ISSN 1725-2598 |
||
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 270 |
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Wetgeving |
47e jaargang |
|
|
II Besluiten waarvan de publicatie niet voorwaarde is voor de toepassing |
|
|
|
Commissie |
|
|
* |
|
|
Rectificaties |
|
|
* |
||
|
* |
|
|
|
(1) Voor de EER relevante tekst |
NL |
Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben. Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten. |
I Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing
18.8.2004 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 270/1 |
VERORDENING (EG) Nr. 1460/2004 VAN DE COMMISSIE
van 17 augustus 2004
tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 3223/94 van de Commissie van 21 december 1994 houdende uitvoeringsbepalingen van de invoerregeling voor groenten en fruit (1), en met name op artikel 4, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
In Verordening (EG) nr. 3223/94 zijn op grond van de multilaterale handelsbesprekingen in het kader van de Uruguayronde de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de periodes die in de bijlage bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt. |
(2) |
Op grond van de bovenvermelde criteria moeten de forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld op de in de bijlage bij deze verordening vermelde niveaus, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 3223/94 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld zoals aangegeven in de tabel in de bijlage bij deze verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 18 augustus 2004.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 17 augustus 2004.
Voor de Commissie
J. M. SILVA RODRÍGUEZ
Directeur-generaal Landbouw
(1) PB L 337 van 24.12.1994, blz. 66. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1947/2002 (PB L 299 van 1.11.2002, blz. 17).
BIJLAGE
bij de verordening van de Commissie van 17 augustus 2004 tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit
(EUR/100 kg) |
||
GN-code |
Code derde landen (1) |
Forfaitaire invoerwaarde |
0707 00 05 |
052 |
83,4 |
999 |
83,4 |
|
0709 90 70 |
052 |
72,1 |
999 |
72,1 |
|
0805 50 10 |
382 |
55,0 |
388 |
53,4 |
|
508 |
46,6 |
|
524 |
76,0 |
|
528 |
53,0 |
|
999 |
56,8 |
|
0806 10 10 |
052 |
84,5 |
400 |
179,7 |
|
624 |
145,8 |
|
999 |
136,7 |
|
0808 10 20, 0808 10 50, 0808 10 90 |
388 |
83,6 |
400 |
107,8 |
|
404 |
115,9 |
|
508 |
59,3 |
|
512 |
83,8 |
|
528 |
108,3 |
|
720 |
53,0 |
|
800 |
162,8 |
|
804 |
79,5 |
|
999 |
94,9 |
|
0808 20 50 |
052 |
139,8 |
388 |
90,9 |
|
528 |
81,3 |
|
999 |
104,0 |
|
0809 30 10, 0809 30 90 |
052 |
139,6 |
999 |
139,6 |
|
0809 40 05 |
052 |
101,8 |
066 |
32,0 |
|
094 |
33,4 |
|
624 |
142,5 |
|
999 |
77,4 |
(1) Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 2081/2003 van de Commissie (PB L 313 van 28.11.2003, blz. 11). De code „999” staat voor „andere oorsprong”.
18.8.2004 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 270/3 |
VERORDENING (EG) Nr. 1461/2004 VAN DE COMMISSIE
van 17 augustus 2004
houdende afwijking van Verordening (EG) nr. 1520/2000 wat bepaalde in artikel 14 vastgestelde bedragen betreft
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 3448/93 van de Raad van 6 december 1993 tot vaststelling van de handelsregeling voor bepaalde, door verwerking van landbouwproducten verkregen goederen (1), en met name op artikel 8, lid 3, eerste alinea,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Uit de mededelingen van de lidstaten blijkt dat de betalingen uit de reserve zoals bedoeld in artikel 14, lid 1, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 1520/2000 van de Commissie van 13 juli 2000 tot vaststelling van de gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen voor de regeling aangaande de toekenning van restituties bij uitvoer en de criteria voor de vaststelling van het restitutiebedrag betreffende bepaalde landbouwproducten, uitgevoerd in de vorm van goederen die niet onder bijlage I van het Verdrag vallen (2), in de periode vanaf het begin van het begrotingsjaar tot en met 1 mei 2004, in een sneller tempo plaatsvinden dan in het vorige begrotingsjaar. |
(2) |
Om te vermijden dat het snellere gebruik van de reserve leidt tot verstoringen van de handel ten nadele van de marktdeelnemers die van deze reserve gebruikmaken, is het dienstig dat in afwijking van artikel 14, leden 1 en 3, van Verordening (EG) nr. 1520/2000 de in deze bepalingen voor het lopende begrotingsjaar vastgestelde bedragen worden verhoogd. |
(3) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor horizontale vraagstukken inzake verwerkte landbouwproducten die niet onder bijlage I van het Verdrag vallen, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
In afwijking van artikel 14, leden 1 en 3, van Verordening (EG) nr. 1520/2000 en voor het begrotingsjaar eindigend op 15 oktober 2004 wordt:
1) |
het bedrag van de totale reserve, zoals bedoeld in lid 1, eerste alinea, verhoogd tot 45 miljoen EUR; |
2) |
de in lid 3, tweede alinea, bedoelde som verhoogd tot 35 miljoen EUR. |
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 17 augustus 2004.
