ISSN 1725-2598

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 66

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

48e jaargang
12 maart 2005


Inhoud

 

I   Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing

Bladzijde

 

 

Verordening (EG) nr. 410/2005 van de Commissie van 11 maart 2005 tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

1

 

 

Verordening (EG) nr. 411/2005 van de Commissie van 11 maart 2005 tot vaststelling van de maximumbedragen van de steun voor room, boter en boterconcentraat die gelden voor de 159e bijzondere inschrijving in het kader van de in Verordening (EG) nr. 2571/97 bedoelde permanente openbare inschrijving

3

 

 

Verordening (EG) nr. 412/2005 van de Commissie van 11 maart 2005 tot vaststelling van de minimumverkoopprijzen voor boter die gelden voor de 159e bijzondere inschrijving in het kader van de in Verordening (EG) nr. 2571/97 bedoelde permanente openbare inschrijving

5

 

 

Verordening (EG) nr. 413/2005 van de Commissie van 11 maart 2005 tot vaststelling van het maximumbedrag van de steun voor boterconcentraat voor de 331e bijzondere inschrijving die wordt gehouden in het kader van de permanente verkoop bij inschrijving als bedoeld in Verordening (EEG) nr. 429/90

7

 

 

Verordening (EG) nr. 414/2005 van de Commissie van 11 maart 2005 betreffende de 78e bijzondere inschrijving in het kader van de in Verordening (EG) nr. 2799/1999 bedoelde permanente verkoop bij inschrijving

8

 

 

Verordening (EG) nr. 415/2005 van de Commissie van 11 maart 2005 betreffende de 15e bijzondere inschrijving in het kader van de permanente inschrijving als bedoeld in Verordening (EG) nr. 2771/1999

9

 

*

Verordening (EG) nr. 416/2005 van de Commissie van 11 maart 2005 tot wijziging van bijlage XI bij Verordening (EG) nr. 1774/2002 van het Europees Parlement en de Raad, wat betreft de invoer uit Japan van bepaalde dierlijke bijproducten voor technisch gebruik ( 1 )

10

 

 

Verordening (EG) nr. 417/2005 van de Commissie van 11 maart 2005 tot vaststelling van de maximumrestitutie bij uitvoer van volwitte voorgekookte (parboiled) langkorrelige B rijst naar bepaalde derde landen in het kader van de inschrijving bedoeld in Verordening (EG) nr. 2032/2004

12

 

 

Verordening (EG) nr. 418/2005 van de Commissie van 11 maart 2005 betreffende de offertes voor de verzending van langkorrelige gedopte B-rijst bestemd voor het eiland Réunion, die zijn ingediend in het kader van de inschrijving voor de vaststelling van de subsidie bedoeld in Verordening (EG) nr. 2033/2004

13

 

 

Verordening (EG) nr. 419/2005 van de Commissie van 11 maart 2005 betreffende de offertes voor de uitvoer van rondkorrelige, halflangkorrelige en langkorrelige A volwitte rijst bestemd voor bepaalde derde landen, die zijn ingediend in het kader van de inschrijving bedoeld in Verordening (EG) nr. 2031/2004

14

 

 

II   Besluiten waarvan de publicatie niet voorwaarde is voor de toepassing

 

 

Raad

 

*

2005/201/EG:Besluit nr. 5/2004 van de Gezamenlijke Raad EU-Mexico van 15 december 2004 tot vaststelling, overeenkomstig artikel 17, lid 3, van Besluit nr. 2/2000, van de bijlage bij genoemd besluit betreffende wederzijdse bijstand in douanezaken

15

 

*

2005/202/EG:Besluit van de Raad van 31 januari 2005 inzake de sluiting van een Aanvullend Protocol bij de Overeenkomst inzake economisch partnerschap, politieke coördinatie en samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Verenigde Mexicaanse Staten, anderzijds, in verband met de toetreding van de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Hongarije, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek tot de Europese Unie

22

Aanvullend protocol bij de Overeenkomst inzake economisch partnerschap, politieke coördinatie en samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Verenigde Mexicaanse Staten, anderzijds, in verband met de toetreding van de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek tot de Europese Unie

24

 

*

2005/203/EG:Besluit nr. 1/2005 van de Gezamenlijke Raad EU-mexico van 21 februari 2005 tot rectificatie van Besluit nr. 3/2004 van de Gezamenlijke Raad EU-mexico

27

 

*

Mededeling betreffende de datum van inwerkingtreding van het Aanvullend Protocol bij de Overeenkomst inzake economisch partnerschap, politieke coördinatie en samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Verenigde Mexicaanse Staten, anderzijds, in verband met de toetreding van de nieuwe lidstaten tot de Europese Unie

28

 

*

Mededeling betreffende de datum van inwerkingtreding van Besluit nr. 1/2005 van de Gezamenlijke Raad EU-Mexico tot rectificatie van Besluit nr. 3/2004 van de Gezamenlijke Raad EU-Mexico van 29 juli 2004

28

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


I Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing

12.3.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 66/1


VERORDENING (EG) Nr. 410/2005 VAN DE COMMISSIE

van 11 maart 2005

tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 3223/94 van de Commissie van 21 december 1994 houdende uitvoeringsbepalingen van de invoerregeling voor groenten en fruit (1), en met name op artikel 4, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In Verordening (EG) nr. 3223/94 zijn op grond van de multilaterale handelsbesprekingen in het kader van de Uruguayronde de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de periodes die in de bijlage bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt.

(2)

Op grond van de bovenvermelde criteria moeten de forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld op de in de bijlage bij deze verordening vermelde niveaus,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 3223/94 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld zoals aangegeven in de tabel in de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 12 maart 2005.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 11 maart 2005.

Voor de Commissie

J. M. SILVA RODRÍGUEZ

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 337 van 24.12.1994, blz. 66. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1947/2002 (PB L 299 van 1.11.2002, blz. 17).


BIJLAGE

bij de verordening van de Commissie van 11 maart 2005 tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

(EUR/100 kg)

GN-code

Code derde landen (1)

Forfaitaire invoerwaarde

0702 00 00

052

122,2

204

74,0

212

143,7

624

159,5

999

124,9

0707 00 05

052

175,4

096

128,5

204

98,3

999

134,1

0709 10 00

220

18,4

999

18,4

0709 90 70

052

182,3

204

106,0

999

144,2

0805 10 20

052

54,9

204

45,1

212

57,2

220

48,9

400

51,1

421

39,1

624

61,2

999

51,1

0805 50 10

052

57,3

220

70,4

400

67,6

999

65,1

0808 10 80

388

78,8

400

96,8

404

75,0

508

62,1

512

67,2

528

65,9

720

65,8

999

73,1

0808 20 50

052

186,2

388

63,0

400

93,4

512

51,4

528

58,1

999

90,4


(1)  Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 2081/2003 van de Commissie (PB L 313 van 28.11.2003, blz. 11). De code „999” staat voor „andere oorsprong”.


12.3.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 66/3


VERORDENING (EG) Nr. 411/2005 VAN DE COMMISSIE

van 11 maart 2005

tot vaststelling van de maximumbedragen van de steun voor room, boter en boterconcentraat die gelden voor de 159e bijzondere inschrijving in het kader van de in Verordening (EG) nr. 2571/97 bedoelde permanente openbare inschrijving

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelproducten (1), en met name op artikel 10,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij openbare inschrijving verkopen de interventiebureaus bepaalde hoeveelheden boter uit interventievoorraden die in hun bezit zijn, en kennen steun toe voor room, boter en boterconcentraat, een en ander overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2571/97 van de Commissie van 15 december 1997 betreffende de verkoop van boter tegen verlaagde prijs en de toekenning van steun voor room, boter en boterconcentraat voor de vervaardiging van banketbakkerswerk, consumptie-ijs en andere voedingsmiddelen (2). In artikel 18 van die verordening is bepaald dat, rekening houdend met de voor elke bijzondere inschrijving ontvangen offertes, een minimumverkoopprijs voor boter en een maximumbedrag van de steun voor room, boter en boterconcentraat worden vastgesteld, die kunnen worden gedifferentieerd volgens de bestemming, het vetgehalte van de boter en de verwerkingsmethode, of wordt besloten aan de inschrijving geen gevolg te geven. De bedragen van de verwerkingszekerheden moeten dienovereenkomstig worden vastgesteld.

