8.10.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 264/1


BESLUIT VAN DE RAAD

van 16 juni 2011

inzake de ondertekening namens de Unie en de voorlopige toepassing van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de regering van de Republiek Indonesië inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten

(2011/663/EU)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 100, lid 2, in samenhang met artikel 218, lid 5,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij besluit van 5 juni 2003 heeft de Raad de Commissie gemachtigd met derde landen te onderhandelen over de vervanging van sommige bepalingen in bestaande bilaterale overeenkomsten door een overeenkomst op het niveau van de Unie.

(2)

De Commissie heeft namens de Unie met de regering van de Republiek Indonesië onderhandeld over een Overeenkomst inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten („de overeenkomst”), overeenkomstig de in de bijlage bij het besluit van de Raad van 5 juni 2003 omschreven mechanismen en richtsnoeren.

(3)

De overeenkomst moet worden ondertekend en voorlopig worden toegepast, onder voorbehoud van sluiting,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De ondertekening van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de regering van de Republiek Indonesië inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten („de overeenkomst”) wordt goedgekeurd namens de Unie, onder voorbehoud van de sluiting van de overeenkomst.

De tekst van de overeenkomst is bij dit besluit gevoegd.

Artikel 2

De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd de persoon (personen) aan te wijzen die bevoegd is (zijn) om de overeenkomst te ondertekenen, onder voorbehoud van sluiting ervan.

Artikel 3

In afwachting van de inwerkingtreding wordt de overeenkomst voorlopig toegepast vanaf de eerste dag van de eerste maand die volgt op de datum waarop de partijen elkaar ervan in kennis hebben gesteld dat zij de nodige procedures daarvoor hebben afgerond (1).

Artikel 4

De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd om de bij artikel 8, lid 2, van de overeenkomst voorziene kennisgeving te verrichten.

Artikel 5

Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Luxemburg, 16 juni 2011.

Voor de Raad

De voorzitter

VÖLNER P.


(1)  Het secretariaat-generaal van de Raad maakt in het Publicatieblad van de Europese Unie bekend vanaf welke datum de overeenkomst voorlopig wordt toegepast.


OVEREENKOMST

tussen de Europese Unie en de regering van de Republiek Indonesië inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten

DE EUROPESE UNIE, hierna „de Unie” genoemd,

enerzijds, en

DE REGERING VAN DE REPUBLIEK INDONESIË, hierna „Indonesië” genoemd,

anderzijds,

hierna „de partijen” genoemd,

VASTSTELLEND dat verscheidene lidstaten van de Unie met Indonesië bilaterale overeenkomsten voor luchtdiensten hebben gesloten die bepalingen bevatten welke in strijd zijn met de wetgeving van de Unie,

VASTSTELLEND dat de Unie exclusief bevoegd is voor diverse aspecten die mogelijk zijn opgenomen in bilaterale overeenkomsten voor luchtdiensten tussen de lidstaten van de Unie en derde landen,

VASTSTELLEND dat in een lidstaat gevestigde luchtvervoerders uit de Unie overeenkomstig de wetgeving van de Unie het recht hebben op niet-discriminerende toegang tot luchtroutes tussen de lidstaten van de Unie en derde landen,

GELET OP de overeenkomsten tussen de Unie en bepaalde derde landen waarin onderdanen van deze derde landen de mogelijkheid wordt geboden eigendom te verwerven in luchtvervoerders die een vergunning hebben gekregen overeenkomstig de wetgeving van de Unie,

ERKENNENDE dat sommige bepalingen van de tussen lidstaten van de Unie en Indonesië gesloten bilaterale overeenkomsten voor luchtdiensten die in strijd zijn met de wetgeving van de Unie met deze wetgeving in overeenstemming moeten worden gebracht om een solide rechtsgrond voor luchtdiensten tussen de Unie en Indonesië tot stand te brengen en om de continuïteit van dergelijke luchtdiensten te garanderen,

VASTSTELLEND dat luchtvervoerders volgens de wetgeving van de Unie in principe geen overeenkomsten mogen sluiten die de handel tussen de lidstaten van de Unie kunnen beïnvloeden en die tot doel of als gevolg hebben dat de mededinging wordt verhinderd, beperkt of verstoord,

