ISSN 1725-2598

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 282

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

48e jaargang
26 oktober 2005


Inhoud

 

I   Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing

Bladzijde

 

 

Verordening (EG) nr. 1750/2005 van de Commissie van 25 oktober 2005 tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

1

 

*

Verordening (EG) nr. 1751/2005 van de Commissie van 25 oktober 2005 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1725/2003 tot goedkeuring van bepaalde internationale standaarden voor jaarrekeningen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1606/2002 van het Europees Parlement en de Raad wat IFRS 1, IAS 39 en SIC 12 betreft ( 1 )

3

 

*

Richtlijn 2005/74/EG van de Commissie van 25 oktober 2005 tot wijziging van Richtlijn 90/642/EEG van de Raad wat de daarin vastgestelde maximumgehalten aan residuen van ethofumesaat, lambda-cyhalothrin, methomyl, pymetrozine en thiabendazool betreft ( 1 )

9

 

 

II   Besluiten waarvan de publicatie niet voorwaarde is voor de toepassing

 

 

Commissie

 

*

Beschikking van de Commissie van 21 oktober 2005 houdende principiële erkenning dat de dossiers die zijn ingediend voor grondig onderzoek met het oog op eventuele opneming van ascorbinezuur, kaliumjodide en kaliumthiocyanaat in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG van de Raad, volledig zijn (Kennisgeving geschied onder nummer C(2005) 4025)  ( 1 )

18

 

*

Besluit van de Commissie van 24 oktober 2005 tot oprichting van een groep deskundigen inzake elektronische handel

20

 

*

Beschikking van de Commissie van 24 oktober 2005 tot wijziging van bijlage II bij Beschikking 79/542/EEG van de Raad ten aanzien van de invoer van vers vlees uit Brazilië (Kennisgeving geschied onder nummer C(2005) 4168)  ( 1 )

22

 

 

Rectificaties

 

*

Rectificatie van Verordening (EG) nr. 1259/2005 van de Commissie van 27 juli 2005 tot instelling van een voorlopig antidumpingrecht op de invoer van wijnsteenzuur uit de Volksrepubliek China (PB L 200 van 30.7.2005)

29

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


I Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing

26.10.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 282/1


VERORDENING (EG) Nr. 1750/2005 VAN DE COMMISSIE

van 25 oktober 2005

tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 3223/94 van de Commissie van 21 december 1994 houdende uitvoeringsbepalingen van de invoerregeling voor groenten en fruit (1), en met name op artikel 4, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In Verordening (EG) nr. 3223/94 zijn op grond van de multilaterale handelsbesprekingen in het kader van de Uruguayronde de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de periodes die in de bijlage bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt.

(2)

Op grond van de bovenvermelde criteria moeten de forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld op de in de bijlage bij deze verordening vermelde niveaus,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 3223/94 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld zoals aangegeven in de tabel in de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 26 oktober 2005.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 25 oktober 2005.

Voor de Commissie

J. M. SILVA RODRÍGUEZ

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 337 van 24.12.1994, blz. 66. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 386/2005 (PB L 62 van 9.3.2005, blz. 3).


BIJLAGE

bij de verordening van de Commissie van 25 oktober 2005 tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

(EUR/100 kg)

GN-code

Code derde landen (1)

Forfaitaire invoerwaarde

0702 00 00

052

46,7

096

24,7

204

39,7

624

421,2

999

133,1

0707 00 05

052

92,6

999

92,6

0709 90 70

052

86,0

204

45,3

999

65,7

0805 50 10

052

65,2

388

65,1

524

66,9

528

70,1

999

66,8

0806 10 10

052

100,1

400

283,5

508

230,2

512

92,7

999

176,6

0808 10 80

052

57,2

388

79,9

400

100,2

404

84,6

512

75,8

720

54,4

800

161,3

804

83,1

999

87,1

0808 20 50

052

95,2

388

57,1

720

64,0

999

72,1


(1)  Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 750/2005 van de Commissie (PB L 126 van 19.5.2005, blz. 12). De code „999” staat voor „andere oorsprong”.


26.10.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 282/3


VERORDENING (EG) Nr. 1751/2005 VAN DE COMMISSIE

van 25 oktober 2005

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1725/2003 tot goedkeuring van bepaalde internationale standaarden voor jaarrekeningen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1606/2002 van het Europees Parlement en de Raad wat IFRS 1, IAS 39 en SIC 12 betreft

(Voor de EER relevante tekst)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1606/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 19 juli 2002 betreffende de toepassing van internationale standaarden voor jaarrekeningen (1), en met name op artikel 3, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 1725/2003 van de Commissie (2) werd een aantal op 14 september 2002 bestaande internationale standaarden en interpretaties goedgekeurd, met inbegrip van Standing Interpretations Committee interpretatie (SIC) 12 Consolidatie — Voor een bijzonder doel opgerichte entiteiten („Special purpose entities”).

(2)

Op 17 december 2003 heeft de International Accounting Standard Board (IASB) de herziene International Accounting Standard (IAS) 39 Financiële instrumenten: opname en waardering gepubliceerd. IAS 39 heeft hoofdzakelijk ten doel de grondslagen vast te stellen voor de opname in de balans en de waardering van financiële activa en financiële verplichtingen. De standaard is door de Europese Commissie goedgekeurd bij Verordening (EG) nr. 2086/2004 van de Commissie (3), met uitzondering van de bepalingen betreffende de gebruikmaking van de mogelijkheid van volledige waardering tegen reële waarde en van sommige bepalingen betreffende de administratieve verwerking van afdekkingstransacties.

(3)

Op 17 december 2004 heeft de IASB wijzigingen in IAS 39 Financiële instrumenten: opname en waardering — Overgang en eerste opname van financiële activa en financiële verplichtingen gepubliceerd in het kader van het IASB-initiatief waarmee wordt beoogd het gemakkelijker te maken voor Europese ondernemingen, en met name voor die welke bij de Amerikaanse Securities and Exchange Commission (SEC) geregistreerd zijn, om op de IAS/IFRS over te stappen.

(4)

Op 11 november 2004 heeft het International Financial Reporting Interpretations Committee (IFRIC) een wijziging op IFRIC-interpretatie SIC 12 Toepassingsgebied van SIC 12; Consolidatie — Voor een bijzonder doel opgerichte entiteiten gepubliceerd. De wijziging heeft betrekking op de thans geldende uitsluiting van regelingen inzake vergoedingen na uitdiensttreding en van beloningsregelingen in de vorm van eigen-vermogensinstrumenten van het huidige toepassingsgebied van SIC 12 (alinea 6 van SIC 12). Doel van de wijziging van het toepassingsgebied is de consistentie te verzekeren met de vereisten van IAS 19 Personeelsbeloningen en de wijzigingen aan te brengen die voortvloeien uit de recente goedkeuring van IFRS 2 Op aandelen gebaseerde betalingen  (4).

(5)

De Commissie is tot de conclusie gekomen dat de gewijzigde standaard en de gewijzigde interpretatie voldoen aan de criteria die zijn neergelegd in artikel 3, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1606/2002. Ook de raadpleging van technische deskundigen ter zake bevestigt dat beide wijzigingen voldoen aan de technische criteria voor de goedkeuring ervan.

(6)

De goedkeuring van de wijzigingen op IAS 39 brengt met zich dat IFRS 1 Eerste toepassing van International Financial Reporting Standards moet worden gewijzigd om de samenhang tussen de internationale standaarden voor jaarrekeningen te waarborgen.

(7)

Verordening (EG) nr. 1725/2003 dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd.

(8)

Bij wijze van uitzondering dienen deze wijzigingen in werking te treden vanaf het boekjaar dat aanvangt op of na 1 januari 2005, dat wil zeggen vanaf een tijdstip vóór de bekendmaking van deze verordening. De toepassing met terugwerkende kracht is uitzonderlijk gerechtvaardigd om het makkelijker te maken voor eerste toepassers om hun jaarrekening conform de IAS/IFRS op te stellen.

(9)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Regelgevend Comité voor financiële verslaglegging,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De bijlage bij Verordening (EG) nr. 1725/2003 wordt als volgt gewijzigd:

1)

De in de bijlage bij deze verordening opgenomen tekst van de Wijzigingen op International Accounting Standard (IAS) 39 Financiële instrumenten: opname en waardering — Overgang en eerste opname van financiële activa en financiële verplichtingen wordt ingevoegd.

