ISSN 1725-2598 |
||
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 5 |
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Wetgeving |
48e jaargang |
|
|
Rectificaties |
|
|
* |
||
|
* |
||
|
* |
|
|
|
(1) Voor de EER relevante tekst |
NL |
Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben. Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten. |
I Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing
7.1.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 5/1 |
VERORDENING (EG) Nr. 11/2005 VAN DE COMMISSIE
van 6 januari 2005
tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 3223/94 van de Commissie van 21 december 1994 houdende uitvoeringsbepalingen van de invoerregeling voor groenten en fruit (1), en met name op artikel 4, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
In Verordening (EG) nr. 3223/94 zijn op grond van de multilaterale handelsbesprekingen in het kader van de Uruguayronde de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de periodes die in de bijlage bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt. |
(2) |
Op grond van de bovenvermelde criteria moeten de forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld op de in de bijlage bij deze verordening vermelde niveaus, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 3223/94 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld zoals aangegeven in de tabel in de bijlage bij deze verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 7 januari 2005.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 6 januari 2005.
Voor de Commissie
J. M. SILVA RODRÍGUEZ
Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling
(1) PB L 337 van 24.12.1994, blz. 66. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1947/2002 (PB L 299 van 1.11.2002, blz. 17).
BIJLAGE
bij de verordening van de Commissie van 6 januari 2005 tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit
(EUR/100 kg) |
||
GN-code |
Code derde landen (1) |
Forfaitaire invoerwaarde |
0702 00 00 |
052 |
106,3 |
204 |
73,0 |
|
999 |
89,7 |
|
0707 00 05 |
052 |
124,2 |
999 |
124,2 |
|
0709 90 70 |
052 |
113,3 |
204 |
94,3 |
|
999 |
103,8 |
|
0805 10 20 |
052 |
49,2 |
204 |
56,8 |
|
220 |
39,7 |
|
448 |
27,7 |
|
999 |
43,4 |
|
0805 20 10 |
204 |
67,8 |
999 |
67,8 |
|
0805 20 30, 0805 20 50, 0805 20 70, 0805 20 90 |
052 |
72,6 |
204 |
47,5 |
|
400 |
79,9 |
|
464 |
140,9 |
|
624 |
81,8 |
|
999 |
84,5 |
|
0805 50 10 |
052 |
61,0 |
528 |
45,1 |
|
999 |
53,1 |
|
0808 10 80 |
400 |
102,3 |
404 |
94,8 |
|
720 |
71,2 |
|
999 |
89,4 |
|
0808 20 50 |
400 |
100,8 |
999 |
100,8 |
(1) Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 2081/2003 van de Commissie (PB L 313 van 28.11.2003, blz. 11). De code „999” staat voor „andere oorsprong”.
7.1.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 5/3 |
VERORDENING (EG) Nr. 12/2005 VAN DE COMMISSIE
van 6 januari 2005
tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 809/2003 en (EG) nr. 810/2003 wat betreft de verlenging van de geldigheidsduur van de overgangsmaatregelen voor composteer- en biogasinstallaties krachtens Verordening (EG) nr. 1774/2002 van het Europees Parlement en de Raad
(Voor de EER relevante tekst)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1774/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 3 oktober 2002 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten (1), en met name op artikel 32, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Verordening (EG) nr. 1774/2002 worden gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten vastgesteld. In verband met de strikte aard van deze voorschriften is in overgangsmaatregelen voorzien. |
(2) |
Verordening (EG) nr. 809/2003 van de Commissie van 12 mei 2003 inzake overgangsmaatregelen krachtens Verordening (EG) nr. 1774/2002 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de verwerkingsnormen voor categorie 3-materiaal en mest, gebruikt in composteerinstallaties (2), geeft het bedrijfsleven tot 31 december 2004 de tijd om zich aan te passen en alternatieve verwerkingsnormen voor categorie 3-materiaal en mest, gebruikt in composteerinstallaties, te ontwikkelen. |
(3) |
Verordening (EG) nr. 810/2003 van de Commissie van 12 mei 2003 inzake overgangsmaatregelen krachtens Verordening (EG) nr. 1774/2002 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de verwerkingsnormen voor categorie 3-materiaal en mest, gebruikt in biogasinstallaties (3), geeft het bedrijfsleven tot 31 december 2004 de tijd om zich aan te passen en alternatieve verwerkingsnormen voor categorie 3-materiaal en mest, gebruikt in biogasinstallaties, te ontwikkelen. |
(4) |
De Commissie heeft de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) om een advies gevraagd met het oog op de vaststelling van alternatieve verwerkingsnormen voor composteer- en biogasinstallaties. Het advies van de EFSA wordt eind 2004 verwacht. In afwachting van het advies van de EFSA hebben de lidstaten en de exploitanten de Commissie gevraagd de geldigheidsduur van de in de Verordeningen (EG) nr. 809/2003 en (EG) nr. 810/2003 vastgestelde overgangsmaatregelen te verlengen om het handelsverkeer niet te verstoren. |
(5) |
De overgangsmaatregelen waarin in de Verordeningen (EG) nr. 809/2003 en (EG) nr. 810/2003 wordt voorzien, moeten daarom voor een verdere periode worden verlengd om de lidstaten in staat te stellen de exploitanten toe te staan de nationale voorschriften voor de verwerkingsnormen voor categorie 3-materiaal en mest, gebruikt in composteer- en biogasinstallaties, verder te blijven toepassen. |
(6) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
In artikel 1, lid 1, artikel 3, lid 2, en artikel 4, van Verordening (EG) nr. 809/2003, wordt de datum „31 december 2004” vervangen door „31 december 2005”.
Artikel 2
In artikel 1, lid 1, artikel 3, lid 2, en artikel 4, van Verordening (EG) nr. 810/2003, wordt de datum „31 december 2004” vervangen door „31 december 2005”.
Artikel 3
Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 6 januari 2005.
Voor de Commissie
Markos KYPRIANOU
Lid van de Commissie
(1) PB L 273 van 10.10.2002, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 668/2004 van de Commissie (PB L 112 van 19.4.2004, blz. 1).
(2) PB L 117 van 13.5.2003, blz. 10.
(3) PB L 117 van 13.5.2003, blz. 12.
