ISSN 1725-2598

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 64

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

48e jaargang
10 maart 2005


Inhoud

 

II   Besluiten waarvan de publicatie niet voorwaarde is voor de toepassing

Bladzijde

 

 

EUROPESE ECONOMISCHE RUIMTE

 

 

Gemengd Comité van de EER

 

*

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 115/2004 van 6 augustus 2004 tot wijziging van Protocol 31 (Samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier vrijheden) bij de EER-overeenkomst

1

 

*

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 116/2004 van 6 augustus 2004 tot wijziging van Protocol 31 (Samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier vrijheden) bij de EER-overeenkomst

3

 

*

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 117/2004 van 6 augustus 2004 tot wijziging van Protocol 31 (Samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier vrijheden) bij de EER-overeenkomst

5

 

*

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 118/2004 van 24 september 2004tot wijziging van bijlage I (Veterinaire en fytosanitaire aangelegenheden) bij de EER-overeenkomst

7

 

*

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 119/2004 van 24 september 2004 tot wijziging van bijlage I (Veterinaire en fytosanitaire aangelegenheden) bij de EER-overeenkomst

9

 

*

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 120/2004 van 24 september 2004 tot wijziging van bijlage I (Veterinaire en fytosanitaire aangelegenheden) bij de EER-overeenkomst

12

 

*

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 121/2004 van 24 september 2004 tot wijziging van bijlage I (Veterinaire en fytosanitaire aangelegenheden) bij de EER-overeenkomst

15

 

*

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 122/2004 van 24 september 2004 tot wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst

18

 

*

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 123/2004 van 24 september 2004 tot wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) en bijlage IV (Energie) bij de EER-overeenkomst

20

 

*

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 124/2004 van 24 september 2004 tot wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst

41

 

*

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 125/2004 van 24 september 2004 tot wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst

47

 

*

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 126/2004 van 24 september 2004 tot wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst

49

 

*

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 127/2004 van 24 september 2004 tot wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst

51

 

*

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 128/2004 van 24 september 2004 tot wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst

53

 

*

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 129/2004 van 24 september 2004 tot wijziging van Bijlage XIII (Vervoer) bij de EER-overeenkomst

55

 

*

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 130/2004 van 24 september 2004 tot wijziging van bijlage XIV (Mededinging), Protocol 21 (betreffende de tenuitvoerlegging van mededingingsregels ten aanzien van ondernemingen) en Protocol 23 (betreffende de samenwerking tussen de toezichthoudende autoriteiten) bij de EER-overeenkomst

57

 

*

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 131/2004 van 24 september 2004 tot wijziging van bijlage XV (Staatssteun) bij de EER-overeenkomst

67

 

*

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 132/2004 van 24 september 2004 tot wijziging van bijlage XX (Milieu) bij de EER-overeenkomst

70

 

*

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 133/2004 van 24 september 2004 tot wijziging van bijlage XX (Milieu) bij de EER-overeenkomst

72

 

*

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 134/2004 van 24 september 2004 tot wijziging van bijlage XX (Milieu) bij de EER-overeenkomst

74

 

*

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 135/2004 van 24 september 2004 tot wijziging van bijlage XX (Milieu) bij de EER-overeenkomst

76

 

*

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 136/2004 van 24 september 2004 tot wijziging van bijlage XXI (Statistiek) bij de EER-overeenkomst

78

 

*

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 137/2004 van 24 september 2004 tot wijziging van Protocol 31 (Samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier vrijheden) bij de EER-overeenkomst

80

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


II Besluiten waarvan de publicatie niet voorwaarde is voor de toepassing

EUROPESE ECONOMISCHE RUIMTE

Gemengd Comité van de EER

10.3.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 64/1


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 115/2004

van 6 augustus 2004

tot wijziging van Protocol 31 (Samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier vrijheden) bij de EER-overeenkomst

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gelet op de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, zoals gewijzigd bij het Protocol tot aanpassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, hierna „de Overeenkomst” genoemd, en met name op de artikelen 86 en 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Protocol 31 bij de Overeenkomst werd gewijzigd bij Besluit nr. 90/2004 van het Gemengd Comité van de EER van 8 juni 2004 (1).

(2)

Het is wenselijk de samenwerking tussen de partijen bij de Overeenkomst uit te breiden tot de proefprojecten voor de participatie van jongeren.

(3)

Protocol 31 bij de Overeenkomst dient derhalve te worden aangepast zodat deze uitgebreide samenwerking op 1 januari 2004 kan ingaan,

BESLUIT:

Artikel 1

Artikel 4 van Protocol 31 bij de Overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:

1)

Na lid 2i wordt het volgende lid ingevoegd:

„2j.

De EVA‐staten nemen, met ingang van 1 januari 2004, deel aan de communautaire acties met betrekking tot de volgende begrotingslijn van de algemene begroting van de Europese Unie voor begrotingsjaar 2004:

Begrotingsartikel 15.07.03:„Proefprojecten voor de participatie van jongeren”.”.

2)

De tekst van lid 3 wordt vervangen door:

„3.

Overeenkomstig artikel 82, lid 1, onder a), van de Overeenkomst dragen de EVA‐staten financieel bij aan de in de leden 1, 2, 2a, 2b, 2c, 2d, 2e, 2f, 2g, 2h, 2i en 2j, bedoelde programma's en acties.”.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag volgende op de laatste kennisgeving aan het Gemengd Comité van de EER op grond van artikel 103, lid 1, van de Overeenkomst (2).

Artikel 3

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 6 augustus 2004.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Kjartan JÓHANNSSON


(1)  PB L 349 van 25.11.2004, blz. 52.

(2)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.


10.3.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 64/3


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 116/2004

van 6 augustus 2004,

tot wijziging van Protocol 31 (Samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier vrijheden) bij de EER-overeenkomst

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gelet op de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, zoals gewijzigd bij het Protocol tot aanpassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, hierna „de Overeenkomst” genoemd, en met name op de artikelen 86 en 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Protocol 31 bij de Overeenkomst werd gewijzigd bij de Overeenkomst betreffende de deelname van de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Hongarije, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek aan de Europese Economische Ruimte, die op 14 oktober 2003 in Luxemburg is ondertekend (1).

(2)

Het is wenselijk de samenwerking tussen de partijen bij de Overeenkomst uit te breiden tot de tenuitvoerlegging en ontwikkeling van de interne markt.

(3)

Protocol 31 bij de Overeenkomst dient derhalve te worden gewijzigd zodat deze uitgebreide samenwerking op 1 januari 2004 kan ingaan,

BESLUIT:

Artikel 1

Artikel 7 van Protocol 31 bij de Overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:

1)

Na lid 5 wordt het volgende lid ingevoegd:

„6.

De EVA-staten nemen, met ingang van 1 januari 2004, deel aan de communautaire acties met betrekking tot de volgende begrotingslijnen in de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2004:

Begrotingslijn 12.01.04.01: „Tenuitvoerlegging en ontwikkeling van de interne markt — Uitgaven voor administratief beheer”,

Begrotingslijn 12.02.01: „Tenuitvoerlegging en ontwikkeling van de interne markt”.”.

2)

In de leden 3 en 4 wordt „lid 5” vervangen door „de leden 5 en 6”.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag volgende op de laatste kennisgeving aan het Gemengd Comité van de EER op grond van artikel 103, lid 1, van de Overeenkomst (2).

Het is van toepassing met ingang van 1 januari 2004.

Artikel 3

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 6 augustus 2004.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Kjartan JÓHANNSSON


(1)  PB L 130 van 29.4.2004, blz. 3.

(2)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.


10.3.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 64/5


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 117/2004

van 6 augustus 2004,

tot wijziging van Protocol 31 (Samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier vrijheden) bij de EER-overeenkomst

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gelet op de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, zoals gewijzigd bij het Protocol tot aanpassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, hierna „de Overeenkomst” genoemd, en met name op de artikelen 86 en 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Protocol 31 bij de Overeenkomst werd gewijzigd bij Besluit nr. 90/2004 van het Gemengd Comité van de EER van 8 juni 2004 (1).

(2)

Het is wenselijk de samenwerking tussen de partijen bij de Overeenkomst uit te breiden tot de voorbereidende acties voor samenwerking op cultureel gebied.

(3)

Protocol 31 bij de Overeenkomst dient derhalve te worden aangepast zodat deze uitgebreide samenwerking op 1 januari 2004 kan ingaan,

BESLUIT:

Artikel 1

Artikel 13 van Protocol 31 bij de Overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:

1)

De tekst van lid 2 wordt vervangen door:

„2.

De EVA-staten leveren een financiële bijdrage aan de in de leden 1, 4, 5 en 6 bedoelde activiteiten overeenkomstig artikel 82, lid 1, onder a), van de Overeenkomst.”.

2)

De tekst van lid 3 wordt vervangen door:

„3.

De EVA-staten worden volledig betrokken bij de werkzaamheden van de EG‐comités en andere organen welke de Commissie bij het beheer, de nadere uitwerking en de tenuitvoerlegging van de in de leden 1, 4, 5 en 6 bedoelde activiteiten bijstaan.”.

3)

Na lid 5 wordt het volgende lid ingevoegd:

„6.

De EVA-staten nemen vanaf 1 januari 2004 deel aan de communautaire acties welke verband houden met de volgende in de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2004 opgenomen begrotingslijn:

Begrotingslijn 15.04.02.03:„Voorbereidende acties voor samenwerking op cultureel gebied”.”.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag volgende op de laatste kennisgeving aan het Gemengd Comité van de EER op grond van artikel 103, lid 1, van de Overeenkomst (2).

Artikel 3

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 6 augustus 2004.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Kjartan JÓHANNSSON


(1)  PB L 349 van 25.11.2004, blz. 52.

(2)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.


10.3.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 64/7


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 118/2004

van 24 september 2004

tot wijziging van bijlage I (Veterinaire en fytosanitaire aangelegenheden) bij de EER-overeenkomst

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gelet op de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, zoals gewijzigd bij het Protocol tot aanpassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, hierna „de Overeenkomst” genoemd, en met name op artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bijlage I bij de Overeenkomst werd gewijzigd bij Besluit nr. 95/2004 van het Gemengd Comité van de EER van 9 juli 2004 (1).

(2)

Richtlijn 2003/85/EG van de Raad van 29 september 2003 tot vaststelling van communautaire maatregelen voor de bestrijding van mond- en klauwzeer, tot intrekking van Richtlijn 85/511/EEG en van de Beschikkingen 89/531/EEG en 91/665/EEG, en tot wijziging van Richtlijn 92/46/EEG (2) dient in de Overeenkomst te worden opgenomen.

(3)

Deze richtlijn is niet van toepassing op IJsland en Liechtenstein,

BESLUIT:

Artikel 1

Hoofdstuk I van bijlage I bij de Overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:

1)

In deel 3.1 wordt na punt 1 (Richtlijn 85/511/EEG van de Raad) het volgende punt ingevoegd:

„1a.

32003 L 0085: Richtlijn 2003/85/EG van de Raad van 29 september 2003 tot vaststelling van communautaire maatregelen voor de bestrijding van mond- en klauwzeer, tot intrekking van Richtlijn 85/511/EEG en van de Beschikkingen 89/531/EEG en 91/665/EEG, en tot wijziging van Richtlijn 92/46/EEG (PB L 306 van 22.11.2003, blz. 1).

De bepalingen van de richtlijn worden voor de toepassing van deze Overeenkomst als volgt aangepast:

In deel A van bijlage XI wordt „Noorwegen” toegevoegd aan de lijst van lidstaten die gebruikmaken van de diensten van het Danish Veterinary Institute, Department of Virology, Lindholm in Denemarken.”.

2)

De teksten van punt 1 (Richtlijn 85/511/EEG van de Raad) van deel 3.1 en punt 3 (Beschikking 89/531/EEG van de Raad) en punt 6 (Beschikking 91/665/EEG van de Raad) van deel 3.2 worden geschrapt.

3)

Aan punt 4 (Richtlijn 92/46/EEG van de Raad) van deel 5.1, punt 11 (Richtlijn 92/46/EEG) van deel 6.1 en punt 13 (Richtlijn 92/46/EEG) van deel 8.1 wordt het volgende streepje toegevoegd:

„—

32003 L 0085: Richtlijn 2003/85/EG van de Raad van 29 september 2003 (PB L 306 van 22.11.2003, blz. 1).”.

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken tekst in de Noorse taal van Richtlijn 2003/85/EG is authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 25 september 2004, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de Overeenkomst bedoelde kennisgevingen aan het Gemengd Comité van de EER hebben plaatsgevonden (3).

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 24 september 2004.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Kjartan JÓHANNSSON


(1)  PB L 376 van 23.12.2004, blz. 14.

(2)  PB L 306 van 22.11.2003, blz. 1.

(3)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.


10.3.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 64/9


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 119/2004

van 24 september 2004

tot wijziging van bijlage I (Veterinaire en fytosanitaire aangelegenheden) bij de EER-overeenkomst

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gelet op de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, zoals gewijzigd bij het Protocol tot aanpassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, hierna „de Overeenkomst” genoemd, en met name op artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bijlage I bij de Overeenkomst werd gewijzigd bij Besluit nr. 95/2004 van het Gemengd Comité van de EER van 9 juli 2004 (1).

(2)

Verordening (EG) nr. 1874/2003 van de Commissie van 24 oktober 2003 tot goedkeuring van de nationale scrapiebestrijdingsprogramma's van bepaalde lidstaten, tot vaststelling van aanvullende garanties en tot verlening van afwijkingen betreffende fokprogramma's ter verkrijging van TSE-resistentie bij schapen krachtens Beschikking 2003/100/EG (2) dient in de Overeenkomst te worden opgenomen.

(3)

Beschikking 2003/828/EG van de Commissie van 25 november 2003 inzake beschermings- en toezichtsgebieden in verband met bluetongue (3) dient in de Overeenkomst te worden opgenomen.