ERKENNENDE dat sommige bepalingen van de tussen lidstaten van de Unie en Indonesië gesloten bilaterale overeenkomsten voor luchtdiensten i) die luchtvaartmaatschappijen verplichten of aanzetten tot overeenkomsten tussen ondernemingen, besluiten van ondernemersverenigingen en onderling afgestemde feitelijke gedragingen die ertoe strekken of ten gevolge hebben dat de mededinging op de relevante routes wordt verhinderd, beperkt of vervalst; of ii) die de gevolgen van dergelijke overeenkomsten, besluiten of onderling afgestemde feitelijke gedragingen versterken; of iii) waarbij de verantwoordelijkheid voor het nemen van maatregelen die de mededinging tussen luchtvaartmaatschappijen op de relevante routes verhinderen, beperken of vervalsen, wordt toevertrouwd aan luchtvaartmaatschappijen of andere particuliere economische operatoren, het effect van de op de ondernemingen toepasselijke mededingingsregels ongedaan kunnen maken,

VASTSTELLEND dat de Unie er in het kader van deze overeenkomst niet naar streeft het totale volume aan luchtverkeer tussen de Unie en Indonesië te doen toenemen, noch om het evenwicht tussen luchtvervoerders uit de Unie en luchtvervoerders uit Indonesië te wijzigen, noch om te onderhandelen over wijzigingen van de bepalingen van bestaande bilaterale overeenkomsten inzake verkeersrechten,

ZIJN ALS VOLGT OVEREENGEKOMEN:

Artikel 1

Algemene bepalingen

1.   In deze overeenkomst wordt onder „lidstaten” lidstaten van de Unie en onder „EU-Verdragen” het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie verstaan.

2.   Wanneer in de in bijlage 1 vermelde overeenkomsten wordt verwezen naar onderdanen van de lidstaat die partij is bij de Overeenkomst, wordt dit begrepen als een verwijzing naar onderdanen van de lidstaten van de Unie.

3.   Wanneer in de in bijlage 1 vermelde overeenkomsten wordt verwezen naar luchtvervoerders of luchtvaartmaatschappijen van de lidstaat die partij is bij de Overeenkomst, wordt dit begrepen als een verwijzing naar de door die lidstaat aangewezen luchtvervoerders of luchtvaartmaatschappijen.

Artikel 2

Aanwijzing door een lidstaat

1.   De bepalingen van de leden 2 en 3 van dit artikel hebben voorrang op de overeenkomstige bepalingen van de in bijlage 2, onder a) en b), genoemde artikelen wat betreft de aanwijzing van een luchtvervoerder door de desbetreffende lidstaat, de vergunningen en machtigingen die door Indonesië aan deze luchtvervoerder zijn toegekend en de weigering, intrekking, opschorting of beperking van de vergunningen en machtigingen van de luchtvervoerder.

2.   Wanneer Indonesië een aanwijzing door een lidstaat ontvangt, verleent zij zo spoedig mogelijk de passende vergunningen en machtigingen wanneer:

a)

de luchtvervoerder, overeenkomstig de EU-Verdragen, op het grondgebied van de aanwijzende lidstaat is gevestigd en beschikt over een geldige exploitatievergunning overeenkomstig de wetgeving van de Unie, en

b)

de lidstaat die verantwoordelijk is voor de afgifte van het Air Operators Certificate op doeltreffende wijze controleert of de luchtvervoerder de regelgeving naleeft en wanneer de bevoegde luchtvaartautoriteit duidelijk in de aanwijzing is vermeld, en

c)

de luchtvervoerder rechtstreeks of door een meerderheidsbelang eigendom is van lidstaten en/of onderdanen van lidstaten, of van andere in bijlage 3 vermelde landen en/of onderdanen van die landen, en deze landen en/of onderdanen daadwerkelijk zeggenschap uitoefenen over de luchtvervoerder.

