24.8.2010 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 221/1 |
BESLUIT 2010/464/GBVB VAN DE RAAD
van 6 augustus 2010
betreffende de ondertekening en sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Uganda over de status van de door de Europese Unie geleide missie in Uganda
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU), en met name op artikel 37, en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU), met name artikel 218, lid 5 en lid 6, eerste alinea,
Gezien het voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid (HV),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Op 15 februari 2010 heeft de Raad Besluit 2010/96/GBVB aangenomen betreffende een militaire missie van de Europese Unie om de Somalische veiligheidstroepen te helpen opleiden (EUTM Somalië) (1). |
(2) |
Artikel 9 van voornoemd besluit bepaalt dat over de status van de eenheden en het personeel onder EU-leiding, inclusief de voorrechten en immuniteiten en overige waarborgen die nodig zijn voor de uitvoering en de soepele werking van hun opdracht, een overeenkomst kan worden gesloten overeenkomstig artikel 37 van het VEU en volgens de procedure van artikel 218, lid 3, van het VWEU. |
(3) |
Na machtiging door de Raad op 11 maart 2010 heeft de hoge vertegenwoordiger, bijgestaan door het secretariaat-generaal van de Raad, onderhandelingen gevoerd over een overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Uganda over de status van de door de Europese Unie geleide missie in Uganda (hierna „de overeenkomst genoemd”). |
(4) |
De overeenkomst moet worden goedgekeurd, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
De Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Uganda over de status van de door de Europese Unie geleide missie in Uganda wordt namens de Unie goedgekeurd.
De tekst van de overeenkomst is aan dit besluit gehecht.
Artikel 2
De voorzitter van de Raad wordt hierbij gemachtigd de persoon aan te wijzen die bevoegd is de overeenkomst te ondertekenen, teneinde de Unie te binden.
Artikel 3
Dit besluit wordt van kracht op de datum van vaststelling.
Gedaan te Brussel, 6 augustus 2010.
Voor de Raad
De voorzitter
S. VANACKERE
(1) PB L 44 van 19.2.2010, blz. 16.
VERTALING
OVEREENKOMST
Tussen de Europese Unie en de Republiek Uganda over de status van de door de Europese Unie geleide missie in Uganda
DE EUROPESE UNIE,
hierna „de Unie” genoemd,
enerzijds, en
DE REPUBLIEK UGANDA,
hierna „de gaststaat” genoemd,
anderzijds,
hierna „de partijen” genoemd,
IN AANMERKING NEMEND:
dat de VN-Veiligheidsraad (UNSC) in zijn resolutie 1897 (2009) over de situatie in Somalië, die is aangenomen op 30 november 2009, heeft herinnerd aan zijn eerdere resoluties ter ondersteuning van Somalië en herhaald dat hij de soevereiniteit, de territoriale integriteit, de politieke onafhankelijkheid en de eenheid van Somalië respecteert,
dat de UNSC voorts benadrukte dat Somaliës veiligheid op lange termijn afhangt van de effectieve ontwikkeling van de nationale veiligheidsdienst en de Somalische politie door de federale overgangsregering (TFG), in het kader van de Overeenkomst van Djibouti en overeenkomstig de nationale veiligheidsstrategie,
dat de minister van Defensie van de gaststaat in een brief van 5 januari 2010 de voorgenomen missie van de Unie ter ondersteuning van de Somalische veiligheidssector heeft verwelkomd en de Unie heeft verzocht deel te nemen aan de opleidingsinspanning van de Somalische veiligheidstroepen in de gaststaat voor een periode van ten minste een jaar,
dat op 15 februari 2010 Besluit 2010/96/GBVB van de Raad betreffende een militaire missie van de Europese Unie om de Somalische veiligheidstroepen te helpen opleiden (1) werd goedgekeurd,
dat deze missie een missie van niet-executieve aard is die niet het recht inhoudt om dwangmaatregelen te nemen zonder de toestemming van de gaststaat,
dat deze overeenkomst de rechten en verplichtingen van de partijen krachtens internationale overeenkomsten en andere instrumenten tot instelling van internationale tribunalen, waaronder het statuut van het Internationaal Strafhof, onverlet laat,
HEBBEN OVEREENSTEMMING BEREIKT OVER HETGEEN VOLGT:
Artikel 1
Werkingssfeer en definities
1. Deze overeenkomst is van toepassing op de door de Europese Unie geleide missie (hierna: „EUTM Somalia” genoemd) en op het personeel daarvan.
