27.9.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 250/162


BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT

van 10 mei 2011

over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid voor het begrotingsjaar 2009

(2011/580/EU)

HET EUROPEES PARLEMENT,

gezien de definitieve jaarrekening van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid voor het begrotingsjaar 2009,

gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid betreffende het begrotingsjaar 2009, vergezeld van de antwoorden van de Autoriteit (1),

gezien de aanbeveling van de Raad van 15 februari 2011 (058942/2011 — C7-0052/2011),

gezien artikel 276 van het EG-Verdrag en artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (2), en met name artikel 185,

gezien Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (3), en met name artikel 44,

gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van 19 november 2002 van de Commissie houdende de financiële kaderregeling van de organen zoals bedoeld in artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (4), en met name artikel 94,

gezien artikel 77 en bijlage VI van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid (A7-0146/2011),

1.

verleent de uitvoerend directeur van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid kwijting voor de uitvoering van de begroting van de Autoriteit voor het begrotingsjaar 2009;

2.

formuleert zijn opmerkingen in onderstaande resolutie;

3.

verzoekt zijn voorzitter dit besluit en de resolutie die daarvan een integrerend deel uitmaakt, te doen toekomen aan de uitvoerend directeur van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid, de Raad, de Commissie en de Rekenkamer, en te zorgen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie (serie L).

De voorzitter

Jerzy BUZEK

De secretaris-generaal

Klaus WELLE


(1)  PB C 338 van 14.12.2010, blz. 108.

(2)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(3)  PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1.

(4)  PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.


RESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

van 10 mei 2011

met de opmerkingen die een integrerend deel uitmaken van zijn besluit over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid voor het begrotingsjaar 2009

HET EUROPEES PARLEMENT,

gezien de definitieve jaarrekening van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid voor het begrotingsjaar 2009,

gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid betreffende het begrotingsjaar 2009, vergezeld van de antwoorden van de Autoriteit (1),

gezien de aanbeveling van de Raad van 15 februari 2011 (058942/2011 — C7-0052/2011),

gezien artikel 276 van het EG-Verdrag en artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (2), en met name artikel 185,

gezien Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (3), en met name artikel 44,

gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van 19 november 2002 van de Commissie houdende de financiële kaderregeling van de organen zoals bedoeld in artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (4), en met name artikel 94,

gezien artikel 77 en bijlage VI van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid (A7-0146/2011),

A.

overwegende dat de Rekenkamer verklaard heeft redelijke zekerheid te hebben verkregen dat de jaarrekening voor het begrotingsjaar 2009 betrouwbaar is en dat de onderliggende verrichtingen wettig en regelmatig zijn,

B.

overwegende dat het Parlement de uitvoerend directeur van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid op 5 mei 2010 kwijting heeft verleend voor de uitvoering van de begroting van de Autoriteit voor het begrotingsjaar 2008 (5) en dat het in zijn resolutie behorende bij het kwijtingsbesluit onder andere:

constateerde dat de Rekenkamer voor het derde achtereenvolgende jaar heeft vastgesteld dat er kredieten naar het volgende jaar zijn overgedragen (23 % van de begrotingskredieten voor 2008 is overgedragen naar 2009, 16 % van de begrotingskredieten voor 2007 is overgedragen naar 2008 en 20 % van de begrotingskredieten voor 2006 is overgedragen naar 2007),

vaststelde dat uitvoering is gegeven aan 20 van de 25 aanbevelingen (80 %) die door de dienst Interne audit (IAS) en de interne controlefunctie (Internal Audit Capability —IAC) zijn geformuleerd,

vaststelde dat de tweede personeelsenquête in oktober 2008 is verricht om het werkklimaat in de Autoriteit te inventariseren;

C.

overwegende dat de begroting van de Autoriteit voor het begrotingsjaar 2009 71 400 000 EUR bedroeg, hetgeen een toename van 7,5 % betekent ten opzichte van het begrotingsjaar 2008;

Prestaties

1.

neemt er nota van dat de begroting 2009 van de Autoriteit 71 400 000 EUR bedroeg, vergeleken met 66 400 000 EUR in het jaar ervoor;

2.

benadrukt dat de begrotingsautoriteit in de loop van de begrotingsprocedure 2009 een algemene reserve van 4 546 000 EUR had opgenomen in de begroting van de Autoriteit; is verheugd over het feit dat 2 000 000 EUR van de reserve in november 2009 werd vrijgemaakt voor de uitvoering van IT-ontwikkelings- en infrastructuurprojecten van de Autoriteit, nadat de Autoriteit de bevoegde commissie de resultaten van de personeelsenquête had medegedeeld, hetgeen een voorwaarde was voor vrijmaking van de reserve;

3.

merkt verder op dat het resterende deel van de reserve is toegewezen aan hetzelfde beleidsterrein om bij te dragen aan effectieve maatregelen tegen de H1N1-pandemie; is zich ervan bewust dat de Autoriteit niet om deze middelen heeft verzocht voor aanwervingsprocedures omdat deze waren uitgesteld tot 2010;

4.

is verheugd dat de Autoriteit in het verslag aan de Rekenkamer over 2009 een tabel heeft opgenomen met een vergelijkend overzicht van de verrichtingen uit 2008 en 2009 zodat de kwijtingsautoriteit de prestaties van de Autoriteit over de jaren heen effectiever kan beoordelen; constateert met genoegen dat de Autoriteit een groter aantal thematische documenten en beleidsnota’s heeft geproduceerd;

5.

merkt op dat de Autoriteit in 2009 gesplitste kredieten heeft ingevoerd voor wetenschappelijke beurzen en wetenschappelijke-samenwerkingsprojecten die hebben geleid tot annulering van 6 000 000 EUR aan betalingskredieten; adviseert de Autoriteit de planning en monitoring van begrotingsprocessen die verband houden met gesplitste kredieten te verbeteren;

6.

onderstreept dat de Autoriteit ervoor moet zorgen dat haar advies kwalitatief hoogwaardig en onafhankelijk is om te garanderen dat voldaan wordt aan de EU-veiligheidsnormen en om te zorgen voor wetenschappelijke excellentie en onafhankelijkheid met betrekking tot alle vraagstukken die directe of indirecte gevolgen hebben voor de voedselveiligheid, de veiligheid van diervoeders en gewasbescherming; beveelt, in het bijzonder ter wille van de transparantie, maatregelen aan om de interne regels inzake de opgave van de belangen van personeel van de Autoriteit en deskundigen die voor de Autoriteit werken verder te stimuleren en toe te zien op de naleving ervan;

7.

verzoekt de Rekenkamer de Autoriteit aan prestatiecontroles te onderwerpen;

Financieel en begrotingsbeheer

8.

verzoekt de Autoriteit over te gaan tot een versterking van de begrotingsprocessen inzake gesplitste kredieten en de planning en controle van haar meerjarige uitvoering; merkt op dat de Rekenkamer heeft vastgesteld dat van de gesplitste kredieten voor financiering van wetenschappelijk onderzoek en wetenschappelijke samenwerking 6 000 000 EUR (75 %) is geannuleerd, waarvan de Autoriteit 3 100 000 EUR had toegewezen als extra middelen naast de aangegeven behoeften; verwelkomt niettemin het voornemen van de Autoriteit om maatregelen te nemen op basis van de opgedane ervaring in 2009, het jaar waarin het concept van gesplitste kredieten voor wetenschappelijke samenwerkingsprojecten werd geïntroduceerd;

9.

spoort de Autoriteit bovendien aan haar begrotingsbeheer te verbeteren ten einde de overdracht van zulke hoge bedragen te beperken; benadrukt dat de Rekenkamer voor het vierde achtereenvolgende jaar heeft vastgesteld dat er kredieten naar het volgende jaar zijn overgedragen (13 % van de begrotingskredieten voor 2009 is overgedragen naar 2010, 23 % van de begrotingskredieten voor 2008 is overgedragen naar 2009, 16 % van de begrotingskredieten voor 2007 is overgedragen naar 2008 en 20 % van de begrotingskredieten voor 2006 is overgedragen naar 2007); merkt in het bijzonder op dat deze situatie laat zien dat de Autoriteit in gebreke blijft op het vlak van contractbeheer en het toezicht op overmakingsrapporten en kostenstaten;

10.

betreurt dat de Rekenkamer voor het derde achtereenvolgende jaar heeft vastgesteld dat er uit het voorgaande jaar overgedragen vastleggingen voor beleidsactiviteiten moesten worden geannuleerd (19 % van de uit 2008 overgedragen vastleggingen voor beleidsactiviteiten, 37 % van de uit 2007 overgedragen vastleggingen voor beleidsactiviteiten en 26 % van de uit 2006 overgedragen vastleggingen voor beleidsactiviteiten); dringt er bij de Autoriteit op aan deze situatie te verbeteren en de Rekenkamer op de hoogte brengen van de genomen maatregelen;

11.

merkt bovendien op dat de Rekenkamer heeft vastgesteld dat er problemen zijn met de uitvoering van het werkprogramma 2009; dringt er daarom bij de Autoriteit op aan de noodzakelijke stappen te ondernemen om de tekortkomingen te verhelpen;

Interne controle

12.

neemt er kennis van dat de Autoriteit de kwijtingsautoriteit een door zijn uitvoerend directeur opgesteld verslag heeft gezonden met een samenvatting van de inhoud van de aanbeveling van de IAS, overeenkomstig artikel 72, lid 5, van de financiële kaderregeling; is niettemin met name bezorgd over het feit dat van de 48 aanbevelingen er 1 (inzake subsidiebeheer) als „kritiek” wordt beschouwd, 27 als „zeer belangrijk” en 20 als „belangrijk”, maar dat er geen informatie over de inhoud van deze aanbevelingen is verstrekt aan de kwijtingsautoriteit; verzoekt daarom de uitvoerend directeur van de Autoriteit met klem om deze informatie te verstrekken;

13.

bevestigt dat de IAS in het laatste kwartaal van 2009 een risicobeoordeling bij de Autoriteit heeft uitgevoerd ter bepaling van de auditprioriteiten en het IAS-auditplan voor de komende drie jaar, inclusief een controle op de belangenverklaringen en de personeelswerving over 2009;

14.

is van oordeel dat de door de Autoriteit in 2006 in het leven geroepen controlecommissie een belangrijke ondersteunende functie voor de raad van bestuur heeft, door te waarborgen dat de IAS en de IAC hun werk naar behoren uitvoeren en hun bevindingen terdege in aanmerking worden genomen door de raad van bestuur en de uitvoerend directeur; is derhalve van mening dat deze controlecommissie van de Autoriteit een voorbeeld kan zijn voor de andere agentschappen;

15.

herhaalt zijn verzoek aan de Autoriteit om passende maatregelen te nemen in het geval van belangenconflicten; verzoekt de Autoriteit een onderzoek te starten naar mogelijke belangenconflicten van zijn belangrijkste wetenschappers, bestuurs- en panelleden, zodat eventuele omissies in de belangenverklaringen kunnen worden opgespoord, en tijdig kan worden opgetreden;

16.

verwijst voor andere, horizontale opmerkingen bij zijn kwijtingbesluit naar zijn resolutie van 10 mei 2011 (6) over prestaties, financieel beheer en controle van de agentschappen.


(1)  PB C 338 van 14.12.2010, blz. 108.

(2)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(3)  PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1.

(4)  PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

(5)  PB L 252 van 25.9.2010, blz. 155.

(6)  Aangenomen teksten, P7_TA(2011)0163. Zie bladzijde 269 van dit Publicatieblad.