(2)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor melk en zuivelproducten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Voor de 159e bijzondere inschrijving in het kader van de permanente openbare inschrijving zoals bedoeld in Verordening (EG) nr. 2571/97, worden de maximumbedragen van de steun alsmede de bedragen van de verwerkingszekerheden vastgesteld zoals aangegeven in de tabel in de bijlage.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 12 maart 2005.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 11 maart 2005.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 160 van 26.6.1999, blz. 48. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 186/2004 van de Commissie (PB L 29 van 3.2.2004, blz. 6).

(2)  PB L 350 van 20.12.1997, blz. 3. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2250/2004 (PB L 381 van 28.12.2004, blz. 25).


BIJLAGE

bij de verordening van de Commissie van 11 maart 2005 tot vaststelling van de maximumbedragen van de steun voor room, boter en boterconcentraat die gelden voor de 159e bijzondere inschrijving in het kader van de in Verordening (EG) nr. 2571/97 bedoelde permanente openbare inschrijving

(EUR/100 kg)

Formule

A

B

Verwerkingsmethode

Met verklikstoffen

Zonder verklikstoffen

Met verklikstoffen

Zonder verklikstoffen

Maximumbedrag van de steun

Boter ≥ 82 %

56

52

55,5

52

Boter < 82 %

53,5

50,8

Boterconcentraat

67,5

63,5

67

63,5

Room

 

 

26

22

Verwerkingszekerheid

Boter

62

61

Boterconcentraat

74

74

Room

29


12.3.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 66/5


VERORDENING (EG) Nr. 412/2005 VAN DE COMMISSIE

van 11 maart 2005

tot vaststelling van de minimumverkoopprijzen voor boter die gelden voor de 159e bijzondere inschrijving in het kader van de in Verordening (EG) nr. 2571/97 bedoelde permanente openbare inschrijving

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelproducten (1), en met name op artikel 10,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij openbare inschrijving verkopen de interventiebureaus bepaalde hoeveelheden boter uit interventievoorraden die in hun bezit zijn, en kennen steun toe voor room, boter en boterconcentraat, een en ander overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2571/97 van de Commissie van 15 december 1997 betreffende de verkoop van boter tegen verlaagde prijs en de toekenning van steun voor room, boter en boterconcentraat voor de vervaardiging van banketbakkerswerk, consumptie-ijs en andere voedingsmiddelen (2). In artikel 18 van die verordening is bepaald dat, rekening houdend met de voor elke bijzondere inschrijving ontvangen offertes, een minimumverkoopprijs voor boter en een maximumbedrag van de steun voor room, boter en boterconcentraat worden vastgesteld, die kunnen worden gedifferentieerd volgens de bestemming, het vetgehalte van de boter en de verwerkingsmethode, of wordt besloten aan de inschrijving geen gevolg te geven. De bedragen van de verwerkingszekerheden moeten dienovereenkomstig worden vastgesteld.

(2)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor melk en zuivelproducten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Voor de 159e bijzondere inschrijving in het kader van de permanente openbare inschrijving zoals bedoeld in Verordening (EG) nr. 2571/97, worden de minimumverkoopprijzen voor boter uit interventievoorraden alsmede de bedragen van de verwerkingszekerheden vastgesteld zoals aangegeven in de tabel in de bijlage.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 12 maart 2005.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 11 maart 2005.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 160 van 26.6.1999, blz. 48. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 186/2004 van de Commissie (PB L 29 van 3.2.2004, blz. 6).

(2)  PB L 350 van 20.12.1997, blz. 3. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2250/2004 (PB L 381 van 28.12.2004, blz. 25).


BIJLAGE

bij de verordening van de Commissie van 11 maart 2005 tot vaststelling van de minimumverkoopprijzen voor boter die gelden voor de 159e bijzondere inschrijving in het kader van de in Verordening (EG) nr. 2571/97 bedoelde permanente openbare inschrijving

(EUR/100 kg)

Formule

A

B

Verwerkingsmethode

Met verklikstoffen

Zonder verklikstoffen

Met verklikstoffen

Zonder verklikstoffen

Minimumverkoopprijs

Boter ≥ 82 %

In ongewijzigde staat

206

210

210

Concentraat

Verwerkingszekerheid

In ongewijzigde staat

73

73

73

Concentraat


12.3.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 66/7


VERORDENING (EG) Nr. 413/2005 VAN DE COMMISSIE

van 11 maart 2005

tot vaststelling van het maximumbedrag van de steun voor boterconcentraat voor de 331e bijzondere inschrijving die wordt gehouden in het kader van de permanente verkoop bij inschrijving als bedoeld in Verordening (EEG) nr. 429/90

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelproducten (1), en met name op artikel 10,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 429/90 van de Commissie van 20 februari 1990 betreffende de toekenning, via openbare inschrijving, van steun voor boterconcentraat voor rechtstreekse consumptie in de Gemeenschap (2), houden de interventiebureaus een permanente verkoop bij inschrijving voor de toekenning van steun voor boterconcentraat. In artikel 6 van die verordening is bepaald dat, rekening houdend met de voor elke bijzondere inschrijving ontvangen offertes, voor boterconcentraat met een botervetgehalte van ten minste 96 % een maximumbedrag voor de steun wordt vastgesteld of wordt besloten om aan de inschrijving geen gevolg te geven. De bestemmingszekerheid moet dienovereenkomstig worden vastgesteld.

(2)

Het verdient aanbeveling, met inachtneming van de ontvangen aanbiedingen, het maximumbedrag van de steun op de hiernavolgende hoogte vast te stellen en dienovereenkomstig de bestemmingszekerheid te bepalen.

(3)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor melk en zuivelproducten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Voor de 331e bijzondere inschrijving die wordt gehouden in het kader van de permanente verkoop bij inschrijving als bedoeld in Verordening (EEG) nr. 429/90, worden de maximumbedrag en de bestemmingszekerheid als volgt vastgesteld:

maximumbedrag:

66,6 EUR/100 kg,

bestemmingszekerheid

74 EUR/100 kg.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 12 maart 2005.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 11 maart 2005.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 160 van 26.6.1999, blz. 48. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 186/2004 van de Commissie (PB L 29 van 3.2.2004, blz. 6).

(2)  PB L 45 van 21.2.1990, blz. 8. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2250/2004 van de Commissie (PB L 381 van 28.12.2004, blz. 25).


12.3.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 66/8


VERORDENING (EG) Nr. 414/2005 VAN DE COMMISSIE

van 11 maart 2005

betreffende de 78e bijzondere inschrijving in het kader van de in Verordening (EG) nr. 2799/1999 bedoelde permanente verkoop bij inschrijving

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelproducten (1), en met name op artikel 10,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Krachtens artikel 26 van Verordening (EG) nr. 2799/1999 van de Commissie van 17 december 1999 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad ten aanzien van de toekenning van steun voor ondermelk en magere melkpoeder voor voederdoeleinden en de verkoop van voornoemd magere melkpoeder (2), houden de interventiebureaus voor bepaalde in hun bezit zijnde hoeveelheden magere melkpoeder een permanente verkoop bij inschrijving.

