ISSN 1725-2598

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 248

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

47e jaargang
22 juli 2004


Inhoud

 

II   Besluiten waarvan de publicatie niet voorwaarde is voor de toepassing

Bladzijde

 

 

Commissie

 

*

2004/554/EG:Beschikking van de Commissie van 9 juli 2004 tot wijziging van bijlage E bij Richtlijn 91/68/EEG van de Raad en bijlage I bij Beschikking 79/542/EEG van de Raad wat betreft de bijwerking van de modellen van de gezondheidscertificaten voor schapen en geiten (Kennisgeving geschied onder nummer C(2004) 1926)  ( 1 )

1

 

*

2004/555/EG:Beschikking van de Commissie van 15 juli 2004 inzake de subsidieerbaarheid van de uitgaven die sommige lidstaten in 2004 zullen verrichten voor het verzamelen en beheren van gegevens die essentieel zijn voor het gemeenschappelijk visserijbeleid (Kennisgeving geschied onder nummer C(2004) 2730) (Slechts de teksten in de Spaanse, Deense, Duitse, Griekse, Engelse, Franse, Italiaanse, Nederlandse, Portugese, Finse en Zweedse taal zijn authentiek)

12

 

 

Europese Centrale Bank

 

*

2004/556/EG:Beschikking van de Europese Centrale Bank van 9 juli 2004 tot wijziging van Beschikking ECB/2003/15 inzake de goedkeuring met betrekking tot de omvang van de muntenuitgifte in 2004 (ECB/2004/14)

14

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


II Besluiten waarvan de publicatie niet voorwaarde is voor de toepassing

Commissie

22.7.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 248/1


BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 9 juli 2004

tot wijziging van bijlage E bij Richtlijn 91/68/EEG van de Raad en bijlage I bij Beschikking 79/542/EEG van de Raad wat betreft de bijwerking van de modellen van de gezondheidscertificaten voor schapen en geiten

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2004) 1926)

(Voor de EER relevante tekst)

(2004/554/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 72/462/EEG van de Raad van 12 december 1972 inzake gezondheidsvraagstukken en veterinairrechtelijke vraagstukken bij de invoer van runderen, varkens, schapen en geiten, van vers vlees of van vleesproducten uit derde landen (1), en met name op artikel 11, lid 2,

Gelet op Richtlijn 91/68/EEG van de Raad van 28 januari 1991 inzake veterinairrechtelijke voorschriften voor het intracommunautaire handelsverkeer in schapen en geiten (2), en met name op artikel 14, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Het model van het veterinaire certificaat voor het intracommunautaire handelsverkeer in fokschapen en -geiten is vastgelegd in bijlage E, model III, van Richtlijn 91/68/EEG.

(2)

Het model van het veterinaire certificaat voor de invoer van als huisdier gehouden schapen en geiten uit derde landen is vastgelegd in bijlage I, deel 2, onder „OVI-X”, van Beschikking 79/542/EEG van de Raad van 21 december 1976 tot vaststelling van een lijst van derde landen of delen van derde landen, alsmede tot vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften, gezondheidsvoorschriften en voorschriften inzake de veterinaire certificering voor de invoer in de Gemeenschap van levende dieren en vers vlees daarvan (3).

(3)

Overeenkomstig bijlage VIII, hoofdstuk A, deel I, en bijlage IX, hoofdstuk E, van Verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 houdende vaststelling van voorschriften inzake preventie, bestrijding en uitroeiing van bepaalde overdraagbare spongiforme encefalopathieën (4), (1)zijn bepaalde beperkingen van het handelsverkeer en de invoer van fokschapen en -geiten veranderd met het oog op de krachtigere aanpak van de uitroeiing van scrapie.

(4)

Het diergezondheidscertificaat in model III in bijlage E van Richtlijn 91/68/EEG en modelcertificaat OVI-X in bijlage I van Beschikking 79/542/EEG moeten in overeenstemming worden gebracht met de nieuwe regels.

(5)

Richtlijn 91/68/EEG en Beschikking 79/542/EEG moeten derhalve dienovereenkomstig worden aangepast.

(6)

De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

Model III in bijlage E van Richtlijn 91/68/EEG wordt vervangen door de tekst in bijlage I van deze beschikking.

Artikel 2

Model OVI-X in bijlage I, deel 2, van Beschikking 79/542/EG wordt vervangen door de tekst in bijlage II van deze beschikking.

Artikel 3

Deze beschikking is van toepassing met ingang van 1 juni 2004.

Artikel 4

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 9 juli 2004.

Voor de Commissie

David BYRNE

Lid van de Commissie


(1)  PB L 302 van 31.12.1972, blz. 28. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 807/2003 (PB L 122 van 16.5.2003, blz. 36).

(2)  PB L 46 van 19.2.1991, blz. 19. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2003/50/EG (PB L 169 van 8.7.2003, blz. 51).