7.1.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 5/5 |
VERORDENING (EG) Nr. 13/2005 VAN DE COMMISSIE
van 6 januari 2005
tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 1177/2003 van het Europees Parlement en de Raad inzake de communautaire statistiek van inkomens en levensomstandigheden (EU-SILC) met betrekking tot de lijst van secundaire doelvariabelen betreffende „sociale participatie”
(Voor de EER relevante tekst)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1177/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 16 juni 2003 inzake de communautaire statistiek van inkomens en levensomstandigheden (EU-SILC) (1), en met name op artikel 15, lid 2, onder f),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Verordening (EG) nr. 1177/2003 heeft een gemeenschappelijk kader vastgesteld voor de systematische productie van een communautaire statistiek van inkomens en levensomstandigheden, die vergelijkbare en actuele transversale en longitudinale gegevens over de inkomens en het niveau en de structuur van de armoede en de sociale uitsluiting op nationaal en Europees niveau omvat. |
(2) |
Op grond van artikel 15, lid 2, onder f), van Verordening (EG) nr. 1177/2003 zijn uitvoeringsmaatregelen noodzakelijk voor de lijst van secundaire doelgebieden en variabelen die jaarlijks moeten worden opgenomen in het transversale gedeelte van de EU-SILC. Voor 2006 moet de lijst van secundaire variabelen in de module „sociale participatie” (die vooral participatie in culturele evenementen, integratie met familieleden, vrienden en buren en participatie in formele en informele activiteiten betreft) worden vastgesteld met inbegrip van de codes en definities van de variabelen. |
(3) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité statistisch programma, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De lijst van secundaire doelvariabelen, de codes van de variabelen en de definities voor de Module 2006 voor „sociale participatie” die moeten worden opgenomen in het transversale onderzoek van de communautaire statistiek van inkomens en levensomstandigheden (EU-SILC), worden vastgesteld in de bijlage.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 6 januari 2005.
Voor de Commissie
Joaquín ALMUNIA
Lid van de Commissie
(1) PB L 165 van 3.7.2003, blz. 1.
BIJLAGE
Voor de toepassing van deze verordening zijn de volgende eenheid, wijze van gegevensverzameling, referentieperioden en definities van toepassing.
1. EENHEID
Informatie moet worden verstrekt over alle huidige leden van het huishouden of — indien van toepassing — voor alle geselecteerde respondenten van 16 jaar en ouder.
2. WIJZE VAN GEGEVENSVERZAMELING
Gezien de aard van de te verzamelen informatie zijn uitsluitend persoonlijke interviews (in uitzonderingsgevallen proxy-interviews voor personen die tijdelijk afwezig of verhinderd zijn) of gegevens uit registers toegestaan.
3. REFERENTIEPERIODE
— |
„De laatste 12 maanden” moet worden gebruikt voor variabelen in verband met participatie in culturele evenementen en participatie in formele en informele activiteiten. |
— |
„Gebruikelijk” wordt gebruikt voor variabelen in verband met integratie met familieleden en vrienden. Gebruikelijk heeft betrekking op de gebruikelijke frequentie waarmee de activiteiteiten tijdens een normaal jaar plaatsvinden. |
— |
„Actueel” voor de variabele „Mogelijkheid om een familielid, vriend of buur om hulp te vragen”. |
4. DEFINITIES
a) |
„Familieleden” moet worden opgevat in de ruimste zin van het woord, en omvat vader/moeder/kinderen, broers en zussen, grootouders, tantes, ooms, neven, nichten en schoonfamilie. |
b) |
„Vrienden”: personen met wie de geënquêteerde in zijn/haar vrije tijd (dus na werktijd en tijdens weekends en vrije dagen) samenkomt en met wie de geënquêteerde persoonlijke aangelegenheden deelt. |
c) |
„Samenkomen” betekent thuis of elders vrije tijd doorbrengen met vrienden of familieleden. Hierbij kan het gaan om praten of samen een bepaalde activiteit ondernemen. Toevallig iemand tegenkomen wordt niet beschouwd als „samenkomen”. |
d) |
„Frequentie van samenkomsten of contacten met vrienden en familieleden”: de frequentie waarmee de geënquêteerde samenkomt of contact heeft met een familielid/vriend. Hierbij moet niet alleen de persoon met wie de geënquêteerde het vaakst samenkomt of contact heeft in aanmerking worden genomen. Indien de geënquêteerde zijn/haar vrienden/familieleden „eens per jaar” tijdens vakanties of feestdagen ontmoet, moet het antwoord „ten minste eens per jaar” luiden. |
e) |
„Informele vrijwillige activiteiten”: activiteiten die niet in georganiseerd verband en gewoonlijk op individuele basis plaatsvinden. Informele vrijwillige activiteiten omvatten koken voor anderen, zorgen voor personen in een ziekenhuis of thuis, personen vergezellen bij een wandeling, bij het winkelen e.d. Uitgesloten is iedere activiteit die een geënquêteerde voor zijn/haar huishouden, werk of in vrijwilligersorganisaties verricht. |
f) |
„Participatie in culturele evenementen”: bezoeken aan bioscoop, optredens, culturele bezienswaardigheden of sportevenementen, ongeacht waar deze plaatsvinden en of deze activiteiten beroepsmatig of door amateurs worden verricht. Bij sportevenementen en optredens wordt onder participatie alleen het bezoeken als toeschouwer verstaan. |
GEBIEDEN EN LIJST VAN DOELVARIABELEN
Naam variabele |
Module 2006 |
Sociale participatie |
Code |
Doelvariabele |
|
Basisgegevens |
||
RB030 |
|
Identificatienummer van persoon |
Identificatienr. |
Identificatienummer van de persoon (PID) |
|
PS005 |
|
Transversaal gewicht persoon |
0+(Format 2.5) |
Gewicht |
|
Participatie in culturele evenementen |
||
PS010 |
|
Aantal bioscoopbezoeken |
1 |
Geen |
|
2 |
1-3 keer |
|
3 |
4-6 keer |
|
4 |
7-12 keer |
|
5 |
Meer dan 12 keer |
|
PS010_F |
-1 |
Ontbreekt |
1 |
Variabele ingevuld |
|
PS020 |
|
