ISSN 1725-2598

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 318

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

47e jaargang
19 oktober 2004


Inhoud

 

I   Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing

Bladzijde

 

 

Verordening (EG) nr. 1801/2004 van de Commissie van 18 oktober 2004 tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

1

 

*

Verordening (EG) nr. 1802/2004 van de Commissie van 15 oktober 2004 inzake de stopzetting van de visserij op leng door vaartuigen die de vlag van het Verenigd Koninkrijk voeren

3

 

*

Verordening (EG) nr. 1803/2004 van de Commissie van 15 oktober 2004 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 94/2002 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 2826/2000 van de Raad betreffende voorlichtings- en afzetbevorderingsacties voor landbouwproducten op de binnenmarkt

4

 

*

Verordening (EG) nr. 1804/2004 van de Commissie van 14 oktober 2004 tot wijziging van de lijst van rechterlijke instanties en rechtsmiddelen van de bijlagen I, II en III van Verordening (EG) nr. 1347/2000 van de Raad betreffende de bevoegdheid en de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in huwelijkszaken en inzake de ouderlijke verantwoordelijkheid voor gemeenschappelijke kinderen

7

 

*

Verordening (EG) nr. 1805/2004 van de Commissie van 14 oktober 2004 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2273/93 houdende aanwijzing van de interventiecentra voor granen

9

 

*

Verordening (EG) nr. 1806/2004 van de Commissie van 18 oktober 2004 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2879/2000 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 2702/1999 van de Raad inzake voorlichtings- en afzetbevorderingsacties voor landbouwproducten in derde landen

11

 

*

Verordening (EG) nr. 1807/2004 van de Commissie van 18 oktober 2004 tot vaststelling, voor het verkoopseizoen 2003/2004, van de geraamde olijfolieproductie en van het bedrag van de productiesteun per eenheid dat mag worden voorgeschoten

13

 

*

Verordening (EG) nr. 1808/2004 van de Commissie van 18 oktober 2004 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 2138/97 tot afgrenzing van de homogene productiegebieden van olijfolie

15

 

*

Verordening (EG) nr. 1809/2004 van de Commissie van 18 oktober 2004 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2848/98 wat betreft de uitvoeringsbepalingen voor het quotaopkoopprogramma in de sector ruwe tabak

18

 

 

II   Besluiten waarvan de publicatie niet voorwaarde is voor de toepassing

 

 

Commissie

 

*

2004/699/EG:Besluit nr. 1/2004 van het Gemengd Comité EG-Andorra van 29 april 2004 betreffende de uitbreiding van het gemeenschappelijk communicatienetwerk met gemeenschappelijke systeeminterface (CCN/CSI)

19

 

*

2004/700/EG:Beschikking van de Commissie van 13 oktober 2004 tot wijziging van Beschikking 2004/280/EG tot vaststelling van overgangsmaatregelen voor het in de handel brengen van bepaalde producten van dierlijke oorsprong, verkregen in Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije (Kennisgeving geschied onder nummer C(2004) 3729)  ( 1 )

21

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


I Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing

19.10.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 318/1


VERORDENING (EG) Nr. 1801/2004 VAN DE COMMISSIE

van 18 oktober 2004

tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 3223/94 van de Commissie van 21 december 1994 houdende uitvoeringsbepalingen van de invoerregeling voor groenten en fruit (1), en met name op artikel 4, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In Verordening (EG) nr. 3223/94 zijn op grond van de multilaterale handelsbesprekingen in het kader van de Uruguayronde de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de periodes die in de bijlage bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt.

(2)

Op grond van de bovenvermelde criteria moeten de forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld op de in de bijlage bij deze verordening vermelde niveaus,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 3223/94 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld zoals aangegeven in de tabel in de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 19 oktober 2004.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 18 oktober 2004.

Voor de Commissie

J. M. SILVA RODRÍGUEZ

Directeur-generaal Landbouw


(1)  PB L 337 van 24.12.1994, blz. 66. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1947/2002 (PB L 299 van 1.11.2002, blz. 17).


BIJLAGE

bij de verordening van de Commissie van 18 oktober 2004 tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

(EUR/100 kg)

GN-code

Code derde landen (1)

Forfaitaire invoerwaarde

0702 00 00

052

64,0

204

78,7

999

71,4

0707 00 05

052

108,2

999

108,2

0709 90 70

052

92,6

999

92,6

0805 50 10

052

68,1

388

55,3

524

26,4

528

51,6

999

50,4

0806 10 10

052

89,6

400

172,7

999

131,2

0808 10 20, 0808 10 50, 0808 10 90

388

71,8

400

85,3

404

82,6

512

108,5

720

37,1

800

145,3

804

70,3

999

85,8

0808 20 50

052

88,2

999

88,2


(1)  Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 2081/2003 van de Commissie (PB L 313 van 28.11.2003, blz. 11). De code „999” staat voor „andere oorsprong”.


19.10.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 318/3


VERORDENING (EG) Nr. 1802/2004 VAN DE COMMISSIE

van 15 oktober 2004

inzake de stopzetting van de visserij op leng door vaartuigen die de vlag van het Verenigd Koninkrijk voeren

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 2847/93 van de Raad van 12 oktober 1993 tot invoering van een controleregeling voor het gemeenschappelijk visserijbeleid (1), en met name op artikel 21, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 2340/2002 van de Raad van 16 december 2002 tot vaststelling, voor 2003 en 2004, van de vangstmogelijkheden voor bestanden van diepzeevissen (2) zijn voor 2004 quota vastgesteld voor leng.

(2)

Om te garanderen dat de bepalingen inzake de kwantitatieve beperking van de vangsten van een bestand waarvoor een quotum geldt, in acht worden genomen, moet de Commissie de datum vaststellen waarop de vangsten van de vaartuigen die de vlag van een lidstaat voeren, geacht worden het toegewezen quotum te hebben bereikt.

(3)

Volgens de aan de Commissie meegedeelde gegevens, hebben de hoeveelheden leng die in de wateren van deelgebied V (Gemeenschapswateren en wateren niet onder soevereiniteit of jurisdictie van derde landen) zijn gevangen door vaartuigen die de vlag van het Verenigd Koninkrijk voeren of die in het Verenigd Koninkrijk zijn geregistreerd, het voor 2004 toegewezen quotum bereikt. Het Verenigd Koninkrijk heeft de vangst uit dit bestand verboden met ingang van 12 juli 2004. Deze datum moet derhalve worden aangehouden,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De hoeveelheden leng die in de wateren van deelgebied V (Gemeenschapswateren en wateren niet onder soevereiniteit of jurisdictie van derde landen) zijn gevangen door vaartuigen die de vlag van het Verenigd Koninkrijk voeren of die in het Verenigd Koninkrijk zijn geregistreerd, worden geacht het voor 2004 aan het Verenigd Koninkrijk toegewezen quotum te hebben bereikt.