Voor de Commissie
Franz FISCHLER
Lid van de Commissie
(1) PB L 318 van 20.12.1993, blz. 18. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2580/2000 (PB L 298 van 25.11.2000, blz. 5).
(2) PB L 177 van 15.7.2000, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 886/2004 (PB L 168 van 1.5.2004, blz. 14).
18.8.2004 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 270/4 |
VERORDENING (EG) Nr. 1462/2004 VAN DE COMMISSIE
van 17 augustus 2004
houdende herziening, voor de suikersector en voor het verkoopseizoen 2004/2005, van het maximumbedrag van de B-heffing en de minimumprijs voor B-suikerbieten
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1260/2001 van de Raad van 19 juni 2001 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (1), gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 39/2004 van de Commissie (2), en met name op artikel 15, lid 8, tweede en derde streepje,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
In artikel 15, leden 3 en 4, van Verordening (EG) nr. 1260/2001 is bepaald dat de verliezen die resulteren uit de verbintenissen voor de uitvoer van overschotten aan communautaire suiker, moeten worden gedekt, met inachtneming van bepaalde maxima, met productieheffingen op de productie van A- en B-suiker, A- en B-isoglucose en A- en B-inulinestroop. |
(2) |
In artikel 15, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1260/2001 is bepaald dat, wanneer het gevaar bestaat dat het te verwachten totale verlies voor het lopende verkoopseizoen niet kan worden gedekt uit de verwachte opbrengst van de basisproductieheffing en de B-heffing, als gevolg van hun limitering op respectievelijk 2 % en 30 % van de interventieprijs voor witte suiker, het maximumpercentage van de B-heffing zo wordt herzien dat het totale verlies kan worden gedekt, met dien verstande dat de heffing niet hoger mag zijn dan 37,5 %. |
(3) |
Op basis van de momenteel beschikbare voorlopige gegevens zal de opbrengst, vóór herziening, van de voor het verkoopseizoen 2004/2005 te innen heffingen wellicht lager zijn dan het bedrag dat wordt verkregen door vermenigvuldiging van het uit te voeren overschot met het gemiddelde verlies. Derhalve moet het maximumbedrag van de B-heffing voor het hierboven genoemde verkoopseizoen worden verhoogd tot 37,5 % van de interventieprijs voor witte suiker. |
(4) |
Bij artikel 4, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 1260/2001 is de minimumprijs voor B-suikerbieten vastgesteld op 32,42 EUR/t, onder voorbehoud van toepassing van artikel 15, lid 5, van die verordening, waarin is bepaald dat, wanneer het maximumbedrag van de B-heffing wordt herzien, de prijs voor B-suikerbieten dienovereenkomstig wordt gewijzigd. |
(5) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor suiker, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Voor het verkoopseizoen 2004/2005 wordt het in artikel 15, lid 4, eerste streepje, van Verordening (EG) nr. 1260/2001 bedoelde maximumbedrag van de B-heffing verhoogd tot 37,5 % van de interventieprijs voor witte suiker.
Artikel 2
Voor het verkoopseizoen 2004/2005 wordt de in artikel 4, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 1260/2001 bedoelde minimumprijs voor B-suikerbieten op grond van artikel 15, lid 5, van die verordening vastgesteld op 28,84 EUR/t.
Artikel 3
Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 17 augustus 2004.
