ISSN 1725-2598

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 386

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

47e jaargang
29 december 2004


Inhoud

 

I   Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing

Bladzijde

 

*

Verordening (EG) nr. 2216/2004 van de Commissie van 21 december 2004 inzake een gestandaardiseerd en beveiligd registersysteem overeenkomstig Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad en Beschikking 280/2004/EG van het Europees Parlement en de Raad ( 1 )

1

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


I Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing

29.12.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 386/1


VERORDENING (EG) Nr. 2216/2004 VAN DE COMMISSIE

van 21 december 2004

inzake een gestandaardiseerd en beveiligd registersysteem overeenkomstig Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad en Beschikking 280/2004/EG van het Europees Parlement en de Raad

(Voor de EER relevante tekst)

INHOUDSOPGAVE

Hoofdstuk I

Werkingssfeer en definities

Hoofdstuk II

Registers en transactielogboeken

Hoofdstuk III

Inhoud van de registers

Afdeling 1

Rapportage en vertrouwelijkheid

Afdeling 2

Rekeningen

Afdeling 3

Partijtegoedrekeningen

Afdeling 4

Exploitanttegoedrekeningen

Afdeling 5

Persoonstegoedrekeningen

Afdeling 6

Tabellen

Afdeling 7

Codes en identificatoren

Hoofdstuk IV

Controles en processen

Afdeling 1

Blokkeren van rekeningen

Afdeling 2

Geautomatiseerde controles en het afstemmingsproces

Afdeling 3

Uitvoering en definitieve afronding van processen

Hoofdstuk V

Transacties

Afdeling 1

Toewijzing en verlening van emissierechten voor de periode 2005-2007

Afdeling 2

Toewijzing en verlening van emissierechten voor de periode 2008-2012 en elke volgende periode van vijf jaar

Afdeling 3

Overdrachten en bevoegdheid

Afdeling 4

Geverifieerde emissies

Afdeling 5

Inlevering van emissierechten

Afdeling 6

Annulering en afboeking

Afdeling 7

Annulering en vervanging

Afdeling 8

Vrijwillige annulering en afboeking

Hoofdstuk VI

Veiligheidsnormen, authentisering en toegangsrechten

Hoofdstuk VII

Beschikbaarheid en betrouwbaarheid van informatie

Hoofdstuk VIII

Opgeslagen gegevens en vergoedingen

Hoofdstuk IX

Slotbepalingen

Bijlage I

Bijlage II

Bijlage III

Bijlage IV

Bijlage V

Bijlage VI

Tabel VI-1:

Eenheidsidentificatiecode

Tabel VI-2:

Geldige combinaties van oorspronkelijke eenheidstypes en aanvullende eenheidstypes

Tabel VI-3:

Rekeningidentificatiecode

Tabel VI-4:

Vergunningsidentificatiecode

Tabel VI-5:

Rekeninghouderidentificatiecode

Tabel VI-6:

Installatie-identificatiecode

Tabel VI-7:

Correlatie-identificatiecode

Bijlage VII

Bijlage VIII

Tabel VIII-1:

Schema met de sequens voor berichtenuitwisseling voor processen inzake rekeningen en geverifieerde emissies

Tabel VIII-2:

Schema met de status van processen inzake rekeningen en geverifieerde emissies

Tabel VIII-3:

Componenten en functies voor processen inzake rekeningen en geverifieerde emissies

Tabel VIII-4:

Component MgmtOfAccountWS

Tabel VIII-5:

Functie MgmtOfAccountWS.CreateAccount()

Tabel VIII-6:

Functie MgmtOfAccountWS.UpdateAccount()

Tabel VIII-7:

Functie MgmtOfAccountWS.CloseAccount()

Tabel VIII-8:

Functie MgmtOfAccountWS.UpdateVerifiedEmissions()

Tabel VIII-9:

Functie MgmtOfAccountWS.ReceiveAccountOperationOutcome()

Tabel VIII-10:

Component AccountManagement

Tabel VIII-11:

Functie ManagementOfAccount.ValidateAccountCreation()

Tabel VIII-12:

Functie ManagementOfAccount.CreateAccount()

Tabel VIII-13:

Functie AccountManagement.ValidateAccountUpdate()

Tabel VIII-14:

Functie ManagementOfAccount.UpdateAccount()

Tabel VIII-15:

Functie ManagementOfAccount.ValidateAccountClosure()

Tabel VIII-16:

ManagementOfAccount.CloseAccount()

Tabel VIII-17:

ManagementOfAccount.ValidateVerifiedEmissionsUpdate()

Tabel VIII-18:

ManagementOfAccount.UpdateVerifiedEmissions

Tabel VIII-19:

Secundaire controles

Bijlage IX

Tabel IX-1:

Tertiaire controles

Bijlage X

Tabel X-1:

Secundaire controles

Bijlage XI

Bijlage XII

Tabel XII-1:

Responscodes van het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap

Bijlage XIII

Bijlage XIV

Bijlage XV

Bijlage XVI

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 2003 tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap en tot wijziging van Richtlijn 96/61/EG van de Raad (1), en met name op artikel 19, lid 3,

Gelet op Beschikking nr. 280/2004/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 betreffende een bewakingssysteem voor de uitstoot van broeikasgassen in de Gemeenschap en de uitvoering van het Protocol van Kyoto (2), en met name op artikel 6, lid 1, eerste alinea, tweede zin,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Een geïntegreerd communautair registersysteem, bestaande uit de overeenkomstig artikel 6 van Beschikking 280/2004/EG aangelegde registers van de Gemeenschap en haar lidstaten waarin de overeenkomstig artikel 19 van Richtlijn 2003/87/EG aangelegde registers zijn opgenomen, en uit het overeenkomstig artikel 20 van genoemde richtlijn aangelegde onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap, is noodzakelijk om ervoor te zorgen dat bij de verlening, de overdracht en de annulering van emissierechten geen onregelmatigheden optreden en dat die transacties verenigbaar zijn met de verplichtingen die voortvloeien uit het Verdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering (UNFCCC) en het Kyoto-protocol.

(2)

Overeenkomstig Richtlijn 2003/4/EG van 28 januari 2003 inzake de toegang van het publiek tot milieu-informatie (3) en Besluit 19/CP.7 van de Conferentie van de Partijen bij het UNFCCC, dienen regelmatig specifieke verslagen openbaar te worden gemaakt om ervoor te zorgen dat het publiek toegang krijgt tot de binnen het geïntegreerde registersysteem bewaarde informatie, behoudens bepaalde vertrouwelijkheidseisen.

(3)

De communautaire wetgeving inzake de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, met name Richtlijn 95/46/EG betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (4), Richtlijn 2002/58/EG betreffende de verwerking van persoonsgegevens en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de sector elektronische communicatie (5) en Verordening (EG) nr. 45/2001 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (6), dient in acht te worden genomen wanneer deze van toepassing is op overeenkomstig deze verordening bewaarde en verwerkte informatie.

(4)

Elk register dient een partijtegoedrekening, een afboekingsrekening en de bij Besluit 19/CP.7 van de Conferentie van de Partijen bij het UNFCCC voor elke verbintenisperiode vereiste annulerings- en vervangingsrekeningen te omvatten, en elk overeenkomstig artikel 19 van Richtlijn 2003/87/EG aangelegd register dient de nodige tegoedrekeningen te omvatten voor de tenuitvoerlegging van de voorschriften van die richtlijn voor exploitanten en andere personen. Elk van die rekeningen dient volgens gestandaardiseerde procedures te worden gecreëerd teneinde de integriteit van het registersysteem alsook de toegang van het publiek tot de in dat systeem vervatte informatie te garanderen.

(5)

Artikel 6 van Beschikking 280/2004/EG verplicht de Gemeenschap en haar lidstaten om voor het aanleggen en beheren van registers en van het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap de functionele en technische specificaties voor gegevensuitwisselingsnormen voor registersystemen krachtens het Kyoto-protocol toe te passen die zijn opgesteld overeenkomstig Besluit 24/CP.8 van de Conferentie van de Partijen bij het UNFCCC. De toepassing en uitwerking van deze specificaties in relatie tot het geïntegreerde communautaire registersysteem maakt het mogelijk de overeenkomstig artikel 19 van Richtlijn 2003/87/EG aangelegde registers op te nemen in de overeenkomstig artikel 6 van Beschikking 280/2004/EG aangelegde registers.

(6)

Via het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap zullen geautomatiseerde controles worden uitgevoerd op alle processen binnen het communautaire registersysteem die betrekking hebben op emissierechten, geverifieerde emissierechten, rekeningen en Kyoto-eenheden, en via het onafhankelijk transactielogboek van het UNFCCC zullen geautomatiseerde controles worden uitgevoerd op processen met betrekking tot Kyoto-eenheden om ervoor te zorgen dat geen onregelmatigheden optreden. Processen die deze controles niet doorstaan zullen worden beëindigd om ervoor te zorgen dat transacties binnen het communautaire registersysteem voldoen aan de voorschriften van Richtlijn 2003/87/EG en de overeenkomstig het UNFCCC en het Kyoto-protocol ontwikkelde voorschriften.

(7)

Alle transacties binnen het communautaire registersysteem dienen te worden uitgevoerd volgens gestandaardiseerde procedures en indien nodig volgens een geharmoniseerd tijdschema ten einde de naleving van de voorschriften van Richtlijn 2003/87/EG en van de overeenkomstig het UNFCCC en het Kyoto-protocol ontwikkelde voorschriften te garanderen, en de integriteit van dat systeem te beschermen.

(8)

Minimale veiligheidsnormen en geharmoniseerde eisen inzake authentisering en toegangsrechten dienen te worden toegepast om de veiligheid van de binnen het geïntegreerde communautaire registersysteem bewaarde informatie te beschermen.

(9)

De centrale administrateur en elke registeradministrateur dienen ervoor te zorgen dat onderbrekingen in het functioneren van het geïntegreerde communautaire registersysteem tot een minimum worden beperkt door alle stappen te ondernemen die redelijkerwijs mogen worden verwacht om de beschikbaarheid van de registers en het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap te garanderen en door robuuste systemen en procedures op te zetten voor de bescherming van alle informatie.

(10)

Gegevens betreffende alle processen, exploitanten en personen binnen het geïntegreerde communautaire registersysteem dienen te worden opgeslagen overeenkomstig de gegevensopslagnormen zoals beschreven in de functionele en technische specificaties voor gegevensuitwisselingsnormen voor registersystemen krachtens het Kyoto-protocol die zijn opgesteld overeenkomstig Besluit 24/CP.8 van de Conferentie van de Partijen bij het UNFCCC.

(11)

Een transparant vergoedingensysteem en een verbod rekeninghouders vergoedingen in rekening te brengen voor specifieke transacties binnen het communautaire registersysteem zullen de integriteit van dat systeem helpen garanderen.

(12)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het in artikel 23, lid 1, van Richtlijn 2003/87/EG en artikel 9, lid 2, van Beschikking 280/2004/EG bedoelde comité.

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

HOOFDSTUK I

WERKINGSSFEER EN DEFINITIES

Artikel 1

Werkingssfeer

Deze verordening bevat algemene bepalingen, functionele en technische specificaties en operationele en onderhoudseisen inzake het gestandaardiseerd en beveiligd registersysteem dat bestaat uit registers, in de vorm van gestandaardiseerde elektronische databases met gemeenschappelijke gegevens, en uit het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap. Zij voorziet tevens in een systeem voor efficiënte communicatie tussen het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap en het onafhankelijk transactielogboek van het UNFCCC.

Artikel 2

Definities

Voor de toepassing van deze verordening gelden de in artikel 3 van Richtlijn 2003/87/EG vastgestelde definities. Voorts wordt in deze verordening verstaan onder:

a)

„periode 2005-2007”: de periode van 1 januari 2005 tot en met 31 december 2007 zoals bedoeld in artikel 11, lid 1, van Richtlijn 2003/87/EG;

b)

„periode 2008-2012 en volgende periodes van vijf jaar”: de periode van 1 januari 2008 tot en met 31 december 2012 plus daaropvolgende periodes van vijf jaar zoals bedoeld in artikel 11, lid 2, van Richtlijn 2003/87/EG;

c)

„rekeninghouder”: een ieder die in het bezit is van een rekening in het registersysteem;

d)

„toegewezen hoeveelheid”: de hoeveelheid broeikasgasemissies in ton kooldioxide-equivalent die is berekend op basis van de overeenkomstig artikel 7 van Beschikking 280/2004/EG bepaalde emissieniveaus;

e)

„toegewezen eenheid” (AAU): een overeenkomstig artikel 7, lid 3, van Beschikking 280/2004/EG verleende eenheid;

f)

„gemachtigd vertegenwoordiger”: een natuurlijke persoon die overeenkomstig artikel 23 is gemachtigd de centrale administrateur, een registeradministrateur, een rekeninghouder of een verificateur te vertegenwoordigen;

g)

„CDM-register”: het register van het mechanisme voor schone ontwikkeling dat is aangelegd en wordt beheerd en bijgehouden door het uitvoeringsorgaan van het mechanisme voor schone ontwikkeling overeenkomstig artikel 12 van het Kyoto-protocol en de krachtens het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering (UNFCCC) of het Kyoto-protocol genomen besluiten;

h)

„centrale administrateur”: degene die overeenkomstig artikel 20 van Richtlijn 2003/87/EG door de Commissie is aangewezen om het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap te beheren en bij te houden;

i)

„onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap”: het onafhankelijk transactielogboek waarin bij artikel 20, lid 1, van Richtlijn 2003/87/EG is voorzien voor de registratie van de verlening, de overdracht en de annulering van emissierechten en dat is aangelegd en wordt beheerd en bijgehouden overeenkomstig artikel 5;

j)

„bevoegde autoriteit”: de overeenkomstig artikel 18 van Richtlijn 2003/87/EG door een lidstaat aangewezen autoriteit of autoriteiten;

k)

„discrepantie”: een via het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap of van het UNFCCC ontdekte onregelmatigheid waarbij het voorgestelde proces niet in overeenstemming is met de in Richtlijn 2003/87/EG vermelde eisen zoals die in deze verordening zijn uitgewerkt, noch met de overeenkomstig het UNFCCC of het Kyoto-protocol opgestelde eisen;

l)

„emissierechten wegens overmacht”: overeenkomstig artikel 29 van Richtlijn 2003/87/EG op grond van overmacht verleende extra rechten;

m)

„afwijking”: een via het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap of van het UNFCCC ontdekte onregelmatigheid waarbij de door een register als onderdeel van het periodieke afstemmingsproces verstrekte informatie over emissierechten, rekeningen of Kyoto-eenheden afwijkt van de informatie in het desbetreffende onafhankelijk transactielogboek;

n)

„Kyoto-eenheid”: een AAU, RMU, ERU (emissiereductie-eenheid) of CER (gecertificeerde emissiereductie);

o)

„proces”: elk van de in artikel 32 bedoelde processen;

p)

„register”: een overeenkomstig artikel 6 van Beschikking 280/2004/EG aangelegd, beheerd en bijgehouden register, waarin een overeenkomstig artikel 19 van Richtlijn 2003/87/EG aangelegd register is opgenomen;

q)

„registeradministrateur”: de door een lidstaat of de Commissie aangewezen bevoegde autoriteit, personen of persoon die een register beheert/beheren en bijhoudt/bijhouden overeenkomstig de voorschriften van Richtlijn 2003/87/EG, Beschikking 280/2004/EG en deze verordening;

r)

„verwijderingseenheid” (RMU): een overeenkomstig artikel 3 van het Kyoto-protocol verleende eenheid;

s)

„voorlopige CER” (tCER): een CER die is verleend voor een projectactiviteit voor bebossing of herbebossing in het kader van het CDM die, afhankelijk van de krachtens het UNFCCC of het Kyoto-protocol genomen besluiten, afloopt aan het eind van de verbintenisperiode volgende op die waarin zij is verleend;

t)

„langetermijn-CER” (lCER): een CER die is verleend voor een projectactiviteit voor bebossing of herbebossing in het kader van het CDM die, afhankelijk van de krachtens het UNFCCC of het Kyoto-protocol genomen besluiten, afloopt aan het eind van de kredietperiode van de projectactiviteit voor bebossing of herbebossing in het kader van het CDM waarvoor zij is verleend;

u)

„register van een derde land”: een register dat is aangelegd en wordt beheerd en bijgehouden door een in bijlage B bij het Kyoto-protocol vermeld land dat het Kyoto-protocol heeft bekrachigd en geen lidstaat is;

v)

„transactie”: verlening, overdracht, verwerving, inlevering, annulering en vervanging van emissierechten, verlening, overdracht, verwerving, annulering en afboeking van ERU’s, CER’s, AAU’s en RMU’s en overbrenging van ERU’s, CER’s en AAU’s;

w)

„onafhankelijk transactielogboek van het UNFCCC”: het onafhankelijk transactielogboek dat is aangelegd en wordt beheerd en bijgehouden door het secretariaat van het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering;

x)

„verificateur”: een bevoegde, onafhankelijke en erkende verificatie-instantie die verantwoordelijkheid draagt voor de uitvoering van en de rapportage over het verificatieproces, overeenkomstig de door de lidstaat krachtens bijlage V bij Richtlijn 2003/87/EG vastgestelde gedetailleerde voorschriften;

y)

„jaar”: een kalenderjaar, bepaald op basis van Greenwich Mean Time.

HOOFDSTUK II

REGISTERS EN TRANSACTIELOGBOEKEN

Artikel 3

Registers

1.   Uiterlijk op de dag na de inwerkingtreding van deze richtlijn wordt door elke lidstaat en door de Commissie een register in de vorm van een gestandaardiseerde elektronische database aangelegd.

2.   Elk register omvat de in bijlage I omschreven hardware en software, is toegankelijk via het Internet en voldoet aan de bij deze richtlijn opgelegde functionele en technische specificaties.

3.   Elk register is uiterlijk op de dag na de inwerkingtreding van deze richtlijn geschikt voor de correcte uitvoering van alle in bijlage VIII omschreven processen inzake geverifieerde emissies en rekeningen, het in bijlage X omschreven afstemmingsproces en alle in bijlage XI omschreven administratieve processen.

Elk register is uiterlijk op de dag na de inwerkingtreding van deze richtlijn geschikt voor de correcte uitvoering van alle in bijlage IX omschreven processen inzake emissierechten en Kyoto-eenheden, met uitzondering van de processen van de types 04-00, 06-00, 07-00 en 08-00.

Elk register is per 31 maart 2005 geschikt voor de correcte uitvoering van de in bijlage IX omschreven processen inzake emissierechten en Kyoto-eenheden van de types 04-00, 06-00, 07-00 en 08-00.

Artikel 4

Geconsolideerde registers

Een lidstaat of de Commissie mag zijn/haar register samen met één of meer andere lidstaten of de Gemeenschap in geconsolideerde vorm aanleggen, beheren en bijhouden, mits zijn/haar register een afzonderlijke entiteit blijft.

Artikel 5

Onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap

1.   Het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap wordt uiterlijk op de dag na de inwerkingtreding van deze richtlijn door de Commissie opgezet in de vorm van een gestandaardiseerde elektronische database.

2.   Het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap omvat de in bijlage I omschreven hardware en software, is toegankelijk via het Internet en voldoet aan de bij deze richtlijn opgelegde functionele en technische specificaties.

3.   De overeenkomstig artikel 20 van Richtlijn 2003/87/EG aangewezen centrale administrateur beheert het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap en houdt dit bij overeenkomstig de bepalingen van deze verordening.

4.   De centrale administrateur zorgt voor de in bijlage XI bedoelde administratieve processen om bij te dragen tot de integriteit van de gegevens binnen het registersysteem.

5.   De centrale administrateur voert alleen processen met betrekking tot emissierechten, geverifieerde emissies, rekeningen of Kyoto-eenheden uit wanneer dit nodig is voor zijn functioneren als centrale administrateur.

6.   Het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap is uiterlijk op de dag na de inwerkingtreding van deze richtlijn geschikt voor de correcte uitvoering van alle in bijlage VIII en bijlage IX omschreven processen inzake emissierechten, geverifieerde emissies, rekeningen of Kyoto-eenheden.

Het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap is uiterlijk op de dag na de inwerkingtreding van deze richtlijn geschikt voor de correcte uitvoering van het in bijlage X omschreven afstemmingsproces en de in bijlage XI omschreven administratieve processen.

Artikel 6

Communicatieverbinding tussen registers en het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap

1.   Een communicatieverbinding tussen elk register en het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap wordt per 31 december 2004 tot stand gebracht.

De centrale administrateur activeert de communicatieverbinding nadat de in bijlage XIII omschreven testprocedures en de in bijlage XIV omschreven initialisatieprocedures met succes zijn voltooid, en stelt de registeradministrateur daarvan in kennis.

2.   Vanaf 1 januari 2005 totdat de in artikel 7 bedoelde communicatieverbinding tot stand is gebracht worden alle processen inzake emissierechten, geverifieerde emissies en rekeningen afgewikkeld door gegevensuitwisseling via het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap.

3.   De Commissie kan de centrale administrateur opdracht geven een door een register geïnitieerd proces als bedoeld in bijlage VIII of bijlage IX tijdelijk op te schorten wanneer dit niet overeenkomstig de artikelen 32 tot en met 37 wordt uitgevoerd.

De Commissie kan de centrale administrateur opdracht geven de communicatieverbinding tussen een register en het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap tijdelijk op te schorten of de in de bijlagen VIII en IX bedoelde processen geheel of gedeeltelijk op te schorten indien dat register niet overeenkomstig de bepalingen van deze verordening wordt beheerd en bijgehouden.

Artikel 7

Communicatieverbinding tussen de onafhankelijk transactielogboeken

Een communicatieverbinding tussen het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap en het onafhankelijk transactielogboek van het UNFCCC wordt onverwijld tot stand gebracht zodra het onafhankelijk transactielogboek van het UNFCCC is opgezet.

Nadat deze verbinding tot stand is gebracht worden alle processen inzake emissierechten, geverifieerde emissies, rekeningen en Kyoto-eenheden afgewikkeld door gegevensuitwisseling via het onafhankelijk transactielogboek van het UNFCCC, waarna de gegevensstroom naar het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap wordt geleid.

Artikel 8

Registeradministrateurs

1.   Elke lidstaat en de Commissie wijzen een registeradministrateur aan met als taak zijn/haar register te beheren en bij te houden overeenkomstig de bepalingen van deze verordening.

De lidstaten en de Commissie zien erop toe dat er geen sprake is van een belangenconflict tussen de registeradministrateur en de rekeninghouders of tussen de registeradministrateur en de centrale administrateur.

2.   Elke lidstaat stelt de Commissie per 1 september 2004 overeenkomstig de in bijlage XIV bedoelde initialisatieprocedures in kennis van de identiteit en de contactgegevens van de voor zijn register aangestelde registeradministrateur.

3.   De lidstaten en de Commissie behouden de eindverantwoordelijkheid en -bevoegdheid voor het beheer en het bijhouden van hun registers.

4.   De Commissie coördineert de tenuitvoerlegging van de voorschriften van deze verordening met de registeradministrateurs van elke lidstaat en de centrale administrateur.

HOOFDSTUK III

INHOUD VAN DE REGISTERS

AFDELING 1

Rapportage en vertrouwelijkheid

Artikel 9

Rapportage

1.   Elke registeradministrateur stelt de in bijlage XVI bedoelde informatie met de in die bijlage bepaalde frequentie op een transparante en georganiseerde wijze ter beschikking aan de in genoemde bijlage vermelde ontvangers via de website van zijn register. Registeradministrateurs geven geen bijkomende in het register opgeslagen informatie vrij.

2.   De centrale administrateur stelt de in bijlage XVI bedoelde informatie met de in die bijlage bepaalde frequentie op een transparante en georganiseerde wijze ter beschikking aan de in genoemde bijlage vermelde ontvangers via de website van het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap. De centrale administrateur geeft geen bijkomende in het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap opgeslagen informatie vrij.

3.   Elke website biedt de ontvangers van de in bijlage XVI vermelde verslagen de mogelijkheid deze met behulp van zoekfaciliteiten te raadplegen.

4.   Elke registeradministrateur is verantwoordelijk voor de juistheid van de informatie die afkomstig is van zijn register en via de website van het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap beschikbaar wordt gesteld.

5.   Noch het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap, noch de registers kunnen van rekeninghouders verlangen dat zij prijsinformatie met betrekking tot emissierechten of Kyoto-eenheden overleggen.

Artikel 10

Vertrouwelijkheid

1.   Alle informatie, met inbegrip van gegevens over het tegoed van alle rekeningen en alle verrichte transacties, die in de registers en in het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap is opgeslagen wordt als vertrouwelijk beschouwd, tenzij zij wordt gebruikt voor de tenuitvoerlegging van de voorschriften van deze verordening, Richtlijn 2003/87/EG of nationale wetgeving.

2.   In de registers opgeslagen informatie kan niet worden gebruikt zonder voorafgaande toestemming van de betrokken rekeninghouder, behalve voor het beheer en het bijhouden van die registers overeenkomstig de bepalingen van deze verordening.

3.   Elke bevoegde autoriteit en elke registeradministrateur voert alleen processen inzake emissierechten, geverifieerde emissies, rekeningen of Kyoto-eenheden uit wanneer dit nodig is voor haar/zijn functioneren als bevoegde autoriteit of registeradministrateur.

AFDELING 2

Rekeningen

Artikel 11

Rekeningen

1.   Vanaf 1 januari 2005 omvat elk register ten minste één overeenkomstig artikel 12 gecreëerde partijtegoedrekening.

2.   Vanaf 1 januari 2005 omvat elk register van een lidstaat voor elke installatie een overeenkomstig artikel 15 gecreëerde exploitanttegoedrekening en omvat elk register voor elke persoon ten minste één overeenkomstig artikel 19 gecreëerde persoonstegoedrekening.

