15.10.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 273/7 |
BESLUIT VAN DE RAAD
van 25 september 2008
inzake de ondertekening en de voorlopige toepassing van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de regering van de Republiek India inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten
(2008/797/EG)
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 80, lid 2, juncto artikel 300, lid 2, eerste alinea, eerste zin,
Gezien het voorstel van de Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
In zijn besluit van 5 juni 2003 heeft de Raad de Commissie gemachtigd met derde landen te onderhandelen over de vervanging van sommige bepalingen in bestaande bilaterale overeenkomsten door een communautaire overeenkomst. |
(2) |
Overeenkomstig de mechanismen en richtsnoeren in de bijlage bij het besluit van de Raad van 5 juni 2003 waarbij de Commissie werd gemachtigd om met derde landen te onderhandelen over de vervanging van sommige bepalingen in bestaande bilaterale overeenkomsten door een communautaire overeenkomst, heeft de Commissie namens de Gemeenschap met de Republiek India onderhandeld over een overeenkomst inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten. |
(3) |
Onder voorbehoud van sluiting op een later tijdstip dient de overeenkomst die op basis van deze onderhandelingen tot stand is gekomen, te worden ondertekend en voorlopig te worden toegepast, |
BESLUIT:
Artikel 1
De ondertekening van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de regering van de Republiek India inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten wordt hierbij goedgekeurd namens de Gemeenschap, onder voorbehoud van het besluit van de Raad inzake de sluiting van de overeenkomst.
De tekst van de overeenkomst is aan onderhavig besluit gehecht.
Artikel 2
De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd om de persoon aan te wijzen die bevoegd is om de overeenkomst namens de Gemeenschap te ondertekenen, onder voorbehoud van de sluiting van de overeenkomst.
Artikel 3
In afwachting van de inwerkingtreding van de overeenkomst wordt ze toegepast vanaf de eerste dag van de maand volgende op de datum waarop de partijen elkaar in kennis hebben gesteld van de voltooiing van de daartoe vereiste procedures (1).
Artikel 4
De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd de in artikel 7, lid 2, van de overeenkomst bedoelde kennisgeving te verrichten.
Gedaan te Brussel, 25 september 2008.
Voor de Raad
De voorzitter
L. CHATEL
(1) Het secretariaat-generaal van de Raad maakt in het Publicatieblad van de Europese Unie bekend vanaf welke datum de overeenkomst voorlopig wordt toegepast.
OVEREENKOMST
tussen de Europese Gemeenschap en de regering van de Republiek India inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten
DE EUROPESE GEMEENSCHAP,
enerzijds, en
DE REPUBLIEK INDIA,
anderzijds,
(hierna „de partijen” genoemd),
VASTSTELLEND dat verscheidene lidstaten van de Europese Gemeenschap met de Republiek India bilaterale overeenkomsten voor luchtdiensten hebben gesloten die bepalingen bevatten welke in strijd zijn met de Gemeenschapswetgeving,
VASTSTELLEND dat de Europese Gemeenschap exclusief bevoegd is voor diverse aspecten die mogelijk zijn opgenomen in bilaterale overeenkomsten voor luchtdiensten tussen de lidstaten van de Europese Gemeenschap en derde landen,
VASTSTELLEND dat in een lidstaat gevestigde communautaire luchtvaartmaatschappijen overeenkomstig de wetgeving van de Europese Gemeenschap het recht hebben op niet-discriminerende toegang tot luchtroutes tussen de lidstaten van de Europese Gemeenschap en derde landen,
GELET OP de overeenkomsten tussen de Europese Gemeenschap en bepaalde derde landen waarin onderdanen van deze derde landen de mogelijkheid wordt geboden eigendom te verwerven in luchtvaartmaatschappijen die een vergunning hebben gekregen overeenkomstig de wetgeving van de Europese Gemeenschap,
