ISSN 1725-2598 |
||
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 106 |
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Wetgeving |
48e jaargang |
Inhoud |
|
I Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing |
Bladzijde |
|
|
||
|
|
||
|
|
||
|
* |
||
|
* |
||
|
|
||
|
|
||
|
|
||
|
* |
Richtlijn 2005/30/EG van de Commissie van 22 april 2005 tot wijziging, met het oog op aanpassing aan de technische vooruitgang, van de Richtlijnen 97/24/EG en 2002/24/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de goedkeuring van twee- of driewielige motorvoertuigen ( 1 ) |
|
|
Besluiten aangenomen krachtens titel V van het Verdrag betreffende de Europese Unie |
|
|
* |
||
|
* |
|
|
Rectificaties |
|
|
* |
|
|
|
(1) Voor de EER relevante tekst |
NL |
Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben. Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten. |
I Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing
27.4.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 106/1 |
VERORDENING (EG) Nr. 631/2005 VAN DE COMMISSIE
van 26 april 2005
tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 3223/94 van de Commissie van 21 december 1994 houdende uitvoeringsbepalingen van de invoerregeling voor groenten en fruit (1), en met name op artikel 4, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
In Verordening (EG) nr. 3223/94 zijn op grond van de multilaterale handelsbesprekingen in het kader van de Uruguayronde de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de periodes die in de bijlage bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt. |
(2) |
Op grond van de bovenvermelde criteria moeten de forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld op de in de bijlage bij deze verordening vermelde niveaus, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 3223/94 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld zoals aangegeven in de tabel in de bijlage bij deze verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 27 april 2005.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 26 april 2005.
Voor de Commissie
J. M. SILVA RODRÍGUEZ
Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling
(1) PB L 337 van 24.12.1994, blz. 66. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1947/2002 (PB L 299 van 1.11.2002, blz. 17).
BIJLAGE
bij de verordening van de Commissie van 26 april 2005 tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit
(EUR/100 kg) |
||
GN-code |
Code derde landen (1) |
Forfaitaire invoerwaarde |
0702 00 00 |
052 |
103,6 |
204 |
98,1 |
|
212 |
129,8 |
|
624 |
168,0 |
|
999 |
124,9 |
|
0707 00 05 |
052 |
152,4 |
204 |
76,2 |
|
999 |
114,3 |
|
0709 90 70 |
052 |
99,0 |
204 |
44,2 |
|
999 |
71,6 |
|
0805 10 20 |
052 |
54,4 |
204 |
45,2 |
|
212 |
58,1 |
|
220 |
47,8 |
|
388 |
62,0 |
|
400 |
53,3 |
|
624 |
73,9 |
|
999 |
56,4 |
|
0805 50 10 |
052 |
65,2 |
220 |
65,0 |
|
388 |
67,8 |
|
400 |
69,6 |
|
528 |
65,2 |
|
624 |
67,3 |
|
999 |
66,7 |
|
0808 10 80 |
388 |
86,3 |
400 |
122,8 |
|
404 |
94,3 |
|
508 |
67,2 |
|
512 |
69,4 |
|
524 |
65,9 |
|
528 |
65,1 |
|
720 |
82,6 |
|
804 |
112,9 |
|
999 |
85,2 |
|
0808 20 50 |
388 |
87,9 |
512 |
63,9 |
|
528 |
65,2 |
|
720 |
72,2 |
|
999 |
72,3 |
(1) Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 2081/2003 van de Commissie (PB L 313 van 28.11.2003, blz. 11). De code „999” staat voor „andere oorsprong”.
27.4.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 106/3 |
VERORDENING (EG) Nr. 632/2005 VAN DE COMMISSIE
van 26 april 2005
tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1185/2004 inzake de opening van een permanente openbare inschrijving voor de uitvoer van rogge die in het bezit is van het Duitse interventiebureau
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1784/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (1), en met name op artikel 6,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Verordening (EG) nr. 1185/2004 van de Commissie (2) is een permanente inschrijving geopend voor de uitvoer van rogge die in het bezit is van het Duitse interventiebureau. |
(2) |
In artikel 5, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1185/2004 is het adres vermeld waar de offertes moeten worden ingediend bij het Duitse interventiebureau. Als gevolg van een interne reorganisatie van de administratieve diensten in Duitsland moet dit adres worden gewijzigd. |
(3) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor granen, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Artikel 5, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1185/2004 wordt vervangen door:
„4. De offertes moeten worden ingediend bij het Duitse interventiebureau:
Bundesanstalt für Landwirtschaft und Ernährung (BLE) |
|||
Deichmannsaue 29 |
|||
D-53179 Bonn |
|||
|
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is van toepassing met ingang van 28 april 2005 om 9 uur (plaatselijke tijd Brussel).
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 26 april 2005.
Voor de Commissie
Mariann FISCHER BOEL
Lid van de Commissie
(1) PB L 270 van 21.10.2003, blz. 78.
(2) PB L 227 van 26.6.2004, blz. 11. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1730/2004 (PB L 307 van 5.10.2004, blz. 3).
27.4.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 106/4 |
VERORDENING (EG) Nr. 633/2005 VAN DE COMMISSIE
van 26 april 2005
houdende opening van een inschrijving voor de toekenning van uitvoercertificaten van het A3-stelsel in de sector groenten en fruit (tomaten, sinaasappelen, citroenen en appelen)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 2200/96 van de Raad van 28 oktober 1996 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector groenten en fruit (1), en met name op artikel 35, lid 3, derde alinea,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Verordening (EG) nr. 1961/2001 van de Commissie (2) zijn de uitvoeringsbepalingen voor de uitvoerrestituties in de sector groenten en fruit vastgesteld. |
(2) |
Op grond van artikel 35, lid 1, van Verordening (EG) nr. 2200/96 kan, voorzover dit nodig is om een economisch significante uitvoer mogelijk te maken en binnen de grenzen die voortvloeien uit de overeenkomsten gesloten in overeenstemming met artikel 300 van het Verdrag, een uitvoerrestitutie worden betaald voor de door de Gemeenschap uitgevoerde producten. |
(3) |
Overeenkomstig artikel 35, lid 2, van Verordening (EG) nr. 2200/96 is het dienstig erop toe te zien dat de eerder door de restitutieregeling op gang gebrachte handelsstromen niet worden verstoord. Daarom, en wegens de seizoengebondenheid van de uitvoer van groenten en fruit, moeten contingenten per product worden vastgesteld, op basis van de landbouwproductennomenclatuur voor de uitvoerrestituties zoals vastgesteld bij Verordening (EEG) nr. 3846/87 van de Commissie (3). Deze hoeveelheden moeten worden verdeeld met inachtneming van de bederfelijkheid van de betrokken producten. |
(4) |
Krachtens artikel 35, lid 4, van Verordening (EG) nr. 2200/96 wordt bij de vaststelling van de restituties rekening gehouden met de situatie en de verwachte ontwikkeling met betrekking tot de prijzen van groenten en fruit op de markt van de Gemeenschap en de beschikbare hoeveelheden enerzijds, en de prijzen in de internationale handel anderzijds. Voorts moeten ook de afzet- en vervoerskosten en het economische aspect van de beoogde uitvoer in aanmerking worden genomen. |
(5) |
Overeenkomstig artikel 35, lid 5, van Verordening (EG) nr. 2200/96 wordt bij het bepalen van de marktprijzen van de Gemeenschap rekening gehouden met de prijzen die met het oog op de uitvoer het gunstigst blijken te zijn. |
(6) |
Wegens de omstandigheden in de internationale handel of specifieke vereisten van bepaalde markten, kan het nodig zijn de restitutie voor een bepaald product te differentiëren naar gelang van de bestemming van dat product. |
(7) |
Voor tomaten, sinaasappelen, citroenen en appelen van de kwaliteitsklassen Extra, I en II van de gemeenschappelijke handelsnormen kan de uitvoer economisch significant zijn. |
(8) |
Met het oog op een optimaal gebruik van de beschikbare middelen en gelet op de structuur van de uitvoer van de Gemeenschap is het dienstig een inschrijving te houden, en het indicatieve restitutiebedrag en de verwachte hoeveelheden voor de betrokken periode vast te stellen. |
(9) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor verse groenten en fruit, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
1. Er wordt een inschrijving geopend voor de toekenning van uitvoercertificaten van het A3-stelsel. In de bijlage worden de betrokken producten, de periode voor de indiening van de offertes, de indicatieve eenheidsbedragen van de restitutie en de verwachte hoeveelheden vastgesteld.
