ISSN 1725-2598 |
||
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 284 |
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Wetgeving |
48e jaargang |
Inhoud |
|
I Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing |
Bladzijde |
|
|
||
|
* |
||
|
* |
|
|
II Besluiten waarvan de publicatie niet voorwaarde is voor de toepassing |
|
|
|
Commissie |
|
|
* |
||
|
* |
Beschikking van de Commissie van 25 oktober 2005 tot wijziging van de Beschikkingen 2005/92/EG en 2005/93/EG betreffende de uitvoer van bepaalde producten naar derde landen (Kennisgeving geschied onder nummer C(2005) 4134) ( 1 ) |
|
|
Rectificaties |
|
|
* |
||
|
* |
|
|
|
(1) Voor de EER relevante tekst |
NL |
Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben. Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten. |
I Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing
27.10.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 284/1 |
VERORDENING (EG) Nr. 1752/2005 VAN DE COMMISSIE
van 26 oktober 2005
tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 3223/94 van de Commissie van 21 december 1994 houdende uitvoeringsbepalingen van de invoerregeling voor groenten en fruit (1), en met name op artikel 4, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
In Verordening (EG) nr. 3223/94 zijn op grond van de multilaterale handelsbesprekingen in het kader van de Uruguayronde de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de periodes die in de bijlage bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt. |
(2) |
Op grond van de bovenvermelde criteria moeten de forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld op de in de bijlage bij deze verordening vermelde niveaus, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 3223/94 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld zoals aangegeven in de tabel in de bijlage bij deze verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 27 oktober 2005.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 26 oktober 2005.
Voor de Commissie
J. M. SILVA RODRÍGUEZ
Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling
(1) PB L 337 van 24.12.1994, blz. 66. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 386/2005 (PB L 62 van 9.3.2005, blz. 3).
BIJLAGE
bij de verordening van de Commissie van 26 oktober 2005 tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit
(EUR/100 kg) |
||
GN-code |
Code derde landen (1) |
Forfaitaire invoerwaarde |
0702 00 00 |
052 |
45,9 |
096 |
27,7 |
|
204 |
38,1 |
|
999 |
37,2 |
|
0707 00 05 |
052 |
93,6 |
999 |
93,6 |
|
0709 90 70 |
052 |
97,2 |
204 |
46,1 |
|
999 |
71,7 |
|
0805 50 10 |
052 |
63,1 |
388 |
59,4 |
|
524 |
66,9 |
|
528 |
66,3 |
|
999 |
63,9 |
|
0806 10 10 |
052 |
106,3 |
400 |
283,5 |
|
508 |
232,4 |
|
512 |
92,7 |
|
999 |
178,7 |
|
0808 10 80 |
052 |
57,2 |
388 |
91,0 |
|
400 |
128,3 |
|
404 |
89,2 |
|
512 |
75,0 |
|
720 |
54,4 |
|
800 |
193,7 |
|
804 |
99,1 |
|
999 |
98,5 |
|
0808 20 50 |
052 |
95,6 |
720 |
64,0 |
|
999 |
79,8 |
(1) Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 750/2005 van de Commissie (PB L 126 van 19.5.2005, blz. 12). De code „999” staat voor „andere oorsprong”.
27.10.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 284/3 |
VERORDENING (EG) Nr. 1753/2005 VAN DE COMMISSIE
van 26 oktober 2005
tot vaststelling van een verbod op de visserij op blauwvintonijn in de Atlantische Oceaan, ten oosten van 45° WL, en de Middellandse Zee door vaartuigen die de vlag van Frankrijk voeren
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 2371/2002 van de Raad van 20 december 2002 inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid (1), en met name op artikel 26, lid 4,
Gelet op Verordening (EEG) nr. 2847/93 van de Raad van 12 oktober 1993 tot invoering van een controleregeling voor het gemeenschappelijk visserijbeleid (2), en met name op artikel 21, lid 3,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De quota voor 2005 zijn vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 27/2005 van de Raad van 22 december 2004 tot vaststelling, voor 2005, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de Gemeenschap en, voor vaartuigen van de Gemeenschap, in andere wateren met vangstbeperkingen van toepassing zijn, en tot vaststelling van de bij de visserij in acht te nemen voorschriften (3). |
(2) |
Uit door de Commissie ontvangen informatie blijkt dat, gezien de vangsten van het in de bijlage bij deze verordening vermelde bestand door vaartuigen die de vlag van de in die bijlage vermelde lidstaat voeren of daar geregistreerd zijn, de betrokken, voor 2005 toegewezen quota volledig zijn opgebruikt. |
(3) |
Derhalve moet het worden verboden op dit bestand te vissen en vis uit dit bestand aan boord te houden, over te laden en aan te voeren, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Het opgebruiken van het quotum
Het quotum dat voor 2005 aan de in de bijlage bij deze verordening genoemde lidstaat is toegewezen voor de visserij op het in die bijlage vermelde bestand, wordt met ingang van de in die bijlage opgenomen datum als opgebruikt beschouwd.
