ISSN 1725-2598

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 108

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

48e jaargang
29 april 2005


Inhoud

 

I   Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing

Bladzijde

 

 

Verordening (EG) nr. 650/2005 van de Commissie van 28 april 2005 tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

1

 

*

Verordening (EG) nr. 651/2005 van de Commissie van 28 april 2005 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 60/2004 houdende overgangsmaatregelen in de sector suiker in verband met de toetreding van Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije

3

 

*

Verordening (EG) nr. 652/2005 van de Commissie van 28 april 2005 tot vaststelling van de hoeveelheden van de leveringsverplichtingen voor de krachtens het ACS-protocol en de overeenkomst met India in te voeren rietsuiker voor de leveringsperiode 2005/2006

5

 

 

Verordening (EG) nr. 653/2005 van de Commissie van 28 april 2005 tot vaststelling van de mate waarin gevolg kan worden gegeven aan de aanvragen voor invoercertificaten voor kalveren met een gewicht van niet meer dan 80 kg, die in april 2005 zijn ingediend op grond van een bij Verordening (EG) nr. 1201/2004 vastgesteld tariefcontingent

7

 

 

Verordening (EG) nr. 654/2005 van de Commissie van 28 april 2005 tot vaststelling van de mate waarin gevolg kan worden gegeven aan de aanvragen voor invoercertificaten voor levende mannelijke runderen met een gewicht van 80 tot 300 kg, die in april 2005 zijn ingediend op grond van een bij Verordening (EG) nr. 1204/2004 vastgesteld tariefcontingent

8

 

 

Verordening (EG) nr. 655/2005 van de Commissie van 28 april 2005 tot vaststelling, voor de sector suiker, vanaf 29 april 2005 geldende representatieve prijzen en de bedragen van de aanvullende invoerrechten voor melasse

9

 

 

Verordening (EG) nr. 656/2005 van de Commissie van 28 april 2005 tot vaststelling van de restituties bij uitvoer van witte en ruwe suiker in onveranderde vorm

11

 

 

Verordening (EG) nr. 657/2005 van de Commissie van 28 april 2005 tot vaststelling van de restituties bij uitvoer in ongewijzigde staat voor stropen en bepaalde andere producten van de suikersector

13

 

 

Verordening (EG) nr. 658/2005 van de Commissie van 28 april 2005 tot vaststelling van het maximumbedrag van de restitutie bij uitvoer naar bepaalde derde landen van witte suiker voor de 24e deelinschrijving in het kader van de inschrijving bedoeld in Verordening (EG) nr. 1327/2004

16

 

 

Verordening (EG) nr. 659/2005 van de Commissie van 28 april 2005 tot vaststelling van de maximumuitvoerrestitutie voor boter in het kader van de permanente inschrijving van Verordening (EG) nr. 581/2004

17

 

 

Verordening (EG) nr. 660/2005 van de Commissie van 28 april 2005 tot vaststelling van de maximumuitvoerrestitutie voor mageremelkpoeder in het kader van de permanente inschrijving van Verordening (EG) nr. 582/2004

19

 

 

Verordening (EG) nr. 661/2005 van de Commissie van 28 april 2005 houdende vaststelling van de restituties welke van toepassing zijn op bepaalde zuivelproducten die worden uitgevoerd in de vorm van goederen die niet onder bijlage I van het Verdrag vallen

20

 

 

Verordening (EG) nr. 662/2005 van de Commissie van 28 april 2005 houdende vaststelling van de restituties die worden toegepast voor bepaalde producten van de sector suiker die worden uitgevoerd in de vorm van niet in bijlage I van het Verdrag vermelde goederen

23

 

 

Verordening (EG) nr. 663/2005 van de Commissie van 28 april 2005 houdende vaststelling van de restituties die worden toegepast voor bepaalde producten van de sector granen en de sector rijst, uitgevoerd in de vorm van niet in bijlage I bij het Verdrag vermelde goederen

25

 

 

Verordening (EG) nr. 664/2005 van de Commissie van 28 april 2005 tot vaststelling van de restituties bij uitvoer van op basis van granen en rijst verwerkte producten

29

 

 

Verordening (EG) nr. 665/2005 van de Commissie van 28 april 2005 tot vaststelling van de restituties bij uitvoer voor mengvoeders op basis van granen

32

 

 

Verordening (EG) nr. 666/2005 van de Commissie van 28 april 2005 tot vaststelling van de restituties bij de productie in de sector granen

34

 

*

Verordening (EG) nr. 667/2005 van de Commissie van 28 april 2005 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 798/2004 van de Raad tot verlenging van de beperkende maatregelen ten aanzien van Birma/Myanmar

35

 

 

Verordening (EG) nr. 668/2005 van de Commissie van 28 april 2005 tot vaststelling van de maximumrestitutie bij uitvoer van gerst in het kader van de inschrijving bedoeld in Verordening (EG) nr. 1757/2004

59

 

 

Verordening (EG) nr. 669/2005 van de Commissie van 28 april 2005 tot vaststelling van de maximumrestitutie bij uitvoer van haver in het kader van de inschrijving bedoeld in Verordening (EG) nr. 1565/2004

60

 

 

Verordening (EG) nr. 670/2005 van de Commissie van 28 april 2005 tot vaststelling van de maximumrestitutie bij uitvoer van zachte tarwe in het kader van de inschrijving bedoeld in Verordening (EG) nr. 115/2005

61

 

 

Verordening (EG) nr. 671/2005 van de Commissie van 28 april 2005 tot vaststelling van de maximumverlaging van het recht bij invoer van maïs in het kader van de inschrijving bedoeld in Verordening (EG) nr. 2277/2004

62

 

 

Verordening (EG) nr. 672/2005 van de Commissie van 28 april 2005 tot vaststelling van de maximumverlaging van het recht bij invoer van maïs in het kader van de inschrijving bedoeld in Verordening (EG) nr. 487/2005

63

 

 

II   Besluiten waarvan de publicatie niet voorwaarde is voor de toepassing

 

 

Raad

 

*

Besluit van de Raad van 18 april 2005 tot wijziging van het besluit van de Raad van 16 december 1980 inzake de oprichting van het raadgevend comité voor het fusieprogramma

64

 

*

Besluit van de Raad van 25 april 2005 houdende benoeming van drie Italiaanse leden en een Italiaanse plaatsvervanger in het Comité van de Regio’s

66

 

 

Commissie

 

*

Beschikking van de Commissie van 14 april 2005 tot vaststelling van milieucriteria voor de toekenning van de communautaire milieukeur aan kampeerterreinen (Kennisgeving geschied onder nummer C(2005) 1242)  ( 1 )

67

 

*

Beschikking van de Commissie van 25 april 2005 tot wijziging van Beschikking 2003/526/EG wat betreft maatregelen ter bestrijding van klassieke varkenspest in Frankrijk (Kennisgeving geschied onder nummer C(2005) 1249)  ( 1 )

87

 

 

Besluiten aangenomen krachtens titel V van het Verdrag betreffende de Europese Unie

 

*

Gemeenschappelijk Standpunt 2005/340/GBVB van de Raad van 25 april 2005 tot verlenging van de beperkende maatregelen tegen Birma/Myanmar en tot wijziging van Gemeenschappelijk Standpunt 2004/423/GBVB

88

 

 

Rectificaties

 

 

Rectificatie van Verordening (EG) nr. 645/2005 van de Commissie van 27 april 2005 betreffende de afgifte van invoercertificaten voor rietsuiker in het kader van bepaalde tariefcontingenten en preferentiële overeenkomsten (PB L 107 van 28.4.2005)

107

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


I Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing

29.4.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 108/1


VERORDENING (EG) Nr. 650/2005 VAN DE COMMISSIE

van 28 april 2005

tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 3223/94 van de Commissie van 21 december 1994 houdende uitvoeringsbepalingen van de invoerregeling voor groenten en fruit (1), en met name op artikel 4, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In Verordening (EG) nr. 3223/94 zijn op grond van de multilaterale handelsbesprekingen in het kader van de Uruguayronde de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de periodes die in de bijlage bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt.

(2)

Op grond van de bovenvermelde criteria moeten de forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld op de in de bijlage bij deze verordening vermelde niveaus,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 3223/94 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld zoals aangegeven in de tabel in de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 29 april 2005.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 28 april 2005.

Voor de Commissie

J. M. SILVA RODRÍGUEZ

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 337 van 24.12.1994, blz. 66. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1947/2002 (PB L 299 van 1.11.2002, blz. 17).


BIJLAGE

bij de verordening van de Commissie van 28 april 2005 tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

(EUR/100 kg)

GN-code

Code derde landen (1)

Forfaitaire invoerwaarde

0702 00 00

052

124,6

204

98,7

212

129,8

624

168,0

999

130,3

0707 00 05

052

134,2

204

71,4

999

102,8

0709 90 70

052

107,9

204

44,2

999

76,1

0805 10 20

052

41,9

204

44,2

212

58,5

220

50,0

388

74,0

400

55,1

624

60,1

999

54,8

0805 50 10

052

46,9

220

65,0

388

68,0

400

50,6

528

61,1

624

69,5

999

60,2

0808 10 80

388

87,1

400

100,1

404

86,5

508

68,5

512

71,8

524

72,3

528

68,1

720

75,5

804

95,2

999

80,6

0808 20 50

388

92,9

512

87,9

528

65,1

720

49,0

999

73,7


(1)  Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 2081/2003 van de Commissie (PB L 313 van 28.11.2003, blz. 11). De code „999” staat voor „andere oorsprong”.


29.4.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 108/3


VERORDENING (EG) Nr. 651/2005 VAN DE COMMISSIE

van 28 april 2005

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 60/2004 houdende overgangsmaatregelen in de sector suiker in verband met de toetreding van Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op het Verdrag betreffende de toetreding van Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije,

Gelet op de Akte van toetreding van Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije, en met name op artikel 41, eerste alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Afdeling 2 van Verordening (EG) nr. 60/2004 van de Commissie (1) bevat een aantal overgangsmaatregelen ter voorkoming van speculatie in de sector suiker in verband met de toetreding tot de Europese Unie van Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije (hierna „de nieuwe lidstaten” genoemd). In deze afdeling worden termijnen vastgesteld voor de bepaling van de overtollige hoeveelheid suiker, de wegwerking daarvan en het bewijs dat terzake dient te worden geleverd door hetzij de betrokken marktdeelnemer hetzij de nieuwe lidstaat. Voorts wordt in deze afdeling de referentieperiode vastgesteld voor de berekening van de heffing die marktdeelnemers of de nieuwe lidstaten dienen te betalen indien zij de overtollige hoeveelheden niet hebben weggewerkt.

(2)

In verband met de vertraging bij de verstrekking van aanvullende informatie over de overtollige hoeveelheden in de nieuwe lidstaten en met de tijd die nodig is om deze informatie grondig te analyseren en te bespreken met de betrokken lidstaten, konden de overtollige hoeveelheden suiker niet door de Commissie worden bepaald vóór 31 oktober 2004, de daartoe in artikel 6, lid 1, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 60/2004 vastgestelde datum.

(3)

De in Verordening (EG) nr. 60/2004 vastgestelde termijnen dienen derhalve te worden gewijzigd waarbij er rekening mee moet worden gehouden dat de informatie betreffende het wegwerken van overtollige hoeveelheden noodzakelijk is om vóór 15 oktober 2005 de productieheffingen voor het verkoopseizoen 2004/2005 te kunnen bepalen en vóór 1 oktober 2005 een beslissing te kunnen nemen over de eventuele verlaging van de productiequota.

(4)

Wegens de eventuele belangrijke financiële gevolgen voor de nieuwe lidstaten indien de overtollige hoeveelheid suiker niet volgens de vastgestelde methode wordt weggewerkt, is het dan ook aangewezen de betaling van de door deze lidstaten verschuldigde heffing te spreiden over vier jaar.

(5)

Verordening (EG) nr. 60/2004 moet dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(6)

Het Comité van beheer voor suiker heeft geen advies uitgebracht binnen de door zijn voorzitter bepaalde termijn,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 60/2004 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

a)

in lid 1 wordt de eerste alinea vervangen door:

„Uiterlijk op 31 mei 2005 bepaalt de Commissie voor elke nieuwe lidstaat volgens de in artikel 42, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1260/2001 bedoelde procedure de hoeveelheid suiker als zodanig of in verwerkte producten, isoglucose en fructose die de als de normale overdrachthoeveelheid op 1 mei 2004 beschouwde hoeveelheid overschrijdt en op kosten van de nieuwe lidstaten van de markt moet worden weggewerkt.”;

b)

de inleidende tekst van lid 2 wordt vervangen door:

„De betrokken nieuwe lidstaat zorgt ervoor dat een hoeveelheid suiker of isoglucose gelijk aan de in lid 1 bedoelde overtollige hoeveelheid, uiterlijk op 30 november 2005 zonder interventie door de Gemeenschap van de markt wordt weggewerkt door:”;

c)

in lid 3 worden de tweede en de derde alinea vervangen door:

„De nieuwe lidstaat gebruikt dit systeem om de betrokken marktdeelnemers ertoe te dwingen een hoeveelheid suiker of isoglucose die overeenstemt met hun individuele overtollige hoeveelheid zoals deze is bepaald, op eigen kosten van de markt weg te werken. De betrokken marktdeelnemers bewijzen ten genoegen van de nieuwe lidstaat dat de nodige producten uiterlijk op 30 november 2005 van de markt zijn weggewerkt.

Indien dit bewijs niet wordt geleverd, heft de nieuwe lidstaat een bedrag dat gelijk is aan de betrokken hoeveelheid, vermenigvuldigd met de hoogste invoerbelastingen die in de periode van 1 mei 2004 tot en met 30 november 2005 voor het betrokken product hebben gegolden, verhoogd met 1,21 EUR/100 kg wittesuiker- of drogestofequivalent.”;

d)

de inleidende zin van lid 4, eerste alinea, wordt vervangen door:

„Indien de suiker of isoglucose wordt weggewerkt overeenkomstig lid 2, onder a), van het onderhavige artikel, leveren de betrokken marktdeelnemers uiterlijk op 28 februari 2006 het bewijs van de uitvoer door overlegging van:”;

e)

in lid 4 wordt de vierde alinea vervangen door:

„Het in de eerste alinea, onder a), bedoelde uitvoercertificaat is geldig vanaf de datum van afgifte ervan tot en met 30 november 2005.”.

2)

Artikel 7 wordt vervangen door:

„Artikel 7

Door de nieuwe lidstaten te leveren bewijs van de wegwerking

1.   Uiterlijk op 31 maart 2006 leveren de nieuwe lidstaten de Commissie het bewijs dat de in artikel 6, lid 1, bedoelde overtollige hoeveelheid overeenkomstig artikel 6, lid 2, van de markt is weggewerkt, waarbij zij voor elke methode de weggewerkte hoeveelheid specificeren.

2.   Als voor een deel van de overtollige hoeveelheid of die hoeveelheid in haar geheel niet overeenkomstig lid 1 het bewijs van de wegwerking van de markt wordt geleverd, wordt ten laste van de nieuwe lidstaat een bedrag geheven dat gelijk is aan de niet-weggewerkte hoeveelheid, vermenigvuldigd met de hoogste uitvoerrestituties die in de periode van 1 mei 2004 tot en met 30 november 2005 voor witte suiker van GN-code 1701 99 10 hebben gegolden. Van het totale bedrag wordt uiterlijk op 31 december 2006, 2007, 2008 en 2009 telkens 25 % toegewezen aan de Gemeenschapsbegroting. Het totale bedrag wordt in aanmerking genomen voor de berekening van de productieheffingen voor het verkoopseizoen 2004/2005.”.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 28 april 2005.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 9 van 15.1.2004, blz. 8.


29.4.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 108/5


VERORDENING (EG) Nr. 652/2005 VAN DE COMMISSIE

van 28 april 2005

tot vaststelling van de hoeveelheden van de leveringsverplichtingen voor de krachtens het ACS-protocol en de overeenkomst met India in te voeren rietsuiker voor de leveringsperiode 2005/2006

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1260/2001 van de Raad van 19 juni 2001 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (1),

Gelet op Verordening (EG) nr. 1159/2003 van de Commissie van 30 juni 2003 tot vaststelling, voor de verkoopseizoenen 2003/2004, 2004/2005 en 2005/2006, van de uitvoeringsbepalingen voor de invoer van rietsuiker in het kader van bepaalde tariefcontingenten en preferentiële overeenkomsten en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 1464/95 en (EG) nr. 779/96 (2), en met name op artikel 9, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij artikel 9 van Verordening (EG) nr. 1159/2003 zijn de voorwaarden vastgesteld voor de bepaling van de leveringsverplichtingen tegen nulrecht van de producten van GN-code 1701, uitgedrukt in witte-suikerequivalent, voor invoer van oorsprong uit de landen die het ACS-protocol en de overeenkomst met India hebben ondertekend.

(2)

Overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 3 en 7 van het ACS-protocol, in de artikelen 3 en 7 van de overeenkomst met India en in de artikelen 11 en 12 van Verordening (EG) nr. 1159/2003 heeft de Commissie de leveringsverplichtingen voor de leveringsperiode 2005/2006 vastgesteld, waarbij voor ieder land van uitvoer rekening wordt gehouden, op basis van de momenteel beschikbare informatie, met het verschil tussen de leveringsverplichtingen en de daadwerkelijk in de loop van de betrokken leveringsperiodes ingevoerde hoeveelheden.

(3)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het comité voor het beheer van suiker,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De hoeveelheden van de leveringsverplichtingen voor de invoer van producten van GN-code 1701, uitgedrukt in witte-suikerequivalent, van oorsprong uit de landen die het ACS-protocol hebben ondertekend, en uit India, voor de leveringsperiode 2005/2006 zijn voor ieder betrokken land van uitvoer vastgesteld in de bijlage.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 28 april 2005.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 178 van 30.6.2001, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 39/2004 van de Commissie (PB L 6 van 10.1.2004, blz. 16).

(2)  PB L 162 van 1.7.2003, blz. 25. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 568/2005 (PB L 97 van 15.4.2005, blz. 9).


BIJLAGE

Hoeveelheden van de leveringsverplichtingen voor de invoer van preferentiële suiker uit de landen die het ACS-protocol en de overeenkomst met India hebben ondertekend, voor de leveringsperiode 2005/2006, uitgedrukt in ton witte-suikerequivalent

Landen die het ACS-protocol en de overeenkomst met India hebben ondertekend

Leveringsverplichtingen 2005/2006

Barbados

32 097,40

Belize

40 348,80

Kongo

10 186,10

Fidji

165 348,30

Guyana

159 410,10

India

10 000,00

Ivoorkust

10 186,10

Jamaica

118 696,00

Kenia

5 000,00

Madagaskar

13 324,40

Malawi

20 824,40

Mauritius

491 030,50

Mozambique

6 000,00

Saint Kitts en Nevis

15 590,90

Suriname

0,00

Swaziland

117 844,50

Tanzania

10 186,10

Trinidad en Tobago

43 751,00

Oeganda

0,00

Zambia

7 215,00

Zimbabwe

30 224,80

Totaal

1 307 264,40


29.4.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 108/7


VERORDENING (EG) Nr. 653/2005 VAN DE COMMISSIE

van 28 april 2005

tot vaststelling van de mate waarin gevolg kan worden gegeven aan de aanvragen voor invoercertificaten voor kalveren met een gewicht van niet meer dan 80 kg, die in april 2005 zijn ingediend op grond van een bij Verordening (EG) nr. 1201/2004 vastgesteld tariefcontingent

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1254/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees (1),

Gelet op Verordening (EG) nr. 1201/2004 van de Commissie van 29 juni 2004 betreffende de opening en de wijze van beheer van een tariefcontingent voor kalveren met een gewicht van niet meer dan 80 kg van oorsprong uit Bulgarije of Roemenië (1 juli 2004 tot en met 30 juni 2005) (2), en met name op artikel 4,

Overwegende hetgeen volgt:

In artikel 1, lid 3, onder c), van Verordening (EG) nr. 1201/2004 is bepaald dat 86 500 levende runderen met een gewicht van niet meer dan 80 kg, van GN-code 0102 90 05, van oorsprong uit Bulgarije of Roemenië, voor de periode van 1 april tot en met 30 juni 2005 onder speciale voorwaarden mogen worden ingevoerd. Invoercertificaten zijn aangevraagd voor een zodanige hoeveelheid dat de aanvragen volledig kunnen worden ingewilligd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Iedere aanvraag om certificaten voor invoer die is ingediend op grond van artikel 3, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1201/2004 wordt volledig ingewilligd.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 29 april 2005.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 28 april 2005.

Voor de Commissie

J. M. SILVA RODRÍGUEZ

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 160 van 26.6.1999, blz. 21. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1782/2003 (PB L 270 van 21.10.2003, blz. 1).

(2)  PB L 230 van 30.6.2004, blz. 12.


29.4.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 108/8


VERORDENING (EG) Nr. 654/2005 VAN DE COMMISSIE

van 28 april 2005

tot vaststelling van de mate waarin gevolg kan worden gegeven aan de aanvragen voor invoercertificaten voor levende mannelijke runderen met een gewicht van 80 tot 300 kg, die in april 2005 zijn ingediend op grond van een bij Verordening (EG) nr. 1204/2004 vastgesteld tariefcontingent

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1254/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees (1),

Gelet op Verordening (EG) nr. 1204/2004 van de Commissie van 29 juni 2004 betreffende de opening en de wijze van beheer van een tariefcontingent voor levende mannelijke runderen met een gewicht van 80 tot 300 kg, van oorsprong uit Bulgarije of Roemenië (1 juli 2004 tot en met 30 juni 2005) (2), en met name op artikel 4,

Overwegende hetgeen volgt:

In artikel 1, lid 3, onder c), van Verordening (EG) nr. 1204/2004 is bepaald hoeveel levende mannelijke runderen met een gewicht van 80 tot 300 kg, van oorsprong uit Bulgarije of Roemenië, voor de periode van 1 april tot en met 30 juni 2005 onder speciale voorwaarden mogen worden ingevoerd. Invoercertificaten zijn aangevraagd voor een zodanige hoeveelheid dat de aanvragen volledig kunnen worden ingewilligd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Aan elke aanvraag voor invoercertificaten die is ingediend in april 2005 krachtens artikel 3, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1204/2004 wordt volledig voldaan.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 29 april 2005.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 28 april 2005.

Voor de Commissie

J. M. SILVA RODRÍGUEZ

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 160 van 26.6.1999, blz. 21. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1782/2003 (PB L 270 van 21.10.2003, blz. 1).

(2)  PB L 230 van 30.6.2004, blz. 32.


29.4.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 108/9


VERORDENING (EG) Nr. 655/2005 VAN DE COMMISSIE

van 28 april 2005

tot vaststelling, voor de sector suiker, vanaf 29 april 2005 geldende representatieve prijzen en de bedragen van de aanvullende invoerrechten voor melasse

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1260/2001 van de Raad van 19 juni 2001 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (1), en met name op artikel 24, lid 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In Verordening (EG) nr. 1422/95 van de Commissie van 23 juni 1995 tot vaststelling, voor de sector suiker, van de uitvoeringsbepalingen voor de invoer van melasse en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 785/68 (2) is bepaald dat de cif-invoerprijs voor melasse, vastgesteld overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 785/68 van de Commissie (3), als „representatieve prijs” wordt aangemerkt. Deze prijs geldt voor de standaardkwaliteit als gedefinieerd in artikel 1 van Verordening (EEG) nr. 785/68.

(2)

Voor de vaststelling van de representatieve prijs moet rekening worden gehouden met alle in artikel 3 van Verordening (EEG) nr. 785/68 genoemde inlichtingen, behalve in de in artikel 4 van die verordening genoemde gevallen. In voorkomend geval, mag deze vaststelling plaatsvinden overeenkomstig de in artikel 7 van Verordening (EEG) nr. 785/68 aangegeven werkwijze.

(3)

Voor andere kwaliteiten dan de standaardkwaliteit moeten de prijzen naar gelang van de kwaliteit van de aangeboden melasse overeenkomstig artikel 6 van Verordening (EEG) nr. 785/68 worden verhoogd of verlaagd.

(4)

Indien er een verschil is tussen de reactieprijs voor het betrokken product en de representatieve prijs, moeten aanvullende invoerrechten worden vastgesteld overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EG) nr. 1422/95. Als de invoerrechten worden geschorst overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1422/95, moeten specifieke bedragen ter vervanging van die rechten worden vastgesteld.

(5)

De representatieve prijzen en de aanvullende invoerrechten voor de betrokken producten moeten worden vastgesteld overeenkomstig artikel 1, lid 2, en artikel 3, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1422/95.

(6)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor suiker,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De representatieve prijzen en de aanvullende invoerrechten voor de in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 1422/95 bedoelde producten worden vastgesteld in de bijlage.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 29 april 2005.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 28 april 2005.

Voor de Commissie

J. M. SILVA RODRÍGUEZ

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 178 van 30.6.2001, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 39/2004 van de Commissie (PB L 6 van 10.1.2004, blz. 16).

(2)  PB L 141 van 24.6.1995, blz. 12. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 79/2003 (PB L 13 van 18.1.2003, blz. 4).

(3)  PB 145 van 27.6.1968, blz. 12. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1422/1995.


BIJLAGE

Vaststelling, voor de sector suiker, van de representatieve prijzen en de aanvullende invoerrechten voor melasse van toepassing vanaf 29 april 2005

(EUR)

GN-code

Representatieve prijs per 100 kg netto van het betrokken product

Aanvullend recht per 100 kg netto van het betrokken product

Toe te passen recht bij invoer als gevolg van schorsing van de invoerrechten, als bedoeld in artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1422/95, per 100 kg netto van het betrokken product (1)

1703 10 00 (2)

10,68

0

1703 90 00 (2)

11,10

0


(1)  Dit bedrag vervangt, overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1422/95, het voor deze producten vastgestelde bedrag van het recht van het gemeenschappelijk douanetarief.

(2)  Vaststelling voor de standaardkwaliteit als gedefinieerd in artikel 1 van de gewijzigde Verordening (EEG) nr. 785/68.


29.4.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 108/11


VERORDENING (EG) Nr. 656/2005 VAN DE COMMISSIE

van 28 april 2005

tot vaststelling van de restituties bij uitvoer van witte en ruwe suiker in onveranderde vorm

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1260/2001 van de Raad van 19 juni 2001 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (1), inzonderheid op artikel 27, lid 5, tweede alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Krachtens artikel 27 van Verordening (EG) nr. 1260/2001 kan het verschil tussen de noteringen of de prijzen op de wereldmarkt voor de in artikel 1, lid 1, onder a), van die verordening genoemde producten en de prijzen voor deze producten in de Gemeenschap overbrugd worden door een restitutie bij de uitvoer.

(2)

Krachtens Verordening (EG) nr. 1260/2001 moeten de restituties voor witte suiker en ruwe suiker, welke niet gedenatureerd en in onveranderde vorm uitgevoerd zijn, vastgesteld worden rekening houdend met de toestand op de markt van de Gemeenschap en op de wereldmarkt voor suiker, en vooral met de in artikel 28 van genoemde verordening bedoelde prijs- en kostenelementen. Volgens dit artikel moet eveneens met het economische aspect van de voorgenomen uitvoertransactie rekening worden gehouden.

(3)

Voor ruwe suiker moet de restitutie vastgesteld worden voor de standaardkwaliteit die bepaald is in bijlage I, punt II, van Verordening (EG) nr. 1260/2001. Deze restitutie werd bovendien vastgesteld overeenkomstig artikel 28, lid 4, van deze verordening. Kandijsuiker werd omschreven in Verordening (EG) nr. 2135/95 van de Commissie van 7 september 1995 inzake uitvoeringsbepalingen voor de toekenning van uitvoerrestituties in de sector suiker (2). Het aldus berekende restitutiebedrag voor gearomatiseerde suiker en suiker waaraan kleurstoffen zijn toegevoegd, moet gelden voor de hoeveelheid sacharose in de betreffende suiker en bijgevolg worden vastgesteld per percent sacharosegehalte.

(4)

In bijzondere gevallen kan het bedrag van de restitutie worden vastgesteld bij besluiten van verschillende aard.

(5)

De restitutie moet elke twee weken worden vastgesteld. De restitutie kan tussentijds gewijzigd worden.

(6)

Krachtens artikel 27, lid 5, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 1260/2001 kan de restitutie voor de in artikel 1 van deze verordening genoemde producten naar bestemming variëren indien dat vanwege de situatie op de wereldmarkt of de specifieke vereisten van bepaalde markten noodzakelijk is.

(7)

De aanzienlijke en snelle toename van de preferentiële invoer van suiker uit de westelijke Balkanlanden sedert begin 2001 en de uitvoer van suiker uit de Gemeenschap naar die landen lijken grotendeels kunstmatig te zijn.

(8)

Ter voorkoming van misbruiken waarbij producten van de suikersector waarvoor een uitvoerrestitutie is toegekend, weer in de Gemeenschap worden ingevoerd, mag voor geen van de westelijke Balkanlanden een restitutie worden vastgesteld voor de in deze verordening bedoelde producten.

(9)

Op grond van bovenstaande overwegingen en van de huidige situatie van de suikermarkt, en met name van de noteringen of prijzen van suiker in de Gemeenschap en op de wereldmarkt, dienen de restituties op een passend niveau te worden vastgesteld.

(10)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor suiker,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De restituties bij de uitvoer in onveranderde vorm van de in artikel 1, lid 1, onder a), van Verordening (EG) nr. 1260/2001 genoemde producten, welke niet gedenatureerd zijn, worden vastgesteld overeenkomstig de bedragen aangegeven in de bijlage.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 29 april 2005.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 28 april 2005.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 178 van 30.6.2001, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 39/2004 van de Commissie (PB L 6 van 10.1.2004, blz. 16).

(2)  PB L 214 van 8.9.1995, blz. 16.


BIJLAGE

RESTITUTIES BIJ UITVOER VAN WITTE SUIKER EN RUWE SUIKER IN ONVERANDERDE VORM VAN TOEPASSING VANAF 29 APRIL 2005 (1)

Productcode

Bestemming

Meeteenheid

Restitutiebedrag

1701 11 90 9100

S00

EUR/100 kg

34,31 (2)

1701 11 90 9910

S00

EUR/100 kg

34,31 (2)

1701 12 90 9100

S00

EUR/100 kg

34,31 (2)

1701 12 90 9910

S00

EUR/100 kg

34,31 (2)

1701 91 00 9000

S00

EUR/1 % saccharose × 100 kg nettogewicht product

0,3730

1701 99 10 9100

S00

EUR/100 kg

37,30

1701 99 10 9910

S00

EUR/100 kg

37,30

1701 99 10 9950

S00

EUR/100 kg

37,30

1701 99 90 9100

S00

EUR/1 % saccharose × 100 kg nettogewicht product

0,3730

NB: De codes van de producten en de codes van de bestemmingen serie „A” zijn vastgesteld in Verordening (EEG) nr. 3846/87 van de Commissie (PB L 366 van 24.12.1987, blz. 1).

De numerieke codes voor de bestemmingen zijn vastgesteld in Verordening (EG) nr. 2081/2003 van de Commissie (PB L 313 van 28.11.2003, blz. 11).

De andere bestemmingen worden als volgt vastgesteld:

S00

:

alle bestemmingen (derde landen, andere gebieden, bevoorrading en met uitvoer uit de Gemeenschap gelijkgestelde bestemmingen) met uitzondering van Albanië, Kroatië, Bosnië en Herzegovina, Servië en Montenegro (met inbegrip van Kosovo, zoals gedefinieerd in Resolutie 1244 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties van 10 juni 1999) en de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië; de uitzondering geldt niet voor suiker die verwerkt is in producten als bedoeld in artikel 1, lid 2, onder b), van Verordening (EG) nr. 2201/96 van de Raad (PB L 297 van 21.11.1996, blz. 29).


(1)  De in deze bijlage vastgestelde restituties zijn niet van toepassing met ingang van 1 februari 2005 overeenkomstig Besluit 2005/45/EG van de Raad van 22 december 2004 betreffende het sluiten en de voorlopige toepassing van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat tot wijziging van de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat van 22 juli 1972, wat de bepalingen betreffende verwerkte landbouwproducten betreft (PB L 23 van 26.1.2005, blz. 17).

(2)  Dit bedrag geldt voor ruwe suiker met een rendement van 92 %. Indien het rendement van de geëxporteerde ruwe suiker afwijkt van 92 %, wordt het bedrag van de toe te passen restitutie berekend overeenkomstig het bepaalde in artikel 28, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1260/2001.


29.4.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 108/13


VERORDENING (EG) Nr. 657/2005 VAN DE COMMISSIE

van 28 april 2005

tot vaststelling van de restituties bij uitvoer in ongewijzigde staat voor stropen en bepaalde andere producten van de suikersector

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1260/2001 van de Raad van 19 juni 2001 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (1), en met name op artikel 27, lid 5, tweede alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Artikel 27 van Verordening (EG) nr. 1260/2001 bepaalt dat het verschil tussen de noteringen of de prijzen op de wereldmarkt voor de in artikel 1, lid 1, onder d), van genoemde verordening genoemde producten en de prijzen van de Gemeenschap overbrugd kan worden door een restitutie bij de uitvoer.

(2)

Volgens artikel 3 van Verordening (EG) nr. 2135/95 van de Commissie van 7 september 1995 inzake uitvoeringsbepalingen voor de toekenning van uitvoerrestituties in de sector suiker (2) is de restitutie voor 100 kg van de in artikel 1, lid 1, onder d), van Verordening (EG) nr. 1260/2001 genoemde producten die worden uitgevoerd, gelijk aan het basisbedrag, vermenigvuldigd met het sacharosegehalte, in voorkomend geval verhoogd met het gehalte aan andere als sacharose berekende suikersoorten. Dit sacharosegehalte van het betrokken product wordt overeenkomstig het bepaalde in artikel 3 van Verordening (EG) nr. 2135/95 vastgesteld.

(3)

Volgens artikel 30, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1260/2001 moet het basisbedrag van de restitutie voor sorbose, uitgevoerd in ongewijzigde staat, gelijk zijn aan het basisbedrag van de restitutie, verminderd met een honderdste van de restitutie bij de productie die, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1265/2001 van de Commissie van 27 juni 2001 houdende vaststelling van de uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1260/2001 van de Raad, wat de productierestitutie voor bepaalde in de chemische industrie gebruikte producten van de sector suiker betreft (3), geldt voor de in de bijlage bij deze laatste verordening vermelde producten.

(4)

Volgens artikel 30, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1260/2001 moet het basisbedrag van de restitutie voor de overige in artikel 1, lid 1, onder d), van genoemde verordening bedoelde en in onveranderde vorm uitgevoerde producten gelijk zijn aan het honderdste deel van het bedrag dat wordt bepaald met inachtneming van enerzijds het verschil tussen de interventieprijs voor witte suiker die gedurende de maand waarvoor het basisbedrag wordt vastgesteld, geldt voor de niet-deficitaire gebieden van de Gemeenschap, en de voor witte suiker op de wereldmarkt geconstateerde noteringen of prijzen, en anderzijds de noodzaak om een evenwicht tot stand te brengen tussen het gebruik van basisproducten uit de Gemeenschap met het oog op de uitvoer van verwerkte producten naar derde landen en het gebruik van de tot het veredelingsverkeer toegelaten producten uit deze landen.

(5)

Volgens artikel 30, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1260/2001 kan de toepassing van het basisbedrag beperkt worden tot bepaalde in artikel 1, lid 1, onder d), van genoemde verordening bedoelde producten.

(6)

Krachtens artikel 27 van Verordening (EG) nr. 1260/2001 kan een restitutie worden vastgesteld bij uitvoer in ongewijzigde staat van de in artikel 1, lid 1, onder f), g) en h), van die verordening genoemde producten. Het niveau van de restitutie moet worden vastgesteld voor 100 kg droge stof, waarbij rekening wordt gehouden met de restitutie bij uitvoer voor de producten van GN-code 1702 30 91, de restitutie bij uitvoer van de in artikel 1, lid 1, onder d), van Verordening (EG) nr. 1260/2001 bedoelde producten en met de economische aspecten van de betrokken uitvoer. Voor de onder f) en g) van voornoemd lid 1 bedoelde producten wordt de restitutie slechts toegekend voor producten die voldoen aan de voorwaarden welke zijn vastgesteld in artikel 5 van Verordening (EG) nr. 2135/95 en wordt voor de onder h) bedoelde producten de restitutie alleen toegekend voor producten die voldoen aan de voorwaarden die zijn vastgesteld in artikel 6 van Verordening (EG) nr. 2135/95.