2. Certificaten die in het kader van de voedselhulp worden afgegeven, zoals bedoeld in artikel 16 van Verordening (EG) nr. 1291/2000 van de Commissie (4), worden niet afgeboekt op de in de bijlage bij deze verordening bedoelde hoeveelheden.
3. Onverminderd het bepaalde in artikel 5, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1961/2001 bedraagt de geldigheidsduur van de certificaten van het A3-stelsel twee maanden.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 4 mei 2005.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 26 april 2005.
Voor de Commissie
Mariann FISCHER BOEL
Lid van de Commissie
(1) PB L 297 van 21.11.1996, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 47/2003 van de Commissie (PB L 7 van 11.1.2003, blz. 64).
(2) PB L 268 van 9.10.2001, blz. 8. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 386/2005 (PB L 62 van 9.3.2005, blz. 3).
(3) PB L 366 van 24.12.1987, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2180/2003 (PB L 335 van 22.12.2003, blz. 1).
(4) PB L 152 van 24.6.2000, blz. 1.
BIJLAGE
INSCHRIJVING VOOR DE TOEKENNING VAN UITVOERCERTIFICATEN VAN HET A3-STELSEL IN DE SECTOR GROENTEN EN FRUIT (TOMATEN, SINAASAPPELEN, CITROENEN EN APPELEN)
Periode voor de indiening van de offertes: 4 en 5 mei 2005 |
|||
Productcode (1) |
Bestemming (2) |
Indicatief restitutiebedrag (in EUR/t netto) |
Verwachte hoeveelheden (in t) |
0702 00 00 9100 |
F08 |
45 |
10 000 |
0805 10 20 9100 |
A00 |
45 |
10 000 |
0805 50 10 9100 |
A00 |
70 |
10 000 |
0808 10 80 9100 |
F09 |
46 |
33 333 |
(1) De codes van de producten zijn vastgesteld in Verordening (EEG) nr. 3846/87 van de Commissie (PB L 366 van 24.12.1987, blz. 1).
(2) De codes van de bestemmingen serie „A” zijn vastgesteld in bijlage II bij Verordening (EEG) nr. 3846/87. De numerieke codes voor de bestemmingen zijn vastgesteld in Verordening (EG) nr. 2081/2003 van de Commissie (PB L 313 van 28.11.2003, blz. 11). De andere bestemmingen worden als volgt vastgesteld:
F03 |
: |
Alle bestemmingen met uitzondering van Zwitserland. |
||||||
F04 |
: |
Hongkong, Singapore, Maleisië, Sri Lanka, Indonesië, Thailand, Taiwan, Papoea-Nieuw-Guinea, Laos, Cambodja, Vietnam, Japan, Uruguay, Paraguay, Argentinië, Mexico en Costa Rica. |
||||||
F08 |
: |
Alle bestemmingen met uitzondering van Bulgarije. |
||||||
F09 |
: |
De volgende bestemmingen:
|
27.4.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 106/7 |
VERORDENING (EG) Nr. 634/2005 VAN DE COMMISSIE
van 26 april 2005
tot indeling van bepaalde goederen in de gecombineerde nomenclatuur
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (1), en met name op artikel 9, lid 1, onder a),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Om de uniforme toepassing te waarborgen van de gecombineerde nomenclatuur die als bijlage bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 is gevoegd, dienen bepalingen te worden vastgesteld voor de indeling van de in de bijlage bij de onderhavige verordening opgenomen goederen. |
(2) |
Bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 zijn de algemene regels voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur vastgesteld. Deze regels zijn ook van toepassing op iedere andere nomenclatuur die, geheel of gedeeltelijk of met toevoeging van onderverdelingen, de gecombineerde nomenclatuur overneemt en die bij specifieke communautaire voorschriften is vastgesteld voor de toepassing van tarief- of andere maatregelen in het kader van het goederenverkeer. |
(3) |
Met toepassing van genoemde algemene regels, dienen de in kolom 1 van de tabel omschreven goederen die zijn opgenomen in de bijlage bij deze verordening, te worden ingedeeld onder de daarmee corresponderende GN-codes die zijn vermeld in kolom 2, op grond van de motiveringen die zijn opgenomen in kolom 3. |
(4) |
Het is wenselijk dat een beroep kan worden gedaan op een door de douaneautoriteiten van de lidstaten verstrekte bindende tariefinlichting betreffende de indeling van goederen in de gecombineerde nomenclatuur die niet in overeenstemming is met de bepalingen van onderhavige verordening, door de rechthebbende, gedurende drie maanden, overeenkomstig de bepalingen van artikel 12, lid 6, van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (2). |
(5) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité douanewetboek, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De goederen omschreven in kolom 1 van de in de bijlage opgenomen tabel worden in de gecombineerde nomenclatuur ingedeeld onder de corresponderende GN-codes vermeld in kolom 2 van voornoemde tabel.
Artikel 2
Op de door de douaneautoriteiten van de lidstaten verstrekte bindende tariefinlichting die niet in overeenstemming is met de bepalingen van de onderhavige verordening, kan gedurende drie maanden, overeenkomstig de bepalingen van artikel 12, lid 6, van Verordening (EEG) nr. 2913/92, een beroep worden gedaan.
Artikel 3
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 26 april 2005.
Voor de Commissie
László KOVÁCS
Lid van de Commissie
(1) PB L 256 van 7.9.1987, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 493/2005 (PB L 82 van 31.3.2005, blz. 1).
(2) PB L 302 van 19.10.1992, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij de Toetredingsakte van 2003.
BIJLAGE
Omschrijving |
Indeling (GN-code) |
Motivering |
||||||||||||||||
(1) |
(2) |
(3) |
||||||||||||||||
|
8518 40 99 |
De indeling is vastgesteld op basis van de algemene regels 1 en 6 voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur en op basis van de tekst van de GN-codes 8518, 8518 40 en 8518 40 99. De decodering en verwerking van geluidssignalen wordt beschouwd als onderdeel van de functie geluidsversterking. Aangezien de beeldgerelateerde functie uitsluitend voor de synchronisatie van beeld- en geluidssignalen dient, blijft de indeling bij post 8518 gehandhaafd. |
||||||||||||||||
|
8527 39 80 |
De indeling is vastgesteld op basis van de algemene regels 1 en 6 voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur en op basis van aantekening 3 op afdeling XVI en de tekst van de GN-codes 8527, 8527 39 en 8527 39 80. Op grond van aantekening 3 op afdeling XVI dient de radio-ontvanger als de voornaamste functie van het toestel te worden beschouwd. De versterker en de geluidsverwerkingseenheid worden in vergelijking hiermee als nevenfuncties beschouwd. Dientengevolge wordt het toestel ingedeeld als toestel voor radio-omroep onder GN-code 8527 39 80. |
||||||||||||||||
|
8527 39 80 |
De indeling is vastgesteld op basis van de algemene regels 1 en 6 voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur en op basis van aantekening 3 op afdeling XVI en de tekst van de GN-codes 8527, 8527 39 en 8527 39 80. Op grond van aantekening 3 op afdeling XVI dient de radio-ontvanger als de voornaamste functie van het toestel te worden beschouwd. De versterker en de geluidsverwerkingseenheid worden in vergelijking hiermee als nevenfuncties beschouwd. Aangezien de beeldgerelateerde functie uitsluitend voor de synchronisatie van beeld- en geluidssignalen dient, blijft de indeling bij post 8527 gehandhaafd. Dientengevolge wordt het toestel ingedeeld als toestel voor radio-omroep onder GN-code 8527 39 80. |
||||||||||||||||
|
8528 21 90 |
De indeling is vastgesteld op basis van de algemene regels 1 en 6 voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur en op basis van de tekst van de GN-codes 8528, 8528 21 en 8528 21 90. Indeling bij onderverdeling 8471 60 is uitgesloten omdat de monitor niet uitsluitend of hoofdzakelijk gebruikt wordt in een automatisch gegevensverwerkend systeem (zie aantekening 5 op hoofdstuk 84), gezien de mogelijkheid om signalen uit diverse bronnen te verwerken. Het product kan ook niet worden ingedeeld onder post 8531 omdat het niet de functie heeft zichtbare signalen weer te geven zoals gebruikelijk bij signaalborden (zie de GS-toelichting op post 8531, onder D). |
||||||||||||||||
|
9032 89 90 |
De indeling is vastgesteld op basis van de bepalingen van de algemene regels 1 en 6 voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur en op basis van aantekening 7, onder b), op hoofdstuk 90, alsmede de tekst van de GN-codes 9032, 9032 89 en 9032 89 90. Indeling bij post 8471 is op grond van aantekening 5, onder B, uitgesloten omdat het product een andere specifieke functie verricht dan gegevensverwerking zoals beschreven in aantekening 5, onder E, op hoofdstuk 84. Het systeem is een automatische regelaar voor het automatische controleren van niet-elektrische grootheden waarvan de werking gebaseerd is op een elektrisch verschijnsel dat maatgevend is voor de te controleren grootheid (aantekening 7, onder b), op hoofdstuk 90). |
27.4.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 106/10 |
VERORDENING (EG) Nr. 635/2005 VAN DE COMMISSIE
van 26 april 2005
tot indeling van bepaalde goederen in de gecombineerde nomenclatuur
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (1), en met name op artikel 9, lid 1, onder a),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Om de uniforme toepassing te waarborgen van de gecombineerde nomenclatuur die als bijlage bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 is gevoegd, dienen bepalingen te worden vastgesteld voor de indeling van de in de bijlage bij de onderhavige verordening opgenomen goederen. |
(2) |
Bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 zijn de algemene regels voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur vastgesteld. Deze regels zijn ook van toepassing op iedere andere nomenclatuur die, geheel of gedeeltelijk of met toevoeging van onderverdelingen, de gecombineerde nomenclatuur overneemt en die bij specifieke communautaire voorschriften is vastgesteld voor de toepassing van tarief- of andere maatregelen in het kader van het goederenverkeer. |
(3) |
Met toepassing van genoemde algemene regels, dienen de in kolom 1 van de tabel omschreven goederen die zijn opgenomen in de bijlage bij deze verordening te worden ingedeeld onder de daarmee corresponderende GN-codes die zijn vermeld in kolom 2, op grond van de motiveringen die zijn opgenomen in kolom 3. |
(4) |
Het is wenselijk dat een beroep kan worden gedaan op een door de douaneautoriteiten van de lidstaten verstrekte bindende tariefinlichting betreffende de indeling van goederen in de gecombineerde nomenclatuur die niet in overeenstemming is met de bepalingen van onderhavige verordening, door de rechthebbende, gedurende drie maanden, overeenkomstig de bepalingen van artikel 12, lid 6, van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (2). |
(5) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité douanewetboek, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De goederen omschreven in kolom 1 van de in de bijlage opgenomen tabel worden in de gecombineerde nomenclatuur ingedeeld onder de corresponderende GN-codes vermeld in kolom 2 van voornoemde tabel.
Artikel 2
Op de door de douaneautoriteiten van de lidstaten verstrekte bindende tariefinlichting die niet in overeenstemming is met de bepalingen van de onderhavige verordening, kan gedurende drie maanden, overeenkomstig de bepalingen van artikel 12, lid 6, van Verordening (EEG) nr. 2913/92, een beroep worden gedaan.
Artikel 3
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 26 april 2005.
Voor de Commissie
László KOVÁCS
Lid van de Commissie
(1) PB L 256 van 7.9.1987, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 493/2005 (PB L 82 van 31.3.2005, blz. 1).
(2) PB L 302 van 19.10.1992, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij de Toetredingsakte van 2003.
BIJLAGE
Omschrijving |
Indeling (GN-code) |
Motivering |
||||||||||||||||||||
(1) |
(2) |
(3) |
||||||||||||||||||||
|
1902 30 10 |
De indeling is vastgesteld op basis van de algemene regels 1, 3 b) en 6 voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur en de tekst van de GN-codes 1902, 1902 30 en 1902 30 10. Het product wordt aangeboden als een assortiment dat is opgemaakt voor de verkoop in het klein. Het hoge gehalte aan noedels bepaalt het wezenlijke karakter van het product. Het product kan niet worden ingedeeld onder post 2104 omdat de toevoeging van de hoeveelheid water aan het bakje onvoldoende is voor het bereiden van een soep of een bouillon, maar het product het karakter geeft van een noedelgerecht. |
||||||||||||||||||||
|
2106 90 92 |
De indeling is vastgesteld op basis van de algemene regels 1 en 6 voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur, aanvullende aantekening (GN) 1 op hoofdstuk 30 en de tekst van de GN-codes 2106, 2106 90 en 2106 90 92. Zie ook de GS-toelichting op post 2106, paragraaf 14 en de GN-toelichting op hoofdstuk 30. De gebruiksaanwijzing noch de verpakking bevat informatie over de soort en de concentratie van de werkzame stof(fen). Alleen de gebruikte hoeveelheid en soort van de planten(delen) worden genoemd. Daarom is niet voldaan aan de voorwaarden van aanvullende aantekening (GN) 1, letter b), op hoofdstuk 30. |
(1) de foto dient enkel ter informatie
27.4.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 106/13 |
VERORDENING (EG) Nr. 636/2005 VAN DE COMMISSIE
van 26 april 2005
betreffende de afgifte van invoercertificaten voor rijst voor de aanvragen die in de eerste tien werkdagen van april 2005 zijn ingediend overeenkomstig Verordening (EG) nr. 327/98
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1095/96 van de Raad van 18 juni 1996 betreffende de tenuitvoerlegging van de concessies in de lijst CXL die is opgesteld naar aanleiding van de voltooiing van de onderhandelingen in het kader van artikel XXIV, lid 6, van de GATT (1),
Gelet op Besluit 96/317/EG van de Raad van 13 mei 1996 betreffende de aanvaarding van de resultaten van het overleg met Thailand in het kader van artikel XXIII van de GATT (2),
Gelet op Verordening (EG) nr. 327/98 van de Commissie van 10 februari 1998 inzake de opening en de wijze van beheer van bepaalde tariefcontingenten voor de invoer van rijst en breukrijst (3), en met name op artikel 5, lid 2,
Overwegende hetgeen volgt:
Op basis van de hoeveelheden waarvoor aanvragen voor de tranche van april 2005 zijn ingediend, moet worden voorzien in de afgifte van certificaten voor de gevraagde hoeveelheden, al dan niet verminderd, naar gelang van het geval, door toepassing van een percentage, en moeten de naar de volgende tranche over te dragen hoeveelheden worden vastgesteld,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
1. Voor de invoercertificaataanvragen voor rijst die in de eerste tien werkdagen van april 2005 overeenkomstig Verordening (EG) nr. 327/98 zijn ingediend en waarvan de Commissie in kennis is gesteld, worden certificaten afgegeven voor de in de aanvragen vermelde hoeveelheden, verminderd door toepassing van de in de bijlage bij deze verordening vastgestelde percentages.
2. De naar de volgende tranche over te dragen hoeveelheden zijn in de bijlage vastgesteld.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 27 april 2005.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 26 april 2005.
Voor de Commissie
J. M. SILVA RODRÍGUEZ
Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling
(1) PB L 146 van 20.6.1996, blz. 1.
(2) PB L 122 van 22.5.1996, blz. 15.
(3) PB L 37 van 11.2.1998, blz. 5. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2296/2003 (PB L 340 van 24.12.2003, blz. 35).
BIJLAGE
Verminderingspercentage dat moet worden toegepast op de gevraagde hoeveelheden voor de tranche van april 2005 en naar de volgende tranche over te dragen hoeveelheid:
a) Volwitte of halfwitte rijst van GN-code 1006 30
Oorsprong |
Verminderingspercentage voor de tranche van aprile 2005 |
Naar de tranche van juli 2005 over te dragen hoeveelheid (t) |
Verenigde Staten van Amerika |
0 (1) |
9 630,927 |
Thailand |
0 (1) |
3 543,197 |
Australië |
0 (1) |
631,040 |
Andere oorsprong |
98,1762 |
— |
b) Gedopte rijst van GN-code 1006 20
Oorsprong |
Verminderingspercentage voor de tranche van april 2005 |
Naar de tranche van juli 2005 over te dragen hoeveelheid (t) |
Verenigde Staten van Amerika |
0 (1) |
5 732 |
Thailand |
0 (1) |
1 812 |
Australië |
0 (1) |
7 822 |
Andere oorsprong |
0 (1) |
117 |
(1) Afgifte voor de in de aanvraag vermelde hoeveelheid.
27.4.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 106/15 |
VERORDENING (EG) Nr. 637/2005 VAN DE COMMISSIE
van 26 april 2005
houdende toewijzing van uitvoercertificaten voor uitvoer van bepaalde zuivelproducten naar de Dominicaanse Republiek in het kader van het in artikel 20 bis van Verordening (EG) nr. 174/1999 bedoelde contingent
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelproducten (1),
Gelet op Verordening (EG) nr. 174/1999 van de Commissie van 26 januari 1999 tot vaststelling van de specifieke uitvoeringsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 804/68 van de Raad inzake de uitvoercertificaten en de uitvoerrestituties in de sector melk en zuivelproducten (2), en met name op artikel 20 bis, lid 11,
Overwegende hetgeen volgt:
Artikel 20 bis van Verordening (EG) nr. 174/1999 bepaalt de procedure voor de toewijzing van certificaten voor de uitvoer van bepaalde zuivelproducten naar de Dominicaanse Republiek in het kader van een door dit land geopend contingent. De aanvragen die voor het contingentjaar 2005/2006 zijn ingediend betreffen grotere hoeveelheden dan er beschikbaar zijn. Bijgevolg moeten toewijzingscoëfficiënten voor de aangevraagde hoeveelheden worden vastgesteld,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Op de hoeveelheden vermeld in de aanvoercertificaten die voor de in artikel 20 bis, lid 3, van Verordening (EG) nr. 174/1999 bedoelde producten zijn aangevraagd voor de periode van 1 juli 2005 tot en met 30 juni 2006 worden de volgende toewijzingscoëfficiënten toegepast:
— |
0,787132 op de hoeveelheden van de aanvragen die zijn ingediend voor het in artikel 20 bis, lid 4, onder a), van Verordening (EG) nr. 174/1999 bedoelde gedeelte van het contingent, |
— |
0,062633 op de hoeveelheden van de aanvragen die zijn ingediend voor het in artikel 20 bis, lid 4, onder b), van Verordening (EG) nr. 174/1999 bedoelde gedeelte van het contingent. |
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 27 april 2005.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 26 april 2005.
Voor de Commissie
J. M. SILVA RODRÍGUEZ
Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling
(1) PB L 160 van 26.6.1999, blz. 48. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 186/2004 van de Commissie (PB L 29 van 3.2.2004, blz. 6).
(2) PB L 20 van 27.1.1999, blz. 8. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 558/2005 (PB L 94 van 13.4.2005, blz. 22).
27.4.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 106/16 |
VERORDENING (EG) Nr. 638/2005 VAN DE COMMISSIE
van 26 april 2005
tot vaststelling van de productierestitutie voor olijfolie die wordt gebruikt voor de vervaardiging van bepaalde conserven
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening nr. 136/66/EEG van de Raad van 22 september 1966 houdende de totstandbrenging van een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector oliën en vetten (1), en met name op artikel 20 bis,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
In artikel 20 bis van Verordening nr. 136/66/EEG is bepaald dat een productierestitutie wordt verleend voor olijfolie die wordt gebruikt voor de vervaardiging van bepaalde conserven. Krachtens artikel 20 bis, lid 6, en onverminderd het bepaalde in lid 3 daarvan, wordt het bedrag van deze restitutie om de twee maanden door de Commissie vastgesteld. |
(2) |
Volgens artikel 20 bis, lid 2, van voornoemde verordening wordt de restitutie vastgesteld op basis van het verschil tussen de prijzen op de wereldmarkt en die op de markt van de Gemeenschap, waarbij rekening wordt gehouden met de invoerbelasting voor olijfolie, van GN-code 1509 90 00 en de factoren die in aanmerking zijn genomen bij de vaststelling van de uitvoerrestituties voor bovenbedoelde olijfolie tijdens een referentieperiode. Het is dienstig de periode van twee maanden die onmiddellijk voorafgaat aan de periode waarin de productierestitutie wordt toegekend als referentieperiode aan te merken. |
(3) |
De toepassing van de bovenbedoelde criteria leidt tot het vaststellen van de restitutie zoals hieronder aangegeven, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Voor de maanden mei en juni 2005 bedraagt de in artikel 20 bis, lid 2, van Verordening nr. 136/66/EEG bedoelde productierestitutie 44,00 EUR/100 kg.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 1 mei 2005.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 26 april 2005.
Voor de Commissie
J. M. SILVA RODRÍGUEZ
Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling
(1) PB 172 van 30.9.1966, blz. 3025/66. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 865/2004 (PB L 161 van 30.4.2004, blz. 97).
27.4.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 106/17 |
RICHTLIJN 2005/30/EG VAN DE COMMISSIE
van 22 april 2005
tot wijziging, met het oog op aanpassing aan de technische vooruitgang, van de Richtlijnen 97/24/EG en 2002/24/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de goedkeuring van twee- of driewielige motorvoertuigen
(Voor de EER relevante tekst)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Richtlijn 97/24/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 1997 betreffende bepaalde onderdelen of eigenschappen van motorvoertuigen op twee of drie wielen (1), en met name op artikel 7,
Gelet op Richtlijn 2002/24/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 maart 2002 betreffende de goedkeuring van twee- of driewielige motorvoertuigen en de intrekking van Richtlijn 92/61/EEG van de Raad (2), en met name op artikel 17,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Richtlijn 97/24/EG is een van de bijzondere richtlijnen van de bij Richtlijn 2002/24/EG geregelde EG-typegoedkeuringsprocedure. |
(2) |
Voor de typegoedkeuring van vervangingskatalysatoren als technische eenheid moeten technische voorschriften worden ingevoerd om adequate emissieprestaties te garanderen. Er dienen ook maatregelen te worden genomen om de naleving van de voorschriften in de lidstaten te bevorderen door vervangingskatalysatoren en de verpakking ervan te markeren. |
(3) |
In bijlage V bij Richtlijn 2002/24/EG moet de code voor Malta en Cyprus als lidstaten die typegoedkeuring verlenen, worden bijgewerkt. |
(4) |
De Richtlijnen 97/24/EG en 2002/24/EG moeten derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(5) |
De in deze richtlijn vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor de aanpassing aan de technische vooruitgang, |
HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:
Artikel 1
De aan Richtlijn 97/24/EG gehechte tekst wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage I bij deze richtlijn.
Artikel 2
De bijlagen II en V bij Richtlijn 2002/24/EG worden gewijzigd overeenkomstig bijlage II bij deze richtlijn.
Artikel 3
1. Met ingang van 18 mei 2006 mogen de lidstaten met betrekking tot nieuwe vervangingskatalysatoren die bestemd zijn om te worden gemonteerd op voertuigen waarvoor typegoedkeuring is verleend overeenkomstig Richtlijn 97/24/EG:
a) |
niet weigeren EG-typegoedkeuring te verlenen overeenkomstig artikel 4, lid 1, van Richtlijn 2002/24/EG; |
b) |
de verkoop of installatie ervan op een voertuig niet verbieden. |
2. Met ingang van 18 mei 2006 mogen de lidstaten geen EG-typegoedkeuring meer verlenen overeenkomstig artikel 4, lid 1, van Richtlijn 2002/24/EG met betrekking tot een nieuwe vervangingskatalysator om redenen die verband houden met de te nemen maatregelen tegen luchtverontreiniging, met het toelaatbare geluidsniveau of met maatregelen tegen onbevoegd opvoeren, indien deze katalysator niet voldoet aan de bepalingen van Richtlijn 97/24/EG, zoals gewijzigd bij de onderhavige richtlijn.
Artikel 4
1. De lidstaten dienen uiterlijk op 17 mei 2006 de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen en bekend te maken om aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mede, alsmede een transponeringstabel ter weergave van het verband tussen die bepalingen en deze richtlijn.
Zij passen die bepalingen toe met ingang van 18 mei 2006.
Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor die verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.
2. De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.
Artikel 5
Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Artikel 6
Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 22 april 2005.
Voor de Commissie
Günter VERHEUGEN
Lid van de Commissie
(1) PB L 226 van 18.8.1997, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2003/77/EG (PB L 211 van 21.8.2003, blz. 24).
(2) PB L 124 van 9.5.2002, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij de Toetredingsakte van 2003.
BIJLAGE I
WIJZIGINGEN VAN RICHTLIJN 97/24/EG
1) Hoofdstuk 5 dat is gehecht aan Richtlijn 97/24/EG wordt als volgt gewijzigd:
a) |
aan de „LIJST VAN BIJLAGEN” worden de volgende nieuwe verwijzigingen toegevoegd:
|
b) |
bijlage I wordt als volgt gewijzigd:
|
c) |
bijlage II wordt als volgt gewijzigd:
|
d) |
in bijlage VI wordt het volgende punt 4 bis ingevoegd: „4 bis. Katalysatoren
|
e) |
de volgende bijlage VII wordt toegevoegd: „BIJLAGE VII TYPEGOEDKEURING VAN EEN VERVANGINGSKATALYSATOR ALS TECHNISCHE EENHEID VOOR MOTORVOERTUIGEN OP TWEE OF DRIE WIELEN Deze bijlage is van toepassing op de typegoedkeuring als technische eenheid in de zin van artikel 2, lid 5, van Richtlijn 2002/24/EG, van katalysatoren die bestemd zijn om als vervangingsonderdeel op een of meer typen motorvoertuigen op twee of drie wielen te worden gemonteerd. 1. DEFINITIES In deze bijlage wordt verstaan onder: 1.1. „originele katalysator”, een katalysator of een samenstel van katalysatoren die onder de voor het voertuig verleende typegoedkeuring valt of vallen; 1.2. „vervangingskatalysator”, een katalysator of een samenstel van katalysatoren die bestemd is of zijn om een originele katalysator op een voertuig met typegoedkeuring overeenkomstig dit hoofdstuk te vervangen en waarvoor als technische eenheid in de zin van artikel 2, lid 5, van Richtlijn 2002/24/EG typegoedkeuring kan worden verleend; 1.3. „originele vervangingskatalysator”, een katalysator of een samenstel van katalysatoren waarvan de verschillende typen in punt 5 van bijlage VI zijn aangegeven, maar die door de houder van de typegoedkeuring van het voertuig als technische eenheid op de markt wordt of worden gebracht; 1.4. „katalysatortype”, katalysatoren die onderling niet verschillen op essentiële punten zoals:
1.5. „voertuigtype met betrekking tot de emissie van verontreinigende gassen door de motor”, twee- of driewielige motorvoertuigen die onderling niet verschillen op essentiële punten zoals:
1.6. „verontreinigende gassen”, koolmonoxide, koolwaterstoffen en stikstofoxiden, waarbij laatstgenoemde in stikstofdioxide(NO2)-equivalent worden uitgedrukt. 2. TYPEGOEDKEURINGSAANVRAAG 2.1. Een typegoedkeuringsaanvraag voor een type vervangingskatalysator als technische eenheid wordt door de fabrikant van het systeem of door zijn gemachtigde vertegenwoordiger ingediend. 2.2. Een model van het inlichtingenformulier is opgenomen in aanhangsel 1. 2.3. Voor elk katalysatortype waarvoor goedkeuring wordt aangevraagd, gaat de typegoedkeuringsaanvraag vergezeld van de onderstaande documenten in drievoud en van de volgende gegevens:
2.4. Aan de technische dienst die verantwoordelijk is voor de typegoedkeuringstests moet het volgende ter beschikking worden gesteld:
3. VERLENING VAN DE TYPEGOEDKEURING
4. MARKERINGSVOORSCHRIFTEN 4.1. Op elke vervangingskatalysator die in overeenstemming is met het type waarvoor krachtens deze richtlijn typegoedkeuring is verleend als technische eenheid, maar niet op de bevestigingsdelen en pijpen, wordt een typegoedkeuringsmerk aangebracht dat is samengesteld overeenkomstig het bepaalde in artikel 8 van Richtlijn 2002/24/EG, aangevuld met andere gegevens zoals bedoeld in punt 4.2 van deze bijlage. Het typegoedkeuringsmerk moet op zodanige wijze worden aangebracht dat het leesbaar en onuitwisbaar is en zo mogelijk ook zichtbaar is in de stand waarin de katalysator moet worden gemonteerd. Voor de afmetingen van „a” geldt: ≥ 3 mm. 4.2. Andere gegevens die deel uitmaken van het typegoedkeuringsmerk 4.2.1. Het typegoedkeuringsmerk dat op elke vervangingskatalysator, maar niet op de bevestigingsdelen en pijpen wordt aangebracht, bevat het nummer van het hoofdstuk (de hoofdstukken) op basis waarvan de typegoedkeuring is verleend. 4.2.1.1. Vervangingskatalysator uit één stuk, waarin zowel de katalysator als het uitlaatsysteem (geluiddemper) zijn geïntegreerd Het in punt 4.1 bedoelde typegoedkeuringsmerk wordt gevolgd door twee cirkels met daarin respectievelijk het cijfer 5 en het cijfer 9. 4.2.1.2. Vervangingskatalysator, gescheiden van het uitlaatsysteem (geluiddemper) Het in punt 4.1 bedoelde en op de vervangingskatalysator aangebrachte typegoedkeuringsmerk wordt gevolgd door een cirkel met daarin het cijfer 5. In aanhangsel 3 worden voorbeelden gegeven van het typegoedkeuringsmerk. 5. VOORSCHRIFTEN 5.1. Algemene voorschriften De vervangingskatalysator moet zodanig zijn ontworpen en gebouwd en zodanig kunnen worden gemonteerd dat:
5.2. Voorschriften betreffende emissies 5.2.1. Het in punt 2.4.1 bedoelde voertuig dat uitgerust is met een vervangingskatalysator van het type waarvoor typegoedkeuring wordt aangevraagd, wordt onderworpen aan de tests die zijn vastgelegd in de aanhangsels 1 en 2 van bijlage I, II of III (naar gelang de typegoedkeuring van het voertuig) (1). 5.2.1.1. Beoordeling van de verontreinigende emissies van voertuigen die met een vervangingskatalysator zijn uitgerust Aan de voorschriften betreffende emissies wordt geacht te zijn voldaan, indien het testvoertuig dat met de vervangingskatalysator is uitgerust, voldoet aan de grenswaarden overeenkomstig bijlage I, II of III (naar gelang de typegoedkeuring van het voertuig) (2). Indien typegoedkeuring is aangevraagd voor verschillende voertuigtypen van dezelfde fabrikant en op voorwaarde dat deze verschillende voertuigtypen met hetzelfde type originele katalysator zijn uitgerust, mag de type I-test worden beperkt tot ten minste twee voertuigen die zijn geselecteerd met instemming van de voor de goedkeuring verantwoordelijke technische dienst. 5.2.2. Voorschriften betreffende het toelaatbare geluidsniveau Het in punt 2.4.1 bedoelde voertuig dat uitgerust is met een vervangingskatalysator van het type waarvoor typegoedkeuring wordt aangevraagd, moet voldoen aan de voorschriften van punt 3 van bijlage II, III of IV bij hoofdstuk 9 (naar gelang de typegoedkeuring van het voertuig). De testresultaten voor zowel het rijdende als het stilstaande voertuig moeten in het testrapport worden vermeld. 5.3. Test van de voertuigprestaties
6. OVEREENSTEMMING VAN DE PRODUCTIE Voor de controle van de overeenstemming van de productie gelden de bepalingen van bijlage VI bij Richtlijn 2002/24/EG. Om de overeenstemming te toetsen wordt een exemplaar van de vervangingskatalysator genomen uit de productielijn van het krachtens deze bijlage goedgekeurde type. De productie wordt geacht in overeenstemming te zijn met de bepalingen van deze bijlage als wordt voldaan aan de voorschriften van de punten 5.2 (Voorschriften betreffende emissies) en 5.3 (Test van de voertuigprestaties). 7. DOCUMENTATIE 7.1. Elke nieuwe vervangingskatalysator gaat vergezeld van de volgende informatie:
7.2. Deze informatie wordt verstrekt op een bijsluiter bij de originele vervangingskatalysator, op de verpakking waarin de originele vervangingskatalysator te koop wordt aangeboden, of op enige andere wijze. Aanhangsel 1 Inlichtingenformulier betreffende een vervangingskatalysator als technische eenheid voor een type motorvoertuig op twee of drie wielen Volgnummer (door de aanvrager toegekend): ... De aanvraag om typegoedkeuring van een vervangingskatalysator voor een twee- of driewielig voertuigtype moet de volgende gegevens bevatten:
Aanhangsel 2 Typegoedkeuringscertificaat betreffende een vervangingskatalysator als technische eenheid voor een type motorvoertuig op twee of drie wielen Naam van de administratie Rapport nr. ... van de technische dienst: ... Datum: ... Typegoedkeuring nr. ... Uitbreiding nr. ...
Aanhangsel 3 Voorbeelden van het typegoedkeuringsmerk
Bovenstaand typegoedkeuringsmerk is door Duitsland [e1] onder nummer 1230 afgegeven voor een vervangingskatalysator uit één stuk, waarin de katalysator en het uitlaatsysteem (geluiddemper) zijn geïntegreerd.
Bovenstaand typegoedkeuringsmerk is door Duitsland [e1] onder nummer 1230 afgegeven voor een vervangingskatalysator die niet in het uitlaatsysteem is geïntegreerd (katalysator en geluiddemper zijn niet in een enkel element geïntegreerd).
Bovenstaand typegoedkeuringsmerk is door Duitsland [e1] onder nummer 1230 afgegeven voor een niet-originele geluiddemper waarin geen katalysator is geïntegreerd (katalysator en geluiddemper zijn niet in een enkel element geïntegreerd of het voertuig is niet uitgerust met een katalysator) (zie hoofdstuk 9). |
2) Hoofdstuk 7 dat is gehecht aan Richtlijn 97/24/EG wordt als volgt gewijzigd:
a) |
punt 1.10 komt als volgt te luiden:
|
b) |
het volgende punt 3.10.1.3.7 bis wordt ingevoegd:
|
3) Hoofdstuk 9 dat is gehecht aan Richtlijn 97/24/EG wordt als volgt gewijzigd:
a) |
in de „LIJST VAN BIJLAGEN” wordt tussen „BIJLAGE VI” en „BIJLAGE VII” de volgende verwijzing naar een aanhangsel ingevoegd:
|
b) |
in bijlage II wordt het volgende punt 3.5.5 toegevoegd: „3.5.5. Beoordeling van de verontreinigende emissies van voertuigen die met een vervangingsgeluiddemper zijn uitgerust Het in punt 3.2.3.3 bedoelde voertuig dat uitgerust is met een geluiddemper van het type waarvoor typegoedkeuring wordt aangevraagd, wordt onderworpen aan een test van type I en type II onder de voorwaarden die zijn beschreven in de relevante bijlage bij hoofdstuk 5 (naar gelang de typegoedkeuring van het voertuig). Aan de voorschriften betreffende emissies wordt geacht te zijn voldaan, indien de resultaten voldoen aan de grenswaarden die naar gelang de typegoedkeuring van het voertuig zijn vastgesteld.”; |
c) |
in bijlage III wordt het volgende punt 3.5.5 toegevoegd: „3.5.5. Beoordeling van de verontreinigende emissies van voertuigen die met een vervangingsgeluiddemper zijn uitgerust Het in punt 3.2.3.3 bedoelde voertuig dat uitgerust is met een geluiddemper van het type waarvoor typegoedkeuring wordt aangevraagd, wordt onderworpen aan een test van type I en type II onder de voorwaarden die zijn beschreven in de relevante bijlage bij hoofdstuk 5 (naar gelang de typegoedkeuring van het voertuig). Aan de voorschriften betreffende emissies wordt geacht te zijn voldaan, indien de resultaten voldoen aan de grenswaarden die naar gelang de typegoedkeuring van het voertuig zijn vastgesteld.”; |
d) |
in bijlage IV wordt het volgende punt 3.5.5 toegevoegd: „3.5.5. Beoordeling van de verontreinigende emissies van voertuigen die met een vervangingsgeluiddemper zijn uitgerust Het in punt 3.2.3.3 bedoelde voertuig dat uitgerust is met een geluiddemper van het type waarvoor typegoedkeuring wordt aangevraagd, wordt onderworpen aan een test van type I en type II onder de voorwaarden die zijn beschreven in de relevante bijlage bij hoofdstuk 5 (naar gelang de typegoedkeuring van het voertuig). Aan de voorschriften betreffende emissies wordt geacht te zijn voldaan, indien de resultaten voldoen aan de grenswaarden die naar gelang de typegoedkeuring van het voertuig zijn vastgesteld.”; |
e) |
bijlage VI wordt als volgt gewijzigd:
|
(1) Zoals voorgeschreven door deze richtlijn in de versie die van toepassing was op de typegoedkeuring van het voertuig.
(2) Zoals voorgeschreven door deze richtlijn in de versie die van toepassing was op de typegoedkeuring van het voertuig.
(3) Doorhalen wat niet van toepassing is.
(4) Doorhalen wat niet van toepassing is.
BIJLAGE II
WIJZIGINGEN VAN RICHTLIJN 2002/24/EG
Richtlijn 2002/24/EG wordt als volgt gewijzigd:
a) |
in bijlage II komt punt 3.2.12 als volgt te luiden: „3.2.12. Voorzieningen tegen luchtverontreiniging 3.2.12.1. Inrichting voor het recycleren van cartergassen, uitsluitend voor viertaktmotoren (beschrijving en tekeningen): 3.2.12.2. Additionele anti-verontreinigingsinrichtingen (indien aanwezig en niet onder een ander hoofdstuk vallend): 3.2.12.2.1. Katalysator: ja/neen (1): 3.2.12.2.1.1. Aantal katalysatoren en elementen: 3.2.12.2.1.2. Afmetingen, vorm en volume van de katalysator(en): 3.2.12.2.1.3. Soort katalytische werking: 3.2.12.2.1.4. Totale hoeveelheid edelmetalen: 3.2.12.2.1.5. Relatieve concentratie: 3.2.12.2.1.6. Substraat (structuur en materiaal): 3.2.12.2.1.7. Celdichtheid: 3.2.12.2.1.8. Type katalysatorhuis: 3.2.12.2.1.9. Plaats van de katalysator(en) (plaats en referentieafstand in de uitlaatlijn): 3.2.12.2.2. Zuurstofsensor: ja/neen (1): 3.2.12.2.2.1. Type: 3.2.12.2.2.2. Plaats: 3.2.12.2.2.3. Regelbereik: 3.2.12.2.3. Luchtinjectie: ja/neen (1): 3.2.12.2.3.1. Type (pulse air, luchtpomp enz.): 3.2.12.2.4. Uitlaatgasrecirculatie: ja/neen (1): 3.2.12.2.4.1. Kenmerken (debiet enz.): 3.2.12.2.5. Andere systemen (beschrijving en werking): |
b) |
bijlage V wordt als volgt gewijzigd:
|
(1) Doorhalen wat niet van toepassing is.”
Besluiten aangenomen krachtens titel V van het Verdrag betreffende de Europese Unie
27.4.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 106/32 |
GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT 2005/329/GBVB VAN DE RAAD
van 25 april 2005
met betrekking tot de in 2005 te houden toetsingsconferentie van de partijen bij het Verdrag inzake de niet-verspreiding van kernwapens
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name op artikel 15,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De Europese Unie blijft het Verdrag inzake de niet-verspreiding van kernwapens (Non-Proliferatieverdrag - NPV) erkennen als de hoeksteen van de alomvattende regeling voor de niet-verspreiding van kernwapens, de wezenlijke fundering voor de verdere nucleaire ontwapening, overeenkomstig artikel VI van het NPV, en een belangrijk element voor de verdere ontwikkeling van de toepassingen van kernenergie voor vreedzame doeleinden. |
(2) |
De Raad heeft op 17 november 2003 Gemeenschappelijk Standpunt 2003/805/GBVB van de Raad vastgesteld betreffende de universalisering en versterking van multilaterale overeenkomsten op het gebied van de non-proliferatie van massavernietigingswapens en overbrengingsmiddelen daarvoor (1). Op 12 december 2003 heeft de Europese Raad de strategie ter bestrijding van de verspreiding van massavernietigingswapens aangenomen. |
(3) |
De Veiligheidsraad van de Verenigde Naties heeft op 28 april 2004 met eenparigheid van stemmen Resolutie 1540 aangenomen, waarin de verspreiding van massavernietigingswapens en overbrengingsmiddelen daarvoor als een bedreiging voor de internationale vrede en veiligheid wordt aangemerkt. |
(4) |
De toetsings- en verlengingsconferentie van 1995 van de partijen bij het Verdrag inzake de niet-verspreiding van kernwapens heeft besluiten aangenomen over de onbeperkte verlenging van het Verdrag inzake de niet-verspreiding van kernwapens, over de beginselen en doelstellingen inzake nucleaire non-proliferatie en ontwapening, over de versterking van het toetsingsproces in verband met dit Verdrag en over een resolutie inzake het Midden-Oosten. |
(5) |
De Raad heeft op 13 april 2000 Gemeenschappelijk Standpunt 2000/297/GBVB vastgesteld met betrekking tot de in 2000 te houden toetsingsconferentie van de partijen bij het Verdrag inzake de niet-verspreiding van kernwapens (2). |
(6) |
De NPV-toetsingsconferentie van 2000 heeft een slotdocument goedgekeurd. |
(7) |
De commissie ter voorbereiding van de in 2005 te houden NPV-toetsingsconferentie heeft drie zittingen gehouden, van 8 tot en met 19 april 2002 in New York, van 28 april tot en met 9 mei 2003 in Genève en van 26 april tot en met 7 mei 2004 in New York. |
(8) |
De Raad heeft op 29 april 1997 Gemeenschappelijk Optreden 97/288/GBVB vastgesteld inzake de bijdrage van de Europese Unie aan de bevordering van de doorzichtigheid bij exportcontroles op nucleair gebied (3). |
(9) |
De Raad heeft op 17 mei 2004 Gemeenschappelijk Optreden 2004/495/GBVB vastgesteld ter ondersteuning van het nucleair veiligheidsfonds van de IAEA en ter uitvoering van maatregelen van de strategie van de EU tegen de verspreiding van massavernietigingswapens (4). |
(10) |
De Raad heeft op 1 juni 2004 een verklaring aangenomen ter ondersteuning van het Veiligheidsinitiatief tegen de verspreiding van massavernietigingswapens. |
(11) |
De volgende aanvullende protocollen zijn ondertekend en op 30 april 2004 in werking getreden: het aanvullend protocol bij de verificatieovereenkomst tussen de niet-kernwapenstaten van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom), Euratom en de Internationale Organisatie voor Atoomenergie (IAEA), het aanvullend protocol bij de waarborgovereenkomst tussen Frankrijk, Euratom en de IAEA en het aanvullend protocol bij de waarborgovereenkomst tussen het Verenigd Koninkrijk, Euratom en de IAEA. |
(12) |
In het licht van de resultaten van de toetsingsconferentie van 2000 en van de besprekingen tijdens de drie zittingen van de commissie ter voorbereiding van de NPV-toetsingsconferentie van 2005 en rekening houdend met de huidige situatie is het gewenst dat de in Gemeenschappelijk Standpunt 2000/297/GBVB vervatte doelstellingen en de uit hoofde daarvan genomen initiatieven bijgesteld en verder ontwikkeld worden. |
HEEFT HET VOLGENDE GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT VASTGESTELD:
Artikel 1
De doelstelling van de Europese Unie is het versterken van de internationale regeling inzake de niet-verspreiding van kernwapens, door bij te dragen tot het welslagen van de in 2005 te houden toetsingsconferentie van de partijen bij het Verdrag inzake de niet-verspreiding van kernwapens (NPV).
Artikel 2
Ter verwezenlijking van de in artikel 1 vervatte doelstelling moet de Europese Unie:
a) |
bijdragen tot een gestructureerde en evenwichtige toetsing van de werking van het NPV tijdens de in 2005 te houden toetsingsconferentie, met inbegrip van de naleving van de verplichtingen die de staten welke partij zijn bij dat verdrag, in het kader daarvan op zich hebben genomen, alsook de vaststelling van de gebieden waarop, en de middelen waarmee in de toekomst naar verdere vooruitgang moet worden gestreefd; |
b) |
bijdragen tot een consensus op basis van het bij het NPV vastgelegde kader, door ondersteuning van de besluiten en de resolutie die door de toetsings- en verlengingsconferentie van 1995 zijn aangenomen en het slotdocument van de NPV-toetsingsconferentie van 2000 en rekening houdend met de huidige situatie en door zich voor onder meer de volgende essentiële punten in te zetten:
|
Artikel 3
Het in artikel 2 bedoelde optreden van de Europese Unie omvat:
a) |
voorzover passend, demarches van het voorzitterschap met het oog op bevordering van de universalisering van het NPV, overeenkomstig artikel 18 van het Verdrag betreffende de Europese Unie; |
b) |
demarches van het voorzitterschap, overeenkomstig artikel 18 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, ten aanzien van staten die partij bij het NPV zijn, teneinde er bij hen op aan te dringen de in artikel 2 van dit gemeenschappelijk standpunt genoemde doelstellingen te steunen; |
c) |
het nastreven van overeenstemming tussen de lidstaten over ontwerpvoorstellen inzake inhoudelijke kwesties, die namens de Europese Unie ter bestudering aan de partijen bij het NPV worden voorgelegd en die de basis voor besluiten van de in 2005 te houden toetsingsconferentie kunnen vormen; |
d) |
verklaringen die het voorzitterschap namens de Europese Unie tijdens de algemene discussie en tijdens de besprekingen in de drie hoofdcommissies zal afleggen. |
Artikel 4
Dit gemeenschappelijk standpunt wordt van kracht op de dag van zijn vaststelling.
Artikel 5
Dit gemeenschappelijk standpunt wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad.
Gedaan te Luxemburg, 25 april 2005.
Voor de Raad
De voorzitter
J. ASSELBORN
(1) PB L 302 van 20.11.2003, blz. 34.
(2) PB L 97 van 19.4.2000, blz. 1.
(3) PB L 120 van 12.5.1997, blz. 1.
(4) PB L 182 van 19.5.2004, blz. 46.
27.4.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 106/36 |
GEMEENSCHAPPELIJK OPTREDEN 2005/330/GBVB VAN DE RAAD
van 26 april 2005
houdende wijziging van het mandaat van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie voor de zuidelijke Kaukasus
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name op artikel 14, artikel 18, lid 5, en artikel 23, lid 2,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Op 8 december 2003 heeft de Raad Gemeenschappelijk Optreden 2003/872/GBVB (1) vastgesteld houdende verlenging en wijziging van het mandaat van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie (SVEU) voor de zuidelijke Kaukasus. |
(2) |
Op 2 februari 2005 heeft de Raad Gemeenschappelijk Optreden 2005/100/GBVB aangenomen, houdende verlenging van het mandaat van de SVEU voor de zuidelijke Kaukasus tot en met 31 augustus 2005. |
(3) |
Ingevolge de beëindiging van de grenstoezichtsmissie van de OVSE in Georgië heeft het Politiek en Veiligheidscomité op 8 maart 2005 besloten de taak van de SVEU voor de zuidelijke Kaukasus uit te breiden. |
(4) |
Derhalve dient het mandaat van de SVEU dienovereenkomstig te worden gewijzigd, |
HEEFT HET VOLGENDE GEMEENSCHAPPELIJK OPTREDEN VASTGESTELD:
Artikel 1
Gemeenschappelijk Optreden 2003/872/GBVB wordt als volgt gewijzigd:
|
In artikel 3 wordt het volgende punt toegevoegd:
|
Artikel 2
Dit gemeenschappelijk optreden treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.
Het is van toepassing vanaf 4 april 2005.
Artikel 3
Dit gemeenschappelijk optreden wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Luxemburg, 26 april 2005.
Voor de Raad
De voorzitter
F. BODEN
(1) PB L 326 van 13.12.2003, blz. 44, Gemeenschappelijk Optreden gewijzigd bij Gemeenschappelijk Optreden 2005/100/GBVB (PB L 31 van 4.2.2005, blz. 74).
Rectificaties
27.4.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 106/37 |
Rectificatie van Verordening (EG) nr. 426/2005 van de Commissie van 15 maart 2005 tot instelling van een voorlopig antidumpingrecht op afgewerkte weefsels van polyesterfilamentgarens uit de Volksrepubliek China
( Publicatieblad van de Europese Unie L 69 van 16 maart 2005 )
Op bladzijde 31, artikel 1, lid 2:
in plaats van:
„Onderneming |
Antidumpingrecht |
Aanvullende Taric-code |
Fuzhou Fuhua Textile & Printing Dyeing Co. Ltd. |
20,00 % |
A617 |
Fuzhou Ta Tung Textile Works Co. Ltd. |
20,00 % |
A617 |
Hangzhou Delicacy Co. Ltd. |
20,00 % |
A617 |
Far Eastern Industries (Shangai) Ltd. |
20,00 % |
A617 |
Hangzhou Hongfeng Textile Co. Ltd. |
20,00 % |
A617 |
Hangzhou Jieenda Textile Co. Ltd. |
20,00 % |
A617 |
Hangzhou Mingyuan Textile Co. Ltd. |
20,00 % |
A617 |
Hangzhou Shenda Textile Co. Ltd. |
20,00 % |
A617 |
Hangzhou Yililong Textile Co. Ltd. |
20,00 % |
A617 |
Hangzhou Yongsheng Textile Co. Ltd. |
20,00 % |
A617 |
Hangzhou ZhenYa Textile Co. Ltd. |
20,00 % |
A617 |
Huzhou Styly Jingcheng Textile Co. Ltd. |
20,00 % |
A617 |
Nantong Teijin Co Ltd. |
20,00 % |
A617 |
Shaoxing Ancheng Cloth industrial Co. Ltd. |
20,00 % |
A617 |
Shaoxing County Jiade Weaving and Dyeing Co. Ltd. |
20,00 % |
A617 |
Shaoxing County Pengyue Textile Co. Ltd. |
20,00 % |
A617 |
Shaoxing County Xingxin Textile Co. Ltd. |
20,00 % |
A617 |
Shaoxing Yinuo Printing Dyeing Co. Ltd. |
20,00 % |
A617 |
Wujiang Longsheng Textile Co. Ltd. |
20,00 % |
A617 |
Wujiang Xiangshen Textile Dyeing Finishing Co. Ltd. |
20,00 % |
A617 |
Zheijang Tianyuan Textile printing and Dying Co. Ltd. |
20,00 % |
A617 |
Zhejiang Shaoxing Yongli Printing and Dyeing Co. Ltd. |
20,00 % |
A617 |
Zhejiang Xiangsheng Group Co. Ltd. |
20,00 % |
A617 |
Zhejiang Yonglong enterprises Co. Ltd. |
20,00 % |
A617 |
Zhuji Bolan Textile Industrial development Co. Ltd. |
20,00 % |
A617 |
Wujiang Canhua Import & Export Co. Ltd. |
74,80 % |
A618 |
Shaoxing County Huaxiang Textile Co. Ltd. |
26,70 % |
A619 |
Shaoxing Ronghao Textiles Co. Ltd. |
33,90 % |
A620 |
Shaoxing County Quing Fang Cheng Textile import and export Co. Ltd. |
33,90 % |
A621 |
Shaoxing Tianlong import and export Ltd. |
63,40 % |
A622 |
Hangzhou CaiHong Textile Co. Ltd. |
39,40 % |
A623 |
Hangzhou Fuen Textile Co Ltd. |
39,40 % |
A623 |
Hangzhou Jinsheng Textile Co. Ltd. |
39,40 % |
A623 |
Hangzhou Xiaonshan Phoenix Industry Co. Ltd. |
39,40 % |
A623 |
Hangzhou Zhengda Textile Co. Ltd. |
39,40 % |
A623 |
Shaoxing China Light & Textile Industrial City Somet Textile Co. Ltd. |
39,40 % |
A623 |
Shaoxing County Fengyi Textile Printing and Dying Co. Ltd. |
39,40 % |
A623 |
Shaoxing Nanchi Textile Printing Dyeing Co. Ltd. |
39,40 % |
A623 |
Shaoxing Xinghui Textiles Co. Ltd. |
39,40 % |
A623 |
Shaoxing Yongda Textile Co. Ltd. |
39,40 % |
A623 |
Zhejiang Huagang Dyeing and Weaving Co. Ltd. |
39,40 % |
A623 |
Zheijang Golden time printing and Dying knitwear Co. Ltd. |
39,40 % |
A623 |
Zheijang Golden tree SLK printing Dying and Sandwshing Co. Ltd. |
39,40 % |
A623 |
Zheijang Shaoxiao Printing and Dying Co. Ltd. |
39,40 % |
A623 |
Alle andere ondernemingen |
85,30 % |
A999” |
te lezen:
„Onderneming |
Antidumpingrecht |
Aanvullende Taric-code |
Far Eastern Industries (Shanghai) Ltd |
20,00 % |
A617 |
Fuzhou Fuhua Textile & Printing Dyeing Co., Ltd |
20,00 % |
A617 |
Fuzhou Ta-Tung Textile Works Co., Ltd |
20,00 % |
A617 |
Hangzhou CaiHong Textile Co., Ltd |
39,40 % |
A623 |
Hangzhou De Licacy Textile Co., Ltd |
20,00 % |
A617 |
Hangzhou Fuen Textile Co. Ltd |
39,40 % |
A623 |
Hangzhou Hongfeng Textile Co., Ltd |
20,00 % |
A617 |
Hangzhou Jieenda Textile Co. Ltd |
20,00 % |
A617 |
Hangzhou Jinsheng Textile Co. Ltd |
39,40 % |
A623 |
Hangzhou Mingyuan Textile Co. Ltd |
20,00 % |
A617 |
Hangzhou Shenda Textile Co. Ltd |
20,00 % |
A617 |
Hangzhou Xiaoshan Phoenix Industry Co. Ltd |
39,40 % |
A623 |
Hangzhou Yililong Textile Co. Ltd |
20,00 % |
A617 |
Hangzhou Yongsheng Textile Co. Ltd |
20,00 % |
A617 |
Hangzhou Zhengda Textile Co., Ltd |
39,40 % |
A623 |
Hangzhou ZhenYa Textile Co. Ltd |
20,00 % |
A617 |
Huzhou Styly Jingcheng Textile Co. Ltd |
20,00 % |
A617 |
Nantong Teijin Co. Ltd |
20,00 % |
A617 |
Shaoxing Ancheng Cloth industrial Co. Ltd |
20,00 % |
A617 |
Shaoxing China Light & Textile Industrial City Somet Textile Co., Ltd |
39,40 % |
A623 |
Shaoxing County Fengyi Textile Printing & Dyeing Co., Ltd |
39,40 % |
A623 |
Shaoxing County Huaxiang Textile Co., Ltd |
26,70 % |
A619 |
Shaoxing County Jiade Weaving and Dyeing Co. Ltd |
20,00 % |
A617 |
Shaoxing County Pengyue Textile Co. Ltd |
20,00 % |
A617 |
Shaoxing County Qing Fang Cheng Textiles Imp. & Exp. Co., Ltd |
33,90 % |
A621 |
Shaoxing County Xingxin Textile Co. Ltd |
20,00 % |
A617 |
Shaoxing Golden tree silk Printing Dyeing and Sandwashing Co., Ltd |
39,40 % |
A623 |
Shaoxing Nanchi Textile Printing-Dyeing Co. Ltd |
39,40 % |
A623 |
Shaoxing Ronghao Textiles Co., Ltd |
33,90 % |
A620 |
Shaoxing Tianlong Import and Export Ltd |
63,40 % |
A622 |
Shaoxing Xinghui Textile Co. Ltd |
39,40 % |
A623 |
Shaoxing Yinuo Printing & Dyeing Co. Ltd |
20,00 % |
A617 |
Shaoxing Yongda Textiles Co. Ltd |
39,40 % |
A623 |
Wujiang Canhua Imp. & Exp. Co. Ltd |
74,80 % |
A618 |
Wujiang Longsheng Textile Co. Ltd |
20,00 % |
A617 |
Wujiang Xiangsheng Textile Dyeing & Finishing Co. Ltd |
20,00 % |
A617 |
Zhejiang Golden Time Printing and Dyeing knitwear Co. Ltd |
39,40 % |
A623 |
Zhejiang Huagang Dyeing and Weaving Co. Ltd |
39,40 % |
A623 |
Zhejiang Shaoxiao Printing and Dying Co. Ltd |
39,40 % |
A623 |
Zhejiang Shaoxing Yongli Printing and Dyeing Co. Ltd |
20,00 % |
A617 |
Zhejiang Shaoxing Tianyuan Textile Printing and Dying Co. Ltd |
20,00 % |
A617 |
Zhejiang XiangSheng Group Co. Ltd |
20,00 % |
A617 |
Zhejiang Yonglong Enterprises Co. Ltd |
20,00 % |
A617 |
Zhuji Bolan Textile Industrial Development Co. Ltd |
20,00 % |
A617 |
Alle andere ondernemingen |
85,30 % |
A999” |
Hierboven zijn de namen van ondernemingen aangegeven in de juiste spelling. Deze namen moeten aldus worden gelezen in Verordening (EG) nr. 426/2005 (overwegingen 8b, 23, 28, 58 en 139).