ERKENNEND dat sommige bepalingen van de tussen lidstaten van de Europese Gemeenschap en de Republiek India gesloten bilaterale overeenkomsten voor luchtdiensten die in strijd zijn met de wetgeving van de Europese Gemeenschap met deze wetgeving in overeenstemming moeten worden gebracht om een solide rechtsgrond voor luchtdiensten tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek India tot stand te brengen en om de continuïteit van dergelijke luchtdiensten te garanderen,
VASTSTELLEND dat luchtvaartmaatschappijen volgens de wetgeving van de Europese Gemeenschap in principe geen overeenkomsten mogen sluiten die de handel tussen de lidstaten van de Europese Gemeenschap kunnen beïnvloeden en die tot doel of als gevolg hebben dat de mededinging wordt verhinderd, beperkt of verstoord,
ERKENNEND dat sommige bepalingen van de tussen lidstaten van de Europese Gemeenschap en de Republiek India gesloten bilaterale overeenkomsten voor luchtdiensten die i) luchtvaartmaatschappijen verplichten of aanzetten tot overeenkomsten tussen ondernemingen, besluiten van ondernemersverenigingen en onderling afgestemde feitelijke gedragingen die ertoe strekken of tot gevolg hebben dat de mededinging op de relevante routes wordt verhinderd, beperkt of vervalst, of ii) de gevolgen van dergelijke overeenkomsten, besluiten of onderling afgestemde feitelijke gedragingen versterken, of iii) waarbij de verantwoordelijkheid voor het nemen van maatregelen die de toepassing van de regels voor mededinging tussen luchtvaartmaatschappijen op de relevante routes verhinderen, beperken of verstoren, wordt toevertrouwd aan luchtvaartmaatschappijen of andere particuliere economische operatoren, de doeltreffendheid in het gedrang brengen van de op ondernemingen toepasselijke mededingingsregels,
ERKENNEND dat, wanneer een lidstaat een luchtvaartmaatschappij heeft aangewezen die onder veiligheidstoezicht van een andere lidstaat staat, de rechten van de Republiek India krachtens de veiligheidsbepalingen van de overeenkomst tussen de lidstaat die de luchtvaartmaatschappij heeft aangewezen en de Republiek India ook van toepassing zijn met betrekking tot die andere lidstaat,
VASTSTELLEND dat de in bijlage I vermelde bilaterale overeenkomsten voor luchtdiensten gebaseerd zijn op het algemene beginsel dat de aangewezen luchtvaartmaatschappijen van de partijen billijke en gelijke kansen genieten bij het exploiteren van de overeengekomen diensten op de gespecificeerde routes,
VASTSTELLEND dat deze overeenkomst niet tot doel heeft het totale volume aan luchtverkeer tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek India te wijzigen, noch om het evenwicht tussen communautaire luchtvaartmaatschappijen en luchtvaartmaatschappijen uit de Republiek India te wijzigen, noch om te onderhandelen over wijzigingen in de bepalingen van bestaande bilaterale luchtdienstovereenkomsten inzake verkeersrechten,
ZIJN ALS VOLGT OVEREENGEKOMEN:
Artikel 1
Algemene bepalingen
1. In deze overeenkomst wordt onder „lidstaten” de lidstaten van de Europese Gemeenschap verstaan.
2. Wanneer in de in bijlage I vermelde overeenkomsten wordt verwezen naar onderdanen van de lidstaat die partij is bij de overeenkomst, wordt dit begrepen als een verwijzing naar onderdanen van de lidstaten van de Europese Gemeenschap.
3. Wanneer in de in bijlage I vermelde overeenkomsten wordt verwezen naar luchtvervoerders of luchtvaartmaatschappijen van de lidstaat die partij is bij de overeenkomst, wordt dit begrepen als een verwijzing naar de door die lidstaat aangewezen luchtvervoerders of luchtvaartmaatschappijen.
4. Het verlenen van verkeersrechten blijft plaatsvinden op basis van bilaterale regelingen.
Artikel 2
Aanwijzing door een lidstaat
1. De bepalingen van de leden 2 en 3 van dit artikel hebben voorrang op de overeenkomstige bepalingen van de in bijlage II, punt a) en punt b), genoemde artikelen wat betreft de aanwijzing van luchtvervoerders door de desbetreffende lidstaat, de vergunningen en machtigingen die door de Republiek India aan deze luchtvervoerder zijn toegekend en de weigering, intrekking, opschorting of beperking van de vergunningen en machtigingen van de luchtvervoerder.
