ISSN 1725-2598

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 322

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

47e jaargang
23 oktober 2004


Inhoud

 

I   Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing

Bladzijde

 

 

Verordening (EG) nr. 1837/2004 van de Commissie van 22 oktober 2004 tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

1

 

*

Verordening (EG) nr. 1838/2004 van de Commissie van 22 oktober 2004 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 214/2001 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad ten aanzien van de interventiemaatregelen op de markt voor mageremelkpoeder

3

 

*

Verordening (EG) nr. 1839/2004 van de Commissie van 22 oktober 2004 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2799/1999 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad ten aanzien van de toekenning van steun voor ondermelk en mageremelkpoeder voor voederdoeleinden en de verkoop van voornoemd mageremelkpoeder

4

 

*

Verordening (EG) nr. 1840/2004 van de Commissie van 21 oktober 2004 tot negenendertigste wijziging van Verordening (EG) nr. 881/2002 van de Raad tot vaststelling van bepaalde specifieke beperkende maatregelen tegen sommige personen en entiteiten die banden hebben met Usama bin Laden, het Al Qa'ida-netwerk en de Taliban, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 467/2001 van de Raad

5

 

*

Verordening (Euratom) nr. 1841/2004 van de Commissie van 22 oktober 2004 tot intrekking van Verordening (Euratom) nr. 2014/76 inzake steun voor projecten met betrekking tot uraniumprospectieprogramma's op het grondgebied van de lidstaten

7

 

*

Verordening (EG) nr. 1842/2004 van de Commissie van 22 oktober 2004 houdende goedkeuring van het naast elkaar bestaan van de benaming Munster of Munster-Géromé die als beschermde oorsprongsbenaming is geregistreerd op grond van Verordening (EEG) nr. 2081/92 van de Raad en van de niet-geregistreerde benaming Münster Käse ter aanduiding van een plaats in Duitsland

8

 

*

Verordening (EG) nr. 1843/2004 van de Commissie van 22 oktober 2004 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 751/2004 houdende vaststelling, voor het jaar 2004, van bepaalde ontstaansfeiten voor de wisselkoers met betrekking tot Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije, in verband met de toetreding van die landen tot de Europese Unie

10

 

*

Verordening (EG) nr. 1844/2004 van de Commissie van 22 oktober 2004 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1555/96 met betrekking tot de drempelvolumen voor de toepassing van de aanvullende rechten voor komkommers, artisjokken, clementines, mandarijnen en sinaasappelen

12

 

*

Verordening (EG) nr. 1845/2004 van de Commissie van 22 oktober 2004 tot aanvulling van de bijlage bij Verordening (EG) nr. 2400/96 betreffende de inschrijving van bepaalde benamingen in het Register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen (Tergeste, Lucca, Miele della Lunigiana en Άγιος Ματθαίος Κέρκυρας (Agios Mathaios Kerkyras))

14

 

*

Verordening (EG) nr. 1846/2004 van de Commissie van 22 oktober 2004 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 174/1999 tot vaststelling van de specifieke uitvoeringsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 804/68 van de Raad inzake de uitvoercertificaten en de uitvoerrestituties in de sector melk en zuivelproducten

16

 

*

Verordening (EG) nr. 1847/2004 van de Commissie van 22 oktober 2004 tot opening van de procedure voor de toewijzing van uitvoercertificaten voor kaas die in 2005 in het kader van bepaalde GATT-contingenten naar de Verenigde Staten van Amerika mag worden uitgevoerd

19

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


I Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing

23.10.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 322/1


VERORDENING (EG) Nr. 1837/2004 VAN DE COMMISSIE

van 22 oktober 2004

tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 3223/94 van de Commissie van 21 december 1994 houdende uitvoeringsbepalingen van de invoerregeling voor groenten en fruit (1), en met name op artikel 4, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In Verordening (EG) nr. 3223/94 zijn op grond van de multilaterale handelsbesprekingen in het kader van de Uruguayronde de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de periodes die in de bijlage bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt.

(2)

Op grond van de bovenvermelde criteria moeten de forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld op de in de bijlage bij deze verordening vermelde niveaus,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 3223/94 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld zoals aangegeven in de tabel in de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 23 oktober 2004.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 22 oktober 2004.

Voor de Commissie

J. M. SILVA RODRÍGUEZ

Directeur-generaal Landbouw


(1)  PB L 337 van 24.12.1994, blz. 66. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1947/2002 (PB L 299 van 1.11.2002, blz. 17).


BIJLAGE

bij de verordening van de Commissie van 22 oktober 2004 tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

(EUR/100 kg)

GN-code

Code derde landen (1)

Forfaitaire invoerwaarde

0702 00 00

052

59,5

204

44,6

624

74,2

999

59,4

0707 00 05

052

86,8

999

86,8

0709 90 70

052

92,6

204

41,2

628

48,8

999

60,9

0805 50 10

052

63,4

388

45,9

524

66,0

528

50,9

999

56,6

0806 10 10

052

97,1

400

178,4

999

137,8

0808 10 20, 0808 10 50, 0808 10 90

388

64,1

400

95,6

404

80,2

512

107,5

720

100,8

800

145,3

804

76,9

999

95,8

0808 20 50

052

98,3

388

105,3

720

74,7

999

92,8


(1)  Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 2081/2003 van de Commissie (PB L 313 van 28.11.2003, blz. 11). De code „999” staat voor „andere oorsprong”.


23.10.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 322/3


VERORDENING (EG) Nr. 1838/2004 VAN DE COMMISSIE

van 22 oktober 2004

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 214/2001 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad ten aanzien van de interventiemaatregelen op de markt voor mageremelkpoeder

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot instelling van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelproducten (1), en met name op artikel 10,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Krachtens artikel 21 van Verordening (EG) nr. 214/2001 van de Commissie (2) is de door de interventiebureaus van de lidstaten verkochte hoeveelheid mageremelkpoeder beperkt tot de vóór 1 juli 2003 ingeslagen hoeveelheid.