(2)

Volgens de voorwaarden van artikel 30 van Verordening (EG) nr. 2799/1999 wordt, met inachtneming van de ontvangen aanbiedingen voor iedere bijzondere inschrijving, een minimumverkoopprijs vastgesteld of wordt besloten de verkoop bij inschrijving geen doorgang te laten vinden.

(3)

Het onderzoek van de offertes heeft er toe geleid geen gevolg te geven aan de inschrijving.

(4)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor melk en zuivelproducten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Voor de 78e bijzondere inschrijving in het kader van Verordening (EG) nr. 2799/1999, waarvoor de termijn voor indiening van de offertes is afgelopen op 8 maart 2005, wordt geen gevolg gegeven aan de inschrijving.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 12 maart 2005.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 11 maart 2005.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 160 van 26.6.1999, blz. 48. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 186/2004 van de Commissie (PB L 29 van 3.2.2004, blz. 6).

(2)  PB L 340 van 31.12.1999, blz. 3. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2250/2004 (PB L 381 van 28.12.2004, blz. 25).


12.3.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 66/9


VERORDENING (EG) Nr. 415/2005 VAN DE COMMISSIE

van 11 maart 2005

betreffende de 15e bijzondere inschrijving in het kader van de permanente inschrijving als bedoeld in Verordening (EG) nr. 2771/1999

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelproducten (1), en met name op artikel 10, onder c),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig artikel 21 van Verordening (EG) nr. 2771/1999 van de Commissie van 16 december 1999 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad ten aanzien van de interventiemaatregelen op de markt voor boter en room (2) hebben interventiebureaus bepaalde hoeveelheden boter die in hun bezit zijn, te koop aangeboden door middel van een permanente openbare inschrijving.

(2)

Krachtens artikel 24 bis van Verordening (EG) nr. 2771/1999 wordt op basis van de voor elke bijzondere inschrijving ontvangen biedingen een minimumverkoopprijs vastgesteld of besloten geen boter toe te wijzen.

(3)

Het onderzoek van de offertes heeft er toe geleid geen gevolg te geven aan de inschrijving.

(4)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor melk en zuivelproducten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Voor de 15e bijzondere inschrijving op grond van Verordening (EG) nr. 2771/1999, waarvoor de termijn voor het indienen van biedingen is verstreken op 8 maart 2005, wordt geen gevolg gegeven aan de inschrijving.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 12 maart 2005.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 11 maart 2005.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 160 van 26.6.1999, blz. 48. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 186/2004 van de Commissie (PB L 29 van 3.2.2004, blz. 6).

(2)  PB L 333 van 24.12.1999, blz. 11. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2250/2004 (PB L 381 van 28.12.2004, blz. 25).


12.3.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 66/10


VERORDENING (EG) Nr. 416/2005 VAN DE COMMISSIE

van 11 maart 2005

tot wijziging van bijlage XI bij Verordening (EG) nr. 1774/2002 van het Europees Parlement en de Raad, wat betreft de invoer uit Japan van bepaalde dierlijke bijproducten voor technisch gebruik

(Voor de EER relevante tekst)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1774/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 3 oktober 2002 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten (1), en met name op artikel 29, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 1774/2002 worden voorschriften vastgesteld voor de invoer in de Gemeenschap van bloedproducten en andere dierlijke bijproducten voor technisch gebruik, waaronder farmaceutisch gebruik. De lidstaten moeten de invoer van deze bijproducten toestaan, als zij voldoen aan de relevante voorschriften van hoofdstuk IV respectievelijk hoofdstuk XI van bijlage VIII bij die verordening.

(2)

Bij Verordening (EG) nr. 1774/2002 wordt bepaald dat de bijproducten afkomstig moeten zijn van een derde land of een deel van een derde land dat is opgenomen in een lijst die is vastgesteld in deel VI van bijlage XI. Japan is niet in dat deel VI van bijlage XI opgenomen.

(3)

De bevoegde autoriteit van Japan (Ministry of Agriculture, Forestry and Fisheries, Animal Health and Animal Products Safety Division) heeft de Commissie de nodige garanties gegeven dat bloedproducten en andere bijproducten voor technisch gebruik uit Japan kunnen worden verkregen en naar de Gemeenschap kunnen worden verzonden overeenkomstig de relevante invoervoorschriften. Met name heeft Japan de relevante bedrijven erkend en geregistreerd overeenkomstig artikel 29, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1774/2002.

(4)

Het is daarom dienstig dat Japan wordt opgenomen in deel VI van bijlage XI.

(5)

Het is ook dienstig dat deel VI van bijlage XI wordt gewijzigd om dezelfde terminologie te gebruiken als in hoofdstuk XI van bijlage VIII van dezelfde verordening.

(6)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Wijziging van Verordening (EG) nr. 1774/2002

Deel VI van bijlage XI bij Verordening (EG) nr. 1774/2002 wordt vervangen door:

„DEEL VI

Lijst van derde landen waaruit de lidstaten de invoer kunnen toestaan van dierlijke bijproducten en bloedproducten (met uitzondering van bloedproducten van paardachtigen) voor technisch gebruik, met inbegrip van farmaceutische producten (gezondheidscertificaten in de hoofdstukken 4 (C) en 8 (B)).

A.

Bloedproducten:

1)

Bloedproducten van hoefdieren:

 

derde landen of delen van derde landen die opgenomen zijn in de lijst in deel 1 van bijlage II bij Beschikking 79/542/EEG van de Raad en waaruit invoer toegestaan is van alle categorieën vers vlees van de betrokken soorten, alsook de volgende landen:

(JP) Japan.

2)

Bloedproducten van andere diersoorten:

 

derde landen die zijn opgenomen in de lijst in deel 1 van bijlage II bij Beschikking 79/542/EEG van de Raad, alsook de volgende landen:

(JP) Japan.

B.

Dierlijke bijproducten voor farmaceutisch gebruik:

 

derde landen die zijn opgenomen in de lijst in deel 1 van bijlage II bij Beschikking 79/542/EEG van de Raad, in de bijlage bij Beschikking 94/85/EG van de Commissie (2) of in bijlage I bij Beschikking 2000/585/EG van de Commissie (3), alsook de volgende landen:

(JP) Japan

(PH) de Filipijnen

(TW) Taiwan.

C.

Dierlijke bijproducten voor technisch gebruik, met uitzondering van farmaceutisch gebruik

 

Derde landen die zijn opgenomen in de lijst in deel 1 van bijlage II bij Beschikking 79/542/EEG van de Raad en waaruit de invoer van deze categorie vers vlees van de betrokken soorten toegestaan is, in de bijlage bij Beschikking 94/85/EG van de Commissie of in bijlage I bij Beschikking 2000/585/EG van de Commissie.”.

Artikel 2

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 11 maart 2005.

Voor de Commissie

Markos KYPRIANOU

Lid van de Commissie


(1)  PB L 273 van 10.10.2002, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 93/2005 van de Commissie (PB L 19 van 21.1.2005, blz. 34).

(2)  PB L 44 van 17.2.1994, blz. 31.

(3)  PB L 251 van 6.10.2000, blz. 1.


12.3.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 66/12


VERORDENING (EG) Nr. 417/2005 VAN DE COMMISSIE

van 11 maart 2005

tot vaststelling van de maximumrestitutie bij uitvoer van volwitte voorgekookte (parboiled) langkorrelige B rijst naar bepaalde derde landen in het kader van de inschrijving bedoeld in Verordening (EG) nr. 2032/2004

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1785/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening van de rijstmarkt (1), en met name op artikel 14, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 2032/2004 van de Commissie (2) is een inschrijving voor de vaststelling van de restitutie bij uitvoer van rijst opengesteld.

