6.12.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 340/129


BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT

van 27 april 2006

over de afsluiting van de rekeningen van het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart voor het begrotingsjaar 2004

(2006/845/EG)

HET EUROPEES PARLEMENT,

gezien de definitieve rekeningen van het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart betreffende het begrotingsjaar 2004 (1),

gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart betreffende het begrotingsjaar 2004 vergezeld van de antwoorden van het Agentschap (2),

gezien de aanbeveling van de Raad van 14 maart 2006 (5972/2006 — C6-0093/2006),

gelet op het EG-Verdrag, inzonderheid artikel 276,

gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (3), inzonderheid artikel 185,

gezien Verordening (EG) nr. 1592/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 15 juli 2002 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels op het gebied van burgerluchtvaart en tot oprichting van een Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (4), inzonderheid artikel 49,

gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november 2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen, zoals bedoeld in artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (5), inzonderheid artikel 94,

gelet op artikel 71 en bijlage V van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie vervoer en toerisme (A6-0104/2006),

1.

neemt kennis van de volgende cijfers in de rekeningen van het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart over de begrotingsjaren 2004 en 2003;

Winst- en verliesrekening over de begrotingsjaren 2004 en 2003 (6)

(1000 euro)

 

2004

2003

Exploitatieontvangsten

Communautaire subsidies

7 777

3 725

Overige subsidies

248

0

Vergoeding van de uitgaven

3

0

Overige ontvangsten

350

0

Totaal (a)

8 378

3 725

Exploitatieuitgaven

Personeel

5 556

662

Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven

689

92

Overige administratieve uitgaven

743

82

Toewijzing aan de voorzieningen

89

1

Beleidsuitgaven

2 081

261

Totaal (b)

9 158

1 098

Exploitatieresultaat (c=a-b)

- 780

2 627

Financiële opbrengsten (d)

0

0

Financiële lasten (e)

2

0

Financieel resultaat (f=d-e)

- 2

0

Resultaat van het begrotingsjaar (g=c+f)

- 782

2 627

2.

keurt de afsluiting van de rekeningen van het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart betreffende het begrotingsjaar 2004 goed;

3.

verzoekt zijn Voorzitter dit besluit te doen toekomen aan de uitvoerend directeur van het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart, de Raad, de Commissie en de Rekenkamer, en zorg te dragen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie (serie L).

De voorzitter

Josep BORRELL FONTELLES

De secretaris-generaal

Julian PRIESTLEY


(1)  PB C 269 van 28.10.2005, blz. 5.

(2)  PB C 332 van 28.12.2005, blz. 1.

(3)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(4)  PB L 240 van 7.9.2002, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1701/2003 (PB L 243 van 27.9.2003, blz. 5).

(5)  PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG, Euratom) nr. 1261/2005 (PB L 201 van 2.8.2005, blz. 3).

(6)  De gegevens van het begrotingsjaar 2003 zijn zodanig herbewerkt dat ze vergelijkbaar zijn na de overgang op de boekhouding op basis van het baten-lastenstelsel.


RESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

met de opmerkingen die een integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart voor het begrotingsjaar 2004

HET EUROPEES PARLEMENT,

gezien de definitieve rekeningen van het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart betreffende het begrotingsjaar 2004 (1),

gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart betreffende het begrotingsjaar 2004 vergezeld van de antwoorden van het Agentschap (2),

gezien de aanbeveling van de Raad van 14 maart 2006 (5972/2006 — C6-0093/2006),

gelet op het EG-Verdrag, inzonderheid artikel 276,

gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (3), inzonderheid artikel 185,

gezien Verordening (EG) nr. 1592/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 15 juli 2002 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels op het gebied van burgerluchtvaart en tot oprichting van een Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (4), inzonderheid artikel 49,

gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november 2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen, zoals bedoeld in artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (5), inzonderheid artikel 94,

gelet op artikel 71 en bijlage V van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie vervoer en toerisme (A6-0104/2006),

A.

overwegende dat de Rekenkamer verklaarde redelijke zekerheid verkregen te hebben dat de jaarrekening van het per 31 december 2004 afgesloten begrotingsjaar betrouwbaar is en dat de onderliggende verrichtingen over het geheel genomen wettig en regelmatig zijn,

B.