(2)

Rekening houdend met de nog resterende hoeveelheid en met de marktsituatie, moet die datum worden vervangen door 1 september 2004.

(3)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor melk en zuivelproducten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

In artikel 21 van Verordening (EG) nr. 214/2001 wordt „1 juli 2003” vervangen door „1 september 2004”.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 22 oktober 2004.

Voor de Commissie

Franz FISCHLER

Lid van de Commissie


(1)  PB L 160 van 26.6.1999, blz. 48. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 186/2004 (PB L 29 van 3.2.2004, blz. 6).

(2)  PB L 37 van 7.2.2001, blz. 100. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1675/2004 (PB L 300 van 25.9.2004, blz. 12).


23.10.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 322/4


VERORDENING (EG) Nr. 1839/2004 VAN DE COMMISSIE

van 22 oktober 2004

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2799/1999 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad ten aanzien van de toekenning van steun voor ondermelk en mageremelkpoeder voor voederdoeleinden en de verkoop van voornoemd mageremelkpoeder

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelproducten (1), en met name op artikel 10,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op grond van artikel 26 van Verordening (EG) nr. 2799/1999 van de Commissie (2) hebben de interventiebureaus een permanente openbare inschrijving geopend voor mageremelkpoeder die vóór 1 juli 2003 is ingeslagen.

(2)

Rekening houdend met de nog resterende hoeveelheid en met de marktsituatie, moet die datum worden vervangen door 1 september 2004.

(3)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor melk en zuivelproducten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

In artikel 26, lid 2, van Verordening (EG) nr. 2799/1999 wordt „1 juli 2003” vervangen door „1 september 2004”.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 22 oktober 2004.

Voor de Commissie

Franz FISCHLER

Lid van de Commissie


(1)  PB L 160 van 26.6.1999, blz. 48. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 186/2004 (PB L 29 van 3.2.2004, blz. 6).

(2)  PB L 340 van 31.12.1999, blz. 3. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1674/2004 (PB L 300 van 25.9.2004, blz. 11).


23.10.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 322/5


VERORDENING (EG) Nr. 1840/2004 VAN DE COMMISSIE

van 21 oktober 2004

tot negenendertigste wijziging van Verordening (EG) nr. 881/2002 van de Raad tot vaststelling van bepaalde specifieke beperkende maatregelen tegen sommige personen en entiteiten die banden hebben met Usama bin Laden, het Al Qa'ida-netwerk en de Taliban, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 467/2001 van de Raad

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 881/2002 van de Raad van 27 mei 2002 tot vaststelling van bepaalde specifieke beperkende maatregelen tegen sommige personen en entiteiten die banden hebben met Usama bin Laden, het Al Qa'ida-netwerk en de Taliban, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 467/2001 van de Raad tot instelling van een verbod op de uitvoer van bepaalde goederen en diensten naar Afghanistan, tot versterking van het verbod op vluchten en verlenging van de bevriezing van tegoeden en andere financiële middelen ten aanzien van de Taliban van Afghanistan (1), en met name op artikel 7, lid 1, eerste streepje,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In bijlage I bij Verordening (EG) nr. 881/2002 worden personen, groepen en entiteiten opgesomd van welke de tegoeden en economische middelen krachtens die verordening worden bevroren.

(2)

Op 18 oktober 2004 heeft het Sanctiecomité van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties besloten tot wijziging van de lijst van personen, groepen en entiteiten van welke de tegoeden en economische middelen moeten worden bevroren. Bijlage I dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd.

(3)

Teneinde de effectiviteit van de maatregelen waarin deze verordening voorziet te waarborgen, dient de verordening onmiddellijk in werking te treden,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage I bij Verordening (EG) nr. 881/2002 wordt gewijzigd overeenkomstig het bepaalde in de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 21 oktober 2004.

Voor de Commissie

Christopher PATTEN

Lid van de Commissie


(1)  PB L 139 van 29.5.2002, blz. 9. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1728/2004 (PB L 306 van 2.10.2004, blz. 13).


BIJLAGE

Bijlage I bij Verordening (EG) nr. 881/2002 wordt als volgt gewijzigd:

De volgende vermelding wordt toegevoegd aan de lijst „Rechtspersonen, groepen en entiteiten”:

Jama’at al-Tawhid Wa'al-Jihad (alias a) JTJ, b) al-Zarqawi network, c) al-Tawhid, d) de Monotheism en Jihad Group).


23.10.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 322/7


VERORDENING (EURATOM) Nr. 1841/2004 VAN DE COMMISSIE

van 22 oktober 2004

tot intrekking van Verordening (Euratom) nr. 2014/76 inzake steun voor projecten met betrekking tot uraniumprospectieprogramma's op het grondgebied van de lidstaten

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name op artikel 70,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (Euratom) nr. 2014/76 van de Commissie (1) wordt niet meer toegepast omdat de uraniumprospectie op het grondgebied van de lidstaten is stopgezet.

(2)

Om redenen van duidelijkheid en rechtszekerheid moet bovenvermelde verordening worden ingetrokken,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (Euratom) nr. 2014/76 wordt ingetrokken.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 22 oktober 2004.

Voor de Commissie

Loyola DE PALACIO

Vice-voorzitter


(1)  PB L 221 van 14.8.1976, blz. 17.