De visserij op leng in de wateren van deelgebied V (Gemeenschapswateren en wateren niet onder soevereiniteit of jurisdictie van derde landen) door vaartuigen die de vlag van het Verenigd Koninkrijk voeren of die in het Verenigd Koninkrijk zijn geregistreerd, alsmede het aan boord houden, het overladen en het lossen van vis uit dit bestand die door deze vaartuigen is gevangen vanaf de datum waarop deze verordening van toepassing wordt, zijn verboden.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 12 juli 2004.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 15 oktober 2004.

Voor de Commissie

Jörgen HOLMQUIST

Directeur-generaal Visserij


(1)  PB L 261 van 20.10.1993, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1954/2003 (PB L 289 van 7.11.2003, blz. 1).

(2)  PB L 356 van 31.12.2002, blz. 1.


19.10.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 318/4


VERORDENING (EG) Nr. 1803/2004 VAN DE COMMISSIE

van 15 oktober 2004

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 94/2002 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 2826/2000 van de Raad betreffende voorlichtings- en afzetbevorderingsacties voor landbouwproducten op de binnenmarkt

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 2826/2000 van de Raad van 19 december 2000 betreffende voorlichtings- en afzetbevorderingsacties voor landbouwproducten op de binnenmarkt (1), en met name op artikel 12,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Uit de praktijk is gebleken dat de uitvoering van de voorlichtings- en afzetbevorderingsregeling voor de binnenmarkt als bedoeld in Verordening (EG) nr. 94/2002 van de Commissie (2) verder moet worden verbeterd.

(2)

In bijlage II bij Verordening (EG) nr. 94/2002 is de lijst vastgesteld van de voor de toepassing van deze verordening bevoegde nationale autoriteiten. De voorschriften voor het opstellen van de lijst van de door de diverse lidstaten aangewezen bevoegde autoriteit of autoriteiten met de corresponderende contactgegevens moeten worden versoepeld zodat deze informatie in een voortdurend bijgewerkte lijst via internet aan alle belanghebbenden ter beschikking kan worden gesteld.

(3)

Met het oog op de evaluatie en onderlinge vergelijking van de voorstellen voor voorlichtings- en afzetbevorderingsprogramma’s moeten deze voorstellen in alle lidstaten volgens een uniform model worden ingediend.

(4)

Om het gevaar voor dubbele financiering af te wenden, moet worden bepaald dat voorlichtings- en afzetbevorderingsacties waarvoor steun wordt verleend in het kader van Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999, inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL) en tot wijziging en intrekking van een aantal verordeningen (3) niet in aanmerking komen voor steun in het kader van Verordening (EG) nr. 2826/2000.

(5)

Uit de praktijk is gebleken dat de termijnen waarover de lidstaten beschikken om contracten te sluiten met de geselecteerde beroeps- of bedrijfskolomorganisaties te kort zijn, met name wanneer het meerdere organisaties in meer dan één lidstaat betreft. Deze termijnen dienen derhalve te worden verlengd.

(6)

Door het gebruik van standaardcontracten wordt gegarandeerd dat de geselecteerde programma’s in alle lidstaten onder dezelfde voorwaarden worden uitgevoerd. Zo nodig moeten de lidstaten evenwel worden gemachtigd om bepaalde contractvoorwaarden te wijzigen om rekening te houden met nationale voorschriften.

(7)

Er dient te worden gepreciseerd dat voor de meerjarenprogramma’s na afloop van elk jaar een intern verslag moet worden overgelegd, zelfs wanneer geen betalingsaanvraag is ingediend.

(8)

Uit de praktijk is gebleken dat het huidige systeem, waarbij driemaandelijkse verslagen viermaal per jaar tussen de lidstaten en de Commissie moeten circuleren, te omslachtig is. Er dient te worden bepaald dat de lidstaten deze verslagen slechts tweemaal per jaar hoeven te laten circuleren.

(9)

De door de begunstigde te betalen rentevoet voor onverschuldigde betalingen moet in overeenstemming worden gebracht met de in artikel 86 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002 van de Commissie van 23 december 2002 tot vaststelling van uitvoeringsvoorschriften van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (4) vastgestelde rentevoet voor schuldvorderingen die op de vervaldag niet zijn voldaan.

(10)

Verordening (EG) nr. 94/2002 moet dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(11)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van de gezamenlijke comités van beheer „Afzetbevordering landbouwproducten”,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 94/2002 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Artikel 3, lid 2, wordt geschrapt.

2)

Het volgende artikel 3 bis wordt ingevoegd:

Artikel 3 bis

De lidstaten wijzen de voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 2826/2000 bevoegde autoriteit of autoriteiten aan. Zij stellen de Commissie in kennis van de naam en alle contactgegevens van de aangewezen autoriteit of autoriteiten, alsook van eventuele veranderingen daarin. De Commissie maakt deze gegevens in een passende vorm bekend.”

3)

Aan artikel 5, lid 1, wordt de volgende alinea toegevoegd:

„De programma’s worden ingediend volgens een door de Commissie opgesteld en aan de lidstaten ter beschikking gesteld model.”.

4)

Aan artikel 9 wordt het volgende lid 3 toegevoegd:

„3.   Voorlichtings- en afzetbevorderingsactiviteiten waarvoor steun wordt verleend in het kader van Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad (5) komen niet in aanmerking voor steun in het kader van Verordening (EG) nr. 2826/2000.

5)

In artikel 10 worden de leden 1 en 2 vervangen door:

„1.   Zodra de in artikel 6, lid 3, van Verordening (EG) nr. 2826/2000 bedoelde definitieve lijst van door de lidstaten geselecteerde programma's is opgesteld, wordt elke belanghebbende organisatie door de lidstaat ingelicht over het aan haar aanvraag gegeven gevolg. De lidstaten sluiten contracten met de geselecteerde organisaties binnen 60 kalenderdagen na de kennisgeving van het besluit van de Commissie. In het geval van programma’s die gezamenlijk door meerdere beroeps- of bedrijfskolomorganisaties in meer dan één lidstaat worden ingediend, worden de contracten binnen 90 kalenderdagen gesloten. Na het verstrijken van deze termijn kan zonder voorafgaande toestemming van de Commissie geen enkel contract worden gesloten.