(7)

De bovengenoemde restituties dienen maandelijks vastgesteld te worden. Zij kunnen tussentijds worden gewijzigd.

(8)

Krachtens artikel 27, lid 5, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 1260/2001 kunnen de situatie op de wereldmarkt of specifieke vereisten van bepaalde markten het noodzakelijk maken de restitutie voor de in artikel 1 van deze verordening genoemde producten te differentiëren naar gelang van hun bestemming.

(9)

De aanzienlijke en snelle toename van de preferentiële invoer van suiker van herkomst uit de westelijke Balkanlanden sinds het begin van 2001 en de uitvoer van suiker van de Gemeenschap naar die landen lijken een zeer kunstmatig verschijnsel te zijn.

(10)

Om eventuele misbruiken door wederinvoer in de Europese Unie van producten van de suikersector waarvoor een uitvoerrestitutie is verleend te voorkomen, is het dienstig voor de westelijke Balkanlanden als geheel geen restituties voor de in deze verordening bedoelde producten vast te stellen.

(11)

Gelet op deze feiten dienen de restituties voor de betrokken producten te worden vastgesteld op een passend niveau.

(12)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor suiker,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De restituties bij uitvoer in ongewijzigde staat van de in artikel 1, lid 1, onder d), f), g) en h), van Verordening (EG) nr. 1260/2001 genoemde producten worden vastgesteld op de bedragen als aangegeven in de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 29 april 2005.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 28 april 2005.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 178 van 30.6.2001, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 39/2004 van de Commissie (PB L 6 van 10.1.2004, blz. 6).

(2)  PB L 214 van 8.9.1995, blz. 16.

(3)  PB L 178 van 30.6.2001, blz. 63.


BIJLAGE

RESTITUTIES BIJ UITVOER IN ONGEWIJZIGDE STAAT VOOR STROPEN EN BEPAALDE ANDERE PRODUCTEN VAN DE SUIKERSECTOR, VAN TOEPASSING MET INGANG VAN 29 APRIL 2005 (1)

Productcode

Bestemming

Meeteenheid

Restitutiebedrag

1702 40 10 9100

S00

EUR/100 kg droge stof

37,30 (2)

1702 60 10 9000

S00

EUR/100 kg droge stof

37,30 (2)

1702 60 80 9100

S00

EUR/100 kg droge stof

70,87 (3)

1702 60 95 9000

S00

EUR/1 % sacharose × 100 kg nettoproduct

0,3730 (4)

1702 90 30 9000

S00

EUR/100 kg droge stof

37,30 (2)

1702 90 60 9000

S00

EUR/1 % sacharose × 100 kg nettoproduct

0,3730 (4)

1702 90 71 9000

S00

EUR/1 % sacharose × 100 kg nettoproduct

0,3730 (4)

1702 90 99 9900

S00

EUR/1 % sacharose × 100 kg nettoproduct

0,3730 (4)  (5)

2106 90 30 9000

S00

EUR/100 kg droge stof

37,30 (2)

2106 90 59 9000

S00

EUR/1 % sacharose × 100 kg nettoproduct

0,3730 (4)

NB: De codes van de producten en de codes van de bestemmingen serie „A” zijn vastgesteld in Verordening (EEG) nr. 3846/87 van de Commissie (PB L 366 van 24.12.1987, blz. 1).

De numerieke codes voor de bestemmingen zijn vastgesteld in Verordening (EG) nr. 2081/2003 (PB L 313 van 28.11.2003, blz. 11).

De andere bestemmingen worden als volgt vastgesteld:

S00

:

alle bestemmingen (derde landen, andere gebieden, bevoorrading en met uitvoer uit de Gemeenschap gelijkgestelde bestemmingen) met uitzondering van Albanië, Kroatië, Bosnië en Herzegovina, Servië en Montenegro (met inbegrip van Kosovo, als omschreven in resolutie nr. 1244 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties van 10 juni 1999) en de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië; de uitzondering geldt niet voor suiker die verwerkt is in producten als bedoeld in artikel 1, lid 2, onder b), van Verordening (EG) nr. 2201/96 van de Raad (PB L 297 van 21.11.1996, blz. 29).


(1)  De in deze bijlage vastgestelde restituties zijn niet van toepassing met ingang van 1 februari 2005 overeenkomstig Besluit 2005/45/EG van de Raad van 22 december 2004 betreffende het sluiten en de voorlopige toepassing van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat tot wijziging van de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat van 22 juli 1972, wat de bepalingen betreffende verwerkte landbouwproducten betreft (PB L 23 van 26.1.2005, blz. 17).

(2)  Alleen geldig voor de in artikel 5 van Verordening (EG) nr. 2135/95 bedoelde producten.

(3)  Alleen geldig voor de in artikel 6 van Verordening (EG) nr. 2135/95 bedoelde producten.

(4)  Het basisbedrag is niet van toepassing op stropen met een zuiverheid van minder dan 85 % (Verordening (EG) nr. 2135/95). Het sacharosegehalte wordt overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EG) nr. 2135/95 vastgesteld.

(5)  Het basisbedrag is niet van toepassing op het in de bijlage, punt 2, van Verordening (EEG) nr. 3513/92 van de Commissie (PB L 355 van 5.12.1992, blz. 12) bedoelde product.


29.4.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 108/16


VERORDENING (EG) Nr. 658/2005 VAN DE COMMISSIE

van 28 april 2005

tot vaststelling van het maximumbedrag van de restitutie bij uitvoer naar bepaalde derde landen van witte suiker voor de 24e deelinschrijving in het kader van de inschrijving bedoeld in Verordening (EG) nr. 1327/2004

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1260/2001 van de Raad van 19 juni 2001 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (1), en met name op artikel 27, lid 5, tweede alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Krachtens Verordening (EG) nr. 1327/2004 van de Commissie van 19 juli 2004 inzake een permanente inschrijving voor het verkoopseizoen 2004/2005 voor de vaststelling van heffingen en/of restituties bij uitvoer van witte suiker (2) worden deelinschrijvingen gehouden voor de uitvoer naar bepaalde derde landen van deze suiker.

(2)

Overeenkomstig de bepalingen van artikel 9, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1327/2004, naar gelang van het geval, wordt een maximumbedrag van de restitutie bij uitvoer vastgesteld voor de betrokken deelinschrijving, waarbij met name rekening wordt gehouden met de situatie en de te verwachten ontwikkeling van de suikermarkt in de Gemeenschap en daarbuiten.

(3)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor suiker,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Voor de 24e deelinschrijving voor witte suiker, gehouden krachtens Verordening (EG) nr. 1327/2004, wordt het maximumbedrag van de restitutie bij uitvoer vastgesteld op 40,487 EUR/100 kg.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 29 april 2005.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 28 april 2005.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 178 van 30.6.2001, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 39/2004 van de Commissie (PB L 6 van 10.1.2004, blz. 16).

(2)  PB L 246 van 20.7.2004, blz. 23. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1685/2004 (PB L 303 van 30.9.2004, blz. 21).


29.4.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 108/17


VERORDENING (EG) Nr. 659/2005 VAN DE COMMISSIE

van 28 april 2005

tot vaststelling van de maximumuitvoerrestitutie voor boter in het kader van de permanente inschrijving van Verordening (EG) nr. 581/2004

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelproducten (1), en met name op artikel 31, lid 3, derde alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EG) nr. 581/2004 van de Commissie van 26 maart 2004 tot opening van een permanente inschrijving voor de bepaling van de uitvoerrestituties voor bepaalde soorten boter (2) voorziet in een permanente inschrijving.

(2)

Krachtens artikel 5 van Verordening (EG) nr. 580/2004 van de Commissie van 26 maart 2004 houdende een inschrijvingsprocedure tot vaststelling van de uitvoerrestituties voor bepaalde zuivelproducten (3) moet, na bestudering van de offertes die in het kader van de inschrijving zijn ingediend, een maximumuitvoerrestitutie worden vastgesteld voor de inschrijvingsperiode die eindigt op 26 april 2005.

(3)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor melk en zuivelproducten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

In het kader van de bij Verordening (EG) nr. 581/2004 geopende permanente inschrijving wordt voor de inschrijvingsperiode die eindigt op 26 april 2005, de maximumuitvoerrestitutie toegepast op de in artikel 1, lid 1, van die verordening vermelde producten, zoals vermeld in de bijlage van deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 29 april 2005.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 28 april 2005.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 160 van 26.6.1999, blz. 48. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 186/2004 van de Commissie (PB L 29 van 3.2.2004, blz. 6).

(2)  PB L 90 van 27.3.2004, blz. 64. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2250/2004 (PB L 381 van 28.12.2004, blz. 25).

(3)  PB L 90 van 27.3.2004, blz. 58. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2250/2004 (PB L 381 van 28.12.2004, blz. 25).


BIJLAGE

(EUR/100 kg)

Product

Productcodes

Maximumuitvoerrestitutie

Voor uitvoer naar de in artikel 1, lid 1, eerste streepje, van Verordening (EG) nr. 581/2004 vermelde bestemming

Voor uitvoer naar de in artikel 1, lid 1, tweede streepje, van Verordening (EG) nr. 581/2004 vermelde bestemmingen

Boter

ex ex 0405 10 19 9500

132,00

Boter

ex ex 0405 10 19 9700

131,00

136,50

Butteroil

ex ex 0405 90 10 9000

166,00


29.4.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 108/19


VERORDENING (EG) Nr. 660/2005 VAN DE COMMISSIE

van 28 april 2005

tot vaststelling van de maximumuitvoerrestitutie voor mageremelkpoeder in het kader van de permanente inschrijving van Verordening (EG) nr. 582/2004

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelproducten (1), en met name op artikel 31, lid 3, derde alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EG) nr. 582/2004 van de Commissie van 26 maart 2004 een permanente inschrijving voor de bepaling van de uitvoerrestituties voor mageremelkpoeder (2) voorziet in een permanente inschrijving.

(2)

Krachtens artikel 5 van Verordening (EG) nr. 580/2004 van de Commissie van 26 maart 2004 houdende een inschrijvingsprocedure tot vaststelling van de uitvoerrestituties voor bepaalde zuivelproducten (3) moet, na bestudering van de offertes die in het kader van de inschrijving zijn ingediend, een maximumuitvoerrestitutie worden vastgesteld voor de inschrijvingsperiode die eindigt op 26 april 2005.

(3)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor melk en zuivelproducten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

In het kader van de bij Verordening (EG) nr. 582/2004 geopende permanente inschrijving wordt voor de inschrijvingsperiode die eindigt op 26 april 2005, een maximaal restitutiebedrag van 31,00 EUR/100 kg toegepast op het product en de bestemmingen als vermeld in artikel 1, lid 1, van die verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 29 april 2005.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 28 april 2005.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 160 van 26.6.1999, blz. 48. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 186/2004 van de Commissie (PB L 29 van 3.2.2004, blz. 6).

(2)  PB L 90 van 27.3.2004, blz. 67.

(3)  PB L 90 van 27.3.2004, blz. 58.


29.4.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 108/20


VERORDENING (EG) Nr. 661/2005 VAN DE COMMISSIE

van 28 april 2005

houdende vaststelling van de restituties welke van toepassing zijn op bepaalde zuivelproducten die worden uitgevoerd in de vorm van goederen die niet onder bijlage I van het Verdrag vallen

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad van 15 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelproducten (1), en met name op artikel 31, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig artikel 31, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1255/1999 kan het verschil tussen de prijzen in de internationale handel van de in artikel 1, onder a), b), c), d), e) en g), van deze verordening bedoelde producten en de prijzen in de Gemeenschap overbrugd worden door een restitutie bij de uitvoer.

(2)

In Verordening (EG) nr. 1520/2000 van de Commissie van 13 juli 2000 tot vaststelling van de gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen voor de regeling aangaande de toekenning van restituties bij uitvoer en de criteria voor de vaststelling van het restitutiebedrag betreffende bepaalde landbouwproducten, uitgevoerd in de vorm van goederen die niet onder bijlage I van het Verdrag vallen (2), zijn die producten aangegeven waarvoor een restitutie dient te worden vastgesteld welke van toepassing is bij de uitvoer ervan in de vorm van goederen welke in bijlage II van Verordening (EG) nr. 1255/1999 zijn genoemd.

(3)

Overeenkomstig artikel 4, lid 1, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 1520/2000 moet de restitutie per 100 kg van elk van de betrokken basisproducten voor iedere maand worden vastgesteld.

(4)

Voor bepaalde melkproducten die worden uitgevoerd in de vorm van goederen die niet onder bijlage I bij het Verdrag vallen, bestaat evenwel het gevaar dat, indien vooraf hoge restituties worden vastgesteld, de verplichtingen die met betrekking tot deze restituties zijn aangegaan, op het spel worden gezet. Om dat gevaar te voorkomen, dienen passende voorzorgsmaatregelen te worden genomen, zonder evenwel contracten op lange termijn uit te sluiten. De vaststelling van specifieke restitutiebedragen voor het vooraf vaststellen van de restituties voor deze producten moet het mogelijk maken beide doelstellingen te verwezenlijken.

(5)

In artikel 4, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1520/2000 is bepaald dat voor de vaststelling van de restitutie in voorkomend geval rekening moet worden gehouden met de restituties bij de productie en de steunmaatregelen of andere maatregelen van gelijke werking die voor de in bijlage A van Verordening (EG) nr. 1520/2000 vermelde basisproducten of de daarmee gelijkgestelde producten in alle lidstaten worden toegepast uit hoofde van de verordening houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de betrokken sector.

(6)

Overeenkomstig artikel 12, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1255/1999 wordt steun verleend aan in de Gemeenschap geproduceerde en tot caseïne verwerkte ondermelk, indien deze melk en de daarvan vervaardigde caseïne aan bepaalde eisen voldoen.

(7)

Verordening (EG) nr. 2571/97 van de Commissie van 15 december 1997 betreffende de verkoop tegen verlaagde prijs van boter en de toekenning van de steun voor room, boter en boterconcentraat bestemd voor de vervaardiging van banketbakkerswerk, consumptie-ijs en andere voedingsmiddelen (3) staat de levering van boter en room tegen verlaagde prijs toe aan de fabrikanten van bepaalde koopwaren.

(8)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor melk en zuivelproducten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De restitutiebedragen die van toepassing zijn op de basisproducten genoemd in bijlage A bij Verordening (EG) nr. 1520/2000 en bedoeld in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 1255/1999 en die worden uitgevoerd in de vorm van in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1255/1999 genoemde goederen, worden vastgesteld zoals bepaald in de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 29 april 2005.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 28 april 2005.

Voor de Commissie

Günter VERHEUGEN

Vice-voorzitter


(1)  PB L 160 van 26.6.1999, blz. 48. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 186/2004 van de Commissie (PB L 29 van 3.2.2004, blz. 6).

(2)  PB L 177 van 15.7.2000, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 886/2004 (PB L 168 van 1.5.2004, blz. 14).

(3)  PB L 350 van 20.12.1997, blz. 3. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 921/2004 van de Commissie (PB L 163 van 30.4.2004, blz. 94).


BIJLAGE

Restituties welke van toepassing zijn vanaf 29 april 2005 op bepaalde zuivelproducten die worden uitgevoerd in de vorm van goederen die niet onder bijlage I van het verdrag vallen (1)

(EUR/100 kg)

GN-code

Omschrijving

Restituties

Bij vaststelling vooraf van de restituties

Overige gevallen

ex 0402 10 19

Melk in poeder, in korrels of in andere vaste vorm, zonder toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, met een vetgehalte van minder dan 1,5 gewichtspercenten (PG 2):

 

 

a)

in geval van uitvoer van goederen van GN-code 3501

b)

in geval van uitvoer van andere goederen

26,53

28,00

ex 0402 21 19

Melk in poeder, in korrels of in andere vaste vorm, zonder toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, met een vetgehalte van 26 gewichtspercenten (PG 3):

 

 

a)

bij uitvoer van producten, bevattende boter of room in de vorm van een aan PG 3 gelijkgesteld product, tegen verlaagde prijs krachtens Verordening (EG) nr. 2571/97

32,54

34,67

b)

in geval van uitvoer van andere goederen

61,57

65,60

ex 0405 10

Boter met een vetgehalte van 82 gewichtspercenten (PG 6):

 

 

a)

bij uitvoer van producten, bevattende boter of room tegen verlaagde prijs, vervaardigd overeenkomstig het bepaalde in Verordening (EG) nr. 2571/97

40,70

44,00

b)

in geval van uitvoer van goederen behorende tot GN-code 2106 90 98, met een vetgehalte van 40 of meer gewichtspercenten

126,58

136,25

c)

in geval van uitvoer van andere goederen

119,33

129,00


(1)  De in deze bijlage vastgestelde restituties zijn niet van toepassing op de uitvoer naar Bulgarije met ingang van 1 oktober 2004, noch op de goederen die zijn opgenomen in de tabellen I en II bij Protocol nr. 2 bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat van 22 juli 1972 en die met ingang van 1 februari 2005 naar de Zwitserse Bondsstaat of naar het Vorstendom Liechtenstein worden uitgevoerd.


29.4.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 108/23


VERORDENING (EG) Nr. 662/2005 VAN DE COMMISSIE

van 28 april 2005

houdende vaststelling van de restituties die worden toegepast voor bepaalde producten van de sector suiker die worden uitgevoerd in de vorm van niet in bijlage I van het Verdrag vermelde goederen

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1260/2001 van de Raad van 19 juni 2001 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (1), inzonderheid op artikel 27, lid 5, onder a), en lid 15,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig artikel 27, leden 1 en 2, van Verordening (EG) nr. 1260/2001 kan het verschil tussen de prijzen van de in artikel 1, lid 1, onder a), c), d), f), g) en h), van die verordening vermelde producten in de internationale handel en de prijzen in de Gemeenschap worden overbrugd door een uitvoerrestitutie wanneer deze producten worden uitgevoerd in de vorm van goederen welke in bijlage V van die verordening worden genoemd. Bij Verordening (EG) nr. 1520/2000 van de Commissie van 13 juli 2000 tot vaststelling van de gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen voor de regeling aangaande de toekenning van restituties bij uitvoer en de criteria voor de vaststelling van het restitutiebedrag betreffende bepaalde landbouwproducten, uitgevoerd in de vorm van goederen die niet onder bijlage I van het Verdrag vallen (2) zijn de producten aangegeven waarvoor een restitutie dient te worden vastgesteld bij uitvoer in de vorm van goederen, bedoeld in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1260/2001.

(2)

Overeenkomstig artikel 4, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1520/2000 moet de restitutie per 100 kg van elk van de betrokken basisproducten voor iedere maand worden vastgesteld.

(3)

In artikel 27, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1260/2001 is bepaald dat de restitutie bij uitvoer van een in een goed verwerkt product niet meer mag bedragen dan de restitutie voor ditzelfde product dat in onverwerkte toestand wordt uitgevoerd.

(4)

De bij deze verordening vastgestelde restituties kunnen vooraf worden vastgesteld, aangezien op dit moment niet bekend is hoe de markt zich de komende maanden zal ontwikkelen.

(5)

De naleving van de verplichtingen die zijn aangegaan met betrekking tot de restitutie die kan worden toegekend bij uitvoer van landbouwproducten die zijn verwerkt in niet onder bijlage I van het Verdrag vallende goederen, kan in het gedrang komen door de vaststelling vooraf van hoge restituties. In deze situatie moeten derhalve vrijwaringsmaatregelen worden genomen zonder dat daardoor de sluiting van langetermijncontracten wordt verhinderd. De vaststelling van een specifieke restitutie voor de voorfixatie van restituties is een maatregel die aan deze verschillende doelstellingen beantwoordt.

(6)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor suiker,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De restituties die van toepassing zijn op de in bijlage A van Verordening (EG) nr. 1520/2000 genoemde en in artikel 1, leden 1 en 2, van Verordening (EG) nr. 1260/2001 bedoelde basisproducten die worden uitgevoerd in de vorm van in bijlage V bij Verordening (EG) nr. 1260/2001 vermelde goederen, worden vastgesteld zoals is aangegeven in de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 29 april 2005.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 28 april 2005.

Voor de Commissie

Günter VERHEUGEN

Vice-voorzitter


(1)  PB L 178 van 30.6.2001, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 39/2004 van de Commissie (PB L 6 van 10.1.2004, blz. 16).

(2)  PB L 177 van 15.7.2000, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 886/2004 (PB L 168 van 1.5.2004, blz. 14).


BIJLAGE

Restituties die worden toegepast vanaf 29 april 2005 voor bepaalde producten van de sector suiker die worden uitgevoerd in de vorm van niet in bijlage I van het Verdrag vermelde goederen (1)

GN-code

Omschrijving

Restituties in EUR/100 kg

Bij vaststelling vooraf van de restituties

Overige gevallen

1701 99 10

Witte suiker

37,30

37,30


(1)  De in deze bijlage vastgestelde restituties zijn niet van toepassing op de uitvoer naar Bulgarije met ingang van 1 oktober 2004, noch op de goederen die zijn opgenomen in de tabellen I en II bij Protocol nr. 2 bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat van 22 juli 1972 en die met ingang van 1 februari 2005 naar de Zwitserse Bondsstaat of naar het Vorstendom Liechtenstein worden uitgevoerd.


29.4.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 108/25


VERORDENING (EG) Nr. 663/2005 VAN DE COMMISSIE

van 28 april 2005

houdende vaststelling van de restituties die worden toegepast voor bepaalde producten van de sector granen en de sector rijst, uitgevoerd in de vorm van niet in bijlage I bij het Verdrag vermelde goederen

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1784/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (1), en met name op artikel 13, lid 3,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1785/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening van de rijstmarkt (2), en met name op artikel 14, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig artikel 13, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1784/2003 en artikel 14, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1785/2003 kan het verschil tussen de noteringen of de prijzen op de wereldmarkt voor de in artikel 1 van deze beide verordeningen bedoelde producten enerzijds en de prijzen in de Gemeenschap anderzijds door een restitutie bij de uitvoer worden overbrugd.

(2)

In Verordening (EG) nr. 1520/2000 van de Commissie van 13 juli 2000 tot vaststelling van de gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen voor de regeling aangaande de toekenning van restituties bij uitvoer en de criteria voor de vaststelling van het restitutiebedrag betreffende bepaalde landbouwproducten, uitgevoerd in de vorm van goederen die niet onder bijlage I van het Verdrag vallen (3), is omschreven voor welke van die producten een restitutie dient te worden vastgesteld bij uitvoer in de vorm van goederen, bedoeld naar gelang van het geval in bijlage III bij Verordening (EG) nr. 1784/2003 of bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 1785/2003.

(3)

Overeenkomstig artikel 4, lid 1, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 1520/2000 moet de restitutie per 100 kg van elk van de betrokken basisproducten voor iedere maand worden vastgesteld.

(4)

De naleving van de verplichtingen die zijn aangegaan met betrekking tot de restitutie die kan worden toegekend bij uitvoer van landbouwproducten die zijn verwerkt in niet onder bijlage I bij het Verdrag vallende goederen, kan in het gedrang komen door de vaststelling vooraf van hoge restituties. In deze situatie moeten derhalve vrijwaringsmaatregelen worden genomen zonder dat daardoor de sluiting van langetermijncontracten wordt verhinderd. De vaststelling van een specifieke restitutie voor de voorfixatie van restituties is een maatregel die aan deze verschillende doelstellingen beantwoordt.

(5)

Rekening houdend met de regeling tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika met betrekking tot de uitvoer van deegwaren uit de Gemeenschap naar de Verenigde Staten, goedgekeurd bij Besluit 87/482/EEG van de Raad (4), dient de restitutie voor goederen van de GN-codes 1902 11 00 en 1902 19 naar gelang van de bestemming te worden gedifferentieerd.

(6)

Overeenkomstig artikel 4, leden 3 en 5, van Verordening (EG) nr. 1520/2000, moet een verlaagde restitutievoet worden vastgesteld, waarbij rekening wordt gehouden met het bedrag van de restitutie bij de productie, dat krachtens Verordening (EEG) nr. 1722/93 van de Commissie (5) van toepassing is op het verwerkte basisproduct, en dat geldig is tijdens de veronderstelde periode van de vervaardiging van de goederen.

(7)

Alcoholhoudende dranken worden geacht minder gevoelig te zijn voor de prijs van de granen die voor de vervaardiging ervan worden gebruikt. In Protocol 19 van het Verdrag betreffende de toetreding van het Verenigd Koninkrijk, Ierland en Denemarken wordt evenwel bepaald dat de noodzakelijke maatregelen moeten worden vastgesteld om het gebruik van granen uit de Gemeenschap voor de vervaardiging van alcoholhoudende dranken uit granen te vergemakkelijken. Daarom moet de restitutie die wordt toegepast op granen die in de vorm van alcoholhoudende dranken worden uitgevoerd, worden aangepast.

(8)

Het Comité van beheer voor granen heeft geen advies uitgebracht binnen de door zijn voorzitter bepaalde termijn,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De restituties die worden toegepast voor de in bijlage A bij Verordening (EG) nr. 1520/2000 genoemde basisproducten die tevens zijn bedoeld in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 1784/2003 of artikel 1, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1785/2003 en die worden uitgevoerd in de vorm van goederen vermeld in bijlage III van Verordening (EG) nr. 1784/2003, respectievelijk bijlage IV van Verordening (EG) nr. 1785/2003, worden vastgesteld zoals in de bijlage bij deze verordening is aangegeven.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 29 april 2005.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 28 april 2005.

Voor de Commissie

Günter VERHEUGEN

Vice-voorzitter


(1)  PB L 270 van 21.10.2003, blz. 78.

(2)  PB L 270 van 21.10.2003, blz. 96.

(3)  PB L 177 van 15.7.2000, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 886/2004 (PB L 168 van 1.5.2004, blz. 14).

(4)  PB L 275 van 29.9.1987, blz. 36.

(5)  PB L 159 van 1.7.1993, blz. 112. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1548/2004 (PB L 280 van 31.8.2004, blz. 11).


BIJLAGE

Restituties die worden toegepast vanaf 29 april 2005 voor bepaalde producten van de sector granen en de sector rijst, uitgevoerd in de vorm van niet in bijlage I bij het Verdrag vermelde goederen (1)

(EUR/100 kg)

GN-code

Omschrijving (2)

Restitutievoet per 100 kg basisproduct

Bij vaststelling vooraf van de restituties

Overige gevallen

1001 10 00

Harde tarwe:

 

 

– in geval van uitvoer van goederen van de GN-codes 1902 11 en 1902 19 naar de Verenigde Staten van Amerika

– in andere gevallen

1001 90 99

Zachte tarwe en mengkoren:

 

 

– in geval van uitvoer van goederen van de GN-codes 1902 11 en 1902 19 naar de Verenigde Staten van Amerika

– in andere gevallen:

 

 

– – in geval van toepassing van artikel 4, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1520/2000 (3)

– – in geval van uitvoer van goederen van post 2208 (4)

– – in andere gevallen

1002 00 00

Rogge

1003 00 90

Gerst

 

 

– in geval van uitvoer van goederen van post 2208 (4)

– in andere gevallen

1004 00 00

Haver

1005 90 00

Maïs, gebruikt in de vorm van:

 

 

– zetmeel:

 

 

– – in geval van toepassing van artikel 4, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1520/2000 (3)

4,000

4,000

– – in geval van uitvoer van goederen van post 2208 (4)

0,557

0,557

– – in andere gevallen

4,000

4,000

– glucose, glucosestroop, maltodextrine, maltodextrinestroop van de GN-codes 1702 30 51, 1702 30 59, 1702 30 91, 1702 30 99, 1702 40 90, 1702 90 50, 1702 90 75, 1702 90 79, 2106 90 55 (5):

 

 

– – in geval van toepassing van artikel 4, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1520/2000 (3)

3,000

3,000

– – in geval van uitvoer van goederen van post 2208 (4)

0,418

0,418

– – in andere gevallen

3,000

3,000

– in geval van uitvoer van goederen van post 2208 (4)

0,557

0,557

– andere (als zodanig)

4,000

4,000

Aardappelzetmeel van GN-code 1108 13 00 gelijkgesteld aan een verwerkingsproduct van maïs:

 

 

– in geval van toepassing van artikel 4, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1520/2000 (3)

3,453

3,453

– in geval van uitvoer van goederen van post 2208 (4)

0,557

0,557

– in andere gevallen

4,000

4,000

ex 1006 30

Volwitte rijst:

 

 

– rondkorrelig

– halflangkorrelig

– langkorrelig

1006 40 00

Breukrijst

1007 00 90

Graansorgho m.u.v. hybriden van graansorgho, bestemd voor zaaidoeleinden


(1)  De in deze bijlage vastgestelde restituties zijn niet van toepassing op de uitvoer naar Bulgarije met ingang van 1 oktober 2004, noch op de goederen die zijn opgenomen in de tabellen I en II bij Protocol nr. 2 bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat van 22 juli 1972 en die met ingang van 1 februari 2005 naar de Zwitserse Bondsstaat of naar het Vorstendom Liechtenstein worden uitgevoerd.

(2)  Voor de landbouwproducten verkregen door verwerking van het basisproduct en/of gelijkgesteld, moeten de coëfficiënten vermeld in bijlage E bij Verordening (EG) nr. 1520/2000 van de Commissie (PB L 177 van 15.7.2000, blz. 1), worden gebruikt.

(3)  De betrokken goederen vallen onder GN-code 3505 10 50.

(4)  Goederen opgenomen in bijlage III van Verordening (EG) nr. 1784/2003 of bedoeld in artikel 2 van Verordening (EEG) nr. 2825/93 (PB L 258 van 16.10.1993, blz. 6).

(5)  Voor stropen van de GN-codes 1702 30 99, 1702 40 90 en 1702 60 90, verkregen door het mengen van glucose- en fructosestropen, geeft alleen glucosestroop recht op uitvoerrestitutie.


29.4.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 108/29


VERORDENING (EG) Nr. 664/2005 VAN DE COMMISSIE

van 28 april 2005

tot vaststelling van de restituties bij uitvoer van op basis van granen en rijst verwerkte producten

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1784/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (1), inzonderheid op artikel 13, lid 3,

Gelet op Verordening (EG) nr. 3072/95 van de Raad van 22 december 1995 houdende een gemeenschappelijke ordening van de rijstmarkt (2), inzonderheid op artikel 13, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Volgens artikel 13 van Verordening (EG) nr. 1784/2003 en artikel 13 van Verordening (EG) nr. 3072/95 kan het verschil tussen de noteringen of de prijzen op de wereldmarkt voor de in artikel 1 van deze verordeningen genoemde producten en de prijzen van deze producten in de Gemeenschap worden overbrugd door een restitutie bij de uitvoer.

(2)

Krachtens artikel 13 van Verordening (EG) nr. 3072/95 moeten de restituties worden vastgesteld met inachtneming van de bestaande situatie en de vooruitzichten voor de ontwikkeling, enerzijds van de beschikbare hoeveelheden granen, rijst en breukrijst, evenals van hun prijzen op de markt van de Gemeenschap, en anderzijds van de prijzen van granen, rijst en breukrijst en de producten in de sector granen op de wereldmarkt. Krachtens deze artikelen moeten ook waarborgen worden geschapen dat op de graan- en rijstmarkten een evenwichtige toestand heerst en een natuurlijke ontwikkeling op het gebied van de prijzen en de handel plaatsvindt en moet bovendien rekening worden gehouden met het economische aspect van de bedoelde uitvoer en de noodzaak verstoringen op de markt van de Gemeenschap te vermijden.

(3)

Verordening (EG) nr. 1518/95 van de Commissie (3) betreffende de regeling voor de invoer en de uitvoer van op basis van granen en rijst verwerkte producten heeft in artikel 4 de specifieke criteria vastgesteld waarmee rekening moet worden gehouden voor de berekening van de restitutie voor deze producten.

(4)

Het is wenselijk de aan bepaalde verwerkte producten toe te kennen restitutie, al naar gelang van het product, hoger of lager vast te stellen volgens het asgehalte, het gehalte aan ruwe celstof, het gehalte aan doppen, het eiwitgehalte, het vetgehalte of het zetmeelgehalte, daar deze gehaltes van bijzondere betekenis zijn voor de hoeveelheid basisproduct die werkelijk voor de vervaardiging van het verwerkte product is gebruikt.

(5)

Ten aanzien van maniokwortel en andere tropische wortels en knollen en het daarvan vervaardigde meel behoeft het economische aspect van de uitvoeren die zouden kunnen worden overwogen, in het bijzonder gezien de aard en de herkomst van deze producten, op het ogenblik geen vaststelling van een restitutie bij uitvoer. Voor bepaalde verwerkte producten is het, gezien het geringe aandeel van de Gemeenschap aan de wereldhandel, op het ogenblik niet noodzakelijk een restitutie bij uitvoer vast te stellen.

(6)

De situatie op de wereldmarkt of de specifieke eisen van bepaalde markten voor zekere producten kunnen een differentiatie van de restitutie, naar gelang van de bestemming, nodig maken.

(7)

De restitutie moet eenmaal per maand worden vastgesteld. Zij kan in de tussentijd worden gewijzigd.

(8)

Bepaalde verwerkte producten op basis van maïs kunnen een warmtebehandeling ondergaan, waardoor een restitutie zou kunnen worden uitgekeerd die niet overeenstemt met de kwaliteit van het product. Duidelijk moet worden aangegeven dat deze producten, die voorgegelatineerd zetmeel bevatten, niet in aanmerking komen voor uitvoerrestituties.

(9)

Het Comité van beheer voor granen heeft geen advies uitgebracht binnen de door zijn voorzitter bepaalde termijn,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De restituties bij uitvoer van de in artikel 1, lid 1, onder d), van Verordening (EG) nr. 1784/2003 en in artikel 1, lid 1, onder c), van Verordening (EG) nr. 3072/95 bedoelde producten, waarop Verordening (EG) nr. 1518/95 van toepassing is, worden vastgesteld in overeenstemming met de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 29 april 2005.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 28 april 2005.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 270 van 21.10.2003, blz. 78.

(2)  PB L 329 van 30.12.1995, blz. 18. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 411/2002 van de Commissie (PB L 62 van 5.3.2002, blz. 27).

(3)  PB L 147 van 30.6.1995, blz. 55. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2993/95 (PB L 312 van 23.12.1995, blz. 25).