(4)

Beschikking 2003/859/EG van de Commissie van 5 december 2003 tot wijziging van Beschikking 2002/106/EG betreffende de vaststelling van een discriminatoire test op klassieke varkenspest (4) dient in de Overeenkomst te worden opgenomen.

(5)

Beschikking 2003/886/EG van de Commissie van 10 december 2003 tot vaststelling van criteria voor de overeenkomstig Richtlijn 64/432/EEG van de Raad te verstrekken informatie (5) dient in de Overeenkomst te worden opgenomen.

(6)

Beschikking 2003/218/EG (6), die in de Overeenkomst is opgenomen, is bij Beschikking 2003/828/EG ingetrokken en dient daarom uit de Overeenkomst te worden geschrapt.

(7)

Dit besluit is niet van toepassing op IJsland en Liechtenstein,

BESLUIT:

Artikel 1

Hoofdstuk I van bijlage I bij de Overeenkomst wordt gewijzigd zoals aangegeven in de bijlage bij dit besluit.

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de Noorse taal van Verordening (EG) nr. 1874/2003 en van de Beschikkingen 2003/828/EG, 2003/859/EG en 2003/886/EG zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 25 september 2004, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de Overeenkomst bedoelde kennisgevingen aan het Gemengd Comité van de EER hebben plaatsgevonden (7).

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 24 september 2004.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Kjartan JÓHANNSSON


(1)  PB L 376 van 23.12.2004, blz. 14.

(2)  PB L 275 van 25.10.2003, blz. 12.

(3)  PB L 311 van 27.11.2003, blz. 41.

(4)  PB L 324 van 11.12.2003, blz. 55.

(5)  PB L 332 van 19.12.2003, blz. 53.

(6)  PB L 82 van 29.3.2003, blz. 35.

(7)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.


BIJLAGE

bij Besluit nr. 119/2004 van het Gemengd Comité van het EER

Hoofdstuk I van bijlage I bij de Overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:

1)

In deel 3.2 wordt in punt 23 (Beschikking 2002/106/EG van de Commissie) het volgende toegevoegd:

„, zoals gewijzigd bij:

32003 D 0859: Beschikking 2003/859/EG van de Commissie van 5 december 2003 (PB L 324 van 11.12.2003, blz. 55).”.

2)

In deel 3.2 wordt na punt 29 (Beschikking 2003/466/EG van de Commissie) het volgende punt ingevoegd:

„30.

32003 D 0828: Beschikking 2003/828/EG van de Commissie van 25 november 2003 inzake beschermings- en toezichtsgebieden in verband met bluetongue (PB L 311 van 27.11.2003, blz. 41).”.

3)

In deel 3.2 wordt de tekst van punt 27 (Beschikking 2003/218/EG van de Commissie) geschrapt.

4)

In deel 4.2 wordt na punt 73 (Beschikking 2003/466/EG van de Commissie) het volgende punt ingevoegd:

„74.

32003 D 0886: Beschikking 2003/886/EG van de Commissie van 10 december 2003 tot vaststelling van criteria voor de overeenkomstig Richtlijn 64/432/EEG van de Raad te verstrekken informatie (PB L 332 van 19.12.2003, blz. 53).”.

5)

In deel 7.2 wordt na punt 20 (Beschikking 2003/100/EG van de Commissie) het volgende punt ingevoegd:

„21.

32003 R 1874: Verordening (EG) nr. 1874/2003 van de Commissie van 24 oktober 2003 tot goedkeuring van de nationale scrapiebestrijdingsprogramma's van bepaalde lidstaten, tot vaststelling van aanvullende garanties en tot verlening van afwijkingen betreffende fokprogramma's ter verkrijging van TSE-resistentie bij schapen krachtens Beschikking 2003/100/EG (PB L 275 van 25.10.2003, blz. 12).”.


10.3.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 64/12


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 120/2004

van 24 september 2004

tot wijziging van bijlage I (Veterinaire en fytosanitaire aangelegenheden) bij de EER-overeenkomst

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gelet op de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, zoals gewijzigd bij het Protocol tot aanpassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, hierna „de Overeenkomst” genoemd, en met name op artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bijlage I bij de Overeenkomst werd gewijzigd bij Besluit nr. 95/2004 van het Gemengd Comité van de EER van 9 juli 2004 (1).

(2)

Beschikking 2003/774/EG van de Commissie van 30 oktober 2003 houdende goedkeuring van behandelingen om de ontwikkeling van pathogene micro-organismen bij tweekleppige weekdieren en zeeslakken te verhinderen (2) dient in de Overeenkomst te worden opgenomen.

(3)

Beschikking 2003/831/EG van de Commissie van 20 november 2003 tot wijziging van de Beschikkingen 2001/881/EG en 2002/459/EG wat betreft wijzigingen in en verdere toevoegingen aan de lijst van grensinspectieposten (3) dient in de Overeenkomst te worden opgenomen.

(4)

Beschikking 2003/839/EG van de Commissie van 21 november 2003 tot wijziging van de bijlagen I en II van Beschikking 2002/308/EG tot vaststelling van de lijsten van erkende gebieden en erkende viskwekerijen ten aanzien van virale hemorragische septikemie (VHS), van infectieuze hematopoïetische necrose (IHN) of van beide visziekten (4) dient in de Overeenkomst te worden opgenomen.

(5)

Beschikking 2003/904/EG van de Commissie van 15 december 2003 houdende goedkeuring van programma's ter verkrijging van de status van erkend gebied of erkend bedrijf in een niet-erkend gebied ten aanzien van virale hemorragische septikemie (VHS) en infectieuze hematopoëtische necrose (IHN) bij vis, en tot wijziging van de bijlagen I en II bij Beschikking 2003/634/EG (5) dient in de Overeenkomst te worden opgenomen.

(6)

Beschikking 2003/912/EG van de Raad van 17 december 2003 tot wijziging van Beschikking 95/408/EG tot vaststelling van voorschriften voor het opstellen, voor een overgangsperiode, van voorlopige lijsten van inrichtingen in derde landen waaruit de lidstaten bepaalde producten van dierlijke oorsprong, visserijproducten en levende tweekleppige weekdieren mogen invoeren (6) dient in de Overeenkomst te worden opgenomen.

(7)

Beschikking 93/25/EEG van de Commissie (7), die in de Overeenkomst is opgenomen, is bij Beschikking 2003/774/EG ingetrokken en dient daarom uit de Overeenkomst te worden geschrapt.

(8)

Dit besluit is niet van toepassing op Liechtenstein,

BESLUIT:

Artikel 1

Hoofdstuk I van bijlage I bij de Overeenkomst wordt gewijzigd zoals aangegeven in de bijlage bij dit besluit.

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van de Beschikkingen 2003/774/EG, 2003/831/EG, 2003/839/EG, 2003/904/EG en 2003/912/EG zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 25 september 2004, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de Overeenkomst bedoelde kennisgevingen aan het Gemengd Comité van de EER hebben plaatsgevonden (8).

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 24 september 2004.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Kjartan JÓHANNSSON


(1)  PB L 376 van 23.12.2004, blz. 14.

(2)  PB L 283 van 31.10.2003, blz. 78.

(3)  PB L 313 van 28.11.2003, blz. 61.

(4)  PB L 319 van 4.12.2003, blz. 21.

(5)  PB L 340 van 24.12.2003, blz. 69.

(6)  PB L 345 van 31.12.2003, blz. 112.

(7)  PB L 16 van 25.1.1993, blz. 22.

(8)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.


BIJLAGE

bij Besluit nr. 120/2004 van het Gemengd Comité van het EER

Hoofdstuk I van bijlage I bij de Overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:

1)

In deel 1.2 wordt in de punten 39 (Beschikking 2001/881/EG van de Commissie) en 46 (Beschikking 2002/459/EG van de Commissie) het volgende streepje toegevoegd:

„—

32003 D 0831: Beschikking 2003/831/EG van de Commissie van 20 november 2003 (PB L 313 van 28.11.2003, blz. 61).”.

2)

In deel 4.2 wordt in punt 66 (Beschikking 2002/308/EG van de Commissie) het volgende streepje toegevoegd:

„—

32003 D 0839: Beschikking 2003/839/EG van de Commissie van 21 november 2003 (PB L 319 van 4.12.2003, blz. 21).”.

3)

In deel 4.2, onder de titel „BESLUITEN WAARMEE DE EVA-LANDEN EN DE TOEZICHTHOUDENDE AUTORITEIT VAN DE EVA REKENING DIENEN TE HOUDEN”, wordt in punt 55 (Beschikking 2003/634/EG van de Commissie) het volgende ingevoegd:

„, zoals gewijzigd bij:

32003 D 0904: Beschikking 2003/904/EG van de Commissie van 15 december 2003 (PB L 340 van 24.12.2003, blz. 69).”.

4)

In deel 4.2, onder de titel „BESLUITEN WAARMEE DE EVA-LANDEN EN DE TOEZICHTHOUDENDE AUTORITEIT VAN DE EVA REKENING DIENEN TE HOUDEN”, wordt na punt 55 (Beschikking 2003/634/EG van de Commissie) het volgende ingevoegd:

„56.

32003 D 0904: Beschikking 2003/904/EG van de Commissie van 15 december 2003 houdende goedkeuring van programma's ter verkrijging van de status van erkend gebied of erkend bedrijf in een niet-erkend gebied ten aanzien van virale hemorragische septikemie (VHS) en infectieuze hematopoëtische necrose (IHN) bij vis, en tot wijziging van de bijlagen I en II bij Beschikking 2003/634/EG (PB L 340 van 24.12.2003, blz. 69).

Dit besluit is eveneens van toepassing op IJsland.”.

5)

In deel 6.2 wordt na punt 46 (Beschikking 2003/470/EG van de Commissie) het volgende punt ingevoegd:

„47.

32003 D 0774: Beschikking 2003/774/EG van de Commissie van 30 oktober 2003 houdende goedkeuring van behandelingen om de ontwikkeling van pathogene micro-organismen bij tweekleppige weekdieren en zeeslakken te verhinderen (PB L 283 van 31.10.2003, blz. 78).

Dit besluit is eveneens van toepassing op IJsland.”.

6)

In deel 6.2 wordt de tekst van punt 12 (Beschikking 93/25/EEG van de Commissie) geschrapt.

7)

In deel 8.1 wordt in punt 18 (Beschikking 95/408/EG van de Raad) het volgende streepje toegevoegd:

„—

32003 D 0912: Beschikking 2003/912/EG van de Raad van 17 december 2003 (PB L 345 van 31.12.2003, blz. 112).”.


10.3.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 64/15


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 121/2004

van 24 september 2004

tot wijziging van bijlage I (Veterinaire en fytosanitaire aangelegenheden) bij de EER-overeenkomst

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gelet op de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, zoals gewijzigd bij het Protocol tot aanpassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, hierna „de Overeenkomst” genoemd, en met name op artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bijlage I bij de Overeenkomst werd gewijzigd bij Besluit nr. 68/2004 van het Gemengd Comité van de EER van 4 mei 2004 (1).

(2)

Beschikking 2004/11/EG van de Commissie van 18 december 2003 tot vaststelling van de voorschriften voor de uitvoering van de communautaire vergelijkende proeven en tests voor zaaizaad en teeltmateriaal van bepaalde landbouw- en groentegewassen en wijnstokken op grond van de Richtlijnen 66/401/EEG, 66/402/EEG, 68/193/EEG, 92/33/EEG, 2002/54/EG, 2002/55/EG, 2002/56/EG en 2002/57/EG van de Raad voor de jaren 2004 en 2005 (2) dient in de Overeenkomst te worden opgenomen.

(3)

Beschikking 2004/57/EG van de Commissie van 23 december 2003 met betrekking tot de voortzetting in 2004 van de communautaire vergelijkende proeven en tests voor zaaizaad en teeltmateriaal van gramineae, Triticum aestivum, Vitis vinifera, Brassica napus en Allium ascalonicum waarmee in 2003 op grond van de Richtlijnen 66/401/EEG, 66/402/EEG, 68/193/EEG, 92/33/EEG, 2002/54/EG, 2002/55/EG, 2002/56/EG en 2002/57/EG van de Raad een aanvang is gemaak t (3) dient in de Overeenkomst te worden opgenomen.

(4)

Beschikking 2004/266/EG van de Commissie van 17 maart 2004 houdende machtiging om de voorgeschreven gegevens onuitwisbaar aan te brengen op de verpakkingen van zaaizaad van voedergewassen (4) dient in de Overeenkomst te worden opgenomen.

(5)

Beschikking 2004/287/EG van de Commissie van 24 maart 2004 betreffende het tijdelijk in de handel brengen van bepaald zaaizaad van de soorten Vicia faba en Glycine max dat niet aan de eisen van Richtlijn 66/401/EEG, respectievelijk Richtlijn 2002/57/EG van de Raad voldoet (5) dient in de Overeenkomst te worden opgenomen.

(6)

Beschikking 2004/329/EG van de Commissie van 6 april 2004 betreffende het tijdelijk in de handel brengen van bepaald zaaizaad van de soort Glycine max dat niet aan de eisen van Richtlijn 2002/57/EG van de Raad voldoet (6) dient in de Overeenkomst te worden opgenomen.

(7)

De in de Overeenkomst opgenomen Beschikking 87/309/EEG van de Commissie van 2 juni 1987 (7) wordt bij Beschikking 2004/266/EG ingetrokken en dient derhalve uit de Overeenkomst te worden geschrapt,

BESLUIT:

Artikel 1

Deel 2 van hoofdstuk III van bijlage I bij de Overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:

1)

Na punt 27 (Beschikking 2003/795/EG van de Commissie) worden de volgende punten toegevoegd:

„28.