2.   De lidstaten gebruiken standaardcontracten die de Commissie hun ter beschikking stelt. Zo nodig mogen de lidstaten bepaalde voorwaarden van de standaardcontracten wijzigen om rekening te houden met nationale voorschriften, voorzover dit geen afbreuk doet aan het Gemeenschapsrecht.”

.

6)

Artikel 12 wordt als volgt gewijzigd:

a)

Na lid 2 wordt het volgende lid 2 bis ingevoegd:

„2 bis.   Voor meerjarenprogramma’s moet het in lid 2, onder c), bedoelde interne verslag na afloop van elk jaar worden overgelegd, zelfs wanneer geen aanvraag om betaling van het saldo is ingediend.”

.

b)

Lid 7 wordt vervangen door:

„7.   De lidstaten verstrekken de Commissie binnen 60 kalenderdagen na ontvangst daarvan de in lid 2, onder a) en b), bedoelde overzichten en het in lid 2, onder c), bedoelde verslag over de interne evaluatie.

Tweemaal per jaar verstrekken zij de Commissie de driemaandelijkse tussentijdse verslagen die overeenkomstig lid 1 vereist zijn voor de tussentijdse betalingen: het eerste en het tweede driemaandelijkse verslag worden verstrekt binnen 60 kalenderdagen na ontvangst van het tweede driemaandelijkse verslag en het derde en het vierde driemaandelijkse verslag samen met de overzichten en het verslag als bedoeld in de eerste alinea van dit lid.”

7)

In artikel 14, lid 1, wordt de tweede alinea vervangen door:

„De toe te passen rentevoet is de door de Europese Centrale Bank voor zijn belangrijkste financiële verrichtingen in euro toegepaste en in het Publicatieblad van de Europese Unie, reeks C, bekendgemaakte rentevoet die gold op de eerste kalenderdag van de maand waarin de vervaldatum valt, vermeerderd met drieëneenhalf procentpunten.”

8)

Bijlage II wordt geschrapt.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 1, punt 3, is evenwel van toepassing op voorstellen voor programma’s die met ingang van 1 januari 2005 bij de Commissie worden ingediend.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 15 oktober 2004.

Voor de Commissie

Franz FISCHLER

Lid van de Commissie


(1)  PB L 328 van 23.12.2000, blz. 2.

(2)  PB L 17 van 19.1.2002, blz. 20. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 185/2004 (PB L 29 van 3.2.2004, blz. 4).

(3)  PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 583/2004 (PB L 91 van 30.3.2004, blz. 1).

(4)  PB L 357 van 31.12.2002, blz. 1.

(5)  PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80.”.


19.10.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 318/7


VERORDENING (EG) Nr. 1804/2004 VAN DE COMMISSIE

van 14 oktober 2004

tot wijziging van de lijst van rechterlijke instanties en rechtsmiddelen van de bijlagen I, II en III van Verordening (EG) nr. 1347/2000 van de Raad betreffende de bevoegdheid en de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in huwelijkszaken en inzake de ouderlijke verantwoordelijkheid voor gemeenschappelijke kinderen

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1347/2000 van de Raad van 29 mei 2000 betreffende de bevoegdheid en de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in huwelijkszaken en inzake de ouderlijke verantwoordelijkheid voor gemeenschappelijke kinderen (1), en met name op artikel 44, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EG) nr. 1347/2000 bepaalt dat elke belanghebbende kan verzoeken dat een in een lidstaat gegeven beslissing in een andere lidstaat wordt erkend en uitvoerbaar verklaard.

(2)

De bijlagen I, II en III van Verordening (EG) nr. 1347/2000 leggen vast welke rechterlijke instanties in de lidstaten bevoegd zijn voor de behandeling van verzoeken om een verklaring van tenuitvoerlegging en van de hiertegen ingestelde rechtsmiddelen en vermelden de overeenkomstige beroepsprocedures.

(3)

De bijlagen I, II en III werden gewijzigd bij de Toetredingsakte van 2003 teneinde de lijst van rechterlijke instanties en rechtsmiddelen van de toetredende landen op te nemen.

(4)

Letland, Litouwen, Slovenië en Slowakije hebben de Commissie overeenkomstig artikel 44, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1347/2000 in kennis gesteld van teksten tot wijziging van de in de bijlagen I, II en III opgenomen lijsten van rechterlijke instanties en rechtsmiddelen.

(5)

Verordening (EG) nr. 1347/2000 moet bijgevolg dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 1347/2000 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Bijlage I wordt als volgt gewijzigd:

a)

het op Letland betrekking hebbende streepje wordt vervangen door de volgende tekst:

„—

in Letland, de „rajona (pilsētas) tiesa””;

b)

het op Slovenië betrekking hebbende streepje wordt vervangen door de volgende tekst:

„—

in Slovenië, de „okrožno sodišče””.

2)

Bijlage II wordt als volgt gewijzigd:

a)

het op Litouwen betrekking hebbende streepje wordt vervangen door de volgende tekst:

„—

in Litouwen, de „Lietuvos apeliacinis teismas””;

b)

het op Slovenië betrekking hebbende streepje wordt vervangen door de volgende tekst:

„—

in Slovenië, de „okrožno sodišče””.

c)

het op Slowakije betrekking hebbende streepje wordt vervangen door de volgende tekst:

„—

in Slowakije, de „okresný súd””.

3)

Bijlage III wordt als volgt gewijzigd:

a)

het op Litouwen betrekking hebbende streepje wordt vervangen door de volgende tekst:

„—

in Litouwen, door een beroep in cassatie bij de „Lietuvos Aukščiausiasis Teismas””;

b)

het op Slovenië betrekking hebbende streepje wordt vervangen door de volgende tekst:

„—

in Slovenië door een beroep bij de „Vrhovno sodišče Republike Slovenije””;

c)

met betrekking tot Slowakije wordt het volgende streepje toegevoegd:

„—

in Slowakije, door een „dovolanie””.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 14 oktober 2004.

Voor de Commissie

António VITORINO

Lid van de Commissie


(1)  PB L 160 van 30.6.2000, blz. 19. Verordening laatstelijk gewijzigd bij de Toetredingsakte van 2003.


19.10.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 318/9


VERORDENING (EG) Nr. 1805/2004 VAN DE COMMISSIE

van 14 oktober 2004

tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2273/93 houdende aanwijzing van de interventiecentra voor granen

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1784/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (1), en met name op artikel 6,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1784/2003 is rogge met ingang van het verkoopseizoen 2004/2005 uitgesloten van de toepassing van de interventieregeling.