Voor de Commissie
Franz FISCHLER
Lid van de Commissie
(1) PB L 178 van 30.6.2001, blz. 1.
(2) PB L 6 van 10.1.2004, blz. 16.
18.8.2004 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 270/5 |
VERORDENING (EG) Nr. 1463/2004 VAN DE COMMISSIE
van 17 augustus 2004
tot verlening van een vergunning voor tien jaar voor het toevoegingsmiddel Sacox 120 microGranulate van de groep „Coccidiostatica en andere geneeskrachtige stoffen” in diervoeders
(Voor de EER relevante tekst)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Richtlijn 70/524/EEG van de Raad van 23 november 1970 betreffende toevoegingsmiddelen in de diervoeding (1), en met name op artikel 9.G, lid 5, onder b),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Overeenkomstig Richtlijn 70/524/EEG zijn coccidiostatica die vóór 1 januari 1988 in bijlage I bij die richtlijn zijn opgenomen, vanaf 1 april 1998 voorlopig toegelaten en naar bijlage B, hoofdstuk I, overgebracht om opnieuw te worden geëvalueerd als toevoegingsmiddel waarvoor een persoonsgebonden vergunning wordt afgegeven aan degene die verantwoordelijk is voor het in het verkeer brengen. Het op salinomycine-natrium gebaseerde product Sacox 120 microGranulate is een toevoegingsmiddel dat behoort tot de groep „Coccidiostatica en andere geneeskrachtige stoffen” in hoofdstuk I van bijlage B bij Richtlijn 70/524/EEG. |
(2) |
De voor het in het verkeer brengen van Sacox 120 microGranulate verantwoordelijke persoon heeft overeenkomstig artikel 9.G, leden 2 en 4, van die richtlijn een vergunningaanvraag en een dossier ingediend. |
(3) |
Indien om redenen die niet verwijtbaar zijn aan de houder van de vergunning, geen uitspraak over het verzoek om verlenging kan worden gedaan vóór het verstrijken daarvan, wordt de geldigheidsduur van de vergunning voor de betrokken toevoegingsmiddelen krachtens artikel 9.G, lid 6, van Richtlijn 70/524/EEG automatisch verlengd totdat de Commissie een uitspraak doet. Deze bepaling is van toepassing op de vergunning voor Sacox 120 microGranulate. De Commissie heeft het Wetenschappelijk Comité voor de diervoeding op 26 april 2001 verzocht een volledige risico-evaluatie te verrichten; dat verzoek is overgedragen aan de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid. In de loop van de nieuwe evaluatie is herhaaldelijk om aanvullende informatie verzocht, waardoor die evaluatie niet binnen de in artikel 9.G gestelde termijn kon worden afgerond. |
(4) |
Het Wetenschappelijk Panel voor toevoegingsmiddelen en producten of stoffen die in diervoeding worden gebruikt van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid heeft een positief advies uitgebracht over de veiligheid en werkzaamheid van Sacox 120 microGranulate voor mestkippen. |
(5) |
Uit de door de Commissie verrichte nieuwe evaluatie van Sacox 120 microGranulate is gebleken dat aan de desbetreffende voorwaarden van Richtlijn 70/524/EEG is voldaan. Sacox 120 microGranulate moet dus voor tien jaar worden toegelaten als toevoegingsmiddel waarvoor een persoonsgebonden vergunning wordt verleend en worden opgenomen in hoofdstuk I van de lijst als bedoeld in artikel 9.T, onder b), van die richtlijn. |
(6) |
Aangezien de vergunning voor het toevoegingsmiddel nu gebonden is aan een persoon die verantwoordelijk is voor het in het verkeer brengen en in de plaats gekomen is van de vorige vergunning, die niet persoonsgebonden was, moet de eerdere vergunning worden ingetrokken. |
(7) |
Aangezien er geen veiligheidsredenen zijn om het product salinomycine-natrium onmiddellijk uit de handel te nemen, kan een overgangsperiode van zes maanden worden toegestaan om de bestaande voorraden van het toevoegingsmiddel op te maken. |
(8) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Bijlage B, hoofdstuk I, bij Richtlijn 70/524/EEG wordt als volgt gewijzigd:
Het toevoegingsmiddel salinomycine-natrium, behorende tot de groep „Coccidiostatica en andere geneeskrachtige stoffen”, wordt geschrapt.