32004 D 0011: Beschikking 2004/11/EG van de Commissie van 18 december 2003 tot vaststelling van de voorschriften voor de uitvoering van de communautaire vergelijkende proeven en tests voor zaaizaad en teeltmateriaal van bepaalde landbouw- en groentegewassen en wijnstokken op grond van de Richtlijnen 66/401/EEG, 66/402/EEG, 68/193/EEG, 92/33/EEG, 2002/54/EG, 2002/55/EG, 2002/56/EG en 2002/57/EG van de Raad voor de jaren 2004 en 2005 (PB L 3 van 7.1.2004, blz. 38).

29.

32004 D 0057: Beschikking 2004/57/EG van de Commissie van 23 december 2003 met betrekking tot de voortzetting in 2004 van de communautaire vergelijkende proeven en tests voor zaaizaad en teeltmateriaal van gramineae, Triticum aestivum, Vitis vinifera, Brassica napus en Allium ascalonicum waarmee in 2003 op grond van de Richtlijnen 66/401/EEG, 66/402/EEG, 68/193/EEG, 92/33/EEG, 2002/54/EG, 2002/55/EG, 2002/56/EG en 2002/57/EG van de Raad een aanvang is gemaakt (PB L 12 van 17.1.2004, blz. 49).

30.

32004 D 0266: Beschikking 2004/266/EG van de Commissie van 17 maart 2004 houdende machtiging om de voorgeschreven gegevens onuitwisbaar aan te brengen op de verpakkingen van zaaizaad van voedergewassen (PB L 83 van 20.3.2004, blz. 23).

31.

32004 D 0287: Beschikking 2004/287/EG van de Commissie van 24 maart 2004 betreffende het tijdelijk in de handel brengen van bepaald zaaizaad van de soorten Vicia faba en Glycine max dat niet aan de eisen van Richtlijn 66/401/EEG, respectievelijk Richtlijn 2002/57/EG van de Raad voldoet (PB L 91 van 30.3.2004, blz. 56).

32.

32004 D 0329: Beschikking 2004/329/EG van de Commissie van 6 april 2004 betreffende het tijdelijk in de handel brengen van bepaald zaaizaad van de soort Glycine max dat niet aan de eisen van Richtlijn 2002/57/EG van de Raad voldoet (PB L 104 van 8.4.2004, blz. 133).”.

2)

De tekst van punt 5 (Beschikking 87/309/EEG van de Commissie) wordt geschrapt.

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Beschikkingen 2004/11/EG, 2004/57/EG, 2004/266/EG, 2004/287/EG en 2004/329/EG zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 25 september 2004, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de Overeenkomst bedoelde kennisgevingen aan het Gemengd Comité van de EER hebben plaatsgevonden (8).

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 24 september 2004.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Kjartan JÓHANNSSON


(1)  PB L 277 van 26.8.2004, blz. 187.

(2)  PB L 3 van 7.1.2004, blz. 38.

(3)  PB L 12 van 17.1.2004, blz. 49.

(4)  PB L 83 van 20.3.2004, blz. 23.

(5)  PB L 91 van 30.3.2004, blz. 56.

(6)  PB L 104 van 8.4.2004, blz. 133.

(7)  PB L 155 van 16.6.1987, blz. 26.

(8)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.


10.3.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 64/18


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 122/2004

van 24 september 2004

tot wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gelet op de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, zoals gewijzigd bij het Protocol tot aanpassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, hierna „de Overeenkomst” genoemd, en met name op artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bijlage II bij de Overeenkomst werd gewijzigd bij de Overeenkomst inzake deelname van de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Hongarije, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek aan de Europese Economische Ruimte, ondertekend te Luxemburg op 14 oktober 2003 (1).

(2)

Richtlijn 2003/97/EG van het Europees Parlement en de Raad van 10 november 2003 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake de typegoedkeuring van inrichtingen voor indirect zicht en van voertuigen met deze inrichtingen, tot wijziging van Richtlijn 70/156/EEG en tot intrekking van Richtlijn 71/127/EEG (2) moet in de Overeenkomst worden opgenomen,

BESLUIT:

Artikel 1

Hoofdstuk I van bijlage II bij de Overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:

1)

In punt 1 (Richtlijn 70/156/EEG van de Raad) wordt het volgende streepje toegevoegd:

„—

32003 L 0097: Richtlijn 2003/97/EG van het Europees Parlement en de Raad van 10 november 2003 (PB L 25 van 29.1.2004, blz. 1).”.

2)

Na punt 45zb (Richtlijn 2002/51/EG van het Europees Parlement en de Raad) wordt het volgende punt ingevoegd:

„45zc.

32003 L 0097: Richtlijn 2003/97/EG van het Europees Parlement en de Raad van 10 november 2003 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake de typegoedkeuring van inrichtingen voor indirect zicht en van voertuigen met deze inrichtingen, tot wijziging van Richtlijn 70/156/EEG en tot intrekking van Richtlijn 71/127/EEG (PB L 25 van 29.1.2004, blz. 1).

De bepalingen van de richtlijn worden voor de toepassing van de Overeenkomst als volgt aangepast:

In bijlage I wordt in punt 1.1.1 van aanhangsel 5 het volgende toegevoegd:

„IS voor IJsland, FL voor Liechtenstein en 16 voor Noorwegen”.”.

3)

De tekst van punt 9 (Richtlijn 71/127/EEG van de Raad) komt met ingang van 24 januari 2010 te vervallen.

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Richtlijn 2003/97/EG zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 25 september 2004, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de Overeenkomst bedoelde kennisgevingen aan het Gemengd Comité van de EER hebben plaatsgevonden (3).

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 24 september 2004.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Kjartan JÓHANNSSON


(1)  PB L 130 van 29.4.2004, blz. 3.

(2)  PB L 25 van 29.1.2004, blz. 1.

(3)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.


10.3.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 64/20


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 123/2004

van 24 september 2004

tot wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) en bijlage IV (Energie) bij de EER-overeenkomst

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gelet op de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, zoals gewijzigd bij het Protocol tot aanpassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, hierna „de Overeenkomst” genoemd, en met name op artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bijlage II bij de Overeenkomst is gewijzigd bij Besluit nr. 68/2004 van het Gemengd Comité van de EER van 4 mei 2004 (1).

(2)

Bijlage IV bij de Overeenkomst is gewijzigd bij Besluit nr. 68/2004 van het Gemengd Comité van de EER van 4 mei 2004.

(3)

Richtlijn 2002/31/EG van de Commissie van 22 maart 2002 houdende uitvoeringsbepalingen van Richtlijn 92/75/EEG van de Raad met betrekking tot de energie-etikettering van airconditioners voor huishoudelijk gebruik (2), zoals gerectificeerd in Publicatieblad L 34 van 11 februari 2003, bladzijde 30, dient in de Overeenkomst te worden opgenomen,

BESLUIT:

Artikel 1

1)

In hoofdstuk IV wordt na punt 4g (Richtlijn 2002/40/EG van de Commissie) het volgende punt ingevoegd:

„4h.

32002 L 0031: Richtlijn 2002/31/EG van de Commissie van 22 maart 2002 houdende uitvoeringsbepalingen van Richtlijn 92/75/EEG van de Raad met betrekking tot de energie-etikettering van airconditioners voor huishoudelijk gebruik (PB L 86 van 3.4.2002, blz. 26), zoals gerectificeerd in PB L 34 van 11.2.2003, blz. 30, zoals gewijzigd bij:

1 03 T: Akte betreffende de toetredingsvoorwaarden voor de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek en de aanpassingen van de Verdragen waarop de Europese Unie is gegrond, goedgekeurd op 16 april 2003 (PB L 236 van 23.9.2003, blz. 33).

Voor de toepassing van deze Overeenkomst worden de bepalingen van de richtlijn als volgt gelezen:

a)

In artikel 4 worden de woorden „tot 30 juni 2003” vervangen door „totdat de in artikel 2 genoemde geharmoniseerde normen bekend zijn gemaakt”.

b)

Bijlage I wordt aangevuld met de teksten van afdeling 7 van aanhangsel 1 van bijlage II bij deze Overeenkomst.

c)

Bijlage V wordt aangevuld met de teksten van afdeling 7 van aanhangsel 2 van bijlage II bij deze Overeenkomst.”.

2)

Aanhangsels 1 en 2 worden aangevuld zoals omschreven in bijlagen I en II bij dit besluit.

Artikel 2

1)

Na punt 11g (Beschikking 2002/40/EG van de Commissie) wordt het volgende punt ingevoegd:

„11h

32002 L 0031: Richtlijn 2002/31/EG van de Commissie van 22 maart 2002 houdende uitvoeringsbepalingen van Richtlijn 92/75/EEG van de Raad met betrekking tot de energie-etikettering van airconditioners voor huishoudelijk gebruik (PB L 86 van 3.4.2004, blz. 26), zoals gerectificeerd in PB L 34 van 11.2.2003, blz. 30 (1):

(1)

Is hier alleen ter informatie opgenomen; voor de toepassing zie bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie).

Voor de toepassing van deze Overeenkomst worden de bepalingen van de richtlijn als volgt gelezen:

a)

In artikel 4 worden de woorden „tot 30 juni 2003” vervangen door „totdat de in artikel 2 genoemde geharmoniseerde normen bekend zijn gemaakt”.

b)

Bijlage I wordt aangevuld met de teksten van afdeling 7 van aanhangsel 5 van bijlage II bij deze Overeenkomst.

c)

Bijlage V wordt aangevuld met de teksten van afdeling 7 van aanhangsel 6 van bijlage II bij deze Overeenkomst.”.

2)

Aanhangsels 5 en 6 worden aangevuld zoals omschreven in bijlagen III en IV bij dit besluit.

Artikel 3

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Richtlijn 2002/31/EG, zoals gerectificeerd in Publicatieblad L 34 van 11 februari 2003, bladzijde 30, zijn authentiek.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking op 25 september 2004, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de Overeenkomst bedoelde kennisgevingen aan het Gemengd Comité van de EER hebben plaatsgevonden (3).

Artikel 5

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 24 september 2004.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Kjartan JÓHANNSSON


(1)  PB L 277 van 26.8.2004, blz. 187.

(2)  PB L 86 van 3.4.2002, blz. 26.

(3)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.


BIJLAGE I

bij Besluit nr. 123/2004 van het Gemengd Comité van de EER

In aanhangsel 1 van bijlage II bij de Overeenkomst wordt na afdeling 6 de volgende afdeling ingevoegd:

Image

Image

Image

Image

Image

Image


BIJLAGE II

bij Besluit nr. 123/2004 van het Gemengd Comité van de EER

In aanhangsel 2 van bijlage II bij de Overeenkomst wordt na afdeling 6 de volgende afdeling ingevoegd:

Noot Etiket (bijlage I)

Kaart en postorder (bijlagen II en III)

NL

IS

NO

Image

 

Energie

Orka

Energi

I

1

Fabrikant

Framleiðandi

Merke

II

2

Model

Gerð

Modell

II

2

Buitenapparaat

Utandyrabúnaður

Utendørs enhet

II

2

Binnenapparaat

Innandyrabúnaður

Innendørs enhet

Image

 

Efficiënt

Góð nýtni

Lavt energiforbruk

Image

 

Inefficiënt

Slæm nýtni

Høyt energiforbruk

 

3

Energie-efficiëntieklasse op een schaal van A (efficiënt) tot G (inefficiënt)

Orkunýtniflokkur …á kvarðanum A (góð nýtni) til G (slæm nýtni)

Klassifisering av energieeffektivitet etter en skala fra A (lavt energiforbruk) til G (høyt energiforbruk)

V

5

Jaarlijks energieverbruik

kWh in koelstand

Orkunotkun við kælingu á ársgrundvelli í kWh

Årlig energiforbruk

kWh ved kjøling

V

5

Feitelijk verbruik afhankelijk van de wijze van gebruik van het apparaat en het klimaat

Raunnotkun fer eftir því hvernig tækiðp er notað og loftslagi.

Det faktiske energiforbruket avhenger av hvordan apparatet brukes og av klimaet

VI

6

Koelvermogen

Kæling

Kjøleeffekt

VII

7

Energie-efficiëntieverhouding volle belasting

Orkunýtnihlutfall við fullan styrk

Energieffektivitets-kvotient ved full belastning

VII

7

Hoe hoger hoe beter

Því hærri, því betri

Jo høyere, desto bedre

VIII

8

Type

Stærð

Type

VIII

8

Alleen koeling

Kæling eingöngu

Bare kjøling

VIII

8

Koeling/verwarming

Kæling/hitun

Kjøling/oppvarming

IX

9

Luchtgekoeld

Loftkældur

Luftkjølt

IX

9

Watergekoeld

Vatnskældur

Vannkjølt

X

10

Verwarmingsvermogen

Hitun

Varmeeffekt

XI

11

Energie-efficiëntieklasse in de verwarmingsstand:

A (efficiënt)

G (inefficiënt)

Hitunarhæfni:

A (góð nýtni)

G (slæm nýtni)

Energieffektivitetsklasse for oppvarmingsfunksjonen

A (lav)

G (høy)

XII

12

Geluidsniveau

dB(A) re 1 pW

Hávaði

(dB(A) re 1 pW)

Støy

(dB(A) re 1 pW)

Image

 

Een kaart met nadere gegevens is opgenomen in de brochures over het apparaat

Nánari upplýsingar er að finna í bæklingum sem fylgja vörunum

Produktbrosjyrene inneholder ytterligere opplysninger

Image

 

Norm EN 814

Staðall EN 814

Standard EN 814

Image

 

Airconditioner

Loftræstibúnaður

Klimaanlegg

Image

 

Richtlijn 2002/31/EG (Energie-etikettering)

Tilskipun 2002/31/EB um orkumerkingar

Direktiv 2002/31/EF om energimerking

 

11

Verwarmingsstand energie-efficiëntieklasse

Orkunýtniflokkur við hitun

Energieffektivitetsklasse ved oppvarming”


BIJLAGE III

bij Besluit nr. 123/2004 van het Gemengd Comité van de EER

In aanhangsel 5 van bijlage IV bij de Overeenkomst wordt na afdeling 6 de volgende afdeling ingevoegd:

Image

Image

Image

Image

Image

Image


BIJLAGE IV

bij Besluit nr. 123/2004 van het Gemengd Comité van de EER

In aanhangsel 6 van bijlage IV bij de Overeenkomst wordt na afdeling 6 de volgende afdeling ingevoegd:

Noot Etiket (bijlage I)

Kaart en postorder (bijlagen II en III)

NL

IS

NO

Image

 

Energie

Orka

Energi

I

1

Fabrikant

Framleiðandi

Merke

II

2

Model

Gerð

Modell

II

2

Buitenapparaat

Utandyrabúnaður

Utendørs enhet

II

2

Binnenapparaat

Innandyrabúnaður

Innendørs enhet

Image

 

Efficiënt

Góð nýtni

Lavt energiforbruk

Image

 

Inefficiënt

Slæm nýtni

Høyt energiforbruk

 

3

Energie-efficiëntieklasse op een schaal van A (efficiënt) tot G (inefficiënt)

Orkunýtniflokkur …á kvarðanum A (góð nýtni) til G (slæm nýtni)

Klassifisering av energieeffektivitet etter en skala fra A (lavt energiforbruk) til G (høyt energiforbruk)

V

5

Jaarlijks energieverbruik

kWh in koelstand

Orkunotkun við kælingu á ársgrundvelli í kWh

Årlig energiforbruk

kWh ved kjøling

V

5

Feitelijk verbruik afhankelijk van de wijze van gebruik van het apparaat en het klimaat

Raunnotkun fer eftir því hvernig tækiðp er notað og loftslagi.