3.   Indonesië mag de vergunningen of machtigingen van een door een lidstaat aangewezen luchtvervoerder weigeren, intrekken, opschorten of beperken wanneer:

a)

de luchtvervoerder, overeenkomstig de EU-Verdragen, niet op het grondgebied van de aanwijzende lidstaat is gevestigd of niet beschikt over een geldige exploitatievergunning overeenkomstig de wetgeving van de Unie, of

b)

de lidstaat die verantwoordelijk is voor de afgifte van het Air Operators Certificate niet op doeltreffende wijze controleert of de luchtvervoerder de regelgeving naleeft, of wanneer de relevante luchtvaartautoriteit niet duidelijk in de aanwijzing is vermeld, of

c)

de luchtvervoerder niet rechtstreeks of via een meerderheidsbelang eigendom is van lidstaten en/of onderdanen van lidstaten of van andere in bijlage 3 vermelde landen en/of onderdanen van die landen, of deze landen en/of onderdanen niet daadwerkelijk zeggenschap uitoefenen over de luchtvervoerder, of

d)

de luchtvervoerder al krachtens een bilaterale overeenkomst tussen Indonesië en een andere lidstaat gemachtigd is vluchten te exploiteren en Indonesië kan aantonen dat, door uit hoofde van deze Overeenkomst verkeersrechten uit te oefenen op een route die een punt in die andere lidstaat omvat, de luchtvervoerder de in die andere overeenkomst opgelegde beperkingen op de verkeersrechten zou omzeilen, of

e)

de aangewezen luchtvervoerder houder is van een door een lidstaat afgegeven Air Operator’s Certificate en er geen bilaterale overeenkomst voor luchtdiensten tussen Indonesië en die andere lidstaat bestaat en die lidstaat verkeersrechten heeft ontzegd aan de door Indonesië aangewezen luchtvervoerder.

Bij de uitoefening van de rechten die haar krachtens dit lid zijn verleend, mag Indonesië geen onderscheid maken tussen luchtvervoerders uit de Unie op grond van nationaliteit.

Artikel 3

Veiligheid

1.   De bepalingen van lid 2 van dit artikel vormen een aanvulling op de desbetreffende bepalingen in de in bijlage 2, onder c), vermelde artikelen.

2.   Wanneer een lidstaat een luchtvervoerder heeft aangewezen die onder het wettelijk toezicht van een andere lidstaat staat, zijn de rechten van Indonesië uit hoofde van de veiligheidsvoorschriften van de overeenkomst tussen de lidstaat die de luchtvervoerder heeft aangewezen en Indonesië zowel van toepassing op de vaststelling, naleving of handhaving van veiligheidsnormen door die andere lidstaat als op de exploitatievergunning van die luchtvervoerder.

Artikel 4

Belasting op vliegtuigbrandstof

1.   De bepalingen van lid 2 van dit artikel vormen een aanvulling op de overeenkomstige bepalingen van de in bijlage 2, onder d), vermelde artikelen.

2.   Niettegenstaande eventuele andersluidende bepalingen, beletten de in bijlage 2, onder d), vermelde overeenkomsten op generlei wijze dat de lidstaten op niet-discriminerende wijze belastingen, heffingen, accijnzen, vergoedingen of kosten in rekening brengen voor de brandstof die op hun grondgebied wordt geleverd voor gebruik in een vliegtuig van een aangewezen luchtvervoerder van Indonesië dat een plaats op het grondgebied van die lidstaat verbindt met een andere plaats op het grondgebied van die lidstaat of op het grondgebied van een andere lidstaat.

Artikel 5

Verenigbaarheid met de mededingingsregels

1.   Onverminderd andersluidende bepalingen mag niets in de in bijlage 1 vermelde overeenkomsten i) aanzetten tot overeenkomsten tussen ondernemingen, besluiten van ondernemersverenigingen en onderling afgestemde feitelijke gedragingen die de mededinging verhinderen, verstoren of beperken; ii) de gevolgen van dergelijke overeenkomsten, besluiten of onderling afgestemde feitelijke gedragingen versterken; of iii) de verantwoordelijkheid voor het nemen van maatregelen die de mededinging verhinderen, verstoren of beperken, toevertrouwen aan particuliere economische operatoren.

2.   De bepalingen in de in bijlage 1 vermelde overeenkomsten die niet verenigbaar zijn met lid 1 van dit artikel worden niet toegepast.

Artikel 6

Bijlagen bij deze overeenkomst

De bijlagen bij deze Overeenkomst maken integrerend deel uit van de Overeenkomst.

Artikel 7

Herziening of wijziging

De overeenkomstsluitende partijen mogen deze overeenkomst op elk ogenblik met wederzijdse instemming wijzigen.