Aantal bezoeken aan optredens (toneel, concerten, opera, ballet, dansvoorstellingen) |
1 |
Geen |
|
2 |
1-3 keer |
|
3 |
4-6 keer |
|
4 |
7-12 keer |
|
5 |
Meer dan 12 keer |
|
PS020_F |
-1 |
Ontbreekt |
1 |
Variabele ingevuld |
|
PS030 |
|
Aantal bezoeken aan culturele bezienswaardigheden |
1 |
Geen |
|
2 |
1-3 bezoeken |
|
3 |
4-6 bezoeken |
|
4 |
7-12 bezoeken |
|
5 |
Meer dan 12 bezoeken |
|
PS030_F |
-1 |
Ontbreekt |
1 |
Variabele ingevuld |
|
PS040 |
|
Aantal bezoeken aan sportevenementen |
1 |
Geen |
|
2 |
1-3 keer |
|
3 |
4-6 keer |
|
4 |
7-12 keer |
|
5 |
Meer dan 12 keer |
|
PS040_F |
-1 |
Ontbreekt |
1 |
Variabele ingevuld |
|
Integratie met familieleden, vrienden en buren |
||
PS050 |
|
Frequentie van samenkomsten met familieleden |
1 |
Dagelijks |
|
2 |
Elke week (niet elke dag) |
|
3 |
Enkele keren per maand (niet elke week) |
|
4 |
Eens per maand |
|
5 |
Ten minste eens per jaar (minder dan eens per maand) |
|
6 |
Nooit |
|
PS050_F |
-2 |
N.v.t. (geen familie) |
-1 |
Ontbreekt |
|
1 |
Variabele ingevuld |
|
PS060 |
|
Frequentie van samenkomsten met vrienden |
1 |
Dagelijks |
|
2 |
Elke week (niet elke dag) |
|
3 |
Enkele keren per maand (niet elke week) |
|
4 |
Eens per maand |
|
5 |
Ten minste eens per jaar (minder dan eens per maand) |
|
6 |
Nooit |
|
PS060_F |
-2 |
N.v.t. (geen vrienden) |
-1 |
Ontbreekt |
|
1 |
Variabele ingevuld |
|
PS070 |
|
Frequentie van contacten met familieleden |
1 |
Dagelijks |
|
2 |
Elke week (niet elke dag) |
|
3 |
Enkele keren per maand (niet elke week) |
|
4 |
Eens per maand |
|
5 |
Ten minste eens per jaar (minder dan eens per maand) |
|
6 |
Nooit |
|
PS070_F |
-2 |
N.v.t. (geen familie) |
-1 |
Ontbreekt |
|
1 |
Variabele ingevuld |
|
PS080 |
|
Frequentie van contacten met vrienden |
1 |
Dagelijks |
|
2 |
Elke week (niet elke dag) |
|
3 |
Enkele keren per maand (niet elke week) |
|
4 |
Eens per maand |
|
5 |
Ten minste eens per jaar (minder dan eens per maand) |
|
6 |
Nooit |
|
PS080_F |
-2 |
N.v.t. (geen vrienden) |
-1 |
Ontbreekt |
|
1 |
Variabele ingevuld |
|
Integratie met familieleden, vrienden en buren |
||
PS090 |
|
Mogelijkheid om een familielid, vriend of buur om hulp te vragen. |
1 |
Ja |
|
2 |
Nee |
|
PS090_F |
-2 |
N.v.t. (geen familie, vrienden, buren) |
-1 |
Ontbreekt |
|
1 |
Variabele ingevuld |
|
Formele en informele participatie |
||
PS100 |
|
Participatie in informele vrijwillige activiteiten |
1 |
Dagelijks |
|
2 |
Elke week (niet elke dag) |
|
3 |
Enkele keren per maand (niet elke week) |
|
4 |
Eens per maand |
|
5 |
Ten minste eens per jaar (minder dan eens per maand) |
|
6 |
Nooit |
|
PS100_F |
-1 |
Ontbreekt |
1 |
Variabele ingevuld |
|
PS110 |
|
Participatie in activiteiten van politieke partijen of vakbonden |
1 |
Ja |
|
2 |
Nee |
|
PS110_F |
-1 |
Ontbreekt |
1 |
Variabele ingevuld |
|
PS120 |
|
Participatie in activiteiten van beroepsorganisaties |
1 |
Ja |
|
2 |
Nee |
|
PS120_F |
-1 |
Ontbreekt |
1 |
Variabele ingevuld |
|
PS130 |
|
Participatie in activiteiten van kerken of andere religieuze organisaties |
1 |
Ja |
|
2 |
Nee |
|
PS130_F |
-1 |
Ontbreekt |
1 |
Variabele ingevuld |
|
PS140 |
|
Participatie in activiteiten van vrijetijdsgroepen of -organisaties |
1 |
Ja |
|
2 |
Nee |
|
PS140_F |
-1 |
Ontbreekt |
1 |
Variabele ingevuld |
|
PS150 |
|
Participatie in activiteiten van liefdadigheidsorganisaties |
1 |
Ja |
|
2 |
Nee |
|
PS150_F |
-1 |
Ontbreekt |
1 |
Variabele ingevuld |
|
PS160 |
|
Participatie in activiteiten van andere groepen of organisaties |
1 |
Ja |
|
2 |
Nee |
|
PS160_F |
-1 |
Ontbreekt |
1 |
Variabele ingevuld |
7.1.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 5/10 |
VERORDENING (EG) Nr. 14/2005 VAN DE COMMISSIE
van 5 januari 2005
tot 42e wijziging van Verordening (EG) nr. 881/2002 tot vaststelling van bepaalde specifieke beperkende maatregelen tegen sommige personen en entiteiten die banden hebben met Usama bin Laden, het Al Qa' ida-netwerk en de Taliban, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 467/2001 van de Raad
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschappen,
Gelet op Verordening (EG) nr. 881/2002 van 27 mei 2002 tot vaststelling van bepaalde specifieke beperkende maatregelen tegen sommige personen en entiteiten die banden hebben met Osama bin Laden, het Al Qa'ida-netwerk en de Taliban, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 467/2001 van de Raad tot instelling van een verbod op de uitvoer van bepaalde goederen en diensten naar Afghanistan, tot versterking van het verbod op vluchten en verlenging van de bevriezing van tegoeden en andere financiële middelen ten aanzien van de Taliban van Afghanistan (1) , en inzonderheid op artikel 7, lid 1, eerste streepje,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
In bijlage I bij Verordening (EG) nr. 881/2002 worden personen, groepen en entiteiten opgesomd van welke de tegoeden en economische middelen krachtens die verordening worden bevroren. |
(2) |
De Commissie Sancties van de VN-veiligheidsraad, heeft op 22 en 23 december 2004 besloten de lijst te wijzigen van natuurlijke en rechtspersonen, groeperingen en entiteiten waarop de bevriezing van de tegoeden en economische middelen van toepassing zou moeten zijn. Bijlage I moet dus dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(3) |
Willen de maatregelen in deze verordening effectief zijn, dan dient deze Verordening met onmiddellijke ingang in werking te treden, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Bijlage I bij Verordening (EG) nr. 881/2002 wordt gewijzigd overeenkomstig het bepaalde in de bijlage bij deze verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in iedere lidstaat.
Gedaan te Brussel, 5 januari 2005.
Voor de Commissie
Benita FERRERO-WALDNER
Lid van de Commissie
(1) PB L 139 van 29.05.2002, blz. 9. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2145/2004 van de Commissie (PB L 370 van 17.12.2004, blz. 6).
