ISSN 1725-2598

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 18

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

49e jaargang
23 januari 2006


Inhoud

 

II   Besluiten waarvan de publicatie niet voorwaarde is voor de toepassing

Bladzijde

 

 

Europese Centrale Bank

 

*

Richtsnoer van de Europese Centrale Bank van 30 december 2005 betreffende een geautomatiseerd trans-Europees real-time bruto-vereveningssysteem (TARGET) (ECB/2005/16)

1

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


II Besluiten waarvan de publicatie niet voorwaarde is voor de toepassing

Europese Centrale Bank

23.1.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 18/1


RICHTSNOER VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

van 30 december 2005

betreffende een geautomatiseerd trans-Europees „real-time” bruto-vereveningssysteem (TARGET)

(ECB/2005/16)

(2006/21/EG)

DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 105, lid 2, eerste en vierde streepje, en op de artikelen 3.1, 12.1, 14.3, 17, 18 en 22 van de Statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank;

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Het trans-Europees „real-time” bruto-vereveningssysteem (TARGET) is onderworpen aan een juridisch kader dat vanaf de start van de derde fase van de Economische en Monetaire Unie van toepassing is. Richtsnoer ECB/2001/3 van 26 april 2001 betreffende een geautomatiseerd trans-Europees „real-time” bruto-vereveningssysteem (TARGET) (1) is sedert de vaststelling reeds een aantal malen gewijzigd en dient om redenen van duidelijkheid en transparantie te worden herschikt.

(2)

Teneinde de meest recente ontwikkelingen in het juridische kader van TARGET weer te geven, bevat dit richtsnoer een aantal noodzakelijke wijzigingen betreffende de verwijdering van deelnemers uit geautomatiseerde trans-Europese „real-time” bruto-vereveningssystemen (RTGS), de toegang tot TARGET voor in derde landen gevestigde entiteiten, TARGET-openingsdagen, de definitie van nauwe banden, de opschorting van toegang tot intraday-krediet en de geschillenbeslechtingsprocedure. Implementatie en verificatie van dit richtsnoer dienen beperkt te worden tot de bovengenoemde wijzigingen.

(3)

Het eerste streepje van artikel 105, lid 2, van het Verdrag en het eerste streepje van artikel 3.1 van de statuten bepalen dat één van de fundamentele taken van het Europees Stelsel van centrale banken (ESCB) het bepalen en ten uitvoer leggen van het monetair beleid van de Gemeenschap is.

(4)

Het vierde streepje van artikel 105, lid 2, van het Verdrag en het vierde streepje van artikel 3.1 van de statuten bepalen dat een andere via het ESCB uit te voeren fundamentele taak het bevorderen van een goede werking van het betalingsverkeer is.

(5)

Artikel 22 van de statuten bepaalt dat de Europese Centrale Bank (ECB) en de nationale centrale banken ter verzekering van doelmatige en deugdelijke verrekenings- en betalingssystemen binnen de Gemeenschap en met andere landen faciliteiten ter beschikking kunnen stellen.

(6)

Het realiseren van een gemeenschappelijk monetair beleid vereist betalingssystemen via welke de monetairebeleidstransacties tussen nationale centrale banken en kredietinstellingen tijdig en veilig kunnen worden uitgevoerd en die de eenheid van de geldmarkt in het eurogebied bevorderen;

(7)

Dergelijke doelstellingen rechtvaardigen een betalingssysteem, dat transacties met een hoge mate van veiligheid, zeer snel en tegen lage kosten uitvoert;

(8)

Overeenkomstig artikel 12.1 en artikel 14.3 van de statuten, vormen richtsnoeren van de ECB een integrerend onderdeel van de communautaire wetgeving,

HEEFT HET VOLGENDE RICHTSNOER VASTGESTELD:

Artikel 1

Definities

1.   Voor de toepassing van dit richtsnoer wordt verstaan onder:

„NCB’s”: de nationale centrale banken van de deelnemende lidstaten;

„nationale RTGS-systemen”: die RTGS-systemen die een onderdeel vormen van TARGET, als vastgelegd in bijlage I bij dit richtsnoer;

„ECB-betalingsmechanisme”: betalingssystemen die binnen de ECB zijn opgezet en aan TARGET gekoppeld voor het uitvoeren van i) betalingen tussen rekeningen die bij de ECB worden aangehouden; en ii) betalingen via TARGET tussen rekeningen die bij de ECB en bij de NCB’s worden aangehouden;

„interlinking” (koppelingsmechanisme): de technische infrastructuur, ontwerpspecificaties en procedures die worden opgezet in, of aanpassingen vormen van, elk nationaal RTGS-systeem en het betalingsmechanisme van de ECB voor de verwerking van grensoverschrijdende betalingen binnen TARGET;

„niet-deelnemende lidstaten”: de lidstaten die overeenkomstig het Verdrag de gemeenschappelijke munt niet hebben aangenomen;

„EER”: de Europese Economische Ruimte, gedefinieerd in de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, die op 2 mei 1992 tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten en de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie is afgesloten (2);

„deelnemers” of „directe deelnemers”: de entiteiten die rechtstreeks toegang hebben tot een nationaal RTGS-systeem en die bij de betreffende NCB (of, in het geval van het ECB-betalingsmechanisme, bij de ECB) een RTGS-rekening aanhouden, waarbij tevens de betreffende NCB of de ECB als deelnemer wordt beschouwd, hetzij in de hoedanigheid van verevenende instantie of anderszins;

„instelling die behoort tot de overheidssector”: een entiteit binnen de „overheidssector” zoals vastgelegd in artikel 3 van Verordening (EG) nr. 3603/93 van de Raad van 13 december 1993 tot vaststelling van de definities voor de toepassing van de in artikel 104 en artikel 104 B, lid 1, van het Verdrag vastgelegde verbodsbepalingen (3);

„beleggingsonderneming”: beleggingsonderneming zoals vastgelegd in artikel 4, lid 1, punt 1, van Richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende markten voor financiële instrumenten, tot wijziging van de Richtlijnen 85/611/EEG en 93/6/EEG van de Raad en van Richtlijn 2000/12/EG van het Europees Parlement en de Raad en houdende intrekking van Richtlijn 93/22/EEG van de Raad (4), met uitzondering van de entiteiten van artikel 2, lid 1, van Richtlijn 2004/39/EG, op voorwaarde dat de betreffende beleggingsonderneming de in de punten 2, 3, 6 en 7 van deel A van bijlage I bij Richtlijn 2004/39/EG genoemde activiteiten mag uitoefenen;

„RTGS-voorschriften”: de voorschriften en/of contractuele bepalingen die op een nationaal RTGS-systeem van toepassing zijn;

„Eurosysteem”: de ECB en de nationale centrale banken van de lidstaten die overeenkomstig het Verdrag de gemeenschappelijke munt hebben aangenomen;

„grensoverschrijdende betalingen”: betalingen die zijn of worden uitgevoerd tussen twee nationale RTGS-systemen of tussen een nationaal RTGS-systeem en het ECB-betalingsmechanisme;

„binnenlandse betalingen”: betalingen die zijn of worden uitgevoerd binnen één nationaal RTGS-systeem of binnen het ECB-betalingsmechanisme;

„betalingsopdracht”: de opdracht van een deelnemer volgens de toepasselijke RTGS-voorschriften om middels bijschrijving op een RTGS-rekening een bedrag aan een ontvangende deelnemer (bijvoorbeeld een NCB of de ECB) ter beschikking te stellen;

„verzendende deelnemer”: deelnemer die door het aanleveren van een betalingsopdracht een betaling heeft geïnitieerd;

„verzendende NCB/ECB”: de ECB of NCB waarbij de verzendende deelnemer zijn RTGS-rekening aanhoudt;

„intraday-krediet”: krediet dat binnen één werkdag wordt verleend en afgelost;

„RTGS-rekening”: rekening (of, voorzover de toepasselijke RTGS-voorschriften dit toestaan, een groep van geconsolideerde rekeningen, mits alle rekeninghouders in geval van niet-nakoming gezamenlijk en hoofdelijk aansprakelijk zijn jegens het RTGS-systeem) die op naam van een deelnemer bij een NCB of de ECB wordt geopend en waarop binnenlandse en/of grensoverschrijdende betalingen worden verevend;

„procedure voor blokkeren van banktegoeden”: de procedure volgens welke in deposito gegeven bedragen of beschikbaar krediet wordt geoormerkt voor de verwerking van een specifieke betalingsopdracht en voor alle andere transacties of doeleinden wordt geblokkeerd, teneinde zeker te stellen dat de geoormerkte bedragen of het beschikbare krediet voor de verwerking van de betalingsopdracht wordt gebruikt. Het oormerken van bedragen of beschikbaar krediet wordt in dit richtsnoer „blokkeren” genoemd;

„marginale beleningsfaciliteit”: de marginale beleningsfaciliteit die door het Eurosysteem is opgezet;

