ISSN 1725-2598 |
||
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 304 |
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Wetgeving |
48e jaargang |
Inhoud |
|
I Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing |
Bladzijde |
|
* |
||
|
|
||
|
|
|
|
|
(1) Voor de EER relevante tekst |
NL |
Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben. Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten. |
I Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing
23.11.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 304/1 |
VERORDENING (EG) Nr. 1905/2005 VAN DE RAAD
van 14 november 2005
tot wijziging van Verordening (EG) nr. 297/95 inzake de vergoedingen die aan het Europees Geneesmiddelenbureau dienen te worden betaald
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 297/95 van de Raad van 10 februari 1995 inzake de vergoedingen die aan het Europees Geneesmiddelenbureau dienen te worden betaald (1), en met name op artikel 12,
Gezien het voorstel van de Commissie,
Gezien het advies van het Europees Parlement (2),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
In artikel 67, lid 3, van Verordening (EG) nr. 726/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 tot vaststelling van communautaire procedures voor het verlenen van vergunningen en het toezicht op geneesmiddelen voor menselijk en diergeneeskundig gebruik en tot oprichting van een Europees Geneesmiddelenbureau (3) is bepaald dat de ontvangsten van het Europees Geneesmiddelenbureau (hierna het „Bureau” genoemd) bestaan uit een bijdrage van de Gemeenschap en uit de vergoedingen die door de ondernemingen worden betaald voor het verkrijgen en laten verlengen van een communautaire vergunning voor het in de handel brengen en voor andere door het Bureau verleende diensten. |
(2) |
Verordening (EG) nr. 726/2004 geeft het Bureau ook nieuwe taken. Bovendien zijn de bestaande taken veranderd na wijzigingen van Richtlijn 2001/82/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 november 2001 tot vaststelling van een communautair wetboek betreffende geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik (4) en van Richtlijn 2001/83/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 november 2001 tot vaststelling van een communautair wetboek betreffende geneesmiddelen voor menselijk gebruik (5). |
(3) |
Gelet op de ervaringen die sinds 1995 zijn opgedaan, is er geen reden om wijzigingen aan te brengen in de algemene beginselen en de algehele samenstelling van de vergoedingen, noch in de belangrijkste praktische en procedurele bepalingen die bij Verordening (EG) nr. 297/95 zijn vastgesteld. Wel moeten de tarieven voor de door het Bureau in rekening gebrachte vergoedingen worden berekend op basis van de werkelijk door het Bureau verleende dienst en worden afgestemd op specifieke geneesmiddelen. Ook moet worden gezorgd voor evenredigheid tussen de vergoedingen, de kosten voor de beoordeling van de aanvragen en de verlening van de verlangde dienst. |
(4) |
Verordening (EG) nr. 726/2004 voorziet in nieuwe activiteiten van het Bureau na de verlening van de vergunning. Tot deze taken behoren de registratie van de data waarop geneesmiddelen waarvoor volgens de communautaire procedures vergunningen zijn verleend, daadwerkelijk in de handel worden gebracht, het bijhouden van de vergunningsdossiers en van de verschillende door het Bureau beheerde databanken en een doorlopende afweging van de risico’s en voordelen van geneesmiddelen waarvoor een vergunning is verleend. Voorts moet het Bureau minder afhankelijk worden van de vergoedingen die voor nieuwe aanvragen verschuldigd zijn. Met het oog op deze veranderingen moet de jaarlijkse vergoeding dan ook met 10 % worden verhoogd. |
(5) |
Er moeten nieuwe categorieën vergoedingen worden vastgesteld voor nieuwe specifieke taken die het Bureau reeds uitvoert, zoals voor nieuwe typen wetenschappelijk advies met betrekking tot een geneesmiddel. |
(6) |
De raad van beheer van het Bureau moet de bevoegdheid hebben om op voorstel van de directeur en na gunstig advies van de Commissie bepalingen vast te stellen die voor de uitvoering van deze verordening noodzakelijk zijn. Aangezien de tarieven van de vergoedingen in de onderhavige verordening in de vorm van maximumtarieven worden vastgesteld, moet de raad van beheer met name gedetailleerde classificaties en lijsten van beperkte vergoedingen opstellen. |
(7) |
Voorts moet de directeur bevoegd blijven om in uitzonderlijke gevallen te besluiten tot een verlaging van de vergoedingen, met name in bepaalde gevallen betreffende specifieke geneesmiddelen en wanneer een korting om dwingende redenen in verband met de volksgezondheid of de gezondheid van dieren noodzakelijk is. De directeur moet eveneens kunnen beslissen over de vrijstelling van betaling van een vergoeding bij geneesmiddelen voor de behandeling van zeldzame ziekten, voor de behandeling van ziekten bij minder gangbare diersoorten en voor de toevoeging van diersoorten bij de bepaling van maximumwaarden voor residuen overeenkomstig de procedure van Verordening (EEG) nr. 2377/90 van de Raad van 26 juni 1990 houdende een communautaire procedure tot vaststelling van maximumwaarden voor residuen van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik in levensmiddelen van dierlijke oorsprong (6). |
(8) |
Op grond van artikel 70, lid 2, van Verordening (EG) nr. 726/2004 vallen de omstandigheden waaronder middelgrote en kleine bedrijven lagere vergoedingen mogen betalen, betaling van vergoedingen mogen uitstellen of administratieve bijstand kunnen krijgen, niet onder deze verordening. |
(9) |
Om ervoor te zorgen dat de vergoedingen onmiddellijk in de begroting kunnen worden opgenomen, moeten zij op de datum van validering verschuldigd zijn, maar binnen een bepaald aantal dagen worden betaald. |
(10) |
Er moet worden bepaald dat, nadat de nodige ervaring is opgedaan, over de uitvoering van deze verordening verslag wordt uitgebracht en dat de tarieven voor de vergoedingen zo nodig worden herzien. |
(11) |
Er moet een indexeringsmechanisme worden ingevoerd voor een automatische aanpassing van de vergoedingen op basis van de officiële inflatiecijfers. |
(12) |
Ter wille van de consistentie moet deze verordening op de datum van de volledige inwerkingtreding van Verordening (EG) nr. 726/2004 toepasselijk worden. De onderhavige verordening dient niet van toepassing te zijn op geldige aanvragen die bij de inwerkingtreding daarvan reeds in behandeling waren. |
(13) |
Verordening (EG) nr. 297/95 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Verordening (EG) nr. 297/95 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
Artikel 1, tweede alinea, wordt vervangen door: „De hoogte van deze vergoedingen wordt in euro vastgesteld.”. |
2) |
Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:
|
3) |
Artikel 4 wordt vervangen door: „Artikel 4 Geneesmiddelen voor menselijk gebruik waarvoor de procedures van Richtlijn 2001/83/EG worden gevolgd Een verwijzingsvergoeding van 58 000 EUR is verschuldigd wanneer op initiatief van de aanvrager of houder van een vergunning voor het in de handel brengen de procedure van artikel 30, lid 1, of artikel 31 van Richtlijn 2001/83/EG wordt ingeleid. Wanneer de in de eerste alinea bedoelde procedures meer dan één aanvrager of houder van een vergunning voor het in de handel brengen betreffen, kunnen de aanvragers of houders een groep vormen en samen één verwijzingsvergoeding betalen. Als een procedure echter meer dan tien verschillende aanvragers of houders betreft, geldt bovengenoemde verwijzingsvergoeding.”. |
4) |
Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:
|
5) |
Artikel 6 wordt vervangen door: „Artikel 6 Geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik waarvoor de procedures van Richtlijn 2001/82/EG worden gevolgd Een verwijzingsvergoeding van 34 800 EUR is verschuldigd wanneer op initiatief van de aanvrager of houder van een vergunning voor het in de handel brengen de procedure van artikel 34, lid 1, of artikel 35 van Richtlijn 2001/82/EG wordt ingeleid. Wanneer de in de eerste alinea bedoelde procedures meer dan één aanvrager of houder van een vergunning voor het in de handel brengen betreffen, kunnen de aanvragers of houders een groep vormen en samen één verwijzingsvergoeding betalen. Als een procedure echter meer dan tien verschillende aanvragers of houders betreft, geldt bovengenoemde verwijzingsvergoeding.”. |
6) |
Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:
|
7) |
Artikel 8 wordt vervangen door: „Artikel 8 Diverse vergoedingen De vergoeding voor wetenschappelijk advies is verschuldigd voor een verzoek om wetenschappelijk advies met betrekking tot de uitvoering van de verschillende proeven en onderzoeken die nodig zijn om de kwaliteit, veiligheid en werkzaamheid van geneesmiddelen aan te tonen. Bij geneesmiddelen voor menselijk gebruik bedraagt de vergoeding 69 600 EUR. Bij geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik bedraagt de vergoeding 34 800 EUR. In afwijking van de tweede alinea is voor bepaalde wetenschappelijke adviezen betreffende geneesmiddelen voor menselijk gebruik een beperkte vergoeding voor wetenschappelijk advies verschuldigd, die tussen de 17 400 EUR en de 52 200 EUR bedraagt. In afwijking van de derde alinea is voor bepaalde wetenschappelijke adviezen betreffende geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik een beperkte vergoeding voor wetenschappelijk advies verschuldigd, die tussen de 8 700 EUR en de 26 100 EUR bedraagt. De in de vierde en vijfde alinea bedoelde wetenschappelijk adviezen worden opgenomen in een lijst die overeenkomstig artikel 11, lid 2, wordt opgesteld. Een vergoeding voor wetenschappelijke diensten is verschuldigd wanneer een wetenschappelijk comité wordt gevraagd een advies te geven dat niet onder de artikelen 3 tot en met 7 of onder artikel 8, lid 1, valt. Hiertoe behoren de beoordeling van traditionele kruidengeneesmiddelen, adviezen over de verstrekking van geneesmiddelen op basis van „compassionate use”, raadpleging over stoffen in medische hulpmiddelen, inclusief bloedderivaten, die de werking van die hulpmiddelen moeten ondersteunen, en de beoordeling van plasma- en vaccinatiedossiers. Bij geneesmiddelen voor menselijk gebruik bedraagt de vergoeding 232 000 EUR. Bij geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik bedraagt de vergoeding 116 000 EUR. Wetenschappelijke adviezen die ingevolge artikel 58 van Verordening (EG) nr. 726/2004 worden uitgebracht ter beoordeling van geneesmiddelen voor menselijk gebruik die bedoeld zijn om uitsluitend buiten de Gemeenschap in de handel te worden gebracht, vallen onder artikel 3 van deze verordening. In afwijking van de tweede alinea is voor bepaalde wetenschappelijke adviezen of diensten betreffende geneesmiddelen voor menselijk gebruik een beperkte vergoeding voor wetenschappelijke diensten verschuldigd, die tussen de 2 500 EUR en de 200 000 EUR bedraagt. In afwijking van de derde alinea is voor bepaalde wetenschappelijke adviezen of diensten betreffende geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik een beperkte vergoeding voor wetenschappelijke diensten verschuldigd, die tussen de 2 500 EUR en de 100 000 EUR bedraagt. De in de vijfde en zesde alinea bedoelde wetenschappelijk adviezen of diensten worden opgenomen in een lijst die overeenkomstig artikel 11, lid 2, wordt opgesteld. Een vergoeding voor administratieve diensten, die tussen de 100 EUR en de 5 800 EUR bedraagt, is verschuldigd wanneer documenten of certificaten worden afgegeven buiten het kader van de diensten waarop de andere in deze verordening opgenomen vergoedingen van toepassing zijn, wanneer een aanvraag na de administratieve validering van het betrokken dossier wordt afgewezen of wanneer de bij parallelle distributie vereiste informatie moet worden gecontroleerd. Een classificatie van de diensten en vergoedingen wordt opgenomen in een lijst die overeenkomstig artikel 11, lid 2, wordt opgesteld.”. |
8) |
In artikel 9 wordt de tweede alinea vervangen door: „Er kan volledige of gedeeltelijke vrijstelling van betaling van de in deze verordening bedoelde vergoedingen worden verleend, met name voor geneesmiddelen voor de behandeling van zeldzame ziekten of van ziekten bij minder gangbare diersoorten, voor de uitbreiding van een bestaande MRL tot andere diersoorten of voor geneesmiddelen die op basis van „compassionate use” worden verstrekt. De precieze voorwaarden voor de toepassing van de volledige of gedeeltelijke vrijstelling worden overeenkomstig artikel 11, lid 2, vastgesteld. De vergoeding die voor een advies over een geneesmiddel voor „compassionate use” verschuldigd is, wordt afgetrokken van de vergoeding die voor een aanvraag van een vergunning voor het in de handel brengen van hetzelfde geneesmiddel verschuldigd is, mits het om dezelfde aanvrager gaat.”. |
9) |
Artikel 10 wordt vervangen door: „Artikel 10 Vervaldatum en opschorting van betaling 1. De vergoedingen zijn verschuldigd op de datum van de administratieve validering van de aanvraag, tenzij dit in specifieke bepalingen anders is bepaald. Zij moeten worden betaald binnen 45 dagen na de datum waarop de aanvrager van de administratieve validering in kennis wordt gesteld. Zij worden voldaan in euro. De jaarlijkse vergoeding is verschuldigd één jaar na de dag van kennisgeving van de beschikking tot verlening van de vergunning voor het in de handel brengen, en vervolgens telkens een jaar later. Zij moet binnen 45 dagen na de vervaldatum worden betaald. De jaarlijkse vergoeding heeft betrekking op het voorgaande jaar. De inspectievergoeding moet binnen 45 dagen na de datum waarop de inspectie is uitgevoerd, worden betaald. 2. De betaling van de vergoeding voor een aanvraag van een vergunning voor het in de handel brengen van een geneesmiddel dat bestemd is voor gebruik bij pandemieën bij de mens, wordt opgeschort totdat de pandemie is erkend door de Wereldgezondheidsorganisatie of door de Commissie in het kader van Beschikking nr. 2119/98/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 september 1998 tot oprichting van een netwerk voor epidemiologische surveillance en beheersing van overdraagbare ziekten in de Europese Gemeenschap (12). De betaling wordt maximaal vijf jaar opgeschort. 3. Wanneer een krachtens deze verordening verschuldigde vergoeding op de vervaldatum niet is betaald, kan de directeur, onverminderd de bevoegdheid om in rechte op te treden die het Bureau krachtens artikel 71 van Verordening (EG) nr. 726/2004 is verleend, besluiten de gevraagde diensten niet te verrichten of alle diensten of lopende procedures tijdelijk te staken totdat de vergoeding, inclusief de rente overeenkomstig artikel 86 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002 van de Commissie van 23 december 2002 tot vaststelling van uitvoeringsvoorschriften van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (13), is betaald. |
10) |
In artikel 11 wordt lid 2 vervangen door: „2. Onverminderd het bepaalde in Verordening (EG) nr. 726/2004 kan de raad van beheer van het Bureau op voorstel van de directeur en na positief advies van de Commissie alle bepalingen vaststellen die voor de uitvoering van deze verordening noodzakelijk zijn. Die bepalingen worden voor het publiek beschikbaar gesteld.”. |
11) |
Artikel 12 wordt als volgt gewijzigd:
|
Artikel 2
Overgangsperiode
Deze verordening is niet van toepassing op geldige aanvragen die op 20 november 2005 in behandeling zijn.
Artikel 3
Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing met ingang van 20 november 2005.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 14 november 2005.
Voor de Raad
De voorzitster
T. JOWELL
(1) PB L 35 van 15.2.1995, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 494/2003 van de Commissie (PB L 73 van 19.3.2003, blz. 6).
(2) Nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad.
(3) PB L 136 van 30.4.2004, blz. 1.
(4) PB L 311 van 28.11.2001, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2004/28/EG (PB L 136 van 30.4.2004, blz. 58).
(5) PB L 311 van 28.11.2001, blz. 67. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2004/27/EG (PB L 136 van 30.4.2004, blz. 34).
(6) PB L 224 van 18.8.1990, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1518/2005 van de Commissie (PB L 244 van 20.9.2005, blz. 11).
(7) PB L 136 van 30.4.2004, blz. 1.”;
(8) PB L 311 van 28.11.2001, blz. 67. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2004/27/EG (PB L 136 van 30.4.2004, blz. 34).
(9) PB L 159 van 27.6.2003, blz. 24.”;
(10) PB L 311 van 28.11.2001, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2004/28/EG (PB L 136 van 30.4.2004, blz. 58)”;
(11) PB L 224 van 18.8.1990, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1518/2005 van de Commissie (PB L 244 van 20.9.2005, blz. 11).
(12) PB L 268 van 3.10.1998, blz. 1. Beschikking laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1882/2003 (PB L 284 van 31.10.2003, blz. 1).
(13) PB L 357 van 31.12.2002, blz. 1. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG, Euratom) nr. 1261/2005 (PB L 201 van 2.8.2005, blz. 3).”.
23.11.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 304/10 |
VERORDENING (EG) Nr. 1906/2005 VAN DE COMMISSIE
van 22 november 2005
tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 3223/94 van de Commissie van 21 december 1994 houdende uitvoeringsbepalingen van de invoerregeling voor groenten en fruit (1), en met name op artikel 4, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
In Verordening (EG) nr. 3223/94 zijn op grond van de multilaterale handelsbesprekingen in het kader van de Uruguayronde de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de periodes die in de bijlage bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt. |
(2) |
Op grond van de bovenvermelde criteria moeten de forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld op de in de bijlage bij deze verordening vermelde niveaus, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 3223/94 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld zoals aangegeven in de tabel in de bijlage bij deze verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 23 november 2005.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 22 november 2005.
Voor de Commissie
J. M. SILVA RODRÍGUEZ
Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling
(1) PB L 337 van 24.12.1994, blz. 66. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 386/2005 (PB L 62 van 9.3.2005, blz. 3).
BIJLAGE
bij de verordening van de Commissie van 22 november 2005 tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit
(EUR/100 kg) |
||
GN-code |
Code derde landen (1) |
Forfaitaire invoerwaarde |
0702 00 00 |
052 |
56,5 |
204 |
39,3 |
|
999 |
47,9 |
|
0707 00 05 |
052 |
111,7 |
204 |
41,3 |
|
999 |
76,5 |
|
0709 90 70 |
052 |
110,5 |
204 |
75,4 |
|
999 |
93,0 |
|
0805 20 10 |
204 |
66,4 |
624 |
63,3 |
|
999 |
64,9 |
|
0805 20 30, 0805 20 50, 0805 20 70, 0805 20 90 |
052 |
67,2 |
624 |
95,2 |
|
999 |
81,2 |
|
0805 50 10 |
052 |
64,3 |
388 |
74,2 |
|
999 |
69,3 |
|
0808 10 80 |
388 |
73,8 |
400 |
109,6 |
|
404 |
93,5 |
|
512 |
132,0 |
|
720 |
49,3 |
|
800 |
141,8 |
|
999 |
100,0 |
|
0808 20 50 |
052 |
95,1 |
720 |
53,8 |
|
999 |
74,5 |
(1) Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 750/2005 van de Commissie (PB L 126 van 19.5.2005, blz. 12). De code „999” staat voor „andere oorsprong”.
23.11.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 304/12 |
VERORDENING (EG) Nr. 1907/2005 VAN DE COMMISSIE
van 22 november 2005
betreffende de afgifte van uitvoercertificaten van het A3-stelsel in de sector groenten en fruit (tomaten, sinaasappelen, citroenen, druiven voor tafelgebruik en appelen)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 2200/96 van de Raad van 28 oktober 1996 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector groenten en fruit (1), en met name op artikel 35, lid 3, derde alinea,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Verordening (EG) nr. 1756/2005 van de Commissie (2) is een openbare inschrijving geopend en zijn de indicatieve eenheidsbedragen van de restitutie en de indicatieve hoeveelheden vastgesteld waarvoor uitvoercertificaten van het A3-stelsel worden aangevraagd. |
(2) |
Afhankelijk van de ingediende offertes moeten de maximale eenheidsbedragen van de restitutie worden vastgesteld, alsmede de afgiftepercentages voor de offertes waarin de maximumrestitutie wordt gevraagd. |
(3) |
Voor tomaten, sinaasappelen, citroenen, druiven voor tafelgebruik en appelen, bedraagt de maximale restitutie die nodig is voor de toekenning van certificaten voor de totale indicatieve hoeveelheid, binnen de grenzen van de hoeveelheden waarvoor offertes zijn ingediend, niet meer dan anderhalf maal de indicatieve restitutie, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De maximale eenheidsbedragen van de restituties en de afgiftepercentages voor tomaten, sinaasappelen, citroenen, druiven voor tafelgebruik en appelen, in het kader van de bij Verordening (EG) nr. 1756/2005 geopende openbare inschrijving zijn vastgesteld in de bijlage.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 23 november 2005.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 22 november 2005.
Voor de Commissie
J. M. SILVA RODRÍGUEZ
Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling
(1) PB L 297 van 21.11.1996, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 47/2003 van de Commissie (PB L 7 van 11.1.2003, blz. 64).
(2) PB L 285 van 28.10.2005, blz. 3.
BIJLAGE
Afgifte van uitvoercertificaten van het A3-stelsel in de sector groenten en fruit (tomaten, sinaasappelen, citroenen, druiven voor tafelgebruik en appelen)
Product |
Maximaal eenheidsbedrag van de restitutie (EUR/t netto) |
Afgiftepercentage voor de hoeveelheden waarvoor het maximale eenheidsbedrag van de restitutie wordt gevraagd |
Tomaten |
0 |
100 % |
Sinaasappelen |
53 |
100 % |
Citroenen |
70 |
100 % |
Druiven voor tafelgebruik |
0 |
100 % |
Appelen |
45 |
100 % |
II Besluiten waarvan de publicatie niet voorwaarde is voor de toepassing
Raad
23.11.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 304/14 |
BESLUIT VAN DE RAAD
van 7 november 2005
betreffende de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Albanië inzake de overname van personen die zonder vergunning op het grondgebied verblijven
(2005/809/EG)
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 63, lid 3, onder b), in samenhang met artikel 300, lid 2, eerste alinea, tweede zin, en lid 3, eerste alinea,
Gezien het voorstel van de Commissie,
Gezien het advies van het Europees Parlement (1),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De Commissie heeft namens de Europese Gemeenschap onderhandelingen gevoerd over een overeenkomst met de Republiek Albanië inzake de overname van personen die zonder vergunning op het grondgebied verblijven. |
(2) |
De overeenkomst is, onder voorbehoud van sluiting op een later tijdstip, op 14 april 2005 namens de Europese Gemeenschap ondertekend overeenkomstig Besluit 2005/371/EG (2). |
(3) |
Deze overeenkomst dient te worden goedgekeurd. |
(4) |
Bij de overeenkomst wordt een Gemengd Comité van overname ingesteld, dat voor bepaalde technische aangelegenheden beslissingen met rechtskracht kan nemen. Het is daarom passend te voorzien in een vereenvoudigde procedure voor de vaststelling van communautaire standpunten in dergelijke gevallen. |
(5) |
Overeenkomstig artikel 3 van het aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap gehechte Protocol betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland, heeft het Verenigd Koninkrijk laten weten dat het wenst deel te nemen aan de aanneming en toepassing van dit besluit. |
(6) |
Ierland neemt, overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van het Protocol betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, niet deel aan de aanneming van dit besluit. Dit besluit is bijgevolg niet bindend voor, noch van toepassing op Ierland. |
(7) |
Denemarken neemt, overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van het Protocol betreffende de positie van Denemarken, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, niet deel aan de aanneming van dit besluit. Dit besluit is bijgevolg niet bindend voor, noch van toepassing op Denemarken, |
BESLUIT:
Artikel 1
De Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Albanië inzake de overname van personen die zonder vergunning op het grondgebied verblijven, en de daaraan gehechte verklaringen en bijlagen worden namens de Gemeenschap goedgekeurd (3).
Artikel 2
De voorzitter van de Raad verricht de in artikel 22, lid 2, van de overeenkomst bedoelde kennisgeving (4).
Artikel 3
De Commissie, bijgestaan door deskundigen uit de lidstaten, vertegenwoordigt de Gemeenschap in het Gemengd Comité van Overname, ingesteld bij artikel 18 van de overeenkomst.
Artikel 4
Het standpunt dat de Gemeenschap in het Gemengd Comité van overname inneemt met betrekking tot de goedkeuring van zijn reglement van orde, zoals voorgeschreven in artikel 18, lid 5, van de overeenkomst, wordt door de Commissie bepaald na overleg met een door de Raad ingesteld bijzonder comité.
Voor alle andere besluiten van het Gemengd Comité van overname wordt het standpunt van de Gemeenschap door de Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen vastgesteld op voorstel van de Commissie.
Artikel 5
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 7 november 2005.
Voor de Raad
De voorzitter
J. STRAW
(1) Nog niet verschenen in het Publicatieblad.
(2) PB L 124 van 17.5.2005, blz. 21.
(3) Zie PB L 124 van 17.5.2005, blz. 22, voor de tekst van de overeenkomst.
(4) De datum van inwerkingtreding van de Overeenkomst wordt door het secretariaat-generaal van de Raad bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.
23.11.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 304/16 |
BESCHIKKING VAN DE RAAD
van 14 november 2005
houdende benoeming van een lid van het Europees Economisch en Sociaal Comité
(2005/810/EG, Euratom)
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 259,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name op artikel 167,
Gelet op Besluit 2002/758/EG, Euratom van de Raad van 17 september 2002 tot benoeming van de leden van het Economisch en Sociaal Comité voor de periode van 21 september 2002 tot en met 20 september 2006 (1),
Overwegende dat in voornoemd comité een vacature is ontstaan door het aftreden van de heer Claude CAMBUS, waarvan de Raad op 25 juli 2005 in kennis is gesteld,
Gezien de voordracht van de Franse regering,
Na raadpleging van de Commissie,
BESLUIT:
Artikel 1
De heer Georges LIAROKAPIS wordt benoemd tot lid van het Europees Economisch en Sociaal Comité, ter vervanging van de heer Claude CAMBUS, voor de verdere duur van diens ambtstermijn, dat wil zeggen tot en met 20 september 2006.
Artikel 2
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Het wordt van kracht op de dag waarop het wordt aangenomen.
Gedaan te Brussel, 14 november 2005.
Voor de Raad
De voorzitster
T. JOWELL
(1) PB L 253 van 21.9.2002, blz. 9.
23.11.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 304/17 |
BESLUIT VAN DE RAAD
van 14 november 2005
houdende benoeming van een Italiaans lid en een Italiaanse plaatsvervanger in het Comité van de Regio's
(2005/811/EG)
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 263,
Gezien de voordracht van de Italiaanse regering,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De Raad heeft op 22 januari 2002 Besluit 2002/60/EG houdende benoeming van de leden en plaatsvervangers van het Comité van de Regio's voor de periode van 26 januari 2002 tot en met 25 januari 2006 (1) vastgesteld. |
(2) |
Door het verstrijken van de ambtstermijn als vice-voorzitter van de Regionale Raad van de heer Luciano CAVERI, lid, is in het Comité van de Regio's een zetel van een lid vrijgekomen; door het aftreden van de heer Rosario CONDORELLI is in het Comité van de Regio's een zetel van een plaatsvervanger vrijgekomen, |
BESLUIT:
Artikel 1
In het Comité van de Regio's worden de volgende personen benoemd voor het resterende deel van de ambtstermijn, dat wil zeggen tot en met 25 januari 2006:
a) |
als lid: de heer Luciano CAVERI Presidente della Regione autonoma Valle d'Aosta |
b) |
als plaatsvervanger: Rosario CONDORELLI Assessore Comunale del Comune di Sant'Agata Li Battiati (Catania). |
Artikel 2
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Het wordt van kracht op de dag waarop het wordt aangenomen.
Gedaan te Brussel, 14 november 2005.
Voor de Raad
De voorzitster
T. JOWELL
(1) PB L 24 van 26.1.2002, blz. 38.
23.11.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 304/18 |
BESLUIT VAN DE RAAD
van 14 november 2005
houdende benoeming van een Spaans lid van het Comité van de Regio's
(2005/812/EG)
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 263,
Gezien de voordracht van de Spaanse regering,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Op 22 januari 2002 heeft de Raad Besluit 2002/60/EG (1) aangenomen houdende benoeming van de leden en plaatsvervangers van het Comité van de Regio's voor de periode van 26 januari 2002 tot en met 25 januari 2006. |
(2) |
Door het verstrijken van de ambtstermijn van de heer Manuel FRAGA IRIBARNE, lid (ES), is in het Comité van de Regio's een zetel van lid vrijgekomen, |
BESLUIT:
Artikel 1
Tot lid in het Comité van de Regio's wordt benoemd, voor de verdere duur van de ambtstermijn, dat wil zeggen tot en met 25 januari 2006
de heer Emilio PÉREZ TOURIÑO
Presidente de la Xunta de Galicia
ter vervanging van
de heer Manuel FRAGA IRIBARNE
Artikel 2
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Het wordt van kracht op de dag waarop het wordt aangenomen.
Gedaan te Brussel, 14 november 2005.
Voor de Raad
De voorzitster
T. JOWELL
(1) PB L 24 van 26.1.2002, blz. 38.
Commissie
23.11.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 304/19 |
BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE
van 15 november 2005
tot wijziging van de bijlagen I en II bij Beschikking 2002/308/EG tot vaststelling van de lijsten van erkende gebieden en erkende viskwekerijen ten aanzien van virale hemorragische septikemie (VHS), van infectieuze hematopoïetische necrose (IHN) of van beide visziekten
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2005) 4394)
(Voor de EER relevante tekst)
(2005/813/EG)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Richtlijn 91/67/EEG van de Raad van 28 januari 1991 inzake veterinairrechtelijke voorschriften voor het in de handel brengen van aquicultuurdieren en aquicultuurproducten (1), en met name op de artikelen 5 en 6,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Beschikking 2002/308/EG van de Commissie (2) zijn de lijsten van erkende gebieden en erkende bedrijven in niet-erkende gebieden ten aanzien van bepaalde visziekten vastgesteld. |
(2) |
Italië heeft voor bepaalde gebieden op zijn grondgebied de bewijsstukken overgelegd ter verkrijging van de status van erkend gebied ten aanzien van virale hemorragische septikemie (VHS) en infectieuze hematopoïetische necrose (IHN). Uit de verstrekte gegevens blijkt dat die gebieden aan de eisen van artikel 5 van Richtlijn 91/67/EEG voldoen. Bijgevolg kan aan die gebieden de status van erkend gebied worden verleend en moeten zij worden toegevoegd aan de lijst van erkende gebieden. |
(3) |
Finland heeft de bewijsstukken overgelegd ter verkrijging van de status van erkend gebied ten aanzien van virale hemorragische septikemie (VHS) en infectieuze hematopoïetische necrose (IHN) voor de delen van zijn grondgebied die niet vallen onder de speciale uitroeiingsmaatregelen naar aanleiding van de uitbraken van VHS in bepaalde kustgebieden. Na een vergadering tussen de diensten van de Commissie en vertegenwoordigers van Finland op 5 juli 2005 heeft Finland zijn aanvraag met betrekking tot VHS voor de kustgebieden ingetrokken. Uit de verstrekte gegevens blijkt dat wat IHN betreft, het hele Finse grondgebied en wat VHS betreft, de continentale delen van het Finse grondgebied voldoen aan de eisen van artikel 5 van Richtlijn 91/67/EEG. Bijgevolg kan aan deze delen van Finland de status van erkend gebied worden verleend en moeten zij worden toegevoegd aan de lijst van erkende gebieden. |
(4) |
Aangezien de bronnen van sommige Finse stroomgebieden in Rusland liggen, moet Finland nadat de status van erkend gebied is verleend, in die stroomgebieden een hoog niveau van bewaking handhaven overeenkomstig het bij Beschikking 2003/634/EG van de Commissie (3) goedgekeurde programma. |
(5) |
Oostenrijk, Frankrijk, Duitsland en Italië hebben voor bepaalde bedrijven op hun grondgebied de bewijsstukken overgelegd voor het verkrijgen van de status van erkend bedrijf in een niet-erkend gebied ten aanzien van VHS en IHN. Uit de verstrekte gegevens blijkt dat die bedrijven aan de eisen van artikel 6 van Richtlijn 91/67/EEG voldoen. Bijgevolg kan aan deze bedrijven de status van erkend bedrijf in een niet-erkend gebied worden verleend en moeten zij worden toegevoegd aan de lijst van erkende bedrijven. |
(6) |
Italië heeft gemeld dat er IHN is geconstateerd in twee bedrijven die tot dan toe als IHN-vrij werden beschouwd. Deze bedrijven zijn echter nog steeds VHS-vrij. Deze bedrijven mogen bijgevolg niet langer als IHN-vrij worden vermeld in Beschikking 2002/308/EG. |
(7) |
Beschikking 2002/308/EG moet dus dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(8) |
De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid, |
HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:
Artikel 1
Beschikking 2002/308/EG wordt als volgt gewijzigd:
1) |
Bijlage I wordt vervangen door de tekst van bijlage I bij deze beschikking. |
2) |
Bijlage II wordt vervangen door de tekst van bijlage II bij deze beschikking. |
Artikel 2
Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 15 november 2005.
Voor de Commissie
Markos KYPRIANOU
Lid van de Commissie
(1) PB L 46 van 19.2.1991, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 806/2003 (PB L 122 van 16.5.2003, blz. 1).
(2) PB L 106 van 23.4.2002, blz. 28. Beschikking laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 2005/475/EG (PB L 176 van 8.7.2005, blz. 30).
(3) PB L 220 van 3.9.2003, blz. 8. Beschikking laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 2005/770/EG (PB L 291 van 5.11.2005, blz. 33).
BIJLAGE I
„BIJLAGE I
TEN AANZIEN VAN DE VISZIEKTEN VIRALE HEMORRAGISCHE SEPTIKEMIE (VHS) EN INFECTIEUZE HEMATOPOÏETISCHE NECROSE (IHN) ERKENDE GEBIEDEN
1.A. TEN AANZIEN VAN VHS ERKENDE GEBIEDEN (1) IN DENEMARKEN
— |
Hansted Å |
— |
Hovmølle Å |
— |
Grenå |
— |
Treå |
— |
Alling Å |
— |
Kastbjerg |
— |
Villestrup Å |
— |
Korup Å |
— |
Sæby Å |
— |
Elling Å |
— |
Uggerby Å |
— |
Lindenborg Å |
— |
Øster Å |
— |
Hasseris Å |
— |
Binderup Å |
— |
Vidkær Å |
— |
Dybvad Å |
— |
Bjørnsholm Å |
— |
Trend Å |
— |
Lerkenfeld Å |
— |
Vester Å |
— |
Lønnerup med tilløb |
— |
Slette Å |
— |
Bredkær Bæk |
— |
Vandløb til Kilen |
— |
Resenkær Å |
— |
Klostermølle Å |
— |
Hvidbjerg Å |
— |
Knidals Å |
— |
Spang Å |
— |
Simested Å |
— |
Skals Å |
— |
Jordbro Å |
— |
Fåremølle Å |
— |
Flynder Å |
— |
Damhus Å |
— |
Karup Å |
— |
Gudenåen |
— |
Halkær Å |
— |
Storåen |
— |
Århus Å |
— |
Bygholm Å |
— |
Grejs Å |
— |
Ørum Å |
1.B. TEN AANZIEN VAN IHN ERKENDE GEBIEDEN IN DENEMARKEN
— |
Denemarken (2) |
2. TEN AANZIEN VAN VHS EN IHN ERKENDE GEBIEDEN IN DUITSLAND
2.1. BADEN-WÜRTTEMBERG (3)
— |
Isenburger Tal van de bron tot de loospijp van het bedrijf Falkenstein |
— |
De Eyach en zijn bijrivieren van de bron tot de eerste waterkering stroomafwaarts nabij Haigerloch |
— |
De Andelsbach en zijn bijrivieren van de bron tot de turbine nabij Krauchenwies |
— |
De Lauchert en zijn bijrivieren van de bron tot de turbine nabij Sigmaringendorf |
— |
De Grosse Lauter en zijn bijrivieren van de bron tot de eerste hindernis aan de waterval bij Lauterach |
— |
De Wolfegger Ach en zijn bijrivieren van de bron tot de eerste hindernis aan de waterval bij Baienfurth |
— |
Het stroomgebied van de Enz, bestaande uit de Grosse Enz, de Kleine Enz en de Eyach vanaf hun bron tot de onoverschrijdbare dam in het centrum van Neuenbürg |
— |
De Erms van de bron tot de onoverschrijdbare dam 200 m stroomafwaarts van het bedrijf Strobel, Anlage Seeburg |
— |
De Obere Nagold van de bron tot de onoverschrijdbare dam nabij Neumühle |
3. TEN AANZIEN VAN VHS EN IHN ERKENDE GEBIEDEN IN SPANJE
3.1. REGIO: AUTONOME GEMEENSCHAP ASTURIAS
Continentale gebieden
— |
Alle stroomgebieden van Asturias |
Kustgebieden
— |
De hele kust van Asturias |
3.2. REGIO: AUTONOME GEMEENSCHAP GALICIA
Continentale gebieden
— |
De stroomgebieden van Galicia:
|
Kustgebieden
— |
Het kustgebied in Galicia van de monding van de Eo (Isla Pancha) tot Punta Picos (monding van de Miño) |
3.3. REGIO: AUTONOME GEMEENSCHAP ARAGÓN
Continentale gebieden
— |
Het stroomgebied van de Ebro van de bron tot de dam van Mequinenza in de autonome gemeenschap Aragón |
— |
De Isuela van de bron tot de dam van Arguis |
— |
De Flúmen van de bron tot de dam van Santa María de Belsue |
— |
De Guatizalema van de bron tot de dam van Vadiello |
— |
De Cinca van de bron tot de dam van Grado |
— |
De Esera van de bron tot de dam van Barasona |
— |
De Noguera Ribagorzana van de bron tot de dam van Santa Ana |
— |
De Matarraña van de bron tot de dam van Aguas de Pena |
— |
De Pena van de bron tot de dam van Pena |
— |
De Guadalaviar-Turia van de bron tot de dam van de Generalísimo in de provincie Valencia |
— |
De Mijares van de bron tot de dam van Arenós in de provincie Castellón |
De overige waterlopen van de autonome gemeenschap Aragón worden als buffergebied aangemerkt.
3.4. REGIO: AUTONOME GEMEENSCHAP NAVARRA
Continentale gebieden
— |
Het stroomgebied van de Ebro van de bron tot de dam van Mequinenza in de autonome gemeenschap Aragón |
— |
De Bidasoa van de bron tot de monding |
— |
De Leizarán van de bron tot de dam van Leizarán (Muga) |
De overige waterlopen van de autonome gemeenschap Navarra worden als buffergebied aangemerkt.
3.5. REGIO: AUTONOME GEMEENSCHAP CASTILLA Y LEÓN
Continentale gebieden
— |
Het stroomgebied van de Ebro van de bron tot de dam van Mequinenza in de autonome gemeenschap Aragón |
— |
De Duero van de bron tot de dam van Aldeávila |
— |
De Sil |
— |
De Tiétar van de bron tot de dam van Rosarito |
— |
De Alberche van de bron tot de dam van Burguillo |
De andere waterlopen in de autonome gemeenschap Castilla y León worden als buffergebied aangemerkt.
3.6. REGIO: AUTONOME GEMEENSCHAP CANTABRIA
Continentale gebieden
— |
Het stroomgebied van de Ebro van de bron tot de dam van Mequinenza in de autonome gemeenschap Aragón |
— |
De stroomgebieden van de volgende rivieren van de bron tot de monding in zee: |
— |
De Deva |
— |
De Nansa |
— |
De Saja-Besaya |
— |
De Pas-Pisueña |
— |
De Asón |
— |
De Agüera |
De stroomgebieden van de Gandarillas, Escudo, Miera en Campiazo worden aangemerkt als buffergebied.
Kustgebieden
— |
De gehele kust van Cantabria van de monding van de Deva tot de inham van Ontón |
3.7. REGIO: AUTONOME GEMEENSCHAP LA RIOJA
Continentale gebieden
Het stroomgebied van de Ebro van de bron tot de dam van Mequinenza in de autonome gemeenschap Aragón
3.8. REGIO: AUTONOME GEMEENSCHAP CASTILLA-LA MANCHA
Continentale gebieden
— |
Het stroomgebied van de Tajo van de bronnen tot de dam van Estremera |
— |
Het stroomgebied van de Tajuña van de bronnen tot de dam van La Tajera |
— |
Het stroomgebied van de Júcar van de bronnen tot de dam van La Toba |
— |
Het stroomgebied van de Cabriel van de bronnen tot de dam van Bujioso |
4.A. TEN AANZIEN VAN VHS EN IHN ERKENDE GEBIEDEN IN FRANKRIJK
4.A.1. ADOUR-GARONNE
Stroomgebieden
— |
Het stroomgebied van de Charente |
— |
Het stroomgebied van de Seudre |
— |
De stroomgebieden van de kustrivieren van het Gironde-estuarium in het departement Charente-Maritime |
— |
De stroomgebieden van de Nive en de Nivelles (departement Pyrénées-Atlantiques) |
— |
Het stroomgebied van de Forges (departement Landes) |
— |
Het stroomgebied van de Dronne van de bronnen tot de dam van Eglisottes bij Monfourat (departement Dordogne) |
— |
Het stroomgebied van de Beauronne van de bronnen tot de dam van Faye (departement Dordogne) |
— |
Het stroomgebied van de Valouse van de bronnen tot de dam van Étang des Roches-Noires (departement Dordogne) |
— |
Het stroomgebied van de Paillasse van de bronnen tot de dam van Grand Forge (departement Gironde) |
— |
Het stroomgebied van de Ciron van de bronnen tot de dam van Moulin-de-Castaing (departementen Gironde en Lot-et-Garonne) |
— |
Het stroomgebied van de Petite Leyre van de bronnen tot de dam van Pont-de-l’Espine in Argelouse (departement Landes) |
— |
Het stroomgebied van de Pave van de bronnen tot de dam van Pave (departement Landes) |
— |
Het stroomgebied van de Escource van de bronnen tot de dam van Moulin-de-Barbe (departement Landes) |
— |
Het stroomgebied van de Geloux van de bronnen tot de dam D38 in Saint-Martin-d’Oney (departement Landes) |
— |
Het stroomgebied van de Estrigon van de bronnen tot de dam van Campet-et-Lamolère (departement Landes) |
— |
Het stroomgebied van de Estampon van de bronnen tot de dam van de Ancienne Minoterie in Roquefort (departement Landes) |
— |
Het stroomgebied van de Gélise van de bronnen tot de dam stroomafwaarts van de samenloop van de Gélise en de Osse (departementen Landes en Lot-et-Garonne) |
— |
Het stroomgebied van de Magescq van de bronnen tot de monding (departement Landes) |
— |
Het stroomgebied van de Luys van de bronnen tot de dam van Moulin d’Oro (departement Pyrénées-Atlantiques) |
— |
Het stroomgebied van de Neez van de bronnen tot de dam van Jurançon (departement Pyrénées-Atlantiques) |
— |
Het stroomgebied van de Beez van de bronnen tot de dam van Nay (departement Pyrénées-Atlantiques) |
— |
Het stroomgebied van de Gave-de-Cauterets van de bronnen tot de Calypso-dam van de centrale van Soulom (departement Hautes-Pyrénées) |
Kustgebieden
— |
De gehele Atlantische kust van de noordelijke grens van het departement Vendée tot de zuidelijke grens van het departement Charente-Maritime |
4.A.2. LOIRE-BRETAGNE
Continentale gebieden
— |
Alle stroomgebieden van Bretagne, behalve die van de volgende rivieren:
|
— |
Het stroomgebied van de Sèvre Niortaise |
— |
Het stroomgebied van de Lay |
— |
De volgende delen van het stroomgebied van de Vienne:
|
Kustgebieden
— |
De gehele Bretonse kust, behalve de volgende delen:
|
4.A.3. SEINE-NORMANDIE
Continentale gebieden
— |
Het stroomgebied van de Sélune |
4.A.4. AQUITAINE
Stroomgebieden
— |
Het stroomgebied van de Vignac van de bron tot de dam van La Forge |
— |
Het stroomgebied van de Gouaneyre van de bron tot de dam van Maillières |
— |
Het stroomgebied van de Susselgue van de bron tot de dam van Susselgue |
— |
Het stroomgebied van de Luzou van de bron tot de dam bij de viskwekerij van Laluque |
— |
Het stroomgebied van de Gouadas van de bron tot de dam bij de Etang de la Glacière in Saint Vincent de Paul |
— |
Het stroomgebied van de Bayse van de bron tot de dam van de Moulin de Lartia et de Manobre |
— |
Het stroomgebied van de Rancez van de bronnen tot de dam in Rancez |
— |
Het stroomgebied van de Eyre van de bronnen tot het estuarium van Arcachon |
— |
Het stroomgebied van de Onesse van de bronnen tot het estuarium van de Courant de Contis |
4.A.5. MIDI-PYRÉNÉES
Stroomgebieden
— |
Het stroomgebied van de Cernon van de bron tot de dam in Saint George de Luzençon |
— |
Het stroomgebied van de Dourdou van de bronnen van de Dourdou en de Grauzon tot de onoverschrijdbare dam in Vabres-l’Abbaye |
4.A.6. AIN
— |
Het continentale gebied van de vijvers van de Dombes |
4.B. TEN AANZIEN VAN VHS ERKENDE GEBIEDEN IN FRANKRIJK
4.B.1. LOIRE-BRETAGNE
Continentale gebieden
— |
Het deel van het stroomgebied van de Loire bestaande uit het stroomgebied van de bovenloop van de Huisne van de bronnen van de waterlopen tot de dam van Ferté-Bernard |
4.C. IN FRANKRIJK TEN AANZIEN VAN IHN ERKENDE GEBIEDEN
4.C.1. LOIRE-BRETAGNE
Continentale gebieden
— |
De volgende delen van het stroomgebied van de Vienne:
|
5.A. TEN AANZIEN VAN VHS ERKENDE GEBIEDEN IN IERLAND
— |
Ierland (4), met uitzondering van Cape Clear Island |
5.B. TEN AANZIEN VAN IHN ERKENDE GEBIEDEN IN IERLAND
— |
Ierland (5) |
6.A. TEN AANZIEN VAN VHS EN IHN ERKENDE GEBIEDEN IN ITALIË
6.A.1. REGIO TRENTINO-ALTO ADIGE, AUTONOME PROVINCIE TRENTO
Continentale gebieden
— |
Gebied Val di Fiemme, Fassa e Cembra: het stroomgebied van de Avisio van de bron tot de dam van Serra San Geiorgio in de gemeente Giovo |
— |
Gebied Val delle Sorne: het stroomgebied van de Sorna van de bron tot de kunstmatige dam die wordt gevormd door de waterkrachtcentrale in Chizzola (Ala), vóór de plaats waar de Sorna uitmondt in de Adige |
— |
Gebied Torrente Adanà: het stroomgebied van de Adanà van de bron tot de dammen stroomafwaarts van het bedrijf Armani Cornelio-Lardaro |
— |
Gebied Rio Manes: het stroomgebied van de Rio Manes tot aan een waterval 200 meter stroomafwaarts van het bedrijf Troticoltura Giovanelli in La Zinquantina |
— |
Gebied Val di Ledro: het stroomgebied van de Massangla en de Ponale van de bronnen tot de waterkrachtcentrale in de gemeente Molina di Ledro |
— |
Gebied Valsugana: het stroomgebied van de Brenta van de bron tot de dam Marzotto te Mantincelli in de gemeente Grigno |
— |
Gebied Val del Fersina: het stroomgebied van de Fersina van de bron tot de waterval van Ponte Alto |
6.A.2. REGIO LOMBARDIA, PROVINCIE BRESCIA
Continentale gebieden
— |
Gebied Ogliolo: het stroomgebied van de bron van de Ogliolo tot de waterval stroomafwaarts van het bedrijf Adamello, waar de Ogliolo samenvloeit met de Oglio |
— |
Gebied Fiume Caffaro: het stroomgebied van de Caffaro tot de dam 1 km stroomafwaarts van het bedrijf |
— |
Gebied Val Brembana: het stroomgebied van de Brembo van de bronnen tot de onoverschrijdbare dam in de gemeente Ponte San Pietro |
6.A.3. REGIO UMBRIA
Continentale gebieden
— |
Fosso di Terrìa: het stroomgebied van de Terrìa van de bronnen tot de dam stroomafwaarts van het bedrijf Ditta Mountain Fish, waar de Terrìa samenvloeit met de Nera |
6.A.4. REGIO VENETO
Continentale gebieden
— |
Gebied Belluno: het stroomgebied in de provincie Belluno van de bron van de Ardo tot de stroomafwaarts (vóór de plaats waar de Ardo samenvloeit met de Piave) gelegen dam van het bedrijf Centro Sperimentale di Acquacoltura in Valli di Bolzano Bellunese (Belluno) |
6.A.5. REGIO TOSCANA
Continentale gebieden
— |
Gebied Valle del fiume Serchio: het stroomgebied van de Serchio van de bron tot de dam van Piaggione |
— |
Bacino del torrente Lucido: het stroomgebied van de Lucido van de bronnen tot de dam in Ponte del Bertoli |
— |
Bacino del torrente Osca: het stroomgebied van de Osca van de bronnen tot de dam stroomafwaarts van het bedrijf Il Giardino |
6.A.6. REGIO PIEMONTE
Continentale gebieden
— |
Sorgenti della Gerbola: het deel van het stroomgebied van de Grana van de bronnen van Cavo C en Canale del Molino della Gerbala tot de dam stroomafwaarts van het bedrijf Azienda Agricola Canali Cavour S.S. |
— |
Bacino del Besante: het stroomgebied van de Besante van de bronnen tot de dam 500 m stroomafwaarts van het bedrijf Pastorino Giovanni |
— |
Valle di Duggia: de Duggia van de bronnen tot de dam 100 m stroomopwaarts van de brug op de weg tussen Varallo en Locarno |
— |
Gebied Rio Vardigoia: de Vardigoia van de bronnen tot de samenvloeiing met de Duggia stroomopwaarts van de dam van het erkende gebied Valle di Duggia |
— |
Gebied Sorgente dei Paschi: het stroomgebied van de Pesio van de bronnen tot de dam stroomafwaarts van het bedrijf Azienda dei Paschi |
— |
Gebied Stura Valgrande: het stroomgebied van de Stura Valgrande van de bronnen tot de dam stroomafwaarts van de viskwekerij Troticoltura delle Sorgenti |
6.A.7. REGIO EMILIA-ROMAGNA
Continentale gebieden
— |
Bacino Fontanacce-Valdarno: het stroomgebied van de Fontanacce en de Valdarno van de bronnen tot de dam 100 m stroomafwaarts van de viskwekerij S.V.A. s.r.l. |
6.B. TEN AANZIEN VAN VHS ERKENDE GEBIEDEN IN ITALIË
6.B.1. REGIO TRENTINO-ALTO ADIGE, AUTONOME PROVINCIE TRENTO
Continentale gebieden
— |
Gebied Valle dei Laghi: het stroomgebied van de meren van San Massenza, Toblino en Cavedine tot de stroomafwaarts gelegen dam in het zuidelijke gedeelte van het meer van Cavedine dat naar de waterkrachtcentrale in de gemeente Torbole leidt |
6.C. TEN AANZIEN VAN IHN ERKENDE GEBIEDEN IN ITALIË
6.C.1. REGIO UMBRIA, PROVINCIE PERUGIA
— |
Gebied Lago Trasimeno: het Trasimeno-meer |
6.C.2. REGIO TRENTINO-ALTO ADIGE, AUTONOME PROVINCIE TRENTO
— |
Gebied Val Rendena: het stroomgebied van de Sarca van de bron tot de dam van Oltresarca in de gemeente Villa Rendena |
7.A. TEN AANZIEN VAN VHS ERKENDE GEBIEDEN IN ZWEDEN
— |
Zweden (6):
|
7.B. TEN AANZIEN VAN IHN ERKENDE GEBIEDEN IN ZWEDEN
— |
Zweden (7). |
8. TEN AANZIEN VAN VHS EN IHN ERKENDE GEBIEDEN IN HET VERENIGD KONINKRIJK, DE KANAALEILANDEN EN HET EILAND MAN
— |
Groot-Brittannië (7) |
— |
Noord-Ierland (7) |
— |
Guernsey (7) |
— |
Het eiland Man (7). |
9.A. TEN AANZIEN VAN VHS ERKENDE GEBIEDEN IN FINLAND
— |
Finland (8). |
9.B. TEN AANZIEN VAN IHN ERKENDE GEBIEDEN IN FINLAND
— |
Finland (9). |
(1) De stroomgebieden en de daartoe behorende kustgebieden.
(2) Dit omvat alle continentale gebieden en kustgebieden van het grondgebied.
(3) Delen van stroomgebieden.
(4) Dit omvat alle continentale gebieden en kustgebieden van het grondgebied.
(5) De stroomgebieden en de daartoe behorende kustgebieden.
(6) Dit omvat alle continentale gebieden en kustgebieden van het grondgebied.
(7) Ibidem.
(8) Alle continentale gebieden van het grondgebied.
(9) Dit omvat alle continentale gebieden en kustgebieden van het grondgebied.”
BIJLAGE II
„BIJLAGE II
TEN AANZIEN VAN DE VISZIEKTEN VIRALE HEMORRAGISCHE SEPTIKEMIE (VHS) EN INFECTIEUZE HEMATOPOÏETISCHE NECROSE (IHN) ERKENDE VISKWEKERIJEN
1. TEN AANZIEN VAN VHS EN IHN ERKENDE VISKWEKERIJEN IN BELGIË
1. |
La Fontaine aux truites |
B-6769 Gérouville |
2. TEN AANZIEN VAN VHS EN IHN ERKENDE VISKWEKERIJEN IN DENEMARKEN
1. |
Vork Dambrug |
DK-6040 Egtved |
2. |
Egebæk Dambrug |
DK-6880 Tarm |
3. |
Bækkelund Dambrug |
DK-6950 Ringkøbing |
4. |
Borups Geddeopdræt |
DK-6950 Ringkøbing |
5. |
Bornholms Lakseklækkeri |
DK-3730 Nexø |
6. |
Langes Dambrug |
DK-6940 Lem St. |
7. |
Brænderigaardens Dambrug |
DK-6971 Spjald |
8. |
Siglund Fiskeopdræt |
DK-4780 Stege |
9. |
Ravning Fiskeri |
DK-7182 Bredsten |
10. |
Ravnkær Dambrug |
DK-7182 Bredsten |
11. |
Hulsig Dambrug |
DK-7183 Randbøl |
12. |
Ligård Fiskeri |
DK-7183 Randbøl |
13. |
Grønbjerglund Dambrug |
DK-7183 Randbøl |
14. |
Danish Aquaculture |
DK-6040 Egtved |
3.A. TEN AANZIEN VAN VHS EN IHN ERKENDE VISKWEKERIJEN IN DUITSLAND
3.A.1. NIEDERSACHSEN
1. |
Jochen Moeller |
|
|||
2. |
Versuchsgut Relliehausen der Universität Göttingen |
(hatchery only) D-37586 Dassel |
|||
3. |
Dr. R. Rosengarten |
|
|||
4. |
Klaus Kröger |
|
|||
5. |
Ingeborg Riggert-Schlumbohm |
|
|||
6. |
Volker Buchtmann |
|
|||
7. |
Sven Kramer |
|
|||
8. |
Hans-Peter Klusak |
|
|||
9. |
F. Feuerhake |
|
|||
10. |
Horst Pöpke |
|
3.A.2. THÜRINGEN
1. |
Firma Tautenhahn |
D-98646 Trostadt |
||
2. |
Fischzucht Salza GmbH |
D-99734 Nordhausen-Salza |
||
3. |
Fischzucht Kindelbrück GmbH |
D-99638 Kindelbrück |
||
4. |
Reinhardt Strecker |
|
3.A.3. BADEN-WÜRTTEMBERG
1. |
Heiner Feldmann |
|
||||||
2. |
Walter Dietmayer |
|
||||||
3. |
Heiner Feldmann |
|
||||||
4. |
Heiner Feldmann |
|
||||||
5. |
Oliver Fricke |
|
||||||
6. |
Peter Schmaus |
|
||||||
7. |
Josef Schnetz |
|
||||||
8. |
FalkoSteinhart |
|
||||||
9. |
Hugo Strobel |
|
||||||
10. |
Reinhard Lenz |
|
||||||
11. |
Stephan Hofer |
|
||||||
12. |
Stephan Hofer |
|
||||||
13. |
Stephan Hofer |
|
||||||
14. |
Stephan Hofer |
|
||||||
15. |
Stephan Schuppert |
|
||||||
16. |
Anton Jung |
|
||||||
17. |
Peter Störk |
|
||||||
18. |
Erwin Steinhart |
|
||||||
19. |
Joachim Schindler |
|
||||||
20. |
Georg Sohnius |
|
||||||
21. |
Claus Lehr |
|
||||||
22. |
Hugo Hager |
|
||||||
23. |
Hugo Hager |
|
||||||
24. |
Gumpper und Stoll GmbH |
|
||||||
25. |
Hans Schmutz |
|
||||||
26. |
Wilhelm Drafehn |
|
||||||
27. |
Wilhelm Drafehn |
|
||||||
28. |
Franz Schwarz |
|
||||||
29. |
Meinrad Nuber |
|
||||||
30. |
Walter Dietmayer |
|
||||||
31. |
Fischbrutanstalt des Landes Baden-Württemberg |
|
||||||
32. |
Kreissportfischereiverein Biberach |
|
||||||
33. |
Hans Schmutz |
|
||||||
34. |
Reinhard Rösch |
|
||||||
35. |
RainerTress |
|
||||||
36. |
Andreas Tröndle |
|
||||||
37. |
Andreas Tröndle |
|
||||||
38. |
Stephan Hofer |
|
||||||
39. |
Heiner Feldmann |
|
||||||
40. |
Andreas Zordel |
|
||||||
41. |
Thomas Fischböck |
|
||||||
42. |
Reinhold Bihler |
|
||||||
43. |
Josef Dürr |
|
||||||
44. |
Andreas Zordel |
|
||||||
45. |
Fischzucht Anton Jung |
|
||||||
46. |
Staatliches Forstamt Ravensburg |
|
||||||
47. |
Simon Phillipson |
|
||||||
48. |
Hans Klaiber |
|
||||||
49. |
Josef Hönig |
|
||||||
50. |
Werner Baur |
|
||||||
51. |
Gerhard Weihmann |
|
||||||
52. |
Hubert Belser GBR |
|
||||||
53. |
Staatliche Forstämter Ravensburg en Wangen |
|
||||||
54. |
Anton Jung |
|
||||||
55. |
Hildegart Litke |
|
||||||
56. |
Werner Wägele |
|
||||||
57. |
Ernst Graf |
|
||||||
58. |
Fischbrutanstalt des Landes Baden-Württemberg |
|
||||||
59. |
Forellenzucht Kunzmann |
|
||||||
60. |
Meinrad Nuber |
|
||||||
61. |
Bezirksfischereiverein Nagoldtal e.V. |
|
||||||
62. |
Bernd und Volker Fähnrich |
|
||||||
63. |
Klaiber „An der Tierwiese” |
|
||||||
64. |
Parey, Bittigkoffer — Unterreichenbach |
|
||||||
65. |
Farm Sauter Anlage Pflegelberg |
|
||||||
66. |
Krattenmacher Anlage Osterhofen |
|
||||||
67. |
|
|
||||||
68. |
Gumpper und Stoll Anlage Unterhausen |
|
||||||
69. |
Durach Anlage Altann |
|
||||||
70. |
Städler Anlage Raunsmühle |
|
||||||
71. |
König Anlage Erisdorf |
|
||||||
72. |
Forellenzucht Drafehn Anlage Wittelbach |
|
||||||
73. |
Wirth Anlage Dengelshofen |
|
||||||
74. |
Krämer, Bad Teinach |
|
||||||
75. |
Muffler Anlage Eigeltingen |
|
||||||
76. |
Karpfenteichwirtschaft Mönchsroth |
|
||||||
77. |
Krattenmacher Anlage Dietmans |
|
||||||
78. |
Bruthaus Fischzucht Anselm-Schneider |
|
||||||
79. |
Matthias Grassmann |
|
3.A.4. NORDRHEIN-WESTFALEN
1. |
Wolfgang Lindhorst-Emme |
|
|||
2. |
Wolfgang Lindhorst-Emme |
|
|||
3. |
Hugo Rameil und Söhne |
|
|||
4. |
Peter Horres |
|
|||
5. |
Wolfgang Middendorf |
|
|||
6. |
Michael und Guido Kamp |
|
|||
7. |
Thomas Rameil |
|
3.A.5. BAYERN
1. |
Gerstner Peter |
|
|||||
2. |
Werner Ruf |
|
|||||
3. |
Rogg |
|
|||||
4. |
|
|
|||||
5. |
|
|
|||||
6. |
|
|
|||||
7. |
|
|
|||||
8. |
|
|
|||||
9. |
|
|
|||||
10. |
|
|
3.A.6. SACHSEN
1. |
Anglerverband Südsachsen „Mulde/Elster” e.V. |
|
|||
2. |
H. und G. Ermisch GbR |
|
|||
3. |
Teichwirtschaft Weissig |
|
|||
4. |
Teichwirtschaft Zeisholz |
|
3.A.7. HESSEN
1. |
Hermann Rameil |
|
3.A.8. SCHLESWIG-HOLSTEIN
1. |
Hubert Mertin |
|
3.B. TEN AANZIEN VAN IHN ERKENDE VISKWEKERIJEN IN DUITSLAND
3.B.1. THÜRINGEN
1. |
Thüringer Forstamt Leinefelde |
|
4. TEN AANZIEN VAN VHS EN IHN ERKENDE VISKWEKERIJEN IN SPANJE
4.1. REGIO: AUTONOME GEMEENSCHAP ARAGÓN
1. |
Truchas del Prado |
located in Alcalá de Ebro, Province of Zaragoza |
4.2. REGIO: AUTONOME GEMEENSCHAP ANDALUCIA
1. |
Piscifactoria de Riodulce |
|
|||
2. |
Piscifactoria de Manzanil |
|
4.3. REGIO: AUTONOME GEMEENSCHAP CASTILLA-LA MANCHA
1. |
Piscifactoria Rincón de Uña |
|
5.A. TEN AANZIEN VAN VHS EN IHN ERKENDE VISKWEKERIJEN IN FRANKRIJK
5.A.1. ADOUR-GARONNE
1. |
Pisciculture de Sarrance |
F-64490 Sarrance (Pyrénées-Atlantiques) |
2. |
Pisciculture des Sources |
F-12540 Cornus (Aveyron) |
3. |
Pisciculture de Pissos |
F-40410 Pissos (Landes) |
4. |
Pisciculture de Tambareau |
F-40000 Mont-de-Marsan (Landes) |
5. |
Pisciculture „Les Fontaines d’Escot” |
F-64490 Escot (Pyrénées Atlantiques) |
6. |
Pisciculture de la Forge |
F-47700 Casteljaloux (Lot-et-Garonne) |
5.A.2. ARTOIS-PICARDIE
1. |
Pisciculture du Moulin du Roy |
F-62156 Rémy (Pas-de-Calais) |
|||
2. |
Pisciculture du Bléquin |
F-62380 Séninghem (Pas-de-Calais) |
|||
3. |
|
F-80580 Bray-les-Mareuil |
|||
4. |
Pisciculture Bonnelle à Ponthoile |
Bonnelle 80133 Ponthoile
|
|||
5. |
Pisciculture Bretel à Gezaincourt |
Bretel 80600 Gezaincourt-Doulens
|
|||
6. |
Pisciculture de Moulin-Est |
|
5.A.3. AQUITAINE
1. |
SARL Salmoniculture de la Ponte — Station d’alevinage du Ruisseau Blanc |
|
||||||
2. |
L’EPST-INRA Pisciculture à Lees-Athas |
|
||||||
3. |
reg 64040154 |
|
5.A.4. DRÔME
1. |
Pisciculture „Sources de la Fabrique” |
|
|||||
2. |
|
|
5.A.5. HAUTE-NORMANDIE
1. |
Pisciculture des Godeliers |
F-27210 Le Torpt |
||||
2. |
|
|
5.A.6. LOIRE-BRETAGNE
1. |
SCEA „Truites du lac de Cartravers” |
|
||||||
2. |
Pisciculture du Thélohier |
F-35190 Cardroc (Ille-et-Vilaine) |
||||||
3. |
Pisciculture de Plainville |
F-28400 Marolles-les-Buis (Eure-et-Loir) |
||||||
4. |
Pisciculture Rémon à Parné-sur-Roc |
|
||||||
5. |
|
|
5.A.7. RHIN-MEUSE
1. |
Pisciculture du ruisseau de Dompierre |
F-55300 Lacroix-sur-Meuse (Meuse) |
2. |
Pisciculture de la source de la Deüe |
F-55500 Cousances-aux-Bois (Meuse) |
5.A.8. RHONE-MEDITERRANÉE-CORSE
1. |
Pisciculture Charles Murgat |
|
5.A.9. SEINE-NORMANDIE
1. |
Pisciculture du Vaucheron |
F-55130 Gondrecourt-le-Château (Meuse) |
5.A.10. LANGUEDOC ROUSSILLON
1. |
|
|
5.A.11. MIDI-PYRÉNÉES
1. |
Pisciculture de la source du Durzon |
|
5.A.12. ALPES MARITIME
1. |
|
|
5.A.13. HAUTES ALPES
1. |
Pisciculture fédérale de La-Roche-de-Rame |
|
5.A.14. RHONE-ALPES
1. |
Pisciculture Petit Ronjon |
|
|||
2. |
Gaec Piscicole de Teppe |
|
5.A.15. LOZÈRE
1. |
|
Lycée d’enseignement général et technologique agricole — Ministère de l’agriculture de la pêche et de l’alimentation |
5.A.16. ARDÈCHE
1. |
|
|
5.B. TEN AANZIEN VAN VHS ERKENDE VISKWEKERIJEN IN FRANKRIJK
5.B.1. ARTOIS-PICARDIE
1. |
Pisciculture de Sangheen |
F-62102 Calais (Pas-de-Calais) |
6.A. TEN AANZIEN VAN VHS EN IHN ERKENDE VISKWEKERIJEN IN ITALIË
6.A.1. REGIO: FRIULI-VENEZIA GIULIA
Stroomgebied van de Stella |
|||||
1. |
Azienda ittica agricola Collavini Mario N. I096UD005 |
|
|||
2. |
Impianto ittigenico de Flambro de Talmassons |
|
|||
Stroomgebied van de Tagliamento |
|||||
3. |
Impianto ittiogenico di Forni di Sotto |
|
|||
4. |
Impianto di Grauzaria di Moggio Udinese |
|
|||
5. |
Impianto ittiogenico di Amaro |
|
|||
6. |
Impianto ittiogenico di Somplago — Mena di Cavazzo Carnico |
|
|||
Stroomgebied van de Bianco |
|||||
7. |
S.A.I.S. srl Loc. Blasis Codropio (UD) Cod. I027UD001 |
|
|||
Stroomgebied van de Muje |
|||||
8. |
S.A.I.S. srl Poffabro-Frisanco (PN) |
|
6.A.2. AUTONOME PROVINCIE TRENTO
Stroomgebied van de Noce |
|||||
1. |
Ass. Pescatori Solandri (Loc. Fucine) |
Cavizzana |
|||
2. |
Troticoltura di Grossi Roberto N. 121TN010 |
|
|||
Stroomgebied van de Brenta |
|||||
3. |
Campestrin Giovanni |
Telve Valsugana (Fontane) |
|||
4. |
Ittica Resenzola Serafini |
Grigno |
|||
5. |
Ittica Resenzola Selva |
Grigno |
|||
6. |
Leonardi F.lli |
Levico Terme (S. Giuliana) |
|||
7. |
Dellai Giuseppe-Trot. Valsugana |
Grigno (Fontana Secca, Maso Puele) |
|||
8. |
Cappello Paolo |
|
|||
Stroomgebied van de Adige |
|||||
9. |
Celva Remo |
Pomarolo |
|||
10. |
Margonar Domenico |
Ala (Pilcante) |
|||
11. |
Degiuli Pasquale |
Mattarello (Regole) |
|||
12. |
Tamanini Livio |
Vigolo Vattaro) |
|||
13. |
Troticultura Istituto Agrario di S. Michele a/A. |
S. Michele all’Adige |
|||
Stroomgebied van de Sarca |
|||||
14. |
Ass. Pescatori Basso Sarca |
Ragoli (Pez) |
|||
15. |
Stab. Giudicariese La Mola |
Tione (Delizia d’Ombra) |
|||
16. |
Azienda Agricola La Sorgente s.s. |
Tione (Saone) |
|||
17. |
Fonti del Dal s.s. |
Lomaso (Dasindo) |
|||
18. |
Comfish srl (ex. Paletti) |
Preore (Molina) |
|||
19. |
Ass. Pescatori Basso Sarca |
Tenno (Pranzo) |
|||
20. |
Troticultura „La Fiana” |
Di Valenti Claudio (Bondo) |
6.A.3. REGIO: UMBRIA
Vallei van de Nera |
||
1. |
Impianto Ittogenico provinciale |
Loc Ponte di Cerreto di Spoleto (PG) — Public Plant (Province of Perugia) |
6.A.4. REGIO: VENETO
Stroomgebied van de Astico |
|||||||||
1. |
Centro Ittico Valdastico |
Valdastico (Veneto, Province of Vicenza) |
|||||||
Stroomgebied van de Lietta |
|||||||||
2. |
Azienda Agricola Lietta srl N. 052TV074 |
|
|||||||
Stroomgebied van de Bacchiglione |
|||||||||
3. |
Azienda Agricola Troticoltura Grosselle Massimo N. 091VI831 |
|
|||||||
4. |
Biasia Luigi N. 013VI831 |
|
|||||||
Stroomgebied van de Brenta |
|||||||||
5. |
|
|
|||||||
De Tione in Fattolé |
|||||||||
6. |
Piscicoltura Menozzi di Franco e Davide Menozzi S.S. |
|
|||||||
Stroomgebied van de Tartaro/Tioner |
|||||||||
7. |
Stanzial Eneide Loc. Casotto |
|
|||||||
De Celarda |
|||||||||
8. |
Vincheto di Celarda 021 BL 282 |
|
|||||||
De Molini |
|||||||||
9. |
Azienda Agricoltura Troticoltura Rio Molini |
|
6.A.5. REGIO: VALLE D’AOSTA
Stroomgebied van de Dora Baltea |
||
1. |
Stabilimento ittiogenico regionale |
Rue Mont Blanc 14, Morgex (AO) |
6.A.6. REGIO: LOMBARDIA
1. |
Azienda Troticoltura Foglio A.s.s. |
|
|||
2. |
Azienda Agricola Pisani Dossi Cascina Oldani, Cisliano (MI) |
|
|||
3. |
Centro ittiogenico Unione Pesca Sportiva della Provincia di Sondrio |
|
|||
4. |
Ittica Acquasarga Allevamento Piscicoltura Valsassinese IT070LC087 |
|
6.A.7. REGIO: TOSCANA
Stroomgebied van de Maresca |
|||||
1. |
Allevamento trote di Petrolini Marcello |
|
|||
2. |
Azienda agricola Fratelli Mascalchi Loc Carda, Castel Focognano (AR) Cod. IT008AR003 |
|
6.A.8. REGIO: LIGURIA
1. |
Incubatoio Ittico provinciale — Masone Loc. Rio Freddo |
|
6.A.9. REGIO: PIEMONTE
1. |
Incubatoio Ittico de valle de Peleussieres Oulx (TO) Cod. 175 TO 802 |
|
||||
2. |
Azienda agricola Canali Cavour di Lucio Fariano |
|
||||
3. |
Troticoltura Marco Borroni Loc. Gerb Veldieri (CN) Cod. 233 CN 800 |
|
||||
4. |
Incubatoio ittico di valle Loc. Cascina Prelle Traversella (TO) 278 TO 802 |
|
||||
5. |
Azienda Agricola „San Biagio” Fraz. S. Biagio I-12084 Mondovì Cod. 130 CN 801 |
|
6.A.10. REGIO: ABRUZZO
1. |
Impianti ittiogenici di POPOLI (PE) Loc. S. Callisto |
|
6.A.11. REGIO: EMILIA-ROMAGNA
1. |
Troticoltura Alta Val Secchia srl (RE) Via Porali 1/A — Collagna (RE) Cod. 019RE050 |
|
6.A.12. REGIO: BASILICATA
1. |
Cod. IT089PZ185/I |
|
6.A.13. REGIO: CAMPANIA
1. |
Ittica Fasanella Sant’Angelo a Fasanella Loc. Fiume (SA) Cod. 128SA077 |
|
6.B. TEN AANZIEN VAN VHS ERKENDE VISKWEKERIJEN IN ITALIË
6.B.1. REGIO: FRIULI-VENEZIA GIULIA
Stroomgebied van de Tagliamento |
|||||
1. |
SGM srl |
|
6.B.2. REGIO: VENETO
De Sile |
|||||||
1. |
Cod. 064TV015 |
|
7. TEN AANZIEN VAN VHS EN IHN ERKENDE VISKWEKERIJEN IN OOSTENRIJK
1. |
Alois Köttl |
|
|||
2. |
Herbert Böck |
|
|||
3. |
Forellenzucht Glück |
|
|||
4. |
Forellenzuchtbetrieb St Florian |
|
|||
5. |
Forellenzucht Jobst |
|
|||
6. |
Fischzuchtbetrieb Kölbl |
|
23.11.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 304/46 |
BESLUIT VAN DE COMMISSIE
van 18 november 2005
tot vaststelling van invoerbesluiten van de Gemeenschap voor bepaalde chemische stoffen krachtens Verordening (EG) nr. 304/2003 van het Europees Parlement en de Raad en houdende wijziging van Besluit 2000/657/EG
(Voor de EER relevante tekst)
(2005/814/EG)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 304/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2003 betreffende de in- en uitvoer van gevaarlijke chemische stoffen (1), en met name op artikel 12, lid 1, eerste alinea,
Na raadpleging van het bij artikel 29 van Richtlijn 67/548/EEG van de Raad van 27 juni 1967 betreffende de aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen inzake de indeling, de verpakking en het kenmerken van gevaarlijke stoffen (2) ingestelde comité,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Krachtens Verordening (EG) nr. 304/2003 moet de Commissie voor elke aan de PIC-procedure (procedure van voorafgaande geïnformeerde toestemming) onderworpen chemische stof namens de Gemeenschap besluiten of de invoer daarvan in de Gemeenschap al dan niet wordt toegestaan. |
(2) |
Het Milieuprogramma van de Verenigde Naties (UNEP) en de Voedsel- en Landbouworganisatie (FAO) zijn aangewezen om secretariaatsdiensten te verrichten voor het functioneren van de PIC-procedure die is vastgesteld bij het Verdrag van Rotterdam inzake de procedure met betrekking tot voorafgaande geïnformeerde toestemming (PIC) ten aanzien van bepaalde gevaarlijke chemische stoffen en pesticiden in de internationale handel, dat namens de Gemeenschap is goedgekeurd bij Besluit 2003/106/EG van de Raad (3). |
(3) |
De Commissie, die optreedt als gemeenschappelijk aangewezen autoriteit, moet namens de Gemeenschap en haar lidstaten de besluiten betreffende chemische stoffen aan het secretariaat van het Verdrag toezenden. |
(4) |
De chemische stoffen tetraethyllood en tetramethyllood zijn als industriechemicaliën in de PIC-procedure opgenomen. De Commissie heeft over beide stoffen informatie ontvangen in de vorm van één leidraad voor een besluit. Beide chemische stoffen zijn op communautair niveau aan strenge beperkingen onderworpen, aangezien het gebruik daarvan als antiklopmiddel in benzine bij Richtlijn 98/70/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 1998 betreffende de kwaliteit van benzine en van dieselbrandstof en tot wijziging van Richtlijn 93/12/EEG van de Raad (4) met enkele kleine uitzonderingen is verboden. Derhalve dient een invoerbesluit te worden genomen. |
(5) |
De chemische stof parathion is ook in de PIC-procedure opgenomen, en wel als pesticide. De Commissie heeft over deze stof informatie van het secretariaat ontvangen in de vorm van een leidraad voor een besluit. |
(6) |
Parathion valt binnen de werkingssfeer van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad van 15 juli 1991 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (5). Bij Beschikking 2001/520/EG van de Commissie van 9 juli 2001 betreffende de niet-opneming van parathion in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG van de Raad en de intrekking van de toelating voor gewasbeschermingsmiddelen die deze werkzame stof bevatten (6) is parathion van bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG uitgesloten en de toelatingen voor parathion bevattende gewasbeschermingsmiddelen moesten uiterlijk op 8 januari 2002 worden ingetrokken. Parathion werd voorheen in de interim-PIC procedure opgenomen voorzover bepaalde zeer gevaarlijke, parathion bevattende pesticideformuleringen in bijlage III bij het Verdrag werden opgenomen, hetgeen tot uiting komt in het antwoordformulier in de bijlage bij Besluit 2000/657/EG van de Commissie van 16 oktober 2000 tot vaststelling van invoerbesluiten van de Gemeenschap voor bepaalde chemische stoffen krachtens Verordening (EEG) nr. 2455/92 van de Raad betreffende de in- en uitvoer van bepaalde gevaarlijke chemische stoffen (7). De vermelding voor parathion in bijlage III bij het Verdrag moet worden vervangen door een vermelding voor parathion in elke vorm. Derhalve dient een nieuw invoerbesluit te worden genomen. |
(7) |
Besluit 2000/657/EG dient derhalve te worden gewijzigd, |
BESLUIT:
Artikel 1
1. Het invoerbesluit betreffende de chemische stof tetraethyllood dat is opgenomen in het formulier voor het antwoord van het land van invoer in bijlage I, wordt vastgesteld.
2. Het invoerbesluit betreffende de chemische stof tetramethyllood dat is opgenomen in het formulier voor het antwoord van het land van invoer in bijlage II, wordt vastgesteld.
Artikel 2
Het in de bijlage bij Besluit 2000/657/EG opgenomen invoerbesluit betreffende parathion wordt vervangen door het invoerbesluit dat is opgenomen in het formulier voor het antwoord van het land van invoer in bijlage III bij het onderhavige besluit.
Gedaan te Brussel, 18 november 2005.
Voor de Commissie
Stavros DIMAS
Lid van de Commissie
(1) PB L 63 van 6.3.2003, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 775/2004 van de Commissie (PB L 123 van 27.4.2004, blz. 27).
(2) PB 196 van 16.8.1967, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2004/73/EG van de Commissie (PB L 152 van 30.4.2004, blz. 1).
(3) PB L 63 van 6.3.2003, blz. 27.
(4) PB L 350 van 28.12.1998, blz. 58. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1882/2003 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 284 van 31.10.2003, blz. 1).
(5) PB L 230 van 19.8.1991, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2005/34/EG (PB L 125 van 18.5.2005, blz. 5).
(6) PB L 187 van 10.7.2001, blz. 47.
(7) PB L 275 van 27.10.2000, blz. 44. Besluit laatstelijk gewijzigd bij Besluit 2005/416/EG (PB L 147 van 10.6.2005, blz. 1).
BIJLAGE I
INVOERBESLUIT VOOR DE CHEMISCHE STOF TETRAETHYLLOOD
BIJLAGE II
INVOERBESLUIT VOOR DE CHEMISCHE STOF TETRAMETHYLLOOD
BIJLAGE III
INVOERBESLUIT VOOR DE CHEMISCHE STOF PARATHION