ISSN 1725-2598

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 301

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

47e jaargang
28 september 2004


Inhoud

 

I   Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing

Bladzijde

 

*

Verordening (EG) nr. 1676/2004 van de Raad van 24 september 2004 tot vaststelling van autonome overgangsmaatregelen voor de invoer van bepaalde verwerkte landbouwproducten van oorsprong uit Bulgarije en de uitvoer van bepaalde verwerkte landbouwproducten naar Bulgarije

1

 

 

Verordening (EG) nr. 1677/2004 van de Commissie van 27 september 2004 tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

36

 

*

Verordening (EG) nr. 1678/2004 van de Commissie van 24 september 2004 betreffende de schorsing van tariefcontingenten voor de invoer in de Gemeenschap van bepaalde verwerkte landbouwproducten van oorsprong uit Bulgarije

38

 

 

Verordening (EG) nr. 1679/2004 van de Commissie van 27 september 2004 tot vaststelling van de communautaire producenten- en invoerprijzen voor anjers en rozen met het oog op de toepassing van de invoerregeling voor bepaalde producten van de bloementeelt van oorsprong uit Cyprus, Israël, Jordanië en Marokko alsmede de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook

40

 

*

Richtlijn 2004/95/EG van de Commissie van 24 september 2004 tot wijziging van Richtlijn 90/642/EEG van de Raad wat de daarin vastgestelde maximumgehalten aan residuen van bifenthrin en famoxadone betreft ( 1 )

42

 

*

Richtlijn 2004/96/EG van de Commissie van 27 september 2004 tot wijziging van Richtlijn 76/769/EEG van de Raad voor wat betreft de beperking van het op de markt brengen en van het gebruik van nikkel voor piercingstaafjes met het oog op aanpassing van bijlage I aan de technische vooruitgang ( 1 )

51

 

*

Richtlijn 2004/97/EG van de Commissie van 27 september 2004 tot wijziging van Richtlijn 2004/60/EG wat de termijnen betreft ( 1 )

53

 

 

II   Besluiten waarvan de publicatie niet voorwaarde is voor de toepassing

 

 

Raad

 

*

2004/659/EG:Besluit van de Raad van 27 mei 2004 betreffende de aanwijzing van de Culturele Hoofdstad van Europa 2008

54

 

 

Commissie

 

*

2004/660/EG:Besluit van de Commissie van 5 juli 2004 over het standpunt van de Gemeenschap over de wijziging van de aanhangsels van bijlage 6 bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in landbouwproducten

55

 

 

Besluiten aangenomen krachtens titel V van het Verdrag betreffende de Europese Unie

 

*

Gemeenschappelijk Standpunt 2004/661/GBVB van de Raad van 24 september 2004 betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde functionarissen van Belarus

67

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


I Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing

28.9.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 301/1


VERORDENING (EG) Nr. 1676/2004 VAN DE RAAD

van 24 september 2004

tot vaststelling van autonome overgangsmaatregelen voor de invoer van bepaalde verwerkte landbouwproducten van oorsprong uit Bulgarije en de uitvoer van bepaalde verwerkte landbouwproducten naar Bulgarije

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 133,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij protocol nr. 3 van de Europaovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en Bulgarije, die is goedgekeurd bij Besluit 94/908/EG, EGKS, Euratom van de Raad en de Commissie van 19 december 1994 inzake de sluiting van de Europaovereenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Bulgarije, anderzijds (1), zijn handelsregelingen voorzien voor de hierin opgenomen verwerkte landbouwproducten. Protocol nr. 3 is gewijzigd bij het protocol tot aanpassing van de handelsaspecten van de Europaovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en Bulgarije (2), hierna het „aanpassingsprotocol” genoemd, goedgekeurd bij Besluit 1999/278/EG (3) en aangepast bij Besluit nr. 2/2002 van de Associatieraad EG-Bulgarije (4).

(2)

Er is onlangs een handelsovereenkomst tot wijziging van het aanpassingsprotocol gesloten. De overeenkomst, die uiterlijk op 1 oktober 2004 in werking moet treden, heeft ten doel de economische convergentie met het oog op de toetreding van Bulgarije tot de Europese Unie te verbeteren.

(3)

De goedkeuringsprocedure voor een besluit tot wijziging van het aanpassingsprotocol zal niet tijdig zijn afgerond, zodat dit niet op 1 oktober 2004 in werking kan treden. Derhalve moet op autonome basis worden voorzien in de toepassing van de aan Bulgarije verleende tariefconcessies vanaf 1 oktober 2004.

(4)

Op de invoer van bepaalde verwerkte landbouwproducten worden geen rechten toegepast. Voor bepaalde andere goederen moeten jaarlijkse tariefcontingenten worden geopend.

(5)

Op verwerkte landbouwproducten die onder protocol nr. 3 vallen, maar die niet in deze verordening worden genoemd of waarvoor de bij deze verordening geopende contingenten zijn uitgeput, blijven de handelsbepalingen van protocol nr. 3 van toepassing.

(6)

Bij Verordening (EG) nr. 1446/2002 van de Commissie van 8 augustus 2002 betreffende de schorsing en opening van tariefcontingenten voor de invoer van bepaalde verwerkte landbouwproducten van oorsprong uit Bulgarije in de Gemeenschap en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1477/2000 (5) werden jaarlijkse tariefcontingenten geopend voor de invoer in de Gemeenschap van bepaalde verwerkte landbouwproducten van oorsprong uit Bulgarije. Alleen de hoeveelheden voor de tariefcontingenten met de volgnummers 09.5463, 09.5487 en 09.5479 moeten ook voor 2004 blijven gelden.

(7)

Niet onder bijlage I bij het Verdrag vallende verwerkte landbouwproducten die naar Bulgarije worden uitgevoerd, komen niet voor uitvoerrestituties uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1520/2000 van de Commissie van 13 juli 2000 tot vaststelling van de gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen voor de regeling aangaande de toekenning van restituties bij uitvoer en de criteria voor de vaststelling van het restitutiebedrag betreffende bepaalde landbouwproducten, uitgevoerd in de vorm van goederen die niet onder bijlage I van het Verdrag vallen (6), in aanmerking.

(8)

Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie van 2 juli 1993 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek (7) bevat een regeling voor het beheer van tariefcontingenten. De bij deze verordening geopende tariefcontingenten moeten door de communautaire autoriteiten en de lidstaten overeenkomstig die regeling worden beheerd.

(9)

De voor de uitvoering van deze verordening noodzakelijke maatregelen moeten worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden (8),

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Op de invoer van de in bijlage I genoemde goederen van oorsprong uit Bulgarije zijn vanaf 1 oktober 2004 de in die bijlage vermelde douanerechten van toepassing.

Artikel 2

1.   De in bijlage II vermelde communautaire tariefcontingenten voor de invoer met vrijstelling van douanerechten van goederen van oorsprong uit Bulgarije zijn jaarlijks van 1 januari tot en met 31 december geopend. Voor 2004 zijn zij geopend van 1 oktober tot en met 31 december 2004. De hoeveelheden voor 2004 moeten, met uitzondering van de tariefcontingenten onder de volgnummers 09.5463, 09.5487 en 09.5479, pro rata worden verlaagd aan de hand van de reeds verstreken tijd, berekend in volle maanden.

2.   De hoeveelheden van de tariefcontingenten onder de volgnummers 09.5463, 09.5487 en 09.5479 die in het kader van Verordening (EG) nr. 1446/2002 zijn geopend en tussen 1 januari en 30 september 2004 in het vrije verkeer zijn gebracht, worden volledig in mindering gebracht op de hoeveelheden van de desbetreffende tariefcontingenten in bijlage II.

Artikel 3

In bijlage III bij deze verordening genoemde verwerkte landbouwproducten die naar Bulgarije worden uitgevoerd, komen niet voor uitvoerrestituties uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1520/2000 in aanmerking.

Artikel 4

Op verwerkte landbouwproducten die niet onder bijlage I vallen of waarvoor de in bijlage II bedoelde contingenten zijn uitgeput, zijn de bepalingen van protocol nr. 3 van toepassing.

Artikel 5

De Commissie kan de in de artikelen 1, 2 en 3 bedoelde maatregelen overeenkomstig de procedure van artikel 7, lid 2, schorsen wanneer Bulgarije de overeengekomen wederzijdse preferenties niet toepast.

Artikel 6

De in bijlage II bij deze verordening bedoelde tariefcontingenten worden door de Commissie beheerd overeenkomstig de artikelen 308 bis, 308 ter en 308 quater van Verordening (EEG) nr. 2454/93.

Artikel 7

1.   De Commissie wordt bijgestaan door het in artikel 16 van Verordening (EG) nr. 3448/93 van de Raad (9) bedoelde comité.

2.   Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 4 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing.

De in artikel 4, lid 3, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn bedraagt één maand.

3.   Het Comité stelt zijn reglement van orde vast.

Artikel 8

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing vanaf 1 oktober 2004.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, op 24 september 2004.

Voor de Raad

De Voorzitter

B. R. BOT


(1)  PB L 358 van 31.12.1994, blz. 1.

(2)  PB L 112 van 29.4.1999, blz. 3.

(3)  PB L 112 van 29.4.1999, blz. 1.

(4)  PB L 18 van 23.1.2003, blz. 21.

(5)  PB L 213 van 9.8.2002, blz. 3.

(6)  PB L 177 van 15.7.2000, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening van de Commissie nr. 886/2004 (PB L 168 van 1.5.2004, blz. 14).

(7)  PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2286/2003 (PB L 343 van 31.12.2003, blz. 1).

(8)  PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.

(9)  PB L 318 van 20.12.1993, blz. 18. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2580/04 (PB L 298 van 25.11.2000, blz. 5).


BIJLAGE I

Rechten bij de invoer in de Gemeenschap van goederen van oorsprong uit Bulgarije

GN-code

Omschrijving

Recht

(1)

(2)

van 1.10 t/m 31.12.2004

van 1.1. t/m 31.12.2005

van 1.1. t/m 31.12.2006

vanaf 1.1.2007

0403

Karnemelk, gestremde melk en room, yoghurt, kefir en andere gegiste of aangezuurde melk en room, ook indien ingedikt, met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, gearomatiseerd of met toegevoegde vruchten of cacao:

 

 

 

 

0403 10

– yoghurt:

 

 

 

 

 

–– gearomatiseerd of met toegevoegde vruchten of cacao:

 

 

 

 

 

––– in poeder, in korrels of in andere vaste vorm en met een gehalte aan van melk afkomstige vetstoffen:

 

 

 

 

0403 10 51

–––– van niet meer dan 1,5 gewichtspercent

0 % + 64,1 EUR/100 kg

0

0

0

0403 10 53

–––– van meer dan 1,5 doch niet meer dan 27 gewichtspercenten

0 % + 87,9 EUR/100 kg

0

0

0

0403 10 59

–––– van meer dan 27 gewichtspercenten

0 % + 113,9 EUR/100 kg

0

0

0

 

––– andere, met een gehalte aan van melk afkomstige vetstoffen:

 

 

 

 

0403 10 91

–––– van niet meer dan 3 gewichtspercenten

0 % + 8,3 EUR/100 kg

0

0

0

0403 10 93

–––– van meer dan 3 doch niet meer dan 6 gewichtspercenten

0 % + 11,4 EUR/100 kg

0

0

0

0403 10 99

–––– van meer dan 6 gewichtspercenten

0 % + 17,9 EUR/100 kg

0

0

0

0403 90

– andere:

 

 

 

 

 

–– gearomatiseerd of met toegevoegde vruchten of cacao:

 

 

 

 

 

––– in poeder, in korrels of in andere vaste vorm en met een gehalte aan van melk afkomstige vetstoffen:

 

 

 

 

0403 90 71

–––– van niet meer dan 1,5 gewichtspercent

0 % + 64,1 EUR/100 kg

0

0

0

0403 90 73

–––– van meer dan 1,5 doch niet meer dan 27 gewichtspercenten

0 % + 87,9 EUR/100 kg

0

0

0

0403 90 79

–––– van meer dan 27 gewichtspercenten

0 % + 113,9 EUR/100 kg

0

0

0

 

––– andere, met een gehalte aan van melk afkomstige vetstoffen:

 

 

 

 

0403 90 91

–––– van niet meer dan 3 gewichtspercenten

0 % + 8,3 EUR/100 kg

0

0

0

0403 90 93

–––– van meer dan 3 doch niet meer dan 6 gewichtspercenten

0 % + 11,4 EUR/100 kg

0

0

0

0403 90 99

–––– van meer dan 6 gewichtspercenten

0 % + 17,9 EUR/100 kg

0

0

0

0405

Boter en andere van melk afkomstige vetstoffen; zuivelpasta's:

 

 

 

 

0405 20

– zuivelpasta's:

 

 

 

 

0405 20 10

–– met een vetgehalte van 39 of meer gewichtspercenten doch minder dan 60 gewichtspercenten

0

0

0

0

0509 00

Echte sponsen:

 

 

 

 

0509 00 90

– andere

0

0

0

0

0710

Groenten, ook indien gestoomd of in water gekookt, bevroren:

 

 

 

 

0710 40 00

– suikermaïs

0

0

0

0

0711

Groenten, voorlopig verduurzaamd (bijvoorbeeld door middel van zwaveldioxide of in water waaraan, voor het voorlopig verduurzamen, zout, zwavel of andere stoffen zijn toegevoegd), doch als zodanig niet geschikt voor dadelijke consumptie:

 

 

 

 

0711 90

– andere groenten; mengsels van groenten:

 

 

 

 

 

–– groenten:

 

 

 

 

0711 90 30

––– suikermaïs

0

0

0

0

1302

Plantensappen en plantenextracten; pectinestoffen, pectinaten en pectaten; agar-agar en andere uit plantaardige producten verkregen plantenslijmen en bindmiddelen, ook indien gewijzigd:

 

 

 

 

 

– plantensappen en plantenextracten:

 

 

 

 

1302 13 00

–– van hop

0

0

0

0

1302 20

– pectinestoffen, pectinaten en pectaten:

 

 

 

 

1302 20 10

– – in droge toestand

0

0

0

0

1302 20 90

–– andere

0

0

0

0

1505

Wolvet en daaruit verkregen vetstoffen, lanoline daaronder begrepen:

 

 

 

 

1505 00 10

– ruw wolvet

0

0

0

0

1517

Margarine; mengsels en bereidingen, voor menselijke consumptie, van dierlijke of plantaardige vetten of oliën of van fracties van verschillende vetten en oliën bedoeld bij dit hoofdstuk, andere dan de vetten en oliën of fracties daarvan, bedoeld bij post 1516:

 

 

 

 

1517 10

– margarine, andere dan vloeibare margarine:

 

 

 

 

1517 10 10

–– met een gehalte aan van melk afkomstige vetstoffen van meer dan 10 doch niet meer dan 15 gewichtspercenten

0 % + 19,1 EUR/100 kg

0 % + 12,7 EUR/100 kg

0 % + 6,3 EUR/100 kg

0

1517 90

– andere:

 

 

 

 

1517 90 10

–– met een gehalte aan van melk afkomstige vetstoffen van meer dan 10 doch niet meer dan 15 gewichtspercenten

0 % + 19,1 EUR/100 kg

0

0

0

 

–– andere:

 

 

 

 

1517 90 93

––– mengsels en bereidingen voor menselijke consumptie van de soorten gebruikt als preparaten voor het insmeren van bakvormen

1,9 %

0

0

0

1518 00

Standolie en andere dierlijke of plantaardige oliën, alsmede fracties daarvan, gekookt, geoxideerd, gedehydreerd, gezwaveld, geblazen of op andere wijze chemisch gewijzigd, andere dan die bedoeld bij post 1516; mengsels en bereidingen van dierlijke of plantaardige vetten of oliën of van fracties van verschillende vetten en oliën bedoeld bij dit hoofdstuk, niet geschikt voor menselijke consumptie, elders genoemd noch elders onder begrepen:

 

 

 

 

1518 00 10

– linoxyne

0

0

0

0

1518 00 91

–– standolie en andere dierlijke of plantaardige oliën, alsmede fracties daarvan, gekookt, geoxideerd, gedehydreerd, gezwaveld, geblazen of op andere wijze chemisch gewijzigd, andere dan die bedoeld bij post 1516

0

0

0

0

 

–– andere:

 

 

 

 

1518 00 95

––– mengsels en bereidingen van dierlijke vetten en oliën of van dierlijke en plantaardige vetten en oliën, alsmede fracties daarvan, niet geschikt voor menselijke consumptie

0

0

0

0

1518 00 99

––– andere

0

0

0

0

1521

Plantaardige was (andere dan triglyceriden), bijenwas, was van andere insecten, alsmede walschot (spermaceti), ook indien geraffineerd of gekleurd:

 

 

 

 

1521 90

– andere:

 

 

 

 

1521 90 99

––– andere

0

0

0

0

1522 00

Dégras; afvallen, afkomstig van de behandeling van vetstoffen of van dierlijke of plantaardige was:

 

 

 

 

1522 00 10

– dégras

0

0

0

0

1702

Andere suiker, chemisch zuivere lactose, maltose, glucose en fructose (levulose) daaronder begrepen, in vaste vorm; suikerstroop, niet gearomatiseerd en zonder toegevoegde kleurstoffen; kunsthonig, ook indien met natuurhonig vermengd; karamel:

 

 

 

 

1702 50 00

– chemisch zuivere fructose

0

0

0

0

1702 90

– andere, daaronder begrepen invertsuiker en andere suiker en suikerstropen die in droge toestand 50 gewichtspercenten fructose bevatten:

 

 

 

 

1702 90 10

–– chemisch zuivere maltose

0

0

0

0

1704

Suikerwerk zonder cacao (witte chocolade daaronder begrepen):

 

 

 

 

1704 10

– kauwgom, ook indien bedekt met een laagje suiker:

 

 

 

 

 

–– met een sacharosegehalte (het gehalte aan invertsuiker, berekend als sacharose, daaronder begrepen) van minder dan 60 gewichtspercenten:

 

 

 

 

1704 10 11

––– in de vorm van stroken

0

0

0

0

1704 10 19

––– andere

0

0

0

0

 

