17.10.2012 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 286/298 |
BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT
van 10 mei 2012
over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Europees GNSS-Agentschap voor het begrotingsjaar 2010
(2012/602/EU)
HET EUROPEES PARLEMENT,
— |
gezien de definitieve jaarrekening van het Europees GNSS-Agentschap voor het begrotingsjaar 2010, |
— |
gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van het Europees GNSS-Agentschap voor het begrotingsjaar 2010, vergezeld van de antwoorden van het Agentschap (1), |
— |
gezien de aanbeveling van de Raad van 21 februari 2012 (06083/2012 — C7-0051/2012), |
— |
gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, |
— |
gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (2), en met name artikel 185, |
— |
gezien Verordening (EU) nr. 912/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2010 tot oprichting van een Europees GNSS-Agentschap (3), en met name artikel 14, |
— |
gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november 2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen zoals bedoeld in artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (4), en met name artikel 94, |
— |
gezien artikel 77 van en bijlage VI bij zijn Reglement, |
— |
gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A7-0127/2012), |
1. |
verleent de uitvoerend directeur van het Europees GNSS-Agentschap kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Agentschap voor het begrotingsjaar 2010; |
2. |
formuleert zijn opmerkingen in onderstaande resolutie; |
3. |
verzoekt zijn voorzitter dit besluit en de resolutie die daarvan een integrerend deel uitmaakt, te doen toekomen aan de uitvoerend directeur van het Europees GNSS-Agentschap, de Raad, de Commissie en de Rekenkamer, en te zorgen voor bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie (serie L). |
De voorzitter
Martin SCHULZ
De secretaris-generaal
Klaus WELLE
(1) PB C 366 van 15.12.2011, blz. 112.
(2) PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.
(3) PB L 276 van 20.10.2010, blz. 11.
(4) PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.
RESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT
van 10 mei 2012
met de opmerkingen die een integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Europees GNSS-Agentschap voor het begrotingsjaar 2010
HET EUROPEES PARLEMENT,
— |
gezien de definitieve jaarrekening van het Europees GNSS-Agentschap voor het begrotingsjaar 2010, |
— |
gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van het Europees GNSS-Agentschap voor het begrotingsjaar 2010, vergezeld van de antwoorden van het Agentschap (1), |
— |
gezien de aanbeveling van de Raad van 21 februari 2012 (06083/2012 — C7-0051/2012), |
— |
gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, |
— |
gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (2), en met name artikel 185, |
— |
gezien Verordening (EU) nr. 912/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2010 tot oprichting van een Europees GNSS-Agentschap (3), en met name artikel 14, |
— |
gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november 2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen zoals bedoeld in artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (4), en met name artikel 94, |
— |
gezien artikel 77 van en bijlage VI bij zijn Reglement, |
— |
gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A7-0127/2012), |
A. |
overwegende dat het Europees GNSS-Agentschap („het Agentschap”) in 2006 financieel zelfstandig is geworden; |
B. |
overwegende dat de Rekenkamer heeft aangegeven dat zij zich geen mening heeft kunnen vormen over de rekeningen van het Agentschap voor het begrotingsjaar 2007 en erop wijst dat de gehele opbouw van het Galileo-project in 2007 is herzien en dat de rekeningen van het Agentschap in een onzekere juridische context zijn voorbereid; |