Artikel 2
Verbod
De visserij op het in de bijlage bij deze verordening vermelde bestand door vaartuigen die de vlag van de in die bijlage genoemde lidstaat voeren of daar geregistreerd zijn, is verboden met ingang van de in die bijlage opgenomen datum. Het is verboden om vis uit dit bestand, die vanaf die datum door deze vaartuigen is gevangen, aan boord te hebben, over te laden of aan te voeren.
Artikel 3
Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 26 oktober 2005.
Voor de Commissie
Jörgen HOLMQUIST
Directeur-generaal Visserij en maritieme zaken
(1) PB L 358 van 31.12.2002, blz. 59.
(2) PB L 261 van 20.10.1993, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 768/2005 (PB L 128 van 21.5.2005, blz. 1).
(3) PB L 12 van 14.1.2005, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1300/2005 (PB L 207 van 10.8.2005, blz. 1).
BIJLAGE
Lidstaat |
Frankrijk |
Bestand |
BFT/AEO45W |
Soort |
Blauwvintonijn (Thunnus Thynnus) |
Zone |
Atlantische Oceaan, ten oosten van 45° WL, en Middellandse Zee |
Datum |
17 oktober 2005 |
27.10.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 284/5 |
VERORDENING (EG) Nr. 1754/2005 VAN DE COMMISSIE
van 26 oktober 2005
houdende afwijking van Verordening (EG) nr. 796/2004 ten aanzien van de toepassing van artikel 21 in de Franse overzeese departementen in 2005
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad van 29 september 2003 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers en houdende wijziging van de Verordeningen (EEG) nr. 2019/93, (EG) nr. 1452/2001, (EG) nr. 1453/2001, (EG) nr. 1454/2001, (EG) nr. 1868/94, (EG) nr. 1251/1999, (EG) nr. 1254/1999, (EG) nr. 1673/2000, (EEG) nr. 2358/71 en (EG) nr. 2529/2001 (1), en met name op artikel 145, onder c),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Artikel 21 van Verordening (EG) nr. 796/2004 van de Commissie van 21 april 2004 houdende uitvoeringsbepalingen inzake de randvoorwaarden, de modulatie en het geïntegreerd beheers- en controlesysteem waarin is voorzien bij Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers (2) voorziet in verlagingen die bij te late indiening van een steunaanvraag moeten worden toegepast. |
(2) |
De Franse autoriteiten hebben de Commissie meegedeeld dat in de vier Franse overzeese departementen de gegevens over oppervlakten die de landbouwers nodig hebben om hun verzamelaanvraag voor het jaar 2005 overeenkomstig artikel 11 van Verordening (EG) nr. 796/2004 te kunnen opstellen, niet tijdig aan de landbouwers zijn verstrekt. Daardoor konden de landbouwers hun verzamelaanvraag niet uiterlijk op 15 mei 2005 indienen zoals is voorgeschreven. |
(3) |
Daarom is het dienstig de verlagingen waarin artikel 21 van Verordening (EG) nr. 796/2004 voorziet, niet toe te passen ten aanzien van de landbouwers in de Franse overzeese departementen die hun aanvraag niet later hebben ingediend dan één maand nadat de gegevens hun waren verstrekt. |
(4) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor rechtstreekse betalingen, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De verlaging met 1 % per werkdag waarin is voorzien bij artikel 21, leden 1 en 2, van Verordening (EG) nr. 796/2004, is niet van toepassing voor de verzamelaanvragen of de wijzigingen daarvan die bij de bevoegde autoriteiten worden ingediend in de periode tot en met:
— |
6 juni 2005 wat Frans-Guyana betreft, |
— |
19 juni 2005 wat Martinique betreft, |
— |
24 juni 2005 wat Réunion betreft, |
— |
27 juni 2005 wat Guadeloupe betreft. |
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 26 oktober 2005.