2. Deze overeenkomst is uitsluitend van toepassing op het grondgebied van de gaststaat.
3. In deze overeenkomst wordt verstaan onder:
a) „EUTM Somalia”: het hoofdkwartier van de missie van de Europese Unie en de nationale contingenten die bijdragen tot de missie, alsmede hun materieel en hun vervoermiddelen;
b) „missie”: de voorbereiding, vaststelling, uitvoering en ondersteuning van EUTM Somalia;
c) „commandant van de door de Europese Unie geleide missie”: de commandant in het gebied;
d) „hoofdkwartier van de missie van de Europese Unie”: het militaire hoofdkwartier en de verschillende onderdelen daarvan, ongeacht hun vestigingsplaats, die onder het gezag staan van de militaire commandanten van de Europese Unie die het militaire commando of de militaire controle over de missie uitoefenen;
e) „nationale contingenten”: de eenheden en elementen van de lidstaten van de Unie en van andere staten die aan deze missie deelnemen;
f) „personeel van EUTM Somalia”: het burgerpersoneel en het militaire personeel dat is toegewezen aan EUTM Somalia, evenals het personeel dat wordt ingezet om de missie voor te bereiden en het personeel dat in het kader van de missie op missie is voor een zendstaat of een instelling van de Unie, en dat aanwezig is op het grondgebied van de gaststaat, behoudens andersluidende bepalingen in deze overeenkomst, met uitzondering van het ter plaatse aangeworven personeel en het personeel in dienst van internationale commerciële contractanten;
g) „ter plaatse aangeworven personeel”: personeel dat onderdaan is van de gaststaat of er permanent verblijft;
h) „faciliteiten”: alle gebouwen, huisvesting en terreinen die nodig zijn voor EUTM Somalia en haar personeel;
i) „zendstaat”: een staat die een nationaal contingent levert voor EUTM Somalia, namelijk lidstaten van de Unie en derde staten die aan de missie deelnemen;
j) „gaststaat”: de Republiek Uganda;
k) „officiële briefwisseling”: alle op de missie en de functies ervan betrekking hebbende briefwisseling.
Artikel 2
Algemene bepalingen
1. De EUTM Somalia en haar personeel eerbiedigen de wetten en regels van de gaststaat en onthouden zich van alle acties en activiteiten die onverenigbaar zijn met de doeleinden van de missie.
2. EUTM Somalia informeert de regering van de gaststaat regelmatig over het aantal personeelsleden van EUTM Somalia dat op het grondgebied van de gaststaat is gestationeerd.
Artikel 3
Identificatie
1. Het personeel van EUTM Somalia draagt te allen tijde zijn paspoort of militaire identiteitskaart bij zich.
2. Voertuigen, luchtvaartuigen en andere vervoermiddelen van EUTM Somalia zijn voorzien van een duidelijk EUTM Somalia-herkenningsteken en/of kentekenplaten, waarvan de bevoegde autoriteiten van de gaststaat in kennis worden gesteld.
3. EUTM Somalia mag de vlag van de Unie voeren en op haar faciliteiten, voertuigen en andere vervoermiddelen militaire tekens, titels en officiële symbolen aanbrengen. Op de uniformen van het personeel van EUTM Somalia wordt een duidelijk EUTM Somalia-herkenningsteken aangebracht. Nationale vlaggen of tekens van de nationale contingenten die deel uitmaken van de missie, mogen op de faciliteiten, voertuigen en andere vervoermiddelen en de uniformen van EUTM Somalia worden aangebracht, een en ander overeenkomstig het besluit van de commandant van de door de Europese Unie geleide missie.