BIJLAGE
Bijlage I van Verordening (EG) nr. 881/2002 wordt als volgt gewijzigd:
(1) |
De volgende vermelding wordt verwijderd van de lijst van natuurlijke personen:
|
(2) |
De volgende vermeldingen worden toegevoegd aan de lijst van „natuurlijke personen”:
|
7.1.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 5/12 |
VERORDENING (EG) Nr. 15/2005 VAN DE COMMISSIE
van 6 januari 2005
tot vaststelling van de restituties bij de productie in de sectoren granen en rijst
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1784/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (1), en met name op artikel 8, lid 2,
Gelet op Verordening (EG) nr. 3072/95 van de Raad van 22 december 1995 houdende een gemeenschappelijke ordening van de rijstmarkt (2), en met name op artikel 8, onder e),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Verordening (EEG) nr. 1722/93 van de Commissie van 30 juni 1993 tot vaststelling van de toepassingsbepalingen van de Verordeningen (EEG) nr. 1766/92 en (EEG) nr. 1418/76 van de Raad wat de regelingen inzake de productierestituties in de sector granen respectievelijk rijst betreft (3) zijn de voorwaarden voor de toekenning van de productierestitutie vastgesteld. De berekeningsgrondslag is bepaald in artikel 3 van genoemde verordening. De aldus berekende restitutie, zo nodig gedifferentieerd voor aardappelmeel, moet eenmaal per maand worden vastgesteld en mag slechts gewijzigd worden wanneer de maïs- en/of tarweprijzen een significante verandering te zien geven. |
(2) |
De in deze verordening vastgestelde productierestituties moeten worden aangepast met de in bijlage II bij Verordening (EEG) nr. 1722/93 bepaalde coëfficiënten, teneinde het juiste te betalen bedrag te verkrijgen. |
(3) |
Het Comité van beheer voor granen heeft geen advies uitgebracht binnen de door zijn voorzitter bepaalde termijn, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De in artikel 3, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 1722/93 bedoelde productierestitutie per ton zetmeel wordt vastgesteld op:
a) |
0,00 EUR/t voor zetmeel uit maïs, tarwe, gerst, haver, rijst of breukrijst; |
b) |
11,81 EUR/t voor aardappelmeel. |
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 7 januari 2005.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 6 januari 2005.
Voor de Commissie
Mariann FISCHER BOEL
Lid van de Commissie
(1) PB L 270 van 21.10.2003, blz. 78.
(2) PB L 329 van 30.12.1995, blz. 18. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 411/2002 (PB L 62 van 5.3.2002, blz. 27).
(3) PB L 159 van 1.7.1993, blz. 112. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 216/2004 (PB L 36 van 7.2.2004, blz. 13).
7.1.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 5/13 |
VERORDENING (EG) Nr. 16/2005 VAN DE COMMISSIE
van 6 januari 2005
houdende vaststelling van de restituties die worden toegepast voor bepaalde producten van de sector granen en de sector rijst, uitgevoerd in de vorm van niet in bijlage I bij het Verdrag vermelde goederen
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1784/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (1), en met name op artikel 13, lid 3,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1785/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening van de rijstmarkt (2), en met name op artikel 14, lid 3,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Overeenkomstig artikel 13, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1784/2003 en artikel 14, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1785/2003 kan het verschil tussen de noteringen of de prijzen op de wereldmarkt voor de in artikel 1 van deze beide verordeningen bedoelde producten enerzijds en de prijzen in de Gemeenschap anderzijds door een restitutie bij de uitvoer worden overbrugd. |
(2) |
In Verordening (EG) nr. 1520/2000 van de Commissie van 13 juli 2000 tot vaststelling van de gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen voor de regeling aangaande de toekenning van restituties bij uitvoer en de criteria voor de vaststelling van het restitutiebedrag betreffende bepaalde landbouwproducten, uitgevoerd in de vorm van goederen die niet onder bijlage I van het Verdrag vallen (3), is omschreven voor welke van die producten een restitutie dient te worden vastgesteld bij uitvoer in de vorm van goederen, bedoeld naar gelang van het geval in bijlage III bij Verordening (EG) nr. 1784/2003 of bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 1785/2003. |
(3) |
Overeenkomstig artikel 4, lid 1, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 1520/2000 moet de restitutie per 100 kg van elk van de betrokken basisproducten voor iedere maand worden vastgesteld. |
(4) |
De naleving van de verplichtingen die zijn aangegaan met betrekking tot de restitutie die kan worden toegekend bij uitvoer van landbouwproducten die zijn verwerkt in niet onder bijlage I bij het Verdrag vallende goederen, kan in het gedrang komen door de vaststelling vooraf van hoge restituties. In deze situatie moeten derhalve vrijwaringsmaatregelen worden genomen zonder dat daardoor de sluiting van langetermijncontracten wordt verhinderd. De vaststelling van een specifieke restitutie voor de voorfixatie van restituties is een maatregel die aan deze verschillende doelstellingen beantwoordt. |
(5) |
Rekening houdend met de regeling tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika met betrekking tot de uitvoer van deegwaren uit de Gemeenschap naar de Verenigde Staten, goedgekeurd bij Besluit 87/482/EEG van de Raad (4), dient de restitutie voor goederen van de GN-codes 1902 11 00 en 1902 19 naar gelang van de bestemming te worden gedifferentieerd. |
(6) |
Overeenkomstig artikel 4, leden 3 en 5, van Verordening (EG) nr. 1520/2000, moet een verlaagde restitutievoet worden vastgesteld, waarbij rekening wordt gehouden met het bedrag van de restitutie bij de productie, dat krachtens Verordening (EEG) nr. 1722/93 van de Commissie (5) van toepassing is op het verwerkte basisproduct, en dat geldig is tijdens de veronderstelde periode van de vervaardiging van de goederen. |
(7) |
Alcoholhoudende dranken worden geacht minder gevoelig te zijn voor de prijs van de granen die voor de vervaardiging ervan worden gebruikt. In Protocol 19 van het Verdrag betreffende de toetreding van het Verenigd Koninkrijk, Ierland en Denemarken wordt evenwel bepaald dat de noodzakelijke maatregelen moeten worden vastgesteld om het gebruik van granen uit de Gemeenschap voor de vervaardiging van alcoholhoudende dranken uit granen te vergemakkelijken. Daarom moet de restitutie die wordt toegepast op granen die in de vorm van alcoholhoudende dranken worden uitgevoerd, worden aangepast. |
(8) |
Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1676/2004 van de Raad van 24 september 2004 tot vaststelling van autonome overgangsmaatregelen voor de invoer van bepaalde verwerkte landbouwproducten van oorsprong uit Bulgarije en de uitvoer van bepaalde verwerkte landbouwproducten naar Bulgarije (6) komen verwerkte landbouwproducten die niet zein genoemd in bijlage I het Verdrag en die naar Bulgarije worden uitgevoerd met ingang van 1 oktober 2004 niet in anmerking voot uitvoerrestituties. |
(9) |
Het Comité van beheer voor granen heeft geen advies uitgebracht binnen de door zijn voorzitter bepaalde termijn, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De restituties die worden toegepast voor de in bijlage A bij Verordening (EG) nr. 1520/2000 genoemde basisproducten die tevens zijn bedoeld in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 1784/2003 of artikel 1, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1785/2003 en die worden uitgevoerd in de vorm van goederen vermeld in bijlage III van Verordening (EG) nr. 1784/2003, respectievelijk bijlage IV van Verordening (EG) nr. 1785/2003, worden vastgesteld zoals in de bijlage bij deze verordening is aangegeven.
