ISSN 1725-2598 |
||
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 17 |
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Wetgeving |
48e jaargang |
Inhoud |
|
II Besluiten waarvan de publicatie niet voorwaarde is voor de toepassing |
Bladzijde |
|
|
Commissie |
|
|
* |
NL |
Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben. Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten. |
II Besluiten waarvan de publicatie niet voorwaarde is voor de toepassing
Commissie
20.1.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 17/1 |
BESLUIT Nr. 2/2004 VAN HET GEMENGD VETERINAIR COMITÉ INGESTELD BIJ DE OVEREENKOMST TUSSEN DE EUROPESE GEMEENSCHAP EN DE ZWITSERSE BONDSSTAAT INZAKE DE HANDEL IN LANDBOUWPRODUCTEN
van 9 december 2004
tot wijziging van de aanhangsels 1, 2, 3, 4, 5, 6 en 11 van bijlage 11 bij de Overeenkomst
(2005/22/EG)
HET COMITÉ,
Gelet op de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in landbouwproducten (hierna de „landbouwovereenkomst” genoemd), en met name op artikel 19, lid 3, van bijlage 11,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De landbouwovereenkomst is op 1 juni 2002 in werking getreden. |
(2) |
De aanhangsels 1, 2, 3, 4, 5, 6 en 11 van bijlage 11 bij de landbouwovereenkomst zijn voor het eerst gewijzigd bij Besluit nr. 2/2003 van het bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in landbouwproducten opgerichte Gemengd Veterinair Comité van 25 november 2003 tot wijziging van de aanhangsels 1, 2, 3, 4, 5, 6 en 11 van bijlage 11 bij de overeenkomst (1). Over het algemeen houdt dit besluit rekening met de wetgeving zoals zij van kracht was op 31 december 2002. Voor het bijzondere geval van de boviene spongiforme encefalopathie houdt dit besluit rekening met de wetgeving zoals die op 11 juli 2003 van kracht was. |
(3) |
Aanhangsel 5 van bijlage 11 bij de landbouwovereenkomst is een tweede keer gewijzigd bij Besluit nr. 1/2004 van het bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in landbouwproducten opgerichte Gemengd Veterinair Comité van 28 april 2004 betreffende de wijziging van aanhangsel 5 van bijlage 11 bij de overeenkomst (2). |
(4) |
De tekst van de aanhangsels 1, 2, 3, 4, 5, 6 en 11 van bijlage 11 bij genoemde landbouwovereenkomst dient te worden gewijzigd om de wijzigingen in aanmerking te nemen in de wetgeving van de Gemeenschap en die van Zwitserland zoals die op 26 juli 2004 van kracht was, |
BESLUIT:
Artikel 1
De aanhangsels 1, 2, 3, 4, 5, 6 en 11 van bijlage 11 bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in landbouwproducten worden vervangen door de respectieve teksten in de bijlage bij dit besluit.
Artikel 2
Dit besluit, opgesteld in twee exemplaren, wordt door de medevoorzitters of andere personen die gemachtigd zijn namens de partijen op te treden, ondertekend.
Artikel 3
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Dit besluit treedt in werking nadat de laatste van deze twee handtekeningen is aangebracht.
Ondertekend te Basel, 9 december 2004.
Het hoofd van de delegatie
van de Zwitserse Bondsstaat
Hans WYSS
Het hoofd van de delegatie
van de Europese Gemeenschap
Jaana HUSU-KALLIO
(1) PB L 23 van 28.1.2004, blz. 27.
(2) PB L 160 van 30.4.2004, blz. 116.
BIJLAGE
AANHANGSEL 1
BESTRIJDINGSMAATREGELEN/MELDING VAN ZIEKTEN
I. MOND- EN KLAUWZEER
A. Wetgeving
Europese Gemeenschap |
Zwitserland |
||||||
Richtlijn 2003/85/EG van de Raad van 29 september 2003 tot vaststelling van communautaire maatregelen voor de bestrijding van mond- en klauwzeer, tot intrekking van Richtlijn 85/511/EEG en van de Beschikkingen 89/531/EEG en 91/665/EEG, en tot wijziging van Richtlijn 92/46/EEG (PB L 306 van 22.11.2003, blz. 1) |
|
B. Bijzondere uitvoeringsbepalingen
1. |
De Commissie en het Federaal Veterinair Bureau stellen elkaar in principe op de hoogte van elk voornemen om een noodvaccinatie uit te voeren. In bijzonder dringende gevallen wordt pas achteraf gemeld welk besluit is genomen en hoe het is uitgevoerd. In elk geval vindt zo spoedig mogelijk overleg plaats in het Gemengd Veterinair Comité. |
2. |
Overeenkomstig artikel 97 van de Verordening inzake epizoötieën beschikt Zwitserland over een noodplan. Het Federaal Veterinair Bureau heeft technische bepalingen ter uitvoering van dit noodplan vastgesteld (nr. 95/65). |
3. |
Het gemeenschappelijke referentielaboratorium voor de identificatie van het mond- en klauwzeervirus is het Institute for Animal Health, Pirbright Laboratory, Verenigd Koninkrijk. Zwitserland draagt zijn deel van de kosten voor de uit deze aanwijzing voortvloeiende werkzaamheden. De bevoegdheden en taken van het laboratorium zijn vastgesteld in bijlage XVI bij Richtlijn 2003/85/EG. |
II. KLASSIEKE VARKENSPEST
A. Wetgeving
Europese Gemeenschap |
Zwitserland |
||||||||
Richtlijn 2001/89/EG van de Raad van 23 oktober 2001 betreffende maatregelen van de Gemeenschap ter bestrijding van klassieke varkenspest (PB L 316 van 1.12.2001, blz. 5), laatstelijk gewijzigd bij de Akte betreffende de toetredingsvoorwaarden voor de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek en de aanpassing van de Verdragen waarop de Europese Unie is gegrond — Bijlage II: Lijst bedoeld in artikel 20 van de Toetredingsakte — 6. Landbouw — B. Veterinaire en fytosanitaire wetgeving — I. Veterinaire wetgeving (PB L 236 van 23.9.2003, blz. 381) |
|
B. Bijzondere uitvoeringsbepalingen
1. |
De Commissie en het Federaal Veterinair Bureau stellen elkaar op de hoogte van elk voornemen om een noodvaccinatie uit te voeren. In het Gemengd Veterinair Comité vindt zo spoedig mogelijk overleg plaats. |
2. |
Indien nodig stelt het Federaal Veterinair Bureau overeenkomstig artikel 117, lid 5, van de verordening inzake epizoötieën technische uitvoeringsbepalingen vast ten aanzien van het merken en de behandeling van vlees dat afkomstig is uit de beschermings- en toezichtsgebieden. |
3. |
Overeenkomstig artikel 121 van de Verordening inzake epizoötieën verbindt Zwitserland zich ertoe een programma uit te voeren voor de uitroeiing van klassieke varkenspest bij wilde varkens, zoals omschreven in de artikelen 15 en 16 van Richtlijn 2001/89/EG. In het Gemengd Veterinair Comité vindt zo spoedig mogelijk overleg plaats. |
4. |
Overeenkomstig artikel 97 van de Verordening inzake epizoötieën beschikt Zwitserland over een noodplan. Het Federaal Veterinair Bureau heeft technische bepalingen ter uitvoering van dit noodplan vastgesteld (nr. 95/65). |
5. |
Het Gemengd Veterinair Comité is bevoegd voor de controles ter plaatse op grond van met name artikel 21 van Richtlijn 2001/89/EG en artikel 57 van de Wet inzake epizoötieën. |
6. |
Indien nodig stelt het Federaal Veterinair Bureau overeenkomstig artikel 89, lid 2, van de Verordening inzake epizoötieën de technische uitvoeringsbepalingen vast ten aanzien van de serologische tests van de varkens in de beschermings- en toezichtsgebieden overeenkomstig hoofdstuk IV van de bijlage bij Beschikking 2002/106/EG van de Commissie (PB L 39 van 9.2.2002, blz. 71). |
7. |
Het gemeenschappelijke referentielaboratorium voor klassieke varkenspest is het Institut für Virologie der Tierärztlichen Hochschule Hannover, Bünteweg 17, 30559 Hannover, Duitsland. Zwitserland draagt zijn deel van de kosten voor de uit deze aanwijzing voortvloeiende werkzaamheden. De bevoegdheden en taken van het laboratorium zijn vastgesteld in bijlage IV bij Richtlijn 2001/89/EG. |
III. PAARDENPEST
A. Wetgeving
Europese Gemeenschap |
Zwitserland |
||||||
Richtlijn 92/35/EEG van de Raad van 29 april 1992 tot vaststelling van controlevoorschriften en van maatregelen ter bestrijding van paardenpest (PB L 157 van 10.6.1992, blz. 19), laatstelijk gewijzigd bij de Akte betreffende de toetredingsvoorwaarden voor de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek en de aanpassing van de Verdragen waarop de Europese Unie is gegrond — Bijlage II: Lijst bedoeld in artikel 20 van de Toetredingsakte — 6. Landbouw — B. Veterinaire en fytosanitaire wetgeving — I. Veterinaire wetgeving (PB L 236 van 23.9.2003, blz. 381) |
|
B. Bijzondere uitvoeringsbepalingen
1. |
Indien zich in Zwitserland een uitzonderlijk ernstige epizoötie voordoet, komt het Gemengd Veterinair Comité bijeen om de situatie te onderzoeken. De bevoegde Zwitserse autoriteiten verbinden zich ertoe om, met inachtneming van de uitkomsten van dit onderzoek, de nodige maatregelen te nemen. |
2. |
Het gemeenschappelijke referentielaboratorium voor paardenpest is het Laboratorio de Sanidad y Producción Animal, Ministerio de Agricultura, Pesca y Alimentación, 28110 Algete, Madrid, Spanje. Zwitserland draagt zijn deel van de kosten voor de uit deze aanwijzing voortvloeiende werkzaamheden. De bevoegdheden en taken van het laboratorium zijn vastgesteld in bijlage III bij Richtlijn 92/35/EEG. |
3. |
Het Gemengd Veterinair Comité is bevoegd voor de controles ter plaatse op grond van met name artikel 16 van Richtlijn 92/35/EEG en artikel 57 van de Wet inzake epizoötieën. |
4. |
Overeenkomstig artikel 97 van de Verordening inzake epizoötieën beschikt Zwitserland over een noodplan. Het Federaal Veterinair Bureau heeft technische bepalingen ter uitvoering van dit noodplan vastgesteld (nr. 95/65). |
IV. AVIAIRE INFLUENZA