C. |
overwegende dat de Rekenkamer kanttekeningen heeft geplaatst bij haar verklaring over de betrouwbaarheid van de jaarrekening van het Agentschap voor het begrotingsjaar 2008 en over de wettigheid en de regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen; |
D. |
overwegende dat de Rekenkamer verklaard heeft redelijke zekerheid te hebben verkregen dat de jaarrekening van het Agentschap voor het begrotingsjaar 2009 betrouwbaar is en dat de onderliggende verrichtingen wettig en regelmatig zijn; |
E. |
overwegende dat de Rekenkamer in haar verslag over de jaarrekening van het Agentschap voor het begrotingsjaar 2010 een voorbehoud heeft gemaakt bij de betrouwbaarheid van de jaarrekening voor 2010; |
F. |
overwegende dat het Parlement de uitvoerend directeur van het Agentschap op 10 mei 2011 kwijting heeft verleend voor de uitvoering van de begroting van het Agentschap voor het begrotingsjaar 2009 (5), en dat het in zijn resolutie behorende bij het kwijtingsbesluit onder andere:
|
G. |
overwegende dat het Agentschap in 2011 de door het Parlement verlangde stappen heeft ondernomen om transparantie, gelijke behandeling en doeltreffendheid van de personeelsselectieprocedures te waarborgen; |
H. |
overwegende dat de begroting van het Agentschap voor het begrotingsjaar 2010 15 900 000 EUR bedroeg, ten opzichte van 44 400 000 EUR in 2009, wat een daling betekent van 64,19 %; overwegende dat volgens cijfers van het Agentschap de bijdrage van de Europese Unie aan de begroting 2010 van het Agentschap 8 690 000 EUR bedroeg, |
Betrouwbaarheid van de rekeningen
1. |
merkt op dat het Agentschap, overeenkomstig de boekhoudpraktijk van het Galileo-programma, in 2010 voor een bedrag van 4 400 000 EUR aan onderzoeksuitgaven heeft geboekt voor magneto-torquers, stuwraketten en brandstoftanks voor satellieten (validering in de omloopbaan) en rubidium atoomklokken op de grond (volledige operationele capaciteit); |
2. |
constateert dat deze activa zijn geboekt als onderzoeksuitgaven in plaats van ze als over te dragen activa van het Agentschap aan de Commissie in te delen; herinnert eraan dat deze boekhoudpraktijk in overeenstemming is met de desbetreffende voorschriften van de Unie voor onderdelen van het Galileo-programma; |
3. |
constateert dat het Agentschap het Parlement in zijn verslag van 28 februari 2012 heeft uitgelegd waarom deze onderdelen op die manier in de rekeningen werden geboekt; |
4. |
neemt kennis van het desbetreffende antwoord van het Agentschap aan de Rekenkamer en erkent dat het Agentschap heeft verantwoord dat het deze apparatuur niet als activa in zijn rekeningen heeft geboekt omwille van de volgende redenen:
|
5. |
erkent verder de opmerkingen van de Rekenkamer dat, na de inwerkingtreding van Verordening (EG) nr. 683/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 betreffende de voortzetting van de uitvoering van de Europese programma’s voor navigatie per satelliet (Egnos en Galileo) (6), de meeste activiteiten en activa met betrekking tot de Egnos- en Galileo-programma’s in december 2009 werden overgedragen aan de Commissie, maar dat op 31 december 2010 de status van 2 000 000 EUR die in het bezit was van het Agentschap voor wat betreft technische ondersteuning van het Europees Ruimteagentschap, nog bepaald moest worden; neemt kennis van de verklaring van het Agentschap dat het bedrag van 2 000 000 EUR op 3 oktober 2011 werd overgeschreven; |
Financieel en begrotingsbeheer
6. |
neemt kennis van de verklaring van het Agentschap dat, voor 2010, de uiteindelijke bijdrage van de Unie aan het Agentschap 8 690 000 EUR bedroeg en dat dit bedrag de oorspronkelijke begroting van 5 135 000 EUR omvat, aangevuld met 2 755 000 EUR afkomstig van de terugvordering van voorschotten en een bijkomend bedrag van 800 000 EUR aan betalingskredieten voor titel III (beleidsuitgaven); |