Det faktiske energiforbruket avhenger av hvordan apparatet brukes og av klimaet

VI

6

Koelvermogen

Kæling

Kjøleeffekt

VII

7

Energie-efficiëntieverhouding volle belasting

Orkunýtnihlutfall við fullan styrk

Energieffektivitets-kvotient ved full belastning

VII

7

Hoe hoger hoe beter

Því hærri, því betri

Jo høyere, desto bedre

VIII

8

Type

Stærð

Type

VIII

8

Alleen koeling

Kæling eingöngu

Bare kjøling

VIII

8

Koeling/verwarming

Kæling/hitun

Kjøling/oppvarming

IX

9

Luchtgekoeld

Loftkældur

Luftkjølt

IX

9

Watergekoeld

Vatnskældur

Vannkjølt

X

10

Verwarmingsvermogen

Hitun

Varmeeffekt

XI

11

Energie-efficiëntieklasse in de verwarmingsstand:

A (efficiënt)

G (inefficiënt)

Hitunarhæfni:

A (góð nýtni)

G (slæm nýtni)

Energieffektivitetsklasse for oppvarmingsfunksjonen

A (lav)

G (høy)

XII

12

Geluidsniveau

dB(A) re 1 pW

Hávaði

(dB(A) re 1 pW)

Støy

(dB(A) re 1 pW)

Image

 

Een kaart met nadere gegevens is opgenomen in de brochures over het apparaat

Nánari upplýsingar er að finna í bæklingum sem fylgja vörunum

Produktbrosjyrene inneholder ytterligere opplysninger

Image

 

Norm EN 814

Staðall EN 814

Standard EN 814

Image

 

Airconditioner

Loftræstibúnaður

Klimaanlegg

Image

 

Richtlijn 2002/31/EG (Energie-etikettering)

Tilskipun 2002/31/EB um orkumerkingar

Direktiv 2002/31/EF om energimerking

 

11

Verwarmingsstand energie-efficiëntieklasse

Orkunýtniflokkur við hitun

Energieffektivitetsklasse ved oppvarming”


10.3.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 64/41


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 124/2004

van 24 september 2004

tot wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gelet op de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, zoals gewijzigd bij het Protocol tot aanpassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, hierna „de Overeenkomst” genoemd, en met name op artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bijlage II bij de Overeenkomst werd gewijzigd bij Besluit nr. 97/2004 van het Gemengd Comité van de EER van 9 juli 2004 (1).

(2)

Beschikking 97/830/EG van de Commissie van 11 december 1997 tot intrekking van Beschikking 97/613/EG en houdende vaststelling van bijzondere voorwaarden voor de invoer van pimpernoten pistaches en bepaalde daarvan afgeleide producten van oorsprong of herkomst uit Iran (2) dient in de Overeenkomst te worden opgenomen.

(3)

Beschikking 2003/551/EG van de Commissie van 22 juli 2003 tot wijziging van Beschikking 97/830/EG tot intrekking van Beschikking 97/613/EG en houdende vaststelling van bijzondere voorwaarden voor de invoer van pimpernoten (pistaches) en bepaalde daarvan afgeleide producten van oorsprong of herkomst uit Iran (3) dient in de Overeenkomst te worden opgenomen.

(4)

Richtlijn 2003/89/EG van het Europees Parlement en de Raad van 10 november 2003 tot wijziging van Richtlijn 2000/13/EG met betrekking tot de vermelding van de ingrediënten van levensmiddelen (4) dient in de Overeenkomst te worden opgenomen.

(5)

Richtlijn 2003/113/EG van de Commissie van 3 december 2003 houdende wijziging van de bijlagen bij de Richtlijnen 86/362/EEG, 86/363/EEG en 90/642/EEG van de Raad ten aanzien van de vaststelling van maximumgehalten aan residuen van bepaalde bestrijdingsmiddelen in en op granen, levensmiddelen van dierlijke oorsprong en bepaalde producten van plantaardige oorsprong, met inbegrip van groenten en fruit (5), zoals gerectificeerd in Publicatieblad L 98 van 2 april 2004, bladzijde 61 en Publicatieblad L 104 van 8 april 2004, bladzijde 135, dient in de Overeenkomst te worden opgenomen.

(6)

Verordening (EG) nr. 2174/2003 van de Commissie van 12 december 2003 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 466/2001 wat betreft aflatoxinen (6) dient in de Overeenkomst te worden opgenomen.

(7)

Richtlijn 2003/118/EG van de Commissie van 5 december 2003 houdende wijziging van de bijlagen bij de Richtlijnen 76/895/EEG, 86/362/EEG, 86/363/EEG en 90/642/EEG van de Raad voor wat betreft de maximumgehalten aan residuen van acefaat, 2,4-D en parathion-methyl (7) dient in de Overeenkomst te worden opgenomen.

(8)

Richtlijn 2003/121/EG van de Commissie van 15 december 2003 tot wijziging van Richtlijn 98/53/EG tot vaststelling van bemonsteringswijzen en analysemethoden voor de officiële controle op de maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen in levensmiddelen (8) dient in de Overeenkomst te worden opgenomen.

(9)

Richtlijn 2004/1/EG van de Commissie van 6 januari 2004 tot wijziging van Richtlijn 2002/72/EG, wat de schorsing van het gebruik van azodicarbonamide als blaasmiddel betreft (9) dient in de Overeenkomst te worden opgenomen.

(10)

Richtlijn 2004/2/EG van de Commissie van 9 januari 2004 houdende wijziging van de bijlagen bij de Richtlijnen 86/362/EEG, 86/363/EEG en 90/642/EEG van de Raad tot vaststelling van maximumresidugehalten voor fenamifos (10), zoals gerectificeerd in Publicatieblad L 28 van 31 januari 2004, bladzijde 30, dient in de Overeenkomst te worden opgenomen.

(11)

Richtlijn 2004/5/EG van de Commissie van 20 januari 2004 tot wijziging van Richtlijn 2001/15/EG door toevoeging van bepaalde stoffen aan de bijlage (11) dient in de Overeenkomst te worden opgenomen.

(12)

Richtlijn 2004/4/EG van de Commissie van 15 januari 2004 tot wijziging van Richtlijn 96/3/EG inzake een afwijking van enkele bepalingen van Richtlijn 93/43/EEG van de Raad inzake levensmiddelenhygiëne voor het bulkvervoer van vloeibare oliën en vetten over zee (12), zoals gerectificeerd in Publicatieblad L 81 van 19 maart 2004, bladzijde 92, dient in de Overeenkomst te worden opgenomen.

(13)

Richtlijn 2004/6/EG van de Commissie van 20 januari 2004 houdende afwijking van Richtlijn 2001/15/EG teneinde de toepassing van het handelsverbod voor bepaalde producten uit te stellen (13) dient in de Overeenkomst te worden opgenomen.

(14)

Richtlijn 2003/114/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 december 2003 tot wijziging van Richtlijn 95/2/EG betreffende levensmiddelenadditieven met uitzondering van kleurstoffen en zoetstoffen (14) dient in de Overeenkomst te worden opgenomen.

(15)

Richtlijn 2003/115/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 december 2003 tot wijziging van Richtlijn 94/35/EG inzake zoetstoffen die in levensmiddelen mogen worden gebruikt (15) dient in de Overeenkomst te worden opgenomen.

(16)

Richtlijn 2004/13/EG van de Commissie van 29 januari 2004 tot wijziging van Richtlijn 2002/16/EG betreffende het gebruik van bepaalde epoxyderivaten in materialen en voorwerpen bestemd om met levensmiddelen in aanraking te komen (16) dient in de Overeenkomst te worden opgenomen.

(17)

Richtlijn 2004/14/EG van de Commissie van 29 januari 2004 tot wijziging van Richtlijn 93/10/EEG inzake materialen en voorwerpen van folie van geregenereerde cellulose, bestemd om met levensmiddelen in aanraking te komen (17) dient in de Overeenkomst te worden opgenomen.

(18)

Verordening (EG) nr. 242/2004 van de Commissie van 12 februari 2004 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 466/2001 wat betreft anorganisch tin in levensmiddelen (18) dient in de Overeenkomst te worden opgenomen.

(19)

Richtlijn 2004/16/EG van de Commissie van 12 februari 2004 tot vaststelling van bemonsteringswijzen en analysemethoden voor de officiële controle op het tingehalte in levensmiddelen in blik (19) dient in de Overeenkomst te worden opgenomen.

(20)

De in de Overeenkomst opgenomen Richtlijn 67/427/EEG van de Raad van 27 juni 1967 wordt bij Richtlijn 2003/114/EG ingetrokken en dient derhalve uit de Overeenkomst te worden geschrapt,

BESLUIT:

Artikel 1

Hoofdstuk XII van bijlage II bij de Overeenkomst wordt overeenkomstig de bijlage bij dit besluit gewijzigd.

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Verordeningen (EG) nrs. 2174/2003 en 242/2004, van Richtlijnen 2003/89/EG, 2003/113/EG, zoals gerectificeerd in Publicatieblad L 98 van 2 april 2004, bladzijde 61 en Publicatieblad L 104 van 8 april 2004, bladzijde 135, 2003/114/EG, 2003/115/EG, 2003/118/EG, 2003/121/EG, 2004/1/EG, 2004/2/EG, zoals gerectificeerd in Publicatieblad L 28 van 31 januari 2004, bladzijde 30, 2004/4/EG, zoals gerectificeerd in Publicatieblad L 81 van 19 maart 2004, bladzijde 92, 2004/5/EG, 2004/6/EG, 2004/13/EG, 2004/14/EG en 2004/16/EG, en van Beschikkingen 97/830/EG en 2003/551/EG zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 25 september 2004, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de Overeenkomst bedoelde kennisgevingen aan het Gemengd Comité van de EER hebben plaatsgevonden (20).

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 24 september 2004.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Kjartan JÓHANNSSON


(1)  PB L 376 van 23.12.2004, blz. 19.

(2)  PB L 343 van 13.12.1997, blz. 30.

(3)  PB L 187 van 26.7.2003, blz. 43.

(4)  PB L 308 van 25.11.2003, blz. 15.

(5)  PB L 324 van 11.12.2003, blz. 24.

(6)  PB L 326 van 13.12.2003, blz. 12.

(7)  PB L 327 van 16.12.2003, blz. 25.

(8)  PB L 332 van 19.12.2003, blz. 38.

(9)  PB L 7 van 13.1.2004, blz. 45.

(10)  PB L 14 van 21.1.2004, blz. 10.

(11)  PB L 14 van 21.1.2004, blz. 19.

(12)  PB L 15 van 22.1.2004, blz. 25.

(13)  PB L 15 van 22.1.2004, blz. 31.

(14)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 58.

(15)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 65.

(16)  PB L 27 van 30.1.2004, blz. 46.

(17)  PB L 27 van 30.1.2004, blz. 48.

(18)  PB L 42 van 13.2.2004, blz. 3.

(19)  PB L 42 van 13.2.2004, blz. 16.

(20)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.


BIJLAGE

bij Besluit nr. 124/2004 van het Gemengd Comité van de EER

Hoofdstuk XII van bijlage II bij de Overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:

1)

Aan punt 18 (Richtlijn 2000/13/EG van het Europees Parlement en de Raad) wordt het volgende streepje toegevoegd:

„—

32003 L 0089: Richtlijn 2003/89/EG van het Europees Parlement en de Raad van 10 november 2003 (PB L 308 van 25.11.2003, blz. 15).”.

2)

Aan punt 13 (Richtlijn 76/895/EEG van de Raad) wordt het volgende streepje toegevoegd:

„—

32003 L 0118: Richtlijn 2003/118/EG van de Commissie van 5 december 2003 (PB L 327 van 16.12.2003, blz. 25).”.

3)

Aan de punten 38 (Richtlijn 86/362/EEG van de Raad), 39 (Richtlijn 86/363/EEG van de Raad) en 54 (Richtlijn 90/642/EEG van de Raad) worden de volgende streepjes toegevoegd:

„—

32003 L 0113: Richtlijn 2003/113/EG van de Commissie van 3 december 2003 (PB L 324 van 11.12.2003, blz. 24), zoals gerectificeerd in Publicatieblad L 98 van 2 april 2004, bladzijde 61 en Publicatieblad L 104 van 8 april 2004, bladzijde 135,

32003 L 0118: Richtlijn 2003/118/EG van de Commissie van 5 december 2003 (PB L 327 van 16.12.2003, blz. 25),

32004 L 0002: Richtlijn 2004/2/EG van de Commissie van 9 januari 2004 (PB L 14 van 21.1.2004, blz. 10), zoals gerectificeerd in Publicatieblad L 28 van 31 januari 2004, bladzijde 30.”.

