13.4.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 103/3


BESLUIT VAN DE RAAD

van 13 maart 2012

over de sluiting, namens de Unie, van de regeling tussen de Europese Unie en de Republiek IJsland, het Vorstendom Liechtenstein, het Koninkrijk Noorwegen en de Zwitserse Bondsstaat betreffende de deelname van deze staten aan de werkzaamheden van de comités die de Europese Commissie bijstaan bij de uitoefening van haar uitvoerende bevoegdheden op het gebied van de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis

(2012/193/EU)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name op de artikelen artikel 74, 77 en 79, in samenhang met artikel 218, lid 6, onder a),

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Gezien de goedkeuring van het Europees Parlement,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Na de op 15 mei 2006 aan de Commissie verleende machtiging, zijn de onderhandelingen afgerond die werden gevoerd met de Republiek IJsland, het Vorstendom Liechtenstein, het Koninkrijk Noorwegen en de Zwitserse Bondsstaat over de deelname van deze staten aan de werkzaamheden van de comités die de Commissie bijstaan bij de uitoefening van haar uitvoerende bevoegdheden op het gebied van de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis.

(2)

Overeenkomstig Besluit 2012/192/EU van de Raad (1), en onder voorbehoud van de sluiting ervan op een later tijdstip, is de regeling tussen de Europese Unie en de Republiek IJsland, het Vorstendom Liechtenstein, het Koninkrijk Noorwegen en de Zwitserse Bondsstaat betreffende de deelname van deze staten aan de werkzaamheden van de comités die de Europese Commissie bijstaan bij de uitoefening van haar uitvoerende bevoegdheden op het gebied van de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis („de regeling”) op 22 september 2011 namens de Europese Unie ondertekend.

(3)

De regeling dient te worden gesloten.

(4)

Dit besluit laat de positie van het Verenigd Koninkrijk onverlet, overeenkomstig het Protocol tot opneming van het Schengenacquis in het kader van de Europese Unie, dat aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is gehecht, en Besluit 2000/365/EG van de Raad van 29 mei 2000 betreffende het verzoek van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland deel te mogen nemen aan enkele van de bepalingen van het Schengenacquis (2).

(5)

Dit besluit laat de positie van Ierland onverlet, overeenkomstig het Protocol tot opneming van het Schengenacquis in het kader van de Europese Unie, dat aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is gehecht, en Besluit 2002/192/EG van de Raad van 28 februari 2002 betreffende het verzoek van Ierland deel te mogen nemen aan bepalingen van het Schengenacquis (3).

(6)

Dit besluit laat de positie van Denemarken onverlet, overeenkomstig het Protocol betreffende de positie van Denemarken, dat aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is gehecht,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De regeling tussen de Europese Unie en de Republiek IJsland, het Vorstendom Liechtenstein, het Koninkrijk Noorwegen en de Zwitserse Bondsstaat betreffende de deelname van deze staten aan de werkzaamheden van de comités die de Europese Commissie bijstaan bij de uitoefening van haar uitvoerende bevoegdheden op het gebied van de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis („de regeling”) en de daaraan gehechte gezamenlijke verklaring, worden namens de Unie goedgekeurd.

De tekst van de regeling is aan dit besluit gehecht.

Artikel 2

De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd om de persoon/personen aan te wijzen die bevoegd is/zijn om namens de Unie de in artikel 7, lid 4, van de regeling bedoelde akte van goedkeuring neer te leggen, waarmee de instemming van de Unie om door de regeling gebonden te zijn, tot uiting wordt gebracht.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 13 maart 2012.

Voor de Raad

De voorzitster

M. VESTAGER


(1)  Zie bladzijde 1 van dit Publicatieblad.

(2)  PB L 131 van 1.6.2000, blz. 43.

(3)  PB L 64 van 7.3.2002, blz. 20.