„marginale beleningsrente”: de rentevoet die van tijd tot tijd op de marginale beleningsfaciliteit van het Eurosysteem van toepassing is;

„deelnemer op afstand”: een in een EER-land gevestigde instelling, die rechtstreeks deelneemt aan het nationaal RTGS-systeem van een (andere) EU-lidstaat („gastlidstaat”) en te dien einde bij de NCB van de gastlidstaat een RTGS-rekening in euro aanhoudt, op haar eigen naam, waarbij de instelling niet noodzakelijkerwijs een filiaal in de gastlidstaat hoeft te hebben; filiaal betekent een filiaal zoals vastgelegd in artikel 1, lid 3, van Richtlijn 2000/12/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 maart 2000 betreffende de toegang tot en de uitoefening van de werkzaamheden van kredietinstellingen (5);

„intra-NCB-rekeningen”: de rekeningen, onverminderd artikel 4 bis van dit richtsnoer, die elke NCB en de ECB voor elkaar in hun respectievelijke boeken openen voor het uitvoeren van grensoverschrijdende TARGET-betalingen; elk van deze intra-NCB rekeningen wordt aangehouden ten behoeve van de ECB of NCB op naam waarvan de rekening is geopend;

„ontvangende NCB/ECB”: de ECB of NCB waarbij de ontvangende deelnemer zijn RTGS-rekening aanhoudt;

„ontvangende deelnemer”: deelnemer die door de verzendende deelnemer is aangewezen als de deelnemer wiens RTGS-rekening voor het in de betalingsopdracht gespecificeerde bedrag moet worden gecrediteerd;

„finaliteit” of „finaal”: betekent dat de verwerking van een betalingsopdracht door de aangekoppelde NCB, de verzendende NCB/ECB, de verzendende deelnemer of een derde niet kan worden herroepen, ongedaan gemaakt of nietig verklaard, zelfs niet in het geval van een insolventieprocedure tegen een deelnemer, behalve wanneer aan de onderliggende transactie(s) of betalingsopdracht(en) gebreken kleven, voortvloeiende uit misdrijven of uit frauduleuze handelingen (waarbij frauduleuze handelingen in het geval van insolventie ook voorkeursbehandelingen en transacties onder de werkelijke waarde tijdens verdachte periode omvatten) en indien zulks op een van-geval-tot-geval basis is uitgesproken door een relatief bevoegde rechtbank of een andere voor geschillenbeslechting bevoegde instantie, of indien de gebreken op een fout zijn terug te voeren;

„network service provider” (netwerk dienstverlener): onderneming die door de ECB is aangesteld om computergestuurde netwerkverbindingen voor de interlinking te verzorgen;

„dienstverlenende NCB”: een NCB: i) waarvan het RTGS-systeem via interlinking is gekoppeld aan TARGET; en ii) die diensten verleent aan een aangekoppelde NCB voor het verwerken van grensoverschrijdende betalingen binnen TARGET, daardoor een bilaterale link totstandbrengend;

„aangekoppelde NCB”: een NCB waarvan het RTGS-syteem aan TARGET is gekoppeld via een dienstverlenende NCB;

„storing in een nationaal RTGS-systeem” of „storing in TARGET” of „storing”: technische moeilijkheden, defecten of storingen in de technische infrastructuur en/of computersystemen van een nationaal RTGS-systeem of het ECB-betalingsmechanisme of in de computergestuurde netwerkverbindingen voor interlinking, of een bilaterale link, of andere het nationaal RTGS-systeem, het ECB-betalingsmechanisme of de interlinking of bilaterale link betreffende gevallen, waardoor het verwerken van betalingsopdrachten en de voltooiing daarvan binnen dezelfde dag binnen TARGET niet mogelijk is; deze definitie omvat ook gevallen van gelijktijdige storing in meerdere nationale RTGS-systemen (bijvoorbeeld door een met de „network service provider” verbandhoudende storing);

„indirecte deelnemer”: instelling zonder RTGS-rekening, die desondanks door een nationaal RTGS-systeem wordt erkend, aan de toepasselijke systeemvoorschriften is onderworpen en rechtstreeks in TARGET kan worden geadresseerd; alle transacties van een indirecte deelnemer worden verevend op de rekening van een deelnemer (als gedefinieerd in dit artikel) die optreedt als de vertegenwoordiger van de indirecte deelnemer;

„deelnemende lidstaten”: lidstaten die overeenkomstig het Verdrag de gemeenschappelijke munt hebben aangenomen;

„depositofaciliteit”: de depositofaciliteit die door het Eurosysteem is opgezet.

2.   De Raad van bestuur van de ECB kan de bijlagen bij dit richtsnoer wijzigen. Aanvullende documenten met onder meer technische bepalingen en specificaties voor Target kunnen door de Raad van bestuur van de ECB worden aangenomen. Deze wijzigingen en aanvullende documenten vormen een van kracht zijnd integrerend onderdeel van dit richtsnoer vanaf de door de Raad van bestuur van de ECB vastgestelde datum, na mededeling aan de NCB’s.

Artikel 2

Beschrijving van TARGET

1.   Het geautomatiseerde trans-Europees „real-time” bruto-vereveningssysteem is een real-time bruto-vereveningssysteem voor de euro. TARGET bestaat uit de nationale RTGS-systemen, het ECB-betalingsmechanisme en interlinking. RTGS-systemen kunnen aan TARGET worden gekoppeld via interlinking of middels een bilaterale link.

2.   De RTGS-systemen van niet-deelnemende lidstaten kunnen aan TARGET gekoppeld worden voorzover die RTGS-systemen voldoen aan de gemeenschappelijke basiskenmerken van artikel 3 en die de euro naast hun respectieve nationale munt kunnen verwerken. Voorwaarde voor een koppeling aan TARGET van een RTGS-systeem van een niet-deelnemende lidstaat is een overeenkomst waarin de desbetreffende nationale centrale banken zich verbinden tot het naleven van de voorschriften en het volgen van de TARGET-procedures van dit richtsnoer (indien van toepassing, met de specificaties en wijzigingen zoals die in bedoelde overeenkomst zijn neergelegd).

Artikel 3

Gemeenschappelijke basiskenmerken voor nationale RTGS-systemen

Elke NCB draagt er zorg voor dat haar nationaal RTGS-systeem aan onderstaande kenmerken beantwoordt.

a)   Toegangscriteria

1.

Alleen kredietinstellingen die onder toezicht staan, als gedefinieerd in artikel 1, lid 1 van Richtlijn 2000/12/EG en die zijn gevestigd in de EER, worden als deelnemer aan een nationaal RTGS-systeem toegelaten. Bij wijze van uitzondering, en onverminderd het bepaalde in artikel 7, lid 1, van dit richtsnoer, kunnen ook de volgende entiteiten, na goedkeuring door de betreffende NCB, als deelnemer aan een nationaal RTGS-systeem worden toegelaten:

i)

de financiële afdelingen van centrale of regionale overheden van lidstaten die actief zijn in de geldmarkten;

ii)

tot de overheidssector van lidstaten behorende instellingen die zijn gemachtigd om voor klanten rekeningen aan te houden;

iii)

beleggingsondernemingen;

iv)

organisaties die clearing en settlement diensten verlenen en onder toezicht staan van een bevoegde instantie;

v)

in de EU gevestigde centrale banken wier RTGS-systemen niet aan TARGET gekoppeld zijn.

2.

De toegangscriteria voor een nationaal RTGS-systeem en de controleprocedure inzake het naleven van deze criteria, worden in de desbetreffende RTGS-voorschriften neergelegd en aan belanghebbende partijen ter beschikking gesteld. Naast de in artikel 3, onder a), punt 1, genoemde criteria, kunnen deze nationale criteria onder meer het volgende omvatten:

gezonde financiële positie,

verwacht minimumaantal transacties,

betaling van een toegangsbijdrage,

juridische, technische en operationele aspecten,

De RTGS-voorschriften stipuleren ook dat door de aanvragers een juridisch advies, dat is gebaseerd op het geharmoniseerd referentiekader voor juridische adviezen van het Eurosysteem, ter beoordeling aan de desbetreffende NCB wordt voorgelegd, als bepaald en gespecificeerd door de Raad van bestuur van de ECB. Het referentiekader voor juridische adviezen wordt door de desbetreffende NCB aan de belanghebbende partijen ter beschikking gesteld.

3.

Een deelnemer die overeenkomstig de voorwaarden van artikel 3, onder a), punt 1 en 2, aan een nationaal RTGS-systeem deelneemt, heeft toegang tot de grensoverschrijdende betalingsfaciliteiten van TARGET.

4.