Artikel 2
In afwijking van artikel 1 en met ingang van 1 oktober 2004 zijn de in de bijlage vastgestelde restituties niet van toepassing op niet onder bijlage I bij het Verdrag vallende goederen die naar Bulgarije worden uitgevoerd.
Artikel 3
Deze verordening treedt in werking op 7 januari 2005.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 6 januari 2005.
Voor de Commissie
Günter VERHEUGEN
Vice-voorzitter
(1) PB L 270 van 21.10.2003, blz. 78.
(2) PB L 270 van 21.10.2003, blz. 96.
(3) PB L 177 van 15.7.2000, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 886/2004 van de Commissie (PB L 163 van 1.5.2004, blz. 14).
(4) PB L 275 van 29.9.1987, blz. 36.
(5) PB L 159 van 1.7.1993, blz. 112. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1548/2004 (PB L 280 van 31.8.2004, blz. 11).
(6) PB L 301 van 28.9.2004, blz. 1.
BIJLAGE
Restituties die worden toegepast vanaf 7 januari 2005 voor bepaalde producten van de sector granen en de sector rijst, uitgevoerd in de vorm van niet in bijlage I bij het Verdrag vermelde goederen
(EUR/100 kg) |
|||
GN-code |
Omschrijving (1) |
Restitutievoet per 100 kg basisproduct |
|
Bij vaststelling vooraf van de restituties |
Overige gevallen |
||
1001 10 00 |
Harde tarwe: |
|
|
– in geval van uitvoer van goederen van de GN-codes 1902 11 en 1902 19 naar de Verenigde Staten van Amerika |
— |
— |
|
– in andere gevallen |
— |
— |
|
1001 90 99 |
Zachte tarwe en mengkoren: |
|
|
– in geval van uitvoer van goederen van de GN-codes 1902 11 en 1902 19 naar de Verenigde Staten van Amerika |
— |
— |
|
– in andere gevallen: |
|
|
|
– – in geval van toepassing van artikel 4, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1520/2000 (2) |
— |
— |
|
– – in geval van uitvoer van goederen van post 2208 (3) |
— |
— |
|
– – in andere gevallen |
— |
— |
|
1002 00 00 |
Rogge |
— |
— |
1003 00 90 |
Gerst |
|
|
– in geval van uitvoer van goederen van post 2208 (3) |
— |
— |
|
– in andere gevallen |
— |
— |
|
1004 00 00 |
Haver |
— |
— |
1005 90 00 |
Maïs, gebruikt in de vorm van: |
|
|
– zetmeel: |
|
|
|
– – in geval van toepassing van artikel 4, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1520/2000 (2) |
4,093 |
4,093 |
|
– – in geval van uitvoer van goederen van post 2208 (3) |
1,238 |
1,238 |
|
– – in andere gevallen |
4,093 |
4,093 |
|
– glucose, glucosestroop, maltodextrine, maltodextrinestroop van de GN-codes 1702 30 51, 1702 30 59, 1702 30 91, 1702 30 99, 1702 40 90, 1702 90 50, 1702 90 75, 1702 90 79, 2106 90 55 (4): |
|
|
|
– – in geval van toepassing van artikel 4, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1520/2000 (2) |
3,070 |
3,070 |
|
– – in geval van uitvoer van goederen van post 2208 (3) |
0,929 |
0,929 |
|
– – in andere gevallen |
3,070 |
3,070 |
|
– in geval van uitvoer van goederen van post 2208 (3) |
1,238 |
1,238 |
|
– andere (als zodanig) |
4,093 |
4,093 |
|
Aardappelzetmeel van GN-code 1108 13 00 gelijkgesteld aan een verwerkingsproduct van maïs: |
|
|
|
– in geval van toepassing van artikel 4, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1520/2000 (2) |
3,724 |
4,093 |
|
– in geval van uitvoer van goederen van post 2208 (3) |
1,238 |
1,238 |
|
– in andere gevallen |
4,093 |
4,093 |
|
ex 1006 30 |
Volwitte rijst: |
|
|
– rondkorrelig |
— |
— |
|
– halflangkorrelig |
— |
— |
|
– langkorrelig |
— |
— |
|
1006 40 00 |
Breukrijst |
— |
— |
1007 00 90 |
Graansorgho m.u.v. hybriden van graansorgho, bestemd voor zaaidoeleinden |
— |
— |
(1) Voor de landbouwproducten verkregen door verwerking van het basisproduct en/of gelijkgesteld, moeten de coëfficiënten vermeld in bijlage E bij Verordening (EG) nr. 1520/2000 van de Commissie (PB L 177 van 15.7.2000, blz. 1), worden gebruikt.
(2) De betrokken goederen vallen onder GN-code 3505 10 50.
(3) Goederen opgenomen in bijlage III van Verordening (EG) nr. 1784/2003 of bedoeld in artikel 2 van Verordening (EEG) nr. 2825/93 (PB L 258 van 16.10.1993, blz. 6).
(4) Voor stropen van de GN-codes 1702 30 99, 1702 40 90 en 1702 60 90, verkregen door het mengen van glucose- en fructosestropen, geeft alleen glucosestroop recht op uitvoerrestitutie.
7.1.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 5/17 |
VERORDENING (EG) Nr. 17/2005 VAN DE COMMISSIE
van 6 januari 2005
tot wijziging van de bij Verordening (EG) nr. 1210/2004 voor het verkoopseizoen 2004/2005 vastgestelde representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor bepaalde producten van de sector suiker
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1260/2001 van de Raad van 19 juni 2001 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (1),
Gelet op Verordening (EG) nr. 1423/95 van de Commissie van 23 juni 1995 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen voor de invoer van producten uit de sector suiker, andere dan melasse (2), en met name op artikel 1, lid 2, tweede alinea, tweede zin, en artikel 3, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De representatieve prijzen en de aanvullende invoerrechten voor witte suiker, ruwe suiker en bepaalde stropen voor het verkoopseizoen 2004/2005 zijn vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1210/2004 van de Commissie (3). Deze prijzen en invoerrechten zijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 9/2005 van de Commissie (4). |
(2) |
De bovenbedoelde prijzen en invoerrechten moeten op grond van de gegevens waarover de Commissie nu beschikt, overeenkomstig het bepaalde in Verordening (EG) nr. 1423/95 worden gewijzigd, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De bij Verordening (EG) nr. 1210/2004 voor het verkoopseizoen 2004/2005 vastgestelde representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor de in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 1423/95 bedoelde producten worden gewijzigd zoals aangegeven in de bijlage bij de onderhavige verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 7 januari 2005.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 6 januari 2005.
Voor de Commissie
J. M. SILVA RODRÍGUEZ
Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling
(1) PB L 178 van 30.6.2001, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 39/2004 van de Commissie (PB L 6 van 10.1.2004, blz. 16).
(2) PB L 141 van 24.6.1995, blz. 16. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 624/98 (PB L 85 van 20.3.1998, blz. 5).
(3) PB L 232 van 1.7.2004, blz. 11.
(4) PB L 4 van 6.1.2005, blz. 5.
BIJLAGE
Met ingang van 7 januari 2005 geldende gewijzigde representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor witte suiker, ruwe suiker en de producten van GN-code 1702 90 99
(EUR) |
||
GN-code |
Representatieve prijs per 100 kg nettogewicht van het betrokken product |
Aanvullend invoerrecht per 100 kg nettogewicht van het betrokken product |
1701 11 10 (1) |
19,48 |
6,56 |
1701 11 90 (1) |
19,48 |
12,31 |
1701 12 10 (1) |
19,48 |
6,37 |
1701 12 90 (1) |
19,48 |
11,79 |
1701 91 00 (2) |
19,14 |
17,01 |
1701 99 10 (2) |
19,14 |
11,56 |
1701 99 90 (2) |
19,14 |
11,56 |
1702 90 99 (3) |
0,19 |
0,45 |
(1) Vastgesteld voor de standaardkwaliteit als gedefinieerd in bijlage I, punt II, bij Verordening (EG) nr. 1260/2001 van de Raad (PB L 178 van 30.6.2001, blz. 1).
(2) Vastgesteld voor de standaardkwaliteit als gedefinieerd in bijlage I, punt I, bij Verordening (EG) nr. 1260/2001.
(3) Vastgesteld per procentpunt sacharosegehalte.
7.1.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 5/19 |
VERORDENING (EG) Nr. 18/2005 VAN DE COMMISSIE
van 6 januari 2005
tot vaststelling, voor de sector suiker, van de vanaf 7 januari 2005 geldende representatieve prijzen en de bedragen van de aanvullende invoerrechten voor melasse
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1260/2001 van de Raad van 19 juni 2001 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (1), en met name op artikel 24, lid 4,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
In Verordening (EG) nr. 1422/95 van de Commissie van 23 juni 1995 tot vaststelling, voor de sector suiker, van de uitvoeringsbepalingen voor de invoer van melasse en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 785/68 (2) is bepaald dat de cif-invoerprijs voor melasse, vastgesteld overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 785/68 van de Commissie (3), als „representatieve prijs” wordt aangemerkt. Deze prijs geldt voor de standaardkwaliteit als gedefinieerd in artikel 1 van Verordening (EEG) nr. 785/68. |
(2) |
Voor de vaststelling van de representatieve prijs moet rekening worden gehouden met alle in artikel 3 van Verordening (EEG) nr. 785/68 genoemde inlichtingen, behalve in de in artikel 4 van die verordening genoemde gevallen. In voorkomend geval, mag deze vaststelling plaatsvinden overeenkomstig de in artikel 7 van Verordening (EEG) nr. 785/68 aangegeven werkwijze. |
(3) |
Voor andere kwaliteiten dan de standaardkwaliteit moeten de prijzen naar gelang van de kwaliteit van de aangeboden melasse overeenkomstig artikel 6 van Verordening (EEG) nr. 785/68 worden verhoogd of verlaagd. |
(4) |
Op grond van artikel 8 van Verordening (EEG) nr. 785/68 kan een representatieve prijs bij uitzondering voor een beperkte tijd ongewijzigd gehandhaafd worden wanneer de Commissie geen kennis meer heeft kunnen nemen van de aanbiedingsprijs waarvan is uitgegaan voor de vorige vaststelling van de representatieve prijs, en wanneer de beschikbare aanbiedingsprijzen die niet voldoende representatief lijken te zijn voor de werkelijke markttendens, plotseling aanzienlijke wijzigingen van de representatieve prijs teweeg zouden brengen. |
(5) |
De representatieve prijzen en de aanvullende invoerrechten voor de betrokken producten moeten worden vastgesteld overeenkomstig artikel 1, lid 2, en artikel 3, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1422/95. |
(6) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor suiker, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De representatieve prijzen en de aanvullende invoerrechten voor de in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 1422/95 bedoelde producten worden vastgesteld in de bijlage.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 7 januari 2005.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 6 januari 2005.
Voor de Commissie
J. M. SILVA RODRÍGUEZ
Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling
(1) PB L 178 van 30.6.2001, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 39/2004 van de Commissie (PB L 6 van 10.1.2004, blz. 16).
(2) PB L 141 van 24.6.1995, blz. 12. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 79/2003 (PB L 13 van 18.1.2003, blz. 4).
(3) PB L 145 van 27.6.1968, blz. 12. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1422/1995.
BIJLAGE
Vaststelling, voor de sector suiker, van de representatieve prijzen en de aanvullende invoerrechten voor melasse van toepassing vanaf 7 januari 2005
(EUR) |
|||
GN-code |
Representatieve prijs per 100 kg netto van het betrokken product |
Aanvullend recht per 100 kg netto van het betrokken product |
Toe te passen recht bij invoer als gevolg van schorsing van de invoerrechten, als bedoeld in artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1422/95, per 100 kg netto van het betrokken product (1) |
1703 10 00 (2) |
9,30 |
— |
0 |
1703 90 00 (2) |
10,21 |
— |
0 |
(1) Dit bedrag vervangt, overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1422/95, het voor deze producten vastgestelde bedrag van het recht van het gemeenschappelijk douanetarief.
(2) Vaststelling voor de standaardkwaliteit als gedefinieerd in artikel 1 van de gewijzigde Verordening (EEG) nr. 785/68.