(2)

De interventiecentra zijn vastgesteld in een tabel in de bijlage bij Verordening (EEG) nr. 2273/93 van de Commissie (2). Gezien de eerste overweging moet in die tabel de kolom voor rogge worden geschrapt. Bovendien hebben enkele lidstaten voor bepaalde centra verzoeken tot wijziging ingediend.

(3)

Verordening (EEG) nr. 2273/93 moet dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(4)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor granen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De bijlage bij Verordening (EEG) nr. 2273/93 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en in rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 14 oktober 2004.

Voor de Commissie

Franz FISCHLER

Lid van de Commissie


(1)  PB L 270 van 21.10.2003, blz. 78.

(2)  PB L 207 van 18.8.1993, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 750/2004 (PB L 118 van 23.4.2004, blz. 6).


BIJLAGE

De bijlage bij Verordening (EEG) nr. 2273/93 wordt als volgt gewijzigd:

1)

De derde kolom wordt geschrapt.

2)

In het deel „BUNDESREPUBLIK DEUTSCHLAND” worden alleen de volgende interventiecentra als interventiecentra voor gerst aangemerkt:

Land

Interventiecentrum

Brandenburg

Brandenburg, Drebkau, Fürstenwalde, Gransee, Herzberg en Niemegk

Sachsen

Bischofswerda en Eilenburg

Sachsen-Anhalt

Klötze, Rosslau en Tangermünde

3)

In het deel „POLSKA” wordt het onder „Podkarpackie” opgenomen centrum „Krosno” geschrapt.


19.10.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 318/11


VERORDENING (EG) Nr. 1806/2004 VAN DE COMMISSIE

van 18 oktober 2004

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2879/2000 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 2702/1999 van de Raad inzake voorlichtings- en afzetbevorderingsacties voor landbouwproducten in derde landen

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 2702/1999 van de Raad van 14 december 1999 inzake voorlichtings- en afzetbevorderingsacties voor landbouwproducten in derde landen (1), en met name op artikel 11,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Uit de praktijk is gebleken dat de uitvoering van de voorlichtings- en afzetbevorderingsregeling voor derde landen zoals bedoeld in Verordening (EG) nr. 2879/2000 van de Commissie (2) verder moet worden verbeterd.

(2)

Bepaald moet worden dat elke lidstaat de voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 2702/1999 bevoegde autoriteit of autoriteiten moet aanwijzen. De lidstaten moeten de Commissie in kennis stellen van de namen van deze autoriteiten met de corresponderende contactgegevens, zodat deze informatie in een voortdurend bijgewerkte lijst via internet aan alle belanghebbenden ter beschikking kan worden gesteld.

(3)

Met het oog op de evaluatie en onderlinge vergelijking van de voorstellen voor voorlichtings- en afzetbevorderingsprogramma’s moeten deze voorstellen in alle lidstaten volgens een uniform model worden ingediend.

(4)

Uit de praktijk is gebleken dat de termijnen waarover de lidstaten beschikken om contracten te sluiten met de geselecteerde beroeps- of bedrijfskolomorganisaties, te kort zijn, met name wanneer het meerdere organisaties in meer dan één lidstaat betreft. Deze termijnen dienen derhalve te worden verlengd.

(5)

Door het gebruik van standaardcontracten wordt gegarandeerd dat de geselecteerde programma’s in alle lidstaten onder dezelfde voorwaarden worden uitgevoerd. Zo nodig moeten de lidstaten evenwel worden gemachtigd om bepaalde contractvoorwaarden te wijzigen om rekening te houden met nationale voorschriften.

(6)

Er dient te worden gepreciseerd dat voor de meerjarenprogramma’s na afloop van elk jaar een intern verslag moet worden overgelegd, zelfs wanneer geen betalingsaanvraag is ingediend.

(7)

Uit de praktijk is gebleken dat het huidige systeem, waarbij driemaandelijkse verslagen viermaal per jaar tussen de lidstaten en de Commissie moeten circuleren, te omslachtig is. Er dient te worden bepaald dat de lidstaten deze verslagen slechts tweemaal per jaar hoeven te laten circuleren.

(8)

De door de begunstigde te betalen rentevoet voor onverschuldigde betalingen moet in overeenstemming worden gebracht met de in artikel 86 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002 van de Commissie van 23 december 2002 tot vaststelling van uitvoeringsvoorschriften van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (3) vastgestelde rentevoet voor schuldvorderingen die op de vervaldag niet zijn voldaan.

(9)

Verordening (EG) nr. 2879/2000 moet dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(10)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van de gezamenlijke Comités van beheer „Afzetbevordering landbouwproducten”,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 2879/2000 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Het volgende artikel 3 bis wordt ingevoegd:

„Artikel 3 bis

De lidstaten wijzen de voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 2702/1999 bevoegde autoriteit of autoriteiten aan. Zij stellen de Commissie in kennis van de naam en alle contactgegevens van de aangewezen autoriteit of autoriteiten, alsook van eventuele veranderingen daarin. De Commissie maakt deze gegevens in een passende vorm bekend.”.

2)

Aan artikel 7, lid 1, wordt de volgende alinea toegevoegd:

„De programma’s worden ingediend volgens een door de Commissie opgesteld en aan de lidstaten ter beschikking gesteld model.”.

3)

Artikel 11, lid 2, wordt vervangen door:

„2.   De lidstaten sluiten contracten met de geselecteerde organisaties binnen 60 kalenderdagen na de kennisgeving van het besluit van de Commissie. In het geval van programma’s die gezamenlijk door meerdere beroeps- of bedrijfskolomorganisaties in meer dan één lidstaat worden ingediend, worden de contracten binnen 90 kalenderdagen gesloten. Na het verstrijken van deze termijn kan zonder voorafgaande toestemming van de Commissie geen enkel contract worden gesloten.

De lidstaten gebruiken standaardcontracten die de Commissie hen ter beschikking stelt. Zo nodig mogen de lidstaten bepaalde voorwaarden van de standaardcontracten wijzigen om rekening te houden met nationale voorschriften, voorzover dit geen afbreuk doet aan het Gemeenschapsrecht.”.

4)

Artikel 13 wordt gewijzigd als volgt:

a)

Lid 2 wordt gewijzigd als volgt:

i)

De eerste alinea wordt vervangen door:

„2.   De aanvraag om betaling van het saldo moet worden ingediend binnen vier maanden na de datum waarop de in het contract bedoelde jaarlijkse acties zijn voltooid.”.

ii)

Het volgende lid 2 bis wordt ingevoegd:

„2 bis.   Voor meerjarenprogramma’s moet het in lid 2, onder c), bedoelde interne verslag na afloop van elk jaar worden overgelegd, zelfs wanneer geen aanvraag om betaling van het saldo is ingediend.”.

b)

Lid 7 wordt vervangen door:

„7.   De lidstaten verstrekken de Commissie binnen 60 kalenderdagen na ontvangst daarvan de in lid 2, onder a) en b), bedoelde overzichten en het in lid 2, onder c), bedoelde verslag over de interne evaluatie.