De RTGS-voorschriften stipuleren op welke gronden en volgens welke procedure een deelnemer uit een nationaal RTGS-systeem kan worden verwijderd. Grond voor verwijdering van een deelnemer uit een nationaal RTGS-systeem (middels schorsing of royement) dienen alle gevallen te zijn die een systeemrisico met zich meebrengen of anderszins ernstige operationele problemen veroorzaken, zoals:

i)

wanneer tegen een deelnemer een insolventieprocedure wordt ingeleid of een dergelijke procedure aanstaande is;

ii)

wanneer een deelnemer de RTGS-voorschriften in kwestie overtreedt; of

iii)

wanneer niet langer wordt voldaan aan een of meer deelnamecriteria inzake het desbetreffende nationale RTGS-systeem.

5.

Daarnaast kunnen ook entiteiten van het in artikel 3, onder a), punt 1, vastgelegde type, die zijn gevestigd in een land waarmee de Gemeenschap een monetaire overeenkomst heeft afgesloten, als deelnemer aan een nationaal RTGS-systeem worden toegelaten. Die toegang wordt alleen verleend, indien zulks in de betreffende monetaire overeenkomst is voorzien en op welke toegang de in de monetaire overeenkomst vastgelegde voorwaarden van toepassing zijn. Indien van toepassing, en behoudens de individuele monetaire overeenkomsten, kan de ECB naar eigen goeddunken van geval tot geval voor de deelname aan TARGET passende voorwaarden vaststellen. Een deze voorwaarden kan zijn dat naar de overtuiging van de ECB bewezen wordt dat de betreffende aspecten van het rechtsstelsel van het land van vestiging van de entiteit die deel wil nemen, equivalent zijn aan de betreffende communautaire wetgeving.

b)   Munteenheid

Alle grensoverschrijdende betalingen luiden in euro.

c)   Tarifering

1.

Het tariferingsbeleid inzake TARGET wordt, met inachtneming van de beginselen van kostendekking, doorzichtigheid en non-discriminatie, bepaald door de Raad van bestuur van de ECB.

2.

Via een nationaal RTGS-systeem uitgevoerde binnenlandse in euro luidende betalingen zijn onderworpen aan de betreffende nationale RTGS-tariferingsvoorschriften, die het in bijlage II vastgelegde prijsbeleid moeten volgen.

3.

Voor grensoverschrijdende betalingen binnen TARGET geldt een gemeenschappelijk door de Raad van bestuur van de ECB vastgesteld en in bijlage III gespecificeerd tarief.

4.

De belanghebbende partijen worden van de tarieven in kennis gesteld.

d)   Openingstijden

1.

Openingsdagen

TARGET als geheel is gesloten op zaterdag, zondag, nieuwjaarsdag, Goede Vrijdag en paasmaandag (conform de voor de zetel van de ECB toepasselijke kalender), 1 mei (Dag van de Arbeid), eerste kerstdag en 26 december.

2.

Openingsuren

De openingsuren van de nationale RTGS-systemen voldoen aan de specificaties van bijlage IV.

e)   Betalingsvoorschriften

1.

Alle betalingen die rechtstreeks voortvloeien uit of worden gedaan in verband met i) monetairebeleidstransacties; ii) de verevening van het eurogedeelte van in vreemde valuta luidende transacties waarbij het Eurosysteem is betrokken, en iii) de verevening van salderingssystemen voor grote grensoverschrijdende betalingen in euro, gebeuren via TARGET. Andere betalingen kunnen eveneens via TARGET worden verricht.

2.

Een nationaal RTGS-systeem en het ECB-betalingsmechanisme verwerken een betalingsopdracht uitsluitend wanneer op de rekening die de verzendende deelnemer bij de verzendende NCB/ECB aanhoudt voldoende middelen staan, hetzij in de vorm van direct opvraagbare reeds op de rekening gecrediteerde middelen, hetzij middels intraday opvraging van reserves die worden aangehouden om aan reserveverplichtingen te voldoen of middels intraday-krediet dat door de NCB/ECB overeenkomstig artikel 3, onder f), aan de deelnemer wordt verleend.

3.

De RTGS-voorschriften en de ECB-betalingsmechanisme voorschriften vermelden vanaf wanneer een betalingsopdracht onherroepelijk wordt. Dit is ten laatste het moment waarop de RTGS-rekening, die de verzendende deelnemer bij de verzendende NCB/ECB aanhoudt, voor het desbetreffende bedrag wordt gedebiteerd. Wanneer een nationaal RTGS-systeem voorafgaande aan de debitering van de RTGS-rekening de procedure voor het blokkeren van banktegoeden toepast, is de opdracht onherroepelijk vanaf het moment dat de blokkering plaatsvindt.

f)   Intraday-krediet

1.

Afhankelijk van de bepalingen van dit richtsnoer zal elke NCB kredietinstellingen die onder toezicht staan, als bedoeld in artikel 3, onder a), en die aan het nationale RTGS-systeem van de desbetreffende NCB deelnemen, intraday-krediet verstrekken, mits bedoelde kredietinstelling als tegenpartij kan optreden bij een monetairebeleidstransactie van het Eurosysteem en toegang heeft tot de marginale beleningsfaciliteit, behalve indien de toegang van een dergelijke kredietinstelling tot intraday-krediet is opgeschort, hangende de in dit richtsnoer bepaalde procedures. Op voorwaarde dat het intraday-krediet slechts tot de betreffende dag beperkt blijft en geen verlenging tot de volgende ochtend mogelijk is, kan intraday-krediet ook worden verstrekt aan:

i)

de financiële afdelingen als bedoeld in artikel 3, onder a), punt 1, onder i);

ii)

instellingen, behorend tot de overheidssector ex artikel 3, onder a), punt 1, onder ii);

iii)

beleggingsondernemingen als bedoeld in artikel 3, onder a), punt 1, onder iii), mits bedoelde beleggingsonderneming middels schriftelijk bewijs afdoende aantoont dat:

a)

de onderneming met een tegenpartij inzake het monetaire beleid van het Eurosysteem een formele overeenkomst is aangegaan ter dekking van een eventuele debetpositie aan het einde van de betreffende dag; of

b)

de toegang tot intraday-krediet beperkt is tot beleggingsondernemingen die een rekening aanhouden bij een centrale effectenbewaarnemer en de beleggingsonderneming in kwestie onderworpen is aan een liquiditeitstermijn of het intraday-krediet gelimiteerd is.

Wanneer een beleggingsonderneming het intraday-krediet om wat voor reden dan ook niet op tijd kan aflossen, wordt deze onderneming een boete opgelegd in overeenstemming met hetgeen volgt. Als de beleggingsonderneming op het moment van sluiting van TARGET voor het eerst in een periode van twaalf maanden een debetsaldo op haar RTGS-rekening heeft, geldt het volgende: de betreffende NCB legt de deelnemer onverwijld een boete op van 5 procentpunt boven de marginale beleningsrente, toegepast op het debetsaldo. Als de beleggingsonderneming bij herhaling in een debetpositie verkeert, zal de boeterente steeds wanneer deze overtreding in bedoelde periode van twaalf maanden plaatsvindt met een additionele 2,5 procentpunt worden verhoogd;

iv)

onder toezicht staande kredietinstellingen, als bedoeld in artikel 3, onder a), punt 1, die niet als tegenpartij kunnen optreden bij een monetairebeleidstransactie van het Eurosysteem en/of geen toegang hebben tot de marginale beleningsfaciliteit. Alle boetebepalingen voor beleggingsondernemingen zoals neergelegd in artikel 3, onder f), punt 1, onder iii), zijn gelijkelijk op bedoelde kredietinstellingen van toepassing wanneer deze om enigerlei reden hun intraday-krediet niet op tijd kunnen aflossen;

v)

organisaties die clearing en settlement diensten verlenen en onder toezicht staan van een bevoegde instantie, mits de regelingen voor het verstrekken van intraday-krediet aan dergelijke instellingen vooraf aan de Raad van bestuur van de ECB ter goedkeuring zijn voorgelegd.

2.

Elke NCB verstrekt intraday-krediet middels NCB intraday-overdisponering tegen onderpand en/of intraday-repo’s met NCB’s, in overeenstemming met onderstaande criteria en aanvullende gemeenschappelijke basiskenmerken die de Raad van bestuur van de ECB van tijd tot tijd kan vaststellen.

3.

Voor intraday-krediet moet voldoende onderpand worden verstrekt. De activa en instrumenten die in onderpand kunnen worden gegeven, zijn dezelfde activa en instrumenten die voor monetairebeleidstransacties beleend kunnen worden en zijn onderworpen aan dezelfde regels betreffende waardebepaling en risicobeheersing. Met uitzondering van de financiële afdelingen en instellingen, behorend tot de overheidssector, als bedoeld in respectievelijk artikel 3, onder a), punt 1, onder i) en ii), accepteert een NCB geen schuldinstrumenten als onderliggende activa die zijn uitgegeven of gegarandeerd door de deelnemer of een andere entiteit waarmee de tegenpartij nauwe banden onderhoudt, zoals gedefinieerd in de Algemene documentatie betreffende monetairebeleidsinstrumenten en -procedures van het Eurosysteem en zoals toegepast voor monetairebeleidstransacties.