REGELING

tussen de Europese Unie en de Republiek IJsland, het Vorstendom Liechtenstein, het Koninkrijk Noorwegen en de Zwitserse Bondsstaat betreffende de deelname van deze staten aan de werkzaamheden van de comités die de Europese Commissie bijstaan bij de uitoefening van haar uitvoerende bevoegdheden op het gebied van de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis

DE EUROPESE UNIE,

en

DE REPUBLIEK IJSLAND

(hierna „IJsland” genoemd),

HET VORSTENDOM LIECHTENSTEIN

(hierna „Liechtenstein” genoemd),

HET KONINKRIJK NOORWEGEN

(hierna „Noorwegen” genoemd), en

DE ZWITSERSE BONDSSTAAT

(hierna „Zwitserland” genoemd),

hierna gezamenlijk „de bij het Schengenacquis betrokken staten” genoemd,

GELET OP de op 18 mei 1999 tussen de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen gesloten overeenkomst inzake de wijze waarop deze staten worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (hierna „de overeenkomst inzake de deelname van Noorwegen en IJsland” genoemd),

GELET OP de op 26 oktober 2004 ondertekende overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (hierna de „overeenkomst inzake de deelname van Zwitserland” genoemd),

GELET OP het op 28 februari 2008 ondertekende Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (hierna het „protocol inzake de deelname van Liechtenstein” genoemd),

GELET OP de op 18 mei 1999 gesloten overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Raad van de Europese Unie en de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen over de comités die de Europese Commissie bijstaan bij de uitoefening van haar uitvoerende bevoegdheden,

GELET OP de op 26 oktober 2004 ondertekende overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Raad van de Europese Unie en de Zwitserse Bondsstaat over de comités die de Europese Commissie bijstaan bij de uitoefening van haar uitvoerende bevoegdheden,

GELET OP de verklaring bij het op 28 februari 2008 ondertekende protocol inzake de deelname van Liechtenstein over de deelname aan de comités die de Europese Commissie bijstaan bij de uitoefening van haar uitvoerende bevoegdheden,

OVERWEGENDE dat nieuwe besluiten of maatregelen van het Schengenacquis die de Europese Commissie (hierna „de Commissie” genoemd) in de uitoefening van haar uitvoerende bevoegdheden heeft vastgesteld, en waarop de in deze regeling vastgestelde procedures zijn toegepast, gelijktijdig voor de Europese Unie en haar betrokken lidstaten, en voor de bij het Schengenacquis betrokken staten worden toegepast,

OVERWEGENDE dat het nodig is om de toepassing en eenvormige uitvoering van de nieuwe besluiten of maatregelen van het Schengenacquis te waarborgen, hetgeen de deelname van de bij het Schengenacquis betrokken staten vereist aan de werkzaamheden van de comités die de Commissie bijstaan bij de uitoefening van haar uitvoerende bevoegdheden, wanneer beslissingen worden genomen over de besluiten of maatregelen die een ontwikkeling van het Schengenacquis vormen,

OVERWEGENDE dat de overeenkomsten inzake deelname aan het Schengenacquis niet de gedetailleerde regels bevatten over de deelname van de bij het Schengenacquis betrokken staten aan de werkzaamheden van de comités die de Commissie bijstaan bij de uitoefening van haar uitvoerende bevoegdheden, wanneer beslissingen worden genomen over de besluiten of maatregelen die een ontwikkeling van het Schengenacquis vormen,

OVERWEGENDE dat de deelname van de Republiek IJsland, het Koninkrijk Noorwegen en het Vorstendom Liechtenstein aan het comité dat de Commissie bijstaat bij de uitoefening van haar uitvoerende bevoegdheden en dat is ingesteld bij Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (1), thans is vastgesteld in de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, terwijl de deelname van de Zwitserse Bondsstaat aan dat comité is vastgesteld in de briefwisseling gehecht aan de overeenkomst inzake de deelname van Zwitserland,

HEBBEN OVEREENSTEMMING BEREIKT OMTRENT DE VOLGENDE BEPALINGEN:

Artikel 1

Deze regeling is van toepassing op de besluiten of maatregelen tot wijziging van of voortbouwend op het Schengenacquis die de Commissie bij de uitoefening van haar uitvoerende bevoegdheden heeft vastgesteld op het gebied van de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis.