(3)  PB L 146 van 14.6.1979, blz. 15. Beschikking laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 2004/372/EG van de Commissie (PB L 118 van 23.4.2004, blz. 45).

(4)  PB L 147 van 31.5.2001, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 876/2004 (PB L 162 van 30.4.2004, blz. 52).


BIJLAGE I

Image

Image

Image

Image


BIJLAGE II

Image

Image

Image

Image

Image


22.7.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 248/12


BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 15 juli 2004

inzake de subsidieerbaarheid van de uitgaven die sommige lidstaten in 2004 zullen verrichten voor het verzamelen en beheren van gegevens die essentieel zijn voor het gemeenschappelijk visserijbeleid

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2004) 2730)

(Slechts de teksten in de Spaanse, Deense, Duitse, Griekse, Engelse, Franse, Italiaanse, Nederlandse, Portugese, Finse en Zweedse taal zijn authentiek)

(2004/555/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Beschikking 2000/439/EG van de Raad van 29 juni 2000 betreffende een financiële bijdrage van de Gemeenschap in de uitgaven van de lidstaten voor het verzamelen van gegevens, alsmede in de financiering van studies en modelprojecten ter ondersteuning van het gemeenschappelijk visserijbeleid (1), en met name op artikel 4, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Beschikking 2000/439/EG is bepaald onder welke voorwaarden aan de lidstaten een bijdrage van de Gemeenschap kan worden verleend voor uitgaven die zijn gedaan in het kader van de nationale programma’s als bedoeld in Verordening (EG) nr. 1543/2000 van de Raad van 29 juni 2000 tot instelling van een communautair kader voor het verzamelen en beheren van gegevens die essentieel zijn voor het gemeenschappelijk visserijbeleid (2). Krachtens die beschikking neemt de Commissie ieder jaar op basis van de door de lidstaten verstrekte gegevens een besluit over de subsidiabiliteit van de door de lidstaten geplande uitgaven en over de hoogte van de financiële bijdrage van de Gemeenschap voor het volgende jaar.

(2)

De Commissie heeft van België, Denemarken, Duitsland, Griekenland, Spanje, Frankrijk, Ierland, Italië, Nederland, Portugal, Finland, Zweden en het Verenigd Koninkrijk vijfjarenprogramma's ontvangen waarin is beschreven welke gegevens deze lidstaten tussen 1 januari en 31 december 2004 willen verzamelen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1543/2000. Zij hebben ook aanvragen ingediend om een financiële bijdrage in de uitgaven als bedoeld in artikel 4 van Beschikking 2000/439/EG.

(3)

De Commissie heeft, overeenkomstig artikel 6 van Verordening (EG) nr. 1639/2001 van de Commissie van 25 juli 2001 tot vaststelling van het communautaire minimumprogramma en uitgebreide programma voor gegevensverzameling in de visserijsector en tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EG) nr. 1543/2000 van de Raad (3), de nationale programma's van de lidstaten voor 2004 onderzocht en heeft, op basis van deze programma’s, de subsidiabiliteit van de uitgaven geëvalueerd. Overeenkomstig artikel 6, lid 1, onder a), van Beschikking 2000/439/EG moet, op basis van deze evaluatie, aan de betrokken lidstaten een eerste deel worden betaald.

(4)

Een tweede deel zal worden betaald in 2005, na de toezending aan de Commissie en de aanvaarding door deze laatste van een financieel en een technisch verslag waarin wordt aangegeven in hoeverre de doelstellingen zijn gehaald die bij de vaststelling van het minimumprogramma en het uitgebreide programma waren bepaald, overeenkomstig het bepaalde in artikel 6, lid 1, onder b), van Beschikking 2000/439/EG en artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1639/2001.

(5)

De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor visserij en aquacultuur,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

Bij deze beschikking worden, voor 2004, het bedrag van de subsidiabele uitgaven van elke lidstaat voor het verzamelen en beheren van gegevens die essentieel zijn voor het gemeenschappelijk visserijbeleid en de financiële bijdrage van de Gemeenschap vastgesteld.

Artikel 2

De uitgaven voor het verzamelen en het beheren van gegevens die essentieel zijn voor het gemeenschappelijk visserijbeleid, die zijn vermeld in bijlage I, komen in aanmerking voor een financiële bijdrage van maximaal 50 % van de subsidiabele uitgaven in het kader van het minimumprogramma als bedoeld in artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1543/2000.

Artikel 3

De uitgaven voor het verzamelen en het beheren van gegevens die essentieel zijn voor het gemeenschappelijk visserijbeleid, die zijn vermeld in bijlage II, komen in aanmerking voor een financiële bijdrage van maximaal 35 % van de subsidiabele uitgaven in het kader van het uitgebreide programma als bedoeld in artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1543/2000.