7. |
concludeert uit het verslag inzake financieel en begrotingsbeheer dat de raad van bestuur een wijziging heeft aangebracht in de begroting van het Agentschap voor het begrotingsjaar 2010; stelt vast dat de gewijzigde begroting in overeenstemming was met een besluit van DG ENTR om de betalingskredieten van het Agentschap voor begrotingslijn 3 1 0 0 „Uitgaven voor studies” te verhogen met 800 000 EUR om de betalingscapaciteit voor vastleggingen die uit de vorige jaren werden overgedragen en voor de vastleggingen die in 2010 werden gedaan, te behouden; |
8. |
concludeert uit het verslag inzake financieel en begrotingsbeheer dat de uitvoeringsgraad van de begroting van het Agentschap 97 % bedroeg voor uitgaven die door werkingssubsidies van de Unie worden gefinancierd, en 89 % voor de operationele activiteiten die uit bestemmingsontvangsten worden gefinancierd; merkt met name op dat de uitvoering van de begroting van het Agentschap de volgende niveaus bereikte:
is bezorgd over het feit dat het Agentschap in het kader van titel III slechts 60 % van de betalingen uitvoerde, ten opzichte van 97 % in 2009; is verheugd dat het Agentschap de nodige maatregelen heeft genomen om deze situatie te verhelpen, waardoor de uitvoeringsgraad van de betalingen in 2011 zeer hoog lag (90 % voor titel III en 94 % voor de volledige begroting); |
9. |
concludeert uit het verslag inzake financieel en begrotingsbeheer dat de uitvoerend directeur in 2010 twee interne overschrijvingen voor een totale waarde van 205 000 EUR heeft goedgekeurd; |
10. |
concludeert uit het jaarlijkse activiteitenverslag dat het Agentschap voorfinanciering van de Commissie heeft ontvangen voor een bedrag van 2 606 675 EUR en 4 556 158 EUR, in overeenstemming met de delegatieovereenkomst voor het KP7; |
Subsidieprocedures
11. |
roept het Agentschap op de tekortkomingen die door de Rekenkamer werden vastgesteld, tijdens het evaluatieproces recht te zetten voor de subsidieprocedures voor KP7/Galileo/tweede oproep, die over een begroting van 26 000 000 EUR beschikken; bevestigt met name de opmerkingen van de Rekenkamer dat de criteria voor het beoordelen van de financiële capaciteit van de aanvragers niet werden vastgelegd en hoewel de status van de aanvrager het maximale vergoedingspercentage bepaalt, deze status niet door het Agentschap werd gecontroleerd; |
12. |
spoort het Agentschap bovendien aan de tekortkomingen die de Rekenkamer heeft vastgesteld wat betreft twee subsidieovereenkomsten binnen het zesde kaderprogramma voor onderzoek (FP6)/derde oproep, te verhelpen; merkt met name op dat de kostendeclaraties die de begunstigden hebben ingediend, gebaseerd waren op standaardpercentages, in plaats van op werkelijke kosten; herinnert het Agentschap eraan dat dit niet in overeenstemming is met het beginsel dat financiële bijdragen van de Unie geen winst mogen opleveren en dat het Agentschap deze situatie onmiddellijk moet rechtzetten; |
13. |
erkent verder de opmerkingen van de Rekenkamer dat vijf gecontroleerde subsidies met betrekking tot het KP6 een vertraging in hun uitvoering hadden van tussen één en drie jaar en dat opeenvolgende verhogingen van de beginwaarde van de contracten werden opgemerkt; merkt op dat het Agentschap deze vertragingen heeft gerechtvaardigd door te stellen dat door hun technologisch vooraanstaand karakter hun activiteiten voortdurend veranderen en dat het Agentschap daarom heeft besloten dat deze wijzigingen en verlengingen voor het Galileo-programma in zijn geheel nodig en nuttig waren; merkt op dat het Agentschap er trouwens op wijst dat het vastgestelde maximum voor alle contracten samen nooit werd overschreden; |