4.

De Raad van bestuur van de ECB kan de in artikel 3, onder a), punt 1, onder i), bedoelde financiële afdelingen op voorstel van de betreffende NCB vrijstellen van de in artikel 3, onder f), punt 3, neergelegde verplichting tot het stellen van onderpand voor intraday-krediet.

5.

Op intraday-krediet dat overeenkomstig artikel 3, onder f), wordt verstrekt, wordt geen rente berekend.

6.

Intraday-krediet wordt niet aan deelnemers op afstand verstrekt.

7.

De RTGS-voorschriften vermelden op welke gronden een NCB de toegang van een deelnemer tot de intraday-kredietfaciliteit op kan schorten of beëindigen. Indien een NCB de toegang van een tegenpartij, die in aanmerking komt voor het uitvoeren van monetairebeleidsoperaties van het Eurosysteem, tot de intraday-kredietfaciliteit opschort of beëindigt, keurt de ECB een dergelijk besluit goed, vooraleer het van kracht wordt. Een NCB kan de toegang van die tegenpartij onmiddellijk opschorten, zulks bij wijze van uitzondering en indien urgent. In dat geval stelt de betreffende NCB de ECB daar onverwijld schriftelijk van op de hoogte en de ECB heeft de bevoegdheid het besluit van de NCB ongedaan te maken. De ECB wordt geacht het besluit van de NCB te hebben goedgekeurd, indien laatstgenoemde het besluit van de ECB niet binnen tien werkdagen ontvangt. In geval van automatische opschorting of beëindigingsclausules (d.w.z. in gebreke zijn zonder voorafgaande ingebrekestelling bij insolventie of gelijkaardige maatregelen) stelt de betreffende NCB de ECB daar onverwijld schriftelijk van op de hoogte.

Basis voor een dergelijke opschorting of beëindiging zijn alle gevallen die een systeemrisico met zich meebrengen of de soepele werking van betalingssystemen kunnen verstoren, zoals:

i)

wanneer tegen een deelnemer een insolventieprocedure wordt ingeleid;

ii)

wanneer een deelnemer de betreffende RTGS-voorschriften overtreedt;

iii)

wanneer het deelnamerecht van een deelnemer aan het nationale RTGS-systeem wordt opgeschort of beëindigd; en

iv)

indien een deelnemer die bij een monetairebeleidstransactie van het Eurosysteem als tegenpartij kan optreden dat niet langer kan of doordat toegang tot alle of enkele transacties van dien aard wordt uitgesloten of opgeschort.

Artikel 4

Regelingen voor via interlinking uitgevoerde grensoverschrijdende betalingen

De bepalingen in dit artikel zijn van toepassing op de regelingen voor grensoverschrijdende betalingen die via interlinking zijn of zullen worden uitgevoerd.

a)   Beschrijving van de interlinking

De ECB en elk van de NCB’s beheren een interlinking-component om binnen TARGET grensoverschrijdende betalingen te kunnen verwerken. Deze interlinking-componenten voldoen aan de technische bepalingen en specificaties, die op de website van de ECB beschikbaar zijn (www.ecb.int) en van tijd tot tijd worden geactualiseerd.

b)   Opening en beheer van de intra-NCB-rekeningen die bij de NCB’s en de ECB worden aangehouden

1.

De ECB en iedere NCB openen in hun boeken een intra-NCB rekening voor elk van de andere NCB’s en voor de ECB. Voor elk bedrag dat op ongeacht welke intra-NCB rekening wordt geboekt, verstrekken de NCB’s en de ECB elkaar onbeperkt en niet door onderpand gedekt krediet.

2.

Voor het uitvoeren van een grensoverschrijdende betaling crediteert de verzendende NCB/ECB de door de ontvangende NCB/ECB bij haar aangehouden intra-NCB-rekening. De ontvangende NCB/ECB debiteert de door de verzendende NCB/ECB bij haar aangehouden intra-NCB-rekening.

3.

Alle intra-NCB-rekeningen worden in euro aangehouden.

c)   Verplichtingen van de verzendende NCB/ECB

1.

Verificatie

De verzendende NCB/ECB controleert overeenkomstig de technische bepalingen en specificaties als bedoeld in artikel 4, onder a), onverwijld alle in de betalingsopdracht vermelde details die nodig zijn om de betaling te kunnen uitvoeren. Wanneer de verzendende NCB/ECB syntactische fouten ontdekt of andere redenen voor het afwijzen van een betalingsopdracht, zal deze de gegevens en de betalingsopdracht verwerken overeenkomstig de RTGS-voorschriften van het nationale RTGS-systeem. Elke betaling die de interlinking passeert, heeft een uniek identificatienummer waarmee berichten gemakkelijker kunnen worden geïdentificeerd en fouten gemakkelijker hersteld.

2.

Verevening

Zodra de verzendende NCB/ECB op de in artikel 4, onder c), punt 1, bedoelde wijze de validiteit van een betalingsopdracht heeft gecontroleerd en mits liquiditeiten of kredietfaciliteiten beschikbaar zijn, zal deze onverwijld:

a)

de RTGS-rekening van de verzendende deelnemer voor het bedrag van de betalingsopdracht debiteren; en

b)

de intra-NCB rekening van de ontvangende NCB/ECB, die bij de verzendende NCB/ECB wordt aangehouden, crediteren.

Het tijdstip waarop de verzendende NCB/ECB de onder a) omschreven debitering heeft uitgevoerd, wordt het tijdstip van verevening genoemd. Voor nationale RTGS-systemen die een procedure voor het blokkeren van banktegoeden toepassen, geldt als tijdstip van verevening het tijdstip waarop de blokkering plaatsvindt, als bedoeld in artikel 3, onder e), punt 3.

Voor de toepassing van dit richtsnoer, en onverminderd de bepalingen inzake onherroepelijkheid, als bedoeld in artikel 3, onder e), punt 3, wordt een betaling voor de verzendende deelnemer finaal (zoals gedefinieerd in artikel 1 van dit richtsnoer) op het tijdstip van verevening.

d)   Verplichtingen van de ontvangende NCB/ECB

1.

Verificatie

De ontvangende NCB/ECB controleert onverwijld alle in de betalingsopdracht vervatte details die nodig zijn om de RTGS-rekening van de ontvangende deelnemer voor het bedrag van de betalingsopdracht te crediteren (inclusief het unieke identificatienummer om een dubbele creditering te voorkomen). De ontvangende NCB/ECB verwerkt geen betalingsopdrachten waarvan zij weet dat deze per abuis of meer dan één keer zijn gedaan. Zij zal de verzendende NCB/ECB van zulke betalingsopdrachten in kennis stellen, alsmede van eventuele betalingen die conform deze opdrachten zijn ontvangen (en retourneert zulke betalingen onverwijld).

2.

Verevening

Zodra de ontvangende NCB/ECB op de in artikel 4, onder d), punt 1, bedoelde wijze de validiteit van een betalingsopdracht heeft gecontroleerd, zal deze onverwijld:

a)

de door de verzendende NCB/ECB bij haar aangehouden intra-NCB rekening voor het bedrag van de betalingsopdracht debiteren;

b)

de RTGS-rekening van de ontvangende deelnemer voor het bedrag van de betalingsopdracht crediteren; en

c)

de verzendende NCB/ECB een positieve ontvangstbevestiging sturen.

Voor de toepassing van dit richtsnoer, en onverminderd de bepalingen inzake onherroepelijkheid, als bedoeld in artikel 3, onder e), punt 3, wordt een betaling voor de ontvangende deelnemer finaal (zoals gedefinieerd in artikel 1 van dit richtsnoer) op het tijdstip waarop zijn in punt b) bedoelde RTGS-rekening wordt gecrediteerd.

e)   Overdracht van verantwoordelijkheid voor betalingsopdrachten

Op het moment dat de verzendende NCB/ECB van de ontvangende NCB/ECB een positieve ontvangstbevestiging ontvangt, gaat de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de betalingsopdracht van eerstgenoemde naar laatstgenoemde over.

f)   Foutenbehandeling

1.

Procedures voor foutenbehandeling

Elke NCB volgt de procedures voor foutenbehandeling die door de Raad van bestuur van de ECB zijn vastgesteld en draagt er zorg voor dat deze procedures worden gevolgd door haar nationale RTGS-systeem. De ECB garandeert hetzelfde met betrekking tot het ECB-betalingsmechanisme.

2.

Aanvullende noodprocedures

Elke NCB draagt er zorg voor dat haar nationale RTGS-systeem en -procedures in overeenstemming zijn met de eisen voor aanvullende noodprocedures en procedures zoals die door de Raad van bestuur van de ECB zijn vastgesteld De ECB garandeert hetzelfde met betrekking tot het ECB-betalingsmechanisme.

g)   Relatie met „network service provider”

1.