2)

De in de bijlage bij deze verordening opgenomen tekst van de IFRIC-wijziging op SIC 12 Toepassingsgebied van SIC 12; Consolidatie — Voor een bijzonder doel opgerichte entiteiten wordt ingevoegd.

3)

De goedkeuring van de wijzigingen op IAS 39 brengt met zich dat IFRS 1 Eerste toepassing van International Financial Reporting Standards wordt gewijzigd om de samenhang tussen de internationale standaarden voor jaarrekeningen te waarborgen.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing op elk boekjaar dat uiterlijk aanvangt op of na 1 januari 2005.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 25 oktober 2005.

Voor de Commissie

Charlie McCREEVY

Lid van de Commissie


(1)  PB L 243 van 11.9.2003, blz. 1.

(2)  PB L 261 van 13.10.2003, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1073/2005 (PB L 175 van 8.7.2005, blz. 3).

(3)  PB L 363 van 9.12.2004, blz. 1.

(4)  PB L 41 van 11.2.2005, blz. 1.


BIJLAGE

INTERNATIONAL FINANCIAL REPORTING STANDARDS

IAS 39

Wijzigingen in International Accounting Standard (IAS) 39 Financiële instrumenten: opname en waardering — Overgang en eerste opname van financiële activa en financiële verplichtingen

SIC 12

IFRIC-wijziging op SIC 12 Toepassingsgebied van SIC 12; Consolidatie — Voor een bijzonder doel opgerichte entiteiten

Reproductie toegestaan binnen de Europese Economische Ruimte. Alle bestaande rechten voorbehouden buiten de EER, met uitzondering van het recht van reproductie voor persoonlijk of ander eerlijk gebruik. Nadere inlichtingen te verkrijgen bij de IASB op het volgende adres: www.iasb.org.uk

Wijzigingen in IAS 39 Financiële instrumenten: opname en waardering

In de Standaard is alinea 107A toegevoegd.

INGANGSDATUM EN OVERGANG

107A.

Niettegenstaande alinea 104 mag een entiteit de vereisten in de laatste zin van alinea TL76, en alinea TL76A, toepassen op de volgende twee wijzen:

a)

prospectief op transacties afgesloten na 25 oktober 2002, of

b)

prospectief op transacties afgesloten na 1 januari 2004.

In bijlage A, Toepassingsleidraad, is alinea TL76A toegevoegd.

Toepassingsleidraad

Waardering (alinea 43 tot en met 70)

Geen actieve markt: Waarderingstechniek

AG76A.

De waardering van het financieel actief of de financiële verplichting na eerste opname en de opname van winsten en verliezen na eerste opname dient in overeenstemming te zijn met de vereisten van deze standaard. De toepassing van alinea TL76 kan ertoe leiden dat er geen winst of verlies wordt opgenomen bij de eerste opname van een financieel actief of een financiële verplichting. In een dergelijk geval schrijft IAS 39 voor dat een winst of verlies uitsluitend dient te worden opgenomen na eerste opname voorzover de winst of het verlies voortvloeit uit een wijziging van een factor (waaronder de factor tijd) die marktdeelnemers in overweging zouden nemen bij het bepalen van een prijs.

Aanhangsel

Wijzigingen in IFRS 1

De wijzigingen in deze bijlage dienen te worden toegepast voor jaarperioden die op of na 1 januari 2005 aanvangen. Indien een entiteit IFRS 1 toepast voor een periode die vóór 1 januari 2005 aanvangt, dient zij ook deze wijzigingen voor die periode toe te passen.

A1.   IFRS 1 Eerste toepassing van International Financial Reporting Standards is als volgt gewijzigd.

In alinea 13 zijn de subalinea's j) en k) als volgt gewijzigd en is subalinea l) ingevoegd (zie onder):

j)

ontmantelingsverplichtingen opgenomen in de kostprijs van materiële vaste activa (alinea 25E);

k)

lease-overeenkomsten (alinea 25F), en

l)

waardering tegen reële waarde van financiële activa of financiële verplichtingen bij eerste opname (alinea 25G).

Na alinea 25F zijn een nieuwe kop en alinea 25G ingevoegd. Deze luiden als volgt:

Waardering van financiële activa of financiële verplichtingen tegen reële waarde

25G

Niettegenstaande de vereisten van de alinea’s 7 en 9 mag een entiteit de vereisten in de laatste zin van alinea TL76 van IAS 39, en alinea TL76A, toepassen op de volgende twee wijzen:

a)

prospectief op transacties afgesloten na 25 oktober 2002, of

b)

prospectief op transacties afgesloten na 1 januari 2004.

International Financial Reporting Interpretations Committee

IFRIC

IFRIC-WIJZIGING VAN SIC 12

Toepassingsgebied van SIC 12

Consolidatie — Voor een bijzonder doel opgerichte entiteiten

REFERENTIES

 

IAS 19 Personeelsbeloningen

 

IAS 32 Financiële instrumenten: informatieverschaffing en presentatie

 

IFRS 2 Op aandelen gebaseerde betalingen

 

SIC 12 Consolidatie — Voor een bijzonder doel opgerichte entiteiten

ACHTERGROND

1.

Tot deze wijziging van kracht wordt, vallen regelingen inzake vergoedingen na uitdiensttreding en beloningsregelingen in de vorm van eigen-vermogensinstrumenten (SIC-12.6) buiten het toepassingsgebied van SIC 12. Tot IFRS 2 van kracht wordt, vallen dergelijke regelingen binnen het toepassingsgebied van IAS 19 (herziene versie van 2002).

2.

IFRS 2 is van kracht voor jaarperioden die aanvangen op of na 1 januari 2005. Het van kracht worden van IFRS 2 leidt wijzigingen in IAS 19 door:

a)

personeelsbeloningen waarop IFRS 2 van toepassing is niet van toepassing te verklaren, en

b)

alle verwijzingen naar beloningen in de vorm van eigen-vermogensinstrumenten en beloningsregelingen in de vorm van eigen-vermogensinstrumenten te verwijderen.

3.

Voorts vereist IAS 32 dat ingekochte eigen aandelen in mindering worden gebracht op het eigen vermogen. Wanneer IFRS 2 van kracht wordt, zal dit leiden tot wijzigingen in IAS 32; de alinea’s 33 en 34 van IAS 32 (in verband met ingekochte eigen aandelen) dienen te worden toegepast op eigen aandelen die zijn aangekocht, verkocht, uitgegeven of ingetrokken in verband met aandelenoptieregelingen voor werknemers, aandelenkoopregelingen voor werknemers en alle andere op aandelen gebaseerde betalingsovereenkomsten.

PROBLEEMSTELLING

4.

Het eerste onderwerp dat in deze wijziging wordt behandeld, is het van toepassing verklaren van SIC 12 op beloningsregelingen in de vorm van eigen-vermogensinstrumenten.

5.

Het tweede onderwerp dat in deze wijziging wordt behandeld, is het niet van toepassing verklaren van SIC 12 op andere regelingen inzake langetermijnpersoneelsbeloningen. Tot de wijziging van kracht wordt, vallen andere regelingen inzake langetermijnpersoneelsbeloningen buiten het toepassingsgebied van SIC 12. IAS 19 vereist echter dat deze regelingen administratief op soortgelijke wijze worden verwerkt als regelingen inzake vergoedingen na uitdiensttreding.

WIJZIGING

6.

Alinea 6 van SIC 12 is als volgt gewijzigd.

Deze interpretatie is niet van toepassing op regelingen inzake vergoedingen na uitdiensttreding of andere regelingen inzake langetermijnpersoneelsbeloningen waarop IAS 19 van toepassing is.

INGANGSDATUM

7.

Een entiteit dient deze wijziging toe te passen voor jaarperioden die aanvangen op of na 1 januari 2005. Indien een entiteit IFRS 2 toepast voor een eerdere verslagperiode, dient deze wijziging op die eerdere verslagperiode te worden toegepast.


