ISSN 1725-2598

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 211

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

47e jaargang
12 juni 2004


Inhoud

 

I   Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing

Bladzijde

 

 

Verordening (EG) nr. 1100/2004 van de Commissie van 11 juni 2004 tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

1

 

*

Verordening (EG) nr. 1101/2004 van de Commissie van 10 juni 2004 tot wijziging van de bijlagen I en II bij Verordening (EEG) nr. 2377/90 van de Raad houdende een communautaire procedure tot vaststelling van maximumwaarden voor residuen van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik in levensmiddelen van dierlijke oorsprong ( 1 )

3

 

 

Verordening (EG) nr. 1102/2004 van de Commissie van 11 juni 2004 tot vaststelling van de minimumverkoopprijzen voor boter die gelden voor de 143e bijzondere inschrijving in het kader van de in Verordening (EG) nr. 2571/97 bedoelde permanente openbare inschrijving

6

 

 

Verordening (EG) nr. 1103/2004 van de Commissie van 11 juni 2004 tot vaststelling van de maximumbedragen van de steun voor room, boter en boterconcentraat die gelden voor de 143e bijzondere inschrijving in het kader van de in Verordening (EG) nr. 2571/97 bedoelde permanente openbare inschrijving

8

 

 

Verordening (EG) nr. 1104/2004 van de Commissie van 11 juni 2004 tot vaststelling van de minimumverkoopprijs van magere melkpoeder voor de 62e bijzondere inschrijving in het kader van de in Verordening (EG) nr. 2799/1999 bedoelde permanente verkoop bij inschrijving

10

 

 

Verordening (EG) nr. 1105/2004 van de Commissie van 11 juni 2004 tot vaststelling van het maximumbedrag van de steun voor boterconcentraat voor de 315e bijzondere inschrijving die wordt gehouden in het kader van de permanente verkoop bij inschrijving als bedoeld in Verordening (EEG) nr. 429/90

11

 

*

Verordening (EG) nr. 1106/2004 van de Commissie van 11 juni 2004 houdende afwijking, voor het verkoopseizoen 2004/2005, van Verordening (EG) nr. 2316/1999 ten aanzien van het gebruik van braakgelegde grond in sommige lidstaten

12

 

*

Verordening (EG) nr. 1107/2004 van de Commissie van 11 juni 2004 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 708/98 wat betreft de vaststelling van de maximumhoeveelheden voor de derde tranche van de interventie voor het verkoopseizoen 2003/2004

14

 

*

Verordening (EG) nr. 1108/2004 van de Commissie van 11 juni 2004 tot vaststelling, voor het verkoopseizoen 2004/2005, van de steun voor peren voor verwerking in het kader van Verordening (EG) nr. 2201/96 van de Raad

15

 

 

Verordening (EG) nr. 1109/2004 van de Commissie van 11 juni 2004 tot vaststelling van de uitvoerrestituties in de sector rundvlees

17

 

 

II   Besluiten waarvan de publicatie niet voorwaarde is voor de toepassing

 

 

Raad

 

*

2004/511/EG:Besluit van de Raad van 10 juni 2004 betreffende de vertegenwoordiging van het Cypriotische volk in het Europees Parlement in geval van een regeling voor de kwestie Cyprus

22

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


I Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing

12.6.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 211/1


VERORDENING (EG) Nr. 1100/2004 VAN DE COMMISSIE

van 11 juni 2004

tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 3223/94 van de Commissie van 21 december 1994 houdende uitvoeringsbepalingen van de invoerregeling voor groenten en fruit (1), en met name op artikel 4, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In Verordening (EG) nr. 3223/94 zijn op grond van de multilaterale handelsbesprekingen in het kader van de Uruguayronde de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de periodes die in de bijlage bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt.

(2)

Op grond van de bovenvermelde criteria moeten de forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld op de in de bijlage bij deze verordening vermelde niveaus,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 3223/94 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld zoals aangegeven in de tabel in de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 12 juni 2004.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 11 juni 2004.

Voor de Commissie

J. M. SILVA RODRÍGUEZ

Directeur-generaal Landbouw


(1)  PB L 337 van 24.12.1994, blz. 66. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1947/2002 (PB L 299 van 1.11.2002, blz. 17).


BIJLAGE

bij de verordening van de Commissie van 11 juni 2004 tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

(in EUR/100 kg)

GN-code

Code derde landen (1)

Forfaitaire invoerwaarde

0702 00 00

052

75,4

999

75,4

0707 00 05

052

72,1

096

99,3

999

85,7

0709 90 70

052

94,2

999

94,2

0805 50 10

052

48,0

382

55,2

388

60,1

508

51,4

528

49,4

999

52,8

0808 10 20, 0808 10 50, 0808 10 90

388

96,1

400

126,8

404

106,3

508

58,4

512

76,8

524

56,0

528

68,6

720

93,7

804

110,0

809

92,8

999

88,6

0809 10 00

052

122,7

624

287,4

999

205,1

0809 20 95

052

317,5

068

171,2

400

377,5

999

288,7


(1)  Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 2081/2003 van de Commissie (PB L 313 van 28.11.2003, blz. 11). De code „999” staat voor „andere oorsprong”.


12.6.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 211/3


VERORDENING (EG) Nr. 1101/2004 VAN DE COMMISSIE

van 10 juni 2004

tot wijziging van de bijlagen I en II bij Verordening (EEG) nr. 2377/90 van de Raad houdende een communautaire procedure tot vaststelling van maximumwaarden voor residuen van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik in levensmiddelen van dierlijke oorsprong

(Voor de EER relevante tekst)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 2377/90 van de Raad van 26 juni 1990 houdende een communautaire procedure tot vaststelling van maximumwaarden voor residuen van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik in levensmiddelen van dierlijke oorsprong (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 546/2004 van de Commissie (2), inzonderheid op de artikelen 6, 7 en 8,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Er moeten krachtens Verordening (EEG) nr. 2377/90 geleidelijk maximumwaarden worden vastgesteld voor residuen van alle farmacologisch werkzame substanties die in de Gemeenschap worden gebruikt in aan voedselproducerende dieren toegediende geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik.

(2)

Alvorens maximumwaarden voor residuen worden vastgesteld, moeten alle relevante gegevens betreffende de veiligheid van de residuen van de stof in kwestie voor de consument van levensmiddelen van dierlijke oorsprong, alsmede het effect van residuen op de industriële verwerking van de levensmiddelen, door het Comité voor geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik zijn onderzocht.

(3)

Bij het vaststellen van maximumwaarden voor residuen van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik in levensmiddelen van dierlijke oorsprong dient te worden omschreven in welke diersoorten residuen mogen worden aangetroffen, welke concentraties daarvan in elk voor consumptie in aanmerking komend weefsel van een behandeld dier toelaatbaar zijn (te onderzoeken weefsel) en welk type residu voor de controle van de residuen van belang is (indicatorresidu).

(4)

Voor de controle van residuen zoals door de desbetreffende communautaire wetgeving wordt voorgeschreven, zullen meestal maximumwaarden voor residuen in de te onderzoeken weefsels, de lever of de nieren moeten worden vastgesteld. Lever en nieren worden vaak uit voor de internationale handel bestemde karkassen verwijderd, en bijgevolg moeten ook steeds maximumwaarden voor residuen in spier- of vetweefsel worden vastgesteld.