Aanbestedingen
14. |
constateert uit het jaarlijkse activiteitenverslag dat het Agentschap in 2010 de volgende aanbestedingen heeft verricht:
|
Consistentie van het jaarlijkse werkprogramma en het jaarlijkse activiteitenverslag
15. |
merkt op dat het jaarlijkse activiteitenverslag van het Agentschap niet noodzakelijk het jaarlijkse werkprogramma weerspiegelt; stelt bovendien vast dat de doelstellingen van zijn jaarlijkse werkprogramma eerder vaag zijn en het daarom moeilijk is ze te beoordelen en te controleren of ze zijn bereikt; spoort het Agentschap daarom aan zijn jaarlijkse werkprogramma te verbeteren zodat de kwijtingsautoriteit de doeltreffendheid van het Agentschap beter kan beoordelen; merkt op dat het Agentschap rekening heeft gehouden met de aanbevelingen van de Rekenkamer en is verheugd dat de toekomstige jaarlijkse werkprogramma’s derhalve aan de vereisten zullen beantwoorden; |
Personeelszaken
16. |
spoort het Agentschap aan de selectieprocedures te verbeteren om de transparantie van aanwerving niet in het gevaar te brengen; bevestigt de opmerkingen van de Rekenkamer dat er bij de gecontroleerde procedures voor personeelsselectie geen drempelwaarden waren vastgesteld voor toelating tot schriftelijke examens en sollicitatiegesprekken of voor opneming op de lijst van geschikte kandidaten; |
17. |
constateert uit het jaarlijkse activiteitenverslag dat het Agentschap 16 aanwervingsprocedures heeft opgestart en tegen eind 2010 een totale personeelsbezetting van 40 personen heeft bereikt; |
18. |
constateert tevens uit het jaarlijkse werkprogramma dat het Agentschap in totaal in 42 personeelsleden heeft voorzien, terwijl het op 31 december 2010 40 personeelsleden telde (5 meer dan het jaar voordien): 18 operationele, 14 administratieve en 8 gemengde; |
Interne audit
19. |
concludeert uit het jaarlijks activiteitenverslag dat het Agentschap zijn risicobeheerbeleid heeft afgerond en er een register van risico’s is opgesteld; |
20. |
concludeert verder uit het jaarlijkse activiteitenverslag dat het Agentschap eind 2010 geen kritieke aanbevelingen van de dienst Interne Audit had openstaan, maar dat er aan vijf aanbevelingen nog geen gevolg was gegeven, met name:
|
21. |
is ingenomen met het feit dat volgens de jaarlijkse toetsing van het Agentschap van december 2011 betreffende de uitvoering van aanbevelingen, de bovengenoemde vijf aanbevelingen waaraan nog geen |
22. |
vestigt de aandacht op zijn aanbevelingen uit voorgaande kwijtingsverslagen, die zijn opgenomen in de bijlage bij deze resolutie; |
23. |
verwijst voor andere, horizontale opmerkingen bij zijn kwijtingsbesluit naar zijn resolutie van 10 mei 2012 (7) over de prestaties en het financiële beheer van en het toezicht op de agentschappen. |
(1) PB C 366 van 15.12.2011, blz. 112.
(2) PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.
(3) PB L 276 van 20.10.2010, blz. 11.
(4) PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.
(5) PB L 250 van 27.9.2011, blz. 232.
(6) PB L 196 van 24.7.2008, blz. 1.
(7) Aangenomen teksten, P7_TA(2012)0164 (zie bladzijde 388 van dit Publicatieblad).
BIJLAGE
AANBEVELINGEN VAN HET EUROPEES PARLEMENT VAN DE AFGELOPEN JAREN
Europees GNSS-Agentschap |
2006 |
2007 |
2008 |
2009 |
||||||||||||||||||||||
Financieel en begrotingsbeheer |
|
|
|
|
||||||||||||||||||||||
Personeelszaken |
n.v.t. |
n.v.t. |
n.v.t. |
|
||||||||||||||||||||||
Interne audit |
n.v.t. |
n.v.t. |
Roept het Agentschap op gevolg te geven aan de laatste twee aanbevelingen die werden gedaan door de dienst Interne Audit in 2007: d.w.z. gevoelige posten en functiebeschrijving. |
Bevestigt dat de twee overgebleven belangrijke aanbevelingen van de dienst Interne Audit die nog moeten worden uitgevoerd, betrekking hebben op gevoelige posten en functiebeschrijvingen. |