Artikel 4
Overschrijding van de grenzen van en verplaatsingen op het grondgebied van de gaststaat
1. Het personeel van EUTM Somalia komt het grondgebied van de gaststaat uitsluitend binnen op basis van de uit hoofde van artikel 3, lid 1, afgegeven documenten of, in geval van een eerste binnenkomst, een door EUTM Somalia afgegeven individuele of collectieve dienstopdracht. Het personeel van EUTM Somalia is bij het betreden en verlaten van, en tijdens het verblijf op het grondgebied van de gaststaat vrijgesteld van alle visumverplichtingen, en de gaststaat zal de immigratie- en douanecontrolevereisten jegens dit personeel faciliteren.
2. Het personeel van EUTM Somalia is vrijgesteld van de voorschriften van de gaststaat inzake de registratie van en het toezicht op vreemdelingen, maar verwerft geen permanent verblijfs- of woonrecht op het grondgebied van de gaststaat.
3. De gaststaat krijgt ter informatie een algemene lijst van de uitrusting van EUTM Somalia die zijn grondgebied binnenkomt. Deze uitrusting is voorzien van EUTM Somalia-herkenningstekens. De procedure hieromtrent is toereikend om te voldoen aan alle douane- en inspectievereisten.
4. Personeelsleden van EUTM Somalia mogen op het grondgebied van de gaststaat motorvoertuigen en luchtvaartuigen besturen, op voorwaarde dat ze in het bezit zijn van een geldig nationaal, internationaal of militair rijbewijs of vliegbrevet.
5. De gaststaat garandeert dat EUTM Somalia en haar personeel zich ten behoeve van de operatie op zijn grondgebied en zijn luchtruim vrij kunnen verplaatsen en er vrij kunnen reizen.
6. EUTM Somalia mag voor de missie met de vervoermiddelen die zij huurt, zonder betaling van rechten, kosten, tolheffingen, belastingen en soortgelijke heffingen gebruikmaken van openbare wegen, bruggen, veerponten en luchthavens. EUTM Somalia is niet vrijgesteld van betaling van een redelijke vergoeding voor gevraagde en verleende diensten op dezelfde voorwaarden als die welke voor de gewapende strijdkrachten van de gaststaat gelden.
Artikel 5
Door de gaststaat aan de EUTM Somalia verleende voorrechten en immuniteiten
1. De faciliteiten van de EUTM Somalia zijn onschendbaar. Vertegenwoordigers van de gaststaat mogen deze alleen betreden met toestemming van de commandant van de door de Europese Unie geleide missie.
2. De faciliteiten van EUTM Somalia, alsmede het meubilair en andere goederen die zich daarin bevinden en de vervoermiddelen, genieten immuniteit van onderzoek, vordering, beslaglegging of executoriale maatregelen.
3. EUTM Somalia, zijn bezittingen en goederen, ongeacht waar deze zich bevinden en door wie ze worden gehouden indien daartoe naar behoren gemachtigd door EUTM Somalia, genieten immuniteit van iedere vorm van gerechtelijke procedure.
4. Het archief en de documenten van EUTM Somalia zijn te allen tijde en waar ze zich ook bevinden onschendbaar.
5. De officiële briefwisseling van EUTM Somalia is onschendbaar.
6. Wat betreft aangekochte of ingevoerde goederen, verleende diensten en faciliteiten die EUTM Somalia voor de missie gebruikt, geniet EUTM Somalia vrijstelling van alle belastingen en soortgelijke heffingen in de gaststaat. Leveranciers of contractanten van EUTM Somalia genieten eveneens vrijstelling van die belastingen en soortgelijke heffingen voor wat betreft door hen aan EUTM Somalia geleverde goederen, verleende diensten en faciliteiten. EUTM Somalia geniet geen vrijstelling van heffingen, belastingen of rechten die gelden als betaling voor gevraagde en verleende diensten.
7. De gaststaat laat toe dat alle voor de missie bestemde goederen zijn grondgebied binnenkomen en dit verlaten en verleent daarvoor vrijstelling van alle douanerechten, kosten, tolheffingen, belastingen en soortgelijke heffingen, met uitzondering van kosten voor opslag, vervoer en andere gevraagde en geleverde diensten.