2. Bij ontvangst van een aanwijzing door een lidstaat verstrekt de Republiek India de passende vergunningen en machtigingen met zo weinig mogelijk procedurele vertraging, wanneer:
i) |
de luchtvervoerder, overeenkomstig het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, op het grondgebied van de aanwijzende lidstaat is gevestigd en beschikt over een geldige exploitatievergunning overeenkomstig het Europese Gemeenschapsrecht; |
ii) |
de lidstaat die verantwoordelijk is voor de afgifte van het Air Operator’s Certificate op doeltreffende wijze controleert of de luchtvervoerder de regelgeving naleeft en de bevoegde luchtvaartautoriteit duidelijk in de aanwijzing is vermeld, en |
iii) |
de luchtvervoerder rechtstreeks of door een meerderheidsbelang eigendom is en blijft van lidstaten en/of onderdanen van lidstaten, en/of van andere in bijlage III vermelde landen en/of onderdanen van die landen, en deze landen en/of onderdanen daadwerkelijk zeggenschap uitoefenen over de luchtvervoerder. |
3. De Republiek India mag de vergunningen of machtigingen van een door een lidstaat aangewezen luchtvervoerder weigeren, intrekken, opschorten of beperken wanneer:
i) |
de luchtvervoerder, overeenkomstig het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, niet op het grondgebied van de aanwijzende lidstaat is gevestigd en niet beschikt over een geldige exploitatievergunning overeenkomstig het Europese Gemeenschapsrecht; |
ii) |
de lidstaat die verantwoordelijk is voor de afgifte van het Air Operator’s Certificate niet op doeltreffende wijze controleert of de luchtvervoerder de regelgeving naleeft, of wanneer de relevante luchtvaartautoriteit niet duidelijk in de aanwijzing is vermeld; |
iii) |
de luchtvervoerder niet rechtstreeks of door een meerderheidsbelang eigendom is van lidstaten en/of onderdanen van lidstaten, en/of van andere in bijlage III vermelde landen en/of onderdanen van die landen, en deze landen en/of onderdanen niet daadwerkelijk zeggenschap uitoefenen over de luchtvervoerder; |
iv) |
de luchtvervoerder reeds over een exploitatievergunning beschikt krachtens een bilaterale overeenkomst tussen de Republiek India en een andere lidstaat en wanneer de luchtvervoerder, door krachtens de onderhavige overeenkomst verkeersrechten uit te oefenen op een traject dat een punt in die andere lidstaat omvat, de krachtens de bilaterale overeenkomst tussen de Republiek India en die andere lidstaat opgelegde beperkingen van de verkeersrechten omzeilt, of |
v) |
de aangewezen luchtvervoerder houder is van een Air Operator’s Certificate dat is afgegeven door een lidstaat waarmee de Republiek India geen bilaterale overeenkomst voor luchtdiensten heeft gesloten en wanneer die lidstaat de Republiek India geen verkeersrechten heeft toegekend. |
Bij de uitoefening van de rechten die krachtens deze alinea aan de Republiek India zijn verleend, mag India geen onderscheid maken tussen communautaire luchtvervoerders op grond van nationaliteit.
Artikel 3
Veiligheid
1. De bepalingen van lid 2 van dit artikel vormen een aanvulling op de overeenkomstige, in de bijlage II, punt c), vernoemde artikelen.
2. Wanneer een lidstaat een luchtvervoerder heeft aangewezen die onder het wettelijk toezicht van een andere lidstaat staat, zijn de rechten van de Republiek India uit hoofde van de veiligheidsvoorschriften van de overeenkomst tussen de lidstaat die de luchtvervoerder heeft aangewezen en de Republiek India zowel van toepassing op de vaststelling, naleving of handhaving van veiligheidsnormen door die andere lidstaat als op de exploitatievergunning van die luchtvervoerder.
Artikel 4
Verenigbaarheid met de mededingingsregels
1. Onverminderd andersluidende bepalingen mag niets in de in bijlage I vermelde overeenkomsten i) ertoe aanzetten dat overeenkomsten tussen ondernemingen, besluiten van ondernemersverenigingen en onderling afgestemde feitelijke gedragingen tot stand komen die de mededinging verhinderen, verstoren of beperken; ii) de gevolgen van dergelijke overeenkomsten, besluiten of onderling afgestemde feitelijke gedragingen versterken, of iii) de verantwoordelijkheid voor het nemen van maatregelen die de mededinging verhinderen, verstoren of beperken, toevertrouwen aan particuliere economische operatoren.
2. De bepalingen in de in bijlage I vermelde overeenkomsten die niet verenigbaar zijn met lid 1 van dit artikel worden niet toegepast.
Artikel 5
Bijlagen bij de overeenkomst
De bijlagen bij deze overeenkomst maken integrerend deel uit van de overeenkomst.
Artikel 6
Herziening of wijziging
De partijen mogen deze overeenkomst op elk ogenblik met wederzijdse instemming herzien of wijzigen.
Artikel 7
Inwerkingtreding en voorlopige toepassing
1. Deze overeenkomst treedt in werking wanneer de partijen elkaar schriftelijk hebben meegedeeld dat zij hun interne procedures voor de inwerkingtreding van de overeenkomst hebben voltooid.
2. Onverminderd het bepaalde in lid 1 stemmen de partijen ermee in deze overeenkomst voorlopig toe te passen vanaf de eerste dag van de maand volgende op de datum waarop de partijen elkaar in kennis hebben gesteld van de voltooiing van de daartoe vereiste procedures.
