16.11.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 308/165 |
BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT
van 17 april 2013
over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Orgaan van Europese regelgevende instanties voor elektronische communicatie voor het begrotingsjaar 2011
(2013/556/EU)
HET EUROPEES PARLEMENT,
— |
gezien de definitieve jaarrekening van het Orgaan van Europese regelgevende instanties voor elektronische communicatie voor het begrotingsjaar 2011, |
— |
gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van het Orgaan van Europese regelgevende instanties voor elektronische communicatie voor het begrotingsjaar 2011 vergezeld van de antwoorden van het Orgaan (1), |
— |
gezien de aanbeveling van de Raad van 12 februari 2013 (05753/2013 — C7-0041/2013), |
— |
gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, |
— |
gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (2), en met name artikel 185, |
— |
gezien Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (3), en met name artikel 208, |
— |
gezien Verordening (EG) nr. 1211/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 tot oprichting van het Orgaan van Europese regelgevende instanties voor elektronische communicatie (Berec) en het Bureau (4), en met name artikel 13, |
— |
gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november 2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (5), en met name artikel 94, |
— |
gezien artikel 77 van en bijlage VI bij zijn Reglement, |
— |
gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A7-0066/2013), |
1. |
verleent de administratief directeur van het Orgaan van Europese regelgevende instanties voor elektronische communicatie kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Orgaan voor het begrotingsjaar 2011; |
2. |
formuleert zijn opmerkingen in onderstaande resolutie; |
3. |
verzoekt zijn voorzitter dit besluit en de resolutie die daarvan een integrerend deel uitmaakt, te doen toekomen aan de administratief directeur van het Orgaan van Europese regelgevende instanties voor elektronische communicatie, de Raad, de Commissie en de Rekenkamer, en te zorgen voor de publicatie in het Publicatieblad van de Europese Unie (serie L). |
De voorzitter
Martin SCHULZ
De secretaris-generaal
Klaus WELLE
(1) PB C 388 van 15.12.2012, blz. 8.
(2) PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.
(3) PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1.
(4) PB L 337 van 18.12.2009, blz. 1.
(5) PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.
RESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT
van 17 april 2013
met de opmerkingen die een integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Orgaan van Europese regelgevende instanties voor elektronische communicatie voor het begrotingsjaar 2011
HET EUROPEES PARLEMENT,
— |
gezien de definitieve jaarrekening van het Orgaan van Europese regelgevende instanties voor elektronische communicatie voor het begrotingsjaar 2011, |
— |
gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van het Orgaan van Europese regelgevende instanties voor elektronische communicatie voor het begrotingsjaar 2011 vergezeld van de antwoorden van het Orgaan (1), |
— |
gezien de aanbeveling van de Raad van 12 februari 2013 (05753/2013 — C7-0041/2013), |
— |
gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, |
— |
gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (2), en met name artikel 185, |
— |
gezien Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (3), en met name artikel 208, |
— |
gezien Verordening (EG) nr. 1211/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 tot oprichting van het Orgaan van Europese regelgevende instanties voor elektronische communicatie (Berec) en het Bureau (4), en met name artikel 13, |
— |
gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november 2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (5), en met name artikel 94, |
— |
gezien artikel 77 van en bijlage VI bij zijn Reglement, |
— |
gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A7-0066/2013), |
A. |
overwegende dat de Rekenkamer verklaard heeft redelijke zekerheid te hebben verkregen dat de jaarrekening van het Orgaan van Europese regelgevende instanties voor elektronische communicatie („het Orgaan”) voor het begrotingsjaar 2011 betrouwbaar is en dat de onderliggende verrichtingen wettig en regelmatig zijn; |
B. |
overwegende dat overeenkomstig Besluit 2010/349/EU dat op 31 mei 2010 in onderlinge overeenstemming is genomen door de vertegenwoordigers van de regeringen der lidstaten betreffende de plaats van vestiging van het Bureau van het Orgaan van Europese regelgevende instanties voor elektronische communicatie (Berec) (6), het Bureau van Berec („het Bureau”) gevestigd is in Riga (Letland); overwegende dat het Bureau op 24 februari 2011 zijn zetelovereenkomst heeft ondertekend, in de loop van 2011 volledig operationeel werd en op 12 september 2011 financiële autonomie kreeg; |
C. |
overwegende dat de algemene begroting van het Orgaan voor het financiële jaar 2011, 1 178 785,60 EUR, volledig gefinancierd werd door een bijdrage van de Unie (7); |
Financieel en begrotingsbeheer
1. |
herinnert eraan dat de aanvankelijke bijdrage van de Unie aan het Bureau 1 178 785,60 EUR bedroeg voor 2011; merkt op dat dit het eerste jaar was dat het Bureau financieel autonoom was; |
2. |
wijst op de opmerking van de Rekenkamer dat de door het comité van beheer vastgestelde begroting 2011 van het Bureau de kredieten uitsluitend per titel en per hoofdstuk vermeldde en niet was onderverdeeld in artikelen en posten en dat deze situatie in strijd is met het specialiteitsbeginsel; neemt kennis van het antwoord van het Bureau dat zijn begroting 2012 al onderverdeeld is in artikelen en posten; |
3. |
stelt op basis van de jaarrekeningen van het Bureau vast dat 63,4 % van de kredieten werd vastgelegd, terwijl de betalingen 70,1 % van de totale beheerde kredieten bedroegen (of 44,5 % van de beschikbare kredieten); |
Kredietoverdrachten
4. |
stelt met bezorgdheid vast dat de Rekenkamer 21 gevallen heeft aangetroffen, met een totale waarde van 94 120 EUR, waarin naar 2012 overgedragen betalingskredieten niet overeenkwamen met de aangegane juridische verbintenissen en dat deze overdrachten derhalve onregelmatig waren; |
5. |
accepteert de uitleg van het Bureau dat het in de startfase moeilijk was de kredietoverdrachten correct te voorzien en dat er momenteel is gezorgd voor een procedure om de begrotingsuitvoering nauwkeurig te volgen; neemt kennis van de opmerking van het Bureau dat eind 2012 instructies zouden worden gegeven en dat relevante informatie van de eenheden zou worden verzameld om niet-aangesproken verplichtingen vrij te maken; vraagt het Bureau de kwijtingsautoriteit te laten weten of dit effectief is gebeurd; |
Internecontrolenormen
6. |
vestigt de aandacht van het Bureau op de opmerking van de Rekenkamer dat het Bureau nog niet alle internecontrolenormen had vastgesteld en uitgevoerd, dat met name er noch een facturenregister, noch een register van uitzonderingen was ingesteld; |
7. |
neemt kennis van de verklaring van het Bureau dat in het huidige uitvoeringsplan voor de internecontrolenormen uiterste uitvoeringsdata voor de verschillende normen zijn vastgesteld van november 2011 tot januari 2013; neemt er kennis van dat het facturenregister en het register van uitzonderingen sinds 18 juni 2012 bestaan en voor de verdere registraties in 2012 gelden en dat aan relevante administratieve instructies wordt gewerkt; verzoekt het Bureau om de kwijtingsautoriteit op de hoogte te houden van de vooruitgang in deze kwesties; |
Aanwervingsprocedures
8. |
neemt kennis van de opmerking van de Rekenkamer dat de transparantie van de wervingsprocedures dient te worden verbeterd; neemt kennis van het antwoord van het Bureau dat het per juni 2012 zijn richtsnoeren voor wervingsprocedures heeft bijgewerkt aan de hand van de bevindingen van de Rekenkamer; verzoekt het Bureau deze kwestie te volgen en de kwijtingsautoriteit op de hoogte te stellen van de genomen maatregelen; is van mening dat een aantal bepalingen van het Statuut van de ambtenaren een aanzienlijke administratieve last kunnen vormen; moedigt de Commissie daarom aan om een zekere mate van vereenvoudiging toe te staan krachtens artikel 110 van het Statuut van de ambtenaren in verband met de agentschappen; |
9. |
verwijst wat de andere opmerkingen betreft die deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting, die horizontaal van aard zijn, naar zijn resolutie van 17 april 2013 (8) over de prestaties, het financieel beheer en de controle van de agentschappen. |
(1) PB C 388 van 15.12.2012, blz. 8.
(2) PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.
(3) PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1.
(4) PB L 337 van 18.12.2009, blz. 1.
(5) PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.
(6) PB L 156 van 23.6.2010, blz. 12.
(7) Definitieve jaarrekening van het Bureau van Berec voor 2011, blz. 29.
(8) Aangenomen teksten, P7_TA(2013)0134 (zie bladzijde 374 van dit Publicatieblad).