Artikel 2
Voor het tot de groep „Coccidiostatica en andere geneeskrachtige stoffen” behorende toevoegingsmiddel Sacox 120 microGranulate dat in de bijlage wordt vermeld, wordt onder de in die bijlage vastgestelde voorwaarden een vergunning voor gebruik als toevoegingsmiddel in de diervoeding verleend.
Artikel 3
De bestaande voorraden salinomycine-natrium mogen nog gedurende zes maanden vanaf de inwerkingtreding van deze verordening worden gebruikt.
Artikel 4
Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 17 augustus 2004.
Voor de Commissie
David BYRNE
Lid van de Commissie
(1) PB L 270 van 14.12.1970, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1289/2004 van de Commissie (PB L 243 van 15.7.2004, blz. 15).
BIJLAGE
Registratienummer van het toevoegingsmiddel |
Naam en registratienummer van de persoon die verantwoordelijk is voor het in de handel brengen van het toevoegingsmiddel |
Toevoegingsmiddel (handelsnaam) |
Samenstelling, chemische formule, beschrijving |
Diersoort of -categorie |
Maximumleeftijd |
Minimum |
Maximum |
Andere bepalingen |
Duur van de vergunning |
||||||||||||||||||||
mg werkzame stof/kg volledig diervoeder |
|||||||||||||||||||||||||||||
Coccidiostatica en andere geneeskrachtige stoffen |
|||||||||||||||||||||||||||||
„E 766 |
Intervet International bv |
Salinomycine-natrium 120 g/kg (Sacox 120 microGranulate) |
Samenstelling toevoegingsmiddel:
Werkzame stof:
|
Mestkippen |
— |
60 |
70 |
Toediening verboden vanaf ten minste vijf dagen vóór het slachten. In de gebruiksaanwijzing vermelden: „Gevaarlijk voor paardachtigen en kalkoenen”. „Dit voeder bevat een toevoegingsmiddel van de groep van de ionoforen; mogelijke contra-indicatie: gelijktijdige toediening ervan met bepaalde andere geneesmiddelen (bv. tiamuline)”. |
21 augustus 2014” |
18.8.2004 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 270/8 |
VERORDENING (EG) Nr. 1464/2004 VAN DE COMMISSIE
van 17 augustus 2004
tot verlening van een vergunning voor tien jaar voor het toevoegingsmiddel Monteban van de groep „Coccidiostatica en andere geneeskrachtige stoffen” in diervoeders
(Voor de EER relevante tekst)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Richtlijn 70/524/EEG van de Raad van 23 november 1970 betreffende toevoegingsmiddelen in de diervoeding (1), en met name op artikel 9.G, lid 5, onder b),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Overeenkomstig Richtlijn 70/524/EEG zijn coccidiostatica die vóór 1 januari 1988 in bijlage I bij die richtlijn zijn opgenomen, vanaf 1 april 1998 voorlopig toegelaten en naar bijlage B, hoofdstuk I, overgebracht om opnieuw te worden geëvalueerd als toevoegingsmiddel waarvoor een persoonsgebonden vergunning wordt afgegeven aan degene die verantwoordelijk is voor het in het verkeer brengen. Het op narasin gebaseerde product Monteban is een toevoegingsmiddel dat behoort tot de groep „Coccidiostatica en andere geneeskrachtige stoffen” in hoofdstuk I van bijlage B bij Richtlijn 70/524/EEG. |
(2) |
De voor het in het verkeer brengen van Monteban verantwoordelijke persoon heeft overeenkomstig artikel 9.G, leden 2 en 4, van die richtlijn een vergunningaanvraag en een dossier ingediend. |
(3) |
Indien om redenen die niet verwijtbaar zijn aan de houder van de vergunning, geen uitspraak over het verzoek om verlenging kan worden gedaan vóór het verstrijken daarvan, wordt de geldigheidsduur van de vergunning voor de betrokken toevoegingsmiddelen krachtens artikel 9.G, lid 6, van Richtlijn 70/524/EEG automatisch verlengd tot de Commissie een uitspraak doet. Deze bepaling is van toepassing op de vergunning voor Monteban. De Commissie heeft het Wetenschappelijk Comité voor de diervoeding op 26 april 2001 verzocht een volledige risico-evaluatie te verrichten; dat verzoek is overgedragen aan de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid. In de loop van de nieuwe evaluatie is herhaaldelijk om aanvullende informatie verzocht, waardoor die evaluatie niet binnen de in artikel 9.G gestelde termijn kon worden afgerond. |
(4) |
Het wetenschappelijk panel voor toevoegingsmiddelen en producten of stoffen die in diervoeding worden gebruikt van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid heeft een positief advies uitgebracht over de veiligheid en werkzaamheid van Monteban voor mestkippen. |