4)

Aan punt 54h (Richtlijn 93/10/EEG van de Commissie) wordt het volgende streepje toegevoegd:

„—

32004 L 0014: Richtlijn 2004/14/EG van de Commissie van 29 januari 2004 (PB L 27 van 30.1.2004, blz. 48).”.

5)

Aan 54j (Richtlijn 93/43/EEG van de Raad) wordt het volgende streepje toegevoegd:

„—

32004 L 0004: Richtlijn 2004/4/EG van de Commissie van 15 januari 2004 (PB L 15 van 22.1.2004, blz. 25), zoals gerectificeerd in Publicatieblad L 81 van 19 maart 2004, bladzijde 92.”.

6)

Aan punt 54z (Richtlijn 94/35/EG van het Europees Parlement en de Raad) wordt het volgende streepje toegevoegd:

„—

32003 L 0115: Richtlijn 2003/115/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 december 2003 (PB L 24 van 29.1.2004, blz. 65).”.

7)

Aan punt 54s (Richtlijn 98/53/EG van de Commissie) wordt het volgende streepje toegevoegd:

„—

32003 L 0121: Richtlijn 2003/121/EG van de Commissie van 15 december 2003 (PB L 332 van 19.12.2003, blz. 38).”.

8)

Aan punt 54zb (Richtlijn 95/2/EG van het Europees Parlement en de Raad) wordt het volgende streepje toegevoegd:

„—

32003 L 0114: Richtlijn 2003/114/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 december 2003 (PB L 24 van 29.1.2004, blz. 58).”.

9)

De tekst van punt 4 (Richtlijn 67/427/EEG van de Raad) wordt geschrapt.

10)

Aan punt 54zi (Richtlijn 2001/15/EG van de Commissie) wordt het volgende toegevoegd:

„, zoals gewijzigd bij:

32004 L 0005: Richtlijn 2004/5/EG van de Commissie van 20 januari 2004 (PB L 14 van 21.1.2004, blz. 19).”.

11)

Aan punt 54zn (Verordening (EG) nr. 466/2001 van de Commissie) worden de volgende streepjes toegevoegd:

„—

32003 R 2174: Verordening (EG) nr. 2174/2003 van de Commissie van 12 december 2003 (PB L 326 van 13.12.2003, blz. 12),

32004 R 0242: Verordening (EG) nr. 242/2004 van de Commissie van 12 februari 2004 (PB L 42 van 13.2.2004, blz. 3).”.

12)

Aan punt 54zt (Richtlijn 2002/16/EG van de Commissie) wordt het volgende toegevoegd:

„, zoals gewijzigd bij:

32004 L 0013: Richtlijn 2004/13/EG van de Commissie van 29 januari 2004 (PB L 27 van 30.1.2004, blz. 46).”.

13)

Aan punt 54zzb (Richtlijn 2002/72/EG van de Commissie) wordt het volgende toegevoegd:

„, zoals gewijzigd bij:

32004 L 0001: Richtlijn 2004/1/EG van de Commissie van 6 januari 2004 (PB L 7 van 13.1.2004, blz. 45).”.

14)

Na punt 54zzk (Beschikking 2003/602/EG van de Commissie) worden de volgende punten toegevoegd:

„54zzl.

397 D 0830: Beschikking 97/830 van de Commissie van 11 december 1997 tot intrekking van Beschikking 97/613/EG en houdende vaststelling van bijzondere voorwaarden voor de invoer van pimpernoten (pistaches) en bepaalde daarvan afgeleide producten van oorsprong of herkomst uit Iran (PB L 343 van 13.12.1997, blz. 30), zoals gewijzigd bij:

32003 D 0551: Beschikking 2003/551/EG van de Commissie van 22 juli 2003 (PB L 187 van 26.7.2003, blz. 43).

De bepalingen van de beschikking dienen voor de toepassing van de Overeenkomst als volgt te worden aangepast:

Aan bijlage II wordt het volgende toegevoegd:

Lidstaat

Punt van binnenkomst

IJsland

Reykjavík (haven, luchthaven), Akranes (haven), Ísafjörður (haven, luchthaven), Sauðárkrókur (haven, luchthaven), Siglufjörður (haven, luchthaven), Akureyri (haven, luchthaven), Húsavík (haven, luchthaven), Seyðisfjörður (haven, luchthaven), Neskaupstaður (haven, luchthaven), Eskifjörður (haven, luchthaven), Vestmannaeyjar (haven, luchthaven), Keflavík (haven, luchthaven), Hafnarfjörður (haven), Egilsstaðir (luchthaven), Höfn í Hornafirði (haven, luchthaven), Þorlákshöfn (haven), Borgarnes (haven, luchthaven), Stykkishólmur (haven, luchthaven), Búðardalur (haven, luchthaven), Paktreksfjörður (haven, luchthaven), Bolungavík (haven, luchthaven), Hólmavík (haven, luchthaven), Blönduós (haven, luchthaven), Ólafsfjörður (haven, luchthaven), Vík í Mýrdal (haven, luchthaven), Hvolsvöllur (haven, luchthaven), Selfoss (haven, luchthaven), Kópavogur (haven, luchthaven)

Liechtenstein

Schaanwald grenspost

Noorwegen

Oslo

54zzm.

32004 L 0006: Richtlijn 2004/6/EG van de Commissie van 20 januari 2004 houdende afwijking van Richtlijn 2001/15/EG teneinde de toepassing van het handelsverbod voor bepaalde producten uit te stellen (PB L 15 van 22.1.2004, blz. 31).

54zzn.

32004 L 0016: Richtlijn 2004/16/EG van de Commissie van 12 februari 2004 tot vaststelling van bemonsteringswijzen en analysemethoden voor de officiële controle op het tingehalte in levensmiddelen in blik (PB L 42 van 13.2.2004, blz. 16).”.


10.3.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 64/47


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 125/2004

van 24 september 2004

tot wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gelet op de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, zoals gewijzigd bij het Protocol tot aanpassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, hierna „de Overeenkomst” genoemd, en met name op artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bijlage II bij de Overeenkomst werd gewijzigd bij Besluit nr. 97/2004 van het Gemengd Comité van de EER van 9 juli 2004 (1).

(2)

Verordening (EG) nr. 392/2004 van de Raad van 24 februari 2004 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2092/91 inzake de biologische productiemethode en aanduidingen dienaangaande op landbouwproducten en levensmiddelen (2) moet in de Overeenkomst worden opgenomen,

BESLUIT:

Artikel 1

In hoofdstuk XII van bijlage II bij de Overeenkomst wordt na punt 54b (Verordening (EEG) nr. 2092/91 van de Raad) het volgende streepje toegevoegd:

„—

32004 R 0392: Verordening (EG) nr. 392/2004 van de Raad van 24 februari 2004 (PB L 65 van 3.3.2004, blz. 1).”.

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Verordening (EG) nr. 392/2004 zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 25 september 2004, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de Overeenkomst bedoelde kennisgevingen aan het Gemengd Comité van de EER hebben plaatsgevonden (3).

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 24 september 2004.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Kjartan JÓHANNSSON


(1)  PB L 376 van 23.12.2004, blz. 19.

(2)  PB L 65 van 3.3.2004, blz. 1.

(3)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.


10.3.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 64/49


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 126/2004

van 24 september 2004

tot wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gelet op de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, zoals gewijzigd bij het Protocol tot aanpassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, hierna „de Overeenkomst” genoemd, en met name op artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bijlage II bij de Overeenkomst werd gewijzigd bij Besluit nr. 99/2004 van het Gemengd Comité van de EER van 9 juli 2004 (1).

(2)

Verordening (EG) nr. 1647/2003 van de Raad van 18 juni 2003 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2309/93 tot vaststelling van communautaire procedures voor het verlenen van vergunningen voor en het toezicht op geneesmiddelen voor menselijk en diergeneeskundig gebruik en tot oprichting van een Europees Bureau voor de geneesmiddelenbeoordeling (2) moet in de Overeenkomst worden opgenomen,

BESLUIT:

Artikel 1

1.   In bijlage II bij de Overeenkomst wordt voorafgaand aan de laatste paragraaf van het inleidende gedeelte van hoofdstuk XIII het volgende ingevoegd:

„Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie is, voor de toepassing van Verordening (EEG) nr. 2309/93, tevens van toepassing op alle documenten van het Bureau met betrekking tot de EVA-staten.”.

2.   In bijlage II bij de Overeenkomst wordt in punt 15g (Verordening (EEG) nr. 2309/93 van de Raad) van hoofdstuk XIII het volgende streepje toegevoegd:

„—

32003 R 1647: Verordening (EG) nr. 1647/2003 van de Commissie van 18 juni 2003 (PB L 245 van 29.0.2003, blz. 19).”.

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Verordening (EG) nr. 1647/2004 zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 25 september 2004, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de Overeenkomst bedoelde kennisgevingen aan het Gemengd Comité van de EER hebben plaatsgevonden (3).

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 24 september 2004.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Kjartan JÓHANNSSON


(1)  PB L 376 van 23.12.2004, blz. 23.

(2)  PB L 245 van 29.9.2003, blz. 19.

(3)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.


10.3.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 64/51


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 127/2004

van 24 september 2004

tot wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gelet op de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, zoals gewijzigd bij het Protocol tot aanpassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, hierna „de Overeenkomst” genoemd, en met name op artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bijlage II bij de Overeenkomst werd gewijzigd bij Besluit nr. 27/2004 van het Gemengd Comité van de EER van 19 maart 2004 (1).

(2)

Beschikking 2000/147/EG van de Commissie van 8 februari 2000 ter uitvoering van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad wat de indeling van voor de bouw bestemde producten in klassen van materiaalgedrag bij brand betreft (2) moet in de Overeenkomst worden opgenomen,

BESLUIT:

Artikel 1

In hoofdstuk XXI van bijlage II bij de Overeenkomst wordt aan punt 1 (Richtlijn 89/106/EEG van de Raad) het volgende streepje toegevoegd:

„—

32000 D 0147: Beschikking 2000/147/EG van de Commissie van 8 februari 2000 (PB L 50 van 23.2.2000, blz. 14).”.

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Beschikking 2000/147/EG zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 25 september 2004, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de Overeenkomst bedoelde kennisgevingen aan het Gemengd Comité van de EER hebben plaatsgevonden (3).

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 24 september 2004.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Kjartan JÓHANNSSON


(1)  PB L 127 van 29.4.2004, blz. 134.

(2)  PB L 50 van 23.2.2000, blz. 14.

(3)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.


10.3.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 64/53


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 128/2004

van 24 september 2004

tot wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gelet op de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, zoals gewijzigd bij het Protocol tot aanpassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, hierna „de Overeenkomst” genoemd, en met name op artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bijlage II bij de Overeenkomst werd gewijzigd bij Besluit nr. 27/2004 van het Gemengd Comité van de EER van 19 maart 2004 (1).

(2)

Beschikking 2003/632/EG van de Commissie van 26 augustus 2003 tot wijziging van Beschikking 2000/147/EG ter uitvoering van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad wat de indeling van voor de bouw bestemde producten in klassen van materiaalgedrag bij brand betreft (2) moet in de Overeenkomst worden opgenomen,

BESLUIT:

Artikel 1

In hoofdstuk XXI van bijlage II bij de Overeenkomst wordt in het streepje (Beschikking 2000/147/EG van de Commissie) van punt 1 (Richtlijn 89/106/EEG van de Raad) het volgende toegevoegd:

„, zoals gewijzigd bij:

32003 D 0632: Beschikking 2003/632/EG van de Commissie van 26 augustus 2003 (PB L 220 van 3.9.2003, blz. 5).”.

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Beschikking 2003/632/EG zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 25 september 2004, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de Overeenkomst bedoelde kennisgevingen aan het Gemengd Comité van de EER hebben plaatsgevonden (3).

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 24 september 2004.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Kjartan JÓHANNSSON


(1)  PB L 127 van 29.4.2004, blz. 134.

(2)  PB L 220 van 3.9.2003, blz. 5.

(3)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.


10.3.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 64/55


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 129/2004

van 24 september 2004

tot wijziging van Bijlage XIII (Vervoer) bij de EER-overeenkomst

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gelet op de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, aangepast bij het Protocol tot aanpassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, hierna „de Overeenkomst” genoemd, en met name op artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bijlage XIII bij de Overeenkomst werd gewijzigd bij Besluit nr. 109/2004 van het Gemengd Comité van de EER van 9 juli 2004 (1).

(2)

Richtlijn 2003/127/EG van de Commissie van 23 december 2003 tot wijziging van Richtlijn 1999/37/EG van de Raad inzake de kentekenbewijzen van motorvoertuigen (2) moet in de Overeenkomst worden opgenomen,

BESLUIT:

Artikel 1

In bijlage XIII bij de Overeenkomst wordt aan punt 24c (Richtlijn 1999/37/EG van de Raad) het volgende streepje toegevoegd:

„—

32003 L 0127: Richtlijn nr. 2003/127/EG van de Commissie van 23 december 2003 (PB L 10 van 16.1.2004, blz. 29).”.

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Richtlijn 2003/127/EG zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 25 september 2004, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de Overeenkomst bedoelde kennisgevingen aan het Gemengd Comité van de EER hebben plaatsgevonden (3).