A. Wetgeving
Europese Gemeenschap |
Zwitserland |
||||||
Richtlijn 92/40/EEG van de Raad van 19 mei 1992 tot vaststelling van communautaire maatregelen voor de bestrijding van aviaire influenza (PB L 167 van 22.6.1992, blz. 1), laatstelijk gewijzigd bij de Akte betreffende de toetredingsvoorwaarden voor de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek en de aanpassing van de Verdragen waarop de Europese Unie is gegrond — Bijlage II: Lijst bedoeld in artikel 20 van de Toetredingsakte — 6. Landbouw — B. Veterinaire en fytosanitaire wetgeving — I. Veterinaire wetgeving (PB L 236 van 23.9.2003, blz. 381) |
|
B. Bijzondere uitvoeringsbepalingen
1. |
Het gemeenschappelijke referentielaboratorium voor aviaire influenza is het Central Veterinary Laboratory, New Haw, Weybridge, Surrey KT15 3NB, Verenigd Koninkrijk. Zwitserland draagt zijn deel van de kosten voor de uit deze aanwijzing voortvloeiende werkzaamheden. De taken en bevoegdheden van het laboratorium zijn vastgesteld in bijlage V bij Richtlijn 92/40/EEG. |
2. |
Overeenkomstig artikel 97 van de Verordening inzake epizoötieën beschikt Zwitserland over een noodplan. Het Federaal Veterinair Bureau heeft technische bepalingen ter uitvoering van dit noodplan vastgesteld (nr. 95/65). |
3. |
Het Gemengd Veterinair Comité is bevoegd voor de controles ter plaatse op grond van met name artikel 18 van Richtlijn 92/40/EEG en artikel 57 van de Wet inzake epizoötieën. |
V. ZIEKTE VAN NEWCASTLE
A. Wetgeving
Europese Gemeenschap |
Zwitserland |
||||||||||
Richtlijn 92/66/EEG van de Raad van 14 juli 1992 tot vaststelling van communautaire maatregelen voor de bestrijding van de ziekte van Newcastle (PB L 260 van 5.9.1992, blz. 1), laatstelijk gewijzigd bij de Akte betreffende de toetredingsvoorwaarden voor de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek en de aanpassing van de Verdragen waarop de Europese Unie is gegrond — Bijlage II: Lijst bedoeld in artikel 20 van de Toetredingsakte — 6. Landbouw — B. Veterinaire en fytosanitaire wetgeving — I. Veterinaire wetgeving (PB L 236 van 23.9.2003, blz. 381) |
|
B. Bijzondere uitvoeringsbepalingen
1. |
Het gemeenschappelijke referentielaboratorium voor de ziekte van Newcastle is het Central Veterinary Laboratory, New Haw, Weybridge, Surrey, KT15 3NB, Verenigd Koninkrijk. Zwitserland draagt zijn deel van de kosten voor de uit deze aanwijzing voortvloeiende werkzaamheden. De taken en bevoegdheden van het laboratorium zijn vastgesteld in bijlage V bij Richtlijn 92/66/EEG. |
2. |
Overeenkomstig artikel 97 van de Verordening inzake epizoötieën beschikt Zwitserland over een noodplan. Het Federaal Veterinair Bureau heeft technische bepalingen ter uitvoering van dit noodplan vastgesteld (nr. 95/65). |
3. |
Het Gemengd Veterinair Comité is verantwoordelijk voor de uitwisseling van informatie zoals bedoeld in de artikelen 17 en 19 van Richtlijn 92/66/EEG. |
4. |
Het Gemengd Veterinair Comité is bevoegd voor de controles ter plaatse op grond van met name artikel 22 van Richtlijn 92/66/EEG en artikel 57 van de Wet inzake epizoötieën. |
VI. VISZIEKTEN
A. Wetgeving
Europese Gemeenschap |
Zwitserland |
||||
Richtlijn 93/53/EEG van de Raad van 24 juni 1993 tot vaststelling van minimale communautaire maatregelen voor de bestrijding van bepaalde visziekten (PB L 175 van 19.7.1993, blz. 23), laatstelijk gewijzigd bij de Akte betreffende de toetredingsvoorwaarden voor de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek en de aanpassing van de Verdragen waarop de Europese Unie is gegrond — Bijlage II: Lijst bedoeld in artikel 20 van de Toetredingsakte — 6. Landbouw — B. Veterinaire en fytosanitaire wetgeving — I. Veterinaire wetgeving (PB L 236 van 23.9.2003, blz. 381) |
|
B. Bijzondere uitvoeringsbepalingen
1. |
In Zwitserland is het kweken van zalm momenteel niet toegestaan en komt ook geen zalm voor. Overeenkomstig de wijziging van 28 maart 2001 van de Verordening inzake epizoötieën (RO 2001.1337) wordt infectieuze zalmanemie door Zwitserland geclassificeerd als een ziekte die moet worden uitgeroeid. Eén jaar na de inwerkingtreding van deze bijlage wordt de situatie opnieuw bezien in het Gemengd Veterinair Comité. |
2. |
Momenteel worden in Zwitserland geen platte oesters gekweekt. Het Federaal Veterinair Bureau verbindt zich ertoe om, indien zich Bonamia ostreae of Marteilia refringens voordoet, de in de communautaire wetgeving vastgestelde noodmaatregelen te treffen op grond van artikel 57 van de Wet inzake epizoötieën. |
3. |
In de in artikel 7 van Richtlijn 93/53/EEG bedoelde gevallen vindt de kennisgeving plaats in het Gemengd Veterinair Comité. |
4. |
Het gemeenschappelijke referentielaboratorium voor visziekten is het Statens Veterinære Serumlaboratorium, Landbrugsministeriet, Hangøvej 2, 8200 Århus, Denemarken. Zwitserland draagt zijn deel van de kosten voor de uit deze aanwijzing voortvloeiende werkzaamheden. De taken en bevoegdheden van het laboratorium zijn vastgesteld in bijlage C bij Richtlijn 93/53/EEG. |
5. |
Overeenkomstig artikel 97 van de Verordening inzake epizoötieën beschikt Zwitserland over een noodplan. Het Federaal Veterinair Bureau heeft technische bepalingen ter uitvoering van dit noodplan vastgesteld (nr. 95/65). |
6. |
Het Gemengd Veterinair Comité is bevoegd voor de controles ter plaatse op grond van met name artikel 16 van Richtlijn 93/53/EG en artikel 57 van de Wet inzake epizoötieën. |
VII. BOVIENE SPONGIFORME ENCEFALOPATHIE
A. Wetgeving
Europese Gemeenschap |
Zwitserland |
||||||||||||||||
Verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 houdende vaststelling van voorschriften inzake preventie, bestrijding en uitroeiing van bepaalde overdraagbare spongiforme encefalopathieën (PB L 147 van 31.5.2001, blz. 1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 876/2004 van de Commissie van 29 april 2004 tot wijziging van bijlage VIII bij Verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de handel in fokschapen en -geiten (PB L 162 van 30.4.2004, blz. 52) |
|
B. Bijzondere uitvoeringsbepalingen
1. |
Het gemeenschappelijke referentielaboratorium voor boviene spongiforme encefalopathie (BSE) is het Veterinary Laboratories Agency, Woodham Lane, New Haw, Addlestone, Surrey KT15 3NB, Verenigd Koninkrijk. Zwitserland draagt zijn deel van de kosten voor de uit deze aanwijzing voortvloeiende werkzaamheden. De taken en bevoegdheden van het laboratorium zijn vastgesteld in hoofdstuk B van bijlage X bij Verordening (EG) nr. 999/2001. |
2. |
Overeenkomstig artikel 57 van de Wet inzake epizoötieën beschikt Zwitserland over een noodplan voor de uitvoering van maatregelen ter bestrijding van BSE. |
3. |
Overeenkomstig artikel 12 van Verordening (EG) nr. 999/2001 wordt in de lidstaten van de Gemeenschap een van besmetting met een overdraagbare spongiforme encefalopathie verdacht dier aan een officiële verplaatsingsbeperking onderworpen in afwachting van het resultaat van een klinisch en epidemiologisch onderzoek door de bevoegde autoriteit, of het dier wordt gedood om onder officieel toezicht in een laboratorium te worden onderzocht. Overeenkomstig artikel 177 van de Verordening inzake epizoötieën is het in Zwitserland verboden van besmetting met boviene spongiforme encefalopathie verdachte dieren te slachten. De verdachte dieren moeten worden gedood zonder dat daarbij bloedverlies optreedt en worden verbrand; hun hersenen moeten in het Zwitserse referentielaboratorium op BSE worden getest. Overeenkomstig artikel 10 van de Verordening inzake epizoötieën worden runderen in Zwitserland met behulp van een systeem voor permanente identificatie geïdentificeerd, zodat het moederdier en het beslag van oorsprong kunnen worden getraceerd en kan worden vastgesteld dat de dieren niet afstammen van van BSE verdachte of met BSE besmette moederdieren. Overeenkomstig de artikelen 178 en 179 van de Verordening inzake epizoötieën worden met BSE besmette dieren en de nakomelingen daarvan in Zwitserland gedood. Sinds 1 juli 1999 wordt ook per cohorte geruimd (van 14 december 1996 tot en met 30 juni 1999 werd het hele beslag geruimd). |
4. |
Overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 999/2001 verbieden de lidstaten van de Gemeenschap het gebruik van verwerkte dierlijke eiwitten in diervoeders voor landbouwdieren die voor de productie van levensmiddelen worden gehouden, vetgemest of gefokt. De lidstaten van de Gemeenschap passen een totaalverbod op het gebruik van dierlijke eiwitten in de voeding van herkauwers toe. Overeenkomstig artikel 183 van de Verordening inzake epizoötieën geldt in Zwitserland sinds 1 januari 2001 een totaalverbod op het gebruik van dierlijke eiwitten in de voeding van landbouwhuisdieren. |
5. |