(5)

Wat geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik betreft die aan legpluimvee, melkvee of honingbijen worden toegediend, moeten ook maximumwaarden voor residuen in eieren, melk en honing worden vastgesteld.

(6)

Tulathromycine dient in bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 2377/90 te worden opgenomen.

(7)

Diclazuril dient in bijlage II bij Verordening (EEG) nr. 2377/90 te worden opgenomen.

(8)

Er moet worden voorzien in een voldoende lange termijn alvorens deze verordening van kracht wordt, teneinde de lidstaten toe te laten om, met het oog op de bepalingen van deze verordening, eventueel de nodige aanpassingen aan te brengen in de reeds eerder overeenkomstig Richtlijn 2001/82/EG van het Europees Parlement en de Raad (3), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2004/28/EG (4), verleende vergunningen voor het op de markt brengen van de bedoelde geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik.

(9)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De bijlagen I en II bij Verordening (EEG) nr. 2377/90 worden gewijzigd zoals bepaald in de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing vanaf de zestigste dag na haar bekendmaking.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 10 juni 2004.

Voor de Commissie

Erkki LIIKANEN

Lid van de Commissie


(1)  PB L 224 van 18.8.1990, blz. 1.

(2)  PB L 87 van 25.3.2004, blz. 13.

(3)  PB L 311 van 28.11.2001, blz. 1.

(4)  PB L 136 van 30.4.2004, blz. 58.


BIJLAGE

A.   De volgende stof wordt opgenomen in bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 2377/90.

1.   Infectiewerende middelen

1.2.   Antibiotica

1.2.4.   Macroliden

Farmacologisch werkzame substantie(s)

Indicatorresidu

Diersoorten

Maximumwaarden voor residuen

Te onderzoeken weefsels

Tulathromycine

(2R,3S,4R,5R,8R,10R,11R,12S, 13S,14R)-2-ethyl-3,4,10,13-tetrahydroxy-3,5,8,10,12,14-hexamethyl-11-[[3,4,6-trideoxy-3-(dimethylamino)-ß-D-xylo-hexopy-rano-syl]oxy]-1-oxa-6-azacyclopenta-decan-15-on, uitgedrukt als tulathromycine equivalent

Runderen (1)

100 μg/kg

Vetweefsel

Varkens

3 000 μg/kg

Lever

3 000 μg/kg

Nieren

100 μg/kg

Huid + vetweefsel

3 000 μg/kg

Lever

3 000 μg/kg

Nieren

B.   De volgende stof wordt opgenomen in bijlage II bij Verordening (EEG) nr. 2377/90.

2.   Organische stoffen

Farmacologisch werkzame substantie(s)

Diersoorten

Diclazuril

Alle herkauwers (2)

Varkens (3)


(1)  Niet te gebruiken bij dieren die melk voor menselijke consumptie produceren.”

(2)  Alleen voor oraal gebruik.

(3)  Alleen voor oraal gebruik.”


12.6.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 211/6


VERORDENING (EG) Nr. 1102/2004 VAN DE COMMISSIE

van 11 juni 2004

tot vaststelling van de minimumverkoopprijzen voor boter die gelden voor de 143e bijzondere inschrijving in het kader van de in Verordening (EG) nr. 2571/97 bedoelde permanente openbare inschrijving

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelproducten (1), en met name op artikel 10,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij openbare inschrijving verkopen de interventiebureaus bepaalde hoeveelheden boter uit interventievoorraden die in hun bezit zijn, en kennen steun toe voor room, boter en boterconcentraat, een en ander overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2571/97 van de Commissie van 15 december 1997 betreffende de verkoop van boter tegen verlaagde prijs en de toekenning van steun voor room, boter en boterconcentraat voor de vervaardiging van banketbakkerswerk, consumptie-ijs en andere voedingsmiddelen (2). In artikel 18 van die verordening is bepaald dat, rekening houdend met de voor elke bijzondere inschrijving ontvangen offertes, een minimumverkoopprijs voor boter en een maximumbedrag van de steun voor room, boter en boterconcentraat worden vastgesteld, die kunnen worden gedifferentieerd volgens de bestemming, het vetgehalte van de boter en de verwerkingsmethode, of wordt besloten aan de inschrijving geen gevolg te geven. De bedragen van de verwerkingszekerheden moeten dienovereenkomstig worden vastgesteld.

(2)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor melk en zuivelproducten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Voor de 143e bijzondere inschrijving in het kader van de permanente openbare inschrijving zoals bedoeld in Verordening (EG) nr. 2571/97, worden de minimumverkoopprijzen voor boter uit interventievoorraden alsmede de bedragen van de verwerkingszekerheden vastgesteld zoals aangegeven in de tabel in de bijlage.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 12 juni 2004.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 11 juni 2004.

Voor de Commissie

Franz FISCHLER

Lid van de Commissie


(1)  PB L 160 van 26.6.1999, blz. 48. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 186/2004 van de Commissie (PB L 29 van 3.2.2004, blz. 6).

(2)  PB L 350 van 20.12.1997, blz. 3. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 921/2004 (PB L 163 van 30.4.2004, blz. 94).


BIJLAGE

bij de verordening van de Commissie van 11 juni 2004 tot vaststelling van de minimumverkoopprijzen voor boter die gelden voor de 143e bijzondere inschrijving in het kader van de in Verordening (EG) nr. 2571/97 bedoelde permanente openbare inschrijving

(in EUR/100 kg)

Formule

A

B

Verwerkingsmethode

Met verklikstoffen

Zonder verklikstoffen

Met verklikstoffen

Zonder verklikstoffen

Minimumverkoopprijs

Boter ≥ 82 %

In ongewijzigde staat

211,1

215,1

215,1

Concentraat

209,1

Verwerkingszekerheid

In ongewijzigde staat

129

129

129

Concentraat


12.6.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 211/8


VERORDENING (EG) Nr. 1103/2004 VAN DE COMMISSIE

van 11 juni 2004

tot vaststelling van de maximumbedragen van de steun voor room, boter en boterconcentraat die gelden voor de 143e bijzondere inschrijving in het kader van de in Verordening (EG) nr. 2571/97 bedoelde permanente openbare inschrijving

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelproducten (1), en met name op artikel 10,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij openbare inschrijving verkopen de interventiebureaus bepaalde hoeveelheden boter uit interventievoorraden die in hun bezit zijn, en kennen steun toe voor room, boter en boterconcentraat, een en ander overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2571/97 van de Commissie van 15 december 1997 betreffende de verkoop van boter tegen verlaagde prijs en de toekenning van steun voor room, boter en boterconcentraat voor de vervaardiging van banketbakkerswerk, consumptie-ijs en andere voedingsmiddelen (2). In artikel 18 van die verordening is bepaald dat, rekening houdend met de voor elke bijzondere inschrijving ontvangen offertes, een minimumverkoopprijs voor boter en een maximumbedrag van de steun voor room, boter en boterconcentraat worden vastgesteld, die kunnen worden gedifferentieerd volgens de bestemming, het vetgehalte van de boter en de verwerkingsmethode, of wordt besloten aan de inschrijving geen gevolg te geven. De bedragen van de verwerkingszekerheden moeten dienovereenkomstig worden vastgesteld.