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 24 september 2004.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Kjartan JÓHANNSSON


(1)  PB L 376 van 23.12.2004, blz. 43.

(2)  PB L 10 van 16.1.2004, blz. 29.

(3)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.


10.3.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 64/57


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 130/2004

van 24 september 2004

tot wijziging van bijlage XIV (Mededinging), Protocol 21 (betreffende de tenuitvoerlegging van mededingingsregels ten aanzien van ondernemingen) en Protocol 23 (betreffende de samenwerking tussen de toezichthoudende autoriteiten) bij de EER-overeenkomst

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gelet op de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, zoals gewijzigd bij het Protocol tot aanpassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, hierna „de Overeenkomst” genoemd, en met name op artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bijlage XIV bij de Overeenkomst is gewijzigd bij Besluit nr. 79/2004 van het Gemengd Comité van de EER van 8 juni 2004 (1).

(2)

Protocol 21 bij de Overeenkomst is gewijzigd bij Besluit nr. 79/2004 van het Gemengd Comité van de EER van 8 juni 2004 .

(3)

Protocol 23 bij de Overeenkomst is nog niet eerder gewijzigd.

(4)

Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad van 16 december 2002 betreffende de uitvoering van de mededingingsregels van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag (2) dient in de Overeenkomst te worden opgenomen,

BESLUIT:

Artikel 1

Bijlage XIV bij de Overeenkomst wordt overeenkomstig bijlage I bij dit besluit gewijzigd.

Artikel 2

Protocol 21 bij de Overeenkomst wordt overeenkomstig bijlage II bij dit besluit gewijzigd.

Artikel 3

Protocol 23 bij de Overeenkomst wordt vervangen overeenkomstig bijlage III bij dit besluit.

Artikel 4

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de Ijslandse en de Noorse taal van Verordening (EG) nr. 1/2003 zijn authentiek.

Artikel 5

Dit besluit treedt in werking op de dag volgende op die van de laatste kennisgeving aan het Gemengd Comité van de EER (3), zoals bedoeld in artikel 103, lid 1, van de Overeenkomst.

Artikel 6

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 24 september 2004.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

KjartanJÓHANNSSON


(1)  PB L 219 van 19.6.2004, blz. 24.

(2)  PB L 1 van 4.1.2003, blz. 1.

(3)  Grondwettelijke vereisten aangegeven.


BIJLAGE I

bij Besluit nr. 130/2004 van het Gemengd Comité van de EER

Bijlage XIV bij de Overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:

1)

De tekst van punt 4 (Verordening (EEG) nr. 123/85 van de Commissie) wordt geschrapt.

2)

De tekst van punt 4a (Verordening (EG) nr. 1475/95 van de Commissie) wordt geschrapt.

3)

De tekst van punt 10 (Verordening (EEG) nr. 1017/68 van de Raad) wordt vervangen door:

368 R 1017: Verordening (EEG) nr. 1017/68 van de Raad van 19 juli 1968 houdende de toepassing van mededingingsregels op het gebied van het vervoer per spoor, over de weg en over de binnenwateren (PB L 175 van 23.7.1968, blz. 1), zoals gewijzigd bij:

32003 R 0001: Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad van 16 december 2002 (PB L 1 van 4.1.2003, blz. 1).

De bepalingen van de verordening worden voor de toepassing van de Overeenkomst als volgt aangepast:

Artikel 3, lid 2, is niet van toepassing.”.

4)

Punt 11 (Verordening (EEG) nr. 4056/86 van de Raad) wordt als volgt gewijzigd:

4.1)

het volgende wordt toegevoegd:

„, zoals gewijzigd bij:

32003 R 0001: Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad van 16 december 2002 (PB L 1 van 4.1.2003, blz. 1).”;

4.2)

de tekst van aanpassing c) wordt vervangen door:

„in artikel 7, lid 1, inleidende alinea, wordt „Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad van 16 december 2002 betreffende de uitvoering van de mededingingsregels van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag” vervangen door „Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad van 16 december 2002 betreffende de uitvoering van de mededingingsregels van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag of de overeenkomstige bepalingen van Protocol 21 bij de Overeenkomst””;

4.3)

de tekst van aanpassing d) wordt vervangen door:

„in artikel 7, lid 2, onder a), wordt „Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad” vervangen door „Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad of de overeenkomstige bepalingen van Protocol 21 bij de Overeenkomst””;

4.4)

na aanpassing d) wordt de volgende aanpassing ingevoegd:

„e)

in artikel 7, lid 2, onder c), i), tweede zin van de tweede alinea, wordt „artikel 9 van Verordening (EG) nr. 1/2003” vervangen door „artikel 9 van Verordening (EG) nr. 1/2003 of de overeenkomstige bepalingen van Protocol 21 bij de Overeenkomst””;

4.5)

de tekst van de huidige aanpassing f) wordt vervangen door:

„in artikel 8 wordt „op verzoek van een lidstaat” vervangen door „op verzoek van een staat met betrekking tot welke zij bevoegd is”. Voorts wordt „Verordening (EG) nr. 1/2003” vervangen door „Verordening (EG) nr. 1/2003 of de overeenkomstige bepalingen van Protocol 21 bij de Overeenkomst””;

4.6)

de huidige aanpassingen e), f), g) en h) worden respectievelijk de aanpassingen f), g), h) en i).

5)

De tekst van punt 11a (Verordening (EEG) nr. 3652/93 van de Commissie) wordt geschrapt.

6)

In aanpassing c) van punt 11b (Verordening (EEG) nr. 1617/93 van de Commissie) wordt „artikel 13 van Verordening (EEG) nr. 3975/87” vervangen door „artikel 24 van Verordening (EG) nr. 1/2003”.

7)

De tekst van punt 15a (Verordening (EEG) nr. 3932/92 van de Commissie) wordt geschrapt.

8)

In aanpassing b) van punt 2, in aanpassing b) van punt 4b, in aanpassing h) van punt 5, in aanpassing b) van punt 6, in aanpassing b) van punt 7, en in aanpassing b) van punt 15b wordt „artikelen 6 en 8 van Verordening (EEG) nr. 17/62” vervangen door „artikel 10 van Verordening (EG) nr. 1/2003”. Voorts worden de woorden, „zonder enige aanmelding van de betrokken ondernemingen” uit deze aanpassingen geschrapt.


BIJLAGE II

bij Besluit nr. 130/2004 van het Gemengd Comité van de EER

1)

Artikel 3 van Protocol 21 bij de Overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:

1.1)

de tekst van lid 1, punt 3 (Verordening (EEG) nr. 17/62 van de Raad) wordt vervangen door:

32003 R 0001: Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad van 16 december 2002 betreffende de uitvoering van de mededingingsregels van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag (PB L 1 van 4.1.2003, blz. 1).”;

1.2)

aan lid 1, punt 10 (Verordening (EEG) nr. 2988/74 van de Raad), wordt het volgende toegevoegd:

„, zoals gewijzigd bij:

32003 R 0001: Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad van 16 december 2002 (PB L 1 van 4.1.2003, blz. 1).”;

1.3)

de tekst van lid 1, punt 6 (Verordening (EEG) nr. 141/62 van de Raad), lid 1, punt 7 (artikel 6 en de artikelen 10 tot en met 31 van Verordening (EEG) nr. 1017/68 van de Raad) en lid 1, punt 11 (afdeling II van Verordening (EEG) nr. 4056/86 van de Raad) wordt geschrapt;

1.4)

aan lid 1, punt 13 (Verordening (EEG) nr. 3975/87 van de Raad) wordt het volgende streepje toegevoegd:

„—

32003 R 0001: Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad van 16 december 2002 (PB L 1 van 4.1.2003, blz. 1).”.

2)

De tekst van de artikelen 4, 5, 6, 7 en 9 van Protocol 21 bij de Overeenkomst wordt geschrapt.

3)

In de eerste en de tweede alinea van artikel 8 van Protocol 21 bij de Overeenkomst worden de woorden „en aanmeldingen” geschrapt.

4)

Na artikel 13 van Protocol 21 bij de Overeenkomst wordt het volgende toegevoegd:

Toetsingsclausule

Tegen eind 2005 moeten de contractsluitende partijen op verzoek van één van hen de mechanismen voor de handhaving van de artikelen 53 en 54 van de Overeenkomst en de samenwerkingsmechanismen van Protocol 23 bij de Overeenkomst opnieuw bezien, teneinde te zorgen voor homogene en daadwerkelijke toepassing van deze artikelen. De partijen moeten met name Besluit nr. 130/2004 van het Gemengd Comité van de EER van 24 september 2004 toetsen aan hun ervaringen met het nieuwe systeem voor de handhaving van de mededingingsregels, en moeten nagaan of het mogelijk is om het systeem dat bij Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad in de EU werd ingevoerd voor de toepassing van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag door de nationale mededingingsautoriteiten, de horizontale samenwerking tussen nationale mededingingsautoriteiten, en het mechanisme voor uniforme toepassing van de mededingingsregels door nationale autoriteiten ook in de EER in te voeren.”.


BIJLAGE III

bij Besluit nr. 130/2004 van het Gemengd Comité van de EER

Protocol 23 bij de Overeenkomst wordt vervangen door:

ALGEMENE BEGINSELEN

Artikel 1

1.   De Toezichthoudende Autoriteit van de EVA en de Commissie van de EG verstrekken elkaar inlichtingen en plegen onderling overleg inzake algemene beleidskwesties wanneer een van beide toezichthoudende autoriteiten hierom verzoekt.

2.   Overeenkomstig hun interne regels en met inachtneming van artikel 56 van de Overeenkomst, Protocol 22 en de wederzijdse autonomie met betrekking tot hun besluiten, werken de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA en de Commissie van de EG op de hierna bepaalde wijze samen bij de aanpak van afzonderlijke gevallen die vallen onder artikel 56, lid 1, onder b) en c), lid 2, tweede zin, en lid 3, van de Overeenkomst.

3.   In dit protocol wordt voor de Commissie van de EG onder „grondgebied van een toezichthoudende autoriteit” verstaan het grondgebied van de lidstaten van de EG waarop het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap volgens dat Verdrag van toepassing is, en voor de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA het grondgebied van de EVA-staten waarop de Overeenkomst van toepassing is.

DE BEGINFASE VAN DE PROCEDURE

Artikel 2

1.   In zaken die vallen onder artikel 56, lid 1, onder b) en c), lid 2, tweede zin, en lid 3, van de Overeenkomst, stellen de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA en de Commissie van de EG elkaar onverwijld in kennis van klachten waarvan niet duidelijk is dat deze aan beide toezichthoudende autoriteiten zijn gericht. Zij verstrekken elkaar ook inlichtingen wanneer zij ambtshalve procedures inleiden.

2.   De Toezichthoudende Autoriteit van de EVA en de Commissie van de EG stellen elkaar onverwijld in kennis van inlichtingen die zij van de nationale mededingingsautoriteiten binnen hun respectieve grondgebied ontvangen in verband met het begin van de eerste formele onderzoeksmaatregel in zaken die vallen onder artikel 56, lid 1, onder b) en c), lid 2, tweede zin, en lid 3, van de Overeenkomst.

3.   De toezichthoudende autoriteit die de in lid 1 bedoelde inlichtingen heeft ontvangen, kan binnen 30 werkdagen na ontvangst haar opmerkingen terzake kenbaar maken.

Artikel 3

1.   In zaken die vallen onder artikel 56, lid 1, onder b) en c), lid 2, tweede zin, en lid 3, van de Overeenkomst treedt de bevoegde toezichthoudende autoriteit met de andere toezichthoudende autoriteit in overleg wanneer eerstgenoemde:

aan de betrokken ondernemingen of ondernemersverenigingen een verklaring van bezwaar zendt, of

het voornemen bekendmaakt om een beschikking vast te stellen waarbij artikel 53 of 54 van de Overeenkomst niet van toepassing wordt verklaard, of

het voornemen bekendmaakt om een beschikking vast te stellen waarbij de door de ondernemingen gedane toezeggingen ten aanzien van deze ondernemingen een verbindend karakter krijgen.

2.   Binnen de in de genoemde bekendmaking of verklaring van bezwaar gestelde termijnen kan de andere toezichthoudende autoriteit haar opmerkingen kenbaar maken.

3.   De van de betrokken ondernemingen of van derden ontvangen opmerkingen worden ter beschikking gesteld van de andere toezichthoudende autoriteit.

Artikel 4

In zaken die vallen onder artikel 56, lid 1, onder b) en c), lid 2, tweede zin, en lid 3, van de Overeenkomst zendt de bevoegde toezichthoudende autoriteit aan de andere toezichthoudende autoriteit de officiële brieven waarmee een dossier wordt afgesloten of een klacht wordt afgewezen.

Artikel 5

In zaken die vallen onder artikel 56, lid 1, onder b) en c), en lid 2, tweede zin, en lid 3, van de Overeenkomst nodigt de bevoegde toezichthoudende autoriteit de andere toezichthoudende autoriteit uit om aanwezig te zijn bij het horen van de betrokken ondernemingen. Deze uitnodiging geldt ook voor de staten ten aanzien waarvan de andere toezichthoudende autoriteit bevoegd is.

ADVIESCOMITÉS

Artikel 6

1.   In zaken die vallen onder artikel 56, lid 1, onder b) en c), lid 2, tweede zin, en lid 3, van de Overeenkomst stelt de bevoegde toezichthoudende autoriteit de andere toezichthoudende autoriteit op de hoogte van de datum van de zitting van het Adviescomité en verstrekt zij de relevante documenten.

2.   Het Adviescomité van de toezichthoudende autoriteit die overeenkomstig artikel 56 van de Overeenkomst bevoegd is om over een zaak te beslissen, ontvangt alle documenten die de andere toezichthoudende autoriteit daartoe heeft overgelegd, alsmede de door de bevoegde toezichthoudende autoriteit opgestelde stukken.