Tweemaal per jaar verstrekken zij de Commissie de driemaandelijkse tussentijdse verslagen die overeenkomstig lid 1 vereist zijn voor de tussentijdse betalingen: het eerste en het tweede driemaandelijkse verslag worden verstrekt binnen 60 kalenderdagen na ontvangst van het tweede driemaandelijkse verslag en het derde en het vierde driemaandelijkse verslag samen met de overzichten en het verslag zoals bedoeld in de eerste alinea van dit lid.”.

5)

In artikel 15, lid 1, wordt de tweede alinea vervangen door:

„De toe te passen rentevoet is de door de Europese Centrale Bank voor zijn belangrijkste financiële verrichtingen in euro toegepaste en in het Publicatieblad van de Europese Unie, reeks C, bekendgemaakte rentevoet die gold op de eerste kalenderdag van de maand waarin de vervaldatum valt, vermeerderd met drieëneenhalf procentpunten.”.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 1, punt 2, is evenwel van toepassing op voorstellen voor programma’s die met ingang van 1 januari 2005 bij de Commissie worden ingediend.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 18 oktober 2004.

Voor de Commissie

Franz FISCHLER

Lid van de Commissie


(1)  PB L 327 van 21.12.1999, blz. 7.

(2)  PB L 333 van 29.12.2000, blz. 63. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2171/2003 (PB L 326 van 13.12.2003, blz. 6).

(3)  PB L 357 van 31.12.2002, blz. 1.


19.10.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 318/13


VERORDENING (EG) Nr. 1807/2004 VAN DE COMMISSIE

van 18 oktober 2004

tot vaststelling, voor het verkoopseizoen 2003/2004, van de geraamde olijfolieproductie en van het bedrag van de productiesteun per eenheid dat mag worden voorgeschoten

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening nr. 136/66/EEG van de Raad van 22 september 1966 houdende de totstandbrenging van een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector oliën en vetten (1),

Gelet op Verordening (EEG) nr. 2261/84 van de Raad van 17 juli 1984 houdende algemene voorschriften inzake de toekenning van de productiesteun voor olijfolie en de steun aan de producentenorganisaties (2), en met name op artikel 17 bis, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Krachtens artikel 5 van Verordening nr. 136/66/EEG moet de productiesteun per eenheid worden aangepast in elke lidstaat waar de werkelijke productie de in lid 3 van dat artikel vastgestelde gegarandeerde nationale hoeveelheid overschrijdt. Bij de evaluatie van de omvang van die overschrijding moet voor Griekenland, Spanje, Frankrijk, Italië en Portugal rekening worden gehouden met de productieramingen voor tafelolijven, in olijfolie-equivalent uitgedrukt aan de hand van de coëfficiënten die respectievelijk zijn vastgesteld voor Griekenland bij Beschikking 2001/649/EG van de Commissie (3), voor Spanje bij Beschikking 2001/650/EG van de Commissie (4), voor Frankrijk bij Beschikking 2001/648/EG van de Commissie (5), voor Italië bij Beschikking 2001/658/EG van de Commissie (6) en voor Portugal bij Beschikking 2001/670/EG van de Commissie (7).

(2)

In artikel 17 bis, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2261/84 is bepaald dat, met het oog op de vaststelling van het bedrag van de productiesteun per eenheid dat mag worden voorgeschoten, voor het betrokken verkoopseizoen een raming van de olijfolieproductie moet worden opgesteld. Dit bedrag moet zo worden vastgesteld dat onverschuldigde betaling aan de olieproducenten wordt voorkomen. Dit bedrag geldt ook voor tafelolijven, uitgedrukt in olijfolie-equivalent.

(3)

Met het oog op de raming van de productie moeten de lidstaten voor elk verkoopseizoen de gegevens met betrekking tot de geraamde productie van olijfolie en eventueel tafelolijven aan de Commissie meedelen. De Commissie kan gebruikmaken van andere informatiebronnen. Op basis van deze gegevens moet de geraamde productie van de lidstaten voor olijfolie en voor tafelolijven, uitgedrukt in olijfolie-equivalent, worden vastgesteld.

(4)

Bij de vaststelling van het bedrag van het voorschot moet rekening worden gehouden met de in artikel 5, lid 9, van Verordening nr. 136/66/EEG en artikel 4 bis, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1638/98 van de Raad (8) vastgestelde inhoudingen voor acties ter verbetering van de kwaliteit van de olijfolie- en tafelolijvenproductie.

(5)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor oliën en vetten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   Voor het verkoopseizoen 2003/2004 wordt de geraamde olijfolieproductie, met inbegrip van de in lid 2 bedoelde productie, vastgesteld op:

343 356 t voor Griekenland;

1 591 330 t voor Spanje;

3 335 t voor Frankrijk;

741 956 t voor Italië;

34 473 t voor Portugal.

2.   Voor het verkoopseizoen 2003/2004 wordt de geraamde productie van tafelolijven, uitgedrukt in olijfolie-equivalent, vastgesteld op:

13 000 t voor Griekenland, berekend aan de hand van een equivalentie-coëfficiënt van 13 %;

65 994 t voor Spanje, berekend aan de hand van een equivalentie-coëfficiënt van 11,5 %;

167 t voor Frankrijk, berekend aan de hand van een equivalentie-coëfficiënt van 13 %;

1 829 t voor Italië, berekend aan de hand van een equivalentie-coëfficiënt van 13 %;

787 t voor Portugal, berekend aan de hand van een equivalentie-coëfficiënt van 11,5 %.

3.   Voor het verkoopseizoen 2003/2004 wordt het bedrag van de productiesteun per eenheid dat mag worden voorgeschoten, vastgesteld op:

117,36 EUR per 100 kg voor Griekenland;

56,62 EUR per 100 kg voor Spanje;

117,21 EUR per 100 kg voor Frankrijk;

86,26 EUR per 100 kg voor Italië;

117,36 EUR per 100 kg voor Portugal.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 18 oktober 2004.

Voor de Commissie

Franz FISCHLER

Lid van de Commissie


(1)  PB 172 van 30.9.1966, blz. 3025/66. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 865/2004 (PB L 161 van 30.4.2004, blz. 97).

(2)  PB L 208 van 3.8.1984, blz. 3. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1639/98 (PB L 210 van 28.7.1998, blz. 38).

(3)  PB L 229 van 25.8.2001, blz. 16. Beschikking laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 2004/607/EG (PB L 274 van 24.8.2004, blz. 13).

(4)  PB L 229 van 25.8.2001, blz. 20. Beschikking laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 2004/607/EG.

(5)  PB L 229 van 25.8.2001, blz. 12. Beschikking laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 2004/607/EG.

(6)  PB L 231 van 29.8.2001, blz. 16. Beschikking laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 2004/607/EG.

(7)  PB L 235 van 4.9.2001, blz. 16. Beschikking laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 2004/607/EG.

(8)  PB L 210 van 28.7.1998, blz. 32. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 865/2004.


19.10.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 318/15


VERORDENING (EG) Nr. 1808/2004 VAN DE COMMISSIE

van 18 oktober 2004

houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 2138/97 tot afgrenzing van de homogene productiegebieden van olijfolie

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening nr. 136/66/EEG van de Raad van 22 september 1966 houdende de totstandbrenging van een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector oliën en vetten (1),

Gelet op Verordening (EEG) nr. 2261/84 van de Raad van 17 juli 1984 houdende algemene voorschriften inzake de toekenning van de productiesteun voor olijfolie en de steun aan de producentenorganisaties (2), en met name op artikel 19,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In artikel 18 van Verordening (EEG) nr. 2261/84 is bepaald dat de opbrengst aan olijven en aan olie per homogeen productiegebied wordt vastgesteld op basis van door de producerende lidstaten meegedeelde gegevens.

(2)

De productiegebieden zijn afgebakend in de bijlage bij Verordening (EG) nr. 2138/97 van de Commissie (3). Voor het verkoopseizoen 2003/2004 moeten om redenen van administratieve en structurele aard wijzigingen in de homogene productiegebieden worden aangebracht met betrekking tot Griekenland, Spanje en Italië.

(3)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor oliën en vetten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De bijlage bij Verordening (EG) nr. 2138/97 wordt als volgt gewijzigd:

1)

In punt A wordt het gedeelte betreffende de provincies „Brescia”, „Perugia”, „Lecce”, „Catanzaro” en „Messina” vervangen door de tekst in de bijlage bij de onderhavige verordening.

2)

Punt C wordt als volgt gewijzigd:

a)

in de rubriek „Νομός Ζακύνθου” wordt de gemeente „Μαχαιράδου” geschrapt in zone 2 en toegevoegd aan zone 3;

b)

in de rubriek „Νομός Ημαθίας” wordt de gemeente „Φυτείας” geschrapt in zone 1 en toegevoegd aan zone 2;

c)

in de rubriek „Νομός Κιλκίς” wordt de gemeente „Βαφειοχωρίου” geschrapt in zone 2 en toegevoegd aan zone 1;

d)

in de rubriek „Νομός Κορινθίας” wordt de gemeente „Κορφιώτισσας” geschrapt in zone 8 en toegevoegd aan zone 1;

e)

in de rubriek „Νομός Λασηθίου”

worden de gemeenten „Λακωνίων”, „Αγίου Ιωάννη”, „Καλαμαύκα”, „Ζήρου”, „Παπαγιαννάδων”, „Χανδρών”, „Λιθίνων”, „Ορεινού”, „Πεύκων”, „Σχινοκαψάλων”, „Χρυσοπηγής”, „Αγίου Γεωργίου”, „Κατσιδονίου”, „Μαρωνιάς”, „Πισκοκεφάλου”, „Σητείας”, „Αγίου Στεφάνου”, „Σταυροχωρίου”, „Σταυρωμένου” en „Προυσσού” geschrapt in zone 2 en toegevoegd aan zone 1;

worden de gemeenten „Μεσελέρων” en „Πρίνων” geschrapt in zone 1 en toegevoegd aan zone 2, en

wordt de gemeente „Αγίου Σπυρίδωνα” toegevoegd aan zone 1;

f)

in de rubriek „Νομός Πρέβεζας” wordt de gemeente „Ριζών” geschrapt in zone 2 en toegevoegd aan zone 7.

3)

In punt D wordt in de rubriek „Comunidad autónoma: Aragón” de gemeente „La Portellada” opgenomen in zone 4 van de provincie „Teruel”.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 november 2003.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 18 oktober 2004.

Voor de Commissie

Franz FISCHLER

Lid van de Commissie


(1)  PB 172 van 30.9.1966, blz. 3025/66. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 865/2004 (PB L 161 van 30.4.2004, blz. 97).

(2)  PB L 208 van 3.8.1984, blz. 3. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1639/98 (PB L 210 van 28.7.1998, blz. 38).

(3)  PB L 297 van 31.10.1997, blz. 3. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1885/2003 (PB L 277 van 28.10.2003, blz. 5).


BIJLAGE

„Brescia:

1)

(*).

2)

Gardone Riviera, Gargnano, Limone sul Garda, Salò, Tignale, Toscolano-Maderno, Tremosine.”

„Perugia:

1)

(*).

2)

Assisi, Campello sul Clitunno, Foligno, Spello, Spoleto, Trevi.”

„Lecce:

1)

Arnesano, Campi Salentina, Carmiano, Cavallino, Guagnano, Lecce, Lizzanello, Monteroni di Lecce, Novoli, Salice Salentino, Squinzano, Surbo, Trepuzzi, Veglie.

2)

Aradeo, Bagnolo del Salento, Calimera, Cannole, Caprarica di Lecce, Carpignano Salentino, Castri di Lecce, Castrignano de’ Greci, Castro Marina, Copertino, Corigliano d’Otranto, Cursi, Galatina, Galatone, Giuggianello, Giurdignano, Lequile, Leverano, Maglie, Martano, Martignano, Melendugno, Melpignano, Minervino di Lecce, Muro Leccese, Nardò, Neviano, Ortelle, Otranto, Palmariggi, Poggiardo, Porto Cesareo, San Cesario di Lecce, San Donato di Lecce, San Pietro in Lama, Sanarica, Santa Cesarea Terme, Seclì, Sogliano Cavour, Soleto, Sternatia, Surano, Uggiano la Chiesa, Vernole, Zollino.

3)

(*).”

„Catanzaro:

1)

Curinga, Feroleto Antico, Gizzeria, Lamezia Terme, Maida, San Pietro a Maida.

2)

Amaroni, Badolato, Borgia, Cerva, Falerna, Gasperina, Guardavalle, Marcedusa, Montauro, Montepaone, Nocera Tirinese, Palermiti, Petrizzi, Petronà, Pianopoli, San Floro, San Mango d’Aquino, Sant’Andrea Apostolo dello Ionio, Satriano, Settingiano, Squillace, Staletti, Tiriolo, Vallefiorita.