Alle NCB’s en de ECB zijn gekoppeld aan, of hebben een ingangsadres voor de „network service provider”.

2.

De NCB’s noch de ECB zullen op enigerlei wijze jegens elkaar aansprakelijk zijn voor enigerlei nalatigheid van de „network service provider”. De verantwoordelijkheid voor het instellen van een eventuele actie tot schadevergoeding tegen de „network service provider” berust bij de NCB/ECB die als gevolg van de nalatigheid schade heeft geleden. Een dergelijke claim wordt door de betreffende NCB ingediend via de ECB.

Artikel 4 bis

Regelingen voor via een dienstverlenende NCB uitgevoerde grensoverschrijdende betalingen

De bepalingen in dit artikel zijn van toepassing op de regelingen voor grensoverschrijdende betalingen die via een bilaterale link zijn of zullen worden uitgevoerd.

a)   Beschrijving van de koppeling

Indien grensoverschrijdende betalingen via een bilaterale link worden uitgevoerd:

wordt de dienstverlenende NCB beschouwd als de ontvangende of de verzendende NCB, al naar gelang het geval, aangaande de plichten en aansprakelijkheid ten overstaan van hetzij de verzendende of de ontvangende NCB/ECB in verband met het verwerken van de grensoverschrijdende betaling via interlinking;

de aangekoppelde NCB wordt beschouwd als de ontvangende of de verzendende NCB, al naar gelang het geval, aangaande de plichten en aansprakelijkheid in verband met het crediteren/debiteren van de RTGS-rekening van de ontvangende/verzendende deelnemer.

b)   Openen en voeren van een rekening voor de aangekoppelde NCB

1.

De dienstverlenende NCB opent een euro-rekening in haar boeken voor de aangekoppelde NCB.

2.

De dienstverlenende NCB verleent een ongelimiteerd en niet door onderpand gedekt krediet aan de aangekoppelde NCB.

3.

Voor het uitvoeren van door een deelnemer aan het RTGS-systeem van de aangekoppelde NCB geïnitieerde grensoverschrijdende betalingen, debiteert de dienstverlenende NCB de rekening van de aangekoppelde NCB en crediteert een RTGS-rekening van de deelnemer in het RTGS-systeem van de dienstverlenende NCB, dan wel crediteert zij de bij de dienstverlenende NCB aangehouden intra-NCB rekening van de ontvangende NCB/ECB. Voor het uitvoeren van grensoverschrijdende betalingen aan een deelnemer aan het RTGS-systeem van de aangekoppelde NCB, debiteert de dienstverlenende NCB de intra-NCB rekening van de verzendende NCB/ECB, dan wel debiteert zij een RTGS-rekening van de deelnemer aan het RTGS-systeem van de dienstverlenende NCB en crediteert de rekening van de aangekoppelde NCB.

c)   Plichten en aansprakelijkheid van de dienstverlenende NCB en de aangekoppelde NCB

1.

Verificatie

a)

Zowel de aangekoppelde NCB, alsook de dienstverlenende NCB zijn verantwoordelijk voor de nauwkeurigheid en de syntax van de gegevens die zij elkaar verstrekken en komen de op die gegevens toe te passen standaarden overeen.

b)

Na ontvangst van een door de aangekoppelde NCB aangeleverde betalingsopdracht, controleert de dienstverlenende NCB onverwijld alle details in de betalingsopdracht, die noodzakelijk zijn voor de juiste verwerking ervan. Indien de dienstverlenende NCB syntactische fouten ontdekt of andere redenen voor het weigeren van een betalingsopdracht, verwerkt zij die betalingsopdracht niet en behandelt de gegevens en de betalingsopdracht overeenkomstig de tussen de dienstverlenende en de aangekoppelde NCB overeen te komen specifieke regels.

2.

Verevening

a)

Voor het uitvoeren van een door een deelnemer aan het RTGS-systeem van de aangekoppelde NCB geïnitieerde grensoverschrijdende betaling, debiteert de aangekoppelde NCB de rekening van haar deelnemer en, overeenkomstig de tussen de aangekoppelde en de dienstverlenende NCB overeengekomen voorwaarden, levert de aangekoppelde NCB een dienovereenkomstige betalingsopdracht aan bij de dienstverlenende NCB.

b)

Zodra de dienstverlenende NCB de validiteit van de krachtens artikel 4 bis, onder c), punt 1, onder b), aangeleverde betalingsopdracht heeft gecontroleerd, gaat de dienstverlenende NCB onverwijld over tot:

i)

het debiteren van de rekening van de aangekoppelde NCB, en

ii)

het verzenden van een positieve ontvangstbevestiging aan de aangekoppelde NCB.

c)

Zodra zij de rekening van de aangekoppelde NCB debiteert, crediteert de dienstverlenende NCB onverwijld de RTGS-rekening van de deelnemer aan haar nationale RTGS-systeem, dan wel verwerkt zij de betalingsopdracht via interlinking overeenkomstig artikel 4. Wanneer de dienstverlenende NCB een positieve of negatieve ontvangstbevestiging van de ontvangende NCB/ECB ontvangt, stuurt zij deze ontvangstbevestiging door naar de aangekoppelde NCB.

d)

Voor het uitvoeren van een door een deelnemer aan het RTGS-systeem van de dienstverlenende NCB geïnitieerde grensoverschrijdende betaling aan een deelnemer aan het RTGS-systeem van de aangekoppelde NCB, crediteert de dienstverlenende NCB de rekening van de aangekoppelde NCB direct na ontvangst van die betalingsopracht. De aangekoppelde NCB crediteert direct daarop de rekening van de deelnemer in het RTGS-systeem van de aangekoppelde NCB.

e)

Voor het uitvoeren van een door een deelnemer aan het RTGS-systeem van een andere NCB dan de dienstverlenende NCB geïnitieerde grensoverschrijdende betaling aan een deelnemer aan het RTGS-systeem van de aangekoppelde NCB, gaat de dienstverlenende NCB na ontvangst van een betalingsopdracht van de verzendende NCB/ECB over tot:

i)

tot het uitvoeren van de in artikel 4, onder d), punt 1, en artikel 4, onder d), punt 2), onder a), neergelegde procedures;

ii)

daarna, het crediteren van de rekening van de aangekoppelde NCB, die zij daarvan in kennis stelt; en

iii)

daarna, het verzenden van een positieve ontvangstbevestiging aan de verzendende NCB/ECB.

Zodra zij de kennisgeving krachtens punt ii) ontvangt, crediteert de aangekoppelde NCB direct de rekening van een deelnemer aan haar RTGS-systeem.

f)

De dienstverlenende NCB neemt alle met de aangekoppelde NCB overeengekomen noodzakelijke maatregelen, teneinde te verzekeren dat de aangekoppelde NCB steeds de beschikking krijgt over alle informatie en gegevens die noodzakelijk zijn voor het crediteren van de rekening van de deelnemer aan haar RTGS-systeem.

g)

De openingsuren van het RTGS-systeem van de aangekoppelde NCB beantwoorden aan de specificaties van bijlage IV.

3.

Finaliteit

De finaliteit van middels een bilaterale link verwerkte grensoverschrijdende betalingen wordt bepaald overeenkomstig de regels van artikel 4, onder c), punt 2, en artikel 4, onder d), punt 2.

4.

Overdracht van verantwoordelijkheid voor het uitvoeren van een betalingsopdracht

Voor door een deelnemer aan het RTGS-systeem van de aangekoppelde NCB geïnitieerde grensoverschrijdende betalingen gaat de verantwoordelijkheid voor het uitvoeren van een betalingsopdracht van de aangekoppelde NCB over op de dienstverlenende NCB zodra de rekening van de aangekoppelde NCB bij de dienstverlenende NCB is gedebiteerd, en daarna gaat zij overeenkomstig artikel 4, onder e), over op de ontvangende NCB/ECB. Voor grensoverschrijdende betalingen aan een deelnemer aan het RTGS-systeem van de aangekoppelde NCB gaat de verantwoordelijkheid voor het uitvoeren van een betalingsopdracht van de verzendende NCB over op de dienstverlenende NCB, zodra de verzendende NCB/ECB een positieve ontvangstbevestiging ontvangt zoals neergelegd in artikel 4 bis, onder c), punt 2, onder e), iii).

d)   Foutenbehandeling

De in artikel 4, onder f), neergelegde regeling is van toepassing op aangekoppelde NCB’s.

e)   Relatie met de network service provider

De aangekoppelde NCB is gekoppeld aan of heeft een ingangsadres voor de network service provider. Het is de verantwoording van de aangekoppelde NCB om schadeloosstelling te claimen van de network service provider, indien de aangekoppelde NCB ten gevolge van het niet-naleven van de toepasselijke regels verliezen lijdt, welke claim de aangekoppelde NCB direct bij de network service provider indient.

f)   Inlichten van deelnemers

Alle NCB’s stellen deelnemers aan hun RTGS-systeem ervan in kennis dat een positieve ontvangstbevestiging van een dienstverlenende NCB, in verband met grensoverschrijdende betalingen aan deelnemers aan het RTGS-systeem van een aangekoppelde NCB, de creditering van de rekening van de aangekoppelde NCB bij de dienstverlenende NCB attesteert, maar de creditering van de rekening van een ontvangende deelnemer bij de aangekoppelde NCB niet attesteert. Voorzover noodzakelijk, wijzigen de NCB’s hun nationale RTGS-voorschriften dienovereenkomstig.