3.   Elke toezichthoudende autoriteit en de staten ten aanzien waarvan zij bevoegd is, hebben het recht om aanwezig te zijn op de vergaderingen van het Adviescomité van de andere toezichthoudende autoriteit en er hun standpunten uiteen te zetten. Zij hebben echter geen stemrecht.

4.   De raadpleging kan ook plaatsvinden via schriftelijke procedure. De bevoegde toezichthoudende autoriteit belegt evenwel een vergadering indien de toezichthoudende autoriteit die niet bevoegd is om overeenkomstig artikel 56 van de Overeenkomst over een zaak te beslissen, daarom verzoekt.

HET OPVRAGEN VAN DOCUMENTEN EN HET RECHT OM OPMERKINGEN TE MAKEN

Artikel 7

De toezichthoudende autoriteit die niet bevoegd is om overeenkomstig artikel 56 van de Overeenkomst over een zaak te beslissen, kan te allen tijde afschriften opvragen van de belangrijkste documenten betreffende zaken die vallen onder artikel 56, lid 1, onder b) en c), lid 2, tweede zin, en lid 3, van de Overeenkomst, die bij de bevoegde toezichthoudende autoriteit zijn ingediend, en zij kan bovendien de door haar van belang geachte opmerkingen kenbaar maken vóór een eindbeslissing is genomen.

AMBTELIJKE BIJSTAND

Artikel 8

1.   Indien de op grond van artikel 56 van de Overeenkomst bevoegde toezichthoudende autoriteit op verzoek of bij beschikking van een onderneming of een ondernemersvereniging, waarvan de zetel zich op het grondgebied van de andere toezichthoudende autoriteit bevindt, verlangt dat zij inlichtingen verstrekt, zendt zij onverwijld een afschrift van dat verzoek of die beschikking toe aan de andere toezichthoudende autoriteit.

2.   Op verzoek van de op grond van artikel 56 van de Overeenkomst bevoegde toezichthoudende autoriteit verricht de andere toezichthoudende autoriteit overeenkomstig haar interne regels op haar grondgebied inspecties in zaken waarin de verzoekende toezichthoudende autoriteit zulks noodzakelijk acht.

3.   De bevoegde toezichthoudende autoriteit heeft het recht om aanwezig te zijn bij en actief deel te nemen aan de inspecties die de andere toezichthoudende autoriteit uit hoofde van lid 2 verricht.

4.   Alle inlichtingen die tijdens dergelijke inspecties op verzoek worden verkregen, worden onmiddellijk na afloop daarvan verstrekt aan de toezichthoudende autoriteit die om de inspecties heeft verzocht.

5.   Wanneer de bevoegde toezichthoudende autoriteit inspecties op haar grondgebied verricht, stelt zij, indien het zaken betreft die vallen onder artikel 56, lid 1, onder b) en c), lid 2, tweede zin, en lid 3, van de Overeenkomst, de andere toezichthoudende autoriteit op de hoogte van het feit dat zodanige inspecties hebben plaatsgevonden en stelt zij deze autoriteit desgevraagd in kennis van de relevante bevindingen van de inspecties.

6.   Wanneer de op grond van artikel 56 van de Overeenkomst bevoegde toezichthoudende autoriteit daarin toestemmende natuurlijke of rechtspersonen hoort op het grondgebied van de andere toezichthoudende autoriteit, wordt laatstgenoemde hiervan vooraf in kennis gesteld. De toezichthoudende autoriteit die niet bevoegd is, kan aanwezig zijn bij het verhoor, evenals ambtenaren van de mededingingsautoriteit op wier grondgebied het verhoor wordt afgenomen.

UITWISSELING EN GEBRUIK VAN INLICHTINGEN

Artikel 9

1.   Voor de toepassing van de artikelen 53 en 54 van de Overeenkomst hebben de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA en de Commissie van de EG de bevoegdheid elkaar alle inlichtingen, zowel van feitelijke als van juridische aard, met inbegrip van vertrouwelijke inlichtingen, mee te delen en deze als bewijsmiddel te gebruiken.

2.   De bij toepassing van dit protocol verkregen of uitgewisselde inlichtingen worden alleen als bewijsmiddel gebruikt voor de procedures van de artikelen 53 en 54 van de Overeenkomst en met betrekking tot het onderwerp waarvoor zij werden verzameld.

3.   Hebben de in artikel 2, leden 1 en 2, bedoelde inlichtingen betrekking op een zaak die werd ingeleid naar aanleiding van een beroep op de clementieregeling, dan mag de ontvangende toezichthoudende autoriteit deze inlichtingen niet gebruiken als uitgangspunt voor een eigen inspectie, onverminderd de bevoegdheid van de toezichthoudende autoriteit om een inspectie te verrichten op basis van inlichtingen uit andere bronnen.

4.   Onder voorbehoud van het bepaalde in lid 5 mogen inlichtingen die vrijwillig zijn verstrekt door een clementieverzoeker, alleen met toestemming van deze verzoeker worden toegezonden aan de andere toezichthoudende autoriteit. Evenzo mogen andere inlichtingen die zijn verkregen tijdens of naar aanleiding van een inspectie of via of naar aanleiding van enige andere onderzoeksmaatregel die hoe dan ook alleen kon worden uitgevoerd dankzij het clementieverzoek, alleen aan de andere toezichthoudende autoriteit worden verstrekt indien de verzoeker heeft ingestemd met de overdracht aan die autoriteit van inlichtingen die hij vrijwillig heeft verstrekt in zijn clementieverzoek. Wanneer de verzoeker eenmaal heeft ingestemd met de overdracht van inlichtingen aan de andere toezichthoudende autoriteit, kan deze toestemming niet meer worden ingetrokken. Deze bepaling doet evenwel niets af aan de verantwoordelijkheid van de verzoeker om bij elke autoriteit waarvoor zulks dienstig lijkt, een clementieverzoek in te dienen.

5.   In afwijking van lid 4 is de toestemming van de verzoeker voor de overdracht van inlichtingen aan de andere toezichthoudende autoriteit niet vereist in de volgende gevallen:

a)

er is geen toestemming vereist indien de ontvangende toezichthoudende autoriteit voor dezelfde inbreuk een clementieverzoek van dezelfde verzoeker heeft ontvangen als de toezendende toezichthoudende autoriteit, op voorwaarde dat er op het tijdstip van de overdracht van de inlichtingen voor de verzoeker geen mogelijkheid bestaat om de inlichtingen die hij aan die ontvangende toezichthoudende autoriteit heeft verstrekt, terug te trekken;

b)

er is geen toestemming vereist indien de ontvangende toezichthoudende autoriteit een schriftelijke toezegging heeft verstrekt dat noch de inlichtingen die aan haar zijn toegezonden, noch andere inlichtingen die zij zou verkrijgen na de datum en het tijdstip van de toezending zoals genoteerd door de toezendende toezichthoudende autoriteit, door haar of door enig andere autoriteit waaraan de inlichtingen vervolgens worden toegezonden, zullen worden gebruikt om sancties op te leggen aan de clementieverzoeker, aan elke andere natuurlijke of rechtspersoon die onder de gunstige behandeling valt die door de toezendende autoriteit wordt geboden naar aanleiding van het beroep dat door de verzoeker is gedaan op de clementieregeling, of aan iedere werknemer of voormalige werknemer van een van de bovengenoemde natuurlijke of rechtspersonen. Aan de verzoeker zal een afschrift worden verstrekt van de schriftelijke verbintenis van de ontvangende autoriteit;

c)

indien een toezichthoudende autoriteit overeenkomstig artikel 8, lid 2, inlichtingen verzamelt op verzoek van de toezichthoudende autoriteit waarbij het clementieverzoek is ingediend, is geen toestemming vereist voor de overdracht van die inlichtingen aan en het gebruik daarvan door de toezichthoudende autoriteit waarbij het verzoek is ingediend.

GEHEIMHOUDINGSPLICHT

Artikel 10

1.   Met het oog op de uitvoering van de hun op grond van dit protocol toevertrouwde taken mogen de Commissie van de EG en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA aan de staten binnen hun respectieve grondgebied alle inlichtingen toezenden die zij overeenkomstig dit protocol hebben ingewonnen of uitgewisseld.

2.   De Commissie van de EG, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA, de bevoegde autoriteiten van de EG-lidstaten en van de EVA-staten, hun ambtenaren en overige personeelsleden, en andere onder het toezicht van deze autoriteiten werkende personen, alsmede ambtenaren en overige personeelsleden van andere autoriteiten van de staten mogen de inlichtingen die zij bij de toepassing van dit protocol hebben ingewonnen of uitgewisseld en die naar hun aard onder de geheimhoudingsplicht vallen, niet openbaar maken.

3.   De in de Overeenkomst of in de wetgeving van de overeenkomstsluitende partijen opgenomen regels inzake geheimhoudingsplicht en vertrouwelijke omgang met inlichtingen laten de door dit protocol voorgeschreven uitwisseling en gebruik van inlichtingen onverlet.

KLACHTEN EN VERWIJZING VAN ZAKEN

Artikel 11

1.   Klachten mogen tot elke toezichthoudende autoriteit worden gericht. Klachten die gericht zijn tot de toezichthoudende autoriteit die op grond van artikel 56 van de Overeenkomst niet bevoegd is om over een zaak te beslissen, worden onverwijld verwezen naar de bevoegde toezichthoudende autoriteit.

2.   Indien bij de voorbereiding of het inleiden van ambtshalve procedures blijkt dat de andere toezichthoudende autoriteit op grond van artikel 56 van de Overeenkomst bevoegd is om over een zaak te beslissen, wordt deze zaak verwezen naar de bevoegde toezichthoudende autoriteit.

3.   Indien een zaak overeenkomstig de leden 1 en 2 naar de andere toezichthoudende autoriteit is verwezen, kan deze niet meer worden terugverwezen. Een zaak mag niet meer worden verwezen:

nadat aan de betrokken ondernemingen of ondernemersverenigingen een verklaring van bezwaar is gezonden;

nadat aan de verzoeker een brief is gezonden waarin hem wordt medegedeeld dat er onvoldoende gronden zijn om naar aanleiding van de klacht op te treden;

na de bekendmaking van het voornemen om een beschikking vast te stellen waarbij artikel 53 of 54 van de Overeenkomst niet van toepassing wordt verklaard, of de bekendmaking van het voornemen om een beschikking vast te stellen waarbij de door de ondernemingen gedane toezeggingen ten aanzien van deze ondernemingen een verbindend karakter krijgen.

TALEN

Artikel 12

Met betrekking tot klachten kunnen natuurlijke personen, rechtspersonen, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA en de Commissie van de EG zich tot elkaar richten in een officiële taal van de landen van de EVA of van de Europese Gemeenschap. Dit geldt in alle fasen van de procedure, waarbij het niet van belang is of deze met een klacht is ingeleid, dan wel ambtshalve door de bevoegde toezichthoudende autoriteit is ingesteld.”.


10.3.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 64/67


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 131/2004

van 24 september 2004

tot wijziging van bijlage XV (Staatssteun) bij de EER-overeenkomst

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gelet op de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, zoals gewijzigd bij het Protocol tot aanpassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, hierna „de Overeenkomst” genoemd, en met name op artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bijlage XV bij de Overeenkomst is gewijzigd bij Besluit nr. 80/2004 van het Gemengd Comité van de EER van 8 juni 2004 (1).

(2)

Verordening (EG) nr. 363/2004 van de Commissie van 25 februari 2004 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 68/2001 van de Commissie betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op opleidingssteun (2) wordt in de overeenkomst opgenomen.

(3)

Verordening (EG) nr. 364/2004 van de Commissie van 25 februari 2004 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 70/2001 wat betreft uitbreiding van het toepassingsgebied tot steun voor onderzoek en ontwikkeling (3) wordt in de overeenkomst opgenomen,

BESLUIT:

Artikel 1

1.

Punt 1d (Verordening (EG) nr. 68/2001 van de Commissie) van bijlage XV bij de Overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:

1.1.

het volgende wordt toegevoegd:

„, als gewijzigd bij:

32004 R 0363: Verordening (EG) nr. 363/2004 van de Commissie van 25 februari 2004 (PB L 63 van 28.2.2004, blz. 20).”;

1.2.

aanpassing c) wordt vervangen door:

„Artikel 1 luidt als volgt: „Deze verordening is van toepassing op opleidingssteun in alle sectoren die vallen onder de artikelen 61 tot 64 van de EER-overeenkomst, met uitzondering van steun die valt onder het toepassingsgebied van Verordening (EG) nr. 1407/2002 van de Raad.””;

1.3.

de volgende aanpassingen worden toegevoegd:

„k)

In artikel 7, lid 3, eerste alinea, wordt „Artikel 27 van Verordening (EG) nr. 659/1999” vervangen door „Artikel 27 van Protocol 3 bij de Overeenkomst betreffende een toezichthoudende autoriteit en een Hof van Justitie”;

l)

In artikel 7 bis wordt „Artikel 88, lid 3, van het Verdrag” vervangen door „Artikel 1, lid 3, van Protocol 3 bij de Overeenkomst betreffende een toezichthoudende autoriteit en een Hof van Justitie”. De woorden „verenigbaar met de gemeenschappelijke markt” worden vervangen door „verenigbaar met de werking van de EER-overeenkomst”. De woorden „Artikel 87, lid 3, van het Verdrag” worden vervangen door „Artikel 61, lid 3, van de EER-overeenkomst”.”.

2.