(2)

Overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EEG) nr. 584/75 van de Commissie (3), kan de Commissie volgens de procedure van artikel 26, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1785/2003 op grond van de ingediende offertes besluiten een maximumrestitutie bij uitvoer vast te stellen. Bij deze vaststelling moet met name rekening worden gehouden met de in artikel 14, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1785/2003 genoemde criteria. Er wordt toegewezen aan de inschrijver(s) wiens (wier) offerte ten hoogste gelijk is aan de maximumrestitutie bij uitvoer.

(3)

De toepassing van bovenbedoelde criteria op de huidige marktsituatie leidt voor de betrokken rijst tot vaststelling van de maximumrestitutie bij uitvoer op het in artikel 1 vermelde bedrag.

(4)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor granen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De maximumrestitutie bij uitvoer van volwitte voorgekookte (parboiled) langkorrelige B rijst naar bepaalde derde landen in het kader van de in Verordening (EG) nr. 2032/2004 bedoelde inschrijving wordt op grond van de van 7 tot en met 10 maart 2005 ingediende offertes vastgesteld op 57,00 EUR/t.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 12 maart 2005.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 11 maart 2005.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 270 van 21.10.2003, blz. 96.

(2)  PB L 353 van 27.11.2004, blz. 6.

(3)  PB L 61 van 7.3.1975, blz. 25. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1948/2002 (PB L 299 van 1.11.2002, blz. 18).


12.3.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 66/13


VERORDENING (EG) Nr. 418/2005 VAN DE COMMISSIE

van 11 maart 2005

betreffende de offertes voor de verzending van langkorrelige gedopte B-rijst bestemd voor het eiland Réunion, die zijn ingediend in het kader van de inschrijving voor de vaststelling van de subsidie bedoeld in Verordening (EG) nr. 2033/2004

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1785/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening van de rijstmarkt (1), en met name op artikel 5, lid 3,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 2692/89 van de Commissie van 6 september 1989 houdende uitvoeringsbepalingen inzake de verzending van rijst naar Réunion (2), inzonderheid op artikel 9, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 2033/2004 van de Commissie (3) is een inschrijving voor de vaststelling van de subsidie voor de verzending van rijst naar het eiland Réunion opengesteld.

(2)

Overeenkomstig artikel 9 van Verordening (EEG) nr. 2692/89, kan de Commissie volgens de procedure van artikel 26, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1785/2003 op grond van de ingediende offertes besluiten niet tot toewijzing over te gaan.

(3)

Met name rekening houdend met de in de artikelen 2 en 3 van Verordening (EEG) nr. 2692/89 genoemde criteria, is het niet wenselijk een maximumsubsidie vast te stellen.

(4)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor granen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Er wordt geen gevolg gegeven aan de offertes die van 7 tot en met 10 maart 2005 zijn ingediend in het kader van de in Verordening (EG) nr. 2033/2004 bedoelde inschrijving voor de subsidie voor de verzending van langkorrelige gedopte B-rijst van GN-code 1006 20 98 naar het eiland Réunion.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 12 maart 2005.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 11 maart 2005.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 270 van 21.10.2003, blz. 96.

(2)  PB L 261 van 7.9.1989, blz. 8. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1275/2004 van de Commissie (PB L 241 van 13.7.2004, blz. 8).

(3)  PB L 353 van 27.11.2004, blz. 9.


12.3.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 66/14


VERORDENING (EG) Nr. 419/2005 VAN DE COMMISSIE

van 11 maart 2005

betreffende de offertes voor de uitvoer van rondkorrelige, halflangkorrelige en langkorrelige A volwitte rijst bestemd voor bepaalde derde landen, die zijn ingediend in het kader van de inschrijving bedoeld in Verordening (EG) nr. 2031/2004

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1785/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening van de rijstmarkt (1), en met name op artikel 14, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 2031/2004 van de Commissie (2) is een inschrijving voor de vaststelling van de restitutie bij uitvoer van rijst opengesteld.

(2)

Overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EEG) nr. 584/75 van de Commissie (3), kan de Commissie volgens de procedure van artikel 26, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1785/2003 op grond van de ingediende offertes besluiten niet tot toewijzing over te gaan.

(3)

Met name rekening houdend met de in artikel 14, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1785/2003 genoemde criteria, is het niet wenselijk een maximumrestitutie vast te stellen.

(4)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor granen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Er wordt geen gevolg gegeven aan de offertes die van 7 tot en met 10 maart 2005 zijn ingediend in het kader van de in Verordening (EG) nr. 2031/2004 bedoelde inschrijving voor de uitvoer van rondkorrelige, halflangkorrelige en langkorrelige A volwitte rijst bestemd voor bepaalde derde landen.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 12 maart 2005.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 11 maart 2005.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 270 van 21.10.2003, blz. 96.

(2)  PB L 353 van 27.11.2004, blz. 3.

(3)  PB L 61 van 7.3.1975, blz. 25. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1948/2002 (PB L 299 van 1.11.2002, blz. 18).


II Besluiten waarvan de publicatie niet voorwaarde is voor de toepassing

Raad

12.3.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 66/15


BESLUIT Nr. 5/2004 VAN DE GEZAMENLIJKE RAAD EU-MEXICO

van 15 december 2004

tot vaststelling, overeenkomstig artikel 17, lid 3, van Besluit nr. 2/2000, van de bijlage bij genoemd besluit betreffende wederzijdse bijstand in douanezaken

(2005/201/EG)

DE GEZAMENLIJKE RAAD,

Gelet op de Overeenkomst inzake economisch partnerschap, politieke coördinatie en samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Verenigde Mexicaanse Staten, anderzijds (1) (hierna „de Overeenkomst” genoemd),

Gelet op Besluit nr. 2/2000 van de Gezamenlijke Raad EU-Mexico (2), en met name op artikel 17, lid 3,

Overwegende dat artikel 17, lid 3, van Besluit nr. 2/2000 bepaalt dat de overheidsdiensten van beide partijen elkaar wederzijdse administratieve bijstand in douanezaken verlenen in overeenstemming met de bepalingen van een bijlage betreffende wederzijdse administratieve bijstand in douanezaken, goed te keuren door de Gezamenlijke Raad uiterlijk één jaar na de inwerkingtreding van Besluit nr. 2/2000,

BESLUIT:

Artikel 1

De bijlage betreffende wederzijdse administratieve bijstand in douanezaken bij Besluit nr. 2/2000 die als bijlage bij het onderhavige besluit is gevoegd, wordt hierbij aangenomen.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de maand volgende op de maand waarin het besluit door de Gezamenlijke Raad is vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 15 december 2004.

Voor de Gezamenlijke Raad

De voorzitter

L. E. DERBEZ


(1)  PB L 276 van 28.10.2000, blz. 45.

(2)  PB L 157 van 30.6.2000, blz. 10.


BIJLAGE

„BIJLAGE

BETREFFENDE WEDERZIJDSE ADMINISTRATIEVE BIJSTAND IN DOUANEZAKEN

Artikel 1

Definities

Voor de toepassing van deze bijlage wordt verstaan onder:

a)

„douanewetgeving”: de door de Gemeenschap of Mexico aangenomen wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen betreffende de invoer, de uitvoer en de doorvoer van goederen en de plaatsing daarvan onder een andere douaneregeling of -procedure, met inbegrip van verbodsmaatregelen, beperkende maatregelen en controlemaatregelen;

b)

„verzoekende autoriteit”: een bevoegde administratieve autoriteit die hiertoe door een partij aangewezen is en die op grond van deze bijlage een verzoek om bijstand indient;

c)

„aangezochte autoriteit”: een bevoegde administratieve autoriteit die hiertoe door een partij aangewezen is en die op grond van deze bijlage een verzoek om bijstand ontvangt;

d)

„douaneautoriteit”: voor de Europese Gemeenschap, de bevoegde diensten van de Commissie van de Europese Gemeenschappen en de douaneautoriteiten van de lidstaten; voor Mexico, de Secretaria de Hacienda y Crédito Público of zijn opvolger;

e)

„persoonsgegevens”: alle informatie betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon;

f)

„met de douanewetgeving strijdige handeling”: elke overtreding of poging tot overtreding van de douanewetgeving;

g)

„informatie”: alle gegevens, documenten, gewaarmerkte rapporten of de daarop betrekking hebbende gewaarmerkte afschriften of andere mededelingen, met inbegrip van informatie die is verwerkt en/of geanalyseerd om een indicatie te verstrekken met betrekking tot een met de douanewetgeving strijdige handeling.

Artikel 2

Werkingssfeer

1.   Deze bijlage heeft uitsluitend betrekking op wederzijdse administratieve bijstand tussen de partijen; de bepalingen van onderhavige bijlage verlenen aan individuele personen generlei recht op het verkrijgen, achterhouden of uitsluiten van enig bewijs of het beletten van de uitvoering van een verzoek.

2.   De partijen verlenen elkaar bijstand op de gebieden die onder hun bevoegdheid vallen, op de wijze en onder de voorwaarden vastgesteld in deze bijlage, teneinde de correcte toepassing van de douanewetgeving te waarborgen, inzonderheid met het oog op het voorkomen, opsporen en bestrijden van met de douanewetgeving strijdige handelingen.

3.   De bijstand in douanezaken waarin deze bijlage voorziet, geldt voor elke administratieve autoriteit van de partijen die bevoegd is voor de toepassing van deze bijlage. De bijstand in douanezaken doet geen afbreuk aan de regels betreffende de wederzijdse bijstand in strafzaken. Hij geldt ook niet voor informatie die is verkregen krachtens bevoegdheden die op verzoek van een rechterlijke autoriteit worden uitgeoefend, tenzij deze autoriteit instemt met de mededeling van dergelijke informatie.

4.   De bijstand inzake het innen van heffingen, belastingen en boetes valt niet onder deze bijlage.

Artikel 3

Bijstand op verzoek

1.   Op aanvraag van de verzoekende autoriteit verschaft de aangezochte autoriteit haar alle terzake dienende informatie die zij nodig kan hebben om te waarborgen dat de douanewetgeving correct wordt toegepast, met inbegrip van informatie betreffende geconstateerde of voorgenomen daden die met de douanewetgeving strijdige handelingen vormen of zouden kunnen vormen.

2.   Op aanvraag van de verzoekende autoriteit deelt de aangezochte autoriteit haar mee of:

a)

goederen die uit het grondgebied van een van de partijen zijn uitgevoerd, op regelmatige wijze op het grondgebied van de andere partij zijn ingevoerd, in voorkomend geval onder vermelding van de douaneregeling waaronder deze goederen zijn geplaatst;

b)

goederen die op het grondgebied van een van de partijen zijn ingevoerd, op regelmatige wijze uit het grondgebied van de andere partij zijn uitgevoerd, in voorkomend geval onder vermelding van de op deze goederen toegepaste douaneregeling.

3.   Op aanvraag van de verzoekende autoriteit treft de aangezochte autoriteit in het kader van haar wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat toezicht wordt uitgeoefend op:

a)

natuurlijke personen of rechtspersonen van wie redelijkerwijs kan worden aangenomen dat zij met de douanewetgeving strijdige handelingen verrichten of hebben verricht;

b)

plaatsen waar voorraden goederen op een zodanige wijze zijn gevormd of kunnen worden gevormd, dan wel het voorwerp zijn geweest of kunnen zijn van zodanige handelingen dat redelijkerwijs kan worden aangenomen dat zij bedoeld zijn om te worden gebruikt bij met de douanewetgeving strijdige handelingen;

c)

goederen die op een zodanige wijze worden vervoerd of kunnen worden vervoerd dat redelijkerwijs kan worden aangenomen dat zij bedoeld zijn om te worden gebruikt bij met de douanewetgeving strijdige handelingen;

d)

vervoermiddelen die op een zodanige wijze worden gebruikt of kunnen worden gebruikt dat redelijkerwijs kan worden aangenomen dat zij bedoeld zijn om te worden gebruikt bij met de douanewetgeving strijdige handelingen.

Artikel 4

Bijstand op eigen initiatief

De partijen staan elkaar op eigen initiatief, overeenkomstig hun wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen, bij indien zij zulks noodzakelijk achten voor de correcte toepassing van de douanewetgeving, in het bijzonder door het verschaffen van informatie die zij verkrijgen omtrent:

a)

handelingen die strijdig zijn of lijken te zijn met de douanewetgeving en die van belang kunnen zijn voor de andere partij;

b)

nieuwe middelen of methoden die worden gebruikt bij met de douanewetgeving strijdige handelingen;

c)

goederen waarvan bekend is dat zij het voorwerp vormen van met de douanewetgeving strijdige handelingen;

d)

natuurlijke personen of rechtspersonen van wie redelijkerwijs kan worden aangenomen dat zij betrokken zijn of zijn geweest bij met de douanewetgeving strijdige handelingen;

e)

vervoermiddelen waarvan redelijkerwijs kan worden aangenomen dat zij voor het verrichten van met de douanewetgeving strijdige handelingen zijn gebruikt, worden gebruikt of kunnen worden gebruikt.

Artikel 5

Afgifte van documenten/Kennisgeving van besluiten

Op aanvraag van de verzoekende autoriteit neemt de aangezochte autoriteit, overeenkomstig de voor haar geldende wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen, alle nodige maatregelen voor:

a)

de afgifte van alle documenten of

b)

de kennisgeving van alle besluiten,

die van de verzoekende autoriteit uitgaan en waarop het bepaalde in deze bijlage van toepassing is, aan een geadresseerde die op het grondgebied van de aangezochte autoriteit verblijft of gevestigd is.

De verzoeken om afgifte van documenten en om kennisgeving van besluiten moeten schriftelijk worden ingediend in een officiële taal van de aangezochte autoriteit of in een voor deze autoriteit aanvaardbare taal.

Artikel 6

Vorm en inhoud van verzoeken om bijstand

1.   Verzoeken in het kader van deze bijlage worden schriftelijk gedaan. Zij gaan vergezeld van de bescheiden die voor de behandeling ervan dienstig worden geacht. In spoedeisende gevallen kunnen mondelinge verzoeken worden aanvaard, mits zij onmiddellijk schriftelijk worden bevestigd.

2.   De overeenkomstig lid 1 ingediende verzoeken bevatten de hiernavolgende gegevens:

a)

de naam van de verzoekende autoriteit;

b)

de gevraagde maatregel;

c)

het voorwerp en de reden van het verzoek;

d)

de relevante wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen en andere rechtsvoorschriften;

e)

zo nauwkeurig en volledig mogelijke informatie betreffende de natuurlijke personen of rechtspersonen waarop het onderzoek betrekking heeft;

f)

een overzicht van de relevante feiten en het reeds verrichte onderzoek.

3.   De verzoeken worden gesteld in een officiële taal van de aangezochte autoriteit of in een voor deze autoriteit aanvaardbare taal. Dit vereiste is niet van toepassing op documenten die het in lid 1 bedoelde verzoek vergezellen.

4.   Indien een verzoek niet in de hierboven omschreven juiste vorm wordt gedaan, kan om correctie of aanvulling worden verzocht; inmiddels kunnen reeds conservatoire maatregelen worden genomen.

Artikel 7

Behandeling van verzoeken

1.   De aangezochte autoriteit beantwoordt het verzoek om bijstand, binnen de grenzen van haar bevoegdheden en van haar middelen, als handelde zij voor eigen rekening of op verzoek van een andere autoriteit van dezelfde partij, door de informatie die haar reeds ter beschikking staat mee te delen en door het nodige onderzoek, met name verificaties, inspecties en onderzoek van bescheiden, te verrichten of te doen verrichten. Deze bepaling is ook van toepassing op elke andere autoriteit tot welke de aangezochte autoriteit krachtens deze bijlage het verzoek richt indien zij niet zelfstandig kan handelen.

2.   Aan verzoeken om bijstand wordt voldaan overeenkomstig de wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen van de aangezochte partij.

3.   Naar behoren gemachtigde ambtenaren van een partij kunnen, met instemming van de andere partij, overeenkomstig het nationale recht van de aangezochte autoriteit en onder de voorwaarden die laatstgenoemde stelt, in de kantoren van de aangezochte autoriteit of van een andere overeenkomstig lid 1 betrokken autoriteit aanwezig zijn en de in die kantoren bijgehouden terzake dienende boeken, registers en andere documenten of gegevensdragers verkrijgen, kopieën daarvan maken, dan wel informatie of bijzonderheden extraheren, die de verzoekende autoriteit ter uitvoering van het bepaalde in deze bijlage nodig heeft met betrekking tot met de douanewetgeving strijdige handelingen.

4.   Overeenkomstig het nationale recht van de aangezochte autoriteit en onder de voorwaarden die deze laatste stelt, kunnen naar behoren gemachtigde ambtenaren van een partij, met instemming van de andere partij en onder de voorwaarden die laatstgenoemde stelt, aanwezig zijn bij onderzoek dat op het grondgebied van laatstgenoemde wordt verricht.

5.   Aan een verzoek van enige douaneautoriteit om toepassing van een bepaalde procedure wordt voldaan overeenkomstig de nationale wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de aangezochte autoriteit.

Artikel 8

Vorm waarin de informatie dient te worden verstrekt

1.   De aangezochte autoriteit deelt de resultaten van het onderzoek en enige gevraagde informatie uit hoofde van artikel 9 schriftelijk mee aan de verzoekende autoriteit, samen met documenten, gewaarmerkte afschriften of andere terzake dienende voorwerpen en mag, waar van toepassing, enige relevante informatie opnemen voor interpretatie of voor gebruik.

2.   Deze informatie kan worden meegedeeld met gebruikmaking van systemen voor automatische gegevensverwerking.

3.   De originelen van dossiers, documenten en ander materiaal, of gecertificeerde of voor eensluidend afschrift gewaarmerkte kopieën daarvan, worden uitsluitend verstrekt indien kopieën ontoereikend zouden zijn.

4.   De originelen van verstrekte dossiers, documenten en ander materiaal worden zo spoedig mogelijk geretourneerd; de rechten van de partijen te dien aanzien blijven ongewijzigd.

Artikel 9

Gevallen waarin geen bijstand behoeft te worden verleend

1.   Bijstand mag worden geweigerd of onderhevig worden gemaakt aan het vervullen van zekere voorwaarden of vereisten in gevallen waarin een partij van oordeel is dat de bijstand uit hoofde van onderhavige bijlage:

a)

afbreuk kan doen aan de soevereiniteit van de partij die op grond van deze bijlage om bijstand is verzocht; of

b)

de openbare orde, de staatsveiligheid of andere wezenlijke belangen in gevaar kan brengen, met name in de gevallen bedoeld in artikel 10, lid 2, of

c)

de schending inhoudt van een industrieel, een handels- of een beroepsgeheim.

2.   De aangezochte autoriteit kan de bijstand uitstellen op grond van het feit dat deze een onderzoek, een gerechtelijke vervolging of een lopende procedure zou storen. In dat geval raadpleegt de aangezochte autoriteit de verzoekende autoriteit om na te gaan of de bijstand kan worden verleend onder voorbehoud van regelingen of voorwaarden die de aangezochte autoriteit kan eisen.

3.   Wanneer de verzoekende autoriteit om een vorm van bijstand verzoekt die zij desgevraagd zelf niet zou kunnen verlenen, vermeldt zij dit in haar verzoek. Het is dan aan de aangezochte autoriteit om te bepalen hoe zij op een dergelijk verzoek zal reageren.

4.   Indien niet aan een verzoek kan worden voldaan, wordt de verzoekende autoriteit hiervan onverwijld in kennis gesteld met vermelding van de redenen en omstandigheden, welke van belang kunnen zijn voor het vervolg van de zaak.

5.   In gevallen bedoeld in de leden 1 en 2 dienen de beslissing van de aangezochte autoriteit en de redenen derhalve onverwijld ter kennis van de verzoekende autoriteit te worden gebracht.

Artikel 10

Uitwisseling van informatie en vertrouwelijkheid

1.   Alle informatie die in welke vorm dan ook op grond van deze bijlage wordt verstrekt, is vertrouwelijk of bestemd voor beperkte verspreiding, overeenkomstig de regels die bij elk van de partijen gelden. Zij valt onder de geheimhoudingsplicht en geniet de bescherming waarin wordt voorzien door de wetgeving terzake van de partij die de informatie heeft ontvangen, alsmede door de overeenkomstige bepalingen die op de communautaire instanties van toepassing zijn.

2.   Persoonsgegevens kunnen slechts worden uitgewisseld indien de partij die ze zou ontvangen, zich ertoe verbindt aan die gegevens een ten minste gelijkwaardige bescherming te verlenen als die welke toepasselijk is in de partij die ze zou verstrekken. Met het oog daarop verstrekken de partijen elkaar informatie over de door hen toegepaste voorschriften, zo nodig met inbegrip van de vigerende wettelijke bepalingen in de lidstaten van de Gemeenschap, met inbegrip van enige wijziging ervan welke wordt doorgevoerd nadat onderhavige bijlage in werking is getreden.

3.   Het gebruik van op grond van deze bijlage verkregen informatie bij gerechtelijke of administratieve procedures die worden ingesteld ingevolge de vaststelling van handelingen die in strijd zijn met de douanewetgeving, wordt geacht plaats te vinden ter uitvoering van deze bijlage. De partijen kunnen dan ook de overeenkomstig het bepaalde in deze bijlage verkregen informatie en geraadpleegde bescheiden als bewijsmateriaal gebruiken in hun processen-verbaal, rapporten en getuigenverklaringen alsmede in gerechtelijke procedures en tenlasteleggingen. De bevoegde autoriteit die deze informatie heeft verstrekt of toegang tot de documenten heeft verschaft, wordt van dit gebruik in kennis gesteld.

4.   De verkregen informatie wordt uitsluitend voor de in deze bijlage omschreven doeleinden gebruikt. Wanneer een partij dergelijke gegevens voor andere doeleinden wenst te gebruiken, dient zij de voorafgaande schriftelijke instemming te krijgen van de autoriteit die de informatie heeft verstrekt. Het gebruik van die informatie is dan onderworpen aan de door deze autoriteit opgelegde beperkingen.

Artikel 11

Deskundigen en getuigen

Een ambtenaar van een aangezochte autoriteit kan worden gemachtigd, binnen de grenzen van de hem verleende machtiging, als getuige of deskundige op te treden in gerechtelijke of administratieve procedures die betrekking hebben op aangelegenheden waarop deze bijlage van toepassing is, en daarbij de voor deze procedures noodzakelijke voorwerpen, bescheiden of gewaarmerkte afschriften van bescheiden voor te leggen. In de convocatie dient uitdrukkelijk te worden vermeld voor welke gerechtelijke of administratieve instantie de betrokken ambtenaar moet verschijnen en over welk onderwerp en in welke functie of hoedanigheid de ambtenaar zal worden gehoord.

Artikel 12

Kosten van de bijstand

1.   De partijen eisen van elkaar geen terugbetaling voor uitgaven die bij de toepassing van het bepaalde in deze bijlage zijn gemaakt, met uitzondering, in voorkomend geval, van uitgaven voor deskundigen en getuigen, en uitgaven voor tolken en vertalers die niet in overheidsdienst zijn.

2.   Indien uitvoering van het verzoek aanzienlijke of buitengewone kosten met zich zou brengen, kunnen de partijen met elkaar overleggen teneinde de voorwaarden vast te stellen waaronder het verzoek zal worden uitgevoerd, alsmede de wijze waarop de kosten zullen worden gedragen.

Artikel 13

Uitvoering

1.   Onverminderd het bepaalde in artikel 14, lid 3, komen de partijen overeen dat alle zaken welke voortvloeien uit de toepassing van deze bijlage kunnen worden toevertrouwd aan de douaneautoriteiten van Mexico, enerzijds, en de bevoegde diensten van de Commissie van de Europese Gemeenschappen en, desgevallend, de douaneautoriteiten van de lidstaten, anderzijds. Deze instanties stellen alle praktische maatregelen en regelingen vast voor de toepassing van deze bijlage, met inachtneming van de vigerende voorschriften op met name het gebied van de gegevensbescherming. Zij kunnen aan de bevoegde instanties wijzigingen voorstellen die volgens hen in deze bijlage moeten worden aangebracht.

2.   De partijen plegen onderling overleg en stellen elkaar in kennis van alle uitvoeringsbepalingen die overeenkomstig deze bijlage worden vastgesteld. In het bijzonder wisselen zij, vóór de inwerkingtreding van deze bijlage, onderling de lijst uit van de douaneautoriteiten die bevoegd zijn voor de toepassing van deze bijlage. Alle wijzigingen die daarna worden doorgevoerd, worden door de partijen aan elkaar meegedeeld.

Artikel 14

Andere overeenkomsten

1.   Rekening houdend met de respectieve bevoegdheden van de Europese Gemeenschap en van haar lidstaten, geldt voor de bepalingen van deze bijlage dat zij:

a)

geen gevolgen hebben voor de verplichtingen van de partijen op grond van andere internationale overeenkomsten of verdragen;

b)

worden geacht een aanvulling te vormen op overeenkomsten betreffende wederzijdse bijstand die zijn of kunnen worden gesloten tussen afzonderlijke lidstaten en Mexico;

c)

geen gevolgen hebben voor de communautaire bepalingen betreffende de uitwisseling, tussen de bevoegde diensten van de Commissie van de Europese Gemeenschappen en de douaneautoriteiten van de lidstaten, van eventueel voor de Gemeenschap van belang zijnde gegevens die verkregen zijn op de onder deze bijlage vallende gebieden.

2.   Ongeacht de bepalingen van lid 1 hebben de bepalingen van deze bijlage voorrang op de bepalingen van bilaterale overeenkomsten betreffende wederzijdse bijstand die zijn of kunnen worden gesloten tussen afzonderlijke lidstaten en Mexico voorzover de bepalingen van laatstgenoemde overeenkomsten onverenigbaar zijn met die van deze bijlage.

3.   Ten aanzien van vraagstukken in verband met de toepassing van deze bijlage plegen de partijen overleg om deze op te lossen in het kader van de Speciale Commissie douanesamenwerking, die is ingesteld krachtens artikel 17 van Besluit nr. 2/2000 van de Gezamenlijke Raad EU-Mexico.”


12.3.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 66/22


BESLUIT VAN DE RAAD

van 31 januari 2005

inzake de sluiting van een Aanvullend Protocol bij de Overeenkomst inzake economisch partnerschap, politieke coördinatie en samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Verenigde Mexicaanse Staten, anderzijds, in verband met de toetreding van de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Hongarije, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek tot de Europese Unie

(2005/202/EG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 57, lid 2, artikel 71, artikel 80, lid 2, artikel 133, lid 1 en lid 5, en artikel 181 juncto artikel 300, lid 2, eerste alinea, eerste en tweede volzin, en lid 3, eerste alinea,

Gelet op de Akte van toetreding van 2003 (1), en met name op artikel 6, lid 2,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Het Aanvullend Protocol bij de Overeenkomst inzake economisch partnerschap, politieke coördinatie en samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Verenigde Mexicaanse Staten, anderzijds, in verband met de toetreding van de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek tot de Europese Unie (2) is op 29 april 2004 namens de Europese Gemeenschap en haar lidstaten ondertekend.

(2)

Het aanvullend protocol moet worden goedgekeurd,

BESLUIT:

Artikel 1

Het Aanvullend Protocol bij de Overeenkomst inzake economisch partnerschap, politieke coördinatie en samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Verenigde Mexicaanse Staten, anderzijds, in verband met de toetreding van de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek tot de Europese Unie wordt namens de Europese Gemeenschap en haar lidstaten goedgekeurd.

De tekst van het aanvullend protocol is opgenomen in de bijlage bij dit besluit.

Artikel 2

De voorzitter van de Raad verricht de in artikel 5 van het aanvullend protocol bedoelde kennisgeving.

Gedaan te Brussel, 31 januari 2005.

Voor de Raad

De voorzitter

J. ASSELBORN


(1)  PB L 236 van 23.9.2003, blz. 34.

(2)  Zie bladzijde 24 van dit Publicatieblad.


AANVULLEND PROTOCOL

bij de Overeenkomst inzake economisch partnerschap, politieke coördinatie en samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Verenigde Mexicaanse Staten, anderzijds, in verband met de toetreding van de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek tot de Europese Unie

HET KONINKRIJK BELGIË,

HET KONINKRIJK DENEMARKEN,

DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND,

DE HELLEENSE REPUBLIEK,

HET KONINKRIJK SPANJE,

DE FRANSE REPUBLIEK,

IERLAND,

DE ITALIAANSE REPUBLIEK,

HET GROOTHERTOGDOM LUXEMBURG,

HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN,

DE REPUBLIEK OOSTENRIJK,

DE PORTUGESE REPUBLIEK,

DE REPUBLIEK FINLAND,

HET KONINKRIJK ZWEDEN,

HET VERENIGD KONINKRIJK VAN GROOT-BRITTANNIË EN NOORD-IERLAND,

hierna „lidstaten van de Europese Gemeenschap” genoemd,

DE EUROPESE GEMEENSCHAP,

hierna „de Gemeenschap” genoemd,

DE VERENIGDE MEXICAANSE STATEN,

hierna „Mexico” genoemd,

en

DE TSJECHISCHE REPUBLIEK,

DE REPUBLIEK ESTLAND,

DE REPUBLIEK CYPRUS,

DE REPUBLIEK LETLAND,

DE REPUBLIEK LITOUWEN,

DE REPUBLIEK HONGARIJE,

DE REPUBLIEK MALTA,

DE REPUBLIEK POLEN,

DE REPUBLIEK SLOVENIË,

DE SLOWAAKSE REPUBLIEK,

hierna „de nieuwe lidstaten” te noemen,

OVERWEGENDE dat de Overeenkomst inzake economisch partnerschap, politieke coördinatie en samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Verenigde Mexicaanse Staten, anderzijds, hierna „de Overeenkomst” te noemen, op 8 december 1997 te Brussel is ondertekend en op 1 oktober 2000 in werking is getreden;

OVERWEGENDE dat het Verdrag betreffende de toetreding van de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek tot de Europese Unie, hierna het „Toetredingsverdrag” te noemen, op 16 april 2003 te Athene werd ondertekend;