Artikel 6
Door de gaststaat aan het personeel van EUTM Somalia verleende voorrechten en immuniteiten
1. Het EUTM Somalia-personeel is gevrijwaard van enigerlei vorm van aanhouding of vrijheidsbeneming.
2. De papieren, briefwisseling en bezittingen van personeel van EUTM Somalia zijn onschendbaar, behalve in het geval van executoriale maatregelen die uit hoofde van lid 6 geoorloofd zijn.
3. Het EUTM Somalia-personeel geniet onder alle omstandigheden immuniteit ten aanzien van de rechtsmacht in strafzaken van de gaststaat.
De betrokken zendstaat of instelling van de Unie kan afstand doen van deze immuniteit van EUTM Somalia-personeel ten aanzien van de strafrechtelijke rechtsmacht. De afstand geschiedt altijd schriftelijk.
De immuniteit van het personeel van EUTM Somalia ten aanzien van de rechtsmacht van de gaststaat houdt voor het personeel geen immuniteit in ten aanzien van de rechtsmacht van de betrokken zendstaat. Indien EUTM Somalia-personeel wordt beschuldigd van een strafbaar feit, brengt de zendstaat de gaststaat op de hoogte van de uitkomst van de gerechtelijke procedure die hij in verband met het strafbare feit heeft gevoerd.
4. Het EUTM Somalia-personeel geniet immuniteit ten aanzien van de burgerlijke en administratieve rechtsmacht van de gaststaat wanneer het gaat om uitspraken of geschriften en alle handelingen die dit personeel verricht bij de uitoefening van officiële functies. Indien tegen EUTM Somalia-personeel een burgerlijke procedure wordt aangespannen voor een rechter van de gaststaat, worden de commandant van de door de Europese Unie geleide missie en de bevoegde autoriteit van de zendstaat of de instelling van de Unie onmiddellijk in kennis gesteld. Voordat een burgerlijke procedure voor de rechter wordt ingeleid, delen de commandant van de door de Europese Unie geleide en de bevoegde autoriteit van de zendstaat of instelling van de Unie de rechter mee of het personeel van EUTM Somalia de handeling in kwestie heeft gepleegd tijdens de uitoefening van officiële functies.
Indien dit het geval is, wordt de burgerlijke procedure niet ingeleid en gelden de bepalingen van artikel 15. Indien dit niet het geval is, kan de burgerlijke procedure worden voortgezet. De verklaring van de commandant van de door de Europese Unie geleide missie en de bevoegde autoriteit van de zendstaat of de instelling van de Unie is bindend voor de rechter van de gaststaat, die de verklaring niet kan aanvechten.
Indien personeel van EUTM Somalia een burgerlijke procedure inleidt, kan het zich niet beroepen op immuniteit van de rechtsmacht wanneer er een tegenvordering wordt ingesteld die direct verband houdt met de hoofdvordering.
5. Het personeel van EUTM Somalia is niet verplicht als getuige op te treden.
EUTM Somalia en de zendstaat kunnen al dan niet beëdigde getuigenverklaringen overleggen van personeel van EUTM Somalia inzake strafbare feiten waarvan zij getuige zijn geweest in het kader van de opleiding van Somalische veiligheidstroepen in Uganda.
6. Tegen personeel van EUTM Somalia mogen geen executoriale maatregelen worden genomen, behalve indien tegen dit personeel een burgerlijke procedure wordt ingeleid die geen verband houdt met officiële functies. De bezittingen van personeel van EUTM Somalia waarvan de commandant van de door de Europese Unie geleide troepenmacht heeft verklaard dat zij nodig zijn voor de vervulling van officiële functies, mogen niet in beslag worden genomen ter uitvoering van een vonnis, beslissing of bevel. In burgerlijke procedures mogen het personeel van EUTM Somalia geen beperkingen van de persoonlijke vrijheid, noch andere dwangmaatregelen worden opgelegd.
7. Het personeel van EUTM Somalia is ten aanzien van diensten die voor EUTM Somalia zijn verleend, vrijgesteld van eventueel in de gaststaat geldende voorschriften op het terrein van de sociale zekerheid.