overwegende dat de Rekenkamer verklaart redelijke zekerheid verkregen te hebben van alle agentschappen, maar voor het begrotingsjaar 2004 expliciet voorbehoud maakt ten aanzien van het Europees Bureau voor wederopbouw, het Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding, de Europese Stichting voor opleiding, het Europees Waarnemingscentrum voor racisme en vreemdelingenhaat en de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid,

1.

herinnert eraan dat overeenkomstig artikel 185 van het Financieel Reglement het Europees Parlement kwijting verleent voor de uitvoering van de begrotingen van de door de Gemeenschappen opgerichte organen met rechtspersoonlijkheid die daadwerkelijke subsidies ten laste van de begroting ontvangen; wijst er echter op dat niet al deze organen volledig of zelfs gedeeltelijk worden gefinancierd met subsidies ten laste van de begroting; benadrukt dat het kwijtingsbesluit daarom zowel betrekking heeft op de financiering ten laste van de begroting als op de financiering niet ten laste van de begroting; acht het onaanvaardbaar dat een aantal van de door de Unie opgerichte organen verantwoording moeten afleggen van de besteding van uitgaven die zijn ontvangen uit andere bronnen dan de begroting, terwijl andere organen, die geen subsidie ten laste van de begroting ontvangen, dit niet hoeven; bevestigt het beginsel dat alle communautaire agentschappen, ongeacht of zij subsidies ontvangen, kwijting van het Parlement moeten krijgen, ook indien overeenkomstig hun basisbesluit een andere kwijtingsautoriteit optreedt; is van mening dat alle teksten die tegen dit beginsel ingaan, herzien moeten worden;

2.

acht tabel 1 van het verslag van de Rekenkamer, voor het eerst opgenomen in het kader van de kwijtingsprocedure 2003, waarin de bevoegdheden en verantwoordelijkheden, de organisatie, de middelen, de activiteiten en de verleende diensten van het Agentschap worden samengevat, van grote waarde; merkt op dat de in tabel 1 bevatte informatie door het Agentschap is verstrekt; verzoekt de Rekenkamer de inhoud van tabel 1 te verifiëren;

3.

dringt erop aan dat agentschappen niet alleen moeten streven naar een deugdelijke besteding van de middelen, maar tevens naar een zo efficiënt en doeltreffend mogelijke wijze van besteding; verzoekt de Rekenkamer de mogelijkheid te onderzoeken om in de speciale jaarverslagen over de agentschappen ook een beoordeling op te nemen van de resultaten en de bereikte doelen; dringt er in dit verband overeenkomstig zijn resoluties over het verlenen van kwijting voor 2003 op aan dat rekening wordt gehouden met de volgende aspecten: dat overlapping van de taken van verschillende agentschappen zo veel mogelijk wordt voorkomen, dat duidelijk wordt gemaakt welke maatregelen worden genomen met het oog op een verbetering van de transparantie en de communicatie met het publiek en welke communautaire maatregelen er zijn voor positieve actie op alle niveaus van aanwerving, opleiding en toewijzing van verantwoordelijkheden;

4.

stelt vast dat de communautaire agentschappen niet altijd een goed imago of een goede pers hebben en dat vele van hen dit negatieve imago niet verdient; is van mening dat dit onder de aandacht van de burgers van de Unie moet worden gebracht door zo vaak als nodig is en met gebruikmaking van daarvoor geschikte middelen uiteen te zetten waarom deze agentschappen zijn opgericht en welke resultaten ze hebben bereikt; verzoekt de Commissie maatregelen hiertoe te treffen met gebruikmaking van de middelen die zij daarvoor nodig acht;

5.

wijst erop dat de uitbreiding van de Europese Unie in 2004 de structuren en werkwijzen van de communautaire agentschappen op vele manieren heeft beïnvloed, en dat een aantal agentschappen in hun activiteitenverslagen de aandacht vestigt op deze effecten, en daarbij met name wijst op de toename van het aantal administrateurs; verzoekt de Commissie de werkelijke of veronderstelde problemen te analyseren en de nodige aanpassingen aan de regelingen aan te bevelen;

6.

wijst erop dat de Commissie zich heeft voorgenomen de wijze van presentatie van de activiteitenverslagen over haar directoraten-generaal te harmoniseren; roept op tot het hanteren van een gelijksoortige benadering bij de activiteitenverslagen van de communautaire agentschappen, die wat inhoud betreft enorm uiteenlopen; verzoekt de Commissie de communautaire agentschappen mede te delen welke informatie en activiteitenindicatoren geleverd moeten worden;

7.

is verheugd over het feit dat de Rekenkamer heeft vastgesteld dat de rekeningen van het Agentschap voor 2004 betrouwbaar zijn en dat de onderliggende verrichtingen over het geheel genomen wettig en regelmatig zijn;

8.

neemt nota van de opmerking van de Rekenkamer dat de kredieten noch in de oorspronkelijke begroting van het Agentschap, noch in de in het Publicatieblad bekendgemaakte gewijzigde begrotingen zijn uitgesplitst tot het niveau van artikelen en posten, zoals bepaald in artikel 22 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002; herinnert het Agentschap aan het beginsel van specialiteit en dringt er op aan dit beginsel te eerbiedigen om een helderde en transparante uitvoering van de door de begrotingsautoriteit vastgestelde begroting mogelijk te maken;

9.

wijst erop dat het Agentschap het verlies op de begroting 2003 niet in een gewijzigde begroting voor 2004 heeft opgenomen, zoals de regels voorschrijven; verwacht dat het Agentschap in de toekomst negatieve eindejaarsbalansen zal opnemen in gewijzigde begrotingen voor het volgende begrotingsjaar;

10.

is bezorgd over de door de Rekenkamer vastgestelde anomaliën in het begrotingsbeheer, waaronder het feit dat de overschrijvingen in de gewijzigde begrotingen niet werden aangegeven, noch gemotiveerd, alsmede het feit dat de raad van beheer niet werd geïnformeerd over de overschrijvingen en de betaling van voorschotten buiten de begroting om; verwelkomt de stappen die het Agentschap onderneemt om het begrotingsbeheer te verbeteren;

11.

wijst erop dat het Agentschap in 2004 nog geen uitvoeringsvoorschriften voor zijn financieel reglement had vastgesteld en evenmin een risicoanalyse had verricht of internecontrolenormen had uitgewerkt; verwelkomt de definitieve vaststelling door het Agentschap in juni 2005 van de uitvoeringsvoorschriften voor zijn financieel reglement, en de aanwerving van een functionaris voor risicobeheer/interne controle;

12.

stelt vast de procedures voor personeelsselectie van het Agentschap van selectieronde tot selectieronde verschillen en dringt er bij de Commissie en het Agentschap op aan aanwervingsprocedures overeen te komen die transparanter en samenhangender zijn en waarmee tegemoet gekomen kan worden aan de behoefte van het Agentschap aan personeel met specifieke kwalificaties;

13.

is verheugd over de verzekering van het Agentschap dat de aanwervingsprocdures geformaliseerd zullen worden door procedurehandboeken uit te werken om de transparantie van de besluiten op dit gebied te verbeteren en schijnbaar willekeurige variaties in de aanwervingsprocedures te vermijden, zoals benadrukt door de Rekenkamer;

14.

wijst erop dat het grootste deel (70 %) van de subsidie van de Commissie werd besteed aan de titels I en II, die uitsluitend betrekking hebben op personeel en administratieve uitgaven, en dat slechts circa 10 % van de subsidie besteed werd aan operationele uitgaven; wijst er tevens op dat de stijging van de uitgaven in 2004 ten opzichte van 2003 ten behoeve van personeel en administratie veel hoger was dan de stijging van de operationele uitgaven;

15.

verzoekt de Commissie de agentschappen te helpen om zo nauwgezet mogelijk het werkschema dat is overeengekomen voor het komende jaar te volgen, om een deugdelijke planning en uitvoering van de activiteiten mogelijk te maken en met name ingrijpende ultieme wijzigingen van de werklast te voorkomen;

16.

verzoekt de Commissie de onderlinge synergie tussen agentschappen door efficiëntere samenwerking te verbeteren en te vermijden dat overlapping van taken en tekortkomingen optreden bij gemeenschappelijke aspecten van opleiding, transversale toepassing van het communautaire beleid, gebruik van de meest recente beheerssystemen en probleemoplossing in verband met een goed begrotingsbeheer.


(1)  PB C 269 van 28.10.2005, blz. 5.

(2)  PB C 332 van 28.12.2005, blz. 1.

(3)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(4)  PB L 240 van 7.9.2002, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1701/2003 (PB L 243 van 27.9.2003, blz. 5).

(5)  PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG, Euratom) nr. 1261/2005 (PB L 201 van 2.8.2005, blz. 3).