ISSN 1725-2598 |
||
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 247 |
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Wetgeving |
47e jaargang |
Inhoud |
|
I Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing |
Bladzijde |
|
* |
||
|
|
||
|
* |
||
|
* |
Verordening (EG) nr. 1332/2004 van de Commissie van 20 juli 2004 tot verlening van een permanente vergunning voor bepaalde toevoegingsmiddelen in de diervoeding ( 1 ) |
|
|
* |
Verordening (EG) nr. 1333/2004 van de Commissie van 20 juli 2004 tot verlening van een permanente vergunning voor een toevoegingsmiddel in de diervoeding ( 1 ) |
|
|
|
||
|
|
||
|
|
|
|
|
(1) Voor de EER relevante tekst |
NL |
Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben. Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten. |
I Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing
21.7.2004 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 247/1 |
VERORDENING (EG) Nr. 1329/2004 VAN DE RAAD
van 19 juli 2004
tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2505/96 betreffende de opening en wijze van beheer van autonome communautaire tariefcontingenten voor bepaalde landbouw- en industrieproducten
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 26,
Gezien het voorstel van de Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Op 20 december 1996 heeft de Raad Verordening (EG) nr. 2505/96 aangenomen betreffende de opening en wijze van beheer van autonome communautaire tariefcontingenten voor bepaalde landbouw- en industrieproducten (1). Er moet in de levering van deze producten aan de Gemeenschap worden voorzien en deze levering dient tegen de meest gunstige voorwaarden plaats te vinden. Daarom dienen nieuwe communautaire tariefcontingenten te worden geopend op grond waarvan voldoende hoeveelheden van deze producten tegen een verlaagd recht of nulrecht kunnen worden ingevoerd zonder de markt van deze producten verstoren. |
(2) |
De omvang van bepaalde autonome communautaire tariefcontingenten is onvoldoende om te voorzien in de behoefte van de industrie in de Gemeenschap voor de huidige contingentperiode. Het is nodig om deze contingenten te verhogen. |
(3) |
Gezien het economisch belang van deze verordening is er sprake van de urgentie bedoeld in punt I.3 van het Protocol bij het verdrag betreffende de Europese Unie en de Verdragen tot oprichting van de Europese Gemeenschappen inzake de rol van de nationale parlementen in de Europese Unie. |
(4) |
Verordening (EG) nr. 2505/96 moet derhalve worden gewijzigd, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Per 1 juli 2004 worden aan bijlage I van Verordening (EG) nr. 2505/96 de contingenten toegevoegd die zijn vermeld in de bijlage.
Artikel 2
Voor de contingentperiode van 1 januari tot en met 31 december 2004 is, in bijlage I van Verordening (EG) nr. 2505/96, het contingentvolume van het tariefcontingent 09.2950 vastgesteld op 8 400 ton.
Artikel 3
Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, op 19 juli 2004.
Voor de Raad
De voorzitter
C. VEERMAN
(1) PB L 345 van 31.12.1996, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 226/2004 (PB L 39 van 11.2.2004, blz. 1).
BIJLAGE
Volgnummer |
GN-code |
TARIC-code |
Omschrijving |
Omvang van het contingent |
Toepasselijk recht (in %) |
Contingentperiode |
09.2020 |
ex 7011 20 00 |
35 |
Beeldschermen van glas, met een diagonaal van 702,8 (± 1,5) mm gemeten van buitenkant tot buitenkant, met een lichtdoorlaatbaarheid van 78,9 (± 3) % bij een standaard glasdikte van 11,43 mm |
400 000 stuks |
0 |
1.7.-31.12.2004 |
09.2021 |
ex 7011 20 00 |
45 |
Beeldschermen van glas, met een diagonaal van 72 (± 0,2) cm, gemeten van buitenkant tot buitenkant, met een lichtdoorlaatbaarheid van 56,8 (± 3) % bij een standaard glasdikte van 10,16 mm |
70 000 stuks |
0 |
1.7.-31.12.2004 |
09.2022 |
ex 8504 90 11 |
20 |
Kernen van ferriet voor de vervaardiging van afbuigspoelen (1) |
2 400 000 stuks |
0 |
1.7.2004-30.6.2005 |
09.2023 |
ex 8540 91 00 |
34 |
Platte maskers met een lengte van 597,1 (± 0,2) mm en een hoogte van 356,2 (± 0,2) mm, bij het einde van de verticale middellijn voorzien van sleuven (slots) met een breedte van 179,1 (± 9) micrometer |
500 000 stuks |
0 |
1.7.-31.12.2004 |
09.2976 |
ex 8407 90 10 |
10 |
Viertakt-benzinemotoren met een cilinderinhoud van niet meer dan 250 cm3, bestemd voor de vervaardiging van gazonmaaimachines bedoeld bij onderverdeling 8433 11 (1) of van maaimachines met motor bedoeld bij onderverdeling 8433 2010 (1) |
750 000 stuks |
0 |
1.7.2004-30.6.2005 |
(1) De controle op het gebruik van deze bijzondere bestemming geschiedt door toepassing van de op dit gebied geldende communautaire bepalingen.
21.7.2004 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 247/3 |
VERORDENING (EG) Nr. 1330/2004 VAN DE COMMISSIE
van 20 juli 2004
tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 3223/94 van de Commissie van 21 december 1994 houdende uitvoeringsbepalingen van de invoerregeling voor groenten en fruit (1), en met name op artikel 4, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
In Verordening (EG) nr. 3223/94 zijn op grond van de multilaterale handelsbesprekingen in het kader van de Uruguayronde de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de periodes die in de bijlage bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt. |
(2) |
Op grond van de bovenvermelde criteria moeten de forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld op de in de bijlage bij deze verordening vermelde niveaus, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 3223/94 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld zoals aangegeven in de tabel in de bijlage bij deze verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 21 juli 2004.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 20 juli 2004.
Voor de Commissie
J. M. SILVA RODRÍGUEZ
Directeur-generaal Landbouw
(1) PB L 337 van 24.12.1994, blz. 66. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1947/2002 (PB L 299 van 1.11.2002, blz. 17).
BIJLAGE
bij de verordening van de Commissie van 20 juli 2004 tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit
(EUR/100 kg) |
||
GN-code |
Code derde landen (1) |
Forfaitaire invoerwaarde |
0702 00 00 |
052 |
39,9 |
096 |
42,5 |
|
999 |
41,2 |
|
0707 00 05 |
052 |
83,4 |
999 |
83,4 |
|
0709 90 70 |
052 |
76,5 |
999 |
76,5 |
|
0805 50 10 |
052 |
65,1 |
382 |
58,2 |
|
388 |
54,7 |
|
524 |
65,3 |
|
528 |
56,5 |
|
999 |
60,0 |
|
0808 10 20, 0808 10 50, 0808 10 90 |
388 |
77,2 |
400 |
101,8 |
|
404 |
86,6 |
|
508 |
73,9 |
|
512 |
88,2 |
|
524 |
83,4 |
|
528 |
80,0 |
|
720 |
98,4 |
|
804 |
88,3 |
|
999 |
86,4 |
|
0808 20 50 |
388 |
97,6 |
512 |
87,9 |
|
528 |
80,3 |
|
999 |
88,6 |
|
0809 10 00 |
052 |
190,2 |
092 |
189,7 |
|
094 |
69,5 |
|
999 |
149,8 |
|
0809 20 95 |
052 |
282,3 |
400 |
298,5 |
|
404 |
303,6 |
|
999 |
294,8 |
|
0809 30 10, 0809 30 90 |
052 |
153,0 |
999 |
153,0 |
|
0809 40 05 |
512 |
91,6 |
624 |
150,6 |
|
999 |
121,1 |
(1) Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 2081/2003 van de Commissie (PB L 313 van 28.11.2003, blz. 11). De code „999” staat voor „andere oorsprong”.
21.7.2004 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 247/5 |
VERORDENING (EG) Nr. 1331/2004 VAN DE COMMISSIE
van 20 juli 2004
tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1334/2002 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1638/98 van de Raad voor wat de activiteitenprogramma’s van de organisaties van deelnemers aan de olijven- en olijfoliemarkt voor het verkoopseizoen 2004/2005 betreft
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1638/98 van de Raad van 20 juli 1998 tot wijziging van Verordening nr. 136/66/EEG houdende de totstandbrenging van een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector oliën en vetten (1), en met name op artikel 4 bis, lid 3, eerste alinea, tweede streepje, en lid 4,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Verordening (EG) nr. 1334/2002 van de Commissie (2) zijn voor de verkoopseizoenen 2002/2003 en 2003/2004 de regels inzake de erkenning en de activiteitenprogramma’s van de organisaties van deelnemers aan de olijven- en olijfoliemarkt vastgesteld met het oog op de communautaire financiering als bedoeld in artikel 4 bis van Verordening (EG) nr. 1638/98. |
(2) |
De toepassing van die regels dient tot het verkoopseizoen 2004/2005 te worden uitgebreid omdat Verordening (EG) nr. 865/2004 artikel 5 van Verordening nr. 136/66/EEG van de Raad (3) wijzigt om de bestaande regeling inzake productiesteun voor olijfolie te handhaven voor het genoemde verkoopseizoen, welke productiesteun de grondslag vormt voor de inhouding waarmee de activiteitenprogramma’s van de organisaties van marktdeelnemers worden gefinancierd. |
(3) |
Verordening (EG) nr. 1334/2002 moet dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(4) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor oliën en vetten, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Verordening (EG) nr. 1334/2002 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
De titel wordt vervangen door: |
2) |
In artikel 1 wordt lid 1 vervangen door: „1. Bij deze verordening worden voor de verkoopseizoenen 2002/2003, 2003/2004 en 2004/2005 de uitvoeringsbepalingen van artikel 4 bis, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1638/98 vastgesteld met betrekking tot de erkenning en de activiteitenprogramma’s van de in dat lid bedoelde producentenorganisaties en unies daarvan, brancheorganisaties en andere organisaties van marktdeelnemers in de sector olijfolie en tafelolijven.”. |
3) |
In artikel 3 wordt lid 1 vervangen door: „1. Voor een erkenning voor de hele periode waarop deze verordening betrekking heeft, dient een organisatie van deelnemers aan de olijven- en olijfoliemarkt vóór een door de lidstaat te bepalen datum en uiterlijk op 31 mei 2003 een aanvraag in waarin wordt aangetoond dat zij voldoet aan de in artikel 2 gestelde voorwaarden. Voor een erkenning uitsluitend voor het verkoopseizoen 2004/2005 is de door de lidstaat te bepalen uiterste datum voor de indiening van de aanvraag evenwel uiterlijk 30 september 2004.”. |
4) |
Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:
|
5) |
In artikel 6, lid 3, wordt de eerste alinea vervangen door: „Uiterlijk op 31 juli 2003 wat de activiteitenprogramma’s voor de verkoopseizoenen 2002/2003 en 2003/2004 betreft of op 31 oktober 2004 wat de activiteitenprogramma’s voor het verkoopseizoen 2004/2005 betreft keurt de lidstaat de activiteitenprogramma’s van de erkende organisaties waarvoor hij de desbetreffende nationale financiering heeft toegekend, goed. De lidstaat stelt de betrokken organisaties van deelnemers aan de olijven- en olijfoliemarkt daarvan in kennis.”. |
6) |
Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:
|
7) |
Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:
|
8) |
Artikel 11 wordt als volgt gewijzigd:
|
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 20 juli 2004.
Voor de Commissie
Franz FISCHLER
Lid van de Commissie
(1) PB L 210 van 28.7.1998, blz. 32. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 865/2004 (PB L 161 van 30.4.2004, blz. 97).