3.   Vanaf 1 januari 2005 omvat elk register een afboekingsrekening en annuleringsrekening voor de periode 2005-2007 en een annuleringsrekening voor de periode 2008-2012, gecreëerd overeenkomstig artikel 12.

4.   Vanaf 1 januari 2008 en vanaf 1 januari van het eerste jaar van elke volgende periode van vijf jaar omvat elk register voor de periode 2008-2012 en elke volgende periode van vijf jaar een overeenkomstig artikel 12 gecreëerde afboekingsrekening alsook de annulerings- en vervangingsrekeningen, eveneens gecreëerd overeenkomstig genoemd artikel, die vereist zijn volgens de desbetreffende krachtens het UNFCCC of het Kyoto-protocol genomen besluiten.

5.   Tenzij anders bepaald kunnen op alle rekeningen emissierechten en Kyoto-eenheden staan.

AFDELING 3

Partijtegoedrekeningen

Artikel 12

Creëren van partijtegoedrekeningen

1.   De desbetreffende instanties van de lidstaten en de Commissie dienen bij hun respectieve registeradministrateur een aanvraag in voor het creëren van de in artikel 11, lid 1, lid 3 en lid 4, bedoelde rekeningen in hun registers.

De aanvrager verstrekt de registeradministrateur de informatie die redelijkerwijs door deze kan worden verlangd. Deze informatie omvat de gegevens als bedoeld in bijlage IV.

2.   Binnen 10 dagen na ontvangst van een aanvraag overeenkomstig lid 1 of na de activering van de communicatieverbinding tussen het register en het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap, naar gelang welke datum de laatste is, creeert de registeradministrateur de rekening in het register overeenkomstig het in bijlage VIII omschreven proces voor het creëren van rekeningen.

3.   De in lid 1 bedoelde aanvrager stelt zijn registeradministrateur binnen 10 dagen in kennis van elke wijziging in de overeenkomstig lid 1 aan deze verstrekte informatie. Binnen 10 dagen na ontvangst van deze kennisgeving werkt de registeradministrateur deze informatie bij overeenkomstig het in bijlage VIII omschreven proces voor de bijwerking van rekeningen.

4.   De registeradministrateur kan van de in lid 1 bedoelde aanvragers verlangen dat zij ermee instemmen te voldoen aan redelijke bepalingen en voorwaarden met betrekking tot de in bijlage V vermelde kwesties.

Artikel 13

Afsluiten van partijtegoedrekeningen

Binnen 10 dagen na ontvangst van een aanvraag van de desbetreffende instantie van de lidstaat of van de Commissie om een partijtegoedrekening af te sluiten, sluit de registeradministrateur de rekening af overeenkomstig het in bijlage VIII omschreven proces voor het afsluiten van rekeningen.

Artikel 14

Kennisgeving

De registeradministrateur stelt de rekeninghouder onmiddellijk in kennis van het creëren of de bijwerking respectievelijk de afsluiting van zijn partijtegoedrekeningen.

AFDELING 4

Exploitanttegoedrekeningen

Artikel 15

Creëren van exploitanttegoedrekeningen

1.   Binnen 14 dagen na de verlening van elke vergunning voor broeikasgasemissies aan de exploitant van een installatie die niet eerder door een dergelijke vergunning gedekt is geweest of na de activering van de communicatieverbinding tussen het register en het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap, naar gelang welke datum de laatste is, verstrekt de bevoegde autoriteit, of de exploitant wanneer de bevoegde autoriteit dit verlangt, de in bijlage III omschreven informatie aan de registeradministrateur van het register van de lidstaat.

2.   Binnen 10 dagen na ontvangst van de in lid 1 bedoelde informatie of na de activering van de communicatieverbinding tussen het register en het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap, naar gelang welke datum de laatste is, creëert de registeradministrateur voor elke installatie in zijn register een exploitanttegoedrekening als bedoeld in artikel 11, lid 2, overeenkomstig het in bijlage VIII beschreven proces voor het creëren van rekeningen.

3.   De bevoegde autoriteit, of de exploitant wanneer de bevoegde autoriteit dit verlangt, stelt de registeradministrateur binnen 10 dagen in kennis van elke wijziging in de overeenkomstig lid 1 aan deze verstrekte informatie. Binnen 10 dagen na ontvangst van deze kennisgeving werkt de registeradministrateur de gegevens over de exploitant bij overeenkomstig het in bijlage VIII omschreven proces voor de bijwerking van rekeningen.

4.   De registeradministrateur kan van exploitanten verlangen dat zij ermee instemmen te voldoen aan redelijke bepalingen en voorwaarden met betrekking tot de in bijlage V vermelde kwesties.

Artikel 16

Tegoeden aan Kyoto-eenheden op exploitanttegoedrekeningen

Op een exploitanttegoedrekening kunnen Kyoto-eenheden staan wanneer de wetgeving van de lidstaat of de communautaire wetgeving dit toestaat.

Artikel 17

Afsluiten van exploitanttegoedrekeningen

1.   Binnen 10 dagen na de intrekking of inlevering van een vergunning voor broeikasgasemissies voor een installatie, die bijgevolg niet langer door een dergelijke vergunning gedekt is, stelt de bevoegde autoriteit de registeradministrateur daarvan in kennis. Onverminderd lid 2 sluit de registeradministrateur overeenkomstig het in bijlage VIII omschreven proces voor het afsluiten van rekeningen alle exploitanttegoedrekeningen waarop de intrekking of inlevering betrekking heeft af op 30 juni van het jaar na de intrekking of inlevering indien de boeking in de nalevingsstatustabel in het afgelopen jaar voor de betrokken installatie hoger is dan of gelijk is aan nul. Indien de boeking in de nalevingsstatustabel in het afgelopen jaar voor de betrokken installatie lager is dan nul, sluit de registeradministrateur haar rekening de dag nadat de boeking hoger is dan of gelijk is aan nul, dan wel de dag nadat de bevoegde autoriteit de registeradministrateur opdracht heeft gegeven de rekening af te sluiten omdat redelijkerwijs geen verdere inlevering van emissierechten door de exploitant van de installatie te verwachten is.

2.   Indien een exploitanttegoedrekening die door de registeradministrateur overeenkomstig lid 1 moet worden afgesloten een positief saldo aan emissierechten of Kyoto-eenheden te zien geeft, verzoekt de registeradministrateur de exploitant eerst een andere rekening binnen het registersysteem te vermelden waarop de betrokken emissierechten of Kyoto-eenheden moeten worden overgedragen. Indien de exploitant niet binnen 60 dagen op het verzoek van de registeradministrateur heeft gereageerd, draagt de registeradministrateur het saldo over naar de partijtegoedrekening.

Artikel 18

Kennisgeving

De registeradministrateur stelt de rekeninghouder onmiddellijk in kennis van het creëren, de bijwerking of de afsluiting van zijn exploitanttegoedrekening.

AFDELING 5

Persoonstegoedrekeningen

Artikel 19

Creëren van persoonstegoedrekeningen

1.   Een aanvraag voor het creëren van een persoonstegoedrekening wordt ingediend bij de registeradministrateur van het betrokken register.

De aanvrager verstrekt de registeradministrateur de informatie die redelijkerwijs door deze kan worden verlangd. Deze informatie omvat de gegevens als bedoeld in bijlage IV.

2.   Binnen 10 dagen na ontvangst van een aanvraag overeenkomstig lid 1 of na de activering van de communicatieverbinding tussen het register en het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap, naar gelang welke datum de laatste is, creeert de registeradministrateur een persoonstegoedrekening in zijn register overeenkomstig het in bijlage VIII beschreven proces voor het creëren van rekeningen.

De registeradministrateur creëert niet meer dan 99 persoonstegoedrekeningen op naam van enige persoon in zijn register.

3.   De aanvrager stelt de registeradministrateur binnen 10 dagen in kennis van elke wijziging in de overeenkomstig lid 1 aan deze verstrekte informatie. Binnen 10 dagen na ontvangst van deze kennisgeving werkt de registeradministrateur de gegevens over de betrokken persoon bij overeenkomstig het in bijlage VIII omschreven proces voor de bijwerking van rekeningen.

4.   De registeradministrateur kan van de in lid 1 bedoelde aanvragers verlangen dat zij ermee instemmen te voldoen aan redelijke bepalingen en voorwaarden met betrekking tot de in bijlage V vermelde kwesties.

Artikel 20

Tegoeden aan Kyoto-eenheden op persoonstegoedrekeningen

Op een persoonstegoedrekening kunnen Kyoto-eenheden staan wanneer de wetgeving van de lidstaat of de communautaire wetgeving dit toestaat.

Artikel 21

Afsluiten van persoonstegoedrekeningen

1.   Binnen 10 dagen na ontvangst van een aanvraag van een persoon om een persoonstegoedrekening af te sluiten, sluit de registeradministrateur de rekening af overeenkomstig het in bijlage VIII omschreven proces voor het afsluiten van rekeningen.

2.   Indien het saldo op een persoonstegoedrekening nul bedraagt en tijdens een periode van 12 maanden geen transacties zijn geregistreerd, stelt de registeradministrateur de rekeninghouder ervan in kennis dat de tegoedrekening binnen 60 dagen wordt afgesloten, tenzij de registeradministrateur binnen die termijn een verzoek van de rekeninghouder ontvangt om de tegoedrekening te handhaven. Indien de registeradministrateur geen dergelijk verzoek van de rekeninghouder ontvangt, sluit hij de rekening af overeenkomstig het in bijlage VIII omschreven proces voor het afsluiten van rekeningen.

Artikel 22

Kennisgeving

De registeradministrateur stelt elke rekeninghouder onmiddellijk in kennis van het creëren, de bijwerking of de afsluiting van zijn persoonstegoedrekening.

Artikel 23

Gemachtigde vertegenwoordigers

1.   Elke rekeninghouder stelt een primaire en een secundaire gemachtigde vertegenwoordiger aan voor elke overeenkomstig de artikelen 12, 15 en 19 gecreëerde rekening. Aan de registeradministrateur gerichte verzoeken om bepaalde processen uit te voeren worden door een gemachtigde vertegenwoordiger namens de rekeninghouder ingediend.

2.   Elke lidstaat en de Commissie kunnen rekeninghouders in zijn/haar register toestaan een bijkomende gemachtigde vertegenwoordiger aan te stellen wiens instemming naast die van de primaire of de secundaire gemachtigde vertegenwoordiger vereist is om een verzoek bij zijn/haar registeradministrateur in te dienen om één of meer processen krachtens de artikelen 49, lid 1, 52, 53 en 62 uit te voeren.

3.   Elke verificateur stelt ten minste één gemachtigde vertegenwoordiger aan die de boeking van de jaarlijkse geverifieerde emissies voor een installatie in de tabel met geverifieerde emissies overeenkomstig artikel 51, lid 1, moet uitvoeren of goedkeuren.

4.   Elke registeradministrateur en de centrale administrateur stellen ten minste één gemachtigde vertegenwoordiger aan die namens de betrokken administrateur zijn register en het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap moet beheren en bijhouden.

AFDELING 6

Tabellen

Artikel 24

Tabellen

1.   Vanaf 1 januari 2005 omvat elk register van een lidstaat een tabel met geverifieerde emissies, een tabel met ingeleverde emissierechten en een nalevingsstatustabel.

Elk register mag bijkomende tabellen voor andere doeleinden omvatten.

2.   Het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap omvat per lidstaat telkens één tabel over het nationale toewijzingsplan voor de periode 2005-2007, de periode 2008-2012 en elke volgende periode van vijf jaar.

Het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap mag bijkomende tabellen voor andere doeleinden omvatten.

3.   De tabellen in elk register van een lidstaat bevatten de in bijlage II genoemde informatie. De exploitanttegoedrekeningen en persoonstegoedrekeningen bevatten de in bijlage XVI genoemde informatie.

De tabel over het nationale toewijzingsplan in het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap bevat de in bijlage XIV genoemde informatie.

AFDELING 7

Codes en identificatoren

Artikel 25

Codes

Elk register omvat de in bijlage VII vermelde invoercodes en de in bijlage XII vermelde responscodes om een correcte interpretatie van de tijdens elk proces uitgewisselde informatie te garanderen.

Artikel 26

Rekeningidentificatiecodes en alfanumerieke identificatoren

Alvorens een rekening te creëren kent de registeradministrateur daaraan steeds een unieke identificatiecode toe, alsook de alfanumerieke identificator die door de rekeninghouder is opgegeven als onderdeel van de overeenkomstig bijlage III respectievelijk bijlage IV verstrekte informatie. Alvorens een rekening te creëren kent de registeradministrateur tevens aan de rekeninghouder een unieke rekeninghouderidentificatiecode toe die de in bijlage VI vermelde elementen omvat.

HOOFDSTUK IV

CONTROLES EN PROCESSEN

AFDELING 1

Blokkeren van rekeningen

Artikel 27

Blokkeren van exploitanttegoedrekeningen

1.   Indien op 1 april van elk jaar, te beginnen met 2006, de jaarlijkse geverifieerde emissies van een installatie voor het voorgaande jaar niet zijn ingevoerd in de tabel met geverifieerde emissies overeenkomstig het in bijlage VIII omschreven proces voor het invoeren van geverifieerde emissies, blokkeert de registeradministrateur de overdracht van alle emissierechten vanaf de exploitanttegoedrekening voor die installatie.

2.   Wanneer de jaarlijkse geverifieerde emissies van de installatie voor het in lid 1 bedoelde jaar zijn ingevoerd in de tabel met geverifieerde emissies, geeft de registeradministrateur de rekening weer vrij.

3.   De registeradministrateur stelt de rekeninghouder en de bevoegde autoriteit onmiddellijk in kennis van de eventuele blokkering en vrijgave van elke exploitanttegoedrekening.

4.   Lid 1 is niet van toepassing op inlevering van emissierechten overeenkomstig artikel 52 of annulering en vervanging van emissierechten overeenkomstig de artikelen 60 en 61.

AFDELING 2

Geautomatiseerde controles en het afstemmingsproces

Artikel 28

Opsporing van discrepanties via het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap

1.   De centrale administrateur zorgt ervoor dat via het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap de in bijlage VIII, bijlage IX en bijlage XI omschreven geautomatiseerde controles worden uitgevoerd voor alle processen met betrekking tot emissierechten, geverifieerde emissies, rekeningen en Kyoto-eenheden, ten einde te garanderen dat zich geen discrepanties voordoen.

2.   Indien bij de in lid 1 bedoelde geautomatiseerde controles een discrepantie wordt vastgesteld in een proces overeenkomstig bijlage VIII, bijlage IX en bijlage XI, stelt de centrale administrateur de betrokken registeradministrateur(s) onmiddellijk daarvan in kennis door middel van een geautomatiseerde respons waarin de precieze aard van de discrepantie wordt aangegeven met gebruikmaking van de in bijlage VIII, bijlage IX en bijlage XI vermelde responscodes. Na ontvangst van een dergelijke responscode voor een proces overeenkomstig bijlage VIII of bijlage IX, beëindigt de registeradministrateur van het initiatiefnemende register het proces en stelt hij het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap daarvan in kennis. De centrale administrateur werkt de in het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap opgeslagen informatie niet bij. De betrokken registeradministrateur(s) stelt/stellen de desbetreffende rekeninghouders onmiddellijk ervan in kennis dat het proces is beëindigd.

Artikel 29

Opsporing van afwijkingen via het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap

1.   De centrale administrateur zorgt ervoor dat via het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap het in bijlage X omschreven afstemmingsproces wordt gestart. Daartoe worden in het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap alle processen betreffende emissierechten, rekeningen en Kyoto-eenheden geregistreerd.

Door middel van dit proces wordt via het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap nagegaan of de tegoeden aan Kyoto-eenheden en emissierechten op elke rekening in een register identiek zijn met de in het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap opgeslagen gegevens.

2.   Indien bij het afstemmingsproces een afwijking wordt vastgesteld, stelt de centrale administrateur de betrokken registeradministrateur(s) onmiddellijk daarvan in kennis. Indien de afwijking niet wordt opgelost, zorgt de centrale administrateur ervoor dat het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap geen verdere processen overeenkomstig bijlage VIII en bijlage IX doorgang laat vinden die verband houden met emissierechten, rekeningen of Kyoto-eenheden waarop de afwijking betrekking heeft.

Artikel 30

Opsporing van discrepanties en afwijkingen via het onafhankelijk transactielogboek van het UNFCCC

1.   Indien het onafhankelijk transactielogboek van het UNFCCC na een geautomatiseerde controle de betrokken registeradministrateur(s) in kennis stelt van een discrepantie in een proces, beëindigt de registeradministrateur van het initiatiefnemende register het proces en stelt hij het onafhankelijk transactielogboek van het UNFCCC daarvan in kennis. De betrokken registeradministrateur(s) stelt/stellen de desbetreffende rekeninghouders onmiddellijk ervan in kennis dat het proces is beëindigd.

2.   Indien door het onafhankelijk transactielogboek van het UNFCCC een afwijking is vastgesteld, zorgt de centrale administrateur ervoor dat het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap geen verdere processen overeenkomstig bijlage VIII en bijlage IX doorgang laat vinden die verband houden met Kyoto-eenheden waarop de afwijking betrekking heeft en die niet door het onafhankelijk transactielogboek van het UNFCCC aan geautomatiseerde controles worden onderworpen.

Artikel 31

Geautomatiseerde controles binnen het register

Vóór en tijdens de uitvoering van alle processen zorgt de registeradministrateur ervoor dat binnen het register passende geautomatiseerde controles worden verricht, ten einde reeds discrepanties op te sporen en de desbetreffende processen te beëindigen voordat door het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap of van het UNFCCCgeautomatiseerde controles worden uitgevoerd.

AFDELING 3

Uitvoering en definitieve afronding van processen

Artikel 32

Processen

Elk proces doorloopt de volledige in bijlage VIII, bijlage IX, bijlage X en bijlage XI voor dat procestype aangegeven sequens voor berichtenuitwisseling. Elk bericht voldoet aan de eisen inzake formaat en informatie-inhoud die zijn omschreven met gebruikmaking van WSDL (Web Service Description Language), en zijn ontwikkeld overeenkomstig het UNFCCC of het Kyoto-protocol.

Artikel 33

Identificatiecodes

De registeradministrateur kent aan elk in bijlage VIII bedoeld proces een unieke correlatie-identificatiecode en aan elk in bijlage IX bedoeld proces een unieke transactie-identificatiecode toe. Elk van die identificatiecodes omvat de in bijlage VI vermelde elementen.

Artikel 34

Definitieve afronding van processen inzake rekeningen en geverifieerde emissies

Alle in bijlage VIII bedoelde processen zijn definitief afgerond wanneer beide onafhankelijke transactielogboeken het initiatiefnemende register ervan in kennis stellen dat zij geen discrepanties hebben vastgesteld in het door het initiatiefnemende register toegezonden voorstel.

Totdat de communicatieverbinding tussen het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap en het onafhankelijk transactielogboek van het UNFCCC tot stand is gebracht, zijn alle in bijlage VIII bedoelde processen echter definitief afgerond wanneer het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap het initiatiefnemende register ervan in kennis stelt dat het geen discrepanties heeft vastgesteld in het door het initiatiefnemende register toegezonden voorstel.

Artikel 35

Definitieve afronding van processen inzake transacties binnen registers

Alle in bijlage IX bedoelde processen, behalve externe overdracht, zijn definitief afgerond wanneer beide onafhankelijke transactielogboeken het initiatiefnemende register ervan in kennis stellen dat zij geen discrepanties hebben vastgesteld in het door het initiatiefnemende register toegezonden voorstel, en het initiatiefnemende register naar beide onafhankelijke transactielogboeken een bevestiging heeft gestuurd dat het zijn opgeslagen gegevens overeenkomstig het voorstel heeft bijgewerkt.

Totdat de communicatieverbinding tussen het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap en het onafhankelijk transactielogboek van het UNFCCC tot stand is gebracht, zijn alle in bijlage IX bedoelde processen, behalve externe overdracht, echter definitief afgerond wanneer het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap het initiatiefnemende register ervan in kennis stelt dat het geen discrepanties heeft vastgesteld in het door het initiatiefnemende register toegezonden voorstel, en het initiatiefnemende register naar het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap een bevestiging heeft gestuurd dat het zijn opgeslagen gegevens overeenkomstig het voorstel heeft bijgewerkt.

Artikel 36

Definitieve afronding van het proces inzake externe overdracht

Het proces inzake externe overdracht is definitief afgerond wanneer beide onafhankelijke transactielogboeken het verwervende register ervan in kennis stellen dat zij geen discrepanties hebben vastgesteld in het door het initiatiefnemende register toegezonden voorstel, en het verwervende register naar beide onafhankelijke transactielogboeken een bevestiging heeft gestuurd dat het zijn opgeslagen gegevens overeenkomstig het voorstel van het initiatiefnemende register heeft bijgewerkt.

Totdat de communicatieverbinding tussen het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap en het onafhankelijk transactielogboek van het UNFCCC tot stand is gebracht, is het proces inzake externe overdracht echter definitief afgerond wanneer het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap het verwervende register ervan in kennis stelt dat het geen discrepanties heeft vastgesteld in het door het initiatiefnemende register toegezonden voorstel, en het verwervende register naar het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap een bevestiging heeft gestuurd dat het zijn opgeslagen gegevens overeenkomstig het voorstel van het initiatiefnemende register heeft bijgewerkt.

Artikel 37

Definitieve afronding van het afstemmingsproces

Het in bijlage X bedoelde afstemmingsproces is definitief afgerond wanneer alle afwijkingen tussen de voor een bepaalde datum en tijdstip in een register en in het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap opgeslagen informatie zijn opgelost, en het afstemmingsproces met success opnieuw is gestart en voltooid voor dat register.

HOOFDSTUK V

TRANSACTIES

AFDELING 1

Toewijzing en verlening van emissierechten voor de periode 2005-2007

Artikel 38

Tabel op basis van het nationale toewijzingsplan voor de periode 2005-2007

1.   Per 1 oktober 2004 stelt elke lidstaat de Commissie in kennis van zijn tabel op basis van het nationale toewijzingsplan, die het resultaat is van het krachtens artikel 11 van Richtlijn 2003/87/EG genomen besluit. Indien die tabel gebaseerd is op het aan de Commissie meegedeelde nationale toewijzingsplan en dit niet is verworpen krachtens artikel 9, lid 3, van Richtlijn 2003/87/EG of de voorgestelde wijzigingen daarop door de Commissie zijn aanvaard, geeft de Commissie de centrale administrateur opdracht de tabel op basis van het nationale toewijzingsplan in te voeren in het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap overeenkomstig de in bijlage XIV omschreven initialisatieprocedures.

2.   Een lidstaat deelt elke correctie op zijn nationale toewijzingsplan samen met de corresponderende correctie in de tabel op basis van het nationale toewijzingsplan mee aan de Commissie. Indien de correctie in de tabel op basis van het nationale toewijzingsplan gebaseerd is op het aan de Commissie meegedeelde nationale toewijzingsplan en dit niet is verworpen krachtens artikel 9, lid 3, van Richtlijn 2003/87/EG of de voorgestelde wijzigingen daarop door de Commissie zijn aanvaard, en die correctie in overeenstemming is met de in het nationale toewijzingsplan vermelde methodologieën of het resultaat is van verbeteringen in gegevens, geeft de Commissie de centrale administrateur opdracht de corresponderende correctie aan te brengen in de tabel op basis van het nationale toewijzingsplan die is opgeslagen in het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap overeenkomstig de in bijlage XIV omschreven initialisatieprocedures. In alle andere gevallen deelt de lidstaat de correctie op zijn nationale toewijzingsplan mee aan de Commissie, en indien de Commissie die correctie niet verwerpt volgens de procedure van artikel 9, lid 3, van Richtlijn 2003/87/EG, geeft zij de centrale administrateur opdracht de corresponderende correctie aan te brengen in de tabel op basis van het nationale toewijzingsplan die is opgeslagen in het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap overeenkomstig de in bijlage XIV omschreven initialisatieprocedures.

3.   Indien overeenkomstig lid 2 een correctie is aangebracht na de verlening van emissierechten krachtens artikel 39, en door die correctie de totale hoeveelheid krachtens artikel 39 voor de periode 2005-2007 verleende emissierechten wordt verlaagd, draagt de registeradministrateur het door de bevoegde autoriteit aangegeven aantal emissierechten over van de in artikel 11, lid 1 en lid 2, bedoelde tegoedrekeningen waarop de emissierechten zijn geboekt over naar de annuleringsrekening voor de periode 2005-2007.

De correctie vindt plaats volgens het in bijlage IX omschreven proces voor de correctie van emissierechten.

Artikel 39

Verlening van emissierechten

Nadat de tabel op basis van het nationale toewijzingsplan is ingevoerd in het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap en, behoudens het bepaalde in artikel 38, lid 2, uiterlijk per 28 februari 2005, verleent de registeradministrateur de in de tabel op basis van het nationale toewijzingsplan vermelde totale hoeveelheid aan emissierechten en boekt deze op de partijtegoedrekening.

Bij de verlening van die emissierechten kent de registeradministrateur aan elk emissierecht een unieke eenheidsidentificatiecode toe die de in bijlage VI vermelde elementen omvat.

Emissierechten worden verleend volgens het in bijlage IX omschreven proces voor de verlening van emissierechten (2005-2007).

Artikel 40

Toewijzing van emissierechten aan exploitanten

Onverminderd de artikelen 38, lid 2, en 41, draagt de registeradministrateur, uiterlijk per 28 februari 2005 en per 28 februari van elk volgend jaar voor de periode 2005-2007, van de partijtegoedrekening naar de betrokken exploitanttegoedrekening het aandeel van de krachtens artikel 39 verleende totale hoeveelheid aan emissierechten over dat voor dat jaar aan de betrokken installatie is toegewezen overeenkomstig de desbetreffende afdeling van de tabel op basis van het nationale toewijzingsplan.

Wanneer het nationale toewijzingsplan van de lidstaat daarin voorziet voor een installatie, kan de registeradministateur dat aandeel elk jaar op een latere datum overdragen.

Emissierechten worden toegewezen volgens het in bijlage IX omschreven proces voor de toewijzing van emissierechten.

Artikel 41

Inlevering van emissierechten in opdracht van de bevoegde autoriteit

Indien de bevoegde autoriteit daartoe opdracht geeft krachtens artikel 16, lid 1, van Richtlijn 2003/87/EG, levert de registeradministrateur geheel of gedeeltelijk het aandeel van de krachtens artikel 39 verleende totale hoeveelheid aan emissierechten in dat voor een bepaald jaar aan een installatie is toegewezen, en voert hij daartoe het aantal emissierechten dat wordt ingeleverd in in de afdeling van de tabel met ingeleverde emissierechten die voor dat jaar bestemd is voor die installatie. Deze ingeleverde emissierechten blijven op de partijtegoedrekening staan.

In opdracht van de bevoegde autoriteit ingeleverde emissierechten worden ingeleverd volgens het in bijlage IX omschreven proces voor de toewijzing van emissierechten.

Artikel 42

Toewijzing van emissierechten aan nieuwkomers

Indien de bevoegde autoriteit daartoe opdracht geeft draagt de registeradministrateur een deel van de totale hoeveelheid aan krachtens artikel 39 verleende en nog op de partijtegoedrekening staande emissierechten over naar de exploitanttegoedrekening van een nieuwkomer.

Emissierechten worden overgedragen volgens het in bijlage IX omschreven proces voor interne overdrachten.

Artikel 43

Verlening van emissierechten wegens overmacht

1.   Indien de bevoegde autoriteit daartoe opdracht geeft, verleent de registeradministrateur het krachtens artikel 29 van Richtlijn 2003/87/EG door de Commissie voor de periode 2005-2007 toegestane aantal emissierechten wegens overmacht en boekt dit op de partijtegoedrekening.

Emissierechten wegens overmacht worden verleend volgens het in bijlage IX omschreven proces voor de verlening van emissierechten wegens overmacht.

2.   De registeradministrateur voert het aantal verleende emissierechten wegens overmacht in in de afdelingen van de tabel met ingeleverde emissierechten die bestemd zijn voor de installaties en voor de jaren waarvoor toestemming is gegeven.

3.   Bij de verlening van emissierechten wegens overmacht kent de registeradministrateur aan elk emissierecht wegens overmacht een unieke eenheidsidentificatiecode toe die de in bijlage VI vermelde elementen omvat.

AFDELING 2

Toewijzing en verlening van emissierechten voor de periode 2008-2012 en elke volgende periode van vijf jaar

Artikel 44

Tabel op basis van het nationale toewijzingsplan voor de periode 2008-2012 en elke volgende periode van vijf jaar

1.   Per 1 januari 2007 en vervolgens telkens per de eerste januari 12 maanden voor de aanvang van elke volgende periode van vijf jaar, stelt elke lidstaat de Commissie in kennis van zijn tabel op basis van het nationale toewijzingsplan, die het resultaat is van het krachtens artikel 11 van Richtlijn 2003/87/EG genomen besluit. Indien die tabel gebaseerd is op het aan de Commissie meegedeelde nationale toewijzingsplan en dit niet is verworpen krachtens artikel 9, lid 3, van Richtlijn 2003/87/EG of de voorgestelde wijzigingen daarop door de Commissie zijn aanvaard, geeft de Commissie de centrale administrateur opdracht de tabel op basis van het nationale toewijzingsplan in te voeren in het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap overeenkomstig de in bijlage XIV omschreven initialisatieprocedures.

2.   Een lidstaat deelt elke correctie op zijn nationale toewijzingsplan samen met de corresponderende correctie in de tabel op basis van het nationale toewijzingsplan mee aan de Commissie. Indien de correctie in de tabel op basis van het nationale toewijzingsplan gebaseerd is op het aan de Commissie meegedeelde nationale toewijzingsplan en dit niet is verworpen krachtens artikel 9, lid 3, van Richtlijn 2003/87/EG of de voorgestelde wijzigingen daarop door de Commissie zijn aanvaard, en die correctie het resultaat is van verbeteringen in gegevens, geeft de Commissie de centrale administrateur opdracht de corresponderende correctie aan te brengen in de tabel op basis van het nationale toewijzingsplan die is opgeslagen in het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap overeenkomstig de in bijlage XIV omschreven initialisatieprocedures. In alle andere gevallen deelt de lidstaat de correctie op zijn nationale toewijzingsplan mee aan de Commissie, en indien de Commissie die correctie niet verwerpt volgens de procedure van artikel 9, lid 3, van Richtlijn 2003/87/EG, geeft zij de centrale administrateur opdracht de corresponderende correctie aan te brengen in de tabel op basis van het nationale toewijzingsplan die is opgeslagen in het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap overeenkomstig de in bijlage XIV omschreven initialisatieprocedures.

3.   Indien overeenkomstig lid 2 een correctie is aangebracht na de verlening van emissierechten krachtens artikel 45, en door die correctie de totale hoeveelheid krachtens artikel 45 voor de periode 2008-2012 of daaropvolgende periodes van vijf jaar verleende emissierechten wordt verlaagd, zet de registeradministrateur het door de bevoegde autoriteit aangegeven aantal emissierechten om in AAU’s door het op het emissierecht betrekking hebbende element te verwijderen uit de unieke eenheidsidentificatiecode van elk van die AAU’s, die de in bijlage VI vermelde elementen omvat.

De correctie vindt plaats volgens het in bijlage IX omschreven proces voor de correctie van emissierechten.

Artikel 45

Verlening van emissierechten

Nadat de tabel op basis van het nationale toewijzingsplan is ingevoerd in het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap en, behoudens het bepaalde in artikel 44, lid 2, uiterlijk per 28 februari van het eerste jaar van de periode 2008-2012 en per 28 februari van het eerste jaar van elke volgende periode van vijf jaar, verleent de registeradministrateur de in de tabel op basis van het nationale toewijzingsplan vermelde totale hoeveelheid aan emissierechten en boekt deze op de partijtegoedrekening door een zelfde hoeveelheid op die tegoedrekening staande AAU’s om te zetten in emissierechten.

Deze omzetting vindt plaats door het op het emissierecht betrekking hebbende element toe te voegen aan de unieke eenheidsidentificatiecode van elk van die AAU’s, die de in bijlage VI vermelde elementen omvat.

Emissierechten voor de periode 2008-2012 en elke volgende periode van vijf jaar worden verleend volgens het in bijlage IX omschreven proces voor de verlening van emissierechten (vanaf 2008-2012).

Artikel 46

Toewijzing van emissierechten aan exploitanten

Onverminderd de artikelen 44, lid 2, en 47, draagt de registeradministrateur, uiterlijk per 28 februari 2008 en per 28 februari van elk volgend jaar, van de partijtegoedrekening naar de betrokken exploitanttegoedrekening het aandeel van de krachtens artikel 45 verleende totale hoeveelheid aan emissierechten over dat voor dat jaar aan de betrokken installatie is toegewezen overeenkomstig de desbetreffende afdeling van de tabel op basis van het nationale toewijzingsplan.

Wanneer het nationale toewijzingsplan van de lidstaat daarin voorziet voor een installatie, kan de registeradministrateur dat aandeel elk jaar op een latere datum overdragen.

Emissierechten worden toegewezen volgens het in bijlage IX omschreven proces voor de toewijzing van emissierechten.

Artikel 47

Inlevering van emissierechten in opdracht van de bevoegde autoriteit

Indien de bevoegde autoriteit daartoe opdracht geeft krachtens artikel 16, lid 1, van Richtlijn 2003/87/EG, levert de registeradministrateur geheel of gedeeltelijk het aandeel van de krachtens artikel 45 verleende totale hoeveelheid aan emissierechten in dat voor een bepaald jaar aan een installatie is toegewezen, en voert hij daartoe het aantal emissierechten dat wordt ingeleverd in in de afdeling van de tabel met ingeleverde emissierechten die voor dat jaar bestemd is voor die installatie. Deze ingeleverde emissierechten blijven op de partijtegoedrekening staan.

In opdracht van de bevoegde autoriteit ingeleverde emissierechten worden ingeleverd volgens het in bijlage IX omschreven proces voor de toewijzing van emissierechten.

Artikel 48

Toewijzing van emissierechten aan nieuwkomers

Indien de bevoegde autoriteit daartoe opdracht geeft draagt de registeradministrateur een deel van de totale hoeveelheid aan krachtens artikel 45 verleende en nog op de partijtegoedrekening staande emissierechten over naar de exploitanttegoedrekening van een nieuwkomer.

Emissierechten worden overgedragen volgens het in bijlage IX omschreven proces voor interne overdrachten.

AFDELING 3

Overdrachten en bevoegdheid

Artikel 49

Overdrachten van emissierechten en Kyoto-eenheden door rekeninghouders

1.   De registeradministrateur voert alle overdrachten tussen tegoedrekeningen als bedoeld in artikel 11, lid 1 en lid 2, uit:

a)

binnen zijn register op verzoek van een rekeninghouder, volgens het in bijlage IX omschreven proces voor interne overdrachten;

b)

tussen registers op verzoek van een rekeninghouder voor emissierechten die zijn verleend voor de periode 2007-2007, volgens het in bijlage IX omschreven proces voor externe overdrachten (2005-2007); en

c)

tussen registers op verzoek van een rekeninghouder voor emissierechten die zijn verleend voor de periode 2008-2012 en volgende periodes van vijf jaar, alsook voor Kyoto-eenheden, volgens het in bijlage IX omschreven proces voor externe overdrachten (vanaf 2008-2012).

2.   Emissierechten kunnen alleen van een rekening in een register naar een rekening in een register van een derde land of het CDM-register worden overgedragen en alleen door een rekening in een register van een rekening in een register van een derde land of het CDM-register worden verworven, wanneer een overeenkomst als bedoeld in artikel 25, lid 1, van Richtlijn 2003/87/EG is gesloten en die overdrachten in overeenstemming zijn met alle krachtens artikel 25, lid 2, van Richtlijn 2003/87/EG door de Commissie vastgestelde bepalingen in verband met de wederzijdse erkenning van emissierechten in het kader van die overeenkomst.

Artikel 50

Bevoegdheid en de reserve voor de verbintenisperiode

1.   Een lidstaat kan geen ERU’s of AAU’s overdragen of verwerven, noch CER’s gebruiken, voordat 16 maanden zijn verstreken sinds de indiening van zijn rapport overeenkomstig artikel 7, lid 1, van Beschikking 280/2004/EG, tenzij het secretariaat van het UNFCCC de lidstaat ervan in kennis heeft gesteld dat geen nalevingsprocedures zullen worden ingeleid.

Krachtens artikel 8 van Beschikking 280/2004/EG geeft, indien het secretariaat van het UNFCCC een lidstaat ervan in kennis stelt dat hij niet voldoet aan de eisen die de bevoegdheid geven ERU’s of AAU’s over te dragen of te verwerven of CER’s te gebruiken, de betrokken instantie van de lidstaat de registeradministrateur opdracht de transacties waarvoor die bevoegdheid vereist is, niet uit te voeren.

2.   Wanneer vanaf 1 januari 2008 de tegoeden aan voor de desbetreffende periode van vijf jaar geldende ERU’s, CER’s, AAU’s en RMU’s op de partij-, exploitant- en persoonstegoedrekeningen, alsook de afboekingsrekeningen in een lidstaat het niveau benaderen waarop de reserve voor de verbintenisperiode niet langer in acht wordt genomen, welke reserve overeen dient te komen met 90 % van de aan de lidstaat toegewezen hoeveelheid of 100 % van het vijfvoud van de meest recente geïnventariseerde hoeveelheid waarover de lidstaat beschikt, naar gelang welke waarde de laagste is, stelt de Commissie de lidstaat daarvan in kennis.

AFDELING 4

Geverifieerde emissies

Artikel 51

Geverifieerde emissies van een installatie

1.   Na succesvolle verificatie, overeenkomstig de krachtens bijlage V van Richtlijn 2003/87/EG door de lidstaat vastgestelde gedetailleerde voorschriften, van een verslag van een exploitant over de emissies van een installatie in het afgelopen jaar, voert de verificateur de jaarlijkse geverifieerde emissies voor die installatie voor dat jaar in, of geeft hij daar toestemming voor, in de afdeling van de tabel met geverifieerde emissies die bestemd is voor die installatie voor dat jaar, volgens het in bijlage VIII omschreven proces voor de bijwerking van geverifieerde emissies.

2.   De bevoegde autoriteit kan de registeradministrateur opdracht geven de jaarlijkse geverifieerde emissies voor een installatie voor het afgelopen jaar te corrigeren, met het oog op de naleving van de krachtens bijlage V van Richtlijn 2003/87/EG door de lidstaat vastgestelde gedetailleerde voorschriften, door de gecorrigeerde jaarlijkse geverifieerde emissies voor die installatie voor dat jaar in te voeren in de afdeling van de tabel met geverifieerde emissies die bestemd is voor die installatie voor dat jaar, volgens het in bijlage VIII omschreven proces voor de bijwerking van geverifieerde emissies.

AFDELING 5

Inlevering van emissierechten

Artikel 52

Inlevering van emissierechten

Een exploitant levert emissierechten voor een installatie in door de registeradministrateur te verzoeken, of wanneer hij overeenkomstig de wetgeving van de lidstaat geacht wordt deze te hebben verzocht:

a)

een gespecificeerd aantal emissierechten voor een bepaald jaar over te dragen van de desbetreffende exploitanttegoedrekening naar de partijtegoedrekening in het betrokken register;

b)

het aantal overgedragen emissierechten in te voeren in de afdeling van de tabel met ingeleverde emissierechten die bestemd is voor de betrokken installatie voor dat jaar.

Overdracht en invoer vinden plaats volgens het in bijlage IX omschreven proces voor de inlevering van emissierechten.

Artikel 53

Gebruik van CER’s en ERU’s

Een exploitant die overeenkomstig artikel 11 bis van Richtlijn 2003/87/EG CER’s en ERU’s voor een installatie wil gebruiken verzoekt de registeradministrateur:

a)

een gespecificeerd aantal CER’s of ERU’s voor een bepaald jaar over te dragen van de desbetreffende exploitanttegoedrekening naar de partijtegoedrekening in het betrokken register;

b)

het aantal overgedragen CER’s en ERU’s in te voeren in de afdeling van de tabel met ingeleverde emissierechten die bestemd is voor de betrokken installatie voor dat jaar.

Vanaf 1 januari 2008 accepteert de registeradministrateur alleen nog verzoeken voor het gebruik van CER’s en ERU’s tot het percentage van de toewijzing aan de betrokken installatie is bereikt dat door de lidstaat van die administrateur in zijn nationale toewijzingsplan voor de betrokken periode is vermeld.

Overdracht en invoer vinden plaats volgens het in bijlage IX omschreven proces voor de inlevering van emissierechten.

Artikel 54

Inlevering van emissierechten wegens overmacht

De verlening van emissierechten wegens overmacht overeenkomstig artikel 43 houdt meteen ook de inlevering van deze emissierechten wegens overmacht in.

Artikel 55

Berekening van nalevingsstatuscijfers

Bij de invoering van gegevens in de afdeling van de tabel met ingeleverde emissierechten of van de tabel met geverifieerde emissies die bestemd is voor een installatie bepaalt de registeradministrateur:

a)

tijdens de jaren 2005, 2006 en 2007 het nalevingsstatuscijfer voor die installatie en voor elk jaar door van de som van alle emissierechten die van 2005 tot en met het lopende jaar zijn ingeleverd de som van alle geverifieerde emissies van 2005 tot en met het lopende jaar af te trekken;

b)

tijdens het jaar 2008 en elk volgend jaar het nalevingsstatuscijfer voor die installatie en voor elk jaar door van de som van alle emissierechten die van 2008 tot en met het lopende jaar zijn ingeleverd de som van alle geverifieerde emissies van 2008 tot en met het lopende jaar af te trekken, onder toepassing van een correctiefactor. Deze correctiefactor bedraagt nul indien het cijfer voor 2007 groter is dan nul, maar wordt gehandhaafd op het niveau van 2007 indien het cijfer voor 2007 kleiner is dan of gelijk is aan nul.

Artikel 56

Invoer in de nalevingsstatustabel

1.   De registeradministrateur voert het voor elk jaar overeenkomstig artikel 55 berekende nalevingsstatuscijfer van de installatie in in de afdeling van de nalevingsstatustabel die bestemd is voor die installatie.

2.   Op 1 mei 2006 en op 1 mei van elk volgend jaar deelt de registeradministrateur de nalevingsstatustabel mee aan de bevoegde autoriteit. Bovendien stelt de registeradministrateur de bevoegde autoriteit in kennis van elke wijziging in de met betrekking tot eerdere jaren in de nalevingsstatustabel ingevoerde gegevens.

Artikel 57

Invoer in de tabel met geverifieerde emissies

Indien op 1 mei 2006 en op 1 mei van elk volgend jaar geen cijfer inzake de geverifieerde emissies van een installatie voor het afgelopen jaar is ingevoerd in de tabel met geverifieerde emissies, wordt een eventueel krachtens artikel 16, lid 1, van Richtlijn 2003/87/EG bepaald vervangend emissiecijfer dat niet overeenkomstig de door de lidstaat krachtens bijlage V bij Richtlijn 2003/87/EG vastgestelde gedetailleerde voorschriften is berekend, niet ingevoerd in de tabel met geverifieerde emissies.

AFDELING 6

Annulering en afboeking

Artikel 58

Annulering en afboeking van ingeleverde emissierechten en emissierechten wegens overmacht voor de periode 2005-2007

Op 30 juni 2006, 2007 en 2008 annuleert de registeradministrateur een aantal emissierechten, CER’s en emissierechten wegens overmacht die op grond van de artikelen 52, 53 en 54 op de partijtegoedrekening staan. Het aantal emissierechten, CER’s en emissierechten wegens overmacht dat moet worden geannuleerd is gelijk aan het totale aantal ingeleverde emissierechten dat in de tabel met ingeleverde emissierechten is ingevoerd voor de periodes 1 januari 2005-30 juni 2006, 30 juni 2006-30 juni 2007 en 30 juni 2007-30 juni 2008.

Annulering vindt plaats door CER’s, met uitzondering van CER’s die voortvloeien uit projecten als bedoeld in artikel 11 bis, lid 3, van Richtlijn 2003/87/EG, over te dragen van de partijtegoedrekening naar de annuleringsrekening voor de periode 2008-2012, en door emissierechten en emissierechten wegens overmacht over te dragen van de partijtegoedrekening naar de afboekingsrekening voor de periode 2005-2007, volgens het in bijlage IX omschreven afboekingsproces (2005-2007).

Artikel 59

Annulering en afboeking van ingeleverde emissierechten voor de periode 2008-2012 en volgende periodes

Op 30 juni 2009 en op 30 juni van elk volgend jaar annuleert de registeradministrateur emissierechten die zijn ingeleverd voor de periode 2008-2012 en elke volgende periode van vijf jaar, volgens de het in bijlage IX omschreven afboekingsproces (vanaf 2008-2012), door:

a)

een aantal voor die periode van vijf jaar verleende en op de partijtegoedrekening staande emissierechten dat gelijk is aan het totale aantal krachtens artikel 52 ingeleverde emissierechten dat op 30 juni 2009 sinds 1 januari 2008 en op 30 juni van de volgende jaren sinds 30 juni van het voorgaande jaar in de tabel met ingeleverde emissierechten is ingevoerd, om te zetten in AAU’s door het op het emissierecht betrekking hebbende element te verwijderen uit de unieke eenheidsidentificatiecode van elk van die AAU’s, die de in bijlage VI vermelde elementen omvat; en

b)

een aantal Kyoto-eenheden van het door de bevoegde autoriteit gespecificeerde type, met uitzondering van Kyoto-eenheden die voortvloeien uit projecten als bedoeld in artikel 11 bis, lid 3, van Richtlijn 2003/87/EG, dat gelijk is aan het totale aantal krachtens de artikelen 52 en 53 ingeleverde emissierechten dat op 30 juni 2009 sinds 1 januari 2008 en op 30 juni van de volgende jaren sinds 30 juni van het voorgaande jaar in de tabel met ingeleverde emissierechten is ingevoerd, over te dragen van de partijtegoedrekening naar de afboekingsrekening voor de desbetreffende periode.

AFDELING 7

Annulering en vervanging

Artikel 60

Annulering en vervanging van voor de periode 2005-2007 verleende emissierechten

Op 1 mei 2008 annuleert elke registeradministrateur in zijn register opgeslagen emissierechten, en vervangt hij deze indien hij daartoe van de bevoegde autoriteit opdracht krijgt, volgens het in bijlage IX omschreven proces voor de annulering en vervanging van emissierechten, door:

a)

een aantal emissierechten dat gelijk is aan het aantal voor de periode 2005-2007 verleende emissierechten minus het aantal emissierechten dat sinds 30 juni van het voorgaande jaar krachtens de artikelen 52 en 54 is ingeleverd, over te dragen van de tegoedrekeningen als bedoeld in artikel 11, lid 1 en lid 2, naar de annuleringsrekening voor de periode 2005-2007;

b)

indien hij daartoe van de bevoegde autoriteit opdracht krijgt, een door de bevoegde autoriteit gespecificeerd aantal vervangende emissierechten te verlenen door een zelfde aantal op de partijtegoedrekening staande AAU’s die voor de periode 2008-2012 zijn verleend, om te zetten in emissierechten door het op het emissierecht betrekking hebbende element toe te voegen aan de unieke eenheidsidentificatiecode van elk van die AAU’s, die de in bijlage VI vermelde elementen omvat;

c)

de onder b) bedoelde vervangende emissierechten over te dragen van de partijtegoedrekening naar de door de bevoegde autoriteit aangegeven exploitant- en persoonstegoedrekeningen van waaruit emissierechten waren overgedragen krachtens het bepaalde onder a).

Artikel 61

Annulering en vervanging van voor de periode 2008-2012 en volgende periodes verleende emissierechten

Op 1 mei 2013 en op 1 mei van het eerste jaar van elke volgende periode van vijf jaar annuleert en vervangt elke registeradministrateur in zijn register opgeslagen emissierechten, volgens het in bijlage IX omschreven proces voor de annulering en vervanging van emissierechten, door:

a)

alle voor de vorige periode van vijf jaar verleende emissierechten over te dragen van de exploitant- en persoonstegoedrekeningen naar de partijtegoedrekening;

b)

een aantal emissierechten dat gelijk is aan het aantal voor de vorige periode van vijf jaar verleende emissierechten minus het aantal emissierechten dat sinds 30 juni van het voorgaande jaar krachtens artikel 52 is ingeleverd, om te zetten in AAU’s door het op het emissierecht betrekking hebbende element te verwijderen uit de unieke eenheidsidentificatiecode van elk van die AAU’s, die de in bijlage VI vermelde elementen omvat;

c)

een gelijk aantal vervangende emissierechten te verlenen door op de partijtegoedrekening staande AAU’s die voor de lopende periode zijn verleend, om te zetten in emissierechten door het op het emissierecht betrekking hebbende element toe te voegen aan de unieke eenheidsidentificatiecode van elk van die AAU’s, die de in bijlage VI vermelde elementen omvat;

d)

een aantal van die overeenkomstig het bepaalde onder c) voor de lopende periode verleende emissierechten over te dragen van de partijtegoedrekening naar elke exploitant- en persoonstegoedrekening van waaruit emissierechten waren overgedragen krachtens het bepaalde onder a), dat gelijk is aan het aantal emissierechten dat krachtens het bepaalde onder a) van die rekeningen was overgedragen.

AFDELING 8

Vrijwillige annulering en afboeking

Artikel 62

Vrijwillige annulering van emissierechten en Kyoto-eenheden

1.   De registeradministrateur voert elk verzoek van een rekeninghouder overeenkomstig artikel 12, lid 4, van Richtlijn 2003/87/EG om vrijwillige annulering van op zijn tegoedrekeningen staande emissierechten of Kyoto-eenheden uit. Vrijwillige annulering van emissierechten en Kyoto-eenheden vindt plaats overeenkomstig lid 2 en lid 3.

2.   Voor emissierechten die voor de periode 2005-2007 zijn verleend draagt de registeradministrateur het door de rekeninghouder aangegeven aantal emissierechten over van diens rekening naar de annuleringsrekening voor de periode 2005-2007 overeenkomstig het in bijlage IX omschreven proces voor de annulering van emissierechten (2005-2007).

3.   Voor Kyoto-eenheden en emissierechten die voor de periode 2008-2012 en volgende periodes van vijf jaar zijn verleend draagt de registeradministrateur het door de rekeninghouder aangegeven aantal Kyoto-eenheden of emissierechten over van diens rekening naar de desbetreffende annuleringsrekening voor de periode 2008-2012 en volgende periodes van vijf jaar overeenkomstig het in bijlage IX omschreven annuleringsproces (vanaf 2008-2012).

4.   Emissierechten of Kyoto-eenheden die op een annuleringsrekening staan kunnen niet worden overgedragen naar een andere rekening in het registersysteem of naar een rekening in het CDM-register of een register van een derde land.

Artikel 63

Afboeking van Kyoto-eenheden

1.   Indien de betrokken instantie van de lidstaat daartoe opdracht geeft, draagt de registeradministrateur alle door die instantie aangegeven hoeveelheden en types Kyoto-eenheden die nog niet overeenkomstig artikel 59 zijn afgeboekt over van de partijtegoedrekening naar de desbetreffende afboekingsrekening in zijn register volgens het in bijlage IX omschreven afboekingsproces (vanaf 2008-2012).

2.   Een exploitant of een persoon kan geen emissierechten van zijn tegoedrekening naar een afboekingsrekening overdragen.

3.   Op een afboekingsrekening staande Kyoto-eenheden kunnen niet worden overgedragen naar een andere rekening in het registersysteem of naar een rekening in het CDM-register of een register van een derde land.

HOOFDSTUK VI

VEILIGHEIDSNORMEN, AUTHENTISERING EN TOEGANGSRECHTEN

Artikel 64

Veiligheidsnormen

1.   Elk register moet voldoen aan de in bijlage XV omschreven veiligheidsnormen.

2.   Het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap moet voldoen aan de in bijlage XV omschreven veiligheidsnormen.

Artikel 65

Authentisering

De lidstaten en de Gemeenschap maken gebruik van de door het secretariaat van de UNFCCC of een daardoor aangewezen instantie afgegeven digitale certificaten om hun registers en het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap bij het onafhankelijk transactielogboek van het UNFCCC te authentiseren.

Vanaf 1 januari 2005 totdat de communicatieverbinding tussen het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap en het onafhankelijk transactielogboek van het UNFCCC tot stand is gebracht, wordt de identiteit van elk register en van het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap echter geauthentiseerd door middel van de digitale certificaten en de gebruikersnamen en wachtwoorden als bedoeld in bijlage XV. De Commissie of een door haar aangewezen instantie treedt op als certificatie-autoriteit voor alle digitale certificaten en kent de gebruikersnamen en wachtwoorden toe.

Artikel 66

Toegang tot registers

1.   Een gemachtigd vertegenwoordiger heeft alleen toegang tot de rekeningen binnen een register waarvoor hij een toegangsmachtiging bezit en kan alleen om de uitvoering van de processen verzoeken waarvoor hij krachtens artikel 23 gemachtigd is een dergelijk verzoek te doen. Deze toegang of de indiening van dergelijke verzoeken vindt plaats via een veilige afdeling van de website van het betrokken register.

De registeradministrateur kent aan elke gemachtigde vertegenwoordiger een gebruikersnaam en een wachtwoord toe die de mate van toegang tot rekeningen of processen waartoe hij gemachtigd is mogelijk maken. Registeradministrateurs kunnen naar eigen goeddunken bijkomende veiligheidseisen toepassen indien deze verenigbaar zijn met de bepalingen van deze verordening.

2.   De registeradministrateur kan ervan uitgaan dat een gebruiker die een correcte gebruikersnaam en een correct wachtwoord heeft ingevoerd de onder die gebruikersnaam en dat wachtwoord geregistreerde gemachtigde vertegenwoordiger is totdat de gemachtigde vertegenwoordiger de registeradministrateur ervan in kennis stelt dat de veiligheid van zijn wachtwoord niet langer gegarandeerd is en hij een vervangend wachtwoord aanvraagt. In dergelijk geval kent de registeradministrateur onverwijld een vervangend wachtwoord toe.

3.   De registeradministrateur zorgt ervoor dat de veilige afdeling van de website van het register toegankelijk is voor elke computer die gebruik maakt van een op ruime schaal beschikbare internetbrowser. Verbindingen tussen de gemachtigde vertegenwoordigers en de veilige afdeling van de website van het register worden versleuteld overeenkomstig de in bijlage XV vermelde veiligheidsnormen.

4.   De registeradministrateur onderneemt alle nodige stappen om ervoor te zorgen dat zonder machtiging geen toegang tot de veilige afdeling van de website van het register kan worden verkregen.

Artikel 67

Opschorting van de toegang tot rekeningen

1.   De centrale administrateur en elke registeradministrateur kan het wachtwoord van een gemachtigd vertegenwoordiger voor rekeningen of processen waartoe deze normaal toegang heeft alleen opschorten indien de gemachtigd vertegenwoordiger of de administrateur redelijkerwijs kan aannemen dat de gemachtigd vertegenwoordiger:

a)

heeft gepoogd toegang te verkrijgen tot rekeningen of processen waarvoor hij geen toegangsmachtiging bezit;

b)

herhaaldelijk heeft gepoogd toegang te verkrijgen tot een rekening of proces met gebruikmaking van een niet-correcte gebruikersnaam of een niet-correct wachtwoord; of

c)

heeft gepoogd of poogt de veiligheid van het register of het registersysteem te ondermijnen.

2.   Wanneer de toegang tot een exploitanttegoedrekening krachtens lid 1 of krachtens artikel 69 is opgeschort tussen 28 en 30 april van enig jaar vanaf 2006, levert de registeradministrateur, indien de rekeninghouder daarom verzoekt en na overlegging van bewijsstukken omtrent de identiteit van diens gemachtigde vertegenwoordiger, het aantal emissierechten in respectievelijk gebruikt hij het aantal CER’s en ERU’s dat door de rekeninghouder is aangegeven volgens het in de artikelen 52 en 53 en in bijlage IX omschreven proces voor de inlevering van emissierechten.

HOOFDSTUK VII

BESCHIKBAARHEID EN BETROUWBAARHEID VAN INFORMATIE

Artikel 68

Beschikbaarheid en betrouwbaarheid van registers en van het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap

De centrale administrateur en elke registeradministrateur ondernemen alle stappen die redelijkerwijs kunnen worden verwacht om ervoor te zorgen dat:

a)

toegang tot het register 24 uur per dag en 7 dagen per week beschikbaar is voor rekeninghouders en de communicatieverbinding tussen het register en het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap 24 uur per dag en 7 dagen per week operationeel is, met dien verstande dat reserve hardware en software wordt ingezet bij een storing in het functioneren van de primaire hardware en software;

b)

het register en het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap prompt reageren op verzoeken van rekeninghouders.

Zij zorgen ervoor dat in het register en het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap robuuste systemen en procedures voor de bescherming van alle gegevens en de snelle recuperatie van alle gegevens en transacties bij calamiteiten worden ingebouwd.

Zij beperken onderbrekingen in het functioneren van het register en het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap tot een minimum.

Artikel 69

Opschorting van toegang

De centrale administrateur kan de toegang tot het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap opschorten en een registeradministrateur kan de toegang tot zijn register opschorten wanneer er sprake is van een zodanige inbreuk op de veiligheid van het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap of van een register dat de integriteit van het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap of van dat register bedreigd wordt of de integriteit van het registersysteem en de reservefaciliteiten als bedoeld in artikel 68 op vergelijkbare wijze in het gedrang komt.

Artikel 70

Kennisgeving van opschorting van de toegang

1.   Bij een inbreuk op de veiligheid van het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap die tot opschorting van de toegang kan leiden, stelt de centrale administrateur de registeradministrateurs onverwijld in kennis van de eventuele risico’s voor de registers.

2.   Bij een inbreuk op de veiligheid van een register die tot opschorting van de toegang kan leiden, meldt de betrokken registeradministrateur dit onverwijld bij de centrale administrateur, die op zijn beurt de overige registeradministrateurs onverwijld in kennis stelt van de eventuele risico’s voor de registers.

3.   Indien de registeradministrateur constateert dat hetzij de toegang tot rekeningen, hetzij andere functies van het register moeten worden opgeschort, stelt hij alle betrokken rekeninghouders en verificateurs, de centrale administrateur en de overige registeradministrateurs daarvan zo lang van tevoren in kennis als redelijkerwijs haalbaar is.

4.   Indien de centrale administrateur constateert dat de toegang tot functies van het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap moet worden opgeschort, stelt hij alle registeradministrateurs daarvan zo lang van tevoren in kennis als redelijkerwijs haalbaar is.

5.   De in lid 3 en lid 4 bedoelde voorafgaande kennisgevingen vermelden de vermoedelijke duur van de opschorting en worden duidelijk weergegeven in de openbare afdeling van de website van het betrokken register respectievelijk van het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap.

Artikel 71

Testafdeling van elk register en van het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap

1.   Elke registeradministrateur zet een testafdeling op waarin elke nieuwe versie of bijwerking van een register kan worden getest volgens de in bijlage XIII omschreven testprocedures, ten einde ervoor te zorgen dat:

a)

alle testprocedures met betrekking tot een nieuwe versie of bijwerking van een register worden afgewikkeld zonder dat er sprake is van verminderde beschikbaarheid voor de rekeninghouders van de versie of bijwerking van het register waarvoor op dat moment een communicatieverbinding met het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap of van het UNFCCC bestaat; en

b)

elke communicatieverbinding tussen een nieuwe versie of bijwerking van een register en het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap of van het UNFCCC tot stand wordt gebracht en geactiveerd met een minimum aan ongemak voor de rekeninghouders.

2.   De centrale administrateur zet een testafdeling op om de in lid 1 bedoelde testprocedures te vergemakkelijken.

3.   De registeradministrateurs en de centrale administrateur zorgen ervoor dat de voor hun testafdeling gebruikte hardware en software functioneren op een wijze die representatief is voor het functioneren van de in artikel 68 bedoelde primaire hardware en software.

Artikel 72

Beheer van wijzigingen

1.   De centrale administrateur coördineert met de registeradministrateurs en het secretariaat van het UNFCCC de opstelling en tenuitvoerlegging van alle aanpassingen in deze verordening die resulteren in wijzigingen in de functionele en technische specificaties van het registersysteem voordat deze daadwerkelijk worden geïmplementeerd.

2.   Indien als gevolg van die aanpassingen een nieuwe versie of bijwerking van een register vereist is, moet elke registeradministrateur met succes de in bijlage XIII omschreven testprocedures afronden voordat een communicatieverbinding tot stand wordt gebracht en geactiveerd tussen de nieuwe versie of bijwerking van dat register en het onafhankelijke transactielogboek van de Gemeenschap of van het UNFCCC.

3.   Elke registeradministrateur houdt permanent toezicht op de beschikbaarheid, betrouwbaarheid en doeltreffendheid van zijn register, ten einde te zorgen voor een prestatieniveau dat voldoet aan de eisen van de verordening. Indien naar aanleiding van dit toezicht of van de opschorting van de communicatieverbinding krachtens artikel 6, lid 3, een nieuwe versie of bijwerking van een register vereist is, moet elke registeradministrateur met succes de in bijlage XIII omschreven testprocedures afronden voordat een communicatieverbinding tot stand wordt gebracht en geactiveerd tussen de nieuwe versie of bijwerking van dat register en het onafhankelijke transactielogboek van de Gemeenschap of van het UNFCCC.

HOOFDSTUK VIII

OPGESLAGEN GEGEVENS EN VERGOEDINGEN

Artikel 73

Opgeslagen gegevens

1.   De centrale administrateur en elke registeradministrateur slaan gegevens op betreffende alle in de bijlagen III, IV, VIII, IX, X en XI omschreven processen en rekeninghouders en bewaren deze gedurende 15 jaar of totdat elke daarop betrekking hebbende implementatiekwestie is opgelost, naar gelang welke datum de laatste is.

2.   De gegevens worden opgeslagen overeenkomstig de krachtens het UNFCCC of het Kyoto-protocol opgestelde normen voor gegevensopslag.

Artikel 74

Vergoedingen

Alle vergoedingen die door de registeradministrateur aan rekeninghouders in rekening worden gebracht moeten redelijk zijn en duidelijk worden aangegeven in de openbare afdeling van de website van het desbetreffende register. Zij worden door de registeradministrateur niet gedifferentieerd naar gelang van de locatie van een rekeninghouder binnen de Gemeenschap.

Registeradministrateurs brengen rekeninghouders geen vergoeding in rekening voor transacties met emissierechten overeenkomstig artikel 49, de artikelen 52 tot en met 54 en de artikelen 58 tot en met 63.

HOOFDSTUK IX

SLOTBEPALINGEN

Artikel 75

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 21 december 2004.

Voor de Commissie

Stavros DIMAS

Lid van de Commissie


(1)  PB L 275 van 25.10.2003, blz. 32.

(2)  PB L 49 van 19.2.2004, blz. 1.

(3)  PB L 41 van 14.2.2003, blz. 26.

(4)  PB L 281 van 23.11.1995, blz. 31.

(5)  PB L 201 van 31.7.2002, blz. 37.

(6)  PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1.


BIJLAGE I

Hardware- en softwarevereisten voor de registers en voor het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap

Architectuurvereisten

1.   De architectuur van elk register en van het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap moet de volgende hardware en software bevatten:

a)

een webserver;

b)

een toepassingsserver;

c)

een databankserver die op een andere machine dan die van de web- en toepassingsserver wordt geïnstalleerd;

d)

firewalls.

Communicatievereisten

2.   Vanaf 1 januari 2005 tot de communicatieverbinding tussen het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap en het onafhankelijk transactielogboek van de UNFCCC tot stand is gekomen:

a)

wordt de tijd in het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap en in elk register in Greenwichtijd geregistreerd;

b)

worden alle processen met betrekking tot emissierechten, geverifieerde emissies en rekeningen aangevuld door de uitwisseling van gegevens die zijn opgesteld in Extensible Markup Language (XML), waarbij versie 1.1 van het Simple Object Access Protocol (SOAP) de voorkeur krijgt over versie 1.1 van het Hypertext Transfer Protocol (HTTP) (stijl gecodeerd volgens procedureoproep op afstand (RPC)).

3.   Zodra de communicatieverbinding tussen het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap en het onafhankelijk transactielogboek van de UNFCCC tot stand is gekomen:

a)

wordt de tijdregistratie in het onafhankelijk transactielogboek van de UNFCCC, het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap en in elk register gesynchroniseerd, en

b)

worden alle processen met betrekking tot emissierechten, geverifieerde emissies, rekeningen en Kyoto-eenheden aangevuld met gegevensuitwisseling,

waarbij rekening dient te worden gehouden met de hardware- en softwarevereisten die zijn uiteengezet in de functionele en technische specificaties voor gegevensuitwisselingsnormen voor registratiesystemen in het kader van het Kyotoprocotol, opgesteld overeenkomstig besluit 24/CP.8 van de conferentie van de partijen bij de UNFCCC.


BIJLAGE II

Tabellen die in de registers van de lidstaten moeten worden opgenomen

1.

Het register van elke lidstaat moet in de mogelijkheid voorzien om de tabel met de geverifieerde emissies op te stellen. Deze tabel bevat de volgende informatie:

a)

jaren: in individuele cellen vanaf 2005, in stijgende volgorde;

b)

installatie-identificatiecode: in individuele cellen die de in bijlage VI vermelde elementen bevatten, in stijgende volgorde;

c)

geverifieerde emissies: de geverifieerde emissies voor een bepaald jaar en een bepaalde installatie worden ingevoerd in de cel die dat jaar met de identificatiecode van die installatie verbindt.

2.

Het register van elke lidstaat moet in de mogelijkheid voorzien om de volgende informatie in tabelvorm weer te geven. Dit levert de tabel met de afgegeven emissierechten op.

a)

Jaren: in individuele cellen vanaf 2005, in stijgende volgorde;

b)

installatie-identificatiecode: in individuele cellen die de in bijlage VI vermelde elementen bevatten, in stijgende volgorde;

c)

afgegeven emissierechten: het aantal emissierechten die overeenkomstig de artikelen 52, 53 en 54 zijn afgegeven voor een bepaald jaar en een bepaalde installatie, worden ingevoerd in de drie cellen die dat jaar verbinden met de identificatiecode van die installatie.

3.

Het register van elke lidstaat moet in de mogelijkheid voorzien om de tabel met conformiteitsstatus op te stellen. Deze tabel bevat de volgende informatie:

a)

jaren: in individuele cellen vanaf 2005, in stijgende volgorde;

b)

installatie-identificatiecode: in individuele cellen die de in bijlage VI vermelde elementen bevatten, in stijgende volgorde;

c)

conformiteitsstatus: de conformiteitsstatus voor een bepaald jaar een een bepaalde installatie wordt ingevoerd in de cel die dat jaar verbindt met de identificatiecode van die installatie. De conformiteitsstatus wordt berekend overeenkomstig artikel 55.


BIJLAGE III

Aan de registeradministrateur te verstrekken informatie over elke tegoedrekening van een exploitant

1.

De punten 1 tot en met 4.1, 4.4 tot en met 5.5 en punt 7 (activiteit 1) van de informatie ter identificatie van de installatie, zoals vermeld in punt 11.1 van bijlage I bij Beschikking 2004/156/EG.

2.

De door de bevoegde instantie gespecificeerde identificatiecode van de vergunning, met inbegrip van de in bijlage VI vermelde elementen.

3.

De identificatiecode van de installatie, met inbegrip van de in bijlage VI vermelde elementen.

4.

Het door de exploitant gespecificeerde alfanumerieke identificatienummer van de rekening, dat slechts een keer in het register mag voorkomen.

5.

Naam, adres, stad, postcode, land, telefoonnummer, faxnummer en e-mailadres van de persoon die door de exploitant als eerste gemachtigde vertegenwoordiger voor de desbetreffende rekening is aangeduid.

6.

Naam, adres, stad, postcode, land, telefoonnummer, faxnummer en e-mailadres van de persoon die door de exploitant als tweede gemachtigde vertegenwoordiger voor de desbetreffende rekening is aangeduid.

7.

Naam, adres, stad, postcode, land, telefoonnummer, faxnummer en e-mailadres van de personen die door de exploitant als aanvullende gemachtigde vertegenwoordigers voor de desbetreffende rekening zijn aangeduid, met vermelding van hun toegangsrechten tot de rekening.

8.

Bewijsstukken ter staving van de identiteit van de gemachtigde vertegenwoordigers van de exploitant.


BIJLAGE IV

Aan de registeradministrateur te verstrekken informatie over de in artikel 11, leden 1, 3 en 4, vermelde rekeningen en over tegoedrekeningen van personen

1.

Naam, adres, stad, postcode, land, telefoonnummer, faxnummer en e-mailadres van de persoon die de opening van de tegoedrekening aanvraagt.

2.

Bewijsstukken ter staving van identiteit van de persoon die de opening van de tegoedrekening aanvraagt.

3.

Het door de lidstaat, de Commissie of de persoon gespecificeerde alfanumerieke identificatienummer van de rekening, dat slechts een keer in het register mag voorkomen.

4.

Naam, adres, stad, postcode, land, telefoonnummer, faxnummer en e-mailadres van de persoon die door de lidstaat, de Commissie of de persoon als eerste gemachtigde vertegenwoordiger voor de desbetreffende rekening is aangeduid.

5.

Naam, adres, stad, postcode, land, telefoonnummer, faxnummer en e-mailadres van de persoon die door de lidstaat, de Commissie of de persoon als tweede gemachtigde vertegenwoordiger voor de desbetreffende rekening is aangeduid.

6.

Naam, adres, stad, postcode, land, telefoonnummer, faxnummer en e-mailadres van de personen die door de lidstaat, de Commissie of de persoon als aanvullende gemachtigde vertegenwoordigers voor de desbetreffende rekening zijn aangeduid, met vermelding van hun toegangsrechten tot de rekening.

7.

Bewijsstukken ter staving van de identiteit van de gemachtigde vertegenwoordigers voor de rekening.


BIJLAGE V

Basisvoorwaarden

Structuur en effect van de basisvoorwaarden

1.   De relatie tussen rekeninghouders en registeradministrateurs.

De verplichtingen van de rekeninghouder en de gemachtigde vertegenwoordiger

2.   De verplichtingen van de rekeninghouder en de gemachtigde vertegenwoordiger met betrekking tot beveiliging, gebruikersnamen, paswoorden en toegang tot de website van het register.

3.   De verplichting van de rekeninghouder en de gemachtigde vertegenwoordiger om gegevens op de website van het register te plaatsen en te garanderen dat deze gegevens accuraat zijn.

4.   De verplichting van de rekeninghouder en de gemachtigde vertegenwoordiger om de gebruiksvoorwaarden van de website van het register na te leven.

De verplichtingen van de registeradministrateur

5.   De verplichting van de registeradministrateur om de instructies van de rekeninghouder uit te voeren.

6.   De verplichting van de registeradministrateur om de gegevens van de rekeninghouder te registeren.

7.   De verplichting van de registeradministrateur om de rekening te openen, bij te werken of te sluiten overeenkomstig de bepalingen van de verordening.

Procesprocedures

8.   De bepalingen met betrekking tot de beëindiging en bevestiging van processen.

Betaling

9.   De voorwaarden betreffende registratievergoedingen voor het openen en bijhouden van rekeningen.

Exploitatie van de website van het register

10.   De bepalingen met betrekking tot het recht van de registeradministrateur om veranderingen aan te brengen aan de website van het register.

11.   De gebruiksvoorwaarden van de website van het register.

Garanties en schadevergoedingen

12.   Accuraatheid van de informatie.

13.   Bevoegdheid om processen op gang te brengen.

Aanpassing van deze basisvoorwaarden om rekening te houden met wijzigingen in de verordening of in de nationale wetgeving

Beveiliging en reacties op beveiligingsschendingen

Geschillenregeling

14.   Bepalingen met betrekking tot geschillen tussen rekeninghouders.

Aansprakelijkheid

15.   De grenzen van de aansprakelijkheid van de registeradministrateur.

16.   De grenzen van de aansprakelijkheid van de rekeninghouder.

Rechten van derde partijen

Vertegenwoordiger, berichten en geldende wetgeving


BIJLAGE VI

Definitie van identificatiecodes

Inleiding

1.   In deze bijlage is beschreven welke elementen de identificatiecodes moeten bevatten:

a)

eenheidsidentificatiecode;

b)

rekeningidentificatiecode;

c)

vergunningsidentificatiecode;

d)

rekeninghouderidentificatiecode;

e)

installatie-identificatiecode;

f)

correlatie-identificatiecode;

g)

transactie-identificatiecode;

h)

afstemmingsidentificatiecode;

i)

projectidentificatiecode.

De versie van de ISO3166-codes wordt opgenomen in de functionele en technische specificaties voor gegevensuitwisselingsnormen voor registersystemen krachtens het Kyoto-protocol, die zijn opgesteld overeenkomstig Besluit 24/CP.8 van de Conferentie van de Partijen bij de UNFCCC.

Weergave en rapportering van de identificatiecodes

2.   Met het oog op de weergave en rapportering van de identificatiecodes van deze bijlage, wordt elk element van een identificatiecode gescheiden door een streepje (-), zonder spaties. Als een getal met het cijfer nul begint, wordt deze nul niet weergegeven. Het streepje dat ter scheiding van de elementen wordt gebruikt, wordt niet opgeslagen in de elementen van de identificatiecode.

Eenheidsidentificatiecode

3.   In tabel VI-1 zijn de elementen van de eenheidsidentificatiecode in detail toegelicht. Aan alle Kyoto-eenheden en -emissierechten wordt een eenheidsidentificatiecode toegekend. De eenheidsidentificatiecodes worden gegenereerd door registers en zijn uniek doorheen het volledige registersysteem.

4.   Een reeks eenheden wordt verzonden als een eenheidsblok, gedefinieerd door een identificator die het begin van het blok aangeeft en een identificator die het einde van het blok aangeeft. Alle eenheden van een eenheidsblok zijn identiek, behalve hun uniek identificatorelement. De unieke identificatorelementen van alle eenheden van een blok volgen logisch op elkaar. Wanneer een transactie moet worden uitgevoerd of een eenheid of eenheidsblok moet worden gevolgd, opgeslagen of op enige andere wijze getypeerd, creëren de registers of transactielogboeken meervoudige eenheidsblokken op basis van een enkelvoudig eenheidsblok. Bij het verzenden van een enkelvoudige eenheid moeten de identificator die het begin van het blok aangeeft en de identificator die het einde van het blok aangeeft, gelijk zijn.

5.   De identificatorelementen van meervoudige eenheidsblokken mogen elkaar niet overlappen. Als een bericht meervoudige eenheidsblokken bevat, worden de identificator die het begin van het blok aangeven in stijgende volgorde weergegeven.

Tabel VI-1:   eenheidsidentificatiecode

Element

Volgorde van weergave

Identificator vereist voor de volgende eenheidstypes

Gegevenstype

Lengte

Bereik of codes

Originating Registry

1

AAU, RMU, CER, ERU

A

3

ISO3166 (code bestaande uit 2 letters), „EU“ voor het communautaire register

Unit Type

2

AAU, RMU, CER, ERU

N

2

0 = geen Kyoto-eenheid

1 = AAU

2 = RMU

3 = in ERU omgezette AAU

4 = In ERU omgezette RMU

5 = CER (niet lCER of tCER)

6 = tCER

7 = lCER

Supplementary Unit Type

3

AAU, RMU, CER, ERU

N

2

Blanco voor Kyoto-eenheden

1 = een emissierecht verleend voor de periode 2008-2012 en de daaropvolgende periodes van vijf jaar

2 = een emissierecht verleend voor de periode 2005-2007

3 = emissierecht wegens overmacht

Unit Serial Block Start

4

AAU, RMU, CER, ERU

N

15

Door het register toegekende unieke numerieke waarde, van 1 tot 999 999 999 999 999

Unit Serial Block End

5

AAU, RMU, CER, ERU

N

15

Door het register toegekende unieke numerieke waarde, van 1 tot 999 999 999 999 999

Original Commitment Period

6

AAU, RMU, CER, ERU

N

2

0 = 2005-2007

1 = 2008-2012

99

Applicable Commitment Period

7

AAU, CER, ERU

N

2

0 = 2005-2007

1 = 2008-2012

99

LULUCF Activity

8

RMU, CER, ERU

N

3

1 = bebossing en herbebossing

2 = ontbossing

3 = bosbeheer

4 = beheer van akkerlanden

5 = beheer van graslanden

6 = revegetatie

Project Identifier

9

CER, ERU

N

7

Aan het project toegekend uniek getal

Track

10

ERU

N

2

1 of 2

Expiry Date

11

lCER, tCER

Datum

 

Vervaldag voor lCER's of tCER's

6.   In tabel VI-2 zijn de geldige combinaties van oorspronkelijke eenheidstypes en aanvullende eenheidstypes opgenomen. Een emissierecht heeft een aanvullend eenheidstype, ongeacht de periode waarvoor het emissierecht is verleend en ongeacht of het emissierecht betreft dat is omgezet van een AAU of een andere Kyoto-eenheid. Een AAU of andere Kyoto-eenheid die niet in een emissierecht is omgezet, heeft geen aanvullend eenheidstype. Wanneer een AAU overeenkomstig de bepalingen van deze verordening in een emissierecht wordt omgezet, wordt het aanvullende eenheidstype vastgesteld op 1. Wanneer een emissierecht overeenkomstig de bepalingen van deze verordening in een AAU wordt omgezet, wordt geen aanvullend eenheidstype vastgesteld.

