31997D0824

97/824/EG: Besluit van de Raad van 20 november 1997 betreffende de sluiting van de Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling inzake de voorlopige toepassing van het Protocol tot vaststelling van de voor de periode van 16 juni 1997 tot en met 15 juni 2001 geldende vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie als bedoeld in de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de regering van de Republiek Guinee-Bissau inzake de visserij voor de kust van Guinee-Bissau

Publicatieblad Nr. L 342 van 12/12/1997 blz. 0001 - 0002


BESLUIT VAN DE RAAD van 20 november 1997 betreffende de sluiting van de Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling inzake de voorlopige toepassing van het Protocol tot vaststelling van de voor de periode van 16 juni 1997 tot en met 15 juni 2001 geldende vangstmogelijkheden en de financiƫle tegenprestatie als bedoeld in de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de regering van de Republiek Guinee-Bissau inzake de visserij voor de kust van Guinee-Bissau (97/824/EG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de regering van de Republiek Guinee-Bissau inzake de visserij voor de kust van Guinee-Bissau, ondertekend te Bissau op 27 februari 1980 (1), inzonderheid op artikel 17,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende dat de Gemeenschap en de Republiek Guinee-Bissau hebben onderhandeld om de wijzigingen of aanvullingen vast te stellen die aan het einde van de toepassingsperiode van het aan de genoemde Overeenkomst gehechte Protocol in die Overeenkomst dienen te worden aangebracht;

Overwegende dat na deze onderhandelingen op 4 juni 1997 een nieuw Protocol is geparafeerd; dat de vissers uit de Gemeenschap op grond van dit Protocol voor de periode van 16 juni 1997 tot en met 15 juni 2001 vangstmogelijkheden toegewezen krijgen in de wateren onder soevereiniteit of jurisdictie van Guinee-Bissau;

Overwegende dat, teneinde een onderbreking in de uitoefening van de visserij door vaartuigen uit de Gemeenschap te vermijden, het betrokken Protocol zo spoedig mogelijk van toepassing dient te worden; dat de twee partijen daarom een Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling hebben geparafeerd, die voorziet in de voorlopige toepassing van het geparafeerde Protocol met ingang van de dag volgende op die waarop het geldende Protocol is verstreken; dat deze Overeenkomst dient te worden goedgekeurd onder voorbehoud van een definitief besluit op grond van artikel 43 van het Verdrag;

Overwegende dat de sleutel voor de verdeling van de vangstmogelijkheden onder de lidstaten moet worden vastgesteld uitgaande van de traditionele verdeling van de vangstmogelijkheden in het kader van de visserijovereenkomst,

BESLUIT:

Artikel 1

De Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling inzake de voorlopige toepassing van het Protocol tot vaststelling van de voor de periode van 16 juni 1997 tot en met 15 juni 2001 geldende vangstmogelijkheden en de financiƫle tegenprestatie, bedoeld in de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de regering van de Republiek Guinee-Bissau inzake de visserij voor de kust van Guinee-Bissau, wordt namens de Gemeenschap goedgekeurd.

De tekst van de Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling is aan dit besluit gehecht.

Artikel 2

De bij het Protocol vastgestelde vangstmogelijkheden worden als volgt onder de lidstaten verdeeld:

a) garnaalvisserij:

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

b) visserij op koppotigen (Cephalopoda)/vis:

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Indien de vergunningaanvragen van de bovengenoemde lidstaten betrekking hebben op een kleinere hoeveelheid dan er volgens het Protocol mag worden gevangen, kan de Commissie aanvragen van andere lidstaten in overweging nemen.

Artikel 3

De Voorzitter van de Raad wordt gemachtigd de personen aan te wijzen die bevoegd zijn de Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling te ondertekenen teneinde daardoor de Gemeenschap te binden.

Gedaan te Brussel, 20 november 1997.

Voor de Raad

De Voorzitter

E. HENNICOT-SCHOEPGES

(1) PB L 226 van 29. 8. 1980, blz. 33.