ISSN 1725-2598

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 11

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

49e jaargang
17 januari 2006


Inhoud

 

I   Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing

Bladzijde

 

 

Verordening (EG) nr. 63/2006 van de Commissie van 16 januari 2006 tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

1

 

*

Verordening (EG) nr. 64/2006 van de Commissie van 16 januari 2006 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1695/2005 ten aanzien van de hoeveelheid waarop de permanente openbare inschrijving voor de uitvoer van zachte tarwe die in het bezit is van het Franse interventiebureau, betrekking heeft

3

 

*

Verordening (EG) nr. 65/2006 van de Commissie van 13 januari 2006 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 622/2003 tot vaststelling van maatregelen voor de tenuitvoerlegging van de gemeenschappelijke basisnormen op het gebied van de beveiliging van de luchtvaart ( 1 )

4

 

*

Verordening (Euratom) nr. 66/2006 van de Commissie van 16 januari 2006 houdende vrijstelling van de toepassing van de in het hoofdstuk betreffende de voorziening vastgestelde bepalingen voor de overdracht van kleine hoeveelheden ertsen, grondstoffen en bijzondere splijtstoffen

6

 

 

Verordening (EG) nr. 67/2006 van de Commissie van 16 januari 2006 houdende wijziging van de restituties die worden toegepast voor bepaalde producten van de sector suiker die worden uitgevoerd in de vorm van niet in bijlage I van het Verdrag vermelde goederen

9

 

*

Verordening (EG) nr. 68/2006 van de Commissie van 16 januari 2006 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 2488/2000 van de Raad tot handhaving van de bevriezing van middelen in verband met S. Milosevic en de met hem verbonden personen

11

 

 

Verordening (EG) nr. 69/2006 van de Commissie van 16 januari 2006 tot vaststelling van de communautaire producentenprijzen en de communautaire invoerprijzen voor anjers en rozen in het kader van de toepassing van de regeling voor de invoer van bepaalde producten van de bloementeelt van oorsprong uit Jordanië

13

 

 

Verordening (EG) nr. 70/2006 van de Commissie van 16 januari 2006 tot wijziging van de bij Verordening (EG) nr. 1011/2005 voor het verkoopseizoen 2005/2006 vastgestelde representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor bepaalde producten van de sector suiker

15

 

 

Verordening (EG) nr. 71/2006 van de Commissie van 16 januari 2006 tot wijziging van de bij Verordening (EG) nr. 9/2006 vastgestelde restituties bij uitvoer van witte en ruwe suiker in onveranderde vorm

17

 

 

Verordening (EG) nr. 72/2006 van de Commissie van 16 januari 2006 tot wijziging van de bij Verordening (EG) nr. 2132/2005 vastgestelde restituties bij uitvoer in ongewijzigde staat voor stropen en bepaalde andere producten van de sector suiker

19

 

 

II   Besluiten waarvan de publicatie niet voorwaarde is voor de toepassing

 

 

Commissie

 

*

Beschikking van de Commissie van 5 januari 2006 tot wijziging van bijlage B bij Richtlijn 88/407/EEG van de Raad en van bijlage II bij Beschikking 2004/639/EG, wat de voorwaarden voor de invoer van rundersperma betreft (Kennisgeving geschied onder nummer C(2005) 5840)  ( 1 )

21

 

*

Beschikking van de Commissie van 11 januari 2006 tot wijziging van aanhangsel A van bijlage V bij de Toetredingsakte van 2003 wat betreft bepaalde inrichtingen in de vlees- en de melksector in Tsjechië (Kennisgeving geschied onder nummer C(2005) 6052)  ( 1 )

33

 

*

Besluit van de Commissie van 16 januari 2006 houdende wijziging van Besluit 2000/690/EG tot oprichting van een Groep ondernemingenbeleid, teneinde de geldigheidsduur ervan te verlengen

36

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


I Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing

17.1.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 11/1


VERORDENING (EG) Nr. 63/2006 VAN DE COMMISSIE

van 16 januari 2006

tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 3223/94 van de Commissie van 21 december 1994 houdende uitvoeringsbepalingen van de invoerregeling voor groenten en fruit (1), en met name op artikel 4, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In Verordening (EG) nr. 3223/94 zijn op grond van de multilaterale handelsbesprekingen in het kader van de Uruguayronde de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de periodes die in de bijlage bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt.

(2)

Op grond van de bovenvermelde criteria moeten de forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld op de in de bijlage bij deze verordening vermelde niveaus,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 3223/94 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld zoals aangegeven in de tabel in de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 17 januari 2006.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 16 januari 2006.

Voor de Commissie

J. L. DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 337 van 24.12.1994, blz. 66. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 386/2005 (PB L 62 van 9.3.2005, blz. 3).


BIJLAGE

bij de verordening van de Commissie van 16 januari 2006 tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

(EUR/100 kg)

GN-code

Code derde landen (1)

Forfaitaire invoerwaarde

0702 00 00

052

89,6

204

47,1

212

92,7

624

115,6

999

86,3

0707 00 05

052

169,1

204

83,8

999

126,5

0709 10 00

220

94,1

999

94,1

0709 90 70

052

113,0

204

128,4

999

120,7

0805 10 20

052

46,7

204

55,8

220

47,0

388

66,5

624

58,5

999

54,9

0805 20 10

052

74,2

204

71,2

999

72,7

0805 20 30, 0805 20 50, 0805 20 70, 0805 20 90

052

71,1

204

76,7

400

84,3

464

133,0

624

74,7

662

27,9

999

78,0

0805 50 10

052

55,6

220

60,9

999

58,3

0808 10 80

400

108,1

404

93,3

512

58,4

720

60,2

999

80,0

0808 20 50

400

97,2

720

54,4

999

75,8


(1)  Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 750/2005 van de Commissie (PB L 126 van 19.5.2005, blz. 12). De code „999” staat voor „andere oorsprong”.


17.1.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 11/3


VERORDENING (EG) Nr. 64/2006 VAN DE COMMISSIE

van 16 januari 2006

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1695/2005 ten aanzien van de hoeveelheid waarop de permanente openbare inschrijving voor de uitvoer van zachte tarwe die in het bezit is van het Franse interventiebureau, betrekking heeft

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1784/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (1), en met name op artikel 6,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 1695/2005 van de Commissie (2) is een permanente openbare inschrijving geopend voor de uitvoer van 500 000 ton zachte tarwe die in het bezit is van het Franse interventiebureau.

(2)

De deelinschrijvingen die sinds de opening van deze openbare inschrijving zijn gehouden, hebben ertoe geleid dat de ter beschikking van de marktdeelnemers gestelde hoeveelheden nagenoeg volledig zijn afgenomen. Gezien de sterke vraag in de afgelopen weken en in het licht van de marktsituatie verdient het aanbeveling nieuwe hoeveelheden beschikbaar te stellen en het Franse interventiebureau te machtigen de bij openbare inschrijving voor uitvoer te koop aangeboden hoeveelheid te verhogen met 500 000 ton.