–– met een sacharosegehalte (het gehalte aan invertsuiker, berekend als sacharose, daaronder begrepen) van 60 of meer gewichtspercenten:

 

 

 

 

1704 10 91

––– in de vorm van stroken

0

0

0

0

1704 10 99

––– andere

0

0

0

0

1704 90

– ander:

 

 

 

 

1704 90 10

–– zoethoutextract (drop), bevattende meer dan 10 gewichtspercenten sacharose, zonder andere toegevoegde stoffen

0

0

0

0

1704 90 30

–– witte chocolade

0

0

0

0

 

–– ander:

 

 

 

 

1704 90 51

––– pasta's en spijs, marsepein daaronder begrepen, in een onmiddellijke verpakking met een netto-inhoud van 1 kg of meer

0

0

0

0

1704 90 55

––– keelpastilles en hoestbonbons

0

0

0

0

1704 90 61

––– dragees en dergelijke met een suikerlaag omhulde artikelen

0

0

0

0

 

––– ander:

 

 

 

 

1704 90 65

–––– gom- en geleiproducten, vruchtenpasta's toebereid als suikergoed daaronder begrepen

0

0

0

0

1704 90 71

–––– zuurtjes en dergelijk hardgekookt suikerwerk, ook indien gevuld

0

0

0

0

1704 90 75

–––– karamels, toffees en dergelijke

0

0

0

0

 

–––– ander:

 

 

 

 

1704 90 81

––––– verkregen door samenpersing

0

0

0

0

ex 1704 90 99

(Taric-code 1704909910)

––––– ander (met uitzondering van producten met een sacharosegehalte (het gehalte aan invertsuiker, berekend als sacharose, daaronder begrepen) van 70 of meer gewichtspercenten)

0

0

0

0

1806

Chocolade en andere bereidingen voor menselijke consumptie die cacao bevatten:

 

 

 

 

1806 10

– cacaopoeder, waaraan suiker of andere zoetstoffen zijn toegevoegd:

 

 

 

 

1806 10 20

–– met een sacharosegehalte (het gehalte aan invertsuiker, berekend als sacharose, daaronder begrepen) of met een isoglucosegehalte, berekend als sacharose, van 5 of meer doch minder dan 65 gewichtspercenten

0

0

0

0

1806 10 30

–– met een sacharosegehalte (het gehalte aan invertsuiker, berekend als sacharose, daaronder begrepen) of met een isoglucosegehalte, berekend als sacharose, van 65 of meer doch minder dan 80 gewichtspercenten

0

0

0

0

1806 20

– andere bereidingen, hetzij in blokken of in staven, met een gewicht van meer dan 2 kg, hetzij in vloeibare toestand of in de vorm van pasta, poeder, korrels of dergelijke, in recipiënten of in andere verpakkingen, met een inhoud per onmiddellijke verpakking van meer dan 2 kg:

 

 

 

 

1806 20 10

–– met een gehalte aan cacaoboter van 31 of meer gewichtspercenten of met een totaalgehalte aan cacaoboter en van melk afkomstige vetstoffen van 31 of meer gewichtspercenten

0

0

0

0

1806 20 30

–– met een totaalgehalte aan cacaoboter en van melk afkomstige vetstoffen van 25 of meer doch minder dan 31 gewichtspercenten

0

0

0

0

 

–– andere:

 

 

 

 

1806 20 50

––– met een gehalte aan cacaoboter van 18 of meer gewichtspercenten

0

0

0

0

1806 20 70

––– zogenaamde „chocolate milk crumb”

0

0

0

0

ex 1806 20 80

(Taric-code 1806208010)

––– cacaofantasie (met uitzondering van producten met een sacharosegehalte (het gehalte aan invertsuiker, berekend als sacharose, daaronder begrepen) van 70 of meer gewichtspercenten)

0

0

0

0

ex 1806 20 95

(Taric-code 1806209510)

––– andere (met uitzondering van producten met een sacharosegehalte (het gehalte aan invertsuiker, berekend als sacharose, daaronder begrepen) van 70 of meer gewichtspercenten)

0

0

0

0

 

– andere, in de vorm van tabletten, staven of repen:

 

 

 

 

1806 31 00

–– gevuld

 (1)

0

0

0

1806 32

–– niet gevuld:

 

 

 

 

1806 32 10

––– met toegevoegde granen, noten of andere vruchten

 (1)

0

0

0

1806 32 90

––– andere

 (1)

0

0

0

1806 90

– andere:

 

 

 

 

 

–– chocolade en chocoladewerken:

 

 

 

 

 

––– bonbons of pralines, ook indien gevuld:

 

 

 

 

1806 90 11

–––– alcohol bevattend

 (1)

0

0

0

1806 90 19

–––– andere

 (1)

0

0

0

 

––– andere:

 

 

 

 

1806 90 31

–––– gevuld

 (1)

0

0

0

1806 90 39

–––– niet gevuld

 (1)

0

0

0

1806 90 50

–– suikerwerk en overeenkomstige bereidingen op basis van suiker vervangende stoffen, die cacao bevatten

 (1)

0

0

0

1806 90 60

–– boterhampasta die cacao bevat

 (1)

0

0

0

1806 90 70

–– bereidingen voor dranken, die cacao bevatten

 (1)

0

0

0

ex 1806 90 90

(Taric-code 1806909011 en 1806909091)

–– andere (met uitzondering van producten met een sacharosegehalte (het gehalte aan invertsuiker, berekend als sacharose, daaronder begrepen) van 70 of meer gewichtspercenten)

 (1)

0

0

0

1901

Moutextract; bereidingen voor menselijke consumptie van meel, gries, griesmeel, zetmeel of moutextract, geen of minder dan 40 gewichtsprocent cacao bevattend, berekend op een geheel ontvette basis, elders genoemd noch elders onder begrepen; bereidingen voor menselijke consumptie van producten bedoeld bij de posten 0401 tot en met 0404, geen of minder dan 5 gewichtspercenten cacao bevattend, berekend op een geheel ontvette basis, elders genoemd noch elders onder begrepen:

 

 

 

 

1901 10 00

– bereidingen voor de voeding van kinderen, opgemaakt voor de verkoop in het klein

0

0

0

0

1901 20 00

– mengsels en deeg, voor de bereiding van bakkerswaren bedoeld bij post 1905

0

0

0

0

1901 90

– andere:

 

 

 

 

 

–– moutextract:

 

 

 

 

1901 90 11

––– met een gehalte aan droge stof van 90 of meer gewichtspercenten

0

0

0

0

1901 90 19

––– ander

0

0

0

0

 

–– andere:

 

 

 

 

1901 90 91

––– bevattende geen van melk afkomstige vetstoffen, sacharose, isoglucose, glucose of zetmeel, of bevattende minder dan 1,5 gewichtspercent van melk afkomstige vetstoffen, minder dan 5 gewichtspercenten sacharose (het gehalte aan invertsuiker daaronder begrepen) of isoglucose, minder dan 5 gewichtspercenten glucose of zetmeel, met uitzondering van bereidingen in poeder voor menselijke consumptie van producten bedoeld bij de posten 0401 tot en met 0404

0

0

0

0

1902

Deegwaren, ook indien gekookt of gevuld (met vlees of andere zelfstandigheden) dan wel op andere wijze bereid, zoals spaghetti, macaroni, noedels, lasagne, gnocchi, ravioli en cannelloni; koeskoes, ook indien bereid:

 

 

 

 

 

– deegwaren, niet gekookt, noch gevuld of op andere wijze bereid:

 

 

 

 

1902 11 00

–– waarin ei is verwerkt

0

0

0

0

1902 19

–– andere:

 

 

 

 

1902 19 10

––– geen meel, gries of griesmeel van zachte tarwe bevattend

0

0

0

0

1902 19 90

––– andere

0

0

0

0

1902 20

– gevulde deegwaren (ook indien gekookt of op andere wijze bereid):

 

 

 

 

 

–– andere:

 

 

 

 

1902 20 91

––– gekookt of gebakken

0

0

0

0

1902 20 99

––– andere

0

0

0

0

1902 30

– andere deegwaren:

 

 

 

 

1902 30 10

–– gedroogd

0

0

0

0

1902 30 90

–– andere

0

0

0

0

1902 40

– koeskoes:

 

 

 

 

1902 40 10

–– niet bereid

0

0

0

0

1902 40 90

–– andere

0

0

0

0

1903 00 00

Tapioca en soortgelijke producten bereid uit zetmeel, in de vorm van vlokken, korrels, parels en dergelijke

0

0

0

0

1904

Graanpreparaten verkregen door poffen of door roosteren (bijvoorbeeld cornflakes); granen (andere dan maïs) in de vorm van korrels of in de vorm van vlokken of van andere bewerkte korrels (met uitzondering van meel, gries en griesmeel), voorgekookt of op andere wijze bereid, elders genoemd noch elders onder begrepen:

 

 

 

 

1904 10

– graanpreparaten verkregen door poffen of door roosteren:

 

 

 

 

1904 10 10

–– op basis van maïs

0

0

0

0

1904 10 30

–– op basis van rijst

0

0

0

0

1904 10 90

–– andere

0

0

0

0

1904 20

– bereidingen voor menselijke consumptie verkregen uit ongeroosterde graanvlokken of uit mengsels van ongeroosterde graanvlokken en geroosterde graanvlokken of gepofte granen:

 

 

 

 

1904 20 10

–– bereidingen van de soort „Müsli”, op basis van niet geroosterde graanvlokken

0

0

0

0

 

–– andere:

 

 

 

 

1904 20 91

––– op basis van maïs

0

0

0

0

1904 20 95

––– op basis van rijst

0

0

0

0

1904 20 99

––– andere

0

0

0

0

1904 30 00

– bulgurtarwe

0

0

0

0

1904 90

– andere:

 

 

 

 

1904 90 10

–– rijst

0

0

0

0

1904 90 80

–– andere

0

0

0

0

1905

Brood, gebak, biscuits en andere bakkerswaren, ook indien deze producten cacao bevatten; ouwel in bladen, hosties, ouwels voor geneesmiddelen, plakouwels en dergelijke producten van meel of van zetmeel:

 

 

 

 

1905 10 00

– bros gebakken brood, zogenaamd knäckebröd

0

0

0

0

1905 20

– ontbijtkoek:

 

 

 

 

1905 20 10

–– met een sacharosegehalte (het gehalte aan invertsuiker, berekend als sacharose, daaronder begrepen) van minder dan 30 gewichtspercenten

0

0

0

0

1905 20 30

–– met een sacharosegehalte (het gehalte aan invertsuiker, berekend als sacharose, daaronder begrepen) van 30 of meer doch minder dan 50 gewichtspercenten

0

0

0

0

1905 20 90

–– met een sacharosegehalte (het gehalte aan invertsuiker, berekend als sacharose, daaronder begrepen) van 50 of meer gewichtspercenten

0

0

0

0

 

– koekjes en biscuits, gezoet; wafels en wafeltjes:

 

 

 

 

1905 31

–– koekjes en biscuits, gezoet:

 

 

 

 

 

––– geheel of gedeeltelijk bedekt met chocolade of andere bereidingen die cacao bevatten:

 

 

 

 

1905 31 11

–––– in een onmiddellijke verpakking met een netto-inhoud van niet meer dan 85 g

0

0

0

0

1905 31 19

–––– andere

0

0

0

0

 

––– andere:

 

 

 

 

1905 31 30

–––– met een gehalte aan van melk afkomstige vetstoffen van 8 of meer gewichtspercenten

0

0

0

0

 

–––– andere:

 

 

 

 

1905 31 91

––––– dubbele koekjes of biscuits, met tussenlaag

0

0

0

0

1905 31 99

––––– andere

0

0

0

0

1905 32

––– wafels en wafeltjes:

 

 

 

 

1905 32 05

–––– met een gehalte aan water van meer dan 10 gewichtspercenten

0

0

0

0

 

––– andere:

 

 

 

 

 

–––– geheel of gedeeltelijk bedekt met chocolade of andere bereidingen die cacao bevatten:

 

 

 

 

1905 32 11

––––– in een onmiddellijke verpakking met een netto-inhoud van niet meer dan 85 g

0

0

0

0

1905 32 19

––––– andere

0

0

0

0

 

–––– andere:

 

 

 

 

1905 32 91

––––– gezouten, ook indien gevuld

0

0

0

0

1905 32 99

––––– andere

0

0

0

0

1905 40

– beschuit, geroosterd brood en dergelijke geroosterde producten:

 

 

 

 

1905 40 10

–– beschuit

0

0

0

0

1905 40 90

–– andere

0

0

0

0

1905 90

– andere:

 

 

 

 

1905 90 10

–– matzes

0

0

0

0

1905 90 20

–– ouwel in bladen, hosties, ouwels voor geneesmiddelen, plakouwels en dergelijke producten, van meel of van zetmeel

0

0

0

0

 

–– andere:

 

 

 

 

1905 90 30

––– brood waaraan geen honig, eieren, kaas of vruchten zijn toegevoegd, met een gehalte aan suikers en aan vetstoffen van elk niet meer dan 5 gewichtspercenten, berekend op de droge stof

0

0

0

0

1905 90 45

––– koekjes en biscuits

0

0

0

0

1905 90 55

––– geëxtrudeerde en geëxpandeerde producten, gezouten of gearomatiseerd

0

0

0

0

 

––– andere:

 

 

 

 

1905 90 60

–––– gezoet

0

0

0

0

2001

Groenten, vruchten en andere eetbare plantendelen, bereid of verduurzaamd in azijn of azijnzuur:

 

 

 

 

2001 90

– andere:

 

 

 

 

2001 90 30

–– suikermaïs (Zea mays var. saccharata)

0

0

0

0

2001 90 40

–– broodwortelen, bataten (zoete aardappelen) en dergelijke eetbare plantendelen met een zetmeelgehalte van 5 of meer gewichtspercenten

0

0

0

0

2001 90 60

–– palmharten

0

0

0

0

2004

Andere groenten, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur, bevroren, andere dan de producten bedoeld bij post 2006:

 

 

 

 

2004 10

– aardappelen:

 

 

 

 

 

–– andere:

 

 

 

 

2004 10 91

––– in de vorm van meel, gries, griesmeel of vlokken

0

0

0

0

2004 90

– andere groenten en mengsels van groenten:

 

 

 

 

2004 90 10

–– suikermaïs (Zea mays var. saccharata)

0

0

0

0

2005

Andere groenten, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur, niet bevroren, andere dan de producten bedoeld bij post 2006:

 

 

 

 

2005 20

– aardappelen:

 

 

 

 

2005 20 10

–– in de vorm van meel, gries, griesmeel of vlokken

0

0

0

0

2005 80 00

– suikermaïs (Zea mays var. saccharata)

0

0

0

0

2008

Vruchten en andere eetbare plantendelen, op andere wijze bereid of verduurzaamd, ook indien met toegevoegde suiker, andere zoetstoffen of alcohol, elders genoemd noch elders onder begrepen:

 

 

 

 

 

– noten, grondnoten en andere zaden, ook indien onderling vermengd:

 

 

 

 

2008 11

–– grondnoten:

 

 

 

 

2008 11 10

––– pindakaas

0

0

0

0

2008 91 00

–– palmharten

0

0

0

0

2008 99

–– andere:

 

 

 

 

2008 99 85

––––– maïs, andere dan suikermaïs (Zea mays var. saccharata)

0

0

0

0

2008 99 91

––––– broodwortelen, bataten (zoete aardappelen) en dergelijke eetbare plantendelen met een zetmeelgehalte van 5 of meer gewichtspercenten

0

0

0

0

2101

Extracten, essences en concentraten, van koffie, van thee of van maté en preparaten op basis van deze producten of op basis van koffie, van thee of van maté; gebrande cichorei en andere gebrande koffiesurrogaten, alsmede extracten, essences en concentraten daarvan:

 

 

 

 

 

– extracten, essences en concentraten, van koffie en preparaten op basis van deze producten of op basis van koffie:

 

 

 

 

2101 11

–– extracten, essences of concentraten:

 

 

 

 

2101 11 11

––– met een gehalte aan droge uit koffie afkomstige stof van 95 of meer gewichtspercenten

0

0

0

0

2101 11 19

––– andere

0

0

0

0

2101 12

–– preparaten op basis van extracten, essences of concentraten of op basis van koffie:

 

 

 

 

2101 12 92

––– preparaten op basis van extracten, essences of concentraten van koffie

0

0

0

0

2101 12 98

––– andere

0

0

0

0

2101 20

– extracten, essences en concentraten, van thee of van maté en preparaten op basis van deze producten of op basis van thee of van maté:

 

 

 

 

2101 20 20

–– extracten, essences en concentraten

0

0

0

0

 

–– preparaten:

 

 

 

 

2101 20 98

––– andere

0

0

0

0

2101 30

– gebrande cichorei en andere gebrande koffiesurrogaten, alsmede extracten, essences en concentraten daarvan:

 

 

 

 

 

–– gebrande cichorei en andere gebrande koffiesurrogaten:

 

 

 

 

2101 30 11

––– gebrande cichorei

0

0

0

0

2101 30 19

––– andere

0

0

0

0

 

–– extracten, essences en concentraten van gebrande cichorei en van andere gebrande koffiesurrogaten:

 

 

 

 

2101 30 91

––– van gebrande cichorei

0

0

0

0

2101 30 99

––– andere

0

0

0

0

2102

Gist, ook indien inactief; andere eencellige micro-organismen, dood (andere dan de vaccins bedoeld bij post 3002); samengesteld bakpoeder:

 

 

 

 

2102 10

– levende gist:

 

 

 

 

2102 10 10

–– reinculturen van gist

0

0

0

0

 

–– bakkersgist

 

 

 

 

2102 10 90

–– andere

0

0

0

0

2102 20

– inactieve gist; andere eencellige micro-organismen, dood:

 

 

 

 

 

–– inactieve gist:

 

 

 

 

2102 20 11

––– in tabletten, in blokken of in dergelijke vormen, dan wel in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van niet meer dan 1 kg