(5) |
Uit de door de Commissie verrichte nieuwe evaluatie van Monteban is gebleken dat aan de desbetreffende voorwaarden van Richtlijn 70/524/EEG is voldaan. Monteban moet dus voor tien jaar worden toegelaten als toevoegingsmiddel waarvoor een persoonsgebonden vergunning wordt verleend en worden opgenomen in hoofdstuk I van de lijst als bedoeld in artikel 9.T, onder b), van die richtlijn. |
(6) |
Aangezien de vergunning voor het toevoegingsmiddel nu gebonden is aan een persoon die verantwoordelijk is voor het in het verkeer brengen en in de plaats gekomen is van de vorige vergunning, die niet persoonsgebonden was, moet de eerdere vergunning worden ingetrokken. |
(7) |
Aangezien er geen veiligheidsredenen zijn om het product narasin onmiddellijk uit de handel te nemen, kan een overgangsperiode van zes maanden worden toegestaan om de bestaande voorraden van het toevoegingsmiddel op te maken. |
(8) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Bijlage B, hoofdstuk I, bij Richtlijn 70/524/EEG wordt als volgt gewijzigd:
Het toevoegingsmiddel narasin, behorende tot de groep „Coccidiostatica en andere geneeskrachtige stoffen”, wordt geschrapt.
Artikel 2
Voor het tot de groep „Coccidiostatica en andere geneeskrachtige stoffen” behorende toevoegingsmiddel Monteban dat in de bijlage wordt vermeld, wordt onder de in die bijlage vastgestelde voorwaarden een vergunning voor gebruik als toevoegingsmiddel in de diervoeding verleend.
Artikel 3
De bestaande voorraden narasin mogen nog gedurende zes maanden vanaf de inwerkingtreding van deze verordening worden gebruikt.
Artikel 4
Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 17 augustus 2004.
Voor de Commissie
David BYRNE
Lid van de Commissie
(1) PB L 270 van 14.12.1970, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1289/2004 (PB L 243 van 15.7.2004, blz. 15).
BIJLAGE
Registratienummer van het toevoegingsmiddel |
Naam en registratienummer van de persoon die verantwoordelijk is voor het in de handel brengen van het toevoegingsmiddel |
Toevoegingsmiddel (handelsnaam) |
Samenstelling, chemische formule, beschrijving |
Diersoort of -categorie |
Maximum-leeftijd |
Minimum |
Maximum |
Andere bepalingen |
Duur van de vergunning |
||||||||||||||||||||||
mg werkzame stof/kg volledig diervoeder |
|||||||||||||||||||||||||||||||
Coccidiostatica en andere geneeskrachtige stoffen |
|||||||||||||||||||||||||||||||
„E 765 |
Eli Lilly and Company Ltd |
Narasin 100 g/kg (Monteban, Monteban G 100) |
Samenstelling toevoegingsmiddel:
Werkzame stof:
|
Mestkippen |
— |
60 |
70 |
Toediening verboden vanaf ten minste vijf dagen vóór het slachten. In de gebruiksaanwijzing vermelden:
|
21 augustus 2014” |
18.8.2004 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 270/11 |
VERORDENING (EG) Nr. 1465/2004 VAN DE COMMISSIE
van 17 augustus 2004
tot verlening van een permanente vergunning voor een toevoegingsmiddel in de diervoeding
(Voor de EER relevante tekst)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Richtlijn 70/524/EEG van de Raad van 23 november 1970 betreffende toevoegingsmiddelen in de diervoeding (1), en met name op artikel 3 en artikel 9.D, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Volgens Richtlijn 70/524/EEG mag geen enkel toevoegingsmiddel in het verkeer worden gebracht zonder dat daartoe een communautaire vergunning is afgegeven. De in deel II van bijlage C bij die richtlijn bedoelde toevoegingsmiddelen kunnen onder bepaalde voorwaarden zonder tijdsbeperking worden toegelaten. |
(2) |
Voor het gebruik van het enzympreparaat 6-fytase, geproduceerd door Aspergillus oryzae (DSM 11857), is voor mestkippen, legkippen, mestkalkoenen, biggen en mestvarkens bij Verordening (EG) nr. 1353/2000 van de Commissie (2) en voor zeugen bij Verordening (EG) nr. 261/2003 van de Commissie (3) voor het eerst een voorlopige vergunning verleend. |
(3) |
Er zijn nieuwe gegevens ingediend ter staving van de aanvraag om een vergunning zonder tijdsbeperking voor dit preparaat. Uit de beoordeling blijkt dat aan de in Richtlijn 70/524/EEG vastgestelde voorwaarden voor een dergelijke vergunning is voldaan. |