26.10.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 282/9


RICHTLIJN 2005/74/EG VAN DE COMMISSIE

van 25 oktober 2005

tot wijziging van Richtlijn 90/642/EEG van de Raad wat de daarin vastgestelde maximumgehalten aan residuen van ethofumesaat, lambda-cyhalothrin, methomyl, pymetrozine en thiabendazool betreft

(Voor de EER relevante tekst)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 90/642/EEG van de Raad van 27 november 1990 tot vaststelling van maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen in en op bepaalde producten van plantaardige oorsprong, met inbegrip van groenten en fruit (1), en met name op artikel 7,

Gelet op Richtlijn 91/414/EEG van de Raad van 15 juli 1991 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (2), en met name op artikel 4, lid 1, onder f,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Volgens Richtlijn 91/414/EEG valt de toelating van gewasbeschermingsmiddelen voor gebruik op bepaalde gewassen onder de bevoegdheid van de lidstaten. Deze toelating moet stoelen op een beoordeling van de gevolgen voor de gezondheid van mens en dier en voor het milieu. Bij deze beoordeling moet onder meer worden gekeken naar de blootstelling van toedieners en omstanders, de milieueffecten in bodem, water en lucht, en de gevolgen bij mens en dier van de consumptie van residuen op behandelde gewassen.

(2)

De maximumresidugehalten (MRL's) worden vastgesteld op basis van een zodanige toepassing van de minimumhoeveelheden bestrijdingsmiddelen die voor een effectieve gewasbescherming nodig zijn dat de hoeveelheid residu zo klein mogelijk is en toxicologisch aanvaardbaar blijft, met name wat de geschatte opname via de voeding betreft.

(3)

De MRL's van bestrijdingsmiddelen moeten telkens opnieuw worden bezien. Ze kunnen worden aangepast naar aanleiding van nieuwe toepassingen of informatie.

(4)

De MRL's worden op de ondergrens van de analytische bepaling vastgesteld wanneer de toegelaten toepassingen van de gewasbeschermingsmiddelen niet tot waarneembare gehalten aan residuen van het bestrijdingsmiddel in of op het levensmiddel leiden, wanneer er geen toegelaten toepassingen zijn, wanneer door de lidstaten toegelaten toepassingen niet met de nodige gegevens zijn onderbouwd, en wanneer toepassingen in derde landen die leiden tot residuen in of op levensmiddelen die in de Gemeenschap verkrijgbaar kunnen zijn, niet met de nodige gegevens zijn onderbouwd.

(5)

De Commissie is in kennis gesteld van nieuwe of gewijzigde toepassingen van bepaalde bestrijdingsmiddelen die onder Richtlijn 90/642/EEG vallen. Het gaat om ethofumesaat, lambda-cyhalothrin, methomyl, pymetrozine en thiabendazool.

Voor lambda-cyhalothrin, methomyl en pymetrozine bestaat een acute referentiedosis (ARfD) en is de acute blootstelling van de consument via elk levensmiddel dat residuen van deze bestrijdingsmiddelen kan bevatten volgens momenteel in de Gemeenschap gangbare procedures en werkwijzen en door de Wereldgezondheidsorganisatie gepubliceerde richtsnoeren beoordeeld. Er is rekening gehouden met het advies en de aanbevelingen van het Wetenschappelijk Comité voor planten, met name over de bescherming van de consument van met bestrijdingsmiddelen behandelde levensmiddelen. Uit de beoordeling van de opname van lambda-cyhalothrin, methomyl en pymetrozine blijkt dat de ARfD met de betreffende MRL's niet wordt overschreden. Uit de beschikbare informatie voor ethofumesaat en thiabendazool blijkt dat geen ARfD en dus ook geen beoordeling van de acute effecten nodig is.

(6)

Daarom moeten voor deze bestrijdingsmiddelen nieuwe MRL's worden vastgesteld.

(7)

In het licht van de technologische en wetenschappelijke ontwikkelingen kan het dienstig zijn dat specifieke MRL’s worden vastgesteld voor producten die betrekkelijk nieuw zijn in de Gemeenschap, zoals „papaja’s” en „cassave”. De lijst van voorbeelden in de in bijlage I bij Richtlijn 90/642/EEG vermelde groepen moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(8)

Dat op communautair niveau voorlopige MRL's worden vastgesteld of gewijzigd neemt niet weg dat de lidstaten overeenkomstig artikel 4, lid 1, onder f), van Richtlijn 91/414/EEG en bijlage VI daarbij voorlopige MRL's voor ethofumesaat kunnen vaststellen. Om andere toepassingen van de actieve stof in kwestie toe te staan volstaat een periode van vier jaar. De voorlopige MRL's moeten daarna definitief worden.

(9)

De in deze richtlijn vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Het product „Papaja’s” wordt toegevoegd aan bijlage I bij Richtlijn 90/642/EEG onder categorie 1 vi) Diverse vruchten tussen de producten „Olijven” en „Passievruchten”. Het product „Cassave” wordt toegevoegd aan bijlage I bij Richtlijn 90/642/EEG onder categorie 2 i) Wortel- en knolgewassen tussen de producten „Wortelen” en „Knolselderij”.

Artikel 2

Richtlijn 90/642/EEG wordt als volgt gewijzigd:

1)

In bijlage II worden de maximumgehalten aan residuen van de bestrijdingsmiddelen ethofumesaat, lambda-cyhalothrin, methomyl, pymetrozine en thiabendazool vervangen door die in bijlage I bij deze richtlijn.

2)

In bijlage II worden maximumgehalten aan residuen van het bestrijdingsmiddel ethofumesaat toegevoegd, als vastgesteld in bijlage II bij deze richtlijn.

Artikel 3

1.   De lidstaten dragen zorg voor vaststelling en bekendmaking uiterlijk op 26 april 2006 van de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen om aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie die bepalingen onverwijld mee, alsmede een transponeringstabel ter weergave van het verband tussen die bepalingen en deze richtlijn.

Zij passen die bepalingen toe vanaf 27 april 2006.

Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

2.   De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van nationaal recht mee die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

Artikel 4

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 5

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 25 oktober 2005.

Voor de Commissie

Markos KYPRIANOU

Lid van de Commissie


(1)  PB L 350 van 14.12.1990, blz. 71. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2005/48/EG van de Commissie (PB L 219 van 24.8.2005, blz. 29).

(2)  PB L 230 van 19.8.1991, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 70 van 16.3.2005, blz. 1).


BIJLAGE I (1)

Groepen en voorbeelden van afzonderlijke producten waarop de MRL’s van toepassing zijn

Pymetrozine

Lambda-cyhalothrin

Ethofumesaat (som van ethofumesaat en de metaboliet 2,3-dihydro-3,3-dimethyl-2-oxo-benzofuran-5-ylmethaansulfonaat, uitgedrukt als ethofumesaat)

Methomyl/thiodicarb (som uitgedrukt als methomyl)

Thiabendazool

1.

Fruit, vers, gedroogd of ongekookt, bevroren zonder toegevoegde suiker; noten

 

 

0,05 (2)  (3)

 

 

i)

CITRUSVRUCHTEN

0,3 (3)

 

 

 

5

Grapefruit

 

0,1

 

0,5

 

Citroenen

 

0,2

 

1

 

Limoenen

 

0,2

 

1

 

Mandarijnen (inclusief clementines en soortgelijke kruisingen van citrusvruchten)

 

0,2

 

1

 

Sinaasappelen

 

0,1

 

0,5

 

Pomelo’s

 

0,1

 

0,5

 

Overige

 

0,02 (2)

 

0,05 (2)

 

ii)

NOTEN (al dan niet in de dop, schil of schaal)

0,02 (2)  (3)

0,05 (2)

 

0,05 (2)

0,1 (2)

Amandelen

 

 

 

 

 

Paranoten

 

 

 

 

 

Cashewnoten

 

 

 

 

 

Kastanjes

 

 

 

 

 

Kokosnoten

 

 

 

 

 

Hazelnoten

 

 

 

 

 

Macadamia

 

 

 

 

 

Pecannoten

 

 

 

 

 

Pijnboompitten

 

 

 

 

 

Pistaches (pimpernoten)

 

 

 

 

 

Walnoten (okkernoten)

 

 

 

 

 

Overige

 

 

 

 

 

iii)

PITVRUCHTEN

0,02 (2)  (3)

0,1

 

0,2

 

Appels

 

 

 

 

5

Peren

 

 

 

 

5

Kweeperen

 

 

 

 

 

Overige

 

 

 

 

0,05 (2)

iv)

STEENVRUCHTEN

 

 

 

 

0,05 (2)

Abrikozen

0,05 (3)

0,2

 

0,2

 

Kersen

 

 

 

0,1

 

Perziken (inclusief nectarines en soortgelijke kruisingen)

0,05 (3)

0,2

 

0,2

 

Pruimen

 

 

 

0,5

 

Overige

0,02 (2)  (3)

0,1

 

0,05 (2)

 

v)

BESVRUCHTEN EN KLEINFRUIT

0,02 (2)  (3)

 

 

 

0,05 (2)

a)

Tafel- en wijndruiven

 

0,2

 

 

 

Tafeldruiven

 

 

 

0,05 (2)

 

Wijndruiven

 

 

 

1

 

b)

Aardbeien (andere dan bosaardbeien)

 

0,5

 

0,05 (2)

 

c)

Rubussoorten (andere dan wilde vruchten)

 

0,02 (2)

 

0,05 (2)

 

Bramen

 

 

 

 

 

Dauwbramen

 

 

 

 

 

Loganbessen

 

 

 

 

 

Frambozen

 

 

 

 

 

Overige

 

 

 

 

 

d)

Ander kleinfruit en besvruchten (voorzover niet wild)

 

 

 

0,05 (2)

 

Blauwe bosbessen

 

 

 

 

 

Veenbessen

 

 

 

 

 

Aalbessen (rood, zwart en wit)

 

0,1

 

 

 

Kruisbessen

 

0,1

 

 

 

Overige

 

0,02 (2)

 

 

 

e)

Wilde besvruchten en wilde vruchten

 

0,2

 

0,05 (2)

 

vi)

DIVERSE VRUCHTEN

0,02 (2)  (3)

0,02 (2)

 

0,05 (2)

 

Avocado’s

 

 

 

 

15

Bananen

 

 

 

 

5

Dadels

 

 

 

 

 

Vijgen

 

 

 

 

 

Kiwi’s

 

 

 

 

 

Kumquats

 

 

 

 

 

Lychees

 

 

 

 

 

Mango’s

 

 

 

 

5

Olijven

 

 

 

 

 

Papaja’s

 

 

 

 

10

Passievruchten

 

 

 

 

 

Ananassen

 

 

 

 

 

Granaatappels

 

 

 

 

 

Overige

 

 

 

 

0,05 (2)

2.

Groenten, vers of ongekookt, bevroren of gedroogd

 

 

 

 

 

i)

WORTEL- EN KNOLGEWASSEN

0,02 (2)  (3)

 

 

 

 

Rode bieten

 

 

0,1 (3)

 

 

Wortelen

 

 

 

 

 

Cassave

 

 

 

 

15

Knolselderij

 

0,1

 

 

 

Mierikswortel (peperwortel)

 

 

 

 

 

Aardperen (topinamboers)

 

 

 

 

 

Pastinaken

 

 

 

 

 

Wortelpeterselie

 

 

 

 

 

Radijs

 

0,1

 

0,5

 

Schorseneren

 

 

 

 

 

Bataten (zoete aardappelen)

 

 

 

 

15

Koolraap

 

 

 

 

 

Rapen

 

 

 

 

 

Yam

 

 

 

 

15

Overige

 

0,02 (2)

0,05 (2)  (3)

0,05 (2)

0,05 (2)

ii)

BOLGEWASSEN

0,02 (2)  (3)

 

0,05 (2)  (3)

0,05 (2)

0,05 (2)

Knoflook

 

 

 

 

 

Uien

 

 

 

 

 

Sjalotten

 

 

 

 

 

Bosuien

 

0,05

 

 

 

Overige

 

0,02 (2)

 

 

 

iii)

VRUCHTGROENTEN

 

 

0,05 (2)  (3)

 

0,05 (2)

a)

Solanaceae

 

 

 

 

 

Tomaten

0,5 (3)

0,1

 

0,5

 

Pepers (paprika’s)

1 (3)

0,1

 

0,2

 

Aubergines

0,5 (3)

0,5

 

0,5

 

Overige

0,02 (2)  (3)

0,02 (2)

 

0,05 (2)

 

b)

Cucurbitaceae met eetbare schil

0,5 (3)

0,1

 

0,05 (2)

 

Komkommers

 

 

 

 

 

Augurken

 

 

 

 

 

Courgettes

 

 

 

 

 

Overige

 

 

 

 

 

c)

Cucurbitaceae met niet-eetbare schil

0,2 (3)

0,05

 

0,05 (2)

 

Meloenen

 

 

 

 

 

Pompoenen

 

 

 

 

 

Watermeloenen

 

 

 

 

 

Overige

 

 

 

 

 

d)

Suikermaïs

0,02 (2)  (3)

0,05

 

0,05 (2)

 

iv)

KOOLSOORTEN

 

 

0,05 (2)  (3)

 

 

a)

Bloemkoolachtigen

0,02 (2)  (3)

0,1

 

 

 

Broccoli

 

 

 

0,2

5

Bloemkool

 

 

 

 

 

Overige

 

 

 

0,05 (2)

0,05 (2)

b)

Sluitkoolachtigen

 

 

 

0,05 (2)

0,05 (2)

Spruitjes

 

0,05

 

 

 

Sluitkool

0,05 (3)

0,2

 

 

 

Overige

0,02 (2)  (3)

0,02 (2)

 

 

 

c)

Bladkoolachtigen

 

1

 

0,05 (2)

0,05 (2)

Chinese kool

 

 

 

 

 

Boerenkool

0,1 (3)

 

 

 

 

Overige

0,02 (2)  (3)

 

 

 

 

d)

Koolrabi

0,02 (2)  (3)

0,02 (2)

 

0,05 (2)

0,05 (2)

v)

BLADGROENTEN EN VERSE KRUIDEN

 

 

 

 

0,05 (2)

a)

Sla en dergelijke

1 (3)

1

0,05 (2)  (3)

 

 

Tuinkers

 

 

 

 

 

Veldsla

 

 

 

 

 

Sla

 

 

 

2

 

Andijvie

 

 

 

 

 

Overige

 

 

 

0,05 (2)

 

b)

Spinazie en dergelijke

0,02 (2)  (3)

0,5

0,05 (2)  (3)

2

 

Spinazie

 

 

 

 

 

Snijbiet

 

 

 

 

 

Overige

 

 

 

 

 

c)

Waterkers

0,02 (2)  (3)

0,02 (2)

0,05 (2)  (3)

0,05 (2)

 

d)

Witlof

0,02 (2)  (3)

0,02 (2)

0,05 (2)  (3)

0,05 (2)

 

e)

Kruiden

1 (3)

1

1 (3)

2

 

Kervel

 

 

 

 

 

Bieslook

 

 

 

 

 

Peterselie

 

 

 

 

 

Selderijbladeren

 

 

 

 

 

Overige

 

 

 

 

 

vi)

PEULGROENTEN (vers)

0,02 (2)  (3)

 

0,05 (2)  (3)

0,05 (2)

0,05 (2)

Bonen (met peul)

 

0,2

 

 

 

Bonen (zonder peul)

 

0,02 (2)

 

 

 

Erwten (met peul)

 

0,2

 

 

 

Erwten (zonder peul)

 

0,2

 

 

 

Overige

 

0,02 (2)

 

 

 

vii)

STENGELGROENTEN (vers)

0,02 (2)  (3)

 

0,05 (2)  (3)

0,05 (2)

0,05 (2)

Asperges

 

 

 

 

 

Kardoen

 

 

 

 

 

Bleekselderij, groene selder

 

0,3

 

 

 

Knolvenkel

 

 

 

 

 

Artisjokken

 

 

 

 

 

Prei

 

0,3

 

 

 

Rabarber

 

 

 

 

 

Overige

 

0,02 (2)

 

 

 

viii)

FUNGI

0,02 (2)  (3)

 

0,05 (2)  (3)

0,05 (2)

 

a)

Gekweekte paddestoelen

 

0,02 (2)

 

 

10

b)

Wilde paddestoelen

 

0,5

 

 

0,05 (2)

3.

Peulvruchten

0,02 (2)  (3)

0,02 (2)

0,05 (2)  (3)

0,05 (2)

0,05 (2)

Bonen

 

 

 

 

 

Linzen

 

 

 

 

 

Erwten

 

 

 

 

 

Overige

 

 

 

 

 

4.

Oliehoudende zaden

 

0,02 (2)

0,1 (2)  (3)

 

0,05 (2)

Olievlas

 

 

 

 

 

Pinda’s

 

 

 

0,1

 

Papaverzaad

 

 

 

 

 

Sesamzaad

 

 

 

 

 

Zonnebloempitten

 

 

 

 

 

Kool- en raapzaad

 

 

 

 

 

Sojabonen

 

 

 

0,1

 

Mosterdzaad

 

 

 

 

 

Katoenzaad

0,05 (3)

 

 

0,1

 

Overige

0,02 (2)  (3)

 

 

0,05 (2)

 

5.

Aardappelen

0,02 (2)  (3)

0,02 (2)

0,05 (2)  (3)

0,05 (2)

 

Vroege aardappelen

 

 

 

 

0,05 (2)

Bewaaraardappelen

 

 

 

 

15

6.

Thee (gedroogde bladeren en stengels, al dan niet gefermenteerd, van Camellia sinensis)

0,1 (2)  (3)

1

0,1 (2)  (3)

0,1 (2)

0,1 (2)

7.

Hop (gedroogd), inclusief hoppellets en niet-geconcentreerd poeder

5 (3)

10

0,1 (2)  (3)

10

0,1 (2)


(1)  Voor het gemak van de lezer worden de gewijzigde MRL-waarden onderstreept.

(2)  Geeft de ondergrens van de analytische bepaling aan.

(3)  Geeft aan dat het maximumresidugehalte voorlopig is vastgesteld overeenkomstig artikel 4, lid 1), onder f), van Richtlijn 91/414/EEG.


BIJLAGE II

Residuen van bestrijdingsmiddelen en maximumgehalten aan residuen (mg/kg)

Groepen en voorbeelden van afzonderlijke producten waarop de MRL’s van toepassing zijn

Ethofumesaat (som van ethofumesaat en de metaboliet 2,3-dihydro-3,3-dimethyl-2-oxo-benzofuran-5-ylmethaansulfonaat uitgedrukt als ethofumesaat)

8.

Specerijen

0,5 (1)

Komijnzaad

 

Jeneverbessen

 

Muskaatnoten

 

Peper, zwart en wit

 

Vanillestokjes

 

Overige

 


(1)  Geeft aan dat het maximumresidugehalte voorlopig is vastgesteld overeenkomstig artikel 4, lid 1), onder f), van Richtlijn 91/414/EEG.


II Besluiten waarvan de publicatie niet voorwaarde is voor de toepassing

Commissie

26.10.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 282/18


BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 21 oktober 2005

houdende principiële erkenning dat de dossiers die zijn ingediend voor grondig onderzoek met het oog op eventuele opneming van ascorbinezuur, kaliumjodide en kaliumthiocyanaat in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG van de Raad, volledig zijn

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2005) 4025)

(Voor de EER relevante tekst)

(2005/751/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 91/414/EEG van de Raad van 15 juli 1991 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (1), en met name op artikel 6, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Richtlijn 91/414/EEG voorziet in de opstelling van een communautaire lijst van werkzame stoffen die mogen worden gebruikt in gewasbeschermingsmiddelen.

(2)

Op 14 september 2004 heeft Citrex Nederland BV bij de autoriteiten van Nederland een dossier ingediend met een aanvraag om de werkzame stof ascorbinezuur op te nemen in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG. Op 6 september 2004 is door Koppert Beheer BV bij de autoriteiten van Nederland een dossier ingediend met een aanvraag om de werkzame stof kaliumjodide op te nemen in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG. Op 6 september 2004 is door Koppert Beheer BV bij de autoriteiten van Nederland een dossier ingediend met een aanvraag om de werkzame stof kaliumthiocyanaat op te nemen in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG.

(3)

De autoriteiten van Nederland hebben de Commissie meegedeeld dat de dossiers betreffende deze werkzame stoffen op grond van een eerste onderzoek blijken te voldoen aan de in bijlage II bij Richtlijn 91/414/EEG vervatte voorschriften inzake gegevens en informatie. De ingediende dossiers blijken ten aanzien van één gewasbeschermingsmiddel dat de werkzame stof in kwestie bevat, ook te voldoen aan de in bijlage III bij Richtlijn 91/414/EEG vervatte voorschriften inzake gegevens en informatie. Overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG hebben de aanvragers de dossiers aan de Commissie en de andere lidstaten toegezonden en heeft de Commissie deze dossiers aan het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid voorgelegd.

(4)

Met deze beschikking wordt op het niveau van de Gemeenschap officieel bevestigd dat de dossiers in beginsel voldoen aan de in bijlage II bij Richtlijn 91/414/EEG vastgestelde voorschriften inzake gegevens en informatie en, voor ten minste één gewasbeschermingsmiddel dat de desbetreffende werkzame stof bevat, aan de in bijlage III bij Richtlijn 91/414/EEG vastgestelde voorschriften.

(5)

Deze beschikking mag geen afbreuk doen aan het recht van de Commissie om de aanvrager te verzoeken aanvullende gegevens of informatie in te dienen teneinde bepaalde punten uit het dossier te verduidelijken.

(6)

De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

Onverminderd artikel 6, lid 4, van Richtlijn 91/414/EEG voldoen de dossiers betreffende de in de bijlage bij deze beschikking genoemde werkzame stoffen, die aan de Commissie en de lidstaten zijn voorgelegd met het oog op opneming van deze stoffen in bijlage I bij die richtlijn, in beginsel aan de in bijlage II bij die richtlijn vervatte voorschriften inzake gegevens en informatie.

Elk van de dossiers voldoet ten aanzien van één gewasbeschermingsmiddel dat de betrokken werkzame stof bevat, rekening houdend met het beoogde gebruik van dat middel, ook aan de in bijlage III bij die richtlijn vervatte voorschriften inzake gegevens en informatie.

Artikel 2

De als rapporteur aangewezen lidstaten bestuderen de betrokken dossiers grondig en delen de conclusies van hun onderzoek, vergezeld van eventuele aanbevelingen over het al dan niet opnemen van de betrokken werkzame stof in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG en van eventuele aan die opneming te verbinden voorwaarden, zo spoedig mogelijk en uiterlijk één jaar na de bekendmaking van deze beschikking in het Publicatieblad van de Europese Unie, aan de Commissie mee.

Artikel 3

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 21 oktober 2005.

Voor de Commissie

Markos KYPRIANOU

Lid van de Commissie


(1)  PB L 230 van 19.8.1991, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2005/25/EG van de Commissie (PB L 90 van 8.4.2005, blz. 1).


BIJLAGE

Onder deze beschikking vallende werkzame stoffen

Nr.

Benaming, CIPAC-identificatienummer

Aanvrager

Datum aanvraag

Rapporterende lidstaat

1

Ascorbinezuur, CIPAC-nr. 774

Citrex Nederland BV

14.9.2004

NL

2

Kaliumjodide, CIPAC-nr. 773

Koppert Beheer BV

6.9.2004

NL

3

Kaliumthiocyanaat, CIPAC-nr. 772

Koppert Beheer BV

6.9.2004

NL


26.10.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 282/20


BESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 24 oktober 2005

tot oprichting van een groep deskundigen inzake elektronische handel

(2005/752/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In het kader van Richtlijn 2000/31/EG van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2000 betreffende bepaalde juridische aspecten van de diensten van de informatiemaatschappij, met name de elektronische handel, in de interne markt („richtlijn inzake elektronische handel”) (1) werden de lidstaten verzocht een of meer nationale contactpunten aan te wijzen om de samenwerking met de andere lidstaten te verbeteren (artikel 19, lid 2, van de richtlijn).

(2)

Vervolgens werd in hoofdstuk 7 van het eerste verslag over de toepassing van Richtlijn 2000/31/EG inzake elektronische handel (COM(2003) 702 definitief van 21 november 2003) aangegeven dat de Commissie nu „specifiek inspanningen zal leveren om ervoor te zorgen dat de administratieve samenwerking in de praktijk functioneert en er voortdurend informatie wordt uitgewisseld tussen de Commissie en de lidstaten en tussen de lidstaten onderling”.

(3)

Bovendien is het nuttig de lidstaten de mogelijkheid te bieden om problemen bij de toepassing van de richtlijn inzake elektronische handel en nieuwe vraagstukken op het gebied van elektronische handel te bespreken. Het is ook belangrijk de samenwerking tussen de lidstaten en de Commissie aan te moedigen en te vergemakkelijken. De groep deskundigen zal dus voorzien in een nuttig forum voor de uitwisseling van meningen over de praktische tenuitvoerlegging en toepassing van de richtlijn, met inbegrip van informatie over door consumenten en brancheorganisaties opgestelde gedragscodes, gedragscodes over onlinereclame door gereglementeerde beroepen, de nationale jurisprudentie, vooral met betrekking tot aansprakelijkheidsbepalingen, alsmede nieuwe ontwikkelingen als vermeld in artikel 21 van de richtlijn, zoals de aansprakelijkheid van de aanbieders van hyperlinks en zoekinstrumenten en de procedures voor kennisgeving en verwijdering. Voorts zal de gelegenheid worden geboden om te discussiëren over de mogelijke opzet van de latere beoordelingsverslagen over de toepassing van de richtlijn inzake elektronische handel.

(4)

Bij Verordening (EG) nr. 2006/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 27 oktober 2004 betreffende samenwerking tussen de nationale instanties die verantwoordelijk zijn voor handhaving van de wetgeving inzake consumentenbescherming („verordening betreffende samenwerking met betrekking tot consumentenbescherming”) (2) wordt een netwerk opgericht van overheidsinstanties die verantwoordelijk zijn voor de bescherming van de economische belangen van de consumenten, worden hun onderzoeks- en handhavingsbevoegdheden gedeeltelijk geharmoniseerd en wordt voorzien in regelingen voor wederzijdse bijstand tussen de instanties. De bepalingen van Richtlijn 2000/31/EG ter bescherming van de economische belangen van de consument vallen binnen de werkingssfeer van de verordening. Het is wenselijk dat het voor de tenuitvoerlegging van Verordening (EG) nr. 2006/2004 opgerichte comité de groep deskundigen inzake elektronische handel regelmatig informeert over zijn werkzaamheden die voor de groep van belang kunnen zijn,

BESLUIT:

Artikel 1

Er wordt een groep deskundigen inzake elektronische handel (hierna „de groep” genoemd) opgericht.

Artikel 2

Opdracht

De Commissie kan de groep raadplegen over alle aangelegenheden betreffende de richtlijn inzake elektronische handel. Dit betreft onder andere de volgende gebieden:

administratieve samenwerking in het kader van de procedure van artikel 3, leden 4, 5 en 6, om een gegeven aanbieder van diensten van de informatiemaatschappij een beperking van de vrijheid van dienstverlening op te leggen;

informatie over gedragscodes die op communautair niveau zijn opgesteld door brancheorganisaties, beroepsverenigingen of -organisaties en consumentenverenigingen en die bijdragen aan de goede toepassing van de artikelen 5 tot en met 15 van de richtlijn (artikel 16 van de richtlijn);

gedragscodes over onlinereclame door gereglementeerde beroepen (artikel 8 van de richtlijn);

de nationale jurisprudentie, vooral met betrekking tot aansprakelijkheidsbepalingen, met inbegrip van beslissingen die in het kader van buitengerechtelijke geschillenregeling zijn genomen (artikel 17 en artikel 19, lid 5, van de richtlijn);

gebieden die momenteel buiten het toepassingsgebied van het aansprakelijkheidsgedeelte van de richtlijn vallen, maar die in artikel 21 worden vermeld, zoals procedures voor kennisgeving en verwijdering, hyperlinks en zoekmachines;

de opzet van de latere beoordelingsverslagen over de toepassing van de richtlijn inzake elektronische handel (artikel 21 van de richtlijn).

De voorzitter van de groep kan voorstellen dat de Commissie de groep raadpleegt over daarmee samenhangende kwesties.

Aangelegenheden in verband met administratieve samenwerking die ook binnen de werkingssfeer van Verordening (EG) nr. 2006/2004 vallen wat de bepalingen van Richtlijn 2000/31/EG ter bescherming van de belangen van de consument betreft, moeten ook worden behandeld door het voor de tenuitvoerlegging van Verordening (EG) nr. 2006/2004 opgerichte comité. Dit comité brengt de groep deskundigen hiervan regelmatig op de hoogte.

Artikel 3

Samenstelling — Benoeming

1.   De leden van de groep moeten nationale contactpunten zijn die krachtens artikel 19, lid 2, van de richtlijn inzake elektronische handel zijn aangewezen (één lid per lidstaat), en vertegenwoordigers van de Commissie.

2.   De groep bestaat uit evenveel leden als de Europese Gemeenschap lidstaten telt, alsmede vertegenwoordigers van de Commissie.

3.   De leden blijven aan tot ze worden vervangen of tot hun mandaat afloopt.

4.   De leden die niet langer in staat zijn om op efficiënte wijze bij te dragen aan de werkzaamheden van de groep, die aftreden of die de in artikel 3, lid 1, of in artikel 287 van het Verdrag beschreven voorwaarden niet in acht nemen, kunnen voor de resterende duur van hun mandaat door een plaatsvervangend lid worden vervangen.

Artikel 4

Werking

De groep wordt voorgezeten door een vertegenwoordiger van de Commissie.

In samenspraak met de Commissie kan de groep werkgroepen instellen om specifieke onderwerpen te bestuderen op basis van een mandaat. De werkgroepen worden ontbonden zodra hun mandaat is uitgevoerd.

De Commissie kan deskundigen en waarnemers met specifieke kennis uitnodigen om aan de werkzaamheden van de groep en/of de werkgroepen deel te nemen.

De tijdens de werkzaamheden van de groep of de subgroepen verkregen informatie mag niet worden verspreid indien de Commissie deze vertrouwelijk acht.

De groep deskundigen inzake elektronische handel stelt haar reglement van orde vast op basis van een door de Commissie goedgekeurd model (bijlage III bij SEC(2005) 1004).

Artikel 5

Vergaderingen

De groep en de werkgroepen vergaderen gewoonlijk in de kantoren van de Commissie op de wijze en volgens het tijdschema die door de Commissie worden bepaald.

Het secretariaat van de groep wordt verzorgd door de Commissie. Belangstellende personeelsleden van de Commissie mogen de vergaderingen van de groep en de werkgroepen bijwonen en deelnemen aan de besprekingen.

Conclusies, samenvattingen, deelconclusies of werkdocumenten in verband met de werkzaamheden van de groep of de werkgroepen mogen door de Commissie via internet worden gepubliceerd in de oorspronkelijke taal van het document in kwestie.

Artikel 6

Vergaderkosten

Reis- en verblijfkosten die door de leden, waarnemers en deskundigen in het kader van de werkzaamheden van de groep worden gemaakt, worden door de Commissie vergoed overeenkomstig de bij deze instelling geldende bepalingen. Deze personen ontvangen geen bezoldiging.

Artikel 7

Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de dag van zijn bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 24 oktober 2005.

Voor de Commissie

Charlie McCREEVY

Lid van de Commissie


(1)  PB L 178 van 17.7.2000, blz. 1.

(2)  PB L 364 van 9.12.2004, blz. 1.


26.10.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 282/22


BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 24 oktober 2005

tot wijziging van bijlage II bij Beschikking 79/542/EEG van de Raad ten aanzien van de invoer van vers vlees uit Brazilië

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2005) 4168)

(Voor de EER relevante tekst)

(2005/753/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschappen,

Gelet op Richtlijn 2002/99/EG van de Raad van 16 december 2002 houdende vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor de productie, de verwerking, de distributie en het binnenbrengen van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong (1), en met name op artikel 8, leden 1 en 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Deel 1 van bijlage II bij Beschikking 79/542/EEG van de Raad van 21 december 1979 tot vaststelling van een lijst van derde landen of delen van derde landen, alsmede tot vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften, gezondheidsvoorschriften en voorschriften inzake de veterinaire certificering voor de invoer in de Gemeenschap van levende dieren en vers vlees daarvan (2) bevat een lijst van derde landen en delen van derde landen waaruit de lidstaten bepaalde levende dieren en vers vlees daarvan mogen invoeren.

(2)

Krachtens die beschikking mag bestorven rundvlees zonder been uit een deel van het grondgebied van Brazilië in de Gemeenschap worden ingevoerd aangezien daar tegen mond- en klauwzeer wordt gevaccineerd.

(3)

De Braziliaanse veterinaire autoriteiten hebben echter een uitbraak van mond- en klauwzeer vastgesteld in de staat Mato Grosso do Sul bij de grens met de staat Paraná; deze uitbraak is op 10 oktober 2005 door de Werelddiergezondheidsorganisatie gemeld. Bovendien zijn er veel verplaatsingen en epidemiologische verbanden tussen deze staten en de staat São Paulo. Zolang er geen nadere informatie beschikbaar is om het getroffen gebied nauwkeuriger te omschrijven moet daarom de invoer van rundvlees uit die staten worden opgeschort om de hoge gezondheidsstatus van de Gemeenschap ten aanzien van mond- en klauwzeer te behouden.

(4)

De eerste melding aan de Braziliaanse veterinaire autoriteiten heeft op 30 september 2005 plaatsgevonden. Daarom moeten gecertificeerde zendingen van bestorven vlees zonder been van runderen die vóór die datum geslacht zijn, worden aanvaard; alle zendingen van dergelijk vlees van runderen uit de drie bedoelde staten die op of na die datum zijn geslacht, moeten echter worden tegengehouden.

(5)

Deel 1 van bijlage II bij Beschikking 79/542/EEG moet dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(6)

Deze beschikking wordt opnieuw bezien in het licht van de door Brazilië verstrekte informatie.

(7)

De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

Deel 1 van bijlage II bij Beschikking 79/542/EEG wordt vervangen door de tekst van de bijlage bij deze beschikking.

Artikel 2

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 24 oktober 2005.

Voor de Commissie

Markos KYPRIANOU

Lid van de Commissie


(1)  PB L 18 van 23.1.2003, blz. 11.

(2)  PB L 146 van 14.6.1979, blz. 15. Beschikking laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 2005/620/EG van de Commissie (PB L 216 van 20.8.2005, blz. 11).


BIJLAGE

„BIJLAGE II

VERS VLEES

Deel 1

LIJST VAN DERDE LANDEN OF DELEN DAARVAN (1)

Land

Gebiedscode

Omschrijving van het gebied

Veterinair certificaat

Specifieke voorwaarden

Model(len)

AG

1

2

3

4

5

6

AL — Albanië

AL-0

Het hele land

 

 

AR — Argentinië

AR-0

Het hele land

EQU

 

 

AR-1

De provincies Buenos Aires, Catamarca, Corrientes, Entre Ríos, La Rioja, Mendoza, Misiones, Neuquen, Rio Negro, San Juan, San Luis, Santa Fe en Tucuman

BOV

A

1 en 2

AR-2

La Pampa en Santiago del Estero

BOV

A

1 en 2

AR-3

Cordoba

BOV

A

1 en 2

AR-4

Chubut, Santa Cruz en Tierra del Fuego

BOV, OVI, RUW, RUF

 

 

AR-5

Formosa (alleen het grondgebied van Ramon Lista) en Salta (alleen het departement Rivadavia)

BOV

A

1 en 2

AR-6

Salta (alleen de departementen General Jose de San Martin, Oran, Iruya en Santa Victoria)

BOV

A

1 en 2

AR-7

Chaco, Formosa (behalve het grondgebied van Ramon Lista), Salta (behalve de departementen General Jose de San Martin, Rivadavia, Oran, Iruya en Santa Victoria), Jujuy

BOV

A

1 en 2

AR-8

Chaco, Formosa, Salta, Jujuy, met uitzondering van de bufferzone van 25 km vanaf de grens met Bolivia en Paraguay die zich uitstrekt van het district Santa Catalina in de provincie Jujuy tot het district Laishi in de provincie Formosa

BOV

A

1 en 2

AR-9

De bufferzone van 25 km vanaf de grens met Bolivia en Paraguay die zich uitstrekt van het district Santa Catalina in de provincie Jujuy tot het district Laishi in de provincie Formosa

 

 

AU — Australië

AU-0

Het hele land

BOV, OVI, POR, EQU, RUF, RUW, SUF, SUW

 

 

BA — Bosnië-Herzegovina

BA-0

Het hele land

 

 

BG — Bulgarije

BG-0

Het hele land

EQU

 

 

BG-1

De provincies Varna, Dobrich, Silistra, Shumen, Targovichte, Razgrad, Rousse, Veliko Tarnovo, Gabrovo, Pleven, Lovech, Plovdis, Smolian, Pasardjik, Sofia (district), Sofia (stad), Pernik, Kiustendil, Blagoevgrad, Vratsa, Montana en Vidin

BOV, OVI, RUW, RUF

BG-2

De provincies Burgas, Iambol, Sliven, Starazagora, Haskovo, Kardjali en de 20 km brede corridor aan de grens met Turkije

BH — Bahrein

BH-0

Het hele land

 

 

BR — Brazilië

BR-0

Het hele land

EQU

 

 

BR-1

De staten Mato Grosso do Sul (behalve de gemeenten Sonora, Aquidauana, Bodoqueno, Bonito, Caracol, Coxim, Jardim, Ladario, Miranda, Pedro Gomes, Porto Murtinho, Rio Negro, Rio Verde de Mato Grosso en Corumbá), Paraná en São Paulo, Minas Gerais (behalve de gewesten Oliveira, Passos, São Gonçalo de Sapucai, Setelagoas en Bambuí), São Paulo, Espíritu Santo, Santa Catarina, Goias en de regionale eenheden Cuiabá (behalve de gemeenten San António do Leverger, Nossa Senhora do Livramento, Poconé en Barão de Melgaço), Cáceres (behalve de gemeente Cáceres), Lucas do Rio Verde, Rondonópolis (behalve de gemeente Itiquiora), Barra do Garça en Barra do Bugres in Mato Grosso

BOV

 

2

BR-2

De staat Rio Grande do Sul

BOV

A

1 en 2

BR-3

De staat Mato Grosso do Sul, gemeente Sete Quedas

BOV

A

1 en 2

BR-4

De staten Mato Grosso do Sul (behalve de gemeenten Sonora, Aquidauana, Bodoqueno, Bonito, Caracol, Coxim, Jardim, Ladario, Miranda, Pedro Gomes, Porto Murtinho, Rio Negro, Rio Verde de Mato Grosso en Corumbá), Paraná en São Paulo

BOV

A

1 en 2

BW — Botswana

BW-0

Het hele land

EQU, EQW

 

 

BW-1

De veterinary disease control zones 5, 6, 7, 8, 9 en 18

BOV, OVI, RUF, RUW

F

1 en 2

BW-2

De veterinary disease control zones 10, 11, 12, 13 en 14

BOV, OVI, RUF, RUW

F

1 en 2

BY — Belarus

BY-0

Het hele land

 

 

BZ — Belize

BZ-0

Het hele land

BOV, EQU

 

 

CA — Canada

CA-0

Het hele land

BOV, OVI, POR, EQU, RUF, RUW, SUF, SUW

G

 

CH — Zwitserland

CH-0

Het hele land

BOV, OVI, POR, EQU, RUF, RUW, SUF, SUW

 

 

CL — Chili

CL-0

Het hele land

BOV, OVI, POR, EQU, RUF, RUW, SUF

 

 

CN — Volksrepubliek China

CN-0

Het hele land

 

 

CO — Colombia

CO-0

Het hele land

EQU

 

 

CO-1

Het gebied dat wordt begrensd door een lijn die loopt vanaf het punt waar de rivier de Murri in de rivier de Atrató uitmondt, die dan de Atrató volgt tot waar die in de Atlantische Oceaan uitmondt, vandaar de Atlantische kust volgt tot Cabo Tiburón aan de Panamese grens, dan de Columbiaans-Panamese grens volgt tot aan de Stille Oceaan, dan de Colombiaans-Panamese grens volgt tot aan de Stille Oceaan, dan de kust langs de Stille Oceaan volgt tot aan de monding van de rivier Valle en die vanaf dit punt recht naar het punt loopt waar de Murrí in de Atrató uitmondt

BOV

A

2

CO-3

Het gebied dat wordt begrensd door een lijn die vanaf de monding van de rivier de Sinú aan de Atlantische Oceaan deze rivier tot haar bron in Alto Paramillo volgt, vanaf dit punt, de grens tussen de departementen Antioquía en Córdoba volgend, naar Puerto Rey aan de Atlantische Oceaan loopt en die vandaar de Atlantische kust volgt tot de monding van de rivier de Sinú

BOV

A

2

CR — Costa Rica

CR-0

Het hele land

BOV, EQU

 

 

CS — Servië en Montenegro (2)

CS-0

Het hele land

BOV, OVI, EQU

 

 

CU — Cuba

CU-0

Het hele land

BOV, EQU

 

 

DZ — Algerije

DZ-0

Het hele land

 

 

ET — Ethiopië

ET-0

Het hele land

 

 

FK — Falkland-eilanden

FK-0

Het hele land

BOV, OVI, EQU

 

 

GL — Groenland

GL-0

Het hele land

BOV, OVI, EQU, RUF, RUW

 

 

GT — Guatemala

GT-0

Het hele land

BOV, EQU

 

 

HK — Hongkong

HK-0

Het hele land

 

 

HN — Honduras

HN-0

Het hele land

BOV, EQU

 

 

HR — Kroatië

HR-0

Het hele land

BOV, OVI, EQU, RUF, RUW

 

 

IL — Israël

IL-0

Het hele land

 

 

IN — India

IN-0

Het hele land

 

 

IS — IJsland

IS-0

Het hele land

BOV, OVI, EQU, RUF, RUW

 

 

KE — Kenia

KE-0

Het hele land

 

 

MA — Marokko

MA-0

Het hele land

EQU

 

 

MG — Madagaskar

MG-0

Het hele land

 

 

MK — Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (3)

MK-0

Het hele land

OVI, EQU

 

 

MU — Mauritius

MU-0

Het hele land

 

 

MX — Mexico

MX-0

Het hele land

BOV, EQU

 

 

NA — Namibië

NA-0

Het hele land

EQU, EQW

 

 

NA-1

Het gebied ten zuiden van de afsluitingen die lopen van Palgrave Point in het westen tot Gam in het oosten

BOV, OVI, RUF, RUW

F

2

NC — Nieuw-Caledonië

NC-0

Het hele land

BOV, RUF, RUW

 

 

NI — Nicaragua

NI-0

Het hele land

 

 

NZ — Nieuw-Zeeland

NZ-0

Het hele land

BOV, OVI, POR, EQU, RUF, RUW, SUF, SUW

 

 

PA — Panama

PA-0

Het hele land

BOV, EQU

 

 

PY — Paraguay

PY-0

Het hele land

EQU

 

 

PY-1

De gebieden Chaco central en San Pedro

BOV

A

1 en 2

RO — Roemenië

RO-0

Het hele land

BOV, OVI, EQU, RUW, RUF

 

 

RU — Rusland

RU-0

Het hele land

 

 

RU-1

De regio Moermansk, het autonome gebied Yamalo-Nenets

RUF

SV — El Salvador

SV-0

Het hele land

 

 

SW — Swaziland

SZ-0

Het hele land

EQU, EQW

 

 

SZ-1

Het gebied ten westen van de „red line”-afsluitingen, die noordwaarts lopen van de Usuturivier naar de grens met Zuid-Afrika ten westen van de Nkalashane

BOV, RUF, RUW

F

2

SZ-2

De in verband met mond- en klauwzeer ingestelde veterinaire toezichts- en vaccinatiegebieden (bekendgemaakt bij wettelijk decreet nr. 51 van 2001)

BOV, RUF, RUW

F

1 en 2

TH — Thailand

TH-0

Het hele land

 

 

TN — Tunesië

TN-0

Het hele land

 

 

TR — Turkije

TR-0

Het hele land

 

 

TR-1

De provincies Amasya, Ankara, Aydin, Balikesir, Bursa, Cankiri, Corum, Denizli, Izmir, Kastamonu, Kutahya, Manisa, Usak, Yozgat en Kirikkale

EQU

 

 

UA — Oekraïne

UA-0

Het hele land

 

 

US — Verenigde Staten van Amerika

US-0

Het hele land

BOV, OVI, POR, EQU, RUF, RUW, SUF, SUW

G

 

UY — Uruguay

UY-0

Het hele land

EQU

 

 

BOV

A

1 en 2

OVI

A

1 en 2

ZA — Zuid Afrika

ZA-0

Het hele land

EQU, EQW

 

 

ZA-1

Het hele land, met uitzondering van:

het deel van het gebied waar mond- en klauwzeer wordt bestreden, gelegen in de veterinaire gebieden Mpumalanga en de noordelijke provincies, in het district Ingwavuma in het veterinaire gebied Natal en in het grensgebied met Botswana ten oosten van de 28e lengtegraad, en

het district Camperdown in de provincie KwaZuluNatal

BOV, OVI, RUF, RUW

F

2

ZW — Zimbabwe

ZW-0

Het hele land

 

 

=

Geen certificaat vastgesteld en invoer van vers vlees verboden (met uitzondering van diersoorten die in de regel voor het hele land worden vermeld).

Specifieke voorwaarden als bedoeld in kolom 6

„1”

:

Beperkingen in plaats en tijd

Gebiedscode

Veterinair certificaat

Invoer al dan niet toegestaan, afhankelijk van de periode waarin de dieren waarvan het vlees is verkregen, zijn geslacht of gedood

Model

AG

AR-1

BOV

A

Tot en met 31 januari 2002

Niet toegestaan

Vanaf 1 februari 2002

Toegestaan

AR-2

BOV

A

Tot en met 8 maart 2002

Niet toegestaan

Vanaf 9 maart 2002

Toegestaan

AR-3

BOV

A

Tot en met 26 maart 2002

Niet toegestaan

Vanaf 27 maart 2002

Toegestaan

AR-4

BOV, OVI, RUW, RUF

Tot en met 28 februari 2002

Niet toegestaan

Vanaf 1 maart 2002

Toegestaan

AR-5

BOV

A

Vanaf 1 februari 2002 tot en met 10 juli 2003

Toegestaan

Vanaf 11 juli 2003

Niet toegestaan

AR-6

BOV

A

Vanaf 1 februari 2002 tot en met 4 september 2003

Toegestaan

Vanaf 5 september 2003

Niet toegestaan

AR-7

BOV

A

Vanaf 1 februari 2002 tot en met 7 oktober 2003

Toegestaan

Vanaf 8 oktober 2003

Niet toegestaan

AR-8

BOV

A

Tot en met 17 maart 2005

zie AR-5, AR-6 en AR-7 voor de perioden waarin de invoer uit bepaalde delen van het in AR-8 bedoelde gebied niet waren toegestaan

Vanaf 18 maart 2005

Toegestaan

BR-2

BOV

A

Tot en met 30 november 2001

Niet toegestaan

Vanaf 1 december 2001

Toegestaan

BR-3

BOV

A

Tot en met 31 oktober 2002

Toegestaan

Vanaf 1 november 2002

Niet toegestaan

BR-4

BOV

A

Tot en met 29 september 2005

Toegestaan

Vanaf 30 september 2005

Niet toegestaan

BW-1

BOV, OVI, RUW, RUF

A

Tot en met 7 juli 2002

Niet toegestaan

Vanaf 8 juli 2002 tot en met 22 december 2002

Toegestaan

Vanaf 23 december 2002 tot en met 6 juni 2003

Niet toegestaan

Vanaf 7 juni 2003

Toegestaan

BW-2

BOV, OVI, RUW, RUF

A

Tot en met 6 maart 2002

Niet toegestaan

Vanaf 7 maart 2002

Toegestaan

PY-1

BOV

A

Tot en met 31 augustus 2002

Niet toegestaan

Vanaf 1 september 2002 tot en met 19 februari 2003

Toegestaan

Vanaf 20 februari 2003

Niet toegestaan

SZ-2

BOV, RUF, RUW

A

Tot en met 3 augustus 2003

Niet toegestaan

Vanaf 4 augustus 2003

Toegestaan

UY-0

BOV, OVI

A

Tot en met 31 oktober 2001

Niet toegestaan

Vanaf 1 november 2001

Toegestaan

„2”

:

Beperkingen in categorie

Slachtafvallen niet toegestaan (met uitzondering van middenrif en kauwspieren van runderen).”


(1)  Onverminderd de specifieke certificeringsvoorwaarden van communautaire overeenkomsten met derde landen.

(2)  Uitgezonderd Kosovo als omschreven in Resolutie 1244 van 10 juni 1999 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties.

(3)  Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië; voorlopige code die geenszins vooruitloopt op de definitieve nomenclatuur voor dit land, die zal worden vastgelegd overeenkomstig de conclusies van de lopende onderhandelingen in het kader van de Verenigde Naties.

=

Geen certificaat vastgesteld en invoer van vers vlees verboden (met uitzondering van diersoorten die in de regel voor het hele land worden vermeld).


Rectificaties

26.10.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 282/29


Rectificatie van Verordening (EG) nr. 1259/2005 van de Commissie van 27 juli 2005 tot instelling van een voorlopig antidumpingrecht op de invoer van wijnsteenzuur uit de Volksrepubliek China

( Publicatieblad van de Europese Unie L 200 van 30 juli 2005 )

Op bladzijde 74, overweging 8, onder b), eerste streepje, bladzijde 75, overweging 17, punt 1, bladzijde 78, overweging 39, in de tabel, eerste regel, kolom „Onderneming”, bladzijde 89, overweging 122, in de tabel, eerste regel, en op bladzijde 90, lid 2, in de tabel, kolom „Onderneming”

in plaats van:

„Hangzou Bioking Biochemical Engineering Co., Ltd, Hangzou”

te lezen:

„Hangzhou Bioking Biochemical Engineering Co., Ltd, Hangzhou”.