Tabel VI-2:   geldige combinaties van oorspronkelijke eenheidstypes en aanvullende eenheidstypes

Oorspronkelijk eenheidstype

Aanvullend eenheidstype

Beschrijving

1

[niet van toepassing]

AAU

2

[niet van toepassing]

RMU

3

[niet van toepassing]

Een AAU die in een ERU is omgezet

4

[niet van toepassing]

Een RMU die in een ERU is omgezet

5

[niet van toepassing]

CER (niet tCER of lCER)

6

[niet van toepassing]

tCER

7

[niet van toepassing]

lCER

1

1

Een AAU die is omgezet in een emissierecht dat voor de periode 2008-2012 en voor de daaropvolgende periodes van vijf jaar wordt verleend.

0

2

Een emissierecht dat voor de periode 2005-2007 wordt verleend en dat geen omgezette AAU of andere Kyoto-eenheid is.

0

3

Emissierecht wegens overmacht

Rekeningidentificatiecode

7.   In tabel VI-3 zijn de elementen van de rekeningidentificatiecode in detail toegelicht. Aan elke rekening wordt een rekeningidentificatiecode toegekend. De rekeningidentificatiecodes worden gegenereerd door registers en zijn uniek doorheen het volledige registersysteem. Rekeningidentificatiecodes van afgesloten rekeningen worden niet hergebruikt.

8.   De identificatiecode van een exploitanttegoedrekening is gekoppeld aan één installatie. Een installatie is gekoppeld aan één identificatiecode van een exploitanttegoedrekening. De in artikel 11, leden 1 en 2, vermelde tegoedrekeningen hebben geen toepasselijke verplichtingsperiode, ongeacht het type rekening.

Tabel VI-3:   Rekeningidentificatiecode

Element

Volgorde van weergave

Gegevenstype

Lengte

Bereik of codes

Originating Registry

1

A

3

ISO3166 (code bestaande uit 2 letters), „CDM” voor het CDM-register, „EU” voor het communautaire register

Account Type

2

N

3

100 = partijtegoedrekening

120 = exploitanttegoedrekening

121 = persoonstegoedrekening

De overige rekeningtypes zijn vermeld in de functionele en technische specificaties voor gegevensuitwisselingsnormen voor registersystemen krachtens het Kyoto-protocol, die zijn opgesteld overeenkomstig Besluit 24/CP.8 van de Conferentie van de Partijen bij de UNFCCC

Account Identifier

3

N

15

Door het register toegekende unieke numerieke waarde, van 1 tot 999 999 999 999 999

Applicable Commitment Period

4

N

2

0 voor tegoedrekeningen

0-99 voor afboekings- en annuleringsrekeningen

Vergunningsidentificatiecode

9.   In tabel VI-4 zijn de elementen van de vergunningsidentificatiecode in detail toegelicht. Aan elke vergunning wordt een vergunningsidentificatiecode toegekend. De vergunningsidentificatiecodes worden gegenereerd door de bevoegde autoriteit en zijn uniek doorheen het volledige registersysteem.

10.   Een vergunningsidentificatiecode wordt toegekend aan één exploitant. Aan elke exploitant wordt minstens één vergunningsidentificatiecode toegekend. Een vergunningsidentificatiecode wordt toegekend aan minstens één installatie. Elke installatie heeft op elk punt in de tijd één vergunningsidentificatiecode.

Tabel VI-4:   Vergunningsidentificatiecode

Element

Volgorde van weergave

Gegevenstype

Lengte

Bereik of codes

Originating Registry

1

A

3

ISO3166 (code bestaande uit 2 letters), „EU” voor het communautaire register

Permit Identifier

2

A

50

([0-9] | [A-Z] |[„-“]) +

Rekeninghouderidentificatiecode

11.   In tabel VI-5 zijn de elementen van de rekeninghouderidentificatiecode in detail toegelicht. Aan elke rekeninghouder wordt een rekeninghouderidentificatiecode toegekend. De rekeninghouderidentificatiecodes worden gegenereerd door registers en zijn uniek doorheen het volledige registersysteem. De rekeninghouderidentificatiecode van een rekeninghouder mag niet worden gewijzigd en niet worden hergebruikt voor een andere rekeninghouder.

Tabel VI-5:   Rekeninghouderidentificatiecode

Element

Volgorde van weergave

Gegevenstype

Lengte

Bereik of codes

Originating Registry

1

A

3

ISO3166 (code bestaande uit 2 letters), „EU“ voor het communautaire register

Person Identifier

2

A

50

([0-9] | [A-Z]) +

Installatie-identificatiecode

12.   In tabel VI-6 zijn de elementen van de installatie-identificatiecode in detail toegelicht. Aan elke installatie wordt een installatie-identificatiecode toegekend. De installatie-identificatiecodes worden gegenereerd door registers en zijn uniek doorheen het volledige registersysteem. De installatie-identificatiecode is een geheel getal dat is toegekend als een monotone stijgende reeks, beginnende bij 1. De installatie-identificatiecodes mogen geen hiaten vertonen. Een register mag pas de installatie-identificator n genereren wanneer het alle identificatoren van 1 tot n-1 heeft gegenereerd. De installatie-identificatiecode mag niet worden gewijzigd en niet worden hergebruikt voor een andere installatie.

13.   Een installatie-identificatiecode wordt toegekend aan één installatie. Aan een installatie wordt één installatie-identificatiecode toegekend.

Tabel VI-6:   Installatie-identificatiecode

Element

Volgorde van weergave

Gegevenstype

Lengte

Bereik of codes

Originating Registry

1

A

3

ISO3166 (code bestaande uit 2 letters), „EU” voor het communautaire register

Installation Identifier

2

N

15

Door een register toegekende unieke numerieke waarde, van 1 tot 999 999 999 999 999

Correlatie-identificatiecode

14.   In tabel VI-7 zijn de elementen van de correlatie-identificatiecodes in detail toegelicht. Aan elk proces van bijlage VIII wordt een correlatie-identificatiecode toegekend. De correlatie-identificatiecodes worden gegenereerd door registers en zijn uniek doorheen het volledige registersysteem. Correlatie-identificatiecodes mogen niet worden hergebruikt. Wanneer een geannuleerd of beëindigd proces inzake rekeningen of geverifieerde emissierechten opnieuw wordt uitgevoerd, wordt een nieuwe unieke correlatie-identificatiecode aan dit proces toegekend.

Tabel VI-7:   Correlatie-identificatiecode

Element

Volgorde van weergave

Gegevenstype

Lengte

Bereik of codes

Originating Registry

1

A

3

ISO3166 (code bestaande uit 2 letters), „EU” voor het communautaire register

Correlation Identifier

2

N

15

Door een register toegekende unieke numerieke waarde, van 1 tot 999 999 999 999 999

Transactie-identificatiecode

15.   Aan elk proces van bijlage IX wordt een transactie-identificatiecode toegekend. De transactie-identificatiecodes worden gegenereerd door registers en zijn uniek doorheen het volledige registersysteem. Transactie-identificatiecodes mogen niet worden hergebruikt. Wanneer een geannuleerde of beëindigde transactie opnieuw wordt uitgevoerd, wordt een nieuwe unieke transactie-identificatiecode aan dit proces toegekend.

16.   De elementen van de transactie-identificatiecodes zijn toegelicht in de functionele en technische specificaties voor gegevensuitwisselingsnormen voor registersystemen krachtens het Kyoto-protocol, die zijn opgesteld overeenkomstig Besluit 24/CP.8 van de Conferentie van de Partijen bij de UNFCCC.

Afstemmingsidentificatiecode

17.   Aan elk proces van bijlage X wordt een afstemmingsidentificatiecode toegekend. Alvorens de communicatieverbinding tussen het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap en het onafhankelijk transactielogboek van de UNFCCC tot stand wordt gebracht, genereert het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap een afstemmingsidentificatiecode wanneer voor een bepaald tijdstip en een bepaalde datum afstemmingsinformatie aan de registers wordt gevraagd. Vervolgens ontvangen de registers de afstemmingsidentificatiecode van het onafhankelijk transactielogboek van de UNFCCC. De afstemmingsidentificatiecode is uniek doorheen het volledige registersysteem en in alle berichten die worden uitgewisseld in alle fasen van een afstemmingsproces voor een bepaald tijdstip en een bepaalde datum wordt dezelfde afstemmingsidentificatiecode gebruikt.

18.   De elementen van de afstemmingsidentificatiecodes zijn toegelicht in de functionele en technische specificaties voor gegevensuitwisselingsnormen voor registersystemen krachtens het Kyoto-protocol, die zijn opgesteld overeenkomstig Besluit 24/CP.8 van de Conferentie van de Partijen bij de UNFCCC.

Projectidentificatiecode

19.   Aan elk project wordt een projectidentificatiecode toegekend. De projectidentificatiecodes voor CER's worden gegenereerd door het uitvoeringsorgaan van het mechanisme voor schone ontwikkeling; de projectidentificatiecodes voor ERU's worden gegenereerd door het relevante orgaan of de partij of door het in artikel 6 vermelde toezichthoudende comité, overeenkomstig Besluit 16/CP.7 van de Conferentie van de Partijen bij de UNFCCC. De projectidentificatiecodes zijn uniek doorheen het volledige registersysteem.

20.   De elementen van de projectidentificatiecodes zijn toegelicht in de functionele en technische specificaties voor gegevensuitwisselingsnormen voor registersystemen krachtens het Kyoto-protocol, die zijn opgesteld overeenkomstig Besluit 24/CP.8 van de Conferentie van de Partijen bij de UNFCCC.


BIJLAGE VII

Lijst van invoercodes

Inleiding

1.   Deze bijlage bevat de codes voor alle elementen en de tabellen met de toelichting van de codes. De versie van ISO-norm 3166 komt overeen met die van de functionele en technische specificaties voor gegevensuitwisselingsnormen voor registersystemen krachtens het Kyoto-protocol, die zijn opgesteld overeenkomstig Besluit 24/CP.8 van de Conferentie van de Partijen bij de UNFCCC.

EU-specifieke codes

2.   Veldnaam: activiteitstype

Veldomschrijving: numerieke code die het activiteitstype van een installatie aangeeft

Code

Beschrijving

1

Verbrandingsinstallaties met een nominaal thermisch vermogen van meer dan 20 MW

2

Aardolieraffinaderijen

3

Cokesovens

4

Roost- en sinterinstallaties voor metaalerts (inclusief sulfide-erts)

5

Installaties voor de productie van ruwijzer of staal (primaire of secundaire smelting), met inbegrip van continugieten

6

Installaties voor de productie van cementklinkers in draaiovens of ongebluste kalk in draaiovens of in andere ovens

7

Installaties voor de fabricage van glas, met inbegrip van glasvezels

8

Installaties voor de fabricage van keramische producten door middel van bakken, met name dakpannen, bakstenen, vuurvaste stenen, tegels, aardewerk of porselein

9

Industriële installaties voor de fabricage van a) pulp uit hout of andere vezelstoffen, b) papier en karton

99

Andere activiteiten die zijn opgenomen overeenkomstig artikel 24 van Richtlijn 2003/87/EG

3.   Veldnaam: relatietype

Veldomschrijving: numerieke code die het type relatie tussen een rekening en een persoon of exploitant aangeeft

Code

Beschrijving

1

Rekeninghouder

2

Eerste gemachtigde vertegenwoordiger van de rekeninghouder

3

Tweede gemachtigde vertegenwoordiger van de rekeninghouder

4

Aanvullende gemachtigde vertegenwoordiger van de rekeninghouder

5

Gemachtigde vertegenwoordiger van de verificateur

6

Contactpersoon voor de installatie

4.   Veldnaam: procestype

Veldomschrijving: numerieke code die het type van een transactie aangeeft

Code

Beschrijving

01-00

Verlening van AAU's en RMU's

02-00

Omzetting van AAU's en RMU's in ERU's

03-00

Externe overdracht (vanaf 2008-2012)

04-00

Annulering (vanaf 2008-2012)

05-00

Afboeking (vanaf 2008-2012)

06-00

Annulering en vervanging van tCER's en lCER's

07-00

Overbrenging van Kyoto-eenheden en emissierechten die zijn verleend voor de periode 2008-2012 en de daaropvolgende periodes van vijf jaar

08-00

Wijziging van de vervaldatum van tCER's en lCER's

10-00

Interne overdracht

01-51

Verlening van een emissierecht (2005-2007)

10-52

Verlening van een emissierecht (vanaf 2008-2012)

10-53

Toewijzing van een emissierecht

01-54

Verlening van een emissierecht wegens overmacht

10-55

Correctie van een emissierecht

03-21

Externe overdracht (2005-2007)

10-01

Annulering van een emissierecht (2005-2007)

10-02

Inlevering van een emissierecht

04-03

Afboeking (2005-2007)

10-41

Annulering en vervanging

5.   Veldnaam: aanvullend eenheidstype

Veldomschrijving: numerieke code die het aanvullend type van een eenheid aangeeft

Code

Beschrijving

0

Geen aanvullend eenheidstype

1

Op basis van een AAU omgezet emissierecht dat wordt verleend voor de periode 2008-2012 en de daaropvolgende periodes van vijf jaar

2

Niet op basis van een AAU of andere Kyoto-eenheid omgezet emissierecht dat wordt verleend voor de periode 2005-2007 en de daaropvolgende periodes van vijf jaar

3

Emissierecht wegens overmacht

6.   Veldnaam: actiecode

Veldomschrijving: numerieke code die de actie in het proces voor de bijwerking van rekeningen aangeeft

Code

Beschrijving

1

Mensen bijvoegen aan de rekening of installatie

2

Mensen bijwerken

3

Mensen schrappen

UNFCCC-codes

7.   De UNFCCC-codes zijn vermeld in de functionele en technische specificaties voor gegevensuitwisselingsnormen voor registersystemen krachtens het Kyoto-protocol, die zijn opgesteld overeenkomstig Besluit 24/CP.8 van de Conferentie van de Partijen bij de UNFCCC.


BIJLAGE VIII

Processen inzake rekeningen en geverifieerde emissies, met responscodes

Vereisten voor elk proces

Op processen inzake rekeningen en geverifieerde emissies is de volgende sequens van berichtenuitwisseling van toepassing:

a)

de gemachtigde vertegenwoordiger van een rekening dient een verzoek in bij de registeradministrateur van het desbetreffende register;

b)

de registeradministrateur kent aan het verzoek een unieke correlatie-identificatiecode toe, die de in bijlage VI vermelde elementen bevat;

c)

alvorens de communicatieverbinding tussen het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap en het onafhankelijk transactielogboek van de UNFCCC tot stand wordt gebracht, roept de registeradministrateur de geschikte operatie op via de webservice voor het rekeningenbeheer van het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap; vervolgens roept de registeradministrateur de geschikte operatie op via de webservice voor het rekeningenbeheer van het onafhankelijk transactielogboek van de UNFCCC;

d)

het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap valideert het verzoek door de geschikte valideringsfunctie van het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap op te roepen;

e)

als het verzoek succesvol is gevalideerd en aanvaard, wijzigt het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap de informatie overeenkomstig dat verzoek;

f)

het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap roept de operatie „receiveAccountOperationOutcome” op via de webservice voor het rekeningenbeheer van het register dat het verzoek heeft verzonden en meldt het register dat het verzoek succesvol is gevalideerd en aanvaard of dat het verzoek verworpen is omdat het een tegenstrijdigheid bevatte;

g)

als het verzoek succesvol gevalideerd en aanvaard is, wijzigt de registeradministrateur die het verzoek heeft verzonden de informatie in het register overeenkomstig dat gevalideerde verzoek; als het verzoek verworpen is omdat het een tegenstrijdigheid bevatte, gaat de registeradministrateur die het verzoek heeft verzonden niet over tot wijziging van de informatie overeenkomstig dat verzoek.

Tabel VIII-1: schema met de sequens voor berichtenuitwisseling voor processen inzake rekeningen en geverifieerde emissies

Image

2.   Alvorens de communicatieverbinding tussen het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap en het onafhankelijk transactielogboek van de UNFCCC tot stand wordt gebracht, moet de registeradministrateur die het verzoek verzendt binnen de 60 seconden een ontvangstbevestiging krijgen van het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap. Vervolgens moet de registeradministrateur die het verzoek verzendt binnen de 60 seconden een ontvangstbevestiging krijgen van het onafhankelijk transactielogboek van de UNFCCC. De registeradministrateur die het verzoek verzendt moet binnen de 24 uur een valideringsbevestiging krijgen van het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap.

Tijdens de sequens voor berichtenuitwisseling heeft het proces de volgende status:

Tabel VIII-2: schema met de status van processen inzake rekeningen en geverifieerde emissies

Image

4.   De componenten en functies die worden gebruikt tijdens de sequens voor berichtenuitwisseling zijn vermeld in de tabellen VIII-3 tot en met VIII-18. „Publieke” functies worden uitgevoerd zoals gespecificeerd. „Privé”-functies dienen uitsluitend ter informatie. De invoer van alle functies is zodanig gestructureerd dat hij beantwoordt aan het formaat en de informatievereisten die zijn beschreven met behulp van WSDL (Web Service Definitions Language), zoals uiteengezet in de functionele en technische specificaties voor gegevensuitwisselingsnormen voor registersystemen krachtens het Kyoto-protocol, die zijn opgesteld overeenkomstig Besluit 24/CP.8 van de Conferentie van de Partijen bij de UNFCCC. Een asterisk „(*)” is gebruikt om aan te geven dat een element meer dan één keer kan worden ingevoerd.

Tabel VIII-3: componenten en functies voor processen inzake rekeningen en geverifieerde emissies

Component

Functie

Bereik

MgmtOfAccountWS

CreateAccount()

Publiek

UpdateAccount()

Publiek

CloseAccount()

Publiek

UpdateVerifiedEmissions()

Publiek

ReceiveAccountOperationOutcome()

Publiek

AccountManagement

ValidateAccountCreation()

Privé

CreateAccount()

Privé

ValidateAccountUpdate()

Privé

UpdateAccount()

Privé

ValidateAccountClosure()

Privé

CloseAccount()

Privé

ValidateVerifiedEmissionsUpdate()

Privé

UpdateVerifiedEmissions()

Privé

DataValidation

AuthenticateMessage()

Privé

CheckVersion()

Privé

DataFormatsChecks()

Privé

Tabel VIII-4: component MgmtOfAccountWS

Doel

Het doel van deze component is verzoeken van de webdienst voor het beheer van rekeningen en geverifieerde emissies te verwerken.

Via webdiensten aangeboden functies

CreateAccount()

Verwerkt verzoeken voor het creëren van een rekening

UpdateAccount()

Verwerkt verzoeken voor het bijwerken van een rekening

CloseAccount()

Verwerkt verzoeken voor het sluiten van een rekening

UpdateVerifiedEmissions()

Verwerkt verzoeken voor het bijwerken van geverifieerde emissies

ReceiveAccountOperationOutcome()

Ontvangt het resultaat van een rekeningoperatie (creëren, bijwerken enz.) („aanvaard” of „verworpen”)

Overige functies

Niet van toepassing.

 

Rol

Onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap (voor alle functies) en register (alleen voor de functie ReceiveAccountOperationOutcome)

Tabel VIII-5: functie MgmtOfAccountWS.CreateAccount()

Doel

Deze functie ontvangt een verzoek voor het creëren van een rekening.

Het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap bevestigt de authenticiteit van het initiatiefnemend register (Originating Register) door de functie AuthenticateMessage() op te roepen en controleert de versie van het initiatiefnemend register door de functie CheckVersion() op te roepen.

Als de authenticiteit en de versie goed worden bevonden, wordt een resultaatidentificator „1” teruggestuurd zonder responscodes; de inhoud van het verzoek wordt opgeslagen in een bestand door de functie WriteToFile() op te roepen en het verzoek wordt in een wachtrij geplaatst.

Als de authenticiteit of de versie niet goed worden bevonden, wordt een resultaatidentificator „0” teruggestuurd, samen met één responscode die de oorzaak van de fout aangeeft.

Als de persoon (People) geen natuurlijke persoon is, moet zijn naam in de parameter LastName worden opgeslagen.

„PersonIdentifier” betekent de identificatiecode van de rekeninghouder, die de in bijlage VI vermelde elementen bevat.

„IdentifierInRegistry” betekent de alfanumerieke identificator van de rekening, zoals gespecificeerd door de rekeninghouder overeenkomstig bijlagen III en IV.

Invoerparameters

From

Verplicht

To

Verplicht

CorrelationId

Verplicht

MajorVersion

Verplicht

MinorVersion

Verplicht

Account (*)

Verplicht

AccountType

Verplicht

AccountIdentifier

Verplicht

IdentifierInReg

Verplicht

CommitmentPeriod

Facultatief

Installation

Facultatief

InstallationIdentifier

Verplicht

PermitIdentifier

Verplicht

Name

Verplicht

MainActivityType

Verplicht

Country

Verplicht

PostalCode

Verplicht

City

Verplicht

Address1

Verplicht

Address2

Facultatief

ParentCompany

Facultatief

SubsidiaryCompany

Facultatief

EPERIdentification

Facultatief

Latitude

Facultatief

Longitude

Facultatief

ContactPeople (see People)

Verplicht

People (*)

Verplicht

RelationshipCode

Verplicht

PersonIdentifier

Verplicht

FirstName

Facultatief

LastName

Verplicht

Country

Verplicht

PostalCode

Verplicht

City

Verplicht

Address1

Verplicht

Address2

Facultatief

PhoneNumber1

Verplicht

PhoneNumber2

Verplicht

FaxNumber

Verplicht

Email

Verplicht

Uitvoerparameters

Result Identifier

Verplicht

Response Code

Facultatief

Gebruik

AuthenticateMessage

WriteToFile

CheckVersion

Gebruikt door

Niet van toepassing (opgeroepen als een webdienst).

Tabel VIII-6: functie MgmtOfAccountWS.UpdateAccount()

Doel

Deze functie ontvangt een verzoek voor het updaten van een rekening.

Het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap bevestigt de authenticiteit van het initiatiefnemend register (Originating Registry) door de functie AuthenticateMessage() op te roepen en controleert de versie van het initiatiefnemend register door de functie CheckVersion() op te roepen.

Als de authenticiteit en de versie goed worden bevonden, wordt een resultaatidentificator „1” teruggestuurd zonder responscodes; de inhoud van het verzoek wordt opgeslagen in een bestand door de functie WriteToFile() op te roepen en het verzoek wordt in een wachtrij geplaatst.

Als de authenticiteit of de versie niet goed worden bevonden, wordt een resultaatidentificator „0” teruggestuurd, samen met één responscode die de oorzaak van de fout aangeeft.

Als de persoon (People) geen natuurlijke persoon is, moet zijn naam in de parameter LastName worden opgeslagen.

„PersonIdentifier” betekent de identificatiecode van de rekeninghouder, die de in bijlage VI vermelde elementen bevat.

„IdentifierInRegistry” betekent de alfanumerieke identificator van de rekening, zoals gespecificeerd door de rekeninghouder overeenkomstig bijlagen III en IV.

Invoerparameters

From

Verplicht

To

Verplicht

CorrelationId

Verplicht

MajorVersion

Verplicht

MinorVersion

Verplicht

Account (*)

Verplicht

AccountIdentifier

Verplicht

IdentifierInReg

Facultatief

Installation

Facultatief

PermitIdentifier

Facultatief

Name

Facultatief

MainActivityType

Facultatief

Country

Facultatief

PostalCode

Facultatief

City

Facultatief

Address1

Facultatief

Address2

Facultatief

ParentCompany

Facultatief

SubsidiaryCompany

Facultatief

EPERIdentification

Facultatief

Latitude

Facultatief

Longitude

Facultatief

ContactPeople (see People)

Facultatief

People (*)

Facultatief

Action

Verplicht

RelationshipCode

Verplicht

PersonIdentifier

Verplicht

FirstName

Facultatief

LastName

Facultatief

Country

Facultatief

PostalCode

Facultatief

City

Facultatief

Address1

Facultatief

Address2

Facultatief

PhoneNumber1

Facultatief

PhoneNumber2

Facultatief

FaxNumber

Facultatief

Email

Facultatief

Uitvoerparameters

Result Identifier

Verplicht

Response Code

Facultatief

Gebruik

AuthenticateMessage

WriteToFile

CheckVersion

Gebruikt door

Niet van toepassing (opgeroepen als een webdienst).

Tabel VIII-7: functie MgmtOfAccountWS.CloseAccount()

Doel

Deze functie ontvangt een verzoek voor het sluiten van een rekening.

Het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap bevestigt de authenticiteit van het initiatiefnemend register (Originating Registry) door de functie AuthenticateMessage() op te roepen en controleert de versie van het initiatiefnemend register door de functie CheckVersion() op te roepen.

Als de authenticiteit en de versie goed worden bevonden, wordt een resultaatidentificator „1” teruggestuurd zonder responscodes; de inhoud van het verzoek wordt opgeslagen in een bestand door de functie WriteToFile() op te roepen en het verzoek wordt in een wachtrij geplaatst.

Als de authenticiteit of de versie niet goed worden bevonden, wordt een resultaatidentificator „0” teruggestuurd, samen met één responscode die de oorzaak van de fout aangeeft.

Invoerparameters

From

Verplicht

To

Verplicht

CorrelationId

Verplicht

MajorVersion

Verplicht

MinorVersion

Verplicht

Account (*)

Verplicht

AccountIdentifier

Verplicht

Uitvoerparameters

Result Identifier

Verplicht

Response Code

Facultatief

Gebruik

AuthenticateMessage

WriteToFile

CheckVersion

Gebruikt door

Niet van toepassing (opgeroepen als een webdienst).

Tabel VIII-8: functie MgmtOfAccountWS.UpdateVerifiedEmissions()

Doel

Deze functie ontvangt een verzoek voor het bijwerken van geverifieerde emissies.

Het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap bevestigt de authenticiteit van het initiatiefnemend register (Originating Registry) door de functie AuthenticateMessage() op te roepen en controleert de versie van het initiatiefnemend register door de functie CheckVersion() op te roepen.

Als de authenticiteit en de versie goed worden bevonden, wordt een resultaatidentificator „1” teruggestuurd zonder responscodes; de inhoud van het verzoek wordt opgeslagen in een bestand door de functie WriteToFile() op te roepen en het verzoek wordt in een wachtrij geplaatst.

Als de authenticiteit of de versie niet goed worden bevonden, wordt een resultaatidentificator „0” teruggestuurd, samen met één responscode die de oorzaak van de fout aangeeft.

Invoerparameters

From

Verplicht

To

Verplicht

CorrelationId

Verplicht

MajorVersion

Verplicht

MinorVersion

Verplicht

VerifiedEmissions (*)

Verplicht

Year

Verplicht

Installations (*)

Verplicht

InstallationIdentifier

Verplicht

VerifiedEmission

Verplicht

Uitvoerparameters

Result Identifier

Verplicht

Response Code

Facultatief

Gebruik

AuthenticateMessage

WriteToFile

CheckVersion

Gebruikt door

Niet van toepassing (opgeroepen als een webdienst).

Tabel VIII-9: functie MgmtOfAccountWS.ReceiveAccountOperationOutcome()

Doel

Deze functie ontvangt het resultaat van een rekeningbeheeroperatie.

Het initiatiefnemende register (Originating Registry) bevestigt de authenticiteit van het onafhankelijk transactielogboek van de UNFCCC (of van het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap, alvorens de verbinding tussen het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap en het onafhankelijk transactielogboek van de UNFCCC tot stand wordt gebracht) door de functie AuthenticateMessage() op te roepen en controleert de versie van het transactielogboek door de functie CheckVersion() op te roepen.

Als de authenticiteit en de versie goed worden bevonden, wordt een resultaatidentificator „1” teruggestuurd zonder responscodes; de inhoud van het verzoek wordt opgeslagen in een bestand door de functie WriteToFile() op te roepen en het verzoek wordt in een wachtrij geplaatst.

Als de authenticiteit of de versie niet goed worden bevonden, wordt een resultaatidentificator „0” teruggestuurd, samen met één responscode die de oorzaak van de fout aangeeft.

Als het resultaat „0” is omwille van een andere fout bevat de lijst met responscodes paren (de rekening -of installatie-identificator met bijbehorende responcode).

Invoerparameters

From

Verplicht

To

Verplicht

CorrelationId

Verplicht

MajorVersion

Verplicht

MinorVersion

Verplicht

Outcome

Verplicht

Response List

Facultatief

Uitvoerparameters

Result Identifier

Verplicht

Response Code

Facultatief

Gebruik

AuthenticateMessage

WriteToFile

CheckVersion

Gebruikt door

Niet van toepassing (opgeroepen als een webdienst).

Tabel VIII-10: component AccountManagement

Doel

Het doel van deze component is de validerings- en bijwerkingsfuncties te verschaffen voor het beheer van rekeningen en geverifieerde emissies.

Via webdiensten aangeboden functies

Niet van toepassing.

 

Overige functies

ValidateAccountCreation()

Valideert het creëren van een rekening

ValidateAccountUpdate()

Valideert het bijwerken van een rekening

ValidateAccountClosure()

Valideert het sluiten van een rekening

ValidateVerifiedEmissionsUpdate()

Valideert het bijwerken van geverifieerde emissies

CreateAccount()

Het creëren van rekeningen

UpdateAccount()

Het bijwerken van rekeningen

CloseAccount()

Het sluiten van rekeningen

UpdateVerifiedEmissions()

Het bijwerken van geverifieerde emissies voor installaties

Roles

Transactielogboek (alle functies), register (alleen voor informatie).

Tabel VIII-11: functie ManagementOfAccount.ValidateAccountCreation()

Doel

Deze functie valideert een verzoek voor het creëren van een rekening.

Als een validatietest faalt, worden de rekeningidentificator en de responscode bij de antwoordcode gevoegd.

Invoerparameters

From

Verplicht

To

Verplicht

CorrelationId

Verplicht

MajorVersion

Verplicht

MinorVersion

Verplicht

Account (*)

Verplicht

AccountType

Verplicht

AccountIdentifier

Verplicht

IdentifierInReg

Verplicht

CommitmentPeriod

Facultatief

Installation

Facultatief

InstallationIdentifier

Verplicht

PermitIdentifier

Verplicht

Name

Verplicht

MainActivityType

Verplicht

Country

Verplicht

PostalCode

Verplicht

City

Verplicht

Address1

Verplicht

Address2

Facultatief

ParentCompany

Facultatief

SubsidiaryCompany

Facultatief

EPERIdentification

Facultatief

Latitude

Facultatief

Longitude

Facultatief

ContactPeople (see People)

Verplicht

People (*)

Verplicht

RelationshipCode

Verplicht

PersonIdentifier

Verplicht

FirstName

Facultatief

LastName

Verplicht

Country

Verplicht

PostalCode

Verplicht

City

Verplicht

Address1

Verplicht

Address2

Facultatief

PhoneNumber1

Verplicht

PhoneNumber2

Facultatief

FaxNumber

Verplicht

Email

Facultatief

Uitvoerparameters

Result Identifier

Verplicht

Response List

Facultatief

Berichten

Van 7101 tot 7110; van 7122 tot 7160.

Tabel VIII-12: functie ManagementOfAccount.CreateAccount()

Doel

Deze functie creëert rekeningen.

Voor elke rekening:

creëert ze de rekening en de gegevens van de rekening;

creëert ze alle personen (People) en de gegevens van deze personen, voorzover ze nog niet bestonden, en verbindt deze met de rekening;

werkt ze alle informatie bij met betrekking tot de reeds bestaande personen (People) die met de rekening verbonden zijn;

creëert ze de installatie en de installatiegegevens voor installaties die met de rekening verbonden zijn;

creëert ze alle personen (People) die met de installatie verbonden zijn (de contactpersonen), voorzover deze nog niet bestonden;

werkt ze alle informatie bij met betrekking tot de reeds bestaande personen (People) die met de installatie verbonden zijn.

Invoerparameters

From

Verplicht

To

Verplicht

CorrelationId

Verplicht

MajorVersion

Verplicht

MinorVersion

Verplicht

Account (*)

Verplicht

AccountType

Verplicht

AccountIdentifier

Verplicht

IdentifierInReg

Verplicht

CommitmentPeriod

Facultatief

Installation

Facultatief

InstallationIdentifier

Verplicht

PermitIdentifier

Verplicht

Name

Verplicht

MainActivityType

Verplicht

Country

Verplicht

PostalCode

Verplicht

City

Verplicht

Address1

Verplicht

Address2

Facultatief

ParentCompany

Facultatief

SubsidiaryCompany

Facultatief

EPERIdentification

Facultatief

Latitude

Facultatief

Longitude

Facultatief

ContactPeople (see People)

Verplicht

People (*)

Verplicht

RelationshipCode

Verplicht

PersonIdentifier

Verplicht

FirstName

Facultatief

LastName

Verplicht

Country

Verplicht

PostalCode

Verplicht

City

Verplicht

Address1

Verplicht

Address2

Facultatief

PhoneNumber1

Verplicht

PhoneNumber2

Facultatief

FaxNumber

Verplicht

Email

Facultatief

Uitvoerparameters

Result Identifier

Verplicht

Gebruik

Niet van toepassing.

Gebruikt door

Niet van toepassing (opgeroepen als een webdienst).

Tabel VIII-13: functie AccountManagement.ValidateAccountUpdate()

Doel

Deze functie valideert een verzoek voor het bijwerken van een rekening.

Als een valideringstest faalt, worden de rekeningidenticiator en de antwoordcode bij de responscodelijst gevoegd.

Invoerparameters

From

Verplicht

To

Verplicht

CorrelationId

Verplicht

MajorVersion

Verplicht

MinorVersion

Verplicht

Account (*)

Verplicht

AccountIdentifier

Verplicht

IdentifierInReg

Facultatief

Installation

Facultatief

PermitIdentifier

Facultatief

Name

Facultatief

MainActivityType

Facultatief

Country

Facultatief

PostalCode

Facultatief

City

Facultatief

Address1

Facultatief

Address2

Facultatief

ParentCompany

Facultatief

SubsidiaryCompany

Facultatief

EPERIdentification

Facultatief

Latitude

Facultatief

Longitude

Facultatief

ContactPeople (see People)

Facultatief

People (*)

Facultatief

Action

Verplicht

RelationshipCode

Verplicht

PersonIdentifier

Verplicht

FirstName

Facultatief

LastName

Facultatief

Country

Facultatief

PostalCode

Facultatief

City

Facultatief

Address1

Facultatief

Address2

Facultatief

PhoneNumber1

Facultatief

PhoneNumber2

Facultatief

FaxNumber

Facultatief

Email

Facultatief

Uitvoerparameters

Result Identifier

Verplicht

Response List

Facultatief

Berichten

Van 7102 tot 7107; van 7111 tot 7113; 7120; 7122; 7124; van 7126 tot 7158.

Tabel VIII-14: functie ManagementOfAccount.UpdateAccount()

Doel

Deze functie werkt de gegevens van een rekening bij.

Indien actie = „toevoegen”

moeten voor elke toegevoegde verbinding:

de gegevens van de reeds bestaande personen (People) worden bijgewerkt, voorzover nodig;

de personen (People) worden gecreëerd en aan de rekening worden gekoppeld, voorzover ze nog niet bestonden.

Indien actie = „bijwerken”

moeten alle gegevens worden bijgewerkt van alle aan de rekening gekoppelde bij te werken personen (People).

Indien actie = „schrappen”

moet de verbinding tussen de personen (People) en de rekening worden verwijderd (bijvoorbeeld: de verwijdering van een aanvullende gemachtigde vertegenwoordiger).

Indien een installatie aan de rekening is gekoppeld, moeten desgevallend de gegevens van de installatie worden bijgewerkt.

De aan de installatie gekoppelde gegevens van de personen (People) moeten worden bijgewerkt indien gegevens zijn ingediend (door de bovenvermelde acties „toevoegen”, „bijwerken” en „schrappen”).

Invoerparameters

From

Verplicht

To

Verplicht

CorrelationId

Verplicht

MajorVersion

Verplicht

MinorVersion

Verplicht

Account (*)

Verplicht

AccountType

Verplicht

AccountIdentifier

Verplicht

IdentifierInReg

Verplicht

Installation

Facultatief

InstallationIdentifier

Verplicht

PermitIdentifier

Verplicht

Name

Verplicht

MainActivityType

Verplicht

Country

Verplicht

PostalCode

Verplicht

City

Verplicht

Address1

Verplicht

Address2

Facultatief

ParentCompany

Facultatief

SubsidiaryCompany

Facultatief

EPERIdentification

Facultatief

Latitude

Facultatief

Longitude

Facultatief

ContactPeople (see People)

Verplicht

People (*)

Verplicht

RelationshipCode

Verplicht

PersonIdentifier

Verplicht

FirstName

Facultatief

LastName

Verplicht

Country

Verplicht

PostalCode

Verplicht

City

Verplicht

Address1

Verplicht

Address2

Facultatief

PhoneNumber1

Facultatief

PhoneNumber2

Facultatief

FaxNumber

Facultatief

Email

Facultatief

Uitvoerparameters

Result Identifier

Verplicht

Gebruik

Niet van toepassing.

Gebruikt door

Niet van toepassing (opgeroepen als een webdienst).

Tabel VIII-15: functie ManagementOfAccount.ValidateAccountClosure()

Doel

Deze functie valideert een operatie voor het afsluiten van een rekening.

Indien een validatietest faalt, worden de rekeningidentificator en de responscode aan de responscodelijst toegevoegd.

Invoerparameters

From

Verplicht

To

Verplicht

CorrelationId

Verplicht

MajorVersion

Verplicht

MinorVersion

Verplicht

Account (*)

Verplicht

Doel

AccountIdentifier

Verplicht

Uitvoerparameters

Result Identifier

Verplicht

Response List

Facultatief

Berichten

7111; van 7114 tot 7115; 7117; van 7153 tot 7156; 7158.

Tabel VIII-16: ManagementOfAccount.CloseAccount()-functie

Doel

Deze functie sluit een rekening of rekeningen door de actuele datum als uiterste geldigheidsdatum van de te sluiten rekening(en) in te voeren.

Invoerparameters

Registry

Verplicht

CorrelationId

Verplicht

MajorVersion

Verplicht

MinorVersion

Verplicht

Account (*)

Verplicht

AccountIdentifier

Verplicht

Uitvoerparameters

Result Identifier

Verplicht

Tabel VIII-17: ManagementOfAccount.ValidateVerifiedEmissionsUpdate()-functie

Doel

Deze functie valideert een bijwerking van gevalideerde emissies.

Indien een validatietest faalt, worden de installatie-identificator en de responscode aan de responscodelijst toegevoegd.

Invoerparameters

From

Verplicht

To

Verplicht

CorrelationId

Verplicht

MajorVersion

Verplicht

MinorVersion

Verplicht

VerifiedEmissions (*)

Verplicht

Year

Verplicht

Installations (*)

Verplicht

InstallationIdentifier

Verplicht

VerifiedEmission

Verplicht

Uitvoerparameters

Result Identifier

Verplicht

Response List

Facultatief

Berichten

Van 7118 tot 7119; van 7152 tot 7156; 7159.

Tabel VIII-18: ManagementOfAccount.UpdateVerifiedEmissions-functie

Doel

Deze functie werkt de geverifieerde emissies bij voor het gespecificeerde jaar en de gespecificeerde installaties.

Invoerparameters

From

Verplicht

To

Verplicht

CorrelationId

Verplicht

MajorVersion

Verplicht

VerifiedEmissions (*)

Verplicht

Year

Verplicht

Installations (*)

Verplicht

InstallationIdentifier

Verplicht

VerifiedEmission

Verplicht

Uitvoerparameters

Result Identifier

Verplicht

Voorafgaande controles voor elk proces

5.   Het onafhankelijke transactielogboek van de Gemeenschap controleert de status van een register voor alle processen inzake geverifieerde emissies en rekeningen. Als de communicatieverbinding tussen het register en het onafhankelijke transactielogboek van de Gemeenschap niet tot stand is gebracht of overeenkomstig artikel 6, lid 3, tijdelijk is opgeschort voor het verzochte proces inzake geverifieerde emissies en rekeningen, wordt het proces verworpen en wordt responscode 7005 teruggestuurd.

6.   Alsvorens de communicatieverbinding tussen het onafhankelijke transactielogboek van de Gemeenschap en het onafhankelijke transactielogboek van de UNFCCC tot stand wordt gebracht, controleert het onafhankelijke transactielogboek van de Gemeenschap voor alle processen inzake geverifieerde emissies en rekeningen de versie en de authenticiteit van het register en de uitvoerbaarheid van de berichten en stuurt de passende responscodes terug wanneer een discrepantie wordt vastgesteld, zoals uiteengezet in de functionele en technische specificaties voor gegevensuitwisselingsnormen voor registratiesystemen in het kader van het Kyotoprocotol, opgesteld overeenkomstig besluit 24/CP.8 van de conferentie van de partijen bij de UNFCCC. Vervolgens ontvangt elk register dergelijke responscodes van het onafhankelijke transactielogboek van de UNFCCC.

7.   Het onafhankelijke transactielogboek van de Gemeenschap controleert voor alle processen inzake geverifieerde emissies en rekeningen de integriteit van de gegevens en stuurt responscodes van 7122 tot 7159 terug wanneer een discrepantie wordt vastgesteld.

Secundaire controles voor elk proces

8.   Het onafhankelijke transactielogboek van de Gemeenschap voert secundaire controles uit voor alle processen inzake geverifieerde emissies en rekeningen die alle voorafgaande controles met succes hebben doorstaan. De secundaire controles en de overeenkomstige responscodes die worden teruggestuurd wanneer een discrepantie wordt vastgesteld, zijn uiteengezet in tabel VIII-19.

Tabel VIII-19: secundaire controles

Beschrijving van het proces

Responscodes van het onafhankelijke transactielogboek van de Gemeenschap

Account creation

Van 7101 tot 7110

7160

Account update

Van 7102 tot 7105

Van 7107 tot 7108

7111

7113

7120

7160

Account closure

7111

Van 7114 tot 7115

7117

Verified emissions update

Van 7118 tot 7119


BIJLAGE IX

Processen inzake transacties met responscodes

Procestypen

1.   Voor elk proces inzake een transactie wordt een procestype bepaald dat uit een initieel procestype en een supplementair procestype bestaat. Het initiële procestype beschrijft de categorie zoals bedoeld in de functionele en technische specificaties voor gegevensuitwisselingsnormen voor registersystemen krachtens het Kyoto-protocol die zijn opgesteld overeenkomstig besluit 24/CP.8 van de Conferentie van de partijen bij het UNFCCC. Het supplementaire procestype beschrijft de categorie zoals bedoeld in de bepalingen van deze verordening die zijn opgesteld overeenkomstig Richtlijn 2003/87/EG. Tabel IX-1 bevat een overzicht van de procestypen.

Eisen voor elk proces

2.   De berichtensequens voor processen inzake een transactie, de status van de transactie en de status van de Kyoto-eenheden of emissierechten waarop de transactie betrekking heeft gedurende de berichtensequens, en de componenten en functies die gedurende de berichtensequens worden gebruikt, zijn beschreven in de functionele en technische specificaties voor gegevensuitwisselingsnormen voor registersystemen krachtens het Kyoto-protocol die zijn opgesteld overeenkomstig besluit 24/CP.8 van de Conferentie van de partijen bij het UNFCCC.

Voorafgaande controles voor elk proces

3.   Het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap controleert de status van een register voor elk proces inzake een transactie. Indien de communicatieverbinding tussen het register en het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap niet tot stand is gekomen of voor het gevraagde proces tijdelijk is opgeschort overeenkomstig artikel 6, lid 3, wordt het bericht verworpen met gebruikmaking van de responscode 7005 of 7006.

4.   Voordat de communicatieverbinding tussen het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap en het onafhankelijk transactielogboek van het UNFCCC tot stand wordt gebracht, verricht het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap de volgende categorieën voorafgaande controles op elk proces inzake een transactie:

a)

controles van de registerversie en registerauthentisering,

b)

controle van de uitvoerbaarheid van de berichten,

c)

gegevensintegriteitscontroles,

d)

algemene transactiecontroles,

e)

berichtensequenscontroles.

Indien een discrepantie wordt ontdekt, worden de betreffende responscodes teruggezonden, zoals beschreven in de functionele en technische specificaties voor gegevensuitwisselingsnormen voor registersystemen krachtens het Kyoto-protocol die zijn opgesteld overeenkomstig besluit 24/CP.8 van de Conferentie van de partijen bij het UNFCCC. Daarna ontvangt elk register die responscodes van het onafhankelijk transactielogboek van het UNFCCC.

Secundaire en tertiaire controles voor elk proces

5.   Voor elk proces inzake een transactie dat alle voorafgaande controles heeft doorstaan, verricht het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap de volgende secundaire controles om na te gaan of:

a)

de Kyoto-eenheden of emissierechten in de overdrachtsrekening zijn opgenomen (bij discrepantie wordt responscode 7027 teruggezonden);

b)

de overdrachtsrekening in het vermelde register bestaat (bij discrepantie responscode 7021);

c)

de verwervingsrekening in het vermelde register bestaat (bij discrepantie responscode 7020);

d)

beide rekeningen in hetzelfde register voorkomen voor een interne overdracht (bij discrepantie responscode 7022);

e)

beide rekeningen in verschillende registers voorkomen voor een externe overdracht (bij discrepantie responscode 7023);

f)

de overdrachtsrekening niet is geblokkeerd ingevolge artikel 27 (bij discrepantie responscode 7025);

g)

emissierechten wegens overmacht worden niet overgedragen (bij discrepantie responscode 7024).

6.   Het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap verricht tertiaire controles op elk proces inzake een transactie dat alle voorafgaande controles heeft doorstaan. Tabel IX-1 geeft een overzicht van de tertiaire controles en de in geval van discrepantie terug te zenden responscodes.

Tabel IX-1:   tertiaire controles

Procesbeschrijving

Procestype

Responscodes onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap

Verlening van AAU’s en RMU’s

01-00

[niet van toepassing]

Omzetting van AAU’s en RMU’s in ERU’s

02-00

7218

Externe overdracht (vanaf 2008-2012)

03-00

van 7301 tot 7302

7304

Annulering (vanaf 2008-2012)

04-00

[niet van toepassing]

Afboeking (vanaf 2008-2012)

05-00

van 7358 tot 7361

Annulering en vervanging van tCER’s en lCER’s

06-00

[niet van toepassing]

Overboeking van Kyoto-eenheden en emissierechten die voor de periode 2008-2012 en volgende periodes van vijf jaar zijn verleend

07-00

[niet van toepassing]

Wijziging van vervaldatum van tCER’s en lCER’s

08-00

[niet van toepassing]

Interne overdracht

10-00

7304

van 7406 tot 7407

Verlening van emissierechten (2005-2007)

01-51

van 7201 tot 7203

7219

Verlening emissierechten (vanaf 2008-2012)

10-52

van 7201 tot 7203

7205

7219

Toewijzing emissierechten

10-53

7202

7203

van 7206 tot 7208

7214

7216

7304

7360

Verlening van emissierechten wegens overmacht

01-54

7202

van 7210 tot 7211

7215

7217

7220

Correctie op emissierechten

10-55

van 7212 tot 7213

Externe overdracht (2005-2007)

03-21

7302

van 7304 tot 7305

van 7406 tot 7407

Annulering emissierechten (2005-2007)

10-01

7212

7305

Inlevering emissierechten

10-02

7202

7304

van 7353 tot 7356

Afboeking (2005-2007)

04-03

7209

7305

7357

van 7360 tot 7362

Annulering en vervanging

10-41

(2005 tot 2007)

7205

7212

7219

7360

7402

7404

van 7406 tot 7407

(vanaf 2008-2012)

7202

7205

7219

7360

van 7401 tot 7402

van 7404 tot 7407


BIJLAGE X

Afstemmingsproces („Reconciliation”) met responscodes

Eisen voor het proces

1.   Voordat de communicatieverbinding tussen het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap en het onafhankelijk transactielogboek van het UNFCCC tot stand wordt gebracht, reageert elk register op elk verzoek van het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap om voor een bepaald tijdstip en een bepaalde datum de volgende informatie te verstrekken:

a)

het totale aantal emissierechten op elk type rekening in dat register;

b)

de eenheidsidentificatiecodes van emissierechten op elk type rekening in dat register;

c)

overzicht van het transactielogboek en auditlogboek van emissierechten op elk type rekening in dat register;

d)

het totale aantal emissierechten op elke rekening in dat register;

e)

de eenheidsidentificatiecodes van emissierechten op elke rekening in dat register;

f)

overzicht van het transactielogboek en auditlogboek van alle emissierechten op een rekening in dat register.

2.   Nadat de communicatieverbinding tussen het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap en het onafhankelijk transactielogboek van het UNFCCC tot stand is gebracht, reageert elk register op elk verzoek van het onafhankelijk transactielogboek van het UNFCCC om voor een bepaald tijdstip en een bepaalde datum de volgende informatie te verstrekken:

a)

het totale aantal emissierechten, AAU’s, RMU’s, ERU’s, CER’s (geen tCER’s of lCER’s), lCER’s en tCER’s op elk type rekening in dat register;

b)

de eenheidsidentificatiecodes van emissierechten, AAU’s, RMU’s, ERU’s, CER’s (geen tCER’s of lCER’s), lCER’s en tCER’s op elk type rekening in dat register;

c)

overzicht van het transactielogboek en auditlogboek van emissierechten, AAU’s, RMU’s, ERU’s, CER’s (geen tCER’s of lCER’s), lCER’s en tCER’s op elk type rekening in dat register.

3.   Nadat de communicatieverbinding tussen het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap en het onafhankelijk transactielogboek van het UNFCCC tot stand is gebracht, reageert elk register op elk verzoek dat het onafhankelijk transactielogboek van het UNFCCC namens het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap doet om voor een bepaald tijdstip en een bepaalde datum de volgende informatie te verstrekken:

a)

het totale aantal emissierechten, AAU’s, RMU’s, ERU’s, CER’s (geen tCER’s of lCER’s), lCER’s en tCER’s op elke rekening in dat register;

b)

de eenheidsidentificatiecodes van emissierechten, AAU’s, RMU’s, ERU’s, CER’s (geen tCER’s of lCER’s), lCER’s en tCER’s op elke rekening in dat register;

c)

overzicht van het transactielogboek en auditlogboek van emissierechten, AAU’s, RMU’s, ERU’s, CER’s (geen tCER’s of lCER’s), lCER’s en tCER’s op elke rekening in dat register.