(4) |
Dienovereenkomstig moet het gebruik van dit preparaat onder de in de bijlage vermelde voorwaarden zonder tijdsbeperking worden toegestaan. |
(5) |
Uit de beoordeling van dit preparaat blijkt dat er bepaalde procedures nodig zijn om de werknemers tegen blootstelling aan het in de bijlage opgenomen toevoegingsmiddel te beschermen. Die bescherming dient te worden gewaarborgd door toepassing van Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (4). |
(6) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Voor het tot de groep „Enzymen” behorende preparaat dat in de bijlage wordt vermeld, wordt onder de in die bijlage vastgestelde voorwaarden een vergunning voor gebruik als toevoegingsmiddel in de diervoeding zonder tijdsbeperking verleend.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 17 augustus 2004.
Voor de Commissie
David BYRNE
Lid van de Commissie
(1) PB L 270 van 14.12.1970, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1289/2004 (PB L 243 van 15.7.2004, blz. 15).
(2) PB L 155 van 28.6.2000, blz. 15.
(3) PB L 37 van 13.2.2003, blz. 12.
(4) PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1. Richtlijn gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1882/2003 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 284 van 31.10.2003, blz. 1).
BIJLAGE
EG-nr. |
Toevoegingsmiddel |
Chemische formule, beschrijving |
Diersoort of -categorie |
Maximum-leeftijd |
Minimum |
Maximum |
Andere bepalingen |
Einde van de vergunningperiode |
||||||||||
Aantal activiteitseenheden/kg volledig diervoeder |
||||||||||||||||||
Enzymen |
||||||||||||||||||
„E 1614 |
6-fytase EC 3.1.3.26 |
Bereiding van 6-fytase, geproduceerd door Aspergillus oryzae (DSM 11857), met een minimale activiteit van:
|
Mestkippen |
— |
250 FYT |
— |
|
Onbeperkt |
||||||||||
Legkippen |
— |
300 FYT |
— |
|
Onbeperkt |
|||||||||||||
Mestkalkoenen |
— |
250 FYT |
— |
|
Onbeperkt |
|||||||||||||
Biggen |
— |
250 FYT |
— |
|
Onbeperkt |
|||||||||||||
Mestvarkens |
— |
250 FYT |
— |
|
Onbeperkt |
|||||||||||||
Zeugen |
— |
750 FYT |
— |
|
Onbeperkt” |
(1) 1 FYT is de hoeveelheid enzym die bij een pH van 5,5 en een temperatuur van 37 °C 1 micromol anorganisch fosfaat per minuut vrijmaakt uit natriumfytaat.
18.8.2004 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 270/14 |
VERORDENING (EG) Nr. 1466/2004 VAN DE COMMISSIE
van 17 augustus 2004
tot wijziging van de bij Verordening (EG) nr. 1210/2004 voor het verkoopseizoen 2004/2005 vastgestelde representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor bepaalde producten van de sector suiker
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1260/2001 van de Raad van 19 juni 2001 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (1),
Gelet op Verordening (EG) nr. 1423/95 van de Commissie van 23 juni 1995 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen voor de invoer van producten uit de sector suiker, andere dan melasse (2), en met name op artikel 1, lid 2, tweede alinea, tweede zin, en artikel 3, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De representatieve prijzen en de aanvullende invoerrechten voor witte suiker, ruwe suiker en bepaalde stropen voor het verkoopseizoen 2004/2005 zijn vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1210/2004 van de Commissie (3). Deze prijzen en invoerrechten zijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1444/2004 van de Commissie (4). |
(2) |
De bovenbedoelde prijzen en invoerrechten moeten op grond van de gegevens waarover de Commissie nu beschikt, overeenkomstig het bepaalde in Verordening (EG) nr. 1423/95 worden gewijzigd, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De bij Verordening (EG) nr. 1210/2004 voor het verkoopseizoen 2004/2005 vastgestelde representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor de in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 1423/95 bedoelde producten worden gewijzigd zoals aangegeven in de bijlage bij de onderhavige verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 18 augustus 2004.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 17 augustus 2004.