0

0

0

0

2102 20 19

––– andere

0

0

0

0

2102 30 00

– samengesteld bakpoeder

0

0

0

0

2103

Sausen en preparaten voor sausen; samengestelde kruiderijen en dergelijke producten; mosterdmeel en bereide mosterd:

 

 

 

 

2103 10 00

– sojasaus

0

0

0

0

2103 20 00

– tomatenketchup en andere tomatensausen

2,5 %

0

0

0

2103 30

– mosterdmeel en bereide mosterd:

 

 

 

 

2103 30 90

–– bereide mosterd

0

0

0

0

2103 90

– andere:

 

 

 

 

2103 90 90

–– andere

0

0

0

0

2104

Preparaten voor soep of voor bouillon; bereide soep en bouillon; samengestelde gehomogeniseerde producten voor menselijke consumptie:

 

 

 

 

2104 10

– Preparaten voor soep of voor bouillon; bereide soep en bouillon:

 

 

 

 

2104 10 10

–– gedroogd

3 %

0

0

0

2104 10 90

–– andere

3 %

0

0

0

2104 20 00

– samengestelde gehomogeniseerde producten voor menselijke consumptie

3,6 %

0

0

0

2105 00

Consumptie-ijs, ook indien cacao bevattend:

 

 

 

 

2105 00 10

– geen of minder dan 3 gewichtspercenten van melk afkomstige vetstoffen bevattend

0 % + 13,5 EUR/100 kg

Max 17,4 % + 8,4 EUR/100 kg

0

0

0

 

– met een gehalte aan van melk afkomstige vetstoffen:

 

 

 

 

2105 00 91

–– van 3 of meer doch minder dan 7 gewichtspercenten

0 % + 25,9 EUR/100 kg

Max 16,2 % + 6,3 EUR/100 kg

0

0

0

2105 00 99

–– van 7 of meer gewichtspercenten

0 % + 36,4 EUR/100 kg

Max 16 % + 6,2 EUR/100 kg

0

0

0

2106

Producten voor menselijke consumptie, elders genoemd noch elders onder begrepen:

 

 

 

 

2106 10

– proteïneconcentraten en getextureerde proteïnestoffen:

 

 

 

 

2106 10 20

–– bevattende geen van melk afkomstige vetstoffen, sacharose, isoglucose, glucose of zetmeel, of bevattende minder dan 1,5 gewichtspercent van melk afkomstige vetstoffen, minder dan 5 gewichtspercenten sacharose of isoglucose, minder dan 5 gewichtspercenten glucose of zetmeel

0

0

0

0

2106 10 80

–– andere

0

0

0

0

2106 90

– andere:

 

 

 

 

2106 90 10

–– preparaten, „fondues” genaamd

0

0

0

0

2106 90 20

–– samengestelde alcoholhoudende preparaten, andere dan op basis van reukstoffen, van de soort gebruikt voor de vervaardiging van dranken

0

0

0

0

 

–– andere:

 

 

 

 

2106 90 92

––– bevattende geen van melk afkomstige vetstoffen, sacharose, isoglucose, glucose of zetmeel, of bevattende minder dan 1,5 gewichtspercent van melk afkomstige vetstoffen, minder dan 5 gewichtspercenten sacharose of isoglucose, minder dan 5 gewichtspercenten glucose of zetmeel

0

0

0

0

2202

Water, mineraalwater en spuitwater daaronder begrepen, met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, dan wel gearomatiseerd, alsmede andere alcoholvrije dranken, andere dan de vruchten- en groentesappen bedoeld bij post 2009:

 

 

 

 

2202 10 00

– water, mineraalwater en spuitwater daaronder begrepen, met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, dan wel gearomatiseerd

0

0

0

0

2202 90

– andere:

 

 

 

 

2202 90 10

–– geen producten bedoeld bij de posten 0401 tot en met 0404 of vetstoffen afkomstig van producten bedoeld bij de posten 0401 tot en met 0404 bevattend

0

0

0

0

2205

Vermout en andere wijn van verse druiven, bereid met aromatische planten of met aromatische stoffen:

 

 

 

 

2205 10

– in verpakkingen inhoudende niet meer dan 2 l:

 

 

 

 

2205 10 10

–– met een effectief alcohol-volumegehalte van niet meer dan 18 % vol

0

0

0

0

2205 90

– andere:

 

 

 

 

2205 90 10

–– met een effectief alcohol-volumegehalte van niet meer dan 18 % vol

0

0

0

0

2403

Andere tabak en tabakssurrogaten, tot verbruik bereid; „gehomogeniseerde” en „gereconstitueerde” tabak; tabaksextracten en tabakssausen:

 

 

 

 

2403 10

– rooktabak, ook indien tabakssurrogaten bevattend, ongeacht in welke verhouding:

 

 

 

 

2403 10 10

–– in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van niet meer dan 500 g

50,5 %

33,7 %

16,8 %

0

2403 10 90

–– andere:

50,5 %

33,7 %

16,8 %

0

 

– andere:

 

 

 

 

2403 91 00

–– „gehomogeniseerde” en „gereconstitueerde” tabak

11,1 %

7,4 %

3,7 %

0

2403 99

–– andere:

 

 

 

 

2403 99 10

––– pruimtabak en snuif

28 %

18,7 %

9,3 %

0

2403 99 90

––– andere

11,1 %

7,4 %

3,7 %

0

3301

Etherische oliën (ook indien daaruit de terpenen zijn afgesplitst), vast of vloeibaar; harsaroma's; door extractie verkregen oleoharsen; geconcentreerde oplossingen van etherische oliën in vet, in vette oliën, in was of in dergelijke stoffen, verkregen door enfleurage of door maceratie; terpeenhoudende bijproducten, afgesplitst uit etherische oliën; gedistilleerd aromatisch water en waterige oplossingen van etherische oliën:

 

 

 

 

3301 90

– andere:

 

 

 

 

3301 90 10

–– terpeenhoudende bijproducten, afgesplitst uit etherische oliën

0

0

0

0

 

–– door extractie verkregen oleoharsen:

 

 

 

 

3301 90 90

–– andere

0

0

0

0

3302

Mengsels van reukstoffen en mengsels (oplossingen in alcohol daaronder begrepen) op basis van een of meer van deze zelfstandigheden met andere stoffen, van de soort gebruikt als grondstof voor de industrie; andere bereidingen op basis van reukstoffen, van de soort gebruikt voor de vervaardiging van dranken:

 

 

 

 

3302 10

– van de soort gebruikt in de voedingsmiddelen- en drankenindustrie:

 

 

 

 

 

–– van de soort gebruikt in de drankenindustrie:

 

 

 

 

 

––– bereidingen die alle essentiële aromatische stoffen van een bepaalde drank bevatten:

 

 

 

 

 

–––– andere:

 

 

 

 

3302 10 21

––––– bevattende geen van melk afkomstige vetstoffen, sacharose, isoglucose, glucose of zetmeel, of bevattende minder dan 1,5 gewichtspercent van melk afkomstige vetstoffen, minder dan 5 gewichtspercenten sacharose of isoglucose, minder dan 5 gewichtspercenten glucose of zetmeel

0

0

0

0

3302 10 29

––––– andere

0

0

0

0


(1)  De handelsbepalingen van protocol nr. 3 blijven van toepassing.


BIJLAGE II

Rechtenvrije contingenten bij de invoer in de Gemeenschap van goederen van oorsprong uit Bulgarije

Volgnr.

GN-code

Omschrijving

Jaarlijkse tariefcontingenten

(ton)

Jaarlijkse verhoging vanaf 2005

(ton)

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)

09.5920

ex 0405

Boter en andere van melk afkomstige vetstoffen; zuivelpasta's:

200

20

0405 20

– zuivelpasta's:

0405 20 30

–– met een vetgehalte van 60 of meer gewichtspercenten doch niet meer dan 75 gewichtspercenten

09.5921

ex 1704

Suikerwerk zonder cacao (witte chocolade daaronder begrepen):

100

10

1704 90

– andere

ex 1704 90 99

(Taric-code 1704909990)

––––– andere (producten met een sacharosegehalte (het gehalte aan invertsuiker, berekend als sacharose, daaronder begrepen) van 70 of meer gewichtspercenten)

09.5922

ex 1806

Chocolade en andere bereidingen voor menselijke consumptie die cacao bevatten:

50

5

1806 10

– cacaopoeder, waaraan suiker of andere zoetstoffen zijn toegevoegd:

1806 10 90

–– met een sacharosegehalte (het gehalte aan invertsuiker, berekend als sacharose, daaronder begrepen) of met een isoglucosegehalte, berekend als sacharose, van 80 of meer gewichtspercenten

1806 20

– andere bereidingen, hetzij in blokken of in staven, met een gewicht van meer dan 2 kg, hetzij in vloeibare toestand of in de vorm van pasta, poeder, korrels of dergelijke, in recipiënten of in andere verpakkingen, met een inhoud per onmiddellijke verpakking van meer dan 2 kg:

ex 1806 20 80

(Taric-code 1806208090)

––– cacaofantasie (producten met een sacharosegehalte (het gehalte aan invertsuiker, berekend als sacharose, daaronder begrepen) van 70 of meer gewichtspercenten)

ex 1806 20 95

(Taric-code 1806209590)

––– andere, met een sacharosegehalte (het gehalte aan invertsuiker, berekend als sacharose, daaronder begrepen) van 70 of meer gewichtspercenten

09.5923

ex 1806

Chocolade en andere bereidingen voor menselijke consumptie die cacao bevatten:

50

5

ex 1806 90

– andere:

ex 1806 90 90

(Taric-code 1806909019 en 1806909099)

–– andere, met een sacharosegehalte (het gehalte aan invertsuiker, berekend als sacharose, daaronder begrepen) van 70 of meer gewichtspercenten

09.5463

ex 1806

Chocolade en andere bereidingen voor menselijke consumptie die cacao bevatten:

704 (1)

1806 31 00 t/m ex 1806 90 90

(Taric-code 1806909011 en 1806909091)

– andere (met uitzondering van producten met een sacharosegehalte (het gehalte aan invertsuiker, berekend als sacharose, daaronder begrepen) van 70 of meer gewichtspercenten)

09.5924

ex 1901

Moutextract; bereidingen voor menselijke consumptie van meel, gries, griesmeel, zetmeel of moutextract, geen of minder dan 40 gewichtspercenten cacao bevattend, berekend op een geheel ontvette basis, elders genoemd noch elders onder begrepen; bereidingen voor menselijke consumptie van producten bedoeld bij de posten 0401 tot en met 0404, geen of minder dan 5 gewichtspercenten cacao bevattend, berekend op een geheel ontvette basis, elders genoemd noch elders onder begrepen:

100

10

1901 90 99

––– andere

09.5925

ex 1905

Brood, gebak, biscuits en andere bakkerswaren, ook indien deze producten cacao bevatten; ouwel in bladen, hosties, ouwels voor geneesmiddelen, plakouwels en dergelijke producten van meel of van zetmeel:

200

20

1905 90

– andere:

1905 90 90

–––– andere

09.5487

2103 20 00

Tomatenketchup en andere tomatensausen

2 600 (2)

09.5479

2105 00

Consumptie-ijs, ook indien cacao bevattend

116 (2)

09.5926

ex 2106

Producten voor menselijke consumptie, elders genoemd noch elders onder begrepen:

500

50

2106 90

– andere:

2106 90 98

––– andere

09.5927

ex 2202

Water, mineraalwater en spuitwater daaronder begrepen, met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, dan wel gearomatiseerd, alsmede andere alcoholvrije dranken, andere dan de vruchten- en groentesappen bedoeld bij post 2009:

2 000

500

2202 90

– andere:

–– andere, met een gehalte aan vetstoffen afkomstig van producten bedoeld bij de posten 0401 tot en met 0404:

2202 90 91

––– van minder dan 0,2 gewichtspercent

2202 90 95

––– van 0,2 of meer doch minder dan 2 gewichtspercenten

2202 90 99

––– van 2 of meer gewichtspercenten

09.5928

2905

Acyclische alcoholen, alsmede halogeen-, sulfo-, nitro- en nitrosoderivaten daarvan:

100

10

– andere meerwaardige alcoholen:

2905 43 00

–– mannitol

2905 44

–– D-glucitol (sorbitol):

––– in waterige oplossing:

2905 44 11

–––– met een gehalte aan D-mannitol van niet meer dan 2 gewichtspercenten, berekend op het D-glucitolgehalte

2905 44 19

–––– andere

––– andere:

2905 44 91

–––– met een gehalte aan D-mannitol van niet meer dan 2 gewichtspercenten, berekend op het D-glucitolgehalte

2905 44 99

–––– andere

09.5929

3505

Dextrine en ander gewijzigd zetmeel (bijvoorbeeld voorgegelatineerd of veresterd zetmeel); lijm op basis van zetmeel, van dextrine of van ander gewijzigd zetmeel:

2 000

500

3505 10

– dextrine en ander gewijzigd zetmeel:

3505 10 10

–– dextrine

–– ander gewijzigd zetmeel:

3505 10 90

––– andere

09.5930

3505

Dextrine en ander gewijzigd zetmeel (bijvoorbeeld voorgegelatineerd of veresterd zetmeel); lijm op basis van zetmeel, van dextrine of van ander gewijzigd zetmeel:

100

10

3505 20

– lijm:

3505 20 10

–– met een gehalte aan zetmeel, aan dextrine of aan ander gewijzigd zetmeel van minder dan 25 gewichtspercenten

3505 20 30

–– met een gehalte aan zetmeel, aan dextrine of aan ander gewijzigd zetmeel van 25 of meer doch minder dan 55 gewichtspercenten

3505 20 50

–– met een gehalte aan zetmeel, aan dextrine of aan ander gewijzigd zetmeel van 55 of meer doch minder dan 80 gewichtspercenten

3505 20 90

–– met een gehalte aan zetmeel, aan dextrine of aan ander gewijzigd zetmeel van 80 of meer gewichtspercenten

09.5938

3809

Appreteermiddelen, middelen voor het versnellen van het verfproces of van het fixeren van kleurstoffen, alsmede andere producten en preparaten (bijvoorbeeld preparaten voor het beitsen), van de soort gebruikt in de textielindustrie, in de papierindustrie, in de lederindustrie of in dergelijke industrieën, elders genoemd noch elders onder begrepen:

500

50

3809 10

– op basis van zetmeel of van zetmeelhoudende stoffen:

3809 10 10

–– met een gehalte aan deze stoffen van minder dan 55 gewichtspercenten

3809 10 30

–– met een gehalte aan deze stoffen van 55 of meer doch minder dan 70 gewichtspercenten

3809 10 50

–– met een gehalte aan deze stoffen van 70 of meer doch minder dan 83 gewichtspercenten

3809 10 90

–– met een gehalte aan deze stoffen van 83 of meer gewichtspercenten

09.5934

3824

Bereide bindmiddelen voor gietvormen of voor gietkernen; chemische producten en preparaten van de chemische of van aanverwante industrieën (mengsels van natuurlijke producten daaronder begrepen), elders genoemd noch elders onder begrepen; residuen van de chemische of van aanverwante industrieën, elders genoemd noch elders onder begrepen:

100

10

3824 60

– sorbitol, andere dan die bedoeld bij onderverdeling 2905 44:

–– in waterige oplossing:

3824 60 11

––– met een gehalte aan D-mannitol van niet meer dan 2 gewichtspercenten, berekend op het D-glucitolgehalte

3824 60 19

––– andere

–– andere:

3824 60 91

––– met een gehalte aan D-mannitol van niet meer dan 2 gewichtspercenten, berekend op het D-glucitolgehalte

3824 60 99

––– andere


(1)  Contingenten alleen geopend voor 2004. Vanaf 1 januari 2005 bedragen de rechten 0.

(2)  Contingenten alleen geopend voor 2004. Voor de hoeveelheid waarmee het contingent wordt overschreden, gelden de in bijlage I vermelde rechten. Vanaf 1 januari 2005 bedragen de rechten 0.