3)

(*).

4)

Albi, Argusto, Cardinale, Carlopoli, Cenadi, Centrache, Chiaravalle Centrale, Cicala, Conflenti, Decollatura, Fossato Serralta, Gimigliano, Magisano, Martirano, Martirano Lombardo, Motta Santa Lucia, Olivadi, Pentone, Platania, Sorbo San Basile, Soveria Mannelli, Taverna, Torre di Ruggiero.”

„Messina:

1)

(*).

2)

Acquedolci, Alcara li Fusi, Alì, Alì Terme, Antillo, Barcellona Pozzo di Gotto, Basicò, Capizzi, Capo d’Orlando, Capri Leone, Caronia, Casalvecchio Siculo, Castel di Lucio, Castelmola, Castroreale, Cesarò, Condrò, Falcone, Fiumedinisi, Floresta, Fondachelli-Fantina, Forza d’Agrò, Francavilla di Sicilia, Furci Siculo, Furnari, Gaggi, Gallodoro, Giardini-Naxos, Gioiosa Marea, Graniti, Gualtieri Sicaminò, Itala, Leni, Letojanni, Librizzi, Limina, Lipari, Malfa, Malvagna, Mazzarrà Sant’Andrea, Merì, Messina, Milazzo, Militello Rosmarino, Mistretta, Moio Alcantara, Monforte San Giorgio, Mongiuffi Melia, Montalbano Elicona, Motta Camastra, Motta d’Affermo, Nizza di Sicilia, Novara di Sicilia, Oliveri, Pace del Mela, Patti, Pettineo, Reitano, Roccafiorita, Roccalumera, Roccavaldina, Roccella Valdemone, Rodì Milici, Rometta, San Filippo del Mela, San Fratello, San Marco d’Alunzio, San Pier Niceto, San Teodoro, Sant’Agata di Militello, Sant’Alessio Siculo, Santa Domenica Vittoria, Santa Lucia del Mela, Santa Marina Salina, Santa Teresa di Riva, Santo Stefano di Camastra, Saponara, Savoca, Scaletta Zanclea, Spadafora, Taormina, Terme Vigliatore, Torregrotta, Torrenova, Tripi, Tusa, Valdina, Venetico, Villafranca Tirrena.”


19.10.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 318/18


VERORDENING (EG) Nr. 1809/2004 VAN DE COMMISSIE

van 18 oktober 2004

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2848/98 wat betreft de uitvoeringsbepalingen voor het quotaopkoopprogramma in de sector ruwe tabak

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 2075/92 van de Raad van 30 juni 1992 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector ruwe tabak (1), en met name op artikel 14 bis,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij artikel 36 van Verordening (EG) nr. 2848/98 van de Commissie van 22 december 1998 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2075/92 van de Raad ten aanzien van de premieregeling, de productiequota en de aan de telersverenigingen toe te kennen specifieke steun in de sector ruwe tabak (2) zijn de bedragen vastgesteld waarop aanspraak kan worden gemaakt door producenten van wie de quota voor de oogstjaren 1999, 2000, 2001, 2002 en 2003 zijn opgekocht in het kader van het quotaopkoopprogramma.

(2)

Gezien de aanhoudende problemen met de afzet en/of de extreem lage producentenprijzen van bepaalde soortengroepen moet verder gestreefd worden naar een rationalisatie van de productie.

(3)

Met betrekking tot de opkoop voor het oogstjaar 2004 moet een opkoopprijs worden vastgesteld die overeenstemt met het minimumniveau van de steun die de landbouwer kan ontvangen in het kader van de regeling voor rechtstreekse betalingen die is vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad van 29 september 2003 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers (3). Bovendien moet, in het licht van de tenuitvoerlegging van de bedrijfstoeslagregeling, de periode voor de betaling van de opkoopprijs tot een minimum worden beperkt.

(4)

Verordening (EG) nr. 2848/98 moet dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(5)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor tabak,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Aan artikel 36, lid 1, van Verordening (EG) nr. 2848/98 wordt de volgende alinea toegevoegd:

„Producenten van wie de quota voor het oogstjaar 2004 opgekocht zijn, hebben in 2005 recht op een bedrag dat gelijk is aan 40 % van de premie. Dit bedrag wordt uiterlijk op 31 mei 2005 uitbetaald.”.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 18 oktober 2004.

Voor de Commissie

Franz FISCHLER

Lid van de Commissie


(1)  PB L 215 van 30.7.1992, blz. 70. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2319/2003 (PB L 345 van 31.12.2003, blz. 17).

(2)  PB L 358 van 31.12.1998, blz. 17. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1983/2002 (PB L 306 van 8.11.2002, blz. 8).

(3)  PB L 270 van 21.10.2003, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 864/2004 (PB L 161 van 30.4.2004, blz. 48).


II Besluiten waarvan de publicatie niet voorwaarde is voor de toepassing

Commissie

19.10.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 318/19


BESLUIT Nr. 1/2004 VAN HET GEMENGD COMITÉ EG-ANDORRA

van 29 april 2004

betreffende de uitbreiding van het gemeenschappelijk communicatienetwerk met gemeenschappelijke systeeminterface (CCN/CSI)

(2004/699/EG)

HET GEMENGD COMITÉ EG-ANDORRA,

Gelet op de op 28 juni 1990 in Luxemburg ondertekende overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Vorstendom Andorra (1), inzonderheid op artikel 7 en artikel 17, lid 8,

Gelet op Besluit nr. 1/2003 van het Gemengd Comité EG-Andorra van 3 september 2003 wat de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreft die nodig zijn voor de goede werking van de douane-unie (2),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De communautaire voorschriften die door het Vorstendom Andorra worden toegepast voorzien in het gebruik van informatietechnologie en computernetwerken, met het oog op de toepassing van enkele van deze voorschriften, met name die welke betrekking hebben op het communautaire douanevervoer.

(2)

Voor de toepassing van dergelijke technieken, met name het nieuwe geautomatiseerde systeem voor douanevervoer (NCTS), is het gebruik vereist van het gemeenschappelijk communicatienetwerk met gemeenschappelijke systeeminterface (CCN/CSI), dat door de Gemeenschap is ontwikkeld.

(3)

De Gemeenschap dient in te stemmen met de uitbreiding van dit netwerk tot Andorra om de tenuitvoerlegging mogelijk te maken van de bepalingen van de overeenkomst betreffende de totstandbrenging van de douane-unie EG-Andorra.