(3)

Verordening (EG) nr. 1695/2005 moet dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(4)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor granen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Artikel 2 van Verordening (EG) nr. 1695/2005 wordt vervangen door:

„Artikel 2

De inschrijving heeft betrekking op een hoeveelheid van ten hoogste 1 000 000 ton zachte tarwe voor uitvoer naar derde landen, met uitzondering van Albanië, de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, Bosnië-Herzegovina, Bulgarije, Kroatië, Liechtenstein, Roemenië, Servië en Montenegro (3) en Zwitserland.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 16 januari 2006.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 270 van 21.10.2003, blz. 78.

(2)  PB L 272 van 18.10.2005, blz. 3.

(3)  Met inbegrip van Kosovo zoals gedefinieerd in resolutie nr. 1244 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties van 10 juni 1999.”.


17.1.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 11/4


VERORDENING (EG) Nr. 65/2006 VAN DE COMMISSIE

van 13 januari 2006

houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 622/2003 tot vaststelling van maatregelen voor de tenuitvoerlegging van de gemeenschappelijke basisnormen op het gebied van de beveiliging van de luchtvaart

(Voor de EER relevante tekst)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 2320/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2002 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels op het gebied van de beveiliging van de burgerluchtvaart (1), en met name op artikel 4, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Krachtens Verordening (EG) nr. 2320/2002 dient de Commissie maatregelen vast te stellen voor de tenuitvoerlegging van gemeenschappelijke basisnormen op het gebied van de beveiliging van de burgerluchtvaart in de gehele Europese Unie. Verordening (EG) nr. 622/2003 van de Commissie van 4 april 2003 tot vaststelling van maatregelen voor de tenuitvoerlegging van de gemeenschappelijke basisnormen op het gebied van de beveiliging van de luchtvaart (2) was het eerste besluit dat dergelijke maatregelen bevatte.

(2)

Er is behoefte aan maatregelen om de gemeenschappelijke basisnormen nader te preciseren.

(3)

Het moet met name mogelijk zijn om nieuwe technologieën en processen in de praktijk te testen gedurende een beperkte periode. Dergelijke tests mogen het algemene beveiligingsniveau van de luchtvaart niet in het gedrang brengen.

(4)

Verordening (EG) nr. 622/2003 moet dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(5)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor de beveiliging van de burgerluchtvaart,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Het volgende artikel 3 bis wordt ingevoegd in Verordening (EG) nr. 622/2003:

„Artikel 3 bis

Nieuwe technische methoden en processen

1.   De lidstaten mogen toestemming verlenen voor andere technische methoden of processen voor beveilingsonderzoeken dan in de bijlage opgenomen voorzover:

a)

ze worden gebruikt om een nieuwe manier voor het uitvoeren van het desbetreffende beveiligingsonderzoek te evalueren, en

b)

ze geen negatieve invloed hebben op het algemene beveiligingsniveau.

2.   Als een lidstaat voornemens is toestemming te verlenen voor nieuwe methoden of processen moet hij minstens vier maanden voor de geplande toepassing de Commissie en de overige lidstaten hiervan schriftelijk in kennis stellen, waarbij hij dient aan te geven hoe hij zal garanderen dat de toepassing van de nieuwe methoden of processen aan de vereiste van lid 1, onder b), zal beantwoorden. De kennisgeving dient ook gedetailleerde informatie te bevatten over de plaats(en) waar de methoden of processen zullen worden toegepast en over de geplande duur van de evaluatieperiode.

3.   Als de lidstaat een positief antwoord ontvangt van de Commissie of als hij binnen drie maanden na de schriftelijke kennisgeving geen antwoord heeft ontvangen, mag hij toestemming geven voor de toepassing van de nieuwe methoden of processen.

Als de Commissie niet overtuigd is dat de voorgestelde nieuwe methoden of processen voldoende garanties bieden dat het algemene luchtvaartbeveiligingsniveau in de Gemeenschap in stand wordt gehouden, stelt de Commissie de lidstaat daarvan schriftelijk in kennis binnen drie maanden na ontvangst van de in lid 2 vermelde kennisgeving en legt zij uit waarom zij niet overtuigd is. In dat geval mag de betrokken lidstaat niet beginnen met de toepassing van de methoden of processen zolang de Commissie niet overtuigd is.

4.   De evaluatieperiode voor de technische methoden of processen bedraagt hoogstens achttien maanden. De Commissie kan deze evaluatieperiode met hoogstens twaalf maanden verlengen op voorwaarde dat de lidstaat dit naar behoren kan motiveren.

5.   Tijdens de evaluatieperiode moet de bevoegde autoriteit in de betrokken lidstaat minstens om de zes maanden een verslag over de voortgang van de evaluatie bij de Commissie indienen. De Commissie stelt de overige lidstaten in kennis van de inhoud van dit voortgangsverslag.

6.   De evaluatieperiode mag in geen geval langer duren dan 30 maanden.”

Artikel 2

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 13 januari 2006.

Voor de Commissie

Jacques BARROT

Vicevoorzitter


(1)  PB L 355 van 30.12.2002, blz. 1. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 849/2004 (PB L 158 van 30.4.2004, blz. 1).

(2)  PB L 89 van 5.4.2003, blz. 9. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 857/2005 (PB L 143 van 7.6.2005, blz. 9).


17.1.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 11/6


VERORDENING (EURATOM) Nr. 66/2006 VAN DE COMMISSIE

van 16 januari 2006

houdende vrijstelling van de toepassing van de in het hoofdstuk betreffende de voorziening vastgestelde bepalingen voor de overdracht van kleine hoeveelheden ertsen, grondstoffen en bijzondere splijtstoffen

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name op artikel 2, onder d), en de artikelen 74, 77, 124 en 161,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening nr. 17/66/Euratom van de Commissie van 29 november 1966 houdende vrijstelling van de toepassing der in het hoofdstuk betreffende de voorziening vastgestelde bepalingen voor de overdracht van kleine hoeveelheden ertsen, grondstoffen en bijzondere splijtstoffen (1) is ingrijpend gewijzigd (2). Ter wille van de duidelijkheid en een rationele ordening van de tekst dient tot codificatie van deze verordening te worden overgegaan.

(2)

De voorzieningsomstandigheden van de Gemeenschap wat het kernmateriaal betreft maken het mogelijk enerzijds voor de ertsen en grondstoffen en anderzijds voor de bijzondere splijtstoffen de in artikel 74 van het Verdrag bedoelde vrijstelling op zodanige wijze te verlenen, dat een regelmatige en billijke voorziening van alle gebruikers wordt gevrijwaard,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Voor ertsen en grondstoffen van uranium en thorium geldt vrijstelling van de toepassing van de bepalingen van hoofdstuk VI van titel II van het Verdrag voor:

a)

overdracht en invoer in de Gemeenschap van hoeveelheden die niet meer dan 1 ton aanwezig uranium en/of thorium per transactie bevatten, tot ten hoogste 5 ton van elk van deze materialen per jaar en per gebruiker;

b)

uitvoer uit de Gemeenschap van hoeveelheden die niet meer dan 1 ton aanwezig uranium en/of thorium bevatten, tot ten hoogste 5 ton van elk van deze materialen per jaar en per producent.