Artikel 2

1.   De bij het Schengenacquis betrokken staten worden als waarnemers betrokken bij de werkzaamheden van de comités die de Commissie bijstaan bij de uitoefening van haar uitvoerende bevoegdheden op het gebied van de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (hierna de „Schengencomités” genoemd), zoals bedoeld in de bijlage bij deze regeling.

2.   Wanneer bij een besluit tot wijziging van of voortbouwend op het Schengenacquis een nieuw comité wordt ingesteld dat de Commissie in de uitoefening van haar uitvoerende bevoegdheden bijstaat, nemen de bij het Schengenacquis betrokken staten deel aan de werkzaamheden van dat comité vanaf de inwerkingtreding van het besluit waarbij het comité wordt ingesteld.

3.   De lijst van Schengencomités wordt regelmatig door de Commissie bijgewerkt en in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakt.

Artikel 3

1.   De vertegenwoordigers van de bij het Schengenacquis betrokken staten nemen deel aan de werkzaamheden van de Schengencomités zoals uiteengezet in dit artikel.

2.   In de Schengencomités kunnen de staten die bij het Schengenacquis betrokken zijn:

de problemen die zij ondervinden met betrekking tot een bepaald besluit of een bepaalde maatregel betreffende de uitvoering, de toepassing of de ontwikkeling van het Schengenacquis uiteenzetten, of reageren op de problemen van andere delegaties;

zich uitspreken over alle vraagstukken betreffende het opstellen, de ontwikkeling of de uitvoering van bepalingen die zij van belang achten.

3.   De bij het Schengenacquis betrokken staten hebben het recht om in de Schengencomités suggesties te doen. Na bespreking van die suggesties kan de Commissie deze in overweging nemen om een voorstel te doen of een initiatief te nemen.

4.   De bij het Schengenacquis betrokken staten nemen niet deel aan de stemmingen van de Schengencomités en zijn daarbij niet aanwezig.

5.   Wanneer de Schengencomités worden bijeengeroepen, ontvangen de bij het Schengenacquis betrokken staten op hetzelfde tijdstip als de EU-lidstaten de agenda, de ontwerpmaatregelen waarover hun standpunt wordt gevraagd en alle andere relevante werkdocumenten.

6.   De beginselen en voorwaarden voor toegang van het publiek tot de documenten van de Schengencomités zijn dezelfde als die welke gelden voor documenten van de Commissie (2).

7.   Voor de toepassing van deze regeling en bij het bepalen van de procedurele aspecten van de Schengencomités, wordt naar dit artikel verwezen.

Artikel 4

Bij het opstellen van voorstellen tot wijziging van of voortbouwend op bepalingen van het Schengenacquis, raadpleegt de Commissie informeel deskundigen van de bij het Schengenacquis betrokken staten op dezelfde wijze als waarop zij deskundigen van de lidstaten van de Europese Unie (hierna „de lidstaten” genoemd) voor de opstelling van haar voorstellen raadpleegt.

Artikel 5

1.   De aanneming van nieuwe besluiten of maatregelen die een ontwikkeling van het Schengenacquis vormen, wordt voorbehouden aan de bevoegde instellingen van de Europese Unie (3).

Onverminderd lid 3 geldt het volgende:

dergelijke besluiten of maatregelen treden gelijktijdig in werking voor de Europese Unie en de betrokken lidstaten alsmede voor de bij het Schengenacquis betrokken staten, tenzij in de betrokken besluiten of maatregelen uitdrukkelijk anders is bepaald,

de aanvaardig door elk bij het Schengenacquis betrokken staat van dergelijke besluiten of maatregelen schept rechten en verplichtingen tussen dat bij het Schengenacquis betrokken staat enerzijds en de Europese Unie en de door die besluiten en maatregelen gebonden lidstaten anderzijds.

2.   De aanneming van de in lid 1 bedoelde besluiten of maatregelen waarop de in deze regeling vastgestelde procedures werden toegepast, worden aan de bij het Schengenacquis betrokken staten meegedeeld.