BIJLAGE

bij de verordening van de Commissie van 28 april 2005 tot vaststelling van de restituties bij uitvoer van op basis van granen en rijst verwerkte producten

Productcode

Bestemming

Meeteenheid

Bedrag van de restitutie

1102 20 10 9200 (1)

C10

EUR/t

57,95

1102 20 10 9400 (1)

C10

EUR/t

49,67

1102 20 90 9200 (1)

C10

EUR/t

49,67

1102 90 10 9100

C11

EUR/t

0,00

1102 90 10 9900

C11

EUR/t

0,00

1102 90 30 9100

C11

EUR/t

0,00

1103 19 40 9100

C10

EUR/t

0,00

1103 13 10 9100 (1)

C10

EUR/t

74,50

1103 13 10 9300 (1)

C10

EUR/t

57,95

1103 13 10 9500 (1)

C10

EUR/t

49,67

1103 13 90 9100 (1)

C10

EUR/t

49,67

1103 19 10 9000

C10

EUR/t

0,00

1103 19 30 9100

C10

EUR/t

0,00

1103 20 60 9000

C12

EUR/t

0,00

1103 20 20 9000

C11

EUR/t

0,00

1104 19 69 9100

C10

EUR/t

0,00

1104 12 90 9100

C10

EUR/t

0,00

1104 12 90 9300

C10

EUR/t

0,00

1104 19 10 9000

C10

EUR/t

0,00

1104 19 50 9110

C10

EUR/t

66,22

1104 19 50 9130

C10

EUR/t

53,81

1104 29 01 9100

C10

EUR/t

0,00

1104 29 03 9100

C10

EUR/t

0,00

1104 29 05 9100

C10

EUR/t

0,00

1104 29 05 9300

C10

EUR/t

0,00

1104 22 20 9100

C10

EUR/t

0,00

1104 22 30 9100

C10

EUR/t

0,00

1104 23 10 9100

C10

EUR/t

62,09

1104 23 10 9300

C10

EUR/t

47,60

1104 29 11 9000

C10

EUR/t

0,00

1104 29 51 9000

C10

EUR/t

0,00

1104 29 55 9000

C10

EUR/t

0,00

1104 30 10 9000

C10

EUR/t

0,00

1104 30 90 9000

C10

EUR/t

10,35

1107 10 11 9000

C13

EUR/t

0,00

1107 10 91 9000

C13

EUR/t

0,00

1108 11 00 9200

C10

EUR/t

0,00

1108 11 00 9300

C10

EUR/t

0,00

1108 12 00 9200

C10

EUR/t

66,22

1108 12 00 9300

C10

EUR/t

66,22

1108 13 00 9200

C10

EUR/t

66,22

1108 13 00 9300

C10

EUR/t

66,22

1108 19 10 9200

C10

EUR/t

0,00

1108 19 10 9300

C10

EUR/t

0,00

1109 00 00 9100

C10

EUR/t

0,00

1702 30 51 9000 (2)

C14

EUR/t

64,88

1702 30 59 9000 (2)

C14

EUR/t

49,67

1702 30 91 9000

C14

EUR/t

64,88

1702 30 99 9000

C14

EUR/t

49,67

1702 40 90 9000

C14

EUR/t

49,67

1702 90 50 9100

C14

EUR/t

64,88

1702 90 50 9900

C14

EUR/t

49,67

1702 90 75 9000

C14

EUR/t

67,98

1702 90 79 9000

C14

EUR/t

47,18

2106 90 55 9000

C10

EUR/t

49,67

NB: De codes van de producten en de codes van de bestemmingen serie „A” zijn vastgesteld in de gewijzigde Verordening (EEG) nr. 3846/87 van de Commissie (PB L 366 van 24.12.1987, blz. 1).

De numerieke codes voor de bestemmingen zijn vastgesteld in Verordening (EG) nr. 2081/2003 (PB L 313 van 28.11.2003, blz. 11).

De andere bestemmingen zijn als volgt gedefinieerd:

C10

:

Alle bestemmingen

C11

:

Alle bestemmingen, uitgezonderd Bulgarije

C12

:

Alle bestemmingen, uitgezonderd Roemenië

C13

:

Alle bestemmingen, uitgezonderd Bulgarije en Roemenië

C14

:

Alle bestemmingen, uitgezonderd Zwitserland en Liechtenstein.


(1)  Er worden geen restituties toegekend voor producten die een warmtebehandeling hebben ondergaan waardoor het zetmeel is voorgegelatineerd.

(2)  De restituties worden toegekend overeenkomstig de gewijzigde Verordening (EEG) nr. 2730/75 van de Raad (PB L 281 van 1.11.1975, blz. 20).

NB: De codes van de producten en de codes van de bestemmingen serie „A” zijn vastgesteld in de gewijzigde Verordening (EEG) nr. 3846/87 van de Commissie (PB L 366 van 24.12.1987, blz. 1).

De numerieke codes voor de bestemmingen zijn vastgesteld in Verordening (EG) nr. 2081/2003 (PB L 313 van 28.11.2003, blz. 11).

De andere bestemmingen zijn als volgt gedefinieerd:

C10

:

Alle bestemmingen

C11

:

Alle bestemmingen, uitgezonderd Bulgarije

C12

:

Alle bestemmingen, uitgezonderd Roemenië

C13

:

Alle bestemmingen, uitgezonderd Bulgarije en Roemenië

C14

:

Alle bestemmingen, uitgezonderd Zwitserland en Liechtenstein.


29.4.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 108/32


VERORDENING (EG) Nr. 665/2005 VAN DE COMMISSIE

van 28 april 2005

tot vaststelling van de restituties bij uitvoer voor mengvoeders op basis van granen

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1784/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (1), en met name op artikel 13, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Volgens artikel 13 van Verordening (EG) nr. 1784/2003 kan het verschil tussen de noteringen of de prijzen op de wereldmarkt voor de in artikel 1 van die verordening genoemde producten en de prijzen van deze producten in de Gemeenschap worden overbrugd door een restitutie bij de uitvoer.

(2)

Verordening (EG) nr. 1517/95 van de Commissie van 29 juni 1995 houdende bepalingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 1784/2003 van de Raad ten aanzien van de invoer- en uitvoerregeling voor mengvoeders op basis van granen en houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1162/95 houdende bijzondere uitvoeringsbepalingen inzake het stelsel van invoer- en uitvoercertificaten in de sector granen en rijst (2) heeft in artikel 2 de specifieke criteria vastgesteld waarmee rekening moet worden gehouden voor de berekening van de restitutie voor deze producten.

(3)

Bij de berekening moet ook rekening worden gehouden met het gehalte aan graanproducten. Gemakshalve zou de restitutie moeten worden betaald voor twee categorieën „graanproducten”, namelijk voor maïs, de meest gebruikte component van uitgevoerde mengvoeders, en maïsproducten, en voor „andere granen”, dat wil zeggen voor restitutie in aanmerking komende graanproducten, andere dan maïs en maïsproducten. Een restitutie zou moeten worden toegekend voor de hoeveelheid graanproducten in het mengvoeder.

(4)

Anderzijds moet het bedrag van de restitutie eveneens rekening houden met de afzetmogelijkheden en verkoopvoorwaarden voor de betrokken producten op de wereldmarkt, het belang dat men erbij heeft om verstoringen op de markt van de Gemeenschap te voorkomen en het economisch aspect van de uitvoer.

(5)

Op grond van de huidige situatie op de markt voor granen, en met name de vooruitzichten inzake de voorziening, moeten de uitvoerrestituties worden geschrapt.

(6)

Het Comité van beheer voor granen heeft geen advies uitgebracht binnen de door zijn voorzitter bepaalde termijn,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De restituties bij uitvoer voor de in Verordening (EG) nr. 1784/2003 bedoelde mengvoeders waarop Verordening (EG) nr. 1517/95 van toepassing is, worden overeenkomstig de bijlage bij deze verordening vastgesteld.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 29 april 2005.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 28 april 2005.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 270 van 21.10.2003, blz. 78.

(2)  PB L 147 van 30.6.1995, blz. 51.


BIJLAGE

bij de verordening van de Commissie van 28 april 2005 tot vaststelling van de restituties bij uitvoer voor mengvoeders op basis van granen

Productcodes van de producten die in aanmerking komen voor een restitutie bij uitvoer:

 

2309 10 11 9000,

 

2309 10 13 9000,

 

2309 10 31 9000,

 

2309 10 33 9000,

 

2309 10 51 9000,

 

2309 10 53 9000,

 

2309 90 31 9000,

 

2309 90 33 9000,

 

2309 90 41 9000,

 

2309 90 43 9000,

 

2309 90 51 9000,

 

2309 90 53 9000.


Graanproducten

Bestemming

Meeteenheid

Bedrag van de restitutie

Maïs en maïsproducten

GN-codes 0709 90 60, 0712 90 19, 1005, 1102 20, 1103 13, 1103 29 40, 1104 19 50, 1104 23, 1904 10 10

C10

EUR/t

0,00

Graanproducten, met uitzondering van maïs en maïsproducten

C10

EUR/t

0,00

NB: De codes van de producten en de codes van de bestemmingen serie „A” zijn vastgesteld in Verordening (EEG) nr. 3846/87 van de Commissie (PB L 366 van 24.12.1987, blz. 1), zoals gewijzigd.

C10

:

Alle bestemmingen.


29.4.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 108/34


VERORDENING (EG) Nr. 666/2005 VAN DE COMMISSIE

van 28 april 2005

tot vaststelling van de restituties bij de productie in de sector granen

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1784/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (1), en met name op artikel 8, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EEG) nr. 1722/93 van de Commissie van 30 juni 1993 tot vaststelling van de toepassingsbepalingen van de Verordeningen (EEG) nr. 1766/92 en (EEG) nr. 1418/76 van de Raad wat de regelingen inzake de productierestituties in de sector granen respectievelijk rijst betreft (2) zijn de voorwaarden voor de toekenning van de productierestitutie vastgesteld. De berekeningsgrondslag is bepaald in artikel 3 van genoemde verordening. De aldus berekende restitutie, zo nodig gedifferentieerd voor aardappelmeel, moet eenmaal per maand worden vastgesteld en mag slechts gewijzigd worden wanneer de maïs- en/of tarweprijzen een significante verandering te zien geven.

(2)

De in deze verordening vastgestelde productierestituties moeten worden aangepast met de in bijlage II bij Verordening (EEG) nr. 1722/93 bepaalde coëfficiënten, teneinde het juiste te betalen bedrag te verkrijgen.

(3)

Het Comité van beheer voor granen heeft geen advies uitgebracht binnen de door zijn voorzitter bepaalde termijn,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 3, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 1722/93 bedoelde productierestitutie per ton zetmeel wordt vastgesteld op:

a)

0,00 EUR/t voor zetmeel uit maïs, tarwe, gerst en haver;

b)

10,85 EUR/t voor aardappelmeel.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 29 april 2005.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 28 april 2005.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 270 van 21.10.2003, blz. 78.

(2)  PB L 159 van 1.7.1993, blz. 112. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1548/2004 (PB L 280 van 31.8.2004, blz. 11).


29.4.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 108/35


VERORDENING (EG) Nr. 667/2005 VAN DE COMMISSIE

van 28 april 2005

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 798/2004 van de Raad tot verlenging van de beperkende maatregelen ten aanzien van Birma/Myanmar

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 798/2004 van de Raad van 26 april 2004 tot verlenging van de beperkende maatregelen ten aanzien van Birma/Myanmar (1), en met name op artikel 12,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In bijlage II bij Verordening (EG) nr. 798/2004 worden de bevoegde autoriteiten vermeld die met bepaalde taken betreffende de tenuitvoerlegging van die verordening zijn belast. Bij artikel 12, onder a), van Verordening (EG) nr. 798/2004 wordt de Commissie gemachtigd bijlage II te wijzigen op basis van de door de lidstaten verstrekte informatie. België, Hongarije, Nederland en Zweden hebben de Commissie wijzigingen met betrekking tot hun bevoegde autoriteiten medegedeeld. Bijlage II bij Verordening (EG) nr. 798/2004 dient derhalve te worden aangepast.

(2)

Bijlage III bij Verordening (EG) nr. 798/2004 bevat de lijst van personen die vallen onder de beperkende maatregelen die in artikel 6 van de verordening zijn beschreven.

(3)

Bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 798/2004 bevat de lijst van ondernemingen die eigendom zijn van de Birmese staat, als bedoeld in artikel 8 bis van die verordening.

(4)

Bij artikel 12, onder b), van Verordening (EG) nr. 798/2004 wordt de Commissie gemachtigd bijlage III en IV te wijzigen op grond van besluiten die met betrekking tot de bijlage I en II bij Gemeenschappelijk Standpunt 2004/423/GBVB (2) zijn genomen tot verlenging van de beperkende maatregelen ten aanzien van Birma/Myanmar.

(5)

Bijlagen I en II van Gemeenschappelijk Standpunt 2004/423/GBVB zijn gewijzigd bij Gemeenschappelijk Standpunt 2005/340/GBVB (3). De bijlagen III en IV bij Verordening (EG) nr. 798/2004 moeten daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd. Teneinde de effectiviteit van de maatregelen waarin deze verordening voorziet te waarborgen, dient de verordening onmiddellijk in werking te treden,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De bijlagen II, III en IV bij Verordening (EG) nr. 798/2004 worden vervangen door de bijlagen I, II en III bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 28 april 2005.

Voor de Commissie

Benita FERRERO-WALDNER

Lid van de Commissie


(1)  PB L 125 van 28.4.2004, blz. 4. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1853/2004 van de Raad (PB L 323 van 26.10.2004, blz. 11).

(2)  PB L 125 van 28.4.2004, blz. 61. Gemeenschappelijk Standpunt, gewijzigd bij Gemeenschappelijk Standpunt 2004/730/GBVB (PB L 323 van 26.10.2004, blz. 17).

(3)  Zie bladzijde 88 van dit Publicatieblad.


BIJLAGE I

„BIJLAGE II

Lijst van bevoegde autoriteiten bedoeld in de artikelen 4, 7 en 8

 

BELGIË

Service public fédéral des affaires étrangères, commerce extérieur et coopération au développement

Egmont 1

Rue des Petits Carmes 19

B-1000 Bruxelles

Direction générale des affaires bilatérales

Service „Asie du sud et de l'Est, Océanie”

Téléphone (32-2) 501 82 74

Service des transports

Téléphone (32-2) 501 37 62

Fax: (32-2) 501 88 27

Direction générale coordination et des affaires européennes

Coordination de la politique commerciale

Téléphone (32-2) 501 83 20

Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking

Egmont 1

Karmelietenstraat 15

B-1000 Brussel

Directie-generaal Bilaterale Zaken

Dienst Zuid- en Oost-Azië en Oceanië

Telefoon (32-2) 501 82 74

Dienst Vervoer

Telefoon (32-2) 501 37 62

Fax: (32-2) 501 88 27

Directie-generaal Europese Zaken en coördinatie

Coördinatie Handelsbeleid

Telefoon (32-2) 501 83 20

Service public fédéral de l'économie, des PME, des classes moyennes et de l'énergie

Potentiel économique

Direction Industries

Textile — Diamants et autres secteurs

City Atrium

Rue du Progrès 50

5ème étage

B-1210 Bruxelles

Tél général: 0032(0) 2. 277.51.11

Fax: 0032 (0) 2.277.53.09

Fax: 0032 (0) 2.277.53.10

Federale Overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en Energie

Economisch potentieel

Directie Nijverheid

Textiel — Diamant en andere sectoren

City Atrium

Vooruitgangstraat 50

5de verdieping

B-1210 Brussel

Algemeen tel: 0032 (0) 2.277.51.11

Fax: 0032 (0) 2.277.53.09

Fax: 0032 (0) 2.277.53.10

Service Public Fédéral des Finances

Administration de la Trésorerie

30 Avenue des Arts

B-1040 Bruxelles

Fax 00 32 2 233 74 65

E-mail: Quesfinvragen.tf@minfin.fed.be

Federale Overheidsdienst Financiën

Administratie van de Thesaurie

Kunstlaan 30

B-1040 Brussel

Fax 00 32 2 233 74 65

E-mail: Quesfinvragen.tf@minfin.fed.be

Brussels Hoofdstedelijk Gewest — Région de Bruxelles-Capitale:

Kabinet van de minister van Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen van de Brusselse Hoofdstedelijke regering

Kunstlaan 9

B-1210 Brussel

Telefoon: (32-2) 209 28 25

Fax: (32-2) 209 28 12

Cabinet du ministre des finances, du budget, de la fonction publique et des relations extérieures du gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale

Avenue des Arts, 9

B-1210 Bruxelles

Téléphone (32-2) 209 28 25

Fax: (32-2) 209 28 12

Région wallonne:

Cabinet du ministre-président du gouvernement wallon

Rue May, 25-27

B-5100 Jambes-Namur

Téléphone (32-81) 33 12 11

Fax: (32-81) 33 13 13

Vlaams Gewest:

Administratie Buitenlands Beleid

Boudewijnlaan 30

B-1000 Brussel

Tel. (32-2) 553 59 28

Fax (32-2) 553 60 37

 

TSJECHIË

Ministerstvo průmyslu a obchodu

Licenční správa

Na Františku 32

110 15 Praha 1

Tel: +420 22406 2720

Fax: +420 22422 1811

Ministerstvo financí

Finanční analytický útvar

P.O. Box 675

Jindřišská 14

111 21 Praha 1

Tel: +420 25704 4501

Fax: +420 25704 4502

 

DENEMARKEN

Erhvervs- og Boligstyrelsen

Dahlerups Pakhus

Langelinie Allé 17

DK-2100 København Ø

Tel. (45) 35 46 60 00

Fax (45) 35 46 60 01

Udenrigsministeriet

Asiatisk Plads 2

DK-1448 København K

Tel. (45) 33 92 00 00

Fax (45) 32 54 05 33

Justitsministeriet

Slotholmsgade 10

DK-1216 København K

Tel. (45) 33 92 33 40

Fax (45) 33 93 35 10

 

DUITSLAND

Concerning freezing of funds, financing and financial assistance:

Deutsche Bundesbank

Servicezentrum Finanzsanktionen

Postfach

D-80281 München

Tel. (49-89) 2889 3800

Fax (49-89) 350163 3800

Concerning goods, technical assistance and other services:

Bundesamt für Wirtschafts- und Ausfuhrkontrolle (BAFA)

Frankfurter Strasse 29-35

D-65760 Eschborn

Tel. (49) 61 96 908 — 0

Fax (49) 61 96 908 — 800

 

ESTLAND

Eesti Välisministeerium

Islandi väljak 1

15049 Tallinn

Tel +372 6 317 100

Fax: +372 6 317 199

Finantsinspektsioon

Sakala 4

15030 Tallinn

Tel: +372 6680500

Fax: +372 6680501

 

GRIEKENLAND

A.

Freezing of Assets

Ministry of Economy and Finance

General Directory of Economic Policy

Address: 5 Nikis Str., 101 80

Athens, Greece

Tel.: + 30 210 3332786

Fax: + 30 210 3332810

A.

ΔΕΣΜΕΥΣΗ ΚΕΦΑΛΑΙΩΝ

Υπουργείο Οικονομίας και Οικονομικών

Γενική Δ/νση Οικονομικής Πολιτικής

Δ/νση: Νίκης 5, ΑΘΗΝΑ 101 80

Τηλ.: + 30 210 3332786

Φαξ: + 30 210 3332810

B.

Import — Export restrictions

Ministry of Economy and Finance

General Directorate for Policy Planning and Management

Address Kornaroy Str.

GR-105 63 Athens

Tel.: + 30 210 3286401-3

Fax.: + 30 210 3286404

Β.

ΠΕΡΙΟΡΙΣΜΟΙ ΕΙΣΑΓΩΓΩΝ — ΕΞΑΓΩΓΩΝ

Υπουργείο Οικονομίας και Οικονομικών

Γενική Δ/νση Σχεδιασμού και Διαχείρισης Πολιτικής

Δ/νση: Κορνάρου 1, Τ.Κ. 105 63

Αθήνα — Ελλάς

Τηλ.: + 30 210 3286401-3

Φαξ: + 30 210 3286404

 

SPANJE

Ministerio de Economía

Dirección General de Comercio e Inversiones

Paseo de la Castellana, 162

E-28046 Madrid

Tel. (34) 913 49 38 60

Fax (34) 914 57 28 63

Dirección General del Tesoro y Política Financiera

Subdirección General de Inspección y Control de Movimientos de Capitales

Ministerio de Economía

Paseo del Prado, 6

E-28014 Madrid

Tel. (00-34) 91 209 95 11

Fax (00-34) 91 209 96 56

 

FRANKRIJK

Ministère de l'économie, des finances et de l'industrie

Direction générale des douanes et des droits indirects

Cellule embargo — Bureau E2

Tél.: (33) 1 44 74 48 93

Télécopie: (33) 1 44 74 48 97

Ministère de l'économie, des finances et de l'industrie

Direction du Trésor

Service des affaires européennes et internationales

Sous-direction E

139, rue du Bercy

75572 Paris Cedex 12

Tél.: (33) 1 44 87 72 85

Télécopie: (33) 1 53 18 96 37

Ministère des Affaires étrangères

Direction de la coopération européenne

Sous-direction des relations extérieures de la Communauté

Tél.: (33) 1 43 17 44 52

Télécopie: (33) 1 43 17 56 95

Direction générale des affaires politiques et de sécurité

Service de la Politique Étrangère et de Sécurité Commune

Tél.: (33) 1 43 17 45 16

Télécopie: (33) 1 43 17 45 84

 

IERLAND

Central Bank of Ireland

Financial Markets Department

PO Box 559

Dame Street

Dublin 2

Tel. (353-1) 671 66 66

Fax. (353-1) 671 65 61

Department of Foreign Affairs

Bilateral Economic Relations Division

80 St. Stephen's Green

Dublin 2

Tel. (353) 1 408 21 53

Fax. (353) 1 408 20 03

Department of Enterprise, Trade and Employment

Export Licensing Unit

Block C

Earlsfort Centre

Lower Hatch St.

Dublin 2

Tel. (353) 1 631 25 34

Fax (353) 1 631 2562

 

ITALIË

Ministero degli Affari Esteri

Piazzale della Farnesina, 1 — 00194 Roma

D.G.A.O. — Ufficio II

Tel. (39) 06 3691 3820

Fax. (39) 06 3691 5161

U.A.M.A.

Tel. (39) 06 3691 3605

Fax. (39) 06 3691 8815

Ministero dell'Economia e delle Finanze

Dipartimento del Tesoro

Comitato di Sicurezza Finanziaria

Via XX Settembre, 97 — 00187 Roma

Tel. (39) 06 4761 3942

Fax. (39) 06 4761 3032

Ministero delle Attività Produttive

Direzione Generale Politica Commerciale

Viale Boston, 35 — 00144 Roma

Tel. (39) 06 59931

Fax. (39) 06 5964 7531

 

CYPRUS

Υπουργείο Εξωτερικών

Λεωφ. Προεδρικού Μεγάρου

1447 Λευκωσία

Τηλ: +357-22-300600

Φαξ: +357-22-661881

Ministry of Foreign Affairs

Presidential Palace Avenue

1447 Nicosia

Tel: +357-22-300600

Fax: +357-22-661881

 

LETLAND

Latvijas Republikas Ārlietu ministrija

Brīvības iela 36

Rīga LV1395

Tel. Nr. (371) 7016201

Fax Nr. (371) 7828121

Noziedzīgi iegūto līdzekļu legalizācijas novēršanas dienests

Kalpaka bulvārī 6,

Rīgā, LV 1081

Tel: +7044 431

Fax: +7044 549

 

LITOUWEN

Economics Department

Ministry of Foreign Affairs of the Republic of Lithuania

J.Tumo-Vaižganto 2

LT-2600 Vilnius

Tel.: 370 5 236 25 92

Fax: 370 5 231 30 90

 

LUXEMBURG

Ministère des Affaires Étrangères

Direction des relations économiques internationales

6, rue de la Congrégation

L-1352 Luxembourg

Tel. (352) 478 23 46

Fax (352) 22 20 48

Ministère des Finances

3, rue de la Congrégation

L-1352 Luxembourg

Tel. (352) 478-2712

Fax (352) 47 52 41

 

HONGARIJE

Article 4

Ministry of Economic Affairs and Transport — Hungarian Trade Licencing Office

Margit krt.85.

H-1024 Budapest

Hungary

Postbox: 1537 Pf.: 345

Tel.: +36-1-336-7300

Gazdasági és Közlekedési Minisztérium — Kereskedelmi Engedélyezési Hivatal

Margit krt.85.

H-1024 Budapest

Magyarország

Postafiók: 1537 Pf.:345

Tel.: +36-1-336-7300

Article 7

Hungarian National Police

Teve u. 4-6.

H-1139 Budapest

Hungary

Tel./fax: +36-1-443-5554

Országos Rendőrfőkapitányság

1139 Budapest, Teve u. 4-6.

Magyarország

Tel./fax: +36-1-443-5554

Article 8

Ministry of Finance

József nádor tér. 2-4.

H-1051 Budapest

Hungary

Postbox: 1369 Pf.:481

Tel.: +36-1-318-2066, +36-1-327-2100

Fax: +36-1-318-2570, +36-1-327-2749

Pénzügyminisztérium

1051 Budapest, József nádor tér 2-4

Magyarország

Postafiók: 1369 Pf.:481

Tel.: +36-1-318-2066, +36-1-327-2100

Fax: +36-1-318-2570, +36-1-327-2749

 

MALTA

Bord ta' Sorveljanza dwar is-Sanzjonijiet

Direttorat ta' l-Affarijiet Multilaterali

Ministeru ta' l-Affarijiet Barranin

Palazzo Parisio

Triq il-Merkanti

Valletta CMR 02

Tel: +356 21 24 28 53

Fax: +356 21 25 15 20

 

NEDERLAND

Minister van Economische Zaken

Belastingdienst/Douane Noord

Postbus 40200

8004 DE ZWOLLE

Telefoon: (31-38) — 467 25 41

Telefax: (31-38) — 469 5229

Minister van Financiën

Directie Financiële Markten/Afdeling Integriteit

Postbus 20201

2500 EE DEN HAAG

Telefoon: (31-70) — 342 8997

Telefax: (31-70) — 342 7984

 

OOSTENRIJK

Bundesministerium für Wirtschaft und Arbeit

Abteilung C/2/2

Stubenring 1

A-1010 Wien

Tel. (43-1) 711 00

Fax (43-1) 711 00-8386

Österreichische Nationalbank

Otto Wagner Platz 3,

A-1090 Wien

Tel. (01-4042043 1) 404 20-0

Fax (43 1) 404 20 — 73 99

Bundesministerium für Inneres

Bundeskriminalamt

Josef Holaubek Platz 1

A-1090 Wien

Tel (43 1) 313 45-0

Fax: (43 1) 313 45-85290

 

POLEN

Ministerstwo Spraw Zagranicznych

Departament Prawno — Traktatowy

Al. J. CH. Szucha 23

PL-00-580 Warszawa

Tel. (48 22) 523 93 48

Fax (48 22) 523 91 29

 

PORTUGAL

Ministério dos Negócios Estrangeiros

Direcção-Geral dos Assuntos Multilaterais

Largo Rilvas

P-1350-179 Lisboa

Tel.: (351) 21 394 60 72

Fax: (351) 21 394 60 73

Ministério das Finanças

Direcção Geral dos Assuntos Europeus e Relações Internacionais

Avenida Infante D. Henrique, n.o 1, C 2.o

P-1100 Lisboa

Tel. (351) 21 882 32 40/47

Fax (351) 21 882 32 49

 

SLOVENIË

Bank of Slovenia

Slovenska 35

1505 Ljubljana

Tel: +386 (1) 471 90 00

Fax: +386 (1) 251 55 16

http://www.bsi.si

Ministry of Foreign Affairs of the Republic of Slovenia

Prešernova 25

1000 Ljubljana

Tel: +386 1 478 20 00

Fax: +386 1 478 23 47

http://www.gov.si/mzz

 

SLOWAKIJE

For financial and technical assistance related to military activities:

Ministerstvo hospodárstva Slovenskej republiky

Sekcia obchodných vzťahov a ochranspotrebiteľa

Mierová 19

827 15 Bratislava

tel: +421 2 4854 2116

fax: + 421 2 4854 3116

For funds and economic resources:

Ministerstvo financií Slovenskej republiky

Štefanovičova 5

817 82 Bratislava

tel: +421 2 5958 2201

fax: + 421 2 5249 3531

 

FINLAND

Ulkoasiainministeriö/Utrikesministeriet

PL/PB 176

00161 Helsinki/Helsingfors

Tel. (358) 9 16 05 59 00

Fax (358) 9 16 05 57 07

Puolustusministeriö/Försvarsministeriet

Eteläinen Makasiinikatu 8

00131 Helsinki/Helsingfors

PL/PB 31

Tel. (358) 9 16 08 81 28

Fax (358) 9 16 08 81 11

 

ZWEDEN

Article 4

Inspektionen för strategiska produkter

Box 70252

SE-107 22 Stockholm

Tfn (46-8) 406 31 00

Fax (46-8) 20 31 00

Article 7

Försäkringskassan

SE-103 51 Stockholm

Tfn (46-8) 786 90 00

Fax (46-8) 411 27 89

Articles 8 and 9

Finansinspektionen

Box 6750

SE-113 85 Stockholm

Tfn (46-8) 787 80 00

Fax (46-8) 24 13 35

Article 8 a

Regeringskansliet

Utrikesdepartementet

Rättssekretariatet för EU-frågor

SE-103 39 Stockholm

Tfn (46-8) 405 10 00

Fax (46-8) 723 11 76

 

VERENIGD KONINKRIJK

Sanctions Licensing Unit

Export Control Organisation

Department of Trade and Industry

4 Abbey Orchard Street

London SW1P 2HT

United Kingdom

Tel. (44) 20 7215 0594

Fax (44) 20 7215 0593

HM Treasury

Financial Systems and International Standards

1, Horse Guards Road

London SW1A 2HQ

United Kingdom

Tel. (44-207) 270 5977

Fax (44-207) 270 5430

Bank of England

Financial Sanctions Unit

Threadneedle Street

London EC2R 8AH

United Kingdom

Tel. (44-207) 601 4607

Fax (44-207) 601 4309

 

EUROPESE GEMEENSCHAP

Commission of the European Communities

Directorate-General for External Relations

Directorate Common Foreign and Security Policy (CFSP) and European Security and Defence Policy (ESDP): Commission Coordination and contribution

Unit A.2: Legal and institutional matters, CFSP Joint Actions, Sanctions, Kimberley Process

CHAR 12/163

B-1049 Bruxelles/Brussel”


BIJLAGE II

„BIJLAGE III

Lijst bedoeld in artikel 6

Toelichtende noot:

1.

U is het Birmese equivalent van het (Engelse) Mr. (Nederlands: dhr.) en Daw dat van Mrs. (Nederlands: mw.).

2.

Aliassen of variaties in de spelling worden aangegeven met „ook bekend onder de naam”.

3.

De verwijzing in de eerste kolom is naar categorie en verwantschap van de vermelde persoon.

A.   NATIONALE RAAD VOOR VREDE EN ONTWIKKELING (SPDC)

 

Naam (voornaam, familienaam, geslacht)

Nadere gegevens (eventuele aliassen, functie/titel, geboortedatum en -plaats (geb. & gpl), nummer paspoort/identiteitsbewijs, echtgeno(o)t(e) of zoon/dochter van …)

A1a

Opperbevelhebber generaal Than Shwe

Voorzitter; geb. 2.2.1933

A1b

Kyaing Kyaing

Echtgenote van opperbevelhebber gen. Than Shwe

A1c

Thandar Shwe

Dochter van opperbevelhebber gen. Than Shwe

A1d

Khin Pyone Shwe

Dochter van opperbevelhebber gen. Than Shwe

A1e

Aye Aye Thit Shwe

Dochter van opperbevelhebber gen. Than Shwe

A1f

Tun Naing Shwe

ook bekend onder de naam Tun Tun Naing, zoon van Than Shwe

A1g

Khin Thanda

Echtgenote van Tun Naing Shwe

A1h

Kyaing San Shwe

Zoon van Than Shwe

A1i

Dr. Khin Win Sein

Echtgenote van Kyaing San Shwe

A1j

Thant Zaw Shwe

ook bekend onder de naam Maung Maung, zoon van Than Shwe

A1k

Dewar Shwe

Dochter van Than Shwe

A1l

Kyi Kyi Shwe

Dochter van Than Shwe

A2a

Vice-opperbevelhebber gen. Maung Aye

Vice-voorzitter; geb. 25.12.1937

A2b

Mya Mya San

Echtgenote van vice-opperbevelhebber gen. Maung Aye

A2c

Nandar Aye

Dochter van vice-opperbevelhebber gen. Maung Aye, echtgenote van majoor Pye Aung (D17d)

A3a

Generaal Thura Shwe Mann

Chef Staf, coördinator speciale operaties (land-, zee- en luchtmacht)

A3b

Khin Lay Thet

Echtgenote van Shwe Mann

A3c

Aung Thet Mann

Zoon van gen. Thura Shwe Mann, Ayeya Shwe Wa Company

A3d

Toe Naing Mann

Zoon van Shwe Mann

A3e

Zay Zin Latt

Echtgenote van Toe Naing Mann; dochter van Khin Shwe (ref. L1) geb. 24.3.1981

A3f

Shwe Mann Ko Ko

Zoon van generaal Thura Shwe Mann

A4a

Lt-gen. Soe Win

Premier sinds 19.10.2004. Geboren in 1946

A4b

Than Than Nwe

Echtgenote van Lt-gen. Soe Win

A5a

Lt-gen. Thein Sein

Secretaris 1 (sinds 19.10.2004) & adjudant-generaal

A5b

Khin Khin Win

Echtgenote van Lt-gen. Thein Sein

A6a

Lt-gen. (Thiha Thura) Tin Aung Myint Oo

(Thiha Thura is een titel) Hoofdintendant van de strijdkrachten

A6b

Khin Saw Hnin

Echtgenote van Lt-gen. Thiha Thura Tin Aung Myint Oo

A7a

Lt-gen. Kyaw Win

Hoofd opleiding van de strijdkrachten

A7b

San San Yee

Echtgenote van Lt-gen. Kyaw Win

A7c

Nyi Nyi Aung

Zoon van Lt-gen. Kyaw Win

A7d

San Thida Win

Echtgenote van Nyi Nyi Aung

A7e

Min Nay Kyaw Win

Zoon van Lt-gen. Kyaw Win

A7f

Dr. Phone Myint Htun

Zoon van Lt-gen. Kyaw Win

A7g

San Sabai Win

Echtgenote van Dr. Phone Myint Htun

A8a

Lt-gen. Tin Aye

Hoofd van de militaire aankoopdienst, voorzitter UMEH

A8b

Kyi Kyi Ohn

Echtgenote van Lt-gen. Tin Aye

A9a

Lt-gen. Ye Myint

Hoofd van het bureau speciale operaties 1 (Kachin, Chin, Sagaing, Magwe, Mandalay)

A9b

Tin Lin Myint

Echtgenote van Lt-gen. Ye Myint; geb. 25.1.1947

A9c

Theingi Ye Myint

Dochter van Lt-gen. Ye Myint

A9d

Aung Zaw Ye Myint

Zoon van Lt-gen. Ye Myint, Yetagun Construction Co

A9e

Kay Khaing Ye Myint

Dochter van Lt-gen. Ye Myint

A10a

Lt-gen. Aung Htwe

Hoofd bureau speciale operaties 2 (Kayah, Shan)

A10b

Khin Hnin Wai

Echtgenote van Lt-gen. Aung Htwe

A11a

Lt-gen. Khin Maung Than

Hoofdbureau speciale operaties 3 (Pegu, Rangoon, Irrawaddy, Arakan)

A11b

Marlar Tint

Echtgenote van Lt-gen. Khin Maung Than

A12a

Lt-gen. Maung Bo

Hoofd bureau speciale operaties 4 (Karen, Mon, Tenasserim)

A12b

Khin Lay Myint

Echtgenote van Lt-gen. Maung Bo


B.   REGIONALE BEVELHEBBERS

 

Naam

Nadere gegevens (incl. commando)

B1a

Gen-maj. Myint Swe

Rangoon (en Hoofd militaire veiligheid)

B1b

Khin Thet Htay

Echtgenote van Gen-maj. Myint Swe

B2a

Gen-maj. Ye Myint

Divisie Centraal-Mandalay

B2b

Myat Ngwe

Echtgenote van Gen-maj. Ye Myint

B3a

Gen-maj. Thar Aye

ook bekend onder de naam Tha Aye, Divisie Noordwest-Sagaing

B3b

Wai Wai Khaing

ook bekend onder de naam Wei Wei Khaing, echtgenote van Gen-maj. Thar Aye

B4a

Gen-maj. Maung Maung Swe

Deelstaat Noord-Kachin

B4b

Tin Tin Nwe

Echtgenote van Gen-maj. Maung Maung Swe

B4c

Ei Thet Thet Swe

Dochter van Gen-maj. Maung Maung Swe

B4d

Kaung Kyaw Swe

Zoon van Gen-maj. Maung Maung Swe

B5a

Gen-maj. Myint Hlaing

Deelstaat Noordoost-Shan (Noorden)

B5b

Khin Thant Sin

ook bekend onder de naam Khin Thant Zin, echtgenote van Gen-maj. Myint Hlaing

B6a

Gen-maj. Khin Zaw

Deelstaat Shan-driehoek (Oosten)

B6b

Khin Pyone Win

Echtgenote van Gen-maj. Khin Zaw

B6c

Kyi Tha Khin Zaw

Zoon van Gen-maj. Khin Zaw

B6d

Su Khin Zaw

Dochter van Gen-maj. Khin Zaw

B7a

Gen-maj. Khin Maung Myint

Deelstaat Oost-Shan (Zuiden)