Artikel 8

Inwerkingtreding en voorlopige toepassing

1.   Deze overeenkomst treedt in werking wanneer de partijen elkaar schriftelijk hebben medegedeeld dat zij hun interne procedures voor de inwerkingtreding van de overeenkomst hebben voltooid.

2.   Onverminderd het bepaalde in lid 1 stemmen de partijen ermee in deze overeenkomst voorlopig toe te passen vanaf de eerste dag van de maand volgende op de datum waarop de partijen elkaar in kennis hebben gesteld van de voltooiing van de daartoe vereiste procedures.

3.   Deze overeenkomst is van toepassing op alle in bijlage 1 vermelde overeenkomsten en regelingen, inclusief die welke op de datum van ondertekening van deze overeenkomst nog niet in werking zijn getreden en niet voorlopig worden toegepast.

Artikel 9

Beëindiging

1.   Wanneer een in bijlage 1 vermelde overeenkomst wordt beëindigd, worden ook alle bepalingen van de onderhavige overeenkomst die betrekking hebben op de desbetreffende in bijlage 1 vermelde overeenkomst tegelijkertijd beëindigd.

2.   Wanneer alle in bijlage 1 vermelde overeenkomsten worden beëindigd, wordt de onderhavige overeenkomst tegelijkertijd beëindigd.

TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekenden, daartoe naar behoren gemachtigd, deze overeenkomst hebben ondertekend.

Gedaan te Brussel, in tweevoud, op de negenentwintigste juni tweeduizend elf, in de Bulgaarse, de Deense, de Duitse, de Engelse, de Estse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Hongaarse, de Italiaanse, de Letse, de Litouwse, de Maltese, de Nederlandse, de Poolse, de Portugese, de Roemeense, de Sloveense, de Slowaakse, de Spaanse, de Tsjechische, de Zweedse en de Indonesische taal, alle teksten zijnde gelijkelijk authentiek.

За Европейския съюз

Por la Unión Europea

Za Evropskou unii

For Den Europæiske Union

Für die Europäische Union

Euroopa Liidu nimel

Για την Ευρωπαϊκή Ένωση

For the European Union

Pour l'Union européenne

Per l'Unione europea

Eiropas Savienības vārdā –

Europos Sąjungos vardu

Az Európai Unió részéről

Għall-Unjoni Ewropea

Voor de Europese Unie

W imieniu Unii Europejskiej

Pela União Europeia

Pentru Uniunea Europeană

Za Európsku úniu

Za Evropsko unijo

Euroopan unionin puolesta

För Europeiska unionen

Untuk Uni Eropa

Image

За правителството на Република Индонезия

Por el Gobierno de la República de Indonesia

Za vládu Indonéské republiky

For Republiken Indonesiens regeringen

Für die Regierung der Republik Indonesien

Indoneesia Vabariigi valitsuse nimel

Για την Κυβέρνηση της Δημοκρατίας της Ινδονησίας

For the Government of the Republic of Indonesia

Pour le gouvernement de la République d'Indonésie

Per il governo della Repubblica di Indonesia

Indonēzijas Republikas valdības vārdā –

Indonezijos Respublikos vyriausybės vardu

Az Indonéz Köztársaság kormánya részéről

Għall-Gvern tar-Repubblika tal-Indoneżja

Voor de regering van de Republiek Indonesië

W imieniu rządu Republiki Indonezji

Pelo Governo da República da Indonésia

Pentru Guvernul Republicii Indonezia

Za vládu Indonézskej republiky

Za vlado Republike Indonezije

Indonesian tasavallan hallituksen puolesta

För Republiken Indonesiens regeringen

Untuk Pemerintah Republik Indonesia

Image

BIJLAGE 1

Lijst van de overeenkomsten waarnaar wordt verwezen in artikel 1 van de overeenkomst