De aanneming van in lid 1 bedoelde besluiten of maatregelen wordt door het secretariaat-generaal van de Commissie, onder verwijzing naar dit artikel, aan de bij het Schengenacquis betrokken staten meegedeeld, wanneer van de aanneming van deze besluiten of maatregelen kennis wordt gegeven aan de lidstaten.

Wanneer het secretariaat-generaal van de Commissie de lidstaten geen kennis geeft van de aanneming van de in lid 1 bedoelde besluiten of maatregelen, wordt de aanneming van deze besluiten of maatregelen, onder verwijzing naar dit artikel, aan de bij het Schengenacquis betrokken staten meegedeeld door het directoraat-generaal van de Commissie dat verantwoordelijk is voor de aanneming van de betrokken besluiten of maatregelen.

3.   Elk bij het Schengenacquis betrokken staat beslist onafhankelijk of het de inhoud van de in lid 1 bedoelde besluiten of maatregelen aanvaardt en of het deze in zijn interne rechtsorde ten uitvoer legt. Van deze beslissingen wordt kennis gegeven binnen dertig dagen na de mededeling door de Commissie van de betrokken besluiten of maatregelen.

Voor de aanvaarding van de in lid 1 bedoelde besluiten en maatregelen door de bij het Schengenacquis betrokken staten en de gevolgen van een niet-aanvaarding, gelden de volgende bepalingen:

IJsland en Noorwegen — artikel 8 van de overeenkomst inzake de deelname van IJsland en Noorwegen;

Zwitserland — artikel 7 van de overeenkomst inzake de deelname van Zwitserland;

Liechtenstein — artikel 5 van het protocol inzake de deelname van Liechtenstein.

Artikel 6

1.   Wat de administratieve kosten van de uitvoering van deze regeling betreft, doen de bij het Schengenacquis betrokken staten een jaarlijkse bijdrage van 500 000 EUR aan de algemene begroting van de Europese Unie overeenkomstig het percentage van het bruto binnenlands product van die staten ten opzichte van het bruto binnenlands product van alle deelnemende lidstaten, die jaarlijks wordt aangepast aan het inflatiepercentage in de Europese Unie.

Het bedrag van 500 000 EUR wordt bij briefwisseling aangepast wanneer de ontwikkeling in het aantal Schengencomités waaraan de bij het Schengenacquis betrokken staten deelnemen of de frequentie van de bijeenkomsten dat vereisen.

2.   De reiskosten van de vertegenwoordigers die aan de bijeenkomsten van de Schengencomités deelnemen, worden niet vergoed.

Artikel 7

1.   De secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie is depositaris van deze regeling.

2.   De Europese Unie en de bij het Schengenacquis betrokken staten keuren deze regeling in overeenstemming met hun eigen procedures goed.

3.   Voor de inwerkingtreding van deze regeling is de goedkeuring door de Europese Unie en door ten minste één bij het Schengenacquis betrokken staat vereist.

4.   Deze regeling treedt tussen de Europese Unie en het bij het Schengenacquis betrokken staat in werking op de eerste dag van de tweede maand volgende op de nederlegging van de desbetreffende akte van goedkeuring of ratificatie bij de depositaris.

5.   Wat Liechtenstein betreft, treedt deze regeling slechts in werking wanneer het protocol inzake de deelname van Liechtenstein in werking is getreden.

Artikel 8

1.   Wat Noorwegen en IJsland betreft, wordt deze regeling beëindigd wanneer de desbetreffende overeenkomst inzake de deelname van Noorwegen of IJsland wordt beëindigd.

2.   Wat Zwitserland betreft, wordt deze regeling beëindigd wanneer de overeenkomst inzake de deelname van Zwitserland wordt beëindigd.

3.   Wat Liechtenstein betreft, wordt deze regeling beëindigd wanneer het protocol inzake de deelname van Liechtenstein wordt beëindigd.