BIJLAGE III

Verwerkte landbouwproducten die bij uitvoer niet voor een uitvoerrestitutie in aanmerking komen

GN-code

Omschrijving

(1)

(2)

0403

Karnemelk, gestremde melk en room, yoghurt, kefir en andere gegiste of aangezuurde melk en room, ook indien ingedikt, met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, gearomatiseerd of met toegevoegde vruchten of cacao:

0403 10

– yoghurt:

 

–– gearomatiseerd of met toegevoegde vruchten of cacao:

 

––– in poeder, in korrels of in andere vaste vorm en met een gehalte aan van melk afkomstige vetstoffen:

0403 10 51

–––– van niet meer dan 1,5 gewichtspercent

0403 10 53

–––– van meer dan 1,5 doch niet meer dan 27 gewichtspercenten

0403 10 59

–––– van meer dan 27 gewichtspercenten

 

––– andere, met een gehalte aan van melk afkomstige vetstoffen:

0403 10 91

–––– van niet meer dan 3 gewichtspercenten

0403 10 93

–––– van meer dan 3 doch niet meer dan 6 gewichtspercenten

0403 10 99

–––– van meer dan 6 gewichtspercenten

0403 90

– andere:

 

–– gearomatiseerd of met toegevoegde vruchten of cacao:

 

––– in poeder, in korrels of in andere vaste vorm en met een gehalte aan van melk afkomstige vetstoffen:

0403 90 71

–––– van niet meer dan 1,5 gewichtspercent

0403 90 73

–––– van meer dan 1,5 doch niet meer dan 27 gewichtspercenten

0403 90 79

–––– van meer dan 27 gewichtspercenten

 

––– andere, met een gehalte aan van melk afkomstige vetstoffen:

0403 90 91

–––– van niet meer dan 3 gewichtspercenten

0403 90 93

–––– van meer dan 3 doch niet meer dan 6 gewichtspercenten

0403 90 99

–––– van meer dan 6 gewichtspercenten

0405

Boter en andere van melk afkomstige vetstoffen; zuivelpasta's:

0405 20

– zuivelpasta's:

0405 20 10

–– met een vetgehalte van 39 of meer gewichtspercenten doch minder dan 60 gewichtspercenten

0405 20 30

–– met een vetgehalte van 60 of meer gewichtspercenten doch niet meer dan 75 gewichtspercenten

0710

Groenten, ook indien gestoomd of in water gekookt, bevroren:

0710 40 00

– suikermaïs

0711

Groenten, voorlopig verduurzaamd (bijvoorbeeld door middel van zwaveldioxide of in water waaraan, voor het voorlopig verduurzamen, zout, zwavel of andere stoffen zijn toegevoegd), doch als zodanig niet geschikt voor dadelijke consumptie:

0711 90

– andere groenten; mengsels van groenten:

 

–– groenten:

0711 90 30

––– suikermaïs

1517

Margarine; mengsels en bereidingen, voor menselijke consumptie, van dierlijke of plantaardige vetten of oliën of van fracties van verschillende vetten en oliën bedoeld bij dit hoofdstuk, andere dan de vetten en oliën of fracties daarvan, bedoeld bij post 1516:

1517 10

– margarine, andere dan vloeibare margarine:

1517 10 10

–– met een gehalte aan van melk afkomstige vetstoffen van meer dan 10 doch niet meer dan 15 gewichtspercenten

1517 90

– andere:

1517 90 10

–– met een gehalte aan van melk afkomstige vetstoffen van meer dan 10 doch niet meer dan 15 gewichtspercenten

1702

Andere suiker, chemisch zuivere lactose, maltose, glucose en fructose (levulose) daaronder begrepen, in vaste vorm; suikerstroop, niet gearomatiseerd en zonder toegevoegde kleurstoffen; kunsthonig, ook indien met natuurhonig vermengd; karamel:

1702 50 00

– chemisch zuivere fructose

1704

Suikerwerk zonder cacao (witte chocolade daaronder begrepen):

1704 10

– kauwgom, ook indien bedekt met een laagje suiker:

 

–– met een sacharosegehalte (het gehalte aan invertsuiker, berekend als sacharose, daaronder begrepen) van minder dan 60 gewichtspercenten:

1704 10 11

––– in de vorm van stroken

1704 10 19

––– andere

 

–– met een sacharosegehalte (het gehalte aan invertsuiker, berekend als sacharose, daaronder begrepen) van 60 of meer gewichtspercenten:

1704 10 91

––– in de vorm van stroken

1704 10 99

––– andere

1704 90

– andere:

1704 90 30

–– witte chocolade

 

–– andere:

1704 90 51

––– pasta's en spijs, marsepein daaronder begrepen, in een onmiddellijke verpakking met een netto-inhoud van 1 kg of meer

1704 90 55

––– keelpastilles en hoestbonbons

1704 90 61

––– dragees en dergelijke met een suikerlaag omhulde artikelen

 

––– andere:

1704 90 65

–––– gom- en geleiproducten, vruchtenpasta's toebereid als suikergoed daaronder begrepen

1704 90 71

–––– zuurtjes en dergelijk hardgekookt suikerwerk, ook indien gevuld

1704 90 75

–––– karamels, toffees en dergelijke

 

–––– andere:

1704 90 81

––––– verkregen door samenpersing

1704 90 99

––––– andere

1806

Chocolade en andere bereidingen voor menselijke consumptie die cacao bevatten:

1806 10

– cacaopoeder, waaraan suiker of andere zoetstoffen zijn toegevoegd:

1806 10 15

–– geen sacharose bevattend of met een sacharosegehalte (het gehalte aan invertsuiker, berekend als sacharose, daaronder begrepen) of met een isoglucosegehalte, berekend als sacharose, van minder dan 5 gewichtspercenten

1806 10 20

–– met een sacharosegehalte (het gehalte aan invertsuiker, berekend als sacharose, daaronder begrepen) of met een isoglucosegehalte, berekend als sacharose, van 5 of meer doch minder dan 65 gewichtspercenten

1806 10 30

–– met een sacharosegehalte (het gehalte aan invertsuiker, berekend als sacharose, daaronder begrepen) of met een isoglucosegehalte, berekend als sacharose, van 65 of meer doch minder dan 80 gewichtspercenten

1806 10 90

–– met een sacharosegehalte (het gehalte aan invertsuiker, berekend als sacharose, daaronder begrepen) of met een isoglucosegehalte, berekend als sacharose, van 80 of meer gewichtspercenten

1806 20

– andere bereidingen, hetzij in blokken of in staven, met een gewicht van meer dan 2 kg, hetzij in vloeibare toestand of in de vorm van pasta, poeder, korrels of dergelijke, in recipiënten of in andere verpakkingen, met een inhoud per onmiddellijke verpakking van meer dan 2 kg:

1806 20 10

–– met een gehalte aan cacaoboter van 31 of meer gewichtspercenten of met een totaalgehalte aan cacaoboter en van melk afkomstige vetstoffen van 31 of meer gewichtspercenten

1806 20 30

–– met een totaalgehalte aan cacaoboter en van melk afkomstige vetstoffen van 25 of meer doch minder dan 31 gewichtspercenten

 

–– andere:

1806 20 50

––– met een gehalte aan cacaoboter van 18 of meer gewichtspercenten

1806 20 70

––– zogenaamde „chocolate milk crumb”

1806 20 80

––– cacaofantasie

1806 20 95

––– andere

 

– andere, in de vorm van tabletten, staven of repen:

1806 31 00

–– gevuld

1806 32

–– niet gevuld:

1806 32 10

––– met toegevoegde granen, noten of andere vruchten

1806 32 90

––– andere

1806 90

– andere:

 

–– chocolade en chocoladewerken:

 

––– bonbons of pralines, ook indien gevuld:

1806 90 11

–––– alcohol bevattend

1806 90 19

–––– andere

 

––– andere:

1806 90 31

–––– gevuld

1806 90 39

–––– niet gevuld

1806 90 50

–– suikerwerk en overeenkomstige bereidingen op basis van suiker vervangende stoffen, die cacao bevatten

1806 90 60

–– boterhampasta die cacao bevat

1806 90 70

–– bereidingen voor dranken, die cacao bevatten

1806 90 90

–– andere

1901

Moutextract; bereidingen voor menselijke consumptie van meel, gries, griesmeel, zetmeel of moutextract, geen of minder dan 40 gewichtsprocent cacao bevattend, berekend op een geheel ontvette basis, elders genoemd noch elders onder begrepen; bereidingen voor menselijke consumptie van producten bedoeld bij de posten 0401 tot en met 0404, geen of minder dan 5 gewichtspercenten cacao bevattend, berekend op een geheel ontvette basis, elders genoemd noch elders onder begrepen:

1901 10 00

– bereidingen voor de voeding van kinderen, opgemaakt voor de verkoop in het klein

1901 20 00

– mengsels en deeg, voor de bereiding van bakkerswaren bedoeld bij post 1905

1901 90

– andere:

 

–– moutextract:

1901 90 11

––– met een gehalte aan droge stof van 90 of meer gewichtspercenten

1901 90 19

––– andere

 

–– andere:

1901 90 99

––– andere

1902

Deegwaren, ook indien gekookt of gevuld (met vlees of andere zelfstandigheden) dan wel op andere wijze bereid, zoals spaghetti, macaroni, noedels, lasagne, gnocchi, ravioli en cannelloni; koeskoes, ook indien bereid:

 

– deegwaren, niet gekookt, noch gevuld of op andere wijze bereid:

1902 11 00

–– waarin ei is verwerkt

1902 19

–– andere:

1902 19 10

––– geen meel, gries of griesmeel van zachte tarwe bevattend

1902 19 90

––– andere

1902 20

– gevulde deegwaren (ook indien gekookt of op andere wijze bereid):

 

–– andere:

1902 20 91

––– gekookt of gebakken

1902 20 99

––– andere

1902 30

– andere deegwaren:

1902 30 10

–– gedroogd

1902 30 90

–– andere

1902 40

– koeskoes:

1902 40 10

–– niet bereid

1902 40 90

–– andere

1903 00 00

Tapioca en soortgelijke producten bereid uit zetmeel, in de vorm van vlokken, korrels, parels en dergelijke

1904

Graanpreparaten verkregen door poffen of door roosteren (bijvoorbeeld cornflakes); granen (andere dan maïs) in de vorm van korrels of in de vorm van vlokken of van andere bewerkte korrels (met uitzondering van meel, gries en griesmeel), voorgekookt of op andere wijze bereid, elders genoemd noch elders onder begrepen:

1904 10

– graanpreparaten verkregen door poffen of door roosteren:

1904 10 10

–– op basis van maïs

1904 10 30

–– op basis van rijst

1904 10 90

–– andere

1904 20

– bereidingen voor menselijke consumptie verkregen uit ongeroosterde graanvlokken of uit mengsels van ongeroosterde graanvlokken en geroosterde graanvlokken of gepofte granen:

1904 20 10

–– bereidingen van de soort „Müsli”, op basis van niet geroosterde graanvlokken

 

–– andere:

1904 20 91

––– op basis van maïs

1904 20 95

––– op basis van rijst

1904 20 99

––– andere

1904 30 00

– bulgurtarwe

1904 90

– andere:

1904 90 10

–– rijst

1904 90 80

–– andere

1905

Brood, gebak, biscuits en andere bakkerswaren, ook indien deze producten cacao bevatten; ouwel in bladen, hosties, ouwels voor geneesmiddelen, plakouwels en dergelijke producten van meel of van zetmeel:

1905 10 00

– bros gebakken brood, zogenaamd knäckebröd

1905 20

– ontbijtkoek:

1905 20 10

–– met een sacharosegehalte (het gehalte aan invertsuiker, berekend als sacharose, daaronder begrepen) van minder dan 30 gewichtspercenten

1905 20 30

–– met een sacharosegehalte (het gehalte aan invertsuiker, berekend als sacharose, daaronder begrepen) van 30 of meer doch minder dan 50 gewichtspercenten

1905 20 90

–– met een sacharosegehalte (het gehalte aan invertsuiker, berekend als sacharose, daaronder begrepen) van 50 of meer gewichtspercenten

 

– koekjes en biscuits, gezoet; wafels en wafeltjes:

1905 31

–– koekjes en biscuits, gezoet:

 

––– geheel of gedeeltelijk bedekt met chocolade of andere bereidingen die cacao bevatten:

1905 31 11

–––– in een onmiddellijke verpakking met een netto-inhoud van niet meer dan 85 g

1905 31 19

–––– andere

 

––– andere:

1905 31 30

–––– met een gehalte aan van melk afkomstige vetstoffen van 8 of meer gewichtspercenten

 

–––– andere:

1905 31 91

––––– dubbele koekjes of biscuits, met tussenlaag

1905 31 99

––––– andere

1905 32

–– wafels en wafeltjes:

1905 32 05

––– met een gehalte aan water van meer dan 10 gewichtspercenten

 

––– andere:

 

–––– geheel of gedeeltelijk bedekt met chocolade of andere bereidingen die cacao bevatten:

1905 32 11

––––– in een onmiddellijke verpakking met een netto-inhoud van niet meer dan 85 g

1905 32 19

––––– andere

 

–––– andere:

1905 32 91

––––– gezouten, ook indien gevuld

1905 32 99

––––– andere

1905 40

– beschuit, geroosterd brood en dergelijke geroosterde producten:

1905 40 10

–– beschuit

1905 40 90

–– andere

1905 90

– andere:

1905 90 10

–– matzes

1905 90 20

–– ouwel in bladen, hosties, ouwels voor geneesmiddelen, plakouwels en dergelijke producten, van meel of van zetmeel

 

–– andere:

1905 90 30

––– brood waaraan geen honig, eieren, kaas of vruchten zijn toegevoegd, met een gehalte aan suikers en aan vetstoffen van elk niet meer dan 5 gewichtspercenten, berekend op de droge stof

1905 90 45

––– koekjes en biscuits

1905 90 55

––– geëxtrudeerde en geëxpandeerde producten, gezouten of gearomatiseerd

 

––– andere:

1905 90 60

–––– gezoet

1905 90 90

–––– andere

2001

Groenten, vruchten en andere eetbare plantendelen, bereid of verduurzaamd in azijn of azijnzuur:

2001 90

– andere:

2001 90 30

–– suikermaïs (Zea mays var. saccharata)

2001 90 40

–– broodwortelen, bataten (zoete aardappelen) en dergelijke eetbare plantendelen met een zetmeelgehalte van 5 of meer gewichtspercenten

2004

Andere groenten, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur, bevroren, andere dan de producten bedoeld bij post 2006:

2004 10

– aardappelen:

 

–– andere:

2004 10 91

––– in de vorm van meel, gries, griesmeel of vlokken

2004 90

– andere groenten en mengsels van groenten:

2004 90 10

–– suikermaïs (Zea mays var. saccharata)

2005

Andere groenten, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur, niet bevroren, andere dan de producten bedoeld bij post 2006:

2005 20

– aardappelen:

2005 20 10

–– in de vorm van meel, gries, griesmeel of vlokken

2005 80 00

– suikermaïs (Zea mays var. saccharata)

2008

Vruchten en andere eetbare plantendelen, op andere wijze bereid of verduurzaamd, ook indien met toegevoegde suiker, andere zoetstoffen of alcohol, elders genoemd noch elders onder begrepen:

2008 99 85

––––– maïs, andere dan suikermaïs (Zea mays var. saccharata)

2008 99 91

––––– broodwortelen, bataten (zoete aardappelen) en dergelijke eetbare plantendelen met een zetmeelgehalte van 5 of meer gewichtspercenten

2101

Extracten, essences en concentraten, van koffie, van thee of van maté en preparaten op basis van deze producten of op basis van koffie, van thee of van maté; gebrande cichorei en andere gebrande koffiesurrogaten, alsmede extracten, essences en concentraten daarvan:

2101 12 98

––– andere

2101 20

– extracten, essences en concentraten, van thee of van maté en preparaten op basis van deze producten of op basis van thee of van maté:

2101 20 98

––– andere

2101 30

– gebrande cichorei en andere gebrande koffiesurrogaten, alsmede extracten, essences en concentraten daarvan:

 

–– gebrande cichorei en andere gebrande koffiesurrogaten:

2101 30 19

––– andere

 

–– extracten, essences en concentraten van gebrande cichorei en van andere gebrande koffiesurrogaten:

2101 30 99

––– andere

2102

Gist, ook indien inactief; andere eencellige micro-organismen, dood (andere dan de vaccins bedoeld bij post 3002); samengesteld bakpoeder:

2102 10

– levende gist:

2102 10 31

––– gedroogd

2102 10 39

––– andere

2105 00

Consumptie-ijs, ook indien cacao bevattend:

2105 00 10

– geen of minder dan 3 gewichtspercenten van melk afkomstige vetstoffen bevattend

 

– met een gehalte aan van melk afkomstige vetstoffen:

2105 00 91

–– van 3 of meer doch minder dan 7 gewichtspercenten

2105 00 99

–– van 7 of meer gewichtspercenten

2106

Producten voor menselijke consumptie, elders genoemd noch elders onder begrepen:

2106 90

– andere:

2106 90 10

–– preparaten, „fondues” genaamd

 

–– andere:

2106 90 92

––– bevattende geen van melk afkomstige vetstoffen, sacharose, isoglucose, glucose of zetmeel, of bevattende minder dan 1,5 gewichtspercent van melk afkomstige vetstoffen, minder dan 5 gewichtspercenten sacharose of isoglucose, minder dan 5 gewichtspercenten glucose of zetmeel:

2106 90 98

––– andere

2202

Water, mineraalwater en spuitwater daaronder begrepen, met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, dan wel gearomatiseerd, alsmede andere alcoholvrije dranken, andere dan de vruchten- en groentesappen bedoeld bij post 2009:

2202 10 00

– water, mineraalwater en spuitwater daaronder begrepen, met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, dan wel gearomatiseerd

2202 90

– andere:

2202 90 10

–– geen producten bedoeld bij de posten 0401 tot en met 0404 of vetstoffen afkomstig van producten bedoeld bij de posten 0401 tot en met 0404 bevattend

 

–– andere, met een gehalte aan vetstoffen afkomstig van producten bedoeld bij de posten 0401 tot en met 0404:

2202 90 91

––– van minder dan 0,2 gewichtspercent

2202 90 95

––– van 0,2 of meer doch minder dan 2 gewichtspercenten

2202 90 99

––– van 2 of meer gewichtspercenten

2205

Vermout en andere wijn van verse druiven, bereid met aromatische planten of met aromatische stoffen:

2205 10

– in verpakkingen inhoudende niet meer dan 2 l:

2205 10 10

–– met een effectief alcohol-volumegehalte van niet meer dan 18 % vol

2205 10 90

–– met een effectief alcohol-volumegehalte van meer dan 18 % vol

2205 90

– andere:

2205 90 10

–– met een effectief alcohol-volumegehalte van niet meer dan 18 % vol

2205 90 90

–– met een effectief alcohol-volumegehalte van meer dan 18 % vol

2208

Ethylalcohol, niet gedenatureerd, met een alcohol-volumegehalte van minder dan 80 % vol; gedistilleerde dranken, likeuren en andere dranken die gedistilleerde alcohol bevatten:

2208 20

– dranken, gedistilleerd uit wijn of druivenmoer:

 

–– in verpakkingen inhoudende niet meer dan 2 l:

2208 20 12

––– Cognac

2208 20 14

––– Armagnac

2208 20 26

––– Grappa

2208 20 27

––– Brandy de Jerez

2208 20 29

––– andere

 

–– in verpakkingen inhoudende meer dan 2 l:

2208 20 40

––– ruw distillaat

 

––– andere:

2208 20 62

–––– Cognac

2208 20 64

–––– Armagnac

2208 20 86

–––– Grappa

2208 20 87

–––– Brandy de Jerez

2208 20 89

–––– andere

2208 30

– whisky:

 

–– zogenaamde Scotch whisky:

 

––– zogenaamde malt whisky, in verpakkingen inhoudende:

2208 30 32

–––– niet meer dan 2 l

2208 30 38

–––– meer dan 2 l

 

––– zogenaamde blended whisky, in verpakkingen inhoudende:

2208 30 52

–––– niet meer dan 2 l

2208 30 58

–––– meer dan 2 l

 

––– andere, in verpakkingen inhoudende:

2208 30 72

–––– niet meer dan 2 l

2208 30 78

–––– meer dan 2 l

 

–– andere, in verpakkingen inhoudende:

2208 30 82

––– niet meer dan 2 l

2208 30 88

––– meer dan 2 l

2208 50

– gin en jenever:

 

–– gin, in verpakkingen inhoudende:

2208 50 11

––– niet meer dan 2 l

2208 50 19

––– meer dan 2 l

 

–– jenever, in verpakkingen inhoudende:

2208 50 91

––– niet meer dan 2 l

2208 50 99

––– meer dan 2 l

2208 60

– wodka:

 

–– met een alcohol-volumegehalte van niet meer dan 45,4 % vol, in verpakkingen inhoudende:

2208 60 11

––– niet meer dan 2 l

2208 60 19

––– meer dan 2 l

 

–– met een alcohol-volumegehalte van meer dan 45,4 % vol, in verpakkingen inhoudende:

2208 60 91

––– niet meer dan 2 l

2208 60 99

––– meer dan 2 l

2208 70

– likeuren:

2208 70 10

–– in verpakkingen inhoudende niet meer dan 2 l

2208 70 90

–– in verpakkingen inhoudende meer dan 2 l

2208 90

– andere:

 

––– niet meer dan 2 l

2208 90 41

–––– ouzo

 

–––– andere:

 

––––– gedistilleerde dranken:

 

–––––– uit fruit:

2208 90 45

––––––– Calvados

2208 90 48

––––––– andere

 

–––––– andere:

2208 90 52

––––––– zogenaamde „Korn”

2208 90 54

––––––– tequila

2208 90 56

––––––– andere

2208 90 69

––––– andere dranken die gedistilleerde alcohol bevatten

 

––– meer dan 2 l:

 

–––– gedistilleerde dranken:

2208 90 71

––––– uit fruit

2208 90 75

––––– tequila

2208 90 77

––––– andere

2208 90 78

–––– andere dranken die gedistilleerde alcohol bevatten

2905

Acyclische alcoholen, alsmede halogeen-, sulfo-, nitro- en nitrosoderivaten daarvan:

 

– andere meerwaardige alcoholen:

2905 43 00

–– mannitol

2905 44

–– D-glucitol (sorbitol):

 

––– in waterige oplossing:

2905 44 11

–––– met een gehalte aan D-mannitol van niet meer dan 2 gewichtspercenten, berekend op het D-glucitolgehalte

2905 44 19

–––– andere

 

––– andere:

2905 44 91

–––– met een gehalte aan D-mannitol van niet meer dan 2 gewichtspercenten, berekend op het D-glucitolgehalte

2905 44 99

–––– andere

3302

Mengsels van reukstoffen en mengsels (oplossingen in alcohol daaronder begrepen) op basis van een of meer van deze zelfstandigheden met andere stoffen, van de soort gebruikt als grondstof voor de industrie; andere bereidingen op basis van reukstoffen, van de soort gebruikt voor de vervaardiging van dranken:

3302 10

– van de soort gebruikt in de voedingsmiddelen- en drankenindustrie:

 

–– van de soort gebruikt in de drankenindustrie:

 

––– bereidingen die alle essentiële aromatische stoffen van een bepaalde drank bevatten:

3302 10 29

––––– andere

3502

Albuminen (daaronder begrepen concentraten van twee of meer weiproteïnen, bevattende meer dan 80 gewichtspercenten weiproteïnen, berekend op de droge stof), albuminaten en andere derivaten van albuminen:

 

– ovoalbumine:

3502 11

–– gedroogd

3502 11 90

––– andere

3502 19 90

––– andere

3505

Dextrine en ander gewijzigd zetmeel (bijvoorbeeld voorgegelatineerd of veresterd zetmeel); lijm op basis van zetmeel, van dextrine of van ander gewijzigd zetmeel:

3505 10

– dextrine en ander gewijzigd zetmeel

 

–– ander gewijzigd zetmeel:

3505 10 50

––– door ethervorming of door verestering gewijzigd

3809

Appreteermiddelen, middelen voor het versnellen van het verfproces of van het fixeren van kleurstoffen, alsmede andere producten en preparaten (bijvoorbeeld preparaten voor het beitsen), van de soort gebruikt in de textielindustrie, in de papierindustrie, in de lederindustrie of in dergelijke industrieën, elders genoemd noch elders onder begrepen:

3809 10

– op basis van zetmeel of van zetmeelhoudende stoffen:

3809 10 10

–– met een gehalte aan deze stoffen van minder dan 55 gewichtspercenten

3809 10 30

–– met een gehalte aan deze stoffen van 55 of meer doch minder dan 70 gewichtspercenten

3809 10 50

–– met een gehalte aan deze stoffen van 70 of meer doch minder dan 83 gewichtspercenten

3809 10 90

–– met een gehalte aan deze stoffen van 83 of meer gewichtspercenten

3824

Bereide bindmiddelen voor gietvormen of voor gietkernen; chemische producten en preparaten van de chemische of van aanverwante industrieën (mengsels van natuurlijke producten daaronder begrepen), elders genoemd noch elders onder begrepen:

3824 60

– sorbitol, andere dan die bedoeld bij onderverdeling 2905 44:

 

–– in waterige oplossing:

3824 60 11

––– met een gehalte aan D-mannitol van niet meer dan 2 gewichtspercenten, berekend op het D-glucitolgehalte

 

––– andere

3824 60 19

–– andere:

3824 60 91

––– met een gehalte aan D-mannitol van niet meer dan 2 gewichtspercenten, berekend op het D-glucitolgehalte

3824 60 99

––– andere


28.9.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 301/36


VERORDENING (EG) Nr. 1677/2004 VAN DE COMMISSIE

van 27 september 2004

tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 3223/94 van de Commissie van 21 december 1994 houdende uitvoeringsbepalingen van de invoerregeling voor groenten en fruit (1), en met name op artikel 4, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In Verordening (EG) nr. 3223/94 zijn op grond van de multilaterale handelsbesprekingen in het kader van de Uruguayronde de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de periodes die in de bijlage bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt.

(2)

Op grond van de bovenvermelde criteria moeten de forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld op de in de bijlage bij deze verordening vermelde niveaus,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 3223/94 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld zoals aangegeven in de tabel in de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 28 september 2004.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 27 september 2004.

Voor de Commissie

J. M. SILVA RODRÍGUEZ

Directeur-generaal Landbouw


(1)  PB L 337 van 24.12.1994, blz. 66. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1947/2002 (PB L 299 van 1.11.2002, blz. 17).


BIJLAGE

bij de verordening van de Commissie van 27 september 2004 tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

(EUR/100 kg)

GN-code

Code derde landen (1)

Forfaitaire invoerwaarde

0702 00 00

052

27,8

999

27,8

0707 00 05

052

107,2

999

107,2

0709 90 70

052

91,1

999

91,1

0805 50 10

052

71,6

388

47,3

524

76,2

528

55,1

999

62,6

0806 10 10

052

76,3

220

112,0

400

184,4

624

125,3

999

124,5

0808 10 20, 0808 10 50, 0808 10 90

388

68,3

400

94,0

512

100,1

720

16,9

804

82,3

999

72,3

0808 20 50

052

108,1

388

83,8

528

56,2

999

82,7

0809 30 10, 0809 30 90

052

119,3

624

78,5

999

98,9

0809 40 05

052

73,4

066

62,7

094

29,3

400

117,1

624

124,9

999

81,5


(1)  Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 2081/2003 van de Commissie (PB L 313 van 28.11.2003, blz. 11). De code „999” staat voor „andere oorsprong”.


28.9.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 301/38


VERORDENING (EG) Nr. 1678/2004 VAN DE COMMISSIE

van 24 september 2004

betreffende de schorsing van tariefcontingenten voor de invoer in de Gemeenschap van bepaalde verwerkte landbouwproducten van oorsprong uit Bulgarije

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 3448/93 van de Raad van 6 december 1993 tot vaststelling van de handelsregeling voor bepaalde, door verwerking van landbouwproducten verkregen goederen (1), en met name op artikel 7, lid 2,

Gelet op Besluit 1999/278/EG van de Raad van 9 maart 1999 betreffende de sluiting van het protocol tot aanpassing van de handelsaspecten van de Europaovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Bulgarije, anderzijds, in verband met de toetreding van de Republiek Finland, de Republiek Oostenrijk en het Koninkrijk Zweden tot de Europese Unie en de resultaten van de landbouwonderhandelingen van de Uruguayronde, met inbegrip van de verbetering van de huidige preferentiële regeling (2), en met name op artikel 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In Protocol nr. 3 van de Europaovereenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Bulgarije, anderzijds, die is goedgekeurd bij Besluit 94/908/EG, EGKS, Euratom van de Raad en de Commissie van 19 december 1994 betreffende de sluiting van de Europaovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en Bulgarije, anderzijds (3), is de handelsregeling voor de in dit protocol genoemde verwerkte landbouwproducten vastgelegd.

(2)

Protocol nr. 3 is gewijzigd bij het protocol tot aanpassing van de handelsaspecten van de Europaovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en Bulgarije (4), goedgekeurd bij Besluit 1999/278/EG, en bij Besluit nr. 2/2002 van de Associatieraad EG-Bulgarije (5).

(3)

De in bijlage I bij Protocol nr. 3 bedoelde jaarlijkse contingenten zijn goedgekeurd bij Verordening (EG) nr. 1446/2002 van de Commissie van 8 augustus 2002 betreffende de schorsing en opening van tariefcontingenten voor de invoer van bepaalde verwerkte landbouwproducten van oorsprong uit Bulgarije in de Gemeenschap en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1477/2000 (6). In artikel 2 van die verordening is vastgelegd dat die tariefcontingenten jaarlijks van 1 januari tot en met 31 december geopend zijn.

(4)

De onderhandelingen over een nieuwe handelsregeling, die ten doel heeft de economische convergentie met het oog op de toetreding van Bulgarije tot de Europese Unie te verbeteren, zijn onlangs afgesloten. Voor bepaalde verwerkte landbouwproducten is overeenstemming bereikt over concessies in de vorm van een volledige of geleidelijke liberalisering van de handel en voor andere over rechtenvrije contingenten.

(5)

Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1676/2004 van de Raad van 24 september 2004 tot vaststelling van autonome overgangsmaatregelen voor de invoer van bepaalde verwerkte landbouwproducten van oorsprong uit Bulgarije en de uitvoer van bepaalde verwerkte landbouwproducten naar Bulgarije (7) zijn de door de Gemeenschap verleende concessies op 1 oktober 2004 in werking getreden in de vorm van autonome overgangsmaatregelen.

(6)

De toepassing van de tariefcontingenten die ingevolge Verordening (EG) nr. 1446/2002 voor het jaar 2004 voor de invoer in de Gemeenschap van goederen van oorsprong uit Bulgarije waren geopend, moet derhalve worden geschorst.

(7)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor horizontale vraagstukken inzake het handelsverkeer in verwerkte landbouwproducten die niet onder bijlage I bij het Verdrag vallen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De toepassing van tariefcontingenten voor goederen van oorsprong uit Bulgarije, die zijn geopend bij Verordening (EG) nr. 1446/2002, wordt met ingang van 1 oktober 2004 geschorst.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 oktober 2004.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 24 september 2004.

Voor de Commissie

Olli REHN

Lid van de Commissie


(1)  PB L 318 van 20.12.1993, blz. 18. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2580/2000 (PB L 298 van 25.11.2000, blz. 5).

(2)  PB L 112 van 29.4.1999, blz. 1.

(3)  PB L 358 van 31.12.1994, blz. 1.

(4)  PB L 112 van 29.4.1999, blz. 3.

(5)  PB L 18 van 23.1.2003, blz. 21.

(6)  PB L 213 van 9.8.2002, blz. 3.

(7)  Zie bladzijde 1 van dit Publicatieblad.


28.9.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 301/40


VERORDENING (EG) Nr. 1679/2004 VAN DE COMMISSIE

van 27 september 2004

tot vaststelling van de communautaire producenten- en invoerprijzen voor anjers en rozen met het oog op de toepassing van de invoerregeling voor bepaalde producten van de bloementeelt van oorsprong uit Cyprus, Israël, Jordanië en Marokko alsmede de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 4088/87 van de Raad van 21 december 1987 tot vaststelling van de voorwaarden voor de toepassing van preferentiële douanerechten bij invoer van bepaalde producten van de bloementeelt van oorsprong uit Cyprus, Israël, Jordanië en Marokko alsmede de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook (1), en met name op artikel 5, lid 2, onder a),

Overwegende hetgeen volgt:

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 1 ter van Verordening (EEG) nr. 700/88 bedoelde communautaire producenten- en invoerprijzen voor eenbloemige anjers (standaard), veelbloemige anjers, grootbloemige rozen en kleinbloemige rozen, voor een periode van twee weken, zijn vastgesteld in de bijlage.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 28 september 2004.

Zij is van toepassing van 29 september tot en met 12 oktober 2004.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 27 september 2004.

Voor de Commissie

J. M. SILVA RODRÍGUEZ

Directeur-generaal Landbouw


(1)  PB L 382 van 31.12.1987, blz. 22. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1300/97 (PB L 177 van 5.7.1997, blz. 1).

(2)  PB L 72 van 18.3.1988, blz. 16. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2062/97 (PB L 289 van 22.10.1997, blz. 1).


BIJLAGE

bij de verordening van de Commissie van 27 september 2004 tot vaststelling van de communautaire producenten- en invoerprijzen voor anjers en rozen met het oog op de toepassing van de invoerregeling voor bepaalde producten van de bloementeelt van oorsprong uit Cyprus, Israël, Jordanië en Marokko alsmede de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook

(EUR/100 stuks)

Periode: 29 september tot en met 12 oktober 2004

Communautaire producentenprijzen

Eenbloemige anjers

(standaard)

Veelbloemige anjers

(tros)

Grootbloemige rozen

Kleinbloemige rozen

 

13,60

9,66

25,50

10,49


Communautaire invoerprijzen

Eenbloemige anjers

(standaard)

Veelbloemige anjers

(tros)

Grootbloemige rozen

Kleinbloemige rozen

Israël

Marokko

Cyprus

Jordanië

Westelijke Jordaanoever en Gazastrook


28.9.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 301/42


RICHTLIJN 2004/95/EG VAN DE COMMISSIE

van 24 september 2004

tot wijziging van Richtlijn 90/642/EEG van de Raad wat de daarin vastgestelde maximumgehalten aan residuen van bifenthrin en famoxadone betreft

(Voor de EER relevante tekst)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 90/642/EEG van de Raad van 27 november 1990 tot vaststelling van maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen in en op bepaalde producten van plantaardige oorsprong, met inbegrip van groenten en fruit (1), en met name op artikel 7,

Gelet op Richtlijn 91/414/EEG van de Raad van 15 juli 1991 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (2), en met name op artikel 4, lid 1, onder f),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Volgens Richtlijn 91/414/EEG valt de toelating van gewasbeschermingsmiddelen voor gebruik op bepaalde gewassen onder de bevoegdheid van de lidstaten. Deze toelating moet stoelen op een beoordeling van de gevolgen voor de gezondheid van mens en dier en voor het milieu. Bij deze beoordeling moet onder meer worden gekeken naar de blootstelling van toedieners en omstanders, de milieueffecten in bodem, water en lucht, en de gevolgen bij mens en dier van de consumptie van residuen op behandelde gewassen.

(2)

De maximumresidugehalten (MRL's) worden vastgesteld op basis van een zodanige toepassing van de minimumhoeveelheden bestrijdingsmiddelen die voor een effectieve gewasbescherming nodig zijn dat de hoeveelheid residu zo klein mogelijk is en toxicologisch aanvaardbaar blijft, met name wat de geschatte opname via de voeding betreft.

(3)

De MRL's van bestrijdingsmiddelen moeten telkens opnieuw worden bezien. Ze kunnen worden aangepast naar aanleiding van nieuwe toepassingen of informatie.

(4)

De MRL's worden op de ondergrens van de analytische bepaling vastgesteld wanneer de toegelaten toepassingen van de gewasbeschermingsmiddelen niet tot waarneembare gehalten aan residuen van het bestrijdingsmiddel in of op het levensmiddel leiden, wanneer er geen toegelaten toepassingen zijn, wanneer door de lidstaten toegelaten toepassingen niet met de nodige gegevens zijn onderbouwd, en wanneer toepassingen in derde landen die leiden tot residuen in of op levensmiddelen die in de Gemeenschap verkrijgbaar kunnen zijn, niet met de nodige gegevens zijn onderbouwd.

(5)

De Commissie is in kennis gesteld van nieuwe of gewijzigde toepassingen van bepaalde bestrijdingsmiddelen die onder Richtlijn 90/642/EEG vallen. Het gaat om bifenthrin, waarvoor bij Richtlijn 2002/79/EG van de Commissie (3) MRL’s zijn vastgesteld, en famoxadone, waarvoor bij Richtlijn 2003/60/EG van de Commissie (4) MRL’s zijn vastgesteld.

(6)

De levenslange blootstelling van de consument aan deze bestrijdingsmiddelen via levensmiddelen die residuen daarvan kunnen bevatten, is beoordeeld volgens in de Gemeenschap gangbare procedures en werkwijzen en door de Wereldgezondheidsorganisatie gepubliceerde richtsnoeren (5). Er is berekend dat met de MRL’s in kwestie de aanvaardbare dagelijkse inname niet wordt overschreden.

(7)

Voor famoxadone bestaat een acute referentiedosis (ARfD) en is de acute blootstelling van de consument via elk levensmiddel dat famoxadoneresiduen kan bevatten volgens momenteel in de Gemeenschap gangbare procedures en werkwijzen en door de Wereldgezondheidsorganisatie gepubliceerde richtsnoeren beoordeeld. Er is rekening gehouden met het advies en de aanbevelingen van het Wetenschappelijk Comité voor planten, met name over de bescherming van de consument van met bestrijdingsmiddelen behandelde levensmiddelen. Uit de beoordeling van de opname van famoxadone blijkt dat de ARfD met de betreffende MRL’s niet wordt overschreden. Uit de beschikbare informatie voor bifenthrin blijkt dat geen ARfD en dus ook geen beoordeling van de acute effecten nodig is.

(8)

Daarom moeten voor deze bestrijdingsmiddelen nieuwe MRL’s worden vastgesteld.

(9)

Richtlijn 90/642/EEG moet dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(10)

Dat op communautair niveau voorlopige MRL’s worden vastgesteld of gewijzigd neemt niet weg dat de lidstaten overeenkomstig artikel 4, lid 1, onder f), van Richtlijn 91/414/EEG en bijlage VI daarbij voorlopige MRL’s voor famoxadone kunnen vaststellen. Om andere toepassingen van de actieve stof in kwestie toe te staan volstaat een periode van vier jaar. De voorlopige MRL’s moeten daarna definitief worden.

(11)

De in deze richtlijn vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

De maximumgehalten aan residuen van de bestrijdingsmiddelen bifenthrin and famoxadone in bijlage II bij Richtlijn 90/642/EEG worden vervangen door die in de bijlage.

Artikel 2

1.   De lidstaten dragen zorg voor vaststelling en bekendmaking uiterlijk op 25 maart 2005 van de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen om aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie die bepalingen onverwijld mede, alsmede een transponeringstabel ter weergave van het verband tussen die bepalingen en deze richtlijn.

Zij passen die bepalingen toe vanaf 26 maart 2005.

Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

2.   De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van nationaal recht mee die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

Artikel 3

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 4

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 24 september 2004.

Voor de Commissie

David BYRNE

Lid van de Commissie


(1)  PB L 350 van 14.12.1990, blz. 71. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2004/61/EG van de Commissie (PB L 127 van 29.4.2004, blz. 81).

(2)  PB L 230 van 19.8.1991, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2004/71/EG van de Commissie (PB L 127 van 29.4.2004, blz. 104).

(3)  PB L 291 van 28.10.2002, blz. 1.

(4)  PB L 155 van 24.6.2003, blz. 15.

(5)  Guidelines for predicting dietary intake of pesticide residues (herziene versie), opgesteld door het GEMS/voedselprogramma in samenwerking met het Codex-comité voor residuen van bestrijdingsmiddelen, gepubliceerd door de Wereldgezondheidsorganisatie, 1997 (WHO/FSF/FOS/97.7).


BIJLAGE

„Groepen en voorbeelden van afzonderlijke producten waarop de maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen van toepassing zijn

Residuen van bestrijdingsmiddelen en maximumgehalten aan residuen (mg/kg)

Bifenthrin

Famoxadone

1.   

Fruit, vers, gedroogd of ongekookt, bevroren, zonder toegevoegde suiker; noten

i)

CITRUSVRUCHTEN

0,1

0,02 (1)  (2)

Grapefruit

 

 

Citroenen

 

 

Limoenen

 

 

Mandarijnen (inclusief clementines en soortgelijke kruisingen van citrusvruchten)

 

 

Sinaasappelen

 

 

Pomelo's

 

 

Overige

 

 

ii)

NOTEN (al dan niet in de dop, schil of schaal)

0,05 (1)

0,02 (1)  (2)

Amandelen

 

 

Paranoten

 

 

Cashewnoten

 

 

Kastanjes

 

 

Kokosnoten

 

 

Hazelnoten

 

 

Macadamia

 

 

Pecannoten

 

 

Pijnboompitten

 

 

Pistaches (pimpernoten)

 

 

Walnoten (okkernoten)

 

 

Overige

 

 

iii)

PITVRUCHTEN

0,3

0,02 (1)  (2)

Appels

 

 

Peren

 

 

Kweeperen

 

 

Overige

 

 

iv)

STEENVRUCHTEN

0,2

0,02 (1)  (2)

Abrikozen

 

 

Kersen

 

 

Perziken (inclusief nectarines en soortgelijke kruisingen)

 

 

Pruimen

 

 

Overige

 

 

v)

BESVRUCHTEN EN KLEINFRUIT

 

 

a)

Tafel- en wijndruiven

0,2

2 (2)

Tafeldruiven

 

 

Wijndruiven

 

 

b)

Aardbeien (andere dan bosaardbeien)

0,5

0,02 (1)  (2)

c)

Rubussoorten (andere dan wilde vruchten)

 

0,02 (1)  (2)

Bramen

0,3

 

Dauwbramen

 

 

Loganbessen

 

 

Frambozen

0,3

 

Overige

0,05 (1)

 

d)

Ander kleinfruit en besvruchten (voorzover niet wild)

0,05 (1)

0,02 (1)  (2)

Blauwe bosbessen

 

 

Veenbessen

 

 

Aalbessen (rood, zwart en wit)

 

 

Kruisbessen

 

 

Overige

 

 

e)

Wilde besvruchten en wilde vruchten

0,05 (1)

0,02 (1)  (2)

vi)

DIVERSE VRUCHTEN

 

0,02 (1)  (2)

Avocado's

 

 

Bananen

0,1

 

Dadels

 

 

Vijgen

 

 

Kiwi's

 

 

Kumquats

 

 

Lychees

 

 

Mango's

 

 

Olijven

 

 

Passievruchten

 

 

Ananassen

 

 

Granaatappels

 

 

Overige

0,05 (1)

 

2.   

Groenten, vers of ongekookt, bevroren of gedroogd

i)

WORTEL- EN KNOLGEWASSEN

0,05 (1)

0,02 (1)  (2)

Rode bieten

 

 

Wortelen

 

 

Knolselderij

 

 

Mierikswortel (peperwortel)

 

 

Aardperen (topinamboers)

 

 

Pastinaken

 

 

Wortelpeterselie

 

 

Radijs

 

 

Schorseneren

 

 

Bataten (zoete aardappelen)

 

 

Koolraap

 

 

Rapen

 

 

Yam

 

 

Overige

 

 

ii)

BOLGEWASSEN

0,05 (1)

0,02 (1)  (2)

Knoflook

 

 

Uien

 

 

Sjalotten

 

 

Bosuien

 

 

Overige

 

 

iii)

VRUCHTGROENTEN

 

 

a)

Solanaceae

0,2

 

Tomaten

 

1 (2)

Pepers (paprika's)

 

 

Aubergines

 

0,2 (2)

Overige

 

0,02 (1)  (2)

b)

Cucurbitaceae met eetbare schil

0,1

0,2 (2)

Komkommers

 

 

Augurken

 

 

Courgettes

 

 

Overige

 

 

c)

Cucurbitaceae met niet-eetbare schil

0,05 (1)

 

Meloenen

 

0,3 (2)

Pompoenen

 

 

Watermeloenen

 

 

Overige

 

0,02 (1)  (2)

d)

Suikermaïs

0,05 (1)

0,02 (1)  (2)

iv)

KOOLSOORTEN

 

0,02 (1)  (2)

a)

Bloemkoolachtigen

0,2

 

Broccoli

 

 

Bloemkool

 

 

Overige

 

 

b)

Sluitkoolachtigen

1

 

Spruitjes

 

 

Sluitkool

 

 

Overige

 

 

c)

Bladkoolachtigen

0,05 (1)

 

Chinese kool

 

 

Boerenkool

 

 

Overige

 

 

d)

Koolrabi

0,05 (1)

 

v)

BLADGROENTEN EN VERSE KRUIDEN

 

0,02 (1)  (2)

a)

Sla en dergelijke

2

 

Tuinkers

 

 

Veldsla

 

 

Sla

 

 

Andijvie

 

 

Overige

 

 

b)

Spinazie en dergelijke

0,05 (1)

 

Spinazie

 

 

Snijbiet

 

 

Overige

 

 

c)

Waterkers

0,05 (1)

 

d)

Witlof

0,05 (1)

 

e)

Kruiden

0,05 (1)

 

Kervel

 

 

Bieslook

 

 

Peterselie

 

 

Selderijbladeren

 

 

Overige

 

 

vi)

PEULGROENTEN (vers)

 

0,02 (1)  (2)

Bonen (met peul)

0,5

 

Bonen (zonder peul)

 

 

Erwten (met peul)

0,1

 

Erwten (zonder peul)

 

 

Overige

0,05 (1)

 

vii)

STENGELGROENTEN (vers)

0,05 (1)

0,02 (1)  (2)

Asperges

 

 

Kardoen

 

 

Bleekselderij, groene selder

 

 

Knolvenkel

 

 

Artisjokken

 

 

Prei

 

 

Rabarber

 

 

Overige

 

 

viii)

FUNGI

0,05 (1)

0,02 (1)  (2)

a)

Gekweekte paddestoelen

 

 

b)

Wilde paddestoelen

 

 

3.

Peulvruchten

0,05 (1)

0,02 (1)  (2)

Bonen

 

 

Linzen

 

 

Erwten

 

 

Overige

 

 

4.

Oliehoudende zaden

0,1 (1)

0,05 (1)  (2)

Olievlas

 

 

Pinda's

 

 

Papaverzaad

 

 

Sesamzaad

 

 

Zonnebloempitten

 

 

Kool- en raapzaad

 

 

Sojabonen

 

 

Mosterdzaad

 

 

Katoenzaad

 

 

Overige

 

 

5.

Aardappelen

0,05 (1)

0,02 (1)  (2)

Vroege aardappelen

 

 

Bewaaraardappelen

 

 

6.

Thee (gedroogde bladeren en stengels, al dan niet gefermenteerd, van Camellia sinensis)

5

0,05 (1)  (2)

7.

Hop (gedroogd), inclusief hoppellets en niet-geconcentreerd poeder

10

0,05 (1)  (2)


(1)  Geeft de ondergrens van de analytische bepaling aan.

(2)  Geeft aan dat het maximumresidugehalte voorlopig is vastgesteld overeenkomstig artikel 4, lid 1, onder f), van Richtlijn 91/414/EEG.”


28.9.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 301/51


RICHTLIJN 2004/96/EG VAN DE COMMISSIE

van 27 september 2004

tot wijziging van Richtlijn 76/769/EEG van de Raad voor wat betreft de beperking van het op de markt brengen en van het gebruik van nikkel voor piercingstaafjes met het oog op aanpassing van bijlage I aan de technische vooruitgang

(Voor de EER relevante tekst)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 76/769/EEG van de Raad van 27 juli 1976 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen der lidstaten inzake de beperking van het op de markt brengen en van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen en preparaten (1), en met name op artikel 2 bis,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig Richtlijn 76/769/EEG, als gewijzigd bij Richtlijn 94/27/EG van het Europees Parlement en de Raad (2), mogen nikkel en de verbindingen daarvan niet worden gebruikt in bepaalde staafjes voor piercings en in bepaalde andere producten, tenzij deze voldoen aan de voorschriften van Richtlijn 76/769/EEG.

(2)

Het risico dat piercingstaafjes overgevoeligheid van de mens voor nikkel veroorzaken, is recentelijk geëvalueerd in een gerichte risicobeoordeling; de conclusie van de risicobeoordeling was dat een migratielimiet voor piercingstaafjes wenselijker is dan een gehaltelimiet.

(3)

De nieuwe hoeveelheid vrijkomend nikkel (migratielimiet) moet worden aangepast door middel van de in EN 1811 vermelde vermenigvuldigingsfactor teneinde te compenseren voor verschillen tussen laboratoria en onnauwkeurigheden bij het meten. Het Europees Comité voor Normalisatie (CEN) wordt verzocht EN 1811 te herzien, met name wat de aanpassingsfactor betreft, en een herziene norm op te stellen zonder aanpassingsfactor of, indien wenselijk, met een kleinere aanpassingsfactor.

(4)

De risicobeoordeling werd met het oog op een intercollegiale toetsing voorgelegd aan het Wetenschappelijk Comité voor de toxiciteit, de ecotoxiciteit en het milieu (CSTEE) en het CSTEE heeft bevestigd dat een nikkelmigratielimiet kan leiden tot geringere risico’s van overgevoeligheid dan een nikkelgehaltelimiet.

(5)

In de bepalingen van deze richtlijn wordt rekening gehouden met de huidige stand van de kennis, wetenschap en techniek.

(6)

Deze richtlijn is van toepassing onverminderd de Gemeenschapswetgeving tot vaststelling van minimumvoorschriften voor de bescherming van werknemers, met name Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (3), en Richtlijn 2004/37/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de bescherming van de werknemers tegen de risico's van blootstelling aan carcinogene of mutagene agentia op het werk (zesde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid l, van Richtlijn 89/391/EEG van de Raad) (4).

(7)

De in deze richtlijn vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor de aanpassing aan de vooruitgang van de techniek van de richtlijnen met betrekking tot de opheffing van technische handelsbelemmeringen voor gevaarlijke stoffen en preparaten,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage I bij Richtlijn 76/769/EEG wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze richtlijn.

Artikel 2

1.   De lidstaten dragen zorg voor vaststelling en bekendmaking uiterlijk op 1 augustus 2005 van de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen om aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie die bepalingen onverwijld mede, alsmede een transponeringstabel ter weergave van het verband tussen die bepalingen en deze richtlijn.

Zij passen die bepalingen toe met ingang van 1 september 2005.

Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor de verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

2.   De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van nationaal recht mee die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

Artikel 3

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 4

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 27 september 2004.

Voor de Commissie

Olli REHN

Lid van de Commissie


(1)  PB L 262 van 27.9.1976, blz. 201. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2004/21/EG van de Commissie (PB L 57 van 25.2.2004, blz. 4).

(2)  PB L 188 van 22.7.1994, blz. 1.

(3)  PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1882/2003 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 284 van 31.10.2003, blz. 1).

(4)  PB L 158 van 30.4.2004, blz. 50.


BIJLAGE

In bijlage I bij richtlijn 76/769/EEG wordt in punt 28, Nikkel, punt 1 in de tweede kolom vervangen door:

„1.

in alle staafjes die in gaatjes in de oren en in andere delen van het menselijk lichaam worden geplaatst, tenzij de hoeveelheid nikkel die uit dergelijke staafjes vrijkomt, niet groter is dan 0,2 μg/cm2/week (migratielimiet);”.


28.9.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 301/53


RICHTLIJN 2004/97/EG VAN DE COMMISSIE

van 27 september 2004

tot wijziging van Richtlijn 2004/60/EG wat de termijnen betreft

(Voor de EER relevante tekst)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 91/414/EEG van de Raad van 15 juli 1991 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (1), en met name op artikel 6, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Quinoxyfen is bij Richtlijn 2004/60/EG van de Commissie van 23 april 2004 tot wijziging van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad teneinde quinoxyfen op te nemen als werkzame stof (2) in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG opgenomen.

(2)

Wanneer een nieuwe werkzame stof wordt opgenomen, moeten de lidstaten een redelijke termijn krijgen om Richtlijn 91/414/EEG uit te voeren voor de gewasbeschermingsmiddelen met die stof, en met name om eventuele voorlopige toelatingen te bezien en overeenkomstig die richtlijn in een permanente toelating om te zetten, te wijzigen of in te trekken.

(3)

De in Richtlijn 2004/60/EG vastgestelde uitvoeringstermijnen stemmen niet overeen met die voor andere nieuwe werkzame stoffen. De procedure moet worden gelijkgeschakeld voor alle nieuwe werkzame stoffen in de huidige herevaluatiefase.

(4)

Richtlijn 2004/60/EG moet dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(5)

De in deze richtlijn vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Artikel 3 van Richtlijn 2004/60/EG wordt als volgt gewijzigd:

Lid 2 wordt vervangen door:

„2.   Op basis van een dossier conform bijlage III bij Richtlijn 91/414/EEG voeren de lidstaten overeenkomstig de uniforme beginselen in bijlage VI bij die richtlijn een nieuwe evaluatie uit voor elk toegelaten gewasbeschermingsmiddel dat quinoxyfen bevat als enige werkzame stof of als één van een aantal werkzame stoffen die alle uiterlijk op 31 augustus 2004 in bijlage I bij die richtlijn zijn opgenomen. Op basis van die evaluatie bepalen zij of het middel voldoet aan artikel 4, lid 1, onder b), c), d) en e), van die richtlijn.

Daarna zorgen de lidstaten ervoor dat:

a)

als quinoxyfen de enige werkzame stof in het gewasbeschermingsmiddel is, de toelating indien nodig uiterlijk op 28 februari 2006 wordt gewijzigd of ingetrokken; of

b)

als het gewasbeschermingsmiddel naast quinoxyfen nog andere werkzame stoffen bevat, de toelating indien nodig uiterlijk op 28 februari 2006 of, als dat later is, op de datum die voor zo'n wijziging of intrekking is vastgesteld in de richtlijnen waarbij die stoffen in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG zijn opgenomen, wordt gewijzigd of ingetrokken.”.

Artikel 2

Deze richtlijn treedt in werking op 1 september 2004.

Artikel 3

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 27 september 2004.

Voor de Commissie

David BYRNE

Lid van de Commissie


(1)  PB L 230 van 19.8.1991, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2004/71/EG van de Commissie (PB L 127 van 29.4.2004, blz. 104).

(2)  PB L 120 van 24.4.2004, blz. 39.


II Besluiten waarvan de publicatie niet voorwaarde is voor de toepassing

Raad

28.9.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 301/54


BESLUIT VAN DE RAAD

van 27 mei 2004

betreffende de aanwijzing van de Culturele Hoofdstad van Europa 2008

(2004/659/EG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Besluit nr. 1419/1999/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 mei 1999 tot vaststelling van een communautaire actie voor het evenement „Culturele Hoofdstad van Europa” voor het tijdvak 2005 tot 2019 (1), en met name op artikel 2, lid 3, en artikel 4,

Gezien het verslag van de jury van februari 2004 dat overeenkomstig artikel 2, lid 2, van Besluit nr. 1419/1999/EG aan de Commissie, het Europees Parlement en de Raad is uitgebracht,

Gezien de aanbeveling van de Commissie van 27 april 2004,

BESLUIT:

Artikel 1

Liverpool wordt aangewezen als „Culturele Hoofdstad van Europa 2008” overeenkomstig artikel 2, lid 1, van Besluit nr. 1419/1999/EG.

Artikel 2

Stavanger wordt aangewezen als „Culturele Hoofdstad van Europa 2008” overeenkomstig artikel 4 van Besluit nr. 1419/1999/EG.

Artikel 3

Beide steden nemen de nodige maatregelen om te zorgen voor de effectieve uitvoering van de artikelen 1 en 5 van Besluit nr. 1419/1999/EG.