(2) PB L 195 van 24.7.2002, blz. 16. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 631/2003 (PB L 92 van 9.4.2003, blz. 6).
(3) PB 172 van 30.9.1966, blz. 3025/66. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 865/2004.
21.7.2004 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 247/8 |
VERORDENING (EG) Nr. 1332/2004 VAN DE COMMISSIE
van 20 juli 2004
tot verlening van een permanente vergunning voor bepaalde toevoegingsmiddelen in de diervoeding
(Voor de EER relevante tekst)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Richtlijn 70/524/EEG van de Raad van 23 november 1970 betreffende toevoegingsmiddelen in de diervoeding (1), en met name op artikel 3 en artikel 9.D, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Richtlijn 70/524/EEG voorziet in de toelating van toevoegingsmiddelen voor gebruik in de Gemeenschap. De in deel II van bijlage C bij die richtlijn bedoelde toevoegingsmiddelen kunnen onder bepaalde voorwaarden worden toegelaten zonder tijdsbeperking. |
(2) |
Voor het gebruik van het preparaat van endo-1,4-bèta-xylanase, geproduceerd door Aspergillus niger (DSM 10287), is bij Verordening (EG) nr. 1436/98 van de Commissie (2) voor het eerst een voorlopige vergunning verleend voor mestkippen, mestkalkoenen en biggen. |
(3) |
Voor het gebruik van het preparaat van endo-1,4-bèta-xylanase en endo-1,4-bèta-glucanase, geproduceerd door Humicola insolens (DSM 10442), is bij Verordening (EG) nr. 1436/98 (2) voor het eerst een voorlopige vergunning verleend voor mestkippen. |
(4) |
Er zijn nieuwe gegevens ingediend ter staving van de aanvragen om een vergunning zonder tijdsbeperking voor deze enzympreparaten. Uit de beoordeling blijkt dat in beide gevallen aan de voorwaarden van Richtlijn 70/524/EEG voor een dergelijke vergunning wordt voldaan. |
(5) |
Daarom dient het gebruik van deze enzympreparaten onder bepaalde voorwaarden zonder tijdsbeperking te worden toegestaan. |
(6) |
Uit de beoordeling van deze aanvragen blijkt dat er bepaalde procedures nodig zijn om de werknemers tegen blootstelling aan de in de bijlagen opgenomen toevoegingsmiddelen te beschermen. Die bescherming dient te worden gewaarborgd door toepassing van Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (3). |
(7) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Voor de tot de groep „Enzymen” behorende preparaten die in de bijlagen I en II worden vermeld, wordt onder de in die bijlagen vastgestelde voorwaarden een vergunning zonder tijdsbeperking voor gebruik als toevoegingsmiddel in de diervoeding verleend.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 20 juli 2004.
Voor de Commissie
David BYRNE
Lid van de Commissie
(1) PB L 270 van 14.12.1970, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1756/2002 (PB L 265 van 3.10.2002, blz. 1).
(2) PB L 191 van 7.7.1998, blz. 15.
(3) PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1882/2003 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 284 van 31.10.2003, blz. 1).
BIJLAGE I
EG-nr. |
Toevoegingsmiddel |
Chemische formule, beschrijving |
Diersoort of -categorie |
Maximumleeftijd |
Minimum |
Maximum |
Andere bepalingen |
Einde van de vergunningsperiode |
||||||||||
Aantal activiteitseenheden/kg volledig diervoeder |
||||||||||||||||||
Enzymen |
||||||||||||||||||
E 1607 |
Endo-1,4-bèta-xylanase EC 3.2.1.8 |
Bereiding van endo-1,4-bèta-xylanase, geproduceerd door Aspergillus oryzae (DSM 10287), met een minimale activiteit van:
|
Mestkippen |
— |
100 FXU |
400 FXU |
|
Zonder tijdsbeperking |
||||||||||
Mestkalkoenen |
— |
100 FXU |
400 FXU |
|
Zonder tijdsbeperking |
|||||||||||||
Biggen |
— |
200 FXU |
400 FXU |
|
Zonder tijdsbeperking |
(1) 1 FXU is de hoeveelheid enzym die bij een pH van 6,0 en een temperatuur van 50 °C 7,8 micromol reducerende suikers (xylose-equivalent) per minuut vrijmaakt uit azotarwe-arabinoxylaan.
BIJLAGE II
EG-nr. |
Toevoegingsmiddel |
Chemische formule, beschrijving |
Diersoort of categorie |
Maximumleeftijd |
Minimum |
Maximum |
Andere bepalingen |
Einde van de vergunningsperiode |
||||||||||||||||||||||
Aantal activiteitseenheden/kg volledig diervoeder |
||||||||||||||||||||||||||||||
Enzymen |
||||||||||||||||||||||||||||||
E 1608 |
Endo-1,4-bèta-xylanase EC 3.2.1.8 Endo-1,4-bèta-glucanase EC 3.2.1.4 |
Bereiding van endo-1,4-bèta-xylanase en endo-1,4-bèta-glucanase, geproduceerd door Humicola insolens (DSM 10442), met een minimale activiteit van:
|
Mestkippen |
— |
400 FXU 36 FBG |
1 000 FXU 94 FBG |
|
Zonder tijdsbeperking |
(1) 1 FXU is de hoeveelheid enzym die bij een pH van 6,0 en een temperatuur van 50 °C 3,1 micromol reducerende suikers (xylose-equivalent) per minuut vrijmaakt uit azo-tarwe-arabinoxylaan.
(2) FBG is de hoeveelheid enzym die bij een pH van 5,0 en een temperatuur van 30 °C 1 micromol reducerende suikers (glucose-equivalent) per minuut vrijmaakt uit bèta-glucaan van gerst.
21.7.2004 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 247/11 |
VERORDENING (EG) Nr. 1333/2004 VAN DE COMMISSIE
van 20 juli 2004
tot verlening van een permanente vergunning voor een toevoegingsmiddel in de diervoeding
(Voor de EER relevante tekst)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Richtlijn 70/524/EEG van de Raad van 23 november 1970 betreffende toevoegingsmiddelen in de diervoeding (1), en met name op artikel 3 en artikel 9.D, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Richtlijn 70/524/EEG voorziet in de toelating van toevoegingsmiddelen voor gebruik in de Gemeenschap. De in deel II van bijlage C bij die richtlijn bedoelde toevoegingsmiddelen kunnen onder bepaalde voorwaarden zonder tijdsbeperking worden toegelaten. |
(2) |
Voor het gebruik van het preparaat van micro-organismen Enterococcus faecium (NCIMB 11181) is bij Verordening (EG) nr. 2690/1999 van de Commissie (2) voor het eerst een voorlopige vergunning verleend voor kalveren en biggen. |
(3) |
Er zijn nieuwe gegevens ingediend ter staving van een aanvraag om een vergunning zonder tijdsbeperking voor dat micro-organisme. Uit de beoordeling blijkt dat aan de voorwaarden van Richtlijn 70/524/EEG voor een dergelijke vergunning wordt voldaan. |
(4) |
Dienovereenkomstig moet het gebruik van dat micro-organisme voor kalveren en biggen, zoals gespecificeerd in de bijlage, zonder tijdsbeperking worden toegelaten. |
(5) |
Uit de beoordeling van de aanvragen blijkt dat er bepaalde procedures nodig zijn om de werknemers tegen blootstelling aan het in de bijlage bij deze verordening opgenomen toevoegingsmiddel te beschermen. Die bescherming dient te worden gewaarborgd door toepassing van Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (3). |
(6) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Het preparaat van Enterococcus faecium (NCIMB 11181), zoals beschreven in de bijlage, wordt onder de in die bijlage vastgestelde voorwaarden zonder tijdsbeperking toegelaten voor gebruik als toevoegingsmiddel in diervoeding.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 20 juli 2004.