23.10.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 322/8


VERORDENING (EG) Nr. 1842/2004 VAN DE COMMISSIE

van 22 oktober 2004

houdende goedkeuring van het naast elkaar bestaan van de benaming „Munster of Munster-Géromé” die als beschermde oorsprongsbenaming is geregistreerd op grond van Verordening (EEG) nr. 2081/92 van de Raad en van de niet-geregistreerde benaming „Münster Käse” ter aanduiding van een plaats in Duitsland

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 2081/92 van de Raad van 14 juli 1992 inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen (1), en met name op artikel 13, lid 5,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 1107/96 van de Commissie van 12 juni 1996 betreffende de registratie van de geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen in het kader van de procedure van artikel 17 van Verordening (EEG) nr. 2081/92 van de Raad (2), is de benaming „Munster of Munster-Géromé” geregistreerd als beschermde oorsprongsbenaming voor Frankrijk. Op grond van artikel 13, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 2081/92 diende Duitsland het gebruik van de niet-geregistreerde benaming „Münster Käse” uiterlijk op 21 juni 2001 stop te zetten.

(2)

Artikel 13, lid 5, van Verordening (EEG) nr. 2081/92 dat is toegevoegd aan Verordening (EG) nr. 692/2003 van de Raad (3), voorziet in het naast elkaar bestaan van een geregistreerde en een niet-geregistreerde benaming onder stringente voorwaarden en voor een beperkte periode.

(3)

Op 1 oktober 2003 heeft de Commissie van de Duitse overheidsdiensten een verzoek ontvangen om toestemming te verlenen voor het naast elkaar bestaan gedurende 15 jaar van de geregistreerde benaming „Munster of Munster-Géromé” (BOB) en de niet-geregistreerde benaming „Münster Käse”.

(4)

Münster is een stad in Duitsland en de naam „Münster Käse” valt sedert 1934 onder de nationale wetgeving in Duitsland; er zijn geen gegevens bekend waaruit blijkt dat de naam in de laatste 25 jaar vóór de inwerkingtreding van Verordening (EEG) nr. 2081/92 op 26 juli 1993 niet op consistente en billijke wijze conform de rechtsregels is gebruikt.

(5)

Kaas met de benaming „Münster Käse” wordt sedert 1951 verkocht overeenkomstig de nationale wetgeving van Duitsland inzake de kwaliteit van kaas. Derhalve kan de niet-geregistreerde benaming „Münster Käse” geen voordeel halen uit de faam van de oorsprongsbenaming „Munster of Munster-Géromé” die in 1969 in Frankrijk en in 1996 in het kader van Verordening (EEG) nr. 2081/92 is geregistreerd.

(6)

Om te voorkomen dat het publiek wordt misleid over de werkelijke oorsprong, wordt op het etiket van „Münster Käse” Duitsland vermeld als land van oorsprong, zoals in 1973 is overeengekomen tussen Duitsland en Frankrijk. De verplichte vermelding in de etikettering bleef van toepassing op grond van artikel 13, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 2081/92. Op geen enkele wijze is gebleken dat het publiek werd of kan worden misleid met betrekking tot de werkelijke oorsprong van „Münster Käse”.

(7)

De Duitse autoriteiten hebben het probleem inzake de identieke namen aangekaart bij schrijven van 6 maart 1996 aan de Commissie en dus vóórdat de naam „Munster of Munster-Géromé” (BOB) op 21 juni 1996 werd geregistreerd bij Verordening (EG) nr. 1107/96.

(8)

Bijgevolg voldoet het naast elkaar bestaan van de Franse geregistreerde benaming „Munster of Munster-Géromé” (BOB) en de niet-geregistreerde benaming „Münster Käse” ter aanduiding van een plaats in Duitsland, aan de voorwaarden van artikel 13, lid 5, van Verordening (EEG) nr. 2081/92.

(9)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   De benaming „Münster Käse” mag blijven bestaan naast de benaming „Munster of Munster-Géromé” die als beschermde oorsprongsbenaming is geregistreerd op grond van Verordening (EEG) nr. 2081/92.

2.   De periode waarin beide benamingen naast elkaar mogen bestaan loopt af 15 jaar na de datum van inwerkingtreding van deze verordening, en vanaf dan mag de niet-geregistreerde benaming niet meer worden gebruikt.

3.   Op het etiket van kaas met de benaming „Münster Käse” moet duidelijk en goed zichtbaar worden vermeld dat Duitsland het land van oorsprong is.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 22 oktober 2004.

Voor de Commissie

Franz FISCHLER

Lid van de Commissie


(1)  PB L 208 van 24.7.1992, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1215/2004 van de Commissie (PB L 232 van 1.7.2004, blz. 21).

(2)  PB L 148 van 21.6.1996, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1345/2004 (PB L 249 van 23.7.2004, blz. 14).

(3)  PB L 99 van 17.4.2003, blz. 1.


23.10.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 322/10


VERORDENING (EG) Nr. 1843/2004 VAN DE COMMISSIE

van 22 oktober 2004

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 751/2004 houdende vaststelling, voor het jaar 2004, van bepaalde ontstaansfeiten voor de wisselkoers met betrekking tot Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije, in verband met de toetreding van die landen tot de Europese Unie

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op het Verdrag betreffende de toetreding van Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije,

Gelet op de Akte van toetreding van Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije, en met name op artikel 41, eerste alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Krachtens artikel 4, lid 1, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 2808/98 van de Commissie van 22 december 1998 houdende bepalingen voor de toepassing van het agromonetaire stelsel voor de euro in de landbouwsector (1) is het ontstaansfeit voor de wisselkoers voor de areaalbetaling voor noten, die is ingesteld bij titel IV, hoofdstuk 4, van Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad (2) tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers en houdende wijziging van bepaalde verordeningen, het begin van het betrokken verkoopseizoen.

(2)

Krachtens artikel 4, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 659/97 van de Commissie van 16 april 1997 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 2200/96 van de Raad met betrekking tot de interventieregeling in de sector groenten en fruit (3) begint het verkoopseizoen voor noten op 1 januari.