In toepassing van artikel 6 van Verordening (EG) nr. 999/2001 en overeenkomstig hoofdstuk A van bijlage III bij deze verordening voeren de lidstaten van de Gemeenschap een jaarlijks programma voor toezicht op BSE uit. Dit programma omvat een snelle BSE-test op alle runderen ouder dan 24 maanden die per noodslachting worden afgemaakt, op het bedrijf zijn gestorven of bij de ante-mortem-keuring ziek zijn bevonden, en op alle dieren ouder dan 30 maanden die met het oog op menselijke consumptie worden geslacht. De door Zwitserland gebruikte snelle BSE-tests zijn vermeld in hoofdstuk C van bijlage X bij Verordening (EG) nr. 999/2001. Overeenkomstig artikel 175a van de Verordening inzake epizoötieën wordt in Zwitserland verplicht een snelle BSE-test uitgevoerd op alle runderen ouder dan 30 maanden die een noodslachting ondergaan, op het landbouwbedrijf zijn gestorven of bij de ante-mortem-keuring ziek blijken te zijn, en op een steekproef van de runderen ouder dan 30 maanden die voor menselijke consumptie worden geslacht. Verder voeren de veehouders een vrijwillig toezichtprogramma uit voor runderen ouder dan 20 maanden die voor menselijke consumptie worden geslacht. |
6. |
Het Gemengd Veterinair Comité is verantwoordelijk voor de uitwisseling van informatie zoals bedoeld in artikel 6, hoofdstuk B van bijlage III en bijlage IV, punt 3.II, bij Verordening (EG) nr. 999/2001. |
7. |
Het Gemengd Veterinair Comité is verantwoordelijk voor de uitvoering van de controles ter plaatse op grond van met name artikel 21 van Verordening (EG) nr. 999/2001 en artikel 57 van de Wet inzake epizoötieën. |
C. Aanvullende informatie
1. |
Sinds 1 januari 2003 heeft Zwitserland krachtens de Verordening van 20 november 2002 betreffende de toekenning van bijdragen in de kosten van de verwijdering van dierlijke afvallen in 2003 (RS 916.406) een systeem van financiële stimulansen ingevoerd voor landbouwbedrijven waar runderen worden geboren en slachthuizen waar runderen worden geslacht, wanneer zij de in de wetgeving voorgeschreven procedures voor het melden van de verplaatsingen van dieren naleven. |
2. |
Overeenkomstig artikel 8 van Verordening (EG) nr. 999/2001 en punt 1 van bijlage XI bij die verordening wordt gespecificeerd risicomateriaal (SRM) door de lidstaten van de Gemeenschap verwijderd en vernietigd. Op de SRM-lijst staat met name de wervelkolom van runderen ouder dan 12 maanden. Overeenkomstig de artikelen 181 en 182 van de Verordening inzake epizoötieën en artikel 122 van de Verordening inzake levensmiddelen wordt SRM in Zwitserland uit de voeder- en voedselketen verwijderd. Op de SRM-lijst staat met name de wervelkolom van runderen ouder dan 30 maanden. |
3. |
In Verordening (EG) nr. 1774/2002 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 273 van 16.10.2002, blz. 1) zijn de gezondheidsvoorschriften vastgesteld die in de lidstaten van de Gemeenschap gelden voor niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten. In Zwitserland worden dierlijke bijproducten van categorie 1, met inbegrip van gespecificeerd risicomateriaal en op het landbouwbedrijf gestorven dieren, overeenkomstig artikel 13 van de Verordening inzake de verwijdering van dierlijke bijproducten verbrand. |
VIII. ANDERE ZIEKTEN
A. Wetgeving
Europese Gemeenschap |
Zwitserland |
||||||
Richtlijn 92/119/EEG van de Raad van 17 december 1992 tot vaststelling van algemene communautaire maatregelen voor de bestrijding van bepaalde dierziekten en van specifieke maatregelen ten aanzien van de vesiculaire varkensziekte (PB L 62 van 15.3.1993, blz. 69), laatstelijk gewijzigd bij de Akte betreffende de toetredingsvoorwaarden voor de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek en de aanpassing van de Verdragen waarop de Europese Unie is gegrond — Bijlage II: Lijst bedoeld in artikel 20 van de Toetredingsakte — 6. Landbouw — B. Veterinaire en fytosanitaire wetgeving — I. Veterinaire wetgeving (PB L 236 van 23.9.2003, blz. 381) |
|
B. Bijzondere uitvoeringsbepalingen
1. |
In de in artikel 6 van Richtlijn 92/119/EEG bedoelde gevallen vindt de kennisgeving plaats in het Gemengd Veterinair Comité. |
2. |
Het gemeenschappelijke referentielaboratorium voor vesiculaire varkensziekte is het AFR Institute for Animal Health, Pirbright Laboratory, Ash Road, Pirbright, Woking, Surrey GU240 NF, Verenigd Koninkrijk. Zwitserland draagt zijn deel van de kosten voor de uit deze aanwijzing voortvloeiende werkzaamheden. De bevoegdheden en taken van het laboratorium zijn vastgesteld in bijlage III bij Richtlijn 92/119/EEG. |
3. |
Overeenkomstig artikel 97 van de Verordening inzake epizoötieën beschikt Zwitserland over een noodplan. Het Federaal Veterinair Bureau heeft technische bepalingen ter uitvoering van dit noodplan vastgesteld (nr. 95/65). |
4. |
Het Gemengd Veterinair Comité is bevoegd voor de controles ter plaatse op grond van met name artikel 22 van Richtlijn 92/119/EEG en artikel 57 van de Wet inzake epizoötieën. |
IX. KENNISGEVING VAN DE ZIEKTEN
A. Wetgeving
Europese Gemeenschap |
Zwitserland |
||||
Richtlijn 82/894/EEG van de Raad van 21 december 1982 inzake de melding van dierziekten in de Gemeenschap (PB L 378 van 31.12.1982, blz. 58), laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 2004/216/EG van de Commissie van 1 maart 2004 tot wijziging van Richtlijn 82/894/EEG van de Raad inzake de melding van dierziekten in de Gemeenschap teneinde bepaalde paardenziekten en bepaalde bijenziekten in de lijst van aangifteplichtige ziekten op te nemen (PB L 67 van 5.3.2004, blz. 27) |
|
B. Bijzondere uitvoeringsbepalingen
In samenwerking met het Federaal Veterinair Bureau zorgt de Commissie ervoor dat Zwitserland wordt opgenomen in de bij Richtlijn 82/894/EEG vastgestelde regeling inzake de melding van dierziekten.
AANHANGSEL 2
DIERGEZONDHEID: HANDELSVERKEER EN HET IN DE HANDEL BRENGEN
I. RUNDEREN EN VARKENS
A. Wetgeving
Europese Gemeenschap |
Zwitserland |
||||
Richtlijn 64/432/EEG van de Raad van 26 juni 1964 inzake veterinairrechtelijke vraagstukken op het gebied van het intracommunautaire handelsverkeer in runderen en varkens (PB 121 van 29.7.1964, blz. 1977/64), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 21/2004 van de Raad van 17 december 2003 tot vaststelling van een identificatie- en registratieregeling voor schapen en geiten en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1782/2003 en de Richtlijnen 92/102/EEG en 64/432/EEG (PB L 5 van 9.1.2004, blz. 8) |
|
B. Bijzondere uitvoeringsbepalingen
1. |
Krachtens artikel 297, eerste alinea, van de Verordening inzake epizoötieën is het Federaal Veterinair Bureau belast met de erkenning van de verzamelcentra zoals omschreven in artikel 2 van Richtlijn 64/432/EEG. Met het oog op de toepassing van deze bijlage en overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 11, 12 en 13 van Richtlijn 64/432/EEG stelt Zwitserland een lijst op van de erkende verzamelcentra en de vervoerders en handelaren. |
2. |
De informatie bedoeld in artikel 11, lid 3, van Richtlijn 64/432/EEG wordt verstrekt in het Gemengd Veterinair Comité. |
3. |
In het kader van deze bijlage wordt erkend dat Zwitserland voldoet aan de in bijlage A, deel II, punt 7, bij Richtlijn 64/432/EEG vastgestelde voorwaarden met betrekking tot runderbrucellose. Zwitserland verbindt zich ertoe om, voor de handhaving van de erkenning als officieel brucellosevrij rundveebeslag, de volgende voorwaarden te doen naleven:
Nadere gegevens over de positieve beslagen en een epidemiologisch verslag worden aan het Gemengd Veterinair Comité toegezonden. Indien Zwitserland niet meer aan een van de in bijlage A, deel II, punt 7, eerste alinea, bij Richtlijn 64/432/EEG vastgestelde voorwaarden voldoet, stelt het Federaal Veterinair Bureau de Commissie daarvan onmiddellijk in kennis. Het Gemengd Veterinair Comité bespreekt dan de situatie teneinde de in dit punt vastgestelde bepalingen te herzien. |
4. |
In het kader van deze bijlage wordt erkend dat Zwitserland voldoet aan de in bijlage A, deel I, punt 4, bij Richtlijn 64/432/EEG vastgestelde voorwaarden met betrekking tot rundertuberculose. Zwitserland verbindt zich ertoe om, voor de handhaving van de erkenning als officieel tuberculosevrij rundveebeslag, de volgende voorwaarden te doen naleven:
Nadere gegevens over de besmette beslagen en een epidemiologisch verslag worden aan het Gemengd Veterinair Comité toegezonden. Indien Zwitserland niet meer aan een van de in bijlage A, deel I, punt 4, eerste alinea, bij Richtlijn 64/432/EEG vastgestelde voorwaarden voldoet, stelt het Federaal Veterinair Bureau de Commissie daarvan onmiddellijk in kennis. Het Gemengd Veterinair Comité bespreekt dan de situatie teneinde de in dit punt vastgestelde bepalingen te herzien. |
5. |
In het kader van deze bijlage wordt erkend dat Zwitserland voldoet aan de in bijlage D, hoofdstuk I, onder F, bij Richtlijn 64/432/EEG vastgestelde voorwaarden met betrekking tot enzoötische boviene leukose (EBL). Zwitserland verbindt zich ertoe om, voor de handhaving van de erkenning als officieel EBL-vrij rundveebeslag, de volgende voorwaarden te doen naleven:
Indien bij 0,2 % van de beslagen EBL is geconstateerd, stelt het Federaal Veterinair Bureau de Commissie daarvan onmiddellijk in kennis. Het Gemengd Veterinair Comité bespreekt dan de situatie teneinde de in dit punt vastgestelde bepalingen te herzien. |
6. |
In het kader van de toepassing van deze bijlage wordt erkend dat Zwitserland officieel vrij is van infectieuze boviene rhinotracheïtis (IBR). Zwitserland verbindt zich ertoe om, voor de handhaving van deze erkenning, de volgende voorwaarden te doen naleven:
Wegens de erkenning van de status van Zwitserland zijn de bepalingen van Beschikking 2004/558/EG van de Commissie (PB L 249 van 23.7.2004, blz. 20) van overeenkomstige toepassing. Het Federaal Veterinair Bureau stelt de Commissie onmiddellijk op de hoogte van eventuele wijzigingen in de omstandigheden op grond waarvan deze status werd erkend. Het Gemengd Veterinair Comité bespreekt dan de situatie teneinde de bepalingen van dit punt te herzien. |
7. |
In het kader van deze bijlage wordt Zwitserland erkend als officieel vrij van de ziekte van Aujeszky. Zwitserland verbindt zich ertoe om, voor de handhaving van deze erkenning, de volgende voorwaarden te doen naleven:
Wegens de erkenning van de status van Zwitserland zijn de bepalingen van Beschikking 2001/618/EG van de Commissie (PB L 215 van 9.8.2001, blz. 48), laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 2004/320/EG (PB L 102 van 7.4.2004, blz. 75), van overeenkomstige toepassing. Het Federaal Veterinair Bureau stelt de Commissie onmiddellijk op de hoogte van eventuele wijzigingen in de omstandigheden op grond waarvan deze status werd erkend. Het Gemengd Veterinair Comité bespreekt dan de situatie teneinde de bepalingen van dit punt te herzien. |
8. |
De eventuele vaststelling van aanvullende garanties ten aanzien van overdraagbare gastro-enteritis (TGE) en abortus blauw (PRRS) bij het varken wordt zo snel mogelijk besproken in het Gemengd Veterinair Comité. De Commissie houdt het Federaal Veterinair Bureau op de hoogte van de verdere ontwikkelingen. |
9. |
In Zwitserland wordt het Instituut voor veterinaire bacteriologie van de Universiteit van Bern belast met de officiële controle van de tuberculines zoals bedoeld in bijlage B, punt 4, bij Richtlijn 64/432/EEG. |
10. |
In Zwitserland wordt het Instituut voor veterinaire bacteriologie van de Universiteit van Bern belast met de officiële controle van de antigenen (brucellose) zoals bedoeld in bijlage C, punt A.4, bij Richtlijn 64/432/EEG. |
11. |
In het handelsverkeer tussen de lidstaten van de Gemeenschap en Zwitserland gaan runderen en varkens steeds vergezeld van een gezondheidscertificaat volgens een van de in bijlage F bij Richtlijn 64/432/EEG vastgestelde modellen. De volgende aanpassingen moeten daarbij worden aangebracht: Model 1:
|
12. |
Voor de toepassing van deze bijlage gaan runderen die worden verhandeld tussen de lidstaten van de Gemeenschap en Zwitserland vergezeld van aanvullende gezondheidscertificaten die de volgende gezondheidsverklaringen bevatten:
|
II. SCHAPEN EN GEITEN
A. Wetgeving
Europese Gemeenschap |
Zwitserland |
||||
Richtlijn 91/68/EEG van de Raad van 28 januari 1991 inzake veterinairrechtelijke voorschriften voor het intracommunautaire handelsverkeer in schapen en geiten (PB L 46 van 19.2.1991, blz. 19), laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 2004/554/EG van de Commissie van 9 juli 2004 tot wijziging van bijlage E bij Richtlijn 91/68/EEG van de Raad en bijlage I bij Beschikking 79/542/EEG van de Raad wat betreft de bijwerking van de modellen van de gezondheidscertificaten voor schapen en geiten (PB L 248 van 22.7.2004, blz. 1) |
|
B. Bijzondere uitvoeringsbepalingen
1. |
De kennisgeving zoals bedoeld in artikel 3, lid 2, tweede alinea, van Richtlijn 91/68/EEG, vindt plaats in het Gemengd Veterinair Comité. |
2. |
Het Gemengd Veterinair Comité is bevoegd voor de controles ter plaatse op grond van met name artikel 11 van Richtlijn 91/68/EEG en artikel 57 van de Wet inzake epizoötieën. |
3. |
In het kader van deze bijlage wordt erkend dat Zwitserland officieel vrij is van schapen- en geitenbrucellose. Zwitserland verbindt zich ertoe om, voor de handhaving van deze erkenning, de in bijlage A, hoofdstuk I, punt II.2, bij Richtlijn 91/68/EEG vastgestelde maatregelen te doen uitvoeren. Wanneer schapen- of geitenbrucellose uitbreekt of weer oplaait, stelt Zwitserland het Gemengd Veterinair Comité daarvan in kennis, zodat de nodige maatregelen kunnen worden getroffen naar gelang van de ontwikkeling van de situatie. |
4. |
In het handelsverkeer tussen de lidstaten van de Gemeenschap en Zwitserland gaan schapen en geiten vergezeld van een gezondheidscertificaat volgens een van de in bijlage E bij Richtlijn 91/68/EEG vastgestelde modellen. |
III. PAARDACHTIGEN
A. Wetgeving
Europese Gemeenschap |
Zwitserland |
||||
Richtlijn 90/426/EEG van de Raad van 26 juni 1990 tot vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor het verkeer van paardachtigen en de invoer van paardachtigen uit derde landen (PB L 224 van 18.8.1990, blz. 42), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2004/68/EG van de Raad van 26 april 2004 tot vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor de invoer in en de doorvoer via de Gemeenschap van bepaalde levende hoefdieren, tot wijziging van de Richtlijnen 90/426/EEG en 92/65/EEG en tot intrekking van Richtlijn 72/462/EEG (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 320) |
|
B. Bijzondere uitvoeringsbepalingen
1. |
De kennisgeving zoals bedoeld in artikel 3 van Richtlijn 90/426/EEG vindt plaats in het Gemengd Veterinair Comité. |
2. |
De kennisgeving zoals bedoeld in artikel 6 van Richtlijn 90/426/EEG vindt plaats in het Gemengd Veterinair Comité. |
3. |
Het Gemengd Veterinair Comité is bevoegd voor de controles ter plaatse op grond van met name artikel 10 van Richtlijn 90/426/EEG en artikel 57 van de Wet inzake epizoötieën. |
4. |
De bepalingen van de bijlagen B en C bij Richtlijn 90/426/EEG zijn voor Zwitserland van overeenkomstige toepassing. |
IV. PLUIMVEE EN BROEDEIEREN
A. Wetgeving
Europese Gemeenschap |
Zwitserland |
||||
Richtlijn 90/539/EEG van de Raad van 15 oktober 1990 tot vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor het intracommunautaire handelsverkeer en de invoer uit derde landen van pluimvee en broedeieren (PB L 303 van 31.10.1990, blz. 6), laatstelijk gewijzigd bij de Akte betreffende de toetredingsvoorwaarden voor de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek en de aanpassing van de Verdragen waarop de Europese Unie is gegrond — Bijlage II: Lijst bedoeld in artikel 20 van de Toetredingsakte — 6. Landbouw — B. Veterinaire en fytosanitaire wetgeving — I. Veterinaire wetgeving (PB L 236 van 23.9.2003, blz. 381) |
|
B. Bijzondere uitvoeringsbepalingen
1. |
Zwitserland legt aan het Gemengd Veterinair Comité een plan voor waarin de met het oog op de erkenning van zijn inrichtingen voorgenomen maatregelen zijn aangegeven in artikel 3 van Richtlijn 90/539/EEG. |
2. |
Overeenkomstig artikel 4 van Richtlijn 90/539/EEG wordt het Instituut voor veterinaire bacteriologie van de Universiteit van Bern aangewezen als nationaal referentielaboratorium voor Zwitserland. |
3. |
De voorwaarde inzake het verblijf zoals bedoeld in artikel 7, punt 1, eerste streepje, van Richtlijn 90/539/EEG is van overeenkomstige toepassing voor Zwitserland. |
4. |
De Zwitserse autoriteiten verbinden zich ertoe om bij verzending van broedeieren naar de Gemeenschap de in Verordening (EEG) nr. 1868/77 van de Commissie bepaalde regels voor het merken van eieren na te leven. Voor Zwitserland worden de kenletters „CH” gebruikt. |
5. |
De voorwaarde inzake het verblijf zoals bedoeld in artikel 9, onder a), van Richtlijn 90/539/EEG is van overeenkomstige toepassing voor Zwitserland. |
6. |
De voorwaarde inzake het verblijf zoals bedoeld in artikel 10, onder a), van Richtlijn 90/539/EEG is van overeenkomstige toepassing voor Zwitserland. |
7. |
De voorwaarde inzake het verblijf zoals bedoeld in artikel 11, lid 2, eerste streepje, van Richtlijn 90/539/EEG is van overeenkomstige toepassing voor Zwitserland. |
8. |
In het kader van deze bijlage wordt erkend dat Zwitserland voldoet aan de in artikel 12, lid 2, van Richtlijn 90/539/EEG vastgestelde voorwaarden ten aanzien van de ziekte van Newcastle en derhalve de status bezit van gebied waar niet tegen de ziekte van Newcastle wordt ingeënt. Het Federaal Veterinair Bureau stelt de Commissie onmiddellijk op de hoogte van eventuele wijzigingen in de omstandigheden op grond waarvan deze status werd erkend. Het Gemengd Veterinair Comité bespreekt dan de situatie teneinde de bepalingen van dit punt te herzien. |
9. |
De verwijzingen naar de naam van de lidstaat in artikel 15 zijn voor Zwitserland van overeenkomstige toepassing. |
10. |
In het handelsverkeer tussen de lidstaten van de Gemeenschap en Zwitserland gaan pluimvee en broedeieren steeds vergezeld van een gezondheidscertificaat volgens een van de in bijlage IV bij Richtlijn 90/539/EEG vastgestelde modellen. |
11. |
De Zwitserse autoriteiten verbinden zich ertoe om bij uitvoer van Zwitserland naar Finland of Zweden ten aanzien van salmonella de in de communautaire wetgeving vastgestelde garanties te verstrekken. |
V. AQUICULTUURDIEREN EN -PRODUCTEN
A. Wetgeving
Europese Gemeenschap |
Zwitserland |
||||
Richtlijn 91/67/EEG van de Raad van 28 januari 1991 inzake veterinairrechtelijke voorschriften voor het in de handel brengen van aquicultuurdieren en aquicultuurproducten (PB L 46 van 19.2.1991, blz. 1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 806/2003 van de Raad van 14 april 2003 tot aanpassing aan Besluit 1999/468/EG van de bepalingen betreffende de comités die de Commissie bijstaan in de uitoefening van haar uitvoeringsbevoegdheden die zijn vastgelegd in volgens de raadplegingsprocedure (gekwalificeerde meerderheid) goedgekeurde besluiten van de Raad (PB L 122 van 16.5.2003, blz. 1) |