Punt 1 f) (Verordening (EG) nr. 70/2001 van de Commissie) van bijlage XV bij de Overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:

2.1.

het volgende wordt toegevoegd:

„, als gewijzigd bij:

32004 R 0364: Verordening (EG) nr. 364/2004 van de Commissie van 25 februari 2004 (PB L 63 van 28.2.2004, blz. 22).”;

2.2.

de aanpassingen e), f), g), h), en i) worden respectievelijk de aanpassingen g), h), i), j) en k);

2.3.

de volgende aanpassingen worden ingevoegd na aanpassing d):

„e)

De woorden „Artikel 87, lid 3, onder a)” en „Artikel 87, lid 3, onder a) van het Verdrag” worden vervangen door „Artikel 61, lid 3, onder a) van de EER-overeenkomst”;

f)

De woorden „Artikel 87, lid 3, onder c)” en „Artikel 87, lid 3, onder c) van het Verdrag” worden vervangen door „Artikel 61, lid 3, onder c) van de EER-overeenkomst”;”;

2.4.

in de nieuwe aanpassing i) worden de woorden „met betrekking tot de artikelen 4 en 5” ingevoegd aan het begin van de aanpassingstekst;

2.5.

in de nieuwe aanpassing j) wordt „In de artikelen 3 en 5” vervangen door „In de artikelen 3, 5, 5a, 5b, 5c en 9a”;

2.6.

de nieuwe aanpassing k) wordt vervangen door:

„In artikel 4, lid 2, wordt „Artikel 87, lid 3, onder a) en c) van het Verdrag” vervangen door „Artikel 61, lid 3, onder a) en c) van de EER-overeenkomst”.”;

2.7.

De volgende aanpassingen worden toegevoegd:

„l)

In artikel 6 bis, lid 2, wordt „Communautaire richtsnoeren voor reddings- en herstructureringssteun aan ondernemingen in moeilijkheden” vervangen door „De communautaire richtsnoeren voor reddings- en herstructureringssteun aan ondernemingen in moeilijkheden en de procedurele en materiële voorschriften van de toezichthoudende autoriteit van de EVA op het gebied van de staatssteun, hoofdstuk 16 betreffende reddings- en herstructureringssteun aan ondernemingen in moeilijkheden”;

m)

In artikel 9 wordt „Artikel 27 van Verordening (EG) nr. 659/1999 van de Raad” vervangen door „Artikel 27 van Protocol 3 bij de Overeenkomst betreffende een toezichthoudende autoriteit en een Hof van Justitie”.”.

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten van Verordeningen (EG) nr. 363/2004 en (EG) nr. 364/2004 in de IJslandse en de Noorse taal zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 25 september 2004, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de Overeenkomst bedoelde kennisgevingen aan het Gemengd Comité van de EER hebben plaatsgevonden (4).

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 24 september 2004.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Kjartan JÓHANNSSON


(1)  PB L 349 van 25.11.2004, blz. 37.

(2)  PB L 63 van 28.2.2004, blz. 20.

(3)  PB L 63 van 28.2.2004, blz. 22.

(4)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.


10.3.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 64/70


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 132/2004

van 24 september 2004

tot wijziging van bijlage XX (Milieu) bij de EER-overeenkomst

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gelet op de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, zoals gewijzigd bij het Protocol tot aanpassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, hierna „de Overeenkomst” genoemd, en met name op artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bijlage XX bij de Overeenkomst is gewijzigd bij Besluit nr. 113/2004 van het Gemengd Comité van de EER van 9 juli 2004 (1).

(2)

Beschikking 2004/214/EG van de Commissie van 3 maart 2004 tot wijziging van Beschikking 2000/40/EG ten aanzien van de geldigheidsduur van de milieucriteria voor de toekenning van de communautaire milieukeur aan koelapparaten (2) moet in de Overeenkomst worden opgenomen,

BESLUIT:

Artikel 1

In bijlage XX van de Overeenkomst wordt in punt 2el (Beschikking 2000/40/EG van de Commissie) het volgende toegevoegd:

„, zoals gewijzigd bij:

32004 D 0214: Beschikking 2004/214/EG van de Commissie van 3 maart 2004 (PB L 67 van 5.3.2004, blz. 23).”.

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Beschikking 2004/214/EG zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 25 september 2004, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de Overeenkomst bedoelde kennisgevingen aan het Gemengd Comité van de EER hebben plaatsgevonden (3).

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 24 september 2004.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Kjartan JÓHANNSSON


(1)  PB L 367 van 23.12.2004, blz. 51.

(2)  PB L 67 van 5.3.2004, blz. 23.

(3)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.


10.3.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 64/72


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 133/2004

van 24 september 2004

tot wijziging van bijlage XX (Milieu) bij de EER-overeenkomst

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gelet op de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, zoals gewijzigd bij het Protocol tot aanpassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, hierna „de Overeenkomst” genoemd, en met name op artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bijlage XX bij de Overeenkomst is gewijzigd bij Besluit nr. 113/2004 van het Gemengd Comité van de EER van 9 juli 2004 (1).

(2)

Beschikking 2004/232/EG van de Commissie van 3 maart 2004 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2037/2000 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot het gebruik van halon 2402 (2) dient in de Overeenkomst te worden opgenomen,

BESLUIT:

Artikel 1

In bijlage XX bij de Overeenkomst wordt na punt 21aa (Verordening (EG) nr. 2037/2000 van het Europees Parlement en de Raad) het volgende punt ingevoegd:

„—

32004 D 0232: Beschikking 2004/232/EG van de Commissie van 3 maart 2004 (PB L 71 van 10.3.2004, blz. 28).”.

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Beschikking 2004/232/EG zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 25 september 2004, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de Overeenkomst bedoelde kennisgevingen aan het Gemengd Comité van de EER hebben plaatsgevonden (3).

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 24 september 2004.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Kjartan JÓHANNSSON


(1)  PB L 376 van 23.12.2004, blz. 51.

(2)  PB L 71 van 10.3.2004, blz. 28.

(3)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.


10.3.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 64/74


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 134/2004

van 24 september 2004

tot wijziging van bijlage XX (Milieu) bij de EER-overeenkomst

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gelet op de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, zoals gewijzigd bij het Protocol tot aanpassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, hierna „de Overeenkomst” genoemd, en met name op artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bijlage XX bij de Overeenkomst is gewijzigd bij Besluit nr. 113/2004 van het Gemengd Comité van de EER van 9 juli 2004 (1).

(2)

Richtlijn 2003/108/EG van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 2002/96/EG van 8 december 2003 betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA) (2) moet in de Overeenkomst worden opgenomen,

BESLUIT:

Artikel 1

In bijlage XX bij de Overeenkomst wordt na punt 32fa (Richtlijn 2002/96/EG van het Europees Parlement en de Raad) het volgende ingevoegd:

„, zoals gewijzigd bij:

32003 L 0108: Richtlijn 2003/108/EG van het Europees Parlement en de Raad van 8 december 2003 (PB L 345 van 31.12.2003, blz. 106).”.

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Richtlijn 2003/108/EG zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 25 september 2004, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de Overeenkomst bedoelde kennisgevingen aan het Gemengd Comité van de EER hebben plaatsgevonden (3).

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 24 september 2004.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Kjartan JÓHANNSSON


(1)  PB L 376 van 23.12.2004, blz. 51.

(2)  PB L 345 van 31.12.2003, blz. 106.

(3)  Grondwettelijke vereisten zijn aangegeven.


10.3.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 64/76


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 135/2004

van 24 september 2004

tot wijziging van bijlage XX (Milieu) bij de EER-overeenkomst

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gelet op de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, zoals gewijzigd bij het Protocol tot aanpassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, hierna „de Overeenkomst” genoemd, en met name op artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bijlage XX van de Overeenkomst is gewijzigd bij Besluit nr. 113/2004 van het Gemengd Comité van de EER van 9 juli 2004 (1).

(2)

Beschikking 2004/249/EG van de Commissie van 11 maart 2004 betreffende een vragenlijst voor de verslagen van de lidstaten over de tenuitvoerlegging van Richtlijn 2002/96/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA) (2) wordt in de Overeenkomst opgenomen.

(3)

Beschikking 2004/279/EG van de Commissie van 19 maart 2004 betreffende een leidraad voor de uitvoering van Richtlijn 2002/3/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende ozon in de lucht (3) wordt in de Overeenkomst opgenomen,

BESLUIT:

Artikel 1

Bijlage XX bij de EER-overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:

1)

Het volgende punt wordt ingevoegd na punt 32fa (Richtlijn 2002/96/EG van het Europees Parlement en de Raad):

„32fb.

32004 D 0249: Beschikking 2004/249/EG van de Commissie van 11 maart 2004 betreffende een vragenlijst voor de verslagen van de lidstaten over de tenuitvoerlegging van Richtlijn 2002/96/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA) (PB L 78 van 16.3.2004, blz. 56).”.

2)

Het volgende punt wordt ingevoegd na punt 21ag (Richtlijn 2002/3/EG van het Europees Parlement en de Raad):

„21ah.

32004 D 0279: Beschikking 2004/279/EG van de Commissie van 19 maart 2004 betreffende een leidraad voor de uitvoering van Richtlijn 2002/3/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende ozon in de lucht (PB L 87 van 25.3.2004, blz. 50).”.

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Beschikkingen 2004/249/EG en 2004/279/EG zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 25 september 2004, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de Overeenkomst bedoelde kennisgevingen aan het Gemengd Comité van de EER hebben plaatsgevonden (4).

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 24 september 2004.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Kjartan JÓHANNSSON


(1)  PB L 376 van 23.12.2004, blz. 51.

(2)  PB L 78 van 16.3.2004, blz. 56.

(3)  PB L 87 van 25.3.2004, blz. 50.

(4)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.


10.3.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 64/78


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 136/2004

van 24 september 2004

tot wijziging van bijlage XXI (Statistiek) bij de EER-overeenkomst

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gelet op de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, zoals gewijzigd bij het Protocol tot aanpassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, hierna „de Overeenkomst” genoemd, en met name op artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bijlage XXI bij de Overeenkomst is gewijzigd bij Besluit nr. 114/2004 van het Gemengd Comité van de EER van 9 juli 2004 (1).

(2)

Verordening (EG) nr. 138/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 5 december 2003 betreffende de landbouwrekeningen in de Gemeenschap (2) moet in de Overeenkomst worden opgenomen.

(3)

Verordening (EG) nr. 501/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2004 betreffende financiële kwartaalrekeningen van de overheid (3) moet in de Overeenkomst worden opgenomen.

(4)

Dit besluit is niet van toepassing op Liechtenstein,

BESLUIT:

Artikel 1

Bijlage XXI bij de Overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:

1)

Na punt 19n (Verordening (EG) nr. 1921/2001 van de Commissie) wordt het volgende punt ingevoegd:

„19o.

32004 R 0501: Verordening (EG) nr. 501/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2004 betreffende financiële kwartaalrekeningen van de overheid (PB L 81 van 19.3.2004, blz. 1).

Voor de toepassing van deze Overeenkomst worden de bepalingen van de verordening als volgt aangepast:

Deze verordening is niet van toepassing op Liechtenstein.”.

2)

Na punt 24b (Verordening (EG) nr. 68/2003 van de Commissie) wordt het volgende punt ingevoegd:

„24c.

32004 R 0138: Verordening (EG) nr. 138/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 5 december 2003 betreffende de landbouwrekeningen in de Gemeenschap (PB L 33 van 5.2.2004, blz. 1).

Voor de toepassing van deze Overeenkomst worden de bepalingen van de verordening als volgt aangepast:

Deze verordening is niet van toepassing op Liechtenstein.”

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Verordeningen (EG) nr. 138/2004 en (EG) nr. 501/2004 zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 25 september 2004, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de Overeenkomst bedoelde kennisgevingen aan het Gemengd Comité van de EER hebben plaatsgevonden (4).

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 24 september 2004.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Kjartan JÓHANNSSON


(1)  PB L 376 van 23.12.2004, blz. 53.

(2)  PB L 33 van 5.2.2004, blz. 1.

(3)  PB L 81 van 19.3.2004, blz. 1.

(4)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.


10.3.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 64/80


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

Nr. 137/2004

van 24 september 2004

tot wijziging van Protocol 31 (Samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier vrijheden) bij de EER-overeenkomst

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gelet op de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, zoals gewijzigd bij het Protocol tot aanpassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, hierna „de Overeenkomst” genoemd, en met name op de artikelen 86 en 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Protocol 31 bij de Overeenkomst werd gewijzigd bij Besluit nr. 90/2004 van het Gemengd Comité van de EER van 8 juni 2004 (1).

(2)

Beschikking nr. 1230/2003/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2003 tot vaststelling van een meerjarenprogramma voor acties op energiegebied: „Intelligente energie — Europa” (2003-2006) (2) is bij Besluit nr. 164/2003 van het Gemengd Comité van de EER van 7 november 2003 (3) in de Overeenkomst opgenomen.

(3)

Het is wenselijk de samenwerking tussen de partijen bij de Overeenkomst uit te breiden tot het specifieke onderdeel „Coopener” en de acties die daaruit voortvloeien.

(4)

Protocol 31 bij de Overeenkomst dient derhalve te worden aangepast zodat deze uitgebreide samenwerking op 1 januari 2005 kan ingaan,

BESLUIT:

Artikel 1

In artikel 14, lid 2e, van Protocol 31 bij de Overeenkomst, wordt het volgende streepje toegevoegd:

„—

Met ingang van 1 januari 2005 nemen de EVA‐staten deel aan het specifieke onderdeel „Coopener” en aan de daaruit voortvloeiende acties in het in lid 5, onder g), bedoelde communautaire programma.”.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op 25 september 2004, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de Overeenkomst bedoelde kennisgevingen aan het Gemengd Comité van de EER hebben plaatsgevonden (4).

Het is van toepassing met ingang van 1 januari 2005.

Artikel 3

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 24 september 2004.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Kjartan JÓHANNSSON


(1)  PB L 349 van 25.11.2004, blz. 52.

(2)  PB L 176 van 15.7.2003, blz. 29.

(3)  PB L 41 van 12.2.2004, blz. 67.

(4)  Grondwettelijke vereisten aangegeven.