Artikel 4

1.   De Gemeenschap zal een eerste deel van 50 % van de in de bijlagen I en II vermelde financiële bijdrage betalen.

2.   Een tweede deel zal worden betaald in 2005, na ontvangst en aanvaarding van een financieel en een technisch verslag als bedoeld in artikel 6, lid 1, onder b), van Beschikking 2000/439/EG.

Artikel 5

1.   De wisselkoers van de euro die wordt gebruikt voor de berekening van de bedragen die in het kader van deze beschikking subsidiabel zijn, is de in mei 2003 geldende koers.

2.   De uitgavendeclaraties en aanvragen om voorschotten in nationale valuta die worden ontvangen van de lidstaten die niet deelnemen aan de derde fase van de Economische en Monetaire Unie, worden in euro omgerekend tegen de koers die geldt voor de maand waarin de Commissie die declaraties en aanvragen ontvangt.

Artikel 6

Deze beschikking is gericht tot het Koninkrijk België, het Koninkrijk Denemarken, de Bondsrepubliek Duitsland, de Helleense Republiek, het Koninkrijk Spanje, de Franse Republiek, Ierland, de Italiaanse Republiek, het Koninkrijk der Nederlanden, de Portugese Republiek, de Republiek Finland, het Koninkrijk Zweden en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland.

Gedaan te Brussel, 15 juli 2004.

Voor de Commissie

Franz FISCHLER

Lid van de Commissie


(1)  PB L 176 van 15.7.2000, blz. 42.

(2)  PB L 176 van 15.7.2000, blz. 1.

(3)  PB L 222 van 17.8.2001, blz. 53.


Europese Centrale Bank

22.7.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 248/14


BESCHIKKING VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

van 9 juli 2004

tot wijziging van Beschikking ECB/2003/15 inzake de goedkeuring met betrekking tot de omvang van de muntenuitgifte in 2004

(ECB/2004/14)

(2004/556/EG)

DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 106, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Europese Centrale Bank (ECB) heeft sedert 1 januari 1999 het alleenrecht gehad haar goedkeuring te verlenen aan de omvang van de uitgifte van euromunten die mogen worden uitgegeven door de lidstaten die de euro hebben aangenomen (hierna de „deelnemende lidstaten” genoemd).

(2)

Uitgaande van door de deelnemende lidstaten aan de ECB voorgelegde schattingen van de vraag naar euromunten in 2004, heeft de ECB in Beschikking ECB/2003/15 van 28 november 2003 inzake de goedkeuring met betrekking tot de omvang van de muntenuitgifte in 2004 (1), haar goedkeuring verleend aan de totale omvang van euromunten bestemd voor circulatie en euromunten voor verzamelaars niet bestemd voor circulatie in 2004.

(3)

Tot op heden was in één deelnemende lidstaat de aan Beschikking ECB/2003/15 ten grondslag liggende schatting ontoereikend, omdat de vraag naar euromunten in 2004 hoger uitviel dan verwacht, alsook vanwege onvoorziene economische ontwikkelingen. Dientengevolge dient deze deelnemende lidstaat thans de goedkeuring van de ECB te verkrijgen voorafgaande aan de uitgifte van extra euromunten in 2004.

(4)

Op 1 juni 2004 verzocht het Italiaanse ministerie van Economische Zaken en Financiën de ECB om goedkeuring van een verhoging ten belope van 200 miljoen EUR van de omvang van voor circulatie bestemde euromunten die Italië in 2004 mag uitgeven.

(5)

De ECB verleent haar goedkeuring aan het bovengenoemde verzoek voor een verhoging van de omvang van voor circulatie bestemde euromunten die Italië in 2004 mag uitgeven. Bijgevolg dient de tabel in artikel 1 van Beschikking ECB/2003/15 te worden vervangen,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING VASTGESTELD:

Artikel 1

De tabel in artikel 1 van Beschikking ECB/2003/15 wordt als volgt vervangen:

(in miljoen EUR )

 

Uitgifte van voor circulatie bestemde munten en uitgifte van munten voor verzamelaars (niet voor circulatie bestemd)

in 2004

„België

203,0

Duitsland

1 035,0

Griekenland

207,4

Spanje

860,0

Frankrijk

668,9

Ierland

151,0

Italië

370,8

Luxemburg

70,0

Nederland

175,0

Oostenrijk

212,0

Portugal

230,0

Finland

60,0”

Artikel 2

Deze beschikking is gericht tot de deelnemende lidstaten.

Gedaan te Frankfurt am Main, 9 juli 2004.

De President van de ECB

Jean-Claude TRICHET


(1)  Beschikking 2003/860/EG van de Europese Centrale Bank van 28 november 2003 inzake de goedkeuring met betrekking tot de omvang van de muntenuitgifte in 2004 (ECB/2003/15) PB L 324 van 11.12.2003, blz. 57.