Overeenkomsten voor luchtdiensten en andere regelingen tussen de Republiek Indonesië en lidstaten van de Europese Unie, zoals gewijzigd of geamendeerd, die op de datum van ondertekening van de overeenkomst zijn gesloten, ondertekend of geparafeerd:

overeenkomst tussen de federale regering van Oostenrijk en de regering van de Republiek Indonesië met betrekking tot geregeld luchtvervoer, ondertekend te Wenen op 19 maart 1987, hierna de „overeenkomst tussen Indonesië en Oostenrijk” genoemd, in bijlage 2;

overeenkomst tussen de regering van het Koninkrijk België en de regering van de Republiek Indonesië inzake luchtdiensten tussen hun grondgebieden en over de grenzen van hun respectieve grondgebieden heen, gedaan te Jakarta op 12 maart 1971, hierna de „overeenkomst tussen Indonesië en België” genoemd, in bijlage 2;

overeenkomst tussen de regering van de Republiek Bulgarije en de regering van de Republiek Indonesië inzake luchtdiensten tussen hun grondgebieden en over de grenzen van hun respectieve grondgebieden heen, opgesteld te Jakarta op 22 juni 1992, hierna de „overeenkomst tussen Indonesië en Bulgarije” genoemd, in bijlage 2;

luchtvervoersovereenkomst tussen de regering van de Tsjechoslowaakse Socialistische Republiek en de regering van de Republiek Indonesië, ondertekend te Praag op 10 mei 1972, hierna de „overeenkomst tussen Indonesië en Tsjechië” genoemd, in bijlage 2. Laatstelijk gewijzigd bij briefwisseling te Jakarta op 18 januari 1986;

overeenkomst tussen de regering van Denemarken en de regering van de Republiek Indonesië voor luchtdiensten tussen hun respectieve grondgebieden, ondertekend te Kopenhagen op 23 juni 1971, hierna de „overeenkomst tussen Indonesië en Denemarken” genoemd, in bijlage 2;

overeenkomst voor luchtdiensten tussen de regering van de Republiek Finland en de regering van de Republiek Indonesië, ondertekend te Jakarta op 7 november 1997, hierna de „overeenkomst tussen Indonesië en Finland” genoemd, in bijlage 2;

overeenkomst tussen de regering van de Franse Republiek en de regering van de Republiek Indonesië inzake luchtdiensten tussen hun grondgebieden en over de grenzen van hun grondgebieden heen, opgesteld te Jakarta op 24 november 1967, hierna de „overeenkomst tussen Indonesië en Frankrijk” genoemd, in bijlage 2;

overeenkomst tussen de regering van de Bondsrepubliek Duitsland en de regering van de Republiek Indonesië voor luchtdiensten tussen hun respectieve grondgebieden, ondertekend te Kopenhagen op 4 december 1969, hierna de „overeenkomst tussen Indonesië en Denemarken” genoemd, in bijlage 2;

overeenkomst tussen de regering van de Helleense Republiek en de regering van de Republiek Indonesië inzake luchtdiensten, gedaan te Jakarta op 24 juni 2008, hierna de „overeenkomst tussen Indonesië en Griekenland” genoemd, in bijlage 2;

luchtvervoersovereenkomst tussen de regering van de Republiek Hongarije en de regering van de Republiek Indonesië, ondertekend te Jakarta op 20 september 1994, hierna de „overeenkomst tussen Indonesië en Hongarije” genoemd, in bijlage 2;

overeenkomst tussen de regering van de Italiaanse Republiek en de regering van de Republiek Indonesië voor luchtdiensten tussen hun respectieve grondgebieden en over de grenzen van hun grondgebieden heen, ondertekend te Jakarta op 7 december 1966, hierna de „overeenkomst tussen Indonesië en Italië” genoemd, in bijlage 2;

ontwerpovereenkomst voor luchtdiensten tussen de regering van het Groothertogdom Luxemburg en de regering van de Republiek Indonesië, geparafeerd te Denpasar op 15 maart 2005, hierna de „overeenkomst tussen Indonesië en Luxemburg” genoemd, in bijlage 2;

luchtvervoersovereenkomst tussen de regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de regering van de Republiek Indonesië, ondertekend te Den Haag op 23 november 1990, hierna de „overeenkomst tussen Indonesië en Nederland” genoemd, in bijlage 2;

overeenkomst tussen de regering van de Republiek Polen en de regering van de Republiek Indonesië inzake geregeld luchtvervoer, ondertekend te Jakarta op 13 december 1991, hierna de „overeenkomst tussen Indonesië en Polen” genoemd, in bijlage 2;