(4)

Verder moeten de praktische modaliteiten van deze uitbreiding worden vastgesteld alsook de respectievelijke verbintenissen van de Gemeenschap en Andorra in dit verband,

BESLUIT:

Artikel 1

De Gemeenschap stemt in met de uitbreiding tot Andorra van het gemeenschappelijk communicatienetwerk met gemeenschappelijke systeeminterface (CCN/CSI) dat door de Gemeenschap is ontwikkeld.

Artikel 2

1.   De partijen houden zich aan de technische specificaties vervat in de documenten die in de bijlage zijn opgesomd en aan het Vorstendom Andorra ter beschikking zijn gesteld, alsmede alle wijzigingen die in het kader van het project nog zullen worden vastgesteld.

2.   De Commissie van de Europese Gemeenschappen (hierna de „Commissie” genoemd) beheert en ontwikkelt het systeem overeenkomstig de richtsnoeren uitgewerkt in het Comité douanebeleid, Werkgroep automatisering — technische subgroep CCN/CSI (CPC-CWP-CCN/CSI), zulks ook wat Andorra betreft.

3.   De partijen leven de voorschriften voor het algemene veiligheidsbeleid na, zoals die in het kader van het project zijn vastgesteld en overeengekomen.

4.   Het Vorstendom Andorra wordt op dezelfde wijze als de lidstaten van de Europese Unie op de hoogte gehouden van de algemene ontwikkeling en van de belangrijkste aspecten van de ontwikkeling van CCN/CSI die van invloed kunnen zijn op die kosten.

Artikel 3

1.   De Commissie deelt de Andorraanse autoriteiten mee tot welke dienstenleveranciers zij zich moeten wenden om de diensten te verkrijgen die nodig zijn voor de installatie van het CCB/CSI-systeem en de technische ondersteuning.

2.   De Andorraanse autoriteiten treffen de nodige maatregelen om de instructies van de Commissie op te volgen ingeval van wijziging van dienstenleveranciers in het kader van het project.

3.   Na de sluiting van contracten voor de verstrekking van CCN/CSI-diensten aan het Vorstendom Andorra komen de kosten voor het gebruik van dit netwerk ten laste van Andorra.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking op de dag van goedkeuring.

Gedaan te Brussel, 29 april 2004.

Voor het Gemengd Comité EG-Andorra

De voorzitter

M. BRINKMANN


(1)  PB L 374 van 31.12.1990, blz. 14.

(2)  PB L 253 van 7.10.2003, blz. 3.


BIJLAGE I

Lijst van technische documenten (uitsluitend beschikbaar in het Engels)

CCN/CSI System Overview — Ref. CCN/CSI-OVW-GEN-01-MARB

CCN/CSI Gateway Management Procedures — Ref. CCN/CSIMPRGW01MABX

Check-list for CCN Gateways Installation — Ref. CCN/CSIDEPCHK-ATOR


19.10.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 318/21


BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 13 oktober 2004

tot wijziging van Beschikking 2004/280/EG tot vaststelling van overgangsmaatregelen voor het in de handel brengen van bepaalde producten van dierlijke oorsprong, verkregen in Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2004) 3729)

(Voor de EER relevante tekst)

(2004/700/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op de Akte betreffende de toetreding van Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije, en met name op artikel 42,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Met ingang van 1 mei 2004 moeten producten van dierlijke oorsprong, verkregen in Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije (hierna „de nieuwe lidstaten” genoemd), in de handel worden gebracht in overeenstemming met de desbetreffende communautaire voorschriften, met name wat betreft de structuur van en de hygiëne in de inrichtingen en de controle van en het aanbrengen van keurmerken op de producten.

(2)

Bepaalde van die producten van dierlijke oorsprong, die vóór de datum van toetreding in de nieuwe lidstaten zijn verkregen, waren op die datum nog in voorraad. Het is echter mogelijk dat die producten van dierlijke oorsprong niet volledig in overeenstemming zijn met de veterinaire voorschriften van de Gemeenschap.

(3)

Beschikking 2004/280/EG van de Commissie van 19 maart 2004 tot vaststelling van overgangsmaatregelen voor het in de handel brengen van bepaalde producten van dierlijke oorsprong, verkregen in Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije (1), is op 1 mei 2004 in werking getreden.

(4)

Krachtens Beschikking 2004/280/EG mogen de in deze beschikking bedoelde producten tot en met 31 december 2004 in de nieuwe lidstaat van oorsprong in de handel worden gebracht, mits zij voorzien zijn van het nationale keurmerk dat in die nieuwe lidstaat vóór 1 mei 2004 was voorgeschreven voor producten van dierlijke oorsprong die geschikt zijn voor menselijke consumptie.

(5)

Beschikking 2004/280/EG staat tot en met 31 augustus 2004 de handel toe in de in deze beschikking bedoelde producten die zijn verkregen in inrichtingen die erkend zijn voor uitvoer naar de Gemeenschap.

(6)

Krachtens Beschikking 2004/280/EG mogen voorraden verpakkings- en eindverpakkingsmateriaal en etiketten, voorbedrukt met het keurmerk dat vóór 1 mei 2004 in de nieuwe lidstaat van oorsprong was voorgeschreven voor producten van dierlijke oorsprong die geschikt zijn voor menselijke consumptie, tot en met 31 december 2004 worden gebruikt voor het in de handel brengen op de binnenlandse markt overeenkomstig die beschikking.

(7)

Tsjechië, Hongarije en Polen hebben meegedeeld dat bepaalde producten van dierlijke oorsprong met een lange houdbaarheid die geen gevaar voor de consumenten vormen, nog steeds in voorraad zijn en niet vóór 31 december 2004 verkocht zullen zijn. Het is daarom aangewezen de termijnen van Beschikking 2004/280/EG verder te verlengen.

(8)

Op 15 juli 2004 is het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid geraadpleegd. Geen enkele lidstaat had bezwaar tegen een mogelijke verlenging van de termijnen van Beschikking 2004/280/EG.

(9)

Beschikking 2004/280/EG moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(10)

De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

Beschikking 2004/280/EG wordt als volgt gewijzigd:

1)

In artikel 2, lid 1, wordt de datum „31 december 2004” vervangen door de datum „30 april 2005”.

2)

In de inleidende zin van artikel 3 wordt de datum „31 augustus 2004” vervangen door de datum „30 april 2005”.

3)

In artikel 4 wordt de datum „31 december 2004” vervangen door de datum „30 april 2005”.

Artikel 2

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 13 oktober 2004.

Voor de Commissie

David BYRNE

Lid van de Commissie


(1)  PB L 87 van 25.3.2004, blz. 60.