Voor de Commissie
J. M. SILVA RODRÍGUEZ
Directeur-generaal Landbouw
(1) PB L 178 van 30.6.2001, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 39/2004 van de Commissie (PB L 6 van 10.1.2004, blz. 16).
(2) PB L 141 van 24.6.1995, blz. 16. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 624/98 (PB L 85 van 20.3.1998, blz. 5).
(3) PB L 232 van 1.7.2004, blz. 11.
(4) PB L 266 van 13.8.2004, blz. 8.
BIJLAGE
Met ingang van 18 augustus 2004 geldende gewijzigde representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor witte suiker, ruwe suiker en de producten van GN-code 1702 90 99
(EUR) |
||
GN-code |
Representatieve prijs per 100 kg nettogewicht van het betrokken product |
Aanvullend invoerrecht per 100 kg nettogewicht van het betrokken product |
1701 11 10 (1) |
17,48 |
7,56 |
1701 11 90 (1) |
17,48 |
13,71 |
1701 12 10 (1) |
17,48 |
7,37 |
1701 12 90 (1) |
17,48 |
13,19 |
1701 91 00 (2) |
20,48 |
16,07 |
1701 99 10 (2) |
20,48 |
10,62 |
1701 99 90 (2) |
20,48 |
10,62 |
1702 90 99 (3) |
0,20 |
0,44 |
(1) Vastgesteld voor de standaardkwaliteit als gedefinieerd in bijlage I, punt II, bij Verordening (EG) nr. 1260/2001 van de Raad (PB L 178 van 30.6.2001, blz. 1).
(2) Vastgesteld voor de standaardkwaliteit als gedefinieerd in bijlage I, punt I, bij Verordening (EG) nr. 1260/2001 van de Raad (PB L 178 van 30.6.2001, blz. 1).
(3) Vastgesteld per procentpunt sacharosegehalte.
II Besluiten waarvan de publicatie niet voorwaarde is voor de toepassing
Commissie
18.8.2004 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 270/16 |
BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE
van 17 augustus 2004
betreffende de door de Republiek Hongarije op grond van Verordening (EG) nr. 1493/1999 van de Raad voorgelegde inventaris van het wijnproductiepotentieel
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2004) 3117)
(Slechts de tekst in de Hongaarse taal is authentiek)
(2004/599/EG)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1493/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt (1), en met name op artikel 23, lid 4,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Krachtens Verordening (EG) nr. 1493/1999 dient de betrokken lidstaat een inventaris van het wijnproductiepotentieel op te stellen om aanspraak te kunnen maken op de toename van aanplantrechten, en op herstructurerings- en omschakelingssteun. Deze inventaris moet worden opgesteld met inachtneming van artikel 16 van voornoemde verordening. |
(2) |
In artikel 19 van Verordening (EG) nr. 1227/2000 van de Commissie van 31 mei 2000 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 1493/1999 van de Raad houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt, inzonderheid met betrekking tot het productiepotentieel (2), is bepaald hoe de in de inventaris opgenomen gegevens gedetailleerd moeten worden. |
(3) |
De Republiek Hongarije heeft de Commissie bij schrijven van 25 juni 2004 de in artikel 16 van Verordening (EG) nr. 1493/1999 en artikel 19 van Verordening (EG) nr. 1227/2000 bedoelde informatie verstrekt. Uit onderzoek van deze informatie blijkt dat de Republiek Hongarije de inventaris inderdaad heeft opgesteld. |
(4) |
Deze beschikking houdt niet in dat de Commissie de juistheid van de in de inventaris opgenomen gegevens erkent of dat de in de inventaris genoemde wettelijke bepalingen in overeenstemming zijn met het Gemeenschapsrecht. Deze beschikking loopt niet vooruit op een mogelijk later besluit van de Commissie over deze punten. |
(5) |
De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor wijn, |
HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:
Artikel 1
De Commissie stelt vast dat de Republiek Hongarije de in artikel 16 van Verordening (EG) nr. 1493/1999 bedoelde inventaris van het wijnproductiepotentieel heeft opgesteld.