overeenkomst voor luchtdiensten tussen de regering van de Republiek Roemenië en de regering van de Republiek Indonesië, ondertekend te Jakarta op 7 september 1993, hierna de „overeenkomst tussen Indonesië en Roemenië” genoemd, in bijlage 2;

luchtvervoersovereenkomst tussen de regering van de Slowaakse Republiek en de regering van de Republiek Indonesië, geparafeerd te Djakarta op 28 maart 1995, hierna de „overeenkomst tussen Indonesië en Slowakije” genoemd, in bijlage 2;

luchtvervoersovereenkomst tussen de regering van het Koninkrijk Spanje en de regering van de Republiek Indonesië met betrekking tot geregelde luchtdiensten, opgesteld te Madrid op 5 oktober 1993, hierna de „overeenkomst tussen Indonesië en Spanje” genoemd, in bijlage 2;

overeenkomst tussen de regering van Zweden en de regering van de Republiek Indonesië voor luchtdiensten tussen hun respectieve grondgebieden, ondertekend te Kopenhagen op 23 juni 1971, hierna de „overeenkomst tussen Indonesië en Zweden” genoemd, in bijlage 2;

overeenkomst tussen de regering van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland en de regering van de Republiek Indonesië voor luchtdiensten tussen hun respectieve grondgebieden en over de grenzen van hun grondgebieden heen, ondertekend te Jakarta op 28 juni 1973, hierna de „overeenkomst tussen Indonesië en het Verenigd Koninkrijk” genoemd, in bijlage 2.

BIJLAGE 2

Lijst van de artikelen van de in bijlage 1 vermelde overeenkomsten waarnaar wordt verwezen in de artikelen 2 tot en met 4 van de overeenkomst

a)

Aanwijzing door een lidstaat:

 

artikel 3 van de overeenkomst tussen Indonesië en Oostenrijk;

 

artikel 3 van de overeenkomst tussen Indonesië en België;

 

artikel III van de overeenkomst tussen Indonesië en Bulgarije;

 

artikel 3 van de overeenkomst tussen Indonesië en Tsjechië;

 

artikel 3 van de overeenkomst tussen Indonesië en Denemarken;

 

artikel 3 van de overeenkomst tussen Indonesië en Finland;

 

artikel 3 van de overeenkomst tussen Indonesië en Frankrijk;

 

artikel 3, lid 4, van de overeenkomst tussen Indonesië en Duitsland;

 

artikel 3 van de overeenkomst tussen Indonesië en Hongarije;

 

artikel 3 van de overeenkomst tussen Indonesië en Italië;

 

artikel III van de overeenkomst tussen Indonesië en Luxemburg;

 

artikel 3 van de overeenkomst tussen Indonesië en Nederland;

 

artikel 3 van de overeenkomst tussen Indonesië en Polen;

 

artikel 3 van de overeenkomst tussen Indonesië en Roemenië;

 

artikel 3 van de overeenkomst tussen Indonesië en Slowakije;

 

artikel III van de overeenkomst tussen Indonesië en Spanje;

 

artikel 3 van de overeenkomst tussen Indonesië en Zweden;

 

artikel 3 van de overeenkomst tussen Indonesië en het Verenigd Koninkrijk.

b)

Weigering, intrekking, opschorting of beperking van vergunningen en machtigingen:

 

artikelen 3 en 4 van de overeenkomst tussen Indonesië en Oostenrijk;

 

artikel 3 van de overeenkomst tussen Indonesië en België;

 

artikel IV van de overeenkomst tussen Indonesië en Bulgarije;

 

artikel 3 van de overeenkomst tussen Indonesië en Tsjechië;

 

artikel 3 van de overeenkomst tussen Indonesië en Denemarken;

 

artikelen 3 en 4 van de overeenkomst tussen Indonesië en Finland;

 

artikel 3 van de overeenkomst tussen Indonesië en Frankrijk;

 

artikel 3, lid 6, van de overeenkomst tussen Indonesië en Duitsland;

 

artikel 4 van de overeenkomst tussen Indonesië en Hongarije;

 

artikel 3 van de overeenkomst tussen Indonesië en Italië;

 

artikel IV van de overeenkomst tussen Indonesië en Luxemburg;

 

artikelen 3 en 4 van de overeenkomst tussen Indonesië en Nederland;