|
B. Bijzondere uitvoeringsbepalingen
1. |
De in artikel 4 van Richtlijn 91/67/EEG bedoelde informatie wordt verstrekt in het Gemengd Veterinair Comité. |
2. |
Het Gemengd Veterinair Comité is bevoegd voor de eventuele toepassing van de artikelen 5, 6 en 10 van Richtlijn 91/67/EEG voor Zwitserland. |
3. |
Het Gemengd Veterinair Comité is bevoegd voor de eventuele toepassing van de artikelen 12 en 13 van Richtlijn 91/67/EEG voor Zwitserland. |
4. |
De Zwitserse autoriteiten verbinden zich ertoe de in artikel 15 van Richtlijn 91/67/EEG bedoelde bemonsteringsschema's en diagnosemethoden overeenkomstig de communautaire voorschriften toe te passen. |
5. |
Het Gemengd Veterinair Comité is bevoegd voor de controles ter plaatse op grond van met name artikel 17 van Richtlijn 91/67/EEG en artikel 57 van de Wet inzake epizoötieën. |
6. |
|
VI. RUNDEREMBRYO'S
A. Wetgeving
Europese Gemeenschap |
Zwitserland |
||||
Richtlijn 89/556/EEG van de Raad van 25 september 1989 tot vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor het intracommunautaire handelsverkeer in embryo's van als huisdier gehouden runderen en de invoer daarvan uit derde landen (PB L 302 van 19.10.1989, blz. 1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 806/2003 van de Raad van 14 april 2003 tot aanpassing aan Besluit 1999/468/EG van de bepalingen betreffende de comités die de Commissie bijstaan in de uitoefening van haar uitvoeringsbevoegdheden die zijn vastgelegd in volgens de raadplegingsprocedure (gekwalificeerde meerderheid) goedgekeurde besluiten van de Raad (PB L 122 van 16.5.2003, blz. 1) |
|
B. Bijzondere uitvoeringsbepalingen
1. |
Het Gemengd Veterinair Comité is bevoegd voor de controles ter plaatse op grond van met name artikel 15 van Richtlijn 89/556/EEG en artikel 57 van de Wet inzake epizoötieën. |
2. |
|
VII. RUNDERSPERMA
A. Wetgeving
Europese Gemeenschap |
Zwitserland |
||||
Richtlijn 88/407/EEG van de Raad van 14 juni 1988 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke voorschriften van toepassing op het intracommunautaire handelsverkeer in diepgevroren sperma van runderen en de invoer daarvan (PB L 194 van 22.7.1988, blz. 10), laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 2004/101/EG van de Commissie van 6 januari 2004 tot wijziging van bijlage D bij Richtlijn 88/407/EEG ten aanzien van gezondheidscertificaten voor de intracommunautaire handel in sperma van als landbouwhuisdier gehouden runderen (PB L 30 van 4.2.2004, blz. 15) |
|
B. Bijzondere uitvoeringsbepalingen
1. |
Voor de toepassing van artikel 4, lid 2, van Richtlijn 88/407/EEG wordt geconstateerd dat in Zwitserland alle centra uitsluitend dieren bevatten die negatief hebben gereageerd op de serumneutralisatietest of de Elisa-test. |
2. |
De informatie bedoeld in artikel 5, lid 2, van Richtlijn 88/407/EEG wordt verstrekt in het Gemengd Veterinair Comité. |
3. |
Het Gemengd Veterinair Comité is bevoegd voor de controles ter plaatse op grond van met name artikel 16 van Richtlijn 88/407/EEG en artikel 57 van de Wet inzake epizoötieën. |
4. |
|
VIII. VARKENSSPERMA
A. Wetgeving
Europese Gemeenschap |
Zwitserland |
||||
Richtlijn 90/429/EEG van de Raad van 26 juni 1990 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke voorschriften van toepassing op het intracommunautaire handelsverkeer in sperma van varkens en de invoer daarvan (PB L 224 van 18.8.1990, blz. 62), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 806/2003 van de Raad van 14 april 2003 tot aanpassing aan Besluit 1999/468/EG van de bepalingen betreffende de comités die de Commissie bijstaan in de uitoefening van haar uitvoeringsbevoegdheden die zijn vastgelegd in volgens de raadplegingsprocedure (gekwalificeerde meerderheid) goedgekeurde besluiten van de Raad (PB L 122 van 16.5.2003, blz. 1) |
|
B. Bijzondere uitvoeringsbepalingen
1. |
De informatie bedoeld in artikel 5, lid 2, van Richtlijn 90/429/EEG wordt verstrekt in het Gemengd Veterinair Comité. |
2. |
Het Gemengd Veterinair Comité is bevoegd voor de controles ter plaatse op grond van met name artikel 16 van Richtlijn 90/429/EEG en artikel 57 van de Wet inzake epizoötieën. |
3. |
In het handelsverkeer tussen de lidstaten van de Gemeenschap en Zwitserland gaat varkenssperma vergezeld van een gezondheidscertificaat volgens het in bijlage D bij Richtlijn 90/429/EEG vastgestelde model. |
IX. ANDERE SOORTEN
A. Wetgeving
Europese Gemeenschap |
Zwitserland |
||||
Richtlijn 92/65/EEG van de Raad van 13 juli 1992 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke voorschriften voor het handelsverkeer en de invoer in de Gemeenschap van dieren, sperma, eicellen en embryo's waarvoor ten aanzien van de veterinairrechtelijke voorschriften geen specifieke communautaire regelgeving zoals bedoeld in bijlage A, onder I, van Richtlijn 90/425/EEG geldt (PB L 268 van 14.9.1992, blz. 54), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2004/68/EG van de Raad van 26 april 2004 tot vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor de invoer in en de doorvoer via de Gemeenschap van bepaalde levende hoefdieren, tot wijziging van de Richtlijnen 90/426/EEG en 92/65/EEG en tot intrekking van Richtlijn 72/462/EEG (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 320) |
|
B. Bijzondere uitvoeringsbepalingen
1. |
In het kader van deze bijlage betreft dit punt het handelsverkeer van levende dieren die niet vallen onder de bepalingen van de punten I tot en met V, alsmede dat van sperma, eicellen en embryo's die niet vallen onder de bepalingen van de punten VI tot en met VIII. |
2. |
De Europese Gemeenschap en Zwitserland verbinden zich ertoe het handelsverkeer van levende dieren, sperma, eicellen en embryo's bedoeld in punt 1 niet te verbieden of te beperken op andere veterinairrechtelijke gronden dan die welke voortvloeien uit de toepassing van deze bijlage, met name eventuele vrijwaringsmaatregelen op grond van artikel 20. |
3. |
In het handelsverkeer tussen de lidstaten van de Gemeenschap en Zwitserland gaan hoefdieren van andere soorten dan bedoeld in de punten I, II, en III vergezeld van een gezondheidscertificaat volgens het in deel 1 van bijlage E bij Richtlijn 92/65/EEG vastgestelde model. |
4. |
In het handelsverkeer tussen de lidstaten van de Gemeenschap en Zwitserland gaan haasachtigen vergezeld van een gezondheidscertificaat volgens het model in deel 1 van bijlage E bij Richtlijn 92/65/EEG, eventueel aangevuld met het in artikel 9, lid 2, tweede alinea, van Richtlijn 92/65/EEG vastgestelde attest. Dit attest kan door de Zwitserse autoriteiten zodanig worden aangepast dat daarin artikel 9 van Richtlijn 92/65/EEG in extenso wordt opgenomen. |
5. |
De in artikel 9, lid 2, vierde alinea, van Richtlijn 92/65/EEG bedoelde kennisgeving wordt gedaan in het Gemengd Veterinair Comité. |
6. |
|
7. |
In het handelsverkeer tussen de lidstaten van de Gemeenschap en Zwitserland gaan sperma, eicellen en embryo's van schapen en geiten vergezeld van een gezondheidscertificaat volgens Beschikking 95/388/EG van de Commissie (PB L 234 van 3.10.1995, blz. 30). |
8. |
In het handelsverkeer tussen de lidstaten van de Gemeenschap en Zwitserland gaat sperma van paardachtigen vergezeld van een gezondheidscertificaat volgens Beschikking 95/307/EG van de Commissie (PB L 185 van 4.8.1995, blz. 58). |
9. |
In het handelsverkeer tussen de lidstaten van de Gemeenschap en Zwitserland gaan eicellen en embryo's van paardachtigen vergezeld van een gezondheidscertificaat volgens Beschikking 95/294/EG van de Commissie (PB L 182 van 2.8.1995, blz. 27). |
10. |
In het handelsverkeer tussen de lidstaten van de Gemeenschap en Zwitserland gaan eicellen en embryo's van varkens vergezeld van een gezondheidscertificaat volgens Beschikking 95/483/EG van de Commissie (PB L 275 van 18.11.1995, blz. 30). |
11. |
De in artikel 24, lid 2, van Richtlijn 92/65/EEG bedoelde kennisgeving wordt gedaan in het Gemengd Veterinair Comité. |
12. |
Voor de handel tussen de Europese Gemeenschap en Zwitserland in de in punt 1 bedoelde levende dieren zijn de gezondheidscertificaten in deel 2 en deel 3 van bijlage E bij Richtlijn 92/65/EEG van overeenkomstige toepassing. |
13. |
In het handelsverkeer tussen de lidstaten van de Gemeenschap en Zwitserland gaan de in artikel 2, onder b), van Richtlijn 92/65/EEG bedoelde dieren die in een erkend centrum in quarantaine waren, vergezeld van een gezondheidscertificaat volgens de modellen van Richtlijn 92/65/EEG. |
AANHANGSEL 3
INVOER VAN LEVENDE DIEREN EN BEPAALDE DIERLIJKE PRODUCTEN UIT DERDE LANDEN
I. EUROPESE GEMEENSCHAP — WETGEVING
A. Runderen, varkens, schapen en geiten
Richtlijn 72/462/EEG van de Raad van 12 december 1972 inzake gezondheidsvraagstukken en veterinairrechtelijke vraagstukken bij de invoer van runderen en varkens en van vers vlees uit derde landen (PB L 302 van 31.12.1972, blz. 28), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2004/68/EG (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 320).
B. Paardachtigen
Richtlijn 90/426/EEG van de Raad van 26 juni 1990 tot vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor het verkeer van paardachtigen en de invoer van paardachtigen uit derde landen (PB L 224 van 18.8.1990, blz. 42), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2004/68/EG van de Raad.
C. Pluimvee en broedeieren
Richtlijn 90/539/EEG van de Raad van 15 oktober 1990 tot vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor het intracommunautaire handelsverkeer en de invoer uit derde landen van pluimvee en broedeieren (PB L 303 van 31.10.1990, blz. 6), laatstelijk gewijzigd bij de Akte betreffende de toetredingsvoorwaarden voor de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek en de aanpassing van de Verdragen waarop de Europese Unie is gegrond (PB L 236 van 23.9.2003, blz. 381).
D. Aquicultuurdieren
Richtlijn 91/67/EEG van de Raad van 28 januari 1991 inzake veterinairrechtelijke voorschriften voor het in de handel brengen van aquicultuurdieren en aquicultuurproducten (PB L 46 van 19.2.1991, blz. 1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 806/2003 van de Raad (PB L 122 van 16.5.2003, blz. 1).
E. Weekdieren
Richtlijn 91/492/EEG van de Raad van 15 juli 1991 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften voor de productie en het in de handel brengen van levende tweekleppige weekdieren (PB L 268 van 24.9.1991, blz. 1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 806/2003 van de Raad.
F. Embryo's van runderen
Richtlijn 89/556/EEG van de Raad van 25 september 1989 tot vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor het intracommunautaire handelsverkeer in embryo's van als huisdier gehouden runderen en de invoer daarvan uit derde landen (PB L 302 van 19.10.1989, blz. 1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 806/2003 van de Raad.
G. Sperma van runderen
Richtlijn 88/407/EEG van de Raad van 14 juni 1988 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke voorschriften van toepassing op het intracommunautaire handelsverkeer in diepgevroren sperma van runderen en de invoer daarvan (PB L 194 van 22.7.1988, blz. 10), laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 2004/101/EG van de Commissie (PB L 30 van 4.2.2004, blz. 15).
H. Sperma van varkens
Richtlijn 90/429/EEG van de Raad van 26 juni 1990 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke voorschriften van toepassing op het intracommunautaire handelsverkeer in sperma van varkens en de invoer daarvan (PB L 224 van 18.8.1990, blz. 62), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 806/2003 van de Raad.
I. Andere levende dieren
Richtlijn 92/65/EEG van de Raad van 13 juli 1992 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke voorschriften voor het handelsverkeer en de invoer in de Gemeenschap van dieren, sperma, eicellen en embryo's waarvoor ten aanzien van de veterinairrechtelijke voorschriften geen specifieke communautaire regelgeving zoals bedoeld in bijlage A, onder I, van Richtlijn 90/425/EEG geldt (PB L 268 van 14.9.1992, blz. 54), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2004/68/EG van de Raad.
II. ZWITSERLAND — WETGEVING
Verordening inzake de invoer, doorvoer en uitvoer van dieren en dierlijke producten van 20 april 1988, laatstelijk gewijzigd op 23 juni 2004 (RS 916.443.11).
Met het oog op de toepassing van deze bijlage wordt de dierentuin van Zürich aangewezen als erkend centrum volgens de bepalingen van bijlage C bij Richtlijn 92/65/EEG.
III. UITVOERINGSMAATREGELEN
In het algemeen moet het Federaal Veterinair Bureau dezelfde bepalingen toepassen als zijn vastgesteld in punt I van dit aanhangsel. Het Federaal Veterinair Bureau kan evenwel strengere maatregelen nemen en aanvullende garanties eisen. In dat geval, en onverminderd de mogelijkheid om deze maatregelen onmiddellijk toe te passen, vindt overleg plaats in het Gemengd Veterinair Comité om adequate oplossingen te zoeken. Indien het Federaal Veterinair Bureau minder restrictieve maatregelen wil toepassen, licht het de bevoegde dienst van de Commissie daarover van tevoren in. In dat geval vindt overleg plaats in het Gemengd Veterinair Comité teneinde adequate oplossingen te zoeken. In afwachting van die oplossingen passen de Zwitserse autoriteiten de geplande maatregelen niet toe.
AANHANGSEL 4
ZOÖTECHNIEK, INVOER UIT DERDE LANDEN INBEGREPEN
I. EUROPESE GEMEENSCHAP — WETGEVING
A. Runderen
Richtlijn 77/504/EEG van de Raad van 25 juli 1977 betreffende raszuivere fokrunderen (PB L 206 van 12.8.1977, blz. 8), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 807/2003 van de Raad (PB L 122 van 16.5.2003, blz. 36).
B. Varkens
Richtlijn 88/661/EEG van de Raad van 19 december 1988 betreffende de zoötechnische normen die gelden voor fokvarkens (PB L 382 van 31.12.1988, blz. 36), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 806/2003 van de Raad (PB L 122 van 16.5.2003, blz. 1).
C. Schapen, geiten
Richtlijn 89/361/EEG van de Raad van 30 mei 1989 betreffende raszuivere fokschapen en -geiten (PB L 153 van 6.6.1989, blz. 30).
D. Paardachtigen
a) |
Richtlijn 90/427/EEG van de Raad van 26 juni 1990 tot vaststelling van zoötechnische en genealogische voorschriften voor het intracommunautaire handelsverkeer in paardachtigen (PB L 224 van 18.8.1990, blz. 55). |
b) |
Richtlijn 90/428/EEG van de Raad van 26 juni 1990 inzake het handelsverkeer in voor wedstrijden bestemde paardachtigen en houdende vaststelling van de voorwaarden voor deelneming aan deze wedstrijden (PB L 224 van 18.8.1990, blz. 60). |
E. Raszuivere dieren
Richtlijn 91/174/EEG van de Raad van 25 maart 1991 inzake zoötechnische en genealogische voorschriften voor de handel in rasdieren en tot wijziging van de Richtlijnen 77/504/EEG en 90/425/EEG (PB L 85 van 5.4.1991, blz. 37).
F. Invoer uit derde landen
Richtlijn 94/28/EG van de Raad van 23 juni 1994 tot vaststelling van de beginselen inzake de zoötechnische en genealogische voorschriften voor de invoer uit derde landen van dieren, alsmede van sperma, eicellen en embryo's en tot wijziging van Richtlijn 77/504/EEG betreffende raszuivere fokrunderen (PB L 178 van 12.7.1994, blz. 66).
II. ZWITSERLAND — WETGEVING
Verordening inzake veeteelt van 7 december 1998, laatstelijk gewijzigd op 26 november 2003 (RS 916.310).
III. UITVOERINGSMAATREGELEN
Onverminderd de in de aanhangsels 5 en 6 vastgestelde voorschriften inzake zoötechnische controles verbinden de Zwitserse autoriteiten zich ertoe erop toe te zien dat voor de invoer dezelfde voorschriften als in Richtlijn 94/28/EG van de Raad worden toegepast.
Eventuele problemen in het handelsverkeer worden op verzoek van een van de partijen aan het Gemengd Veterinair Comité voorgelegd.
AANHANGSEL 5
CONTROLES EN RETRIBUTIES
HOOFDSTUK 1
HANDELSVERKEER TUSSEN DE EUROPESE GEMEENSCHAP EN ZWITSERLAND
I. Traces-systeem
A. Wetgeving
Europese Gemeenschap |
Zwitserland |
Beschikking 2004/292/EG van de Commissie van 30 maart 2004 betreffende de toepassing van het Traces-systeem en tot wijziging van Beschikking 92/486/EEG (PB L 94 van 31.3.2004, blz. 63) |
Verordening inzake epizoötieën van 27 juni 1995, laatstelijk gewijzigd op 23 juni 2004 (RS 916.401) |
B. Bijzondere uitvoeringsbepalingen
In samenwerking met het Federaal Veterinair Bureau neemt de Commissie Zwitserland op in het bij Beschikking 2004/292/EG van de Commissie ingestelde Traces-systeem.
In het handelsverkeer tussen de Gemeenschap en Zwitserland gaan levende dieren, hun sperma, eicellen en embryo's vergezeld van een gezondheidscertificaat volgens deze bijlage, beschikbaar in het Traces-systeem, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 599/2004 van de Commissie van 30 maart 2004 tot vaststelling van een geharmoniseerd model voor een certificaat en inspectieverslag voor het intracommunautaire handelsverkeer in dieren en producten van dierlijke oorsprong (PB L 94 van 31.3.2004, blz. 44).
Zo nodig worden in het Gemengd Veterinair Comité overgangsmaatregelen vastgesteld.
II. Voorschriften voor paardachtigen
De controles in het kader van het handelsverkeer tussen de Europese Gemeenschap en Zwitserland worden uitgevoerd overeenkomstig Richtlijn 90/425/EEG van de Raad van 26 juni 1990 inzake veterinaire en zoötechnische controles in het intracommunautaire handelsverkeer in bepaalde levende dieren en producten in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (PB L 224 van 18.8.1990, blz. 29), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2002/33/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 315 van 19.11.2002, blz. 14).
Het Gemengd Veterinair Comité is bevoegd voor de toepassing van de artikelen 9 en 22.
III. Voorschriften voor dieren die bestemd zijn voor beweiding in grensgebieden
1. |
Definities
|
2. |
Voor de beweiding in de lidstaten en Zwitserland zijn de bepalingen van Beschikking 2001/672/EG van de Commissie van 20 augustus 2001 houdende vaststelling van bijzondere voorschriften voor het verplaatsen van runderen naar zomerweiden in bergstreken (PB L 235 van 4.9.2001, blz. 23), laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 2004/318/EG (PB L 102 van 7.4.2004, blz. 71), van overeenkomstige toepassing. In het kader van deze bijlage geldt artikel 1 van Beschikking 2001/672/EG echter onder voorbehoud van de volgende aanpassingen:
Krachtens de Verordening inzake epizoötieën van27 juni 1995, laatstelijk gewijzigd op23 juni 2004 (RS 916.401), en met name artikel 7 (registratie), en de Verordening van18 augustus 1999 inzake de databank voor verplaatsing van dieren, laatstelijk gewijzigd op 20 november 2002 (RS 916.404), en met name artikel 2 (inhoud van de databank), kent Zwitserland elk weiland een registratiecode toe, die in het nationale gegevensbestand voor runderen moet worden ingevoerd. |
3. |
In het geval van beweiding in de lidstaten en Zwitserland neemt de officiële dierenarts van het land van verzending de volgende maatregelen:
|
4. |
De officiële dierenarts van het land van bestemming controleert de dieren bij aankomst in het land van bestemming en onderzoekt of zij voldoen aan de in deze bijlage vastgestelde voorschriften. |
5. |
Tijdens de gehele duur van de beweiding blijven de dieren onder douanetoezicht. |
6. |
De eigenaar van de dieren:
|
7. |
Bij de terugkeer van de dieren aan het einde van het beweidingsseizoen of al van tevoren neemt de officiële dierenarts van het land waar het beweidingsgebied zich bevindt de volgende maatregelen:
|
8. |
Bij het uitbreken van ziekten worden in gezamenlijk overleg tussen de bevoegde veterinaire autoriteiten passende maatregelen genomen. Bovenbedoelde autoriteiten onderzoeken het vraagstuk van de eventuele kosten. Zo nodig wordt de kwestie aan het Gemengd Veterinair Comité voorgelegd. |
9. |
In afwijking van de in de punten 1 tot en met 8 vastgelegde bepalingen betreffende beweiding geldt voor dagelijkse beweiding in de lidstaten en Zwitserland het volgende:
|
10. |
In afwijking van de in aanhangsel 5, hoofdstuk 3, punt VI, onder D, vastgelegde retributies worden de voor dagelijkse beweiding in de lidstaten en Zwitserland voorgeschreven retributies slechts eenmaal per kalenderjaar geheven. |
11. |
Model van het gezondheidscertificaat voor beweiding in het grensgebied, of voor dagelijkse beweiding van runderen en voor de terugkeer van de runderen aan het einde van het beweidingsseizoen of al van tevoren. |
IV. Specifieke voorschriften
A. |
Voor slachtdieren die bestemd zijn voor het slachthuis van Bazel worden bij één van de grensovergangen naar het Zwitserse grondgebied alleen de documenten gecontroleerd. Dit voorschrift geldt uitsluitend voor dieren afkomstig uit het departement Haut-Rhin, de Landkreise Lörrach, Waldshut of Breisgau-Hochschwarzwald en de stad Freiburg i.B. Het kan worden uitgebreid tot andere slachthuizen langs de grens tussen de EG en Zwitserland. |
B. |
Voor dieren die bestemd zijn voor de douane-enclave Livigno worden te Ponte Gallo alleen de documenten gecontroleerd. Dit voorschrift geldt uitsluitend voor dieren uit het kanton Graubünden. Het kan worden uitgebreid tot andere gebieden onder douanecontrole langs de grens tussen de EG en Zwitserland. |
C. |
Voor dieren die bestemd zijn voor het kanton Graubünden worden in La Drossa alleen de documenten gecontroleerd. Dit voorschrift geldt uitsluitend voor dieren uit de douane-enclave Livigno. Het kan worden uitgebreid tot andere gebieden langs de grens tussen de EG en Zwitserland. |
D. |
Voor levende dieren die op het grondgebied van de EG rechtstreeks of niet rechtstreeks in een trein worden geladen om, na doorvoer over het grondgebied van Zwitserland, elders in de EG te worden uitgeladen, is alleen vereist dat de Zwitserse veterinaire autoriteiten vooraf worden ingelicht. Dit voorschrift geldt alleen voor treinen waarvan de samenstelling niet tijdens het vervoer wordt gewijzigd. |
V. Voorschriften voor dieren die over het grondgebied van de Gemeenschap of Zwitserland worden vervoerd
A. |
Voor levende dieren van oorsprong uit de Gemeenschap die over het Zwitserse grondgebied worden vervoerd, controleren de Zwitserse autoriteiten uitsluitend de documenten. In geval van verdenking kunnen zij alle nodige controles uitoefenen. |
B. |
Voor levende dieren uit Zwitserland die over het grondgebied van de Gemeenschap worden vervoerd, controleren de communautaire autoriteiten uitsluitend de documenten. In geval van verdenking kunnen zij alle nodige controles uitoefenen. De Zwitserse autoriteiten garanderen dat de dieren vergezeld gaan van een door de autoriteiten van het eerste derde land waar de dieren naartoe gaan afgegeven certificaat van niet-terugleiding. |
VI. Algemene voorschriften
Deze bepalingen gelden voor die gevallen waarop de paragrafen II tot en met V niet van toepassing zijn.
A. |
Voor levende dieren van oorsprong uit de Gemeenschap of Zwitserland die bestemd zijn voor de invoer worden de volgende controles verricht:
|
B. |
Voor levende dieren uit niet in deze bijlage genoemde landen die zijn gecontroleerd overeenkomstig Richtlijn 91/496/EEG van de Raad (PB L 268 van 24.9.1991, blz. 56), laatstelijk gewijzigd bij de Akte betreffende de toetredingsvoorwaarden voor de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek en de aanpassing van de Verdragen waarop de Europese Unie is gegrond (PB L 236 van 23.9.2003, blz. 381), worden de volgende controles verricht:
|
VII. Plaatsen van binnenkomst — Handelsverkeer tussen de Europese Gemeenschap en Zwitserland
A. |
Voor de Gemeenschap:
|
B. |
Voor Zwitserland:
|
HOOFDSTUK 2
INVOER UIT DERDE LANDEN
I. Wetgeving
De controles op de invoer uit derde landen worden gedaan overeenkomstig Richtlijn 91/496/EEG van de Raad van 15 juli 1991 tot vaststelling van de beginselen voor de organisatie van de veterinaire controles voor dieren uit derde landen die in de Gemeenschap worden binnengebracht en tot wijziging van de Richtlijnen 89/662/EEG, 90/425/EEG en 90/675/EEG (PB L 268 van 24.9.1991, blz. 56), laatstelijk gewijzigd bij de Akte betreffende de toetredingsvoorwaarden tot de Europese Unie voor de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek, en de aanpassing van de Verdragen waarop de Europese Unie is gegrond (PB L 236 van 23.9.2003, blz. 381).
II. Uitvoeringsbepalingen
A. |
Voor de toepassing van artikel 6 van Richtlijn 91/496/EEG zijn de inspectieposten aan de grens: vliegveld Bazel-Mülhausen, Ferney-Voltaire/vliegveld van Genève en het vliegveld van Zürich. Het Gemengd Veterinair Comité is bevoegd voor verdere wijzigingen. |
B. |
Het Gemengd Veterinair Comité is bevoegd voor de controles ter plaatse op grond van met name artikel 19 van Richtlijn 91/496/EEG en artikel 57 van de Wet inzake epizoötieën. |
HOOFDSTUK 3
SPECIFIEKE BEPALINGEN
— |
Voor Frankrijk wordt in het Gemengd Veterinair Comité overleg gepleegd over de gevallen Ferney-Voltaire/vliegveld van Genève en St-Louis/vliegveld van Bazel. |
— |
Voor Zwitserland wordt in het Gemengd Veterinair Comité overleg gepleegd over de gevallen vliegveld Genève-Cointrin en vliegveld Bazel-Mülhausen. |
I. WEDERZIJDSE BIJSTAND
A. Wetgeving
Europese Gemeenschap |
Zwitserland |
Richtlijn 89/608/EEG van de Raad van 21 november 1989 betreffende wederzijdse bijstand tussen de administratieve autoriteiten van de lidstaten en samenwerking tussen deze autoriteiten en de Commissie, met het oog op de juiste toepassing van de veterinaire en zoötechnische wetgeving (PB L 351 van 2.12.1989, blz. 34) |
Wet inzake epizoötieën van 1 juli 1966, laatstelijk gewijzigd op 20 juni 2003 (RS 916.40), en met name artikel 57 |
B. Bijzondere uitvoeringsbepalingen
Het Gemengd Veterinair Comité is bevoegd voor de toepassing van de artikelen 10, 11 en 16 van Richtlijn 89/608/EEG.
II. IDENTIFICATIE VAN DE DIEREN
A. Wetgeving
Europese Gemeenschap |
Zwitserland |
||||
|
|
||||
|
|
B. Bijzondere uitvoeringsbepalingen
1. |
Het Gemengd Veterinair Comité is bevoegd voor de toepassing van artikel 3, lid 2, en artikel 4, lid 1, onder a), vijfde alinea, en lid 2, van Richtlijn 92/102/EEG. |
2. |
Voor verplaatsingen van varkens, schapen en geiten binnen het Zwitserse grondgebied wordt de in artikel 5, lid 3, genoemde datum gelezen als 1 juli 1999. |
3. |
Het Gemengd Veterinair Comité coördineert de eventuele invoering van elektronische identificatie zoals bedoeld in artikel 10 van Richtlijn 92/102/EEG. |
III. DIERENBESCHERMING
A. Wetgeving
Europese Gemeenschap |
Zwitserland |
||||
|
|
||||
|
|
B. Bijzondere uitvoeringsbepalingen
1. |
De Zwitserse autoriteiten verbinden zich ertoe om in het handelsverkeer tussen Zwitserland en de Europese Gemeenschap en bij de invoer uit derde landen Richtlijn 91/628/EEG na te leven. |
2. |
De in artikel 8, vierde alinea, van Richtlijn 91/628/EEG bedoelde kennisgeving wordt gedaan in het Gemengd Veterinair Comité. |
3. |
Het Gemengd Veterinair Comité is bevoegd voor de controles ter plaatse op grond van met name artikel 10 van Richtlijn 91/628/EEG en artikel 65 van de Verordening inzake de invoer, doorvoer en uitvoer van dieren en dierlijke producten van 20 april 1988, laatstelijk gewijzigd op 23 juni 2004 (RS 916.443.11). |
4. |
De in artikel 18, lid 3, tweede alinea, van Richtlijn 91/628/EEG bedoelde kennisgeving wordt gedaan in het Gemengd Veterinair Comité. |
IV. SPERMA, EICELLEN EN EMBRYO'S
De bepalingen van hoofdstuk 1, VI, en hoofdstuk 2 van dit aanhangsel zijn van overeenkomstige toepassing.
V. RETRIBUTIES
A. |
De Zwitserse autoriteiten verbinden zich ertoe om voor de controles op levende dieren afkomstig uit andere landen dan die waarop deze bijlage betrekking heeft ten minste de retributies vermeld in bijlage C, hoofdstuk 2, bij Richtlijn 96/43/EG van de Raad (PB L 162 van 1.7.1996, blz. 1) te innen. |
B. |
Voor dieren van oorsprong uit de Gemeenschap of uit Zwitserland die bestemd zijn voor invoer in de Gemeenschap of in Zwitserland gelden de volgende retributies: 2,5 EUR/dier, met een minimum van 15 EUR en een maximum van 175 EUR per zending. |
C. |
Geen retributie is verschuldigd voor:
|
D. |
Voor dieren bestemd voor beweiding in het grensgebied gelden de volgende retributies: 1 EUR/dier voor het land van verzending en 1 EUR/dier voor het land van bestemming met een minimum van 10 EUR en een maximum van 100 EUR per zending. |
E. |
In dit hoofdstuk wordt onder „zending” verstaan een aantal dieren van hetzelfde type waarvoor één gezondheidscertificaat of -document is afgegeven, die met hetzelfde transportmiddel worden vervoerd, die zijn verzonden door één enkele afzender en die afkomstig zijn uit hetzelfde land van uitvoer of deel daarvan en dezelfde bestemming hebben. |
AANHANGSEL 6
DIERLIJKE PRODUCTEN
HOOFDSTUK 1
SECTOREN WAARVOOR BEIDE PARTIJEN DE GELIJKWAARDIGHEID VAN DE WETGEVINGEN ERKENNEN
Producten: voor menselijke consumptie bedoelde melk en melkproducten van runderen
|
Uitvoer van de Europese Gemeenschap naar Zwitserland en uitvoer van Zwitserland naar de Europese Gemeenschap |
|||||
Commerciële voorwaarden |
Gelijkwaardigheid |
Bijzondere vereisten |
||||
EG-normen |
Zwitserse normen |
|||||
Gezondheid van dieren
|
64/432/EEG 92/46/EEG |
Verordening inzake epizoötieën van 27 juni 1995, laatstelijk gewijzigd op 23 juni 2004 (RS 916.401), en met name de artikelen 47, 61, 65, 101, 155, 163, 169, 173, 177, 224 en 295. |
ja |
In het handelsverkeer tussen de lidstaten van de Gemeenschap en Zwitserland hoeven melk en melkproducten van runderen bestemd voor menselijke consumptie alleen vergezeld te gaan van de handelsdocumenten als bedoeld in hoofdstuk II van Richtlijn 92/46/EEG. Overeenkomstig artikel 10 van Richtlijn 92/46/EEG stelt Zwitserland een lijst op van erkende behandelings- en verwerkingsinrichtingen en een lijst van de erkende centrale depots en centra voor standaardisering. |
||
Volksgezondheid |
92/46/EEG |
Verordening van 7 december 1998 inzake de kwaliteitsborging en — controle in de melkindustrie, laatstelijk gewijzigd op 8 maart 2002 (RS 916.351.0) Verordening van 13 april 1999 inzake de kwaliteitsborging in de melkproductie, laatstelijk gewijzigd op 20 december 2002 (RS 916.351.021.1) Verordening van 13 april 1999 inzake de kwaliteitsborging in de industriële melkverwerking, laatstelijk gewijzigd op 20 december 2002 (RS 916.351.021.2) Verordening van 13 april 1999 inzake de kwaliteitsborging in de artisanale melkverwerking, laatstelijk gewijzigd op 20 december 2002 (RS 916.351.021.3) Verordening van 13 april 1999 inzake de kwaliteitsborging tijdens de rijping en de voorverpakking van kaas, laatstelijk gewijzigd op 20 december 2002 (RS 916.351.021.4) |
ja |
Producten: niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten, m.i.v. niet voor menselijke consumptie bestemde melk en melkproducten van runderen
Uitvoer van de Europese Gemeenschap naar Zwitserland en uitvoer van Zwitserland naar de Europese Gemeenschap |
|||
Commerciële voorwaarden |
Gelijkwaardigheid |
Bijzondere vereisten |
|
EG-normen |
Zwitserse normen |
||
Verordening (EG) nr. 1774/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 3 oktober 2002 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten (PB L 273 van 10.10.2002, blz. 1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 780/2004 van de Commissie van 26 april 2004 betreffende overgangsmaatregelen krachtens Verordening (EG) nr. 1774/2002 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de invoer en doorvoer van bepaalde producten uit bepaalde derde landen (PB L 123 van 27.4.2004, blz. 64) |
Verordening van 1 maart 1995 inzake de hygiëne van vlees, laatstelijk gewijzigd op 23 juni 2004 (RS 817.190) Verordening van 27 juni 1995 inzake epizoötieën, laatstelijk gewijzigd op 23 juni 2004 (RS 916.401) Verordening van 20 april 1988 inzake de invoer, doorvoer en uitvoer van dieren en dierlijke producten, laatstelijk gewijzigd op 23 juni 2004 (RS 916.443.11), en met name de artikelen 51, 64a, 76 en 77 (erkenning als exportfirma, invoer- en uitvoervoorwaarden voor dierlijke bijproducten) Verordening van 23 juni 2004 inzake de verwijdering van dierlijke bijproducten (RS 916.441.22) |
ja |
Voor zijn invoer past Zwitserland dezelfde bepalingen toe als in de bijlagen VII, VIII, X (certificaten) en XI (landen), overeenkomstig artikel 29 van Verordening (EG) nr. 1774/2002. De handel in materiaal van categorie 1 en 2 is verboden, behalve voor bepaalde vormen van technisch gebruik als bedoeld in Verordening (EG) nr. 1774/2002 (overgangsmaatregelen vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 878/2004 van de Commissie (PB L 162 van 30.4.2004, blz. 62)). In het handelsverkeer tussen de lidstaten van de Gemeenschap en Zwitserland gaat materiaal van categorie 3 vergezeld van handelsdocumenten en gezondheidscertificaten volgens hoofdstuk III van bijlage II, overeenkomstig de artikelen 7 en 8 van Verordening (EG) nr. 1774/2002. Conform hoofdstuk III van Verordening (EG) nr. 1774/2002 stelt Zwitserland een lijst op van desbetreffende bedrijven. |
HOOFDSTUK II
NIET ONDER HOOFDSTUK I VALLENDE SECTOREN
I. Uitvoer van de Gemeenschap naar Zwitserland
De uitvoer vindt plaats volgens de voorwaarden die gelden voor het intracommunautaire handelsverkeer. De zendingen gaan evenwel altijd vergezeld van een door de bevoegde autoriteiten afgegeven certificaat waarin is vermeld dat aan deze voorwaarden is voldaan.
Zo nodig worden de modellen van de certificaten in het Gemengd Veterinair Comité besproken.
II. Uitvoer van Zwitserland naar de Gemeenschap
De uitvoer vindt plaats volgens de relevante voorwaarden van de communautaire wetgeving. De modellen van de certificaten worden besproken in het Gemengd Veterinair Comité.
Zolang deze modellen niet zijn vastgesteld, zijn de momenteel vereiste certificaten van toepassing.
HOOFDSTUK III
OVERGANG VAN EEN SECTOR VAN HOOFDSTUK II NAAR HOOFDSTUK I
Zodra Zwitserland wetgeving heeft goedgekeurd die het gelijkwaardig acht aan de communautaire wetgeving wordt de kwestie voorgelegd aan het Gemengd Veterinair Comité. Hoofdstuk I van dit aanhangsel wordt na bestudering van de resultaten van het uitgevoerde onderzoek zo spoedig mogelijk aangevuld.
AANHANGSEL 11
CONTACTPUNTEN
— |
Voor de Europese Gemeenschap: De directeur Voedselveiligheid, gezondheid van planten, diergezondheid en -welzijn, internationale aangelegenheden Directoraat-generaal Gezondheid en consumentenbescherming (DG SANCO) Europese Commissie Froissartstraat 101 B-1049 Brussel Andere belangrijke contactpunten: De directeur Voedsel- en Veterinair Bureau Grange Ierland Het hoofd van de eenheid Internationale aangelegenheden op veterinair, fytosanitair en voedingsgebied Directoraat-generaal Gezondheid en consumentenbescherming (DG SANCO) Europese Commissie Froissartstraat 101 B-1049 Brussel |
— |
Voor Zwitserland: Office vétérinaire fédéral CH-3003 Bern Tel. (41-31) 323 85 01 02 Fax (41-31) 324 82 56 Andere belangrijke contactpunten: Office fédéral de la santé publique Unité principale Sûreté alimentaire CH-3003 Bern Tel. (41-31) 322 95 55 Fax (41-31) 322 95 74 Centrale du Service d'inspection et de consultation en matière d'économie laitière Schwarzenburgstraße 161 CH-3097 Liebefeld-Bern Tel. (41-31) 323 81 03 Fax (41-31) 323 82 27. |