7.1.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 5/21 |
VERORDENING (EG) Nr. 19/2005 VAN DE COMMISSIE
van 6 januari 2005
tot vaststelling van de restituties bij uitvoer van witte en ruwe suiker in onveranderde vorm
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1260/2001 van de Raad van 19 juni 2001 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (1), inzonderheid op artikel 27, lid 5, tweede alinea,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Krachtens artikel 27 van Verordening (EG) nr. 1260/2001 kan het verschil tussen de noteringen of de prijzen op de wereldmarkt voor de in artikel 1, lid 1, onder a), van die verordening genoemde producten en de prijzen voor deze producten in de Gemeenschap overbrugd worden door een restitutie bij de uitvoer. |
(2) |
Krachtens Verordening (EG) nr. 1260/2001 moeten de restituties voor witte suiker en ruwe suiker, welke niet gedenatureerd en in onveranderde vorm uitgevoerd zijn, vastgesteld worden rekening houdend met de toestand op de markt van de Gemeenschap en op de wereldmarkt voor suiker, en vooral met de in artikel 28 van genoemde verordening bedoelde prijs- en kostenelementen. Volgens dit artikel moet eveneens met het economische aspect van de voorgenomen uitvoertransactie rekening worden gehouden. |
(3) |
Voor ruwe suiker moet de restitutie vastgesteld worden voor de standaardkwaliteit die bepaald is in bijlage I, punt II, van Verordening (EG) nr. 1260/2001. Deze restitutie werd bovendien vastgesteld overeenkomstig artikel 28, lid 4, van deze verordening. Kandijsuiker werd omschreven in Verordening (EG) nr. 2135/95 van de Commissie van 7 september 1995 inzake uitvoeringsbepalingen voor de toekenning van uitvoerrestituties in de sector suiker (2). Het aldus berekende restitutiebedrag voor gearomatiseerde suiker en suiker waaraan kleurstoffen zijn toegevoegd, moet gelden voor de hoeveelheid sacharose in de betreffende suiker en bijgevolg worden vastgesteld per percent sacharosegehalte. |
(4) |
In bijzondere gevallen kan het bedrag van de restitutie worden vastgesteld bij besluiten van verschillende aard. |
(5) |
De restitutie moet elke twee weken worden vastgesteld. De restitutie kan tussentijds gewijzigd worden. |
(6) |
Krachtens artikel 27, lid 5, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 1260/2001 kan de restitutie voor de in artikel 1 van deze verordening genoemde producten naar bestemming variëren indien dat vanwege de situatie op de wereldmarkt of de specifieke vereisten van bepaalde markten noodzakelijk is. |
(7) |
De aanzienlijke en snelle toename van de preferentiële invoer van suiker uit de westelijke Balkanlanden sedert begin 2001 en de uitvoer van suiker uit de Gemeenschap naar die landen lijken grotendeels kunstmatig te zijn. |
(8) |
Ter voorkoming van misbruiken waarbij producten van de suikersector waarvoor een uitvoerrestitutie is toegekend, weer in de Gemeenschap worden ingevoerd, mag voor geen van de westelijke Balkanlanden een restitutie worden vastgesteld voor de in deze verordening bedoelde producten. |
(9) |
Op grond van bovenstaande overwegingen en van de huidige situatie van de suikermarkt, en met name van de noteringen of prijzen van suiker in de Gemeenschap en op de wereldmarkt, dienen de restituties op een passend niveau te worden vastgesteld. |
(10) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor suiker, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De restituties bij de uitvoer in onveranderde vorm van de in artikel 1, lid 1, onder a), van Verordening (EEG) nr. 1260/2001 genoemde producten, welke niet gedenatureerd zijn, worden vastgesteld overeenkomstig de bedragen aangegeven in de bijlage.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 7 januari 2005.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 6 januari 2005.
Voor de Commissie
Mariann FISCHER BOEL
Lid van de Commissie
(1) PB L 178 van 30.6.2001, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 39/2004 van de Commissie (PB L 6 van 10.1.2004, blz. 16).
(2) PB L 214 van 8.9.1995, blz. 16.
BIJLAGE
RESTITUTIES BIJ UITVOER VAN WITTE SUIKER EN RUWE SUIKER IN ONVERANDERDE VORM VAN TOEPASSING VAN AF 7 JANUARI 2005
Productcode |
Bestemming |
Meeteenheid |
Restitutiebedrag |
|||
1701 11 90 9100 |
S00 |
EUR/100 kg |
39,01 (1) |
|||
1701 11 90 9910 |
S00 |
EUR/100 kg |
37,73 (1) |
|||
1701 12 90 9100 |
S00 |
EUR/100 kg |
39,01 (1) |
|||
1701 12 90 9910 |
S00 |
EUR/100 kg |
37,73 (1) |
|||
1701 91 00 9000 |
S00 |
EUR/1 % saccharose × 100 kg nettogewicht product |
0,4240 |
|||
1701 99 10 9100 |
S00 |
EUR/100 kg |
42,40 |
|||
1701 99 10 9910 |
S00 |
EUR/100 kg |
41,02 |
|||
1701 99 10 9950 |
S00 |
EUR/100 kg |
41,02 |
|||
1701 99 90 9100 |
S00 |
EUR/1 % saccharose × 100 kg nettogewicht product |
0,4240 |
|||
NB: De codes van de producten en de codes van de bestemmingen serie „A” zijn vastgesteld in Verordening (EEG) nr. 3846/87 van de Commissie (PB L 366 van 24.12.1987, blz. 1). De numerieke codes voor de bestemmingen zijn vastgesteld in Verordening (EG) nr. 2081/2003 van de Commissie (PB L 313 van 28.11.2003, blz. 11). De andere bestemmingen worden als volgt vastgesteld:
|
(1) Dit bedrag geldt voor ruwe suiker met een rendement van 92 %. Indien het rendement van de geëxporteerde ruwe suiker afwijkt van 92 %, wordt het bedrag van de toe te passen restitutie berekend overeenkomstig het bepaalde in artikel 28, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1260/2001.
7.1.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 5/23 |
VERORDENING (EG) Nr. 20/2005 VAN DE COMMISSIE
van 6 januari 2005
tot vaststelling van het maximumbedrag van de restitutie bij uitvoer naar bepaalde derde landen van witte suiker voor de 16e deelinschrijving in het kader van de inschrijving bedoeld in Verordening (EG) nr. 1327/2004
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EEG) nr. 1260/2001 van de Raad van 19 juni 2001 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (1), en met name op artikel 27, lid 5, tweede alinea,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Krachtens Verordening (EG) nr. 1327/2004 van de Commissie van 19 juli 2004 inzake een permanente inschrijving voor het verkoopseizoen 2004/2005 voor de vaststelling van heffingen en/of restituties bij uitvoer van witte suiker (2) worden deelinschrijvingen gehouden voor de uitvoer naar bepaalde derde landen van deze suiker. |
(2) |
Overeenkomstig de bepalingen van artikel 9, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1327/2004, naar gelang van het geval, wordt een maximumbedrag van de restitutie bij uitvoer vastgesteld voor de betrokken deelinschrijving, waarbij met name rekening wordt gehouden met de situatie en de te verwachten ontwikkeling van de suikermarkt in de Gemeenschap en daarbuiten. |
(3) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor suiker, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Voor de 16e deelinschrijving voor witte suiker, gehouden krachtens Verordening (EG) nr. 1327/2004, wordt het maximumbedrag van de restitutie bij uitvoer vastgesteld op 44,160 EUR/100 kg.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 7 januari 2005.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 6 januari 2005.
Voor de Commissie
Mariann FISCHER BOEL
Lid van de Commissie
(1) PB L 178 van 30.6.2001, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 39/2004 van de Commissie (PB L 6 van 10.1.2004, blz. 16).