 

artikelen 3 en 4 van de overeenkomst tussen Indonesië en Polen;

 

artikel 4 van de overeenkomst tussen Indonesië en Roemenië;

 

artikel 4 van de overeenkomst tussen Indonesië en Slowakije;

 

artikelen III en IV van de overeenkomst tussen Indonesië en Spanje;

 

artikel 3 van de overeenkomst tussen Indonesië en Zweden;

 

artikel 3 van de overeenkomst tussen Indonesië en het Verenigd Koninkrijk.

c)

Veiligheid:

 

artikelen 3 en 6 van de overeenkomst tussen Indonesië en Oostenrijk;

 

artikel 3 van de overeenkomst tussen Indonesië en België;

 

artikel 3 van de overeenkomst tussen Indonesië en Tsjechië;

 

artikel 3 van de overeenkomst tussen Indonesië en Denemarken;

 

artikel 16 van de overeenkomst tussen Indonesië en Finland;

 

artikel 3 van de overeenkomst tussen Indonesië en Frankrijk;

 

bijlage 4 van de goedgekeurde notulen, ondertekend op 4 juni 2003 te Bonn door delegaties die de luchtvaartautoriteiten van de Bondsrepubliek Duitsland en de Republiek Indonesië vertegenwoordigden;

 

artikel 7 van de overeenkomst tussen Indonesië en Griekenland;

 

artikel 16 van de overeenkomst tussen Indonesië en Hongarije;

 

artikel 3 van de overeenkomst tussen Indonesië en Italië;

 

artikel VII van de overeenkomst tussen Indonesië en Luxemburg;

 

bijlage IV van het memorandum van overeenstemming tussen de luchtvaartautoriteiten van de Republiek Indonesië en het Koninkrijk der Nederlanden, gedaan te Den Haag op 19 augustus 2009;

 

artikel 6 van de overeenkomst tussen Indonesië en Slowakije;

 

artikel VI van de overeenkomst tussen Indonesië en Spanje;

 

artikel 3 van de overeenkomst tussen Indonesië en Zweden.

d)

Belasting op vliegtuigbrandstof:

 

artikel 7 van de overeenkomst tussen Indonesië en Oostenrijk;

 

artikel 4 van de overeenkomst tussen Indonesië en België;

 

artikel VI van de overeenkomst tussen Indonesië en Bulgarije;

 

artikel 5 van de overeenkomst tussen Indonesië en Tsjechië;

 

artikel 4 van de overeenkomst tussen Indonesië en Denemarken;

 

artikel 6 van de overeenkomst tussen Indonesië en Finland;

 

artikel 4 van de overeenkomst tussen Indonesië en Frankrijk;

 

artikel 5 van de overeenkomst tussen Indonesië en Duitsland;

 

artikel 10 van de overeenkomst tussen Indonesië en Griekenland;

 

artikel 6 van de overeenkomst tussen Indonesië en Hongarije;

 

artikel 4 van de overeenkomst tussen Indonesië en Italië;

 

artikel IX van de overeenkomst tussen Indonesië en Luxemburg;

 

artikel 10 van de overeenkomst tussen Indonesië en Nederland;

 

artikel 6 van de overeenkomst tussen Indonesië en Polen;

 

artikel 9 van de overeenkomst tussen Indonesië en Roemenië;

 

artikel 8 van de overeenkomst tussen Indonesië en Slowakije;

 

artikel VIII van de overeenkomst tussen Indonesië en Spanje;

 

artikel 4 van de overeenkomst tussen Indonesië en Zweden;

 

artikel 4 van de overeenkomst tussen Indonesië en het Verenigd Koninkrijk.

BIJLAGE 3

Lijst van andere landen waarnaar wordt verwezen in artikel 2 van de overeenkomst

a)

De Republiek IJsland (in het kader van de overeenkomst inzake de Europese Economische Ruimte);

b)

Het Vorstendom Liechtenstein (in het kader van de overeenkomst inzake de Europese Economische Ruimte);

c)

Het Koninkrijk Noorwegen (in het kader van de overeenkomst inzake de Europese Economische Ruimte);

d)

De Zwitserse Bondsstaat (in het kader van de overeenkomst inzake luchtvervoer tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat).