ISSN 1725-2598

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 247

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

47e jaargang
21 juli 2004


Inhoud

 

I   Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing

Bladzijde

 

*

Verordening (EG) nr. 1329/2004 van de Raad van 19 juli 2004 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2505/96 betreffende de opening en wijze van beheer van autonome communautaire tariefcontingenten voor bepaalde landbouw- en industrieproducten

1

 

 

Verordening (EG) nr. 1330/2004 van de Commissie van 20 juli 2004 tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

3

 

*

Verordening (EG) nr. 1331/2004 van de Commissie van 20 juli 2004 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1334/2002 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1638/98 van de Raad voor wat de activiteitenprogramma’s van de organisaties van deelnemers aan de olijven- en olijfoliemarkt voor het verkoopseizoen 2004/2005 betreft

5

 

*

Verordening (EG) nr. 1332/2004 van de Commissie van 20 juli 2004 tot verlening van een permanente vergunning voor bepaalde toevoegingsmiddelen in de diervoeding ( 1 )

8

 

*

Verordening (EG) nr. 1333/2004 van de Commissie van 20 juli 2004 tot verlening van een permanente vergunning voor een toevoegingsmiddel in de diervoeding ( 1 )

11

 

 

Verordening (EG) nr. 1334/2004 van de Commissie van 20 juli 2004 tot vaststelling van de wereldmarktprijs voor niet-geëgreneerde katoen

13

 

 

Verordening (EG) nr. 1335/2004 van de Commissie van 20 juli 2004 tot vaststelling van de mate waarin gevolg kan worden gegeven aan de aanvragen voor invoercertificaten voor kalveren met een gewicht van niet meer dan 80 kg, die in juli 2004 zijn ingediend op grond van een bij Verordening (EG) nr. 1201/2004 vastgesteld tariefcontingent

14

 

 

Verordening (EG) nr. 1336/2004 van de Commissie van 20 juli 2004 tot bepaling van de mate waarin de in juli 2004 ingediende aanvragen voor invoercertificaten voor jonge mannelijke mestrunderen ingewilligd kunnen worden

15

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


I Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing

21.7.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 247/1


VERORDENING (EG) Nr. 1329/2004 VAN DE RAAD

van 19 juli 2004

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2505/96 betreffende de opening en wijze van beheer van autonome communautaire tariefcontingenten voor bepaalde landbouw- en industrieproducten

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 26,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 20 december 1996 heeft de Raad Verordening (EG) nr. 2505/96 aangenomen betreffende de opening en wijze van beheer van autonome communautaire tariefcontingenten voor bepaalde landbouw- en industrieproducten (1). Er moet in de levering van deze producten aan de Gemeenschap worden voorzien en deze levering dient tegen de meest gunstige voorwaarden plaats te vinden. Daarom dienen nieuwe communautaire tariefcontingenten te worden geopend op grond waarvan voldoende hoeveelheden van deze producten tegen een verlaagd recht of nulrecht kunnen worden ingevoerd zonder de markt van deze producten verstoren.

(2)

De omvang van bepaalde autonome communautaire tariefcontingenten is onvoldoende om te voorzien in de behoefte van de industrie in de Gemeenschap voor de huidige contingentperiode. Het is nodig om deze contingenten te verhogen.

(3)

Gezien het economisch belang van deze verordening is er sprake van de urgentie bedoeld in punt I.3 van het Protocol bij het verdrag betreffende de Europese Unie en de Verdragen tot oprichting van de Europese Gemeenschappen inzake de rol van de nationale parlementen in de Europese Unie.

(4)

Verordening (EG) nr. 2505/96 moet derhalve worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Per 1 juli 2004 worden aan bijlage I van Verordening (EG) nr. 2505/96 de contingenten toegevoegd die zijn vermeld in de bijlage.

Artikel 2

Voor de contingentperiode van 1 januari tot en met 31 december 2004 is, in bijlage I van Verordening (EG) nr. 2505/96, het contingentvolume van het tariefcontingent 09.2950 vastgesteld op 8 400 ton.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, op 19 juli 2004.

Voor de Raad

De voorzitter

C. VEERMAN


(1)  PB L 345 van 31.12.1996, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 226/2004 (PB L 39 van 11.2.2004, blz. 1).


BIJLAGE

Volgnummer

GN-code

TARIC-code

Omschrijving

Omvang van het contingent

Toepasselijk recht

(in %)

Contingentperiode

09.2020

ex 7011 20 00

35

Beeldschermen van glas, met een diagonaal van 702,8 (± 1,5) mm gemeten van buitenkant tot buitenkant, met een lichtdoorlaatbaarheid van 78,9 (± 3) % bij een standaard glasdikte van 11,43 mm

400 000 stuks

0

1.7.-31.12.2004

09.2021

ex 7011 20 00

45

Beeldschermen van glas, met een diagonaal van 72 (± 0,2) cm, gemeten van buitenkant tot buitenkant, met een lichtdoorlaatbaarheid van 56,8 (± 3) % bij een standaard glasdikte van 10,16 mm

70 000 stuks

0

1.7.-31.12.2004

09.2022

ex 8504 90 11

20

Kernen van ferriet voor de vervaardiging van afbuigspoelen (1)

2 400 000 stuks

0

1.7.2004-30.6.2005

09.2023

ex 8540 91 00

34

Platte maskers met een lengte van 597,1 (± 0,2) mm en een hoogte van 356,2 (± 0,2) mm, bij het einde van de verticale middellijn voorzien van sleuven (slots) met een breedte van 179,1 (± 9) micrometer

500 000 stuks

0

1.7.-31.12.2004

09.2976

ex 8407 90 10

10

Viertakt-benzinemotoren met een cilinderinhoud van niet meer dan 250 cm3, bestemd voor de vervaardiging van gazonmaaimachines bedoeld bij onderverdeling 8433 11 (1) of van maaimachines met motor bedoeld bij onderverdeling 8433 2010 (1)

750 000 stuks

0

1.7.2004-30.6.2005


(1)  De controle op het gebruik van deze bijzondere bestemming geschiedt door toepassing van de op dit gebied geldende communautaire bepalingen.


21.7.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 247/3


VERORDENING (EG) Nr. 1330/2004 VAN DE COMMISSIE

van 20 juli 2004

tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 3223/94 van de Commissie van 21 december 1994 houdende uitvoeringsbepalingen van de invoerregeling voor groenten en fruit (1), en met name op artikel 4, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In Verordening (EG) nr. 3223/94 zijn op grond van de multilaterale handelsbesprekingen in het kader van de Uruguayronde de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de periodes die in de bijlage bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt.

(2)

Op grond van de bovenvermelde criteria moeten de forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld op de in de bijlage bij deze verordening vermelde niveaus,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 3223/94 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld zoals aangegeven in de tabel in de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 21 juli 2004.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 20 juli 2004.

Voor de Commissie

J. M. SILVA RODRÍGUEZ

Directeur-generaal Landbouw


(1)  PB L 337 van 24.12.1994, blz. 66. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1947/2002 (PB L 299 van 1.11.2002, blz. 17).


BIJLAGE

bij de verordening van de Commissie van 20 juli 2004 tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

(EUR/100 kg)

GN-code

Code derde landen (1)

Forfaitaire invoerwaarde

0702 00 00

052

39,9

096

42,5

999

41,2

0707 00 05

052

83,4

999

83,4

0709 90 70

052

76,5

999

76,5

0805 50 10

052

65,1

382

58,2

388

54,7

524

65,3

528

56,5

999

60,0

0808 10 20, 0808 10 50, 0808 10 90

388

77,2

400

101,8

404

86,6

508

73,9

512

88,2

524

83,4

528

80,0

720

98,4

804

88,3

999

86,4

0808 20 50

388

97,6

512

87,9

528

80,3

999

88,6

0809 10 00

052

190,2

092

189,7

094

69,5

999

149,8

0809 20 95

052

282,3

400

298,5

404

303,6

999

294,8

0809 30 10, 0809 30 90

052

153,0

999

153,0

0809 40 05

512

91,6

624

150,6

999

121,1


(1)  Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 2081/2003 van de Commissie (PB L 313 van 28.11.2003, blz. 11). De code „999” staat voor „andere oorsprong”.


21.7.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 247/5


VERORDENING (EG) Nr. 1331/2004 VAN DE COMMISSIE

van 20 juli 2004

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1334/2002 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1638/98 van de Raad voor wat de activiteitenprogramma’s van de organisaties van deelnemers aan de olijven- en olijfoliemarkt voor het verkoopseizoen 2004/2005 betreft

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1638/98 van de Raad van 20 juli 1998 tot wijziging van Verordening nr. 136/66/EEG houdende de totstandbrenging van een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector oliën en vetten (1), en met name op artikel 4 bis, lid 3, eerste alinea, tweede streepje, en lid 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 1334/2002 van de Commissie (2) zijn voor de verkoopseizoenen 2002/2003 en 2003/2004 de regels inzake de erkenning en de activiteitenprogramma’s van de organisaties van deelnemers aan de olijven- en olijfoliemarkt vastgesteld met het oog op de communautaire financiering als bedoeld in artikel 4 bis van Verordening (EG) nr. 1638/98.

(2)

De toepassing van die regels dient tot het verkoopseizoen 2004/2005 te worden uitgebreid omdat Verordening (EG) nr. 865/2004 artikel 5 van Verordening nr. 136/66/EEG van de Raad (3) wijzigt om de bestaande regeling inzake productiesteun voor olijfolie te handhaven voor het genoemde verkoopseizoen, welke productiesteun de grondslag vormt voor de inhouding waarmee de activiteitenprogramma’s van de organisaties van marktdeelnemers worden gefinancierd.

(3)

Verordening (EG) nr. 1334/2002 moet dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(4)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor oliën en vetten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 1334/2002 wordt als volgt gewijzigd:

1)

De titel wordt vervangen door:

2)

In artikel 1 wordt lid 1 vervangen door:

„1.   Bij deze verordening worden voor de verkoopseizoenen 2002/2003, 2003/2004 en 2004/2005 de uitvoeringsbepalingen van artikel 4 bis, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1638/98 vastgesteld met betrekking tot de erkenning en de activiteitenprogramma’s van de in dat lid bedoelde producentenorganisaties en unies daarvan, brancheorganisaties en andere organisaties van marktdeelnemers in de sector olijfolie en tafelolijven.”.

3)

In artikel 3 wordt lid 1 vervangen door:

„1.   Voor een erkenning voor de hele periode waarop deze verordening betrekking heeft, dient een organisatie van deelnemers aan de olijven- en olijfoliemarkt vóór een door de lidstaat te bepalen datum en uiterlijk op 31 mei 2003 een aanvraag in waarin wordt aangetoond dat zij voldoet aan de in artikel 2 gestelde voorwaarden. Voor een erkenning uitsluitend voor het verkoopseizoen 2004/2005 is de door de lidstaat te bepalen uiterste datum voor de indiening van de aanvraag evenwel uiterlijk 30 september 2004.”.

4)

Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

a)

lid 1 wordt vervangen door:

„1.   De activiteitenprogramma’s die in aanmerking komen voor de communautaire financiering overeenkomstig artikel 4 bis, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1638/98, zijn samengesteld uit activiteiten als bedoeld in artikel 4 van de onderhavige verordening en worden uitgevoerd tussen 1 november 2002 en 31 oktober 2004 wat de activiteitenprogramma’s voor de verkoopseizoenen 2002/2003 en 2003/2004 betreft, en tussen 1 november 2004 en 31 oktober 2005 wat de activiteitenprogramma’s voor het verkoopseizoen 2004/2005 betreft.”;

b)

in lid 2 wordt de eerste alinea vervangen door:

„Elke organisatie van deelnemers aan de olijven- en olijfoliemarkt die overeenkomstig deze verordening is erkend of die een aanvraag om erkenning heeft ingediend, kan vóór een door de lidstaat te bepalen datum en uiterlijk op 31 mei 2003 wat de activiteitenprogramma’s voor de verkoopseizoenen 2002/2003 en 2003/2004 betreft of op 30 september 2004 wat de activiteitenprogramma’s voor het verkoopseizoen 2004/2005 betreft een aanvraag om communautaire financiering voor één enkel activiteitenprogramma per periode indienen.”.

5)

In artikel 6, lid 3, wordt de eerste alinea vervangen door:

„Uiterlijk op 31 juli 2003 wat de activiteitenprogramma’s voor de verkoopseizoenen 2002/2003 en 2003/2004 betreft of op 31 oktober 2004 wat de activiteitenprogramma’s voor het verkoopseizoen 2004/2005 betreft keurt de lidstaat de activiteitenprogramma’s van de erkende organisaties waarvoor hij de desbetreffende nationale financiering heeft toegekend, goed. De lidstaat stelt de betrokken organisaties van deelnemers aan de olijven- en olijfoliemarkt daarvan in kennis.”.

6)

Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:

a)

aan lid 2 wordt de volgende alinea toegevoegd:

„Wat de activiteitenprogramma’s voor het verkoopseizoen 2004/2005 betreft, betaalt de lidstaat de betrokken organisatie van deelnemers aan de olijven- en olijfoliemarkt het in lid 1 bedoelde bedrag in zijn geheel in de loop van de maand na de goedkeuring van het betrokken programma.”;

b)

lid 4 wordt vervangen door:

„4.   Vóór een door de lidstaat te bepalen datum en uiterlijk op 31 mei 2004 kunnen de organisaties van deelnemers aan de olijven- en olijfoliemarkt wier activiteitenprogramma voor de verkoopseizoenen 2002/2003 en 2003/2004 is goedgekeurd, een verzoek indienen tot vrijgave van de in lid 3 bedoelde zekerheid tot een bedrag dat gelijk is aan de helft van de daadwerkelijk verrichte uitgaven. De lidstaat bepaalt en controleert de bewijsstukken waarvan dit verzoek vergezeld gaat, en geeft de met de betrokken uitgaven corresponderende zekerheden vrij uiterlijk binnen twee maanden na de maand waarin het verzoek is ingediend.”.

7)

Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:

a)

lid 1 wordt vervangen door:

„1.   Met het oog op de betaling van de communautaire financiering overeenkomstig artikel 4 bis van Verordening (EG) nr. 1638/98 of, in voorkomend geval, het saldo daarvan dient een organisatie van deelnemers aan de olijven- en olijfoliemarkt vóór een door de lidstaat te bepalen datum en uiterlijk op 31 januari 2005 wat de activiteitenprogramma’s voor de verkoopseizoenen 2002/2003 en 2003/2004 betreft of op 31 januari 2006 wat de activiteitenprogramma’s voor het verkoopseizoen 2004/2005 betreft een aanvraag in bij de bevoegde nationale autoriteit.

Voor de aanvragen die worden ingediend na de in de eerste alinea bedoelde data, wordt op de communautaire financiering een verlaging toegepast die gelijk is aan 1 % per werkdag vertraging. Aanvragen die worden ingediend na 25 februari 2005 wat de activiteitenprogramma’s voor de verkoopseizoenen 2002/2003 en 2003/2004 betreft of na 25 februari 2006 wat de activiteitenprogramma’s voor het verkoopseizoen 2004/2005 betreft, zijn niet ontvankelijk.”;

b)

lid 3 wordt vervangen door:

„3.   Voor de activiteiten die worden voltooid vóór 31 oktober 2004 wat de activiteitenprogramma’s voor de verkoopseizoenen 2002/2003 en 2003/2004 betreft of vóór 31 oktober 2005 wat de activiteitenprogramma’s voor het verkoopseizoen 2004/2005 betreft en waarvoor de betaling na het einde van de maand volgende op de respectieve uiterste datum wordt verricht, wordt de voorgenomen communautaire financiering met 1 % per dag vertraging verlaagd gedurende de eerste dertig dagen na 30 november, en met 2 % per extra dag vertraging.”.

8)

Artikel 11 wordt als volgt gewijzigd:

a)

aan lid 1 wordt de volgende alinea toegevoegd:

„De lidstaten stellen de Commissie onverwijld in kennis van alle relevante informatie over de in de eerste alinea bedoelde nationale uitvoeringsbepalingen en van de wijzigingen daarvan.”;

b)

de leden 1 bis en 2 worden vervangen door:

„1 bis.   Uiterlijk op 28 februari 2003 wat de activiteitenprogramma’s voor de verkoopseizoenen 2002/2003 en 2003/2004 betreft of op 28 februari 2005 wat de activiteitenprogramma’s voor het verkoopseizoen 2004/2005 betreft stellen de lidstaten de Commissie voor elk van de betrokken verkoopseizoenen in kennis van hun beslissing inzake de in artikel 3 van Verordening (EG) nr. 1873/2002 bedoelde afwijking van artikel 20 quinquies, lid 1, van Verordening nr. 136/66/EEG.

2.   Vóór 5 september 2003 wat de activiteitenprogramma’s voor de verkoopseizoenen 2002/2003 en 2003/2004 betreft of vóór 5 december 2004 wat de activiteitenprogramma’s voor het verkoopseizoen 2004/2005 betreft stellen de lidstaten de Commissie voor elk van de betrokken verkoopseizoenen in kennis van hun beslissing inzake de in artikel 3 van Verordening (EG) nr. 1873/2002 bedoelde afwijking van artikel 5, lid 9, van Verordening nr. 136/66/EEG.

Vóór 5 september 2003 wat de activiteitenprogramma’s voor de verkoopseizoenen 2002/2003 en 2003/2004 betreft of vóór 5 december 2004 wat de activiteitenprogramma’s voor het verkoopseizoen 2004/2005 betreft stellen de lidstaten de Commissie in kennis van de gegevens over de erkende organisaties van deelnemers aan de olijven- en olijfoliemarkt en over de goedgekeurde activiteitenprogramma’s en de kenmerken daarvan, uitgesplitst naar de in artikel 2 van de onderhavige verordening bedoelde soorten organisaties van marktdeelnemers en naar de regionale productiegebieden, alsmede van de overeenkomstig artikel 4 bis, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1638/98 voor de betrokken verkoopseizoenen gereserveerde bedragen, uitgesplitst naar de activiteitengebieden.”;

c)

in lid 3, eerste alinea, wordt de inleidende zinsnede vervangen door:

„Uiterlijk op 30 april 2005 wat de activiteitenprogramma’s voor de verkoopseizoenen 2002/2003 en 2003/2004 betreft of op 30 april 2006 wat de activiteitenprogramma’s voor het verkoopseizoen 2004/2005 betreft doen de lidstaten de Commissie een verslag over de uitvoering van deze verordening toekomen dat ten minste de volgende elementen bevat:”.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 20 juli 2004.

Voor de Commissie

Franz FISCHLER

Lid van de Commissie


(1)  PB L 210 van 28.7.1998, blz. 32. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 865/2004 (PB L 161 van 30.4.2004, blz. 97).

(2)  PB L 195 van 24.7.2002, blz. 16. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 631/2003 (PB L 92 van 9.4.2003, blz. 6).

(3)  PB 172 van 30.9.1966, blz. 3025/66. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 865/2004.


21.7.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 247/8


VERORDENING (EG) Nr. 1332/2004 VAN DE COMMISSIE

van 20 juli 2004

tot verlening van een permanente vergunning voor bepaalde toevoegingsmiddelen in de diervoeding

(Voor de EER relevante tekst)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 70/524/EEG van de Raad van 23 november 1970 betreffende toevoegingsmiddelen in de diervoeding (1), en met name op artikel 3 en artikel 9.D, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Richtlijn 70/524/EEG voorziet in de toelating van toevoegingsmiddelen voor gebruik in de Gemeenschap. De in deel II van bijlage C bij die richtlijn bedoelde toevoegingsmiddelen kunnen onder bepaalde voorwaarden worden toegelaten zonder tijdsbeperking.

(2)

Voor het gebruik van het preparaat van endo-1,4-bèta-xylanase, geproduceerd door Aspergillus niger (DSM 10287), is bij Verordening (EG) nr. 1436/98 van de Commissie (2) voor het eerst een voorlopige vergunning verleend voor mestkippen, mestkalkoenen en biggen.

(3)

Voor het gebruik van het preparaat van endo-1,4-bèta-xylanase en endo-1,4-bèta-glucanase, geproduceerd door Humicola insolens (DSM 10442), is bij Verordening (EG) nr. 1436/98 (2) voor het eerst een voorlopige vergunning verleend voor mestkippen.

(4)

Er zijn nieuwe gegevens ingediend ter staving van de aanvragen om een vergunning zonder tijdsbeperking voor deze enzympreparaten. Uit de beoordeling blijkt dat in beide gevallen aan de voorwaarden van Richtlijn 70/524/EEG voor een dergelijke vergunning wordt voldaan.

(5)

Daarom dient het gebruik van deze enzympreparaten onder bepaalde voorwaarden zonder tijdsbeperking te worden toegestaan.

(6)

Uit de beoordeling van deze aanvragen blijkt dat er bepaalde procedures nodig zijn om de werknemers tegen blootstelling aan de in de bijlagen opgenomen toevoegingsmiddelen te beschermen. Die bescherming dient te worden gewaarborgd door toepassing van Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (3).

(7)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Voor de tot de groep „Enzymen” behorende preparaten die in de bijlagen I en II worden vermeld, wordt onder de in die bijlagen vastgestelde voorwaarden een vergunning zonder tijdsbeperking voor gebruik als toevoegingsmiddel in de diervoeding verleend.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 20 juli 2004.

Voor de Commissie

David BYRNE

Lid van de Commissie


(1)  PB L 270 van 14.12.1970, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1756/2002 (PB L 265 van 3.10.2002, blz. 1).

(2)  PB L 191 van 7.7.1998, blz. 15.

(3)  PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1882/2003 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 284 van 31.10.2003, blz. 1).


BIJLAGE I

EG-nr.

Toevoegingsmiddel

Chemische formule, beschrijving

Diersoort of -categorie

Maximumleeftijd

Minimum

Maximum

Andere bepalingen

Einde van de vergunningsperiode

Aantal activiteitseenheden/kg volledig diervoeder

Enzymen

E 1607

Endo-1,4-bèta-xylanase

EC 3.2.1.8

Bereiding van endo-1,4-bèta-xylanase, geproduceerd door Aspergillus oryzae (DSM 10287), met een minimale activiteit van:

 

gecoat:

1 000 FXU (1)/g

 

vloeibaar:

650 FXU/ml

Mestkippen

100 FXU

400 FXU

1)

In de gebruiksaanwijzing voor het toevoegingsmiddel en het voormengsel de opslagtemperatuur, de houdbaarheid en de stabiliteit bij verwerking tot pellets vermelden

2)

Aanbevolen dosis per kg volledig diervoeder: 100-400 FXU

3)

Voor gebruik in mengvoeders die rijk zijn aan niet-zetmeelpolysachariden (vooral arabinoxylanen), bv. voeders die meer dan 50 % granen (bv. tarwe, gerst, rogge, triticale) bevatten

Zonder tijdsbeperking

Mestkalkoenen

100 FXU

400 FXU

1)

In de gebruiksaanwijzing voor het toevoegingsmiddel en het voormengsel de opslagtemperatuur, de houdbaarheid en de stabiliteit bij verwerking tot pellets vermelden.

2)

Aanbevolen dosis per kg volledig diervoeder: 100-400 FXU

3)

Voor gebruik in mengvoeders die rijk zijn aan niet-zetmeelpolysachariden (vooral arabinoxylanen), bv. voeders die meer dan 50 % granen (bv. tarwe, gerst, rogge, triticale) bevatten

Zonder tijdsbeperking

Biggen

200 FXU

400 FXU

1)

In de gebruiksaanwijzing voor het toevoegingsmiddel en het voormengsel de opslagtemperatuur, de houdbaarheid en de stabiliteit bij verwerking tot pellets vermelden

2)

Aanbevolen dosis per kg volledig diervoeder: 200-400 FXU

3)

Voor gebruik in mengvoeders die rijk zijn aan niet-zetmeelpolysachariden (vooral arabinoxylanen), bv. voeders die meer dan 50 % granen (bv. tarwe, gerst, rogge, triticale) bevatten

4)

Voor toediening aan gespeende biggen tot ongeveer 35 kg

Zonder tijdsbeperking


(1)  1 FXU is de hoeveelheid enzym die bij een pH van 6,0 en een temperatuur van 50 °C 7,8 micromol reducerende suikers (xylose-equivalent) per minuut vrijmaakt uit azotarwe-arabinoxylaan.


BIJLAGE II

EG-nr.

Toevoegingsmiddel

Chemische formule, beschrijving

Diersoort of categorie

Maximumleeftijd

Minimum

Maximum

Andere bepalingen

Einde van de vergunningsperiode

Aantal activiteitseenheden/kg volledig diervoeder

Enzymen

E 1608

Endo-1,4-bèta-xylanase EC 3.2.1.8

Endo-1,4-bèta-glucanase EC 3.2.1.4

Bereiding van endo-1,4-bèta-xylanase en endo-1,4-bèta-glucanase, geproduceerd door Humicola insolens (DSM 10442), met een minimale activiteit van:

 

gecoat:

 

endo-1,4-bèta-xylanase: 800 FXU (1)/g

 

endo-1,4-bèta-glucanase: 75 FBG (2)/g

 

vloeibaar:

 

endo-1,4-bèta-xylanase: 550 FXU/ml

 

endo-1,4-bèta-glucanase: 50 FBG/ml

Mestkippen

400 FXU

36 FBG

1 000 FXU

94 FBG

1)

In de gebruiksaanwijzing voor het toevoegingsmiddel en het voormengsel de opslagtemperatuur, de houdbaarheid en de stabiliteit bij verwerking tot pellets vermelden

2)

Aanbevolen dosis per kg volledig diervoeder:

 

400-1 000 FXU

 

36-94 FBG.

3)

Voor gebruik in mengvoeders die rijk zijn aan niet-zetmeelpolysachariden (vooral arabinoxylanen en bèta-glucanen), bv. voeders die meer dan 40 % plantaardige ingrediënten (gerst, haver, tarwe, rogge, triticale, sorghum of lupine) bevatten

Zonder tijdsbeperking


(1)  1 FXU is de hoeveelheid enzym die bij een pH van 6,0 en een temperatuur van 50 °C 3,1 micromol reducerende suikers (xylose-equivalent) per minuut vrijmaakt uit azo-tarwe-arabinoxylaan.

(2)  FBG is de hoeveelheid enzym die bij een pH van 5,0 en een temperatuur van 30 °C 1 micromol reducerende suikers (glucose-equivalent) per minuut vrijmaakt uit bèta-glucaan van gerst.


21.7.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 247/11


VERORDENING (EG) Nr. 1333/2004 VAN DE COMMISSIE

van 20 juli 2004

tot verlening van een permanente vergunning voor een toevoegingsmiddel in de diervoeding

(Voor de EER relevante tekst)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 70/524/EEG van de Raad van 23 november 1970 betreffende toevoegingsmiddelen in de diervoeding (1), en met name op artikel 3 en artikel 9.D, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Richtlijn 70/524/EEG voorziet in de toelating van toevoegingsmiddelen voor gebruik in de Gemeenschap. De in deel II van bijlage C bij die richtlijn bedoelde toevoegingsmiddelen kunnen onder bepaalde voorwaarden zonder tijdsbeperking worden toegelaten.

(2)

Voor het gebruik van het preparaat van micro-organismen Enterococcus faecium (NCIMB 11181) is bij Verordening (EG) nr. 2690/1999 van de Commissie (2) voor het eerst een voorlopige vergunning verleend voor kalveren en biggen.

(3)

Er zijn nieuwe gegevens ingediend ter staving van een aanvraag om een vergunning zonder tijdsbeperking voor dat micro-organisme. Uit de beoordeling blijkt dat aan de voorwaarden van Richtlijn 70/524/EEG voor een dergelijke vergunning wordt voldaan.

(4)

Dienovereenkomstig moet het gebruik van dat micro-organisme voor kalveren en biggen, zoals gespecificeerd in de bijlage, zonder tijdsbeperking worden toegelaten.

(5)

Uit de beoordeling van de aanvragen blijkt dat er bepaalde procedures nodig zijn om de werknemers tegen blootstelling aan het in de bijlage bij deze verordening opgenomen toevoegingsmiddel te beschermen. Die bescherming dient te worden gewaarborgd door toepassing van Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (3).

(6)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Het preparaat van Enterococcus faecium (NCIMB 11181), zoals beschreven in de bijlage, wordt onder de in die bijlage vastgestelde voorwaarden zonder tijdsbeperking toegelaten voor gebruik als toevoegingsmiddel in diervoeding.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 20 juli 2004.

Voor de Commissie

David BYRNE

Lid van de Commissie


(1)  PB L 270 van 14.12.1970, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1756/2002 (PB L 265 van 3.10.2002, blz. 1).

(2)  PB L 326 van 18.12.1999, blz. 33.

(3)  PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1882/2003 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 284 van 31.10.2003, blz. 1).


BIJLAGE

EG-nr.

Toevoegingsmiddel

Chemische formule, beschrijving

Diersoort of -categorie

Maximum- leeftijd

Minimum

Maximum

Andere bepalingen

Einde van de vergunningsperiode

CFU/kg volledig diervoeder

Micro-organismen

E 1708

Enterococcus faecium

NCIMB 11181

Bereiding van Enterococcus faecium met ten minste

 

poeder:

 

4 × 1011 CFU/g toevoegingsmiddel

 

gecoat:

 

5 × 1010 CFU/g toevoegingsmiddel

Kalveren

6 maanden

5 × 108

2 × 1010

In de gebruiksaanwijzing voor het toevoegingsmiddel en het voormengsel de opslagtemperatuur, de houdbaarheid en de stabiliteit bij verwerking tot pellets vermelden.

Zonder tijdsbeperking

Biggen

5 × 108

2 × 1010

Voor biggen tot ongeveer 35 kg.

In de gebruiksaanwijzing voor het toevoegingsmiddel en het voormengsel de opslagtemperatuur, de houdbaarheid en de stabiliteit bij verwerking tot pellets vermelden.

Zonder tijdsbeperking


21.7.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 247/13


VERORDENING (EG) Nr. 1334/2004 VAN DE COMMISSIE

van 20 juli 2004

tot vaststelling van de wereldmarktprijs voor niet-geëgreneerde katoen

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op het aan de Akte van Toetreding van Griekenland gehechte Protocol nr. 4 betreffende katoen, laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1050/2001 van de Raad (1),

Gelet op Verordening (EG) nr. 1051/2001 van de Raad van 22 mei 2001 betreffende de steun voor de katoenproductie (2), en met name op artikel 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Krachtens artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1051/2001 wordt op gezette tijden een wereldmarktprijs voor niet-geëgreneerde katoen bepaald, rekening houdende met de historische verhouding tussen de in aanmerking genomen wereldmarktprijs voor geëgreneerde katoen en de berekende prijs voor niet-geëgreneerde katoen. Deze historische verhouding is vastgesteld in artikel 2, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1591/2001 van de Commissie van 2 augustus 2001, houdende uitvoeringsbepalingen van de steunregeling voor katoen (3). Als de wereldmarktprijs niet op die wijze kan worden bepaald, wordt hij bepaald op basis van de laatst vastgestelde prijs.