(2) PB L 246 van 20.7.2004, blz. 23. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1685/2004 (PB L 303 van 30.9.2004, blz. 21).
7.1.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 5/24 |
VERORDENING (EG) Nr. 21/2005 VAN DE COMMISSIE
van 6 januari 2005
tot vaststelling van de maximumrestitutie bij uitvoer van gerst in het kader van de inschrijving bedoeld in Verordening (EG) nr. 1757/2004
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1784/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (1), en met name op artikel 13, lid 3, eerste alinea,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Verordening (EG) nr. 1757/2004 van de Commissie (2) is een openbare inschrijving voor de restitutie bij uitvoer van gerst naar bepaalde derde landen opengesteld. |
(2) |
Overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1501/95 van de Commissie van 29 juni 1995 tot vaststelling van enkele toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 1766/92 van de Raad voor wat de toekenning, in de graansector, van uitvoerrestituties en van bij verstoring van de graanmarkt te treffen maatregelen betreft (3) kan de Commissie, op grond van de meegedeelde offertes, besluiten een maximumrestitutie bij uitvoer vast te stellen, daarbij rekening houdend met de in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 1501/95 bedoelde criteria. In dat geval wordt gegund aan de inschrijver(s) wiens (wier) offerte niet hoger is dan de vastgestelde maximumrestitutie. |
(3) |
De toepassing van de bovenbedoelde criteria op de huidige marktsituatie leidt voor de betrokken graansoort tot de vaststelling van de maximumrestitutie bij uitvoer. |
(4) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor granen, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Voor de offertes die op 31 december 2004 tot en met 6 januari 2005 in het kader van de inschrijving bedoeld in Verordening (EG) nr. 1757/2004 werden meegedeeld, wordt de maximumrestitutie bij uitvoer van gerst vastgesteld op 17,99 EUR/t.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 7 januari 2005.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 6 januari 2005.
Voor de Commissie
Mariann FISCHER BOEL
Lid van de Commissie
(1) PB L 270 van 21.10.2003, blz. 78.
(2) PB L 313 van 12.10.2004, blz. 10.
(3) PB L 147 van 30.6.1995, blz. 7. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 777/2004 (PB L 123 van 27.4.2004, blz. 50).
7.1.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 5/25 |
VERORDENING (EG) Nr. 22/2005 VAN DE COMMISSIE
van 6 januari 2005
betreffende de offertes voor de uitvoer van haver, die zijn meegedeeld in het kader van de openbare inschrijving bedoeld in Verordening (EG) nr. 1565/2004
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1784/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (1), en met name op artikel 7,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1501/95 van de Commissie van 29 juni 1995 tot vaststelling van enkele toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 1766/92 van de Raad voor wat de toekenning, in de graansector, van uitvoerrestituties en van bij verstoring van de graanmarkt te treffen maatregelen betreft (2), en met name op artikel 7,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1565/2004 van de Commissie van 3 september 2004 betreffende een bijzondere interventiemaatregel voor haver in Finland en Zweden voor het verkoopseizoen 2004/2005 (3),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Een openbare inschrijving voor de vaststelling van de restitutie bij uitvoer uit Finland en Zweden van in die landen geproduceerde haver naar alle derde landen met uitzondering van Bulgarije, Noorwegen, Roemenië en Zwitserland is opengesteld bij Verordening (EG) nr. 1565/2004. |
(2) |
Het is, met name rekening houdend met de in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 1501/95 genoemde criteria, niet wenselijk een maximumrestitutie vast te stellen. |
(3) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor granen, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Er wordt geen gevolg gegeven aan de offertes die in de periode van 31 december 2004 tot en met 6 januari 2005 zijn meegedeeld in het kader van de in Verordening (EG) nr. 1565/2004 bedoelde inschrijving voor de restitutie bij uitvoer van haver.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 7 januari 2005.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 6 januari 2005.
Voor de Commissie
Mariann FISCHER BOEL
Lid van de Commissie
(1) PB L 270 van 21.10.2003, blz. 78.
(2) PB L 147 van 30.6.1995, blz. 7. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1431/2003 (PB L 203 van 12.8.2003, blz. 16).
(3) PB L 285 van 4.9.2004, blz. 3.
Rectificaties
7.1.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 5/26 |
Rectificatie van Gemeenschappelijk Standpunt 2004/848/GBVB van de Raad van 13 december 2004 tot wijziging van Gemeenschappelijk Standpunt 2004/661/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde functionarissen van Belarus
( Publicatieblad van de Europese Unie L 367 van 14 december 2004 )
Op bladzijde 37 wordt bijlage II vervangen door:
„BIJLAGE II
Lijst van personen bedoeld in artikel 1, lid 1, tweede streepje
1. |
Lydia Mihajlovna YERMOSHINA, voorzitter van de centrale verkiezingscommissie van Belarus, geboren op 29 januari 1953 te Slutsk (Minsk). |
2. |
Yuri Nikolaevich PODOBED, luitenant-kolonol van de speciale politie-eenheid (OMON), ministerie van Binnenlandse Zaken, geboren op 5 maart 1962 te Slutsk (Minsk).”. |
7.1.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 5/26 |
Rectificatie van Verordening (EG) nr. 103/2004 van de Commissie van 21 januari 2004 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 2200/96 van de Raad met betrekking tot de regeling inzake interventie en het uit de markt nemen van producten in de sector groenten en fruit
( Publicatieblad van de Europese Unie L 16 van 23 januari 2004 )
Op bladzijde 10 (artikel 17, lid 2), eerste streepje:
in plaats van:
„— |
Térítésmentes terjesztésre szánt termék (103/2004. sz. EK rendelet)” |
te lezen:
„— |
Ingyenes szétosztásra szánt termék (103/2004/EK rendelet)”. |
7.1.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 5/26 |
Rectificatie van Verordening (EG) nr. 686/2004 van de Commissie van 14 april 2004 tot vaststelling van overgangsmaatregelen betreffende telersverenigingen op de markt voor verse groenten en fruit in verband met de toetreding van Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije tot de Europese Unie
( Publicatieblad van de Europese Unie L 106 van 15 april 2004 )
Op bladzijde 12, artikel 4, tweede alinea:
in plaats van:
„De betrokken nieuwe lidstaat draagt echter de financiële verantwoordelijkheid die voortvloeit uit een gebruik van de in 2004 ontvangen steun dat in strijd is met artikel 6 of 8 van Verordening (EG) nr. 1433/2003.”
te lezen:
„De betrokken nieuwe lidstaat draagt echter de financiële verantwoordelijkheid die voortvloeit uit een gebruik van de in 2004 en in 2005 ontvangen steun dat in strijd is met artikel 6 of 8 van Verordening (EG) nr. 1433/2003.”.