4.   De depositaris wordt in kennis gesteld van de beëindiging.

Artikel 9

Deze regeling en de gezamenlijke verklaring zijn opgesteld in een enkel origineel in de Bulgaarse, de Deense, de Duitse, de Engelse, de Estse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Hongaarse, de Italiaanse, de Letse, de Litouwse, de Maltese, de Nederlandse, de Poolse, de Portugese, de Roemeense, de Sloveense, de Spaanse, de Slowaakse, de Tsjechische, de Zweedse, de IJslandse en de Noorse taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek.

Съставено в Брюксел на двадесет и втори септември две хиляди и единадесета година.

Hecho en Bruselas, el veintidós de septiembre de dos mil once.

V Bruselu dne dvacátého druhého září dva tisíce jedenáct.

Udfærdiget i Bruxelles den toogtyvende september to tusind og elleve.

Geschehen zu Brüssel am zweiundzwanzigsten September zweitausendelf.

Kahe tuhande üheteistkümnenda aasta septembrikuu kahekümne teisel päeval Brüsselis.

Έγινε στις Βρυξέλλες, στις είκοσι δύο Σεπτεμβρίου δύο χιλιάδες έντεκα.

Done at Brussels on the twenty-second day of September in the year two thousand and eleven.

Fait à Bruxelles, le vingt-deux septembre deux mille onze.

Fatto a Bruxelles, addì ventidue settembre duemilaundici.

Briselē, divi tūkstoši vienpadsmitā gada divdesmit otrajā septembrī.

Priimta du tūkstančiai vienuoliktų metų rugsėjo dvidešimt antrą dieną Briuselyje.

Kelt Brüsszelben, a kétezer-tizenegyedik év szeptember huszonkettedik napján.

Magħmul fi Brussell, fit-tnejn u għoxrin jum ta' Settembru tas-sena elfejn u ħdax.

Gedaan te Brussel, de tweeëntwintigste september tweeduizend elf.

Sporządzono w Brukseli dnia dwudziestego drugiego września roku dwa tysiące jedenastego.

Feito em Bruxelas, em vinte e dois de setembro de dois mil e onze.

Întocmit la Bruxelles la douăzeci și doi septembrie două mii unsprezece.

V Bruseli dňa dvadsiateho druhého septembra dvetisícjedenásť.

V Bruslju, dne dvaindvajsetega septembra leta dva tisoč enajst.

Tehty Brysselissä kahdentenakymmenentenätoisena päivänä syyskuuta vuonna kaksituhattayksitoista.

Som skedde i Bryssel den tjugoandra september tjugohundraelva.

Gjört í Brussel þann tuttugasta og annan september árið tvö þúsund og ellefu.

Utferdiget i Brussel den tjueandre september to tusen og elleve.

За Европейския съюз

Por la Unión Europea

Za Evropskou unii

For Den Europæiske Union

Für die Europäische Union

Euroopa Liidu nimel

Για την Ευρωπαϊκή Ένωση

For the European Union

Pour l'Union européenne

Per l'Unione europea

Eiropas Savienības vārdā –

Europos Sąjungos vardu

Az Európai Unió részéről

Għall-Unjoni Ewropea

Voor de Europese Unie

W imieniu Unii Europejskiej

Pela União Europeia

Pentru Uniunea Europeană

Za Európsku úniu

Za Evropsko unijo

Euroopan unionin puolesta

För Europeiska unionen

Image

Image

Fyrir hönd lýðveldisins Íslands

Image

Für das Fürstentum Liechtenstein

Image

For Kongeriket Norge

Image

Für die Schweizerische Eidgenossenschaft

Pour la Confédération suisse

Per la Confederazione svizzera

Image


(1)  PB L 281 van 23.11.1995, blz. 31.

(2)  Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43).

(3)  Op het tijdstip van de ondertekening van deze regeling worden deze besluiten of maatregelen door de Commissie vastgesteld overeenkomstig Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13) of zij worden vastgesteld overeenkomstig artikel 5 bis van Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden (PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23), laatstelijk gewijzigd bij Besluit 2006/512/EG van de Raad van 17 juli 2006 (PB L 200 van 22.7.2006, blz. 11).