(3)

Krachtens artikel 1 van Verordening (EG) nr. 751/2004 van de Commissie (4) is het ontstaansfeit voor de wisselkoers voor Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije (hierna „de nieuwe lidstaten” genoemd), voor steunregelingen waarvoor het ontstaansfeit voor de wisselkoers 1 januari is, voor 2004 vastgesteld op de datum van inwerkingtreding van het Toetredingsverdrag van 2003.

(4)

Verordening (EG) nr. 751/2004 heeft geen betrekking op de areaalbetaling voor noten die is ingesteld bij titel IV, hoofdstuk 4, van Verordening (EG) nr. 1782/2003. Bepaald moet worden dat het ontstaansfeit voor de wisselkoers die in de nieuwe lidstaten moet worden gebruikt, voor voornoemde betaling eveneens de datum van inwerkingtreding van het Toetredingsverdrag van 2003 is.

(5)

Bijgevolg moet Verordening (EG) nr. 751/2004 worden gewijzigd.

(6)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van de betrokken comités van beheer,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Aan artikel 1, lid 1, van Verordening (EG) nr. 751/2004, wordt het volgende punt e) toegevoegd:

„e)

de areaalbetaling voor noten die is ingesteld bij titel IV, hoofdstuk 4, van Verordening (EG) nr. 1782/2003.”.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 mei 2004.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 22 oktober 2004.

Voor de Commissie

Franz FISCHLER

Lid van de Commissie


(1)  PB L 349 van 24.12.1998, blz. 36. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1250/2004 (PB L 237 van 8.7.2004, blz. 13).

(2)  PB L 270 van 21.10.2003, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 864/2004 (PB L 161 van 30.4.2004, blz. 48).

(3)  PB L 100 van 17.4.1997, blz. 2. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1135/2001 (PB L 154 van 9.6.2001, blz. 9).

(4)  PB L 118 van 23.4.2004, blz. 19.


23.10.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 322/12


VERORDENING (EG) Nr. 1844/2004 VAN DE COMMISSIE

van 22 oktober 2004

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1555/96 met betrekking tot de drempelvolumen voor de toepassing van de aanvullende rechten voor komkommers, artisjokken, clementines, mandarijnen en sinaasappelen

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 2200/96 van de Raad van 28 oktober 1996 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector groenten en fruit (1), en met name op artikel 33, lid 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EG) nr. 1555/96 van de Commissie van 30 juli 1996 houdende uitvoeringsbepalingen van de regeling met betrekking tot de aanvullende invoerrechten in de sector groenten en fruit (2), voorziet in toezicht op de invoer van de in de bijlage bij die verordening genoemde producten. Voor dit toezicht gelden de uitvoeringsbepalingen die in artikel 308 quinquies van Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie van 2 juli 1993 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek (3) zijn vastgesteld.

(2)

Met het oog op de toepassing van artikel 5, lid 4, van de in het kader van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguayronde gesloten Overeenkomst inzake de landbouw (4), en op grond van de meest recente gegevens over 2001, 2002 en 2003, moeten de drempelvolumen voor de toepassing van de aanvullende rechten worden gewijzigd voor komkommers, artisjokken, clementines, mandarijnen en sinaasappelen.

(3)

Verordening (EG) nr. 1555/96 moet derhalve worden gewijzigd.

(4)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor verse groenten en fruit,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De bijlage bij Verordening (EG) nr. 1555/96 wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 november 2004.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 22 oktober 2004.

Voor de Commissie

Franz FISCHLER

Lid van de Commissie


(1)  PB L 297 van 21.11.1996, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 47/2003 (PB L 7 van 11.1.2003, blz. 64).

(2)  PB L 193 van 3.8.1996, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1721/2004 (PB L 306 van 2.10.2004, blz. 3).

(3)  PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2286/2003 (PB L 343 van 31.12.2003, blz. 1).

(4)  PB L 336 van 23.12.1994, blz. 22.


BIJLAGE

„BIJLAGE

Onverminderd de regels voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur, wordt de tekst van de omschrijving als louter indicatief beschouwd. De werkingssfeer van de aanvullende rechten wordt in het kader van deze bijlage bepaald door de draagwijdte van de GN-codes zoals deze bij de vaststelling van de onderhavige verordening bestaan. Indien de GN-code wordt voorafgegaan door „ex”, wordt de werkingssfeer van de aanvullende rechten zowel door de draagwijdte van de GN-code als door de corresponderende periode van toepassing bepaald.


Volgnummer

GN-code

Omschrijving van de producten

Toepassingsperiode

Drempelvolumen

(t)

78.0015

ex 0702 00 00

Tomaten

van 1 oktober tot en met 31 mei

596 477

78.0020

van 1 juni tot en met 30 september

552 167

78.0065

ex 0707 00 05

Komkommer

van 1 mei tot en met 31 oktober

39 640

78.0075

van 1 november tot en met 30 april

30 932

78.0085

ex 0709 10 00

Artisjokken

van 1 november tot en met 30 juni

2 071

78.0100

0709 90 70

Courgettes

van 1 januari tot en met 31 december

18 056

78.0110

ex 0805 10 10

ex 0805 10 30

ex 0805 10 50

Sinaasappelen

van 1 december tot en met 31 mei

620 166

78.0120

ex 0805 20 10

Clementines

van 1 november tot eind februari

88 174

78.0130

ex 0805 20 30

ex 0805 20 50

ex 0805 20 70

ex 0805 20 90

Mandarijnen (tangerines en satsuma's daaronder begrepen); wilkings en soortgelijke kruisingen van citrusvruchten