OVERWEGENDE dat, overeenkomstig artikel 6, lid 2, van het Toetredingsverdrag de opname van de nieuwe lidstaten tot de Overeenkomst wordt geformaliseerd door de sluiting van een protocol bij de Overeenkomst;

OVERWEGENDE dat artikel 55 van de Overeenkomst bepaalt: „Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt onder „partijen” verstaan: enerzijds de Gemeenschap, of de lidstaten, of de Gemeenschap en haar lidstaten, overeenkomstig hun respectieve bevoegdheden, zoals afgeleid van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en anderzijds Mexico”;

OVERWEGENDE dat artikel 56 van de Overeenkomst bepaalt: „Deze overeenkomst is van toepassing enerzijds op de gebieden waar het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap van toepassing is, onder de in dat Verdrag neergelegde voorwaarden, en anderzijds op het grondgebied van Mexico”;

OVERWEGENDE dat artikel 59 van de Overeenkomst bepaalt: „Deze overeenkomst is opgesteld in tweevoud in de Deense, de Duitse, de Engelse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Italiaanse, de Nederlandse, de Portugese, de Spaanse en de Zweedse taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek”;

OVERWEGENDE dat de Europese Gemeenschap, gezien de datum van toetreding van de nieuwe lidstaten tot de Europese Unie, wellicht de bepalingen van dit protocol zal moeten toepassen vooraleer alle interne procedures zijn voltooid die vereist zijn voor de inwerkingtreding van het protocol;

OVERWEGENDE dat artikel 5, lid 3, van dit protocol het mogelijk zal maken dat de Europese Gemeenschap en haar lidstaten dit protocol voorlopig toepassen vooraleer hun interne procedures voor de inwerkingtreding van het protocol zijn voltooid,

ZIJN HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN:

Artikel 1

De Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek worden opgenomen als partijen bij de Overeenkomst inzake economisch partnerschap, politieke coördinatie en samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Verenigde Mexicaanse Staten, anderzijds.

Artikel 2

Binnen zes maanden na de parafering van dit protocol zal de Europese Gemeenschap de Estse, de Hongaarse, de Letse, de Litouwse, de Maltese, de Poolse, de Sloveense, de Slowaakse en de Tsjechische taalversies van de Overeenkomst aan de lidstaten en Mexico doen toekomen. Onder voorbehoud van de inwerkingtreding van dit protocol worden de nieuwe taalversies authentiek onder dezelfde voorwaarden als de versies die zijn opgesteld in de huidige talen van de Overeenkomst.

Artikel 3

Dit protocol maakt een integrerend deel uit van de Overeenkomst inzake economisch partnerschap, politieke coördinatie en samenwerking.

Artikel 4

Dit protocol is opgesteld in twee exemplaren in de Deense, de Duitse, de Engelse, de Estse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Hongaarse, de Italiaanse, de Letse, de Litouwse, de Maltese, de Nederlandse, de Poolse, de Portugese, de Sloveense, de Slowaakse, de Spaanse, de Tsjechische en de Zweedse taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek.

Artikel 5

1.   Dit protocol wordt door de Europese Gemeenschap, door de Raad van de Europese Unie namens de lidstaten en door de Verenigde Mexicaanse Staten volgens hun eigen procedures goedgekeurd.

2.   Dit protocol treedt in werking op de eerste dag van de maand volgend op de datum waarop de partijen elkaar in kennis hebben gesteld van de voltooiing van de daartoe vereiste procedures.

3.   Onverminderd het bepaalde in lid 2 komen de partijen overeen dat ze in afwachting van de voltooiing van de interne procedures van de Europese Gemeenschap en haar lidstaten voor de inwerkingtreding van het protocol, de bepalingen van dit protocol zullen toepassen voor een periode van ten hoogste twaalf maanden met ingang van de eerste dag van de maand volgend op de datum waarop de Europese Gemeenschap en haar lidstaten kennis geven van de voltooiing van hun procedures die noodzakelijk zijn voor dat doel en Mexico kennis geeft van de voltooiing van zijn procedures die noodzakelijk zijn voor de inwerkingtreding van het protocol.

4.   Er wordt kennisgeving gedaan aan het secretariaat-generaal van de Raad van de Europese Unie, waar de Overeenkomst wordt neergelegd.


12.3.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 66/27


BESLUIT Nr. 1/2005 VAN DE GEZAMENLIJKE RAAD EU-MEXICO

van 21 februari 2005

tot rectificatie van Besluit nr. 3/2004 van de Gezamenlijke Raad EU-mexico

(2005/203/EG)

DE GEZAMENLIJKE RAAD,

Gelet op de Overeenkomst inzake economisch partnerschap, politieke coördinatie en samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Verenigde Mexicaanse Staten, anderzijds (1), die op 8 december 1997 in Brussel is ondertekend, en met name op artikel 47,

Gelet op Besluit nr. 3/2004 (2), en met name op artikel 1, leden 1 en 2,

Overwegende hetgeen volgt:

Overwegende dat er een rectificatie nodig is in verband met de inwerkingtreding van de twee tariefcontingenten die zijn opgenomen in Besluit nr. 3/2004,

BESLUIT:

Artikel 1

Volgende vermelding wordt ingevoegd onder de tariefcontingenten die zijn opgenomen in bijlage I en bijlage II bij Besluit nr. 3/2004:

„Dit contingent wordt geopend voor de periode van 1 mei 2004 tot 31 december 2004 en van 1 januari tot 31 december in ieder daaropvolgend kalenderjaar zolang de contingenten van toepassing blijven”.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking na een uitwisseling van schriftelijke kennisgevingen waarin officieel wordt verklaard dat de desbetreffende wettelijke procedures zijn voltooid. De datum van inwerkingtreding wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie en in het Publicatieblad van de Verenigde Mexicaanse Staten.

Gedaan te Brussel, 21 februari 2005.

Voor de Gezamenlijke Raad

De voorzitter

L. E. DERBEZ


(1)  PB L 276 van 28.10.2000, blz. 45.

(2)  PB L 293 van 16.9.2004, blz. 15.


12.3.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 66/28


Mededeling betreffende de datum van inwerkingtreding van het Aanvullend Protocol bij de Overeenkomst inzake economisch partnerschap, politieke coördinatie en samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Verenigde Mexicaanse Staten, anderzijds, in verband met de toetreding van de nieuwe lidstaten tot de Europese Unie

Aangezien de overeenkomstsluitende partijen elkaar in kennis hebben gesteld van de voltooiing van de nodige procedures voor de inwerkingtreding van het Aanvullend Protocol bij de Overeenkomst inzake economisch partnerschap, politieke coördinatie en samenwerking, dat door de Raad van de Europese Unie tijdens zijn zitting van 31 januari 2005 is aangenomen, zal de Overeenkomst overeenkomstig artikel 5, lid 2, van het Aanvullend Protocol in werking treden met ingang van 1 februari 2005.


12.3.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 66/28


Mededeling betreffende de datum van inwerkingtreding van Besluit nr. 1/2005 van de Gezamenlijke Raad EU-Mexico tot rectificatie van Besluit nr. 3/2004 van de Gezamenlijke Raad EU-Mexico van 29 juli 2004

Aangezien de overeenkomstsluitende partijen elkaar in kennis hebben gesteld van de voltooiing van de nodige procedures voor de inwerkingtreding van Besluit nr. 1/2005 van de Gezamenlijke Raad EU-Mexico tot rectificatie van Besluit nr. 3/2004 van de Gezamenlijke Raad EU-Mexico van 29 juli 2004, dat door de Raad van de Europese Unie tijdens de zitting van 31 januari 2005 is aangenomen, zal het besluit conform artikel 2 ervan in werking treden met ingang van 21 februari 2005.