Voor de Commissie
David BYRNE
Lid van de Commissie
(1) PB L 270 van 14.12.1970, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1756/2002 (PB L 265 van 3.10.2002, blz. 1).
(2) PB L 326 van 18.12.1999, blz. 33.
(3) PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1882/2003 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 284 van 31.10.2003, blz. 1).
BIJLAGE
EG-nr. |
Toevoegingsmiddel |
Chemische formule, beschrijving |
Diersoort of -categorie |
Maximum- leeftijd |
Minimum |
Maximum |
Andere bepalingen |
Einde van de vergunningsperiode |
||||||||
CFU/kg volledig diervoeder |
||||||||||||||||
Micro-organismen |
||||||||||||||||
E 1708 |
Enterococcus faecium NCIMB 11181 |
Bereiding van Enterococcus faecium met ten minste
|
Kalveren |
6 maanden |
5 × 108 |
2 × 1010 |
In de gebruiksaanwijzing voor het toevoegingsmiddel en het voormengsel de opslagtemperatuur, de houdbaarheid en de stabiliteit bij verwerking tot pellets vermelden. |
Zonder tijdsbeperking |
||||||||
Biggen |
— |
5 × 108 |
2 × 1010 |
Voor biggen tot ongeveer 35 kg. In de gebruiksaanwijzing voor het toevoegingsmiddel en het voormengsel de opslagtemperatuur, de houdbaarheid en de stabiliteit bij verwerking tot pellets vermelden. |
Zonder tijdsbeperking |
21.7.2004 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 247/13 |
VERORDENING (EG) Nr. 1334/2004 VAN DE COMMISSIE
van 20 juli 2004
tot vaststelling van de wereldmarktprijs voor niet-geëgreneerde katoen
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op het aan de Akte van Toetreding van Griekenland gehechte Protocol nr. 4 betreffende katoen, laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1050/2001 van de Raad (1),
Gelet op Verordening (EG) nr. 1051/2001 van de Raad van 22 mei 2001 betreffende de steun voor de katoenproductie (2), en met name op artikel 4,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Krachtens artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1051/2001 wordt op gezette tijden een wereldmarktprijs voor niet-geëgreneerde katoen bepaald, rekening houdende met de historische verhouding tussen de in aanmerking genomen wereldmarktprijs voor geëgreneerde katoen en de berekende prijs voor niet-geëgreneerde katoen. Deze historische verhouding is vastgesteld in artikel 2, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1591/2001 van de Commissie van 2 augustus 2001, houdende uitvoeringsbepalingen van de steunregeling voor katoen (3). Als de wereldmarktprijs niet op die wijze kan worden bepaald, wordt hij bepaald op basis van de laatst vastgestelde prijs. |
(2) |
Krachtens artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1051/2001 wordt de wereldmarktprijs voor niet-geëgreneerde katoen bepaald voor een product met bepaalde kenmerken, waarbij rekening wordt gehouden met de gunstigste, voor de werkelijke markttendens representatief geachte aanbiedingen en noteringen. Om deze prijs te bepalen, wordt het gemiddelde berekend van de aanbiedingen en noteringen op één of meer Europese beurzen voor in een haven van Noord-Europa cif-geleverde producten uit de verschillende, voor de internationale handel als meest representatief beschouwde productielanden. Evenwel is bepaald dat deze criteria voor het bepalen van de wereldmarktprijs voor geëgreneerde katoen worden aangepast, om rekening te houden met de verschillen op grond van de kwaliteit van het geleverde product en de aard van de aanbiedingen en noteringen. In artikel 3, lid 2, van Verordening (EG) nr 1591/2001 is bepaald welke aanpassingen kunnen plaatsvinden. |
(3) |
Op grond van bovenbedoelde criteria moet de wereldmarktprijs voor niet-geëgreneerde katoen op het hieronder aangegeven niveau worden vastgesteld, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1051/2001 bedoelde wereldmarktprijs voor niet-geëgreneerde katoen wordt vastgesteld op 20,051 EUR/100 kg.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 21 juli 2004.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 20 juli 2004.
Voor de Commissie
J. M. SILVA RODRÍGUEZ
Directeur-generaal Landbouw
(1) PB L 148 van 1.6.2001, blz. 1.
(2) PB L 148 van 1.6.2001, blz. 3.
(3) PB L 210 van 3.8.2001, blz. 10. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1486/2002 (PB L 223 van 20.8.2002, blz. 3).
21.7.2004 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 247/14 |
VERORDENING (EG) Nr. 1335/2004 VAN DE COMMISSIE
van 20 juli 2004
tot vaststelling van de mate waarin gevolg kan worden gegeven aan de aanvragen voor invoercertificaten voor kalveren met een gewicht van niet meer dan 80 kg, die in juli 2004 zijn ingediend op grond van een bij Verordening (EG) nr. 1201/2004 vastgesteld tariefcontingent
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1254/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees (1),
Gelet op Verordening (EG) nr. 1201/2004 van de Commissie van 29 juni 2004 betreffende de opening en de wijze van beheer van een tariefcontingent voor kalveren met een gewicht van niet meer dan 80 kg van oorsprong uit Bulgarije of Roemenië (1 juli 2004 tot en met 30 juni 2005) (2), en met name op artikel 4, lid 2,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
In artikel 1, lid 3, onder a), van Verordening (EG) nr. 1201/2004 is bepaald hoeveel levende runderen met een gewicht van niet meer dan 80 kg van GN-code 0102 90 05, van oorsprong uit Bulgarije of Roemenië, voor de periode van 1 juli tot en met 31 december 2004 onder speciale voorwaarden mogen worden ingevoerd. |
(2) |
De hoeveelheden waarvoor in juli 2004 aanvragen voor invoercertificaten zijn ingediend, overschrijden de beschikbare hoeveelheden. Bijgevolg moet op grond van artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1201/2004 een uniform percentage worden vastgesteld waarmee de aangevraagde hoeveelheden worden verminderd, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Iedere aanvraag om certificaten voor invoer die is ingediend op grond van artikel 3, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1201/2004 wordt gehonoreerd voor 3,7965 % van de aangevraagde hoeveelheid.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 21 juli 2004.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 20 juli 2004.
Voor de Commissie
J. M. SILVA RODRÍGUEZ
Directeur-generaal Landbouw
(1) PB L 160 van 26.6.1999, blz. 21. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1782/2003 (PB L 270 van 21.10.2003, blz. 1).
(2) PB L 230 van 30.6.2004, blz. 12.
21.7.2004 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 247/15 |
VERORDENING (EG) Nr. 1336/2004 VAN DE COMMISSIE
van 20 juli 2004
tot bepaling van de mate waarin de in juli 2004 ingediende aanvragen voor invoercertificaten voor jonge mannelijke mestrunderen ingewilligd kunnen worden
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1254/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees (1),
Gelet op Verordening (EG) nr. 1202/2004 van de Commissie van 29 juni 2004 betreffende de opening en de wijze van beheer van een tariefcontingent voor de invoer van jonge mannelijke mestrunderen (1 juli 2004 tot en met 30 juni 2005) (2), en met name op artikel 4, lid 2,
Overwegende hetgeen volgt:
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Aan elke aanvraag voor invoercertificaten die is ingediend in juli 2004 krachtens artikel 3, lid 3, tweede alinea, derde streepje, van Verordening (EG) nr. 1202/2004 wordt voldaan voor 9,1670 % van de gevraagde hoeveelheid.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 21 juli 2004.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 20 juli 2004.
Voor de Commissie
J. M. SILVA RODRÍGUEZ
Directeur-generaal Landbouw
(1) PB L 160 van 26.6.1999, blz. 21. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1782/2003 (PB L 270 van 21.10.2003, blz. 1).
(2) PB L 230 van 30.6.2004, blz. 19.