van 1 november tot eind februari

94 302

78.0155

ex 0805 50 10

Citroenen

van 1 juni tot en met 31 december

342 761

78.0160

van 1 januari tot en met 31 mei

12 938

78.0170

ex 0806 10 10

Tafeldruiven

van 21 juli tot en met 20 november

227 815

78.0175

ex 0808 10 20

ex 0808 10 50

ex 0808 10 90

Appelen

van 1 januari tot en met 31 augustus

730 623

78.0180

 

van 1 september tot en met 31 december

32 246

78.0220

ex 0808 20 50

Peren

van 1 januari tot en met 30 april

257 158

78.0235

van 1 juli tot en met 31 december

27 497

78.0250

ex 0809 10 00

Abrikozen

van 1 juni tot en met 31 juli

4 123

78.0265

ex 0809 20 95

Kersen, andere dan zure kersen

van 21 mei tot en met 10 augustus

32 863

78.0270

ex 0809 30

Perziken, nectarines daaronder begrepen

van 11 juni tot en met 30 september

6 808

78.0280

ex 0809 40 05

Pruimen

van 11 juni tot en met 30 september

51 276”


23.10.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 322/14


VERORDENING (EG) Nr. 1845/2004 VAN DE COMMISSIE

van 22 oktober 2004

tot aanvulling van de bijlage bij Verordening (EG) nr. 2400/96 betreffende de inschrijving van bepaalde benamingen in het Register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen (Tergeste, Lucca, Miele della Lunigiana en Άγιος Ματθαίος Κέρκυρας (Agios Mathaios Kerkyras))

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 2081/92 van de Raad van 14 juli 1992 inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen (1), en met name op artikel 6, leden 3 en 4;

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EEG) nr. 2081/92 heeft Italië voor de benamingen „Tergeste”, „Miele della Lunigiana” en „Lucca” drie aanvragen tot registratie als oorsprongsbenaming bij de Commissie ingediend; Griekenland heeft voor de benaming „Άγιος Ματθαίος Κέρκυρας” (Agios Mathaios Kerkyras) een aanvraag tot registratie als geografische aanduiding bij de Commissie ingediend.

(2)

Overeenkomstig artikel 6, lid 1, van bovengenoemde verordening is geconstateerd dat deze aanvragen aan de voorschriften van die verordening voldoen, en met name alle in artikel 4 van die verordening bedoelde gegevens bevatten.

(3)

Bij de Commissie zijn geen bezwaren als bedoeld in artikel 7 van Verordening (EEG) nr. 2081/92 ingediend naar aanleiding van de bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie  (2) van de in de bijlage bij deze verordening vermelde benamingen.

(4)

Deze benamingen komen derhalve in aanmerking voor inschrijving in het „Register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen” en dus voor bescherming in de hele Gemeenschap als beschermde oorsprongsbenaming of beschermde geografische aanduiding.

(5)

De bijlage bij deze verordening vormt een aanvulling op de bijlage bij Verordening (EG) nr. 2400/96 van de Commissie (3),

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De bijlage bij Verordening (EG) nr. 2400/96 wordt aangevuld met de in de bijlage bij deze verordening vermelde benamingen, die in het in artikel 6, lid 3, van Verordening (EEG) nr. 2081/92 bedoelde „Register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen” worden ingeschreven als beschermde oorsprongsbenaming (BOB) of beschermde geografische aanduiding (BGA).

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 22 oktober 2004.

Voor de Commissie

Franz FISCHLER

Lid van de Commissie


(1)  PB L 208 van 24.7.1992, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1215/2004 van de Commissie (PB L 232 van 1.7.2004, blz. 21).

(2)  PB C 303 van 13.12.2003 (Tergeste).

PB C 321 van 31.12.2003, blz. 39 (Miele della Lunigiana).

PB C 321 van 31.12.2003, blz. 45 (Lucca).

PB C 321 van 31.12.2003, blz. 43 (Agios Mathaios Kerkyras).

(3)  PB L 327 van 18.12.1996, blz. 11. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1486/2004 (PB L 273 van 21.8.2004, blz. 9).


BIJLAGE

IN BIJLAGE I BIJ HET VERDRAG GENOEMDE PRODUCTEN VOOR MENSELIJKE CONSUMPTIE

Oliën en vetten (boter, margarine, oliën, enz.)

ITALIË

Tergeste (BOB)

Lucca (BOB)

GRIEKENLAND

Agios Mathaios Kerkyras (BGA)

Andere producten van dierlijke oorsprong (eieren, honing, diverse zuivelproducten met uitzondering van boter)

ITALIË

Miele della Lunigiana (BOB).


23.10.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 322/16


VERORDENING (EG) Nr. 1846/2004 VAN DE COMMISSIE

van 22 oktober 2004

houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 174/1999 tot vaststelling van de specifieke uitvoeringsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 804/68 van de Raad inzake de uitvoercertificaten en de uitvoerrestituties in de sector melk en zuivelproducten

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelproducten (1), en met name op artikel 30,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In artikel 20 van Verordening (EG) nr. 174/1999 van de Commissie (2) is vastgesteld dat de uitvoercertificaten voor kaas die naar de Verenigde Staten van Amerika mag worden uitgevoerd in het kader van de contingenten die voortvloeien uit de bij de multilaterale handelsbesprekingen gesloten overeenkomsten, kunnen worden toegewezen volgens een bijzondere procedure waarbij preferente importeurs in de Verenigde Staten kunnen worden aangewezen.

(2)

Ingevolge de toetreding van Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije (de „nieuwe lidstaten”) tot de Gemeenschap op 1 mei 2004 worden de tariefcontingenten voor bepaalde kazen, die oorspronkelijk uit de Uruguayronde voortvloeiden en die door de Verenigde Staten in lijst XX van de Uruguayronde aan Tsjechië, Hongarije, Polen en Slowakije zijn toegekend, opgenomen in een EU-25-contingent en worden deze contingenten vanaf 2005 beheerd zoals de EU-15-contingenten tot nog toe zijn beheerd op grond van de bovenvermelde overeenkomsten.