3. Overeenkomsten en andere regelingen tussen lidstaten en de Republiek India die op de datum van ondertekening van deze overeenkomst nog niet in werking zijn getreden en niet voorlopig worden toegepast, zijn vermeld in bijlage I, onder b). Zodra deze overeenkomsten en regelingen in werking treden of voorlopig worden toegepast, vallen ze onder de onderhavige overeenkomst.
Artikel 8
Beëindiging
1. Wanneer een in bijlage I vermelde overeenkomst wordt beëindigd, worden ook alle bepalingen van de onderhavige overeenkomst die betrekking hebben op de desbetreffende in bijlage I vermelde overeenkomst tegelijkertijd beëindigd.
2. Wanneer alle in bijlage I vermelde overeenkomsten worden beëindigd, wordt de onderhavige overeenkomst tegelijkertijd beëindigd.
TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekenden, daartoe naar behoren gemachtigd, deze overeenkomst hebben ondertekend.
Gedaan te Marseille in tweevoud, de achtentwintigste september tweeduizend acht in de Bulgaarse, Tsjechische, Deense, Nederlandse, Engelse, Estse, Finse, Franse, Duitse, Griekse, Hongaarse, Italiaanse, Letse, Litouwse, Maltese, Poolse, Portugese, Roemeense, Slowaakse, Sloveense, Spaanse en Zweedse taal en het Hindi.
За Европейската общност
Por la Comunidad Europea
Za Evropské společenství
For Det Europæiske Fællesskab
Für die Europäische Gemeinschaft
Euroopa Ühenduse nimel
Για την Ευρωπαϊκή Κοινότητα
For the European Community
Pour la Communauté européenne
Per la Comunità europea
Eiropas Kopienas vārdā
Europos bendrijos vardu
Az Európai Közösség részéről
Għall-Komunità Ewropea
Voor de Europese Gemeenschap
W imieniu Wspólnoty Europejskiej
Pela Comunidade Europeia
Pentru Comunitatea Europeană
Za Európske spoločenstvo
Za Evropsko skupnost
Euroopan yhteisön puolesta
För Europeiska gemenskapen
За правителството на Република Индия
Por el Gobierno de la República de la India
Za vládu Indické republiky
For regeringen for Republikken Indien
Für die Regierung der Republik Indien
India Vabariigi valitsuse nimel
Για την κυβέρνηση της Δημοκρατίας της Ινδίας
For the Government of the Republic of India
Pour le gouvernement de la République de l'Inde
Per il governo della Repubblica dell'India
Indijas Republikas valdības vārdā
Indijos Respublikos Vyriausybės vardu
Az Indiai Köztársaság kormánya részéről
Għall-Gvern tar-Repubblika ta' l-Indja
Voor de Regering van de Republiek India
W imieniu Rządu Republiki Indii
Pelo Governo da Repúblika da Índia
Pentru Guvernul Republicii India
Za vládu Indickej republiky
Za Vlado Republike Indije
Intian tasavallan hallituksen puolesta
För Republiken Indiens regering
BIJLAGE I
Lijst van de overeenkomsten waarnaar wordt verwezen in artikel 1 van deze overeenkomst
a) |
Overeenkomsten voor luchtdiensten tussen de regering van India en lidstaten van de Europese Gemeenschap zoals zij mogelijk zijn gewijzigd, aangepast of aangevuld die, op de datum van ondertekening van onderhavige overeenkomst, zijn gesloten, ondertekend en/of voorlopig worden toegepast
|
b) |
Geparafeerde of ondertekende overeenkomsten voor luchtdiensten en andere regelingen tussen de regering van India en lidstaten van de Europese Gemeenschap zoals zij mogelijk zijn gewijzigd, aangepast of aangevuld, die, op de datum van ondertekening van onderhavige overeenkomst, nog niet van kracht zijn geworden en niet voorlopig worden toegepast
|
BIJLAGE II
Lijst van artikelen die zijn opgenomen in de in bijlage I vermelde overeenkomsten en waarnaar wordt verwezen in de artikelen 2 en 3 van deze overeenkomst
a) |
Aanwijzing door een lidstaat:
|
b) |
Weigering, intrekking, opschorting of beperking van vergunningen of machtigingen:
|
c) |
Veiligheid:
|
BIJLAGE III
Lijst van andere landen waarnaar wordt verwezen in artikel 2 van deze overeenkomst
a) |
De Republiek IJsland (krachtens de Overeenkomst inzake de Europese Economische Ruimte); |
b) |
Het Vorstendom Liechtenstein (krachtens de Overeenkomst inzake de Europese Economische Ruimte); |
c) |
Het Koninkrijk Noorwegen (krachtens de Overeenkomst inzake de Europese Economische Ruimte); |
d) |
De Zwitserse Bondsstaat (krachtens de Overeenkomst inzake luchtvervoer tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat). |