B7b

Win Win Nu

Echtgenote van Gen-maj. Khin Maung Myint

B8a

Gen-maj. Thura Myint Aung

Deelstaat Zuidoost-Mon

B8b

Than Than Nwe

Echtgenote van Gen-maj. Thura Myint Aung

B9a

Gen-maj. Ohn Myint

Divisie Tenasserim/kust

B9b

Nu Nu Swe

Echtgenote van Gen-maj. Ohn Myint

B10a

Gen-maj. Ko Ko

Divisie Zuid-Pegu

B10b

Sao Nwan Khun Sum

Echtgenote van Gen-maj. Ko Ko

B11a

Gen-maj. Soe Naing

Divisie Zuidwest-Irrawaddy

B11b

Tin Tin Latt

Echtgenote van Gen-maj. Soe Naing

B12a

Brig-Gen. Min Aung Hlaing

Deelstaat West-Arakan


C.   REGIONALE VICE-BEVELHEBBERS

 

Naam

Nadere gegevens (incl. commando)

C1a

Brig-gen. Wai Lwin

Yangon

C1b

Swe Swe Oo

Echtgenote van Brig-gen. Wai Lwin

C1c

Wai Phyo

Zoon van Brig-gen. Wai Lwin

C1d

Lwin Yamin

Dochter van Brig-gen. Wai Lwin

C2a

Brig-gen. Nay Win

Centrum

C2b

Nan Aye Mya

Echtgenote van Brig-gen. Nay Win

C3a

Brig-gen. Tin Maung Ohn

Noordwesten

C4a

Brig-gen. San Tun

Noorden

C4b

Tin Sein

Echtgenote van Brig-gen. San Tun

C5a

Brig-gen. Hla Myint

Noordoosten

C5b

Su Su Hlaing

Echtgenote van Brig-gen. Hla Myint

C7a

Brig-gen. Win Myint

Oosten

C8a

Brig-gen. Myo Hla

Zuidoosten

C8b

Khin Hnin Aye

Echtgenote van Brig-gen. Myo Hla

C9a

Brig-gen. Hone Ngaing

ook bekend onder de naam Hon Ngai , Kust

C10a

Brig-gen. Thura Maung Ni

Zuiden

C10b

Nan Myint Sein

Echtgenote van Brig-gen. Thura Maung Ni

C11a

Brig-gen. Tint Swe

Zuidwesten

C11b

Khin Thaung

Echtgenote van Brig-gen. Tint Swe

C11c

Ye Min

ook bekend onder de naam Ye Kyaw Swar Swe, zoon van Brig-gen. Tint Swe

C11d

Su Mon Swe

Echtgenote van Ye Min

C12a

Brig-gen. Tin Hlaing

Westen


D.   MINISTERS

 

Naam

Nadere gegevens (incl. ministerie)

D1a

Than Shwe

Kabinet van de premier

D1b

Yin Yin Mya

Echtgenote van U Than Shwe

D2a

Brig-gen. Pyi Sone

Kabinet van de premier sinds 18.9.2004 (voordien Handel)

D2b

Aye Pyay Wai Khin

Echtgenote van Brig-gen. Pyi Sone

D2c

Kalyar Pyay Wai Shan

Dochter van Brig-gen. Pyi Sone, echtgenoot (overleden): majoor Kyaw San Win

D2d

Pan Thara Pyay Shan

Dochter van Brig-gen. Pyi Sone

D3a

Gen-maj. Htay Oo

Landbouw en Irrigatie sinds 18.9.2004 (voordien Coöperaties sinds 25.8.2003)

D3b

Ni Ni Win

Echtgenote van Gen-maj. Htay Oo

D4a

Brig-gen. Tin Naing Thein

Handel (sinds 18.9.2004, voordien vice-minister van Bosbouw)

D4b

Aye Aye

Echtgenote van Brig-gen. Tin Naing Thein

D5a

Gen-maj. Saw Tun

Bouwkunde, geb. 8.5.1935

D5b

Myint Myint Ko

Echtgenote van Gen-maj. Saw Tun, geb. 11.1.1945

D5c

Me Me Tun

Dochter van Gen-maj. Saw Tun, geb. 26.10.1967 Paspoort 415194

D5d

Maung Maung Lwin

Echtgenote van Me Me Tun, geb. 2.1.1969

D6a

Kol. Zaw Min

Coöperaties sinds 18.9.2004, voordien voorzitter Magwe PDC

D6b

Khin Mi Mi

Echtgenote van kolonel Zaw Min

D7a

Gen-maj. Kyi Aung

Cultuur

D7b

Khin Khin Lay

Echtgenote van Gen-maj. Kyi Aung

D8a

Than Aung

Onderwijs

D8b

Win Shwe

Echtgenote van U Than Aung

D9a

Gen-maj. Tin Htut

Elektriciteitsvoorziening

D9b

Tin Tin Nyunt

Echtgenote van Gen-maj. Tin Htut

D10a

Brig-gen. Lun Thi

Energie

D10b

Khin Mar Aye

Echtgenote van Brig-gen. Lun Thi

D10c

Mya Sein Aye

Dochter van Brig-gen. Lun Thi

D10d

Zin Maung Lun

Zoon van Brig-gen. Lun Thi

D10e

Zar Chi Ko

Echtgenote van Zin Maung Lun

D11a

Gen-maj. Hla Tun

Financiën en Belastingen

D11b

Khin Than Win

Echtgenote van Gen-maj. Hla Tun

D12a

U Nyan Win

Buitenlandse Zaken sinds 18.9.2004, voordien plaatsvervangend hoofd opleiding strijdkrachten, geb. 22.1.1953

D12b

Myint Myint Soe

Echtgenote van U Nyan Win

D13a

Brig-gen. Thein Aung

Bosbouw

D13b

Khin Htay Myint

Echtgenote van Brig-gen. Thein Aung

D14a

Prof. Dr. Kyaw Myint

Volksgezondheid

D14b

Nilar Thaw

Echtgenote van Prof. Dr. Kyaw Myint

D15a

Gen-maj. Maung Oo

Binnenlandse Zaken

D15b

Nyunt Nyunt Oo

Echtgenote van Gen-maj. Maung Oo

D16a

Gen-maj. Sein Htwa

Ministerie van Immigratie en Bevolking, alsmede Ministerie van Sociale Zaken, Bijstand en Hervestiging

D16b

Khin Aye

Echtgenote van Gen-maj. Sein Htwa

D17a

Aung Thaung

Industrie 1

D17b

Khin Khin Yi

Echtgenote van U Aung Thaung

D17c

Kapitein Nay Aung

Zoon van U Aung Thaung

D17d

Majoor Pyi Aung

ook bekend onder de naam Pye Aung, zoon van U Aung Thaung (gehuwd met A2c)

D17e

Majoor Moe Aung

Zoon van U Aung Thaung

D17f

Dr. Thu Nandi Aung

Dochter van Aung Thaung

D18a

Gen-maj. Saw Lwin

Industrie 2

D18b

Moe Moe Myint

Echtgenote van Gen-maj. Saw Lwin

D19a

Brig-gen. Kyaw Hsan

Informatie

D19b

Kyi Kyi Win

Echtgenote van Brig-gen. Kyaw Hsan

D20a

Brig-gen. Maung Maung Thein

Veeteelt en Visserij

D20b

Myint Myint Aye

Echtgenote van Brig-gen. Maung Maung Thein

D20c

Min Thein

Zoon van Brig-gen. Maung Maung Thein

D21a

Brig-gen. Ohn Myint

Mijnbouw

D21b

San San

Echtgenote van Brig-gen. Ohn Myint

D21c

Thet Naing Oo

Zoon van Brig-gen. Ohn Myint

D21d

Min Thet Oo

Zoon van Brig-gen. Ohn Myint

D22a

Soe Tha

Nationale Planning en Economische Ontwikkeling

D22b

Kyu Kyu Win

Echtgenote van U Soe Tha

D22c

Kyaw Myat Soe

Zoon van U Soe Tha

D22d

Wei Wei Lay

Echtgenote van Kyaw Myat Soe

D23a

Kol. Thein Nyunt

Vooruitgang in Grensgebieden, Etnische Groepen en Ontwikkeling

D23b

Kyin Khaing

Echtgenote van Kol. Thein Nyunt

D24a

Gen-maj. Aung Min

Spoorvervoer

D24b

Wai Wai Thar

Echtgenote van Gen-maj. Aung Min

D25a

Brig-gen. Thura Myint Maung

Religieuze Zaken

D25b

Aung Kyaw Soe

Zoon van Brig-gen. Thura Myint Maung

D25c

Su Su Sandi

Echtgenote van Aung Kyaw Soe

D25d

Zin Myint Maung

Dochter van Brig-gen. Thura Myint Maung

D26a

(U) Thaung

Wetenschap en Technologie thans Arbeid (sinds 5.11.2004)

D26b

May Kyi Sein

Echtgenote van U Thaung

D27a

Brig-gen. Thura Aye Myint

Sport

D27b

Aye Aye

Echtgenote van Brig-gen. Thura Aye Myint

D27c

Nay Linn

Zoon van Brig-gen. Thura Aye Myint

D28a

Brig-gen. Thein Zaw

Minister van Telecommunicatie, Post en Telegrafie en minister van Hotelwezen en Toerisme

D28b

Mu Mu Win

Echtgenote van Brig-gen. Thein Zaw

D29a

Gen-maj. Thein Swe

Vervoer, sinds 18.9.04 (voordien kabinet van de premier sinds 25.8.2003)

D29b

Mya Theingi

Echtgenote van Gen-maj. Thein Swe


E.   VICE-MINISTERS

 

Naam

Nadere gegevens (incl. ministerie)

E1a

Ohn Myint

Landbouw en Irrigatie

E1b

Thet War

Echtgenote van U Ohn Myint

E2a

Brig-gen. Aung Tun

Handel

E3a

Brig-gen. Myint Thein

Bouwkunde

E3b

Mya Than

Echtgenote van Brig-gen. Myint Thein

E4a

Brig-gen. Soe Win Maung

Cultuur

E4b

Myint Myint Wai

Echtgenote van Brig-gen. Soe Win Maung

E5a

Brig-gen. Khin Maung Win

Defensie

E6a

Gen-maj. Aung Hlaing

Defensie (sinds 23.8.2003)

E6b

Soe San

Zoon van Gen-maj. Aung Hlaing

E7a

Myo Nyunt

Onderwijs

E7b

Marlar Thein

Echtgenote van Myo Nyunt

E8a

Brig-gen. Aung Myo Min

Onderwijs

E8b

Thazin Nwe

Echtgenote van Brig-gen. Aung Myo Min

E9a

Myo Myint

Elektriciteitsvoorziening

E9b

Tin Tin Myint

Echtgenote van Myo Myint

E10a

Brig-gen. Than Htay

Energie (sinds 25.8.2003)

E10b

Soe Wut Yi

Echtgenote van Brig-gen. Than Htay

E11a

Kol. Hla Thein Swe

Financiën en Belastingen

E11b

Thida Win

Echtgenote van Kol. Hla Thein Swe

E12a

Kyaw Thu

Buitenlandse Zaken, geb. 15.8.1949

E12b

Lei Lei Kyi

Echtgenote van U Kyaw Thu

E13a

Maung Myint

Buitenlandse Zaken sinds 18.9.2004

E14a

Prof. Dr. Mya Oo

Volksgezondheid, geb. 25.1.1940

E14b

Tin Tin Mya

Echtgenote van Prof. Dr. Mya Oo

E14c

Dr. Tun Tun Oo

Zoon van Prof. Dr. Mya Oo, geb. 26.7.1965

E14d

Dr. Mya Thuzar

Dochter van Prof. Dr. Mya Oo, geb. 23.9.1971

E14e

Mya Thidar

Dochter van Prof. Dr. Mya Oo, geb. 10.6.1973

E14f

Mya Nandar

Dochter van Prof. Dr. Mya Oo, geb. 29.5.1976

E15a

Brig-gen. Phone Swe

Binnenlandse Zaken (sinds 25.8.2003)

E15b

San San Wai

Echtgenote van Brig-gen. Phone Swe

E16a

Brig-gen. Aye Myint Kyu

Hotelwezen en Toerisme

E16b

Khin Swe Myint

Echtgenote van Brig-gen. Aye Myint Kyu

E17a

Maung Aung

Immigratie en Bevolking

E17b

Hmwe Hmwe

Echtgenote van Maung Aung

E18a

Brig-gen. Thein Tun

Industrie 1

E19a

Lt-Kol. Khin Maung Kyaw

Industrie 2

E19b

Mi Mi Wai

Echtgenote van Lt-kol. Khin Maung Kyaw

E20a

Brig-gen. Aung Thein

Informatie

E20b

Tin Tin New

Echtgenote van Brig-gen. Aung Thein

E21a

Thein Sein

Informatie, lid van USDA CEC

E21b

Khin Khin Wai

Echtgenote van U Thein Sein

E21c

Thein Aung Thaw

Zoon van U Thein Sein

E21d

Su Su Cho

Echtgenote van Thein Aung Thaw

E22a

Brig-gen. Win Sein

Arbeid

E22b

Wai Wai Linn

Echtgenote van Brig-gen. Win Sein

E23a

Myint Thein

Mijnbouw

E23b

Khin May San

Echtgenote van U Myint Thein

E24a

Kol. Tin Ngwe

Vooruitgang in Grensgebieden, Etnische Groepen en Ontwikkeling

E24b

Khin Mya Chit

Echtgenote van Kol. Tin Ngwe

E25a

Brig-gen. Than Tun

Vooruitgang in Grensgebieden, Etnische Groepen en Ontwikkeling

E25b

May Than Tun

Dochter van Brig-gen. Than Tun, geb. 25.6.1970

E25c

Ye Htun Myat

Echtgenote van May Than Tun

E26a

(Thura U) Thaung Lwin

(Thura is een titel) Spoorvervoer

E26b

Dr. Yi Yi Htwe

Echtgenote van Thura U Thaung Lwin

E27a

Brig-gen. (Thura) Aung Ko

(Thura is een titel) Religieuze Zaken, lid van USDA CEC

E27b

Myint Myint Yee

ook bekend onder de naam Yi Yi Myint, echtgenote van Brig-gen. Thura Aung Ko

E28a

Kyaw Soe

Wetenschap en Technologie

E29a

Dr. Chan Nyein

Wetenschap en Technologie

E29b

Sandar Aung

Echtgenote van Dr. Chan Nyein

E30a

Brig-gen. Kyaw Myint

Sociale Zaken, Bijstand en Hervestiging

E30b

Khin Nwe Nwe

Echtgenote van Brig-gen. Kyaw Myint

E31a

Pe Than

Min. van Vervoer en min. van Spoorvervoer

E31b

Cho Cho Tun

Echtgenote van U Pe Than

E32a

Kol. Nyan Tun Aung

Vervoer


F.   OVERIGE GEZAGSDRAGERS OP HET GEBIED VAN TOERISME

 

Naam

Nadere gegevens (incl. functie)

F1a

Kap. (b.d.) Htay Aung

Directeur-generaal directoraat Hotels en Toerisme (Directeur, Birmaanse Hotels en Toerismediensten tot augustus 2004)

F2

Tin Maung Shwe

Plaatsvervangend directeur-generaal, directoraat Hotels en Toerisme

F3

Soe Thein

Directeur, Birmaanse Hotels en Toerismediensten sinds oktober 2004 (voordien General Manager)

F4

Khin Maung Soe

General Manager

F5

Tint Swe

General Manager

F6

Lt-Kol. Yan Naing

General Manager, ministerie van Hotelwezen en Toerisme

F7

Nyunt Nyunt Than

Directeur Toerismepromotie, ministerie van Hotelwezen en Toerisme (vrouw)


G.   HOGE MILITAIRE OFFICIEREN (brigadegeneraal en hoger)

 

Naam

Nadere gegevens (incl. functie)

G1a

Gen-maj. Hla Shwe

Plaatsvervangend adjudant-generaal

G3a

Gen-maj. Soe Maung

Rechter-advocaat-generaal

G4a

Brig-gen. Thein Htaik

ook bekend onder de naam Hteik, inspecteur-generaal

G5a

Gen-maj. Saw Hla

Provoost-Maarschalk

G6a

Gen-maj. Khin Maung Tun

Plaatsvervangend hoofdintendant strijdkrachten

G7a

Gen-maj. Lun Maung

Auditeur-generaal

G8a

Gen-maj. Nay Win

Militair Assistent van de voorzitter van de SPDC

G9a

Gen-maj. Hsan Hsint

Generaal militaire benoemingen, geb. 1951

G9b

Khin Ma Lay

Echtgenote van Gen-maj. Hsan Hsint

G9c

Okkar San Sint

Zoon van Gen-maj. Hsan Hsint

G10a

Gen-maj. Hla Aung Thein

Kampcommandant, Rangoon

G10b

Amy Khaing

Echtgenote van Hla Aung Thein

G11a

Gen-maj. Win Myint

Plaatsvervangend hoofd opleiding strijdkrachten

G12a

Gen-maj. Aung Kyi

Plaatsvervangend hoofd opleiding strijdkrachten

G12b

Thet Thet Swe

Echtgenote van Gen-maj. Aung Kyi

G13a

Gen-maj. Moe Hein

Commandant, Nationaal Defensiecollege

G14a

Gen-maj. Khin Aung Myint

Directeur Public Relations en Psychologische Oorlogsvoering, bestuurslid UMEHL

G15a

Gen-maj. Thein Tun

Directeur Signalisatie, lid van het bestuurscomité voor de bijeenroeping van de Nationale Conventie

G16a

Gen-maj. Than Htay

Directeur Bevoorrading en Vervoer

G17a

Gen-maj. Khin Maung Tint

Directeur Veiligheidsdrukwerk

G18a

Gen-maj. Sein Lin

Directeur, ministerie van Defensie (precieze functie niet bekend, voordien Directeur Bevoorrading)

G19a

Gen-maj. Kyi Win

Directeur Artillerie en Pantsertroepen, bestuurslid UMEHL

G20a

Gen-maj. Tin Tun

Directeur Dienst der genie

G21a

Gen-maj. Aung Thein

Directeur Hervestiging

G22a

Gen-maj. Aye Myint

Ministerie van Defensie

G23a

Brig-gen. Myo Myint

Commandant defensiediensten archief

G24a

Brig-gen. Than Maung

Plaatsvervangend commandant Nationaal Defensiecollege

G25a

Brig-gen. Win Myint

Rector DSTA

G26a

Brig-gen. Than Sein

Commandant, Defensiediensten hospitalen, Mingaladon, geb. 1.2.1946, Bago

G26b

Rosy Mya Than

Echtgenote van Brig-gen. Than Sein

G28a

Brig-gen. Than Maung

Directeur volksmilities en grensstrijdkrachten

G29a

Brig-gen. Khin Naing Win

Directeur defensie-industrie

G30a

Brig-gen. Zaw Win

Postcommandant Bahtoo (deelstaat Shan) en Hoofd van gevechtstrainingschool van de defensiediensten (leger)

Zeemacht

G31a

Vice-admiraal Soe Thein

Bevelhebber (zeemacht)

G31b

Khin Aye Kyin

Echtgenote van schout-bij-nacht Soe Thein

G31c

Yimon Aye

Dochter van schout-bij-nacht Soe Thein, geb. 12.7.1980

G31d

Aye Chan

Zoon van schout-bij-nacht Soe Thein, geb. 23.9.1973

G31e

Thida Aye

Dochter van schout-bij-nacht Soe Thein, geb. 23.3.1979

G32a

Commodore Nyan Tun

Chef Staf (zeemacht), bestuurslid UMEHL

Luchtmacht

G33a

Lt-gen. Myat Hein

Bevelhebber (luchtmacht)

G33b

Htwe Htwe Nyunt

Echtgenote van Lt-gen. Myat Hein

G34a

Brig-gen. Ye Chit Pe

Staf C/C luchtmacht, Mingaladon

G35a

Brig-gen. Khin Maung Tin

Commandant luchtvaartschool Shande, Meiktila

G36a

Brig-gen. Zin Yaw

Chef Staf (luchtmacht), bestuurslid UMEHL

Lichte infanteriedivisies (LID)

G37a

Brig-gen. Hla Htay Win

11 LID Yemon

G39a

Brig-gen. Tin Tun Aung

33 LID, Sagaing

G41a

Brig-gen. Thet Oo

55 LID, Kalaw/Aungban

G42a

Brig-gen. Khin Zaw Oo

66 LID, Pyay/Inma

G43a

Brig-gen. Than Htay

77 LID, Bago

G44a

Brig-gen. Aung Than Htut

88 LID, Magwe

Overige brigadegeneralen

G47a

Brig-gen. Htein Win

Post Taikkyi

G48a

Brig-gen. Khin Maung Aye

Postcommandant Meiktila

G49a

Brig-gen. Khin Maung Aye

Commando regionale operaties Kale, Sagaing divisie

G50a

Brig-gen. Khin Zaw Win

Post Khamaukgyi

G51a

Brig-gen. Kyaw Aung

Zuiden MR. Postcommandant Toungoo

G52a

Brig-gen. Kyaw Aung

Commando militaire operaties 8, post Dawei/Tavoy

G53a

Brig-gen. Kyaw Oo Lwin

Commando regionale operaties Tanai

G54a

Brig-gen. Kyaw Thu

Post Phugyi

G55a

Brig-gen. Maung Maung Shein

Kawkareik

G56a

Brig-gen. Min Thein

Commando militaire operaties 3, post Mogaung

G57a

Brig-gen. Mya Win

Commando militaire operaties 10, post Kyigone

G58a

Brig-gen. Mya Win

Kalaw

G59a

Brig-gen. Myo Lwin

Commando militaire operaties 7, post Pekon

G60a

Brig-gen. Myint Soe

Commando militaire operaties 5, post Taungup

G61a

Brig-gen. Myint Aye

Commando militaire operaties 9, post Kyauktaw

G62a

Brig-gen. Nyunt Hlaing

Commando militaire operaties 17, post Mong Pan

G63a

Brig-gen. Ohn Myint

USDA deelstaat Mon, lid CEC

G64a

Brig-gen. Soe Nwe

Commando militaire operaties 21, post Bhamo

G65a

Brig-gen. Soe Oo

Commando militaire operaties 16, post Hsenwi

G66a

Brig-gen. Than Tun

Post Kyaukpadaung

G67a

Brig-gen. Than Win

Commando regionale operaties Laukkai

G68a

Brig-gen. Than Tun Aung

Commando regionale operaties Sittwe

G69a

Brig-gen. Thaung Aye

Post Mongnaung

G70a

Brig-gen. Thaung Htaik

Post Aungban

G71a

Brig-gen. Thein Hteik

Commando militaire operaties 13, post Bokpyin

G72a

Brig-gen. Thura Myint Thein

Commando tactische operaties Namhsan

G72a

Brig-gen. Win Aung

Mong Hsat

G73a

Brig-gen. Myo Tint

Officier met bijzondere dienst, ministerie van Vervoer

G74a

Brig-gen. Thura Sein Thaung

Officier met bijzondere dienst, ministerie van Sociale Zaken

G75a

Brig-gen. Phone Zaw Han

Burgemeester van Mandalay sinds feb. 2005, voordien commandant van Kyaukme

G76a

Brig-gen. Hla Min

Divisie West-Pegu, voorzitter PDC

G77a

Brig-gen. Win Myint

Post Pyinmana


H.   MILITAIRE OFFICIEREN BELAST MET HET GEVANGENISWEZEN EN DE POLITIEDIENSTEN

 

Naam

Nadere gegevens (incl. functie)

H1a

Gen-maj. Khin Yi

DG politie Myanmar

H1b

Khin May Soe

Echtgenote van Gen-maj. Khin Yi

H2a

Brig-gen. van politie Zaw Win

Directeur-generaal dept. gevangeniswezen (min. Binnenlandse Zaken) sinds aug. 2004, voordien plaatsvervangend DG politie Myanmar. Daarvoor legerfunctie.


I.   ASSOCIATIE VOOR UNIE, SOLIDARITEIT EN ONTWIKKELING (USDA) (hoge functionarissen van de USDA die niet elders vermeld staan)

 

Naam

Nadere gegevens (incl. functie)

I1a

Brig-gen. Aung Thein Lin

Majoor en voorzitter van het Comité voor de ontwikkeling van de stad Yangon (Secretaris)

I1b

Khin San Nwe

Echtgenote van Brig-gen. Aung Thein Lin

I1b

Thidar Myo

Dochter van Brig-gen. Aung Thein Lin

I2a

Kol. Maung Par

Vice-majoor van YCDC (lid CEC)

I2b

Khin Nyunt Myaing

Echtgenote van kol. Maung Par

I2c

Naing Win Par

Zoon van kol. Maung Par


J.   PERSONEN DIE VAN HET ECONOMISCH BELEID VAN DE REGERING PROFITEREN

 

Naam

Nadere gegevens (incl. onderneming)

J1a

Tay Za

Directeur, Htoo Trading Co; geb. 18.7.1964; Paspoort 306869 ID-kaart MYGN 006415. Vader: U Myint Swe (6.11.1924) Moeder: Daw Ohn (12.8.1934)

J1b

Thidar Zaw

Echtgenote van U Tay Za; geb. 24.2.1964, ID-kaart KMYT 006865 Paspoort 275107. Ouders: U Zaw Nyunt (+), Daw Htoo (+)

J1c

Pye Phyo Tay Za

Zoon van Tay Za (J1a); geb. 29.1.1987

J2a

Thiha

Broer van Tay Za (J1a); geb. 24.6.1960 Directeur Htoo Trading. Distributeur van London cigarettes (Myawadi Trading)

J3a

Aung Ko Win

ook bekend onder de naam Saya Kyaung, Kanbawza Bank

J3b

Nan Than Htwe

Echtgenote van U Aung Ko Win

J4a

Tun Myint Naing

ook bekend onder de naam Steven Law, Asia World Co.

J4b

(Ng) Seng Hong

Echtgenote van U Tun Myint Naing

J5a

Khin Shwe

Zaykabar Co; geb. 21.1.1952. Zie ook A22, A23

J5b

San San Kywe

Echtgenote van U Khin Shwe

J5c

Zay Thiha

Zoon van U Khin Shwe; geb. 1.1.1977

J6a

Htay Myint

Yuzana Co.; geb. 6.2.1955

J6b

Aye Aye Maw

Echtgenote van U Htay Myint; geb. 17.11.1957

J6c

Zar Chi Htay

Dochter van U Htay Myint; geb. 17.2.1981

J7a

Kyaw Win

Shwe Thanlwin Trading Co.

J7b

Nan Mauk Loung Sai

ook bekend onder de naam Nang Mauk Lao Hsai, echtgenote van Kyaw Win

J8a

Ko Lay

Minister in het kabinet van de premier tot feb. 2004, burgemeester van Rangoon tot aug. 2003

J8b

Khin Khin

Echtgenote van U Ko Lay

J8c

San Min

Zoon van U Ko Lay

J8d

Than Han

Zoon van U Ko Lay

J8e

Khin Thida

Dochter van U Ko Lay

J8f

Zaw Htun Oo

Echtgenote van Khin Thida; (zoon van wijlen Lt-gen. Sec 2 Tin Oo)

J9a

Aung Phone

Voormalig minister van Bosbouw; geb. 20.11.1939, gepensioneerd sinds juli 2003

J9b

Khin Sitt Aye

Echtgenote van U Aung Phone; geb. 14.9.1943

J9c

Sitt Thwe Aung

ook bekend onder de naam Sit Thway Aung, zoon van U Aung Phone; geb. 10.7.1977

J9d

Thin Zar Tun

Echtgenote van Sitt Thwe Aung; geb. 14.4.1978

J9e

Sitt Thaing Aung

ook bekend onder de naam Sit Taing Aung, zoon van U Aung Phone; geb. 13.11.1971

J10a

Gen-maj. Nyunt Tin

Voormalig minister van Landbouw en Irrigatie, gepens. sinds 09/04

J10b

Khin Myo Oo

Echtgenote van Gen-maj. Nyunt Tin

J10c

Kyaw Myo Nyunt

Zoon van Gen-maj. Nyunt Tin

J10d

Thu Thu Ei Han

Dochter van Gen-maj. Nyunt Tin

J11a

Khin Maung Thein

Voormalig minister van Financiën en Belastingen, gepens. 1.2.2003

J11b

Su Su Thein

Echtgenote van U Khin Maung Thein

J11c

Daywar Thein

Zoon van U Khin Maung Thein; geb. 25.12.1960

J11d

Thawdar Thein

Dochter van U Khin Maung Thein; geb. 6.3.1958

J11e

Maung Maung Thein

Zoon van U Khin Maung Thein; geb. 23.10.1963

J11f

Khin Yadana Thein

Dochter van U Khin Maung Thein; geb. 6.5.1968

J11g

Marlar Thein

Dochter van U Khin Maung Thein; geb. 25.2.1965

J11h

Hnwe Thida Thein

Dochter van U Khin Maung Thein; geb. 28.7.1966


K.   ONDERNEMINGEN IN HET BEZIT VAN HET LEGER

 

Naam

Nadere gegevens (incl. onderneming)

K1a

Gen-maj. (b.d.) Win Hlaing

MD, Union of Myanmar Economic Holdings

K1b

Ma Ngeh

Dochter van Gen-maj. (b.d.) Win Hlaing

K1c

Zaw Win Naing

Directeur Kambawza Bank. Echtgenoot van Ma Ngeh (K1b), en neef van Aung Ko Win (J3b)

K1d

Win Htway Hlaing

Zoon van Gen-maj. (b.d.) Win Hlaing, vertegenwoordiger van KESCO company

K2

Kol. Ye Htut

Myanmar Economic Corporation

K3

Kol. Myint Aung

MD Myawaddy Trading Co.

K4

Kol. Myo Myint

MD Bandoola Transportation Co.

K5

Kol. (b.d.) Thant Zin

MD Myanmar Land and Development

K6

Lt-Kol. (b.d.) Maung Maung Aye

UMEHL, Voorzitter Myanmar Breweries

K7

Kol. Aung San

MD Hsinmin Cement Plant Construction Project


L.   VOORMALIGE LEDEN VAN DE SPDC

L1a

General (b.d.) Khin Nyunt

Voormalig premier (aug 2003-okt 2004); geb. 11.10.1939

L1b

Dr. Khin Win Shwe

Echtgenote van Khin Nyunt; geb. 6.10.1940

L1c

Dr. Ye Naing Win

Zoon van Khin Nyunt

L1d

Thin Le Le Win

Dochter van Khin Nyunt

L1e

Zaw Naing Oo

Zoon van Khin Nyunt”


BIJLAGE III

„BIJLAGE IV

Lijst van ondernemingen die eigendom zijn van de Birmese staat, als bedoeld in artikel 8 bis

Naam

Adres

Naam directeur

I.   

UNION OF MYANMAR ECONOMIC HOLDING LTD

UNION OF MYANMAR ECONOMIC HOLDING LTD

189/191 MAHABANDOOLA ROAD,

CORNER OF 50th STREET

YANGON

MAJ-GEN WIN HLAING MANAGING DIRECTOR

A.   

INDUSTRIE

1.

MYANMAR RUBY ENTERPRISE

24/26, 2nd FL., SULE PAGODA ROAD,

YANGON

(MIDWAY BANK BUILDING)

 

2.

MYANMAR IMPERIAL JADE CO. LTD

24/26, 2nd FL., SULE PAGODA ROAD,

YANGON

(MIDWAY BANK BUILDING)

 

3.

MYANMAR RUBBER WOOD CO. LTD

 

 

4.

MYANMAR PINEAPPLE JUICE PRODUCTION

 

 

5.

MYAWADDY CLEAN DRINKING WATER SERVICE

4/A, No 3 MAIN ROAD,

MINGALARDON TSP,

YANGON

 

6.

SIN MIN (KING ELEPHANTS) CEMENT FACTORY (KYAUKSE)

189/191 MAHABANDOOLA ROAD,

CORNER OF 50th STREET

YANGON

COL MAUNG MAUNG AYE, MANAGING DIRECTOR

7.

TAILORING SHOP SERVICE

 

 

8.

NGWE PIN LE (SILVER SEA) LIVESTOCK BREEDING AND FISHERY CO.

1093, SHWE TAUNG GYAR ST.

INDUSTRIAL ZONE II,

WARD 63,

SOUTH DAGON TSP,

YANGON

 

9.

GRANITE TILE FACTORY (KYAIKTO)

189/191 MAHABANDOOLA ROAD,

CORNER OF 50th STREET

YANGON

 

10.

SOAP FACTORY (PAUNG)

189/191 MAHABANDOOLA ROAD,

CORNER OF 50th STREET

YANGON

 

B.   

HANDEL

1.

MYAWADDY TRADING LTD

189/191 MAHABANDOOLA ROAD,

CORNER OF 50th STREET

YANGON

KOL MYINT AUNG, MANAGING DIRECTOR

C.   

DIENSTEN

1.

MYAWADDY BANK LTD

24-26 SULE PAGODA ROAD,

YANGON

BRIG-GEN. WIN HLAING EN U TUN KYI, DIRECTEUREN

2.

BANDOOLA TRANSPORTATION CO. LTD

399, THIRI MINGALAR ROAD,

INSEIN TSP,

YANGON AND/OR PARAMI ROAD,

SOUTH OKKALAPA,

YANGON

KOL MYO MYINT, MANAGING DIRECTOR

3.

MYAWADDY TRAVEL SERVICES

24-26 SULE PAGODA ROAD,

YANGON

 

4.

NAWADAY HOTEL AND TRAVEL SERVICES

335/357, BOGYOKE AUNG SAN ROAD,

PADEBAN TSP,

YANGON

Kol. (b.d.) MAUNG THAUNG, directeur

5.

MYAWADDY AGRICULTURE SERVICES

189/191 MAHABANDOOLA ROAD,

CORNER OF 50th STREET

YANGON

 

6.

MYANMAR AR (POWER) CONSTRUCTION SERVICES

189/191 MAHABANDOOLA ROAD,

CORNER OF 50th STREET

YANGON

 

GEZAMENLIJKE ONDERNEMINGEN

A.   

INDUSTRIE

1.

MYANMAR SEGAL INTERNATIONAL LTD

PYAY ROAD,

PYINMABIN INDUSTRIAL ZONE,

MINGALARDON TSP,

YANGON

U BE AUNG, MANAGER

2.

MYANMAR DAEWOO INTERNATIONAL

PYAY ROAD,

PYINMABIN INDUSTRIAL ZONE,

MINGALARDON TSP,

YANGON

 

3.

ROTHMAN OF PALL MALL

MYANMAR PRIVATE LTD

No 38, VIRGINIA PARK,

No 3, TRUNK ROAD,

PYINMABIN INDUSTRIAL ZONE,

YANGON

 

4.

MYANMAR BREWERY LTD

No 45, No 3, TRUNK ROAD,

PYINMABIN INDUSTRIAL ZONE,

MINGALARDON TSP,

YANGON

LT-KOL. (b.d.) MAUNG MAUNG AYE, VOORZITTER

5.

MYANMAR POSCO STEEL CO. LTD

PLOT 22, No 3, TRUNK ROAD,

PYINMABIN INDUSTRIAL ZONE,

MINGALARDON TSP,

YANGON

 

6.

MYANMAR NOUVEAU STEEL CO. LTD

No 3, TRUNK ROAD,

PYINMABIN INDUSTRIAL ZONE,

MINGALARDON TSP,

YANGON

 

7.

BERGER PAINT MANUFACTURING CO. LTD

PLOT NO 34/A,

PYINMABIN INDUSTRIAL ZONE,

MINGALARDON TSP,

YANGON

 

8.

THE FIRST AUTOMOTIVE CO. LTD

PLOT NO 47,

PYINMABIN INDUSTRIAL ZONE,

MINGALARDON TSP,

YANGON

U AYE CHO EN/OF LT-KOL. TUN MYINT, DIRECTEUR

B.   

DIENSTEN

1.

NATIONAL DEVELOPMENT CORP.

3/A, THAMTHUMAR STREET,

7 MILE,

MAYANGONE TSP,

YANGON

DR. KHIN SHWE, VOORZITTER

2.

HANTHA WADDY GOLF RESORT AND MYODAW (CITY) CLUB LTD

NO 1, KONEMYINTTHA STREET,

7 MILE,

MAYANGONE TSP,

YANGON AND THIRI MINGALAR ROAD,

INSEIN TSP,

YANGON

 

II.   