(3)

Om exploitanten in de nieuwe lidstaten in staat te stellen zich aan het in de Gemeenschap toegepaste systeem aan te passen, dienen voor het tariefjaar 2005 overgangsmaatregelen te worden genomen met betrekking tot de toepassing van de in artikel 20, lid 3, van Verordening (EG) nr. 174/1999 vastgestelde toewijzingscriteria op aanvragen voor uitvoercertificaten die in de nieuwe lidstaten zijn ingediend.

(4)

Een overgangsregeling voor de toepassing van het criterium betreffende de historische uitvoer moet betrekking hebben op alle aanvragen voor invoercontingenten waarvoor geen landspecifiek contingent is vastgesteld voor 2003 en die worden ingediend door aanvragers die in de nieuwe lidstaten zijn gevestigd en in deze lidstaten hun aanvraag indienen.

(5)

Een andere overgangsregeling voor de toepassing van het criterium waarbij voorrang wordt verleend aan dochterbedrijven, moet betrekking hebben op aanvragen van aanvragers die gevestigd zijn in Tsjechië, Hongarije, Polen en Slowakije en die in die landen hun aanvraag indienen voor voorlopige certificaten voor de uitvoer van kaas naar de Verenigde Staten in het kader van contingenten waarvoor een landspecifiek contingent is vastgesteld voor 2003.

(6)

Om EU-uitvoerders de flexibiliteit te verschaffen om hun producten uit te voeren in het kader van contingenten die in het Harmonized Tariff Schedule of the United States of America zijn beschreven, moet de aanvraag van een uitvoercertificaat de uit acht cijfers bestaande productcode van de gecombineerde nomenclatuur bevatten.

(7)

Aangezien geen uitvoerrestitutie wordt verleend voor onder GN-code 0406 vallende producten die bestemd zijn voor de Verenigde Staten van Amerika, is geen bewijs van aankomst vereist voor de vrijgave van de certificaatwaarborg.

(8)

Verordening (EG) nr. 174/1999 moet dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(9)

Aangezien de procedure met ingang van 2005 moet worden toegepast, dient deze verordening zo snel mogelijk van toepassing te worden.

(10)

Het Comité van beheer voor melk en zuivelproducten heeft geen advies uitgebracht binnen de door de voorzitter vastgestelde termijn,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Artikel 20 van Verordening (EG) nr. 174/1999 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Lid 1 wordt vervangen door:

„1.   Volgens de procedure van artikel 42 van Verordening (EG) nr. 1255/1999 kan de Commissie besluiten dat uitvoercertificaten voor onder GN-code 0406 vallende producten die naar de Verenigde Staten van Amerika worden uitgevoerd, overeenkomstig de leden 2 tot en met 11 van dit artikel worden afgegeven in het kader van de volgende contingenten:

a)

het uit de Overeenkomst inzake de landbouw voortvloeiende extra contingent;

b)

de tariefcontingenten die oorspronkelijk uit de Tokioronde voortvloeiden en die door de Verenigde Staten van Amerika in lijst XX van de Uruguayronde aan Oostenrijk, Finland en Zweden zijn toegekend;

c)

de tariefcontingenten die oorspronkelijk uit de Uruguayronde voortvloeiden en die door de Verenigde Staten van Amerika in lijst XX van de Uruguayronde aan Tsjechië, Hongarije, Polen en Slowakije zijn toegekend.”.

2)

Aan lid 2, eerste alinea, wordt het volgende toegevoegd:

„Bij wijze van uitzondering op artikel 5, lid 1, eerste zin, wordt in deel 16 van certificaataanvragen en certificaten de uit acht cijfers bestaande productcode van de gecombineerde nomenclatuur gebruikt.”.

3)

Aan lid 3 wordt de volgende alinea toegevoegd:

„Wanneer echter voor het contingentjaar 2005 voorlopige certificaten voor de uitvoer van kaas naar de Verenigde Staten van Amerika worden aangevraagd door aanvragers die in Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije (de „nieuwe lidstaten”) zijn gevestigd en die hun aanvraag indienen in hun lidstaat van vestiging, zijn de volgende overgangsmaatregelen van toepassing:

a)

met het onder a) van de eerste alinea vermelde criterium van de historische uitvoer wordt geen rekening gehouden wanneer de aanvraag vergezeld gaat van documenten waaruit blijkt dat de aanvrager al minstens drie jaar in de nieuwe lidstaten is gevestigd en tijdens elk van die jaren kaas heeft uitgevoerd, behalve wanneer voorlopige certificaten worden aangevraagd:

i)

in Tsjechië met het oog op de uitvoer van kaas naar de Verenigde Staten van Amerika in het kader van de contingenten die zijn beschreven in de aanvullende aantekeningen 16, 17, 18, 20 en 25 bij hoofdstuk 4 van het Harmonized Tariff Schedule (HTS), waarvoor specifieke quota per land zijn vastgesteld voor 2003,

ii)

in Hongarije met het oog op de uitvoer van kaas naar de Verenigde Staten van Amerika in het kader van de contingenten die zijn beschreven in aanvullende aantekening 25 bij hoofdstuk 4 van het Harmonized Tariff Schedule (HTS), waarvoor een specifiek quotum per land is vastgesteld voor 2003,

iii)

in Polen met het oog op de uitvoer van kaas naar de Verenigde Staten van Amerika in het kader van de contingenten die zijn beschreven in de aanvullende aantekeningen 16 en 21 bij hoofdstuk 4 van het Harmonized Tariff Schedule (HTS), waarvoor specifieke quota per land zijn vastgesteld voor 2003,