Artikel 2

Van de toepassing van de bepalingen van hoofdstuk VI van titel II van het Verdrag inzake de voorziening met bijzondere splijtstoffen worden vrijgesteld de overdracht en de invoer in de Gemeenschap, evenals de uitvoer uit de Gemeenschap, van hoeveelheden die — in de elementaire vorm — niet meer dan 200 g uranium-235, uranium-233 of plutonium per transactie bevatten tot ten hoogste 1 000 g per jaar en per gebruiker, onverminderd voor wat de ingevoerde en uitgevoerde materialen betreft, de bepalingen van de overeenkomsten tot samenwerking tussen de Gemeenschap en derde landen.

Artikel 3

Al wie invoert of uitvoert en elke leverancier die binnen de Gemeenschap overdraagt, in het kader van de in artikelen 1 en 2 bepaalde vrijstelling, moet het Voorzieningsagentschap een driemaandelijkse staat van de aldus verrichte transacties toezenden, waarop moet worden vermeld:

a)

de datum waarop de leveringsovereenkomst is gesloten;

b)

de naam van de overeenkomstsluitende partijen;

c)

de plaats waar het materiaal is geproduceerd;

d)

de chemische en/of fysische aard van de producten;

e)

de hoeveelheden — in eenheden van het metrieke stelsel;

f)

het gebruik van deze ertsen, grondstoffen en bijzondere splijtstoffen.

De in de eerste alinea, onder e), bedoelde mededeling betreft voor de ertsen en grondstoffen de hoeveelheid aanwezig uranium of thorium uitgedrukt in kilogram en voor de bijzondere splijtstoffen de hoeveelheid aanwezig uranium-233, uranium-235 of plutonium in getallen met een decimaal worden naar beneden of naar boven afgerond, naargelang dat de decimaal kleiner of groter is dan 0,5. Wanneer de decimaal gelijk is aan 0,5 wordt het getal afgerond tot de hogere of lagere eenheid, naargelang het cijfer voor de decimaal even of oneven is.

De driemaandelijkse staten worden aan het Agentschap toegezonden binnen een maand na afloop van elk kwartaal waarin de bij deze verordening bedoelde transacties hebben plaatsgevonden.

Artikel 4

Verordening nr. 17/66/Euratom wordt ingetrokken.

Verwijzingen naar de ingetrokken verordening gelden als verwijzingen naar de onderhavige verordening en worden gelezen volgens de concordantietabel in bijlage II.

Artikel 5

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 16 januari 2006.

Voor de Commissie

José Manuel BARROSO

De voorzitter


(1)  PB 241 van 28.12.1966, blz. 4057/66. Verordening gewijzigd bij Verordening (Euratom) nr. 3137/74 (PB L 333 van 13.12.1974, blz. 27).

(2)  Zie bijlage I.


BIJLAGE I

Ingetrokken verordening met de wijziging ervan

Verordening nr. 17/66/Euratom van de Commissie (PB 241 van 28.12.1966, blz. 4057/66)

Verordening (Euratom) nr. 3137/74 van de Commissie (PB L 333 van 13.12.1974, blz. 27).


BIJLAGE II

Concordantietabel

Verordening nr. 17/66/Euratom

De onderhavige verordening

Artikel 1, aanhef

Artikel 1, aanhef

Artikel 1, eerste streepje

Artikel 1, onder a)

Artikel 1, tweede streepje

Artikel 1, onder b)

Artikel 2

Artikel 2

Artikel 3, eerste alinea

Artikel 3, eerste alinea

Artikel 3, eerste alinea, voetnoot 3

Artikel 3, tweede alinea

Artikel 3, tweede alinea

Artikel 3, derde alinea

Artikel 4

Artikel 4

Artikel 5

Bijlage I

Bijlage II


17.1.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 11/9


VERORDENING (EG) Nr. 67/2006 VAN DE COMMISSIE

van 16 januari 2006

houdende wijziging van de restituties die worden toegepast voor bepaalde producten van de sector suiker die worden uitgevoerd in de vorm van niet in bijlage I van het Verdrag vermelde goederen

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1260/2001 van de Raad van 19 juni 2001 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de suikersector (1), inzonderheid op artikel 27, lid 5, onder a), en artikel 27, lid 15,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De restitutiebedragen welke met ingang van 23 december 2005 worden toegepast op de in de bijlage bedoelde producten, uitgevoerd in de vorm van niet in bijlage I van het Verdrag vermelde goederen, zijn vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 2128/2005 van de Commissie (2).

(2)

Toepassing van de regels en criteria welke zijn aangehaald in Verordening (EG) nr. 2128/2005 op de gegevens waarover de Commissie op het huidige tijdstip beschikt, geeft aanleiding tot wijziging van de op dit tijdstip geldende restituties in de zin als vermeld in de bijlage bij deze verordening,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De restitutiebedragen die zijn vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 2128/2005 worden gewijzigd zoals in de bijlage van deze verordening aangegeven.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 17 januari 2006.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 16 januari 2006.

Voor de Commissie

Günter VERHEUGEN

Vicevoorzitter


(1)  PB L 178 van 30.6.2001, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 39/2004 van de Commissie (PB L 6 van 10.1.2004, blz. 16).

(2)  PB L 340 van 23.12.2005, blz. 37.


BIJLAGE

Restituties die worden toegepast vanaf 17 januari 2006 voor bepaalde producten van de sector suiker die worden uitgevoerd in de vorm van niet in bijlage I bij het Verdrag vermelde goederen (1)

GN-code

Omschrijving

Restituties in EUR/100 kg

Bij vaststelling vooraf van de restituties

Overige gevallen

1701 99 10

Witte suiker

32,19

32,19


(1)  De in deze bijlage vastgestelde restituties zijn niet van toepassing op de uitvoer naar Bulgarije met ingang van 1 oktober 2004 en naar Roemenië met ingang van 1 december 2005, noch op de goederen die zijn opgenomen in de tabellen I en II bij Protocol nr. 2 bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat van 22 juli 1972 en die met ingang van 1 februari 2005 naar de Zwitserse Bondsstaat of naar het Vorstendom Liechtenstein worden uitgevoerd.


17.1.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 11/11


VERORDENING (EG) Nr. 68/2006 VAN DE COMMISSIE

van 16 januari 2006

houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 2488/2000 van de Raad tot handhaving van de bevriezing van middelen in verband met S. Milosevic en de met hem verbonden personen

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 2488/2000 van de Raad van 10 november 2000 tot handhaving van de bevriezing van middelen in verband met S. Milosevic en de met hem verbonden personen (1), en met name op artikel 4, lid 2, onder c),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In bijlage II bij Verordening (EG) nr. 2488/2000 worden de bevoegde autoriteiten vermeld die met bepaalde taken betreffende de tenuitvoerlegging van die verordening zijn belast.