(2)

Krachtens artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1051/2001 wordt de wereldmarktprijs voor niet-geëgreneerde katoen bepaald voor een product met bepaalde kenmerken, waarbij rekening wordt gehouden met de gunstigste, voor de werkelijke markttendens representatief geachte aanbiedingen en noteringen. Om deze prijs te bepalen, wordt het gemiddelde berekend van de aanbiedingen en noteringen op één of meer Europese beurzen voor in een haven van Noord-Europa cif-geleverde producten uit de verschillende, voor de internationale handel als meest representatief beschouwde productielanden. Evenwel is bepaald dat deze criteria voor het bepalen van de wereldmarktprijs voor geëgreneerde katoen worden aangepast, om rekening te houden met de verschillen op grond van de kwaliteit van het geleverde product en de aard van de aanbiedingen en noteringen. In artikel 3, lid 2, van Verordening (EG) nr 1591/2001 is bepaald welke aanpassingen kunnen plaatsvinden.

(3)

Op grond van bovenbedoelde criteria moet de wereldmarktprijs voor niet-geëgreneerde katoen op het hieronder aangegeven niveau worden vastgesteld,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1051/2001 bedoelde wereldmarktprijs voor niet-geëgreneerde katoen wordt vastgesteld op 20,051 EUR/100 kg.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 21 juli 2004.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 20 juli 2004.

Voor de Commissie

J. M. SILVA RODRÍGUEZ

Directeur-generaal Landbouw


(1)  PB L 148 van 1.6.2001, blz. 1.

(2)  PB L 148 van 1.6.2001, blz. 3.

(3)  PB L 210 van 3.8.2001, blz. 10. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1486/2002 (PB L 223 van 20.8.2002, blz. 3).


21.7.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 247/14


VERORDENING (EG) Nr. 1335/2004 VAN DE COMMISSIE

van 20 juli 2004

tot vaststelling van de mate waarin gevolg kan worden gegeven aan de aanvragen voor invoercertificaten voor kalveren met een gewicht van niet meer dan 80 kg, die in juli 2004 zijn ingediend op grond van een bij Verordening (EG) nr. 1201/2004 vastgesteld tariefcontingent

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1254/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees (1),

Gelet op Verordening (EG) nr. 1201/2004 van de Commissie van 29 juni 2004 betreffende de opening en de wijze van beheer van een tariefcontingent voor kalveren met een gewicht van niet meer dan 80 kg van oorsprong uit Bulgarije of Roemenië (1 juli 2004 tot en met 30 juni 2005) (2), en met name op artikel 4, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In artikel 1, lid 3, onder a), van Verordening (EG) nr. 1201/2004 is bepaald hoeveel levende runderen met een gewicht van niet meer dan 80 kg van GN-code 0102 90 05, van oorsprong uit Bulgarije of Roemenië, voor de periode van 1 juli tot en met 31 december 2004 onder speciale voorwaarden mogen worden ingevoerd.

(2)

De hoeveelheden waarvoor in juli 2004 aanvragen voor invoercertificaten zijn ingediend, overschrijden de beschikbare hoeveelheden. Bijgevolg moet op grond van artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1201/2004 een uniform percentage worden vastgesteld waarmee de aangevraagde hoeveelheden worden verminderd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Iedere aanvraag om certificaten voor invoer die is ingediend op grond van artikel 3, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1201/2004 wordt gehonoreerd voor 3,7965 % van de aangevraagde hoeveelheid.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 21 juli 2004.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 20 juli 2004.

Voor de Commissie

J. M. SILVA RODRÍGUEZ

Directeur-generaal Landbouw


(1)  PB L 160 van 26.6.1999, blz. 21. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1782/2003 (PB L 270 van 21.10.2003, blz. 1).

(2)  PB L 230 van 30.6.2004, blz. 12.


21.7.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 247/15


VERORDENING (EG) Nr. 1336/2004 VAN DE COMMISSIE

van 20 juli 2004

tot bepaling van de mate waarin de in juli 2004 ingediende aanvragen voor invoercertificaten voor jonge mannelijke mestrunderen ingewilligd kunnen worden

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1254/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees (1),

Gelet op Verordening (EG) nr. 1202/2004 van de Commissie van 29 juni 2004 betreffende de opening en de wijze van beheer van een tariefcontingent voor de invoer van jonge mannelijke mestrunderen (1 juli 2004 tot en met 30 juni 2005) (2), en met name op artikel 4, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Aan elke aanvraag voor invoercertificaten die is ingediend in juli 2004 krachtens artikel 3, lid 3, tweede alinea, derde streepje, van Verordening (EG) nr. 1202/2004 wordt voldaan voor 9,1670 % van de gevraagde hoeveelheid.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 21 juli 2004.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 20 juli 2004.

Voor de Commissie

J. M. SILVA RODRÍGUEZ

Directeur-generaal Landbouw


(1)  PB L 160 van 26.6.1999, blz. 21. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1782/2003 (PB L 270 van 21.10.2003, blz. 1).

(2)  PB L 230 van 30.6.2004, blz. 19.