8. Het personeel van EUTM Somalia is vrijgesteld van elke vorm van belasting in de gaststaat over het salaris en de emolumenten die EUTM Somalia of de zendstaten aan het personeel betalen, evenals van iedere belasting op inkomsten die van buiten de gaststaat worden ontvangen.
9. De gaststaat laat de binnenkomst toe van goederen voor persoonlijk gebruik door personeel van EUTM Somalia en verleent vrijstelling van alle douanerechten, directe en indirecte belastingen, accijnzen en daarmee verband houdende heffingen, met uitzondering van heffingen voor opslag, vervoer en dergelijke diensten, een en ander in overeenstemming met eventueel door deze staat aan te nemen wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen.
Een eventueel onderzoek van de persoonlijke bagage van personeel van EUTM Somalia mag slechts plaatsvinden in aanwezigheid van het betrokken personeel van EUTM Somalia of een gemachtigde vertegenwoordiger van EUTM Somalia.
Artikel 7
Plaatselijk aangeworven personeel
Plaatselijk aangeworven personeel geniet slechts voorrechten en immuniteiten voor zover deze door de gaststaat worden toegestaan. De gaststaat moet zijn rechtsmacht over dit personeel evenwel uitoefenen op een wijze die de uitoefening van de functies van de missie niet onnodig bemoeilijkt.
Artikel 8
Strafrechtelijke rechtsmacht
De bevoegde autoriteiten van een zendstaat mogen op het grondgebied van de gaststaat de rechtsmacht in strafzaken en de krijgstuchtrechtelijke rechtsmacht uitoefenen die hun door de wetgeving van de zendstaat verleend wordt met betrekking tot al het personeel van EUTM Somalia dat onder het toepasselijke recht van de zendstaat valt.
Artikel 9
Uniform en wapens
1. Voor het dragen van het uniform gelden de door de commandant van de door de Europese Unie geleide missie uitgevaardigde voorschriften.
2. Het militaire personeel van EUTM Somalia mag wapens en munitie dragen, op voorwaarde dat daarin wordt voorzien door de bevelen, waarvan de gaststaat in kennis wordt gesteld.
Artikel 10
Steun van de gaststaat en het sluiten van contracten
1. De gaststaat gaat ermee akkoord EUTM Somalia desgevraagd bij te staan bij het vinden van geschikte faciliteiten.
2. Faciliteiten die eigendom zijn van de gaststaat worden, wanneer om deze faciliteiten verzocht wordt voor het verrichten van administratieve en operationele activiteiten van EUTM Somalia, kosteloos door de gaststaat ter beschikking gesteld.
3. Binnen de grenzen van zijn middelen en mogelijkheden helpt de gaststaat bij het voorbereiden, opzetten, uitvoeren en ondersteunen van de missie. De hulp en ondersteuning van de gaststaat voor de missie worden verleend onder de voorwaarden die ook gelden voor hulp en ondersteuning aan de eigen strijdkrachten.
4. In elk contract dat EUTM Somalia in de gaststaat sluit wordt vastgelegd welk recht op het contract van toepassing is.
5. In het contract kan worden bepaald dat bij geschillen die voortvloeien uit de toepassing van het contract de in artikel 15, leden 3 en 4, bedoelde procedure voor het beslechten van geschillen wordt gehanteerd.
6. De gaststaat faciliteert de uitvoering van de contracten die EUTM Somalia ten behoeve van de missie sluit met commerciële instellingen.
Artikel 11
Veranderingen aan faciliteiten
1. EUTM Somalia mag faciliteiten bouwen, verbouwen of anderszins veranderen al naar gelang de operationele vereisten van EUTM Somalia.
2. De gaststaat verlangt van EUTM Somalia geen compensatie voor deze bouwwerkzaamheden, verbouwingen of veranderingen.
3. Voordat de EU-troepen worden teruggetrokken, voert de commandant van de EU-missie onderhandelingen over een regeling op basis van artikel 18, teneinde een redelijke restwaarde te bepalen voor met EUTM-middelen ter beschikking gestelde of verbeterde vaste of verplaatsbare faciliteiten die na de terugtrekking van EUTM Somalia zullen worden achtergelaten. Indien EUTM Somalia wordt overgenomen door een vervolgmissie, stelt de gaststaat de faciliteiten kosteloos ter beschikking van de vervolgmissie.
Artikel 12
Overleden personeelsleden van EUTM Somalia
1. De commandant van de door de Europese Unie geleide missie mag zich belasten met de repatriëring van overleden personeelsleden van EUTM Somalia en hun persoonlijke bezittingen en hiervoor passende regelingen treffen.
2. Op overleden personeelsleden van EUTM Somalia wordt geen lijkschouwing verricht zonder de instemming van de staat waarvan de overledene onderdaan was, en de aanwezigheid van een vertegenwoordiger van EUTM Somalia en/of van de staat waarvan de overledene onderdaan was.
3. De gaststaat en EUTM Somalia verlenen elkaar alle medewerking om overleden personeelsleden van EUTM Somalia zo spoedig mogelijk te repatriëren.
Artikel 13
Veiligheid van EUTM Somalia en de militaire politie
1. De gaststaat neemt alle passende maatregelen om de veiligheid en de beveiliging van EUTM Somalia en zijn personeel te garanderen, ook die welke nodig zijn om haar faciliteiten tegen iedere aanval of indringing van buitenaf te beschermen.
2. De commandant van de door de Europese Unie geleide missie kan een militaire politie-eenheid instellen met het oog op de ordehandhaving binnen de faciliteiten van EUTM Somalia.
3. De militaire politie-eenheid mag, in overleg en in samenwerking met de militaire politie of de politie van de gaststaat, ook buiten de faciliteiten van EUTM Somalia optreden om de orde en tucht onder het personeel van EUTM Somalia te handhaven.
Artikel 14
Communicatie
1. EUTM Somalia mag zend- en ontvangststations voor radiocommunicatie en satellietsystemen installeren en gebruiken. EUTM Somalia overlegt met de bevoegde autoriteiten van de gaststaat teneinde conflicten over het gebruik van de nodige frequenties te voorkomen. De gaststaat verleent kosteloos toegang tot het frequentiespectrum.
2. EUTM Somalia heeft het recht op onbeperkte communicatie via radio (met inbegrip van satelliet-, cellulaire en draagbare systemen), telefoon, telegraaf, fax of anderszins, alsook het recht om de noodzakelijke apparatuur voor de instandhouding van die communicatie binnen en tussen faciliteiten van EUTM Somalia te installeren, inclusief het recht te voorzien in de voor de missie benodigde kabels en grondverbindingen.
3. EUTM Somalia mag, wat de eigen installaties betreft, de nodige voorzieningen treffen voor het bezorgen van post aan en van EUTM Somalia en/of haar personeel.
Artikel 15
Schadevorderingen bij overlijden, lichamelijk letsel en beschadiging of verlies van goederen
1. EUTM Somalia en personeel van EUTM Somalia zijn niet aansprakelijk voor beschadiging of verlies van bezittingen van burgers of van de overheid die voortvloeien uit operationele behoeften of die het gevolg zijn van activiteiten in verband met verstoringen van de openbare orde of de bescherming van EUTM Somalia.
2. Om een minnelijke schikking te treffen, worden vorderingen bij beschadiging of verlies van bezittingen van burgers of van de overheid, die niet onder lid 1 vallen, evenals vorderingen bij overlijden of lichamelijk letsel van personen en bij beschadiging of verlies van bezittingen van EUTM Somalia, via de bevoegde autoriteiten van de gaststaat bij EUTM Somalia ingediend indien het gaat om vorderingen van natuurlijke of rechtspersonen van de gaststaat, of bij de bevoegde autoriteiten van de gaststaat, indien het gaat om vorderingen van EUTM Somalia.
3. Indien geen minnelijke schikking kan worden getroffen, wordt de vordering voorgelegd aan een vorderingencommissie die bestaat uit evenveel vertegenwoordigers van EUTM Somalia en van de gaststaat. De vorderingen worden geregeld bij onderlinge overeenstemming.
4. Indien binnen de vorderingencommissie geen minnelijke schikking wordt bereikt, wordt een geschil:
a) |
over vorderingen tot en met 40 000 EUR langs diplomatieke weg opgelost tussen vertegenwoordigers van de gaststaat en vertegenwoordigers van de Unie; |
b) |
over vorderingen die het onder a) genoemde bedrag te boven gaan, voorgelegd aan een scheidsgerecht waarvan de beslissingen bindend zijn. |
5. Het scheidsgerecht bestaat uit drie scheidsrechters waarvan er één wordt benoemd door de gaststaat, één door EUTM Somalia en één door de gaststaat en EUTM Somalia tezamen. Indien één van beide partijen niet binnen twee maanden een scheidsrechter benoemt of indien de gaststaat en EUTM Somalia het niet eens kunnen worden over de benoeming van de derde scheidsrechter, wordt de scheidsrechter in kwestie benoemd door de president van het Hof van Justitie van de Europese Unie.
6. EUTM Somalia en de overheid van de gaststaat treffen een administratieve regeling waarin het mandaat van de vorderingencommissie en het scheidsgerecht worden vastgelegd, evenals de procedure die binnen deze twee instanties wordt gehanteerd en de voorwaarden voor het indienen van vorderingen.
Artikel 16
Contacten en geschillen
1. Alle aangelegenheden voortvloeiend uit of verband houdend met de toepassing van deze overeenkomst worden gezamenlijk besproken door vertegenwoordigers van EUTM Somalia en van de bevoegde autoriteiten van de gaststaat.
2. Bij gebreke van een regeling worden geschillen met betrekking tot de uitlegging of de toepassing van deze overeenkomst uitsluitend langs diplomatieke weg opgelost tussen vertegenwoordigers van de gaststaat en vertegenwoordigers van de Unie.
Artikel 17
Overige bepalingen
1. Wanneer in deze overeenkomst wordt verwezen naar de immuniteiten, voorrechten en rechten van EUTM Somalia en het personeel van EUTM Somalia, is de overheid van de gaststaat verantwoordelijk voor de uitvoering daarvan en voor de naleving ervan door de bevoegde lokale autoriteiten van de gaststaat.
2. Niets in deze overeenkomst is bedoeld of mag worden geïnterpreteerd als een afwijking van eventueel voor een lidstaat van de Unie of een andere staat die bijdraagt tot EUTM Somalia geldende rechten uit hoofde van andere overeenkomsten.
Artikel 18
Uitvoeringsbepalingen
Ter uitvoering van deze overeenkomst kunnen over operationele, administratieve en technische aangelegenheden afzonderlijke regelingen worden gesloten tussen de commandant van de door de Europese Unie geleide missie en de administratieve autoriteiten van de gaststaat.
Artikel 19
Inwerkingtreding en opzegging
1. Deze overeenkomst treedt in werking op de dag waarop ze wordt ondertekend en blijft van kracht tot de door EUTM Somalia opgegeven datum van vertrek van het laatste element en het laatste personeelslid van EUTM Somalia.
2. Onverminderd lid 1 wordt het bepaalde in artikel 4, lid 6, artikel 5, leden 1 tot en met 3, 6 en 7, artikel 6, leden 1, 3, 4, 6 en 7 tot en met 9, artikel 10, lid 2, artikel 11 en artikel 15 geacht te zijn toegepast vanaf de datum waarop het eerste personeel van EUTM Somalia is ingezet indien deze datum voorafgaat aan de datum van inwerkingtreding van deze overeenkomst.
3. Deze overeenkomst kan worden gewijzigd op basis van schriftelijke onderlinge overeenstemming tussen de partijen.
4. De opzegging van deze overeenkomst doet geen afbreuk aan de rechten of verplichtingen die voortvloeien uit de uitvoering van de overeenkomst vóór de opzegging ervan.
Gedaan te Kampala, in tweevoud, in de Engelse taal, op 12 augustus 2010.
Voor de Europese Unie
Vincent DE VISSCHER
Voor de Republiek Uganda
Crispus KIYONGA