingsmaatregelen van Richtlijn 2005/94/EG van de Raad van 20 december 2005 betreffende communautaire maatregelen ter bestrijding van aviaire influenza (5) volledig en doeltreffend overeenkomstig de relevante communautaire wetgeving zijn uitgevoerd en — bij het doden van de dieren van de voor de ziekte vatbare soorten die lijden aan de ziekte of ermee besmet zijn, dan wel er vermoedelijk aan lijden of ermee besmet zijn — de veehouders onmiddellijk op passende wijze zijn schadeloosgesteld.

3.   De zo nodig in verschillende tranches verdeelde financiële bijdrage van de Gemeenschap beloopt:

50 % van de kosten van de lidstaat voor de schadeloosstelling van de veehouders voor het doden van pluimvee of andere in gevangenschap levende vogels;

50 % van de kosten van de lidstaat voor de destructie van de dieren, de destructie van de dierlijke producten, het reinigen en het ontsmetten van het bedrijf en het materiaal, de destructie van besmet voer en de destructie van besmet materiaal, voorzover het materiaal niet kan worden ontsmet;

100 % van de kosten van het geleverde vaccin en 50 % van de kosten voor het verrichten van de vaccinatie, indien overeenkomstig artikel 54 van Richtlijn 2005/94/EG tot noodvaccinatie is besloten.

3)

In artikel 6, lid 1, artikel 7, lid 1, en artikel 8, lid 1, wordt na de verwijzing naar artikel 3, lid 1, een verwijzing naar artikel 3 bis, lid 1, ingevoegd.

4)

In groep 1 van de bijlage wordt het volgende streepje toegevoegd:

„—

aviaire influenza”.

Artikel 2

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 23 januari 2006.

Voor de Raad

De voorzitter

J. PRÖLL


(1)  Advies uitgebracht op 1 december 2005 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).

(2)  Advies uitgebracht op 28 september 2005 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).

(3)  PB L 224 van 18.8.1990, blz. 19. Beschikking laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2003/99/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 325 van 12.12.2003, blz. 31).

(4)  PB L 10 van 14.1.2006, blz. 16.

(5)  PB L 10 van 14.1.2006, blz. 16.”.