iv)

in Slowakije met het oog op de uitvoer van kaas naar de Verenigde Staten van Amerika in het kader van de contingenten die zijn beschreven in aanvullende aantekening 16 bij hoofdstuk 4 van het Harmonized Tariff Schedule (HTS), waarvoor een specifiek quotum per land is vastgesteld voor 2003;

b)

met het oog op de toepassing van het bepaalde onder b) van de eerste alinea mag een aanvrager een dochterbedrijf als preferente importeur aanwijzen voor 2005 op voorwaarde dat

i)

de aanvraag wordt ingediend in

Tsjechië, met het oog op het verkrijgen van een voorlopig certificaat voor het uitvoeren van kaas naar de Verenigde Staten van Amerika in het kader van de contingenten die zijn beschreven in de aanvullende aantekeningen 16, 17, 18, 20 en 25 bij hoofdstuk 4 van het HTS;

Hongarije, met het oog op het verkrijgen van een voorlopig certificaat voor het uitvoeren van kaas naar de Verenigde Staten van Amerika in het kader van de contingenten die zijn beschreven in aanvullende aantekening 25 bij hoofdstuk 4 van het HTS;

Polen, met het oog op het verkrijgen van een voorlopig certificaat voor het uitvoeren van kaas naar de Verenigde Staten van Amerika in het kader van de contingenten die zijn beschreven in aanvullende aantekeningen 16 en 21 bij hoofdstuk 4 van het HTS;

Slowakije, met het oog op het verkrijgen van een voorlopig certificaat voor het uitvoeren van kaas naar de Verenigde Staten van Amerika in het kader van de contingenten die zijn beschreven in aanvullende aantekening 16 bij hoofdstuk 4 van het HTS;

ii)

de aanvrager aan de bevoegde instantie van de lidstaat waarin de aanvraag wordt ingediend, documenten verstrekt waaruit blijkt dat hij al minstens drie jaar in de nieuwe lidstaten is gevestigd en de kaas in kwestie naar de Verenigde Staten heeft uitgevoerd tijdens elk van de drie kalenderjaren die voorafgingen aan het indienen van de aanvraag;

iii)

de aanvrager de bevoegde instantie van de lidstaat waarin de aanvraag wordt ingediend, schriftelijk garandeert dat hij de procedure zal starten om een dochterbedrijf in de Verenigde Staten op te richten;

iv)

de aanvrager aan de bevoegde instantie van de lidstaat waarin de aanvraag wordt ingediend, aantoont dat tijdens de twaalf maanden voorafgaande aan de aanvraag uitvoer naar preferente importeurs heeft plaatsgevonden.”.

4)

Lid 10, derde alinea, wordt vervangen door:

„De zekerheid voor het definitieve certificaat wordt pas vrijgegeven op voorlegging van door de bevoegde douane-instantie goedgekeurde uitvoeraangifte.”.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 22 oktober 2004.

Voor de Commissie

Franz FISCHLER

Lid van de Commissie


(1)  PB L 160 van 26.6.1999, blz. 48. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 186/2004 van de Commissie (PB L 29 van 3.2.2004, blz. 6).

(2)  PB L 20 van 27.1.1999, blz. 8. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 810/2004 (PB L 149 van 30.4.2004, blz. 138).


23.10.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 322/19


VERORDENING (EG) Nr. 1847/2004 VAN DE COMMISSIE

van 22 oktober 2004

tot opening van de procedure voor de toewijzing van uitvoercertificaten voor kaas die in 2005 in het kader van bepaalde GATT-contingenten naar de Verenigde Staten van Amerika mag worden uitgevoerd

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelproducten (1), en met name op artikel 30,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In artikel 20 van Verordening (EG) nr. 174/1999 van de Commissie van 26 januari 1999 tot vaststelling van de specifieke uitvoeringsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 804/68 van de Raad inzake de uitvoercertificaten en de uitvoerrestituties in de sector melk en zuivelproducten (2) is bepaald dat de uitvoercertificaten voor kaas die naar de Verenigde Staten van Amerika mag worden uitgevoerd in het kader van de contingenten die voortvloeien uit de bij de multilaterale handelsbesprekingen gesloten overeenkomsten, kunnen worden toegewezen volgens een bijzondere daarbij vastgestelde procedure.

(2)

Deze procedure moet voor de uitvoer voor 2005 worden geopend en de terzake geldende aanvullende bepalingen moeten worden vastgesteld.

(3)

De bevoegde autoriteiten van de Verenigde Staten van Amerika maken bij het beheer van de invoer onderscheid tussen het extra contingent van de Europese Gemeenschap in het kader van de Uruguayronde en de contingenten die oorspronkelijk uit de Tokioronde voortvloeiden. Bij de toewijzing van de uitvoercertificaten moet worden nagegaan of de producten in aanmerking komen voor de betrokken contingenten van de Verenigde Staten van Amerika overeenkomstig het Harmonized Tariff Schedule of the United States of America.

(4)

Om de marktdeelnemers die in het kader van deze bijzondere regeling aanvragen indienen, stabiliteit en zekerheid te bieden moet, met het oog op de toepassing van artikel 1, lid 1, van Verordening (EG) nr. 174/1999, de dag worden vastgesteld waarop de aanvragen worden geacht te zijn ingediend.

(5)

Het Comité van beheer voor melk en zuivelproducten heeft geen advies uitgebracht binnen de door zijn voorzitter bepaalde termijn,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De uitvoercertificaten voor de in bijlage I vermelde producten van GN-code 0406 die in 2005 naar de Verenigde Staten van Amerika worden uitgevoerd in het kader van de in artikel 20, lid 1, van Verordening (EG) nr. 174/1999 bedoelde contingenten, worden afgegeven overeenkomstig artikel 20 van Verordening (EG) nr. 174/1999 en deze verordening.