(2)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor melk en zuivelproducten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Voor de 143e bijzondere inschrijving in het kader van de permanente openbare inschrijving zoals bedoeld in Verordening (EG) nr. 2571/97, worden de maximumbedragen van de steun alsmede de bedragen van de verwerkingszekerheden vastgesteld zoals aangegeven in de tabel in de bijlage.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 12 juni 2004.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 11 juni 2004.

Voor de Commissie

Franz FISCHLER

Lid van de Commissie


(1)  PB L 160 van 26.6.1999, blz. 48. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 186/2004 van de Commissie (PB L 29 van 3.2.2004, blz. 6).

(2)  PB L 350 van 20.12.1997, blz. 3. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 921/2004 (PB L 163 van 30.4.2004, blz. 94).


BIJLAGE

bij de verordening van de Commissie van 11 juni 2004 tot vaststelling van de maximumbedragen van de steun voor room, boter en boterconcentraat die gelden voor de 143e bijzondere inschrijving in het kader van de in Verordening (EG) nr. 2571/97 bedoelde permanente openbare inschrijving

(in EUR/100 kg)

Formule

A

B

Verwerkingsmethode

Met verklikstoffen

Zonder verklikstoffen

Met verklikstoffen

Zonder verklikstoffen

Maximumbedrag van de steun

Boter ≥ 82 %

59

55

55

Boter < 82 %

57

53

53

Boterconcentraat

74

67

74

65

Room

26

23

Verwerkingszekerheid

Boter

65

Boterconcentraat

81

81

Room

29


12.6.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 211/10


VERORDENING (EG) Nr. 1104/2004 VAN DE COMMISSIE

van 11 juni 2004

tot vaststelling van de minimumverkoopprijs van magere melkpoeder voor de 62e bijzondere inschrijving in het kader van de in Verordening (EG) nr. 2799/1999 bedoelde permanente verkoop bij inschrijving

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelproducten (1), en met name op artikel 10,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Krachtens artikel 26 van Verordening (EG) nr. 2799/1999 van de Commissie van 17 december 1999 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad ten aanzien van de toekenning van steun voor ondermelk en magere melkpoeder voor voederdoeleinden en de verkoop van voornoemd magere melkpoeder (2), houden de interventiebureaus voor bepaalde in hun bezit zijnde hoeveelheden magere melkpoeder een permanente verkoop bij inschrijving.

(2)

Volgens de voorwaarden van artikel 30 van deze verordening, met inachtneming van de ontvangen aanbiedingen voor iedere bijzondere inschrijving, wordt een minimumverkoopprijs vastgesteld of wordt besloten de verkoop bij inschrijving geen doorgang te laten vinden. Het bedrag van de verwerkingszekerheid moet worden vastgesteld waarbij rekening wordt gehouden met het verschil tussen de marktprijs van magere melkpoeder en de minimumverkoopprijs.

(3)

Het verdient aanbeveling, met inachtneming van de ontvangen aanbiedingen, de minimumverkoopprijs op de hiernavolgende hoogte vast te stellen en dienovereenkomstig de verwerkingszekerheid te bepalen.

(4)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor melk en zuivelproducten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Voor de 62e bijzondere inschrijving in het kader van Verordening (EG) nr. 2799/1999, waarvoor de termijn voor indiening van de offertes is afgelopen op 10 juni 2004, worden de minimumverkoopprijs en de verwerkingszekerheid als volgt vastgesteld:

minimumverkoopprijs:

192,52 EUR/100 kg,

verwerkingszekerheid:

50,00 EUR/100 kg.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 12 juni 2004.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 11 juni 2004.

Voor de Commissie

Franz FISCHLER

Lid van de Commissie


(1)  PB L 160 van 26.6.1999, blz. 48. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 186/2004 van de Commissie (PB L 29 van 3.2.2004, blz. 6).

(2)  PB L 340 van 31.12.1999, blz. 3. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 922/2004 (PB L 163 van 30.4.2004, blz. 96).


12.6.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 211/11


VERORDENING (EG) Nr. 1105/2004 VAN DE COMMISSIE

van 11 juni 2004

tot vaststelling van het maximumbedrag van de steun voor boterconcentraat voor de 315e bijzondere inschrijving die wordt gehouden in het kader van de permanente verkoop bij inschrijving als bedoeld in Verordening (EEG) nr. 429/90

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelproducten (1), en met name op artikel 10,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 429/90 van de Commissie van 20 februari 1990 betreffende de toekenning, via openbare inschrijving, van steun voor boterconcentraat voor rechtstreekse consumptie in de Gemeenschap (2), houden de interventiebureaus een permanente verkoop bij inschrijving voor de toekenning van steun voor boterconcentraat. In artikel 6 van die verordening is bepaald dat, rekening houdend met de voor elke bijzondere inschrijving ontvangen offertes, voor boterconcentraat met een botervetgehalte van ten minste 96 % een maximumbedrag voor de steun wordt vastgesteld of wordt besloten om aan de inschrijving geen gevolg te geven. De bestemmingszekerheid moet dienovereenkomstig worden vastgesteld.

(2)

Het verdient aanbeveling, met inachtneming van de ontvangen aanbiedingen, het maximumbedrag van de steun op de hiernavolgende hoogte vast te stellen en dienovereenkomstig de bestemmingszekerheid te bepalen.

(3)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor melk en zuivelproducten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Voor de 315e bijzondere inschrijving die wordt gehouden in het kader van de permanente verkoop bij inschrijving als bedoeld in Verordening (EEG) nr. 429/90, worden de minimumverkoopprijs en de bestemmingszekerheid als volgt vastgesteld:

minimumverkoopprijs

74 EUR/100 kg,

bestemmingszekerheid

82 EUR/100 kg.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 12 juni 2004.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 11 juni 2004.

Voor de Commissie

Franz FISCHLER

Lid van de Commissie


(1)  PB L 160 van 26.6.1999, blz. 48. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 186/2004 van de Commissie (PB L 29 van 3.2.2004, blz. 6).

(2)  PB L 45 van 21.2.1990, blz. 8. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 921/2004 van de Commissie (PB L 163 van 30.4.2004, blz. 94).


12.6.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 211/12


VERORDENING (EG) Nr. 1106/2004 VAN DE COMMISSIE

van 11 juni 2004

houdende afwijking, voor het verkoopseizoen 2004/2005, van Verordening (EG) nr. 2316/1999 ten aanzien van het gebruik van braakgelegde grond in sommige lidstaten

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1251/1999 van de Raad van 17 mei 1999 tot instelling van een steunregeling voor producenten van bepaalde akkerbouwgewassen (1), en met name op artikel 9,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 2316/1999 van de Commissie van 22 oktober 1999 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1251/1999 van de Raad tot instelling van een steunregeling voor producenten van bepaalde akkerbouwgewassen (2) zijn de voorwaarden vastgesteld waarop voor bepaalde akkerbouwgewassen areaalbetalingen worden toegekend. In artikel 19, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 2316/1999 is bepaald dat de braakgelegde percelen uit de productie moeten worden genomen voor een periode die uiterlijk op 15 januari ingaat en ten vroegste op 31 augustus eindigt, en, tenzij iets anders is bepaald, niet voor landbouwproductie en evenmin voor een winstgevende bestemming mogen worden gebruikt.

(2)

In 2003 hebben sommige regio’s van de Gemeenschap te lijden gehad van een extreme droogte die een sterke negatieve weerslag heeft gehad op de aanvoer van voeder, waardoor de voedervoorraden op de landbouwbedrijven aan het einde van de winter 2003/2004 uiterst klein waren.

(3)

Een afwijking van Verordening (EG) nr. 2316/1999 op grond waarvan de lidstaten kunnen toestaan dat braakgelegd bouwland wordt gebruikt voor voederdoeleinden, zou voor het volgende verkoopseizoen de risico's op het gebied van de voedervoorziening kunnen verkleinen. Elk winstgevend gebruik van de betrokken grond moet echter doeltreffend worden verboden.

(4)

Als gevolg van de droogte is bovendien meer bos dan gewoonlijk aangetast door schorskevers en daardoor is tijdelijk meer opslagcapaciteit nodig voor het gekapte hout. Het probleem zou verlicht kunnen worden door toe te staan dat het betrokken hout tijdelijk wordt opgeslagen op grond die in het kader van de regeling voor akkerbouwgewassen is braakgelegd voor het verkoopseizoen 2004/2005. Daarom dient van Verordening (EG) nr. 2316/1999 te worden afgeweken. Maatregelen dienen echter te worden genomen om ervoor te zorgen dat de grond beschikbaar wordt gesteld op niet winstgevende basis.

(5)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor granen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   In afwijking van artikel 19, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 2316/1999 kunnen de lidstaten toestaan dat grond die voor het verkoopseizoen 2004/2005 als braakgelegd is aangegeven, in overeenstemming met door hen vastgestelde voorwaarden en criteria voor voederdoeleinden wordt gebruikt.

2.   De betrokken lidstaten nemen alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de in lid l bedoelde braakgelegde grond niet voor winstgevende doeleinden wordt gebruikt, en met name dat geen productiesteun voor gedroogde voedergewassen zoals bedoeld in Verordening (EG) nr. 603/95 van de Raad (3), wordt toegekend voor gewassen die van die grond afkomstig zijn.

Artikel 2

1.   In afwijking van artikel 19, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 2316/1999 mag in door de lidstaten aangewezen regio’s die zijn getroffen door schorskevers, voor het verkoopseizoen 2004/2005 als braakgelegd aangegeven grond worden gebruikt voor de opslag van bomen.

2.   De betrokken lidstaten nemen alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de voor opslag gebruikte braakgelegde grond op niet-winstgevende basis beschikbaar wordt gesteld.

Artikel 3

De betrokken lidstaten stellen de Commissie in kennis van de maatregelen die zij op grond van deze verordening hebben vastgesteld.

Artikel 4

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 15 mei 2004.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 11 juni 2004.

Voor de Commissie

Franz FISCHLER

Lid van de Commissie


(1)  PB L 160 van 26.6.1999, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1782/2003 (PB L 270 van 21.10.2003, blz. 1).

(2)  PB L 280 van 30.10.1999, blz. 43. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 206/2004 (PB L 34 van 6.2.2004, blz. 33).

(3)  PB L 63 van 21.3.1995, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 806/2003 (PB L 122 van 16.5.2003, blz. 1).


12.6.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 211/14


VERORDENING (EG) Nr. 1107/2004 VAN DE COMMISSIE

van 11 juni 2004

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 708/98 wat betreft de vaststelling van de maximumhoeveelheden voor de derde tranche van de interventie voor het verkoopseizoen 2003/2004

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 3072/95 van de Raad van 22 december 1995 houdende een gemeenschappelijke ordening van de rijstmarkt (1), en met name op artikel 8, onder b),

Gelet op Verordening (EG) nr. 1785/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening van de rijstmarkt (2), en met name op artikel 32, leden 2 en 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De voorwaarden voor de overname van padie door de interventiebureaus zijn vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 708/98 van de Commissie van 30 maart 1998 betreffende de overname van padie door de interventiebureaus en houdende vaststelling van de toe te passen correctiebedragen, toeslagen en kortingen (3).

(2)

Bij Verordening (EG) nr. 1785/2003 zijn de hoeveelheden die de interventiebureaus in de periode van 1 april tot en met 31 juli 2004 mogen aankopen, beperkt tot 100 000 ton. Op basis van een balans die de marktsituatie weergeeft, kunnen deze hoeveelheden worden gewijzigd.

(3)

Gebleken is dat in meerdere lidstaten de voor interventie aangeboden hoeveelheden de in bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 708/98 vastgestelde hoeveelheden ruimschoots overschrijden. Bijgevolg moeten, rekening houdend met de marktsituatie zoals die blijkt uit de hierboven genoemde balans, deze hoeveelheden met 45 000 ton worden verhoogd en moeten de maximumhoeveelheden van de derde tranche van de interventie voor het verkoopseizoen 2003/2004 worden gewijzigd.

(4)

Derhalve moet Verordening (EG) nr. 708/98 worden gewijzigd.

(5)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor granen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

In bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 708/98 wordt in de kolom „Tranche nr. 3” het cijfer „0” vervangen door „45 000”.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 11 juni 2004.

Voor de Commissie

Franz FISCHLER

Lid van de Commissie


(1)  PB L 329 van 30.12.1995, blz. 18. Verordening laatstelijk gewijzigd bij de Akte van toetreding van 2003. Zij is ingetrokken bij Verordening (EG) nr. 1785/2003 met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze verordening.

(2)  PB L 270 van 21.10.2003, blz. 96.

(3)  PB L 98 van 31.3.1998, blz. 21. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 579/2004 (PB L 90 van 27.3.2004, blz. 54).


12.6.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 211/15


VERORDENING (EG) Nr. 1108/2004 VAN DE COMMISSIE

van 11 juni 2004

tot vaststelling, voor het verkoopseizoen 2004/2005, van de steun voor peren voor verwerking in het kader van Verordening (EG) nr. 2201/96 van de Raad

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 2201/96 van de Raad van 28 oktober 1996 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector verwerkte producten op basis van groenten en fruit (1), en met name op artikel 6, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In artikel 3, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1535/2003 van de Commissie van 29 augustus 2003 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 2201/96 van de Raad wat de steunregeling voor verwerkte producten op basis van groenten en fruit betreft (2) is bepaald dat de Commissie onder meer voor peren de toe te passen steunbedragen bekendmaakt na te zijn nagegaan of de in bijlage III bij Verordening (EG) nr. 2201/96 vastgestelde drempels in acht zijn genomen.

(2)

Het gemiddelde van de hoeveelheden peren die in de laatste drie verkoopseizoenen in het kader van de steunregeling zijn verwerkt, is hoger dan de communautaire drempel. In de lidstaten die hun drempel niet hebben overschreden, moet het voor het verkoopseizoen 2004/2005 toe te passen steunbedrag dus het bedrag zijn dat is vastgesteld bij artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 2201/96. Voor elk van de andere betrokken lidstaten moet dit laatste bedrag op basis van de overschrijding van de drempel worden verlaagd na herverdeling van de niet-verwerkte hoeveelheden overeenkomstig artikel 5, lid 2, derde alinea, van de genoemde verordening.

(3)

De steun die in het verkoopseizoen 2004/2005 in de nieuwe lidstaten geldt voor peren voor verwerking, is vastgesteld bij artikel 2 van Verordening (EG) nr. 416/2004 van de Commissie van 5 maart 2004 houdende overgangsmaatregelen voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 2201/96 van de Raad en van Verordening (EG) nr. 1535/2003 wegens de toetreding van Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije tot de Europese Unie (3).

(4)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor verwerkte producten op basis van groenten en fruit,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Voor het verkoopseizoen 2004/2005 bedraagt de in artikel 2 van Verordening (EG) nr. 2201/96 bedoelde steun voor peren:

159,33 EUR per ton in Griekenland,

130,09 EUR per ton in Spanje,

161,70 EUR per ton in Frankrijk,

119,71 EUR per ton in Italië,

161,70 EUR per ton in Nederland,

161,70 EUR per ton in Oostenrijk,

161,70 EUR per ton in Portugal.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing voor het verkoopseizoen 2004/2005.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 11 juni 2004.

Voor de Commissie

Franz FISCHLER

Lid van de Commissie


(1)  PB L 297 van 21.11.1996, blz. 29. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 386/2004 van de Commissie (PB L 64 van 2.3.2004, blz. 25).

(2)  PB L 218 van 30.8.2003, blz. 14. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 444/2004 (PB L 72 van 11.3.2004, blz. 54).

(3)  PB L 68 van 6.3.2004, blz. 12.


12.6.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 211/17


VERORDENING (EG) Nr. 1109/2004 VAN DE COMMISSIE

van 11 juni 2004

tot vaststelling van de uitvoerrestituties in de sector rundvlees

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1254/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees (1), inzonderheid op artikel 33, lid 12,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Krachtens artikel 33 van Verordening (EG) nr. 1254/1999 kan het verschil tussen de prijzen van de in artikel 1 van die verordening bedoelde producten op de wereldmarkt en die in de Gemeenschap worden overbrugd door een restitutie bij uitvoer.

(2)

De voorwaarden voor de toekenning van bijzondere restituties bij uitvoer van bepaalde soorten rundvlees en bepaalde soorten conserven naar bepaalde bestemmingen zijn vastgesteld bij de Verordeningen (EEG) nr. 32/82 (2), (EEG) nr. 1964/82 (3), (EEG) nr. 2388/84 (4), (EEG) nr. 2973/79 (5) en (EG) nr. 2051/96 (6) van de Commissie.

(3)

De toepassing van deze voorschriften en criteria op de te verwachten marktsituatie in de sector rundvlees leidt tot het vaststellen van de restitutie zoals hierna volgt.

(4)

Wat levende dieren betreft, is het met het oog op vereenvoudiging van de restitutieregeling dienstig niet langer restituties toe te kennen voor categorieën waarvoor de handel met derde landen insignificant is. Bovendien moet, in verband met de algemene bekommernis om het welzijn van dieren, de toekenning van uitvoerrestituties voor levende voor de slacht bestemde dieren maximaal worden beperkt. Uitvoerrestituties voor dergelijke dieren mogen bijgevolg slechts worden toegekend met betrekking tot derde landen die om culturele en/of godsdienstige redenen traditioneel aanzienlijke aantallen dieren voor de slacht invoeren. Wat betreft levende dieren voor fokdoeleinden, dienen, om elk misbruik te voorkomen, de uitvoerrestituties voor raszuivere fokrunderen te worden beperkt tot vaarzen en koeien van niet meer dan 30 maanden oud.

(5)

Er moeten restituties worden toegekend bij uitvoer naar bepaalde bestemmingen van bepaalde aanbiedingsvormen van vers en gekoeld vlees zoals vermeld in de bijlage onder GN-code 0201, van bepaalde aanbiedingsvormen van bevroren vlees zoals vermeld in de bijlage onder GN-code 0202, van bepaalde slachtafvallen zoals vermeld in de bijlage onder GN-code 0206, en van bepaalde andere bereidingen en conserven van vlees of van slachtafvallen zoals vermeld in de bijlage onder GN-code 1602 50 10.

(6)

Met betrekking tot vlees van runderen, zonder been, gezouten en gedroogd, bestaan er traditionele handelsstromen naar Zwitserland. Om deze handelsstromen te handhaven, is het dienstig de restitutie vast te stellen op een bedrag dat het verschil dekt tussen de prijzen op de Zwitserse markt en de prijzen bij uitvoer uit de lidstaten.

(7)

Voor bepaalde andere aanbiedingsvormen en conserven van vlees of van slachtafvallen zoals vermeld in de bijlage onder de GN-codes 1602 50 31 tot en met 1602 50 80, kan de deelname door de Gemeenschap aan de internationale handel worden gehandhaafd door de nu geldende restituties verder toe te kennen.

(8)

Voor de overige producten in de sector rundvlees verdient vaststelling van een restitutie geen aanbeveling vanwege de geringe omvang waarin de Gemeenschap daarmee aan de wereldhandel deelneemt.

(9)

Bij Verordening (EEG) nr. 3846/87 van de Commissie (7), is de landbouwproductennomenclatuur voor de uitvoerrestituties vastgesteld en de restituties zijn vastgesteld op basis van de in die nomenclatuur vastgelegde productcodes.

(10)

Om de douaneformaliteiten bij uitvoer voor de exporteurs te vereenvoudigen, moeten voor bevroren vlees dezelfde restitutiebedragen worden toegekend als voor vers of gekoeld vlees van andere runderen dan volwassen mannelijke runderen.

(11)

Voor een scherpere controle op de producten van GN-code 1602 50 moet worden bepaald dat sommige van deze producten slechts voor een restitutie in aanmerking komen wanneer zij zijn vervaardigd in het kader van de regeling zoals bedoeld in artikel 4 van Verordening (EEG) nr. 565/80 van de Raad van 4 maart 1980 betreffende de vooruitbetaling van de uitvoerrestituties voor landbouwproducten (8).

(12)

Het is wenselijk de toekenning van de restitutie te beperken tot producten die zijn toegelaten tot het vrije verkeer in de Gemeenschap. Om in aanmerking te komen voor een restitutie, moeten producten zijn voorzien van het keurmerk dat is voorgeschreven bij respectievelijk de Richtlijnen 64/433/EEG (9), 94/65/EG (10) en 77/99/EEG (11) van de Raad.

(13)

Op grond van de bepalingen van artikel 6, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 1964/82 wordt de bijzondere restitutie verlaagd als de voor uitvoer bestemde hoeveelheid vlees zonder been minder dan 95 %, doch niet minder dan 85 % (in gewicht) van de totale hoeveelheid door de uitbening verkregen deelstukken bedraagt.

(14)

De in het kader van de Europaovereenkomsten tussen de Europese Gemeenschap en de geassocieerde Midden- en Oost-Europese landen gevoerde onderhandelingen over het toestaan van aanvullende concessies beogen met name de liberalisering van de handel in producten die onder de gemeenschappelijke marktordening voor rundvlees vallen. In het licht hiervan is onder andere besloten niet langer een restitutie toe te kennen voor producten die bestemd zijn voor uitvoer naar Roemenië. Derhalve moet dit land worden geschrapt als bestemming waarvoor een restitutie kan worden toegekend en moet worden bepaald dat de afschaffing van restituties bij uitvoer naar dit land niet mag leiden tot het ontstaan van een gedifferentieerde restitutie bij uitvoer naar andere landen.

(15)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor rundvlees,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   De lijst van de producten waarvoor bij uitvoer de in artikel 33 van Verordening (EG) nr. 1254/1999 bedoelde restitutie wordt toegekend, de bedragen van deze restitutie en de bestemmingen worden vastgesteld in de bijlage bij deze verordening.

2.   De producten moeten voldoen aan de respectieve voorwaarden voor het keurmerk zoals bedoeld in:

bijlage I, hoofdstuk XI, van Richtlijn 64/433/EEG;

bijlage I, hoofdstuk VI, van Richtlijn 94/65/EG;

bijlage B, hoofstuk VI, van Richtlijn 77/99/EEG.

Artikel 2

In het in artikel 6, lid 2, derde alinea, van Verordening (EEG) nr. 1964/82 bedoelde geval wordt de restitutie voor de producten van productcode 020130009100 verminderd met 14,00 EUR/100 kg.

Artikel 3

Het niet vaststellen van een uitvoerrestitutie voor Roemenië geldt niet als differentiëring van de restitutie.

Artikel 4

Deze verordening treedt in werking op 14 juni 2004.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 11 juni 2004.

Voor de Commissie

Franz FISCHLER

Lid van de Commissie


(1)  PB L 160 van 26.6.1999, blz. 21. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1782/2003 (PB L 270 van 21.10.2003, blz. 1).

(2)  PB L 4 van 8.1.1982, blz. 11. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 744/2000 (PB L 89 van 11.4.2000, blz. 3).

(3)  PB L 212 van 21.7.1982, blz. 48. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2772/2000 (PB L 321 van 19.12.2000, blz. 35).

(4)  PB L 221 van 18.8.1984, blz. 28. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 3661/92 (PB L 370 van 19.12.1992, blz. 16).

(5)  PB L 336 van 29.12.1979, blz. 44. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 3434/87 (PB L 327 van 18.11.1987, blz. 7).

(6)  PB L 274 van 26.10.1996, blz. 18. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2333/96 (PB L 317 van 6.12.1996, blz. 13).

(7)  PB L 366 van 24.12.1987, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 118/2003 (PB L 20 van 24.1.2003, blz. 3).

(8)  PB L 62 van 7.3.1980, blz. 5. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 444/2003 (PB L 67 van 12.3.2003, blz. 3).

(9)  PB 121 van 29.7.1964, blz. 2012/64. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 95/23/EG (PB L 243 van 11.10.1995, blz. 7).

(10)  PB L 368 van 31.12.1994, blz. 10. Richtlijn gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 806/2003 (PB L 122 van 16.5.2003. blz. 1).

(11)  PB L 26 van 31.1.1977, blz. 85. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 807/2003 (PB L 122 van 16.5.2003, blz. 36).


BIJLAGE

bij de Verordening van de Commissie van 11 juni 2004 tot vaststelling van de uitvoerrestituties in de sector rundvlees

Productcode

Bestemming

Meeteenheid

Bedrag van de restitutie (7)

010210109140

B00

EUR/100 kg levend gewicht

53,00

010210309140

B00

EUR/100 kg levend gewicht

53,00

010290719000

B11

EUR/100 kg levend gewicht

41,00

020110009110 (1)

B02

EUR/100 kg nettogewicht

71,50

B03

EUR/100 kg nettogewicht

43,00

039

EUR/100 kg nettogewicht

23,50

020110009120

B02

EUR/100 kg nettogewicht

33,50

B03

EUR/100 kg nettogewicht

10,00

039

EUR/100 kg nettogewicht

11,50

020110009130 (1)

B02

EUR/100 kg nettogewicht

97,00

B03

EUR/100 kg nettogewicht

56,50

039

EUR/100 kg nettogewicht

33,50

020110009140

B02

EUR/100 kg nettogewicht

46,00

B03

EUR/100 kg nettogewicht

14,00

039

EUR/100 kg nettogewicht

16,00

020120209110 (1)

B02

EUR/100 kg nettogewicht

97,00

B03

EUR/100 kg nettogewicht

56,50

039

EUR/100 kg nettogewicht

33,50

020120209120

B02

EUR/100 kg nettogewicht

46,00

B03

EUR/100 kg nettogewicht

14,00

039

EUR/100 kg nettogewicht

16,00

020120309110 (1)

B02

EUR/100 kg nettogewicht

71,50

B03

EUR/100 kg nettogewicht

43,00

039

EUR/100 kg nettogewicht

23,50

020120309120

B02

EUR/100 kg nettogewicht

33,50

B03

EUR/100 kg nettogewicht

10,00

039

EUR/100 kg nettogewicht

11,50

020120509110 (1)

B02

EUR/100 kg nettogewicht

123,00

B03

EUR/100 kg nettogewicht

71,50

039

EUR/100 kg nettogewicht

41,00

020120509120

B02

EUR/100 kg nettogewicht

58,50

B03

EUR/100 kg nettogewicht

17,50

039

EUR/100 kg nettogewicht

19,50

020120509130 (1)

B02

EUR/100 kg nettogewicht

71,50

B03

EUR/100 kg nettogewicht

43,00

039

EUR/100 kg nettogewicht

23,50

020120509140

B02

EUR/100 kg nettogewicht

33,50

B03

EUR/100 kg nettogewicht

10,00

039

EUR/100 kg nettogewicht

11,50

020120909700

B02

EUR/100 kg nettogewicht

33,50

B03

EUR/100 kg nettogewicht

10,00

039

EUR/100 kg nettogewicht

11,50

020130009050

400 (3)

EUR/100 kg nettogewicht

23,50

404 (4)

EUR/100 kg nettogewicht

23,50

020130009060 (6)

B02

EUR/100 kg nettogewicht

46,00

B03

EUR/100 kg nettogewicht

13,00

039

EUR/100 kg nettogewicht

15,00

809, 822

EUR/100 kg nettogewicht

37,00

020130009100 (2)  (6)

B08, B09

EUR/100 kg nettogewicht

172,00

B03

EUR/100 kg nettogewicht

102,00

039

EUR/100 kg nettogewicht

60,00

809, 822

EUR/100 kg nettogewicht

152,50

220

EUR/100 kg nettogewicht

205,00

020130009120 (2)  (6)

B08

EUR/100 kg nettogewicht

94,50

B09

EUR/100 kg nettogewicht

88,00

B03

EUR/100 kg nettogewicht

56,50

039

EUR/100 kg nettogewicht

33,00

809, 822

EUR/100 kg nettogewicht

83,50

220

EUR/100 kg nettogewicht

123,00

020210009100

B02

EUR/100 kg nettogewicht

33,50

B03

EUR/100 kg nettogewicht

10,00

039

EUR/100 kg nettogewicht

11,50

020210009900

B02

EUR/100 kg nettogewicht

46,00

B03

EUR/100 kg nettogewicht

14,00

039

EUR/100 kg nettogewicht

16,00

020220109000

B02

EUR/100 kg nettogewicht

46,00

B03

EUR/100 kg nettogewicht

14,00

039

EUR/100 kg nettogewicht

16,00

020220309000

B02

EUR/100 kg nettogewicht

33,50

B03

EUR/100 kg nettogewicht

10,00

039

EUR/100 kg nettogewicht

11,50

020220509100

B02

EUR/100 kg nettogewicht

58,50

B03

EUR/100 kg nettogewicht

17,50

039

EUR/100 kg nettogewicht

19,50

020220509900

B02

EUR/100 kg nettogewicht

33,50

B03

EUR/100 kg nettogewicht

10,00

039

EUR/100 kg nettogewicht

11,50

020220909100

B02

EUR/100 kg nettogewicht

33,50

B03

EUR/100 kg nettogewicht

10,00

039

EUR/100 kg nettogewicht

11,50

020230909100

400 (3)

EUR/100 kg nettogewicht

23,50

404 (4)

EUR/100 kg nettogewicht

23,50

020230909200 (6)

B02

EUR/100 kg nettogewicht

46,00

B03

EUR/100 kg nettogewicht

13,00

039

EUR/100 kg nettogewicht

15,00

809, 822

EUR/100 kg nettogewicht

37,00

020610959000

B02

EUR/100 kg nettogewicht

46,00

B03

EUR/100 kg nettogewicht

13,00

039

EUR/100 kg nettogewicht

15,00

809, 822

EUR/100 kg nettogewicht

37,00

020629919000

B02

EUR/100 kg nettogewicht

46,00

B03

EUR/100 kg nettogewicht

13,00

039

EUR/100 kg nettogewicht

15,00

809, 822

EUR/100 kg nettogewicht

37,00

021020909100

039

EUR/100 kg nettogewicht

23,00

160250109170 (8)

B02

EUR/100 kg nettogewicht

22,50

B03

EUR/100 kg nettogewicht

15,00

039

EUR/100 kg nettogewicht

17,50

160250319125 (5)

B00

EUR/100 kg nettogewicht

88,50

160250319325 (5)

B00

EUR/100 kg nettogewicht

79,00

160250399125 (5)

B00

EUR/100 kg nettogewicht

88,50

160250399325 (5)

B00

EUR/100 kg nettogewicht

79,00

160250399425 (5)

B00

EUR/100 kg nettogewicht

30,00

160250399525 (5)

B00

EUR/100 kg nettogewicht

30,00

160250809535 (8)

B00

EUR/100 kg nettogewicht

17,50

NB: De codes van de producten en de codes van de bestemmingen serie „A” zijn vastgesteld in de gewijzigde Verordening (EEG) nr. 3846/87 van de Commissie (PB L 366 van 24.12.1987, blz. 1).

De numerieke codes voor de bestemmingen zijn vastgesteld in Verordening (EG) nr. 2081/2003 van de Commissie (PB L 313 van 28.11.2003, blz. 11).

De andere bestemmingen worden als volgt vastgesteld:

B00

:

alle bestemmingen (derde landen, andere gebieden, bevoorrading en met uitvoer uit de Gemeenschap gelijkgestelde bestemmingen), met uitzondering van Roemenië;

B02

:

B08, B09 en bestemming 220;

B03

:

Ceuta, Melilla, IJsland, Noorwegen, Faeröer, Andorra, Gibraltar, Vaticaanstad, Bulgarije, Albanië, Kroatië, Bosnië-Herzegovina, Servië en Montenegro, Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, de gemeenten Livigno en Campione d'Italia, het eiland Helgoland, Groenland, proviandering en bunkeren (bestemmingen zoals bedoeld in de artikelen 36 en 45 en, indien toepasselijk, artikel 44 van de gewijzigde Verordening (EG) nr. 800/1999 van de Commissie (PB L 102 van 17.4.1999, blz. 11));

B08

:

Turkije, Oekraïne, Belarus, Moldavië, Rusland, Georgië, Armenië, Azerbeidzjan, Kazachstan, Turkmenistan, Oezbekistan, Tadzjikistan, Kirgizië, Marokko, Algerije, Tunesië, Libië, Libanon, Syrië, Irak, Iran, Israël, Westelijke Jordaanoever/Gazastrook, Jordanië, Saoedi-Arabië, Koeweit, Bahrein, Qatar, Verenigde Arabische Emiraten, Oman, Jemen, Pakistan, Sri Lanka, Myanmar (Birma), Thailand, Vietnam, Indonesië, Filipijnen, China, Noord-Korea, Hongkong;

B09

:

Soedan, Mauritanië, Mali, Burkina Faso, Niger, Tsjaad, Kaapverdië, Senegal, Gambia, Guinee-Bissau, Guinee, Sierra Leone, Liberia, Ivoorkust, Ghana, Togo, Benin, Nigeria, Kameroen, Centraal-Afrikaanse Republiek, Equatoriaal-Guinea, Sao Tomé en Principe, Gabon, Congo (Republiek), Congo (Democratische Republiek), Rwanda, Burundi, Sint-Helena en onderhorigheden, Angola, Ethiopië, Eritrea, Djibouti, Somalië, Oeganda, Tanzania, Seychellen en onderhorigheden, Brits gebied in de Indische Oceaan, Mozambique, Mauritius, Comoren, Mayotte, Zambia, Malawi, Zuid-Afrika, Lesotho;

B11

:

Libanon en Egypte.


(1)  Indeling onder deze onderverdeling is onderworpen aan de overlegging van het in de bijlage bij de gewijzigde Verordening (EEG) nr. 32/82 opgenomen attest.

(2)  De restitutie wordt toegekend mits voldaan is aan de voorwaarden van de gewijzigde Verordening (EEG) nr. 1964/82.

(3)  Zoals bedoeld in de gewijzigde Verordening (EEG) nr. 2973/79.

(4)  Zoals bedoeld in de gewijzigde Verordening (EG) nr. 2051/96.

(5)  De restitutie wordt toegekend mits voldaan is aan de voorwaarden van de gewijzigde Verordening (EEG) nr. 2388/84.

(6)  Het gehalte aan mager rundvlees met uitzondering van vet wordt bepaald aan de hand van de analyseprocedure die is opgenomen in de bijlage bij Verordening (EEG) nr. 2429/86 van de Commissie (PB L 210 van 1.8.1986, blz. 39). Het begrip „gemiddeld gehalte” verwijst naar de hoeveelheid van het monster zoals bepaald in artikel 2, lid 1, van Verordening (EG) nr. 765/2002 van de Commissie (PB L 117 van 4.5.2002, blz. 6). Het monster wordt genomen uit het deel van de betrokken partij met het hoogste risico.

(7)  Krachtens artikel 33, lid 10, van de gewijzigde Verordening (EG) nr. 1254/1999 wordt geen restitutie toegekend bij de uitvoer van producten die uit derde landen worden ingevoerd en naar derde landen worden wederuitgevoerd.

(8)  De toekenning van de restitutie is afhankelijk van de vervaardiging in het kader van het bij artikel 4 van de gewijzigde Verordening (EEG) nr. 565/80 vastgestelde stelsel.

NB: De codes van de producten en de codes van de bestemmingen serie „A” zijn vastgesteld in de gewijzigde Verordening (EEG) nr. 3846/87 van de Commissie (PB L 366 van 24.12.1987, blz. 1).

De numerieke codes voor de bestemmingen zijn vastgesteld in Verordening (EG) nr. 2081/2003 van de Commissie (PB L 313 van 28.11.2003, blz. 11).

De andere bestemmingen worden als volgt vastgesteld:

B00

:

alle bestemmingen (derde landen, andere gebieden, bevoorrading en met uitvoer uit de Gemeenschap gelijkgestelde bestemmingen), met uitzondering van Roemenië;

B02

:

B08, B09 en bestemming 220;

B03

:

Ceuta, Melilla, IJsland, Noorwegen, Faeröer, Andorra, Gibraltar, Vaticaanstad, Bulgarije, Albanië, Kroatië, Bosnië-Herzegovina, Servië en Montenegro, Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, de gemeenten Livigno en Campione d'Italia, het eiland Helgoland, Groenland, proviandering en bunkeren (bestemmingen zoals bedoeld in de artikelen 36 en 45 en, indien toepasselijk, artikel 44 van de gewijzigde Verordening (EG) nr. 800/1999 van de Commissie (PB L 102 van 17.4.1999, blz. 11));

B08

:

Turkije, Oekraïne, Belarus, Moldavië, Rusland, Georgië, Armenië, Azerbeidzjan, Kazachstan, Turkmenistan, Oezbekistan, Tadzjikistan, Kirgizië, Marokko, Algerije, Tunesië, Libië, Libanon, Syrië, Irak, Iran, Israël, Westelijke Jordaanoever/Gazastrook, Jordanië, Saoedi-Arabië, Koeweit, Bahrein, Qatar, Verenigde Arabische Emiraten, Oman, Jemen, Pakistan, Sri Lanka, Myanmar (Birma), Thailand, Vietnam, Indonesië, Filipijnen, China, Noord-Korea, Hongkong;

B09

:

Soedan, Mauritanië, Mali, Burkina Faso, Niger, Tsjaad, Kaapverdië, Senegal, Gambia, Guinee-Bissau, Guinee, Sierra Leone, Liberia, Ivoorkust, Ghana, Togo, Benin, Nigeria, Kameroen, Centraal-Afrikaanse Republiek, Equatoriaal-Guinea, Sao Tomé en Principe, Gabon, Congo (Republiek), Congo (Democratische Republiek), Rwanda, Burundi, Sint-Helena en onderhorigheden, Angola, Ethiopië, Eritrea, Djibouti, Somalië, Oeganda, Tanzania, Seychellen en onderhorigheden, Brits gebied in de Indische Oceaan, Mozambique, Mauritius, Comoren, Mayotte, Zambia, Malawi, Zuid-Afrika, Lesotho;

B11

:

Libanon en Egypte.


II Besluiten waarvan de publicatie niet voorwaarde is voor de toepassing

Raad

12.6.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 211/22


BESLUIT VAN DE RAAD

van 10 juni 2004

betreffende de vertegenwoordiging van het Cypriotische volk in het Europees Parlement in geval van een regeling voor de kwestie Cyprus

(2004/511/EG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op Protocol nr. 10 over Cyprus van de Toetredingsakte van 2003, en met name op artikel 4,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Europese Raad heeft herhaaldelijk gewezen op zijn sterke voorkeur voor toetreding van een herenigd Cyprus. Tot nog toe is er nog geen alomvattende regeling voor de kwestie Cyprus tot stand gekomen, noch is het eiland herenigd.

(2)

Overeenkomstig artikel 189 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap bestaat het Europees Parlement uit vertegenwoordigers van de volkeren van de Staten die in de Gemeenschap zijn verenigd. De leden van het Europees Parlement worden gekozen door middel van rechtstreekse algemene verkiezingen overeenkomstig artikel 190 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, artikel 108 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en de Akte betreffende de verkiezing van de leden van het Europees Parlement door middel van rechtstreekse algemene verkiezingen, gehecht aan Besluit nr. 76/787/EGKS, EEG, Euratom van de Raad (1), gewijzigd bij Besluit 2002/772/EG, Euratom van de Raad (2) (hierna „de Akte van 1976” genoemd).

(3)

De leden van het Europees Parlement voor de zittingsperiode van 2004-2009 worden gekozen tijdens de verkiezingen die voor 10-13 juni 2004 zijn gepland. Overeenkomstig artikel 11 van de Toetredingsakte van 2003 is het aantal Cypriotische vertegenwoordigers vanaf het begin van de zittingsperiode 2004-2009 zes. Er zullen echter geen verkiezingen voor de zittingsperiode 2004-2009 worden gehouden in het deel van Cyprus waarover de regering van de Republiek Cyprus niet feitelijk het gezag uitoefent.

(4)

Om de vertegenwoordiging en het kiesrecht van alle Cyprioten — in geval van een alomvattende regeling — te waarborgen, is het nodig de ambtstermijn van de in juni 2004 of bij latere verkiezingen gekozen vertegenwoordigers van het Cypriotische volk in het Europees Parlement voortijdig te beëindigen en in geheel Cyprus buitengewone verkiezingen te houden voor de resterende zittingsperiode van het Europees Parlement,

BESLUIT:

Artikel 1

Ingeval van inwerkingtreding van een alomvattende regeling voor de kwestie Cyprus zullen de volgende bepalingen van kracht zijn, in afwijking van artikel 190, lid 3, van het EG-Verdrag en van artikel 5, artikel 10, lid 1, en artikel 11, lid 2, van de Akte van 1976:

a)

de ambtstermijn van de gekozen Cypriotische volksvertegenwoordigers in het Europees Parlement eindigt bij de aanvang van de eerste zitting van het Europees Parlement volgende op de onder b) bedoelde verkiezingen,

b)

op de zondag die volgt op het einde van een periode van vier maanden na goedkeuring door de Raad, overeenkomstig artikel 1, lid 2, van Protocol Nr. 10 van de Toetredingsakte van 2003, van het eerste besluit tot intrekking van de opschorting van de invoering van het acquis, worden in heel Cyprus buitengewone verkiezingen voor Cypriotische volksvertegenwoordigers in het Europees Parlement gehouden voor het resterende deel van de zittingsperiode 2004-2009 of enige volgende zittingsperiode van het Europees Parlement,

c)

de ambtstermijn van de leden van het Europees Parlement die werden verkozen tijdens de onder b) bedoelde verkiezingen, begint bij de aanvang van de eerste zitting van het Europees Parlement na de onder b) bedoelde verkiezingen en eindigt bij de aanvang van de eerste zitting van het Europees Parlement na de daaropvolgende verkiezingen.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag volgende op die van zijn bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Luxemburg, 10 juni 2004.

Voor de Raad

De voorzitter

D. AHERN


(1)  PB L 278 van 8.10.1976, blz. 1.

(2)  PB L 283 van 21.10.2002, blz. 1.