Artikel 5

Beveiligingsbepalingen

Elke NCB voldoet aan de bepalingen van de beveiligingsstrategie en aan de beveiligingseisen van TARGET en draagt er zorg voor dat haar nationale RTGS-systeem aan deze bepalingen en eisen voldoet. De ECB garandeert hetzelfde met betrekking tot het ECB-betalingsmechanisme.

Artikel 6

Controlevoorschriften

De interne controleurs van de ECB en de NCB’s controleren of wordt voldaan aan de functionele, technische en organisatorische voorschriften, inclusief de beveiligingsbepalingen, zoals die voor de desbetreffende TARGET-componenten en -regelingen, als bedoeld in dit richtsnoer, zijn omschreven.

Artikel 7

Beheer van TARGET

1.   Het leidinggeven aan, het beheer en de controle van TARGET behoort tot de competentie van de Raad van bestuur van de ECB. De Raad van bestuur kan de voorwaarden vaststellen waaronder andere grensoverschrijdende betalingssystemen dan de nationale RTGS-systemen de grensoverschrijdende faciliteiten van TARGET kunnen gebruiken of waaronder deze aan TARGET kunnen worden gekoppeld.

2.   De Raad van bestuur van de ECB wordt bij alle kwesties aangaande het TARGET-systeem bijgestaan door het Comité voor betalings- en vereveningssystemen en de uit NCB-vertegenwoordigers van de nationale RTGS-systemen samengestelde subgroep van dat comité, de werkgroep TARGET-beheer.

3.   Het dagelijks beheer van TARGET wordt toevertrouwd aan de TARGET-coördinator van de ECB en de settlementmanagers van de NCB’s:

iedere NCB en de ECB benoemen een „settlementmanager” voor het beheer van en het toezicht op het desbetreffende nationale RTGS-systeem of, in het geval van de ECB, van het ECB-betalingsmechanisme;

de „settlementmanager” is verantwoordelijk voor het dagelijks beheer van het nationale RTGS-systeem of, in het geval van de ECB, van het ECB-betalingsmechanisme, en voor de behandeling van uitzonderlijke situaties en fouten, en

de ECB benoemt de „ECB TARGET-coördinator”, die verantwoordelijk is voor het dagelijks beheer van de centrale functies van TARGET.

Artikel 8

TARGET-compensatieregeling

1.   Algemene uitgangspunten

a)

Ingeval zich een storing binnen TARGET voordoet, hebben directe en indirecte deelnemers (voor de toepassing van dit artikel hierna aangeduid als „TARGET-deelnemers”) het recht vergoeding te vorderen overeenkomstig de in dit artikel vastgelegde regels.

b)

De TARGET-compensatieregeling is op alle nationale RTGS-systemen van toepassing (los daarvan of die RTGS-systemen aan TARGET zijn gekoppeld via interlinking of middels een bilaterale link) en op het ECB-betalingsmechanisme en staat voor alle TARGET-deelnemers open (ook voor TARGET-deelnemers aan nationale RTGS-systemen van deelnemende lidstaten die geen tegenpartijen zijn bij monetairebeleidstransacties van het Eurosysteem, en voor TARGET-deelnemers aan nationale RTGS-systemen van niet-deelnemende lidstaten) met betrekking tot alle TARGET-betalingen (zonder onderscheid tussen binnenlandse en grensoverschrijdende betalingen). De TARGET-compensatieregeling geldt niet voor klanten van het ECB-betalingsmechanisme overeenkomstig de Algemene voorwaarden voor het gebruik van het ECB-betalingsmechanisme, die kunnen worden ingezien op de website van de ECB en van tijd tot tijd worden bijgewerkt.

c)

Tenzij de Raad van bestuur van de ECB anders besluit, geldt de TARGET-compensatieregeling niet indien de storing binnen TARGET wordt veroorzaakt door:

i)

gebeurtenissen van buiten waarop het ESCB geen invloed heeft; of

ii)

de nalatigheid van een derde met uitzondering van de beheerder van het nationale RTGS-systeem waarin de storing zich voordeed.

c bis)

Binnen het kader van artikel 8, lid 1, onder c), ii), wordt een dienstverlenende NCB niet beschouwd als een derde.

d)

Aanbiedingen op grond van de TARGET-compensatieregeling („aanbiedingen tot vergoeding”) zijn de enige vergoeding die door het ESCB in het geval van een storing wordt aangeboden. De TARGET-compensatieregeling sluit de mogelijkheid niet uit dat TARGET-deelnemers gebruikmaken van andere juridische middelen om vergoeding te vorderen ingeval van een storing binnen TARGET. Met het aanvaarden van een aanbod tot vergoeding gaat een TARGET-deelnemer er echter onherroepelijk mee akkoord af te zien van alle vorderingen (waarbij inbegrepen eventuele vorderingen tot vergoeding van gevolgschade) die de betreffende deelnemer, op grond van nationale wetten of anderszins, op een lid van het ESCB mocht hebben, alsook dat door het ontvangen van de corresponderende vergoeding alle dergelijke vorderingen volledig zijn verevend. De TARGET-deelnemer vrijwaart het ESCB tot het op grond van de TARGET-compensatieregeling ontvangen bedrag tegen elke verdere vergoeding die door een andere TARGET-deelnemer zou kunnen worden gevorderd in verband met de respectieve betalingsopdracht.

e)

Het aanbieden en/of betalen van vergoeding houdt niet in dat een NCB of de ECB aansprakelijkheid erkent met betrekking tot een storing.

f)

Indien een aangekoppelde NCB vanwege een storing in het RTGS-systeem van de dienstverlenende NCB grensoverschrijdende betalingen niet kan uitvoeren, zal de dienstverlenende NCB in verband met die betalingen worden beschouwd als de NCB waar de storing optrad.

2.   Voorwaarden voor vergoeding

a)

Met betrekking tot een verzendende TARGET-deelnemer wordt een vordering tot een administratie- en een rentevergoeding in overweging genomen, indien ten gevolge van een storing:

i)

een betalingsopdracht niet binnen dezelfde dag werd voltooid; of

ii)

de betreffende TARGET-deelnemer kan aantonen dat hij van plan was een betalingsopdracht aan te leveren aan TARGET, maar hiertoe niet in staat was vanwege de status „stop verzenden” van een nationaal RTGS-systeem.

b)

Met betrekking tot een ontvangende TARGET-deelnemer, wordt een vordering voor een administratievergoeding in aanmerking genomen, indien ten gevolge van een storing die TARGET-deelnemer een TARGET-betaling, die hij verwachtte te ontvangen op de dag van de storing, niet heeft ontvangen In een dergelijk geval wordt een vordering voor een rentevergoeding eveneens in aanmerking genomen, indien:

i)

de betreffende TARGET-deelnemer een beroep moest doen op de marginale beleningsfaciliteit of, indien een TARGET-deelnemer geen toegang heeft tot de marginale beleningsfaciliteit, de betreffende TARGET-deelnemer op zijn RTGS-rekening op het moment van sluiting van TARGET een negatief saldo had of een „spill-over” van intraday-krediet tot de volgende ochtend, of bedragen moest lenen van de respectieve NCB; en

ii)

hetzij de NCB waarin de storing zich voordeed de ontvangende NCB was of de storing zich zo laat voordeed op de openingsdag van TARGET dat het technisch niet mogelijk of niet uitvoerbaar was voor de ontvangende TARGET-deelnemer om een beroep te doen op de geldmarkt.

3.   Berekening van de vergoeding

3.1.

Vergoeding van verzendende TARGET-deelnemers

a)

Het aanbod tot vergoeding op grond van de TARGET-compensatieregeling bestaat alleen uit een administratievergoeding of een administratie- en een rentevergoeding.

b)

De administratievergoeding wordt vastgesteld op 50 EUR voor de eerste betalingsopdracht die niet op de dag van verwerking wordt voltooid en, in het geval van meerdere betalingsaanpassingen, 25 EUR voor elk van de volgende vier betalingsopdrachten van dien aard en 12,50 EUR voor elke daaropvolgende betalingsopdracht van dien aard. De administratievergoeding wordt bepaald met betrekking tot elke ontvangende TARGET-deelnemer.

c)

De rentevergoeding wordt bepaald door van dag tot dag een tarief dat gelijk is aan het EONIA-tarief (de euro overnight index average) of de marginale beleningsrente, indien die lager is, („het referentietarief”) toe te passen op het bedrag van de betalingsopdracht die als gevolg van een storing niet is verwerkt, voor elke dag in de periode vanaf de datum van aanlevering of de voorgenomen aanlevering van de betalingsopdracht aan TARGET tot en met de datum waarop de betalingsopdracht succesvol werd of kon zijn voltooid („de storingsperiode”). Bij het berekenen van de rentevergoeding wordt de opbrengst van het eventuele gebruik van gelden door een beroep te doen op de depositofaciliteit (of, in het geval van TARGET-deelnemers aan nationale RTGS-systemen van deelnemende lidstaten die geen tegenpartij zijn bij monetairebeleidstransacties van het Eurosysteem, de vergoeding die wordt ontvangen op een overschot aan liquide middelen op de vereveningsrekening, of in het geval van TARGET-deelnemers aan nationale RTGS-systemen van niet-deelnemende lidstaten, de vergoeding die wordt ontvangen op een additioneel positief saldo dat aan het einde van de dag op de RTGS-rekening staat) van het bedrag van de vergoeding afgetrokken.

d)

Indien de liquide middelen worden uitgezet in de markt of gebruikt worden om te voldoen aan de verplichtingen tot het aanhouden van minimumreserves, ontvangt de TARGET-deelnemer geen rentevergoeding.

e)

Voor verzendende TARGET-deelnemers aan nationale RTGS-systemen van niet-deelnemende lidstaten wordt de vergoeding over het totale bedrag aan deposito’s die tot de volgende ochtend op de RTGS-rekening van dergelijke TARGET-deelnemers worden aangehouden, niet aan een bovengrens gebonden voorzover dit bedrag aan de storing kan worden toegeschreven.

3.2.

Vergoeding van ontvangende TARGET-deelnemers

a)

Het aanbod tot vergoeding op grond van de TARGET-compensatieregeling bestaat alleen uit een administratievergoeding of een administratie- en een rentevergoeding.

b)

De hoogte van de administratievergoeding wordt conform punt 3.1, onder b), bepaald en de administratievergoeding wordt bepaald met betrekking tot elke verzendende TARGET-deelnemer.

c)

De in punt 3.1, onder c), uiteengezette berekeningsmethode is van toepassing op de berekening van de rentevergoeding, met dien verstande dat de rentevergoeding gebaseerd wordt op het verschil tussen de marginale beleningsrente en het referentietarief en wordt berekend over het bedrag waarvoor als gevolg van de storing een beroep werd gedaan op de marginale beleningsfaciliteit.

d)

Voor ontvangende TARGET-deelnemers aan i) nationale RTGS-systemen van deelnemende lidstaten die geen tegenpartij zijn bij monetairebeleidstransacties van het Eurosysteem, en ii) nationale RTGS-systemen van niet-deelnemende lidstaten, wordt, voorzover een negatief saldo of een „spill-over” van intraday-krediet tot de volgende ochtend of de noodzaak om bedragen te lenen van de respectieve NCB aan de storing kunnen worden toegeschreven, het gedeelte van de toepasselijke boeterente (zoals in dergelijke gevallen bepaald wordt door de van toepassing zijnde RTGS-voorschriften) dat hoger is dan de marginale beleningsrente, kwijtgescholden (en bij toekomstige gevallen van „spill-over” buiten beschouwing gelaten) en voor TARGET-deelnemers aan nationale RTGS-systemen zoals bedoeld in ii) hierboven, buiten beschouwing gelaten bij beslissingen over toegang tot intraday-krediet en/of verdere deelname aan het betreffende nationale RTGS-systeem.

4.   Procedureregels

a)

Een vordering tot vergoeding wordt ingediend op een claimformulier (waarvan inhoud en vorm van tijd tot tijd door de ECB worden vastgesteld en bekendgemaakt) samen met daarbij verlangde relevante informatie en bewijsmateriaal. Een verzendende TARGET-deelnemer dient voor iedere ontvangende TARGET-deelnemer een apart claimformulier in. Een ontvangende TARGET-deelnemer dient voor iedere verzendende TARGET-deelnemer een apart claimformulier in. Vorderingen in verband met een specifieke TARGET-betaling kunnen slechts één keer worden ingediend, hetzij door een directe of indirecte deelnemer namens zichzelf of door een directe deelnemer namens een indirecte deelnemer.

b)

TARGET-deelnemers dienen hun claimformulier(en) binnen twee weken na de dag van de storing in bij de NCB waar de RTGS-rekening wordt aangehouden die is of had moeten zijn gedebiteerd of gecrediteerd („de beherende NCB”). Eventuele aanvullende informatie en bewijsmateriaal waar de beherende NCB om verzoekt, worden verstrekt binnen twee weken nadat het verzoek is gedaan.

c)

De Raad van bestuur van de ECB beoordeelt alle ontvangen vorderingen en beslist of vergoeding wordt aangeboden. Tenzij de Raad van bestuur van de ECB anders beslist en aan de TARGET-deelnemers meedeelt, vindt een dergelijke beoordeling uiterlijk binnen twaalf weken na de storing plaats.

d)

De NCB waarbij de storing optrad, deelt het resultaat van de hierboven in c) bedoelde beoordeling mee aan de betreffende TARGET-deelnemers. Indien de beoordeling een aanbod tot vergoeding inhoudt, verwerpen of accepteren de betrokken TARGET-deelnemers dit aanbod, met betrekking tot elke betalingsopdracht in elke vordering, binnen vier weken na van het aanbod op de hoogte te zijn gebracht, door het ondertekenen van een standaard aanvaardingsbrief (waarvan inhoud en vorm van tijd tot tijd door de ECB worden vastgesteld en bekendgemaakt). Indien de NCB waarbij de storing optrad, niet binnen de genoemde periode van vier weken een dergelijke brief heeft ontvangen, wordt aangenomen dat de betrokken TARGET-deelnemers het aanbod tot vergoeding hebben verworpen.

e)

Na ontvangst van de aanvaardingsbrief van de TARGET-deelnemer betaalt de NCB waarbij de storing optrad, de vergoeding. Over de vergoeding wordt geen rente betaald.

Artikel 9

Overmacht

De NCB’s/ECB zijn niet aansprakelijk voor niet-nakoming van de in dit richtsnoer neergelegde verplichtingen voorzover, en voor de duur dat, nakoming krachtens dit richtsnoer niet mogelijk is of deze verplichtingen zijn opgeschort of vertraagd, op grond van enigerlei voorval waarvan de reden of oorzaak redelijkerwijs niet toerekenbaar is aan de NCB’s/ECB (waaronder defecte of niet naar behoren functionerende apparatuur, overmacht, natuurrampen, stakingen of arbeidsgeschillen); het bovengenoemde doet echter geen afbreuk aan de plicht de door dit richtsnoer vereiste back-upfaciliteiten op te zetten, om ondanks de overmachtsituatie zoveel mogelijk de in artikel 4, onder f) en artikel 4 bis, onder d), bedoelde procedures voor foutenbehandeling uit te voeren en op het moment dat zich een dergelijk incident voordoet alle redelijkerwijs mogelijke pogingen in het werk te stellen om de effecten ervan zoveel mogelijk te beperken.

Artikel 10

Beslechting van operationele of technische geschillen

Onverminderd de rechten en privileges van de Raad van bestuur van de ECB worden eventuele operationele of technische geschillen die zich tussen NCB’s of tussen een NCB en de ECB in verband met TARGET voordoen en die niet in der minne tussen de betrokken partijen kunnen worden geschikt, ter kennis gebracht van de Raad van bestuur van de ECB en voor beslechting naar het Comité voor betalings- en vereveningssystemen doorverwezen.

Artikel 10 bis

Toepasselijke wet

Bij een geschil tussen NCB’s, of tussen een NCB en de ECB in verband met TARGET, worden de respectievelijke rechten en plichten jegens elkaar met betrekking tot via TARGET verwerkte betalingsopdrachten en met betrekking tot alle andere in dit richtsnoer bedoelde kwesties bepaald door: i) de voorschriften en procedures als bedoeld in dit richtsnoer, en ii) als een aanvullende bron in geschillen over grensoverschrijdende betalingen via de interlinking, door de wetten van de lidstaat waar de ontvangende NCB/ECB is gevestigd.

Artikel 11

Slotbepalingen

1.   Dit richtsnoer is gericht tot de NCB’s.

2.   Richtsnoer ECB/2001/3 wordt bij dezen ingetrokken en verwijzingen naar Richtsnoer ECB/2001/3 worden opgevat als verwijzingen naar dit richtsnoer.

3.   Dit richtsnoer treedt op 2 januari 2006 in werking. Het is met ingang van 16 maart 2006 van toepassing.

Gedaan te Frankfurt am Main, 30 december 2005.