Artikel 2

1.   De aanvragen voor voorlopige certificaten zoals bedoeld in artikel 20, lid 2, van Verordening (EG) nr. 174/1999 (hierna „aanvragen” genoemd), kunnen van 26 tot en met 29 oktober 2004 bij de bevoegde autoriteiten worden ingediend.

2.   Aanvragen zijn slechts ontvankelijk als zij alle in artikel 20, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 174/1999 bedoelde gegevens bevatten en vergezeld gaan van de in dat artikel vermelde documenten.

Als de beschikbare hoeveelheid voor een in bijlage I, kolom 2, vermelde productgroep uit een contingent van de Uruguayronde en een contingent van de Tokioronde bestaat, mag de certificaataanvraag slechts betrekking hebben op een van die contingenten en moet het betrokken contingent worden aangegeven door het nummer van de productgroep en de naam van het contingent zoals vermeld in bijlage I, kolom 3, op te geven.

Aanvragen moeten worden opgesteld volgens het model in bijlage II.

3.   Aanvragen mogen betrekking hebben op hoogstens 40 % van de hoeveelheid die volgens bijlage I, kolom 4, voor de betrokken productgroep en het betrokken contingent beschikbaar is.

4.   Aanvragen zijn alleen ontvankelijk als de aanvrager schriftelijk verklaart dat hij geen aanvragen voor dezelfde productgroep en voor hetzelfde contingent heeft ingediend en ook niet zal indienen.

Als de betrokkene in één of meer lidstaten meer dan één aanvraag indient voor dezelfde productgroep en voor hetzelfde contingent, zijn al zijn aanvragen onontvankelijk.

5.   Met het oog op de toepassing van artikel 1, lid 1, van Verordening (EG) nr. 174/1999 worden alle binnen de termijn van lid 1 ingediende aanvragen geacht te zijn ingediend op 26 oktober 2004.

Artikel 3

1.   De lidstaten delen de Commissie binnen drie werkdagen na het einde van de indieningstermijn mee welke aanvragen zijn ingediend voor elke productgroep en, indien van toepassing, voor elk contingent zoals vermeld in bijlage I.

Alle mededelingen, inclusief de mededeling „nihil”, moeten volgens het model in bijlage III per telex of fax worden gedaan.

2.   Per groep en, indien van toepassing, per contingent moet het volgende worden meegedeeld:

a)

de lijst van de aanvragers;

b)

de door elke aanvrager aangevraagde hoeveelheden per productcode van de gecombineerde nomenclatuur en per code van de productgroep volgens het Harmonized Tariff Schedule of the United States of America (2004);

c)

de hoeveelheden van de betrokken producten die de aanvrager in de drie voorafgaande jaren heeft uitgevoerd;

d)

naam en adres van de door de aanvrager aangewezen importeur, met vermelding of deze importeur al dan niet een dochtermaatschappij is van de aanvrager.

Artikel 4

De Commissie wijst de certificaten onverwijld toe op grond van artikel 20, leden 3, 4 en 5, van Verordening (EG) nr. 174/1999 en stelt de lidstaten uiterlijk op 30 november 2004 in kennis van de toewijzing.

Artikel 5

De overeenkomstig artikel 3 van deze verordening en artikel 20, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 174/1999 meegedeelde gegevens worden vóór de afgifte van de definitieve certificaten en uiterlijk op 31 december 2004 geverifieerd.

Als wordt geconstateerd dat een marktdeelnemer aan wie een voorlopig certificaat is afgegeven, onjuiste gegevens heeft verstrekt, wordt het certificaat geannuleerd en wordt de zekerheid verbeurd. De lidstaat stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.

Artikel 6

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 22 oktober 2004.

Voor de Commissie

Franz FISCHLER

Lid van de Commissie


(1)  PB L 160 van 26.6.1999, blz. 48. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 186/2004 van de Commissie (PB L 29 van 3.2.2004, blz. 6).

(2)  PB L 20 van 27.1.1999, blz. 8. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1846/2004 (zie bladziide 16 van dit Publikatieblad).


BIJLAGE I

Kaas die in 2005 in het kader van bepaalde uit de GATT-overeenkomsten voortvloeiende contingenten naar de Verenigde Staten van Amerika mag worden uitgevoerd

Artikel 20 van Verordening (EG) nr. 174/1999, en Verordening (EG) nr. 1847/2004

Omschrijving van de productgroep volgens de aanvullende aantekeningen op hoofdstuk 4 van het Harmonised Tariff Schedule of the United States of America

Nummer productgroep en naam contingent

Beschikbare hoeveelheid voor 2005

Maximumhoeveelheid per aanvraag

Aantekening bij

Omschrijving productgroep

(in ton)

(in ton)

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)

16

Not specifically provided for (NSPF)

16 — Tokio

908,877

363,550

16 — Uruguay

3 446,000

1 378,400

17

Blue Mould

17

350,000

140,000

18

Cheddar

18

1 050,000

420,000

20

Edam/Gouda

20

1 100,000

440,000

21

Italian type

21

2 025,000

810,000

22

Swiss or Emmenthaler cheese other than with eye formation

22 — Tokio

393,006

157,202

22 — Uruguay

380,000

152,000

25

Swiss or Emmenthaler cheese with eye formation

25 — Tokio

4 003,172

1 601,268

25 — Uruguay

2 420,000

968,000


BIJLAGE II

Op grond van artikel 20, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 174/1999 te verstrekken gegevens

Image


BIJLAGE III

Mededeling van de lidstaat overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EG) nr. 1847/2004

Image