4.   De berichtensequens voor het afstemmingsproces, de status van het afstemmingsproces en de status van de Kyoto-eenheden of emissierechten waarop het afstemmingsproces betrekking heeft gedurende de berichtensequens, en de componenten en functies die gedurende de berichtensequens worden gebruikt, zijn beschreven in de functionele en technische specificaties voor gegevensuitwisselingsnormen voor registersystemen krachtens het Kyoto-protocol die zijn opgesteld overeenkomstig besluit 24/CP.8 van de Conferentie van de partijen bij het UNFCCC.

Voorafgaande controles voor het proces

5.   Het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap controleert de status van een register gedurende het afstemmingsproces. Indien de communicatieverbinding tussen het register en het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap niet tot stand is gekomen of voor het afstemmingsproces tijdelijk is opgeschort overeenkomstig artikel 6, lid 3, wordt het proces verworpen met gebruikmaking van de responscode 7005.

6.   Voordat de communicatieverbinding tussen het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap en het onafhankelijk transactielogboek van het UNFCCC tot stand wordt gebracht, verricht het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap gedurende het afstemmingsproces controles van de registerversie en registerauthentisering, controles van de uitvoerbaarheid van de berichten en gegevensintegriteitscontroles. Indien een discrepantie wordt ontdekt, worden de betreffende responscodes teruggezonden, zoals beschreven in de functionele en technische specificaties voor gegevensuitwisselingsnormen voor registersystemen krachtens het Kyoto-protocol die zijn opgesteld overeenkomstig besluit 24/CP.8 van de Conferentie van de partijen bij het UNFCCC. Daarna ontvangt elk register die responscodes van het onafhankelijk transactielogboek van het UNFCCC.

Secundaire controles voor het proces

7.   Nadat aan de voorafgaande controles is voldaan, verricht het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap gedurende het afstemmingsproces secundaire controles. Tabel X-1 geeft een overzicht van de secundaire controles en de betreffende responscodes die worden teruggezonden wanneer een afwijking wordt ontdekt.

Tabel X-1:   secundaire controles

Procesbeschrijving

Responscodes onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap

Reconciliation

van 7501 tot 7524

Handmatige bewerking

8.   Indien de informatie in een register is gewijzigd in reactie op een proces dat is begonnen maar niet afgerond overeenkomstig de artikelen 34, 35 of 36, geeft de centrale administrateur de registeradministrateur van dat register de opdracht het proces om te keren door die informatie opnieuw in de oorspronkelijke staat te herstellen.

Indien de informatie in een register niet is gewijzigd in reactie op een proces dat is begonnen en afgerond overeenkomstig de artikelen 34, 35 of 36, geeft de centrale administrateur de registeradministrateur van dat register de opdracht het proces af te ronden door die informatie dienovereenkomstig te wijzigen.

9.   Indien het afstemmingsproces een afwijking heeft vastgesteld, onderzoekt de centrale administrateur in overleg met de betrokken registeradministrateur(s) wat de oorzaak van de afwijking is. Naar gelang van het geval wijzigt de centrale administrateur dan de informatie in het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap of verzoekt hij de betrokken registeradministrateur(s) handmatig bepaalde aanpassingen in de informatie in hun register aan te brengen.


BIJLAGE XI

Administratieve processen met responscodes

Administratieve processen

1.   Het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap voorziet in de volgende administratieve processen:

a)

Transaction clean-up: alle in bijlage IX bedoelde processen die zijn begonnen maar niet binnen 24 uur zijn beëindigd, afgerond of geannuleerd, worden geannuleerd. Transacties worden om het uur opgeruimd.

b)

Outstanding units: er wordt nagegaan welke emissierechten op 1 mei 2008 of op 1 mei in het eerste jaar van elke volgende periode van vijf jaar niet zijn geannuleerd overeenkomstig artikel 60 of 61.

c)

Process status: een registeradministrateur kan informeren naar de status van een in bijlage IX bedoeld proces waarvan hij de iniatiefnemer is.

d)

Time synchronisation: op verzoek deelt elke registeradministrateur de systeemtijd van zijn register mee, zodat de overeenstemming tussen de systeemtijd van een register en de systeemtijd van het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap kan worden gecontroleerd en de twee tijden kunnen worden gesynchroniseerd. Ten behoeve van de synchronisatie past een registeradministrateur op verzoek de systeemtijd van zijn register aan.

2.   Nadat de communicatieverbinding tussen het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap en het onafhankelijk transactielogboek van het UNFCCC tot stand is gebracht, voorziet het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap verder alleen nog in het administratieve proces van punt 1, onder b).

3.   Elk register moet in staat zijn de aanvullende administratieve processen van het onafhankelijk transactielogboek van het UNFCCC correct uit te voeren, zoals beschreven in de functionele en technische specificaties voor gegevensuitwisselingsnormen voor registersystemen krachtens het Kyoto-protocol die zijn opgesteld overeenkomstig besluit 24/CP.8 van de Conferentie van de partijen bij het UNFCCC.

Eisen voor elk proces

4.   De berichtensequens voor administratieve processen en de componenten en functies die gedurende de berichtensequens worden gebruikt, zijn beschreven in de functionele en technische specificaties voor gegevensuitwisselingsnormen voor registersystemen krachtens het Kyoto-protocol die zijn opgesteld overeenkomstig besluit 24/CP.8 van de Conferentie van de partijen bij het UNFCCC.

Controles voor elk proces

5.   Indien het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap gedurende de in punt 2 bedoelde periode een discrepantie in verband met punt 1, onder a) ontdekt, zendt het de betreffende responscodes terug, zoals beschreven in de functionele en technische specificaties voor gegevensuitwisselingsnormen voor registersystemen krachtens het Kyoto-protocol die zijn opgesteld overeenkomstig besluit 24/CP.8 van de Conferentie van de partijen bij het UNFCCC.

6.   Indien het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap een discrepantie in verband met punt 1, onder b) ontdekt, zendt het de responscode 7601 terug.

7.   Gedurende de in punt 2 bedoelde periode verricht het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap de volgende controles, indien een bericht van een register als bedoeld in punt 1, onder c), is ontvangen voor een in bijlage IX vermeld proces:

a)

status van een register: indien de communicatieverbinding tussen het register en het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap niet tot stand is gekomen of voor het gevraagde proces tijdelijk is opgeschort overeenkomstig artikel 6, lid 3, wordt het bericht verworpen met gebruikmaking van de responscode 7005.

b)

registerversie en registerauthentisering, uitvoerbaarheid van het bericht en gegevensintegriteit: indien het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap een discrepantie ontdekt, wordt het bericht verworpen met gebruikmaking van de betreffende responscodes, zoals beschreven in de functionele en technische specificaties voor gegevensuitwisselingsnormen voor registersystemen krachtens het Kyoto-protocol die zijn opgesteld overeenkomstig besluit 24/CP.8 van de Conferentie van de partijen bij het UNFCCC.

8.   Gedurende de in punt 2 bedoelde periode verricht het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap de volgende controles, indien een bericht van een register als bedoeld in punt 1, onder d), is ontvangen:

a)

status van een register: indien de communicatieverbinding tussen het register en het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap niet tot stand is gekomen of voor het gevraagde proces tijdelijk is opgeschort overeenkomstig artikel 6, lid 3, wordt het bericht verworpen met gebruikmaking van de responscode 7005.

b)

registerversie en registerauthentisering, uitvoerbaarheid van het bericht, gegevensintegriteit en tijdsynchronisatie: indien het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap een discrepantie ontdekt, wordt het bericht verworpen met gebruikmaking van de betreffende responscodes, zoals beschreven in de functionele en technische specificaties voor gegevensuitwisselingsnormen voor registersystemen krachtens het Kyoto-protocol die zijn opgesteld overeenkomstig besluit 24/CP.8 van de Conferentie van de partijen bij het UNFCCC.


BIJLAGE XII

Lijst van responscodes voor alle processen

1.   Het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap zendt bij elk proces responscodes terug, zoals voorgeschreven in bijlage VIII, bijlage IX, bijlage X en bijlage XI. Elke responscode bestaat uit een geheel getal tussen 7000 en 7999. De betekenis van elke responscode is gegeven in tabel XII-1.

2.   Elke registeradministrateur ziet erop toe dat de betekenis van elke responscode behouden blijft, wanneer informatie betreffende een proces overeenkomstig bijlage XVI wordt weergegeven ten behoeve van de initiatiefnemende gemachtigde vertegenwoordiger.

Tabel XII-1:   responscodes van het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap

Responscode

Beschrijving

7005

Volgens de huidige status van het initiatiefnemende (of overdrachts-) register kan dit proces niet plaatsvinden.

7006

Volgens de huidige status van het verwervingsregister kan dit proces niet plaatsvinden.

7020

De vermelde rekeningidentificatiecode komt niet voor in het verwervingsregister.

7021

De vermelde rekeningidentificatiecode komt niet voor in het overdrachtsregister.

7022

De overdrachtsrekening en de verwervingsrekening moeten voor alle transacties, met uitzondering van externe overdrachten, in hetzelfde register voorkomen.

7023

De overdrachtsrekening en de verwervingsrekening moeten voor externe overdrachten in verschillende registers voorkomen.

7024

Emissierechten wegens overmacht kunnen niet worden overgedragen uit de partijtegoedrekening tenzij ze worden geannuleerd en afgeboekt overeenkomstig artikel 58.

7025

De overdrachtsrekening is geblokkeerd voor alle overdrachten van emissierechten uit die rekening, met uitzondering van inlevering, annulering en vervanging overeenkomstig de artikelen 52, 53, 60 en 61.

7027

Een of meer eenheden in het serieblok worden niet erkend als deel uitmakende van de overdrachtsrekening.

7101

De rekening is reeds gecreëerd.

7102

Een rekening heeft één en niet meer dan één rekeninghouder.

7103

Een rekening heeft één en niet meer dan één primaire gemachtigde vertegenwoordiger.

7104

Een rekening heeft één en niet meer dan één secundaire gemachtigde vertegenwoordiger.

7105

Een installatie heeft één en niet meer dan één contactpersoon.

7106

De installatie die aan deze rekening is verbonden, is reeds aan een andere rekening verbonden.

7107

De gemachtigde vertegenwoordigers van de rekening moeten allen verschillend zijn.

7108

De voor de rekening opgegeven alfanumerieke identificator is reeds voor een andere rekening opgegeven.

7109

Het gecreëerde rekeningtype heeft niet de juiste verbintenisperiode.

7110

Aan een exploitanttegoedrekening is één en niet meer dan één installatie verbonden.

7111

De opgegeven rekening bestaat niet en het is dan ook niet mogelijk de rekening bij te werken of af te sluiten.

7113

Het is niet mogelijk de rekeninghouder van een persoonstegoedrekening te veranderen.

7114

De opgegeven rekening is reeds afgesloten, het is dan ook niet mogelijk de rekening af te sluiten.

7115

De opgegeven rekening bevat nog eenheden en het is bijgevolg niet mogelijk de rekening af te sluiten.

7117

De aan de opgegeven rekening verbonden installatie is de verplichtingen niet nagekomen, het is bijgevolg niet mogelijk de rekening af te sluiten.

7118

De vermelde installatie bestaat niet en het is bijgevolg niet mogelijk de geverifieerde emissietabel voor die installatie bij te werken.

7119

Het opgegeven jaar is een toekomstig jaar en het is bijgevolg niet mogelijk de geverifieerde emissietabel voor dat jaar bij te werken.

7120

De personen en hun relatie met de rekening bestaan niet en het is bijgevolg niet mogelijk die relatie bij te werken.

7122

De correlatie-identificator (CorrelationId) is niet in het goede formaat of is buiten bereik.

7124

De alfanumerieke identificator van de rekening (AccountIdentifier) is niet in het goede formaat of buiten bereik.

7125

De vergunningsidentificator (PermitIdentifier) is niet in het goede formaat of buiten bereik.

7126

De naam (Name) van de installatie is niet in het goede formaat of buiten bereik.

7127

De hoofdactiviteit (MainActivityType) van de installatie is niet in het goede formaat of buiten bereik.

7128

Het land (Country) van de installatie is niet in het goede formaat of buiten bereik.

7129

De postcode (PostalCode) van de installatie is niet in het goede formaat of buiten bereik.

7130

De plaats (City) van de installatie is niet in het goede formaat of buiten bereik.

7131

De parameter Address1 van de installatie is niet in het goede formaat of buiten bereik.

7132

De parameter Address2 van de installatie is niet in het goede formaat of buiten bereik.

7133

De moedermaatschappij (ParentCompany) van de installatie is niet in het goede formaat of buiten bereik.

7134

De dochtermaatschappij (SubsidiaryCompany) van de installatie is niet in het goede formaat of buiten bereik.

7135

De EPER-identificatie (EPERIdentification) van de installatie is niet in het goede formaat of buiten bereik.

7136

De breedtegraad (Latitude) van de installatie is niet in het goede formaat of buiten bereik.

7137

De lengtegraad (Longitude) van de installatie is niet in het goede formaat of buiten bereik.

7138

De persoonsrelatiecode (RelationshipCode) is niet in het goede formaat of buiten bereik.

7139

De persoonsidentificator (PersonIdentifier) is niet in het goede formaat of buiten bereik.

7140

De persoonsvoornaam (FirstName) is niet in het goede formaat of buiten bereik.

7141

De persoonsachternaam (LastName) is niet in het goede formaat of buiten bereik.

7142

Het land (Country) van de persoon is niet in het goede formaat of buiten bereik.

7143

De postcode (PostalCode) van de persoon is niet in het goede formaat of buiten bereik.

7144

De plaats (City) van de persoon is niet in het goede formaat of buiten bereik.

7145

De parameter Address1 van de persoon is niet in het goede formaat of buiten bereik.

7146

De parameter Address2 van de persoon is niet in het goede formaat of buiten bereik.

7147

Het eerste telefoonnummer (PhoneNumber1) van de persoon is niet in het goede formaat of buiten bereik.

7148

Het tweede telefoonnummer (PhoneNumber2) van de persoon is niet in het goede formaat of buiten bereik.

7149

Het faxnummer (FaxNumber) van de persoon is niet in het goede formaat of buiten bereik.

7150

Het elektronische postadres (Email) van de persoon is niet in het goede formaat of buiten bereik.

7151

De activiteit (Action) van de persoon is niet in het goede formaat of buiten bereik.

7152

De geverifieerde emissie (VerifiedEmission) van de installatie is niet in het goede formaat of buiten bereik.

7153

Het element from is niet in het goede formaat of buiten bereik.

7154

Het element to is niet in het goede formaat of buiten bereik.

7155

De parameter MajorVersion is niet in het goede formaat of buiten bereik.

7156

De parameter MinorVersion is niet in het goede formaat of buiten bereik.

7157

Het rekeningtype (AccountType) is niet in het goede formaat of buiten bereik.

7158

De rekeningidentificator (AccountIdentifier) is niet in het goede formaat of buiten bereik.

7159

De installatie-identificator (InstallationIdentifier) is niet in het goede formaat of buiten bereik.

7160

Het is niet mogelijk een contactpersoon of zijn gegevens, of een installatie of de gegevens ervan (zoals vermeld in punt 11.1 van bijlage I bij Beschikking 2004/156/EG van de Commissie) aan een persoonstegoedrekening te verbinden.

7201

De hoeveelheid emissierechten die voor verlening in de opgegeven periode is gevraagd, overtreft de door de Commissie goedgekeurde hoeveelheid in het nationale toewijzingsplan.

7202

De verwervingsrekening is geen partijtegoedrekening.

7203

De tabel van het nationale toewijzingsplan is niet aan de Commissie voorgelegd en de verlening of toewijzing van emissierechten voor de opgegeven periode kan dus niet plaatsvinden.

7205

De eenheden waarvan omzetting in emissierechten is gevraagd, moeten AAU’s zijn die zijn verleend voor een verbintenisperiode die overeenkomt met de verbintenisperiode waarvoor emissierechten worden verleend.

7206

De opgegeven verwervingsrekening is niet de exploitanttegoedrekening die aan de opgegeven installatie is verbonden.

7207

De installatie komt niet voor in de tabel van het nationale toewijzingsplan.

7208

Het opgegeven jaar komt niet voor in de tabel van het nationale toewijzingsplan.

7209

De verwervingsrekening is niet de afboekingsrekening voor de periode 2005-2007.

7210

Emissierechten wegens overmacht kunnen alleen vóór 30 juni 2008 worden verleend.

7211

De gevraagde hoeveelheid te verlenen emissierechten wegens overmacht overtreft de hoeveelheid die de Commissie voor de verbintenisperiode heeft goedgekeurd.

7212

De verwervingsrekening is niet de annuleringsrekening voor de periode 2005-2007.

7213

De vermindering van het aantal emissierechten is groter dan de door de Commissie goedgekeurde correctie van het NTP.

7214

Het aantal overgedragen emissierechten is niet precies gelijk aan het aantal dat in het NTP voor de opgegeven installatie en het opgegeven jaar is voorzien.

7215

De installatie bestaat niet.

7216

Het aantal over te dragen emissierechten voor de opgegeven installatie en het opgegeven jaar, zoals voorzien in het nationale toewijzingsplan, is reeds overgedragen.

7217

Het opgegeven jaar valt niet in de periode 2005-2007.

7218

De vermelde AAU’s zijn emissierechten en het is bijgevolg niet mogelijk die AAU’s in ERU’s om te zetten.

7219

De voor verlening gevraagde eenheden hebben niet de juiste identificatiecode voor emissierechten en de verlening kan bijgevolg niet plaatsvinden.

7220

De voor verlening gevraagde eenheden hebben niet de juiste identificatiecode voor emissierechten wegens overmacht en de verlening kan bijgevolg niet plaatsvinden.

7301

Waarschuwing: de reserve voor de verbintenisperiode is bijna overschreden.

7302

Er is geen overeenkomst inzake wederzijdse erkenning tussen het overdrachtsregister en het verwervingsregister die de overdracht van emissierechten mogelijk maakt.

7304

Voor de voorgaande periode verleende emissierechten kunnen pas na 30 april van het eerste jaar van de lopende periode worden overgedragen naar de annuleringsrekening of de afboekingsrekening voor die periode.

7305

De emissierechten zijn niet die welke zijn verleend voor de periode 2005-2007.

7353

Het is niet mogelijk voor de periode 2005-2007 verleende emissierechten in te leveren voor de periode 2008-2012 en volgende periodes van vijf jaar.

7354

De overdrachtsrekening is geen exploitanttegoedrekening.

7355

Het is niet mogelijk voor de lopende periode verleende emissierechten in te leveren voor de voorgaande periode.

7356

De eenheden komen niet in aanmerking voor inlevering overeenkomstig artikel 53.

7357

Het aantal emissierechten en emissierechten wegens overmacht waarvan overdracht naar de afboekingsrekening is gevraagd, is niet gelijk aan het aantal emissierechten dat overeenkomstig de artikelen 52 en 54 is ingeleverd.

7358

Het aantal AAU’s waarvan omzetting uit emissierechten is gevraagd, is niet gelijk aan het aantal emissierechten dat overeenkomstig de artikelen 52 en 54 is ingeleverd.

7359

Het aantal eenheden waarvan overdracht naar de afboekingsrekening is gevraagd, is niet gelijk aan het aantal emissierechten dat overeenkomstig de artikelen 52 en 53 is ingeleverd.

7360

De overdrachtsrekening(en) is (zijn) geen partijtegoedrekening(en).

7361

De eenheden komen niet in aanmerking voor afboeking overeenkomstig de artikelen 58 en 59.

7362

Het aantal CER’s waarvan overdracht naar de annuleringsrekening is gevraagd, is niet gelijk aan het aantal emissierechten dat overeenkomstig artikel 53 is ingeleverd.

7401

Het aantal AAU’s waarvan omzetting in emissierechten is gevraagd, is niet gelijk aan het aantal geannuleerde emissierechten.

7402

Het opgegeven eenheidstype waarvan annulering vóór vervanging is gevraagd, is geen voor de voorafgaande periode verleend emissierecht.

7404

Het aantal geannuleerde emissierechten is niet gelijk aan het aantal overeenkomstig artikel 60, onder a), en 61, onder b), te annuleren emissierechten.

7405

De hoeveelheid geannuleerde emissierechten van de overdrachtsrekening is niet gelijk aan de hoeveelheid emissierechten die weer naar deze rekening zijn overgedragen.

7406

De overdrachtsrekening(en) moet(en) een rekening (rekeningen) zijn zoals bedoeld in artikel 11, leden 1 en 2.

7407

De verwervingsrekening(en) moet(en) een rekening (rekeningen) zijn zoals bedoeld in artikel 11, leden 1 en 2.

7501

Er is een afwijking tussen het register en het CITL (onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap) in de eenheidsblokken van de exploitanttegoedrekening.

7502

Er is een afwijking tussen het register en het CITL in de eenheidsblokken van de persoonstegoedrekening.

7503

Informatie: er zijn geen afwijkingen tussen het register en het CITL in de eenheidsblokken van de exploitanttegoedrekening.

7504

Informatie: er zijn geen afwijkingen tussen het register en het CITL in de eenheidsblokken van de persoonstegoedrekening.

7505

Er is een afwijking tussen het register en het CITL in de totalen van de eenheidsblokken van de exploitanttegoedrekening.

7506

Er is een afwijking tussen het register en het CITL in de totalen van de eenheidsblokken van de persoonstegoedrekening.

7507

Informatie: er zijn geen afwijkingen tussen het register en het CITL in de totalen van de eenheidsblokken van de exploitanttegoedrekening.

7508

Informatie: er zijn geen afwijkingen tussen het register en het CITL in de totalen van de eenheidsblokken van de persoonstegoedrekening.

7509

Er is een afwijking tussen het register en het CITL in de eenheidsblokken van de partijtegoedrekening.

7510

Er is een afwijking tussen het register en het CITL in de eenheidsblokken van de afboekingsrekening.

7511

Er is een afwijking tussen het register en het CITL in de eenheidsblokken van de annuleringsrekening.

7512

Informatie: er zijn geen afwijkingen tussen het register en het CITL in de eenheidsblokken van de partijtegoedrekening.

7513

Informatie: er zijn geen afwijkingen tussen het register en het CITL in de eenheidsblokken van de afboekingsrekening.

7514

Informatie: er zijn geen afwijkingen tussen het register en het CITL in de eenheidsblokken van de annuleringsrekening.

7515

Er is een afwijking tussen het register en het CITL in de totalen van de eenheidsblokken van de partijtegoedrekening.

7516

Er is een afwijking tussen het register en het CITL in de totalen van de eenheidsblokken van de afboekingsrekening.

7517

Er is een afwijking tussen het register en het CITL in de totalen van de eenheidsblokken van de annuleringsrekening.

7518

Informatie: er zijn geen afwijkingen tussen het register en het CITL in de totalen van de eenheidsblokken van de partijtegoedrekening.

7519

Informatie: er zijn geen afwijkingen tussen het register en het CITL in de totalen van de eenheidsblokken van de afboekingsrekening.

7520

Informatie: er zijn geen afwijkingen tussen het register en het CITL in de totalen van de eenheidsblokken van de annuleringsrekening.

7521

Er is een afwijking tussen het register en het CITL in de eenheidsblokken van de vervangingsrekening.

7522

Informatie: er zijn geen afwijkingen tussen het register en het CITL in de eenheidsblokken van de vervangingsrekening.

7523

Er is een afwijking tussen het register en het CITL in de totalen van de eenheidsblokken van de vervangingsrekening.

7524

Informatie: er zijn geen afwijkingen tussen het register en het CITL in de totalen van de eenheidsblokken van de vervangingsrekening.

7601

Waarschuwing: de vermelde eenheidsblokken van voor de vorige periode verleende emissierechten zijn nog niet geannuleerd overeenkomstig de artikelen 60 en 61.


BIJLAGE XIII

Testprocedures

1.   Een register en het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap moeten de volgende testfasen volledig doorstaan:

a)

eenheidstests: afzonderlijke componenten worden aan hun specificaties getoetst;

b)

integratietests: groepen componenten, die delen van het complete systeem omvatten, worden aan hun specificaties getoetst;

c)

systeemtests: het systeem wordt als geheel aan zijn specificaties getoetst;

d)

belastingstests: het systeem wordt onderworpen aan activiteitspieken die een weergave vormen van de vermoedelijke mate waarin de gebruikers een beroep zullen doen op het systeem;

e)

veiligheidstest: onderzoek naar eventuele zwakke plekken in de beveiliging van het systeem.

2.   Afzonderlijke tests voor een register die als onderdeel van de in punt 1 bedoelde testfasen plaatsvinden, worden uitgevoerd volgens een vooraf bepaald testplan. Van de resultaten wordt een documentatie bijgehouden die op verzoek aan de centrale administrateur ter beschikking wordt gesteld. Eventuele gebreken in een register, welke gedurende de testfasen van punt 1 worden vastgesteld, moeten worden verholpen voordat wordt overgegaan tot het testen van de gegevensuitwisseling tussen dat register en het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap.

3.   De centrale administrateur vereist dat een register de volgende testfasen volledig doorstaat:

a)

authentiseringstests: waarbij wordt getest of het register in staat is het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap te identificeren en omgekeerd;

b)

tijdsynchronisatietests: waarbij wordt getest of het register in staat is zijn systeemtijd te bepalen en zijn systeemtijd aan te passen aan de systeemtijd van het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap en het onafhankelijk transactielogboek van het UNFCCC;

c)

dataformaattests: waarbij wordt getest of het register in staat is berichten te genereren die in overeenstemming zijn met de passende processtatus (process status) en procesfase en met het passende formaat, zoals beschreven in de functionele en technische specificaties voor gegevensuitwisselingsnormen voor registersystemen krachtens het Kyoto-protocol die zijn opgesteld overeenkomstig besluit 24/CP.8 van de Conferentie van de partijen bij het UNFCCC;

d)

tests van programmeercode en databasebewerkingen: waarbij wordt getest of het register in staat is ontvangen berichten te verwerken die in overeenstemming zijn met het betreffende formaat, zoals beschreven in de functionele en technische specificaties voor gegevensuitwisselingsnormen voor registersystemen in het kader van het Kyoto-protocol die zijn opgesteld overeenkomstig besluit 24/CP.8 van de Conferentie van de partijen bij het UNFCCC;

e)

geïntegreerde procestests: waarbij wordt getest of het register in staat is alle processen uit te voeren, met inbegrip van alle relevante statussen en fasen zoals vermeld in bijlage VIII, bijlage IX, bijlage X en bijlage XI, en handmatige bewerkingen in de database mogelijk te maken overeenkomstig bijlage X;

f)

gegevensloggingtests: waarbij wordt getest of het register in staat is de overeenkomstig artikel 73, lid 2, vereiste gegevens vast te stellen en op te slaan.

4.   De centrale administrateur vereist dat bij een register wordt aangetoond dat de in bijlage VII bedoelde invoercodes en de in bijlage VIII, bijlage IX, bijlage X en bijlage XI bedoelde responscodes in de database van dat register zijn opgenomen en voor de processen juist worden geïnterpreteerd en gebruikt.

5.   De testfasen van punt 3 vinden plaats tussen de testafdeling van het register en de testafdeling van het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap, zoals vastgesteld overeenkomstig artikel 71.

6.   Afzonderlijke tests die als onderdeel van de testfasen van punt 3 worden uitgevoerd, kunnen variëren om rekening te houden met de door een register gebruikte software en hardware.

7.   Afzonderlijke tests die als onderdeel van de testfasen van punt 3 plaatsvinden, worden uitgevoerd volgens een vooraf bepaald testplan. Van de resultaten wordt een documentatie bijgehouden die op verzoek aan de centrale administrateur ter beschikking wordt gesteld. Eventuele gebreken in een register, welke gedurende de testfasen van punt 3 worden vastgesteld, moeten worden verholpen voordat een communicatieverbinding tussen dat register en het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap tot stand wordt gebracht. De registeradministrateur toont aan dat de gebreken zijn verholpen door met succes de in punt 3 bedoelde testfasen af te ronden.


BIJLAGE XIV

Initialisatieprocedures

1.   Uiterlijk voor 1 september 2004 verstrekt elke lidstaat de Commissie de volgende gegevens:

a)

naam, adres, plaats, postcode, land, telefoonnummer, faxnummer en e-mailadres van de registeradministrateur voor zijn register;

b)

adres, plaats, postcode en land van de fysieke locatie van het register;

c)

de uniform resource locator (URL) en de poort(en) van de veilige afdeling en de openbare afdeling van het register, en de URL en de poort(en) van de testafdeling;

d)

beschrijving van de primaire en reserve hardware en software waarvan het register gebruik maakt, en van de hardware en software die de testafdeling ondersteunt overeenkomstig artikel 68;

e)

beschrijving van de systemen en procedures voor de bescherming van alle gegevens, met inbegrip van de frequentie waarmee een back-up van de database wordt gemaakt, en van de systemen en procedures voor de snelle recuperatie van alle gegevens en bewerkingen bij calamiteiten, zoals bedoeld in artikel 68;

f)

beschrijving van het veiligheidsplan van het register dat is opgesteld overeenkomstig de algemene veiligheidsvoorschriften van bijlage XV;

g)

beschrijving van het systeem en de procedures van het register met betrekking tot het beheer van wijzigingen overeenkomstig artikel 72;

h)

door de centrale administrateur gevraagde informatie om digitale certificaten te kunnen verstrekken overeenkomstig bijlage XV.

Eventuele latere wijzigingen worden onmiddellijk aan de Commissie meegedeeld.

2.   Voor de periode 2005-2007 deelt elke lidstaat de Commissie mee hoeveel emissierechten wegens overmacht moeten worden verleend, nadat de Commissie toestemming heeft gegeven om dergelijke emissierechten te verlenen overeenkomstig artikel 29 van Richtlijn 2003/87/EG.

3.   Vóór het begin van de periode 2008-2012 en elke volgende periode van vijf jaar verstrekt elke lidstaat de Commissie de volgende gegevens:

a)

het totale aantal ERU’s en CER’s dat exploitanten voor elke periode kunnen gebruiken overeenkomstig artikel 11 bis, lid 1, van Richtlijn 2003/87/EG;

b)

de reserve voor de verbintenisperiode, welke overeenkomstig besluit 18/CP.7 van de Conferentie van de partijen bij het UNFCCC overeen dient te komen met 90 % van de aan de lidstaat toegewezen hoeveelheid of 100 % van het vijfvoud van de meest recente geïnventariseerde hoeveelheid waarover de lidstaat beschikt, naar gelang welke waarde de laagste is. Eventuele latere wijzigingen worden onmiddellijk aan de Commissie meegedeeld.

Eisen inzake de tabel op basis van het nationale toewijzingsplan

4.   Elk nationaal toewijzingsplan wordt ingediend overeenkomstig de in de punten 5 en 7 beschreven formaten.

5.   De tabel op basis van het nationale toewijzingsplan wordt bij de Commissie in het volgende formaat ingediend:

a)

totaal aantal toegewezen emissierechten: in één vak het totale aantal emissierechten die zijn toegewezen voor de periode waarop het nationale toewijzingsplan betrekking heeft;

b)

totaal aantal emissierechten in de nieuwkomersreserve: in één vak het totale aantal emissierechten die voor nieuwkomers opzij zijn gelegd in de periode waarop het nationale toewijzingsplan betrekking heeft;

c)

jaren: in afzonderlijke vakken voor elk jaar waarop het nationale toewijzingsplan betrekking heeft, vanaf 2005 in stijgende volgorde;

d)

identificatiecode van de installatie: in afzonderlijke vakken die de in bijlage VI vermelde elementen bevatten, in stijgende volgorde;

e)

toegewezen emissierechten: de voor een bepaald jaar en een bepaalde installatie toegewezen emissierechten worden opgenomen in het vak dat het betreffende jaar met de identificatiecode van die installatie verbindt.

6.   De in punt 5d) vermelde installaties omvatten de overeenkomstig artikel 24 van Richtlijn 2003/87/EG unilateraal opgenomen installaties maar niet de overeenkomstig artikel 27 van Richtlijn 2003/87/EG tijdelijk uitgesloten installaties.

7.   Het XML-schema voor de indiening van de tabel van een nationaal toewijzingsplan bij de Commissie ziet eruit als volgt:

Image

Image

8.   Als onderdeel van de initialisatieprocedures, zoals beschreven in de functionele en technische specificaties voor gegevensuitwisselingsnormen voor registersystemen krachtens het Kyoto-protocol die zijn opgesteld overeenkomstig besluit 24/CP.8 van de Conferentie van de partijen bij het UNFCCC, deelt de Commissie het secretariaat van het UNFCCC de identificatiecodes van de annuleringsrekeningen, afboekingsrekeningen en vervangingsrekeningen van elk register mee.


BIJLAGE XV

Veiligheidsnormen

Communicatieverbinding tussen het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap en elk register

1.   Vanaf 1 januari 2005 totdat de communicatieverbinding tussen het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap en het onafhankelijk transactielogboek van het UNFCCC tot stand is gebracht, worden alle processen inzake emissierechten, geverifieerde emissies en rekeningen afgewikkeld via een communicatieverbinding met de volgende eigenschappen:

a)

De transmissie wordt beveiligd door middel van de SSL (secure socket layer)-technologie met ten minste 128 bit-encryptie.

b)

De identiteit van elk register wordt geauthentiseerd met gebruikmaking van digitale certificaten voor de verzoeken die uitgaan van het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap. De identiteit van het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap wordt geauthentiseerd met gebruikmaking van digitale certificaten voor elk verzoek dat uitgaat van een register. De identiteit van elk register wordt geauthentiseerd met gebruikmaking van een gebruikersnaam en wachtwoord voor elk verzoek dat uitgaat van een register. De identiteit van het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap wordt geauthentiseerd met gebruikmaking van een gebruikersnaam en wachtwoord voor elk verzoek dat uitgaat van het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap. Digitale certificaten worden door de certificatieautoriteit als geldig geregistreerd. Voor het opslaan van de digitale certificaten en de gebruikersnamen en wachtwoorden wordt gebruik gemaakt van beveiligde systemen, waartoe de toegang beperkt is. Gebruikersnamen en wachtwoorden bevatten ten minste 10 tekens en zijn in overeenstemming met het basisauthentiseringssysteem (basic authentication scheme) van het HTTP (hypertext transfer protocol) (http://www.ietf.org/rfc/rfc2617.txt).

2.   Nadat de communicatieverbinding tussen het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap en het onafhankelijk transactielogboek van het UNFCCC tot stand is gebracht, worden alle processen inzake emissierechten, geverifieerde emissies, rekeningen en Kyoto-eenheden afgewikkeld via een communicatieverbinding waarvan de eigenschappen zijn beschreven in de functionele en technische specificaties voor gegevensuitwisselingsnormen voor registersystemen krachtens het Kyoto-protocol die zijn opgesteld overeenkomstig besluit 24/CP.8 van de Conferentie van de partijen bij het UNFCCC.

Communicatieverbinding tussen het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap en de gemachtigde vertegenwoordigers ervan, en elk register en alle gemachtigde vertegenwoordigers in dat register

3.   De communicatieverbinding tussen het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap en de gemachtigde vertegenwoordigers ervan, en tussen een register en de gemachtigde vertegenwoordigers van rekeninghouders, verificateurs en de registeradministrateur, wanneer de gemachtigde vertegenwoordigers toegang verkrijgen vanuit een ander netwerk dan het netwerk dat het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap bedient of het netwerk van dat register, moet de volgende eigenschappen hebben:

a)

De transmissie wordt beveiligd door middel van de SSL (secure socket layer)-technologie met ten minste 128 bit-encryptie.

b)

De identiteit van elke gemachtigde vertegenwoordiger wordt geauthentiseerd met gebruikmaking van gebruikersnamen en wachtwoorden, die door het register als geldig zijn geregistreerd.

4.   Het systeem voor het toekennen van gebruikersnamen en wachtwoorden overeenkomstig punt 3b) aan gemachtigde vertegenwoordigers moet de volgende eigenschappen hebben:

a)

Elke gemachtigde vertegenwoordiger heeft te allen tijde een unieke gebruikersnaam en een uniek wachtwoord.

b)

De registeradministrateur houdt een lijst bij van alle gemachtigde vertegenwoordigers die toegang tot het register hebben, met hun toegangsrechten binnen dat register.

c)

Het aantal gemachtigde vertegenwoordigers van de centrale administrateur en registeradministrateur wordt tot een minimum beperkt en toegangsrechten worden uitsluitend op basis van de te vervullen administratieve machtigingstaken verleend.

d)

Eventuele standaardwachtwoorden van de verkoper met toegangsrechten voor de centrale administrateur of registeradministrateur worden onmiddellijk na installatie van de software en hardware voor het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap of het register gewijzigd.

e)

Gemachtigde vertegenwoordigers zijn verplicht tijdelijke wachtwoorden te wijzigen die hun zijn toegekend om voor de eerste maal toegang te verkrijgen tot de veilige afdeling van het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap of het register, en daarna zijn zij verplicht ten minste om de twee maanden hun wachtwoorden te wijzigen.

f)

Het systeem voor het beheer van wachtwoorden houdt een lijst van vroegere wachtwoorden voor een gemachtigde vertegenwoordiger bij en voorkomt dat de vorige tien wachtwoorden voor die gemachtigde vertegenwoordiger opnieuw worden gebruikt. Wachtwoorden bestaan uit cijfers en letters en bevatten ten minste 8 tekens.

g)

Wachtwoorden verschijnen niet op een computerscherm wanneer zij door een gemachtigde vertegenwoordiger worden ingevoerd en wachtwoordbestanden zijn niet direct zichtbaar voor een gemachtigde vertegenwoordiger van de centrale administrateur of registeradministrateur.

Communicatieverbinding tussen het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap en het grote publiek, en elk register en het grote publiek

5.   Voor toegang tot de openbare afdeling van de website van het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap en de openbare website van een register is geen authentisering vereist van de gebruikers die het grote publiek vertegenwoordigen.

6.   De openbare afdeling van de website van het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap en de openbare afdeling van de website van een register mogen de gebruikers die het grote publiek vertegenwoordigen niet in staat stellen directe toegang te verkrijgen tot gegevens uit de database van het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap of de database van dat register. Voor toegang tot gegevens die overeenkomstig bijlage XVI algemeen toegankelijk zijn, wordt gebruik gemaakt van een afzonderlijke database.

Algemene veiligheidsvoorschriften voor het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap en elk register

7.   Voor het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap en elk register gelden de volgende algemene veiligheidsvoorschriften:

a)

Een firewall schermt het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap en elk register af voor het internet en wordt zo strikt mogelijk geconfigureerd om verkeer naar en van het internet te beperken.

b)

Alle knooppunten, werkstations en servers in de netwerken van het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap en elk register worden regelmatig op virussen gescand. Antivirusprogramma’s worden regelmatig geüpdatet.

c)

Het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap en elk register zorgen ervoor dat alle knooppunt-, werkstation- en serversoftware correct wordt geconfigureerd en patches routinematig worden geïnstalleerd naarmate functionele en beveiligingsupdates verschijnen.

d)

Indien nodig, nemen het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap en elk register extra veiligheidsmaatregelen om ervoor te zorgen dat het registersysteem in staat is nieuwe bedreigingen voor de veiligheid af te weren.


BIJLAGE XVI

Eisen inzake de rapportage van elke registeradministrateur en de centrale administrateur

Algemeen beschikbare informatie uit elk register en het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap

1.   De centrale administrateur draagt er zorg voor dat de informatie in de punten 2 tot en met 4 met betrekking tot het registersysteem in de openbare afdeling van de website van het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap volgens het aangegeven tijdschema wordt weergegeven en bijgewerkt. Elke registeradministrateur draagt er zorg voor dat deze informatie met betrekking tot het register in de openbare afdeling van de website van dat register volgens het aangegeven tijdschema wordt weergegeven en bijgewerkt.

2.   In de week nadat de rekening is gecreëerd in een register, wordt voor elke rekening de volgende informatie weergegeven, die wekelijks wordt bijgewerkt:

a)

naam van de rekeninghouder: de houder van de rekening (persoon, exploitant, Commissie, lidstaat);

b)

alfanumerieke identificator: de door de rekeninghouder opgegeven identificator voor elke rekening;

c)

naam, adres, plaats, postcode, land, telefoonnummer, faxnummer en e-mailadres van de primaire en secundaire gemachtigde vertegenwoordigers van de rekening die door de rekeninghouder zijn opgegeven voor die rekening.

3.   In de week nadat de rekening is gecreëerd in het register, wordt voor elke exploitanttegoedrekening de volgende aanvullende informatie weergegeven, die wekelijks wordt bijgewerkt:

a)

punten 1 tot 4.1, 4.4 tot 5.5 en punt 7 (activiteit 1) van de informatie ter identificatie van de installatie die met de exploitanttegoedrekening is verbonden, zoals vermeld in punt 11.1 van bijlage I bij Beschikking 2004/156/EG van de Commissie;

b)

identificatiecode van de vergunning: de code die aan de met de exploitanttegoedrekening verbonden installatie is toegekend en de in bijlage VI vermelde elementen omvat;

c)

identificatiecode van de installatie: de code die aan de met de exploitanttegoedrekening verbonden installatie is toegekend en de in bijlage VI vermelde elementen omvat;

d)

emissierechten en eventuele emissierechten wegens overmacht die zijn toegewezen aan de met de exploitanttegoedrekening verbonden installatie die voorkomt in de tabel van het nationale toewijzingsplan of een nieuwkomer is, overeenkomstig artikel 11 van Richtlijn 2003/87/EG.

4.   Voor elke exploitanttegoedrekening wordt voor de jaren vanaf 2005 volgens het aangegeven tijdschema de volgende aanvullende informatie weergegeven:

a)

het geverifieerde emissiecijfer van de met de exploitanttegoedrekening verbonden installatie voor het jaar X wordt vanaf 15 mei van het jaar (X+1) weergegeven;

b)

overeenkomstig de artikelen 52, 53 en 54 ingeleverde emissierechten, per eenheidsidentificatiecode, voor het jaar X, vanaf 15 mei van het jaar (X+1);

c)

een symbool dat aangeeft of de met de exploitanttegoedrekening verbonden installatie voor jaar X al dan niet heeft voldaan aan de verplichtingen van artikel 6, lid 2, onder e), van Richtlijn 2003/87/EG, vanaf 15 mei van het jaar (X+1).

Algemeen beschikbare informatie uit elk register

5.   Elke registeradministrateur draagt er zorg voor dat de in de punten 6 tot 10 bedoelde informatie met betrekking tot het register in de openbare afdeling van de website van dat register volgens het aangegeven tijdschema wordt weergegeven en bijgewerkt.

6.   De volgende informatie voor elke projectidentificator voor een overeenkomstig artikel 6 van het Kyoto-protocol uitgevoerde projectactiviteit waarvoor de lidstaat ERU’s heeft verleend, wordt weergegeven in de week nadat ze zijn verleend:

a)

projectnaam: een unieke naam voor het project;

b)

projectlocatie: de lidstaat en de plaats of regio waar het project is gesitueerd;

c)

jaren waarin ERU’s zijn verleend: de jaren waarin ERU’s zijn verleend in verband met een overeenkomstig artikel 6 van het Kyoto-protocol uitgevoerde projectactiviteit;

d)

verslagen: downloadbare elektronische versies van alle algemeen beschikbare documentatie betreffende het project, waaronder begrepen voorstellen, bewaking, verificatie en verlening van ERU’s, in voorkomend geval, met inachtneming van de vertrouwelijkheidsbepalingen in besluit -/CMP.1 [artikel 6] van de Conferentie van de partijen bij het UNFCCC waarin de partijen bij het Protocol van Kyoto bijeenkomen.

7.   De volgende voor dat register relevante informatie inzake tegoeden en transacties, per eenheidsidentificatiecode die de in bijlage VI vermelde elementen omvat, wordt voor de jaren vanaf 2005 weergegeven volgens het onderstaande tijdschema:

a)

de totale hoeveelheid ERU’s, CER’s, AAU’s en RMU’s in elke rekening (persoonstegoed, exploitanttegoed, partijtegoed, annulering, vervanging of afboeking) op 1 januari van het jaar X wordt vanaf 15 januari van het jaar (X+5) weergegeven;

b)

de totale hoeveelheid AAU’s die in het jaar X zijn verleend op basis van de overeenkomstig artikel 7 van Beschikking 280/2004/EG toegewezen hoeveelheid, vanaf 15 januari van het jaar (X+1);

c)

de totale hoeveelheid ERU’s die in het jaar X zijn verleend op basis van de overeenkomstig artikel 6 van het Kyoto-protocol uitgevoerde projectactiviteit, vanaf 15 januari van het jaar (X+1);

d)

de totale hoeveelheid ERU’s, CER’s, AAU’s en RMU’s die in het jaar X uit andere registers zijn verworven en de identiteit van de overdrachtsrekeningen en registers, vanaf 15 januari van het jaar (X+5);

e)

de totale hoeveelheid RMU’s die in het jaar X zijn verleend op basis van elke activiteit zoals bedoeld in artikel 3, leden 3 en 4 van het Kyoto-protocol, vanaf 15 januari van het jaar (X+1);

f)

de totale hoeveelheid ERU’s, CER’s, AAU’s en RMU’s die in het jaar X naar andere registers zijn overgedragen en de identiteit van de verwervingsrekeningen en registers, vanaf 15 januari van het jaar (X+5);

g)

de totale hoeveelheid ERU’s, CER’s, AAU’s en RMU’s die in het jaar X zijn geannuleerd op basis van activiteiten zoals bedoeld in artikel 3, leden 3 en 4 van het Kyoto-protocol, vanaf 15 januari van het jaar (X+1);

h)

de totale hoeveelheid ERU’s, CER’s, AAU’s en RMU’s die in het jaar X zijn geannuleerd, nadat het nalevingscomité van het Kyoto-protocol heeft vastgesteld dat de lidstaat niet heeft voldaan aan zijn verplichtingen overeenkomstig artikel 3, lid 1 van het Kyoto-protocol, vanaf 15 januari van het jaar (X+1);

i)

de totale hoeveelheid overige ERU’s, CER’s, AAU’s en RMU’s, of emissierechten, die in het jaar X zijn geannuleerd en de verwijzing naar het artikel op grond waarvan deze Kyoto-eenheden of emissierechten krachtens deze verordening zijn geannuleerd, vanaf 15 januari van het jaar (X+1);

j)

de totale hoeveelheid ERU’s, CER’s, AAU’s, RMU’s en emissierechten die in het jaar X zijn afgeboekt, vanaf 15 januari van het jaar (X+1);

k)

de totale hoeveelheid ERU’s, CER’s, AAU’s die in het jaar X zijn overgebracht van de vorige verbintenisperiode, vanaf 15 januari van het jaar (X+1);

l)

de totale hoeveelheid emissierechten van de vorige verbintenisperiode die in het jaar X zijn geannuleerd en vervangen, vanaf 15 mei van het jaar X;

m)

lopende tegoeden aan ERU’s, CER’s, AAU’s en RMU’s in elke rekening (persoonstegoed, exploitanttegoed, partijtegoed, annulering of afboeking) op 31 december van het jaar X, vanaf 15 januari van het jaar (X+5).

8.   De lijst van personen die door de lidstaat zijn gemachtigd om onder zijn verantwoordelijkheid ERU’s, CER’s, AAU’s en/of RMU’s te bezitten, wordt weergegeven in de week nadat die machtigingen zijn verleend en wordt wekelijks bijgewerkt.

9.   Het totale aantal CER’s en ERU’s welke exploitanten voor elke periode mogen gebruiken overeenkomstig artikel 11 bis, lid 1, van Richtlijn 2003/87/EG, wordt weergegeven in overeenstemming met artikel 30, lid 3, van Richtlijn 2003/87/EG.

10.   De reserve voor de verbintenisperiode, welke overeenkomstig besluit 18/CP.7 van de Conferentie van de partijen bij het UNFCCC overeen dient te komen met 90 % van de aan de lidstaat toegewezen hoeveelheid of 100 % van het vijfvoud van de meest recente geïnventariseerde hoeveelheid waarover de lidstaat beschikt, naar gelang welke waarde de laagste is, en het aantal Kyoto-eenheden waarmee de lidstaat de reserve voor de verbintenisperiode overschrijdt, en er dus aan voldoet, worden op verzoek weergegeven.

Algemeen beschikbare informatie uit het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap

11.   De centrale administrateur draagt er zorg voor dat de informatie in punt 12 met betrekking tot het registersysteem in de openbare afdeling van de website van het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap volgens het aangegeven tijdschema wordt weergegeven en bijgewerkt.

12.   Voor elke afgeronde transactie die relevant is voor het registersysteem voor het jaar X wordt de volgende informatie weergegeven vanaf 15 januari van het jaar (X+5):

a)

identificatiecode van de overdrachtsrekening: de aan de rekening toegekende code die de in bijlage VI vermelde elementen omvat;

b)

identificatiecode van de verwervingsrekening: de aan de rekening toegekende code die de in bijlage VI vermelde elementen omvat;

c)

naam van de houder van de overdrachtsrekening: de houder van de rekening (persoon, exploitant, Commissie, lidstaat);

d)

naam van de houder van de verwervingsrekening: de houder van de rekening (persoon, exploitant, Commissie, lidstaat);

e)

emissierechten of Kyoto-eenheden waarop de transactie betrekking heeft, per eenheidsidentificatiecode die de in bijlage VI vermelde elementen omvat;

f)

identificatiecode van de transactie: de aan de transactie toegekende code die de in bijlage VI vermelde elementen omvat;

g)

datum en tijdstip waarop de transactie is afgerond (Greenwichtijd);

h)

procestype: de categorisering van een proces, met inbegrip van de in bijlage VII vermelde elementen.

Informatie uit elk register die aan de rekeninghouders ter beschikking moet worden gesteld

13.   Elke registeradministrateur draagt er zorg voor dat de informatie in punt 14 met betrekking tot het register in de veilige afdeling van de website van dat register volgens het aangegeven tijdschema wordt weergegeven en bijgewerkt.

14.   De volgende elementen voor elke rekening, per eenheidsidentificatiecode die de in bijlage VI vermelde elementen omvat, worden op verzoek van de rekeninghouder uitsluitend voor die rekeninghouder weergegeven:

a)

lopende tegoeden aan emissierechten of Kyoto-eenheden;

b)

lijst van voorgestelde transacties waartoe die rekeninghouder het initiatief heeft genomen, met voor elke voorgestelde transactie de elementen in punt 12a) tot f), de datum en het tijdstip waarop de transactie is voorgesteld (Greenwichtijd), de huidige status van die voorgestelde transactie en eventuele responscodes die na de overeenkomstig bijlage IX verrichte controles zijn teruggezonden;

c)

lijst van emissierechten of Kyoto-eenheden welke door die rekening zijn verworven als gevolg van afgeronde transacties, met vermelding van de elementen in punt 12a) tot g) voor elke transactie;

d)

lijst van emissierechten of Kyoto-eenheden welke uit die rekening zijn overgedragen als gevolg van afgeronde transacties, met vermelding van de elementen in punt 12a) tot g) voor elke transactie.