Gedaan te Brussel, 27 mei 2004.

Voor de Raad

De voorzitter

J. O'DONOGHUE


(1)  PB L 166 van 1.7.1999, blz. 1.


Commissie

28.9.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 301/55


BESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 5 juli 2004

over het standpunt van de Gemeenschap over de wijziging van de aanhangsels van bijlage 6 bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in landbouwproducten

(2004/660/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Besluit 2002/309/EG, Euratom van de Raad en, wat betreft de Overeenkomst inzake Wetenschappelijke en Technologische samenwerking, van de Commissie van 4 april 2002 betreffende de sluiting van zeven overeenkomsten met de Zwitserse Bondsstaat (1), en met name op artikel 5, lid 2, tweede alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in landbouwproducten, hierna de „landbouwovereenkoms” genoemd, is op 1 juni 2002 in werking getreden.

(2)

Krachtens artikel 6 van de landbouwovereenkomst wordt een Gemengd Landbouwcomité opgericht, dat met het beheer van de landbouwovereenkomst belast is en op de goede werking ervan toeziet.

(3)

Artikel 11 van de landbouwovereenkomst bepaalt dat het Gemengd Landbouwcomité de bijlagen 1 en 2 en de aanhangsels van de overige bijlagen bij deze overeenkomst kan wijzigen.

(4)

Het standpunt over de wijzigingen van de aanhangsels dat de Commissie namens de Gemeenschap in het Gemengd Landbouwcomité moet innemen, moet nader worden omschreven.

(5)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor teeltmateriaal voor land-, tuin- en bosbouw,

BESLUIT:

Artikel 1

Het standpunt dat de Commissie namens de Gemeenschap moet innemen in het bij artikel 6 van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in landbouwproducten opgerichte Gemengd Landbouwcomité, is gebaseerd op het bij dit besluit gevoegde ontwerp-besluit van het Gemengd Landbouwcomité.

Artikel 2

In overeenstemming met het reglement van orde van het Gemengd Landbouwcomité wordt het bij dit besluit gevoegde ontwerp-besluit van het Gemengd Landbouwcomité namens de Europese Gemeenschap ondertekend door:

Michael Scannell, delegatieleider voor kwesties die onder de bevoegdheid van het directoraat-generaal Gezondheid en consumentenbescherming vallen;

Hans-Christian Beaumond, secretaris van het Gemengd Landbouwcomité.

Artikel 3

Het besluit van het Gemengd Landbouwcomité wordt na goedkeuring bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 5 juli 2004.

Voor de Commissie

David BYRNE

Lid van de Commissie


(1)  PB L 114 van 30.4.2002, blz. 1.


BIJLAGE

BESLUIT Nr. 4/2004 VAN HET KRACHTENS DE OVEREENKOMST TUSSEN DE EUROPESE GEMEENSCHAP EN DE ZWITSERSE BONDSSTAAT INZAKE DE HANDEL IN LANDBOUWPRODUCTEN OPGERICHTE GEMENGD LANDBOUWCOMITÉ

van …

betreffende de wijzigingen van de aanhangsels van bijlage 6

(…/…/…)

HET GEMENGD LANDBOUWCOMITÉ,

Gelet op de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in landbouwproducten, en met name op artikel 11,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De overeenkomst is op 1 juni 2002 in werking getreden.

(2)

Bijlage 6 heeft betrekking op zaaizaad van landbouwgewassen, groentegewassen, fruitgewassen, siergewassen en wijnstokken. Bijlage 6 wordt aangevuld met 4 aanhangsels.

(3)

Aanhangsel 1, deel 1, heeft betrekking op de voorschriften van beide partijen en erkent dat de in deze voorschriften vastgestelde voorwaarden dezelfde effecten hebben.

(4)

Aanhangsel 1, deel 2, heeft betrekking op de voorschriften van beide partijen en de wederzijdse erkenning van de in overeenstemming met de voorschriften van beide partijen opgestelde certificaten.

(5)

In aanhangsel 2 worden de instanties vermeld die in de Europese Gemeenschap en Zwitserland met de normcontroles van zaaizaad belast zijn.

(6)

In aanhangsel 3 worden de door de Europese Gemeenschap en Zwitserland geaccepteerde afwijkende regelingen vermeld.

(7)

In aanhangsel 4 worden de door beide partijen erkende derde landen vermeld waaruit zaaizaad mag worden ingevoerd. Bovendien worden de gewassen en de reikwijdte van de erkenning gepreciseerd.

(8)

De bovenvermelde aanhangsels moeten worden gewijzigd rekening houdend met de veranderingen die de voorschriften sinds het einde van de onderhandelingen hebben ondergaan,

BESLUIT:

Artikel 1

De aanhangsels van bijlage 6 bij de overeenkomst worden vervangen door de als aanhangsel bij dit besluit gevoegde tekst.

Artikel 2

Dit besluit treedt op 1 juli 2004.

Ondertekend te Brussel, 5 juli 2004.

Voor de Europese Gemeenschap

Michael SCANNELL

Voor de Zwitserse Bondsstaat

Christian HÄBERLI

Voor het secretariaat van het Gemengd Landbouwcomité

Hans-Christian BEAUMOND

APÉNDICE

AANHANGSEL 1

VOORSCHRIFTEN

Deel 1 (erkenning van de onderlinge conformiteit van de voorschriften)

A.   VOORSCHRIFTEN VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAP

1.   Basisteksten

Richtlijn 66/401/EEG van de Raad van 14 juni 1966 betreffende het in de handel brengen van zaaizaad van groenvoedergewassen (PB 125 van 11.7.1966, blz. 2298/66), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2003/61/EG (PB L 165 van 3.7.2003, blz. 23).

Richtlijn 66/402/EEG van de Raad van 14 juni 1966 betreffende het in de handel brengen van zaaigranen (PB 125 van 11.7.1996, blz. 2309/66), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2003/61/EG (PB L 165 van 3.7.2003, blz. 23).

Richtlijn 2002/53/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende de gemeenschappelijke rassenlijst van landbouwgewassen (PB L 193 van 20.7.2002, blz. 1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 268 van 18.10.2003, blz. 1).

Richtlijn 2002/54/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het in de handel brengen van bietenzaad (PB L 193 van 20.7.2002, blz. 12), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2003/61/EG (PB L 165 van 3.7.2003, blz. 23).

Richtlijn 2002/56/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het in de handel brengen van pootaardappelen (PB L 193 van 20.7.2002, blz. 60), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2003/61/EG (PB L 165 van 3.7.2003, blz. 23).

Richtlijn 2002/57/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het in de handel brengen van zaaizaad van oliehoudende planten en vezelgewassen (PB L 193 van 20.7.2002, blz. 74), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2003/61/EG (PB L 165 van 3.7.2003, blz. 23).

2.   Uitvoeringsbesluiten

Richtlijn 74/268/EEG van de Commissie van 2 mei 1974 tot vaststelling van bijzondere voorwaarden met betrekking tot de aanwezigheid van Avena fatua in zaaizaad van groenvoedergewassen en in zaaigranen (PB L 141 van 24.5.1974, blz. 19), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 78/511/EEG (PB L 157 van 15.6.1978, blz. 34).

Richtlijn 75/502/EEG van de Commissie van 25 juli 1975 ter beperking van de handel in zaaizaad van veldbeemdgras (Poa pratensis L.) tot officieel goedgekeurd zaaizaad van de categorieën „basiszaad” of „gecertificeerd zaad” (PB L 228 van 29.8.1975, blz. 26).

Beschikking 80/755/EEG van de Commissie van 17 juli 1980 houdende machtiging om de voorgeschreven gegevens op de verpakkingen van zaaigranen te vermelden (PB L 207 van 9.8.1980, blz. 37), laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 81/109/EEG (PB L 64 van 11.3.1981, blz. 13).

Beschikking 81/675/EEG van de Commissie van 28 juli 1981 houdende vaststelling dat bepaalde sluitingssystemen zijn „sluitingssystemen die niet opnieuw kunnen worden gebruikt” in de zin van de Richtlijnen 66/400/EEG, 66/401/EEG, 66/402/EEG, 69/208/EEG en 70/458/EEG van de Raad (PB L 246 van 29.8.1981, blz. 26), laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 86/563/EEG (PB L 327 van 22.11.1986, blz. 50).

Richtlijn 86/109/EEG van de Commissie van 27 februari 1986 waarbij de handel in zaaizaad van sommige soorten groenvoedergewassen, oliehoudende planten en vezelgewassen wordt beperkt tot zaaizaad dat officieel als „basiszaad” of als „gecertificeerd zaad” is goedgekeurd (PB L 93 van 8.4.1986, blz. 21), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 91/376/EEG (PB L 203 van 26.7.1991, blz. 108).

Richtlijn 93/17/EEG van de Commissie van 30 maart 1993 tot vaststelling van communautaire klassen voor basispootgoed van aardappelen en van de daarvoor geldende eisen en aanduidingen (PB L 106 van 30.4.1993, blz. 7).

Beschikking 97/125/EG van de Commissie van 24 januari 1997 houdende machtiging om de voorgeschreven gegevens onuitwisbaar aan te brengen op de verpakkingen van zaaizaad van olie- en vezelgewassen en tot wijziging van Beschikking 87/309/EEG houdende machtiging om de voorgeschreven gegevens onuitwisbaar aan te brengen op de verpakkingen van zaaizaad van bepaalde soorten van voedergewassen (PB L 48 van 19.2.1997, blz. 35).

Beschikking 97/788/EG van de Raad van 17 november 1997 inzake de gelijkwaardigheid van in derde landen verrichte controles op de instandhouding van rassen (PB L 322 van 25.11.1997, blz. 39), laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 2004/120/EG van de Commissie van 29 januari 2004 (PB L 36 van 7.2.2004, blz. 57).

Beschikking 98/320/EG van 27 april 1998 betreffende het opzetten van een tijdelijk experiment inzake zaadbemonstering en -controle overeenkomstig de Richtlijnen 66/400/EEG, 66/401/EEG, 66/402/EEG en 69/208/EEG van de Raad (PB L 140 van 12.5.98, blz. 14), laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 2002/280/EG (PB L 99 van 16.4.2002, blz. 22).

Verordening (EG) nr. 930/2000 van de Commissie van 4 mei 2000 tot vaststelling van nadere bepalingen betreffende de geschiktheid van rasbenamingen voor landbouw- en groentegewassen (PB L 108 van 5.5.2000, blz. 3).

Beschikking 2003/17/EG van de Raad van 16 december 2002 betreffende de gelijkwaardigheid van in derde landen verrichte veldkeuringen van gewassen voor de teelt van zaaizaad en de gelijkwaardigheid van in derde landen voortgebracht zaaizaad (PB L 8 van 14.1.2003, blz. 10), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 885/2004 van de Raad (PB L 168 van 1.5.2004, blz. 1).

Richtlijn 2003/90/EG van de Commissie van 6 oktober 2003 houdende bepalingen ter uitvoering van artikel 7 van Richtlijn 2002/53/EG van de Raad met betrekking tot de kenmerken waartoe het onderzoek van bepaalde rassen van landbouwgewassen zich ten minste moet uitstrekken, en de minimumeisen voor dat onderzoek (PB L 254 van 8.10.2003, blz. 7).

Beschikking 2004/266/EG van de Commissie van 17 maart 2004 houdende machtiging om de voorgeschreven gegevens onuitwisbaar aan te brengen op de verpakkingen van zaaizaad van voedergewassen PB L 83 van 20.3.2004, blz. 23).

B.   VOORSCHRIFTEN VAN ZWITSERLAND (1 2 3)

Loi fédérale du 29 avril 1998 sur l’agriculture, laatstelijk gewijzigd op 20 juni 2003 (RO 2003 4217).

Ordonnance du 7 décembre 1998 sur la production et la mise en circulation du matériel végétal de multiplication, laatstelijk gewijzigd op 26 november 2003 (RO 2003 4921).

Ordonnance du DFE du 7 décembre 1998 sur les semences et les plants des espèces de grandes cultures et de plantes fourragères, laatstelijk gewijzigd op 8 maart 2002 (RO 2002 1489).

Ordonnance de l'OFAG du 7 décembre 1998 sur le catalogue des variétés de céréales, de pommes de terre, de plantes fourragères, de plants oléagineuses et à fibres ainsi que de betteraves, laatstelijk gewijzigd op 15 mei 2003 (RO 2003 1404).

Deel 2 (wederzijdse erkenning van certificaten)

A.   VOORSCHRIFTEN VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAP

1.   Basisteksten

2.   Uitvoeringsbesluiten

B.   VOORSCHRIFTEN VAN ZWITSERLAND

C.   BIJ INVOER VEREISTE CERTIFICATEN

AANHANGSEL 2

INSTANTIES DIE BELAST ZIJN MET DE CONTROLE EN DE CERTIFICERING VAN ZAAIZAAD (1 2 3)

A.   EUROPESE GEMEENSCHAP

BELGIË

1.

Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap

Administratie Kwaliteit Landbouwproductie (AKL)

Dienst Normering en Controle Plantaardige Productie (NCPP)

WTC III — 12e verdieping

Simon Bolivarlaan 30

B-1000 Brussel.

2.

Ministère de la Région Wallonne

Direction Générale de l'Agriculture

Division de la Recherche, du Développement et de la qualité

Direction de la Qualité des Produits

Bloc B

Rue des Moulins de Meuse 4

B-5000 Beez.

TSJECHIË

Ústřední kontrolní a zkušební ústav zemědělský (Central Institute for Supervising and Testing in Agriculture)

Odbor osiv a sadby (Division of Seed Materials and Planting Stock)

Za Opravnou 4

150 06 Praha 5 – Motol.

DENEMARKEN

Ministeriet for Fødevarer, Landbrug og Fiskeri

Plantedirektoratet

Skovbrynet 20

DK-2800 Kgs. Lyngby.

DUITSLAND

Senatsverwaltung für Wirtschaft, Arbeit und Frauen

Fachbereich Landwirtschaft

Referat IV B 61

D-10820 Berlin.

B

Landwirtschaftskammer Nordrhein-Westfalen

Referat 51 — Landbau

Anerkennungsstelle NRW

Endenicher Allee 60

D-53115 Bonn.

BN

Der Senator für Frauen, Gesundheit, Jugend, Soziales und Umweltschutz

Referat 33

Große Weidestraße 4—16

D-28195 Bremen.

HB

Bayerische Landesanstalt für Landwirtschaft

Institut für Pflanzenbau u. Pflanzenzüchtung

— Amtliche Saatenanerkennung —

Postfach 16 41

D-85316 Freising.

FS

Landwirtschaftskammer Hannover

— Referat 32.1 —

Postfach 2 69

D-30002 Hannover.

H

Landesanstalt für Landwirtschaft und Gartenbau

Sachsen-Anhalt (LLG)

Abt. 6, Dez. 62

Prüf- u. Anerkennungsstelle für Saat- u. Pflanzgut

Heinrich-u.-Thomas-Mann-Str. 19

D-06108 Halle.

HAL

Freie und Hansestadt Hamburg

Behörde für Wirtschaft und Arbeit

Amt Wirtschaft u. Landwirtschaft

Postfach 11 21 09

D-20421 Hamburg.

HH

Landesforschungsanstalt für Landwirtschaft und Fischerei

Mecklenburg-Vorpommern

Landesanerkennungsstelle f. Saat- u. Pflanzgut

Graf-Lippe-Straße 1

D-18059 Rostock.

HRO

Thüringer Landesanstalt für Landwirtschaft

Referat Saatgut

Naumburger Straße 98

D-07743 Jena.

J

Landwirtschaftliche Untersuchungs- und Forschungsanstalt

Augustenberg

Saatgutanerkennungsstelle

Postfach 43 02 30

D-76217 Karlsruhe.

KA

Landwirtschaftskammer

Schleswig-Holstein

Abteilung Pflanzenbau

Fachbereich Saatgutwesen

Am Kamp 9

D-24783 Osterrönfeld.

KI

Landwirtschaftskammer

Rheinland-Pfalz

— Amtliche Saatenanerkennung —

Postfach 18 51

D-55508 Bad Kreuznach.

KH

Hessisches Dienstleistungszentrum

für Landwirtschaft, Gartenbau und Naturschutz

Kölnische Straße 48—50

D-34117 Kassel.

KS

Sächsische Landesanstalt für Landwirtschaft

Fachbereich 4, Ref. 43

Saatgut- und Sortenwesen

Waldheimer Str. 219

D-01683 Nossen.

MEI

Landwirtschaftskammer Weser-Ems

Fachbereich 3.10

Anerkennungsstelle

Postfach 25 49

D-26015 Oldenburg.

OL

Landwirtschaftskammer

für das Saarland

Lessingstraße 12

D-66121 Saarbrücken.

SB

Landesamt für Verbraucherschutz und Landwirtschaft

Referat 45 — Saatenanerkennung

Verwaltungszentrum — Teilbereich C

Steinplatz 1

D-15838 Wünsdorf.

TF

ESTLAND

Taimetoodangu Inspektsioon (Estonian Plant Production Inspectorate (PPI))

Vabaduse plats 4

EE-71020 Viljandi

1.

Afdeling Certificering van zaaizaad (zaaizaad exclusief aardappelen).

2.

Afdeling Plantengezondheid (uitsluitend aardappelen).

GRIEKENLAND

Ministry of Rural Development and Food

Directorate General of Plant Production

Directorate of Inputs of Crop Production

2 Acharnon Street

GR-101 76 Athens.

SPANJE

Ministerio de Agricultura, Pesca y Alimentación

Oficina española de variedades vegetales — Madrid.

Generalidad de Cataluña

Dirección General de la Producción Agraria — Barcelona.

Comunidad Autónoma de País Vasco

Dirección de Agricultura — Vitoria-Álava.

Junta de Galicia

Dirección General de Producción Agropecuaria — Santiago de Compostela.

Gobierno de Cantabria

Dirección General de Agricultura — Santander.

Principado de Asturias

Dirección General de Agroalimentación — Oviedo.

Junta de Andalucía

Dirección General de la Producción Agraria — Sevilla.

Comunidad Autónoma de Murcia

Dirección General de Agricultura e Industrias Agrarias — Murcia.

Diputacion General de Aragón

Dirección General de Tecnología Agraria — Zaragoza.

Junta de Comunidades de Castilla-La Mancha

Dirección General de la Producción Agraria — Toledo.

Generalitat Valenciana

Dirección General de Innovación Agraria y Ganadería — Valencia.

Gobierno de La Rioja

Dirección General de Desarrollo Rural — Logroño.

Junta de Extremadura

Dirección General de Producción, Investigación y Formación Agraria — Mérida.

Gobierno de Canarias

Dirección General de Desarrollo Agrícola — Santa Cruz de Tenerife.

Junta de Castilla y León

Dirección General de Producción Agropecuaria — Valladolid.

Gobierno Balear

Dirección General de Agricultura — Palma de Mallorca.

Comunidad de Madrid

Dirección General de Agricultura — Madrid.

Comunidad Foral de Navarra

Dirección General de Agricultura y Ganadería — Pamplona.

FRANKRIJK

Ministère de l'Agriculture, de l'Alimentation, de la Pêche et des Affaires Rurales

Service Officiel de Contrôle et de Certification (SOC)

Paris.

IERLAND

The Department of Agriculture and Food

Agriculture House

Kildare Street

Dublin 2.

ITALIË

Ente Nazionale Sementi Elette (ENSE)

Milan.

CYPRUS

Ministry of Agriculture, Natural Resources and Environment

Department of Agriculture

CY-1412 Nicosia.

LETLAND

Valsts Augu Aizsardzības dienests (State Plant Protection Service)

Republikas lauk. 2

LV-1981 Rīga.

LITOUWEN

Valstybinė sėklų ir grūdų tarnyba prie Žemės ūkio ministerijos (State Seed and Grain Service under the Ministry of Agriculture)

V. Kudirkos 18

LT-2600 Vilnius.

LUXEMBURG

L'Administration des Services Techniques de l'Agriculture (ASTA)

Service de la Production Végétale

Luxembourg.

HONGARIJE

Országos Mezőgazdasági Minősítő Intézet (National Institute for Agricultural Quality Control)

Keleti Károly u. 24.

Pf. 30, 93

H-1525 Budapest 114.

MALTA

Agricultural Services Laboratories,

Agricultural Services & Rural Development Division,

Ministry for Rural Affairs and the Environment

Ghammieri

Marsa.

NEDERLAND

Nederlandse Algemene Keuringsdienst voor zaaizaad en pootgoed van landbouwgewassen (NAK)

Emmeloord.

OOSTENRIJK

Bundesamt für Ernährungssicherheit

Spargelfeldstrasse 191, PO Box 400

1226 Wien.

POLEN

Państwowa Inspekcja Ochrony Roślin i Nasiennictwa (State Plant Health and Seed Inspection Service)

Ul. Wspólna 30

PL-00930 Warsawa.

PORTUGAL

Ministério da Agricultura, Desenvolvimento Rural e Pescas

Direcção Geral de Protecção das Culturas

Edificio I

Tapada da Ajuda

P-1349-018 Lisboa.

SLOVENIË

Kmetijski inštitut Slovenije (Agricultural institute of Slovenia)

Hacquetova 17

SLO-1000 Ljubljana.

SLOWAKIJE

Ústredný kontrolný a skúšobný ústav poľnohospodársky (Central Controlling and Testing Institute in Agriculture)

Odbor osív a sadív (Department of Seeds and Planting Material)

Matúškova 21

SK-833 16 Bratislava.

FINLAND

Kasvintuotannon tarkastuskeskus (KTTK)/Kontrollcentralen för växtproduktion

Siementarkastusosasto/Frökontrollavdelningen

BO Box 111

FI-32201 Loimaa.

ZWEDEN

a)

Zaaizaad, exclusief pootaardappelen:

Statens utsädeskontroll (SUK) (Swedish Seed Testing and Certification Institute)

Svalöv

Frökontrollen Mellansverige AB

Örebro

b)

Pootaardappelen:

Statens utsädeskontroll (SUK) (Swedish Seed Testing and Certification Institute)

Svalöv

VERENIGD KONINKRIJK

 

Engeland en Wales

a)

Zaaizaad, exclusief pootaardappelen

Department for Environment, Food and Rural Affairs

Plant Varieties and Seeds Division

Cambridge.

b)

Pootaardappelen

Department for Environment, Food and Rural Affairs

Plant Health Division

York.

 

Schotland

Scottish Executive

Environment and Rural Affairs Department

Edinburgh.

 

Noord-Iesland

Department of Agriculture and Rural Development

Environmental Policy

Belfast.

B.   ZWITSERLAND

Office fédéral de l'agriculture

Service des semences et plants

CH-3003 Berne

Tél. (41-31) 322 25 50

Fax (41-31) 322 26 34.

AANHANGSEL 3

AFWIJKENDE REGELINGEN

Door Zwitserland geaccepteerde afwijkende regelingen van de Gemeenschap

a)

Beschikkingen tot vrijstelling van bepaalde lidstaten van de toepassing, ten aanzien van bepaalde gewassen, van de Richtlijnen 66/401/EEG, 66/402/EEG en 2002/57/EG van de Raad betreffende het in de handel brengen van zaaizaad van groenvoedergewassen, granen, oliehoudende planten en vezelgewassen:

Beschikking 69/270/EEG van de Commissie (PB L 220 van 1.9.1969, blz. 8)

Beschikking 69/271/EEG van de Commissie (PB L 220 van 1.9.1969, blz. 9)

Beschikking 69/272/EEG van de Commissie (PB L 220 van 1.9.1969, blz. 10)

Beschikking 70/47/EEG van de Commissie (PB L 13 van 19.1.1970, blz. 26), laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 80/301/EEG (PB L 68 van 14.3.1980, blz. 30)

Beschikking 70/48/EEG van de Commissie (PB L 13 van 19.1.1970, blz. 27)

Beschikking 70/49/EEG van de Commissie (PB L 13 van 19.1.1970, blz. 28)

Beschikking 70/93/EEG van de Commissie (PB L 25 van 2.2.1970, blz. 16)

Beschikking 70/94/EEG van de Commissie (PB L 25 van 2.2.1970, blz. 17)

Beschikking 70/481/EEG van de Commissie (PB L 237 van 28.10.1970, blz. 29)

Beschikking 73/123/EEG van de Commissie (PB L 145 van 2.6.1973, blz. 43)

Beschikking 74/5/EEG van de Commissie (PB L 12 van 15.1.1974, blz. 13)

Beschikking 74/360/EEG van de Commissie (PB L 196 van 19.7.1974, blz. 18), laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 2003/234/EG

Beschikking 74/361/EEG van de Commissie (PB L 196 van 19.7.1974, blz. 19)

Beschikking 74/362/EEG van de Commissie (PB L 196 van 19.7.1974, blz. 20)

Beschikking 74/491/EEG van de Commissie (PB L 267 van 3.10.1974, blz. 18)

Beschikking 74/532/EEG van de Commissie (PB L 299 van 7.11.1974, blz. 14)

Beschikking 80/301/EEG van de Commissie (PB L 68 van 14.3.1980, blz. 30)

Beschikking 80/512/EEG van de Commissie (PB L 126 van 21.5.1980, blz. 15)

Beschikking 86/153/EEG van de Commissie (PB L 115 van 3.5.1986, blz. 26)

Beschikking 89/101/EEG van de Commissie (PB L 38 van 10.2.1989, blz. 37).

b)

Beschikkingen tot machtiging van sommige lidstaten om de handel in zaaizaad van bepaalde rassen te beperken (zie de gemeenschappelijke rassenlijst van landbouwgewassen, 22e volledige uitgave, kolom 4 (PB C 91A van 16.4.2003, blz.1)).

c)

Beschikkingen tot machtiging van sommige lidstaten om strengere maatregelen te nemen met betrekking tot de aanwezigheid van Avena fatua in zaaigranen:

Beschikking 74/269/EEG van de Commissie (PB L 141 van 24.5.1974, blz. 20), gewijzigd bij Beschikking 78/512/EEG (PB L 157 van 15.6.1978, blz. 35)

Beschikking 74/531/EEG van de Commissie (PB L 299 van 7.11.1974, blz. 13)

Beschikking 95/75/EG van de Commissie (PB L 60 van 18.3.1995, blz. 30)

Beschikking 96/334/EG van de Commissie (PB L 127 van 25.5.1996, blz. 39).

d)

Beschikkingen tot machtiging van sommige lidstaten om, wat de handel in pootaardappelen betreft, voor hun gehele grondgebied of een gedeelte daarvan ten aanzien van bepaalde ziekten strengere maatregelen toe te passen dan op grond van de bijlagen I en II van Richtlijn 2002/56/EG van de Raad is vereist:

Beschikking 2004/3/EG van de Commissie (PB L 2 van 6.1.2004, blz. 47)

e)

Beschikkingen tot machtiging om ook op basis van de uitkomsten van tests van zaaizaad en zaailingen te beoordelen of voor zaaizaad van één kloon afkomstige apomictische rassen van Poa pratensis aan de raszuiverheidsnormen is voldaan:

Beschikking 85/370/EEG van de Commissie (PB L 209 van 6.8.1985, blz. 41).

AANHANGSEL 4

LIJST VAN DERDE LANDEN (1 2 3)

 

Argentinië

 

Australië

 

Bulgarije

 

Canada

 

Chili

 

Kroatië

 

Israël

 

Marokko

 

Nieuw-Zeeland

 

Roemenië

 

Servië en Montenegro

 

Zuid-Afrika

 

Turkije

 

Verenigde Staten van Amerika

 

Uruguay

”.

(1)  De voorschriften voorzien niet in plaatselijke rassen die in Zwitserland in de handel mogen worden gebracht.

(2)  Zaaizaad van rassen die onder de voorschriften van aanhangsel 1, deel 1, vallen.

(3)  Voor veldkeuringen van gewassen voor de teelt van zaaizaad en het geproduceerde zaaizaad is de erkenning gebaseerd op Beschikking 2003/17/EG van de Raad (PB L 8 van 14.1.2003, blz. 10), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 885/2004 van de Raad (PB L 168 van 1.5.2004, blz. 1) en voor de controles op de instandhouding van rassen op Beschikking 97/788/EG van de Raad (PB L 322 van 25.11.1998, blz. 39), laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 2004/120/EG van de Commissie van 29 januari 2004 (PB L 36 van 7.2.2004, blz. 57). Voor Noorwegen geldt de overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte.


Besluiten aangenomen krachtens titel V van het Verdrag betreffende de Europese Unie

28.9.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 301/67


GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT 2004/661/GBVB VAN DE RAAD

van 24 september 2004

betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde functionarissen van Belarus

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name op artikel 15,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Europese Unie blijft ernstig bezorgd over de voortdurende aantasting van de democratie, de rechtsstaat en de mensenrechten in Belarus.

(2)

Indachtig de conclusies van de Raad van 15 september 1997, herhaalt de Europese Unie dat zij veel belang hecht aan de politieke, maatschappelijke en economische ontwikkeling van Belarus tot een democratische staat waar de rechtsstaat en de mensenrechten worden geëerbiedigd, zodat het land zijn rechtmatige plaats in Europa kan innemen.

(3)

De Europese Unie bevestigt eens te meer haar belangstelling voor een opbouwende dialoog met Belarus en zij beschouwt het als een nieuwe zware nederlaag voor de rechtsstaat in Belarus dat er tot op heden geen onafhankelijk, volledig en geloofwaardig onderzoek is verricht of zelfs maar is ingesteld naar de misdaden die de parlementaire vergadering van de Raad van Europa heeft behandeld in zijn op 28 april 2004 aangenomen verslag („het Pourgourides-verslag”).

(4)

Oproepen van de Europese Unie, laatstelijk in haar verklaring van 14 mei 2004, alsook van de Raad van Europa en van anderen om een dergelijk onafhankelijk onderzoek in te stellen, zijn door de regering van Belarus steeds genegeerd.

(5)

In het uitgebreide en terdege onderbouwde Pourgourides-verslag worden Victor Sheyman, de huidige procureur-generaal van Belarus en voormalig secretaris van de Veiligheidsraad, Yury Sivakov, minister van Sport en Toerisme van Belarus en voormalig minister van Binnenlandse Zaken, alsmede Dmitri Pavlichenko, kolonel van een speciale troepeneenheid van het ministerie van Binnenlandse Zaken van de Republiek Belarus, genoemd als de figuren die een centrale rol speelden in de verdwijning van vier bekende personen in Belarus in 1999/2000 en bij de daaropvolgende tegenwerking van het gerecht.

(6)

De hoofdverantwoordelijken voor de verdwijningen zijn vrijuit gegaan.

(7)

Derhalve heeft de Raad, gezien de klaarblijkelijke belemmering van de rechtsgang, besloten gerichte sancties te treffen in de vorm van reisbeperkingen tegen degenen die verantwoordelijk zijn voor, maar hebben nagelaten een aanvang te maken met, het onafhankelijk onderzoek en de vervolging van de vermoedelijke misdaden, alsmede tegen degenen die volgens het Pourgourides-verslag een centrale rol hebben gespeeld bij de verdwijningen en bij de daaropvolgende doofpotoperatie. De Europese Unie behoudt zich het recht voor op een latere datum verdere beperkende maatregelen te overwegen.

(8)

De Europese Unie zal haar standpunt in het licht van toekomstige ontwikkelingen opnieuw bezien, waarbij rekening zal worden gehouden met de bereidheid van de betrokken Belarussische autoriteiten om de verdwijningen volledig en op transparante wijze te laten onderzoeken en ervoor te zorgen dat degenen die voor de misdaden verantwoordelijk zijn voor het gerecht worden gebracht,

HEEFT HET VOLGENDE GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   De lidstaten nemen de nodige maatregelen om de binnenkomst op of doorreis via hun grondgebied te beletten van de in de bijlage vermelde personen die verantwoordelijk zijn voor, maar hebben nagelaten een aanvang te maken met, het onafhankelijk onderzoek en de vervolging van de vermoedelijke misdaden en degenen die in het Pourgourides-verslag worden aangemerkt als centrale figuren in de verdwijning van vier algemeen bekende personen in Belarus in 1999/2000 en bij de daaropvolgende doofpotoperatie, gezien hun klaarblijkelijke tegenwerking van het gerecht.

2.   Lid 1 houdt niet in dat de lidstaten verplicht zijn de binnenkomst op hun grondgebied van hun eigen onderdanen te beletten.

3.   Lid 1 laat de gevallen onverlet waarin lidstaten uit hoofde van het internationale recht gebonden zijn, en wel:

a)

als gastland van een internationale intergouvernementele organisatie;

b)

als gastland van een internationale conferentie die is bijeengeroepen door, of plaatsvindt onder auspiciën van de Verenigde Naties; of

c)

krachtens een multilaterale overeenkomst die voorrechten en immuniteiten verleent.

De Raad wordt in elk van die gevallen naar behoren geïnformeerd.

4.   Lid 3 wordt ook geacht van toepassing te zijn op gevallen waarin een lidstaat optreedt als gastland van de Organisatie voor veiligheid en samenwerking in Europa (OVSE).

5.   De lidstaten kunnen ontheffing van de krachtens lid 1 opgelegde maatregelen verlenen voor reizen die worden gemaakt op grond van dringende humanitaire noden, of voor de bijwoning van intergouvernementele, met inbegrip van door de geïnitieerde, vergaderingen waar een politieke dialoog plaatsvindt die direct bevorderlijk is voor democratie, mensenrechten en de rechtsstaat in Belarus.

6.   Een lidstaat die de in lid 5 bedoelde vrijstellingen wil verlenen, brengt zulks schriftelijk ter kennis van de Raad. De vrijstelling wordt geacht te zijn toegestaan, tenzij één of meer leden van de Raad binnen 48 uur na ontvangst van de kennisgeving van de voorgestelde vrijstelling, schriftelijk bezwaar maken bij de Raad. In dat geval besluit de Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen om de voorgestelde ontheffing al dan niet toe te staan.

7.   Wanneer een lidstaat krachtens de leden 3, 4, 5 en 6 een machtiging verleent tot binnenkomst op of doorreis via zijn grondgebied van de in de bijlage vermelde personen, dan geldt deze machtiging uitsluitend voor het doel waarvoor ze is verleend en voor de daarbij betrokken personen.

Artikel 2

De Raad neemt op voorstel van een lidstaat of van de Commissie de wijzigingen van de lijst in de bijlage aan die op grond van de politieke ontwikkelingen in Belarus nodig zijn.

Artikel 3

Om het effect van voornoemde maatregelen zo groot mogelijk te maken, moedigt de Europese Unie derde landen aan soortgelijke beperkende maatregelen als de in dit gemeenschappelijk standpunt genoemde te treffen.

Artikel 4

Dit gemeenschappelijk standpunt is van toepassing gedurende een periode van twaalf maanden. Het wordt voortdurend getoetst. Het wordt zo nodig verlengd of gewijzigd indien de Raad van oordeel is dat de doelstellingen ervan niet zijn verwezenlijkt.

Artikel 5

Dit gemeenschappelijk standpunt wordt van kracht op de dag waarop het wordt aangenomen.

Artikel 6

Dit gemeenschappelijk standpunt wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 24 september 2004.

Voor de Raad

De Voorzitter

L. J. BRINKHORST


BIJLAGE

Lijst van de in artikel 1 bedoelde personen

1)

SIVAKOV, YURY (YURIJ) Leonidovich, minister van Toerisme en Sport van Belarus, geboren op 5 augustus 1946 in de Sachalin-regio, voormalige Russische Socialistische Federatieve Sovjetrepubliek.

2)

SHEYMAN (SHEIMAN), VICTOR Vladimirovich, procureur-generaal van Belarus, geboren op 26 mei 1958 in de Grodno-regio.

3)

PAVLICHENKO (PAVLIUCHENKO), DMITRI (Dmitry) Valeriyevich, officier van de speciale troepen van Belarus, geboren in 1966 in Vitebsk.

4)

NAUMOV, VLADIMIR Vladimïrovich, minister van Binnenlandse Zaken, geboren in 1956.