Voor de Commissie
Mariann FISCHER BOEL
Lid van de Commissie
(1) PB L 270 van 21.10.2003, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 118/2005 van de Commissie (PB L 24 van 27.1.2005, blz. 15).
(2) PB L 141 van 30.4.2004, blz. 18. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 436/2005 (PB L 72 van 18.3.2005, blz. 4).
II Besluiten waarvan de publicatie niet voorwaarde is voor de toepassing
Commissie
27.10.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 284/6 |
BESLUIT VAN DE COMMISSIE
van 19 oktober 2005
houdende benoeming van de leden van de Europese groep ethiek van de exacte wetenschappen en de nieuwe technologieën voor haar derde mandaat
(2005/754/EG)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op Besluit SEC(97) 2404 van de Commissie van 16 december 1997 waarbij de Europese groep ethiek van de exacte wetenschappen en de nieuwe technologieën (EGE) wordt opgericht en de voorzitter van de Europese Commissie wordt gemachtigd de leden te benoemen,
Gelet op Besluit C(2001) 691 van de Commissie van 26 maart 2001 betreffende de herziening van de opdracht van de Europese groep ethiek van de exacte wetenschappen en de nieuwe technologieën,
Gelet op Besluit 2005/383/EG van de Commissie van 11 mei 2005 (1) inzake de verlenging van het mandaat van de Europese groep ethiek van de exacte wetenschappen en de nieuwe technologieën,
Gezien de open uitnodiging tot het indienen van blijken van belangstelling die op 20 mei 2005 op de website van de EGE is gepubliceerd met als sluitingsdatum 20 juni 2005,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De EGE is een onafhankelijk en multidisciplinair adviesorgaan van de Europese Commissie dat vijftien leden telt. |
(2) |
Na de oproep tot het indienen van blijken van belangstelling werden 38 aanmeldingen ontvangen (2). Van de tien zittende EGE-leden die voor herbenoeming in aanmerking komen, hebben er negen belangstelling voor een nieuwe ambtstermijn (3). |
(3) |
In de EGE moet een breed scala van deskundigheid en ervaring zijn vertegenwoordigd. |
(4) |
De leden worden ad personam benoemd op grond van hun deskundigheid en kwaliteiten, |
BESLUIT:
Artikel 1
De volgende aftredende leden van de EGE worden voor een nieuwe ambtstermijn van vier jaar benoemd:
1) |
Rafael Capurro |
2) |
Inez de Beaufort |
3) |
Göran Hermerén |
4) |
Linda Nielsen |
5) |
Pere Puigdomenech Rosell |
6) |
Günter Virt. |
Artikel 2
De volgende personen worden voor een ambtstermijn van vier jaar tot lid van de EGE benoemd:
1) |
Emmanuel Agius |
2) |
Diána Bánáti |
3) |
Anne Cambon-Thomsen |
4) |
Carlo Casini |
5) |
Jozef Glasa |
6) |
Hille Haker |
7) |
Julian Kinderlerer |
8) |
Krzysztof Marczewski |
9) |
Paula Martinho da Silva. |
Artikel 3
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 19 oktober 2005.
Voor de Commissie
José Manuel BARROSO
De voorzitter
(1) PB L 127 van 20.5.2005, blz. 17.
(2) Zie artikel 3, lid 2, vijfde streepje, van Besluit 2005/383/EG: „De keuze en selectie van de leden van de EGE vindt plaats op basis van een open uitnodiging tot het indienen van blijken van belangstelling.”.
(3) Zie artikel 3, lid 2, derde streepje, van Besluit 2005/383/EG: „Elk lid van de EGE wordt voor een ambtstermijn van vier jaar benoemd. Deze benoeming kan met ten hoogste twee ambtstermijnen worden verlengd.”.
27.10.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 284/8 |
BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE
van 25 oktober 2005
tot wijziging van de Beschikkingen 2005/92/EG en 2005/93/EG betreffende de uitvoer van bepaalde producten naar derde landen
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2005) 4134)
(Voor de EER relevante tekst)
(2005/755/EG)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Richtlijn 97/78/EG van de Raad van 18 december 1997 tot vaststelling van de beginselen voor de organisatie van de veterinaire controles voor producten die uit derde landen in de Gemeenschap worden binnengebracht (1), en met name op artikel 12, lid 12, en artikel 13, lid 6,
Gelet op Richtlijn 2002/99/EG van de Raad van 16 december 2002 houdende vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor de productie, de verwerking, de distributie en het binnenbrengen van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong (2), en met name op artikel 13, lid 3,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Richtlijn 97/78/EG legt voorschriften vast voor veterinaire controles op zendingen van bepaalde uit een derde land afkomstige producten van dierlijke oorsprong en voorziet onder andere in de opslag van producten in douane-entrepots, vrije zones, vrije entrepots of inrichtingen van handelaren die leveren aan grensoverschrijdende zeevervoermiddelen die niet aan de communautaire veterinairrechtelijke invoervoorschriften voldoen. |
(2) |
Richtlijn 2002/99/EG bepaalt dat de lidstaten maatregelen moeten nemen om ervoor te zorgen dat vanaf 1 januari 2005 voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong alleen uit derde landen worden binnengebracht, als zij voldoen aan de bepalingen van die richtlijn. |
(3) |
Beschikking 2005/92/EG van de Commissie van 2 februari 2005 inzake de veterinairrechtelijke voorschriften, de certificering en overgangsbepalingen met betrekking tot het binnenbrengen van en de opslagperiode voor zendingen van bepaalde producten van dierlijke oorsprong in vrije zones, vrije entrepots en inrichtingen van handelaren die leveren aan grensoverschrijdende zeevervoermiddelen in de Gemeenschap (3) en Beschikking 2005/93/EG van de Commissie van 2 februari 2005 tot vaststelling van overgangsbepalingen met betrekking tot het binnenbrengen van en de opslagperiode voor zendingen van bepaalde producten van dierlijke oorsprong in douane-entrepots in de Gemeenschap (4) voorzien in een voortgezette opslag gedurende een overgangsperiode tot 1 januari 2006 van producten die niet aan de communautaire veterinairrechtelijke voorschriften voldoen en die vóór 1 januari 2005 in de Gemeenschap zijn binnengebracht, totdat de producten naar hun eindbestemming in een derde land worden gezonden. |
(4) |
Er bestaat een reëel risico dat thans in de Gemeenschap opgeslagen producten die niet aan de communautaire veterinairrechtelijke voorschriften voldoen een aanzienlijk gevaar voor de diergezondheid in de Gemeenschap en de naburige derde landen opleveren en dat zij zonder de toestemming van de bevoegde veterinaire autoriteit van het derde land van bestemming of van doorvoer naar derde landen worden verzonden. |
(5) |
De Beschikkingen 2005/92/EG en 2005/93/EG bepalen dat vanaf 1 januari 2006 alle onder die beschikkingen vallende zendingen producten, die nog in opslag zijn, moeten worden vernietigd. In afwachting van die vernietiging moeten de controles ter bescherming van zowel de Gemeenschap als naburige derde landen worden verscherpt om te garanderen dat het derde land van bestemming en ieder derde land van doorvoer uitdrukkelijk toestemming hebben verleend voor uit opslagplaatsen verzonden zendingen die niet volledig aan de veterinairrechtelijke voorschriften van de Gemeenschap voldoen. |
(6) |
De Beschikkingen 2005/92/EG en 2005/93/EG dienen derhalve zodanig te worden gewijzigd dat het vervoer van onder die beschikkingen vallende producten naar een derde land van bestemming of van doorvoer of naar vaartuigen die als grensoverschrijdend zeevervoermiddel dienen slechts met uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van de bevoegde autoriteiten van die landen of van een verantwoordelijke officier aan boord van het vaartuig wordt toegestaan. |
(7) |
Daarom moet worden vastgelegd dat de voor het vervoer van de desbetreffende producten verantwoordelijke persoon de benodigde schriftelijke toestemming verkrijgt en overlegt aan de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar de producten zijn opgeslagen, voordat de bevoegde autoriteit de uitvoer van de producten naar de eindbestemming of de doorvoer naar een dergelijke bestemming toestaat. |
(8) |
De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid, |
HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:
Artikel 1
Beschikking 2005/92/EG wordt als volgt gewijzigd:
1) |
Het volgende artikel 2 bis wordt ingevoegd: „Artikel 2 bis De lidstaten zien erop toe dat alle in artikel 1 bedoelde zendingen die niet vergezeld gaan van het passende veterinairrechtelijke certificaat en die momenteel in een vrije zone, een vrij entrepot of in inrichtingen van een handelaar die levert aan grensoverschrijdende zeevervoermiddelen in een lidstaat zijn opgeslagen, alleen worden uitgeslagen voor vervoer naar een grensinspectiepost van vertrek voor verder vervoer naar een bestemming, indien de voor dergelijke partijen verantwoordelijke persoon een schriftelijke toestemming overlegt waarin wordt bevestigd dat de doorvoer over of de invoer op zijn grondgebied of het aan boord brengen van het vaartuig van deze producten wordt toegestaan, en die verstrekt is door:
|
2) |
Artikel 3, tweede alinea, komt als volgt te luiden: „Alle kosten van een dergelijke vernietiging komen ten laste van de voor de zending verantwoordelijke persoon.”. |
Artikel 2
Beschikking 2005/93/EG wordt als volgt gewijzigd:
1) |
Het volgende artikel 1 bis wordt ingevoegd: „Artikel 1 bis De lidstaten zien erop toe dat alle in artikel 1 bedoelde zendingen die niet vergezeld gaan van het passende veterinairrechtelijke certificaat en die momenteel in een douane-entrepot in een lidstaat zijn opgeslagen, alleen worden uitgeslagen voor vervoer naar een grensinspectiepost van vertrek voor verder vervoer naar een bestemming, indien de voor dergelijke partijen verantwoordelijke persoon een schriftelijke toestemming van de bevoegde autoriteit van het derde land van bestemming en van het derde land van doorvoer overlegt waarin wordt bevestigd dat de doorvoer over of de invoer op zijn grondgebied van deze producten wordt toegestaan.”. |
2) |
Artikel 2, tweede alinea, komt als volgt te luiden: „Alle kosten van een dergelijke vernietiging komen ten laste van de voor de zending verantwoordelijke persoon.”. |
Artikel 3
Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 25 oktober 2005.
Voor de Commissie
Markos KYPRIANOU
Lid van de Commissie
(1) PB L 24 van 30.1.1998, blz. 9. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 165 van 30.4.2004, blz. 1; rectificatie in PB L 191 van 28.5.2004, blz. 1).
(2) PB L 18 van 23.1.2003, blz. 11.
(3) PB L 31 van 4.2.2005, blz. 62.
(4) PB L 31 van 4.2.2005, blz. 64.
Rectificaties
27.10.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 284/10 |
Rectificatie van Aanbeveling 2005/737/EG van de Commissie van 18 mei 2005 betreffende het collectieve grensoverschrijdende beheer van auteursrechten en naburige rechten ten behoeve van rechtmatige onlinemuziekdiensten
( Publicatieblad van de Europese Unie L 276 van 21 oktober 2005 )
Op de omslag, in de inhoud, op bladzijde 54 in de titel en op bladzijde 57 in de slotformule:
in plaats van:
„18 mei 2005”,
te lezen:
„18 oktober 2005”.
27.10.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 284/10 |
Rectificatie van Richtlijn 2002/53/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende de gemeenschappelijke rassenlijst van landbouwgewassen
( Publicatieblad van de Europese Unie L 193 van 20 juli 2002 )
Op bladzijde 8, artikel 23, lid 3, tweede alinea,
in plaats van:
„De in artikel 5, lid 6, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn wordt vastgesteld op een maand.”,
te lezen:
„De in artikel 5, lid 6, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn wordt vastgesteld op drie maanden.”.