(2)

Duitsland, Nederland, Zweden en het Verenigd Koninkrijk hebben verzocht om wijziging van de adresgegevens van hun bevoegde autoriteiten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage II bij Verordening (EG) nr. 2488/2000 wordt gewijzigd overeenkomstig het bepaalde in de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 16 januari 2006.

Voor de Commissie

Eneko LANDÁBURU

Directeur-generaal Buitenlandse betrekkingen


(1)  PB L 287 van 14.11.2000, blz. 19. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1205/2001 van de Commissie (PB L 163 van 20.6.2001, blz. 14) en de Toetredingsakte van 2004, bijlage II, deel 20, punt 8 (PB L 236 van 23.9.2003, blz. 773).


BIJLAGE

Bijlage II bij Verordening (EG) nr. 2488/2000 wordt als volgt gewijzigd:

1)

De adresgegevens voor Duitsland worden vervangen door:

„Deutsche Bundesbank

Servicezentrum Finanzsanktionen

D-80281 München

Tel. (49-89) 28 89 38 00

Fax (49-89) 35 01 63 38 00”

2)

De adresgegevens voor Nederland worden vervangen door:

„Ministerie van Financiën

Directie Financiële Markten/Afdeling Integriteit

Postbus 20201

2500 EE Den Haag

Nederland

Tel. (31-070) 342 89 97

Fax (31-070) 342 79 84”

3)

De adresgegevens voor Zweden worden vervangen door:

„Artikel 2, lid 2

Rikspolisstyrelsen

Box 12256

SE-102 26 Stockholm

Tel. (46-8) 401 90 00

Fax (46-8) 401 99 00

Artikel 3

Finansinspektionen

Box 6750

SE-113 85 Stockholm

Tel. (46-8) 787 80 00

Fax (46-8) 24 13 35

Artikel 4, lid 3

Försäkringskassan

SE-103 51 Stockholm

Tel. (46-8) 786 90 00

Fax (46-8) 411 27 89”

4)

De adresgegevens voor het Verenigd Koninkrijk worden vervangen door:

„Bank of England

Sanctions Emergeny Unit

London EC2R 8AH

Verenigd Koninkrijk

Tel. (44 207) 601 46 07

Fax (44 207) 601 43 09

HM Treasury

International Financial Services

Parliament Street

London SW1P 3AG

Verenigd Koninkrijk

Tel. (44 207) 207 55 50

Fax (44 207) 207 43 65

Voor Gibraltar:

Ernest Montado

Chief Secretary

Government Secretariat

No. 6 Convent Place

Gibraltar

Verenigd Koninkrijk

Tel. (350) 75707

Fax (350) 587 5700”


17.1.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 11/13


VERORDENING (EG) Nr. 69/2006 VAN DE COMMISSIE

van 16 januari 2006

tot vaststelling van de communautaire producentenprijzen en de communautaire invoerprijzen voor anjers en rozen in het kader van de toepassing van de regeling voor de invoer van bepaalde producten van de bloementeelt van oorsprong uit Jordanië

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 4088/87 van de Raad van 21 december 1987 tot vaststelling van de voorwaarden voor de toepassing van preferentiële douanerechten bij invoer van bepaalde producten van de bloementeelt van oorsprong uit Cyprus, Israël, Jordanië, Marokko alsmede de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook (1), en met name op artikel 5, lid 2, onder a),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In artikel 2, lid 2, en artikel 3 van Verordening (EEG) nr. 4088/87 is bepaald dat voor eenbloemige anjers (standaard), veelbloemige anjers (tros), grootbloemige rozen en kleinbloemige rozen om de twee weken communautaire invoerprijzen en communautaire producentenprijzen worden vastgesteld die telkens voor twee weken gelden. Overeenkomstig artikel 1 ter van Verordening (EEG) nr. 700/88 van de Commissie van 17 maart 1988 houdende een aantal uitvoeringsbepalingen van de regeling inzake de invoer in de Gemeenschap van bepaalde producten van de bloementeelt van oorsprong uit Cyprus, Israël, Jordanië en Marokko alsmede de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook (2) worden deze prijzen vastgesteld voor perioden van twee weken op basis van de door de lidstaten verstrekte gewogen gegevens.

(2)

De bovengenoemde prijzen dienen onverwijld te worden vastgesteld opdat de toe te passen douanerechten kunnen worden bepaald.

(3)

Als gevolg van de toetreding van Cyprus tot de Europese Unie per 1 mei 2004 hoeft voor dat land niet langer een invoerprijs te worden vastgesteld.

(4)

Voor Israël, Marokko en de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook hoeft evenmin nog een invoerprijs te worden vastgesteld in verband met de overeenkomsten die zijn goedgekeurd bij Besluit 2003/917/EG van de Raad van 22 december 2003 inzake de sluiting van een Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en de Staat Israël betreffende liberaliseringsmaatregelen voor het onderlinge handelsverkeer en de vervanging van de Protocollen nrs. 1 en 2 bij de Associatieovereenkomst EG-Israël (3), Besluit 2003/914/EG van de Raad van 22 december 2003 betreffende de sluiting van een overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko inzake de liberaliseringsmaatregelen voor het onderlinge handelsverkeer en de vervanging van de Protocollen nr. 1 en nr. 3 bij de Associatieovereenkomst tussen de EG en het Koninkrijk Marokko (4) en Besluit 2005/4/EG van de Raad van 22 december 2004 inzake de sluiting van een overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en de Palestijnse Bevrijdingsorganisatie (PLO) ten behoeve van de Palestijnse Autoriteit van de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook betreffende liberaliseringsmaatregelen voor het onderlinge handelsverkeer en de vervanging van de Protocollen nrs. 1 en 2 bij de interim associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Palestijnse Autoriteit (5).

(5)

De Commissie dient, in de periodes tussen de vergaderingen van her Comité van beheer voor levende planten en producten van de bloementeelt, deze maatregelen zonder het advies van het comité vast te stellen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De communautaire producentenprijzen en de communautaire invoerprijzen voor de in artikel 1 van Verordening (EEG) nr. 4088/87 bedoelde eenbloemige anjers (standaard), veelbloemige anjers (tros), grootbloemige rozen en kleinbloemige rozen worden in de bijlage bij de onderhavige verordening vastgesteld voor de periode van 18 tot en met 31 januari 2006.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 16 januari 2006.

Voor de Commissie

J. L. DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 382 van 31.12.1987, blz. 22. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1300/97 (PB L 177 van 5.7.1997, blz. 1).

(2)  PB L 72 van 18.3.1988, blz. 16. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2062/97 (PB L 289 van 22.10.1997, blz. 1).

(3)  PB L 346 van 31.12.2003, blz. 65.

(4)  PB L 345 van 31.12.2003, blz. 117.

(5)  PB L 2 van 5.1.2005, blz. 4.


BIJLAGE

(EUR/100 stuks)

Periode: 18 tot en met 31 januari 2006

Communautaire producentenprijzen

Eenbloemige anjers

(standaard)

Veelbloemige anjers

(tros)

Grootbloemige rozen

Kleinbloemige rozen

 

16,49

12,05

35,88

13,68

Communautaire invoerprijzen

Eenbloemige anjers

(standaard)

Veelbloemige anjers

(tros)

Grootbloemige rozen

Kleinbloemige rozen

Jordanië


17.1.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 11/15


VERORDENING (EG) Nr. 70/2006 VAN DE COMMISSIE

van 16 januari 2006

tot wijziging van de bij Verordening (EG) nr. 1011/2005 voor het verkoopseizoen 2005/2006 vastgestelde representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor bepaalde producten van de sector suiker

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1260/2001 van de Raad van 19 juni 2001 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (1),

Gelet op Verordening (EG) nr. 1423/95 van de Commissie van 23 juni 1995 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen voor de invoer van producten uit de sector suiker, andere dan melasse (2), en met name op artikel 1, lid 2, tweede alinea, tweede zin, en artikel 3, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De representatieve prijzen en de aanvullende invoerrechten voor witte suiker, ruwe suiker en bepaalde stropen voor het verkoopseizoen 2005/2006 zijn vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1011/2005 van de Commissie (3). Deze prijzen en invoerrechten zijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2161/2005 van de Commissie (4).

(2)

De bovenbedoelde prijzen en invoerrechten moeten op grond van de gegevens waarover de Commissie nu beschikt, overeenkomstig het bepaalde in Verordening (EG) nr. 1423/95 worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De bij Verordening (EG) nr. 1011/2005 voor het verkoopseizoen 2005/2006 vastgestelde representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor de in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 1423/95 bedoelde producten worden gewijzigd zoals aangegeven in de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 17 januari 2006.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 16 januari 2006.

Voor de Commissie

J. L. DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 178 van 30.6.2001, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 39/2004 van de Commissie (PB L 6 van 10.1.2004, blz. 16).

(2)  PB L 141 van 24.6.1995, blz. 16. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 624/98 (PB L 85 van 20.3.1998, blz. 5).

(3)  PB L 170 van 1.7.2005, blz. 35.

(4)  PB L 342 van 24.12.2005, blz. 67.


BIJLAGE

Met ingang van 17 januari 2006 geldende gewijzigde representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor witte suiker, ruwe suiker en de producten van GN-code 1702 90 99

(EUR)

GN-code

Representatieve prijs per 100 kg nettogewicht van het betrokken product

Aanvullend invoerrecht per 100 kg nettogewicht van het betrokken product

1701 11 10 (1)

31,28

1,90

1701 11 90 (1)

31,28

5,89

1701 12 10 (1)

31,28

1,77

1701 12 90 (1)

31,28

5,46

1701 91 00 (2)

31,08

9,69

1701 99 10 (2)

31,08

5,17

1701 99 90 (2)

31,08

5,17

1702 90 99 (3)

0,31

0,34


(1)  Vastgesteld voor de standaardkwaliteit als gedefinieerd in bijlage I, punt II, bij Verordening (EG) nr. 1260/2001 van de Raad (PB L 178 van 30.6.2001, blz. 1).

(2)  Vastgesteld voor de standaardkwaliteit als gedefinieerd in bijlage I, punt I, bij Verordening (EG) nr. 1260/2001.

(3)  Vastgesteld per procentpunt sacharosegehalte.


17.1.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 11/17


VERORDENING (EG) Nr. 71/2006 VAN DE COMMISSIE

van 16 januari 2006

tot wijziging van de bij Verordening (EG) nr. 9/2006 vastgestelde restituties bij uitvoer van witte en ruwe suiker in onveranderde vorm

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1260/2001 van de Raad van 19 juni 2001 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (1), en met name op artikel 27, lid 5, derde alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De bij uitvoer van witte en ruwe suiker in onveranderde vorm toe te passen restituties zijn vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 9/2006 van de Commissie (2).

(2)

De gegevens waarover de Commissie nu beschikt, verschillen van die bij de goedkeuring van Verordening (EG) nr. 9/2006, zodat de restitutiebedragen moeten worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De bij Verordening (EG) nr. 1260/2001 vastgestelde restituties bij uitvoer, in onveranderde vorm, van de in artikel 1, lid 1, onder a), van Verordening (EG) nr. 9/2006 bedoelde, niet-gedenatureerde producten worden overeenkomstig de bijlage gewijzigd.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 17 januari 2006.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 16 januari 2006.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 178 van 30.6.2001, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 39/2004 van de Commissie (PB L 6 van 10.1.2004, blz. 16).

(2)  PB L 3 van 6.1.2006, blz. 9.


BIJLAGE

GEWIJZIGDE BEDRAGEN VAN DE RESTITUTIES BIJ UITVOER VAN WITTE SUIKER EN RUWE SUIKER IN ONVERANDERDE VORM VAN TOEPASSING VANAF 17 JANUARI 2006 (1)

Productcode

Bestemming

Meeteenheid

Restitutiebedrag

1701 11 90 9100

S00

EUR/100 kg

29,61 (2)

1701 11 90 9910

S00

EUR/100 kg

29,61 (2)

1701 12 90 9100

S00

EUR/100 kg

29,61 (2)

1701 12 90 9910

S00

EUR/100 kg

29,61 (2)

1701 91 00 9000

S00

EUR/1 % saccharose × 100 kg nettogewicht product

0,3219

1701 99 10 9100

S00

EUR/100 kg

32,19

1701 99 10 9910

S00

EUR/100 kg

32,19

1701 99 10 9950

S00

EUR/100 kg

32,19

1701 99 90 9100

S00

EUR/1 % saccharose × 100 kg nettogewicht product

0,3219

NB: De codes van de producten en de codes van de bestemmingen serie „A” zijn vastgesteld in Verordening (EEG) nr. 3846/87 van de Commissie (PB L 366 van 24.12.1987, blz. 1), zoals gewijzigd.

De numerieke codes voor de bestemmingen zijn vastgesteld in Verordening (EG) nr. 2081/2003 van de Commissie (PB L 313 van 28.11.2003, blz. 11).

De andere bestemmingen worden als volgt vastgesteld:

S00

:

alle bestemmingen (derde landen, andere gebieden, bevoorrading en met uitvoer uit de Gemeenschap gelijkgestelde bestemmingen) met uitzondering van Albanië, Kroatië, Bosnië en Herzegovina, Servië en Montenegro (met inbegrip van Kosovo, zoals gedefinieerd in Resolutie 1244 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties van 10 juni 1999) en de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië; de uitzondering geldt niet voor suiker die verwerkt is in producten zoals bedoeld in artikel 1, lid 2, onder b), van Verordening (EG) nr. 2201/96 van de Raad (PB L 297 van 21.11.1996, blz. 29).


(1)  De in deze bijlage vastgestelde restituties zijn niet van toepassing met ingang van 1 februari 2005 overeenkomstig Besluit 2005/45/EG van de Raad van 22 december 2004 betreffende het sluiten en de voorlopige toepassing van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat tot wijziging van de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat van 22 juli 1972, wat de bepalingen betreffende verwerkte landbouwproducten betreft (PB L 23 van 26.1.2005, blz. 17).

(2)  Dit bedrag geldt voor ruwe suiker met een rendement van 92 %. Indien het rendement van de geëxporteerde ruwe suiker afwijkt van 92 %, wordt het bedrag van de toe te passen restitutie berekend overeenkomstig het bepaalde in artikel 28, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1260/2001.


17.1.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 11/19


VERORDENING (EG) Nr. 72/2006 VAN DE COMMISSIE

van 16 januari 2006

tot wijziging van de bij Verordening (EG) nr. 2132/2005 vastgestelde restituties bij uitvoer in ongewijzigde staat voor stropen en bepaalde andere producten van de sector suiker

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1260/2001 van de Raad van 19 juni 2001 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (1), en met name op artikel 27, lid 5, derde alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De restituties bij uitvoer in ongewijzigde staat voor stropen en bepaalde andere producten van de sector suiker zijn vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 2132/2005 van de Commissie (2).

(2)

Omdat de gegevens waarover de Commissie nu beschikt, verschillen van die welke bij de vaststelling van Verordening (EG) nr. 2132/2005 voorhanden waren, moeten deze restituties worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De bij Verordening (EG) nr. 2132/2005 voor het verkoopseizoen 2005/2006 vastgestelde restituties die moeten worden toegekend bij uitvoer in ongewijzigde staat van de in artikel 1, lid 1, onder d), f) en g), van Verordening (EG) nr. 1260/2001 bedoelde producten, worden gewijzigd zoals aangegeven in de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 17 januari 2006.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 16 januari 2006.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 178 van 30.6.2001, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 39/2004 van de Commissie (PB L 6 van 10.1.2004, blz. 16).

(2)  PB L 340 van 23.12.2005, blz. 47.


BIJLAGE

GEWIJZIGDE RESTITUTIES BIJ UITVOER IN ONGEWIJZIGDE STAAT VOOR STROPEN EN BEPAALDE ANDERE PRODUCTEN VAN DE SECTOR SUIKER (1)

Productcode

Bestemming

Meeteenheid

Restitutiebedrag

1702 40 10 9100

S00

EUR/100 kg droge stof

32,19 (2)

1702 60 10 9000

S00

EUR/100 kg droge stof

32,19 (2)

1702 60 80 9100

S00

EUR/100 kg droge stof

61,16 (3)

1702 60 95 9000

S00

EUR/1 % sacharose × 100 kg nettoproduct

0,3219 (4)

1702 90 30 9000

S00

EUR/100 kg droge stof

32,19 (2)

1702 90 60 9000

S00

EUR/1 % sacharose × 100 kg nettoproduct

0,3219 (4)

1702 90 71 9000

S00

EUR/1 % sacharose × 100 kg nettoproduct

0,3219 (4)

1702 90 99 9900

S00

EUR/1 % sacharose × 100 kg nettoproduct

0,3219 (4)  (5)

2106 90 30 9000

S00

EUR/100 kg droge stof

32,19 (2)

2106 90 59 9000

S00

EUR/1 % sacharose × 100 kg nettoproduct

0,3219 (4)

NB: De codes van de producten en de codes van de bestemmingen serie „A” zijn vastgesteld in Verordening (EEG) nr. 3846/87 van de Commissie (PB L 366 van 24.12.1987, blz. 1), zoals gewijzigd.

De numerieke codes voor de bestemmingen zijn vastgesteld in Verordening (EG) nr. 2081/2003 (PB L 313 van 28.11.2003, blz. 11).

De andere bestemmingen worden als volgt vastgesteld:

S00

:

alle bestemmingen (derde landen, andere gebieden, bevoorrading en met uitvoer uit de Gemeenschap gelijkgestelde bestemmingen) met uitzondering van Albanië, Kroatië, Bosnië en Herzegovina, Servië en Montenegro (met inbegrip van Kosovo, als omschreven in resolutie nr. 1244 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties van 10 juni 1999) en de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië; de uitzondering geldt niet voor suiker die verwerkt is in producten als bedoeld in artikel 1, lid 2, onder b), van Verordening (EG) nr. 2201/96 van de Raad (PB L 297 van 21.11.1996, blz. 29).


(1)  De in deze bijlage vastgestelde restituties zijn niet van toepassing met ingang van 1 februari 2005 overeenkomstig Besluit 2005/45/EG van de Raad van 22 december 2004 betreffende het sluiten en de voorlopige toepassing van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat tot wijziging van de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat van 22 juli 1972, wat de bepalingen betreffende verwerkte landbouwproducten betreft (PB L 23 van 26.1.2005, blz. 17).

(2)  Alleen geldig voor de in artikel 5 van Verordening (EG) nr. 2135/95 bedoelde producten.

(3)  Alleen geldig voor de in artikel 6 van Verordening (EG) nr. 2135/95 bedoelde producten.

(4)  Het basisbedrag is niet van toepassing op stropen met een zuiverheid van minder dan 85 % (Verordening (EG) nr. 2135/95). Het sacharosegehalte wordt overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EG) nr. 2135/95 vastgesteld.

(5)  Het basisbedrag is niet van toepassing op het in de bijlage, punt 2, van Verordening (EEG) nr. 3513/92 van de Commissie (PB L 355 van 5.12.1992, blz. 12) bedoelde product.


II Besluiten waarvan de publicatie niet voorwaarde is voor de toepassing

Commissie

17.1.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 11/21


BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 5 januari 2006

tot wijziging van bijlage B bij Richtlijn 88/407/EEG van de Raad en van bijlage II bij Beschikking 2004/639/EG, wat de voorwaarden voor de invoer van rundersperma betreft

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2005) 5840)

(Voor de EER relevante tekst)

(2006/16/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 88/407/EEG van de Raad van 14 juni 1988 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke voorschriften van toepassing op het intracommunautaire handelsverkeer in sperma van runderen en de invoer daarvan (1), en met name op artikel 10, lid 2, eerste alinea, artikel 11, lid 2, en artikel 17, tweede alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De wijziging van Richtlijn 88/407/EEG bij Richtlijn 2003/43/EG (2) maakte een herschikking van de beschikkingen van de Commissie over de veterinairrechtelijke voorschriften voor de invoer van rundersperma in de Gemeenschap noodzakelijk.

(2)

De Commissie keurde daarom Beschikking 2004/639/EG van 6 september 2004 tot vaststelling van de voorwaarden voor de invoer van rundersperma (3) goed, waardoor de voorschriften over de invoer van rundersperma in een enkele beschikking werden samengebracht.

(3)

Er zijn evenwel problemen gerezen bij de invoer van rundersperma uit derde landen omdat in bijlage B bij Richtlijn 88/407/EEG en in bijlage II bij Beschikking 2004/639/EG informatie ontbrak dan wel onjuist was; bijgevolg moeten deze bijlagen dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(4)

Om de marktdeelnemers in staat te stellen zich aan de in deze beschikking opgenomen nieuwe voorwaarden aan te passen, moet worden voorzien in een overgangsperiode, waarin onder bepaalde voorwaarden rundersperma dat voldoet aan de voorwaarden in het vóór de datum van toepassing van deze beschikking van kracht zijnde model van het veterinaire certificaat, in de Gemeenschap mag worden ingevoerd.

(5)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

Bijlage B bij Richtlijn 88/407/EEG wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage I bij deze beschikking.

Artikel 2

Bijlage II bij Beschikking 2004/639/EG wordt vervangen door bijlage II bij deze beschikking.

Artikel 3

Gedurende een overgangsperiode, die afloopt op 31 maart 2006, staan de lidstaten de invoer van rundersperma toe, op voorwaarde dat dit sperma:

a)

voldoet aan de voorwaarden die zijn neergelegd in het model van het veterinaire certificaat in bijlage II bij Beschikking 2004/639/EG, dat van toepassing was vóór de datum van toepassing van deze beschikking; en tevens

b)

vergezeld gaat van een dergelijk, naar behoren ingevuld certificaat.

Artikel 4

Deze beschikking is van toepassing met ingang van 1 januari 2006.

Artikel 5

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 5 januari 2006.

Voor de Commissie

Markos KYPRIANOU

Lid van de Commissie


(1)  PB L 194 van 22.7.1988, blz. 10. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 2004/101/EG van de Commissie (PB L 30 van 4.2.2004, blz. 15).

(2)  PB L 143 van 11.6.2003, blz. 23.

(3)  PB L 292 van 15.9.2004, blz. 21. Beschikking gewijzigd bij Beschikking 2005/290/EG (PB L 93 van 12.4.2005, blz. 34).


BIJLAGE I

De tweede alinea van hoofdstuk I, punt 1, onder d), van bijlage B bij Richtlijn 88/407/EEG komt als volgt te luiden:

„De bevoegde autoriteit kan toestaan dat voor de in dit punt bedoelde tests gebruik wordt gemaakt van monsters die zijn verkregen in de quarantainevoorziening. In dat geval mag de onder a) bedoelde quarantaineperiode niet aanvangen vóór de datum waarop de monsters zijn afgenomen. Blijkt een van de in dit punt vermelde tests positief te zijn, dan wordt het dier in kwestie onmiddellijk uit de quarantainevoorziening verwijderd. Bij collectieve quarantaine mag de onder a) bedoelde quarantaineperiode voor de overblijvende dieren pas aanvangen nadat het positief reagerende dier verwijderd is;”.


BIJLAGE II

„BIJLAGE II

Modellen van veterinaire invoercertificaten

DEEL 1

VOOR INVOER BESTEMD RUNDERSPERMA DAT IS GEWONNEN OVEREENKOMSTIG RICHTLIJN 88/407/EEG VAN DE RAAD, ZOALS GEWIJZIGD BIJ RICHTLIJN 2003/43/EG

Onderstaand model van het certificaat is van toepassing op de invoer van sperma dat is gewonnen overeenkomstig Richtlijn 88/407/EEG, zoals gewijzigd bij Richtlijn 2003/43/EG.

Image

Image

Image

DEEL 2

RUNDERSPERMA GEWONNEN, BEHANDELD EN OPGESLAGEN VÓÓR 31 DECEMBER 2004 VOOR INVOER NA 1 JANUARI 2005 OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 2, LID 2, VAN RICHTLIJN 2003/43/EG VAN DE RAAD

Onderstaand model van het certificaat is met ingang van 1 januari 2005 van toepassing op de invoer van voorraden sperma die vóór 31 december 2004 zijn gewonnen, behandeld en opgeslagen overeenkomstig de oude voorwaarden van Richtlijn 88/407/EEG en die na die datum worden ingevoerd overeenkomstig artikel 2, lid 2, van Richtlijn 2003/43/EG.

Image

Image

Image

Image


17.1.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 11/33


BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 11 januari 2006

tot wijziging van aanhangsel A van bijlage V bij de Toetredingsakte van 2003 wat betreft bepaalde inrichtingen in de vlees- en de melksector in Tsjechië

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2005) 6052)

(Voor de EER relevante tekst)

(2006/17/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op de Akte van toetreding van Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije, en met name op bijlage V, hoofdstuk 3, afdeling A, punt 1, onder d),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Aan Tsjechië is een overgangsperiode toegestaan voor bepaalde inrichtingen die zijn opgenomen in aanhangsel A (1) van bijlage V bij de Toetredingsakte van 2003.

(2)

Volgens een officiële verklaring van de bevoegde Tsjechische autoriteit hebben bepaalde inrichtingen hun moderniseringsproces voltooid en voldoen zij nu volledig aan de communautaire wetgeving. Bepaalde inrichtingen hebben activiteiten gestaakt waarvoor een overgangsperiode was toegestaan. Deze inrichtingen moeten daarom worden geschrapt van de lijst van inrichtingen waarvoor een overgangsregeling geldt.

(3)

Over de status van drie vleesinrichtingen en de herindeling ervan in de categorie inrichtingen met een geringe capaciteit worden nog steeds besprekingen gevoerd met de bevoegde Tsjechische autoriteit. Er moet wat extra tijd worden geboden om de situatie te verduidelijken.

(4)

Aanhangsel A van bijlage V bij de Toetredingsakte van 2003 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd. Ter wille van de duidelijkheid moet het worden vervangen.

(5)

Het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is van de in deze beschikking vervatte maatregelen in kennis gesteld,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

Aanhangsel A van bijlage V bij de Toetredingsakte van 2003 wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij deze beschikking.

Artikel 2

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 11 januari 2006.

Voor de Commissie

Markos KYPRIANOU

Lid van de Commissie


(1)  PB C 227 E van 23.9.2003, blz. 14.


BIJLAGE

„Aanhangsel A

bedoeld in hoofdstuk 3, afdeling A, punt 1, van bijlage V (1)

Lijst van inrichtingen met de tekortkomingen en de uiterste data voor het verhelpen van de tekortkomingen

SLACHTERIJEN

Nr.

Vet. nr.

Naam van de inrichting

Tekortkoming

Datum waarop aan alle voorschriften moet zijn voldaan

1

 

JABOR, s.r.o.

Richtlijn 64/433/EEG van de Raad:

 

Bijlage II, hoofdstuk I, punt 9

 

Bijlage II, hoofdstuk II, punt 10, onder b), c) en e)

31.12.2005

2

 

Jaroslav Kouba, Řeznictví — uzenářství

Richtlijn 64/433/EEG van de Raad:

 

Bijlage I, hoofdstuk I, punt 1, onder b), c) en e)

 

Bijlage I, hoofdstuk I, punt 2, onder b)

 

Bijlage I, hoofdstuk I, punt 4, onder c) en d)

 

Bijlage I, hoofdstuk I, punten 5, 11 en 12

 

Bijlage I, hoofdstuk II, punt 14, onder b), e), h) en i)

 

Bijlage I, hoofdstuk III, punt 15, onder b)

31.12.2005

3

 

Karel Nozar, Jatky Janov

Richtlijn 64/433/EEG van de Raad:

 

Bijlage I, hoofdstuk I, punt 1, onder a) en b)

 

Bijlage I, hoofdstuk I, punt 2, onder a), en punt 11

31.12.2006

4

 

Pavel Hřebejk — Firma Slávie

Richtlijn 64/433/EEG van de Raad:

 

Bijlage I, hoofdstuk I, punt 1, onder a), b) en e)

 

Bijlage I, hoofdstuk I, punt 4, onder c)

 

Bijlage I, hoofdstuk I, punten 11 en 12

 

Bijlage I, hoofdstuk II, punt 14, onder a), b), c) en h)

Richtlijn 77/99/EEG van de Raad:

 

Bijlage A, hoofdstuk I, punt 2, onder a), b) en e)

 

Bijlage B, hoofdstuk I, punt 1, onder b), d), e) en f)

31.12.2006

5

 

Zemědělské družstvo Čechtice — Jatka Jeníkov

Richtlijn 64/433/EEG van de Raad:

 

Bijlage I, hoofdstuk I, punt 1, onder a), b), c) en d)

 

Bijlage I, hoofdstuk I, punt 4, onder d)

 

Bijlage I, hoofdstuk I, punten 5 en 11

31.12.2006

6

 

ZD Rosice u Chrasti — masná výroba a jatky

Richtlijn 64/433/EEG van de Raad:

 

Bijlage I, hoofdstuk I, punt 1, onder a), b), c), e) en g)

 

Bijlage I, hoofdstuk I, punt 2, onder a)

 

Bijlage I, hoofdstuk I, punt 4, onder c)

 

Bijlage I, hoofdstuk I, punten 5 en 11

31.12.2006

7

 

Zemědělské obchodní družstvo, družstvo Šebkovice

Richtlijn 64/433/EEG van de Raad:

 

Bijlage I, hoofdstuk I, punt 1, onder b), c) en e)

 

Bijlage I, hoofdstuk I, punten 7 en 11

 

Bijlage I, hoofdstuk III, punt 15, onder b),

 

Bijlage I, hoofdstuk IV, punt 16, onder b)

31.12.2005

8

 

ZVOS Hustopeče, a.s.

Richtlijn 64/433/EEG van de Raad:

 

Bijlage I, hoofdstuk I, punt 1, onder a) en b)

 

Bijlage I, hoofdstuk I, punt 9

 

Bijlage I, hoofdstuk II, punt 14, onder a) en h)

 

Bijlage I, hoofdstuk IV, punt 16, onder a)

31.12.2005

9

 

MASOEKO, s.r.o.

Richtlijn 64/433/EEG van de Raad:

 

Bijlage I, hoofdstuk I, punt 1, onder a), b), c) en e)

 

Bijlage I, hoofdstuk I, punt 2, onder a) en b)

 

Bijlage I, hoofdstuk I, punt 3

 

Bijlage I, hoofdstuk I, punt 4, onder a), b) en c)

 

Bijlage I, hoofdstuk I, punten 5, 10, 11 en 12

 

Bijlage I, hoofdstuk II, punt 14, onder a), b), c), e), f) en h)

 

Bijlage I, hoofdstuk III, punt 15, onder b)

31.12.2006


VLEESVERWERKING EN VERVAARDIGING VAN VLEESPRODUCTEN

Nr.

Vet. nr.

Naam van de inrichting

Tekortkomingen

Datum waarop aan alle voorschriften moet zijn voldaan

1

 

Agrodružstvo vlastníků — ADV Libštát

Richtlijn 64/433/EEG van de Raad:

 

Bijlage I, hoofdstuk I, punt 2, onder b)

 

Bijlage I, hoofdstuk I, punten 5 en 9

Richtlijn 77/99/EEG van de Raad:

 

Bijlage A, hoofdstuk I, punt 1

 

Bijlage A, hoofdstuk I, punt 2, onder a), c), d) en g)

 

Bijlage A, hoofdstuk I, punt 4

31.12.2006

2

 

Josef Kalina — JoKa Litoměřice (nu JOTIS s.r.o Litoměřice)

Richtlijn 77/99/EEG van de Raad:

 

Bijlage A, hoofdstuk I, punt 1

 

Bijlage A, hoofdstuk I, punt 2, onder a), b) en c)

 

Bijlage A, hoofdstuk I, punt 11

 

Bijlage B, hoofdstuk I, punt 1, onder d)

 

Bijlage B, hoofdstuk II, punt 4

31.12.2006

3

 

Drůbež Příšovice a.s.

Richtlijn 77/99/EEG van de Raad:

 

Bijlage I, hoofdstuk 1, punt 7, onder a), b) en c)

 

Bijlage I, hoofdstuk 1, punt 5

31.12.2005


ZUIVELBEDRIJVEN

Nr.

Vet. nr.

Naam van de inrichting

Tekortkoming

Datum waarop aan alle voorschriften moet zijn voldaan

1

 

Krkonošské sýrárny a.s.

Richtlijn 92/46/EEG van de Raad:

 

Bijlage B, hoofdstuk I, punt 2, onder a), b), c) en g)

 

Bijlage B, hoofdstuk I, punten 8 en 11

31.12.2006

2

 

PROM s.r.o.

Richtlijn 92/46/EEG van de Raad:

 

Bijlage B, hoofdstuk I, punt 1

 

Bijlage B, hoofdstuk I, punt 2, onder a), b), c), d), e) en g)

 

Bijlage B, hoofdstuk I, punten 3, 9, 11, 13 en 15

 

Bijlage B, hoofdstuk VI, punt 1

31.12.2006

3

 

Tavírna sýrů Nymburk s.r.o.

Richtlijn 92/46/EEG van de Raad:

 

Bijlage B, hoofdstuk I, punten 3 en 11

31.12.2006”


(1)  Voor de tekst van bijlage V zie PB L 236 van 23.9.2003, blz. 803.


17.1.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 11/36


BESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 16 januari 2006

houdende wijziging van Besluit 2000/690/EG tot oprichting van een Groep ondernemingenbeleid, teneinde de geldigheidsduur ervan te verlengen

(2006/18/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In overeenstemming met artikel 6 van Besluit 2000/690/EG van de Commissie (1) lijkt het wenselijk dat de werkzaamheden van de Groep ondernemingenbeleid in 2006 ongehinderd worden voortgezet in de in het besluit vastgestelde vorm.

(2)

Besluit 2000/690/EG moet dan ook dienovereenkomstig worden gewijzigd,

BESLUIT:

Enig artikel

In artikel 6 van Besluit 2000/690/EG wordt de tweede zin vervangen door: „Het is van toepassing tot en met 31 december 2006.”.

Gedaan te Brussel, 16 januari 2006.

Voor de Commissie

Günter VERHEUGEN

Vicevoorzitter


(1)  PB L 285 van 10.11.2000, blz. 24. Besluit gewijzigd bij Besluit 2003/247/EG (PB L 93 van 10.4.2003, blz. 27).