Namens de Raad van bestuur van de ECB

De president van de ECB

Jean-Claude TRICHET


(1)  PB L 140 van 24.5.2001, blz. 72. Richtsnoer laatstelijk gewijzigd bij Richtsnoer ECB/2005/1 (PB L 30 van 3.2.2005, blz. 21).

(2)  PB L 1 van 3.1.1994, blz. 3.

(3)  PB L 332 van 31.12.1993, blz. 1.

(4)  PB L 145 van 30.4.2004, blz. 1.

(5)  PB L 126 van 26.5.2000, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2005/1/EG (PB L 79 van 24.3.2005, blz. 9).


BIJLAGE I

NATIONALE RTGS-SYSTEMEN

Lidstaat

Naam van systeem

Vereveningsagent

Locatie

België

Electronic Large-value Interbank Payment System (ELLIPS)

Banque Nationale de Belgique/Nationale Bank van België

Brussel

Duitsland

RTGSplus

Deutsche Bundesbank

Frankfurt

Griekenland

Hellenic Real-time Money Transfer Express System (HERMES)

Bank of Greece

Athene

Spanje

Servicios de Liquidación del Banco de España (SLBE)

Banco de España

Madrid

Frankrijk

Transferts Banque de France (TBF)

Banque de France

Parijs

Ierland

Irish Real-time Interbank Settlement System (IRIS)

Central Bank and Financial Services Authority of Ireland

Dublin

Italië

Sistema di regolamento lordo (BIREL)

Banca d’Italia

Rome

Luxemburg

Luxembourg Interbank Payment Systems (LIPS-Gross)

Banque centrale du Luxembourg

Luxemburg

Nederland

TOP

De Nederlandsche Bank

Amsterdam

Oostenrijk

Austrian Real-time Interbank Settlement System (ARTIS)

Oesterreichische Nationalbank

Wenen

Portugal

Sistema de Pagamentos de Grandes Transacções (SPGT)

Banco de Portugal

Lissabon

Finland

Bank of Finland (BoF-RTGS)

Suomen Pankki

Helsinki


BIJLAGE II

TARIEVEN VOOR BINNENLANDSE BETALINGEN

De tarieven voor binnenlandse overboekingen in euro via een RTGS-systeem zullen ook in de toekomst op nationaal niveau vastgesteld worden, waarbij de beginselen van kostendekking, doorzichtigheid en non-discriminatie in acht worden genomen en rekening wordt gehouden met het feit dat de tarieven voor binnenlandse en grensoverschrijdende overboekingen in euro in grote lijnen gelijk moeten zijn zodat de eenheid van de geldmarkt niet wordt verstoord.

De nationale RTGS-systemen stellen de ECB, alle andere deelnemende NCB’s, de deelnemers aan nationale RTGS-systemen en andere belanghebbende partijen in kennis van de tariefstructuur die zij hanteren.

De methoden voor het berekenen van de kosten van de nationale RTGS-systemen worden in voldoende mate geharmoniseerd.


BIJLAGE III

TARIEVEN VOOR GRENSOVERSCHRIJDENDE BETALINGEN

Het tarief (exclusief BTW) dat in rekening wordt gebracht voor grensoverschrijdende betalingen via TARGET tussen directe deelnemers, wordt gebaseerd op het aantal transacties dat door een deelnemer binnen één RTGS-systeem wordt uitgevoerd, volgens een degressieve schaal.

De degressieve schaal luidt als volgt:

1,75 EUR voor elk van de eerste 100 transacties per maand;

1,00 EUR voor elk van de volgende 900 transacties per maand;

0,80 EUR voor elke volgende transactie boven de 1 000 per maand.

Voor de toepassing van het degressieve tarief is het relevante betalingsvolume het aantal transacties die eenzelfde rechtspersoon binnen één RTGS-systeem aangaat of de betalingstransacties die verschillende rechtspersonen aanbrengen voor verwerking via dezelfde vereveningsrekening.

De toepassing van de bovenstaande tariefregeling wordt van tijd tot tijd herzien.

Alleen de verzendende NCB/ECB brengt kosten in rekening aan de zendende deelnemers aan het nationale RTGS-systeem/ECB-betalingsmechanisme (EPM). De ontvangende NCB/ECB brengt de ontvangende deelnemer niets in rekening. Voor intra-NCB-overboekingen, dat wil zeggen voor overboekingen die de verzendende NCB/ECB in eigen naam doet, wordt niets in rekening gebracht .

De tarieven omvatten de kosten van het in een wachtrij plaatsen van de betalingsopdracht (indien van toepassing), de debitering van de rekening van de zendende deelnemer, de creditering van de intra-NCB-rekening die de ontvangende NCB/ECB bij de verzendende NCB/ECB aanhoudt, de verzending van het verzoek tot bevestiging van de verevening van de betalingstransactie („payment settlement message request”, PSMR) via het interlinking-netwerk, de debitering van de intra-NCB-rekening die de verzendende NCB/ECB bij de ontvangende NCB/ECB aanhoudt, de creditering van de rekening van de RTGS-deelnemer, de verzending van de kennisgeving van verevening van de betalingstransactie („payment settlement message notification”, PSMN) via het interlinking-netwerk, de verzending van het bericht van betaling aan de ontvangende RTGS-deelnemer/ontvanger en de bevestiging van de verevening (indien van toepassing).

De tarieven voor grensoverschrijdende betalingen via TARGET omvat niet de telecommunicatiekosten tussen zendende deelnemer en het nationale RTGS-systeem waaraan deze deelneemt. De betaling van deze telecommunicatiekosten blijft onderworpen aan nationale regels.

Voor het omzetten van overboekingsopdrachten van nationale valuta’s in euro of omgekeerd mag het nationale RTGS-systeem niets in rekening brengen.

Voor aanvullende diensten kunnen RTGS-systemen extra kosten in rekening brengen (bv. voor het uitvoeren van op papier aangeleverde betalingsopdrachten).

Op basis van de ervaringen die tijdens de werking van het systeem worden opgedaan, zal de mogelijkheid worden overwogen om verschillende van het uitvoeringstijdstip van de betalingsopdracht afhankelijke tarieven te hanteren.


BIJLAGE IV

OPENINGSTIJDEN VAN TARGET

Voor TARGET, en derhalve voor de NCB’s en de nationale RTGS-systemen die deelnemen in c.q. gekoppeld zijn aan TARGET, gelden de volgende regels met betrekking tot de openingstijden.

1.

De referentietijd voor TARGET is de lokale tijd in de plaats waar de ECB is gevestigd, de zogeheten «Europese Centrale Bank tijd».

2.

TARGET zal gemeenschappelijke openingstijden hebben van 7.00 tot 18.00 uur.

3.

Na voorafgaande kennisgeving aan de ECB kan vroeger, voor 7.00, worden geopend:

i)

om binnenlandse redenen (bv. om de verevening van effectentransacties te vergemakkelijken, om saldi van netto-vereveningssystemen te vereffenen, of om andere binnenlandse transacties af te wikkelen, zoals batchgewijze transacties die door NCB’s in de loop van de nacht in RTGS-systemen zijn ingebracht); of

ii)

om redenen die aan het ESCB zijn gerelateerd (bv. wanneer een uitzonderlijk groot aantal betalingen wordt verwacht, of om bij de verwerking van het eurogedeelte van deviezentransacties, waarbij Aziatische valuta’s zijn betrokken, het afwikkelingsrisico te verminderen).

4.

Voor cliëntenbetalingen (zowel binnenlandse als grensoverschrijdende (1)) zal een sluitingstijd worden gehanteerd die één uur vroeger is dan de reguliere sluitingstijd voor TARGET; de resterende tijd zal uitsluitend voor interbancaire betalingen worden gebruikt (zowel binnenlandse als grensoverschrijdende (2)) voor het overboeken van liquiditeiten tussen deelnemers. Cliëntenbetalingen worden gedefinieerd als betalingsberichten in het MT100-formaat, of een equivalent nationaal bericht (waarbij het MT100-formaat voor grensoverschrijdende transmissies zal worden gebruikt). Over de invoering van de sluitingstijd van 17.00 uur voor binnenlandse betalingen wordt door iedere NCB samen met het nationale bankwezen afzonderlijk beslist. NCB’s kunnen daarenboven na 17.00 uur doorgaan met het verwerken van binnenlandse cliëntenbetalingen die om 17.00 uur in een wachtrij stonden.


(1)  De sluitingstijd voor grensoverschrijdende cliëntenbetalingen via een dienstverlenende NCB door een deelnemer in een RTGS-systeem van een aangekoppelde NCB is 16:52:30.

(2)  De sluitingstijd voor grensoverschrijdende interbancaire betalingen via een dienstverlenende NCB door een deelnemer in een RTGS-systeem van een aangekoppelde NCB is 17:52:30.