Artikel 2
Deze beschikking is gericht tot de Republiek Hongarije.
Gedaan te Brussel, 17 augustus 2004.
Voor de Commissie
Franz FISCHLER
Lid van de Commissie
(1) PB L 179 van 14.7.1999, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1795/2003 van de Commissie (PB L 262 van 14.10.2003, blz. 13).
(2) PB L 143 van 16.6.2000, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1389/2004 (PB L 255 van 31.7.2004, blz. 7).
Rectificaties
18.8.2004 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 270/17 |
Rectificatie van Verordening (EG) nr. 1447/2004 van de Commissie van 13 augustus 2004 tot instelling van voorlopige vrijwaringsmaatregelen ten aanzien van de invoer van gekweekte zalm
( Publicatieblad van de Europese Unie L 267 van 14 augustus 2004 )
Op bladzijde 28 wordt de tekst van bijlage I vervangen door de volgende tekst:
„BIJLAGE I
GN-code |
TARIC-code |
Groep |
Oorsprong (voor groep 1 en 2) |
Tariefcontingent (voor groep 1 en 2) in ton (gehele visequivalent) |
Volgnummer (voor groep 1) |
Volgnummer (voor groep 2) |
Aanvullend recht EUR/ton |
|
Groep 1 |
Groep 2 |
|||||||
ex 0302 12 00 |
0302120021 |
1 |
Noorwegen |
163 997 |
09.0780 |
09.0788 |
522 |
722” |
0302120022 |
1 |
Faeröer |
22 230 |
09.0694 |
09.0695 |
|
|
|
0302120023 |
1 |
Andere |
20 108 |
09.0077 |
09.0078 |
|
|
|
0302120029 |
1 |
|
|
|
|
|
|
|
0302120039 |
1 |
|
|
|
|
|
|
|
0302120099 |
1 |
|
|
|
|
|
|
|
ex 0303 11 00 |
0303110019 |
1 |
|
|
|
|
|
|
0303110099 |
1 |
|
|
|
|
|
|
|
ex 0303 19 00 |
0303190019 |
1 |
|
|
|
|
|
|
0303190099 |
1 |
|
|
|
|
|
|
|
ex 0303 22 00 |
0303220021 |
1 |
|
|
|
|
|
|
0303220022 |
1 |
|
|
|
|
|
|
|
0303220023 |
1 |
|
|
|
|
|
|
|
0303220029 |
1 |
|
|
|
|
|
|
|
0303220089 |
1 |
|
|
|
|
|
|
|
ex 0304 10 13 |
0304101321 |
2 |
|
|
|
|
|
|
0304101329 |
2 |
|
|
|
|
|
|
|
0304101399 |
2 |
|
|
|
|
|
|
|
ex 0304 20 13 |
0304201321 |
2 |
|
|
|
|
|
|
0304201329 |
2 |
|
|
|
|
|
|
|
0304201399 |
2 |
|
|
|
|
|
|
18.8.2004 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 270/18 |
Rectificatie van Richtlijn 98/20/EG van de Raad van 30 maart 1998 tot wijziging van Richtlijn 92/14/EEG betreffende de beperking van de exploitatie van de vliegtuigen van bijlage 16 bij het Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart, boekdeel 1, deel 2, hoofdstuk 2, tweede uitgave (1988)
( Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen L 107 van 7 april 1998 )
Op bladzijde 6, in artikel 2, de eerste zin:
in plaats van:
„De lidstaten stellen de regeling vast voor de bestraffing van overtredingen van de nationale bepalingen die krachtens deze richtlijn worden vastgesteld en nemen alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat deze straffen worden toegepast.”
te lezen:
„De lidstaten stellen de regeling vast voor de bestraffing van overtredingen van de nationale bepalingen die worden vastgesteld om aan Richtlijn 92/14/EEG te voldoen en nemen alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat deze straffen worden toegepast.”.