BIJLAGE

Lijst van de bestaande comités die de Europese Commissie bijstaan bij de uitoefening van haar uitvoerende bevoegdheden op het gebied van de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis:

het comité dat is ingesteld bij Verordening (EG) nr. 1683/95 van de Raad van 29 mei 1995 betreffende de invoering van een uniform visummodel (1);

het comité dat is ingesteld bij Verordening (EG) nr. 1987/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (2) en Besluit 2007/533/JBZ van de Raad van 12 juni 2007 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (3); dit comité staat de Europese Commissie ook bij bij de toepassing van de volgende rechtsinstrumenten:

Verordening (EG) nr. 767/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 betreffende het Visuminformatiesysteem (VIS) en de uitwisseling tussen de lidstaten van gegevens op het gebied van visa voor kort verblijf (VIS-verordening) (4);

Verordening (EG) nr. 1104/2008 van de Raad van 24 oktober 2008 over de migratie van het Schengeninformatiesysteem (SIS1+) naar het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (5);

Besluit 2008/839/JBZ van de Raad van 24 oktober 2008 over de migratie van het Schengeninformatiesysteem (SIS1+) naar het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (6);

het comité dat is ingesteld bij Besluit 2004/201/JBZ van de Raad van 19 februari 2004 houdende procedures voor de wijziging van het Sirenehandboek (7) en Verordening (EG) nr. 378/2004 van de Raad van 19 februari 2004 houdende procedures voor de wijziging van het Sirenehandboek (8) — om de Europese Commissie bij te staan bij de wijziging van het Sirenehandboek;

het comité dat is ingesteld bij Beschikking 2005/267/EG van de Raad van 16 maart 2005 betreffende de totstandbrenging van een beveiligd op internet gebaseerd informatie- en coördinatienetwerk voor de migratiebeheersdiensten van de lidstaten (9);

het comité dat is ingesteld bij Verordening (EG) nr. 562/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2006 tot vaststelling van een communautaire code betreffende de overschrijding van de grenzen door personen (Schengengrenscode) (10) — om de Commissie bij te staan op het gebied van buitengrenzen;

het comité „Solidariteit en beheer van de migratiestromen”, dat is ingesteld bij Beschikking nr. 574/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 mei 2007 tot instelling van het Buitengrenzenfonds voor de periode 2007-2013 als onderdeel van het algemene programma „Solidariteit en beheer van de migratiestromen” (11);

het comité dat is ingesteld bij Verordening (EG) nr. 810/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot vaststelling van een gemeenschappelijke visumcode (12) — het „visumcomité”.


(1)  PB L 164 van 14.7.1995, blz. 1.

(2)  PB L 381 van 28.12.2006, blz. 4.

(3)  PB L 205 van 7.8.2007, blz. 63.

(4)  PB L 218 van 13.8.2008, blz. 60.

(5)  PB L 299 van 8.11.2008, blz. 1.

(6)  PB L 299 van 8.11.2008, blz. 43.

(7)  PB L 64 van 2.3.2004, blz. 45.

(8)  PB L 64 van 2.3.2004, blz. 5.

(9)  PB L 83 van 1.4.2005, blz. 48.

(10)  PB L 105 van 13.4.2006, blz. 1.

(11)  PB L 144 van 6.6.2007, blz. 22.

(12)  PB L 243 van 15.9.2009, blz. 1.


GEZAMENLIJKE VERKLARING VAN DE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN OVER DE SPECIFIEKE DEELNAME AAN DE UITVOERING, TOEPASSING EN ONTWIKKELING VAN HET SCHENGENACQUIS

De overeenkomstsluitende partijen verklaren gezamenlijk dat de specifieke deelname van de Republiek IJsland, het Vorstendom Liechtenstein, het Koninkrijk Noorwegen en de Zwitserse Bondsstaat aan de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis niet wordt beschouwd als een juridisch of politiek precedent voor enig ander gebied waarop de Europese Unie en die staten samenwerken.