MYANMA ECONOMIC CORPORATION (MEC)

MYANMA ECONOMIC CORPORATION (MEC)

SHWEDAGON PAGODA ROAD

DAGON TSP,

YANGON

KOL. YE HTUT OF BRIG-GEN. KYAW WIN, DIRECTEUR

1.

INNWA BANK

554-556, MERCHANT STREET,

CORNER OF 35th STREET,

KYAUKTADA TSP,

YANGON

U YIN SEIN, GENERAL MANAGER

2.

MYAING GALAY (RHINO BRAND) CEMENT FACTORY

FACTORIES DEPT,

MEC HEAD OFFICE,

SHWEDAGON PAGODA ROAD,

DAGON TSP,

YANGON

KOL. KHIN MAUNG SOE

3.

DAGON BREWERY

555/B, No 4,

HIGHWAY ROAD,

HLAW GAR WARD, SHWE PYI

THAR TSP,

YANGON

 

4.

MEC STEEL MILLS

(HMAW BI/PYI/YWAMA)

FACTORIES DEPT,

MEC HEAD OFFICE,

SHWEDAGON PAGODA ROAD,

DAGON TSP,

YANGON

KOL. KHIN MAUNG SOE

5.

MEC SUGAR MILL

KANT BALU

 

6.

MEC OXYGEN AND GASES FACTORY

MINDAMA ROAD,

MINGALARDON TSP,

YANGON

 

7.

MEC MARBLE MINE

PYINMANAR

 

8.

MEC MARBLE TILES FACTORY

LOIKAW

 

9.

MEC MYANMAR CABLE WIRE FACTORY

No 48, BAMAW A TWIN WUN ROAD, ZONE (4),

HLAING THAR YAR INDUSTRIAL ZONE,

YANGON

 

10.

MEC SHIP BREAKING SERVICE

THILAWAR, THAN NYIN TSP

 

11.

MEC DISPOSABLE SYRINGE FACTORY

FACTORIES DEPT,

MEC HEAD OFFICE,

SHWEDAGON PAGODA ROAD,

DAGON TSP,

YANGON

 

12.

GYPSUM MINE

THIBAW”

 


29.4.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 108/59


VERORDENING (EG) Nr. 668/2005 VAN DE COMMISSIE

van 28 april 2005

tot vaststelling van de maximumrestitutie bij uitvoer van gerst in het kader van de inschrijving bedoeld in Verordening (EG) nr. 1757/2004

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1784/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (1), en met name op artikel 13, lid 3, eerste alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 1757/2004 van de Commissie (2) is een openbare inschrijving voor de restitutie bij uitvoer van gerst naar bepaalde derde landen opengesteld.

(2)

Overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1501/95 van de Commissie van 29 juni 1995 tot vaststelling van enkele toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 1766/92 van de Raad voor wat de toekenning, in de graansector, van uitvoerrestituties en van bij verstoring van de graanmarkt te treffen maatregelen betreft (3) kan de Commissie, op grond van de meegedeelde offertes, besluiten een maximumrestitutie bij uitvoer vast te stellen, daarbij rekening houdend met de in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 1501/95 bedoelde criteria. In dat geval wordt gegund aan de inschrijver(s) wiens (wier) offerte niet hoger is dan de vastgestelde maximumrestitutie.

(3)

De toepassing van de bovenbedoelde criteria op de huidige marktsituatie leidt voor de betrokken graansoort tot de vaststelling van de maximumrestitutie bij uitvoer.

(4)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor granen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Voor de offertes die op 22 tot en met 28 april 2005 in het kader van de inschrijving bedoeld in Verordening (EG) nr. 1757/2004 werden meegedeeld, wordt de maximumrestitutie bij uitvoer van gerst vastgesteld op 18,99 EUR/t.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 29 april 2005.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 28 april 2005.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 270 van 21.10.2003, blz. 78.

(2)  PB L 313 van 12.10.2004, blz. 10.

(3)  PB L 147 van 30.6.1995, blz. 7. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 777/2004 (PB L 123 van 27.4.2004, blz. 50).


29.4.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 108/60


VERORDENING (EG) Nr. 669/2005 VAN DE COMMISSIE

van 28 april 2005

tot vaststelling van de maximumrestitutie bij uitvoer van haver in het kader van de inschrijving bedoeld in Verordening (EG) nr. 1565/2004

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1784/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (1), en met name op artikel 7,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1501/95 van de Commissie van 29 juni 1995 tot vaststelling van enkele toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 1766/92 van de Raad voor wat de toekenning, in de graansector, van uitvoerrestituties en van bij verstoring van de graanmarkt te treffen maatregelen betreft (2), en met name op artikel 4,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1565/2004 van de Commissie van 3 september 2004 betreffende een bijzondere interventiemaatregel voor haver in Finland en Zweden voor het verkoopseizoen 2004-2005 voa het verkoopseizoen 2004-2005 (3),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Er is een openbare inschrijving voor de vaststelling van de restitutie bij uitvoer uit Finland en Zweden van in die landen geproduceerd haver naar alle derde landen, met uitzondering van Bulgarije, Noorwegen, Roemenië en Zwitserland, opengesteld bij Verordening (EG) nr. 1565/2004.

(2)

Het is, met name rekening houdend met de in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 1501/95 genoemde criteria, wenselijk een maximumrestitutie vast te stellen.

(3)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor granen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Voor de offertes die van 22 tot en met 28 april 2005 in het kader van de inschrijving bedoeld in Verordening (EG) nr. 1565/2004 werden meegedeeld, wordt de maximumrestitutie bij uitvoer van haver vastgesteld op 32,95 EUR/t.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 29 april 2005.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 28 april 2005.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 270 van 21.10.2003, blz. 78.

(2)  PB L 147 van 30.6.1995, blz. 7. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1431/2003 (PB L 203 van 12.8.2003, blz. 16).

(3)  PB L 285 van 4.9.2004, blz. 3.


29.4.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 108/61


VERORDENING (EG) Nr. 670/2005 VAN DE COMMISSIE

van 28 april 2005

tot vaststelling van de maximumrestitutie bij uitvoer van zachte tarwe in het kader van de inschrijving bedoeld in Verordening (EG) nr. 115/2005

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1784/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (1), en met name op artikel 13, lid 3, eerste alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 115/2005 van de Commissie (2) is een openbare inschrijving voor de restitutie bij uitvoer van zachte tarwe naar bepaalde derde landen opengesteld.

(2)

Overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1501/95 van de Commissie van 29 juni 1995 tot vaststelling van enkele toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 1766/92 van de Raad voor wat de toekenning, in de graansector, van uitvoerrestituties en van bij verstoring van de graanmarkt te treffen maatregelen betreft (3) kan de Commissie, op grond van de meegedeelde offertes, besluiten een maximumrestitutie bij uitvoer vast te stellen, daarbij rekening houdend met de in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 1501/95 bedoelde criteria. In dat geval wordt gegund aan de inschrijver(s) wiens (wier) offerte niet hoger is dan de vastgestelde maximumrestitutie.

(3)

De toepassing van de bovenbedoelde criteria op de huidige marktsituatie leidt voor de betrokken graansoort tot de vaststelling van de maximumrestitutie bij uitvoer.

(4)

Het Comité van beheer voor granen heeft geen advies uitgebracht binnen de door zijn voorzitter bepaalde termijn,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Voor de offertes die van 22 tot en met 28 april 2005 in het kader van de inschrijving bedoeld in Verordening (EG) nr. 115/2005 werden meegedeeld, wordt de maximumrestitutie bij uitvoer van zachte tarwe vastgesteld op 5,89 EUR/t.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 29 april 2005.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 28 april 2005.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 270 van 21.10.2003, blz. 78.

(2)  PB L 24 van 27.1.2005, blz. 3.

(3)  PB L 147 van 30.6.1995, blz. 7. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 777/2004 (PB L 123 van 27.4.2004, blz. 50).


29.4.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 108/62


VERORDENING (EG) Nr. 671/2005 VAN DE COMMISSIE

van 28 april 2005

tot vaststelling van de maximumverlaging van het recht bij invoer van maïs in het kader van de inschrijving bedoeld in Verordening (EG) nr. 2277/2004

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1784/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (1), inzonderheid op artikel 12, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Er is een inschrijving voor de maximumverlaging van het recht bij invoer van maïs in Spanje, van herkomst uit derde landen, opengesteld bij Verordening (EG) nr. 2277/2004 van de Commissie (2).

(2)

Overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1839/95 van de Commissie (3), kan de Commissie volgens de procedure van artikel 25 van Verordening (EG) nr. 1784/2003 besluiten een maximumverlaging van het recht bij invoer vast te stellen. Bij deze vaststelling moet met name rekening worden gehouden met de in de artikelen 6 en 7 van Verordening (EG) nr. 1839/95 genoemde criteria. Gegund wordt aan elke inschrijver wiens offerte ten hoogste gelijk is aan de maximumverlaging van het recht bij invoer.

(3)

De toepassing van de boven bedoelde criteria op de huidige marktsituatie leidt voor de betrokken graansoort tot de vaststelling van de maximumverlaging van het recht bij invoer op het in artikel 1 vermelde bedrag.

(4)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor granen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Voor de offertes die van 22 tot en met 28 april 2005 in het kader van de inschrijving bedoeld in Verordening (EG) nr. 2277/2004 worden meegedeeld, wordt de maximumverlaging van het recht bij invoer van maïs vastgesteld op 27,47 EUR/t voor een globale maximumhoeveelheid van 20 000 t.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 29 april 2005.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 28 april 2005.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 270 van 21.10.2003, blz. 78.

(2)  PB L 396 van 31.12.2004, blz. 35.

(3)  PB L 177 van 28.7.1995, blz. 4. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 777/2004 (PB L 123 van 27.4.2004, blz. 50).


29.4.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 108/63


VERORDENING (EG) Nr. 672/2005 VAN DE COMMISSIE

van 28 april 2005

tot vaststelling van de maximumverlaging van het recht bij invoer van maïs in het kader van de inschrijving bedoeld in Verordening (EG) nr. 487/2005

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1784/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (1), inzonderheid op artikel 12, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Een inschrijving voor de maximumverlaging van het recht bij invoer van maïs, van herkomst uit derde landen, in Portugal is opengesteld bij Verordening (EG) nr. 487/2005 van de Commissie (2).

(2)

Overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1839/95 van de Commissie (3) kan de Commissie volgens de procedure van artikel 25 van Verordening (EG) nr. 1784/2003 besluiten een maximumverlaging van het recht bij invoer vast te stellen. Bij deze vaststelling moet met name rekening worden gehouden met de in de artikelen 6 en 7 van Verordening (EG) nr. 1839/95 genoemde criteria. Er wordt gegund aan elke inschrijver wiens offerte ten hoogste gelijk is aan de maximumverlaging van het recht bij invoer.

(3)

De toepassing van de bovenbedoelde criteria op de huidige marktsituatie leidt voor de betrokken graansoort tot de vaststelling van de maximumverlaging van het recht bij invoer op het in artikel 1 vermelde bedrag.

(4)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor granen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Voor de offertes die van 22 tot en met 28 april 2005, in het kader van de inschrijving bedoeld in Verordening (EG) nr. 487/2005 worden meegedeeld, wordt de maximumverlaging van het recht bij invoer van maïs vastgesteld op 26,48 EUR/t voor een globale maximumhoeveelheid van 43 100 t.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 29 april 2005.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 28 april 2005.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 270 van 21.10.2003, blz. 78.

(2)  PB L 81 van 30.3.2005, blz. 6.

(3)  PB L 177 van 28.7.1995, blz. 4. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 777/2004 (PB L 123 van 27.4.2004, blz. 50).


II Besluiten waarvan de publicatie niet voorwaarde is voor de toepassing

Raad

29.4.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 108/64


BESLUIT VAN DE RAAD

van 18 april 2005

tot wijziging van het besluit van de Raad van 16 december 1980 inzake de oprichting van het raadgevend comité voor het fusieprogramma

(2005/336/Euratom)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name op artikel 7, vierde alinea,

Gelet op Besluit 2002/668/Euratom van de Raad van 3 juni 2002 betreffende het zesde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie, dat tevens bijdraagt tot de totstandbrenging van de Europese onderzoeksruimte (2002-2006) (1),

Gelet op Beschikking 2002/837/Euratom van de Raad van 30 september 2002 tot vaststelling van een specifiek programma (Euratom) voor onderzoek en opleiding op het gebied van kernenergie (2002-2006) (2), en met name op artikel 6, lid 2, waarin wordt bepaald dat de Commissie voor de uitvoering van het specifieke programma wordt bijgestaan door een raadgevend comité en dat, wat de aspecten in verband met kernfusie betreft, de samenstelling en de interne regels en procedures van dit comité die zijn welke zijn vastgesteld bij het besluit van de Raad van 16 december 1980, inzake de oprichting van het raadgevend comité voor het fusieprogramma (3) (hierna „besluit van de Raad van 16 december 1980” genoemd),

Gelet op de Toetredingsakte van 2003, en met name op artikel 51 daarvan,

Gelet op besluit van de Raad van 16 december 1980 tot oprichting van een raadgevend comité voor het fusieprogramma („CCE-FU”), en met name punt 14 daarvan waarbij een systeem van stemmen voor dit comité wordt vastgesteld,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Het raadgevend comité voor het fusieprogramma (CCE-FU) maakt gebruik van een systeem van gewogen stemmen wanneer het, op grond van punt 5, onder g), van het besluit van de Raad van 16 december 1980 adviezen geeft inzake de vaststelling van prioritaire acties met het oog op het verlenen van preferentiële steun.

(2)

Het CCE-FU heeft op 21 oktober 2004 met eenparigheid van stemmen aanbevolen zijn systeem van gewogen stemmen, dat binnen het in punt 14 van het besluit van de Raad van 16 december 1980 bedoelde comité moet worden gehanteerd wanneer aspecten in verband met kernfusie worden behandeld, te actualiseren om er de stemrechten van de nieuwe lidstaten na hun toetreding in op te nemen.

(3)

Gezien het bovenstaande is het nu passend het besluit van de Raad van 16 december 1980 dienovereenkomstig te wijzigen,

BESLUIT:

Enig artikel

In punt 14 van het besluit van de Raad van 16 december 1980 worden de twee laatste zinnen vervangen door de volgende tekst:

„Adviezen met betrekking tot punt 5, onder g), worden aangenomen met het volgende systeem van gewogen stemmen:

België

2

Tsjechië

2

Denemarken

2

Duitsland

5

Estland

1

Griekenland

2

Spanje

3

Frankrijk

5

Ierland

2

Italië

5

Cyprus

1

Letland

1

Litouwen

2

Luxemburg

1

Hongarije

2

Malta

1

Nederland

2

Oostenrijk

2

Polen

3

Portugal

2

Slovenië

1

Slowakije

2

Finland

2

Zweden

2

Verenigd Koninkrijk

5

Zwitserland

2

Totaal

60

Adviezen worden aangenomen met een meerderheid van 31 stemmen, van ten minste veertien delegaties.”.

Gedaan te Luxemburg, 18 april 2005.

Voor de Raad

De voorzitter

J. KRECKÉ


(1)  PB L 232 van 29.8.2002, blz. 34.

(2)  PB L 294 van 29.10.2002, blz. 74.

(3)  Niet bekendgemaakt, maar laatstelijk gewijzigd bij Besluit van de Raad 95/1/EG, Euratom, EGKS (PB L 1, van 1.1.1995, blz. 1.)


29.4.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 108/66


BESLUIT VAN DE RAAD

van 25 april 2005

houdende benoeming van drie Italiaanse leden en een Italiaanse plaatsvervanger in het Comité van de Regio’s

(2005/337/EG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 263,

Gezien de voordracht van de Italiaanse regering,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Raad heeft op 22 januari 2002 Besluit 2002/60/EG houdende benoeming van de leden en plaatsvervangers van het Comité van de Regio’s voor de periode van 26 januari 2002 tot en met 25 januari 2006 (1) vastgesteld.

(2)

Door het aftreden van de heer Alfonso ANDRIA en mevrouw Mercedes BRESSO, waarvan de Raad op 12 respectievelijk 14 juli 2004 in kennis is gesteld, zijn in het Comité van de Regio’s twee zetels van leden vrijgekomen.

(3)

Door het verstrijken van de ambtstermijn van de heren Silvano MOFFA en Francesco BISOGNO, waarvan de Raad op 14 februari 2005 in kennis is gesteld, is in het Comité van de Regio’s een zetel van een lid en een zetel van een plaatsvervanger vrijgekomen.

(4)

De Italiaanse regering heeft de Raad op 14 februari 2005 de namen van de kandidaten voor deze vier vacante zetels meegedeeld,

BESLUIT:

Artikel 1

In het Comité van de Regio’s worden de volgende personen benoemd voor het resterende deel van de ambtstermijn, dat wil zeggen tot en met 25 januari 2006:

a)

als lid:

 

de heer Francesco CROCETTO

Consigliere della Provincia di Potenza

Provincia di Potenza — presso presidenza del Consiglio

ter vervanging van de heer Silvano MOFFA;

 

mevrouw Sonia MASINI

Presidente della Provincia di Reggio Emilia

ter vervanging van de mevrouw Mercedes BRESSO;

 

de heer Guido MILANA

Consigliere della Provincia di Roma

ter vervanging van de heer Alfonso ANDRIA;

b)

als plaatsvervanger:

 

de heer Vincenzo GIULIANO

Consigliere della Provincia di Potenza

ter vervanging van de heer Francesco BISOGNO.

Artikel 2

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Het wordt van kracht op de dag waarop het wordt aangenomen.

Gedaan te Luxemburg, 25 april 2005.

Voor de Raad

De voorzitter

J. ASSELBORN


(1)  PB L 24 van 26.1.2002, blz. 38.


Commissie

29.4.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 108/67


BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 14 april 2005

tot vaststelling van milieucriteria voor de toekenning van de communautaire milieukeur aan kampeerterreinen

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2005) 1242)

(Voor de EER relevante tekst)

(2005/338/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1980/2000 van het Europees Parlement en de Raad van 17 juli 2000 inzake een herzien communautair systeem voor de toekenning van milieukeuren (1), en met name op de tweede alinea van artikel 6, lid 1, en de zesde alinea van punt 2 van bijlage V,

Na raadpleging van het Bureau voor de milieukeur van de Europese Unie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Ingevolge Verordening (EG) nr. 1980/2000 kan de communautaire milieukeur worden toegekend aan producten waarvan de eigenschappen werkelijk kunnen bijdragen tot verbeteringen van essentiële milieuaspecten.

(2)

Krachtens Verordening (EG) nr. 1980/2000 moeten per productgroep specifieke criteria voor de milieukeur worden vastgesteld op basis van door het Bureau voor de milieukeur van de Europese Unie opgestelde criteria.

(3)

Voor kampeerterreinen moeten de milieucriteria worden onderverdeeld in criteria die alle moeten worden vervuld en criteria waarvan slechts een vastgesteld aantal moet worden vervuld.

(4)

De milieucriteria en de daarmee samenhangende beoordelings- en verificatievereisten moeten drie jaar geldig zijn.

(5)

Wat betreft de aanvraagkosten en de vergoedingen voor het gebruik van de milieukeur door micro-ondernemingen in de zin van Aanbeveling 96/280/EG van de Commissie van 3 april 1996 betreffende de definitie van de kleine en middelgrote ondernemingen (2), is het in verband met de beperkte middelen van de micro-ondernemingen en hun aandeel binnen deze productengroep wenselijk om kortingen toe te passen in aanvulling op die van Verordening (EG) 1980/2000 en artikel 5 van Beschikking 2000/728/EG van de Commissie van 10 november 2000 tot vaststelling van de aanvraagkosten en de jaarlijkse vergoedingen voor de communautaire milieukeur (3).

(6)

De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 17 van Verordening (EG) nr. 1980/2000 ingestelde comité,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

De productengroep „kampeerterreinen” omvat als hoofddienst tegen vergoeding de verstrekking van kampeerplaatsen die zijn uitgerust voor kampeermiddelen binnen een vastgestelde ruimte.

De productengroep omvat ook andere onderkomens voor logiesverstrekking aan gasten en openbare ruimten met gemeenschappelijke voorzieningen indien deze binnen de vastgestelde ruimte worden geboden.

De diensten die binnen die vastgestelde ruimte worden geboden, kunnen ook het bereiden en serveren van voedsel en vrijetijdsactiviteiten onder het beheer van de beheerder of eigenaar van het kampeerterrein omvatten.

Artikel 2

Voor de toekenning van de communautaire milieukeur krachtens Verordening (EG) nr. 1980/2000 moet een kampeerterrein onder de productengroep „kampeerterreinen” vallen en aan de in afdeling A van de bijlage bij deze beschikking vastgestelde milieucriteria voldoen.

Bovendien moet het kampeerterrein aan een voldoende aantal van de in afdeling B van de bijlage vastgestelde milieucriteria voldoen; aan elk daarvan wordt een aantal punten toegekend. Het kampeerterrein moet ten minste het volgende aantal punten ontvangen:

a)

16,5 punten voor de hoofddienst;

b)

20 punten indien bovendien andere onderkomens voor logiesverstrekking aan gasten worden geboden.

De totale score wordt verhoogd met een extra punt voor het bereiden en serveren van voedsel en een voor vrijetijdsactiviteiten, voorzover van toepassing.

Artikel 3

1.   In afwijking van artikel 1, lid 3, van Beschikking 2000/728/EG worden bij een aanvraag door een micro-onderneming om toekenning van de milieukeur aan kampeerterreinen de aanvraagkosten met 75 % verlaagd, waarbij geen andere korting mogelijk is.

2.   In afwijking van de eerste zin van artikel 2, lid 5, van Beschikking 2000/728/EG bedraagt de minimale jaarlijkse vergoeding voor het gebruik van de milieukeur 100 EUR.

3.   De jaaromzet voor alle kampeerterreinen wordt berekend door de leveringsprijs te vermenigvuldigen met het aantal overnachtingen en het resultaat van deze vermenigvuldiging met 50 % te verminderen. De leveringsprijs is de door de kampeerder betaalde gemiddelde vergoeding voor een overnachting, met inbegrip van alle kosteloze diensten. De in artikel 2 van Beschikking 2000/728/EG vastgestelde kortingen op de minimale jaarlijkse vergoeding zijn hier van toepassing.

4.   Voor de toepassing van deze beschikking geldt voor micro-ondernemingen de definitie van Aanbeveling 96/280/EG in de versie van 3 april 1996.

Artikel 4

Voor administratieve doeleinden wordt aan de productengroep „kampeerterreinen” het codenummer „26” toegekend.

Artikel 5

De geldigheidsduur van de ecologische criteria voor de productengroep „kampeerterreinen” en de daarmee samenhangende beoordelings- en verificatievereisten bedraagt drie jaar vanaf de kennisgeving van deze beschikking.

Artikel 6

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 14 april 2005.

Voor de Commissie

Stavros DIMAS

Lid van de Commissie


(1)  PB L 237 van 21.9.2000, blz. 1.

(2)  PB L 107 van 30.4.1996, blz. 4.

(3)  PB L 293 van 22.11.2000, blz. 18. Beschikking laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 2003/393/EG (PB L 135 van 3.6.2003, blz. 31).


BIJLAGE

KADER

De doelstellingen van de criteria

De criteria hebben tot doel de voornaamste milieueffecten van de drie fasen van de levenscyclus van een dienst (aankoop, dienstverlening, afvalvorming) te beperken. In het bijzonder gaat het erom:

het energieverbruik te beperken,

het waterverbruik te beperken,

de afvalproductie te beperken,

het gebruik van hernieuwbare hulpbronnen en van stoffen die minder gevaarlijk voor het milieu zijn, te bevorderen,

milieucommunicatie en -educatie te bevorderen.

Specificaties

Kampeermiddelen in de zin van artikel 1 omvatten onder meer tenten, caravans, mobilhomes en kampeerwagens. Onderkomens voor logiesverstrekking aan gasten omvatten faciliteiten zoals bungalows, verhuurde kampeermiddelen en appartementen. Openbare ruimten met gemeenschappelijke voorzieningen omvatten onder meer was- en kookfaciliteiten, supermarkten en informatiefaciliteiten.

Beoordelings- en verificatievereisten

De specifieke beoordelings- en verificatievereisten worden direct onder elk criterium in de afdelingen A en B vermeld.

In voorkomend geval mogen andere dan de voor elk criterium vermelde beproevingsmethoden en -normen worden gehanteerd voorzover de bevoegde instantie die de aanvraag beoordeelt deze als gelijkwaardig aanvaardt.

Wanneer de aanvrager verklaringen, documentatie, analysen, testrapporten of ander bewijsmateriaal moet indienen om aan te tonen dat aan de criteria wordt voldaan, wordt ervan uitgegaan dat deze afkomstig mogen zijn van de aanvrager en/of van diens leveranciers en/of van hun toeleveranciers, enzovoort, naar gelang van het geval.

In voorkomend geval mogen de bevoegde instanties om ondersteunende documentatie vragen en onafhankelijke verificaties uitvoeren.

De bevoegde autoriteiten dienen inspecties ter plaatse uit te voeren.

De bevoegde instanties wordt aanbevolen bij de beoordeling van aanvragen en de controle op de overeenstemming met de criteria rekening te houden met de toepassing van erkende milieubeheerssystemen zoals EMAS of ISO 14001.

(Opmerking: Implementatie van dergelijke beheerssystemen is niet verplicht.)

AFDELING A

Criteria als bedoeld in artikel 2, lid 1

ENERGIE

1.   Elektriciteit uit hernieuwbare bronnen

Ten minste 22 % van de elektriciteit moet worden geleverd door hernieuwbare energiebronnen als gedefinieerd in Richtlijn 2001/77/EG van het Europees Parlement en van de Raad van 27 september 2001 betreffende de bevordering van elektriciteitsopwekking uit hernieuwbare energiebronnen op de interne elektriciteitsmarkt (1).

Dit criterium is alleen van toepassing op kampeerterreinen die toegang hebben tot een markt die uit hernieuwbare energiebronnen opgewekte energie aanbiedt.

Beoordeling en verificatie: De aanvrager legt een verklaring van (of het contract met) de elektriciteitsleverancier over, waaruit blijkt om welke hernieuwbare energiebron(nen) het gaat, welk percentage van de geleverde elektriciteit van een hernieuwbare bron afkomstig is, en met een indicatie van het maximaal leverbare percentage. Ingevolge Richtlijn 2001/77/EG worden met hernieuwbare energiebronnen hernieuwbare niet-fossiele energiebronnen bedoeld (windenergie, zonne-energie, aardwarmte, golfenergie, getijdenenergie, waterkracht, biomassa, stortgas, rioolwaterzuiveringsgas en biogas).

2.   Steenkool en zware oliën

Zware oliën met een zwavelgehalte van meer dan 0,2 % en steenkool mogen niet als energiebron worden gebruikt.

Dit criterium is alleen van toepassing op kampeerterreinen met een onafhankelijk verwarmingssysteem.

Beoordeling en verificatie: De aanvrager legt een verklaring van conformiteit met dit criterium over, waarin wordt aangegeven van welke energiebronnen gebruik wordt gemaakt.

3.   Elektriciteit voor verwarmingsdoeleinden

De voor de verwarming van de gemeenschappelijke ruimten, verhuurde onderkomens en sanitair warm water gebruikte elektriciteit moet voor ten minste 22 % uit hernieuwbare energiebronnen als gedefinieerd in Richtlijn 2001/77/EG afkomstig zijn.

Dit criterium is alleen van toepassing op kampeerterreinen met een onafhankelijk elektrisch verwarmingssysteem die toegang hebben tot een markt waar uit hernieuwbare energiebronnen gegenereerde elektriciteit verkrijgbaar is.

Beoordeling en verificatie: De aanvrager legt een verklaring van conformiteit met dit criterium over, waarin wordt aangegeven welke energiebronnen en hoeveel energie voor verwarmingsdoeleinden worden gebruikt alsmede, in voorkomend geval, documentatie over de gebruikte ketels (warmtegeneratoren).

4.   Het rendement van verwarmingsketels

Het rendement van elke nieuwe verwarmingsketel die binnen de geldigheidsduur van de toegekende milieukeur wordt aangekocht, dient ten minste 90 % te bedragen, zulks gemeten volgens Richtlijn 92/42/EEG van de Raad van 21 mei 1992 betreffende de rendementseisen voor nieuwe olie- en gasgestookte centraleverwarmingsketels (2), dan wel volgens relevante productnormen en verordeningen voor ketels die niet onder de werkingssfeer van die richtlijn vallen.

Olie- en gasgestookte verwarmingsketels als gedefinieerd in Richtlijn 92/42/EEG dienen aan de in die richtlijn vermelde rendementsnormen te voldoen.

Het rendement van ketels die niet onder Richtlijn 92/42/EEG vallen, moet in overeenstemming zijn met de instructies van de fabrikant en met voor het rendement geldende nationale en lokale wetgeving.

Beoordeling en verificatie: De aanvrager legt een technische specificatie van de verantwoordelijke voor de verkoop en/of het onderhoud van de ketel over, met opgave van het rendement. In Richtlijn 92/42/EEG wordt het waterzijdig rendement (uitgedrukt in %) gedefinieerd als de verhouding tussen de hoeveelheid warmte overgedragen op het water in de ketel en het product van de calorische benedenwaarde bij constante druk van de brandstof en het brandstofverbruik per tijdseenheid.

Artikel 3 van Richtlijn 92/42/EEG sluit de volgende ketels uit: centraleverwarmingsketels die gestookt kunnen worden met verschillende brandstoffen, waaronder vaste brandstoffen; doorstroomtoestellen voor de ogenblikkelijke bereiding van warm water; ketels die moeten worden gestookt met brandstoffen waarvan de eigenschappen aanzienlijk afwijken van normaal in de handel verkrijgbare olie en gas (industriële restgassen, biogas en dergelijke); fornuizen en toestellen die zijn ontworpen om hoofdzakelijk de ruimte waarin zij zijn geïnstalleerd te verwarmen, en die als nevenfunctie tevens warm water leveren voor centrale verwarming en voor gebruik als sanitair warm water.

5.   Airconditioning

Airconditioningsystemen die binnen de geldigheidsduur van de toegekende milieukeur worden aangekocht, moeten ten minste zijn ingedeeld in energie-efficiëntieklasse B als bepaald in Richtlijn 2002/31/EG van de Commissie van 22 maart 2002 houdende uitvoeringsbepalingen van Richtlijn 92/75/EEG van de Raad met betrekking tot de energie-etikettering van airconditioners voor huishoudelijk gebruik (3), of een vergelijkbare energie-efficiëntie hebben.

Opmerking: Dit criterium is niet van toepassing op airconditioners die ook andere energiebronnen kunnen gebruiken, op luchtwater- en waterwaterapparaten, en evenmin op eenheden met een output (koelvermogen) van meer dan 12 kW.

Beoordeling en verificatie: De aanvrager legt technische specificaties over van de beroepstechnici die verantwoordelijk zijn voor de verkoop, de installatie en/of het onderhoud van het airconditioningsysteem.

6.   Raamisolatie

Alle ramen in verwarmde en/of van airconditioning voorziene gemeenschappelijke ruimten en verhuurde onderkomens moeten, naar gelang van de vereisten van het plaatselijke klimaat, een aangepaste hoge graad van warmte-isolatie hebben en tevens in passende mate van geluidsisolatie zijn voorzien. (Dit geldt niet voor verhuurde caravans en mobilhomes die geen eigendom van de eigenaar van het kampeerterrein zijn.)

Beoordeling en verificatie: De aanvrager legt, indien dit volstaat, een eigen verklaring over, dan wel een verklaring van een beroepstechnicus waarin wordt bevestigd dat aan dit criterium wordt voldaan.

7.   Uitschakelen van verwarming of airconditioning

Indien de verwarming en/of de airconditioning niet automatisch worden uitgeschakeld wanneer de ramen open staan, moet de gast in gemakkelijk toegankelijke informatie worden verzocht de ramen te sluiten wanneer de verwarming of de airconditioning aanstaat.

Dit criterium is alleen van toepassing op kampeerterreinen met verwarming en/of airconditioning.

Beoordeling en verificatie: De aanvrager legt een verklaring van conformiteit met dit criterium over, tezamen met de tekst van de desbetreffende informatie (voorzover van toepassing).

8.   Uitschakelen van lichten

Indien er in de verhuurde onderkomens geen inrichting aanwezig is om de lichten automatisch uit te schakelen, moet de gast in gemakkelijk toegankelijke informatie worden verzocht dit bij het verlaten van het onderkomen zelf te doen.

Beoordeling en verificatie: De aanvrager legt een verklaring van conformiteit met dit criterium over, tezamen met de tekst van de informatieprocedures.

9.   Energie-efficiënte lampen

a)

Binnen één jaar na de datum van de aanvraag moet ten minste 60 % van alle op het kampeerterrein gebruikte lampen behoren tot energie-efficiëntieklasse A als gedefinieerd in Richtlijn 98/11/EG van de Commissie van 27 januari 1998 houdende uitvoeringsbepalingen van Richtlijn 92/75/EEG van de Raad wat de etikettering van het energieverbruik van lampen voor huishoudelijk gebruik betreft (4). Dit geldt niet voor lampen met zodanige fysieke eigenschappen dat vervanging door spaarlampen niet mogelijk is.

b)

Binnen één jaar na de datum van de aanvraag moet ten minste 80 % van de lampen met naar waarschijnlijkheid meer dan vijf branduren per dag, behoren tot energie-efficiëntieklasse A als gedefinieerd in Richtlijn 98/11/EG. Dit geldt niet voor lampen met zodanige fysieke eigenschappen dat vervanging door spaarlampen niet mogelijk is.

Beoordeling en verificatie: De aanvrager legt een verklaring van conformiteit met beide delen van dit criterium over, tezamen met een aanduiding van de energie-efficiëntieklasse van de verschillende gebruikte lampen.

WATER

10.   Waterbron

De beheerder van het kampeerterrein moet de voor de watervoorziening bevoegde instantie zijn bereidheid kenbaar maken om op een andere waterbron over te schakelen (bv. leidingwater, oppervlaktewater), indien bij studies in het kader van plaatselijke waterbeschermingsplannen aan het licht komt dat het gebruik van de huidige waterbron een zeer groot milieueffect heeft.

Dit criterium is alleen van toepassing indien het kampeerterrein niet op de waterleiding is aangesloten.

Beoordeling en verificatie: De aanvrager legt een verklaring als hierboven bedoeld over, tezamen met passende documentatie, met inbegrip van de resultaten van (eventuele) studies in het kader van plaatselijke waterbeschermingsplannen, met vermelding van alle noodzakelijk geachte maatregelen, alsmede documentatie betreffende reeds getroffen relevante maatregelen.

11.   Debiet van kranen en douches

Het debiet van kranen en douches mag niet hoger zijn dan 10 liter per minuut.

Beoordeling en verificatie: De aanvrager legt een verklaring van conformiteit met dit criterium over, tezamen met een toelichting waaruit blijkt hoe het kampeerterrein aan dit criterium voldoet, en eventuele relevante documentatie.

12.   Waterbesparing in badkamers en toiletten

In sanitaire ruimten en toiletten moet relevante informatie te vinden zijn waarmee de gast kan bijdragen aan waterbesparing op het kampeerterrein.

Beoordeling en verificatie: De aanvrager legt een verklaring van conformiteit met dit criterium over, tezamen met de desbetreffende tot de gasten gerichte informatie.

13.   Afvalemmers in toiletten

Elk toilet moet een geschikte afvalemmer hebben en de gast moet worden verzocht bepaalde soorten afval niet in de wc-pot, maar in de afvalemmer te deponeren.

Beoordeling en verificatie: De aanvrager legt een verklaring van conformiteit met dit criterium over, tezamen met een aanduiding van de tot de gast gerichte informatie.

14.   Doorspoeling van urinoirs

Alle urinoirs moeten worden voorzien van hetzij een automatisch (met tijdmechanisme), hetzij een handmatig doorspoelsysteem, zodat er niet voortdurend wordt doorgespoeld.

Beoordeling en verificatie: De aanvrager legt een verklaring van conformiteit met dit criterium over, tezamen met relevante documentatie over de geïnstalleerde urinoirs.

15.   Lekken

Het personeel moet worden geïnstrueerd sanitair en buizen dagelijks op zichtbare lekken te controleren en de nodige maatregelen te nemen. De gasten moet worden verzocht het personeel te waarschuwen bij een lek.

Beoordeling en verificatie: De aanvrager legt een verklaring van conformiteit met dit criterium over, tezamen met relevante documentatie over de tijdens de instructie behandelde onderwerpen, en een kopie van de tot de gasten gerichte informatie.

16.   Bewateren van planten en openluchtzones

Planten en openluchtzones moeten normaliter worden bewaterd voordat de zon op zijn hoogst staat of na zonsondergang, zulks naar gelang van de regionale of klimaatomstandigheden.

Beoordeling en verificatie: De aanvrager legt een verklaring van conformiteit met dit criterium over.

17.   Behandeling van afvalwater

Al het afvalwater dient te worden behandeld.

Indien aansluiting op de plaatselijke voorzieningen voor afvalwaterbehandeling niet mogelijk is, moet het kampeerterrein over een eigen afvalwaterbehandelingssysteem beschikken dat aan de vereisten van de desbetreffende lokale, nationale of Europese wetgeving voldoet. De gasten moeten worden geïnformeerd over de noodzaak en de plicht om het afvalwater van hun mobiele onderkomens op passende wijze te verwijderen.

Beoordeling en verificatie: De aanvrager legt een verklaring van conformiteit met dit criterium over, tezamen met documentatie over de aansluiting op de plaatselijke installatie voor afvalwaterbehandeling, dan wel over zijn eigen afvalwaterbehandelingssysteem, en de documentatie voor de gasten over de verwijdering van afvalwater.

18.   Afvalwaterplan

De beheerder van het kampeerterrein moet de bevoegde lokale instantie om haar afvalwaterplan vragen en zich, indien een dergelijk plan bestaat, hieraan houden.

Beoordeling en verificatie: De aanvrager legt de brief over waarin de plaatselijke voor de behandeling van afvalwater verantwoordelijke instantie om het plaatselijke plan voor afvalwaterbeheer wordt gevraagd, alsmede het hierop ontvangen antwoord. Indien een dergelijk plan bestaat, verschaft de aanvrager documentatie over de stappen die hij heeft ondernomen om zich aan dit plan te houden.

SCHOONMAAKMIDDELEN EN ONTSMETTINGSMIDDELEN

19.   Ledigingspunt voor chemische toiletten

Indien het kampeerterrein over een septische tank beschikt, moet het afval uit chemische toiletten afzonderlijk of anderszins op correcte wijze worden ingezameld en behandeld. Indien het terrein op de openbare riolering is aangesloten, is een speciale afvoerbak of ledigingsvoorziening ter voorkoming van morsen voldoende.

Beoordeling en verificatie: De aanvrager legt een verklaring van conformiteit met dit criterium over, met inbegrip van specifieke verwijderingsvoorschriften van de plaatselijke overheidsinstantie, tezamen met documentatie over de chemische afvoerbak.

20.   Ontsmettingsmiddelen

Ontsmettingsmiddelen mogen alleen worden gebruikt indien zij nodig zijn om aan de wettelijke hygiënevoorschriften te voldoen.

Beoordeling en verificatie: De aanvrager legt een verklaring van conformiteit met dit criterium over, tezamen met een aanduiding van de plaatsen waar en de tijdstippen waarop ontsmettingsmiddelen worden gebruikt.

21.   Instructie van het personeel omtrent het gebruik van schoonmaakmiddelen en ontsmettingsmiddelen

Het personeel moet worden geïnstrueerd niet meer schoonmaakmiddelen en ontsmettingsmiddelen te gebruiken dan op de verpakking wordt aanbevolen.

Beoordeling en verificatie: De aanvrager legt een verklaring van conformiteit met dit criterium over, tezamen met bijzonderheden over de gegeven instructie.

AFVAL

22.   Afvalscheiding door de gasten

De gasten moeten behoorlijke mogelijkheden worden geboden om het afval overeenkomstig de plaatselijke of nationale systemen te kunnen scheiden. De gasten moet in de verschillende ruimten van het terrein op duidelijk zichtbare en begrijpelijke wijze worden verzocht de verschillende afvalcategorieën te scheiden. De containers voor gescheiden afval mogen niet moeilijker bereikbaar zijn dan de bakken voor restafval.

Beoordeling en verificatie: De aanvrager legt een verklaring van conformiteit met dit criterium over, tezamen met bijzonderheden over de gebruikte recipiënten en een exemplaar van de gebruikte tekens/informatie en de positie van de containers op het kampeerterrein.

23.   Gevaarlijk afval

Het personeel scheidt het gevaarlijk afval zoals opgesomd in Beschikking 2000/532/EG van de Commissie van 3 mei 2000 tot vervanging van Beschikking 94/3/EG houdende vaststelling van een lijst van afvalstoffen overeenkomstig artikel 1, onder a), van Richtlijn 75/442/EEG van de Raad betreffende afvalstoffen en Beschikking 94/904/EG van de Raad tot vaststelling van een lijst van gevaarlijke afvalstoffen overeenkomstig artikel 1, lid 4, van Richtlijn 91/689/EEG van de Raad betreffende gevaarlijke afvalstoffen (5), en de latere wijzigingen ervan, en er worden passende stappen ondernomen voor de verwerking ervan. Deze afvalstoffen omvatten onder andere toners, inkt, koel- en elektrische apparatuur, batterijen, farmaceutica, oliën en vetten. De gasten moeten worden geïnformeerd over de correcte verwijdering van gevaarlijk afval.

Indien de plaatselijke overheidsinstantie geen voorzieningen voor de verwijdering van gevaarlijk afval heeft, moet de aanvrager ieder jaar een verklaring van deze instantie overleggen waarin wordt bevestigd dat een systeem voor de verwijdering van gevaarlijk afval ontbreekt.

Beoordeling en verificatie: De aanvrager legt een verklaring van conformiteit met dit criterium over, tezamen met een lijst van de door het kampeerterrein geproduceerde gevaarlijke afvalstoffen, alsmede aanwijzingen omtrent de wijze waarop deze worden gehanteerd, gescheiden, ingezameld en verwijderd, met inbegrip van afschriften van relevante contracten met derden. In voorkomend geval legt de aanvrager elk jaar de desbetreffende verklaring van de lokale overheidsinstantie over.

24.   Afvalscheiding

Het personeel moet het afval scheiden in de categorieën die door de lokale of nationale afvalbeheerdiensten afzonderlijk kunnen worden behandeld. Indien de plaatselijke instanties niet in gescheiden afvalinzameling en/of -verwijdering voorzien, moet de leiding van het kampeerterrein deze instanties schriftelijk haar bereidheid mededelen het afval gescheiden aan te bieden, en haar bezorgdheid uiten over het ontbreken van gescheiden afvalinzameling en/of -verwijdering.

Het verzoek aan de plaatselijke overheid om te voorzien in gescheiden afvalinzameling en/of -verwijdering moet jaarlijks worden herhaald.

Beoordeling en verificatie: De aanvrager legt een verklaring van conformiteit met dit criterium over, tezamen met een aanduiding van de verschillende afvalcategorieën die de lokale instanties accepteren, van de procedures die op het kampeerterrein worden gevolgd bij het inzamelen, scheiden, hanteren en verwijderen van deze afvalcategorieën, en/of relevante contracten met particuliere bedrijven. In voorkomend geval moet de aanvrager jaarlijks de desbetreffende verklaring aan de lokale overheid overleggen.

25.   Afvaltransport

Indien de plaatselijke voor afvalbeheer verantwoordelijke instanties geen afval op of in de nabijheid van het kampeerterrein inzamelen, moet de beheerder van het kampeerterrein zelf zorg dragen voor de overbrenging van het afval naar de hiertoe bestemde plaats, waarbij het transport tot een minimum beperkt moet blijven.

Beoordeling en verificatie: De aanvrager legt een verklaring van conformiteit met dit criterium over, tezamen met informatie over de geschikte plaatsen, de wijze waarop het transport wordt georganiseerd en de afstanden die moeten worden afgelegd.

26.   Wegwerpproducten

Tenzij de wet zulks vereist, mag geen van de volgende wegwerpproducten in de verhuurde onderkomens en in de winkels worden aangeboden:

Toiletartikelen in portieverpakkingen of voor eenmalig gebruik (zoals shampoo, zeep, douchekapjes, enz.). Indien andere wegwerpartikelen worden gebruikt, moeten specifieke afvalcontainers overeenkomstig lokale en nationale systemen beschikbaar worden gesteld op de plaatsen waar dit gebruik plaatsheeft.

Beoordeling en verificatie: De aanvrager legt een verklaring van conformiteit met dit criterium over, tezamen met informatie over de gebruikte wegwerpartikelen en over de wetgeving op grond waarvan dit vereist is, alsmede een omschrijving van het type en het systeem van afvalinzameling.

ANDERE DIENSTEN

27.   Rookverbod in openbare ruimten

In openbare binnenruimten moet een gedeelte voor niet-rokers worden gereserveerd.

Beoordeling en verificatie: De aanvrager legt een verklaring van conformiteit met dit criterium over.

28.   Openbaar vervoer

Gasten en personeel moeten gemakkelijk toegang hebben tot informatie over de manier waarop het kampeerterrein en andere plaatselijke bestemmingen met het openbaar vervoer bereikbaar zijn. Wanneer openbaar vervoer niet voorhanden is, moet tevens informatie over andere uit milieuoogpunt te prefereren middelen van vervoer worden verschaft.

Beoordeling en verificatie: De aanvrager legt een verklaring van conformiteit met dit criterium over, tezamen met exemplaren van het beschikbare informatiemateriaal.

ALGEMEEN BEHEER

Aanvragers met een uit hoofde van de EMAS-verordening geregistreerd of op grond van ISO 14001 gecertificeerd milieubeheerssysteem voldoen automatisch aan onderstaande algemene beheerscriteria. In zulke gevallen vormt de EMAS-registratie of de ISO 14001-certificatie het bewijs dat aan deze criteria wordt voldaan.

29.   Algemeen onderhoud en nazicht

Alle apparaten en toestellen die voor het kampeerterrein worden gebruikt, moeten in overeenstemming met de desbetreffende wettelijke voorschriften, dan wel wanneer de noodzaak zich voordoet, worden nagezien en onderhouden, en wel uitsluitend door gekwalificeerd personeel.

De beheerder van het kampeerterrein moet voor de in de criteria genoemde apparaten en toestellen in het bezit zijn van een schriftelijke verklaring van de technicus betreffende de frequentie waarmee onderhoudsbeurten volgens de wet moeten plaatsvinden.

Beoordeling en verificatie: De aanvrager legt een verklaring van conformiteit met dit criterium over, tezamen met een lijst van de apparaten en toestellen in kwestie en de met het onderhoud belaste personen/bedrijven.

30.   Onderhoud en nazicht van ketels

a)

Onderhoud en nazicht van ketels moeten ten minste eenmaal per jaar plaatsvinden, of vaker naar gelang van de wettelijke vereisten of de behoefte, en wel door behoorlijk gekwalificeerde beroepstechnici, op basis van IEC- of nationale normen waar deze van toepassing zijn, dan wel volgens de instructies van de fabrikant.

b)

Eenmaal per jaar moet worden gecontroleerd of de rendementsniveaus als gedefinieerd in Richtlijn 92/42/EEG, in de nationale wetgeving dan wel in de aanwijzingen van de fabrikant, worden gehaald en of de emissies binnen de wettelijk vastgestelde grenzen blijven. Indien bij nazicht blijkt dat bovenstaande voorwaarden niet worden vervuld, dienen onmiddellijk corrigerende maatregelen te worden getroffen.

Beoordeling en verificatie: De aanvrager legt een verklaring van conformiteit met beide delen van dit criterium over, tezamen met een beschrijving van de ketels en hun onderhoudsplan, alsmede met bijzonderheden over de met het onderhoud belaste personen/bedrijven en een lijst van punten die bij het onderhoud worden gecontroleerd.

31.   Beleid en actieprogramma

De bedrijfsleiding moet een milieubeleid hebben en een eenvoudige milieubeleidsverklaring alsmede een nauwkeurig geformuleerd actieprogramma opstellen om te verzekeren dat dit milieubeleid daadwerkelijk wordt uitgevoerd.

In het actieprogramma moeten doelstellingen worden aangegeven voor de te leveren milieuprestaties met betrekking tot energie, water, chemicaliën en afval, welke om de twee jaar, met inachtneming van de optionele criteria, moeten worden herzien. Hierbij moet de persoon worden vermeld die optreedt als milieuverantwoordelijke van het kampeerterrein en die verantwoordelijk is voor het nemen van de nodige maatregelen en de verwezenlijking van de milieudoelstellingen. De gasten moet steeds om op- en aanmerkingen worden gevraagd en hiermee moet rekening worden gehouden.

Beoordeling en verificatie: De aanvrager legt een verklaring van conformiteit met dit criterium over, tezamen met een exemplaar van het milieubeleid, de beleidsverklaring en het actieprogramma, en van de procedures die worden gevolgd om rekening te houden met de inbreng van gasten.

32.   Opleiding van het personeel

De leiding van het kampeerterrein moet zorgen voor informatie en opleiding voor het personeel, waaronder schriftelijk vastgelegde procedures of handleidingen, om te zorgen dat milieuvriendelijke maatregelen worden toegepast en om het personeel milieuvriendelijk gedrag bij te brengen. Alle nieuwe medewerkers moeten binnen vier weken na indiensttreding een doeltreffende opleiding ontvangen, en alle medewerkers ten minste eenmaal per jaar.

Beoordeling en verificatie: De aanvrager legt een verklaring van conformiteit met dit criterium over, tezamen met bijzonderheden over het opleidingsprogramma, de inhoud ervan, en een vermelding van welke medewerkers welke opleiding hebben gekregen en de data waarop deze opleidingen hebben plaatsgevonden.

33.   Informeren van de gasten

De leiding van het kampeerterrein moet de gasten informeren over haar milieubeleid, met inbegrip van veiligheids- en brandveiligheidsaspecten, de getroffen maatregelen en de communautaire milieukeur. Aan de gasten moet bij de receptie informatie worden uitgereikt, met inbegrip van een vragenlijst waarin zij hun visie op de milieuaspecten van het kampeerterrein kenbaar kunnen maken. Verzoeken aan de gasten om de milieudoelstellingen te ondersteunen, moeten voor hen zichtbaar worden aangebracht, en met name in de openbare ruimten en de verhuurde onderkomens.

Beoordeling en verificatie: De aanvrager legt een verklaring van conformiteit met dit criterium over, tezamen met exemplaren van de informatiebladen en mededelingen ten behoeve van de gasten, en geeft aan welke procedures worden gevolgd om de vragenlijsten te verspreiden en in te zamelen en met de antwoorden rekening te houden.

34.   Gegevens over energie- en waterverbruik

Het kampeerterrein moet procedures hebben voor het inzamelen en bijhouden van gegevens over het totale energieverbruik (kWh), het verbruik van elektriciteit en andere energie (kWh), en het waterverbruik (in liter).

De gegevens moeten tijdens het openingsseizoen van het kampeerterrein met iedere ontvangen factuur, of ten minste om de drie maanden, worden verzameld en eveneens worden uitgedrukt in verbruik per overnachting en per m2 binnenruimte. De leiding van het kampeerterrein moet de resultaten beschikbaar houden voor inspecties ter plaatse door de bevoegde instantie die de aanvraag heeft beoordeeld.

Beoordeling en verificatie: De aanvrager legt een verklaring van conformiteit met dit criterium over, tezamen met een beschrijving van de procedures. Bij de aanvraag voegt hij de gegevens van bovengenoemd gebruik over ten minste de drie voorgaande maanden bij (indien reeds beschikbaar), en vervolgens verstrekt hij deze gegevens jaarlijks, steeds over het voorgaande jaar. Voor de voor permanente bewoning bestemde zone mag het aantal overnachtingen worden gebaseerd op een schatting door de eigenaar van het kampeerterrein.

35.   Inzameling van andere gegevens

Het kampeerterrein moet procedures hebben voor het inzamelen en het bijhouden van gegevens over het verbruik van chemicaliën, uitgedrukt in kg en/of liter, waarbij wordt vermeld of het product al dan niet geconcentreerd is, alsmede de hoeveelheid geproduceerd afval (in liter en/of kg ongesorteerd afval).

De gegevens moeten ten minste om de zes maanden worden verzameld en moeten eveneens worden uitgedrukt in verbruik of productie per overnachting en per m2 binnenruimte. De beheerder van het kampeerterrein moet de resultaten beschikbaar houden voor inspecties ter plaatse door de bevoegde instantie die de aanvraag heeft beoordeeld.

Beoordeling en verificatie: De aanvrager legt een verklaring van conformiteit met dit criterium over, tezamen met een beschrijving van de procedures. Bij de aanvraag voegt hij de gegevens van bovengenoemd verbruik over ten minste de zes voorgaande maanden bij (indien reeds beschikbaar), en vervolgens verstrekt hij deze gegevens jaarlijks, steeds over het voorgaande jaar. De aanvrager geeft aan welke diensten er worden aangeboden en of wasgoed ter plaatse wordt gereinigd.

36.   In de milieukeur op te nemen informatie

Kader 2 van de milieukeur moet de volgende tekst bevatten:

genomen maatregelen om energie en water te sparen,

genomen milieumaatregelen om de milieuprestaties te verbeteren,

genomen maatregelen om de milieueffecten te beperken.

Beoordeling en verificatie: De aanvrager verstrekt een voorbeeld van de wijze waarop hij de milieukeur zal gebruiken, alsmede een verklaring dat aan dit criterium is voldaan.

AFDELING B

Criteria als bedoeld in artikel 2, lid 2

Aan elk van de criteria in dit deel is een waarde in punten of in gedeelten daarvan toegekend. Om voor toekenning van de milieukeur in aanmerking te komen, moet een kampeerterrein een minimumaantal punten behalen. Indien het aanbieden van andere onderkomens voor logiesverstrekking aan gasten geen deel uitmaakt van de door het kampeerterrein aangeboden diensten, bedraagt de vereiste minimumscore 16,5; is dit wel het geval, bedraagt de minimumscore 20.

Het vereiste puntentotaal wordt met één punt verhoogd voor elk van de volgende bijkomende, door de beheerder of eigenaar van het kampeerterrein aangeboden diensten: het bereiden en serveren van voedsel (inclusief ontbijt) en vrijetijdsactiviteiten. Vrijetijdsactiviteiten omvatten sauna's, zwembaden en alle andere soortgelijke faciliteiten op het kampeerterrein en de groenvoorzieningen die geen deel uitmaken van de kampeerterreinstructuur, zoals parken, bossen en tuinen die voor de gasten toegankelijk zijn.

ENERGIE

37.   Fotovoltaïsche, hydro-elektrische en windenergie voor de opwekking van elektriciteit (2 punten)

Het kampeerterrein moet beschikken over een fotovoltaïsch (zonnepaneel) of een plaatselijk hydro-elektrisch systeem of over een windkrachtgenerator voor stroomopwekking waardoor in ten minste 20 % van de totale jaarlijkse elektriciteitsbehoefte wordt voorzien of zal worden voorzien.

Beoordeling en verificatie: De aanvrager legt een verklaring van conformiteit met dit criterium over, tezamen met documentatie over het fotovoltaïsche, hydro-elektrische of windkrachtsysteem, en met gegevens over de potentiële en effectieve output.

38.   Verwarming op basis van hernieuwbare energiebronnen (1,5 punt)

Ten minste 50 % van de totale energie die wordt gebruikt om ruimten of sanitair water te verwarmen, moet afkomstig zijn van hernieuwbare energiebronnen.

Beoordeling en verificatie: De aanvrager legt een verklaring van conformiteit met dit criterium over, tezamen met gegevens over het energieverbruik bij de verwarming van ruimten en warm water, alsmede documentatie waaruit blijkt dat ten minste 50 % van deze energie door hernieuwbare energiebronnen wordt geleverd.

39.   Energie-efficiëntie van de verwarmingsketel (1 punt)

Het kampeerterrein moet beschikken over een viersterrenketel als bedoeld in artikel 6 van Richtlijn 92/42/EEG.

Beoordeling en verificatie: De aanvrager legt een verklaring van conformiteit met dit criterium over, tezamen met een rapport van de beroepstechnici die verantwoordelijk zijn voor de verkoop en/of het onderhoud van de ketel.

40.   De NOx-emissies van de ketel (1,5 punt)

De ketel moet behoren tot klasse 5 van de norm EN 297 prA3 inzake NOx-emissies en moet minder dan 70 mg NOx/kWh produceren.

Beoordeling en verificatie: De aanvrager legt een verklaring van conformiteit met dit criterium over, tezamen met een rapport of technische specificaties van de beroepstechnicus die verantwoordelijk is voor de verkoop en/of het onderhoud van de ketel.

41.   Wijkverwarming (1 punt)

De verwarming van het kampeerterrein moet worden verzorgd via het wijkverwarmingssysteem.

Beoordeling en verificatie: De aanvrager legt een verklaring van conformiteit met dit criterium over, tezamen met documentatie waaruit blijkt dat er een aansluiting op het wijkverwarmingssysteem is.

42.   Warmtekrachtkoppeling (1,5 punt)

Alle door de sanitaire faciliteiten, openbare ruimten en verhuurde onderkomens benodigde elektriciteit en warmte moet worden betrokken van een warmtekrachtkoppelingcentrale. Indienen het kampeerterrein een eigen warmtekrachtkoppelingcentrale heeft, moet deze centrale 70 % van de totaal verbruikte warmte en elektriciteit leveren.

Beoordeling en verificatie: De aanvrager legt een verklaring van conformiteit met dit criterium over, tezamen met documentatie over de betrokken warmtekrachtkoppelingcentrale.

43.   Warmtepomp (1,5 punt)

Het kampeerterrein moet beschikken over een warmtepomp voor warmteproductie en/of airconditioning.

Beoordeling en verificatie: De aanvrager legt een verklaring van conformiteit met dit criterium over, tezamen met documentatie over de warmtepomp.

44.   Warmteterugwinning (2 punten)

Het kampeerterrein moet beschikken over een systeem voor warmteterugwinning voor een (1 punt) of twee (2 punten) van de volgende categorieën: koelsystemen, ventilatoren, wasmachines, afwasmachines, zwembad(en) en sanitair afvalwater.

Beoordeling en verificatie: De aanvrager legt een verklaring van conformiteit met dit criterium over, tezamen met documentatie over de gebruikte warmteterugwinningssystemen.

45.   Temperatuurregeling (1,5 punt)

In elke openbare ruimte en elk verhuurd onderkomen moet de temperatuur onafhankelijk van de andere ruimten kunnen worden ingesteld.

Beoordeling en verificatie: De aanvrager legt een verklaring van conformiteit met dit criterium over, tezamen met documentatie over de gebruikte temperatuurregelingssystemen.

46.   Isolatie van bestaande gebouwen (2 punten)

De isolatie van de verwarmde/van airconditioning voorziene gebouwen moet voldoen aan hogere eisen dan de nationale minimumvereisten, om zo een beduidende vermindering van het energieverbruik te bewerkstelligen.

Beoordeling en verificatie: De aanvrager legt een verklaring van conformiteit met dit criterium van de hiertoe bevoegde energietechnicus over, tezamen met documentatie over de isolatie en de nationale minimumvereisten.

47.   Airconditioning (1,5 punt)

Het airconditioningsysteem moet behoren tot energie-efficiëntieklasse A, als bepaald in Richtlijn 2002/31/EG, of een gelijkwaardige energie-efficiëntie hebben.

Dit criterium is niet van toepassing op apparaten die ook andere energiebronnen kunnen gebruiken, op luchtwater- en waterwaterapparaten, en op eenheden met een output (koelvermogen) van meer dan 12 kW.

Beoordeling en verificatie: De aanvrager legt een technische specificatie over van de beroepstechnici die verantwoordelijk zijn voor de verkoop, de installatie en/of het onderhoud van het airconditioningsysteem.

48.   Automatische uitschakeling van de airconditioning (1 punt)

Er moet een automatisch systeem zijn waardoor de airconditioning van verhuurde onderkomens wordt uitgeschakeld wanneer de ramen openstaan.

Beoordeling en verificatie: De aanvrager legt een technische specificatie over van de beroepstechnici die verantwoordelijk zijn voor de verkoop, de installatie en/of het onderhoud van het airconditioningsysteem.

49.   Bioclimatische architectuur (2 punten)

De gebouwen op het kampeerterrein moeten zijn gebouwd volgens de beginselen van de bioclimatische architectuur.

Beoordeling en verificatie: De aanvrager legt een uitvoerige toelichting over waaruit blijkt hoe het kampeerterrein aan dit criterium voldoet, tezamen met de passende documentatie.

50.   Energie-efficiënte koelkasten (1 punt), afwasmachines (1 punt), wasmachines (1 punt), droogtrommels (1 punt) en kantoormachines (1 punt) (maximaal 5 punten)

a)

(1 punt): alle koelkasten voor huishoudelijk gebruik moeten behoren tot efficiëntieklasse A, A+ of A++ overeenkomstig Richtlijn 2003/66/EG van de Commissie van 3 juli 2003 tot wijziging van Richtlijn 94/2/EG houdende uitvoeringsbepalingen van Richtlijn 92/75/EEG van de Raad wat de etikettering van het energieverbruik van huishoudelijke elektrische koelkasten, diepvriezers en combinaties daarvan betreft (6), en alle minibars en frigobars moeten ten minste tot klasse C behoren. Richtlijn 2003/66/EG zal op 1 juli 2004 in werking treden.

Beoordeling en verificatie: De aanvrager verschaft de nodige documentatie waaruit de energieklasse van alle koelkasten, diepvriezers, minibars en frigobars blijkt en waarin wordt aangegeven welke hiervan een milieukeur hebben.

b)

(1 punt): alle afwasmachines voor huishoudelijk gebruik moeten behoren tot efficiëntieklasse A overeenkomstig Richtlijn 1999/9/EG van de Commissie van 26 februari 1999 tot wijziging van Richtlijn 97/17/EG houdende uitvoeringsbepalingen van Richtlijn 92/75/EEG van de Raad betreffende de etikettering van het energieverbruik van huishoudelijke afwasmachines (7).

Beoordeling en verificatie: De aanvrager verschaft de nodige documentatie waaruit de energieklasse van alle afwasmachines blijkt en waarin wordt aangegeven welke hiervan een milieukeur hebben.

Opmerking: Dit geldt niet voor niet onder Richtlijn 1999/9/EG vallende afwasmachines (bv. industriële afwasmachines).

c)

(1 punt): alle wasmachines voor huishoudelijk gebruik moeten behoren tot efficiëntieklasse A overeenkomstig Richtlijn 96/89/EG van de Commissie van 17 december 1996 tot wijziging van Richtlijn 95/12/EG houdende uitvoeringsbepalingen van Richtlijn 92/75/EEG van de Raad wat de etikettering van het energieverbruik van huishoudelijke afwasmachines betreft (8).

Beoordeling en verificatie: De aanvrager verschaft documentatie waaruit de energieklasse van alle wasmachines blijkt en waarin wordt aangegeven welke hiervan een milieukeur hebben.

Opmerking: Dit geldt niet voor niet onder Richtlijn 96/89/EG vallende wasmachines (bv. industriële wasmachines).

d)

(1 punt): ten minste 80 % van alle kantoormachines (computers, monitors, faxmachines, printers, scanners, fotokopieermachines) moet in aanmerking komen voor het „Energy Star”-etiket overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2422/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 6 november 2001 betreffende een communautair energie-efficiëntie-etiketteringsprogramma voor kantoorapparatuur (9).

Beoordeling en verificatie: De aanvrager verschaft documentatie waaruit blijkt dat de kantoorapparatuur in aanmerking komt voor de Energy Star, en/of aan welke computers en portables een milieukeur is toegekend.

e)

(1 punt): alle elektrische droogtrommels moeten behoren tot efficiëntieklasse A overeenkomstig Richtlijn 1995/13/EG van de Commissie van 23 mei 1995 houdende uitvoeringsbepalingen van Richtlijn 92/75/EEG van de Raad wat de etikettering van het energieverbruik van huishoudelijke elektrische droogtrommels betreft (10).

Beoordeling en verificatie: De aanvrager verschaft documentatie waaruit de energieklasse van alle elektrische droogtrommels blijkt en waarin wordt aangegeven welke hiervan een milieukeur hebben.

Opmerking: Dit geldt niet voor niet onder Richtlijn 1995/13/EG vallende elektrische droogtrommels (bv. industriële droogtrommels).

51.   Elektrische hand- en haardrogers met bewegingssensor (1 punt)

Alle elektrische hand- en haardrogers moeten met een bewegingssensor zijn uitgerust of een milieukeur van ISO-type I hebben.

Beoordeling en verificatie: De aanvrager legt passende ondersteunende documentatie over waaruit blijkt hoe het kampeerterrein aan dit criterium voldoet.

52.   Plaatsing van koelkasten (1 punt)

Koelkasten in de keukens, kiosken en winkels moeten in overeenstemming met de energiebesparingsbeginselen worden geplaatst en afgeregeld.

Beoordeling en verificatie: De aanvrager legt een uitvoerige toelichting over waaruit blijkt hoe het kampeerterrein aan dit criterium voldoet.

53.   Automatisch uitschakelen van de verlichting in verhuurde onderkomens (1 punt)

Van de verhuurde onderkomens van het kampeerterrein moet 80 % zijn voorzien van automatische systemen die de verlichting uitschakelen wanneer de gast het onderkomen verlaat.

Beoordeling en verificatie: De aanvrager legt een technische specificatie over van de beroepstechnici die verantwoordelijk zijn voor de installatie en/of het onderhoud van deze systemen.

54.   Sauna met tijdschakeling (1 punt)

Alle sauna's moeten zijn voorzien van een tijdschakeling.

Beoordeling en verificatie: De aanvrager legt een technische specificatie over van de beroepstechnici die verantwoordelijk zijn voor de installatie en/of het onderhoud van deze systemen.

55.   Zwembadverwarming op basis van hernieuwbare energiebronnen (1,5 punt)

De energie voor de verwarming van het zwembadwater moet afkomstig zijn van hernieuwbare energiebronnen. Ten minste 50 %: 1 punt, 100 %: 1,5 punt.

Beoordeling en verificatie: De aanvrager legt een verklaring van conformiteit met dit criterium over, tezamen met gegevens over het energieverbruik voor de verwarming van zwembadwater, alsmede documentatie waaruit blijkt welk percentage van de verbruikte energie door hernieuwbare energiebronnen wordt geleverd.

56.   Automatisch uitschakelen van de buitenverlichting (1,5 punt)

De buitenverlichting die niet nodig is om veiligheidsredenen, moet na een bepaalde tijd automatisch worden uitgeschakeld of door een bewegingssensor worden geactiveerd.

Beoordeling en verificatie: De aanvrager legt een technische specificatie over van de beroepstechnici die verantwoordelijk zijn voor de installatie en/of het onderhoud van deze systemen.

WATER

57.   Gebruik van regenwater (1,5 punt) en gerecycleerd water (1,5 punt)

a)

(1,5 punt): regenwater moet worden opgevangen en worden gebruikt voor andere doeleinden dan sanitair of drinkwater.

Beoordeling en verificatie: De aanvrager legt een uitvoerige toelichting over waaruit blijkt hoe het kampeerterrein aan dit criterium voldoet, tezamen met passende ondersteunende documentatie, alsmede doeltreffende garanties dat de voorziening van het drink- en sanitair water volledig gescheiden is gehouden.

b)

(1,5 punt): gerecycleerd water moet worden opgevangen en worden gebruikt voor andere doeleinden dan sanitair of drinkwater.

Beoordeling en verificatie: De aanvrager legt een uitvoerige toelichting over waaruit blijkt hoe het kampeerterrein aan dit criterium voldoet, tezamen met passende ondersteunende documentatie, alsmede doeltreffende garanties dat de voorziening van het drink- en sanitair water volledig gescheiden is gehouden.

58.   Automatische bewateringssystemen voor zones in de openlucht (1 punt)

Het kampeerterrein moet zijn voorzien van een automatisch systeem dat de bewateringstijden en het waterverbruik voor de groenvoorzieningen in de openlucht optimaliseert.

Beoordeling en verificatie: De aanvrager legt een uitvoerige toelichting over waaruit blijkt hoe het kampeerterrein aan dit criterium voldoet, tezamen met passende ondersteunende documentatie.

59.   Debiet van kranen en douchekoppen (1,5 punt)

Het gemiddelde debiet van alle kranen en douchekoppen, uitgezonderd badkranen, mag niet meer bedragen dan 8 liter per minuut.

Beoordeling en verificatie: De aanvrager legt een uitvoerige toelichting over waaruit blijkt hoe het kampeerterrein aan dit criterium voldoet, tezamen met passende ondersteunende documentatie.

60.   Wc-doorspoeling (1,5 punt)

Van de aanwezige wc's moet ten minste 80 % maximaal zes liter water per doorspoeling verbruiken.

Beoordeling en verificatie: De aanvrager legt een uitvoerige toelichting over waaruit blijkt hoe het kampeerterrein aan dit criterium voldoet, tezamen met passende ondersteunende documentatie.

61.   Waterverbruik van de afwasmachines (1 punt)

Het waterverbruik van de afwasmachines (uitgedrukt als W(gemeten)) mag ten hoogste gelijk zijn aan de drempelwaarde als gedefinieerd in onderstaande vergelijking, waarbij van dezelfde testmethode (EN 50242) en dezelfde programmacyclus wordt uitgegaan als die welke voor Richtlijn 97/17/EG van de Commissie (11) zijn gekozen:

W(gemeten) ≤ (0,625 × S) + 9,25

waarbij

W(gemeten)= het gemeten waterverbruik van de afwasmachine in liter per cyclus, weergegeven tot op één decimaal nauwkeurig,

S= het van toepassing zijnde aantal standaardcouverts van de afwasmachine.

Beoordeling en verificatie: De aanvrager legt een technische specificatie over van de beroepstechnici die verantwoordelijk zijn voor fabricage, verkoop of onderhoud van de afwasmachines, of toont aan dat de afwasmachines een communautaire milieukeur hebben.

62.   Waterverbruik van de wasmachines (1 punt)

De door gasten en personeel op het kampeerterrein of door het bedrijf waaraan de was is uitbesteed gebruikte wasmachines mogen ten hoogste 12 liter water per kg was verbruiken, zulks gemeten overeenkomstig EN 60456:1999, met gebruikmaking van dezelfde standaardcyclus „katoen 60 °C” als die welke voor Richtlijn 95/12/EG van de Commissie (12) is gekozen.

Beoordeling en verificatie: De aanvrager legt een technische specificatie over van de beroepstechnici die verantwoordelijk zijn voor de fabricage, de verkoop of het onderhoud van de wasmachines, of toont aan dat de wasmachines een communautaire milieukeur hebben. De beheerder van het kampeerterrein verschaft technische documentatie afkomstig van het bedrijf waaraan de was wordt uitbesteed, waaruit blijkt dat hun wasmachines aan dit criterium voldoen.

63.   Temperatuur en debiet van het kraanwater (1 punt)

Bij ten minste 80 % van de aanwezige kranen moeten watertemperatuur en -debiet nauwkeurig en onmiddellijk regelbaar zijn.

Beoordeling en verificatie: De aanvrager legt een uitvoerige toelichting over waaruit blijkt hoe het kampeerterrein aan dit criterium voldoet, tezamen met passende ondersteunende documentatie.

64.   Tijdschakelaars voor douches (1,5 punt)

Alle douches in sanitaire faciliteiten/gemeenschappelijke ruimten moeten een tijdschakelaar of een bewegingssensor hebben waardoor de waterstraal na een bepaalde tijd of bij niet-gebruik wordt onderbroken.

Beoordeling en verificatie: De aanvrager legt een uitvoerige toelichting over waaruit blijkt hoe het kampeerterrein aan dit criterium voldoet, tezamen met passende ondersteunende documentatie.

65.   Afdekking van zwembaden (1 punt)

's Nachts en wanneer het gevulde zwembad meer dan een dag niet wordt gebruikt, moet het worden afgedekt om afkoeling van het zwembadwater te voorkomen en verdamping te verminderen.

Beoordeling en verificatie: De aanvrager legt een uitvoerige toelichting over waaruit blijkt hoe het kampeerterrein aan dit criterium voldoet, tezamen met passende ondersteunende documentatie.

66.   Ontdooien (maximaal 1,5 punt)

Wanneer de wegen op het kampeerterrein om veiligheidsredenen sneeuw- of ijsvrij moeten worden gemaakt, dient dit met mechanische hulpmiddelen of zand/gravel te gebeuren (1,5 punt).

Indien chemische ontdooiingsmiddelen worden gebruikt, moeten dit middelen zijn die niet meer dan 1 % chloride-ionen (Cl-) bevatten (1 punt) of die de communautaire milieukeur of een andere nationale of regionale milieukeur van ISO-type I (1,5 punt) hebben.

Beoordeling en verificatie: De aanvrager legt een uitvoerige toelichting over waaruit blijkt hoe het kampeerterrein aan dit criterium voldoet, tezamen met relevante ondersteunende documentatie.

67.   Vermelding van de hardheid van het water (1 punt)

Bij sanitaire ruimten, wasmachines en afwasmachines moet informatie over de plaatselijke waterhardheid worden verstrekt zodat gasten en personeel een beter gebruik van schoonmaakmiddelen kunnen maken, of er moet een automatisch doseringssysteem worden toegepast dat een optimaal gebruik van schoonmaakmiddelen aan de hand van de waterhardheid mogelijk maakt.

Beoordeling en verificatie: De aanvrager legt een verklaring van conformiteit met dit criterium over, tezamen met relevante documentatie waaruit blijkt hoe de gast wordt geïnformeerd.

68.   Waterbesparende urinoirs (1,5 punt)

Ten minste 50 % van alle urinoirs moet een systeem zonder water gebruiken of alle urinoirs moeten een handmatig/elektronisch doorspoelsysteem hebben waardoor het mogelijk is dat elk urinoir afzonderlijk en alleen bij gebruik wordt doorgespoeld.

Beoordeling en verificatie: De aanvrager legt uitgebreide ondersteunende documentatie over waaruit blijkt hoe het kampeerterrein aan dit criterium voldoet.

69.   Gebruik van inheemse soorten voor nieuwe groenvoorzieningen (1 punt)

De bomen en struiken die voor de beplanting van groenvoorzieningen worden gebruikt, moeten tot de inheemse soorten behoren.

Beoordeling en verificatie: De aanvrager legt de relevante specificatie over, waaruit blijkt hoe het kampeerterrein aan dit criterium voldoet, tezamen met passende ondersteunende documentatie van een deskundige.

70.   Verschonen van handdoeken en lakens (1 punt)

De gast moet worden geïnformeerd over het milieubeleid op het kampeerterrein, dat inhoudt dat lakens en handdoeken in verhuurde onderkomens hetzij op verzoek van de gast worden verschoond, hetzij eenmaal per week in onderkomens van een lagere categorie en tweemaal per week in onderkomens van een hogere categorie. Dit geldt alleen voor verhuurde onderkomens waar de verstrekking van handdoeken en/of lakens bij de dienst is inbegrepen.

Beoordeling en verificatie: De aanvrager legt een verklaring van conformiteit met dit criterium over, tezamen met relevante documentatie waaruit blijkt hoe de gast wordt geïnformeerd.

GEVAARLIJKE CHEMICALIËN

71.   Schoonmaakmiddelen (maximaal 4 punten)

Aan ten minste 80 gewichtspercent van alle door het kampeerterrein gebruikte handafwasmiddelen en/of machineafwasmiddelen en/of wasmiddelen en/of allesreinigers moet de communautaire milieukeur of een andere nationale of regionale milieukeur van ISO-type I zijn toegekend (1 punt voor elke van deze vier categorieën schoonmaakmiddelen).

Beoordeling en verificatie: De aanvrager legt gegevens en documentatie (inclusief relevante facturen) over waaruit blijkt in welke hoeveelheden deze producten zijn gebruikt en aan welke hoeveelheden een milieukeur is toegekend.

72.   Verven en vernissen voor gebruik binnenshuis (1 punt)

Ten minste 50 % van het binnenschilderwerk van de voorzieningen en de verhuurde onderkomens, met uitsluiting van verhuurde caravans en mobilhomes, moet gebeuren met binnenverven en vernissen waaraan de communautaire milieukeur of een andere nationale of regionale milieukeur van ISO-type I is toegekend.

Beoordeling en verificatie: De aanvrager legt gegevens en documentatie (inclusief relevante facturen) over waaruit blijkt welke hoeveelheden van deze producten zijn gebruikt en welke hoeveelheden een milieukeur hebben.

73.   Autowassen alleen in speciaal toegeruste zones (1 punt)

Autowassen wordt niet toegestaan, of wordt alleen toegestaan in zones die speciaal zijn toegerust om het gebruikte water en de schoonmaakmiddelen op te vangen en af te voeren naar de riolering.

Beoordeling en verificatie: De aanvrager legt een verklaring van conformiteit met dit criterium over, tezamen met passende ondersteunende documentatie.

74.   Bevordering van alternatieven voor kunstmatige aanmaakproducten voor barbecues (1 punt)

De winkels mogen geen kunstmatige aanmaakproducten voor barbecues, maar uitsluitend alternatieve producten zoals raapzaadolie en hennepproducten verkopen.

Beoordeling en verificatie: De aanvrager legt een verklaring van conformiteit met dit criterium over.

75.   Dosering van in zwembaden gebruikte ontsmettingsmiddelen (1 punt)

Het zwembad moet zijn voorzien van een automatisch doseringssysteem waardoor steeds de minimaal vereiste hoeveelheid desinfectans voor een optimaal hygiënisch resultaat wordt gebruikt.

Beoordeling en verificatie: De aanvrager verschaft technische documentatie over het automatische doseringssysteem.

76.   Mechanisch reinigen (1 punt)

Het kampeerterrein moet nauwkeurig vastgestelde reinigingsprocedures zonder chemicaliën hebben, zoals het gebruik van microvezelproducten of andere niet-chemische schoonmaakmiddelen of -activiteiten met soortgelijke resultaten.

Beoordeling en verificatie: De aanvrager legt een uitvoerige toelichting over waaruit blijkt hoe het kampeerterrein aan dit criterium voldoet, tezamen met passende ondersteunende documentatie voorzover relevant.

77.   Biologisch tuinieren (2 punten)

De openluchtzones moeten worden beheerd zonder gebruikmaking van bestrijdingsmiddelen of in overeenstemming met de beginselen van de biologische landbouw als bepaald in Verordening (EEG) nr. 2092/91 van de Raad van 24 juni 1991 inzake de biologische productiemethode en aanduidingen dienaangaande op landbouwproducten en levensmiddelen (13) en latere wijzigingen hierop, dan wel als bepaald in het nationale recht of als vastgesteld in erkende nationale programma's voor biologische landbouw.

Beoordeling en verificatie: De aanvrager legt een uitvoerige toelichting over waaruit blijkt hoe het kampeerterrein aan dit criterium voldoet, tezamen met passende ondersteunende documentatie voorzover relevant.

78.   Insecticiden en pesticiden (maximaal 2 punten)

Het ontwerp van de gebouwen en de hygiënische praktijken (zoals het bouwen op palen om ratten te weren en het gebruik van insectenwerende netten en gordijnen) moeten erop zijn gericht dat het gebruik van insecticiden en pesticiden tot een absoluut minimum kan worden beperkt (1 punt).

Indien insecticiden en pesticiden worden gebruikt, moeten dit middelen zijn die zijn toegelaten voor biologische landbouw (zoals bepaald in Verordening (EEG) nr. 2092/91) of die de communautaire milieukeur of een andere nationale of regionale milieukeur van ISO-type I (1 punt) hebben.

Beoordeling en verificatie: De aanvrager legt een uitvoerige toelichting over waaruit blijkt hoe het kampeerterrein aan dit criterium voldoet, tezamen met passende ondersteunende documentatie voorzover relevant.

AFVAL

79.   Compostering (maximaal 3 punten)

Op het kampeerterrein moet het organisch afval worden gescheiden (tuinafval 2 punten; keukenafval 1 punt) en moet worden gezorgd dat dit wordt gecomposteerd in overeenstemming met de plaatselijk geldende richtsnoeren (bv. via de lokale overheid, op het kampeerterrein zelf of door een particulier bedrijf).

Beoordeling en verificatie: De aanvrager legt een uitvoerige toelichting over waaruit blijkt hoe het kampeerterrein aan dit criterium voldoet, tezamen met passende ondersteunende documentatie voorzover relevant.

80.   Dranken in wegwerpblikjes (2 punten)

Tenzij zulks wettelijk vereist is, mogen dranken in wegwerpblikjes niet worden aangeboden op plaatsen in eigendom of onder rechtstreeks beheer van de eigenaar van het kampeerterrein.

Beoordeling en verificatie: De aanvrager legt een verklaring van conformiteit met dit criterium over en geeft hierbij aan welke producten in wegwerpverpakking worden gebruikt, en op grond van welke wetgeving dit gebeurt.

81.   Ontbijt en ander voedsel in portieverpakkingen en wegwerpartikelen (2 punten)

Bij het serveren van ontbijt en ander voedsel mogen geen portieverpakkingen en geen wegwerpservies en -bestek worden gebruikt.

Beoordeling en verificatie: De aanvrager legt een uitvoerige toelichting over waaruit blijkt hoe het kampeerterrein aan dit criterium voldoet, tezamen met ondersteunende documentatie terzake.

82.   Verwijdering van olie/vet (maximaal 3 punten)

Er moeten vetscheiders worden geïnstalleerd, en voor bakken en frituren gebruikte vetten en oliën moeten op passende wijze worden verzameld en verwijderd (2 punten). De gasten worden in de gelegenheid gesteld om door henzelf gebruikte vetten/oliën op passende wijze te verwijderen (1 punt).

Beoordeling en verificatie: De aanvrager legt een uitvoerige toelichting over waaruit blijkt hoe het kampeerterrein aan dit criterium voldoet, tezamen met passende ondersteunende documentatie.

83.   Gelekte vloeistoffen op de parkeerplaats (1 punt)

Olie en soortgelijke gelekte vloeistoffen van voertuigen op de parkeerplaats moeten worden ingezameld en op passende wijze verwijderd.

Beoordeling en verificatie: De aanvrager legt een uitvoerige toelichting over waaruit blijkt hoe het kampeerterrein aan dit criterium voldoet, tezamen met passende ondersteunende documentatie.

84.   Gebruikt textiel, meubilair en andere materialen (3 punten)

Gebruikte meubelen, textielgoederen en andere materialen zoals elektronische apparatuur moeten worden verkocht of weggegeven aan liefdadigheidsinstellingen of andere organisaties die dergelijke goederen inzamelen en herverdelen.

Beoordeling en verificatie: De aanvrager legt een uitvoerige toelichting over waaruit blijkt hoe het kampeerterrein aan dit criterium voldoet, tezamen met ondersteunende documentatie van de organisaties in kwestie.

ANDERE DIENSTEN

85.   Reglementering van het verkeer op het kampeerterrein (1 punt)

Alle verkeer (gasten en onderhoud/vervoer) op het kampeerterrein moet worden beperkt tot vastgestelde tijden en zones.

Beoordeling en verificatie: De aanvrager legt een uitvoerige toelichting over waaruit blijkt hoe het kampeerterrein aan dit criterium voldoet, tezamen met passende ondersteunende documentatie.

86.   Dienstverkeer van het kampeerterrein (1 punt)

Voor het dienstverkeer (vervoer en onderhoud) mogen op het kampeerterrein geen voertuigen met verbrandingsmotor worden gebruikt.

Beoordeling en verificatie: De aanvrager legt een toelichting over waaruit blijkt hoe het kampeerterrein aan dit criterium voldoet, tezamen met passende ondersteunende documentatie.

87.   Bagage- en boodschappenwagentjes op het kampeerterrein (1 punt)

Voor het vervoer van bagage en boodschappen op het kampeerterrein worden wagentjes of andere niet-gemotoriseerde vervoermiddelen gratis aan de gasten ter beschikking gesteld.

Beoordeling en verificatie: De aanvrager legt een toelichting over waaruit blijkt hoe het kampeerterrein aan dit criterium voldoet, tezamen met passende ondersteunende documentatie.

88.   Onverharde oppervlakten (1 punt)

Ten minste 90 % van de oppervlakte van het kampeerterrein mag niet zijn verhard met asfalt, cement of ander materiaal dat een behoorlijke afwatering en doorluchting van de bodem verhindert.

Beoordeling en verificatie: De aanvrager legt een toelichting over waaruit blijkt hoe het kampeerterrein aan dit criterium voldoet, tezamen met passende ondersteunende documentatie.

89.   Dakbegroeiing (1,5 punt)

Ten minste 50 % van de gebouwen op het kampeerterrein met een hiervoor geschikt dak (plat of met een geringe helling) moet zijn begroeid met gras of planten.

Beoordeling en verificatie: De aanvrager legt een toelichting over waaruit blijkt hoe het kampeerterrein aan dit criterium voldoet, tezamen met passende ondersteunende documentatie.

90.   Milieucommunicatie en -educatie (maximaal 3 punten)

De beheerder van het kampeerterrein moet de gasten via milieucommunicatie en -educatie informeren over biodiversiteit, landschappen en natuurbehoudmaatregelen ter plaatse (1,5 punt). In het activiteitenprogramma voor de gasten moet aandacht worden besteed aan milieu-educatie (1,5 punt).

Beoordeling en verificatie: De aanvrager legt een uitvoerige toelichting over waaruit blijkt hoe het kampeerterrein aan dit criterium voldoet, tezamen met passende ondersteunende documentatie.

91.   Rookverbod in openbare ruimten en in de verhuurde onderkomens (1 punt)

In ten minste 50 % van de openbare binnenruimten en 50 % van de verhuurde onderkomens moet een rookverbod gelden.

Beoordeling en verificatie: De aanvrager dient aan te geven hoeveel ruimten er zijn, om wat voor ruimten het gaat en in welke hiervan roken niet is toegestaan.

92.   Fietsen (1,5 punt)

Er moeten fietsen aan de gasten ter beschikking worden gesteld. (Ten minste twee fietsen per 50 kampeerplaatsen en/of verhuurde onderkomens.)

Beoordeling en verificatie: De aanvrager licht toe hoe het kampeerterrein aan dit criterium voldoet.

93.   Retourflessen of hervulbare flessen (maximaal 3 punten)

Op het kampeerterrein moeten dranken in retourflessen of hervulbare flessen worden aangeboden: frisdranken (1 punt), bier (1 punt), water (1 punt).

Beoordeling en verificatie: De aanvrager legt een uitvoerige toelichting over waaruit blijkt hoe het kampeerterrein aan dit criterium voldoet, tezamen met passende ondersteunende documentatie van de flessenleveranciers.

94.   Papierproducten (maximaal 2 punten)

Aan ten minste 50 % van het gebruikte toilet-/tissuepapier en/of kantoorpapier moet de communautaire milieukeur of een andere nationale of regionale milieukeur van ISO-type I zijn toegekend (1 punt voor elke van deze twee categorieën papierproducten).

Beoordeling en verificatie: De aanvrager legt gegevens en documentatie (inclusief relevante facturen) over waaruit blijkt in welke hoeveelheden deze producten zijn gebruikt en aan welke hoeveelheden een milieukeur is toegekend.

95.   Duurzame goederen (maximaal 3 punten)

Aan ten minste 10 % van elke categorie van de op het kampeerterrein aanwezige duurzame goederen (zoals bedlinnen, handdoeken, tafellinnen, computers, portables, tv's, matrassen, meubelen, wasmachines, vaatwassers, koelkasten, stofzuigers, harde vloerbedekkingen, lampen) moet de communautaire milieukeur, dan wel een andere nationale of regionale milieukeur van ISO-type I zijn toegekend (1 punt voor elke van maximaal drie categorieën duurzame goederen).

Beoordeling en verificatie: De aanvrager legt gegevens en documentatie over waaruit blijkt in welke hoeveelheden deze goederen aanwezig zijn en voor welke hoeveelheden een milieukeur is afgegeven.

96.   Lokale voedselproducten (maximaal 4,5 punten)

Bij iedere maaltijd, met inbegrip van het ontbijt (1,5 punt) en in de winkel (1,5 punt) moeten ten minste twee voedselproducten van lokale oorsprong worden aangeboden.

Voorzover van toepassing moet de consumptie van lokaal met uitsterven bedreigde soorten zoals specifieke vis- en schaaldiersoorten en „bushmeat” (exotisch wild) worden verboden (1,5 punt).

Beoordeling en verificatie: De aanvrager legt een verklaring van conformiteit met dit criterium over, tezamen met passende ondersteunende documentatie.

97.   Biologisch voedsel (maximaal 2 punten)

Van ten minste twee gerechten (1 punt) en van ten minste vier in de winkel verkochte producten (1 punt) moeten de hoofdingrediënten met gebruikmaking van biologische teeltmethoden overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 2092/91 geproduceerd zijn.

Beoordeling en verificatie: De aanvrager legt een verklaring van conformiteit met dit criterium over, tezamen met passende ondersteunende documentatie.

ALGEMEEN BEHEER

98.   EMAS-registratie (3 punten) of ISO-certificering (1,5 punt) van het kampeerterrein

Het kampeerterrein moet zijn geregistreerd in het kader van het communautaire milieubeheer- en auditsysteem (EMAS) (3 punten) of zijn gecertificeerd volgens ISO 14001 (1,5 punt).

Beoordeling en verificatie: De aanvrager levert passend bewijs van de EMAS-registratie of de ISO 14001-certificering.

99.   EMAS-registratie (1,5 punt) of ISO-certificering (1 punt) van leveranciers

Ten minste één van de hoofdleveranciers of dienstverstrekkers van het kampeerterrein moet een EMAS-registratie hebben (1,5 punt) of gecertificeerd zijn volgens ISO 14001 (1 punt).

Beoordeling en verificatie: De aanvrager levert passend bewijs van de EMAS-registratie of de ISO 14001-certificering van ten minste één van de hoofdleveranciers.

100.   Voldoen van subcontractanten aan verplichte criteria (maximaal 2 punten)

Alle subcontractanten voor de twee bijkomende diensten (bereiden en serveren van voedsel, vrijetijdsactiviteiten) moeten ten minste voldoen aan de verplichte criteria van de huidige milieukeur die op de specifieke diensten van toepassing zijn (1 punt voor elke dienst die op het kampeerterrein wordt verricht).

Beoordeling en verificatie: De aanvrager legt passende documentatie van contractuele overeenkomsten met zijn subcontractanten over hun conformiteit met de bindende criteria over.

101.   Energie- en watermeters (maximaal 2 punten)

Het kampeerterrein moet over extra energie- en watermeters beschikken, zodat gegevens over het verbruik van verschillende activiteiten of machines kunnen worden verzameld (1 punt). Elke kampeerplaats moet zijn eigen energie- en watermeter hebben (1 punt).

Beoordeling en verificatie: De aanvrager legt een uitvoerige toelichting over waaruit blijkt hoe het kampeerterrein aan dit criterium voldoet, tezamen met een analyse van de verzamelde gegevens (voorzover reeds beschikbaar).

102.   Aanvullende milieuacties (maximaal 3 punten)

Hetzij:

a)

aanvullende milieuacties (maximaal 1,5 punt per actie, in totaal maximaal 3 punten). De beheerder van het kampeerterrein onderneemt acties in aanvulling op die welke deel uitmaken van de criteria in deze afdeling of in afdeling A om de milieuprestaties van het kampeerterrein te verbeteren. De met de beoordeling van de aanvraag belaste bevoegde instantie moet punten aan deze acties toekennen met een maximum van 1,5 punt per actie.

Beoordeling en verificatie: De aanvrager legt een verklaring van conformiteit met dit criterium over, tezamen met een volledige beschrijving van elke aanvullende actie waarvan de aanvrager wenst dat ze in aanmerking wordt genomen;

hetzij:

b)

milieukeur (3 punten): aan het kampeerterrein moet één van de nationale of regionale milieukeuren van ISO-type I zijn toegekend.

Beoordeling en verificatie: De aanvrager levert passend bewijs van de toekenning van een milieukeur.

(1)  PB L 283 van 27.10.2001, blz. 33.

(2)  PB L 167 van 22.6.1992, blz. 17.

(3)  PB L 86 van 3.4.2002, blz. 26.

(4)  PB L 71 van 10.3.1998, blz. 1.

(5)  PB L 226 van 6.9.2000, blz. 3.

(6)  PB L 170 van 9.7.2003, blz. 10.

(7)  PB L 56 van 4.3.1999, blz. 46.

(8)  PB L 338 van 28.12.1996, blz. 85.

(9)  PB L 332 van 15.12.2001, blz. 1.

(10)  PB L 136 van 21.6.1995, blz. 28.

(11)  PB L 118 van 7.5.1997, blz. 1.

(12)  PB L 136 van 21.6.1995, blz. 1.

(13)  PB L 198 van 22.7.1991, blz. 1.


29.4.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 108/87


BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 25 april 2005

tot wijziging van Beschikking 2003/526/EG wat betreft maatregelen ter bestrijding van klassieke varkenspest in Frankrijk

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2005) 1249)

(Voor de EER relevante tekst)

(2005/339/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 90/425/EEG van de Raad van 26 juni 1990 inzake veterinaire en zoötechnische controles in het intracommunautaire handelsverkeer in bepaalde levende dieren en producten in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (1), en met name op artikel 10, lid 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Beschikking 2003/526/EG van de Commissie van 18 juli 2003 tot vaststelling van beschermende maatregelen in verband met klassieke varkenspest in bepaalde lidstaten (2) is goedgekeurd als reactie op uitbraken van klassieke varkenspest in bepaalde lidstaten. In de beschikking zijn aanvullende maatregelen ter bestrijding van klassieke varkenspest vastgelegd.

(2)

Frankrijk heeft de Commissie in kennis gesteld van de recente ontwikkeling van de ziekte bij wilde varkens in de Noordelijke Vogezen (Frankrijk). In het licht van de epidemiologische informatie moet het gebied waar maatregelen ter bestrijding van de ziekte van kracht zijn, worden gewijzigd.

(3)

Beschikking 2003/526/EG moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(4)

De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

Deel I, punt 2, van de bijlage bij Beschikking 2003/526/EG wordt vervangen door de tekst van de bijlage.

Artikel 2

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 25 april 2005.

Voor de Commissie

Markos KYPRIANOU

Lid van de Commissie


(1)  PB L 224 van 18.8.1990, blz. 29. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2002/33/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 315 van 19.11.2002, blz. 14).

(2)  PB L 183 van 22.7.2003, blz. 46. Beschikking laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 2005/225/EG (PB L 71 van 17.3.2005, blz. 70).


BIJLAGE

„2)   Frankrijk:

Het grondgebied van de departementen Bas-Rhin en Moselle ten westen van de Rijn en het Rijn-Marne-kanaal, ten noorden van de autosnelweg A4, ten oosten van de Saar en ten zuiden van de Duitse grens en de gemeenten Holtzheim, Lingolsheim en Eckbolsheim.”


Besluiten aangenomen krachtens titel V van het Verdrag betreffende de Europese Unie

29.4.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 108/88


GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT 2005/340/GBVB VAN DE RAAD

van 25 april 2005

tot verlenging van de beperkende maatregelen tegen Birma/Myanmar en tot wijziging van Gemeenschappelijk Standpunt 2004/423/GBVB

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name op artikel 15,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Raad heeft op 26 april 2004 Gemeenschappelijk Standpunt 2004/423/GBVB tot verlenging van de beperkende maatregelen tegen Birma/Myanmar (1) vastgesteld.

(2)

De Raad heeft op 25 oktober 2004 Gemeenschappelijk Standpunt 2004/730/GBVB inzake bijkomende beperkende maatregelen tegen Birma/Myanmar en tot wijziging van Gemeenschappelijk Standpunt 2004/423/GBVB (2) vastgesteld.

(3)

De Raad heeft op 21 februari 2005 Gemeenschappelijk Standpunt 2005/149/GBVB tot wijziging van bijlage II van Gemeenschappelijk Standpunt 2004/423/GBVB (3) vastgesteld.

(4)

De Raad memoreert haar standpunt met betrekking tot de politieke situatie in Birma/Myanmar en zij is van oordeel dat de recente ontwikkelingen geen opheffing van de beperkende maatregelen rechtvaardigen.

(5)

De beperkende maatregelen tegen Birma/Myanmar genoemd in Gemeenschappelijk Standpunt 2004/423/GBVB, zoals gewijzigd bij de Gemeenschappelijke Standpunten 2004/730/GBVB en 2005/149/GBVB, moeten derhalve van kracht blijven.

(6)

De Raad is van oordeel dat de bij Gemeenschappelijk Standpunt 2004/423/GBVB opgelegde maatregelen tegen personen die dicht bij het regime van Birma/Myanmar staan en hun gezinsleden, in beginsel, niet tegen kinderen onder 18 jaar mogen zijn gericht.

(7)

Er moeten technische wijzigingen worden aangebracht in de lijsten van de bijlage bij Gemeenschappelijk Standpunt 2004/423/GBVB.

(8)

In geval van een gevoelige verbetering van de algemene politieke situatie in Birma/Myanmar zal, nadat de Raad de ontwikkelingen heeft geëvalueerd, worden overwogen de bedoelde beperkende maatregelen op te schorten en de samenwerking met Birma/Myanmar geleidelijk te hervatten.

(9)

Een optreden van de Gemeenschap is nodig om enkele van deze maatregelen uit te voeren,

HEEFT HET VOLGENDE GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT VASTGESTELD:

Artikel 1

De bijlagen I en II van Gemeenschappelijk Standpunt 2004/423/GBVB worden vervangen door de bijlagen I en II van het onderhavige gemeenschappelijk standpunt.

Artikel 2

Gemeenschappelijk Standpunt 2004/423/GBVB wordt voor een periode van 12 maanden verlengd.

Artikel 3

Dit gemeenschappelijk standpunt treedt in werking op de dag van zijn vaststelling.

Artikel 4

Dit gemeenschappelijk standpunt wordt in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakt.

Gedaan te Luxemburg, 25 april 2005.

Voor de Raad

De voorzitter

J. ASSELBORN


(1)  PB L 125 van 28.4.2004, blz. 61. Gemeenschappelijk standpunt laatstelijk gewijzigd bij Gemeenschappelijk Standpunt 2005/149/GBVB (PB L 49 van 22.2.2005, blz. 37).

(2)  PB L 323 van 26.10.2004, blz. 17.

(3)  PB L 49 van 22.2.2005, blz. 37.


BIJLAGE I

„BIJLAGE I

Lijst bedoeld in de artikelen 6, 7 en 9

Toelichtende noot:

1.

U is het Birmese equivalent van het Nederlandse „de heer” en Daw dat van „mevrouw”.

A.   NATIONALE RAAD VOOR VREDE EN ONTWIKKELING (SPDC)

 

Naam (voornaam, familienaam, geslacht)

Nadere gegevens (eventuele aliassen, functie/titel, geboortedatum en -plaats (geb. & gpl), nummer paspoort/identiteitsbewijs, echtgeno(o)t(e) of zoon/dochter van …)

A1a

Opperbevelhebber generaal Than Shwe

Voorzitter; geb. 2.2.1933

A1b

Kyaing Kyaing

Echtgenote van opperbevelhebber gen. Than Shwe

A1c

Thandar Shwe

Dochter van opperbevelhebber gen. Than Shwe

A1d

Khin Pyone Shwe

Dochter van opperbevelhebber gen. Than Shwe

A1e

Aye Aye Thit Shwe

Dochter van opperbevelhebber gen. Than Shwe

A1f

Tun Naing Shwe

ook bekend onder de naam Tun Tun Naing, zoon van Than Shwe

A1g

Khin Thanda

Echtgenote van Tun Naing Shwe

A1h

Kyaing San Shwe

Zoon van Than Shwe

A1i

Dr Khin Win Sein

Echtgenote van Kyaing San Shwe

A1j

Thant Zaw Shwe

ook bekend onder de naam Maung Maung, zoon van Than Shwe

A1k

Dewar Shwe

Dochter van Than Shwe

A1l

Kyi Kyi Shwe

Dochter van Than Shwe

A2a

Vice-opperbevelhebber gen. Maung Aye

Vice-voorzitter; geb. 25.12.1937

A2b

Mya Mya San

Echtgenote van vice-opperbevelhebber gen. Maung Aye

A2c

Nandar Aye

Dochter van vice-opperbevelhebber gen. Maung Aye, echtgenote van majoor Pye Aung (D17d)

A3a

Generaal Thura Shwe Mann

Chef Staf, coördinator speciale operaties (land-, zee- en luchtmacht)

A3b

Khin Lay Thet

Echtgenote van Shwe Mann

A3c

Aung Thet Mann

Zoon van gen. Thura Shwe Mann, Ayeya Shwe Wa Company

A3d

Toe Naing Mann

Zoon van Shwe Mann

A3e

Zay Zin Latt

Echtgenote van Toe Naing Mann; dochter van Khin Shwe (ref. L1) geb. 24.3.1981

A3f

Shwe Mann Ko Ko

Zoon van generaal Thura Shwe Mann

A4a

Lt-gen. Soe Win

Premier sinds 19.10.2004. Geboren in 1946

A4b

Than Than Nwe

Echtgenote van Lt-gen. Soe Win

A5a

Lt-gen. Thein Sein

Secretaris 1 (sinds 19.10.2004) & adjudant-generaal

A5b

Khin Khin Win

Echtgenote van Lt-gen. Thein Sein

A6a

Lt-gen. (Thiha Thura) Tin Aung Myint Oo

(Thiha Thura is een titel) Hoofdintendant van de strijdkrachten

A6b

Khin Saw Hnin

Echtgenote van Lt-gen. Thiha Thura Tin Aung Myint Oo

A7a

Lt-gen. Kyaw Win

Hoofd opleiding van de strijdkrachten

A7b

San San Yee

Echtgenote van Lt-gen. Kyaw Win

A7c

Nyi Nyi Aung

Zoon van Lt-gen. Kyaw Win

A7d

San Thida Win

Echtgenote van Nyi Nyi Aung

A7e

Min Nay Kyaw Win

Zoon van Lt-gen. Kyaw Win

A7f

Dr Phone Myint Htun

Zoon van Lt-gen. Kyaw Win

A7g

San Sabai Win

Echtgenote van Dr Phone Myint Htun

A8a

Lt-gen. Tin Aye

Hoofd van de militaire aankoopdienst, voorzitter UMEH

A8b

Kyi Kyi Ohn

Echtgenote van Lt-gen. Tin Aye

A9a

Lt-gen. Ye Myint

Hoofd van het bureau speciale operaties 1 (Kachin, Chin, Sagaing, Magwe, Mandalay)

A9b

Tin Lin Myint

Echtgenote van Lt-gen. Ye Myint; geb. 25.1.1947

A9c

Theingi Ye Myint

Dochter van Lt-gen. Ye Myint

A9d

Aung Zaw Ye Myint

Zoon van Lt-gen. Ye Myint, Yetagun Construction Co

A9e

Kay Khaing Ye Myint

Dochter van Lt-gen. Ye Myint

A10a

Lt-gen. Aung Htwe

Hoofd bureau speciale operaties 2 (Kayah, Shan)

A10b

Khin Hnin Wai

Echtgenote van Lt-gen. Aung Htwe

A11a

Lt-gen. Khin Maung Than

Hoofdbureau speciale operaties 3 (Pegu, Rangoon, Irrawaddy, Arakan)

A11b

Marlar Tint

Echtgenote van Lt-gen. Khin Maung Than

A12a

Lt-gen. Maung Bo

Hoofd bureau speciale operaties 4 (Karen, Mon, Tenasserim)

A12b

Khin Lay Myint

Echtgenote van Lt-gen. Maung Bo


B.   REGIONALE BEVELHEBBERS

 

Naam

Nadere gegevens (incl. commando)

B1a

Gen-maj. Myint Swe

Rangoon (en Hoofd militaire veiligheid)

B1b

Khin Thet Htay

Echtgenote van Gen-maj. Myint Swe

B2a

Gen-maj. Ye Myint

Divisie Centraal-Mandalay

B2b

Myat Ngwe

Echtgenote van Gen-maj. Ye Myint

B3a

Gen-maj. Thar Aye

ook bekend onder de naam Tha Aye, Divisie Noordwest-Sagaing

B3b

Wai Wai Khaing

ook bekend onder de naam Wei Wei Khaing, echtgenote van Gen-maj. Thar Aye

B4a

Gen-maj. Maung Maung Swe

Deelstaat Noord-Kachin

B4b

Tin Tin New

Echtgenote van Gen-maj. Maung Maung Swe

B4c

Ei Thet Thet Swe

Dochter van Gen-maj. Maung Maung Swe

B4d

Kaung Kyaw Swe

Zoon van Gen-maj. Maung Maung Swe

B5a

Gen-maj. Myint Hlaing

Deelstaat Noordoost-Shan (Noorden)

B5b

Khin Thant Sin

ook bekend onder de naam Khin Thant Zin, echtgenote van Gen-maj. Myint Hlaing

B6a

Gen-maj. Khin Zaw

Deelstaat Shan-driehoek (Oosten)

B6b

Khin Pyone Win

Echtgenote van Gen-maj. Khin Zaw

B6c

Kyi Tha Khin Zaw

Zoon van Gen-maj. Khin Zaw

B6d

Su Khin Zaw

Dochter van Gen-maj. Khin Zaw

B7a

Gen-maj. Khin Maung Myint

Deelstaat Oost-Shan (Zuiden)

B7b

Win Win Nu

Echtgenote van Gen-maj. Khin Maung Myint

B8a

Gen-maj. Thura Myint Aung

Deelstaat Zuidoost-Mon

B8b

Than Than New

Echtgenote van Gen-maj. Thura Myint Aung

B9a

Gen-maj. Ohn Myint

Divisie Tenasserim/kust

B9b

Nu Nu Swe

Echtgenote van Gen-maj. Ohn Myint

B10a

Gen-maj. Ko Ko

Divisie Zuid-Pegu

B10b

Sao Nwan Khun Sum

Echtgenote van Gen-maj. Ko Ko

B11a

Gen-maj. Soe Naing

Divisie Zuidwest-Irrawaddy

B11b

Tin Tin Latt

Echtgenote van Gen-maj. Soe Naing

B12a

Brig Gen Min Aung Hlaing

Deelstaat West-Arakan


C.   REGIONALE VICE-BEVELHEBBERS

 

Naam

Nadere gegevens (incl. commando)

C1a

Brig-gen. Wai Lwin

Yangon

C1b

Swe Swe Oo

Echtgenote van Brig-gen. Wai Lwin

C1c

Wai Phyo

Zoon van Brig-gen. Wai Lwin

C1d

Lwin Yamin

Dochter van Brig-gen. Wai Lwin

C2a

Brig-gen. Nay Win

Centrum

C2b

Nan Aye Mya

Echtgenote van Brig-gen. Nay Win

C3a

Brig-gen. Tin Maung Ohn

Noordwesten

C4a

Brig-gen. San Tun

Noorden

C4b

Tin Sein

Echtgenote van Brig-gen. San Tun

C5a

Brig-gen. Hla Myint

Noordoosten

C5b

Su Su Hlaing

Echtgenote van Brig-gen. Hla Myint

C7a

Brig-gen. Win Myint

Oosten

C8a

Brig-gen. Myo Hla

Zuidoosten

C8b

Khin Hnin Aye

Echtgenote van Brig-gen. Myo Hla

C9a

Brig-gen. Hone Ngaing

ook bekend onder de naam Hon Ngai , Kust

C10a

Brig-gen. Thura Maung Ni

Zuiden

C10b

Nan Myint Sein

Echtgenote van Brig-gen. Thura Maung Ni

C11a

Brig-gen. Tint Swe

Zuidwesten

C11b

Khin Thaung

Echtgenote van Brig-gen. Tint Swe

C11c

Ye Min

ook bekend onder de naam Ye Kyaw Swar Swe, zoon van Brig-gen. Tint Swe

C11d

Su Mon Swe

Echtgenote van Ye Min

C12a

Brig-gen. Tin Hlaing

Westen


D.   MINISTERS

 

Naam

Nadere gegevens (incl. ministerie)

D1a

Than Shwe

Kabinet van de premier

D1b

Yin Yin Mya

Echtgenote van U Than Shwe

D2a

Brig-gen. Pyi Sone

Kabinet van de premier sinds 18.9.2004 (voordien Handel)

D2b

Aye Pyay Wai Khin

Echtgenote van Brig-gen. Pyi Sone

D2c

Kalyar Pyay Wai Shan

Dochter van Brig-gen. Pyi Sone, echtgenoot (overleden): majoor Kyaw San Win

D2d

Pan Thara Pyay Shan

Dochter van Brig-gen. Pyi Sone

D3a

Gen-maj. Htay Oo

Landbouw en Irrigatie sinds 18.9.2004 (voordien Coöperaties sinds 25.8.2003)

D3b

Ni Ni Win

Echtgenote van Gen-maj. Htay Oo

D4a

Brig-gen. Tin Naing Thein

Handel (sinds 18.9.2004, voordien vice-minister van Bosbouw)

D4b

Aye Aye

Echtgenote van Brig-gen. Tin Naing Thein

D5a

Gen-maj. Saw Tun

Bouwkunde, geb. 8.5.1935

D5b

Myint Myint Ko

Echtgenote van Gen-maj. Saw Tun, geb. 11.1.1945

D5c

Me Me Tun

Dochter van Gen-maj. Saw Tun; geb. 26.10.1967 Paspoort 415194

D5d

Maung Maung Lwin

Echtgenote van Me Me Tun; geb. 2.1.1969

D6a

Kol. Zaw Min

Coöperaties sinds 18.9.2004, voordien voorzitter Magwe PDC

D6b

Khin Mi Mi

Echtgenote van kolonel Zaw Min

D7a

Gen-maj. Kyi Aung

Cultuur

D7b

Khin Khin Lay

Echtgenote van Gen-maj. Kyi Aung

D8a

Than Aung

Onderwijs

D8b

Win Shwe

Echtgenote van U Than Aung

D9a

Gen-maj. Tin Htut

Elektriciteitsvoorziening

D9b

Tin Tin Nyunt

Echtgenote van Gen-maj. Tin Htut

D10a

Brig-gen. Lun Thi

Energie

D10b

Khin Mar Aye

Echtgenote van Brig-gen. Lun Thi

D10c

Mya Sein Aye

Dochter van Brig-gen. Lun Thi

D10d

Zin Maung Lun

Zoon van Brig-gen. Lun Thi

D10e

Zar Chi Ko

Echtgenote van Zin Maung Lun

D11a

Gen-maj. Hla Tun

Financiën en Belastingen

D11b

Khin Than Win

Echtgenote van Gen-maj. Hla Tun

D12a

U Nyan Win

Buitenlandse Zaken sinds 18.9.2004, voordien plaatsvervangend hoofd opleiding strijdkrachten, geb. 22.1.1953

D12b

Myint Myint Soe

Echtgenote van U Nyan Win

D13a

Brig-gen. Thein Aung

Bosbouw

D13b

Khin Htay Myint

Echtgenote van Brig-gen. Thein Aung

D14a

Prof. Dr. Kyaw Myint

Volksgezondheid

D14b

Nilar Thaw

Echtgenote van Prof. Dr. Kyaw Myint

D15a

Gen-maj. Maung Oo

Binnenlandse Zaken

D15b

Nyunt Nyunt Oo

Echtgenote van Gen-maj. Maung Oo

D16a

Gen-maj. Sein Htwa

Ministerie van Immigratie en Bevolking, alsmede Ministerie van Sociale Zaken, Bijstand en Hervestiging

D16b

Khin Aye

Echtgenote van Gen-maj. Sein Htwa

D17a

Aung Thaung

Industrie 1

D17b

Khin Khin Yi

Echtgenote van U Aung Thaung

D17c

Captain Nay Aung

Zoon van U Aung Thaung

D17d

Major Pyi Aung

ook bekend onder de naam Pye Aung, zoon van U Aung Thaung (gehuwd met A2c)

D17e

Major Moe Aung

Zoon van U Aung Thaung

D17f

Dr. Thu Nandi Aung

Dochter van Aung Thaung

D18a

Gen-maj. Saw Lwin

Industrie 2

D18b

Moe Moe Myint

Echtgenote van Gen-maj. Saw Lwin

D19a

Brig-gen. Kyaw Hsan

Informatie

D19b

Kyi Kyi Win

Echtgenote van Brig-gen. Kyaw Hsan

D20a

Brig-gen. Maung Maung Thein

Veeteelt en Visserij

D20b

Myint Myint Aye

Echtgenote van Brig-gen. Maung Maung Thein

D20c

Min Thein

Zoon van Brig-gen. Maung Maung Thein

D21a

Brig-gen. Ohn Myint

Mijnbouw

D21b

San San

Echtgenote van Brig-gen. Ohn Myint

D21c

Thet Naing Oo

Zoon van Brig-gen. Ohn Myint

D21d

Min Thet Oo

Zoon van Brig-gen. Ohn Myint

D22a

Soe Tha

Nationale Planning en Economische Ontwikkeling

D22b

Kyu Kyu Win

Echtgenote van U Soe Tha

D22c

Kyaw Myat Soe

Zoon van U Soe Tha

D22d

Wei Wei Lay

Echtgenote van Kyaw Myat Soe

D23a

Kol. Thein Nyunt

Vooruitgang in Grensgebieden, Etnische Groepen en Ontwikkeling

D23b

Kyin Khaing

Echtgenote van Kol. Thein Nyunt

D24a

Gen-maj. Aung Min

Spoorvervoer

D24b

Wai Wai Thar

Echtgenote van Gen-maj. Aung Min

D25a

Brig-gen. Thura Myint Maung

Religieuze Zaken

D25b

Aung Kyaw Soe

Zoon van Brig-gen. Thura Myint Maung

D25c

Su Su Sandi

Echtgenote van Aung Kyaw Soe

D25d

Zin Myint Maung

Dochter van Brig-gen. Thura Myint Maung

D26a

(U) Thaung

Wetenschap en Technologie thans Arbeid (sinds 5.11.2004)

D26b

May Kyi Sein

Echtgenote van U Thaung

D27a

Brig-gen. Thura Aye Myint

Sport

D27b

Aye Aye

Echtgenote van Brig-gen. Thura Aye Myint

D27c

Nay Linn

Zoon van Brig-gen. Thura Aye Myint

D28a

Brig-gen. Thein Zaw

Minister van Telecommunicatie, Post en Telegrafie en minister van Hotelwezen en Toerisme

D28b

Mu Mu Win

Echtgenote van Brig-gen. Thein Zaw

D29a

Gen-maj. Thein Swe

Vervoer, sinds 18.9.04 (voordien kabinet van de premier sinds 25.8.2003)

D29b

Mya Theingi

Echtgenote van Gen-maj. Thein Swe


E.   VICE-MINISTERS

 

Naam

Nadere gegevens (incl. ministerie)

E1a

Ohn Myint

Landbouw en Irrigatie

E1b

Thet War

Echtgenote van U Ohn Myint

E2a

Brig-gen. Aung Tun

Handel

E3a

Brig-gen. Myint Thein

Bouwkunde

E3b

Mya Than

Echtgenote van Brig-gen. Myint Thein

E4a

Brig-gen. Soe Win Maung

Cultuur

E4b

Myint Myint Wai

Echtgenote van Brig-gen. Soe Win Maung

E5a

Brig-gen. Khin Maung Win

Defensie

E6a

Gen-maj. Aung Hlaing

Defensie (sinds 23.8.2003)

E6b

Soe San

Zoon van Gen-maj. Aung Hlaing

E7a

Myo Nyunt

Onderwijs

E7b

Marlar Thein

Echtgenote van Myo Nyunt

E8a

Brig-gen. Aung Myo Min

Onderwijs

E8b

Thazin New

Echtgenote van Brig-gen. Aung Myo Min

E9a

Myo Myint

Elektriciteitsvoorziening

E9b

Tin Tin Myint

Echtgenote van Myo Myint

E10a

Brig-gen. Than Htay

Energie (sinds 25.8.2003)

E10b

Soe Wut Yi

Echtgenote van Brig-gen. Than Htay

E11a

Kol. Hla Thein Swe

Financiën en Belastingen

E11b

Thida Win

Echtgenote van Kol. Hla Thein Swe

E12a

Kyaw Thu

Buitenlandse Zaken; geb. 15.8.1949

E12b

Lei Lei Kyi

Echtgenote van U Kyaw Thu

E13a

Maung Myint

Buitenlandse Zaken sinds 18.9.2004

E14a

Prof. Dr. Mya Oo

Volksgezondheid, geb. 25.1.1940

E14b

Tin Tin Mya

Echtgenote van Prof. Dr. Mya Oo

E14c

Dr. Tun Tun Oo

Zoon van Prof. Dr. Mya Oo; geb. 26.7.1965

E14d

Dr. Mya Thuzar

Dochter van Prof. Dr. Mya Oo; geb. 23.9.1971

E14e

Mya Thidar

Dochter van Prof. Dr. Mya Oo; geb. 10.6.1973

E14f

Mya Nandar

Dochter van Prof. Dr. Mya Oo; geb. 29.5.1976

E15a

Brig-gen. Phone Swe

Binnenlandse Zaken (sinds 25.8.2003)

E15b

San San Wai

Echtgenote van Brig-gen. Phone Swe

E16a

Brig-gen. Aye Myint Kyu

Hotelwezen en Toerisme

E16b

Khin Swe Myint

Echtgenote van Brig-gen. Aye Myint Kyu

E17a

Maung Aung

Immigratie en Bevolking

E17b

Hmwe Hmwe

Echtgenote van Maung Aung

E18a

Brig-gen. Thein Tun

Industrie 1

E19a

Lt-Kol. Khin Maung Kyaw

Industrie 2

E19b

Mi Mi Wai

Echtgenote van Lt-kol. Khin Maung Kyaw

E20a

Brig-gen. Aung Thein

Informatie

E20b

Tin Tin New

Echtgenote van Brig-gen. Aung Thein

E21a

Thein Sein

Informatie, lid van USDA CEC

E21b

Khin Khin Wai

Echtgenote van U Thein Sein

E21c

Thein Aung Thaw

Zoon van U Thein Sein

E21d

Su Su Cho

Echtgenote van Thein Aung Thaw

E22a

Brig-gen. Win Sein

Arbeid

E22b

Wai Wai Linn

Echtgenote van Brig-gen. Win Sein

E23a

Myint Thein

Mijnbouw

E23b

Khin May San

Echtgenote van U Myint Thein

E24a

Kol. Tin Ngwe

Vooruitgang in Grensgebieden, Etnische Groepen en Ontwikkeling

E24b

Khin Mya Chit

Echtgenote van Kol. Tin Ngwe

E25a

Brig-gen. Than Tun

Vooruitgang in Grensgebieden, Etnische Groepen en Ontwikkeling

E25b

May Than Tun

Dochter van Brig-gen. Than Tun; geb. 25.6.1970

E25c

Ye Htun Myat

Echtgenote van May Than Tun

E26a

(Thura U) Thaung Lwin

(Thura is een titel) Spoorvervoer

E26b

Dr. Yi Yi Htwe

Echtgenote van Thura U Thaung Lwin

E27a

Brig-gen. (Thura) Aung Ko

(Thura is een titel) Religieuze Zaken, lid van USDA CEC

E27b

Myint Myint Yee

ook bekend onder de naam Yi Yi Myint, echtgenote van Brig-gen. Thura Aung Ko

E28a

Kyaw Soe

Wetenschap en Technologie

E29a

Dr. Chan Nyein

Wetenschap en Technologie

E29b

Sandar Aung

Echtgenote van Dr. Chan Nyein

E30a

Brig-gen. Kyaw Myint

Sociale Zaken, Bijstand en Hervestiging

E30b

Khin Nwe Nwe

Echtgenote van Brig-gen. Kyaw Myint

E31a

Pe Than

Min. van Vervoer en min. van Spoorvervoer

E31b

Cho Cho Tun

Echtgenote van U Pe Than

E32a

Kol. Nyan Tun Aung

Vervoer


F.   OVERIGE GEZAGSDRAGERS OP HET GEBIED VAN TOERISME

 

Naam

Nadere gegevens (incl. functie)

F1a

Kap. (b.d.) Htay Aung

Directeur-generaal directoraat Hotels en Toerisme (Directeur, Birmaanse Hotels en Toerismediensten tot augustus 2004)

F2

Tin Maung Shwe

Plaatsvervangend directeur-generaal, directoraat Hotels en Toerisme

F3

Soe Thein

Directeur, Birmaanse Hotels en Toerismediensten sinds oktober 2004 (voordien General Manager)

F4

Khin Maung Soe

General Manager

F5

Tint Swe

General Manager

F6

Lt-Kol. Yan Naing

General Manager, ministerie van Hotelwezen en Toerisme

F7

Nyunt Nyunt Than

Directeur Toerismepromotie, ministerie van Hotelwezen en Toerisme (vrouw)


G.   HOGE MILITAIRE OFFICIEREN (brigadegeneraal en hoger)

 

Naam

Nadere gegevens (incl. functie)

G1a

Gen-maj. Hla Shwe

Plaatsvervangend adjudant-generaal

G3a

Gen-maj. Soe Maung

Rechter-advocaat-generaal

G4a

Brig-gen. Thein Htaik

ook bekend onder de naam Hteik, Inspecteur-generaal

G5a

Gen-maj. Saw Hla

Provoost-Maarschalk

G6a

Maj Gen Khin Maung Tun

Plaatsvervangend hoofdintendant strijdkrachten

G7a

Gen-maj. Lun Maung

Auditeur-generaal

G8a

Gen-maj. Nay Win

Militair Assistent van de voorzitter van de SPDC

G9a

Gen-maj. Hsan Hsint

Generaal militaire benoemingen; geb. 1951

G9b

Khin Ma Lay

Echtgenote van Gen-maj. Hsan Hsint

G9c

Okkar San Sint

Zoon van Gen-maj. Hsan Hsint

G10a

Gen-maj. Hla Aung Thein

Kampcommandant, Rangoon

G10b

Amy Khaing

Echtgenote van Hla Aung Thein

G11a

Gen-maj. Win Myint

Plaatsvervangend hoofd opleiding strijdkrachten

G12a

Gen-maj. Aung Kyi

Plaatsvervangend hoofd opleiding strijdkrachten

G12b

Thet Thet Swe

Echtgenote van Gen-maj. Aung Kyi

G13a

Gen-maj. Moe Hein

Commandant, Nationaal Defensiecollege

G14a

Gen-maj. Khin Aung Myint

Directeur Public Relations en Psychologische Oorlogsvoering, bestuurslid UMEHL

G15a

Maj Gen Thein Tun

Directeur Signalisatie; lid van het bestuurscomité voor de bijeenroeping van de Nationale Conventie

G16a

Gen-maj. Than Htay

Directeur Bevoorrading en Vervoer

G17a

Gen-maj. Khin Maung Tint

Directeur Veiligheidsdrukwerk

G18a

Maj Gen Sein Lin

Directeur, ministerie van Defensie (precieze functie niet bekend; voordien Directeur Bevoorrading)

G19a

Gen-maj. Kyi Win

Directeur Artillerie en Pantsertroepen, bestuurslid UMEHL

G20a

Gen-maj. Tin Tun

Directeur Dienst der genie

G21a

Gen-maj. Aung Thein

Directeur Hervestiging

G22a

Gen-maj. Aye Myint

Ministerie van Defensie

G23a

Brig-gen. Myo Myint

Commandant defensiediensten archief

G24a

Brig-gen. Than Maung

Plaatsvervangend commandant Nationaal Defensiecollege

G25a

Brig-gen. Win Myint

Rector DSTA

G26a

Brig-gen. Than Sein

Commandant, Defensiediensten hospitalen, Mingaladon, geb. 1.2.46, Bago

G26b

Rosy Mya Than

Echtgenote van Brig-gen. Than Sein

G28a

Brig-gen. Than Maung

Directeur volksmilities en grensstrijdkrachten

G29a

Brig-gen. Khin Naing Win

Directeur defensie-industrie

G30a

Brig-gen. Zaw Win

Postcommandant Bahtoo (deelstaat Shan) en Hoofd van gevechtstrainingschool van de defensiediensten (leger)

Zeemacht

G31a

Vice-admiraal Soe Thein

Bevelhebber (zeemacht)

G31b

Khin Aye Kyin

Echtgenote van schout-bij-nacht Soe Thein

G31c

Yimon Aye

Dochter van schout-bij-nacht Soe Thein; geb. 12.7.1980

G31d

Aye Chan

Zoon van schout-bij-nacht Soe Thein; geb. 23.9.1973

G31e

Thida Aye

Dochter van schout-bij-nacht Soe Thein; geb. 23.3.1979

G32a

Commodore Nyan Tun

Chef Staf (zeemacht), bestuurslid UMEHL

Luchtmacht

G33a

Lt-gen. Myat Hein

Bevelhebber (luchtmacht)

G33b

Htwe Htwe Nyunt

Echtgenote van Lt-gen. Myat Hein

G34a

Brig-gen. Ye Chit Pe

Staf C/C luchtmacht, Mingaladon

G35a

Brig-gen. Khin Maung Tin

Commandant luchtvaartschool Shande, Meiktila

G36a

Brig-gen. Zin Yaw

Chef Staf (luchtmacht), bestuurslid UMEHL

Lichte infanteriedivisies (LID)

G37a

Brig-gen. Hla Htay Win

11 LID Yemon

G39a

Brig-gen. Tin Tun Aung

33 LID, Sagaing

G41a

Brig-gen. Thet Oo

55 LID, Kalaw/Aungban

G42a

Brig-gen. Khin Zaw Oo

66 LID, Pyay/Inma

G43a

Brig-gen. Than Htay

77 LID, Bago

G44a

Brig-gen. Aung Than Htut

88 LID, Magwe

Overige brigadegeneralen

G47a

Brig-gen. Htein Win

Post Taikkyi

G48a

Brig-gen. Khin Maung Aye

Postcommandant Meiktila

G49a

Brig-gen. Khin Maung Aye

Commando regionale operaties Kale, Sagaing divisie

G50a

Brig-gen. Khin Zaw Win

Post Khamaukgyi

G51a

Brig-gen. Kyaw Aung

Zuiden MR. Postcommandant Toungoo

G52a

Brig-gen. Kyaw Aung

Commando militaire operaties 8, post Dawei/Tavoy

G53a

Brig-gen. Kyaw Oo Lwin

Commando regionale operaties Tanai

G54a

Brig-gen. Kyaw Thu

Post Phugyi

G55a

Brig-gen. Maung Maung Shein

Kawkareik

G56a

Brig-gen. Min Thein

Commando militaire operaties 3, post Mogaung

G57a

Brig-gen. Mya Win

Commando militaire operaties 10, post Kyigone

G58a

Brig-gen. Mya Win

Kalaw

G59a

Brig-gen. Myo Lwin

Commando militaire operaties 7, post Pekon

G60a

Brig-gen. Myint Soe

Commando militaire operaties 5, post Taungup

G61a

Brig-gen. Myint Aye

Commando militaire operaties 9, post Kyauktaw

G62a

Brig-gen. Nyunt Hlaing

Commando militaire operaties 17, post Mong Pan

G63a

Brig-gen. Ohn Myint

USDA deelstaat Mon, lid CEC

G64a

Brig-gen. Soe New

Commando militaire operaties 21, post Bhamo

G65a

Brig-gen. Soe Oo

Commando militaire operaties 16, post Hsenwi

G66a

Brig-gen. Than Tun

Post Kyaukpadaung

G67a

Brig-gen. Than Win

Commando regionale operaties Laukkai

G68a

Brig-gen. Than Tun Aung

Commando regionale operaties Sittwe

G69a

Brig-gen. Thaung Aye

Post Mongnaung

G70a

Brig-gen. Thaung Htaik

Post Aungban

G71a

Brig-gen. Thein Hteik

Commando militaire operaties 13, post Bokpyin

G72a

Brig-gen. Thura Myint Thein

Commando tactische operaties Namhsan

G72a

Brig-gen. Win Aung

Mong Hsat

G73a

Brig-gen. Myo Tint

Officier met bijzondere dienst, ministerie van Vervoer

G74a

Brig-gen. Thura Sein Thaung

Officier met bijzondere dienst, ministerie van Sociale Zaken

G75a

Brig-gen. Phone Zaw Han

Burgemeester van Mandalay sinds feb. 2005, voordien commandant van Kyaukme

G76a

Brig-gen. Hla Min

Divisie West-Pegu, voorzitter PDC

G77a

Brig-gen. Win Myint

Post Pyinmana


H.   MILITAIRE OFFICIEREN BELAST MET HET GEVANGENISWEZEN EN DE POLITIEDIENSTEN

 

Naam

Nadere gegevens (incl. functie)

H1a

Gen-maj. Khin Yi

DG politie Myanmar

H1b

Khin May Soe

Echtgenote van Gen-maj. Khin Yi

H2a

Brig-gen. van politie Zaw Win

Directeur-generaal dept. gevangeniswezen (min. Binnenlandse Zaken) sinds aug. 2004, voordien plaatsvervangend DG politie Myanmar. Daarvoor legerfunctie.


I.   ASSOCIATIE VOOR UNIE, SOLIDARITEIT EN ONTWIKKELING (USDA) (hoge functionarissen van de USDA die niet elders vermeld staan)

 

Naam

Nadere gegevens (incl. functie)

I1a

Brig-gen. Aung Thein Lin

Majoor en voorzitter van het Comité voor de ontwikkeling van de stad Yangon (Secretaris)

I1b

Khin San New

Echtgenote van Brig-gen. Aung Thein Lin

I1b

Thidar Myo

Dochter van Brig-gen. Aung Thein Lin

I2a

Kol. Maung Par

Vice-majoor van YCDC (lid CEC)

I2b

Khin Nyunt Myaing

Echtgenote van kol. Maung Par

I2c

Naing Win Par

Zoon van kol. Maung Par


J.   PERSONEN DIE VAN HET ECONOMISCH BELEID VAN DE REGERING PROFITEREN

 

Naam

Nadere gegevens (incl. onderneming)

J1a

Tay Za

Directeur, Htoo Trading Co; geb. 18.7.1964; Paspoort 306869 ID-kaart MYGN 006415. Vader: U Myint Swe (6.11.1924) Moeder: Daw Ohn (12.8.1934)

J1b

Thidar Zaw

Echtgenote van U Tay Za; geb. 24.2.1964, ID-kaart KMYT 006865 Paspoort 275107. Ouders: U Zaw Nyunt (+), Daw Htoo (+)

J1c

Pye Phyo Tay Za

Zoon van Tay Za (J1a); geb. 29.1.1987

J2a

Thiha

Broer van Tay Za (J1a); geb. 24.6.1960 Directeur Htoo Trading. Distributeur van London cigarettes (Myawadi Trading)

J3a

Aung Ko Win

ook bekend onder de naam Saya Kyaung, Kanbawza Bank

J3b

Nan Than Htwe

Echtgenote van U Aung Ko Win

J4a

Tun Myint Naing

ook bekend onder de naam Steven Law, Asia World Co.

J4b

(Ng) Seng Hong

Echtgenote van U Tun Myint Naing

J5a

Khin Shwe

Zaykabar Co; geb. 21.1.1952. Zie ook A22, A23

J5b

San San Kywe

Echtgenote van U Khin Shwe

J5c

Zay Thiha

Zoon van U Khin Shwe; geb. 1.1.1977

J6a

Htay Myint

Yuzana Co.; geb. 6.2.1955

J6b

Aye Aye Maw

Echtgenote van U Htay Myint; geb. 17.11.1957

J6c

Zar Chi Htay

Dochter van U Htay Myint; geb. 17.2.1981

J7a

Kyaw Win

Shwe Thanlwin Trading Co.

J7b

Nan Mauk Loung Sai

ook bekend onder de naam Nang Mauk Lao Hsai, echtgenote van Kyaw Win

J8a

Ko Lay

Minister in het kabinet van de premier tot feb. 2004, burgemeester van Rangoon tot aug. 2003

J8b

Khin Khin

Echtgenote van U Ko Lay

J8c

San Min

Zoon van U Ko Lay

J8d

Than Han

Zoon van U Ko Lay

J8e

Khin Thida

Dochter van U Ko Lay;

J8f

Zaw Htun Oo

Echtgenote van Khin Thida; (zoon van wijlen Lt-gen. Sec 2 Tin Oo)

J9a

Aung Phone

Voormalig minister van Bosbouw; geb. 20.11.1939, gepensioneerd sinds juli 03

J9b

Khin Sitt Aye

Echtgenote van U Aung Phone; geb. 14.9.1943

J9c

Sitt Thwe Aung

ook bekend onder de naam Sit Thway Aung, zoon van U Aung Phone; geb. 10.7.1977

J9d

Thin Zar Tun

Echtgenote van Sitt Thwe Aung; geb. 14.4.1978

J9e

Sitt Thaing Aung

ook bekend onder de naam Sit Taing Aung, zoon van U Aung Phone; geb. 13.11.1971

J10a

Gen-maj. Nyunt Tin

Voormalig minister van Landbouw en Irrigatie, gepens. sinds 09/04

J10b

Khin Myo Oo

Echtgenote van Gen-maj. Nyunt Tin

J10c

Kyaw Myo Nyunt

Zoon van Gen-maj. Nyunt Tin

J10d

Thu Thu Ei Han

Dochter van Gen-maj. Nyunt Tin

J11a

Khin Maung Thein

Voormalig minister van Financiën en Belastingen, gepens. 1.2.2003

J11b

Su Su Thein

Echtgenote van U Khin Maung Thein

J11c

Daywar Thein

Zoon van U Khin Maung Thein; geb. 25.12.1960

J11d

Thawdar Thein

Dochter van U Khin Maung Thein; geb. 6.3.1958

J11e

Maung Maung Thein

Zoon van U Khin Maung Thein; geb. 23.10.1963

J11f

Khin Yadana Thein

Dochter van U Khin Maung Thein; geb. 6.5.1968

J11g

Marlar Thein

Dochter van U Khin Maung Thein; geb. 25.2.1965

J11h

Hnwe Thida Thein

Dochter van U Khin Maung Thein; geb. 28.7.1966


K.   ONDERNEMINGEN IN HET BEZIT VAN HET LEGER

 

Naam

Nadere gegevens (incl. onderneming)

K1a

Gen-maj. (b.d.) Win Hlaing

MD, Union of Myanmar Economic Holdings

K1b

Ma Ngeh

Dochter van Gen-maj. (b.d.) Win Hlaing

K1c

Zaw Win Naing

Directeur Kambawza Bank. Echtgenoot van Ma Ngeh (K1b), en neef van Aung Ko Win (J3b)

K1d

Win Htway Hlaing

Zoon van Gen-maj. (b.d.) Win Hlaing, vertegenwoordiger van KESCO company

K2

Kol. Ye Htut

Myanmar Economic Corporation

K3

Kol. Myint Aung

MD Myawaddy Trading Co.

K4

Kol. Myo Myint

MD Bandoola Transportation Co.

K5

Kol. (b.d.) Thant Zin

MD Myanmar Land and Development

K6

Lt-Kol. (b.d.) Maung Maung Aye

UMEHL, Voorzitter Myanmar Breweries

K7

Kol. Aung San

MD Hsinmin Cement Plant Construction Project


L.   VOORMALIGE LEDEN VAN DE SPDC

L1a

General (b.d.) Khin Nyunt

Voormalig premier (aug 2003-okt 2004); geb. 11.10.1939

L1b

Dr Khin Win Shwe

Echtgenote van Khin Nyunt; geb. 6.10.1940

L1c

Dr Ye Naing Win

Zoon van Khin Nyunt

L1d

Thin Le Le Win

Dochter van Khin Nyunt

L1e

Zaw Naing Oo

Zoon van Khin Nyunt”


BIJLAGE II

„BIJLAGE II

Lijst van Birmese staatsondernemingen bedoeld in de artikelen 7 en 10

Naam

Adres

Naam directeur

I.   

UNION OF MYANMAR ECONOMIC HOLDING LTD

UNION OF MYANMAR ECONOMIC HOLDING LTD

189/191 MAHABANDOOLA ROAD

CORNER OF 50th STREET

YANGON

MAJ-GEN WIN HLAING MANAGING DIRECTOR

A.   

INDUSTRIE

1.

MYANMAR RUBY ENTERPRISE

24/26, 2nd FL., SULE PAGODA ROAD,

YANGON

(MIDWAY BANK BUILDING)

 

2.

MYANMAR IMPERIAL JADE CO. LTD

24/26, 2nd FL., SULE PAGODA ROAD,

YANGON

(MIDWAY BANK BUILDING)

 

3.

MYANMAR RUBBER WOOD CO. LTD

 

 

4.

MYANMAR PINEAPPLE JUICE PRODUCTION

 

 

5.

MYAWADDY CLEAN DRINKING WATER SERVICE

4/A, No 3 MAIN ROAD,

MINGALARDON TSP,

YANGON

 

6.

SIN MIN (KING ELEPHANTS) CEMENT FACTORY (KYAUKSE)

189/191 MAHABANDOOLA ROAD,

CORNER OF 50th STREET

YANGON

COL MAUNG MAUNG AYE, MANAGING DIRECTOR

7.

TAILORING SHOP SERVICE

 

 

8.

NGWE PIN LE (SILVER SEA) LIVESTOCK BREEDING AND FISHERY CO.

1093, SHWE TAUNG GYAR ST.

INDUSTRIAL ZONE II,

WARD 63,

SOUTH DAGON TSP,

YANGON

 

9.

GRANITE TILE FACTORY (KYAIKTO)

189/191 MAHABANDOOLA ROAD,

CORNER OF 50th STREET

YANGON

 

10.

SOAP FACTORY (PAUNG)

189/191 MAHABANDOOLA ROAD,

CORNER OF 50th STREET

YANGON

 

B.   

HANDEL

1.

MYAWADDY TRADING LTD

189/191 MAHABANDOOLA ROAD,

CORNER OF 50th STREET

YANGON

COL MYINT AUNG, MANAGING DIRECTOR

C.   

DIENSTEN

1.

MYAWADDY BANK LTD

24-26 SULE PAGODA ROAD,

YANGON

BRIG-GEN. WIN HLAING EN U TUN KYI, DIRECTEUREN

2.

BANDOOLA TRANSPORTATION CO. LTD

399, THIRI MINGALAR ROAD,

INSEIN TSP,

YANGON AND/OR PARAMI ROAD,

SOUTH OKKALAPA,

YANGON

COL MYO MYINT, MANAGING DIRECTOR

3.

MYAWADDY TRAVEL SERVICES

24-26 SULE PAGODA ROAD,

YANGON

 

4.

NAWADAY HOTEL AND TRAVEL SERVICES

335/357, BOGYOKE AUNG SAN ROAD,

PADEBAN TSP,

YANGON

COL (RETD) MAUNG THAUNG, DIRECTOR

5.

MYAWADDY AGRICULTURE SERVICES

189/191 MAHABANDOOLA ROAD,

CORNER OF 50th STREET

YANGON

 

6.

MYANMAR AR (POWER) CONSTRUCTION SERVICES

189/191 MAHABANDOOLA ROAD,

CORNER OF 50th STREET

YANGON

 

GEZAMENLIJKE ONDERNEMINGEN

A.   

INDUSTRIE

1.

MYANMAR SEGAL INTERNATIONAL LTD

PYAY ROAD,

PYINMABIN INDUSTRIAL ZONE,

MINGALARDON TSP,

YANGON

U BE AUNG, MANAGER

2.

MYANMAR DAEWOO INTERNATIONAL

PYAY ROAD,

PYINMABIN INDUSTRIAL ZONE,

MINGALARDON TSP,

YANGON

 

3.

ROTHMAN OF PALL MALL

MYANMAR PRIVATE LTD

No 38, VIRGINIA PARK,

No 3, TRUNK ROAD,

PYINMABIN INDUSTRIAL ZONE,

YANGON

 

4.

MYANMAR BREWERY LTD

No 45, No 3, TRUNK ROAD,

PYINMABIN INDUSTRIAL ZONE,

MINGALARDON TSP,

YANGON

LT-COL (RETD) MAUNG MAUNG AYE, VOORZITTER

5.

MYANMAR POSCO STEEL CO. LTD

PLOT 22, No 3, TRUNK ROAD,

PYINMABIN INDUSTRIAL ZONE,

MINGALARDON TSP,

YANGON

 

6.

MYANMAR NOUVEAU STEEL CO. LTD

No 3, TRUNK ROAD,

PYINMABIN INDUSTRIAL ZONE,

MINGALARDON TSP,

YANGON

 

7.

BERGER PAINT MANUFACTURING CO. LTD

PLOT No 34/A,

PYINMABIN INDUSTRIAL ZONE,

MINGALARDON TSP,

YANGON

 

8.

THE FIRST AUTOMOTIVE CO. LTD

PLOT No 47,

PYINMABIN INDUSTRIAL ZONE,

MINGALARDON TSP,

YANGON

U AYE CHO EN/OF LT-COL TUN MYINT, DIRECTEUR

B.   

DIENSTEN

1.

NATIONAL DEVELOPMENT CORP.

3/A, THAMTHUMAR STREET,

7 MILE,

MAYANGONE TSP,

YANGON

DR. KHIN SHWE, VOORZITTER

2.

HANTHA WADDY GOLF RESORT AND MYODAW (CITY) CLUB LTD

No 1, KONEMYINTTHA STREET,

7 MILE,

MAYANGONE TSP,

YANGON AND THIRI MINGALAR ROAD,

INSEIN TSP,

YANGON

 

II.   

MYANMA ECONOMIC CORPORATION (MEC)

MYANMA ECONOMIC CORPORATION (MEC)

SHWEDAGON PAGODA ROAD

DAGON TSP,

YANGON

COL YE HTUT OF BRIG GEN KYAW WIN, DIRECTEUR

1.

INNWA BANK

554-556, MERCHANT STREET,

CORNER OF 35th STREET,

KYAUKTADA TSP,

YANGON

U YIN SEIN, GENERAL MANAGER

2.

MYAING GALAY (RHINO BRAND) CEMENT FACTORY

FACTORIES DEPT,

MEC HEAD OFFICE,

SHWEDAGON PAGODA ROAD,

DAGON TSP,

YANGON

COL KHIN MAUNG SOE

3.

DAGON BREWERY

555/B, No 4,

HIGHWAY ROAD,

HLAW GAR WARD, SHWE PYI

THAR TSP,

YANGON

 

4.

MEC STEEL MILLS

(HMAW BI/PYI/YWAMA)

FACTORIES DEPT,

MEC HEAD OFFICE,

SHWEDAGON PAGODA ROAD,

DAGON TSP,

YANGON

COL KHIN MAUNG SOE

5.

MEC SUGAR MILL

KANT BALU

 

6.

MEC OXYGEN AND GASES FACTORY

MINDAMA ROAD,

MINGALARDON TSP,

YANGON

 

7.

MEC MARBLE MINE

PYINMANAR

 

8.

MEC MARBLE TILES FACTORY

LOIKAW

 

9.

MEC MYANMAR CABLE WIRE FACTORY

No 48, BAMAW A TWIN WUN ROAD, ZONE (4),

HLAING THAR YAR INDUSTRIAL ZONE,

YANGON

 

10.

MEC SHIP BREAKING SERVICE

THILAWAR, THAN NYIN TSP

 

11.

MEC DISPOSABLE SYRINGE FACTORY

FACTORIES DEPT,

MEC HEAD OFFICE,

SHWEDAGON PAGODA ROAD,

DAGON TSP,

YANGON

 

12.

GYPSUM MINE

THIBAW”

 


Rectificaties

29.4.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 108/107


Rectificatie van Verordening (EG) nr. 645/2005 van de Commissie van 27 april 2005 betreffende de afgifte van invoercertificaten voor rietsuiker in het kader van bepaalde tariefcontingenten en preferentiële overeenkomsten

( Publicatieblad van de Europese Unie L 107 van 28 april 2005 )

Op bladzijde 21, bijlage, tweede tabel „Bijzondere preferentiële suiker — Titel III van Verordening (EG) nr. 1159/2003 — Verkoopseizoen 2004/2005”, in de kolom „Maximumhoeveelheid”, voor India:

te lezen:

„Bereikt”.